1ste bach TEW/HIR
Recht en Onderneming Prof. Vanhees
Q 129
uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be
5.00 EUR
www.quickprintershop.be
Online samenvattingen kopen via
Nieuw!!!
Recht en onderneming door Jolien De Leersnijder
DEEL 1: ALGEMENE BEGRIPPEN HS 1: Indeling van het nationaal recht 1 Wat is recht? 2 Belang van het onderscheid 3 privaatrecht 4 Publiekrecht 5 Extra opmerking HS 2: Het internationaal recht 1 Privaatrecht 2 Publiekrecht = volkerenrecht 3 Europees recht HS 3: Europese normen 1 Primair Europees recht 2 Secundair Europees recht 2.1 Verordeningen 2.2 Richtlijnen 2.3 Besluiten 2.4 Kan je je als burger beroepen op deze bovenstaande punten? 2.4.1 VWEU = Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 2.4.2 Verordening 2.4.3 Richtlijnen 2.4.4 Besluiten
DEEL 2: BRONNEN VAN HET RECHT HS 1: De wet 1 Wetsbegrip 2 De hiërarchie van de wetten 2.1 Europees recht 2.2 De grondwet (kan ook worden overgeslagen) 2.3 De wet 2.4 Decreten (hier ook ordonnanties) 2.5 Koninklijke besluiten 2.6 Besluiten van gewest- of gemeenschapsregering 2.7 Ministeriële besluiten HS 2: De andere bronnen van het recht 1 De rechtspraak 2 Het gewoonterecht 3 Algemene rechtsbeginselen
1
Recht en onderneming door Jolien De Leersnijder HS 3: grondwettelijke hoven en controlerende instellingen 1 Een overzicht: internationaal 1.1 Europees hof van Justitie 1.2 Europees hof van de recht van de man 1.3 Internationaal gerechtshof 1.4 Internationaal strafhof 2 Een overzicht: nationaal 2.1 Grondwettelijk hof 2.2 Raad van State 2.3 Het Rekenhof HS 4: indeling van rechten 1 Subjectief recht 1.1 Politieke rechten 1.2 Burgerlijke rechten (privaat recht) 1.2.1 Extrapatrimoniaal recht 1.2.2 Patrimoniaal recht 2 Rechtsfeiten 3 Rechtshandelingen 4 Plechtige rechtshandelingen
DEEL3: GERECHTELIJK RECHT HS 1: enkele algemene beginselen 1 Bevoegdheid 2 Recht op hoger beroep 3 Beroeps- en lekenrechters 4 De eenheid van rechtspraak 4.1 Cassatie 5 De taak van de rechter 6 Het openbaar ministerie HS 2: de rechtscolleges 7 De rechtscolleges 7.1 De vrederechter 7.2 De politierechtbank 7.3 Rechtbank van eerste aanleg (burgerlijk) 7.4 Rechtbank van koophandel 7.5 Arrondissementsrechtbank 7.6 Hof van beroep 7.7 Hof van Cassatie 7.8 Arbeidsrechtbank (sociale zaken) 7.9 Arbeidshof (sociale zaken) 7.10 Hof van assisen 7.11 Fiscale rechtbank
2
Recht en onderneming door Jolien De Leersnijder HS 3: de gerechtelijke procedure 1 Verloop van de gerechtelijke procedure 1.1 Rechtsingang 1.2 Inleidende zitting 1.3 Conclusies 1.4 Pleidooi 1.5 Vonnis/arrest 2 Rechtsmiddelen 2.1 Kracht van gewijsde 2.2 Het beroep 2.3 Het verzet 2.4 Cassatie beroep 3 Kort geding 4 Arbitrage HS 4: bewijsrecht 1 De bewijslast e 1.1 1 regel: de rechter blijft passief 1.2 2e regel: wie beweert moet bewijzen 1.3 3e regel: alleen feiten en rechtshandelingen moeten worden bewezen 2 Het schriftelijk bewijs 2.1 Uitzonderingen: u moet niet bewijzen met een geschrift 2.2 De authentieke akte 2.2.1 Levert volledig bewijs tussen de contracterende partijen 2.2.2 Bewijswaarde tegenover derden: 2.3 De onderhandse akte 2.3.1 Vormvoorwaarden 2.3.2 Bewijskracht 2.3.3 Datum 3 Het getuigenbewijs 4 De vermoedens 5 De bekentenis 6 Het deskundigenonderzoek 7 De plaatsopneming
