Nieuwsbrief Wijzigingen in wet- en regelgeving Arbeidsomstandigheden e
Periode: 1 kwartaal 2012 (14 januari 2012 – 13 april 2012)
In de aangegeven periode zijn wijzigingen doorgevoerd in wet- en regelgeving. Deze wijzigingen kunnen relevant zijn voor uw organisatie. In deze nieuwsbrief zijn de wijzigingen uitgewerkt in vier categorieën: 1. Vervallen wetgeving 2. Nieuwe wetgeving 3. Gewijzigde wetgeving 4. Toekomstige eisen en/of overig nieuws
1. Vervallen wetgeving
Bouwbesluit 2003. Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Gebruiksbesluit). SZW-lijst van kankerverwekkende stoffen en processen (kankerverwekkende stoffenlijst) SZW-lijst van mutagene stoffen (mutagene stoffenlijst) Niet-limitatieve lijst van voor de voortplanting giftige stoffen (reprotoxische stoffenlijst)
Deze vervallen wetgeving is vervangen door nieuwe of gewijzigde wetgeving en komt in categorie 2 en/of 3 aan de orde.
2. Nieuwe wetgeving
Bouwbesluit 2012 (inwerkingtreding: 1 april 2012) Een groot aantal bestaande voorschriften over het (ver)bouwen, gebruiken en slopen van gebouwen en andere bouwwerken is samengevoegd in een geheel nieuw Bouwbesluit: het Bouwbesluit 2012. Dit nieuwe besluit komt in de plaats van het Bouwbesluit 2003, het Gebruiksbesluit en een aantal voorschriften uit de gemeentelijke bouwverordeningen. De grootste verandering is dat er voortaan één set technische voorschriften over het (ver)bouwen, gebruiken en slopen van gebouwen en andere bouwwerken zal zijn. Bovendien zijn deze voorschriften qua systematiek, begrippen en begripsbepalingen beter op elkaar afgestemd. Dit besluit is in werking getreden op 1 april 2012, met uitzondering van de eisen ten aanzien van plasbranden (brand bij lekkage van brandbare vloeistoffen in het water, bijvoorbeeld bij een botsing tussen 2 schepen, van toepassing bij nieuwbouw naast het water), energie en duurzaamheid en veilig gebouwonderhoud. Deze eisen worden op 1 juli 2012 van kracht. Het Bouwbesluit 2012 is van toepassing bij nieuwbouw, verbouw, sloop etc. Bovendien staan hierin, afhankelijk van de gebruiksfunctie, de specifieke eisen met betrekking tot nooduitgangen, toiletten, luchtverversing etc. en niet meer in de Arbeidsomstandighedenwetgeving. SZW-lijsten kankerverwekkende stoffen/processen en mutagene stoffen (inwerkingtreding: januari 2012) In afdeling 2 van het Arbeidsomstandighedenbesluit staan aanvullende voorschriften ten aanzien van kankerverwekkende of mutagene stoffen en kankerverwekkende processen. Dit begint met artikel 4.11, de definities van wat daaronder verstaan wordt en hierbij wordt verwezen naar een Europese richtlijn. Om te verduidelijken welke stoffen hier bedoeld worden, heeft het Ministerie van SZW januari jl. in de Staatscourant de meest recente versie gepubliceerd van de lijst met kankerverwekkende en mutagene stoffen (categorie 1 en 2) en processen. Niet-limitatieve lijst van voor de voortplanting giftige stoffen (inwerkingtreding: januari 2012) Voor gevaarlijke stoffen die zijn geclassificeerd als 'voor de voortplanting giftig' en/of 'kan schadelijk zijn via borstvoeding' geldt een aanvullende registratieplicht als bedoeld in artikel 4.2a, tweede lid van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Ter verduidelijking van de vraag om welke stoffen het hier in ieder geval gaat, heeft het Ministerie van SZW in januari 2012 in de Staatscourant een nieuwe niet-limitatieve lijst gepubliceerd. Ook hiervan wordt tweemaal per jaar de meest recente versie gepubliceerd in de Staatscourant en is de laatste versie van de lijst te vinden op http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/gevaarlijkestoffen.
