Arbeidsomstandigheden in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen Nulmeting arboplusconvenant Eindrapport
Een onderzoek in opdracht van het Sociaal Fonds Verblijfsrecreatie
Lilian van der Linden Mirjam Engelen B2888 Leiden, 5 oktober 2004
2
Voorwoord Op 20 oktober 2003 hebben de sociale partners en de overheid een intentieverklaring ondertekend om te komen tot een arboplusconvenant in de sectoren verblijfsrecreatie en zweminrichtingen. De sociale partners hebben hierin aangegeven dat zij afspraken wensen te maken op het gebied van fysieke belasting, agressie en geweld en fysische werkomstandigheden. In de intentieverklaring is tevens voorzien in een nulmeting van de arbeidsomstandigheden in beide sectoren. Dit onderzoek is nodig om kwantitatieve afspraken te kunnen maken over het terugdringen van de arbeidsrisico’s en om de voortgang van het arboplusconvenant te bewaken. Onderhavig rapport geeft de resultaten weer van deze nulmeting en daarmee een beschrijving van de uitgangspositie in de sectoren verblijfsrecreatie en zweminrichtingen. Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van de Monitor Arboconvenanten. Een vragenlijst is verstuurd aan 3.400 werknemers in de sectoren verblijfsrecreatie en zweminrichtingen. Voor de selectie van de werknemers en de verzending van de vragenlijsten is zorggedragen door het UWV. De nulmeting vond plaats in de periode mei tot en met juli 2004 en is begeleid door de Branche Begeleidings Commissie (BBC) Arboplusconvenant voor de Verblijfsrecreatie en Zweminrichtingen. De BBC is samengesteld uit vertegenwoordigers van de werkgeversorganisatie (RECRON), de werknemersorganisaties (FNV Horecabond en CNV Bedrijvenbond) en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het Centrum voor Paritaire Dienstverlening (CPD) was als procesondersteuner bij het gehele onderzoekstraject betrokken. Het onderzoeksteam bedankt de leden van BBC en het CPD voor de prettige manier waarop is samengewerkt.
Mirjam Engelen Projectleider
3
4
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusies
7
1
Achtergrond en opzet onderzoek 1.1 Aanleiding onderzoek 1.2 Doelstelling en onderzoeksvragen 1.3 Opzet onderzoek 1.3.1 Monitor arboconvenanten 1.3.2 Steekproef werknemers 1.3.3 Uitvoering schriftelijke enquête 1.4 Respons 1.5 Leeswijzer
11 11 12 12 12 13 14 14 15
2
Ziekteverzuimgegevens 2.1 Inleiding 2.2 Verzuimgegevens 2.3 Klachten en oorzaken ziekteverzuim 2.4 Conclusies
17 17 17 19 22
3
Fysieke belasting 3.1 Tillen 3.2 Houding en beweging 3.3 Klachten bewegingsapparaat 3.4 Conclusies
25 25 26 28 28
4
Agressie en geweld 4.1 Lichamelijke agressie 4.2 Serieuze bedreiging 4.3 Lastig gedrag 4.4 Gevolgen agressie en geweld 4.5 Maatregelen 4.6 Conclusies
31 31 31 33 33 35 36
5
Fysische werkomstandigheden zweminrichtingen 5.1 Temperatuur 5.2 Overlast geluid en chloor 5.3 Maatregelen werkgever 5.4 Conclusies
39 39 40 41 42
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6
Achtergrondkenmerken respondenten Verzuimgegevens Fysieke belasting Agressie en geweld Fysische werkomstandigheden Vragenlijst
45 49 61 81 89 103
5
6
Samenvatting en conclusies Aanleiding en doelstelling onderzoek Op 20 oktober 2003 is een intentieverklaring ondertekend in de branche verblijfsrecreatie en zweminrichtingen om te komen tot een zogenaamd arboplusconvenant1. In deze intentieverklaring hebben sociale partners en de overheid aangegeven dat zij afspraken wensen te maken over het ziekteverzuim en de arbeidsomstandigheden in de branche, zoals de fysieke belasting, agressie en geweld en mogelijk belastende fysische werkomstandigheden. Ter voorbereiding op het arboplusconvenant voorziet de intentieverklaring in een nulmeting. De nulmeting biedt inzicht in de huidige stand van zaken omtrent de arbeidsomstandigheden en het ziekteverzuim. De doelstelling van het onderzoek bestaat uit drie verschillende elementen: · Inzicht geven in de huidige arbeidsomstandigheden in beide sectoren - met betrekking tot fysieke belasting, agressie en geweld en fysische werkomstandigheden - en het ziekteverzuim op dit moment; · Inzicht bieden in de oorzaken van ziekteverzuim en fysieke belasting; · Inzicht geven in de relatie tussen het ziekteverzuim en de arbeidsrisico’s fysieke belasting, agressie en geweld en fysische werkomstandigheden. Opzet onderzoek nulmeting In deze nulmeting van de arbeidsomstandigheden in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen is (grotendeels) gebruik gemaakt van de standaardmodules van de Monitor Arboconvenanten. Voor de nulmeting in de sectoren verblijfsrecreatie en zweminrichtingen is gebruik gemaakt van de modules bewegingsapparaat, fysieke belasting, verzuimgegevens en agressie en geweld. Hieraan is nog een module over fysische werkomstandigheden toegevoegd. In overleg met de BBC is gekozen voor de adressen van de werknemers en het verzenden van de vragenlijsten gebruik te maken van het UWV (uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen). Het UWV bezit namelijk de adresgegevens van alle werknemers in Nederland. Op basis van het bestand met aansluitnummers van de werkgevers heeft het UWV een steekproef getrokken uit het bestand met alle werknemers van die bedrijven in de sectoren verblijfsrecreatie en zweminrichtingen. Begin juni 2004 is een schriftelijke vragenlijst gestuurd naar 1.350 medewerkers in zweminrichtingen en 2.050 werknemers in de verblijfsrecreatie. Daarvan zijn uiteindelijk in totaal 1.079 exemplaren geretourneerd. De ingevulde vragenlijsten zijn door Research voor Beleid gescand en vervolgens geanalyseerd. Om na te gaan of de respons representatief is voor de gehele sector zijn de populatiegegevens opgevraagd bij het UWV. De verdeling van de respondenten naar leeftijd en geslacht zijn vergeleken met de verdeling onder alle werknemers in beide sectoren. Geconcludeerd kan worden dat de verdeling naar geslacht is de steekproef vrijwel overeenkomt met de verdeling in de populatie. De verdeling naar leeftijd in de steekproef wijkt in lichte mate af van die in het totale werknemersbestand: in vergelijking hebben iets meer oudere werknemers gereageerd. De respons wordt desalniettemin voldoende representatief geacht voor de totale branche.
______________ 1
In een zogenaamd arboplusconvenant worden afspraken gemaakt over het verzuim- en reïntegratiebeleid, naast algemene maatregelen om de arbeidsomstandigheden te verbeteren en het ziekteverzuim te verminderen.
7
Omvang, frequentie en duur ziekteverzuim Wanneer wordt gekeken naar het ziekteverzuim blijkt dat 48% van alle ondervraagde werknemers in de sectoren verblijfsrecreatie en zweminrichtingen de afgelopen 12 maanden het werk heeft verzuimd vanwege ziekte, ongeval of andere gezondheidsklachten. De omvang van het verzuim is in de zweminrichtingen iets hoger dan in de verblijfsrecreatie. Medewerkers van grotere organisaties (10 of meer werknemers) hebben het afgelopen jaar vaker verzuimd dan werknemers van kleinere organisaties. Het ziekteverzuim in de sectoren verblijfsrecreatie en zweminrichtingen is vooral kortdurend. Van de werknemers die verzuimd hebben, duurde het verzuim in 55% van de gevallen minder dan 1 week. Ook de meldingsfrequentie ligt niet erg hoog: gemiddeld 0,9 keer. Op basis van de antwoorden van werknemers over de afgelopen 12 maanden blijkt een gemiddeld ziekteverzuimpercentage (exclusief zwangerschapsverlof) in de totale branche van 3,9%. Per sector ligt het ziekteverzuimpercentage op 4,0% in de verblijfsrecreatie en 3,8% in de zweminrichtingen. Volgens het CBS lag het landelijk gemiddelde ziekteverzuimpercentage in 2003 op 4,7% (eveneens exclusief zwangerschapsverlof). Oorzaken en achtergronden van het ziekteverzuim Griep en verkoudheid zijn de belangrijkste oorzaken voor het ziekteverzuim. Op de tweede plaats zijn het de rugklachten en klachten aan de nek en schouders die het verzuim veroorzaken. Volgens ongeveer 60% van de werknemers die de afgelopen 12 maanden hun werk hebben verzuimd, is hun gezondheidsklacht niet veroorzaakt door het werk. Van de werknemers in de verblijfsrecreatie is 26% van mening dat de klachten die het ziekteverzuim hebben veroorzaakt (deels of volledig) werk gerelateerd zijn. In de zweminrichtingen is dat percentage 38%. Drie groepen werknemers schrijven hun klachten relatief vaak toe aan het werk, namelijk: techniek en groen, schoonmaak en logistiek en zwembadpersoneel. De meest genoemde oorzaken van de werk gerelateerde klachten in de verblijfsrecreatie zijn werkdruk/werkstress en de lichamelijke belasting. In zweminrichtingen gaat het vooral om de fysische werkomstandigheden, zoals problemen met het klimaat en geluid. Werknemers in de verblijfsrecreatie - die hun gezondheidsklachten aan het werk toeschrijven - geven vaker aan last te hebben gehad van de rug, schouders of nek dan medewerkers in zweminrichtingen. Ook psychische klachten (overspannen, burn-out) worden vaker ervaren door werknemers in de verblijfsrecreatie. De gezondheidsklachten van werknemers in zweminrichtingen betreffen relatief vaak klachten aan de luchtwegen of huid- en/of allergie. Blootstelling aan fysieke belasting De meerderheid van de werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen is in hun werk lichamelijk in beweging en moet vaak langdurig staan en lopen. Dit geldt in het bijzonder voor de functiegroepen horecamedewerkers en zwembadpersoneel. In het onderzoek is ingegaan op het tillen van (zeer) zware lasten. Gebleken is dat 45% van de werknemers in de verblijfsrecreatie tegenover 33% van de medewerkers in zweminrichtingen - regelmatig lasten van meer dan 5 kilo moet tillen dragen, duwen of trekken. Vooral mannelijke medewerkers in de techniek en groen moeten in hun werk regelmatig (zeer) zware lasten tillen. Het percentage werknemers dat een verhoogd risico loopt op uitval door het tillen, dragen, duwen of trekken van zeer zware lasten (van 25 kilo of meer) ligt in de verblijfsrecreatie en zweminrich-
8
tingen op 9%. Het landelijk gemiddelde uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden ligt op 11,7%1. Als de werknemers werken met een last van meer dan 5 kilo, dan moeten ze deze last vooral tillen. Bij lasten van meer dan 25 kilo wordt vaker geduwd of getrokken. Een op de vijf medewerkers blijkt regelmatig te moeten tillen onder verzwarende omstandigheden, zoals tillen in een ongemakkelijke houding, met één hand, in een gedraaide houding of met een last ver van het lichaam. Indien wordt gekeken naar de werkhouding van de werknemers dan blijkt dat ongeveer een kwart van de werknemers regelmatig lang achtereen in een gebogen of gedraaide houding met het bovenlichaam moet werken. Vooral vrouwelijke werknemers in de schoonmaak en zwembaden zeggen regelmatig lang achtereen te moeten werken in een gebogen of gedraaide houding met hun bovenlichaam. Blootstelling aan agressie en geweld Tabel A geeft een overzicht van het percentage werknemers dat heeft aangegeven het afgelopen jaar te zijn blootgesteld aan de drie onderscheiden soorten agressie en geweld. Tabel A
Blootstelling aan agressie en geweld
lichamelijke agressie serieuze bedreiging lastig gedrag
verblijfsrecreatie 7% 10% 42%
zweminrichtingen 11% 17% 53%
totaal 9% 13% 47%
Iets minder dan de helft van de werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen zegt het afgelopen jaar een of meerdere keren te maken te hebben gehad van lastig gedrag. Het deel van de werknemers dat tot de risicogroep behoort (dat wil zeggen één of meerdere keren een incident met lichamelijke agressie en/of serieuze bedreiging heeft meegemaakt) is 16%. Werknemers in zweminrichtingen zijn vaker blootgesteld aan alle drie soorten incidenten met agressie en geweld dan medewerkers in de verblijfsrecreatie. Medewerkers van zweminrichtingen geven eveneens vaker aan dat de werkgever maatregelen heeft getroffen om agressie en geweld te voorkomen of terug te dringen. In tabel B is samengevat welk deel van de werknemers, die het afgelopen jaar één of meerdere incidenten met lichamelijke agressie en/of serieuze bedreiging hebben meegemaakt, als gevolg van deze incidenten een of meerdere beperkingen heeft ervaren in het werk of op dit moment nog twee of meer posttraumatische klachten heeft. Tabel B
Gevolgen agressie en geweld
beperkingen in werk psychische klachten
verblijfsrecreatie 19% 12%
zweminrichtingen 34% 15%
totaal 27% 14%
Met name in de zweminrichtingen is het percentage werknemers dat beperkingen heeft ervaren als gevolge van een incident met agressie en geweld aanzienlijk. Ongeveer eenderde van de ______________ 1
Bron: De Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2003, TNO Arbeid, 2004, pagina 72.
9
werknemers in deze sector die een incident hebben meegemaakt, geeft aan als gevolg hiervan wel eens minder goed te hebben gefunctioneerd in het werk (en/of te hebben verzuimd). Meer dan 10% van de werknemers die slachtoffer zijn geweest van lichamelijke agressie en/of serieuze bedreiging geeft aan ten gevolge hiervan nog steeds traumatische klachten te hebben, zoals bijvoorbeeld last van beelden of herinneringen die hij of zij niet van zich af kan zetten of het mijden van bepaalde plaatsen of personen. Blootstelling aan belastende fysische werkomstandigheden in zweminrichtingen Driekwart van de werknemers in de zweminrichtingen geeft aan dat de temperatuur op de werkplek soms of nooit goed is. Van de medewerkers heeft 60% vaak of altijd last van een te warme werkomgeving. Meer dan de helft van de werknemers vindt dat de temperatuur op de werkplek niet goed is te regelen en eenderde van de medewerkers zegt dat de werkgever niet voldoende doet om een prettig binnenklimaat te realiseren. Problemen met de temperatuur op de werkplek worden vaker ervaren door werknemers van grotere organisaties dan die van kleinere zwembaden. Werknemers van grotere zweminrichtingen zijn tevens vaker van mening dat het bedrijf onvoldoende doet om een prettig binnenklimaat te realiseren dan medewerkers van kleinere zweminrichtingen. Regelmatige overlast door een hinderlijke galm van geluid of het lawaai van machines of apparaten wordt door ongeveer een kwart respectievelijk 10% van de werknemers ervaren. Een op de vijf werknemers heeft vaak of altijd last van te veel chloor of andere chemische stoffen in de lucht. De klimatologische werkomstandigheden lijken een beduidend grotere belasting voor werknemers te vormen dan eventuele problemen met geluid of chloor. Werknemers die al 10 jaar of langer in de sector werken, ervaren vaker problemen met de fysische werkomstandigheden dan medewerkers die nog niet zo lang in de sector werken. Relatie tussen ziekteverzuim en arbeidsrisico’s Om te verifiëren of een verband aanwezig is tussen de blootstelling aan de arbeidsrisico’s (fysieke belasting, agressie en geweld en belastende fysische werkomstandigheden) en het ziekteverzuim, is voor drie aspecten van het verzuim onderzocht of het ziekteverzuim onder de werknemers uit de risicogroepen hoger is dan onder de overige medewerkers. De drie vragen betroffen het zich al of niet ziek hebben gemeld het afgelopen jaar, het aantal keren dat men zich ziek heeft gemeld en de duur van het verzuim. Uit deze analyse blijkt dat een relatie bestaat tussen het ziekteverzuim en de arbeidsrisico’s ‘tillen van lasten van 5 kilo of meer’ en blootstelling aan belastende fysische werkomstandigheden. Werknemers uit deze risicogroepen hebben zich het afgelopen jaar significant1 vaker en ook met een hogere frequentie ziek gemeld dan de personen die niet tot deze risicogroep behoren. Er bestaat echter geen relatie tussen de arbeidsrisico’s en de duur van het ziekteverzuim. Er is tevens geen aantoonbare relatie tussen de blootstelling aan lichamelijke agressie en/of serieuze bedreiging en het ziekteverzuim. De groepen werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen met de grootste arbeidsrisico’s zijn zwembadmedewerkers (werkhouding, fysische werkomstandigheden en agressie en geweld), mannelijke werknemers in de techniek en groen (tillen) en oudere, vrouwelijke werknemers in de schoonmaak en logistiek (werkhouding). ______________ 1
Bij een significantieniveau van 5%.
10
1
Achtergrond en opzet onderzoek
1.1
Aanleiding onderzoek
Arboplusconvenant Sinds 1999 sluit de overheid in verschillende sectoren arboconvenanten met de sociale partners. Arboconvenanten hebben tot doel de arbeidsomstandigheden te verbeteren en het ziekteverzuim en de WAO-instroom te verminderen. Arboconvenanten worden gesloten door drie partijen: werkgevers, werknemers en de overheid (het Ministerie van SZW). Op 20 oktober 2003 is een intentieverklaring ondertekend in de branche verblijfsrecreatie en zweminrichtingen om te komen tot een zogenaamd arboplusconvenant1. In deze intentieverklaring hebben sociale partners aangegeven dat zij afspraken wensen te maken over het ziekteverzuim en de arbeidsomstandigheden in de branche. Het Arboplusconvenant bevat kwantitatieve doelstellingen over verlaging van het ziekteverzuim en de WAO-instroom, reductie van de risicopopulatie inzake fysieke belasting, agressie en geweld en een vermindering van nader te inventariseren mogelijk belastende fysische werkomstandigheden in de zwembaden. Daarnaast bevat het convenant maatregelen om bovenstaande doelstellingen te kunnen realiseren. De betrokken partners streven ernaar om in het najaar van 2004 het Arboplusconvenant en het daarbij behorende Plan van Aanpak te ondertekenen. Ter voorbereiding hierop voorziet de intentieverklaring in een nulmeting. De nulmeting biedt inzicht in de huidige stand van zaken omtrent de arbeidsomstandigheden en het ziekteverzuim. Research voor Beleid is gevraagd dit onderzoek uit te voeren. Het onderhavige rapport bevat de resultaten van de nulmeting, waarin de uitgangssituatie in de branche verblijfsrecreatie en zweminrichtingen is vastgelegd. De branche verblijfsrecreatie en zweminrichtingen De branche verblijfsrecreatie en zweminrichtingen bestaat uit twee verschillende sectoren: de verblijfsrecreatie (campings, bungalowparken en groepsaccommodaties) en de zweminrichtingen2. Bij de circa 1.400 bedrijven in deze beide sectoren zijn ongeveer 33.000 mensen werkzaam. Deze werknemers hebben te maken met fysieke belasting van hun lichaam, welke deels wordt veroorzaakt door hun werkhouding en -activiteiten. Zo moeten sommige medewerkers bijvoorbeeld langdurig staan bij hun werkzaamheden. Uit eerder onderzoek blijkt dat klachten aan het bewegingsapparaat (zoals de rug, schouders en knieën) belangrijke oorzaken zijn van het ziekteverzuim. Daarnaast is gebleken dat incidenten met agressie en geweld op het werk de laatste jaren toenemen. Fysieke belasting en agressie en geweld zijn twee voorbeelden van mogelijke arbeidsrisico’s voor ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid.
______________ 1
In een zogenaamd arboplusconvenant worden afspraken gemaakt over het verzuim- en reintegratiebeleid, naast algemene maatregelen om de arbeidsomstandigheden te verbeteren en het ziekteverzuim te verminderen. 2 Onder zweminrichtingen vallen de overdekte en openlucht zwembaden, niet zijnde gemeentelijke zwembaden.
11
1.2
Doelstelling en onderzoeksvragen
De doelstelling van het onderzoek bestaat uit drie verschillende elementen: · Inzicht geven in de huidige arbeidsomstandigheden in beide sectoren - met betrekking tot fysieke belasting, agressie en geweld en fysische werkomstandigheden - en het ziekteverzuim op dit moment; · Inzicht bieden in de oorzaken van ziekteverzuim en fysieke belasting; · Inzicht geven in de relatie tussen het ziekteverzuim en de arbeidsrisico’s fysieke belasting, agressie en geweld en fysische werkomstandigheden. Uit bovenstaande doelstelling komen de volgende onderzoeksvragen voort: 1.
Wat is het ziekteverzuim in de sectoren verblijfsrecreatie en zweminrichtingen? Wat is de omvang, frequentie en duur van het ziekteverzuim? Zijn verschillen zichtbaar in het ziekteverzuim tussen verschillende typen bedrijven en functies? Wat zijn de achtergronden van het ziekteverzuim? · Welk type klachten komt voor in de sectoren verblijfsrecreatie en zweminrichtingen? · Wat zijn de achterliggende oorzaken van het ziekteverzuim? · Zijn verschillen zichtbaar in het type klachten en oorzaken naar persoonskenmerken of aard van de functie? In hoeverre worden werknemers blootgesteld aan fysieke belasting, agressie en geweld en fysische werkomstandigheden? · Hoeveel werknemers zijn blootgesteld aan fysieke belasting, agressie en geweld en fysische werkomstandigheden? · In welke mate worden zij hieraan blootgesteld? Is er een relatie tussen het ziekteverzuim en de arbeidsrisico’s fysieke belasting, agressie en geweld en fysische werkomstandigheden?
· ·
2.
3.
4.
Paragraaf 1.3 gaat in op de opzet die binnen het onderzoek is gebruikt om antwoord te krijgen op de bovenstaande onderzoeksvragen.
1.3
Opzet onderzoek
Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Sociaal Fonds Verblijfsrecreatie en is begeleid door de Branche Begeleidings Commissie (BBC) Arboplusconvenant Verblijfsrecreatie en Zweminrichtingen.
1.3.1
Monitor arboconvenanten
Overeenkomstig met de afspraken met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) is in deze nulmeting van de arbeidsomstandigheden in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen (grotendeels) gebruik gemaakt van de standaardmodules van de Monitor Arboconvenanten. Het ministerie heeft de Monitor Arboconvenanten laten ontwikkelen met als doel een instrument te hebben om arbeidsrisico’s in verschillende sectoren in beeld te brengen. De Monitor Arboconvenanten is een modulair opgebouwde schriftelijke vragenlijst, bestemd voor werknemers.
12
De Monitor Arboconvenanten bestaat uit een aantal modules: · Persoonsgegevens · Werkdruk en werkstress · Fysieke belasting · Beeldschermwerk · Bewegingsapparaat · Agressie en geweld · Verzuim · Reïntegratie. De modules zijn verdeeld in thema’s, waarbij elk thema uit enkele vragen bestaat. De structuur en opzet van de vragenlijst liggen vast en ook de wijze van gegevensverwerking en analyses is voorgeschreven. Daarmee vormt de Monitor Arboconvenanten een instrument waarmee in verschillende branches op een uniforme wijze de ontwikkelingen in arbeidsrisico’s kan worden gemeten. Voor de nulmeting in de sectoren verblijfsrecreatie en zweminrichtingen is gebruik gemaakt van de volgende modules: · Persoonsgegevens · Bewegingsapparaat · Fysieke belasting · Verzuimgegevens · Agressie en geweld. Hieraan is nog een module over fysische werkomstandigheden toegevoegd, die door Research voor Beleid zelf is ontwikkeld, in overleg met de BBC. Bij de module ‘persoonsgegevens’ zijn, eveneens in overleg met de BBC, een aantal sectorspecifieke aanpassingen gedaan. Ten eerste zijn twee vragen toegevoegd over het type bedrijf en het type werkzaamheden van de werknemer. Ten tweede zijn de antwoordcategorieën bij de vraag over het type dienstverband aangepast aan de in de CAO gehanteerde begrippen. In bijlage zes is een exemplaar van de gehanteerde vragenlijst opgenomen.
1.3.2
Steekproef werknemers
Om de vragenlijst te kunnen verspreiden, moeten namen en adressen van werknemers in de sectoren verblijfsrecreatie en zweminrichtingen beschikbaar zijn. Research voor Beleid heeft diverse opties overwogen. Een eerste mogelijkheid was het verkrijgen van de adresgegevens via de vakbonden. Dit heeft echter als nadeel dat wellicht geen representatief beeld wordt verkregen van de populatie, aangezien niet alle werknemers lid zijn van een vakbond. Een andere mogelijkheid was het verspreiden van de vragenlijsten via werkgevers. Een belangrijk nadeel van deze methode is de afhankelijkheid van de medewerking van de werkgevers, waardoor mogelijk een deel van de doelgroep niet wordt bereikt. In overleg met de BBC is daarom gekozen om gebruik te maken van het UWV (uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen) voor het verzenden van de vragenlijsten. Het UWV bezit namelijk de adresgegevens van alle werknemers in Nederland. De BBC heeft Research voor Beleid voorzien van een overzicht van de UWV aansluitnummers van de bedrijven in de sectoren verblijfsre-
13
creatie en zweminrichtingen. Op basis van deze aansluitnummers heeft het UWV een steekproef getrokken uit het bestand met alle werknemers van de bedrijven in beide sectoren.
1.3.3
Uitvoering schriftelijke enquête
De schriftelijke vragenlijst is verzonden op 3 juni 2004. De werknemers hadden tot en met 30 juni de tijd om de vragenlijst in te vullen en te retourneren. De vragenlijst is gestuurd naar 1.350 medewerkers in zweminrichtingen en 2.050 werknemers in de verblijfsrecreatie. Om de respons te verhogen hebben de werknemers twee weken na de verzending van de vragenlijsten een herinneringskaartje ontvangen waarin zij nogmaals werden gevraagd deel te nemen aan het onderzoek. De geretourneerde vragenlijsten zijn gescand. De gegevens zijn door de onderzoeker in samenwerking met het Analysebureau van Research voor Beleid opgeschoond, bewerkt en geanalyseerd.
1.4
Respons
In totaal zijn 3.400 vragenlijsten verstuurd naar werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen. Daarvan zijn 1.079 exemplaren geretourneerd. Tabel 1.1 geeft de respons per sector weer. Tabel 1.1
Responsoverzicht aantal verstuurd
aantal ingevuld retour
responspercentage
verblijfsrecreatie
2.050
630
31%
zweminrichtingen
1.350
449
33%
totaal
3.400
1.079
32%
Om na te gaan of de behaalde respons representatief is voor de gehele branche zijn de beschikbare gegevens over de totale onderzoekspopulatie opgevraagd bij het UWV. Het UWV heeft Research voor Beleid - na de totstandkoming van het conceptrapport - voorzien van een overzicht van de werknemers naar geslacht en leeftijd. Geconcludeerd kan worden dat de verdeling naar geslacht in de steekproef goed overeenkomt met de verdeling in de populatie. De respons wordt voldoende representatief geacht voor de gehele branche. Wel wijkt de verdeling naar leeftijd in de steekproef in lichte mate af van die in het totale werknemersbestand. Er hebben iets meer oudere werknemers gereageerd. De verschillen zijn echter niet der mate groot dat een weging wezenlijk andere resultaten tot gevolg heeft. In de bijlagen met tabellen zijn de resultaten zoveel mogelijk uitgesplitst naar verschillende achtergrondkenmerken, om een indruk te krijgen van de resultaten per subgroep. In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van de achtergrondkenmerken van de respondenten, zoals de leeftijd, het geslacht, opleidingsniveau en soort werkzaamheden.
14
1.5
Leeswijzer
Hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de ziekteverzuimgegevens in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen. Daarna wordt in de hoofdstukken 3, 4 en 5 ingegaan op de mate waarin werknemers in deze sectoren blootstaan aan arbeidsrisico’s: · fysieke belasting · agressie en geweld · belastende fysische werkomstandigheden. Hoofdstuk 3 behandelt de lichamelijke belasting van werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen. Hierin wordt beschreven in hoeverre de werknemers moeten tillen, repeterende bewegingen maken of in een belastende houding hun werk verrichten. Hoofdstuk 4 beschrijft in welke mate werknemers te maken hebben gehad met incidenten met agressie en geweld op het werk. Hoofdstuk 5 gaat in op de fysische werkomstandigheden in de sector zweminrichtingen. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om eventuele problemen met geluid, temperatuur, luchtvochtigheid of chloor.
15
16
2
Ziekteverzuimgegevens
2.1
Inleiding
Een van de doelstellingen van het arboplusconvenant verblijfsrecreatie en zweminrichtingen is het terugdringen van het ziekteverzuim en het reduceren van de WAO-instroom. Om hier in het convenant afspraken over te kunnen maken, is het van belang de huidige stand van zaken met betrekking tot het ziekteverzuim in kaart te brengen. Aan de werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen is de module ‘ziekteverzuimgegevens’ uit de Monitor Arboconvenanten voorgelegd, met vragen over het verzuim in de afgelopen 12 maanden, vanwege ziekte, ongeval of andere gezondheidsredenen van zichzelf. Behalve in de omvang en frequentie van het ziekteverzuim, geeft dit hoofdstuk tevens inzicht in de achterliggende oorzaken en de klachten waarmee medewerkers zich ziek melden. De volgende paragraaf gaat in op de ziekteverzuimgegevens zoals de omvang, frequentie en duur. De derde paragraaf gaat in op de achtergronden van het ziekteverzuim, zoals de klachten waarmee men zich ziek heeft gemeld en achterliggende oorzaken.