DEEL 4: GOEDEREN- EN ZAKENRECHT HS 1: indeling van de goederen 1 Lichamelijke en onlichamelijke goederen 2 Roerende en onroerende goederen 3 Gebruiks- en verbruiksgoederen 4 Zelfstandige zakelijke rechten en zakelijke zekerheidsrechten HS 2: zelfstandige zakelijke rechten
3
Recht en onderneming door Jolien De Leersnijder HS 3: de zakelijke zekerheden 1 Algemeen 2 Drie zakelijke zekerheden 2.1 Voorrechten 2.2 Hypotheek 2.3 Pand
DEEL 5: DE VERBINTENISSEN HS 1: de verbintenissen algemeen 1 Wat is een verbintenis? 2 De bronnen van verbintenissen 3 Soorten verbintenissen 3.1 Verbintenis met tijdsbepaling 3.2 Voorwaardelijke verbintenis 3.3 Splitsbaarheid en hoofdelijkheid 3.4 Resultaats- en middelenverbintenissen 3.5 Verbintenissen gebonden aan de persoon HS 2: de overeenkomst 1 Wat is een overeenkomst? 2 Soorten overeenkomsten 2.1 Eenzijdige en wederkerige overeenkomsten 2.2 Benoemde en onbenoemde overeenkomsten 2.3 Consensuele, plechtige en zakelijke overeenkomsten 2.4 Vergeldende overeenkomsten of om niet, kanscontracten 2.5 Standaardovereenkomsten en toetredingsovereenkomsten HS 3: De grondbeginselen en de interpretatie van overeenkomsten 1 De wilsautonomie 2 De bindende kracht van de overeenkomst HS 4: geldigheidsvoorwaarden van de overeenkomst 1 De toestemming 2 Bekwaamheid 3 Voorwerp 4 Oorzaak HS 5: het ontstaan van de overeenkomst 1 Het aanbod 2 Precontractuele aansprakelijkheid HS 6: de uitvoering van de overeenkomst 1 De vrijwillige uitvoering 1.1 De contractuele vrijheid primeert 1.2 Wie moet uitvoeren? 1.3 Tegenover wie met worden uitgevoerd? 1.4 Waar moet worden uitgevoerd? 2 De voorwaarden voor de contractuele aansprakelijkheid 3 Exoneratieclausule of het vrijwaringsbeding
4
Recht en onderneming door Jolien De Leersnijder HS 7: derden en de overeenkomst 1 De relativiteit van overeenkomsten 2 Uitzonderingen op de relativiteit van overeenkomsten 2.1 Beding ten gunste van een derde 2.2 De rechtstreekse vordering 3 De tegenwerpelijkheid van overeenkomsten HS 8: tenietgaan van overeenkomsten 1 Nietigheid 2 Ontbinding 3 Eenzijdige opzegging 4 De uitvoering 5 Schuldvernieuwing 6 Schuldvergelijking 7 Schuldvermenging
DEEL 6: DE BIJZONDERE OVEREENKOMSTEN HS 1: de koop-verkoop HS 2: de voornaamste andere overeenkomsten 1 Huurkoop of leasing 2 Dading 3 Aanneming 4 Lastgeving 5 De persoonlijke zekerheden
DEEL 7: DE ONRECHTMATIGE DAAD OF FOUTAANSPRAKELIJKHEID HS 1: aansprakelijkheid voor eigen daad 1 De fout 2 Schade 3 Oorzakelijk verband
5
Recht en onderneming door Jolien De Leersnijder
DEEL 1: ALGEMENE BEGRIPPEN HS 1: Indeling van het nationaal recht 1 Wat is recht? = dagdagelijkse confrontatie Î Broodje kopen: verbintenis met verkoper + aansprakelijkheid bij ‘slecht’ broodje 3 groepen van regels: 1. Gedrag van mensen ordenen (verbintenissenrecht, staatsrecht, …) 2. Regels die het mogelijk maken om groep 1 af te dwingen (overheid zorgt voor regels om bellen tijdens het rijden te sanctioneren) 3. Regels die het mogelijk maken om groep 1 en groep 2 te wijzigen of af te schaffen (iets wat met de tijd aanvaardbaar wordt zoals het homohuwelijk)
2 Belang van het onderscheid Privaatrecht = tussen burgers (gekenmerkt door traditie en vrijheid) Publiekrecht = tussen burger en de overheid OF tussen overheden (gekenmerkt door eenzijdige dwingende overheidsbeslissingen)