3. Gewijzigde wetgeving Beleidsregel 33 asbestboetes (inwerkingtreding: 20 januari 2012) In beleidsregel 33 van de Arbeidsomstandighedenwetgeving wordt een onderscheid aangebracht tussen overtredingen waarvoor direct een boete kan worden opgelegd, overtredingen die als ernstig worden aangemerkt (waarbij ook direct een boete wordt opgelegd) en overige overtredingen. Dit onderscheid brengt met zich dat naarmate het gevaar voor de veiligheid en gezondheid van werknemers groter wordt overtredingen zwaarder zullen worden bestraft. In dit besluit wordt een aantal overtredingen op het terrein van de asbestverwijdering door niet-gecertificeerde asbestbedrijven uit de risicoklasse 2 en 3, die ondergebracht waren in de lijst van overtredingen waarvoor direct een boete kan worden opgelegd, overgeheveld naar de lijst van ernstige overtredingen. Hierdoor kan aan niet gecertificeerde asbestbedrijven in vergelijking tot voor de invoering van dit besluit een verdubbeling van de boete worden gerealiseerd voor de in dit besluit vermelde overtredingen. Beleidsregel Arbocatalogi 2010 (inwerkingtreding: 21 februari 2012) In artikel 3 zijn de arbocatalogi van de onderstaande branches gewijzigd. Het betreft meestal het toevoegen van een (aantal) deelarbocatalogi. Deze deelarbocatalogi zijn door de Arbeidsinspectie respectievelijk de Inspectie SZW marginaal getoetst en voldoen voor de daarin vermelde risico's. Voor de betreffende branches zijn de nieuwe deelcatalogi gecombineerd met de deelcatalogi die reeds eerder waren getoetst en gepubliceerd. De actualisering van getoetste catalogi vindt in principe tweemaandelijks plaats. Voor de arbocatalogi die voldoen aan de marginale toets wordt - indien mogelijk (soms is bijvoorbeeld een wachtwoord vereist) - een link geplaatst op de internetpagina www.arboportaal.nl. De wijzigingen betreffen ditmaal de arbocatalogi van de volgende branches: • Banden- en wielen • Personenauto- en bedrijfsautobedrijven • Bioscoopbedrijf • Publieke omroep • Caravan- en camperbedrijven en motorenrevisie • Railinfra • Jeugdzorg • Recreatie • Kinderopvang • Tank- en wasstations • Kunsteducatie • Tapijt- en textielindustrie • Metaalbewerking en metalektro • Verpleeg-, verzorgingshuizen en thuiszorg • Mode- en interieurindustrie • Vlakglas • Natuursteen • Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening • Particuliere beveiliging Wijzigingsverordening REACH (inwerkingtreding: 18 februari 2012) In de bijlage XVII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 zijn een aantal wijzigingen aangebracht en zijn er een aantal vermeldingen aan toegevoegd. Voorbeeld van zo’n toegevoegde vermelding is loodchromaat: kankerverwekkend (categorie 1B), giftig voor de voortplanting (categorie 1A), uiterste aanvraagdatum 21 november 2013, verbodsdatum 21 februari 2015. Besluit risico’s zware ongevallen (inwerkingtreding: 7 maart 2012) Onder inrichtingen die aangewezen waren als mijnbouwwerken, vielen ook inrichtingen voor de ondergrondse opslag van gevaarlijke stoffen. Hierdoor waren ze uitgesloten van de werking van het BRZO 1999, een hiaat op het punt van de ondergrondse opslag van gevaarlijke stoffen. Artikel 2, onderdeel b, van het BRZO 1999 wordt aangepast, zodat inrichtingen voor de ondergrondse opslag van gevaarlijke stoffen niet langer worden uitgesloten van de werking van het BRZO 1999. De uitzondering heeft nu alleen nog betrekking op het opsporen en winnen van delfstoffen. Ook is bepaald dat verschillende veiligheidsrapporten mogen worden gecombineerd tot één rapport. Het combineren van rapporten wordt in de richtlijn expliciet toegestaan. Arbeidsomstandighedenbesluit en Drinkwaterbesluit (inwerkingtreding 2 april 2012) In het Arbobesluit en het Drinkwaterbesluit werd verwezen naar het Bouwbesluit 2003. Per 1 april 2012 is het Bouwbesluit 2003 ingetrokken en trad het Bouwbesluit 2012 in werking. De wijzigingen betreffen uitsluitend aanpassingen van verwijzingen en redactionele wijzigingen. Vuurwerkbesluit (inwerkingtreding: 1 juli 2012) De vuurwerkramp in Enschede is in 2002 aanleiding geweest voor het aanscherpen van wet- en regelgeving rondom het in- en uitvoeren, opslaan, bewerken, afleveren, het voorhanden hebben en het afsteken van vuurwerk. Naar aanleiding van de evaluatie van het Vuurwerkbesluit in 2007/2008 zijn er nu wijzigingen doorgevoerd om de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid te verbeteren.
