arbeidsrelaties WERKNEMERS ZONDER PAPIEREN
Durft u vreemdgaan? Zou u een buitenlandse werknemer zonder officiële papieren in dienst willen nemen? Zo ja, wat kan u dan te wachten staan? Experts met terreinkennis brengen u een status questionis, Jean-Philippe Nedelec (ISS) levert commentaar. DAAN NELEN
M
et het Limosa-project – wat staat voor Landenoverschrijdend Informatiesysteem ten behoeve van Migratieonderzoek – wordt het mogelijk de economisch actieve buitenlanders in kaart brengen. De (aan)meldingsplicht voor de tewerkstelling van buitenlanders, die zowel voor gedetacheerde werknemers als voor zelfstandigen en stagiairs geldt, gaat in op 1 april 2007 en laat toe een centraal kadaster samen te stellen dat alle gegevens over arbeidsvergunningen en -kaarten, verblijfsvergunningen en buitenlandse detacheringsverklaringen bundelt. Zo kunnen inspectiediensten de realiteit echt toetsen aan de wettelijke verplichtingen. Bijkomend voordeel is dat Limosa het kluwen van maatregelen en wetgevende initiatieven kan ontwarren. Er komt namelijk ook een uniek loket, waar met één aangifte de volledige verwerking in alle instellingen wordt gewaarborgd. Van zodra Limosa operationeel is, kunnen de overgangsmaatregelen die zijn ingesteld om onze economie tegen de instroom van werknemers uit nieuwe EU-lidstaten te beschermen, worden stopgezet. We zijn dus op weg naar een vrij verkeer van arbeid, maar ondertussen blijft de problematiek van werknemers zonder papieren wel harde realiteit.
SITUATIESCHETS Het aantal legale noch het aantal illegale buitenlandse arbeiders is bekend, ook niet bij Sabine Craenen, coördinator van de Organisatie voor Clandestiene Arbeidsmigranten. Zij krijgt slechts met het topje van de ijsberg te maken. Het probleem speelt in bepaalde sectoren meer dan in andere. De bouw, de land- en tuinbouw, de schoonmaaksector en de horeca zijn het populairst en daar wordt dan ook veel gecontroleerd. Het gaat te ver te stellen
18 ARBEIDSRELATIES
BART ADRIAENS (CLAEYS & ENGELS)
“De strijd tegen illegale migratie is niet de kerntaak van de sociale inspectie, maar draagt wel bij tot de bestrijding van de illegale arbeid.”
© Hendrik De Schrijver
hr square nr 42 februari 2007
dat deze sectoren zonder de illegale arbeiders zouden stilvallen, maar het is goed mogelijk dat een aantal werven dan niet op tijd opgeleverd wordt of dat prijzen ineens de hoogte in schieten. Sabine Craenen: “Veel heeft te maken met de druk op de prijzen. De concurrentie is immens groot: alles moet sneller en goedkoper. Uiteindelijk is onder de loonsvoorwaarden duiken de enige manier om de kostprijs te drukken. Sectoren als de bouw en de horeca kunnen ook niet gedelokaliseerd worden en zijn daarom heel vatbaar voor illegale arbeid.” Volgens Ronny Matthysen, ACV-secretaris Bouw en Industrie Antwerpen, is er niets nieuws onder de zon: “In de regionale overeenkomst tussen vakbonden en werkgevers in de bouw van 1934 is een heel hoofdstuk gewijd aan de bescherming tegen buitenlandse arbeiders. Mobiliteit is een wezenlijk kenmerk van de bouw en de stap van mobiliteit naar migratie is klein.” Hij nuanceert ook: “De grootste groep illegale arbeiders zijn onze eigen leden, niet de illegalen. We moeten daarin eerlijk zijn. Elke dag een uurtje werken in het zwart, daarvan wordt de bouw groot. Bijna elke kleine aannemer heeft dat structureel ingebouwd. De problematiek van de buitenlandse werknemers staat hier niet los van, maar het fundamentele probleem is het zwartwerk en niet de arbeid door illegalen.” Ondanks het feit dat deze clandestiene arbeid slechts uiterst zelden legale arbeid vervangt (illegalen verrichten het werk dat anderen niet willen aanvaarden), gaat er wel een zeker gevaar van uit. Sabine Craenen: “In de bouw en schoonmaaksector vormen clandestiene bedrijfjes, of werkgevers die minder dan het minimumloon betalen, concurrentie voor wie de wet respecteert. Deze laatste ondernemingen zijn de dupe.” Ook de vakbonden waarschuwen voor de nefaste invloed op de loon- en arbeidsvoorwaarden. Volgens Ivan Grootaers, ABVV-secretaris van de Algemene Centrale Antwerpen (bouw, betonsector en steenbakkerijen) vormt vooral detacheringfraude een bedreiging. Onder de noemer van detachering (zie kader) worden soms illegale werknemers in het circuit gebracht. “Een studie van het Hoger Instituut voor de Arbeid (HIVA) toont de bedreiging voor de werknemers in de bouw, de fiscaliteit en de werkgevers (dalende winst door deloyale concurrentie) aan. De prijzen dalen constant. Werkgevers betalen bouwvakkers bijvoorbeeld een mobiliteitsvergoe-