3 privaatrecht 1
Burgerlijk recht x Burgerlijk wetboek (geeft de regels aan) x Wie zijn uw ouders? Wanneer ben u meerderjarig? Huwelijk? x Ik dagvaart u
2
Handelsrecht x Wetboek van koophandel x Idem burgerlijk recht maar voor handelaren x Wanneer bent u handelaar? Hoe kunt u functioneren? x Vennootschapsrecht + faillissementsrecht
3
Privaatgerechtelijk procesrecht x x x
6
Gerechtelijk wetboek regelt de inrichting & de bevoegdheid van vredegerecht, rechtbank van eerste aanleg, … & het verloop van de procedures. Maakt het mogelijk om 1 en 2 af te dwingen Hoeveel rechters? Welke rechters? Wat is hun bevoegdheid?
Recht en onderneming door Jolien De Leersnijder
4 Publiekrecht 1
Grondwettelijk recht x x x
2
Administratief recht x x x
3
Overheid laat u betalen (belastingen) Vb. u bent niet akkoord met de taxatie, successierechten, accijnzen, …
Strafrecht x x x
5
Bepaalt inrichting en de werking van de uitvoerende macht Vb. regering benoemt CEO. Ontevreden? Stap naar rechtbank Statuut van ambtenaren, werking van ministeries, gemeenten, provincies, stedenbouw, …
Fiscaal recht x x
4
Grondwet Bepaalt de staatsstructuur (staatshervorming) Grondwet regelt: de meest fundamentele inrichting van de staat, de basisstructuren van de machtuitoefening en de scheider der machten (uitvoerend, wetgevend, gerechtelijk) Rechten + vrijheden van de mens(vb. vrijemeningsuiting, vrijheid van onderwijs)
Strafwetboek Overheid beslist “dit kan niet” Boetes/gevangenis, misdrijven en de straffen, veiligheid en openbare orde
Strafprocesrecht x x
Wetboek van Strafvordering Bepaalt procedures die moeten gevolgd worden als openbaar ministerie dagvaart
5 Extra opmerking 1 2 3
Aanvullend recht = suppletief recht: hier mag men van afwijken Dwingend recht: hier mag met NIET van afwijken. Deze moeten strikt worden gevolgd. (men kan wel een dading sluiten nadat een concreet geschil is ontstaan) Regels van openbare orde: hier mag met NIET van afwijken. Deze moeten strikt worden gevolgd. (meer bij publiekrecht)
Æ welke rechtbank is bevoegd? (de stad van de rechtbank is suppletief)
HS 2: Het internationaal recht = tussen staten, internationale organisaties (vb. ongeval in het buitenland)
1 Privaatrecht = tussen Belgische burger met vreemd buitenlands element x x x
7
Elk land kan extra regels toevoegen Docent slaat op poep van collega op congres in het buitenland Æ welke rechtbank? Hinkende recht relaties: problemen tussen landen omdat men verschillende wetten heeft
Recht en onderneming door Jolien De Leersnijder
2 Publiekrecht = volkerenrecht = tussen landen of organisaties (vb. EU, VN) Verdragen = contracten tussen staten
3 Europees recht = heeft bevoegdheden over de landen (vb. waarde van de munt) x x x x
Een supranationale instelling creëert zelf extra wetten. De Europese Economische Gemeenschap werd opgericht bij het Verdrag van Rome Dit verdrag zorgde voor betere economie tss de 6 stichtersstaten (Duitsland, Frankrijk, Italië, Benelux) Gedrag van Maastricht zorgde voor de Europese Unie (ipv de EEG) (nu 28 landen) Het Europees recht wordt verstrekt door 2 kenmerken: 1 2
Primauteit van het Europees recht: dit heeft voorrang op het nationaal recht Directe werking: kunt u als particulier een Europese regel vragen in een Belgische rechtbank?