2.2
Verzuimgegevens
In bijlage 2 staan de complete onderzoeksresultaten weergegeven met betrekking tot het ziekteverzuim. De belangrijkste resultaten - om de onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden - worden in deze paragraaf gepresenteerd. Aan de werknemers is gevraagd naar zowel de frequentie als de duur van het ziekteverzuim over de afgelopen 12 maanden wegens ziekte, ongeval of andere gezondheidsredenen van zichzelf. De Monitor Arboconvenanten verstaat naast volledig verzuim van het werk ook minder uren of dagen werken dan normaal onder ziekteverzuim. Een normaal zwangerschapsverlof wordt niet als ziekteverzuim opgevat. Omvang en duur verzuim Allereerst staan we stil bij de mate waarin werknemers zich ziek hebben gemeld. In figuur 2.1 valt af te lezen hoe lang werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen het afgelopen jaar (in totaal) hebben verzuimd. Figuur 2.1
Duur ziekteverzuim afgelopen 12 maanden 5% 4%
13%
helemaal niet (0 dagen) minder dan 1 week 52%
1 t/m 4 weken 5 t/m 10 weken 11 weken of langer
26%
17
Meer dan de helft van de werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen zegt het afgelopen jaar helemaal niet te hebben verzuimd. Ruim een kwart van de medewerkers heeft minder dan een week van het werk verzuimd vanwege gezondheidsredenen van zichzelf. Ongeveer een op de tien werknemers heeft in totaal een tot en met vier weken van het werk verzuimd. Minder dan 10% van de werknemers in de branche heeft het afgelopen jaar 5 weken of langer van het werk verzuimd. Indien de verzuimgegevens naar achtergrondkenmerken van de werknemer worden bekeken dan vallen de volgende aspecten op: · Medewerkers in de verblijfsrecreatie hebben het afgelopen jaar vaker helemaal niet verzuimd dan medewerkers in de zweminrichtingen (50% tegenover 53%). · Medewerkers van kleinere organisaties (minder dan 10 werknemers) hebben de afgelopen 12 maanden vaker helemaal niet verzuimd dan werknemers van grotere bedrijven. · Mannen hebben het afgelopen jaar vaker helemaal niet verzuimd van het werk dan vrouwen (57% tegenover 49%). Frequentie verzuim Van de personen die zich het afgelopen jaar hebben ziek gemeld, zegt meer dan de helft dat dit slechts eenmalig was. Uit tabel 2.1 blijkt dat werknemers in de verblijfsrecreatie zich vaker slechts eenmalig hebben ziek gemeld dan werknemers in zweminrichtingen. Tabel 2.1
Frequentie verzuim naar sector
1 keer 2 keer 3 keer of vaker totaal aantal respondenten
verblijfsrecreatie
zweminrichtingen
totaal
57% 26% 17% 270
50% 31% 19% 211
54% 28% 18% 481
De gemiddelde meldingsfrequentie van het verzuim onder werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen die de afgelopen 12 maanden hebben verzuimd van het werk wegens ziekte is 0,9 keer. De meldingsfrequentie is het hoogst bij de volgende twee functiecategorieën: ontvangst/veiligheid (1,1) en horeca/recreatie/vermaak of winkel (1,1). Verzuimpercentage Om een beeld te krijgen in het verzuimpercentage in de branche is getracht het percentage te berekenen op basis van de antwoorden over de duur van het verzuim in de afgelopen 12 maanden en het geschatte aantal werkdagen1. Hieruit volgt een gemiddeld ziekte verzuimpercentage (exclusief zwangerschapsverlof) van 3,9%. Per sector ligt het ziekteverzuimpercentage op 4,0% in de verblijfsrecreatie en 3,8% in de zweminrichtingen. Het ziekteverzuimpercentage onder vrouwelijke medewerkers ligt gemiddeld hoger dan onder de mannelijke werknemers (4,1% tegenover 3,3%).
______________ 1
In de nulmeting in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen is niet gevraagd naar het aantal dagen dat men werkzaam is. Op basis van de omvang van het contract (het aantal uren in de week) is hiervan een schatting gemaakt.
18
Opgemerkt wordt dat het slechts gaat om een indicatie van het werkelijke ziekteverzuimpercentage in de branche. In de eerste plaats is het vermelde ziekteverzuimpercentage gebaseerd op antwoorden van de werknemers zelf. Onze ervaring met andere onderzoeken leert dat de inschatting van de werknemers van de duur van hun eigen ziekteverzuim over het algemeen aan de lage kant is. Het geconstateerde ziekteverzuimpercentage in deze nulmeting is bovendien omgeven door nauwkeurigheidsmarges. Deze marges komen voort uit het karakter van de meting van deze cijfers, namelijk door middel van een steekproef uit een grotere populatie. Geconludeerd kan worden dat het ziekteverzuimpercentage - volgens de werknemers - in de populatie in elk geval ligt tussen de 3,2% en 4,7%. Het landelijk gemiddelde ziekteverzuimpercentage (exclusief zwangerschapsverlof) lag volgens cijfers van het CBS in 2003 op 4,7%. Het ziekteverzuim in de branche ‘horeca’, waar ook de sector verblijfsrecreatie onder valt, lag in 2003 volgens het CBS op 2,6% (bron: Statline, 2003). Voor de branche ‘gezondheidszorg en welzijn’, waarin ook de zweminrichtingen zijn vertegenwoordigd, meldt het CBS een gemiddeld ziekteverzuimpercentage (exclusief zwangerschapsverlof) van 5,8% in 2003. Huidige situatie Van de werknemers die zich het afgelopen jaar hebben ziek gemeld, geeft 17% aan dat het ziekteverzuim verband houdt met een langdurige aandoening, ziekte of handicap. Van de werknemers die zich het afgelopen jaar hebben ziek gemeld is 9% op dit moment helemaal niet aan het werk en 4% werkt minder uren dan normaal.
2.3
Klachten en oorzaken ziekteverzuim
Werkgerelateerd Aan alle respondenten die het afgelopen jaar ziek zijn geweest is gevraagd in hoeverre de gezondheidsklachten waarmee zij zich hebben ziek gemeld werkgerelateerd zijn. Tabel 2.2
Gezondheidsklachten werkgerelateerd, naar sector
ja, hoofdzakelijk het gevolg van mijn werk ja, voor een deel gevolg van mijn werk nee, geen gevolg van mijn werk weet niet totaal aantal respondenten
verblijfsrecreatie zweminrichtingen 8% 13% 18% 25% 68% 55% 6% 7% 314 240
totaal 10% 21% 62% 6% 554
Ruim 60% van de werknemers is van mening dat de klachten waarmee zij zich hebben ziek gemeld geen gevolg waren van het werk. Ongeveer 30% denkt dat de klachten hoofdzakelijk of deels het gevolg waren van het werk. Werknemers in de zweminrichtingen schrijven hun klachten aanzienlijk vaker toe aan hun werk dan werknemers in de verblijfsrecreatie (38% tegenover 26%). Tabel 2.3 laat zien welk percentage van bepaalde groepen werknemers - van diegenen die zich het afgelopen jaar hebben ziek gemeld - de klachten hoofdzakelijk of gedeeltelijk toeschrijft aan het werk. Hierbij is een uitsplitsing gemaakt naar achtergrondkenmerken.
19
Tabel 2.3
Percentage werknemers dat hun klachten toeschrijft aan het werk1, op het aantal personen dat zich het afgelopen jaar heeft ziek gemeld, naar achtergrondkenmerken
geslacht leeftijd
opleidingsniveau
aantal jaren in sector
functie
omvang dienstverband
soort contract
vrouw man jonger dan 25 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 jaar of ouder lagere school/basisonderwijs vmbo/lbo/mavo havo/vwo mbo hbo/wo korter dan 2 jaar 2 tot en met 5 jaar 6 tot en met 10 jaar 11 tot en met 15 jaar 16 jaar of langer techniek en groen ontvangst en veiligheid schoonmaak en logistiek zwembad horeca, winkel of recreatie/vermaak leidinggevend/staf/administratie minder dan 12 uur 12 tot 20 uur 20 tot 32 uur 32 tot en met 40 uur fulltime flexitime parttime, vast hulpkracht
percentage 33% 29% 20% 34% 25% 43% 39% 25% 33% 25% 36% 25% 17% 31% 33% 32% 44% 40% 25% 39% 44% 21% 26% 19% 37% 35% 37% 37% 22% 38% 2%
n= 358 172 126 113 124 128 59 28 173 76 199 62 53 237 77 79 90 47 71 49 135 146 90 121 96 130 183 163 82 236 54
Vrouwen schrijven hun klachten iets vaker toe aan het werk dan mannen. Werknemers van 45 jaar en ouder zeggen vaker dat hun gezondheidsklachten (mede) door het werk worden veroorzaakt dan jongere werknemers. Vooral personen die al 16 jaar of langer in de sector werkzaam zijn, geven aan dat hun klachten volledig of gedeeltelijk door het werk worden veroorzaakt. In drie functiegroepen schrijven werknemers hun klachten relatief vaak toe aan het werk, namelijk: techniek en groen, schoonmaak en logistiek en zwembadpersoneel.
______________ 1
Hierin zijn de respondenten meegenomen die hun klachten volledig of gedeeltelijk aan het werk toeschrijven.
20
Klachten Aan de personen die hebben aangegeven dat zij zich het afgelopen jaar hebben ziek gemeld, is gevraagd wat voor soort klachten zij hebben en aan welke omstandigheden op het werk zij deze klachten toeschrijven. Tabel 2.4 geeft aan welk percentage van de werknemers, die het afgelopen jaar ziek zijn geweest en dit deels of volledig aan het werk toeschrijven, bepaalde klachten heeft genoemd. Tabel 2.4
Gezondheidsklachten genoemd door percentage werknemers1 verblijfsrecreatie
zweminrichtingen
totaal
griep, verkoudheid
33%
55%
44%
rugklachten
34%
24%
29%
klachten nek, schouders, handen, polsen
28%
13%
20%
klachten heup, benen, voeten, knieën
21%
19%
19%
7%
30%
19%
28%
10%
18%
5%
10%
7%
klachten luchtwegen psychische klachten, overspannen, burn-out huidklachten, allergie conflict op het werk klachten maag of darmen
6%
7%
6%
10%
3%
6%
klachten oren, ogen
1%
8%
5%
klachten hart en vaatstelsel
2%
1%
2%
18%
13%
15%
overige klachten 2
Griep en verkoudheid wordt het meest genoemd als klacht door werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen. Dit is op het eerste gezicht geen klacht die wordt veroorzaakt door het werk. Dat respondenten deze klacht toch noemen als werkgerelateerd heeft vooral te maken met de vraagstelling. Indien een respondent zich tweemaal ziek heeft gemeld, eenmaal met griep en eenmaal door een werkgerelateerde klacht, kan men in de vragenlijst beide klachten aankruisen. Als vervolgens wordt gevraagd of de klachten werkgerelateerd zijn, zal het antwoord waarschijnlijk zijn: “ja gedeeltelijk”. Indien beide sectoren onderling worden vergeleken dan valt op dat werknemers in de verblijfsrecreatie vaker aangegeven last te hebben gehad van de rug, schouders of nek dan medewerkers in zweminrichtingen. Ook psychische klachten (overspannen, burn-out) worden vaker ervaren door werknemers in de verblijfsrecreatie dan door medewerkers van zweminrichtingen. Vooral klachten aan de luchtwegen en huid- of allergische klachten worden door werknemers van zweminrichtingen vaker genoemd dan door medewerkers in de verblijfsrecreatie. Ook het percentage werknemers dat last heeft gehad van griep en verkoudheid ligt hoger in de sector zweminrichtingen. Mogelijk wordt dit hoge percentage griep en verkoudheid onder werknemers van zweminrichtingen mede veroorzaakt doordat, zoals in de toelichting soms is aangegeven, medewerkers bij het zwemles geven veel in contact komen met kleine kinderen, waardoor zij een groter risico hebben een virus op te lopen.
______________ 1 2
Hierbij gaat het om werknemers die het afgelopen jaar ziek zijn geweest in verband met werkgerelateerde klachten. Als ‘overige klacht’ wordt vooral migraine (en/of hoofdpijn) veel genoemd.
21
Werkomstandigheden Tabel 2.5 geeft weer aan welke werkomstandigheden de medewerkers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen hun werkgerelateerde klachten toeschrijven. Tabel 2.5
Omstandigheden die volgens werknemers hun klachten (mede) veroorzaken
problemen met geluid of klimaat werkdruk, werkstress lichamelijk te zwaar (tillen, lang staan, etc) langdurig dezelfde handelingen verrichten (computer) problemen met leiding, werkgever emotioneel te zwaar (door omgaan met gasten, etc) problemen met collega's of ondergeschikten bedrijfsongeval problemen met gasten, klanten geweld, seksuele intimidatie overige omstandigheden totaal
verblijfsrecreatie zweminrichtingen 14% 58% 46% 21% 43% 24% 16% 12% 14% 12% 4% 6% 8% 2% 7% 3% 1% 2% 1% 1% 16% 16% 90 97
totaal 37% 33% 33% 14% 13% 5% 5% 5% 2% 1% 16% 187
Drie soorten werkomstandigheden worden het meest genoemd. Het gaat om problemen met geluid of klimaat, de lichamelijke belasting en werkdruk/werkstress. De werkomstandigheden waaraan de werknemers hun klachten toeschrijven verschillen per sector. Problemen met geluid, temperatuur of luchtvochtigheid worden het vaakst genoemd door werknemers van zweminrichtingen. Werknemers van de verblijfsrecreatie noemen relatief vaker de werkdruk of werkstress en ook de lichamelijke belasting als veroorzakers van hun klachten. Problemen met leidinggevenden of collega’s komen eveneens vaker voor in de verblijfsrecreatie dan in de zweminrichtingen.
2.4
Conclusies
In de voorgaande paragrafen zijn alle resultaten met betrekking tot ziekteverzuimgegevens aan de orde gekomen. In deze slotparagraaf wordt antwoord gegeven op de twee onderzoeksvragen ten aanzien van ziekteverzuim. Wat is de omvang, frequentie en duur van het ziekteverzuim in de sectoren verblijfsrecreatie en zweminrichtingen? 48% van alle werknemers in de sectoren verblijfsrecreatie en zweminrichtingen heeft de afgelopen 12 maanden het werk verzuimd vanwege ziekte, ongeval of andere gezondheidsklachten. De omvang van het verzuim is in de zweminrichtingen iets hoger dan in de verblijfsrecreatie. Medewerkers van grotere organisaties (10 of meer werknemers) hebben het afgelopen jaar vaker van het werk verzuimd dan werknemers van kleinere organisaties. Het ziekteverzuim in de sectoren verblijfsrecreatie en zweminrichtingen is vooral kortdurend. Van de werknemers die verzuimd hebben, duurde het verzuim in 55% van de gevallen minder dan 1 week. Ook de frequentie waarmee werknemers zich hebben ziek gemeld ligt niet erg hoog: gemiddeld 1,9 keer.
22
Op basis van de antwoorden van werknemers over de afgelopen 12 maanden blijkt een gemiddeld ziekteverzuimpercentage in de totale branche van 3,9%. Per sector ligt het ziekteverzuimpercentage op 4,0% in de verblijfsrecreatie en 3,8% in de zweminrichtingen. Het CBS meldt voor de totale branche ‘cultuur, recreatie en overige dienstverlening’ een gemiddeld ziekteverzuimpercentage (exclusief zwangerschapsverlof) van 4,1% in 2003. Wat zijn de oorzaken en achtergronden van het ziekteverzuim? Griep en verkoudheid zijn de belangrijkste oorzaak voor het ziekteverzuim. Op de tweede plaats zijn het met name rugklachten en klachten aan de nek en schouders die het verzuim veroorzaken. Volgens ongeveer 60% van de werknemers die de afgelopen 12 maanden hun werk hebben verzuimd, is hun gezondheidsklacht niet veroorzaakt door het werk. Van de werknemers in de verblijfsrecreatie is 26% van mening dat de klachten die het ziekteverzuim hebben veroorzaakt (deels of volledig) werk gerelateerd zijn. In de zweminrichtingen is dat percentage 38%. Drie groepen werknemers schrijven hun klachten relatief vaak toe aan het werk, namelijk: techniek en groen, schoonmaak en logistiek en zwembadpersoneel. De meest genoemde oorzaken van de werk gerelateerde klachten in de verblijfsrecreatie zijn werkdruk/werkstress en de lichamelijke belasting. In zweminrichtingen gaat het vooral om de fysische werkomstandigheden, zoals problemen met het klimaat en geluid. Werknemers in de verblijfsrecreatie - die hun gezondheidsklachten aan het werk toeschrijven - geven vaker aan last te hebben gehad van de rug, schouders of nek dan medewerkers in zweminrichtingen. Ook psychische klachten (overspannen, burn-out) worden vaker ervaren door werknemers in de verblijfsrecreatie. De gezondheidsklachten van werknemers in zweminrichtingen betreffen relatief vaak klachten aan de luchtwegen of huid- en/of allergie.
23
24
3
Fysieke belasting
Een van de arbeidsrisico’s die de sociale partners in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen willen terugdringen is de fysieke belasting. Op basis van de module ‘fysieke belasting’ uit de Monitor Arboconvenanten is dit risico geïnventariseerd. Dit hoofdstuk geeft inzicht in de mate waarin werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen in hun werk hebben te maken met lichamelijke belasting. Hierbij wordt ingegaan op enkele aspecten van fysieke belasting, zoals tillen, houding en de manier van bewegen. We gaan in op de mate waarin werknemers hebben te maken met fysieke belasting tijdens het werk en wat hiervan de belangrijkste oorzaken zijn. In de laatste paragraaf conclusies wordt eveneens ingegaan op de onderzoeksvraag of een relatie bestaat tussen het arbeidsrisico fysieke belasting en het ziekteverzuim.
3.1
Tillen
De werknemers in de sectoren verblijfsrecreatie en zweminrichtingen hebben enkele vragen beantwoord over de mate waarin zij in hun werk zware lasten moeten tillen. Zij hebben hierbij aangegeven in welke frequentie dit gebeurt. In tabel B3.4 in bijlage 3 staan alle onderzoeksresultaten over het tillen op een rij. In deze paragraaf worden de belangrijkste uitkomsten gepresenteerd. Eenderde van de werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen geeft aan vaak of regelmatig lasten van meer dan 5 kilo te moeten tillen1. 6% van de werknemers tilt vaak of regelmatig zeer zware lasten van meer dan 25 kilo. Werknemers in de verblijfsrecreatie moeten vaker zware lasten tillen, dragen, duwen of trekken dan werknemers in de zweminrichtingen. Vooral mannelijke medewerkers en werknemers in de techniek en groen geven aan zware lasten te moeten te tillen. Als de werknemers werken met een last van meer dan 5 kilo, dan moeten ze de last vaker tillen dan duwen, trekken of dragen. Bij lasten van meer dan 25 kilo wordt vaker geduwd of getrokken dan getild en gedragen. Indien wordt gekeken naar de verzwarende omstandigheden waarin wordt getild, dan blijkt dat het tillen met één hand hierbij het meeste voor komt. Het tillen met de last ver van het lichaam is de minst gebruikelijke manier van tillen. Kengetallen blootstelling aan arbeidsrisico tillen In de Monitor Arboconvenanten worden hulpvariabelen berekend om te bekijken welk deel van de werknemers regelmatig lasten van 5 kilo of meer dan wel 25 kilo of meer moeten tillen en daarmee tot de risicogroep behoort. Een werknemer behoort tot de risicogroep ‘tillen van zeer zware lasten’ als een of meer van de vragen over het tillen, dragen, duwen of trekken van lasten van 25 kg of meer is beantwoord met ‘heel vaak’ of ‘regelmatig’. Het percentage werknemers dat een verhoogd risico loopt op uitval door bovengenoemd arbeidsrisico ligt in de verblijfsrecreatie en
______________ 1
Dit is vrijwel gelijk aan het landelijk gemiddelde dat ligt op 34% (Bron: De Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2003, TNO Arbeid, 2004, pagina 57)
25
zweminrichtingen op 9%. Het landelijk gemiddelde uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden ligt op 11,7%1. Als het gaat om het tillen (dragen, duwen of trekken) van zware lasten (van 5 kilo of meer) behoort 40% van de werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen tot de risicogroep. Dat wil zeggen dat een of meer van de vragen over het tillen van zware lasten van 5 kg of meer is beantwoord met ‘heel vaak’ of ‘regelmatig’. Behalve de blootstelling aan het arbeidsrisico tillen kan tevens worden gekeken of sprake is van tillen onder een verzwarende omstandigheid. Dit kengetal is berekend aan de hand van de antwoorden op de vragen over de manier waarop wordt getild. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om het tillen in een ongemakkelijke houding, met één hand, in een gedraaide houding of met een last ver van het lichaam. De werknemer behoort tot de risicogroep ‘tillen onder een verzwarende omstandigheid’ als een of meerdere van de bovengenoemde vragen over verzwarende omstandigheden met ‘vaak’ of ‘regelmatig’ is beantwoord. In tabel 3.1 staan de kengetallen uitgesplitst naar sector vermeld. Tabel 3.1
Kengetallen fysieke belasting naar sector
tillen > 5 kg tillen > 25 kg verzwarende omstandigheid
verblijfsrecreatie 45% 12% 25%
zweminrichtingen 33% 6% 18%
totaal 40% 9% 22%
In de verblijfsrecreatie is het percentage werknemers dat een verhoogd risico loopt op ziekteverzuim of wao-instroom door het tillen van zware lasten hoger dan in de zweminrichtingen. In de verblijfsrecreatie wordt bovendien ook iets vaker onder verzwarende omstandigheden getild dan in de zweminrichtingen.
3.2
Houding en beweging
De werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen hebben tevens aangegeven in hoeverre zij in een gedraaide houding moeten werken of lang achtereen in eenzelfde houding hun werkzaamheden verrichten. In tabel B3.5 in bijlage 3 staan alle gegevens over de werkhouding weergegeven. In deze paragraaf wordt ingegaan op de belangrijkste uitkomsten. Houding Uit de antwoorden op de vragen over de houding van de werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen komen de volgende aspecten naar voren: · Bijna 65% van de werknemers moet in hun werk vaak of regelmatig lang achtereen staan of lopen. Van de werknemers jonger dan 25 jaar geeft driekwart aan vaak of regelmatig lang achtereen te moeten staan of lopen. Onder deze jonge werknemers bevinden zich relatief veel medewerkers die werkzaam zijn in de horeca (of winkel, recreatie en vermaak). Van de werknemers in zweminrichtingen geeft bijna de helft aan vaak lang achtereen te moeten staan en ______________ 1
Bron: De Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2003, TNO Arbeid, 2004, pagina 72.
26
·
·
· ·
bijna 40% zegt vaak lang achtereen te moeten lopen. Indien de resultaten worden bekeken per functie van de werknemer blijkt eveneens dat vooral medewerkers in zwembaden en horecamedewerkers relatief vaker lang achtereen moeten staan of lopen. Uit het onderzoek komt verder naar voren dat ongeveer 60% van de werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen vaak of regelmatig in het werk moet buigen of draaien met het bovenlichaam, hoofd of nek en polsen of handen. Het - al of niet langdurig - buigen of draaien met het lichaam komt vaker voor in zweminrichtingen dan in de verblijfsrecreatie. Ongeveer een kwart van de werknemers moet vaak of regelmatig lang achtereen in een gedraaide houding met het bovenlichaam werken. Vrouwen geven vaker aan in hun werk lang achtereen in een voorovergebogen of gedraaide houding te moeten werken dan mannen. Tevens blijkt dat medewerkers in de schoonmaak en logistiek en zwembadpersoneel vaker lang achtereen in een voorovergebogen of gedraaide houding werken dan werknemers in andere functies. Geknield of gehurkt werken en ver reiken komt in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen niet met grote regelmaat voor: 18% van de werknemers zegt vaak of regelmatig geknield te werken en 21% zegt vaak of regelmatig ver te moeten reiken. Van de werknemers geeft 51% aan dat zij helemaal niet boven schouderhoogte werken en 53% zegt niet onder kniehoogte te werken. Het gemiddeld aantal minuten per dag dat werknemers boven schouderhoogte werken is bijna 50 minuten. Het gemiddeld aantal minuten per dag dat men beneden kniehoogte werkt is 33 minuten. In de verblijfsrecreatie werken medewerkers relatief vaker boven schouderhoogte of beneden kniehoogte dan in de zweminrichtingen. Medewerkers in de techniek en groen geven vaker aan boven schouderhoogte en beneden kniehoogte te werken dan werknemers in andere functies (zie tabel B3.8). Tevens blijkt dat mannen vaker boven schouderhoogte en beneden kniehoogte werken dan vrouwen (zie tabel B3.9).
Kracht, trilling en beweging Ongeveer eenderde van de werknemers zegt vaak of regelmatig kracht te zetten met armen of handen. Werken met trillend gereedschap (7%) of grote kracht uit moeten oefenen op gereedschappen (11%) komt in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen niet met grote regelmaat voor. Werknemers in de verblijfsrecreatie rijden vaker in voertuigen dan medewerkers van zweminrichtingen (zie tabel B3.7). Ongeveer tweederde van de medewerkers geeft aan in het werk vaak of regelmatig lichamelijk actief in beweging te zijn. Ruim 40% van de werknemers zegt dat hij of zij aan het eind van de dag lichamelijk moe is. Bijna 40% is het (helemaal) eens met de stelling dat het werk lichamelijk belastend is. Des te langer men in de sector werkzaam is, des te vaker vindt men het werk lichamelijk belastend. Werknemers van zweminrichtingen zijn vaker van mening dat hun werk lichamelijk belastend is dan medewerkers in de verblijfsrecreatie. Zij geven eveneens vaker aan lichamelijk moe te zijn aan het eind van de dag.
27
3.3
Klachten bewegingsapparaat
Klachten over schouders, nek en vooral de onderrug zijn de meest voorkomende klachten over het bewegingsapparaat onder werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen (zie tabel B3.1). Het percentage medewerkers dat zegt daar de afgelopen 12 maanden langdurig of regelmatig last van te hebben gehad, loopt uiteen van 23% (schouders) tot 30% (onderrug). Indien de klachten van het bewegingsapparaat naar persoonskenmerken worden bekeken (zie tabellen B3.30 tot en met B3.35), komt het volgende naar voren: · Vrouwen geven vaker aan last te hebben gehad van nek, schouders en polsen/handen dan mannen. · Werknemers in de schoonmaak en logistiek ervaren vaker problemen met hun schouders en polsen of handen dan medewerkers in andere functies. · Vooral zwembadmedewerkers hebben het afgelopen jaar vaker last gehad van de onderrug. · Vooral werknemers van 55 jaar en ouder zeggen last te hebben gehad van hun schouders, knieën en/of de polsen of handen. · Naarmate een medewerker langer in de sector werkzaam is, komt het vaker voor dat hij of zij klachten aan het bewegingsapparaat heeft ervaren. Deze klachten betreffen vooral de nek, schouders en knieën en in iets mindere mate ook de rug. · Hulpkrachten hebben de afgelopen 12 maanden vaker geen klachten over de nek, schouders en rug gehad dan fulltime of vaste parttime medewerkers. Volgens ruim 40% hebben de klachten aan het bewegingsapparaat geheel of gedeeltelijk te maken met de werkzaamheden. De werknemers van 25 jaar of jonger geven relatief vaker aan dat hun lichamelijke klachten niet door hun werkzaamheden zijn veroorzaakt. Hetzelfde geldt voor medewerkers die een contract hebben voor 12 uur of minder in de week. Naar mate een werknemer langer in de sector - en bij het bedrijf - werkzaam is, schrijft hij of zij de klachten aan het bewegingsapparaat vaker (mede) toe aan de verrichtte werkzaamheden.