ding voor hun verplaatsingen naar de werf, maar gedetacheerden wonen op of dichtbij de werf. Voor hen hoeft de werkgever dus geen mobiliteitskosten te betalen. Door de systemen van illegale arbeid in
immers helemaal niet rechteloos: volgens internationale verdragen en de Belgische wet moeten ze net zo goed een minimumloon, ontslagvergoeding, vakantiegeld en een vergoeding bij arbeidsongevallen krijgen. De weinige werknemers zonder papieren voor wie ook sociale bijdragen worden betaald, hebben bovendien recht op kinderbijslag, pensioen en een aansluiting bij het ziekenfonds. Commentarieert Craenen: “De Belgische wet biedt een zeer hoge bescherming voor wie niet legaal werkt, zowel voor zwartwerkers als werknemers zonder arbeidsvergunning of -kaart. Een groot aantal regels die werknemers beschermen, moet altijd gerespecteerd worden, ook al is het contract niet geldig.” OR.C.A. sprak, in samenwerking met ACV en ABVV, recent de illegale werknemers zelf aan door middel van een meertalige, uiterst eenvoudige rechtengids. Die is te vinden op www.orcasite.be.
“De op papier goede bescherming van de werknemers zonder papieren, blijft in de praktijk vaak dode letter.” de sectoren waar handenarbeid primeert, neemt de druk op Belgische laaggeschoolden enorm toe: zij worden uit het arbeidscircuit gestoten. Sociale projecten krijgen in de kleine bedrijfjes moeilijk nog personen geplaatst. Die werkgevers moeten op hun beurt werknemers afdanken, omdat ze met (illegale) onderaannemers werken.”
DE THEORIE Met de nieuwe EU-lidstaten zal op termijn vrij gewerkt worden, maar tot dan gelden bepaalde regels (zie kader ‘Wat mag, wat niet?’). Sabine Craenen vreest dat malafide praktijken blijven bestaan: “Het gevaar van de overgangsmaatregelen is dat er een grijze zone ontstaat, waarin allerlei nepstatuten worden uitgevonden. Het risico bestaat dat eens alles open is en iedereen legaal kan komen werken, die nepstatuten zo gevestigd zijn dat ze de arbeidsvoorwaarden onderuit halen. Zo kan in een sector waar eerder altijd werknemers aan de slag waren, zelfstandigenwerk tijdens de overgangsmaatregelen de regel worden en blijven bestaan omdat het goedkoper is.” Ivan Grootaers deelt dezelfde bezorgdheid. In sommige gevallen zijn echter zowel werknemer als werkgever te goeder trouw, maar bestaat er geen mogelijkheid om iemand legaal aan te werven. De inwonende huishoudhulp is hiervan een voorbeeld. Sabine Craenen: “Niemand van ons wil dat doen, maar veel buitenlandse vrouwen wel. Toch zijn hiervoor geen arbeidskaarten te verkrijgen. Het zou bovendien de controlemogelijkheden alleen maar vergroten.” Bart Adriaens, advocaat-vennoot bij Claeys & Engels, bevestigt: “Deze categorie had op de lijst met knelpuntberoepen moeten staan. Het is een lacune op een lijst die verder vrij exhaustief is.” De Organisatie voor Clandestiene Arbeidsmigranten (OR.C.A.) wil de legale mogelijkheden vergroten, maar vestigt ook de aandacht op de relatief sterke rechtspositie van illegalen. Illegale werknemers zijn
DE PRAKTIJK Maar deze theoretisch goede bescherming kan in de praktijk bijna niet afgedwongen worden, of wordt niet afgedwongen. Problematisch is de onwetendheid van de buitenlandse arbeiders, hun gebrekkige kennis van de taal en van het rechtssysteem, hun vrees om gerepatrieerd te worden, de gerechtskosten enzovoort. “Normaal kunnen werknemers zonder papieren bij de start van een verblijfsprocedure gemakkelijk een pro-deoadvocaat krijgen, maar toch ondervinden we veel moeilijkheden voor arbeidsgerelateerde zaken. Bovendien hebben we gespecialiseerde advocaten nodig, die via een pro-deoprocedure vaak niet te vinden zijn”, merkt Craenen op. De vakbonden vragen ambtshalve het recht om in naam van de werknemer zonder papieren naar de rechtbank te stappen, ook als die werknemer al gerepatrieerd is. Bart Adriaens erkent dat de illegale arbeider zijn weg niet vindt in het rechtssysteem, maar heeft er toch niet veel vertrouwen in dat de vraag van de vakbonden gehonoreerd zal worden. Wie klacht indient tegen zijn werkgever, moet in de huidige regeling zelf de tewerkstelling bewijzen. OR.C.A. ervaart dat dit zeer moeilijk is indien men niet over de traditionele documenten beschikt. De bewijslast omkeren, zodat bij voldoende sterke aanwijzingen de werkgever moet bewijzen dat de illegaal niet voor hem werkte, vindt Bart Adriaens onnodig. Hij is van mening dat dit probleem slechts opduikt bij zeer extreme situaties, zoals clandes-