HS 3: Europese normen 1 Primair Europees recht Î Europese verdragen (VWEU = Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie)
2 Secundair Europees recht Î Recht dat tot stand komt om primair te kunnen uitvoeren
2.1 Verordeningen x x
Regelt een algemeen probleem Vb. EU is tegen invoer van namaak. EU heeft verordening opgemaakt dat zegt ‘douane dit mag houden’
2.2 Richtlijnen x Zegt tegen een lidstaat ‘nu moet u dit doen’ x Altijd met deadline/uitvoeringstermijn x Vb. toeristen zitten vast in het buitenland. Er moet een fonds komen voor hen. EU moet dit realiseren binnen de 2 jaar.
2.3 Besluiten x x x
8
Om een concrete situatie te regelen Vb. overheid mag bedrijven in moeilijkheden niet meer helpen. Als de EU dit opmerkt, wordt de lidstaat gestraft Vb. Microsoft deed aan koppelverkoop. EU heeft dit stilgelegd.
Recht en onderneming door Jolien De Leersnijder
2.4 Kan je je als burger beroepen op deze bovenstaande punten? 2.4.1 VWEU = Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie Particulieren Altijd directe werking x x
Geen prijsafspraken of andere onderlinge afspraken die mededinging beperken 2 boeren spreken af dat ze elk hun eigen markt behandelen maar boer 1 doet dit niet. Boer 2 stapt naar de rechtbank maar boer 1 zegt “onderlinge afspraken mogen niet”. Dus boer 2 = benadeeld.
Lidstaten Andere regeling x x
Botervlootjes in België moeten rechthoekig zijn maar er komt een Nederlands bedrijf op de markt met ronde botervlootjes. Mag dit? Ja want VWEU zegt “vrij verkeer van goederen” MAAR er zijn 3 voorwaarden. Bepalingen aan de lidstaat moet: 1. Duidelijk zijn 2. Onvoorwaardelijk zijn (dus geen voorwaardes bevatten) 3. Geen discretionaire bevoegdheid voor lidstaat bevatten (geen beleidsruimte)
2.4.2 Verordening Altijd directe werking 2.4.3 Richtlijnen 3 situaties: 1 2 3
Als de termijn nog loopt: geen directe werking Als de termijn is afgelopen & de overheid heeft de richtlijn tijdig en goed uitgevoerd dan is dit een nieuwe nationale wet geworden, dus directe werking Als de termijn is afgelopen & de overheid heeft de richtlijn niet tijdig/goed uitgevoerd, dan mag je spreken van directe werking na het toetsen van de 3 voorwaarden. Als de richtlijn hieraan voldoet, dan is er directe werking tegen over de overheid (niet tussen 2 particulieren)
2.4.4 Besluiten Bij particulieren: altijd directe werking Bij lidstaten: volg de theorie van de richtlijnen
9
Recht en onderneming door Jolien De Leersnijder
DEEL 2: BRONNEN VAN HET RECHT HS 1: De wet 1 Wetsbegrip ‘Recht komt van de wet’ Î Ruimte betekenis: bindende regels die tot stand komen Î Enge betekenis: federaal parlement maakt wetten op
