Dag- en Verblijfsrecreatie in Nederland
bedrijfschap Horeca en Catering
Inhoud Aandachtspunten
5
1 Inleiding
8
1.1 Dag- en Verblijfsrecreatie in Nederland 1.2 Leeswijzer
2 Verblijfsrecreatie 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Overnachtingen in Nederland Overnachtingen van Nederlanders Vakantie-uitgaven van Nederlanders Overnachtingen van buitenlandse gasten Logiesaccommodaties
3 Dagrecreatie 3.1 Dagtochten van Nederlanders 3.2 Dagtochtuitgaven van Nederlanders 3.3 Dagrecreatieve voorzieningen
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Demografische ontwikkelingen Economische ontwikkelingen Sociaal-culturele ontwikkelingen Politiek-juridische ontwikkelingen Technologische ontwikkelingen
5 Bijlagen 5.1 5.2 5.3 5.4
9 9 9 13 14 17
19 19 20 21
23 23 25 28 32 33
36 Tabellen behorende bij hoofdstuk 2 Tabellen behorende bij hoofdstuk 3 Achtergrondinformatie Deelnemers discussiesessie en geïnterviewde personen
36 41 43 46
bedrijfschap Horeca en Catering
4 Toekomstvisie recreatie
8 8
bedrijfschap Horeca en Catering
Aandachtspunten Cijfermatige ontwikkelingen Verblijfsrecreatie • Het aantal overnachtingen door Nederlanders en buitenlanders in Nederland (op kampeerterreinen, bungalowparken, in groepsaccommodaties en in hotels/pensions) is de afgelopen tien jaar met 20% gestegen tot 125 miljoen in 2003 en zal in de komende jaren verder doorgroeien. De toekomstige groei komt vooral door een toename van het aantal buitenlandse gasten, uit met name Azië en de Verenigde Staten. • Wat bestemmingsprovincie betreft is Gelderland al jaren favoriet bij de Nederlanders en is Zeeland duidelijk aan een opmars bezig. Bij buitenlanders is de provincie NoordHolland (met name Amsterdam) onverminderd populair, maar is Zeeland eveneens in opkomst. • Wat seizoenrecreatieve overnachtingen (op een vaste seizoen- of jaarplaats) van Nederlanders betreft, zijn andere logiesvormen dan de caravan duidelijk in opkomst. Hierbij moet men denken aan bijvoorbeeld een vakantiebungalow of kajuitboot. • De meeste toeristische overnachtingen door Nederlanders vinden plaats in een bungalow en dit aantal is de afgelopen jaren ook gestegen (37 miljoen in 2003). Buitenlandse gasten geven de voorkeur aan een hotel, maar het kamperen wint aan populariteit. • De vakantie-uitgaven van Nederlanders in eigen land zijn vooral in de afgelopen vijf jaar sterk gestegen en bedroegen in 2003 € 1,8 miljard. Dit komt enerzijds door een toename van het aantal overnachtingen en anderzijds door een stijging van de uitgaven per persoon.
Kwalitatieve ontwikkelingen Demografisch • De komende 20 jaar zal de samenstelling van de Nederlandse bevolking aanmerkelijk veranderen. Er komen meer 50-plussers, meer allochtonen en meer éénpersoonshuishoudens. Kansen: • De groeiende groep 50-plussers is een kapitaalkrachtige doelgroep die veelvuldig op vakantie gaat. De recreatiebranche kan beter tegemoet komen aan de behoeften van deze doelgroep door naast het creëren van speciale arrangementen ook te denken aan
bedrijfschap Horeca en Catering
Dagrecreatie • Het aantal dagtochten door Nederlanders in eigen land is de afgelopen tien jaar met 10% gestegen tot ruim 980 miljoen in 2002 en zal in de komende jaren nog iets verder toenemen. • Hoewel sportieve recreatie nog steeds de meest populaire dagtocht is, neemt uitgaan (film, toneel, café, restaurant, enz.) aan belang toe (bijna 225 miljoen dagtochten in 2002). • De totale dagtochtuitgaven bedroegen in 2002 ruim € 11,5 miljard. Vooral tussen 1996 en 2002 zijn de uitgaven aan dagtochten sterk gestegen, wat voor het merendeel komt door de stijging van de uitgaven aan consumpties. Bedacht moet worden dat consumpties niet alleen als onderdeel van een dagtocht, maar ook als afzonderlijke activiteit worden meegeteld. De activiteit 'uitgaan' is alleen al goed voor ruim € 5,- miljard aan uitgaven.