hr square nr 42 februari 2007
ARBEIDSRELATIES 19
arbeidsrelaties AANDACHTSPUNTEN VOOR DE WERKGEVER Werken met onderaannemer: aanmeldingsplicht vanaf 1 april (Limosa). Nu: controleer op het bezit van een rechtsgeldige E101. Uit de prijs die een (onder)aannemer voorstelt, is meteen op te maken of hij volgens de Belgische loon- en arbeidsvoorwaarden werkt, wat verplicht is. Vrij verkeer van arbeid en detacheringen: niet van toepassing op uitzendarbeid. Laat u niet misleiden door Nederlandse uitzendkantoren die Polen aanbieden: zij hebben geen licentie. Detacheren kan slechts voor functies die autonoom door een ploeg worden uitgevoerd. Pas op met verboden terbeschikkingstelling en schijnzelfstandigen. Onthoud dat een verblijfsvergunning recht geeft op verblijf en niet op arbeid, en vice versa.
tiene ateliers: “Een arbeidscontract mag ook een mondelinge overeenkomst zijn, maar er zijn steeds bewijzen van te vinden, zoals prestaties, aanwezigheden, collega’s en schriftelijke documenten.” Ronny Matthysen ondervindt dat het moeilijk is bewijs te leveren: “De werkgever draagt de illegaal op te verklaren dat het pas zijn eerste dag is. ‘We zijn nog net niet officieel in orde, maar de arbeider werkt hier pas’, hoor ik vaak. De klacht wordt dan geseponeerd en er wordt een administratieve geldboete opgelegd. Zelfs al bedraagt die boete 10.000 euro, dan nog heeft de illegaal veel langer gewerkt en moet de werkgever slechts een deeltje van zijn winst afstaan. Er blijft nog genoeg over.” Sinds een wetswijziging van december 2006 kan de arbeidsauditeur – om een inbreuk te laten vaststellen – de werkgever rechtstreeks dagvaarden voor de arbeidsrechtbank. De gedupeerden kunnen zich dan bij deze vordering aansluiten. Het is afwachten om te zien hoe de auditoraten hiermee omgaan.
DE AANPAK De strijd tegen de illegale arbeid verloopt niet volgens het idee van OR.C.A. “De eigenlijke taak van de inspectiediensten is de rechten van werknemers en van de staat te beschermen en te waken over de eerlijke concurrentie op de arbeidsmarkt. Verblijfsvergunningen controleren hoort daar niet bij: dat is de taak van andere overheidsdiensten. Maar de strijd tegen illegale migratie is een absolute prioriteit en controleurs hebben de plicht illegalen te melden aan de dienst Vreemdelingenzaken. Het gevolg is dat die werknemers vaak de volgende dag op een vliegtuig richting moederland zitten, dat ze hun rechten niet meer kunnen afdwingen, geen extra informatie kunnen verschaffen aan de inspectie en dat ze hun collega’s niet willen verraden. Zelfs indien wij hen overtuigen anoniem klacht in te dienen, zijn ze nog terughoudend uit vrees voor repatriëring. Zo ontsnapt een aantal werkgevers aan
IVAN GROOTAERS (ALGEMENE CENTRALE ABVV ANTWERPEN) “Het HRM in de bouw is dramatisch.” GF
20 ARBEIDSRELATIES
hr square nr 42 februari 2007
vervolging. De strijd tegen illegale migratie loopt wel degelijk de strijd tegen de illegale arbeid voor de voeten”, aldus Craenen. Jurist Bart Adriaens erkent dat de kerntaak van de sociale inspectie de strijd tegen de illegale arbeid en niet die tegen migratie is: inspectiediensten kunnen enkel optreden tegen personen die illegaal aan het werk zijn, niet tegen wie illegaal in het land verblijft. Ronny Matthysen wijst op de inconsistentie tussen de legale arbeid en het legale verblijf: “Sinds de wetswijziging van vorig jaar is het gemakkelijker een arbeidskaart B te krijgen: binnen de vijf dagen levert de Vlaamse administratie die af. Maar verblijfsmaterie is een federale verantwoordelijkheid en bij de dienst Vreemdelingenzaken duurt het een pak langer om het verblijf te regelen. Die werknemers gaan ondertussen wel legaal aan het werk, terwijl ze hier eigenlijk illegaal verblijven.”