2 De hiërarchie van de wetten Lagere bron moet altijd in overeenstemming zijn met een hogere bron.
2.1 Europees recht x
Europees recht primeert altijd (= primauteit)
2.2 De grondwet (kan ook worden overgeslagen) x x
Regelt de uitoefening van en de verhouding tussen de staatsmachten Regelt de fundamentele rechten en vrijheden van de mens
2.3 De wet x x x x
2.4 Decreten (hier ook ordonnanties)
Enge betekenis Gemaakt door Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers (samen met de Senaat) Bekrachtigd en afgekondigd door de Koning Komen in het Belgisch Staatsblad
2.5 Koninklijke besluiten x x x x
Uitgevaardigd door Koning (regering) Bekendgemaakt in Belgisch Staatblad Voeren wetten uit ! Volmachtsbesluiten: dezelfde kracht als een wet (worden genomen in crisis en geeft de bevoegdheid van het parlement door aan de regering Æ federaal niveau)
x
x x x x
Bekrachtigd en afgekondigd door de regeringen van de gemeenschappen en gewesten Vlaanderen: Vlaams parlement Wallonië: Waals parlement, Franse gemeenschapsraad, Duitse gemeenschapsraad Brussel: Brussels hoofdstedelijke raad Nationaal: Federaal parlement
2.6 Besluiten van gewest- of gemeenschapsregering x
Zelfde als Koninklijk besluit maar op niveau van gewest of gemeenschap
2.7 Ministeriële besluiten x x x
Niet getekend door de Koning Uitgevaardigd door de ministers Bij algemene besluiten: Staatsblad Provinciaal regelement
Gemeentelijk reglement 10
Recht en onderneming door Jolien De Leersnijder
HS 2: De andere bronnen van het recht 1 De rechtspraak Iedere Belg wordt geacht de wet te kennen! x x
De rechter interpreteert de regels. Hij kan ze niet wijzigen 2 identieke geschillen kunnen bij 2 verschillende rechters een andere uitspraak opleveren. Gevallen uit het verleden kunnen opgerakeld worden maar de rechter beslist volledig zelf.
2 Het gewoonterecht = gevestigde gebruiken in een bepaalde sector x x
Ligt niet vast Weinig rechters kennen deze wetten Æ Oplossing: invoeren van lekenrechters ipv juristen: rechters worden vervangen door handelaars die de gebruiken kennen.
3 Algemene rechtsbeginselen = sommige rechtsprincipes worden nergens uitdrukkelijk vermeld, maar zijn zo fundamenteel dat de rechtspraak ze toch aanvaardt als ongeschreven recht. Ze zijn zeer nuttig. Vb. verbod op rechtsmisbruik (= recht enkel gebruiken waar mag. Verhaal van architect die naam op huis wil (mag maar niet overdreven groot)
HS 3: grondwettelijke hoven en controlerende instellingen 1 Een overzicht: internationaal 1.1 Europees hof van Justitie x x x
11
Zit in Luxemburg Niet zomaar voor particulieren (in de theorie) Heeft 3 grote taken: 1. Beantwoorden van prejudiciële vragen Uitleg over Europees recht: bij problemen bij nationale zaak, wordt aan het HVJ gevraagd “hoe moet een wet gezien worden”. Het is terug op nationaal niveau dat de uitspraak uiteindelijk gedaan wordt. (kan 2 jaar duren vooraleer men uitleg krijgt) 2. Lidstaten veroordelen wegens het niet nakomen van richtlijnen (niet tijdig / niet goed) 3. Controle over handelingen van de Europese Unie Verordeningen, richtlijnen, besluiten kunnen nietig verklaard worden
Recht en onderneming door Jolien De Leersnijder
1.2 Europees hof van de recht van de man x x x x
Gevestigd in Straatsburg (Frankrijk) Meer lidstaten dan alleen de Europese Unie Houdt zich bezig met het Europese Verdrag voor de rechten van de mens (opgemaakt na WOII door de Jodenvervolging) Als particulier moet je eerst naar de nationale rechtbank, in beroep gaan, in cassatie en dan pas hier.
1.3 Internationaal gerechtshof x x x
Gevestigd in den Haag Geschillen tussen landen oplossen Voor alle leden van de VN (wereldwijd)
1.4 Internationaal strafhof x x
Gevestigd in den Haag Veroordelen van mensen die zich hebben misdaan tegen de mensheid (vb. genocide)
2 Een overzicht: nationaal 2.1 Grondwettelijk hof x x
Toetst wetten & decreten aan de grondwet Lost problemen op tussen weten en decreten
2.2 Raad van State x x
x x
Administratief rechtscollege 2 belangrijke afdelingen: x Wetgeving: adviserende bevoegdheid (bij het vormen van een nieuwe wet) x Administratie: annulatierechter (wetten nietig verklaren) Wanneer er naast je huis een groot appartementsblok gebouwd wordt, kan je door de raad van state deze bouw nietig laten verklaren Raad van state werkt langzaam (kan tot 5jaar duren) daarom is er altijd een schorsing in afwachting van een annulatie.