5
het inzetten van oudere werknemers en het aanpassen van horecavoorzieningen (kleinere porties, speciale diëten, enz.). Economisch • De economie lijkt zich op de middellange termijn te herstellen. Vraag is of de recreatiebranche hierin meegaat, op welke termijn en in welk tempo. • Het agrotoerisme lijkt een niet te stoppen ontwikkeling, die onder andere zorgt voor een verbreding van het recreatieaanbod. • De noodzaak tot samenwerking tussen recreatiebedrijven onderling en recreatiebedrijven met derden zal de komende jaren aan belang toenemen. Dit wordt onder meer veroorzaakt door het toenemend recreatieaanbod en de huidige economische situatie. • Het aanbod van Low Cost Carriers (aantal maatschappijen en bestemmingen) blijft groeien. Kansen: • Door het aangaan van samenwerkingsverbanden kunnen ondernemers besparen op bijvoorbeeld inkoop- en promotiekosten. Daarnaast is men door krachtenbundeling beter in staat om consumenten naar zich toe te trekken. • Enerzijds kiezen Nederlanders door de goedkope vliegtickets vaker voor Europese bestemmingen. Anderzijds maken Low Cost Carriers minder bekende gebieden in Nederland toegankelijker voor buitenlandse toeristen. Daarnaast zal het zakelijk vliegverkeer in Europa toenemen omdat het ook voor het MKB betaalbaar wordt. Dit betekent onder andere dat buitenlandse bedrijven vaker hun afnemers en/of leveranciers in Nederland zullen bezoeken.
bedrijfschap Horeca en Catering
6 Sociaal-cultureel • Beleving is hét sleutelwoord van dit moment. Wellicht vindt er in de toekomst echter een verschuiving plaats van beleving naar zingeving. • Mobiliteit is een groot probleem voor de recreatiebranche, wat in de toekomst alleen maar groter wordt door onder andere de toename van het aantal éénpersoonshuishoudens en tweeverdieners (meer auto's). • Door zaken als SARS en terrorisme is het gevoel van onzekerheid en onveiligheid bij consumenten toegenomen. Hierdoor stellen zij steeds hogere eisen aan de veiligheid op zowel product- als sociaal gebied en aan hygiënische werkwijzen. • De consument is thuis inmiddels zo gewend aan luxe voorzieningen als een comfortabele badkamer en uitgebreide keuken dat hij dat ook op de recreatieplek niet wil missen om een verwen gevoel te krijgen. • Tegelijkertijd neemt ook de behoefte aan back-to-basic toe. Geen toeters en bellen, maar juist eenvoud en zelf dingen doen (bijvoorbeeld zelf brood bakken) staan centraal. • Nederlanders hebben steeds minder vrij beschikbare vrije tijd. Zowel in werk als vrije tijd voelen zij zich steeds meer gehaast, waardoor er een grotere behoefte aan gemak en efficiency ontstaat. Kansen: • Recreatie is bij uitstek een branche waar belevenissen gecreëerd kunnen worden. Het is hierbij belangrijk dat alle onderdelen van het bedrijf, dus ook horeca en werknemers, geïntegreerd zijn in het totaalconcept. • Middels het productaanbod en het aanbieden van nieuwe concepten kunnen ondernemers inspelen op zowel de behoefte aan meer comfort als de 'back-to-basic' behoefte. Het aanbod kan bijvoorbeeld (gedeeltelijk) een upgrading krijgen door luxere sanitaire of keukenvoorzieningen. • Met behulp van onder meer technologie kunnen ondernemers de efficiency voor hun gasten (en zichzelf!) verbeteren. Door gebruikmaking van boekingen en aankoop via bijvoorbeeld internet kunnen lange wachtrijen bij de receptiebalie of kassa voorkomen worden.