DE CONTROLE Over een ding zijn alle gesprekspartners het eens: de controles moeten in de eerste plaats gericht zijn op de malafide werkgevers en niet op de werknemers. Gerichte controles vereisen echter investeringen in goed werkende inspectiediensten. Algemeen wordt gezegd dat de controlediensten zwaar onderbemand zijn en niet voldoende middelen hebben. Maar dit moet sterk genuanceerd worden. Zegt Ivan Grootaers: “De regering legt het accent van de inspectie op fraudebestrijding en zwartwerk. Daarvoor worden veel mensen en middelen ingezet. Men is bereid te investeren wanneer men direct geld voor de staat recupereert. Op zich is dit geen slecht uitgangspunt, maar het betekent dat men alleen op korte termijn denkt en doet waar direct cash geld mee te halen is: een Belgische werkgever ter verantwoording roepen. Een internationaal netwerk platleggen of bij detacheringfraude het geld in Polen of Nederland ophalen, is veel complexer. Bovendien hebben we daar vaak geen
WAT MAG, WAT NIET? Wie een beroep wil doen op de arbeidskrachten uit een land buiten de EU of een nieuwe EU-lidstaat, kan op dit moment kiezen tussen drie constructies. Arbeidskaart Met de nieuwe EU-lidstaten (Tsjechië, Slowakije, Letland, Slovenië, Polen, Hongarije, Litouwen, Estland en recent ook Roemenië en Bulgarije) geldt vrij verkeer van diensten, maar (nog) niet van arbeid. Werknemers uit deze landen die in België aan de slag willen, hebben een arbeidskaart nodig. Die is gemakkelijk en snel te verkrijgen, zeker voor knelpuntenberoepen. De Belgische loon- en arbeidsvoorwaarden moeten wel gerespecteerd worden. Detachering In het kader van het vrij verkeer van diensten kan iemand die in het buitenland werkt tijdelijk (maximaal 12 maanden, tot vijf keer verlengbaar) gedetacheerd worden naar België. Belgische opdrachtgevers moeten op drie zaken letten: arbeidscontract, document E101 en verblijfsvergunning. Het document E101 wordt uitgereikt door de buitenlandse overheid. Op basis hiervan kan een verblijfsdocument aangevraagd worden, een model B of een bijlage 22 (korter of langer dan drie maanden). Problemen: de vele vervalste E101’s en de zeer moeizame betwisting van de rechtsgeldigheid. De buitenlandse aannemer heeft ook verplichtingen: gedetacheerden moeten werken tegen Belgische loon- en arbeidsvoorwaarden. Problemen: niet-naleving, naleving op papier (veel meer dan 38 uur presteren, kosten voor verblijf innen en zo onder het minimumloon gaan), buitenlandse loonfiches (loon wordt cash betaald). Gedetacheerden blijven wel RSZ-bijdragen betalen aan het land van herkomst. Extra aandachtspunt: verboden terbeschikkingstelling. Een gedetacheerde moet in principe autonoom werken. Van zodra de opdrachtgever instructies geeft en materiaal levert, is er sprake van onderaanneming, wordt hij als werkgever beschouwd en moet hij opdraaien voor de sociale zekerheidsbijdrage. Zelfstandige Door het vrije dienstenverkeer mag een buitenlandse zelfstandige zijn diensten aanbieden. Probleem: schijnzelfstandigen die feitelijk als werknemer werken voor een Belgische opdrachtgever (levert bijvoorbeeld materiaal). Zij moeten dus eigenlijk sociale zekerheidsbijdragen betalen en hebben eventueel een verblijfsvergunning nodig.