2.3 Het Rekenhof
HS 4: indeling van rechten 1 Subjectief recht = Iedereen heeft deze rechten
1.1 Politieke rechten x x
12
Publiek recht De rechten van de burger tegenover de overheid x Politieke vrijheden (vb. vrije meningsuiting, vrijheid van onderwijs, …) x Participatierechten (vb. kiesrecht, recht om verkozen te worden, …) x Sociaal economische rechten (vb. uitkeringen sociale zekerheid)
Recht en onderneming door Jolien De Leersnijder
1.2 Burgerlijke rechten (privaat recht) 1.2.1 Extrapatrimoniaal recht = extravermogensrecht = geen deel van het vermogen dus niet erfelijk of verkoopbaar x x
Persoonlijkheidsrechten (vb. men mag u niet aanraken/opereren zonder uw toestemming) Familierechten (vb. vaderschap opeisen)
1.2.2 Patrimoniaal recht = patrimoniaal = erfelijk, verkoopbaar x Zakelijke rechten: recht op een zaak (vb. eigendomsrecht) x Vorderingsrechten: recht om iets te geven, te doen of na te laten (vb. lening) x Intellectuele rechten: bescherming op de creatie van de geest) (vb. auteursrecht)
2 Rechtsfeiten Brengen rechtgevolgen tot stand maar ze worden niet met die uitdrukkelijke bedoeling gesteld. Vb. door het rood licht rijden en een ongeval veroorzaken, 18 jaar worden = handelsbekwaam
3 Rechtshandelingen Worden gesteld met de bedoeling rechtgevolgen tot stand te brengen x x
Eenzijdige rechtshandelingen = de wilsuiting van 1 persoon volstaat (vb. maken van een testament, erkennen van een kind) Tweezijdige rechtshandelingen = wilsuiting van meerdere personen nodig (vb. koop-verkoop)
4 Plechtige rechtshandelingen x x x x
13
Dit doe je de hele tijd door Vb. kopen van een boek, kopen van een koffie, … Basisregel: geen geschrift opstellen, geen formaliteiten naleven Soms wel geschrift nodig om aan te tonen dat er een rechtshandeling is/was (vb. huwelijk)
Recht en onderneming door Jolien De Leersnijder
DEEL3: GERECHTELIJK RECHT HS 1: enkele algemene beginselen 1 Bevoegdheid = de rechtsmacht die aan een bepaalde rechter concreet wordt toebedeeld. Materiële bevoegdheid x x x
Welke rechter is hiervoor bevoegd? Openbare orde : hier mag je nooit van afwijken Bepaald door gerechtelijk wetboek
Territoriale bevoegdheid x Geografisch gezien welke rechter? x Suppletief : je kan ervan afwijken x Ook bepaald door gerechtelijk wetboek
2 Recht op hoger beroep x x x
Een 2e volledige behandeling van een geschil door een andere rechter Eventuele rechtzetting van een vergissing Procedure kan langer aanslepen daarom kent het principe enkele uitzonderingen: x Geschillen < 1240 EUR bij de Vrederechter en < 1860 EUR bij de rechtbank van 1 e aanleg en rechtbank van koophandel kunnen niet worden aangevochten (wel cassatie) x Geen mogelijkheid tot beroep bij Assisenhof (wegens zeer omslachtige procedure)
3 Beroeps- en lekenrechters x x
Beroepsrechters = magistraten (benoemd voor het leven) Lekenrechters (door de Koning aangeduid) = geen juristen maar zetelen beroepshalve x Minstens 30 jaar oud x Minstens 5 jaar met ere handel gedreven x Zegt niet veel (“bloempot”) x Belangrijk omwille van zijn “know-how” x Zetelen oa in de rechtbank van koophandel, arbeidsrechtbank en hof van Assisen
4 De eenheid van rechtspraak 4.1 Cassatie x x x
14
1 hof voor heel België Ziet erop toe dat hoven de wet respecteren maar doet geen uitspraak over de feiten De zaak wordt daarna teruggestuurd naar een ander Hof van hetzelfde niveau, dat opnieuw uitspraak moet doen. (Vb. niet meer naar Antwerpen maar naar Gent)