Politiek-juridisch • In de Nota Ruimte van 2004 is vastgesteld dat de recreatiebranche de ruimte moet krijgen (letterlijk) om in te kunnen spelen op de veranderende recreatieve behoeften van de samenleving. • Het afschaffen van de Wet op de Openluchtrecreatie kan leiden tot beleidsverschillen tussen gemeenten, hetgeen onduidelijkheid en rechtsongelijkheid voor ondernemers en consumenten tot gevolg kan hebben. • De recreatiebranche valt onder de beleidsvelden van diverse ministeries. Deze versnippering komt de belangenbehartiging van de sector niet ten goede en leidt soms zelfs tot tegenstrijdige regelgeving. • Met de uitbreiding van de EU zijn er 75 miljoen potentiële consumenten, werknemers en ondernemers bijgekomen. De verwachting is dat de nieuwe landen voor een deel van de Nederlanders een interessante vakantiebestemming zullen zijn. Ook zullen er goedkope arbeidskrachten uit de nieuwe landen naar het Westen komen. Kansen: • De Nota Ruimte biedt ondernemers de kans om, vooral rondom de grote steden, nieuw recreatieaanbod te ontwikkelen. • De uitbreiding van de EU biedt recreatieondernemers de mogelijkheid om hun activiteiten en of kennis naar de nieuwe landen te exporteren. In Nederland zal de recreatiebranche gebruik kunnen maken van goedkopere arbeidskrachten uit het buitenland. Technologisch • De komende jaren zal de automatisering verder toenemen. Dit heeft invloed op alle facetten van een onderneming, van bedrijfsprocessen tot verkoop en communicatie. Vooral de 'track and trace' mogelijkheden van de nieuwste chips (RFID) zullen veel veranderen. • Het gebruik van internet neemt niet alleen toe bij het maken van reserveringen of de aanschaf van toegangskaartjes. Ook als gastenservice wordt het steeds belangrijker. Voor de jongere generatie consumenten is internet bijna niet meer weg te denken uit het dagelijks leven. • De mobiele telefoon is inmiddels een multimediaal instrument dat ook door recreatieondernemers ingezet kan worden om met hun (potentiële) bezoekers te communiceren.
Ondernemerschap en innovatie De recreatiebranche heeft enerzijds te maken met invloeden van buitenaf en anderzijds met ontwikkelingen die zich binnen de branche voordoen. Het geheel leidt tot een aantal kansen en bedreigingen waarmee de ondernemer zich geconfronteerd ziet. Daarnaast beschikt de onderneming zelf over een aantal sterke en zwakke punten die respectievelijk uitgebouwd en verbeterd kunnen worden. Door op de juiste manier om te gaan met deze factoren kan de ondernemer een duurzaam bestaan opbouwen. Hiervoor is creativiteit en innovativiteit van de ondernemer noodzakelijk. Het innoveren voor de toekomst kan op twee manieren. De ondernemer kan de toekomst verkennen en kijken welke innovaties daarbij passen. Een andere manier is om huidige ideeën te projecteren op de toekomst en na te gaan of het idee dan nog steeds haalbaar is. Innovaties hoeven zich niet alleen voor te doen op productgebied, maar zijn vaak ook te herkennen in de vorm van nieuwe concepten of nieuwe processen.
bedrijfschap Horeca en Catering
Kansen: • Door de toenemende automatisering zal de bedrijfsvoering efficiënter worden. • Het internet en de mobiele telefoon bieden de mogelijkheid om op een interactieve en creatieve manier met gasten te communiceren en maken nieuwe marketingmethoden mogelijk.
7
1 Inleiding 1.1
Dag- en Verblijfsrecreatie in Nederland Het verzamelen van kerncijfers voor de horeca, catering en recreatie is een primaire taak van het bedrijfschap Horeca en Catering. Deze publicatie is een uitkomst van dit proces en is in overleg met RECRON samengesteld. Het heeft enerzijds tot doel een overzicht te geven van reeds eerder gepubliceerde kerncijfers over de recreatiebranche en anderzijds een visie te geven op de toekomst van de recreatiebranche, aangevuld met voorbeelden van innovaties die inspelen op de huidige ontwikkelingen. De recreatiebranche bestaat uit de sectoren verblijfsrecreatie en dagrecreatie. Verblijfsrecreatie omvat recreatieve activiteiten waarbij minimaal één overnachting plaatsvindt op een kampeerterrein, bungalowpark, gemengd bedrijf of groepsaccommodatie. Dagrecreatie omvat alle recreatieve activiteiten waarbij men minimaal twee uur van huis is dit is de eigen woning, het adres van familie e.d., maar niet de vakantiebestemming zonder dat daarbij een overnachting plaatsvindt.