rechtsbevoegdheid. Maar dat betekent niet dat er minder aandacht moet aan besteed worden.” Bart Adriaens reageert: “Ik ga niet akkoord. Er zijn succesvolle diensten die veel controles uitvoeren. Natuurlijk kan men slechts controleren volgens het aantal beschikbare controleurs. Het Federaal coördinatiecomité voor de strijd tegen de illegale arbeid en sociale fraude liet de vier belangrijkste inspectiediensten al samenwerken, maar wordt nu vervangen door de nieuwe Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD). Dit zal voor nog meer coördinatie en
samenwerking zorgen en datamatching vergemakkelijken.” (Zie ook HR Square nr. 38 september 2006). Deze vier belangrijkste inspectiediensten zijn de Inspectie Sociale Wetten (toezicht op loon- en arbeidsvoorwaarden, illegale buitenlandse werknemers en dergelijke), de RVA-inspectie, de RSZ-inspectie (ook schijnzelfstandigen) en de Sociale Inspectie (FOD Sociale Zekerheid). Grootaers gelooft dat Limosa positief is voor de toekomst: “De databases kunnen, indien men ze intensief analyseert, waardevolle informatie verschaffen om later gerichter te controleren. Ze kunnen de rol van knipperlicht vervullen. Maar dan moeten er genoeg medewerkers zijn die zoeken en inspecteren, anders hebben databanken geen zin. Een ketting is zo zwak als de zwakste schakel.” OR.C.A. en ACV volgen dezelfde redenering.
DE STRAFMAAT Sabine Craenen: “De boetes zijn nu al vrij hoog, maar de hoogste boetes worden niet opgelegd, omdat die voor een klein bedrijf vaak het faillissement zouden betekenen. Het zou gemakkelijker moeten zijn om lonen te innen, dat is voor werkgevers een grotere straf dan de boetes die ze nu krijgen. Dat geldt zeker voor de meest malafide werkgevers, die eigenlijk vooral winst maken door hun werknemers niet uit te betalen.” Boetes zijn echter niet de enige straf. Bart Adriaens licht toe: “Er worden veel processen-verbaal opgesteld voor illegale tewerkstelling, maar tezelfdertijd ook voor het misbruik van mensen in een economisch zwakke positie, voor mensenhandel en voor huisjesmelkerij. Inspecteurs die na een inval een pro justitia opstellen, sturen deze door naar de auditeur. Indien die seponeert, volgt een administratieve geldboete. Voor illegale arbeid en verblijf loopt die al snel op tot 6000 euro en meer. Indien er sprake is van meer dan drie illegalen, dan worden de werkgever, de gedelegeerd bestuurder of zaakvoerder, ook correctioneel vervolgd. Dit heeft in de bouw bijvoorbeeld zeer zware gevolgen. Door deze inbreuk op de sociale wetgeving verliest een werkgever zijn registratie, wat betekent dat niemand nog met hem wil werken en dat 50% van de uitstaande facturen wordt ingehouden (35% sociale zekerheid en 15% btw). Zulke indirecte gevolgen richten al een gigantische schade aan en worden dan nog eens gevolgd door een uitspraak van de rechtbank.” De vakbonden willen ook de uitbreiding tot hoofdelijke aansprakelijkheid, om zo een keten van verantwoordelijken te kunnen dagvaarden, maar daar is de Confederatie Bouw dan weer niet over te spreken.
DE ROL VAN DE VAKBOND De vakbonden verklaren zich solidair met de illegale werknemers, maar worden geconfronteerd met een andere realiteit dan gewoonlijk. Illegale werknemers zijn zelden lid van de vakbond, wat problemen schept als men hen juridisch wil vertegenwoordigen. De meest schrijnende situaties zetten wel aan tot snelle oplossingen. Ivan Grootaers: “We moeten elk dossier gelijk behandelen en onze juridische dienst inschakelen. Iedereen moet lidgeld betalen afhankelijk van zijn situatie. Als men een inkomen heeft, waarom zou men dan geen lidgeld betalen? We bekijken geval per geval en ordenen ze in bestaande categorieën die rekening houden met het inkomen en de situatie van de werknemer.” Dit is ook bij het ACV zo. Ronny Matthysen: “Directe steun verlenen we onmiddellijk, maar voor juridische bijstand moet men eigenlijk zes maanden lid zijn op het moment dat de feiten zich voordoen. Maar ook wij zijn hier soepel in en vragen
hr square nr 42 februari 2007
ARBEIDSRELATIES 21