Dit wijzigingsbesluit omvat een aantal verduidelijkingen en daarnaast een aantal meer ingrijpende wijzigingen zoals: 1. Verhoging van de meldingsgrens voor opslag van 1.000 kg naar 10.000 kg. 2. Verhoging van de meldingsgrens voor ontbranden van consumentenvuurwerk door professionals van 100 kg naar 200 kg en van theatervuurwerk door professionals van 10 kg naar 20 kg. 3. Verhoging van de verkoophoeveelheid van 10 kg naar 25 kg, en als gevolg daarvan een gelijke wijziging van de hoeveelheid vuurwerk die een consument mag vervoeren en voorhanden hebben. 4. Verhoging van de hoeveelheid vuurwerk in de verkoopruimte van 250 kg naar 500 kg. 5. Toestaan tweede bufferbewaarplaats. Arbobesluit artikel 4.9 (inwerkingtreding: 1 juli 2012) Tegelijk met de wijziging van het Vuurwerkbesluit is ook het Arbeidsomstandighedenbesluit gewijzigd: • De verplichting tot het bijvoegen van een werkplan is vervallen in het Vuurwerkbesluit, omdat dit ook al was verwerkt in het Arbeidsomstandighedenbesluit. In Arbobesluit artikel 4.9 wordt “een vooraf opgesteld werkplan” vervangen door “een aanvulling op de RI&E”. • Het verhogen van de maximale verkoophoeveelheid van 10 kg naar 25 kg in het Vuurwerkbesluit kan leiden tot een zwaardere fysieke belasting voor werknemers van een bedrijf dat vuurwerk verkoopt. Vaak wordt als vuistregel voor het maximale tilgewicht 23 kg aangehouden (NIOSH, geen wettelijk vastgelegde grens). In het geval van tillen van vuurwerkartikelen zal hierbij een rol spelen dat eventuele fysieke belasting slechts kortdurend optreedt (tijdens en rondom de verkoopdagen). Op basis van de RI&E moet de werkgever doeltreffende maatregelen treffen om dat risico/gevaar te beperken. Het verhogen van de verkoophoeveelheid naar 25 kg wordt door de regering daarom ook in het licht van de regels over arbeidsomstandigheden als acceptabel gezien.
4. Toekomstige eisen en/of overige nieuws Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) Sinds januari 2012 zijn de Algemene Inspectiedienst (AID), de Plantenziektekundige Dienst (PD) en de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) samengevoegd tot de NVWA. Alle taken en bevoegdheden van deze voormalige diensten zijn overgegaan naar de NVWA. Evaluatie vereenvoudiging Arbeidstijdenwet In het kader van het Actieprogramma vereenvoudiging SZW-regelgeving is op 1 april 2007 de vereenvoudigde Arbeidstijdenwet (ATW) van kracht geworden. Zoals afgesproken met de 2e kamer zijn 5 jaar na inwerkingtreding de wijzigingen van de ATW geëvalueerd. In de uitkomsten van het evaluatieonderzoek ziet het kabinet vooralsnog geen aanleiding tot (her)aanpassingen van de normeringen en/of de systematiek van de wet. Het doel van de vereenvoudiging was werkgevers en werknemers meer ruimte te geven om in gezamenlijk overleg en op een verantwoordelijke wijze tot maatwerkafspraken over arbeidstijden te komen. Het evaluatieonderzoek wijst uit dat werkgevers en werknemers doorgaans van mening zijn dat de vereenvoudigde ATW voldoende ruimte biedt voor maatwerkafspraken. Praktijkinformatie De volgende Arbo-informatiebladen zijn vervangen door een nieuwe druk: AI-1, AI-6, AI-10, AI-22, AI-32, AI-52. Daarnaast zijn er 4 nieuwe AI-bladen: • AI-57: Nieuwe werkstijlen • AI-58: Machineveiligheid • AI-59: Begrijpelijke werk- en veiligheidsinstructies • AI-60: Kunstmatige optische straling. Verder zijn er onder meer de volgende brochures en rapportages beschikbaar gekomen (o.a. te vinden via de website http://www.inspectieszw.nl/actueel/publicaties/brancheinformatie): • Rapport Brandveiligheid van zorginstellingen (VROM-Inspectie, Inspectie SZW, Inspectie Jeugdzorg en Inspectie Gezondheidszorg, december 2011) • Brochure Handreiking REACH en Arbo (Inspectie SZW, december 2011) • Handhavingsbeleid BRZO 1999 en ARIE (Inspectie SZW, 1 februari 2012) • Inspectierapport ongevallen, voorkomen van ongevallen in kleine bedrijven (Inspectie SZW, november 2011)