3.4
Conclusies
In deze slotparagraaf wordt in gegaan op de twee onderzoeksvragen ten aanzien van het arbeidsrisico fysieke belasting. In hoeverre worden werknemers blootgesteld aan fysieke belasting en in welke mate? De meerderheid van de werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen is in hun werk lichamelijk in beweging en moet vaak langdurig staan en lopen. Dit geldt in het bijzonder voor de functiegroepen horecamedewerkers en zwembadpersoneel. In het onderzoek is aandacht besteed aan het tillen van (zeer) zware lasten. Gebleken is dat 45% van de werknemers in de verblijfsrecreatie - tegenover 33% van de medewerkers in zweminrichtingen - regelmatig lasten van meer dan 5 kilo moet tillen dragen, duwen of trekken. Vooral mannelijke medewerkers in de techniek en groen moeten in hun werk regelmatig (zeer) zware lasten tillen. Het percentage werknemers dat een verhoogd risico loopt op uitval door het tillen, dragen, duwen of trekken van zeer zware lasten (van 25 kilo of meer) ligt in de verblijfsrecreatie en zwem
28
inrichtingen op 9%. Het landelijk gemiddelde uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden ligt op 11,7%1. Als de werknemers werken met een last van meer dan 5 kilo, dan moeten ze deze last vooral tillen. Bij lasten van meer dan 25 kilo wordt vaker geduwd of getrokken. Een op de vijf medewerkers blijkt regelmatig te moeten tillen onder verzwarende omstandigheden, zoals tillen in een ongemakkelijke houding, met één hand, in een gedraaide houding of met een last ver van het lichaam. Indien wordt gekeken naar de werkhouding van de werknemers dan blijkt dat ongeveer een kwart van de werknemers regelmatig lang achtereen in een gebogen of gedraaide houding met het bovenlichaam moet werken. Vooral vrouwelijke werknemers in de schoonmaak en zwembaden zeggen regelmatig lang achtereen te moeten werken in een gebogen of gedraaide houding met hun bovenlichaam. Bijvoorbeeld om afscheidingslijnen in het water te trekken, is het soms nodig om over de rand van het zwembad heen te buigen. Is er een relatie tussen het ziekteverzuim en het arbeidsrisico fysieke belasting? Om te verifiëren of een verband aanwezig is tussen de blootstelling aan het arbeidsrisico fysieke belasting en het ziekteverzuim, is voor drie aspecten van het verzuim onderzocht of het ziekteverzuim onder de werknemers uit de risicogroep ‘tillen van zware lasten van 5 kilo of meer’ (de 40% uit tabel 3.1) hoger is dan onder de overige medewerkers. De drie vragen betroffen het zich al of niet ziek hebben gemeld het afgelopen jaar, het aantal keren dat men zich ziek heeft gemeld en de duur van het verzuim. Uit deze analyse blijkt dat de werknemers die in de risicogroep ‘tillen van zware lasten van 5 kilo of meer’ vallen, zich het afgelopen jaar significant2 vaker hebben ziek gemeld dan de personen die niet tot deze risicogroep behoren. Zij hebben zich eveneens met een hogere frequentie ziek gemeld. Er bestaat echter geen relatie tussen dit arbeidsrisico en de duur van het ziekteverzuim.
______________ 1 2
Bron: De Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2003, TNO Arbeid, 2004, pagina 72. Bij een significantieniveau van 5%.
29
30
4
Agressie en geweld
Werknemers krijgen op hun werk de laatste jaren steeds vaker te maken met agressie en geweld op het werk. Ook in de sectoren verblijfsrecreatie en zweminrichtingen komen dergelijke incidenten steeds vaker voor. Daarom heeft de BBC besloten agressie en geweld als een van de aandachtspunten te benoemen in het arboplusconvenant. In de nulmeting zijn enkele vragen opgenomen over het aantal eventuele incidenten, de daders en gevolgen van agressie en geweld. Hierbij zijn drie soorten agressie en geweld onderscheiden: lichamelijke agressie, serieuze bedreiging en lastig gedrag.
4.1
Lichamelijke agressie
Onder ‘lichamelijke agressie’ worden situaties verstaan waarbij lichamelijke agressie wordt gebruikt tegen de werknemer. Dat wil zeggen dat de werknemer is geslagen, bespuugd, geschopt, vastgegrepen, gebeten, geduwd, gestompt of met voorwerpen bekogeld. In de tabellen B4.1 en B4.2 in bijlage 4 staan de gegevens over incidenten met lichamelijke agressie weergegeven. In deze paragraaf worden de belangrijkste uitkomsten uitgelicht. 9% van de werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen geeft aan de afgelopen 12 maanden één keer of vaker te maken hebben gehad met lichamelijke agressie op het werk. Lichamelijke agressie komt relatief vaker voor in zweminrichtingen dan in de verblijfsrecreatie (11% tegenover 7%). Binnen de verblijfsrecreatie is lichamelijke agressie vaker voorgekomen op campings dan op bungalowparken of groepsaccommodaties. Mannelijke werknemers hebben vaker te maken te gehad met lichamelijke agressie dan vrouwelijke werknemers (13% tegenover 7%). Vooral zwembadmedewerkers hebben te maken met lichamelijke agressie op het werk (zie tabel B4.13). Ook medewerkers in de ‘techniek en groen’ en de ‘ontvangst en veiligheid’ krijgen op het werk relatief vaker te maken met lichamelijke agressie dan andere functiegroepen. Daarnaast geven fulltime-medewerkers vaker aan dat zich de afgelopen 12 maanden een incident met lichamelijke agressie heeft voorgedaan dan parttime medewerkers, flexwerkers en hulpkrachten. De daders van lichamelijke agressie zijn in meeste gevallen klanten of gasten. In enkele gevallen betrof het rondhangende jongeren uit de omgeving van het bedrijf.
4.2
Serieuze bedreiging
Onder ‘serieuze bedreiging’ vallen die situaties waarin een werknemer serieus is bedreigd. Bijvoorbeeld dat iemand dreigde de werknemer iets aan te doen, hem of haar fors intimideerde of met een wapen dan wel lichamelijke agressie dreigde. In de tabellen B4.3 en B4.4 in bijlage 4 staan de resultaten over incidenten met serieuze bedreiging vermeld.
31
13% van de medewerkers om de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen geeft aan de afgelopen 12 maanden te maken hebben gehad met een serieuze bedreiging op het werk. Drie procent van de werknemers is meerdere keren serieus bedreigd. Serieuze bedreiging is relatief vaker voorgekomen in zweminrichtingen dan in de verblijfsrecreatie (17% tegenover 10%). Zwembadmedewerkers en werknemers in de ‘ontvangst en veiligheid’ hebben relatief vaker te maken gehad met serieuze bedreiging (zie tabel B4.18). Mannelijke werknemers zijn beduidend vaker serieus bedreigd dan vrouwelijke werknemers (17% tegenover 9%). Incidenten met serieuze bedreiging hebben zich vaker voorgedaan bij middelgrote bedrijven (20 tot 100 werknemers) dan bij kleinere bedrijven (zie tabel B4.21). In vrijwel alle gevallen betrof de dader van een serieuze bedreiging een klant of gast. Kengetal blootstelling aan agressie en geweld tijdens werk Het percentage werknemers in de totale branche verblijfsrecreatie en zweminrichtingen dat het afgelopen jaar in hun werk te maken heeft gehad met lichamelijk geweld en/of serieuze bedreiging is 16%. In de twee sectoren afzonderlijk liggen de percentages op respectievelijk 13% in de verblijfsrecreatie en 20% in de zweminrichtingen. In de tabel 4.1 worden de resultaten voor de branche verblijfsrecreatie en zweminrichtingen vergeleken met nulmetingen die in 2002 of 2003 zijn verricht voor arboconvenanten in andere sectoren. Tabel 4.1
Vergelijking percentage incidenten agressie en geweld met andere sectoren1 ziekenhuizen
lichamelijke agressie serieuze bedreiging
22% 14%
GGZ gehandicapten zorg 39% 53% 37% 21%
gemeenten
recreatie
6% 15%
9% 13%
Uit de tabel blijkt dat incidenten met lichamelijke agressie en serieuze bedreiging in deze branche minder vaak zijn voorgekomen dan in de gezondheidszorg (zowel ziekenhuizen, GGZ als gehandicaptenzorg). Het percentage werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen dat lichamelijke agressie heeft ondervonden ligt tevens lager dan in de sector gemeenten. Het percentage werknemers dat te maken heeft gehad met lichamelijke agressie op het werk ligt daarentegen iets hoger dan onder werknemers bij gemeenten.
______________ 1
Bronnen: Coumou, F., A. van Petersen, H. Knibbe, L. Geuze & F. van Vree (2003). Monitor Arboconvenant Ziekenhuizen. Nulmeting. Research voor Beleid & Locomotion, Leiden. Kemp, S. van der, F. van Vree, N. Knibbe & H. Knibbe (2003). Monitor Arboconvenant GGZ. Nulmeting. Research voor Beleid & LOCOmotion, Leiden. Bureau Bartels (2003). Monitor Arboconvenant Gehandicaptenzorg. Meting 2003. Bureau Bartels en LOCOmotion. Amersfoort. Broersen, J.P.J., M.Lebbink & R.J. Fortuin (2002). Nulmeting Arbeidsbelasting Nederlandse Gemeenten. SKB. Amsterdam.
32
4.3
Lastig gedrag
Bij lastig gedrag gaat het om situaties tijdens het werk waarbij de werknemer is lastig gevallen, zonder dat sprake was van lichamelijke agressie of serieuze bedreiging. Bijvoorbeeld dat de werknemer wordt getreiterd, gepest, genegeerd, uitgescholden, beledigd, belachelijk gemaakt, afspraken constant niet worden nagekomen, spullen worden vernield of gestolen, discriminerende of ongewenste opmerkingen worden gemaakt of hij of zij buiten het werk wordt gevolgd. In de tabellen B4.6 en B4.7 in bijlage 4 staan gegevens over incidenten met lastig gedrag weergegeven. In deze paragraaf wordt ingegaan op de belangrijkste uitkomsten. Van de werknemers geeft 47% aan het afgelopen jaar één keer of vaker te maken te hebben gehad met lastig gedrag en 22% zegt dat dit meerdere keren is voorgekomen. Incidenten met lastig gedrag zijn evenals de andere soorten agressie en geweld relatief vaker voorgevallen in zweminrichtingen dan in de verblijfsrecreatie (53% tegenover 42%). Zwembadmedewerkers en werknemers in de ‘ontvangst en veiligheid’ hebben relatief vaker te maken gehad met lastig gedrag (zie tabel B4.23). Incidenten met lastig gedrag hebben zich vaker voorgedaan bij middelgrote bedrijven (20 tot 100 werknemers) dan bij kleinere bedrijven (zie tabel B4.26). De daders van incidenten met lastig gedrag zijn, evenals bij lichamelijke agressie en serieuze bedreiging, voor het merendeel klanten of gasten. Maar in vergelijking met de eerder genoemde soorten van agressie en geweld wordt een groter deel van deze incidenten veroorzaakt door collega’s en/of leidinggevenden. In de verblijfsrecreatie is het deel van de werknemers dat zegt dat de daders van incidenten met lastig gedrag een collega of leidinggevende waren hoger dan in de zweminrichtingen.
4.4
Gevolgen agressie en geweld
In de nulmeting is ook gevraagd naar klachten en uitval als gevolg van de incidenten met agressie en geweld die zich mogelijk hebben voorgedaan. Hierbij gaat het zowel om beperkingen in het werk (bijvoorbeeld ziek gemeld, minder goed gefunctioneerd of het plezier in het werk verloren) als om posttraumatische klachten (zoals bijvoorbeeld last hebben van beelden die men niet van zich af kan zetten, er niet over willen praten, bepaalde plaatsen/personen mijden). Beperkingen door agressie en geweld tijdens het werk Tabel 4.2 geeft weer welk deel van de werknemers, die te maken hebben gehad met een of meerdere incidenten met lichamelijke agressie en/of serieuze bedreiging, beperkingen heeft ervaren bij het uitoefenen van het werk als gevolg van deze incidenten. Tabel 4.2
Beperkingen in werk door agressie en geweld 1
heeft u wel eens…. het plezier in u werk verloren verzuimd minder goed gefunctioneerd
verblijfsrecreatie 15% 1,3% 19%
zweminrichtingen 36% 5,7% 31%
totaal 27% 3,6% 26%
______________ 1
Percentage van de werknemers die zijn blootgesteld aan lichamelijke agressie en/of serieuze bedreiging.
33
Van de personen die een of meerdere incidenten met agressie en geweld op het werk hebben meegemaakt zegt ongeveer een kwart wel eens het plezier in het werk te hebben verloren en/of minder goed te hebben gefunctioneerd, als gevolg van deze incidenten. Minder dan 4% heeft wel eens van het werk verzuimd door incidenten met lichamelijke agressie of serieuze bedreiging. Uit bovenstaande tabel valt verder af te lezen dat medewerkers in de zweminrichtingen vaker beperkingen (hebben) ervaren door agressie en geweld dan werknemers in de verblijfsrecreatie. In vergelijking met andere sectoren1 geeft in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen een hoger percentage werknemers aan door de incidenten wel eens het plezier in het werk te hebben verloren of hierdoor minder goed te hebben gefunctioneerd in het werk. Kengetal beperkingen door agressie en geweld tijdens het werk Het percentage werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen dat niet goed in het werk heeft kunnen functioneren c.q. verzuimd door de incidenten met agressie en geweld die zij gedurende het afgelopen jaar2 hebben meegemaakt bedraagt 27%. Per sector liggen de kengetallen op respectievelijk 19% in de verblijfsrecreatie en 35% in de zweminrichtingen. Deze percentages zijn berekend op de groep werknemers die heeft aangeven een of meerdere keren een incident te hebben meegemaakt. Indien het percentage wordt berekend op grond van alle werknemers, ongeacht of zij het afgelopen jaar te maken hebben gekregen met lichamelijke agressie dan wel serieuze bedreiging, ligt het aandeel medewerkers dat beperkingen ervaart als gevolg van incidenten met agressie en geweld op 9%. Ter indicatie: het landelijk gemiddelde uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden ligt op 14%3. Posttraumatische klachten door agressie en geweld tijdens het werk Tabel 4.3 geeft weer welk deel van de werknemers, die te maken hebben gehad met een of meerdere incidenten met lichamelijke agressie en/of serieuze bedreiging, op dit moment nog last heeft van posttraumatische klachten als gevolg van deze incidenten. Tabel 4.3
Posttraumatische stressklachten door agressie en geweld 4
last van beelden die u niet van u af kunt zetten schrikreacties bij incidenten die er op lijken
verblijfsrecreatie 5%
zweminrichtingen 11%
totaal 9%
4%
10%
7%
Het percentage medewerkers dat als gevolg van incidenten met agressie en geweld op dit moment nog last heeft van beelden en herinneringen die men niet van zich af kan zetten of schrikreacties heeft bij gebeurtenissen die lijken op het incident, bedraagt ongeveer 8%. Kengetal posttraumatische stress klachten door agressie en geweld tijdens het werk Van de werknemers die het afgelopen jaar te maken hebben gehad met lichamelijk geweld en/of serieuze bedreiging heeft 14% op dit moment nog last van twee of meerdere posttraumatische stressklachten als gevolg van deze incidenten5.
______________ 1
Ziekenhuizen, GGZ, gehandicaptenzorg en gemeenten. Dat houdt in dat minimaal een van de vier vragen over verzuim/minder goed functioneren met “ja” is beantwoord. 3 Bron: Nieuwsbrief Arboconvenanten, juli/augustus 2004, nummer 5. 4 Percentage van de werknemers die zijn blootgesteld aan lichamelijke agressie en/of serieuze bedreiging. 5 Dat wil zeggen dat twee of meer van de vragen over stressklachten met “ja” zijn beantwoord. 2
34
4.5
Maatregelen
Aan de werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen is ten slotte ook nog een drietal vragen gesteld over de maatregelen die de werkgever heeft getroffen op het gebied van agressie en geweld. Tabel 4.4 geeft de resultaten weer. Tabel 4.4
Maatregelen werkgever tegen agressie en geweld
Heeft werkgever maatregelen genomen om agressie en geweld te voorkomen/verminderen? Heeft u informatie gekregen over wat te doen bij een incident? Wilt u een cursus ‘omgaan met agressie en geweld’ volgen?
nee ja weet niet nee ja weet niet nee ja weet niet
verblijfsrecreatie 26% 25% 49% 40% 35% 25% 55% 21% 23%
zweminrichtingen 15% 50% 35% 31% 53% 16% 43% 40% 17%
totaal 21% 36% 43% 36% 43% 21% 50% 29% 21%
Meer dan 40% van alle werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen weet niet of de werkgever maatregelen heeft getroffen om incidenten met agressie en geweld te voorkomen of te verminderen. Ruim eenderde van de werknemers is van mening dat de werkgever wel maatregelen heeft getroffen en een op de vijf zegt van niet. Medewerkers die werkzaam zijn bij een zweminrichting zijn aanzienlijk vaker van mening dat de werkgever maatregelen heeft getroffen dan medewerkers in de verblijfsrecreatie. Vooral werknemers van kleinere bedrijven (minder dan 10 werknemers) zeggen dat de werkgever geen maatregelen heeft getroffen om incidenten met agressie en geweld te voorkomen of te verminderen (zie tabel B4.28). Meer dan 40% van de werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen zegt dat de werkgever hen van informatie heeft voorzien over wat te doen als hij of zij agressie of geweld ondervindt. Medewerkers van zweminrichtingen hebben vaker informatie ontvangen van de werkgever over wat te doen als men te maken krijgt met agressie en geweld dan werknemers van de verblijfsrecreatie. Ruim eenderde van de medewerkers geeft aan geen informatie te hebben ontvangen. Werknemers die het afgelopen jaar te maken hebben gehad met een incident (lichamelijke agressie, serieuze bedreiging of lastig gedrag) zeggen vaker informatie te hebben ontvangen dan de personen die geen incident hebben meegemaakt (zie tabellen B4.29 tot en met B4.31). Bijna 30% van de werknemers zegt een training ‘omgaan met agressie’ te willen volgen. De helft van alle werknemers heeft geen interesse in een training ‘omgaan met agressie’ en ongeveer een op de vijf medewerkers weet het nog niet. Het percentage medewerkers dat interesse heeft in een cursus ligt in de zweminrichtingen hoger dan in de verblijfsrecreatie. Werknemers die het afgelopen jaar te maken hebben gehad met een incident (lichamelijke agressie, serieuze bedreiging of lastig gedrag) zeggen vaker dat zij interesse hebben in een cursus omgaan met agressie dan personen die geen incident hebben meegemaakt.
35
4.6
Conclusies
In deze slotparagraaf wordt een antwoord gegeven op de onderzoeksvragen die betrekking hebben op het arbeidsrisico agressie en geweld. In hoeverre en in welke mate worden werknemers blootgesteld aan agressie en geweld? Tabel 4.5 geeft een overzicht van het percentage werknemers dat heeft aangegeven het afgelopen jaar te zijn blootgesteld aan de drie onderscheiden soorten agressie en geweld. Tabel 4.5
Blootstelling aan agressie en geweld
lichamelijke agressie serieuze bedreiging lastig gedrag
verblijfsrecreatie 7% 10% 42%
zweminrichtingen 11% 17% 53%
totaal 9% 13% 47%
Iets minder dan de helft van de werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen zegt het afgelopen jaar een of meerdere keren te maken te hebben gehad van lastig gedrag. Het deel van de werknemers dat tot de risicogroep behoort (dat wil zeggen één of meerdere keren een incident met lichamelijke agressie en/of serieuze bedreiging heeft meegemaakt) is 16%. Werknemers in zweminrichtingen zijn vaker blootgesteld aan alle drie soorten incidenten met agressie en geweld dan medewerkers in de verblijfsrecreatie. Medewerkers van zweminrichtingen geven eveneens vaker aan dat de werkgever maatregelen heeft getroffen om agressie en geweld te voorkomen of terug te dringen. Tabel 4.6 geeft een overzicht van de mate waarin werknemers zijn blootgesteld aan agressie en geweld. Daarvoor is gekeken naar het percentage werknemers dat aangeeft het afgelopen jaar meerdere keren een incident met agressie en geweld te hebben meegemaakt. Tabel 4.6
Mate van blootstelling aan incidenten met agressie en geweld
2 keer of vaker lichamelijke agressie 2 keer of vaker serieus bedreigd 2 keer of vaker lastig gedrag
verblijfsrecreatie
zweminrichtingen
totaal
1% 2% 16%
2% 4% 22%
1% 3% 18%
Het deel werknemers dat het afgelopen jaar meerdere keren een bepaald incident heeft meegemaakt is relatief groot bij incidenten met lastig gedrag. In tabel 4.7 is samengevat welk deel van de werknemers, die het afgelopen jaar één of meerdere incidenten met lichamelijke agressie en/of serieuze bedreiging hebben meegemaakt, als gevolg van deze incidenten een of meerdere beperkingen heeft ervaren in het werk of op dit moment nog twee of meer posttraumatische klachten heeft.
36
Tabel 4.7
Gevolgen agressie en geweld
beperkingen in werk psychische klachten
verblijfsrecreatie 19% 12%
zweminrichtingen 34% 15%
totaal 27% 14%
Met name in de zweminrichtingen is het percentage werknemers dat beperkingen heeft ervaren als gevolge van een incident met agressie en geweld aanzienlijk. Ongeveer eenderde van de werknemers in deze sector die een incident hebben meegemaakt, geeft aan als gevolg hiervan wel eens minder goed te hebben gefunctioneerd in het werk (en/of te hebben verzuimd). Meer dan 10% van de werknemers die slachtoffer zijn geweest van lichamelijke agressie en/of serieuze bedreiging geeft aan ten gevolge hiervan nog steeds traumatische klachten te hebben, zoals bijvoorbeeld last van beelden of herinneringen die hij of zij niet van zich af kan zetten of het mijden van bepaalde plaatsen of personen. Is er een relatie tussen het ziekteverzuim en het arbeidsrisico agressie en geweld? Om te verifiëren of een verband aanwezig is tussen de blootstelling aan het arbeidsrisico agressie en geweld en het ziekteverzuim, is voor drie aspecten van het verzuim onderzocht of het ziekteverzuim onder de werknemers uit de risicogroep (de werknemers die het afgelopen jaar een of meerdere incidenten met lichamelijke agressie en/of serieuze bedreiging hebben meegemaakt; de 16% zoals vermeld in paragraaf 4.2) hoger is dan onder de overige medewerkers. De drie vragen betroffen het zich al of niet ziek hebben gemeld het afgelopen jaar, het aantal keren dat men zich ziek heeft gemeld en de duur van het verzuim. Uit deze analyse blijkt dat geen aantoonbare relatie bestaat tussen de blootstelling aan lichamelijke agressie en/of serieuze bedreiging en het ziekteverzuim. Personen die aangegeven het afgelopen jaar met lichamelijke agressie en/of serieuze bedreiging op het werk te maken hebben gehad, hebben zich de afgelopen 12 maanden niet aantoonbaar vaker (of langer) ziek gemeld dan medewerkers die zeggen dat dit niet is voorgekomen. Ondanks dat geen aantoonbare relatie bestaat tussen het ziekteverzuim en blootstelling aan agressie en geweld, kan agressie en geweld wel een risico voor het ziekteverzuim of arbeidsongeschiktheid vormen. Het deel van de werknemers dat door incidenten lichamelijk letsel op loopt is weliswaar gering, maar het percentage werknemers dat posttraumatische klachten ervaart als gevolg van incidenten met agressie en geweld is niet te verwaarlozen. Incidenten met agressie en geweld vormen bovendien een risico op een verhoogde uitstroom van werknemers uit de branche. Er is een groep werknemers die aangeeft door incidenten met agressie en geweld wel eens het plezier in het werk te hebben verloren of minder goed te hebben gefunctioneerd.
37
38
5
Fysische werkomstandigheden zweminrichtingen
Naast het bepalen van de uitgangssituatie op de arbeidsrisico’s lichamelijke belasting en agressie en geweld is in deze nulmeting ook geïnventariseerd welke fysische werkomstandigheden in zwembaden een mogelijke belasting vormen voor werknemers. Welke fysische omstandigheden vormen een eventueel risico voor het ziekteverzuim en de wao-instroom? Het gaat hierbij om eventuele problemen met bijvoorbeeld geluid, luchtvochtigheid, temperatuur, chloor en andere chemische stoffen in de lucht. Dit hoofdstuk heeft alleen betrekking op de mogelijk belastende fysische werkomstandigheden in de zweminrichtingen. De werkomstandigheden van de werknemers in de verblijfsrecreatie zijn buiten beschouwing gelaten. In tabel B5.1 in bijlage 5 staan alle onderzoeksresultaten met betrekking tot het oordeel van werknemers over de fysische werkomstandigheden in de zweminrichtingen. In de volgende paragrafen worden de belangrijkste uitkomsten uitgelicht.
5.1
Temperatuur
Werknemers in de zweminrichtingen is onder meer gevraagd aan te geven hoe zij de klimatologische omstandigheden op hun eigen werkplek beoordelen. Tabel 5.1
Oordeel over temperatuur percentage werknemers van zweminrichtingen
temperatuur werkplek is goed
ventilatie werkplek is goed
last van een te koude omgeving
last van een te warme omgeving
altijd
4%
vaak
23%
soms
49%
nooit
23%
altijd
9%
vaak
23%
soms
44%
nooit
23%
altijd
1%
vaak
7%
soms
27%
nooit
65%
altijd
27%
vaak
33%
soms
33%
nooit
7%
Slechts een kwart van de medewerkers in zweminrichtingen is van mening dat de temperatuur op de werkplek ‘altijd’ of ‘vaak’ goed is. Tweederde geeft aan dat de ventilatie op de werkplek ‘soms’ of ‘nooit’ in orde is. 60% van de werknemers in zweminrichtingen vindt de werkplek ‘altijd’ of ‘vaak’ te warm. Op de vragenlijsten door enkele medewerkers van zweminrichtingen opmerkin-
39
gen geplaatst over de warmte. Met name het meerdere uren achter elkaar les geven in een warm doelgroepenbad of het buiten toezicht houden in de brandende zon worden als belastend ervaren. Ook het afwisselend werken in een warme en dan weer een koude omgeving (bijvoorbeeld regelmatig van binnen naar buiten moeten verplaatsen) vinden enkele medewerkers niet bevorderlijk voor de gezondheid. Indien de resultaten naar functie van de werknemer worden bekeken (zie tabellen B5.3 tot en met B5.14), valt op dat de zwembadmedewerkers niet of nauwelijks anders oordelen over de temperatuur op hun werkplek dan de werknemers in overige functies in zweminrichtingen. Zij geven iets vaker dan gemiddeld aan dat zij last hebben van een te warme werkomgeving, maar dit verschil is gering. Verder valt op dat werknemers van kleinere organisaties (tot en met 9 werknemers) vaker van mening lijken te zijn dat de temperatuur op hun werkplek altijd of vaak goed is dan medewerkers van grotere bedrijven. Zij geven tevens relatief minder vaak aan last te hebben van een te warme werkomgeving. Werknemers die al 10 jaar of langer in de sector werken, ervaren vaker problemen met de temperatuur op de werkplek dan medewerkers die nog niet zo lang werkzaam zijn in de sector.
5.2
Overlast geluid en chloor
Behalve naar de temperatuur op de werkplek is eveneens gekeken naar mogelijke problemen met het geluid of chloor en andere chemische stoffen in de lucht. Werknemers van zweminrichtingen hebben aangegeven hoe vaak onderstaande situaties op hun werkplek van toepassing zijn. Tabel 5.2
Overlast geluid en chloor percentage werknemers van zweminrichtingen altijd
9%
vaak last van hinderlijke galm van geluid soms nooit
17% 32% 42%
altijd vaak soms nooit
3% 8% 28% 62%
last van lawaai van machines
last van een te veel aan chloor of andere chemische stoffen
altijd
8%
vaak soms nooit
12% 46% 34%
Ruim een kwart van de medewerkers heeft altijd of vaak last van een hinderlijke galm van geluid (bijvoorbeeld door gasten). Ongeveer 10% van de werknemers zegt altijd of vaak last te hebben van het lawaai van machines en/of apparaten. Een op de vijf werknemers in zweminrichtingen
40
geeft aan altijd of vaak last te hebben van (te veel) chloor of andere chemische stoffen in de lucht. Medewerkers die in het zwembad zelf werken hebben vaker overlast van een hinderlijke galm van het geluid dan werknemers in overige functies. Eén van de werknemers geeft in een toelichting aan: “door veelvuldig en luid stemgebruik heb ik veel last van heesheid. Ik heb in het verleden regelmatig verdikkingen op de stembanden gehad.” Het is niet echt verrassend dat zwembadmedewerkers eveneens vaker last zeggen te hebben van chloor of andere chemische stoffen in de lucht dan werknemers in andere functies. Medewerkers van middelgrote zwembaden (10 tot 50 werknemers) geven relatief vaker aan last te hebben van chloor of andere chemische stoffen in de lucht dan werknemers van hele grote of kleine bedrijven (zie tabel B5.20). Mannen hebben vaker last van de hinderlijke galm van het geluid dan vrouwen. Werknemers die al 10 jaar of langer in de sector werken, ervaren vaker enige overlast van de galm van het geluid en chloor of andere chemische stoffen in de lucht dan medewerkers die nog niet zo lang werkzaam zijn in de sector (zie tabel B5.17).