arbeidsrelaties afwijkingen op de procedure. Door pragmatisch te werken, vinden we antwoorden.” De vakbond probeert verder zo veel mogelijk kennis te delen met OR.C.A. en verschaft de buitenlandse werknemers en gedelegeerden zo veel mogelijk informatie. Zo werkt Ivan Grootaers aan een checklist om detacheringfraude na te gaan. Maar van de regularisatie van illegale werknemers houdt men de handen af. De vakbond staat werknemers met raad en daad bij, maar ‘beperkt’ zich tot het arbeidsmarktgebeuren (men geeft wel advies). Toch is de vakbond in de ogen van de illegale werknemers een officiële instelling, die ze moeilijk vertrouwen. Matthysen: “Illegalen hebben een logische en natuurlijke drempelvrees. Ze denken niet dat wij hen kunnen verdedigen. Bovendien wordt de drempelvrees pas overwonnen in acute nood. Wij kennen veel tevreden illegale werknemers. Ik weet dat we hiermee genuanceerd moeten omgaan, maar ik weiger als vakbondvertegenwoordiger te stellen dat illegale werknemers allemaal slachtoffers zijn. Doordat ze een pak meer verdienen dan thuis, hebben ze vaak niet door dat ze uitgebuit worden. Vroeg of laat beseffen ze dit wel en onze ledenwinst wordt dan ook gevormd door degenen die van de illegaliteit naar een legaal statuut overstappen.” Ook Ivan Grootaers spreekt van een immense paradox: “We moeten hen helpen hun rechten op te eisen, maar een illegaal kan moeilijk naar buiten treden, zeker niet naar de inspectie en de rechtbank. Wij willen hen wel helpen, maar zolang alles goed gaat en de overeenkomst geëerbiedigd wordt, hebben ze ons niet nodig. Pas als het fout loopt, komen ze naar buiten.” Desondanks durven sommige illegalen wel binnen te wandelen bij Grootaers en Matthysen. Er zijn vele voorbeelden waarbij de tussenkomst van de vakbond een cruciale rol speelde bij het afdwingen van de rechten van een werknemer zonder papieren. Maar het realisme primeert. Matthysen: “We mogen onze eigen rol niet overdrijven. We vinden immers vaak geen tegenstander om ons tegen te keren. De malafide patroon verdwijnt gewoon en dan kunnen wij ook niet veel meer doen dan voor directe opvang zorgen. Bij georganiseerde misdaad staan we zeer zwak.”
Craenen zich af of dit realistisch is in een geglobaliseerde wereld waar letterlijk alles rondreist. “Het argument dat we meer aan ontwikkelingssamenwerking moeten doen, houdt steek, maar wie heeft het recept om volgend jaar in al die landen de situatie te verbeteren? Bovendien leidt een verbeterde levenssituatie in een eerste fase tot een grotere migratie, omdat meer mensen dan in staat zijn te migreren. De daling van het aantal migranten volgt pas later. Maar ook als men een beperkt aantal migranten toelaat, lost dat de illegaliteit niet op. Men kan clandestiene arbeid niet uitschakelen: het blijft goedkoper en sommige werkgevers kiezen voor snel profijt. Voor integere werkgevers die hun toevlucht nemen tot dat soort zaken omdat ze geen andere uitweg zien, zouden meer legale mogelijkheden een grote hulp zijn.” Ivan Grootaers: “We moeten de netwerken platleggen, maar de oorzaak kunnen we niet wegnemen. De armoede en werkloosheid in andere landen maken deel uit van een globale politieke discussie. Het verhaal dat men niet illegaal werkt als men legaal naar hier kan komen, klopt niet. De fraude wordt al door de opdrachtgever georganiseerd: hij laat aannemers offertes maken waarvan hij weet dat het onmogelijk is voor zo’n prijs volgens de wettelijke voorwaarden te werken. De circuits bestaan en het zal heel moeilijk worden ze op te rollen, want er zijn pakken geld mee gemoeid. Een detacheringbureau verdient per jaar met één illegale werknemer minimaal 25.000 euro, zonder die dan nog vaak te werk te stellen.”
Vaak wordt de volgende redenering gevolgd: indien wij allemaal iets flexibeler worden, vooral in de sectoren met veel werknemers zonder papieren, dan hebben de werkgevers geen hardwerkende, veel uren kloppende Polen meer nodig. OR.C.A. en de vakbonden verwijzen deze denkpiste echter naar het rijk der fabelen. Zegt Craenen: “Flexibiliteit is een spiraal die maar blijft draaien. Niets is zo flexibel als een werknemer zonder papieren. Maar daarom is het nog geen goede zaak. Zij zijn immers de onderkant van de arbeidsmarkt, het referentiepunt dat de rest naar beneden trekt.” Grootaers: “De volgende onderhandelingsronde over de nieuwe cao Bouw start in maart. Het is niet toevallig Unizo, de organisatie van de kleine bedrijven, die vraagt veel flexibeler te werken om zo de Polen bij te benen. Maar dat zal niet helpen: flexibiliteit eindigt pas als men er letterlijk bij neervalt. Bouwvakkers zijn nu al vaak 12 tot 13 uur onderweg, de overuren niet meegeteld. De filosofie van sommige bazen is: ‘Als mensen geld willen verdienen, laat ze dan geld verdienen.’ Sommige werknemers willen dat inderdaad, om vaker op reis te gaan of het huis af te betalen, maar zij zijn na tien jaar kapot gewerkt en moeten of willen het dan rustiger aandoen. Is dat duurzame tewerkstelling? Als we het niet regelen, dan werkt men in het zwart, dat is waar. Maar we lossen het probleem niet op door te deregulariseren, op zaterdag te werken en de kost van overuren te verminderen.” Ronny Matthysen vat samen: “De discussie over flexibiliteit is echt kafkaiaans.”