Recht en onderneming door Jolien De Leersnijder
5 De taak van de rechter x x
Passieve rol: hij wacht tot het geschil tot bij hem komt. U moet dus zelf met bewijs afkomen. De rechter zoekt zelf geen juridische feiten = accusatoir systeem Rechter moet onpartijdig zijn, anders kan hij gewraakt worden (Spaghettiarrest)
6 Het openbaar ministerie x x x x x x
Wordt vaak het parket genoemd (= korps van ambtenaren) Onderdeel van de gerechtelijke macht Ze vertegenwoordigen het belang van de maatschappij Zij brengen de strafzaken voor de strafrechter en geven adviezen in burgerlijke zaken Staande magistratuur (ze staan recht als ze spreken) Hoofd: procureur des Konings (per gerechtelijk arrondissement) Hof van beroep: procureur-generaal (slechts 5 in heel België)
HS 2: de rechtscolleges
7 De rechtscolleges 7.1 De vrederechter x x
1 per gerechtelijk kanton (zetelt alleen met griffier) Bevoegd voor kleine burgerlijke en handelsgeschillen (tot 1860 EUR) en geschillen zoals familiekwesties, huur, pacht, …
7.2 De politierechtbank x x x
15
Burgerlijk rechtscollege + misdrijven Minimum 1 per gerechtelijke arrondissement Bevoegd voor verkeersovertredingen, verkeersongevallen en kleine misdrijven
Recht en onderneming door Jolien De Leersnijder
7.3 Rechtbank van eerste aanleg (burgerlijk) x x
x
1 per gerechtelijk arrondissement 3 afdelingen: x Burgerlijke rechtbank (geschillen tussen burgers vanaf 1860 EUR) Æ volheid van bevoegdheid = bevoegd tenzij andere rechtbank wordt toegekend. x Jeugdrechtbank (minderjarigen) x Correctionele rechtbank (misdrijven: alles behalve verkeer dus drugs, diefstal, …) Beroep voor vrederechter en politierechtbank
7.4 Rechtbank van koophandel x x
Oordeelt in hoger beroep tegen vonnissen van de vrederechter in handelsgeschillen (ook faillissementen en handelsvennootschappen) Beroepsrechter + 2 lekenrechters
7.5 Arrondissementsrechtbank x
Maakt uit wie van de 3 bevoegd is op arrondissementeel niveau: x Rechtbank van eerste aanleg x Rechtbank van koophandel x Arbeidsrechtbank (zie onder)
7.6 Hof van beroep x x x
Oordeelt in hoger beroep tegen de vonnissen van de correctionele rechtbank (dus misdrijven) 5 hoven: Antwerpen (ook voor Limburg), Brussel, Luik, Gent en Bergen 4 gespecialiseerde kamers: voor burgerlijke zaken, strafzaken, handelszaken en jeugdzaken
7.7 Hof van Cassatie x x x
1 hof in Brussel (zie boven) Verdeeld in kamers De gespecialiseerde 3e kamer neemt kennis van alle cassatieberoepen tegen arresten van arbeidshof
7.8 Arbeidsrechtbank (sociale zaken) x x x
Bevoegd voor sociaalgerechtelijke geschillen + collectieve schuldenregeling Arbeidsovereenkomst, cao’s, sociale zekerheid, pensioenen, gezinsbijslag, ziekte- en invaliditeit,… 1 beroepsrechter + 2 lekenrechters
7.9 Arbeidshof (sociale zaken) x
Oordeelt in hoger beroep tegen vonnissen van de arbeidsrechtbank
7.10 Hof van assisen x x x
Zware misdaden Geen beroep mogelijk Samengesteld uit 12 lekenrechters (volksjury) + 3 beroepsrechters
7.11 Fiscale rechtbank x x 16
In elke hoofdstad van elke provincie (binnen 1e aanleg) Toepassing van de belastingwet
Recht en onderneming door Jolien De Leersnijder
HS 3: de gerechtelijke procedure 1 Verloop van de gerechtelijke procedure 1.1 Rechtsingang x