5.3
Maatregelen werkgever
In tabel B5.2 in bijlage 5 staan de complete onderzoeksresultaten met betrekking tot de maatregelen die zweminrichtingen hebben genomen ten aanzien van de fysische arbeidsomstandigheden van hun werknemers. In tabel 5.3 zijn de belangrijkste uitkomsten gepresenteerd. Tabel 5.3
Getroffen maatregelen werkgever percentage werknemers in zweminrichtingen
temperatuur valt goed te regelen
aanvoer lucht is mechanisch geregeld
ventilatieroosters aanwezig
bedrijf doet voldoende voor prettig binnenklimaat
nee
57%
ja weet niet
19% 23%
nee
12%
ja weet niet
62% 26%
nee
23%
ja weet niet
58% 19%
nee ja weet niet
33% 44% 23%
Meer dan de helft van de werknemers in de zweminrichtingen vindt dat de temperatuur op de werkplek niet goed te regelen valt. Vooral werknemers van 45 jaar of ouder geven aan dat de temperatuur op de werkplek niet goed is te regelen. Ongeveer 60% zegt dat de aan- en/of afvoer van lucht mechanisch is geregeld. Eenderde van de werknemers vindt dat het bedrijf niet voldoende doet om een prettig binnenklimaat te realiseren.
41
Medewerkers van grotere zweminrichtingen geven vaker aan dat de temperatuur op de werkplek niet goed te regelen valt dan werknemers van kleinere zwembaden. Het percentage werknemers dat vindt dat het bedrijf voldoende doet om een prettig binnenklimaat te realiseren, neemt eveneens af naar mate de omvang van het bedrijf toe neemt (uitgezonderd de grote zweminrichtingen van 100 werknemers of meer). Meer dan 40% van de medewerkers weet niet in hoeverre de werkplek is voorzien van geluidsisolatie. Bijna eenderde van de werknemers in de zweminrichtingen heeft tevens geen mening over de vraag of de werkgever voldoende doet om geluidsoverlast te beperken. De medewerkers van kleinere zwembaden (minder dan 10 werknemers) zijn vaker van mening dat de werkplek niet voorzien is van geluidsisolatie dan medewerkers van grotere zwembaden (zie tabel B5.26).
5.4
Conclusies
In deze slotparagraaf wordt een antwoord gegeven op de onderzoeksvragen ten aanzien van het arbeidsrisico fysische werkomstandigheden. In hoeverre en in welke mate worden werknemers in zweminrichtingen blootgesteld aan belastende fysische werkomstandigheden? Driekwart van de werknemers geeft aan dat de temperatuur op de werkplek soms of nooit goed is. Van de medewerkers in zweminrichtingen heeft 60% vaak of altijd last van een te warme werkomgeving. Meer dan de helft van de werknemers vindt dat de temperatuur op de werkplek niet goed is te regelen en eenderde van de medewerkers zegt dat de werkgever niet voldoende doet om een prettig binnenklimaat te realiseren. Problemen met de temperatuur op de werkplek worden vaker ervaren door werknemers van grotere organisaties dan die van kleinere zwembaden. Werknemers van grotere zweminrichtingen zijn tevens vaker van mening dat het bedrijf onvoldoende doet om een prettig binnenklimaat te realiseren dan medewerkers van kleinere zweminrichtingen. Regelmatige overlast door een hinderlijke galm van geluid of het lawaai van machines of apparaten wordt door ongeveer een kwart respectievelijk 10% van de werknemers ervaren. Een op de vijf werknemers heeft altijd of vaak last van een te veel aan chloor of andere chemische stoffen in de lucht. De klimatologische werkomstandigheden lijken een beduidend grotere belasting voor werknemers te vormen dan eventuele problemen met geluid of chloor. Werknemers die al 10 jaar of langer in de sector werken, ervaren vaker problemen met de fysische werkomstandigheden dan medewerkers die nog niet zo lang in de sector werken. Is er een relatie tussen het ziekteverzuim en belastende fysische werkomstandigheden? Om te bekijken of een relatie bestaat tussen de fysische werkomstandigheden waarin medewerkers hun werkzaamheden verrichten en het ziekteverzuim in de afgelopen 12 maanden, is een selectie gemaakt van de groep werknemers die heeft aangegeven dat één of meerdere van de volgende omstandigheden van toepassing is: · de temperatuur op de werkplek is nooit of soms goed; · de ventilatie op de werkplek is nooit of soms goed; · hij of zij altijd of vaak last heeft van een te veel aan chloor of andere chemische stoffen; · hij of zij altijd of vaak last heeft van een vochtige werkomgeving; · hij of zij altijd of vaak last heeft van een te warme werkomgeving.
42
Vervolgens is getoetst of deze groep werknemers zich het afgelopen jaar vaker überhaupt, met een hogere frequentie en langer hebben ziek gemeld dan de werknemers die geen problemen ervaren met de fysische werkomstandigheden. Hieruit blijkt dat de medewerkers die in de bovengenoemde risicogroep vallen zich de afgelopen 12 maanden significant1 vaker en ook met een hogere frequentie hebben ziek gemeld. Er is geen aantoonbare relatie met de duur van het ziekteverzuim. Ook indien de risico’s vochtigheid en chloor of andere chemische stoffen buiten beschouwing worden gelaten, en alleen wordt gekeken naar de groep werknemers die problemen ervaren met de temperatuur op de werkplek2 dan blijkt nog steeds sprake van een significante relatie tussen de blootstelling hieraan en het ziekteverzuim (zich het afgelopen jaar ziek hebben gemeld en de frequentie).
______________ 1
Bij een significantieniveau van 5%. Dat wil zeggen de werknemers die aangeven dat de temperatuur op de werkplek ‘nooit’ of ‘soms’ goed is en/of ‘vaak’ of ‘altijd’ last hebben van een te warme werkomgeving.
2
43
44
Bijlage 1 Achtergrondkenmerken respondenten Tabel B1.1 Leeftijd verblijfsrecreatie
zweminrichtingen
totaal
aantal
%
aantal
%
Aantal
%
jonger dan 25 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 jaar en ouder
174 129 121 114 83
28% 21% 19% 18% 13%
102 64 115 118 46
23% 14% 26% 27% 10%
276 193 236 232 129
26% 18% 22% 22% 12%
totaal
621
100%
445
100%
1066
100%
Tabel B1.2 Geslacht verblijfsrecreatie
zweminrichtingen
totaal
aantal
%
aantal
%
Aantal
%
vrouw man
376 221
63% 37%
297 129
70% 30%
673 350
66% 34%
totaal
597
100%
426
100%
1023
100%
Tabel B1.3 Opleiding verblijfsrecreatie
zweminrichtingen
totaal
aantal
%
aantal
%
Aantal
%
45
7%
13
3%
58
6%
vmbo (lbo/mavo) havo/vwo
184 103
30% 17%
162 62
38% 14%
346 165
33% 16%
mbo hbo
195 70
32% 12%
147 44
34% 10%
342 114
33% 11%
9
1%
4
1%
13
1%
606
100%
432
100%
1038
100%
basisonderwijs (lagere school)
wo totaal
Tabel B1.4 Jaren werkzaam in sector verblijfsrecreatie
zweminrichtingen
totaal
aantal
%
aantal
%
Aantal
%
korter dan 2 jaar 2 t/m 5 jaar 6 t/m 10 jaar 11 t/m 15 jaar 16 jaar of langer
78 269 108 76 72
13% 45% 18% 13% 12%
37 173 67 51 112
8% 39% 15% 12% 25%
115 442 175 127 184
11% 42% 17% 12% 18%
totaal
603
100%
440
100%
1043
100%
45
Tabel B1.5 Jaren werkzaam instelling verblijfsrecreatie
zweminrichtingen
totaal
aantal
%
aantal
%
Aantal
%
korter dan 2 jaar
103
17%
50
11%
153
15%
2 t/m 5 jaar 6 t/m 10 jaar
282 104
46% 17%
201 65
45% 15%
483 169
46% 16%
63 57
10% 9%
50 78
11% 18%
113 135
11% 13%
609
100%
444
100%
1053
100%
11 t/m 15 jaar 16 jaar of langer totaal
Tabel B1.6 Soort contract verblijfsrecreatie
zweminrichtingen
totaal
aantal
%
aantal
%
Aantal
%
fulltime flexitime parttime, vast hulpkracht
222 103 173 102
37% 17% 29% 17%
94 30 265 38
22% 7% 62% 9%
316 133 438 140
31% 13% 43% 14%
totaal
600
100%
427
100%
1027
100%
Tabel B1.7 Omvang dienstverband verblijfsrecreatie
zweminrichtingen
totaal
aantal
%
aantal
%
Aantal
%
0 uren 1 tot 12 uur 12 tot 20 uur 20 tot 32 uur 32 tot 36 uur 36 tot en met 40 uur
37 104 73 114 24 227
6% 18% 13% 20% 4% 39%
23 117 98 92 21 84
5% 27% 23% 21% 5% 19%
60 221 171 206 45 311
6% 22% 17% 20% 4% 31%
totaal
579
100%
435
100%
1014
100%
Tabel B1.8 Overwerk verblijfsrecreatie
zweminrichtingen
totaal
aantal
%
aantal
%
Aantal
%
ja, structureel (vaak) ja, incidenteel (af en toe) nee, nooit
204 251 120
35% 44% 21%
171 215 43
40% 50% 10%
375 466 163
37% 46% 16%
totaal
575
100%
429
100%
1004
100%
Tabel B1.9 Overuren per week verblijfsrecreatie
zweminrichtingen
totaal
aantal
%
aantal
%
Aantal
%
1 tot 3 3 tot 6 6 tot 10 10 uren of meer
122 152 52 98
29% 36% 12% 23%
121 158 47 40
33% 43% 13% 11%
243 310 99 138
31% 39% 13% 17%
totaal
424
100%
366
100%
790
100%
46
Tabel B1.10 Leidinggevend verblijfsrecreatie
zweminrichtingen
totaal
aantal
%
aantal
%
aantal
%
nee ja
443 165
73% 27%
357 80
82% 18%
800 245
77% 23%
totaal
608
100%
437
100%
1045
100%
Tabel B1.11 Tot welke categorie behoren uw werkzaamheden? verblijfsrecreatie
zweminrichtingen
totaal
aantal
%
aantal
%
Aantal
%
techniek en groen ontvangst en veiligheid schoonmaak en logistiek zwembad recreatie en vermaak voedsel bereiden en bedienen winkelverkoop leidinggevend/ staf administratie anders
92 73 85 28 42 146 17 61 61 17
15% 12% 14% 5% 7% 23% 3% 10% 10% 3%
14 59 24 234 15 39 3 22 29 10
3% 13% 5% 52% 3% 9% 1% 5% 6% 2%
106 132 109 262 57 185 20 83 90 27
10% 12% 10% 24% 5% 17% 2% 8% 8% 3%
totaal
622
100%
449
100%
1071
100%
Tabel B1.12 Bij welk type bedrijf werkt u? verblijfsrecreatie
zweminrichtingen
totaal
aantal
%
aantal
%
Aantal
%
bungalowpark camping groepsaccommodatie zweminrichting ander type bedrijf
386 304 68 59 35
64% 50% 11% 10% 6%
4 5 7 417 66
1% 1% 2% 93% 15%
390 309 75 476 101
37% 29% 7% 45% 10%
totaal
607
100%
449
100%
1056
100%
Tabel B1.13 Organisatieomvang (aantal werknemers) verblijfsrecreatie
zweminrichtingen
totaal
aantal
%
aantal
%
Aantal
%
1 t/m 4 5 t/m 9 10 t/m 19 20 t/m 49 50 t/m 99 100 of meer
76 114 107 115 78 130
12% 18% 17% 19% 13% 21%
5 28 95 231 73 13
1% 6% 21% 52% 16% 3%
81 142 202 346 151 143
8% 13% 19% 32% 14% 13%
totaal
620
100%
445
100%
1065
100%
47
48
Bijlage 2 Verzuimgegevens Tabel B2.1 Afgelopen 12 maanden verzuimd verblijfsrecreatie
zweminrichtingen
totaal
aantal
%
aantal
%
Aantal
%
0 dagen (helemaal niet)
328
53%
222
50%
550
52%
minder dan 1 week
160
26%
114
26%
274
26%
1 week of meer
132
21%
107
24%
239
22%
totaal
620
100%
443
100%
1063
100%
Tabel B2.2 Aantal weken verzuimd verblijfsrecreatie
zweminrichtingen
totaal
aantal
%
aantal
%
aantal
%
1 tot en met 4 weken
70
56%
61
60%
131
58%
5 t/m 10 weken
24
19%
19
19%
43
19%
11 weken of langer
30
24%
21
21%
51
23%
124
100%
101
100%
225
100%
totaal
Tabel B2.3 Aantal malen verzuimd verblijfsrecreatie
zweminrichtingen
totaal
aantal
%
aantal
%
Aantal
%
225
83%
171
81%
396
82%
45
17%
40
19%
85
18%
270
100%
211
100%
481
100%
1 of 2 keer 3 keer of vaker totaal
Tabel B2.4 Duur langste verzuimperiode verblijfsrecreatie
zweminrichtingen
totaal
aantal
%
aantal
%
Aantal
%
207
64%
147
60%
354
63%
1 t/m 6 weken
75
23%
61
25%
136
24%
7 t/m 13 weken
16
5%
21
9%
37
7%
14 t/m 26 weken
9
3%
9
4%
18
3%
27 t/m 51 weken
10
3%
6
2%
16
3%
alle 12 maanden
4
1%
1
0%
5
1%
321
100%
245
100%
566
100%
minder dan 1 week
totaal
49
Tabel B2.5 Soort klachten verzuim (percentages van iedereen die zich het afgelopen jaar heeft ziek gemeld) verblijfsrecreatie
zweminrichtingen
totaal
aantal
%
aantal
%
Aantal
%
rugklachten
55
19%
36
16%
91
17%
klachten nek, schouders, armen, polsen, handen
32
11%
21
9%
53
10%
klachten heup, benen, knieën, voeten
40
14%
25
11%
65
12%
psychische klachten, overspannen, burn-out
33
11%
13
6%
46
9%
conflict op het werk
7
2%
13
6%
20
4%
klachten hart- en vaatstelsel
5
2%
5
2%
10
2%
klachten luchtwegen
18
6%
37
16%
55
11%
klachten maag of darmen
22
7%
15
7%
37
7%
huidklachten, allergie
10
3%
14
6%
24
5%
klachten oren, ogen griep, verkoudheid overige klachten totaal
Tabel B2.6
7
2%
12
5%
19
4%
149
51%
124
54%
273
52%
58
20%
42
18%
100
19%
294
100%
229
100%
523
100%
Klachten gevolg werk verblijfsrecreatie aantal
zweminrichtingen
totaal
%
aantal
%
aantal
%
ja, hoofdzakelijk gevolg van mijn werk
26
8%
31
13%
57
10%
ja, voor een deel gevolg van mijn werk
57
18%
60
25%
117
21%
212
68%
133
55%
345
62%
nee, geen gevolg van mijn werk weet niet totaal
Tabel B2.7
19
6%
16
7%
35
6%
314
100%
240
100%
554
100%
Werkomstandigheden die klachten veroorzaken (percentages van iedereen die gezondheidsklachten hoofdzakelijk of deels aan werk toeschrijft) verblijfsrecreatie
zweminrichtingen
totaal
aantal
%
aantal
%
Aantal
%
41
46%
20
21%
61
33%
4
4%
6
6%
10
5%
lichamelijk te zwaar (tillen, lang staan, etc)
39
43%
23
24%
62
33%
langdurig dezelfde handelingen verrichten
14
16%
12
12%
26
14%
problemen met leiding, werkgever
13
14%
12
12%
25
13%
7
8%
2
2%
9
5%
werkdruk, werkstress emotioneel te zwaar (omgaan met gasten, etc)
problemen met collega's of ondergeschikten problemen met gasten, klanten
1
1%
2
2%
3
2%
problemen met geluid of klimaat
13
14%
56
58%
69
37%
1
1%
1
1%
2
1%
geweld, seksuele intimidatie bedrijfsongeval
6
7%
3
3%
9
5%
anders
14
16%
16
16%
30
16%
totaal
90
100%
97
100%
187
100%
50
Tabel B2.8 Langdurige aandoening/handicap/ziekte verblijfsrecreatie
zweminrichtingen
totaal
aantal
%
aantal
%
Aantal
%
255
82%
197
84%
452
83%
nee ja totaal
56
18%
37
16%
93
17%
311
100%
234
100%
545
100%
Tabel B2.9 Op dit moment wegens ziekte niet aan het werk verblijfsrecreatie
zweminrichtingen
totaal
aantal
%
aantal
%
Aantal
%
ja, ik werk momenteel helemaal niet
32
10%
15
6%
47
9%
nee, ik werk wel maar minder uren dan normaal
11
3%
11
5%
22
4%
nee, ik werk het normaal aantal uren maar wel aangepast werk
5
2%
2
1%
7
1%
nee, ik ben gewoon aan het werk
273
85%
203
88%
476
86%
totaal
321
100%
231
100%
552
100%
Tabel B2.10 Ziekteverzuim afgelopen 2 maanden verblijfsrecreatie nee ja totaal
zweminrichtingen
totaal
aantal
%
aantal
%
Aantal
%
243
74%
180
70%
423
72%
87
26%
76
30%
163
28%
330
100%
256
100%
586
100%
Tabel B2.11 Aantal malen verzuimd afgelopen 2 maanden verblijfsrecreatie
zweminrichtingen
totaal
1
79%
81%
80%
2
15%
13%
14%
3
1%
1%
5
1%
1%
6
1%
1%
8
1%
1%
15
2%
1%
21
2%
1%
22
2%
1%
40 totaal
2%
1%
gemiddelde
1,4
2,6
2
aantal
71
63
134
51
Tabel B2.12 Percentage werknemers dat hun klachten toeschrijft aan het werk1, op het aantal personen dat zich het afgelopen jaar heeft ziek gemeld, naar achtergrondkenmerken percentage geslacht leeftijd
opleidingsniveau
aantal jaren in sector
functie
omvang dienstverband
soort contract
vrouw
n=
33%
358
man
29%
172
jonger dan 25 jaar
20%
126
25 t/m 34 jaar
34%
113
35 t/m 44 jaar
25%
124
45 t/m 54 jaar
43%
128
55 jaar of ouder
39%
59
lagere school/basisonderwijs
25%
28
vmbo/lbo/mavo
33%
173
havo/vwo
25%
76
mbo
36%
199
hbo/wo
25%
62
korter dan 2 jaar
17%
53
2 tot en met 5 jaar
31%
237
6 tot en met 10 jaar
33%
77
11 tot en met 15 jaar
32%
79
16 jaar of langer
44%
90
techniek en groen
40%
47
ontvangst en veiligheid
25%
71
schoonmaak en logistiek
39%
49
zwembad
44%
135
horeca, winkel of recreatie/vermaak
21%
146
leidinggevend/staf/administratie
26%
90 121
minder dan 12 uur
19%
12 tot 20 uur
37%
96
20 tot 32 uur
35%
130
32 tot en met 40 uur
37%
183 163
fulltime
37%
flexitime
22%
82
parttime, vast
38%
236
2%
54
hulpkracht
Tabel B2.13 Afgelopen 12 maanden verzuimd vrouw
man
totaal
aantal
%
aantal
%
Aantal
%
0 dagen
323
49%
197
57%
520
51%
minder dan 1 week
179
27%
84
24%
263
26%
1 week of meer
163
25%
67
19%
230
23%
totaal
665
100%
348
100%
1013
100%
_____________ 1
Hierin zijn de respondenten meegenomen die hun klachten volledig of geheel aan het werk toeschrijven.
52
Tabel B2.14 Aantal malen verzuimd vrouw 1 of 2 keer 3 keer of vaker totaal
man
totaal
aantal
%
aantal
%
Aantal
%
263
81%
115
83%
378
82%
60
19%
23
17%
83
18%
323
100%
138
100%
461
100%
zwembad
totaal
Tabel B2.15 Afgelopen 12 maanden verzuimd naar functie techniek
ontvangst
schoon-
recreatie/
leiding-
en groen
en veilig-
maak en
vermaak,
gevende/
heid
logistiek
horeca of
staf of ad-
winkel
ministratie
0 dagen
61%
48%
61%
53%
46%
51%
52%
minder dan 1 week
15%
31%
18%
24%
31%
28%
26%
1 week of meer
24%
21%
21%
24%
23%
21%
22%
105
132
105
257
261
173
1060
zwembad
totaal
totaal
Tabel B2.16 Aantal malen verzuimd naar functie techniek
ontvangst
schoon-
recreatie/
leiding-
en groen
en veilig-
maak en
vermaak,
gevende/
heid
logistiek
horeca of
staf of ad-
winkel
ministratie
1 of 2 keer
84%
81%
82%
81%
80%
90%
82%
3 keer of vaker
16%
19%
18%
19%
20%
10%
18%
37
68
34
115
133
80
479
50 t/m 99 100 of meer
totaal
totaal
Tabel B2.17 Afgelopen 12 maanden verzuimd naar organisatieomvang 1 t/m 4
5 t/m 9
10 t/m 19
20 t/m 49
0 dagen
69%
62%
60%
49%
45%
32%
52%
minder dan 1 week
14%
22%
17%
28%
33%
36%
26%
1 week of meer
18%
16%
23%
22%
22%
32%
23%
80
142
199
344
148
142
1055
50 t/m 99 100 of meer
totaal
totaal
Tabel B2.18 Aantal malen verzuimd naar organisatieomvang 1 t/m 4
5 t/m 9
10 t/m 19
20 t/m 49
1 of 2 keer
71%
75%
84%
83%
85%
84%
82%
3 keer of vaker
29%
25%
16%
17%
15%
16%
18%
21
52
69
165
81
92
480
totaal
53
Kerncijfers ziekteverzuim naar achtergrondkenmerken Afgelopen 12 maanden verzuimd naar leeftijd jonger dan
25 t/m
35 t/m
45 t/m
55 jaar en
Totaal
25
34 jaar
44 jaar
54 jaar
ouder
0 dagen
57%
44%
53%
47%
58%
52%
minder dan 1 week
33%
30%
23%
24%
12%
26%
1 week of meer
10%
27%
23%
29%
30%
23%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
276
193
235
228
123
1055
jonger dan
25 t/m 34
35 t/m
45 t/m
55 jaar en
Totaal
Totaal aantal respondenten Meldingsfrequentie naar leeftijd
25
jaar
44 jaar
54 jaar
ouder
Gemiddeld
0,91
1,16
0,68
0,88
0,69
0,87
aantal respondenten
271
187
228
217
121
1024
25 t/m 34 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 jaar en ou-
Totaal
Verzuimpercentage naar leeftijd jonger dan 25
jaar
Gemiddelde
1,35
3,59
3,33
4,96
7,12
der 3,77
aantal respondenten
276
193
235
228
123
1055
Afgelopen 12 maanden verzuimd naar geslacht vrouw
man
Totaal
0 dagen
%
49%
57%
51%
minder dan 1 week
%
27%
24%
26%
1 week of meer
%
25%
19%
23%
%
100%
100%
100%
665
348
1013
Totaal
Aantal
Meldingsfrequentie naar geslacht vrouw
man
Totaal
Gemiddeld
0,93
0,79
0,88
Aantal respondenten
646
335
981
Ziekteverzuimpercentage naar geslacht vrouw
man
Totaal
Gemiddelde
4,08
3,31
3,82
aantal respondenten
611
316
927
54
Afgelopen 12 maanden verzuimd naar opleidingsniveau basisonderwijs
vmbo
havo/vwo
mbo
hbo
wo
Totaal
(lbo/mavo) 0 dagen
54%
52%
55%
47%
54%
69%
51%
minder dan 1 week
16%
24%
28%
28%
29%
15%
26%
1 week of meer Totaal aantal respondenten
30%
24%
17%
25%
17%
15%
23%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
56
343
165
339
112
13
1028
vmbo
havo/vwo
mbo
hbo
wo
Totaal
Meldingsfrequentie naar opleidingsniveau basisonderwijs
(lbo/mavo) Gemiddeld Aantal respondenten
0,75
0,84
0,96
0,92
0,81
0,85
0,88
53
331
162
329
110
13
998
havo/vwo
mbo
hbo
wo
Totaal
Ziekteverzuimpercentage naar opleidingsniveau basisonderwijs
vmbo (lbo/mavo)
Gemiddelde Aantal respondenten
3,62
3,85
4,16
3,91
3,77
0,96
3,86
50
325
136
318
100
12
941
11 t/m 15
16 jaar of
Totaal
jaar
langer
Afgelopen 12 maanden verzuimd naar aantal jaren werkzaam in sector korter dan 2
2 t/m 5 jaar
6 t/m 10 jaar
jaar 0 dagen
59%
49%
61%
41%
53%
52%
minder dan 1 week
23%
31%
19%
31%
18%
26%
1 week of meer Totaal Aantal respondenten
18%
20%
20%
27%
29%
22%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
115
439
174
124
180
1032
6 t/m 10 jaar
11 t/m 15
16 jaar of
Totaal
jaar
langer
Meldingsfrequentie naar aantal jaren werkzaam in sector korter dan 2
2 t/m 5 jaar
jaar Gemiddeld
0,75
0,95
0,74
1,03
0,73
0,86
Aantal respondenten
113
426
172
121
171
1003
55
Ziekteverzuimpercentage naar aantal jaren werkzaam in sector korter dan 2
2 t/m 5 jaar
6 t/m 10 jaar
jaar Gemiddelde
11 t/m 15
16 jaar of
jaar
langer
Totaal
1,69
3,26
2,58
5,48
5,77
3,73
98
392
158
119
175
942
Flexitime Parttime, vast Hulpkracht
Totaal
Aantal respondenten
Afgelopen 12 maanden verzuimd naar soort contract Fulltime 0 dagen
%
51%
42%
49%
66%
51%
minder dan 1 week
%
26%
31%
25%
24%
26%
1 week of meer
%
23%
27%
26%
11%
23%
%
100%
100%
100%
100%
100%
314
132
429
140
1015
Flexitime Parttime, vast Hulpkracht
Totaal
Totaal
Aantal
Meldingsfrequentie naar soort contract Fulltime Gemiddeld
0,8
1,04
0,92
0,78
0,88
Aantal respondenten
301
125
421
136
983
Flexitime Parttime, vast Hulpkracht
Totaal
Ziekteverzuimpercentage naar soort contract Fulltime Gemiddelde
4,06
3,38
4,43
1,07
3,84
Aantal respondenten
306
118
412
92
928
Afgelopen 12 maanden verzuimd naar omvang contract 0 uren Minder dan
12 tot 20
20 tot 32
12 uur
uur
uur
32 tot 36
36 tot en
totaal
uur met 40 uur
0 dagen
68%
61%
48%
38%
38%
53%
51%
minder dan 1 week
25%
26%
26%
27%
33%
25%
26%
1 week of meer Totaal Aantal respondenten
7%
13%
26%
35%
29%
22%
23%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
60
218
167
204
45
310
1004
0 uren Minder dan
12 tot 20
20 tot 32
32 tot 36
36 tot en
totaal
12 uur
uur
uur
0,78
0,66
0,96
1,21
1,57
0,74
0,89
60
212
166
195
44
298
975
Meldingsfrequentie naar omvang contract
Gemiddeld Aantal respondenten
56
uur met 40 uur
Ziekteverzuimpercentage naar omvang contract 0 uren Minder dan
12 tot 20
20 tot 32
12 uur
uur
uur
32 tot 36
36 tot en
totaal
uur met 40 uur
Gemiddelde
2,02
5,41
4,76
2,93
4,06
3,92
2,02
Aantal respondenten
217
163
203
43
305
931
217
Afgelopen 12 maanden verzuimd naar overwerk ja, structureel (vaak)
ja, incidenteel
nee, nooit
Totaal
(af en toe) 0 dagen
%
46%
50%
60%
50%
minder dan 1 week
%
29%
27%
20%
26%
1 week of meer
%
25%
23%
19%
23%
%
100%
100%
100%
100%
368
466
159
993
ja, structureel (vaak)
ja, incidenteel
nee, nooit
Totaal
Totaal
Aantal
Meldingsfrequentie naar overwerk
(af en toe) Gemiddeld
1,02
0,87
0,73
0,9
Aantal respondenten
357
453
153
963
ja, structureel (vaak)
ja, incidenteel
nee, nooit
Totaal
Ziekteverzuimpercentage naar overwerk
(af en toe) Gemiddelde
3,79
4,18
3,56
3,95
Aantal respondenten
322
450
142
914
Afgelopen 12 maanden verzuimd naar functie techniek en groen
ontvangst schoonmaak en veilig-
zwembad
en logistiek
recrea-
leidinggeven-
anders Totaal
tie/vermaak, de/staf,administr
heid
horeca
atie
0 dagen
61%
48%
61%
53%
46%
51%
56%
52%
minder dan 1 week
15%
31%
18%
24%
31%
28%
26%
26%
1 week of meer
24%
21%
21%
24%
23%
21%
19%
22%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
105
132
105
257
261
173
Totaal Aantal respondenten
57
100% 100% 27
1060
Meldingsfrequentie naar functie techniek
ontvangst schoonmaak
zwembad
en logistiek
recrea-
leidinggeven-
anders Totaal
en groen
en veilig-
tie/vermaak, de/staf,administr horeca
atie
Gemiddelde
0,64
1,06
0,61
0,88
1,06
0,71
0,81
0,87
Aantal respondenten
101
131
98
250
253
168
27
1028
ontvangst schoonmaak
zwembad
recrea-
leidinggeven-
heid
Ziekteverzuimpercentage naar functie techniek en groen
en veilig-
en logistiek
anders Totaal
tie/vermaak, de/staf,administr
heid
horeca
atie
Gemiddelde
4,56
2,93
4,08
3,07
4,05
4,19
4,25
3,75
Aantal respondenten
100
126
92
233
220
171
24
966
Afgelopen 12 maanden verzuimd naar type bedrijf bungalowpark
camping groepsaccommo- zweminrichting datie
ander type
Totaal
bedrijf
0 dagen
48%
64%
55%
52%
47%
52%
minder dan 1 week
29%
19%
20%
24%
33%
26%
1 week of meer Totaal
23%
17%
25%
24%
21%
22%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
385
307
75
470
101
1045
Meldingsfrequentie naar type bedrijf bungalowpark
camping groepsaccom- zweminrichting modatie
ander type
Totaal
bedrijf
Gemiddelde
0,91
0,69
0,69
0,87
1,01
0,84
Aantal respondenten
370
301
74
457
101
1303
camping groepsaccom- zweminrichting
ander type
Totaal
Ziekteverzuimpercentage naar type bedrijf bungalowpark
modatie
bedrijf
Gemiddelde
3,98
3,26
5,06
3,78
4,18
3,82
Aantal respondenten
359
271
68
433
87
1218
58
Afgelopen 12 maanden verzuimd naar omvang organisatie (let op: andere indeling) 1 t/m 9
10 t/m 19
20 t/m 49
50 of meer
Totaal
0 dagen
64%
60%
49%
39%
52%
minder dan 1 week
19%
17%
28%
34%
26%
1 week of meer Totaal Aantal respondenten
17%
23%
22%
27%
23%
100%
100%
100%
100%
100%
222
199
344
290
1055
Totaal
Meldingsfrequentie naar omvang organisatie (let op: andere indeling) 1 t/m 9
10 t/m 19
20 t/m 49
50 of meer
Gemiddelde
0,65
0,66
0,93
1,12
0,87
Aantal respondenten
216
189
334
285
1024
Ziekteverzuimpercentage naar omvang organisatie (let op: andere indeling) 1 t/m 9
10 t/m 19
20 t/m 49
50 of meer
Totaal
Gemiddelde
3,18
3,79
3,22
4,95
3,79
Aantal respondenten
207
182
311
263
963
59
60
Bijlage 3 Fysieke belasting Tabel B3.1 Had u de afgelopen 12 maanden last van uw:
nek
schouders
boven in de rug
onder in de rug
ellebogen
verblijfsrecreatie
zweminrichtingen
totaal
ja, langdurig
7%
7%
7%
ja, regelmatig
15%
21%
18%
ja, een enkele keer
25%
25%
25%
nee, nooit
53%
48%
50%
ja, langdurig
7%
6%
7%
ja, regelmatig
15%
16%
16%
ja, een enkele keer
23%
28%
25%
nee, nooit
55%
49%
52%
ja, langdurig
4%
4%
4%
ja, regelmatig
12%
9%
11%
ja, een enkele keer
22%
22%
22%
nee, nooit
62%
64%
63%
ja, langdurig
10%
9%
10%
ja, regelmatig
19%
21%
20%
ja, een enkele keer
33%
31%
32%
nee, nooit
38%
39%
38%
ja, langdurig
2%
2%
2%
ja, regelmatig
3%
5%
4%
ja, een enkele keer
8%
9%
8%
87%
84%
86%
ja, langdurig
4%
3%
4%
ja, regelmatig
9%
8%
9%
ja, een enkele keer
19%
17%
18%
nee, nooit
68%
71%
69%
ja, langdurig
2%
4%
3%
ja, regelmatig
5%
7%
6%
ja, een enkele keer
10%
11%
10%
nee, nooit
83%
79%
81%
nee, nooit
polsen/handen
heupen/dijen
knieën
enkels/voeten
ja, langdurig
4%
3%
4%
ja, regelmatig
11%
14%
12%
ja, een enkele keer
16%
22%
19%
nee, nooit
69%
61%
65%
ja, langdurig
3%
7%
5%
ja, regelmatig
15%
11%
13%
ja, een enkele keer
19%
22%
20%
nee, nooit
63%
60%
62%
61
Tabel B3.2 Hebben de hierboven aangekruiste klachten te maken met uw werk? verblijfsrecreatie zweminrichtingen
totaal
aantal
%
aantal
%
aantal
%
70
12%
42
10%
112
11%
ja, gedeeltelijk
182
32%
139
33%
321
32%
misschien
171
30%
106
25%
277
28%
nee
145
26%
133
32%
278
28%
totaal
568
100%
420
100%
988
100%
ja, geheel
Tabel B3.3 Wat was de directe oorzaak van uw klachten? verblijfsrecreatie zweminrichtingen
totaal
aantal
%
aantal
%
aantal
%
sportblessure
57
11%
56
14%
113
12%
ongeval
27
5%
29
7%
56
6%
huidaandoening
11
2%
25
6%
36
4%
verrekking of verstuiking
64
12%
37
9%
101
11%
snijwond of brandwond
14
3%
5
1%
19
2%
aangeboren afwijking
31
6%
12
3%
43
5%
reumatische aandoening
27
5%
20
5%
47
5%
hernia
23
4%
21
5%
44
5%
geen van bovenstaande oorzaken
349
65%
243
62%
592
64%
totaal
537
100%
394
100%
931
100%
Tabel B3.4 Tillen %
verblijfsrecreatie zweminrichtingen
moet u in uw werk lasten van meer dan 5 kg: tillen?