• Rapport Keuren een hele hijs, een onderzoek naar de kwaliteit van het keuren van hijskranen (Inspectie
SZW, februari 2012) • Brochure Veilig en gezond werken in de grond-, weg- en waterbouw, Samen de arbeidsrisico’s te lijf
(Inspectie SZW, februari 2012) Gezondheidsraad (grenswaarden staand, geknield en gehurkt werken) De Gezondheidsraad is nagegaan of er grenswaarden kunnen worden bepaald voor staand, geknield en gehurkt werken. Sectoren waar dit vaak voorkomt zijn de agrarische sector, de bouw en de installatie- en schoonmaakbranche. In ons land werken bijna 2,5 miljoen mensen ‘regelmatig’ of ‘heel vaak’ in een staande werkhouding. Daarvan hebben circa 900.000 mensen te maken met geknield of gehurkt werk. Eén van de gevolgen van deze wijze van werken zijn lage rugklachten. Bij ongeveer een kwart van deze mensen met lage rugklachten, kan dit tot chronische klachten leiden waarbij er duidelijk sprake is van nadelige gezondheidseffecten. Op basis van de beschikbare gegevens bleek dat het niet mogelijk is voor staand, geknield en gehurkt werken een niveau aan te geven waarbij geen gezondheidsklachten te verwachten zijn. Voor zowel staand als gehurkt werken was het wel mogelijk om de risico’s op lage rugklachten beter in kaart te brengen. Deze risico’s kunnen als uitgangpunt dienen voor het vaststellen van grenswaarden. Hiervoor is het noodzakelijk een discussie te voeren over welk risico nog aanvaardbaar is. Daarvoor is het opstellen van een normatief kader noodzakelijk. Het hele rapport is te vinden bij de Gezondheidsraad. Persbericht 27 maart 2012 (Inspectie SZW legt 2 bedrijven stil vanwege gevaarlijk werk) De Inspectie SZW heeft in het weekend van 24/25 maart jl. twee bedrijven in Amsterdam stilgelegd vanwege gevaar voor de werknemers. In deze bedrijven, een wasserij en een stomerij, stonden mensen te werken aan onveilige machines; er was sprake van elektrocutiegevaar en er bestond het risico dat mensen in de machines bekneld zouden raken. Ook waren in de werkruimten zwaar giftige stoffen opgeslagen. Verder werd in extreme hitte gewerkt en was de vluchtweg geblokkeerd. Ook heeft onderzoek uitgewezen dat tijdens de schouw acht mensen illegaal aan het werk waren. De inspectie zal boetes opmaken tegen de werkgevers. Nieuwsbericht 22 februari 2012 (Inspectie SZW controleert slooplocaties) Inspectie SZW gaat dit voorjaar controleren op de veiligheid van slooplocaties. De controles zijn onderdeel van de reguliere inspecties van bouwlocaties. De Inspectie kijkt nu vooral naar zaken die bij controles in 2007 onvoldoende geregeld bleken, zoals de bescherming tegen kankerverwekkende kwartsstof en asbest. Ook wordt onder meer gelet op instortingsgevaar en vallend sloopafval. Voor het werk begint, moeten de risico’s, werkmethoden en -volgorde worden vastgelegd in een sloopplan. Vooral als meerdere bedrijven op één locatie werken, zijn hiervoor goede afspraken nodig. Jurisprudentie 201104728/1/H3 (uitspraak Raad van State, 18 januari 2012) Dit betreft een hoger beroep in een zaak waarbij een medewerker asbestsaneringswerkzaamheden verricht, staande op een loopplank op een hoogte van circa 2 