8
bedrijfschap Horeca en Catering
1.2
Leeswijzer Hoofdstuk 2 en 3 beschrijven de belangrijkste statistieken over de recreatiebranche in Nederland. In hoofdstuk 2 staat de verblijfsrecreatie centraal. De ontwikkelingen in deze sector zijn weergegeven middels een vijfjaarlijkse vergelijking van de jaren 1993, 1998 en 2003. Zowel ontwikkelingen in de vraag- als aanbodzijde zijn meegenomen. Dit hoofdstuk is gebaseerd op gegevens uit het ContinuVakantieOnderzoek en uit de Statistiek Logiesaccommodaties. Een uitleg over de opzet van deze onderzoeken en de gehanteerde begrippen is opgenomen in bijlage 5.3. De tabellen behorende bij dit hoofdstuk staan in bijlage 5.1. In hoofdstuk 3 staat de dagrecreatie centraal. Hier wordt gerapporteerd over de jaren 1990/1991, 1995/1996 en 2001/2002 omdat het dagrecreatie onderzoek alleen in deze jaren is uitgevoerd. Ook hier worden vraag en aanbod besproken. De bijbehorende tabellen staan in bijlage 5.2. Hoofdstuk 4 is het kwalitatieve deel van deze rapportage. Hier wordt de toekomstvisie op de recreatiebranche gepresenteerd. De belangrijkste ontwikkelingen zullen worden besproken en vertaald naar de recreatiebranche. Waar mogelijk is dit geïllustreerd via voorbeelden van vernieuwing. Tevens is getracht de impact van de ontwikkelingen op de branche aan te geven en wordt, indien relevant, specifiek ingegaan op de horecavoorzieningen bij recreatie. Dit hoofdstuk is gebaseerd op deskresearch, aangevuld met de uitkomsten van een discussiesessie met ondernemers uit de verblijfsrecreatie en interviews met enkele dagrecreatieondernemers. Een overzicht van de deelnemers aan de discussiesessie en de geïnterviewde personen is opgenomen in bijlage 5.4.
2 Verblijfsrecreatie 2.1
Overnachtingen in Nederland Het totale aantal overnachtingen door Nederlanders en buitenlanders in Nederland (voor toelichting op gebruikte begrippen en onderzoekswijzigingen in het ContinuVakantieOnderzoek en Statistiek Logiesaccommodaties (CBS), zie bijlage 5.3) is in de afgelopen 10 jaar opgelopen van 104 miljoen in 1993 naar 126 miljoen in 2003. Dit komt neer op een groei van ruim 20%. Bij de overnachtingen door Nederlanders (Bron: ContinuVakantieOnderzoek) gaat het hierbij alleen om toeristische en seizoenrecreatieve overnachtingen (vakanties, al dan niet op een vaste staanplaats), terwijl het bij de overnachtingen door buitenlanders (Bron: Statistiek Logiesaccommodaties) zowel om toeristische als zakelijke overnachtingen gaat. De Statistiek Logiesaccommodaties geeft eveneens cijfers voor het aantal Nederlandse overnachtingen (56 mln. in 2003), maar dit is exclusief seizoenrecreatieve overnachtingen en is dus lager dan de cijfers uit het ContinuVakantieOnderzoek. De verwachting voor 2008 is een groei van het totale aantal overnachtingen naar 131 miljoen. Deze groei wordt met name veroorzaakt door een stijging van het aantal buitenlandse overnachtingen naar 28 miljoen. De verwachting is dat de komende jaren, onder andere door het aantrekken van de zakelijke markt, vooral meer gasten uit de Verenigde Staten, Azië en Oost-Europa ons land zullen bezoeken. Het aantal overnachtingen door Nederlanders stijgt naar verwachting licht naar 103 miljoen. Dit heeft enerzijds te maken met de algemene bevolkingsgroei en anderzijds met het verwachte licht economisch herstel in de komende jaren.