duwen of trekken?
dragen?
moet u in uw werk zeer zware lasten van tillen?
lasten van meer dan 25 kg duwen of trekken?
62
(heel) vaak regelmatig soms zelden/nooit (heel) vaak regelmatig soms zelden/nooit (heel) vaak regelmatig soms zelden/nooit (heel) vaak regelmatig soms zelden/nooit (heel) vaak regelmatig soms zelden/nooit
13% 26% 33% 28% 8% 22% 28% 41% 12% 23% 31% 34% 2% 7% 19% 73% 3% 7% 20% 70%
7% 18% 36% 39% 4% 16% 28% 51% 5% 15% 33% 47% 0% 3% 13% 83% 1% 4% 14% 81%
totaal 10% 23% 34% 33% 7% 20% 28% 45% 9% 19% 32% 40% 1% 5% 16% 77% 2% 6% 18% 74%
Tabel B3.4 Tillen (Vervolg) % moet u in uw werk lasten van meer dan 25 kg dragen?
moet u in uw werk tillen: in een ongemakkelijke houding?
met de last ver van het lichaam?
met gedraaid bovenlichaam?
met last boven borsthoogte?
met één hand?
met een last die slecht is vast te pakken of vast te houden?
verblijfsrecreatie zweminrichtingen (heel) vaak regelmatig soms zelden/nooit (heel) vaak regelmatig soms zelden/nooit (heel) vaak regelmatig soms zelden/nooit (heel) vaak regelmatig soms zelden/nooit (heel) vaak regelmatig soms zelden/nooit (heel) vaak regelmatig soms zelden/nooit (heel) vaak regelmatig soms zelden/nooit
1% 5% 16% 78% 3% 9% 29% 60% 1% 5% 19% 74% 2% 6% 23% 69% 2% 7% 21% 70% 6% 10% 19% 64% 2% 9% 25% 64%
totaal
0% 2% 11% 87% 2% 6% 27% 65% 1% 3% 16% 80% 2% 5% 16% 77% 0% 3% 15% 82% 2% 6% 15% 77% 1% 4% 21% 73%
1% 3% 14% 82% 3% 7% 28% 62% 1% 4% 18% 77% 2% 6% 20% 72% 2% 5% 18% 75% 5% 9% 18% 69% 1% 7% 24% 68%
Tabel B3.5 Houding verblijfsrecreatie
zweminrichtingen
totaal
(heel) vaak moet u in uw werk buigen of draaien regelmatig met: uw bovenlichaam? soms zelden/nooit
22% 34% 25% 19%
34% 32% 18% 15%
27% 33% 22% 18%
uw hoofd/ nek?
(heel) vaak regelmatig soms zelden/nooit
23% 34% 22% 20%
35% 32% 17% 17%
28% 33% 20% 19%
uw polsen/ handen?
(heel) vaak regelmatig soms zelden/nooit
27% 33% 20% 19%
32% 29% 17% 21%
29% 31% 19% 20%
(heel) vaak moet u in uw werk lang achtereen in regelmatig een gedraaide houding werken met soms uw bovenlichaam? zelden/nooit
8% 12% 24% 56%
15% 19% 18% 48%
11% 15% 21% 53%
63
Tabel B3.5 Houding (Vervolg) verblijfsrecreatie
zweminrichtingen
totaal
8% 13% 21% 58%
11% 17% 20% 52%
9% 15% 21% 55%
(heel) vaak
9%
11%
10%
regelmatig soms
12% 21%
14% 19%
13% 20%
zelden/nooit
58%
56%
57%
(heel) vaak
4%
5%
5%
regelmatig soms zelden/nooit
9% 32% 55%
14% 30% 51%
11% 31% 53%
(heel) vaak regelmatig soms zelden/nooit
15% 19% 26% 40%
14% 25% 19% 42%
15% 22% 23% 41%
(heel) vaak
7%
7%
7%
regelmatig soms
14% 28%
13% 26%
14% 27%
zelden/nooit
50%
54%
52%
uw armen geheven houden?
(heel) vaak regelmatig soms zelden/nooit
5% 10% 25% 60%
5% 7% 21% 67%
5% 9% 23% 63%
moet u in uw werk lang achtereen: staan?
(heel) vaak regelmatig soms zelden/nooit
36% 23% 21% 20%
48% 22% 11% 18%
41% 23% 17% 19%
zitten?
(heel) vaak regelmatig soms zelden/nooit
12% 16% 22% 50%
11% 15% 28% 46%
12% 15% 24% 48%
lopen?
(heel) vaak regelmatig soms zelden/nooit
38% 24% 18% 20%
38% 26% 18% 18%
38% 25% 18% 19%
(heel) vaak moet u in uw werk in een vooroverregelmatig gebogen/gedraaide houding werken soms met uw hoofd / nek? zelden/nooit
werken met: uw polsen/ handen?
moet u in uw werk: in ongemakkelijke houdingen werken?
langdurig in dezelfde houding werken?
ver reiken met uw handen of armen?
geknield of gehurkt werken?
64
(heel) vaak
5%
5%
5%
regelmatig
11%
16%
13%
soms
28%
27%
28%
zelden/nooit
56%
52%
54%
Tabel B3.6 Moet u in uw werk vele malen per minuut dezelfde bewegingen maken met: verblijfsrecreatie zweminrichtingen
totaal
(heel) vaak regelmatig
10% 17%
14% 17%
12% 17%
soms zelden/nooit
21% 51%
23% 45%
22% 49%
uw hoofd/ nek?
(heel) vaak regelmatig soms zelden/nooit
11% 18% 24% 48%
15% 17% 21% 47%
12% 18% 22% 48%
uw arm(en)?
(heel) vaak regelmatig soms zelden/nooit
21% 23% 19% 38%
18% 23% 21% 38%
20% 23% 20% 38%
(heel) vaak regelmatig
24% 25%
18% 22%
21% 24%
soms zelden/nooit
18% 32%
20% 40%
19% 35%
(heel) vaak
20%
13%
17%
regelmatig
23%
17%
21%
soms
18%
18%
18%
zelden/nooit
39%
52%
44%
verblijfsrecreatie
zweminrichtingen
totaal
uw bovenlichaam?
uw hand(en)/ pols(en)?
uw vinger(s)?
Tabel B3.7 Kracht, trilling en beweging (heel) vaak
14%
7%
11%
regelmatig soms
25% 26%
20% 30%
23% 28%
zelden/nooit
35%
43%
38%
(heel) vaak regelmatig
9% 18%
4% 9%
7% 14%
soms zelden/nooit
22% 51%
24% 62%
23% 56%
(heel) vaak regelmatig soms zelden/nooit
4% 9% 23% 65%
1% 6% 16% 77%
3% 8% 20% 70%
(heel) vaak
2%
1%
2%
regelmatig soms
6% 15%
3% 10%
5% 13%
zelden/nooit
77%
87%
81%
(heel) vaak
10%
1%
6%
regelmatig soms zelden/nooit
10% 11% 69%
1% 2% 97%
6% 7% 81%
(heel) vaak
43%
42%
43%
moet u in uw werk lichamelijk actief regelmatig (in beweging) zijn? soms
23%
25%
24%
13%
12%
12%
22%
20%
21%
moet u in uw werk: kracht zetten met uw armen of handen?
stevig knijpen met uw handen?
grote kracht uitoefenen op gereedschappen of apparaten?
heeft u in het werk trillend(e) gereedschap of apparaten in uw handen?
rijdt u in het werk in voertuigen?
zelden/nooit
65
Tabel B3.8 Minuten per dag handen boven schouderhoogte verblijfsrecreatie zweminrichtingen
totaal
aantal
%
aantal
%
aantal
%
0 minuten 1 t/m 15 16 t/m 45 46 t/m 100 101 t/m 250 251 of meer
243 94 54 72 54 39
44% 17% 10% 13% 10% 7%
240 57 31 25 34 12
60% 14% 8% 6% 9% 3%
483 151 85 97 88 51
51% 16% 9% 10% 9% 5%
totaal
556
100%
399
100%
955
100%
Tabel B3.9 Minuten per dag handen onder kniehoogte verblijfsrecreatie 0 minuten 1 t/m 15 16 t/m 45 46 t/m 100 101 t/m 250 251 of meer totaal
zweminrichting
totaal
aantal
%
aantal
%
aantal
%
263
48%
234
60%
497
53%
91 63 65 57 8
17% 12% 12% 10% 1%
62 32 22 28 11
16% 8% 6% 7% 3%
153 95 87 85 19
16% 10% 9% 9% 2%
547
100%
389
100%
936
100%
Tabel B3.10 Mening over het werk verblijfsrecreatie zweminrichtingen
totaal
n.v.t. helemaal mee oneens oneens neutraal eens helemaal mee eens
9% 13% 18% 27% 24% 9%
6% 11% 14% 26% 30% 12%
8% 12% 16% 27% 27% 11%
n.v.t. helemaal mee oneens ik ben lichamelijk moe aan eind oneens van de dag neutraal eens helemaal mee eens n.v.t. helemaal mee oneens bedrijf doet voldoende om geoneens zondheidsklachten te voorkomen neutraal eens helemaal mee eens n.v.t. helemaal mee oneens er zijn voldoende hulpmiddelen oneens aanwezig neutraal eens helemaal mee eens
5% 8% 17% 31% 29% 11% 5% 8% 20% 29% 27% 11% 6% 7% 15% 31% 33% 10%
4% 6% 14% 28% 36% 13% 3% 7% 26% 31% 28% 5% 7% 5% 20% 31% 32% 5%
4% 7% 16% 30% 32% 12% 4% 8% 22% 30% 27% 9% 6% 6% 17% 31% 32% 8%
ik vind mijn werk lichamelijk belastend
66
Tabel B3.10 Mening over het werk (Vervolg) verblijfsrecreatie zweminrichtingen
ik heb voldoende training ontvangen
14%
13%
14%
helemaal mee oneens oneens neutraal eens helemaal mee eens
9% 20% 26% 24% 7%
6% 15% 34% 28% 5%
8% 18% 29% 26% 6%
9%
7%
8%
helemaal mee oneens
19%
12%
16%
oneens
27%
25%
26%
neutraal
20%
25%
22%
eens
14%
18%
16%
helemaal mee eens
10%
13%
11%
n.v.t. ik zie er tegen op om tot 65 jaar in sector werkzaam te blijven
totaal
n.v.t.
Tabel B3.11 Kengetal tillen5kg verblijfsrecreatie zweminrichtingen
totaal
aantal
%
aantal
%
aantal
%
false
348
55%
304
68%
652
60%
true
282
45%
145
33%
427
40%
totaal
630
100%
449
100%
1079
100%
Tabel B3.12 Kengetal tillen25kg verblijfsrecreatie zweminrichtingen
totaal
aantal
%
aantal
%
aantal
%
false
549
87%
419
93%
968
90%
true
81
12%
30
6%
111
9%
630
100%
449
100%
1079
100%
totaal
Tabel B3.13 Kengetal verzwarende omstandigheden verblijfsrecreatie
zweminrichting
totaal
aantal
%
aantal
%
aantal
%
false
472
75%
368
82%
840
78%
true
158
25%
81
18%
239
22%
totaal
630
100%
449
100%
1079
100%
35 t/m
45 t/m
55 en
dan 25 34 jaar 44 jaar 54 jaar
Tabel B3.14 Moet u in uw werk lasten van 5 kg of meer: tillen, naar leeftijd jonger
25 t/m
ouder
totaal
%
%
%
%
%
%
vaak/regelmatig
33%
38%
28%
35%
33%
33%
soms/zelden
67%
62%
72%
65%
67%
67%
273
192
232
224
118
1039
totaal
67
Tabel B3.15 Houding, naar leeftijd jonger
25 t/m
35 t/m
45 t/m
55 en
dan 25
34 jaar
44 jaar
54 jaar
ouder
totaal
moet u in uw werk buigen of draaien
vaak/regelmatig
59%
62%
61%
63%
54%
60%
met: uw bovenlichaam?
soms/zelden
41%
38%
39%
37%
46%
40%
moet u in uw werk buigen of draaien
vaak/regelmatig
60%
61%
61%
63%
58%
61%
met:uw hoofd/nek?
soms/zelden
40%
39%
39%
37%
42%
39%
moet u in uw werk lang achtereen in
vaak/regelmatig
17%
28%
28%
34%
24%
26%
soms/zelden
83%
72%
72%
66%
76%
74%
voorovergebogen of gedraaide houding
vaak/regelmatig
16%
27%
25%
30%
22%
24%
werken met uw hoofd /nek?
soms/zelden
84%
73%
75%
70%
78%
76%
moet u in uw werk lang achtereen:
vaak/regelmatig
80%
61%
57%
58%
55%
64%
staan?
soms/zelden
20%
39%
43%
42%
45%
36%
vaak/regelmatig
18%
36%
27%
30%
30%
27%
soms/zelden
82%
64%
73%
70%
70%
73%
vaak/regelmatig
70%
62%
57%
61%
60%
63%
soms/zelden
30%
38%
43%
39%
40%
37%
een gedraaide houding werken met uw bovenlichaam?
zitten? lopen?
Tabel B3.16 Uw mening over het werk, naar leeftijd
n.v.t. Ik vind mijn werk lichamelijk belastend
jonger
25 t/m
35 t/m
45 t/m
55 en
dan 25
34 jaar
44 jaar
54 jaar
ouder
totaal
3%
9%
7%
7%
18%
8%
mee oneens
34%
29%
32%
22%
20%
28%
neutraal
30%
21%
24%
29%
28%
26%
mee eens
33%
41%
37%
42%
33%
38%
2%
4%
5%
4%
10%
4%
ik ben lichamelijk moe aan eind van
n.v.t. mee oneens
21%
29%
26%
19%
19%
23%
de dag
neutraal
32%
24%
29%
30%
31%
30%
mee eens
45%
42%
41%
46%
40%
43%
Tabel B3.17 Moet u in uw werk lasten van 5 kg of meer: tillen, naar geslacht vrouw
man
totaal
aantal
%
aantal
%
aantal
%
vaak/regelmatig
170
26%
159
46%
329
33%
soms/zelden
482
74%
186
54%
668
67%
totaal
652
100%
345
100%
997
100%
68
Tabel B3.18
Houding, naar geslacht vrouw
man
totaal
moet u in uw werk buigen of draaien met: uw
vaak/regelmatig
64%
51%
60%
bovenlichaam?
soms/zelden
36%
49%
40%
moet u in uw werk buigen of draaien met: uw
vaak/regelmatig
64%
53%
61%
hoofd/nek?
soms/zelden
36%
47%
39%
moet u in uw werk lang achtereen in een gebogen
vaak/regelmatig
30%
18%
26%
of gedraaide houding werken met uw bovenlichaam?
soms/zelden
70%
82%
74%
moet u in uw werk lang achtereen in gebogen of
vaak/regelmatig
28%
16%
24%
gedraaide houding werken met uw hoofd /nek?
soms/zelden
72%
84%
76%
vaak/regelmatig
64%
64%
64%
soms/zelden
36%
36%
36%
vaak/regelmatig
30%
23%
28%
soms/zelden
70%
77%
72%
vaak/regelmatig
62%
64%
63%
soms/zelden
38%
36%
37%
moet u in uw werk lang achtereen: staan? zitten? lopen?
Tabel B3.19 Uw mening over het werk, naar geslacht vrouw n.v.t. Ik vind mijn werk lichamelijk belastend
totaal
7%
9%
8%
mee oneens
29%
28%
29%
neutraal
24%
30%
26%
mee eens
39%
34%
37%
n.v.t. ik ben lichamelijk moe aan eind van de dag
man
4%
5%
4%
mee oneens
23%
24%
23%
neutraal
28%
34%
30%
mee eens
45%
37%
42%
Tabel B3.20 Minuten per dag handen boven schouderhoogte, naar geslacht vrouw 0 minuten
man
totaal
aantal
%
aantal
%
aantal
%
334
56%
130
41%
464
51%
1 t/m 15
77
13%
67
21%
144
16%
16 t/m 45
43
7%
36
11%
79
9%
46 t/m 100
54
9%
41
13%
95
10%
101 t/m 250
51
9%
27
9%
78
9%
251 of meer totaal
34
6%
16
5%
50
5%
593
100%
317
100%
910
100%
69
Tabel B3.21 Minuten per dag handen onder kniehoogte, naar geslacht vrouw
man
totaal
aantal
%
aantal
%
aantal
%
341
59%
139
44%
480
54%
1 t/m 15
82
14%
61
19%
143
16%
16 t/m 45
48
8%
42
13%
90
10%
46 t/m 100
46
8%
35
11%
81
9%
101 t/m 250
48
8%
31
10%
79
9%
251 of meer
12
2%
7
2%
19
2%
577
100%
315
100%
892
100%
0 minuten
totaal
Tabel B3.22 Uw mening over het werk, naar aantal jaren werkzaam in sector korter dan 2 n.v.t. ik vind mijn werk lichame- mee oneens lijk belastend neutraal mee eens n.v.t.
2 t/m 5 6 t/m 10 jaar
jaar
11 t/m
16 of
15 jaar
langer
totaal
4%
6%
10%
6%
12%
7%
44%
29%
28%
27%
19%
29%
25%
26%
29%
28%
26%
27%
28%
39%
33%
39%
43%
37%
4%
3%
5%
2%
7%
4%
ik ben lichamelijk moe aan mee oneens
26%
22%
26%
25%
18%
23%
eind van de dag
neutraal
35%
28%
29%
37%
25%
30%
mee eens
34%
46%
39%
37%
50%
43%
Tabel B3.23 Moet u in uw werk lasten van 5 kg of meer: tillen, naar omvang dienstverband minder 12 tot 20 20 tot 32 32 tot 36
36 t/m
uren
0
dan 12
uur
uur
uur
40 uur
totaal
%
%
%
%
%
%
%
vaak/regelmatig
18%
28%
29%
32%
41%
41%
33%
soms/zelden
82%
72%
71%
68%
59%
59%
67%
60
214
167
197
44
308
990
totaal
Tabel B3.24 Uw mening over het werk, naar omvang dienstverband 0 uren n.v.t.
minder 12 tot 20 20 tot 32 32 tot 36
36 t/m
dan 12
40 uur
uur
uur
uur
totaal
3%
9%
8%
6%
4%
9%
8%
ik vind mijn werk
mee oneens
30%
28%
29%
24%
20%
28%
27%
lichamelijk belastend
neutraal
42%
23%
24%
28%
29%
28%
27%
mee eens
25%
40%
39%
43%
47%
35%
38%
5%
5%
4%
2%
5%
4%
n.v.t. ik ben lichamelijk moe aan mee oneens
25%
20%
25%
21%
24%
25%
23%
eind van de dag
neutraal
30%
30%
20%
28%
40%
34%
29%
mee eens
45%
46%
50%
46%
33%
37%
43%
70
Tabel B3.25 Moet u in uw werk lasten van 5 kg of meer: tillen, naar functie recreatie/ver- leidinggeventechniek en ontvangst en schoonmaak
maak, horeca
of winkel administratie
groen
veiligheid
vaak/regelmatig
71%
12%
43%
25%
45%
15%
33%
soms/zelden
29%
88%
57%
75%
55%
85%
67%
104
128
96
259
259
170
1043
totaal
en logistiek zwembad
de/ staf of totaal
Tabel B3.26 Houding, naar functie recreatie/ver- leidinggevenmaak, horeca
techniek en ontvangst en schoonmaak groen
veiligheid
vaak/regelmatig
53%
63%
70%
66%
65%
40%
60%
soms/zelden
47%
37%
30%
34%
35%
60%
40%
vaak/regelmatig
50%
69%
62%
67%
63%
49%
61%
soms/zelden
50%
31%
38%
33%
37%
51%
39%
vaak/regelmatig
18%
30%
37%
33%
19%
21%
26%
draaide houding werken soms/zelden met uw bovenlichaam?
82%
70%
63%
67%
81%
79%
74%
voorovergebogen of ge-
vaak/regelmatig
14%
30%
33%
26%
18%
24%
24%
soms/zelden
86%
70%
67%
74%
82%
76%
76%
Moet u in uw werk lang
vaak/regelmatig
41%
52%
64%
83%
84%
25%
64%
achtereen: staan?
soms/zelden
59%
48%
36%
17%
16%
75%
36%
vaak/regelmatig
15%
47%
11%
18%
11%
64%
27%
soms/zelden
85%
53%
89%
82%
89%
36%
73%
vaak/regelmatig
61%
44%
70%
76%
80%
25%
63%
soms/zelden
39%
56%
30%
24%
20%
75%
37%
moet u in uw werk buigen of draaien met: uw bovenlichaam? moet u in uw werk buigen of draaien met: uw hoofd/nek? moet u in uw werk lang
en logistiek zwembad
de/staf of
of winkel administratie
totaal
achtereen in een ge-
draaide houding werken met uw hoofd /nek?
zitten? lopen?
Tabel B3.27 Minuten per dag handen boven schouderhoogte, naar functie recreatie/ver- leidinggeventechniek en ontvangst en schoonmaak groen
veiligheid
en logistiek
maak, horezwembad
de/staf of
ca of winkel administratie
totaal
%
%
%
%
%
%
%
0 minuten
18%
66%
31%
60%
38%
77%
50%
1 t/m 15
22%
13%
14%
14%
22%
9%
16%
16 t/m 45
12%
3%
14%
9%
11%
5%
9%
46 t/m 100
27%
2%
16%
7%
12%
3%
10%
101 t/m 250
16%
10%
18%
10%
8%
2%
9%
251 of meer
5%
5%
7%
1%
9%
4%
5%
94
121
87
228
238
160
953
totaal
71
Tabel B3.28 Minuten per dag handen onder kniehoogte, naar functie recreatie/ver- leidinggeventechniek en ontvangst en schoonmaak
maak, horeca
de/staf of
groen
veiligheid
en logistiek
zwembad
%
%
%
%
%
%
%
0 minuten
16%
74%
32%
57%
47%
79%
53%
1 t/m 15
21%
12%
12%
15%
23%
9%
16%
16 t/m 45
15%
8%
11%
9%
13%
5%
10%
46 t/m 100
25%
1%
21%
8%
9%
3%
9%
101 t/m 250
22%
3%
20%
9%
6%
3%
9%
251 of meer
1%
2%
5%
2%
2%
1%
2%
95
117
82
219
238
159
934
totaal
of winkel administratie
totaal
Tabel B3.29 Uw mening over het werk naar functie recreatie/ver- leidinggeventechniek en ontvangst en schoonmaak
maak, horeca
en logistiek zwembad
de/staf of
veiligheid
n.v.t.