SOEPELHEID Alle gesprekspartners dringen aan op een inkorting van de duur van de asielprocedure. Deze zou kort maar rechtvaardig moeten zijn: geen snelrecht, maar de werknemer ook niet onnodig lang hoge verwachtingen laten koesteren. Ook de huidige migratiebeperking is verdedigbaar, al vraagt Sabine
22 ARBEIDSRELATIES
RONNY MATTHYSEN (ACV BOUW EN INDUSTRIE ANTWERPEN) De grootste groep illegale arbeiders zijn onze eigen leden, niet de illegalen.” GF
hr square nr 42 februari 2007
arbeidsrelaties JEAN-PHILIPPE NEDELEC (ISS)
“Regels zijn regels” “Het is een schande dat sommige werkgevers problemen hebben om de regels te volgen en de ellende van buitenlanders misbruiken om meer winst te maken”, zegt Jean-Philippe Nedelec, HR Director en General Manager Catering van ISS. Hij vraagt meer controles op en harde boetes voor malafide werkgevers. De Deense multinational ISS is marktleider in facility services, ondersteunende diensten van catering, schoonmaak en office support tot het onderhoud van gebouwen en productielijnen. Het bedrijf telt in België meer dan 12.000 medewerkers en is een van de grootste werkgevers van ons land. Jean Philippe Nedelec: “We kunnen het ons niet veroorloven te werken zonder arbeidscontract. We zijn actief in verschillende sectoren en stellen veel mensen te werk. Het is dus normaal dat we zeer regelmatig controle krijgen van de sociale inspectie. Dat gebeurt om de twee weken en soms nog vaker. We hebben nog nooit problemen gehad, omdat HR alle aanwervingen binnen het bedrijf controleert. In onze vijf jobcentra in België komen kandidaten solliciteren en wordt gecontroleerd of ze een arbeidsvergunning hebben of nodig hebben. Iedereen wordt gescreend. We investeren ook veel in rekrutering en selectie: tien HR-medewerkers zijn daar fulltime mee bezig. Niet iedereen kan zomaar voor ons werken, maar iedereen moet wel gelijke kansen krijgen. Vriendjespolitiek kan niet. We stellen veel allochtonen te werk, maar ofwel verblijven zij legaal in het land, ofwel vragen wij een arbeidsvergunning aan. Dat is steeds minder vaak nodig, omdat meer en meer werknemers zonder arbeidsvergunning kunnen werken. Grote bedrijven kunnen het zich niet permitteren om met illegalen te werken, maar ook vele kleine bedrijven houden zich aan de wet. Naast het aspect controle speelt namelijk de ethiek mee. Een bedrijf dat werknemers zonder papieren inzet, geeft blijk van een gebrek aan ethiek.”
Vraag en aanbod Omdat bepaalde functies niet ingevuld geraken, is ISS wel degelijk aangewezen op buitenlandse krachten. Nedelec: “Rond Antwerpen hebben we het moeilijk om medewerkers te vinden voor onze property services. Daarom werken we met gedetacheerde buitenlanders, louter omdat we hier niemand vinden. Een HR-manager onderzoekt deze piste voortdurend. We hebben het geluk in 45 verschillende landen actief te zijn en konden ons netwerk van collega’s in landen als Polen en Kroatië contacteren. Maar de wetgeving is zo uitgebreid en complex, dat we zowel onze eigen juridische afdeling als een externe juridische dienst ingeschakeld hebben. Blijkt dat we die werknemers op dezelfde manier moeten betalen, tegen hetzelfde uurloon, volgens hetzelfde paritair comité. Doen we dit niet, dan zijn de gevolgen voor ons. De wet is de wet.” Nedelec vindt dat een deel van de oplossing bij een zelfvoorzienende arbeidsmarkt ligt: “We moeten jongeren in een richting stuwen waar ze zeker zijn een job te vinden, waar echt nood is aan nieuw bloed. Ik praat nu een beetje zoals de vakbonden, maar op dit punt hebben zij zeker gelijk. Het is misschien ‘interessanter’ te studeren voor kinesist, maar België telt veel te
JEAN-PHILIPPE NEDELEC (ISS)
“Een bedrijf dat werknemers zonder papieren tewerkstelt, toont een gebrek aan ethiek.”