m. Bij het naar beneden schuiven van een asbestcementplaat heeft deze werknemer een misstap gemaakt en zijn evenwicht verloren. Hij is daarbij op een golfplaat terecht gekomen, die is gebroken. Hierop is het slachtoffer door het dak gevallen, met ziekenhuisopname tot gevolg. De werkgever heeft ten onrechte geen maatregelen getroffen om valgevaar te voorkomen of de gevolgen daarvan te beperken. Naast maatregelen om niet door het dak te zakken, gaat het ook om maatregelen die een werknemer tegen onverhoopt misstappen of struikelen beschermen. Deze maatregelen hadden moeten worden getroffen, omdat zich in onderlinge samenhang bezien risicoverhogende omstandigheden voordeden. De rechtbank heeft met juistheid geoordeeld dat de werkgever weliswaar terecht heeft gesteld dat, gelet op de hoogte waarop werd gewerkt, het gebruik van een vangnet of vanglijn in dit geval niet doelmatig zou zijn geweest, maar dat zij evenmin andere maatregelen heeft getroffen om valgevaar als hier aan de orde tegen te gaan. Dat uit de verschillende arbocatalogi niet direct kan worden afgeleid welke maatregelen genomen hadden moeten worden, is geen argument gebleken om geen maatregelen te hoeven treffen. De opgelegde boete van € 8.100,- wordt gehandhaafd.
Brief minister SZW aan Tweede Kamer, Visie op het stelsel voor gezond en veilig werken (30 maart 2012) Samengevat schrijft de minister in deze brief: “Een goed stelsel voor gezond en veilig werk zorgt voor gezonde en veilige arbeidsomstandigheden, waarbij werkenden lang vitaal werkzaam en productief zijn en bedrijven concurrerend. Werkgevers, werkenden en de Nederlandse samenleving hebben hier groot belang bij. Het draagt ook bij aan onze welvaart. Het stelsel is onder de loep genomen. Daarbij is zowel naar de regels als de ontwikkelingen op dit terrein gekeken. De uitslag bevestigt dat de eerder in gang gezette koers van meer marktwerking, een sterkere rol voor sociale partners en gericht toezicht, succesvol is. Het kabinet trekt die lijn door en hanteert daarbij de volgende uitgangspunten: meer vertrouwen in burgers en bedrijven; werkgevers en werkenden primair verantwoordelijk voor gezond en veilig werk; terughoudende rol van de overheid. Om bij te dragen aan het vitaal houden van het stelsel ga ik een aantal maatregelen nemen. Zo zal ik de Nederlandse regels nog meer beperken tot wat internationale regels vereisen, zullen algemene doelvoorschriften vaker de plaats innemen van gedetailleerde middelvoorschriften en zal ik stevig handhaven waar regels niet worden nageleefd. In deze brief ga ik eerst in op de uitkomsten van de evaluatie van het stelsel en actuele ontwikkelingen op het terrein van arbeid, economie en technologie. Ik beschrijf de rol van de overheid in het arbostelsel en de beleidskoers. Dit leidt tot een Beleidsagenda voor gezond en veilig werken voor de komende jaren. Ik zal andere partijen in het stelsel betrekken bij de uitvoering van deze agenda. Centraal daarin staan: • verdere vereenvoudiging van wetgeving, • inzetten op concrete grenswaarden op Europees niveau, • bedrijfsgezondheidszorg beter verbinden met de reguliere zorg, • betere instrumenten voor risicobeoordeling en meer zelfregulering, • betrokkenen meer invloed geven bij de concretisering van het beleid, • steviger aanpakken van overtredingen.” Voor eventuele vragen of opmerkingen kunt u contact opnemen met Marcel Neeleman - Arbeidshygiënist Beneluxlaan 901 3526 KK Utrecht
Postbus 30514 3503 AH Utrecht
rah
& veiligheidskundige
M. 06 – 20 41 45 45 E.
[email protected]