10%
9%
4%
4%
5%
18%
8%
ik vind mijn werk
mee oneens
25%
48%
29%
20%
22%
38%
28%
lichamelijk belastend
neutraal
29%
25%
20%
25%
31%
26%
27%
mee eens
36%
19%
47%
50%
42%
18%
37%
4%
5%
4%
2%
2%
12%
4%
n.v.t.
of winkel administratie
totaal
groen
ik ben lichamelijk moe
mee oneens
24%
35%
24%
17%
14%
38%
23%
aan eind van de dag
neutraal
38%
29%
25%
25%
32%
30%
30%
mee eens
35%
31%
48%
56%
53%
20%
43%
72
Tabel B3.30 Had u de afgelopen 12 maanden last van uw……… naar leeftijd
nek
schouders
jonger
25 t/m 34
35 t/m 44
45 t/m 54
55 en
dan 25
jaar
jaar
jaar
ouder
totaal
ja, langdurig
3%
7%
7%
11%
8%
7%
ja, regelmatig
13%
21%
15%
20%
28%
18%
ja, een enkele keer
24%
26%
25%
26%
20%
25%
nee, nooit
59%
45%
53%
43%
43%
50%
ja, langdurig
4%
7%
7%
8%
11%
7%
ja, regelmatig
11%
19%
12%
17%
27%
16%
ja, een enkele keer
23%
23%
30%
30%
19%
25%
nee, nooit
62%
52%
51%
45%
43%
52%
4%
3%
3%
7%
4%
4%
ja, langdurig boven in de rug
onder in de rug
ellebogen
ja, regelmatig
8%
13%
12%
9%
16%
11%
ja, een enkele keer
23%
24%
20%
22%
21%
22%
nee, nooit
65%
59%
64%
62%
59%
63%
ja, langdurig
8%
9%
9%
15%
9%
10%
ja, regelmatig
16%
22%
21%
20%
24%
20%
ja, een enkele keer
33%
36%
32%
29%
32%
32%
nee, nooit
43%
34%
40%
37%
34%
38%
ja, langdurig
0%
1%
3%
5%
3%
2%
ja, regelmatig
3%
1%
4%
8%
3%
4%
ja, een enkele keer
5%
8%
8%
13%
14%
8%
92%
90%
85%
75%
80%
86%
1%
1%
3%
8%
10%
4%
nee, nooit ja, langdurig polsen/handen
heupen/dijen
ja, regelmatig
6%
10%
7%
13%
13%
9%
ja, een enkele keer
23%
16%
15%
19%
17%
18%
nee, nooit
70%
74%
76%
61%
60%
69%
ja, langdurig
1%
3%
3%
4%
5%
3%
ja, regelmatig
3%
3%
4%
10%
16%
6%
ja, een enkele keer
7%
8%
10%
17%
13%
11%
89%
86%
83%
68%
66%
81%
nee, nooit
knieën
enkels/voeten
ja, langdurig
2%
2%
3%
5%
12%
4%
ja, regelmatig
13%
10%
6%
20%
13%
12%
ja, een enkele keer
22%
16%
17%
17%
19%
19%
nee, nooit
63%
72%
73%
57%
56%
65%
ja, langdurig
3%
4%
4%
8%
6%
5%
ja, regelmatig
13%
11%
10%
21%
13%
13%
ja, een enkele keer
29%
16%
16%
19%
18%
20%
nee, nooit
55%
69%
71%
53%
63%
61%
73
Tabel B3.31 Had u de afgelopen 12 maanden last van uw…… naar geslacht vrouw
nek
schouders
boven in de rug
onder in de rug
ellebogen
8%
4%
7%
ja, regelmatig
21%
11%
18%
ja, een enkele keer
25%
24%
24%
nee, nooit
46%
60%
51%
ja, langdurig
8%
3%
7%
ja, regelmatig
18%
11%
16%
ja, een enkele keer
26%
23%
25%
nee, nooit
47%
63%
53%
ja, langdurig
4%
4%
4%
ja, regelmatig
12%
8%
11%
ja, een enkele keer
24%
19%
22%
nee, nooit
60%
68%
63%
ja, langdurig
10%
8%
9%
ja, regelmatig
20%
19%
20%
ja, een enkele keer
33%
31%
32%
nee, nooit
37%
42%
39%
ja, langdurig
3%
1%
2%
ja, regelmatig
4%
3%
4%
ja, een enkele keer
8%
8%
8%
85%
88%
86%
ja, langdurig
4%
2%
4%
ja, regelmatig
11%
4%
9%
ja, een enkele keer
20%
15%
18%
nee, nooit
65%
79%
70%
4%
1%
3%
ja, langdurig heupen/dijen
knieën
enkels/voeten
74
totaal
ja, langdurig
nee, nooit
polsen/handen
man
7%
5%
6%
ja, een enkele keer
10%
10%
10%
nee, nooit
ja, regelmatig
79%
84%
81%
ja, langdurig
4%
4%
4%
ja, regelmatig
12%
13%
12%
ja, een enkele keer
17%
22%
18%
nee, nooit
68%
61%
65%
ja, langdurig
5%
3%
5%
ja, regelmatig
14%
12%
13%
ja, een enkele keer
21%
18%
20%
nee, nooit
59%
67%
62%
Tabel B3.32 Had u de afgelopen 12 maanden last van uw….. naar aantal jaren werkzaam in sector
nek
schouders
onder in de rug
2 t/m 5
6 t/m 10
11 t/m 15
16 jaar of
2 jaar
jaar
jaar
jaar
langer
2%
7%
7%
7%
9%
7%
ja, regelmatig
13%
17%
12%
28%
19%
17%
ja, een enkele keer
21%
26%
21%
25%
29%
25%
nee, nooit
65%
50%
60%
39%
42%
51%
ja, langdurig
4%
7%
4%
6%
10%
7%
ja, regelmatig
7%
15%
15%
18%
21%
15%
ja, een enkele keer
26%
27%
22%
25%
24%
25%
nee, nooit
63%
51%
59%
51%
45%
53%
1%
6%
2%
6%
4%
4%
5%
10%
12%
16%
13%
11%
ja, een enkele keer
29%
22%
20%
18%
23%
22%
nee, nooit
ja, regelmatig
65%
63%
67%
60%
59%
63%
ja, langdurig
3%
12%
6%
11%
12%
10%
ja, regelmatig
17%
20%
21%
17%
24%
20%
ja, een enkele keer
31%
30%
34%
39%
30%
32%
nee, nooit
49%
39%
39%
34%
33%
39%
8%
5%
2%
1%
ja, langdurig ellebogen
ja, regelmatig
2%
5%
3%
5%
3%
4%
ja, een enkele keer
4%
9%
9%
7%
10%
8%
94%
85%
88%
80%
82%
86%
1%
3%
2%
9%
3%
3%
nee, nooit ja, langdurig polsen/handen
heupen/dijen
9%
9%
9%
10%
7%
9%
ja, een enkele keer
13%
21%
12%
15%
21%
18%
nee, nooit
ja, regelmatig
76%
67%
76%
65%
69%
70%
ja, langdurig
1%
2%
1%
7%
4%
3%
ja, regelmatig
2%
5%
4%
9%
10%
6%
ja, een enkele keer
3%
10%
10%
13%
17%
10%
94%
83%
85%
71%
69%
81%
4%
3%
3%
6%
4%
nee, nooit ja, langdurig knieën
enkels/voeten
totaal
ja, langdurig
ja, langdurig boven in de rug
korter dan
8%
12%
13%
15%
15%
12%
ja, een enkele keer
17%
18%
16%
20%
24%
19%
nee, nooit
ja, regelmatig
75%
66%
69%
62%
56%
65%
ja, langdurig
2%
5%
4%
6%
5%
5%
ja, regelmatig
12%
15%
10%
10%
16%
13%
ja, een enkele keer
23%
22%
16%
21%
18%
20%
nee, nooit
63%
58%
71%
63%
61%
62%
75
Tabel B3.33 Had u de afgelopen 12 maanden last van uw….. naar soort dienstverband parttime, fulltime
nek
schouders
boven in de rug
onder in de rug
ellebogen
enkels/voeten
76
totaal
5%
7%
9%
5%
7%
18%
16%
20%
11%
18%
ja, een enkele keer
28%
24%
23%
25%
25%
nee, nooit
49%
53%
48%
59%
50%
ja, langdurig
4%
9%
8%
5%
7%
ja, regelmatig
17%
11%
17%
11%
16%
ja, een enkele keer
25%
21%
28%
23%
25%
nee, nooit
54%
58%
47%
61%
52%
ja, langdurig
4%
7%
3%
4%
4%
ja, regelmatig
13%
5%
13%
7%
11%
ja, een enkele keer
21%
29%
22%
19%
22%
nee, nooit
63%
59%
61%
70%
63%
ja, langdurig
10%
11%
8%
10%
9%
ja, regelmatig
23%
13%
21%
15%
20%
ja, een enkele keer
31%
43%
31%
31%
32%
nee, nooit
36%
32%
40%
45%
38%
ja, langdurig
1%
2%
4%
1%
2%
ja, regelmatig
2%
1%
6%
1%
4%
ja, een enkele keer
9%
11%
7%
5%
8%
87%
85%
83%
93%
86%
2%
2%
6%
2%
4%
7%
9%
12%
6%
9%
ja, een enkele keer
15%
18%
17%
28%
18%
nee, nooit
77%
70%
65%
65%
69%
5%
1%
3%
ja, regelmatig
ja, langdurig
knieën
hulpkracht
ja, regelmatig
ja, langdurig
heupen/dijen
vast
ja, langdurig
nee, nooit
polsen/handen
flexitime
2% 4%
5%
9%
2%
6%
ja, een enkele keer
12%
14%
9%
8%
11%
nee, nooit
ja, regelmatig
82%
82%
77%
90%
81%
ja, langdurig
4%
3%
4%
3%
4%
ja, regelmatig
14%
6%
12%
13%
12%
ja, een enkele keer
18%
22%
19%
19%
19%
nee, nooit
64%
68%
65%
66%
65%
ja, langdurig
3%
2%
6%
4%
4%
ja, regelmatig
13%
18%
12%
15%
14%
ja, een enkele keer
16%
29%
19%
25%
20%
nee, nooit
68%
51%
63%
56%
62%
Tabel B3.34 Had u de afgelopen 12 maanden last van uw…..… naar functie
techniek en
nek
schouders
onder in de rug
knieën
enkels/voeten
maak, hore-
de/staf of
heid
logistiek
9%
8%
6%
8%
7%
7%
ja, regelmatig
10%
22%
16%
19%
17%
19%
18%
ja, een enkele keer
21%
27%
22%
24%
24%
30%
25%
nee, nooit
zwembad ca of winkel administratie
Totaal
67%
42%
55%
51%
50%
43%
50%
ja, langdurig
1%
7%
9%
8%
8%
6%
7%
ja, regelmatig
12%
17%
16%
16%
13%
19%
15%
ja, een enkele keer
27%
32%
22%
23%
28%
23%
25%
nee, nooit
60%
44%
53%
54%
52%
52%
52%
4%
6%
2%
3%
7%
4%
4%
8%
17%
14%
10%
9%
11%
11%
ja, een enkele keer
24%
18%
23%
22%
27%
17%
22%
nee, nooit
ja, regelmatig
65%
59%
62%
66%
58%
68%
63%
ja, langdurig
7%
10%
6%
13%
10%
8%
10%
ja, regelmatig
24%
18%
17%
20%
21%
19%
20%
ja, een enkele keer
28%
27%
47%
32%
33%
28%
32%
nee, nooit
40%
45%
30%
35%
36%
46%
38%
1%
5%
3%
3%
1%
2%
2%
4%
1%
2%
5%
5%
3%
4%
ja, een enkele keer
12%
6%
13%
7%
8%
8%
8%
nee, nooit
83%
89%
82%
84%
87%
88%
86%
1%
3%
6%
4%
4%
2%
4%
ja, regelmatig
1%
8%
16%
7%
12%
7%
9%
ja, een enkele keer
20%
18%
23%
12%
23%
17%
18%
nee, nooit
77%
71%
56%
76%
62%
74%
69%
3%
2%
5%
4%
2%
3%
3%
ja, regelmatig
ja, langdurig heupen/dijen
recreatie/ver- leidinggeven-
2%
ja, langdurig polsen/handen
maak en
groen
ja, langdurig ellebogen
schoon-
en veilig-
ja, langdurig
ja, langdurig boven in de rug
ontvangst
4%
3%
9%
8%
5%
5%
6%
ja, een enkele keer
16%
10%
11%
11%
12%
6%
10%
nee, nooit
78%
85%
76%
77%
82%
85%
81%
ja, langdurig
6%
1%
7%
4%
3%
2%
4%
ja, regelmatig
13%
8%
7%
16%
14%
9%
12%
ja, een enkele keer
20%
11%
19%
25%
19%
9%
19%
nee, nooit
61%
80%
67%
55%
63%
80%
65%
ja, regelmatig
ja, langdurig
3%
3%
8%
8%
5%
2%
5%
ja, regelmatig
11%
13%
11%
12%
20%
8%
13%
ja, een enkele keer
13%
16%
9%
24%
31%
10%
20%
nee, nooit
73%
67%
72%
56%
44%
80%
62%
77
Tabel B3.35 Had u de afgelopen 12 maanden last van uw….. naar type bedrijf bungalowpark
Nek
schouders
boven in de rug
onder in de rug
ellebogen
polsen/handen
heupen/dijen
knieën
enkels/voeten
ja, langdurig ja, regelmatig ja, een enkele keer nee, nooit ja, langdurig ja, regelmatig ja, een enkele keer nee, nooit ja, langdurig ja, regelmatig ja, een enkele keer nee, nooit ja, langdurig ja, regelmatig ja, een enkele keer nee, nooit ja, langdurig ja, regelmatig ja, een enkele keer nee, nooit ja, langdurig ja, regelmatig ja, een enkele keer nee, nooit ja, langdurig ja, regelmatig ja, een enkele keer nee, nooit ja, langdurig ja, regelmatig ja, een enkele keer nee, nooit ja, langdurig ja, regelmatig ja, een enkele keer nee, nooit
9% 16% 26% 50% 8% 16% 24% 53% 4% 13% 23% 60% 10% 19% 33% 38% 2% 2% 8% 87% 4% 10% 20% 65% 2% 5% 9% 84% 4% 10% 17% 69% 4% 15% 17% 64%
groepsaccamping commodatie
4% 13% 22% 61% 6% 13% 21% 60% 3% 11% 22% 64% 11% 18% 30% 41% 1% 3% 6% 90% 3% 6% 18% 73% 2% 4% 11% 83% 4% 11% 15% 69% 2% 15% 19% 65%
8% 8% 32% 53% 6% 8% 25% 62% 6% 10% 24% 61% 10% 15% 33% 42% 7% 4% 89% 4% 8% 27% 61% 6% 8% 6% 80% 2% 6% 12% 80% 2% 11% 17% 70%
Zweminrichting
ander type bedrijf
7% 21% 24% 48% 6% 17% 28% 49% 4% 10% 23% 62% 10% 21% 30% 38% 3% 5% 8% 84% 4% 8% 18% 70% 3% 7% 11% 79% 3% 14% 22% 60% 7% 12% 21% 61%
6% 26% 29% 39% 6% 17% 28% 49% 4% 8% 26% 62% 8% 19% 34% 39% 3% 7% 90% 1% 11% 22% 66% 3% 1% 6% 90% 1% 13% 14% 72% 5% 9% 24% 61%
Totaal
7% 17% 25% 51% 7% 15% 25% 53% 4% 11% 23% 63% 10% 20% 32% 39% 2% 4% 8% 86% 4% 8% 18% 70% 3% 6% 11% 81% 4% 12% 19% 65% 5% 13% 20% 62%
Tabel B3.36 Hebben de hierboven aangekruiste klachten te maken met uw werk naar geslacht vrouw ja, geheel ja, gedeeltelijk misschien nee Totaal
78
man
totaal
Aantal 72 213 170 160
% 12% 35% 28% 26%
Aantal 34 89 92 109
% 10% 27% 28% 34%
Aantal 106 302 262 269
% 11% 32% 28% 29%
615
100%
324
100%
939
100%
Tabel B3.37 Hebben de hierboven aangekruiste klachten te maken met uw werk naar leeftijd jonger dan 25 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar
Aantal
% Aantal
% Aantal
% Aantal
55 en ouder
% Aantal
Totaal
% Aantal
%
ja, geheel
21
8%
26
15%
23
11%
31
15%
11
10%
112
11%
ja, gedeeltelijk misschien nee
87 65 90
33% 25% 34%
59 46 47
33% 26% 26%
65 63 64
30% 29% 30%
69 70 42
33% 33% 20%
40 31 31
35% 27% 27%
320 275 274
33% 28% 28%
Totaal
263 100%
178 100%
215 100%
212 100%
113 100%
981 100%
Tabel B3.38 Hebben de hierboven aangekruiste klachten te maken met uw werk naar functie horeca, winkel, recreatie/ leidinggevend, zwembad vermaak administratie
techniek en groen
ontvangst en veiligheid
schoonmaak en logistiek
ja, geheel
14%
5%
12%
13%
12%
10%
11%
ja, gedeeltelijk
26%
34%
30%
33%
36%
31%
33%
misschien
34%
36%
34%
22%
24%
31%
28%
nee totaal
totaal
26%
24%
24%
32%
28%
28%
28%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
Tabel B3.39 Hebben de hierboven aangekruiste klachten te maken met uw werk naar jaren in sector werkzaam
ja, geheel
Korter dan 2
2 t/m 5 jaar
6 t/m 9 jaar 10 t/m 15 jaar
16 of langer
totaal
9%
10%
12%
9%
15%
11%
ja, gedeeltelijk
29%
36%
28%
32%
32%
33%
misschien
23%
24%
30%
34%
34%
28%
nee totaal
39%
30%
30%
24%
20%
28%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
Tabel B3.40 Hebben de hierboven aangekruiste klachten te maken met uw werk naar jaren bij bedrijf werkzaam
ja, geheel
korter dan 2
2 t/m 5 jaar
6 t/m 9 jaar 10 t/m15 jaar
16 of langer
totaal
8%
12%
11%
10%
13%
11%
ja, gedeeltelijk
28%
35%
31%
31%
33%
33%
misschien
25%
25%
30%
35%
34%
28%
nee totaal
39%
28%
29%
23%
19%
28%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
Tabel B3.41 Hebben de hierboven aangekruiste klachten te maken met uw werk naar omvang dienstverband 0 uur ja, geheel
1 tot 12 uur
12 tot 20 uur
20 tot 32 uur
32 tot 36 uur
36 tot 40 uur
Totaal
3%
5%
12%
13%
16%
16%
12%
ja, gedeeltelijk
36%
31%
33%
40%
42%
28%
33%
misschien
24%
25%
28%
27%
21%
32%
28%
nee totaal
36%
38%
26%
20%
21%
24%
27%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
79
80
Bijlage 4 Agressie en geweld Tabel B4.1 Afgelopen 12 maanden lichamelijke agressie verblijfsrecreatie aantal 563 35 1 4 1 604
afgelopen jaar niet afgelopen jaar één of meerdere keren iedere 6 maanden één of meerdere keren iedere 3 maanden één of meerdere keren iedere maand één of meerdere keren totaal
% 93% 6% 0% 1% 0% 100%
zweminrichtingen aantal 393 40 6
% 89% 9% 1%
3 442
1% 100%
totaal aantal 956 75 7 4 4 1046
% 91% 7% 1% 0% 0% 100%
Tabel B4.2 Daders laatste keer lichamelijke agressie verblijfsrecreatie niet van toepassing klanten/gasten collega's en/of leiding overig totaal
zweminrichtingen
totaal
aantal
%
aantal
%
aantal
%
576 31 4 5 613
94% 5% 1% 1% 100%
395 47 1 2 443
89% 11% 0% 0% 100%
971 78 5 7 1056
92% 7% 0% 1% 100%
Tabel B4.3 Afgelopen 12 maanden serieus bedreigd verblijfsrecreatie afgelopen jaar niet afgelopen jaar één of meerdere keren iedere 6 maanden één of meerdere keren iedere 3 maanden één of meerdere keren iedere maand één of meerdere keren totaal
zweminrichtingen
TOTAAL
aantal
%
aantal
%
aantal
%
541 47 5 2 4 599
90% 8% 1% 0% 1% 100%
363 58 7 7 3 438
83% 13% 2% 2% 1% 100%
904 105 12 9 7 1037
87% 10% 1% 1% 1% 100%
Tabel B4.4 Daders laatste keer bedreiging verblijfsrecreatie
zweminrichtingen
totaal
aantal
%
aantal
%
aantal
%
niet van toepassing klanten/gasten
555 49
91% 8%
366 71
83% 16%
921 120
88% 11%
collega's en/of leiding overig totaal
6 5 612
1% 1% 100%
4 1 440
1% 0% 100%
10 6 1052
1% 1% 100%
Tabel B4.5 Kengetal blootstelling aan lichamelijke agressie/ serieus bedreiging verblijfsrecreatie false true totaal
zweminrichtingen
totaal
aantal
%
aantal
%
aantal
%
549
87%
359
80%
908
84%
81
13%
90
20%
171
16%
630
100%
449
100%
1079
100%
81
Tabel B4.6 Afgelopen 12 maanden lastig gedrag
afgelopen jaar niet afgelopen jaar één of meerdere keren iedere 6 maanden één of meerdere keren iedere 3 maanden één of meerdere keren iedere maand één of meerdere keren iedere week één of meerdere keren totaal
verblijfsrecreatie zweminrichtingen aantal % aantal % 350 58% 207 47% 144 24% 114 26% 21 3% 28 6% 30 5% 28 6% 41 7% 36 8% 18 3% 25 6% 604 100% 438 100%
totaal aantal % 557 53% 258 25% 49 5% 58 6% 77 7% 43 4% 1042 100%
verblijfsrecreatie zweminrichtingen aantal % aantal % 366 59% 211 48% 190 31% 207 47% 72 12% 26 6% 5 1% 7 2% 616 100% 438 100%
totaal aantal % 577 55% 397 38% 98 9% 12 1% 1054 100%
Tabel B4.7 Daders laatste keer lastig gedrag
niet van toepassing klanten/gasten collega's en/of leiding overig totaal
Tabel B4.8 Letsel en/of klachten ten gevolge van agressie en geweld tijdens het werk Percentages van de werknemers die het afgelopen jaar een of meerdere keren lichamelijke agressie en/of serieuze bedreiging hebben meegemaakt
verblijfsrecreatie zweminrichtingen
totaal
heeft u de afgelopen 12 maanden ten gevolge van lichamelijk geweld:- licht letsel opgelopen
nee ja n.v.t.
65% 6% 29%
83% 3% 13%
75% 5% 21%
- ernstig letsel opgelopen (steekwond, botbreuk, bewusteloosheid, kneuzingen etc) in uw werk?
nee n.v.t.
72% 28%
87% 13%
80% 20%
heeft u de afgelopen 12 maanden ten gevolge van agressie en geweld in uw werk:- wel eens verzuimd van uw werk?
nee ja n.v.t.
77% 1% 22%
85% 6% 9%
81% 4% 15%
- langer dan 4 weken verzuimd van uw werk?
nee ja
77% 1%
90% 1%
84% 1%
n.v.t.
22%
9%
15%
nee ja n.v.t.
57% 19% 23%
60% 31% 9%
59% 26% 16%
- langer dan 4 weken minder goed gefunctioneerd nee in uw werk? ja n.v.t.
72% 4% 24%
86% 5% 9%
80% 4% 16%
- uw plezier in het werk verloren?
nee ja n.v.t.
63% 15% 22%
56% 36% 8%
59% 27% 14%
- serieus overwogen van baan te veranderen?
nee ja n.v.t.
59% 19% 22%
64% 28% 8%
62% 24% 15%
- wel eens minder goed gefunctioneerd in uw werk?
82
Tabel B4.8 Letsel en/of klachten ten gevolge van agressie en geweld tijdens het werk (Vervolg) Percentages van de werknemers die het afgelopen jaar een of meerdere keren lichamelijke agressie en/of serieuze bedreiging hebben meegemaakt
bent u de afgelopen 12 maanden vaak op uw hoede voor agressie en geweld in uw werk? - last van beelden en herinneringen erover, die u niet van u af kunt zetten - bepaalde plaatsen, taken of personen moeten mijden omdat u er angstig van wordt - er niet aan willen denken en/ of er niet over willen praten - schrikreacties bij gebeurtenissen, die lijken op het agressie- en of geweldsincident - neerslachtigheid, als u eraan denkt of er aan herinnerd wordt
nee ja n.v.t. nee ja n.v.t. nee ja n.v.t. nee ja n.v.t. nee ja n.v.t. nee ja n.v.t.