De partij die wil dat er een proces komt, start alles Î Via dagvaarding (basisregel): eiser stuurt, via gerechtsdeurwaarder een formele uitnodiging + verweerder moet op een bepaalde dag verschijnen voor de rechtbank Î Via verzoekschrift: aangetekend schrijven van eiser, via griffie (geen deurwaarder)
1.2 Inleidende zitting x x x
De zaak kan hier al behandeld worden Meestal wordt om uitstel gevraagd (bij complexere zaken) want verweerder moet de kans krijgen om zijn argumenten te laten gelden Wanneer verweerder niet verschijnt, kan bij verstek veroordeeld worden
1.3 Conclusies x x x
Geen rechters, enkel advocaten Bewijsstukken meedelen: hun argumenten worden dan schriftelijk uiteengezet in ‘conclusies’ Wisselwerking tot alle conclusies meegedeeld zijn
1.4 Pleidooi x x
Na argumentatie wordt een pleitdatum aangevraagd (wanneer wordt de zaak voor de rechter gebracht) Mondelinge toelichting van de argumentatie + bijkomende vragen door de rechter
1.5 Vonnis/arrest x x
Uitspraken bij lagere colleges: vonnis Uitspraken bij hogere colleges: arrest Strafzaken: vonnis wordt vaak meteen uitgesproken Burgerlijke zaken: vonnis volgt 1 maand na de pleidooien
2 Rechtsmiddelen 2.1 Kracht van gewijsde =er is geen hoger beroep of verzet meer mogelijk. De beroepstermijn is verstreken
2.2 Het beroep x x x x x x
17
De zaak wordt volledig opnieuw behandeld wanneer u niet akkoord gaat met oordeel De nieuwe rechter houdt geen rekening met de 1e uitspraak U kan eenmaal in beroep gaan, daarna kan u nog naar cassatie (procedurefouten) Beroep = schorsende manier = 1e uitspraak kan niet worden uitgevoerd zolang beroep loopt Uitspraak bij voorraad (vaak bij faillissementen) = ook al gaat u in beroep, de 1e uitspraak wordt uitgevoerd Beroepstermijn: 1 maand na betrekking van het vonnis
Recht en onderneming door Jolien De Leersnijder
2.3 Het verzet x
Vonnis bij verstek = geen aanwezige tegenpartij dus geen tegenargumenten Æ de tegenpartij kan als nog in beroep gaan = verzet aantekenen bij dezelfde rechter
2.4 Cassatie beroep x x x x
Brengt de zaak voor Hof van Cassatie (procedurefouten) Niet meer betreffende de feiten Schorst de uitvoering niet Als de zaak wordt gecasseerd, wordt een andere rechtbank/hof aangesteld van hetzelfde niveau maar op een ander rechtsgebied (de zaak wordt dan opnieuw behandeld)
3 Kort geding = wanneer de normale procedure veel te lang duurt, worden er dringende gepaste maatregelen genomen. Î U kunt de voorzitter meteen aanspreken maar u moet een grote hoogdringendheid kunnen aantonen + hij kan de grond van de zaak niet uitspreken Maatregelen: x x x x
Onderzoeksmaatregelen (vb. deskundige aanstellen) Bewarende maatregelen (vb. stopzetten van de werken) Dwangsom opleggen Bevel Î Voorlopig ! Î De eigenlijke betwisting moet nog ten gronde gevoerd worden, volgens de gewone procedure. Î Kort geding is enkel mogelijk wanneer verder uitstel ernstige en onherstelbare schade zou toebrengen en op vooraarde dat de beschikking later nog kan ongedaan gemaakt worden.
4 Arbitrage x x
De partijen opteren ervoor om het geschil niet voor de rechtbank te trekken maar met een bemiddelaar (= arbiter) te werken Als 1 partij niet akkoord gaan, kan deze niets verplichten want een uitspraak moet ‘uitvoerende macht’ krijgen van de rechtbank.
HS 4: bewijsrecht 1 De bewijslast Wie moet bewijs leveren? Vb. niet betalen van de huur Æ bewijs van overeenkomst Æ bewijs van niet betalen
18