© Hendrik De Schrijver
veel kinesisten en mist goede lassers. We moeten niet vragen aan medewerkers om flexibeler te zijn en meer overuren te presteren. We moeten ervoor zorgen dat niet iedereen voor dezelfde beroepen kiest. Degene die al economisch actief zijn nog meer laten werken, heeft geen zin. Dat valt veel te zwaar.” Bovendien worden asielaanvragers veel te lang ‘tijdelijk geparkeerd’, waardoor ze in illegale circuits terechtkomen. Jean-Philippe Nedelec: “We moeten hen beter en op een kortere termijn begeleiden, met duidelijke en beperkte criteria die ervoor zorgen dat we snel ‘ja’ of ‘neen’ kunnen zeggen. Is het ‘ja’, dan moeten ze een begeleiding krijgen die hen rechtmatig in de arbeidsmarkt laat stappen. Is het ‘neen’, dan moeten we hen repatriëren. Dat is heel erg, maar de aantallen vragen daarom. En dit aantal kan en mag niet afhankelijk zijn van de situatie op de arbeidsmarkt: we mogen niet x aantal migranten aanvaarden omdat we toevallig evenveel arbeidskrachten tekortkomen.”
Gericht controleren Nedelec: “De regels zijn de regels: zij maken dat de situatie leefbaar blijft. Iedereen is welkom in België, maar we moeten de instroom kunnen controleren. De illegalen bevinden zich in een zeer moeilijke situatie en stappen in de zwarte markt omdat ze geen andere keuze hebben. Ze zijn hier wel illegaal, maar men kan het hen niet kwalijk nemen dat ze willen werken. We moeten hen dan ook niet bestraffen. Bedrijven die deze werknemers zonder scrupules gebruiken en tevreden zijn met hun illegale status, omdat ze hen dan maar een derde van het wettelijke loon of minder hoeven te betalen, moeten aangepakt worden. Ik vraag meer gerichte controles en hogere boetes, zodat het bij één overtreding blijft. Indien de controlediensten meer mensen en middelen nodig hebben, moet de regering daarin investeren. Als wij bedienden nodig hebben, moeten wij ook aanwerven en het budget herbekijken. Men moet niet klagen en praten, maar zelf iets doen.” DN
hr square nr 42 februari 2007
ARBEIDSRELATIES 23
arbeidsrelaties ZELFVOORZIENING Wat kunnen we dan wel doen? Meer inspanningen leveren om vraag en aanbod op de nationale arbeidsmarkt op elkaar af te stemmen en zelfvoorzienend te worden, antwoorden de gesprekspartners in koor. Sabine Craenen: “We moeten maatregelen treffen om onze arbeidsmarkt vlot te laten functioneren en streven naar een situatie waarbij buitenlandse werknemers geen bedreiging hoeven te vormen voor de werkenden en werklozen hier. Als iedereen tegen gelijke voorwaarden werkt en voldoende kansen krijgt, dan hoeft men niet bang te zijn wanneer de arbeidsmarkt open wordt gegooid.” Ronny Matthysen: “De uitstroom die de landbouw sinds de jaren ‘60 en ‘70 kent, omdat steeds minder werknemers ‘vuile handenarbeid’ wilden verrichten, kennen we nu in de bouw ook. We kampen met een negatief imago. De grote bouwondernemingen hebben al lang problemen om werknemers te werven en
organiseren migratie. Op dit moment vinden ook de kleine ondernemingen, de kmo’s onder de kerktoren, geen werknemers. We hebben fiere vaklui nodig, maar we moeten opboksen tegen de afkeer van vuile handen. In die zin vraagt de arbeidsmarkt buitenlandse werknemers.” Ivan Grootaers: “Plots roepen de werkgevers dat ze geen arbeidskrachten vinden, maar dit is het kritieke punt in een lange evolutie. Men kent het personeelsverloop, men weet wie elk jaar met pensioen gaat… en toch zag men dit niet aankomen. Het HRM in de bouw is dramatisch. Bovendien is deze sector niet aantrekkelijk: alle afgestudeerden willen achter een computer zitten. De grootste instroom van werknemers voor de bouw komt van de VDAB en niet via de scholen. De helft van de kandidaten in het bouwonderwijs stroomt niet door naar de sector. In sommige wijken in Antwerpen is de werkloosheidsgraad beduidend hoger dan in andere: die spanning kan niet blijven duren. Ik heb begrip voor de oorzaken, maar men kan niet blijven begrijpen. Men moet iets doen.”
BEZOEK WWW.HRSQUARE.BE VOOR NIEUWS, JOBS EN ACTIES
24 ARBEIDSRELATIES
hr square nr 42 februari 2007