verblijfsrecreatie zweminrichtingen 45% 30% 38% 61% 17% 8% 75% 78% 5% 11% 20% 10% 67% 78% 15% 11% 18% 10% 71% 80% 12% 9% 17% 10% 78% 79% 4% 10% 18% 10% 67% 76% 15% 14% 18% 10%
totaal 37% 50% 13% 77% 9% 15% 73% 13% 14% 76% 10% 13% 79% 7% 14% 72% 15% 14%
Tabel 4.9 Kengetal beperkingen door agressie en geweld verblijfsrecreatie zweminrichting false true totaal
totaal
aantal
%
aantal
%
aantal
%
65 16 81
80% 19% 100%
60 30 90
67% 34% 100%
125 46 171
73% 27% 100%
Tabel 4.10 Kengetal posttraumatische klachten door agressie en geweld verblijfsrecreatie zweminrichting aantal 71 10 81
false true totaal
% 88% 12% 100%
aantal 76 14 90
% 84% 15% 100%
totaal aantal 147 24 171
% 86% 14% 100%
Tabel B4.11 Maatregelen verblijfsrecreatie zweminrichtingen
totaal
heeft werkgever maatregelen genomen om agressie en geweld te voorkomen/verminderen
nee ja weet niet
26% 25% 49%
15% 50% 35%
21% 36% 43%
heeft u informatie gekregen over wat te doen
nee ja weet niet
40% 35% 25%
31% 53% 16%
36% 43% 21%
nee ja
55% 21%
43% 40%
50% 29%
weet niet
23%
17%
21%
wilt u een cursus omgaan met agressie en geweld volgen
83
Tabel B4.12 Afgelopen 12 maanden lichamelijke agressie naar geslacht vrouw aantal 614 37 4 655
niet 1 keer 2 keer of vaker totaal
man aantal 297 34 11 342
% 94% 6% 1% 100%
totaal aantal 911 71 15 997
% 87% 10% 3% 100%
% 91% 7% 2% 100%
Tabel B4.13 Afgelopen 12 maanden lichamelijke agressie naar functie techniek en groen
ontvangst en veiligheid
schoonmaak en logistiek
88% 9% 3% 103
90% 8% 2% 131
98% 2%
Niet 1 keer 2 keer of vaker totaal
horeca, winkel, recreatie leidinggevend/ zwembad /vermaak administratie
86% 10% 3% 260
105
95% 5%
95% 5%
258
170
totaal 91% 7% 1% 1054
Tabel B4.14 Afgelopen 12 maanden lichamelijke agressie naar soort dienstverband fulltime niet 1 keer 2 keer of vaker totaal
aantal 272 28 7
flexitime
% aantal 89% 120 9% 8 2%
307 100%
parttime, vast
% aantal 94% 395 6% 27 6
128 100%
hulpkracht
% Aantal 92% 129 6% 8 1% 1
428 100%
totaal
% Aantal 93% 916 6% 71 1% 14
138 100%
% 92% 7% 1%
1001 100%
Tabel B4.15 Afgelopen 12 maanden lichamelijke agressie naar type bedrijf
Niet 1 keer 2 keer of vaker N Totaal
bungalowpark 95% 4% 1% 375 100%
camping 91% 8% 1% 299 100%
groepsaccommodatie
zweminrichting
ander bedrijf
97% 1% 1% 72 100%
89% 9% 2% 470 100%
93% 7% 99 100%
Totaal 92% 7% 1% 1029 100%
Tabel B4.16 Afgelopen 12 maanden lichamelijke agressie naar omvang organisatie niet 1 keer 2 keer of vaker totaal
1 t/m 4 88% 10% 1% 77
5 /m 9 92% 8% 137
10 /m 19 93% 6% 2% 197
20 t/m 49 90% 8% 2% 339
50 t/m 99 90% 8% 2% 149
100 of meer 95% 4% 1% 139
Tabel B4.17 Afgelopen 12 maanden serieus bedreigd naar geslacht vrouw niet 1 keer 2 keer of vaker totaal
84
man
totaal
aantal 586
% 90%
aantal 280
% 83%
aantal 866
% 88%
54 9
8% 1%
42 17
12% 5%
96 26
10% 3%
649
100%
339
100%
988
100%
totaal 91% 7% 1% 1038
Tabel B4.18 Afgelopen 12 maanden serieus bedreigd techniek en groen
ontvangst en veiligheid
schoonmaak en logistiek
86% 9% 5% 103
81% 15% 5% 131
99% 1%
niet 1 keer 2 keer of vaker totaal
horeca, winkel, recreatie leidinggevend/ zwembad /vermaak administratie
80% 16% 5% 257
95
93% 6% 1% 254
90% 8% 1% 167
totaal
87% 10% 3% 1034
Tabel B4.19 Afgelopen 12 maanden serieus bedreigd naar soort dienstverband fulltime aantal
flexitime parttime, vast
% aantal
niet 1 keer 2 keer of vaker
256 34 16
totaal
306 100%
84% 11% 5%
113 11 3
% aantal 89% 9% 2%
127 100%
372 43 6
hulpkracht
% Aantal 88% 10% 1%
421 100%
128 9 1
totaal
% Aantal 93% 7% 1%
138 100%
869 97 26
% 88% 10% 3%
992 100%
Tabel B4.20 Afgelopen 12 maanden serieus bedreigd naar type bedrijf
Niet 1 keer 2 keer of vaker N totaal
bungalowpark
camping
groepsaccommodatie
zweminrichting
ander bedrijf
Totaal
89% 9% 2% 373 100%
90% 9% 2% 297 100%
91% 6% 3% 70 100%
82% 13% 4% 467 100%
88% 11% 1% 98 100%
87% 10% 3% 1020 100%
Tabel B4.21 Afgelopen 12 maanden serieus bedreigd naar omvang organisatie niet 1 keer 2 keer of vaker totaal
1 t/m 4
5 t/m 9
10 t/m 19
20 t/m 49
50 t/m 99
100 of meer
totaal
91% 8% 1% 77
89% 10% 1% 136
91% 7% 2% 194
85% 11% 4% 336
82% 14% 4% 147
88% 10% 2% 139
87% 10% 3% 1029
% 54% 27% 20% 100%
totaal Aantal 534 246 175 955
% 56% 26% 18% 100%
Tabel B4.22 Afgelopen 12 maanden lastig gedrag naar geslacht
Niet 1 keer 2 keer of vaker Totaal
vrouw aantal 361 160 111 632
% 57% 25% 18% 100%
man aantal 173 86 64 323
Tabel B4.23 Afgelopen 12 maanden lastig gedrag naar functie techniek en groen
niet 1 keer 2 keer of vaker totaal
69% 18% 13% 100
ontvangst en schoonmaak en veiligheid logistiek
47% 31% 22% 125
79% 15% 6% 95
horeca, winkel, recreatie leidinggevend/ administratie zwembad /vermaak
40% 33% 28% 236
53% 29% 17% 248
70% 16% 14% 165
85
totaal 56% 26% 18% 996
Tabel B4.24 Afgelopen 12 maanden lastig gedrag naar soort dienstverband fulltime
flexitime
aantal
% aantal
niet 1 keer 2 keer of vaker
168 64 59
58% 22% 20%
totaal
291 100%
68 29 24
parttime, vast % aantal
56% 24% 20%
121 100%
hulpkracht
% Aantal
232 111 68
56% 27% 17%
411 100%
64 44 25
totaal % Aantal
48% 33% 19%
133 100%
532 248 176
% 56% 26% 18%
956 100%
Tabel B4.25 Afgelopen 12 maanden lastig gedrag naar type bedrijf
bungalowpark
camping
groepsaccommodatie
zweminrichting
ander bedrijf
totaal
niet 1 keer
60% 25%
58% 24%
64% 21%
49% 28%
61% 24%
56% 26%
2 keer of vaker
15%
17%
14%
23%
15%
19%
N totaal
363
289
70
443
93
982
100%
100%
100%
100%
100%
100%
Tabel B4.26 Afgelopen 12 maanden lastig gedrag naar omvang organisatie 1 t/m 4
5 t/m 9
10 t/m 19
20 t/m 49
50 t/m 99
100 of meer
totaal
niet
76%
61%
59%
48%
51%
57%
56%
1 keer
15%
28%
26%
31%
23%
19%
26%
9%
10%
15%
21%
26%
23%
19%
74
134
190
321
138
134
991
2 keer of vaker totaal
Tabel B4.27 Maatregelen werkgever naar type bedrijf
bungalowpark
camping
groepsaccommodatie
Zweminrichting
Ander typebedrijf
totaal
nee
25%
24%
24%
16%
17%
21%
ja
21%
30%
24%
49%
32%
36%
weet niet
54%
46%
52%
35%
51%
43%
353
290
66
457
94
983
100%
100%
100%
100%
100%
100%
totaal
Tabel B4.28 Maatregelen werkgever naar omvang organisatie 1 t/m 4
5 t/m 9
10 t/m 19
20 t/m 49
50 t/m 99
100 of meer
Totaal
nee
43%
29%
20%
18%
13%
21%
21%
ja
21%
28%
34%
44%
40%
28%
36%
weet niet
36%
43%
46%
38%
46%
51%
43%
N Totaal
86
67
137
191
327
141
130
993
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
Tabel B4.29 Informatie van werkgever incident lichamelijke agressie 1 keer 2 keer of vaker
niet
totaal
aantal
%
aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
nee ja weet niet
330 378 202
36% 42% 22%
26 40 6
36% 56% 8%
5 9 1
33% 60% 7%
361 427 209
36% 43% 21%
totaal
910
100%
72
100%
15
100%
997
100%
Tabel B4.30 Informatie van werkgever incident serieuze bedreiging niet
1 keer
2 keer of vaker
totaal
aantal
%
aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
nee ja weet niet
318 349 193
37% 41% 22%
31 60 12
30% 58% 12%
11 15 2
39% 54% 7%
360 424 207
36% 43% 21%
totaal
860
100%
103
100%
28
100%
991
100%
Tabel B4.31 Informatie van werkgever incident lastig gedrag 1 keer 2 keer of vaker
niet
totaal
aantal
%
aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
nee ja weet niet
203 186 133
39% 36% 25%
85 122 46
34% 48% 18%
59 102 22
32% 56% 12%
347 410 201
36% 43% 21%
totaal
522
100%
253
100%
183
100%
958
100%
Tabel B4.32 Informatie van werkgever naar type bedrijf
bungalowpark
groepsaccommodatie
camping
zweminrichting ander type bedrijf
totaal
nee
37%
40%
40%
31%
41%
36%
ja
36%
37%
32%
52%
38%
43%
weet niet
28%
23%
28%
17%
22%
21%
N totaal
356
290
68
461
96
993
100%
100%
100%
100%
100%
100%
Tabel B4.33 Informatie van werkgever naar omvang organisatie 1 t/m 4
5 t/m 9
10 t/m 19
20 t/m 49
50 t/m 99
100 of meer
totaal
nee
55%
40%
36%
34%
32%
33%
36%
ja
26%
35%
44%
49%
43%
42%
43%
weet niet
19%
25%
21%
17%
25%
25%
21%
67
137
191
327
141
130
993
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
N totaal
87
Tabel B4.34 Wilt u een cursus omgaan met agressie en geweld volgen? incident met lichamelijke agressie niet
1 keer
2 keer of vaker
totaal
aantal
%
aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
Nee
458
51%
28
38%
3
21%
489
50%
Ja weet niet
246 191
27% 21%
36 10
49% 14%
9 2
64% 14%
291 203
30% 21%
totaal
895
100%
74
100%
14
100%
983
100%
Tabel B4.35 Wilt u een cursus omgaan met agressie en geweld volgen? incident met serieuze bedreiging niet
1 keer
2 keer of vaker % Aantal
totaal
aantal
%
aantal
% Aantal
nee
448
53%
29
28%
10
36%
487
50%
%
ja
222
26%
51
50%
16
57%
289
30%
weet niet
177
21%
23
22%
2
7%
202
21%
totaal
847
100%
103
100%
28
100%
978
100%
Tabel B4.36 Wilt u een cursus omgaan met agressie en geweld volgen? incident met lastig gedrag niet
1 keer
2 keer of vaker % Aantal
totaal
aantal
%
aantal
% Aantal
nee
297
58%
115
46%
63
35%
475
50%
%
ja weet niet
103 115
20% 22%
84 50
34% 20%
84 31
47% 17%
271 196
29% 21%
totaal
515
100%
249
100%
178
100%
942
100%
Tabel B4.37 Wilt u een cursus volgen naar type bedrijf groepsaccommodatie zweminrichting
ander type bedrijf
totaal
44%
54%
50%
12%
39%
24%
29%
23%
26%
18%
21%
21%
283
66
456
94
979
100%
100%
100%
100%
100%
bungalowpark
camping
nee
54%
55%
62%
ja
22%
22%
weet niet
24% 356 100%
N totaal
Tabel B4.38 Wilt u een cursus volgen naar omvang organisatie 1 t/m 4
5 t/m 9
10 t/m 19
20 t/m 49
50 t/m 99
100 of meer
totaal
nee
66%
55%
55%
43%
47%
53%
50%
ja
18%
26%
23%
40%
29%
23%
29%
weet niet
16%
20%
23%
18%
24%
24%
21%
67
137
191
327
141
130
993
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
N totaal
88
Bijlage 5 Fysische werkomstandigheden Tabel B5.1 Oordeel werkomgeving zweminrichtingen
totaal
altijd
4%
10%
vaak soms
23% 49%
35% 40%
nooit
23%
15%
altijd vaak soms nooit
9% 23% 44% 23%
16% 30% 37% 17%
altijd vaak
9% 17%
5% 9%
soms nooit
32% 42%
28% 58%
altijd
3%
2%
vaak soms
8% 28%
5% 29%
nooit
62%
63%
te veel chloor
altijd vaak soms nooit
8% 12% 46% 34%
4% 7% 29% 59%
te vochtig
altijd vaak soms nooit
26% 22% 27% 25%
12% 13% 25% 49%
te koud
altijd vaak soms nooit
1% 7% 27% 65%
1% 5% 32% 62%
te warm
altijd vaak soms nooit
27% 33% 33% 7%
16% 27% 40% 17%
altijd
12%
7%
vaak
26%
19%
soms
47%
42%
nooit
15%
32%
temperatuur werkplek goed
ventilatie werkplek goed
galm van geluid
lawaai van machines
benauwde omgeving
89
Tabel B5.2 Getroffen maatregelen door werkgever zweminrichtingen
totaal
temperatuur goed te regelen
nee ja weet niet
57% 19% 23%
52% 30% 17%
ventilatieroosters aanwezig
nee ja weet niet
23% 58% 19%
25% 58% 18%
nee ja
12% 62%
28% 45%
weet niet
26%
27%
nee
10%
26%
ja weet niet
62% 28%
45% 29%
nee ja weet niet
38% 20% 42%
39% 22% 39%
nee bedrijf doet voldoende voor prettig binja nenklimaat weet niet
33%
31%
44% 23%
45% 24%
nee bedrijf doet voldoende om geluidsoverja last te beperken weet niet
19% 49% 32%
15% 54% 31%
nee bedrijf doet voldoende om blootstelling ja aan chloor te beperken weet niet
16%
10%
58%
57%
25%
33%
aanvoer lucht mechanisch geregeld
afvoer lucht mechanisch geregeld
voorzien van geluidsisolatie
Tabel B5.3 Temperatuur op werkplek is goed naar functie zwembad personeel Altijd vaak soms nooit totaal
aantal 6 45 123 57 231
% 3% 20% 53% 25% 100%
overig personeel aantal 13 59 95 45 212
% 6% 28% 45% 21% 100%
Tabel B5.4 Ventilatie op werkplek is goed naar functie zwembad personeel altijd vaak soms nooit totaal
90
aantal 17 54 105 53 229
overig personeel % 7% 24% 46% 23% 100%
aantal 24 49 90 48 211
% 11% 23% 43% 23% 100%
Tabel B5.5 Last van galm van geluid naar functie zwembad personeel
overig personeel
aantal
%
aantal
%
altijd
25
11%
16
8%
vaak
58
25%
17
8%
soms
80
35%
59
28%
nooit
68
29%
117
56%
totaal
231
100%
211
100%
Tabel B5.6 Lawaai van machines naar functie zwembad personeel
overig personeel
aantal
%
aantal
%
altijd
6
3%
5
2%
vaak
21
9%
12
6%
soms
65
29%
57
27%
nooit
135
60%
134
64%
totaal
227
100%
208
100%
Tabel B5.7 Last van te veel chloor naar functie zwembad personeel
overig personeel
aantal
%
aantal
%
altijd
22
10%
14
7%
vaak
39
17%
15
7%
soms
128
56%
73
35%
nooit
39
17%
108
51%
totaal
228
100%
210
100%
Tabel B5.8 Te koud naar functie zwembad personeel aantal
overig personeel %
aantal
% 1%
altijd
2
1%
2
vaak
24
11%
7
3%
soms
65
29%
53
26%
nooit
137
60%
145
70%
totaal
228
100%
207
100%
Tabel B5.9 Te warm naar functie zwembad personeel
overig personeel
aantal
%
aantal
%
altijd
66
28%
55
26%
vaak
84
36%
65
31%
soms
70
30%
75
35%
nooit
12
5%
18
9%
totaal
232
100%
213
100%
91
Tabel B5.10 Te benauwd naar functie zwembad personeel
overig personeel
aantal
%
AANTAL
%
31
13%
22
11%
vaak
65
28%
51
24%
soms
105
45%
101
48%
altijd
nooit
31
13%
35
17%
totaal
232
100%
209
100%
Tabel B5.11 Temperatuur goed te regelen naar functie zwembad personeel nee
overig personeel
aantal
%
aantal
%
125
54%
129
61%
ja
45
19%
41
20%
weet niet
62
27%
40
19%
232
100%
210
100%
totaal
Tabel B5.12 Voorzien van geluidsisolatie naar functie zwembad personeel
overig personeel
aantal
%
aantal
%
nee
82
36%
84
41%
ja
51
23%
35
17%
weet niet
93
41%
88
43%
226
100%
207
100%
totaal
Tabel B5.13 bedrijf doet voldoende voor prettig binnenklimaat naar functie zwembad personeel nee ja weet niet totaal
overig personeel
aantal
%
aantal
%
78
34%
67
32%
101
44%
90
43%
49
22%
54
26%
228
100%
211
100%
Tabel B5.14 bedrijf doet voldoende om geluidsoverlast te beperken naar functie zwembad personeel nee ja weet niet totaal
92
overig personeel
aantal
%
aantal
%
48
21%
34
16%
110
49%
103
50%
69
30%
70
34%
227
100%
207
100%
Tabel B5.15 Oordeel over werkomgeving naar geslacht vrouw temperatuur werkplek goed
ventilatie werkplek goed
galm van geluid
lawaai van machines
te veel chloor
te vochtig
te koud
te warm
benauwde omgeving
man
totaal
altijd
3%
7%
5%
vaak
23%
24%
23%
soms
53%
42%
49%
nooit
21%
27%
23%
altijd
8%
12%
9%
vaak
22%
26%
23%
soms
45%
46%
45%
nooit
25%
17%
22%
altijd
6%
17%
9%
vaak
15%
21%
17%
soms
35%
23%
32%
nooit
43%
39%
42%
altijd
2%
3%
3%
vaak
6%
13%
8%
soms
28%
26%
28%
nooit
64%
58%
62%
altijd
7%
12%
8%
vaak
13%
11%
13%
soms
44%
50%
45%
nooit
36%
27%
34%
altijd
23%
32%
26%
vaak
23%
20%
22%
soms
28%
27%
28%
nooit
27%
20%
25%
altijd
1%
1%
1%
vaak
7%
8%
7%
soms
28%
24%
27%
nooit
64%
67%
65%
altijd
26%
29%
27%
vaak
35%
30%
34%
soms
31%
35%
32%
nooit
7%
6%
7%
altijd
12%
10%
12%
vaak
28%
25%
27%
soms
46%
48%
46%
nooit
15%
16%
15%
93
Tabel B5.16 Oordeel over werkomgeving naar leeftijd jonger dan 25 temperatuur werkplek goed
ventilatie werkplek goed
galm van geluid
lawaai van machines
te veel chloor
te vochtig
te koud
te warm
benauwde omgeving
94
25 t/m 34 jaar
35 t/m 44 jaar
45 t/m 54 jaar
55 en ouder
totaal
altijd
2%
2%
4%
5%
12%
4%
vaak
27%
24%
23%
24%
14%
23%
soms
48%
53%
48%
46%
58%
49%
nooit
23%
21%
25%
25%
16%
23%
altijd
11%
6%
8%
11%
10%
9%
vaak
23%
27%
26%
21%
21%
24%
soms
48%
45%
41%
44%
45%
44%
nooit
19%
21%
25%
25%
24%
23%
altijd
6%
13%
7%
13%
10%
9%
vaak
17%
15%
15%
18%
26%
17%
soms
25%
31%
38%
36%
21%
32%
nooit
53%
41%
40%
34%
43%
42%
altijd
1%
3%
4%
4%
vaak
8%
6%
7%
10%
5%
8%
soms
25%
29%
22%
32%
35%
28%
nooit
66%
61%
67%
54%
60%
62%
altijd
6%
10%
6%
13%
5%
8%
vaak
15%
17%
10%
7%
22%
12%
soms
43%
43%
48%
49%
41%
46%
nooit
36%
30%
36%
31%
32%
33%
altijd
28%
32%
17%
27%
33%
26%
vaak
15%
22%
24%
26%
23%
22%
soms
27%
21%
33%
27%
20%
27%
nooit
29%
25%
27%
19%
25%
25%
2%
1%
2%
altijd
3%
1%
vaak
6%
11%
5%
8%
8%
7%
soms
20%
27%
32%
31%
23%
27%
nooit
74%
60%
62%
59%
69%
65%
altijd
25%
30%
25%
29%
30%
27%
vaak
34%
33%
39%
31%
26%
34%
soms
36%
27%
30%
33%
35%
32%
nooit
5%
10%
6%
7%
9%
7%
altijd
12%
16%
11%
12%
12%
12%
vaak
21%
24%
30%
29%
29%
27%
soms
58%
43%
46%
39%
44%
46%
nooit
10%
17%
14%
20%
15%
15%
Tabel B5.17 Oordeel over werkomgeving naar aantal jaren werkzaam in sector
temperatuur werkplek goed
ventilatie werkplek goed
galm van geluid
lawaai van machines
te veel chloor
te vochtig
te koud
korter dan 2
2 t/m 5 jaar
altijd
8%
2%
vaak
54%
soms
27%
nooit
11 t/m 15 jaar
16 of langer
totaal
5%
4%
5%
4%
19%
34%
16%
17%
23%
56%
40%
51%
51%
50%
11%
22%
22%
29%
28%
23%
altijd
27%
6%
11%
8%
6%
9%
vaak
30%
20%
32%
26%
18%
23%
soms
35%
52%
38%
38%
45%
45%
nooit
8%
22%
20%
28%
31%
23%
altijd
5%
7%
11%
10%
14%
10%
vaak
5%
15%
11%
24%
26%
17%
Soms
16%
34%
40%
29%
31%
32%
nooit
73%
44%
38%
37%
30%
41%
altijd
3%
3%
5%
3%
vaak
3%
5%
9%
8%
12%
8%
soms
14%
23%
34%
46%
30%
28%
nooit
81%
69%
56%
46%
53%
62%
6%
11%
8%
14%
8%
vaak
3%
12%
14%
16%
13%
12%
soms
24%
46%
45%
59%
49%
46%
nooit
73%
36%
31%
16%
24%
33%
altijd
6%
27%
26%
25%
31%
26%
vaak
8%
21%
25%
29%
26%
23%
soms
31%
27%
26%
25%
29%
28%
nooit
56%
25%
23%
20%
15%
24%
2%
1%
altijd
altijd
3%
vaak
te warm
benauwde omgeving
6 t/m 10 jaar
6%
8%
8%
9%
7%
soms
22%
24%
32%
26%
32%
27%
nooit
78%
70%
57%
66%
57%
65%
altijd
11%
25%
24%
35%
35%
28%
vaak
19%
39%
30%
35%
33%
34%
soms
49%
31%
38%
25%
28%
32%
nooit
22%
5%
8%
4%
4%
6%
altijd
5%
10%
15%
18%
13%
12%
vaak
14%
27%
22%
31%
32%
27%
soms
49%
52%
45%
35%
43%
47%
nooit
32%
10%
18%
16%
12%
15%
95
Tabel B5.18 Oordeel over werkomgeving naar aantal jaren werkzaam bij bedrijf
temperatuur werkplek goed
ventilatie werkplek goed
galm van geluid
lawaai van machines
te veel chloor
te vochtig
te koud
te warm
benauwde omgeving
96
korter dan 2
2 t/m 5 jaar
6 t/m 10 jaar
11 t/m 15 jaar
16 of langer
Totaal
altijd
6%
2%
6%
4%
5%
4%
vaak
49%
22%
25%
18%
14%
24%
soms
35%
52%
47%
52%
53%
49%
nooit
10%
24%
22%
26%
28%
23%
altijd
25%
5%
11%
12%
5%
9%
vaak
31%
24%
25%
20%
19%
23%
soms
33%
48%
43%
37%
49%
45%
nooit
10%
23%
22%
31%
27%
23%
altijd
4%
8%
11%
12%
13%
9%
vaak
6%
16%
9%
26%
28%
17%
soms
27%
31%
42%
24%
33%
32%
nooit
63%
44%
38%
38%
25%
41%
altijd
2%
3%
2%
4%
3%
vaak
4%
7%
8%
10%
11%
8%
soms
20%
23%
35%
41%
32%
28%
nooit
73%
67%
56%
47%
53%
62%
altijd
2%
7%
11%
8%
13%
8%
vaak
4%
13%
11%
19%
15%
12%
soms
35%
45%
47%
54%
49%
46%
nooit
59%
35%
31%
19%
23%
33%
altijd
13%
28%
27%
18%
32%
25%
vaak
8%
20%
27%
36%
26%
23%
soms
33%
27%
25%
24%
28%
27%
nooit
46%
25%
22%
22%
14%
25%
3%
1%
vaak
2%
8%
5%
10%
10%
7%
soms
20%
26%
30%
29%
32%
27%
nooit
78%
67%
63%
61%
56%
65%
altijd
10%
26%
28%
30%
39%
27%
vaak
27%
37%
32%
34%
31%
34%
soms
47%
30%
32%
34%
28%
33%
nooit
16%
6%
8%
2%
3%
7%
altijd
6%
11%
14%
16%
14%
12%
vaak
12%
27%
25%
34%
31%
26%
soms
53%
49%
47%
28%
49%
47%
nooit
29%
13%
14%
22%
7%
15%
altijd
3%
Tabel B5.19 Oordeel over werkomgeving naar omvang dienstverband
0 uren temperatuur werkplek goed
altijd vaak soms
ventilatie werkplek goed
galm van geluid
lawaai van machines
te veel chloor
43%
te koud
te warm
benauwde omgeving
12 tot 20 uur
20 tot 32 uur
5%
5%
1%
20%
19%
31%
32 tot 36 uur
36 tot 40 uur
totaal
7%
4%
19%
20%
23%
48%
46%
53%
48%
57%
51%
49%
nooit
9%
29%
24%
20%
24%
22%
23%
altijd
13%
10%
11%
7%
10%
8%
9%
vaak
39%
20%
17%
33%
24%
18%
23%
soms
43%
48%
45%
41%
33%
48%
45%
nooit
4%
23%
27%
20%
33%
28%
23%
altijd
4%
6%
4%
12%
5%
21%
10%
vaak
13%
14%
17%
18%
25%
21%
17%
soms
26%
28%
38%
34%
30%
31%
32%
nooit
57%
52%
41%
36%
40%
26%
41%
3%
3%
6%
3%
altijd vaak
9%
6%
4%
7%
10%
15%
8%
soms
13%
25%
33%
29%
52%
25%
28%
nooit
78%
69%
59%
61%
38%
54%
61%
altijd
4%
5%
8%
12%
5%
13%
8%
14%
10%
16%
14%
11%
12%
vaak
te vochtig
minder dan 12
soms
52%
47%
47%
38%
57%
53%
47%
nooit
43%
34%
35%
34%
24%
24%
32%
altijd
29%
23%
22%
32%
38%
26%
26%
vaak
10%
21%
26%
20%
14%
30%
23%
soms
29%
31%
25%
26%
29%
28%
28%
nooit
33%
24%
26%
23%
19%
16%
23%
3%
1%
altijd
2%
vaak
5%
4%
10%
9%
5%
9%
7%
soms
27%
19%
26%
33%
48%
30%
27%
nooit
68%
77%
65%
56%
48%
58%
64%
altijd
4%
34%
24%
30%
24%
27%
28%
vaak
35%
32%
38%
34%
29%
32%
34%
soms
52%
28%
30%
29%
43%
37%
32%
nooit
9%
7%
8%
7%
5%
4%
6%
12%
14%
13%
14%
11%
12%
altijd vaak
9%
23%
31%
25%
29%
30%
26%
soms
83%
50%
39%
50%
48%
42%
48%
nooit
9%
15%
15%
12%
10%
16%
14%
97
Tabel B5.20 Oordeel over werkomgeving naar omvang organisatie
1 t/m 4 temperatuur werkplek goed
20%
11%
2%
4%
6%
40%
32%
24%
22%
21%
31%
24%
soms
40%
43%
54%
47%
49%
54%
49%
14%
19%
26%
25%
15%
23%
21%
10%
8%
6%
29%
26%
21%
28%
31%
24%
altijd
60%
36%
47%
44%
44%
54%
44%
nooit
20%
14%
18%
27%
22%
15%
23%
altijd
20%
7%
6%
10%
11%
8%
9%
18%
20%
17%
15%
8%
17%
soms
40%
32%
30%
31%
32%
46%
32%
nooit
40%
43%
43%
42%
42%
38%
42%
altijd
20%
3%
1%
4%
8%
3%
4%
6%
10%
1%
8%
7%
soms
20%
30%
28%
29%
25%
31%
28%
nooit
60%
67%
63%
59%
69%
54%
62%
4%
11%
9%
6%
8%
8%
11%
13%
13%
31%
12%
54%
44%
47%
50%
15%
46%
altijd vaak
20%
soms nooit te vochtig
te koud
43%
34%
31%
32%
46%
33%
altijd
80%
7%
23%
28%
29%
31%
26%
vaak
29%
26%
22%
22%
8%
23%
soms
20%
29%
24%
29%
29%
15%
27%
nooit
80%
36%
26%
21%
21%
46%
25%
8%
1%
altijd
1%
vaak
te warm
benauwde omgeving
98
9%
20%
vaak
te veel chloor
4%
soms
vaak
lawaai van machines
totaal
vaak
vaak
galm van geluid
100 of meer
altijd
nooit ventilatie werkplek goed
5 t/m 9 10 t/m 19 20 t/m 49 50 t/m 99
16%
5%
6%
8%
7%
soms
40%
43%
20%
26%
32%
31%
27%
nooit
60%
57%
64%
68%
62%
54%
65%
altijd
21%
28%
29%
26%
23%
27%
vaak
21%
27%
38%
37%
15%
33% 33%
soms
40%
43%
36%
30%
32%
38%
nooit
60%
14%
8%
4%
5%
23%
7%
altijd
4%
11%
13%
14%
15%
12%
vaak
29%
20%
29%
29%
8%
26%
soms
40%
43%
48%
47%
43%
62%
47%
nooit
60%
25%
21%
11%
14%
15%
15%
Tabel B5.21 Getroffen maatregelen door werkgever naar geslacht vrouw
man
nee
60%
55%
58%
ja
18%
25%
20%
weet niet
23%
21%
22%
nee
27%
14%
23%
ja
51%
75%
59%
weet niet
21%
10%
18%
aanvoer lucht mechanisch
nee
13%
9%
12%
geregeld
ja
59%
75%
64%
weet niet
28%
17%
24%
afvoer lucht mechanisch
nee
12%
8%
11%
geregeld
ja
58%
77%
64%
weet niet
30%
15%
26%
nee
38%
41%
39%
ja
17%
28%
20%
weet niet
45%
31%
41%
34%
32%
34%
40%
52%
43%
weet niet
26%
17%
23%
bedrijf doet voldoende om
nee
17%
22%
19%
geluidsoverlast te beperken
ja
48%
54%
50%
weet niet
34%
23%
31%
bedrijf doet voldoende om blootstelling aan chloor te
nee
14%
22%
17%
ja
55%
65%
58%
beperken
weet niet
30%
14%
25%
temperatuur goed te regelen
ventilatieroosters aanwezig
Voorzien van geluidsisolatie
bedrijf doet voldoende voor prettig nee binnenklimaat ja
totaal
Tabel B5.22 Getroffen maatregelen door werkgever naar leeftijd jonger nee ja weet niet nee ventilatieroosters aanwezig ja weet niet nee aanvoer lucht mechanisch ja geregeld weet niet nee afvoer lucht mechanisch ja geregeld weet niet nee voorzien van geluidsisolatie ja weet niet bedrijf doet voldoende voor prettig nee binnenklimaat ja weet niet nee bedrijf doet voldoende om geluidsoverlast te beperken ja weet niet bedrijf doet voldoende om bloot- nee stelling aan chloor te beperken ja weet niet temperatuur goed te regelen
25 t/m 34 jaar
35 t/m
45 t/m
dan 25
44 jaar
54 jaar ouder
54% 18% 28% 16% 62% 23% 6% 48% 46% 5% 49% 45% 22% 23% 56% 34% 48% 19% 14% 57% 29% 21% 56% 23%
51% 21% 29% 18% 53% 29% 13% 59% 29% 13% 59% 29% 40% 21% 39% 35% 32% 32% 23% 41% 36% 26% 44% 31%
50% 23% 27% 24% 58% 18% 10% 66% 24% 8% 65% 27% 38% 16% 47% 27% 46% 28% 16% 50% 34% 12% 59% 29%
68% 17% 15% 28% 59% 12% 13% 72% 16% 11% 69% 19% 46% 23% 31% 37% 44% 19% 21% 46% 33% 11% 67% 22%
99
55 en totaal 66% 20% 15% 32% 49% 20% 24% 64% 12% 21% 67% 12% 59% 15% 27% 36% 41% 23% 29% 48% 24% 20% 59% 22%
58% 19% 23% 23% 58% 19% 11% 62% 26% 10% 62% 28% 38% 20% 42% 33% 43% 23% 19% 49% 32% 17% 58% 25%
Tabel B5.23 Getroffen maatregelen door werkgever naar aantal jaren werkzaam in sector
temperatuur goed te regelen
nee ja weet niet ventilatieroosters aanwezig nee ja weet niet aanvoer lucht mechanisch gere- nee geld ja weet niet afvoer lucht mechanisch geregeld nee ja weet niet voorzien van geluidsisolatie nee ja weet niet bedrijf doet voldoende voor prettig nee binnenklimaat ja weet niet bedrijf doet voldoende om genee luidsoverlast te beperken ja weet niet bedrijf doet voldoende om bloot- nee stelling aan chloor te beperken ja weet niet
Korter dan 2
2 t/m 5 jaar
6 t/m 10 jaar
11 t/m 15jaar
35% 30% 35% 16% 62% 22% 14% 30% 57% 9% 32% 59% 25% 17% 58% 17% 64% 19% 11% 65% 24% 6% 67% 28%
62% 16% 22% 21% 53% 25% 11% 56% 33% 10% 55% 35% 35% 18% 47% 35% 38% 27% 14% 52% 34% 16% 55% 28%
55% 17% 28% 34% 55% 11% 16% 66% 19% 15% 68% 18% 41% 19% 40% 30% 50% 20% 18% 49% 33% 13% 65% 22%
53% 25% 22% 20% 63% 18% 14% 69% 18% 14% 66% 20% 32% 28% 40% 35% 39% 25% 28% 34% 38% 20% 51% 29%
16 of totaal langer 66% 18% 17% 25% 63% 11% 9% 81% 10% 8% 80% 12% 51% 20% 29% 39% 41% 19% 27% 44% 29% 21% 59% 19%
59% 19% 23% 24% 58% 19% 12% 63% 26% 10% 63% 27% 39% 20% 42% 34% 43% 23% 19% 49% 32% 17% 58% 25%
Tabel B5.24 Getroffen maatregelen door werkgever naar aantal jaren werkzaam bij bedrijf
temperatuur goed te regelen
nee ja weet niet ventilatieroosters aanwezig nee ja weet niet aanvoer lucht mechanisch gere- nee geld ja weet niet afvoer lucht mechanisch geregeld nee ja weet niet voorzien van geluidsisolatie nee ja weet niet bedrijf doet voldoende voor prettig nee binnenklimaat ja weet niet bedrijf doet voldoende om genee luidsoverlast te beperken ja weet niet bedrijf doet voldoende om bloot- nee stelling aan chloor te beperken ja weet niet
100
korter dan 2
2 t/m 5 jaar
6 t/m 10 jaar
11 t/m 15 jaar
37% 29% 35% 14% 63% 22% 10% 41% 49% 7% 48% 46% 23% 19% 57% 19% 63% 19% 10% 61% 29% 10% 63% 27%
63% 16% 22% 23% 54% 24% 11% 57% 32% 11% 55% 35% 36% 18% 47% 34% 41% 26% 15% 52% 33% 16% 57% 27%
57% 21% 22% 31% 59% 10% 14% 70% 16% 13% 69% 18% 47% 16% 37% 32% 49% 19% 20% 48% 32% 15% 66% 19%
58% 28% 14% 18% 66% 16% 14% 74% 12% 12% 74% 14% 36% 32% 32% 44% 38% 18% 35% 39% 27% 20% 52% 28%
16 of Totaal langer 60% 17% 23% 30% 59% 11% 11% 80% 9% 10% 79% 11% 51% 21% 28% 36% 38% 26% 24% 42% 34% 20% 57% 23%
58% 19% 22% 24% 58% 19% 12% 63% 26% 11% 63% 27% 39% 20% 42% 33% 44% 23% 19% 49% 32% 16% 59% 25%
Tabel B5.25 Getroffen maatregelen door werkgever naar omvang dienstverband 0 uren Minder 12 tot 20 tot 32 32 tot dan 12 20 uur 36 uur uur uur temperatuur goed te regelen
nee ja weet niet ventilatieroosters aanwezig nee ja weet niet aanvoer lucht mechanisch geregeld nee ja weet niet afvoer lucht mechanisch geregeld nee ja weet niet voorzien van geluidsisolatie nee ja weet niet bedrijf doet voldoende voor prettig binnenkli- nee maat ja weet niet bedrijf doet voldoende om geluidsoverlast te nee beperken ja weet niet bedrijf doet voldoende om blootstelling aan nee chloor te beperken ja weet niet
52% 13% 35% 17% 65% 17% 13% 43% 43% 14% 45% 41% 23% 27% 50% 18% 50% 32% 9% 70% 22% 9% 52% 39%
36 t/m 40 uur
totaal
63% 25% 13% 21% 66% 13% 16% 76% 8% 12% 81% 8% 49% 32% 19% 39% 49% 12% 26% 54% 20% 20% 66% 14%
58% 19% 22% 24% 58% 18% 12% 63% 25% 11% 63% 27% 39% 20% 41% 34% 43% 24% 19% 49% 31% 17% 58% 25%
1 t/m 4 5 t/m 10 20 50 t/m 99 100 9 t/m t/m of 19 49 meer
Totaal
58% 14% 28% 28% 51% 21% 13% 53% 34% 12% 50% 38% 36% 16% 48% 34% 41% 25% 14% 52% 34% 19% 57% 24%
59% 16% 25% 30% 52% 18% 9% 60% 31% 10% 58% 32% 37% 18% 45% 40% 29% 31% 21% 42% 37% 11% 54% 35%
57% 24% 20% 17% 61% 22% 9% 73% 18% 9% 71% 20% 39% 18% 43% 26% 52% 22% 21% 46% 33% 18% 59% 23%
57% 29% 14% 19% 71% 10% 10% 67% 24% 10% 65% 25% 43% 14% 43% 29% 43% 29% 20% 40% 40% 15% 60% 25%
Tabel B5.26 Getroffen maatregelen door werkgever naar omvang organisatie
temperatuur goed te regelen
nee ja weet niet ventilatieroosters aanwezig nee ja weet niet aanvoer lucht mechanisch geregeld nee ja weet niet afvoer lucht mechanisch geregeld nee ja weet niet voorzien van geluidsisolatie nee ja weet niet bedrijf doet voldoende voor prettig binnenkli- nee maat ja weet niet bedrijf doet voldoende om geluidsoverlast te nee beperken ja weet niet bedrijf doet voldoende om blootstelling aan nee chloor te beperken ja weet niet
20% 60% 20% 20% 60% 20% 40% 60% 50% 25% 25% 60% 40% 40% 60% 33% 33% 33% 25% 50%
50% 59% 58% 36% 17% 18% 14% 24% 24% 18% 22% 25% 64% 57% 57% 18% 20% 18% 11% 13% 10% 59% 65% 64% 30% 22% 26% 11% 11% 8% 59% 62% 64% 30% 27% 27% 40% 37% 38% 24% 18% 21% 36% 45% 41% 22% 31% 35% 59% 49% 40% 19% 20% 25% 7% 26% 18% 70% 43% 49% 22% 32% 32% 7% 17% 17% 68% 62% 57%
25% 25% 21% 26%
60% 16% 23% 24% 58% 18% 12% 62% 26% 11% 63% 26% 39% 17% 44% 37% 38% 25% 18% 47% 36% 14% 58%
62% 31% 8% 15% 69% 15% 23% 38% 38% 31% 31% 38% 38% 31% 31% 23% 46% 31% 8% 62% 31% 33% 42%
58% 20% 23% 23% 58% 19% 12% 62% 26% 11% 62% 27% 39% 20% 41% 33% 43% 23% 19% 49% 32% 17% 58%
29% 25%
25%
101
102
Bijlage 6 Vragenlijst
103
104
Vragenlijst medewerkers Verblijfsrecreatie en Zweminrichtingen
B2888/mei 2004
105
Copyright Fysieke Belasting © 2002, TNO / LOCOmotion / SKB / vhp producten BV, Hoofddorp / Bennekom / Amsterdam / Den Haag Agressie en Geweld © 2002, IVP / SKB , Zaltbommel / Amsterdam Verzuim © 2002, AStri / Research voor Beleid, Leiden / Leiden Fysische werkomstandigheden © 2004, Research voor Beleid, Leiden
Alle rechten voorbehouden. Deze uitgave mag niet worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op een andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Hoewel bij de uitgave de uiterste zorg is nagestreefd kan voor de aanwezigheid van eventuele (druk-) fouten en/of onvolledigheden niet worden ingestaan en aanvaarden de auteurs en uitgever derhalve geen aansprakelijkheid.
Dit is een anoniem onderzoek. De gegevens die u verstrekt worden uitsluitend gebruikt voor statistisch onderzoek op het gebied van arbeid en gezondheid.
106
Inleiding Deze vragenlijst is bedoeld voor werknemers in de sector Verblijfsrecreatie en Zweminrichtingen. De vragenlijst is opgesteld om de werkomstandigheden in kaart te brengen. Goede werkomstandigheden dragen bij aan het werkplezier en zijn belangrijk om gezond te blijven. Door mee te doen aan dit onderzoek kunt u een bijdrage leveren aan het verbeteren van de werkomstandigheden in de sector Verblijfsrecreatie en Zweminrichtingen. In 2004 wordt door de werkgevers- en werknemersverenigingen in uw branche samen met het Ministerie van Sociale Zaken een ‘arboplusconvenant’ ondertekend. In dit arboplusconvenant worden afspraken gemaakt die ervoor moeten zorgen dat de werkomstandigheden in de sector verbeteren. De resultaten van dit onderzoek worden onder meer gebruikt om te bepalen welke werkomstandigheden vooral aandacht verdienen. Deze vragenlijst bevat onder andere vragen over uw werkhouding, handelingen en uw werkomgeving. De vragen hebben betrekking op uw eigen werkplek. Als u de keuze tussen de antwoordmogelijkheden moeilijk vindt, kies dan het antwoord dat u het beste vindt passen bij uw werksituatie. Het invullen van de vragen neemt ongeveer 15 minuten van uw tijd in beslag. WILT U BIJ HET INVULLEN VAN DE VRAGENLIJST EEN BLAUW OF ZWART SCHRIJVENDE PEN GEBRUIKEN?
Hoe vult u de vragenlijst in?
·
Aankruisen van antwoorden. De meeste vragen kunt u beantwoorden door het antwoord van uw keuze als volgt aan te kruisen: ⌧ (het vakje niet helemaal inkleuren!).
·
Wilt u een antwoord corrigeren dan dient u het foutief aangekruiste hokje volledig op te vullen ν en een ander hokje van uw keuze aan te kruisen ⌧.
·
Soms wordt gevraagd om een getal in te vullen in een vakje. Schrijf dan één cijfer per vakje, zodat het hele cijfer binnen het vakje komt. Bijvoorbeeld: Wat is uw lengte? centimeter
Eén of meer antwoorden Op de meeste vragen kan maar één antwoord worden gegeven. Indien op een vraag meer antwoorden mogelijk zijn, staat dat nadrukkelijk bij de vraag vermeld. Doorverwijzing Soms kunt u één of meer vragen overslaan. In dat geval staat achter het aangekruiste antwoord - of na de vraag - met welke vraag u verder dient te gaan. Na het invullen kunt u de vragenlijst in bijgevoegde antwoordenvelop naar ons terugsturen. Een postzegel is niet nodig. We stellen het op prijs als u de vragenlijst voor 30 juni 2004 terug kunt sturen.
Mocht u nog vragen hebben over het onderzoek of over het invullen van de vragenlijst dan kunt u bellen naar 071 - 525 3835 of e-mailen naar:
[email protected]. Succes met invullen van de vragenlijst en alvast bedankt voor uw medewerking!
107
108
1 PERSOONSGEGEVENS Wilt bij de invulvragen steeds 1 cijfer of BLOKLETTER per hokje invullen en bij keuzevragen het hokje van uw antwoord aankruisen ⌧ ? Wat is uw geboortejaar?
19 Wat is uw geslacht? Vrouw Man Wat is de hoogste opleiding die u heeft afgemaakt? basisonderwijs (lagere school) VMBO (LBO/MAVO) HAVO/VWO
middelbaar beroepsonderwijs (MBO) hoger beroepsonderwijs (HBO) wetenschappelijk onderwijs (universiteit)
Hoeveel jaar bent u werkzaam in de sector verblijfsrecreatie en zweminrichtingen? Jaren
Hoeveel jaar bent u werkzaam bij het bedrijf waar u momenteel werkt? Jaren
Wat voor soort dienstverband heeft u? Fulltime Flexitime parttime, vast Hulpkracht Wat is de omvang van uw dienstverband? uren per week (volgens contract)
Werkt u méér uren dan in uw contract is vastgesteld? ja, structureel (vaak) ja, incidenteel (af en toe) nee, nooit (sla de volgende vraag over) Zo ja, hoeveel (extra) uren is dat? (gemiddeld per week) uren per week
Heeft u een leidinggevende functie? Nee Ja
109
2 Tot welke categorie behoren uw werkzaamheden? Indien u meerdere soorten werkzaamheden verricht, kies dan het soort werkzaamheden waar u de meeste uren aan besteedt. (maximaal één antwoord aankruisen) techniek en groen ontvangst en veiligheid schoonmaak en logistiek Zwembad recreatie en vermaak voedsel bereiden en bedienen Winkelverkoop leidinggevend/ staf administratie anders, namelijk (s.v.p uw functie in het vak schrijven)
Bij welk type bedrijf werkt u? (meer antwoorden mogelijk) Bungalowpark camping groepsaccommodatie Zweminrichting anders, namelijk (s.v.p in het vak schrijven)
Hoeveel personen werken er op het bedrijf waar u werkzaam bent? Het gaat om het totaal aantal personeelsleden dat gedurende het hele jaar door op het bedrijf werkt. Als het bedrijf meer dan 1 vestiging heeft, geef dan alleen het aantal werknemers aan van het park/de locatie waar u werkt. 1 tot en met 4 5 tot en met 9 10 tot en met 19 20 tot en met 49 50 tot en met 99 100 of meer
110
3 FYSIEKE BELASTING
Hebben de hierboven aangekruiste klachten te maken met uw werk?
ja, geheel ja, gedeeltelijk misschien nee
Wat was de directe aanleiding van uw klachten?
sportblessure ongeval huidaandoening verrekking of verstuiking snijwond of brandwond aangeboren afwijking reumatische aandoening hernia geen van bovenstaande oorzaken
(meer antwoorden mogelijk)
111
ja, een enkele keer
Had u de afgelopen 12 maanden last (pijn, ongemak) van uw:
ja, regelmatig
Klachten over uw nek, rug en ledematen
ja, langdurig
Onder ‘fysieke belasting’ wordt verstaan de belasting van uw lichaam door uw werkhouding of de handelingen die u in uw werk verricht. Zo kunnen bijvoorbeeld tillen en bukken een belasting vormen voor uw rug.
Moet u in uw werk lasten van meer dan 5 kg: - tillen? - duwen of trekken? - dragen? Moet u in uw werk zeer zware lasten van meer dan 25 kg: - tillen? - duwen of trekken? - dragen? Moet u in uw werk tillen:
-
in een ongemakkelijke houding? met de last ver van het lichaam? met een gedraaid bovenlichaam? met een last boven borsthoogte? met één hand? met een last die slecht is vast te pakken of vast te houden?
Houding Moet u in uw werk buigen of draaien met: - uw bovenlichaam? - uw hoofd/nek? - uw polsen/handen? Moet u in uw werk lang achtereen in een voorovergebogen of gedraaide houding werken met: - uw bovenlichaam? - uw hoofd/nek? - uw polsen/handen? Moet u in uw werk:
-
in ongemakkelijke houdingen werken? langdurig in dezelfde houding werken? ver reiken met uw handen of armen? uw armen geheven houden?
Moet u in uw werk lang achtereen:
-
staan? zitten? lopen? geknield of gehurkt werken?
Repeterende bewegingen Moet u in uw werk vele malen per minuut dezelfde bewegingen maken met: -
112
uw bovenlichaam? uw hoofd/nek? uw arm(en)? uw hand(en)/polsen? uw vingers?
soms
Tillen
regelmatig
(heel) vaak
4
regelmatig
soms
oneens
neutraal
(heel) vaak
5
Kracht, trilling en beweging Moet u in uw werk: - kracht zetten met uw armen of handen? - stevig knijpen met uw handen? - grote kracht uitoefenen op gereedschappen of apparaten? - Heeft u in het werk trillend(e) gereedschap of apparaten in uw handen? - Rijdt u in het werk in voertuigen? - Moet u in uw werk lichamelijk actief (in beweging) zijn?
minuten per dag
- onder kniehoogte?
ongeveer
minuten per dag
mee oneens
ongeveer
n.v.t.
- boven schouderhoogte?
helemaal
Hoeveel minuten per dag werkt u doorgaans met uw handen? (indien niet van toepassing vul dan een ‘0’ in)
Uw mening over het werk -
Ik vind mijn werk lichamelijk belastend.
-
Aan het eind van een werkdag ben ik lichamelijk erg moe.
- Ik vind dat mijn bedrijf voldoende aandacht besteedt aan het voorkómen van gezondheidsklachten. - In mijn bedrijf zijn voldoende hulpmiddelen en werkmaterialen aanwezig
om lichamelijk gezien gezond te werken. - Ik heb voldoende training ontvangen in het gebruik van hulpmiddelen en werkmaterialen.
- Ik zie er tegenop om op oudere leeftijd uitvoerend werkzaam te blijven in de sector verblijfsrecreatie en zweminrichtingen.
113
6 AGRESSIE EN GEWELD
Als werknemer kunt u te maken krijgen met agressie en geweld op het werk. De volgende vragen hebben betrekking op het aantal eventuele incidenten, de daders en de gevolgen van agressie en geweld. In deze vragenlijst onderscheiden we drie verschillende soorten van agressie en geweld: lichamelijke agressie, serieuze bedreiging en lastig gedrag. Wat het onderscheid is tussen deze drie soorten wordt bij de onderstaande vragen steeds kort uitgelegd.
Lichamelijke agressie Onder ‘lichamelijke agressie’ verstaan wij situaties tijdens uw werk waarin men lichamelijk agressief tegen u was (ongeacht of u daarbij verwondingen opliep). Dat wil zeggen: u bent geslagen, bespuugd, geschopt, vastgegrepen, met voorwerpen bekogeld, gebeten, gekrabd, geduwd, gestoken of gestompt. Hoe vaak heeft u de afgelopen 12 maanden tijdens uw werk een situatie meegemaakt waarin lichamelijke agressie tegen u werd gebruikt? afgelopen jaar niet afgelopen jaar één of meerdere keren iedere 6 maanden één of meerdere keren iedere 3 maanden één of meerdere keren iedere maand één of meerdere keren iedere week één of meerdere keren Als u terugdenkt aan de laatste keer dat tijdens uw werk lichamelijke agressie tegen u werd gebruikt, tot welke categorie behoorden de daders? niet van toepassing klanten / gasten collega’s en/of leiding overig, namelijk (s.v.p in het vak schrijven)
Serieuze bedreiging Het gaat hier om situaties waarin u serieus werd bedreigd tijdens uw werk. Bijvoorbeeld: dat iemand dreigde u iets aan te doen, u fors intimideerde, met een wapen dreigde of met lichamelijk geweld tegen u of uw familieleden, of gedreigd werd u op een ander moment te grazen te nemen. Het gaat hier om bedreigingen, waarbij geen lichamelijke agressie tegen u werd gebruikt. Hoe vaak bent u de afgelopen 12 maanden tijdens uw werk serieus bedreigd? afgelopen jaar niet afgelopen jaar één of meerdere keren iedere 6 maanden één of meerdere keren iedere 3 maanden één of meerdere keren iedere maand één of meerdere keren iedere week één of meerdere keren Als u terugdenkt aan de laatste keer dat u serieus werd bedreigd tijdens uw werk, tot welke categorie behoorden de daders? niet van toepassing klanten / gasten collega’s en/of leiding overig, namelijk (s.v.p in het vak schrijven)
114
7 Lastig gedrag Het gaat hierbij om situaties tijdens uw werk waarin iemand u lastig viel, zonder dat hierbij sprake was van lichamelijke agressie en/of serieuze bedreiging. Bijvoorbeeld: constant treiteren, pesten, negeren, constant afspraken niet nakomen, blijven zeuren, u belachelijk proberen te maken, spullen vernielen in uw bijzijn, zichzelf pijn (dreigen te) doen in uw aanwezigheid, gevolgd worden buiten het werk, uw spullen stelen, u uitschelden of beledigen, discriminerende of ongewenste opmerkingen tegen u maken, u ongewenst aanklampen, provoceren, of zich bij herhaling niet aan de regels houden. Kunt u aangeven hoe vaak u de afgelopen 12 maanden tijdens uw werk te maken heeft gehad met lastig gedrag? afgelopen jaar niet afgelopen jaar één of meerdere keren iedere 6 maanden één of meerdere keren iedere 3 maanden één of meerdere keren iedere maand één of meerdere keren iedere week één of meerdere keren Als u terugdenkt aan de laatste keer dat u te maken had met lastig gedrag tijdens uw werk, tot welke categorie behoorden de daders? niet van toepassing klanten / gasten collega’s en/of leiding overig, namelijk (s.v.p in het vak schrijven)
Letsel en/of klachten ten gevolge van agressie en geweld Onderstaande vragen hebben betrekking op letsel en/of klachten ten gevolge van agressie en geweld tijdens het werk. Denkt u hierbij aan de incidenten die u (mogelijk) de afgelopen 12 maanden heeft meegemaakt. nee ja n.v.t. Heeft u de afgelopen 12 maanden ten gevolge van lichamelijk geweld: - licht letsel opgelopen (schaafwonden, blauwe plekken, bloedneus, blauw oog etc.) in uw werk? - ernstig letsel opgelopen (steekwond, botbreuk, bewusteloosheid, kneuzingen etc.) in uw werk? Heeft u de afgelopen 12 maanden ten gevolge van agressie en geweld in uw werk: - u zich wel eens ziek moeten melden op uw werk? - langer dan 4 weken verzuimd van uw werk? - wel eens minder goed gefunctioneerd in uw werk? - langer dan 4 weken minder goed gefunctioneerd in uw werk? - uw plezier in het werk verloren? - serieus overwogen van baan te veranderen? Bent u de afgelopen 12 maanden vaak op uw hoede voor agressie en geweld in uw werk? Heeft u als gevolg van agressie- of geweldsincidenten die u de afgelopen 12 maanden in uw werk heeft meegemaakt, op dit moment nog één of meer van de volgende klachten? - last van beelden en herinneringen over het incident, die u niet van u af kunt zetten. - bepaalde plaatsen, taken of personen vermijden omdat u er angstig van wordt. - er niet aan willen denken en/of er niet over willen praten - schrikreacties bij gebeurtenissen die lijken op het agressie- en of geweldsincident. - neerslachtigheid, als u eraan denkt of er aan herinnerd wordt. nee Maatregelen - Heeft uw werkgever maatregelen genomen om agressie en geweld op het werk te voorkomen of te verminderen? - Heeft u van uw werkgever informatie gekregen over wat u moet doen als u agressie en/of geweld ondervindt? - Wilt u een training ‘omgaan met agressie’ volgen?
ja weet niet
115
8 ZIEKTEVERZUIMGEGEVENS Ziekteverzuim afgelopen jaar (de laatste 12 maanden) Onder ziekteverzuim wordt ook verstaan: minder uren of dagen werken dan normaal wegens ziekte, ongeval of andere gezondheidsredenen (niet volledig kunnen werken, bijvoorbeeld halve dagen). Normaal zwangerschapsverlof wordt niet als ziekte opgevat. Hoe lang heeft u zich in totaal gedurende de afgelopen 12 maanden wegens ziekte, ongeval of andere gezondheidsredenen van uzelf ziek gemeld? 0 dagen (de rest van de vragen over ziekteverzuim hoeft u niet in te vullen minder dan 1 week 1 week of meer, namelijk weken
ga door naar pagina 13)
Hoe vaak heeft u zich gedurende de afgelopen 12 maanden wegens ziekte, ongeval of andere gezondheidsredenen van uzelf ziek gemeld? keer Hoe lang was de langste aaneengesloten periode in de afgelopen 12 maanden dat u zich ziek heeft gemeld wegens ziekte, ongeval of andere gezondheidsredenen van uzelf? minder dan 1 week 1 tot en met 6 weken 7 tot en met 13 weken
14 tot en met 26 weken 27 tot en met 51 weken alle 12 maanden
Met wat voor soort klachten heeft u zich in de afgelopen 12 maanden wegens ziekte, ongeval of andere gezondheidsredenen van uzelf ziek gemeld? (meer antwoorden mogelijk) rugklachten klachten nek, schouders, armen, polsen, handen klachten heup, benen,knieën, voeten psychische klachten, overspannen, burnout conflict op het werk klachten hart- en vaatstelsel overige klachten, namelijk (s.v.p in
klachten luchtwegen klachten maag of darmen huidklachten, allergie klachten oren, ogen griep, verkoudheid
het vak schrijven)
Heeft u de indruk dat één of meer van deze klachten het gevolg waren van het werk dat u deed? ja, hoofdzakelijk gevolg van mijn werk ja, voor een deel gevolg van mijn werk nee, geen gevolg van mijn werk (u kunt de volgende vraag overslaan) weet niet Zo ja, door welke omstandigheden in uw werk werden deze klachten (voor een deel) veroorzaakt? (meer antwoorden mogelijk) werkdruk, werkstress emotioneel te zwaar (door omgaan met gasten, klanten etc.) lichamelijk te zwaar (tillen, lang staan, sjouwen, gebruik zware of trillende apparaten etc.) langdurig dezelfde handelingen verrichten, langdurig achter de computer werken problemen met leiding, werkgever problemen met collega’s of ondergeschikten problemen met gasten / klanten problemen met geluid, temperatuur, luchtvochtigheid, chloor of andere chemische stoffen geweld, seksuele intimidatie bedrijfsongeval anders, namelijk (s.v.p in het vak schrijven)
116
9 Houdt uw ziekteverzuim verband met een langdurige aandoening, ziekte of handicap? ja nee Bent u op dit moment wegens ziekte, ongeval of andere gezondheidsredenen van uzelf niet aan het werk? ja, ik werk momenteel helemaal niet nee, ik werk wel maar minder uren dan normaal nee, ik werk het normaal aantal uren maar wel aangepast werk nee, ik ben gewoon aan het werk
Let op: de volgende vragen hebben betrekking op de laatste 2 maanden.
Ziekteverzuim afgelopen 2 maanden (de laatste 8 weken) Heeft u gedurende de afgelopen 2 maanden wegens ziekte, ongeval of andere gezondheidsredenen van uzelf het werk verzuimd? ja nee (ga door naar pagina 13) Hoe vaak heeft u gedurende afgelopen 2 maanden wegens ziekte, ongeval of andere gezondheidsredenen van uzelf het werk verzuimd? keer
Hoeveel werkdagen heeft u gedurende de afgelopen 2 maanden wegens ziekte, ongeval of andere gezondheidsredenen van uzelf het werk verzuimd? (Tel alleen de dagen waarop u normaal gesproken zou werken, dus niet de tussenliggende vrije dagen) werkdagen
117
10 FYSISCHE WERKOMSTANDIGHEDEN
Ook het klimaat (bijvoorbeeld de temperatuur of luchtvochtigheid) en het geluid op uw werkplek maken deel uit van uw werkomstandigheden en bepalen of u uw werk in een gezonde omgeving kunt doen. We willen graag weten hoe u deze omstandigheden in uw eigen werkomgeving beoordeelt. Werkomgeving Onderstaande vragen hebben betrekking op uw werkomgeving. Wilt u aangeven hoe vaak de volgende omstandigheden op uw werkplek van toepassing zijn? altijd
-
De temperatuur op mijn werkplek is goed
-
De ventilatie op mijn werkplek is goed In mijn werk heb ik last van een hinderlijke galm van geluid In mijn werk heb ik last van hinderlijk lawaai door machines, apparaten of installaties
-
In mijn werk heb ik last van een te veel aan chloor (of andere chemische stoffen) in de lucht In mijn werk heb ik last van een vochtige omgeving In mijn werk heb ik last van een te koude omgeving In mijn werk heb ik last van een te warme omgeving In mijn werk heb ik last van een benauwde omgeving
-
vaak
nee Getroffen maatregelen door werkgever - De temperatuur op mijn werkplek is goed te regelen -
Op mijn werkplek zitten ventilatieroosters in muren, ramen of daken De aanvoer van lucht is mechanisch geregeld De afvoer van lucht is mechanisch geregeld Mijn werkplek is voorzien van geluidsisolatie Vindt u dat uw bedrijf voldoende doet om een prettig binnenklimaat (een goede luchtkwaliteit) te realiseren?
- Vindt u dat uw bedrijf voldoende doet om geluidsoverlast tot een minimum te beperken? - Vindt u dat uw bedrijf voldoende doet om blootstelling aan chloor tot een minimum te beperken?
Dit is het einde van de vragenlijst. Hartelijk dank voor het invullen!
Mocht u geïnteresseerd zijn in de resultaten van het onderzoek: op de website www.cao-verblijfsrecreatie.nl kunt u in het najaar een samenvatting van het rapport downloaden waarin de resultaten staan beschreven.
118
soms nooit
ja
weet niet
Research voor Beleid Schipholweg 13 - 15 Postbus 985 2300 AZ Leiden telefoon: (071) 5253737 telefax: (071) 5253702 e-mail:
[email protected] www.researchvoorbeleid.nl
119