9
Figuur 1: Aantal overnachtingen van Nederlanders en buitenlanders in Nederland, 1993-2008 140
mln
70 35 0 1993
1998 Nederlanders
2003
2008 prognose
Buitenlanders
Bron: ContinuVakantieOnderzoek en Statistiek Logiesaccommodaties
2.2
Overnachtingen van Nederlanders Naar bestemming Van het totale aantal overnachtingen van Nederlanders in 1993 vonden 134 miljoen overnachtingen in het buitenland plaats en 87 miljoen in Nederland. In 2003 waren deze aantallen gestegen tot 164 miljoen overnachtingen in het buitenland en 100 miljoen in
bedrijfschap Horeca en Catering
105
Nederland. Het buitenland is daarmee een veel populairdere vakantiebestemming dan Nederland. In de periode ’93-’98 steeg vooral het aantal overnachtingen in het buitenland (+ 10%, tegenover + 3% binnenlandse overnachtingen). In de periode ’98-‘03 groeide zowel het aantal overnachtingen in Nederland als in het buitenland met 11%. Figuur 2: Aantal overnachtingen van Nederlanders tijdens vakanties naar bestemming, 1993-2003 180
mln
140
100
60 1993
1998 In Nederland
2003 In Buitenland
Bron: ContinuVakantieOnderzoek
10
Naar duur Het aantal overnachtingen van Nederlanders in Nederland kan onderverdeeld worden in korte en lange vakanties. Het aantal overnachtingen tijdens lange vakanties is uiteraard vele malen groter. In 2003 had 80% van de overnachtingen betrekking op een lange vakantie en 20% op een korte vakantie. In de periode ’93-’98 laat het aantal overnachtingen voor zowel korte als lange vakanties slechts een lichte stijging zien (respectievelijk + 6% en + 3%). In de periode ’98-’03 is de stijging sterker; + 11% voor zowel overnachtingen tijdens korte binnenlandse vakanties als overnachtingen tijdens lange binnenlandse vakanties.
90
60 mln
bedrijfschap Horeca en Catering
Figuur 3: Aantal overnachtingen van Nederlanders tijdens vakanties in Nederland naar duur, 1993-2003
30
0 1993
1998 Korte vakanties
2003 Lange vakanties
Bron: ContinuVakantieOnderzoek
Naar bestemmingsprovincie De provincie Gelderland staat alle jaren duidelijk bovenaan wat het aantal overnachtingen door Nederlanders in eigen land betreft. De provincies die op de tweede en derde plaats staan, verschillen door de jaren heen. In 1993 stond Noord-Holland op de tweede plaats en Limburg op de derde plaats. In 1998 waren dit respectievelijk Noord-Brabant en Zeeland. De provincie Zeeland is duidelijk aan een opmars bezig. In 2003 stond zij op de tweede plaats wat het aantal overnachtingen betreft. Ook Overijssel laat de afgelopen tien
jaar een gestage groei in het aantal overnachtingen zien. Groningen, Flevoland, en Utrecht kennen door de jaren heen de minste overnachtingen. Figuur 4: Aantal overnachtingen van Nederlanders tijdens vakanties in Nederland naar bestemmingsprovincie, 1993-2003 20
mln
15 10 5 0 Gr
Fr
Dr
Ov
FL
Ge
1993
Ut
N-H
1998
Z-H
Ze
N-B
Li
2003
Bron: ContinuVakantieOnderzoek
Naar toeristengebied De Noordzeebadplaatsen zijn de belangrijkste trekpleister voor Nederlandse vakantiegangers in eigen land. In 2003 waren ze gezamenlijk goed voor 15 miljoen overnachtingen, wat 15% van het totale aantal binnenlandse overnachtingen is. De Veluwe staat stevig op de tweede plaats, hoewel het aantal overnachtingen in de periode ’98-’03 wel licht is gedaald (- 6%). Het toeristengebied ‘Twente/Salland/Vechtstreek’ laat gedurende de afgelopen tien jaar een gestage groei in het aantal overnachtingen zien. Er is daarentegen geen enkel toeristengebied dat een consequente daling in het aantal overnachtingen laat zien. Het Gelders rivierengebied, de Hollands-Utrechtse meren en de vier grote steden zijn de minst populaire vakantiebestemming voor Nederlanders.
11
Figuur 5: Aantal overnachtingen van Nederlanders tijdens vakanties in Nederland naar toeristengebied, 1993-2003 Overig NL
bedrijfschap Horeca en Catering
A‘dam/R’dam/Den Haag/Utrecht Zuid-Limburg O-Brabant/Noord-Midden L./ Rijk v. Nijmegen West- en Midden Brabant Zandgronden in Gr./Fr./Dr. Twente/Salland/Vechtstreek Achterhoek Gelders rivierengebied Veluwe/Veluwerand Utrechtse Heuvelrug/’t Gooi Hollands-Utrechtse meren Meren in Gr./Fr./Ov. Deltagebied IJsselmeerkust Noordzeebadplaatsen Waddeneilanden
0
3
6 1993
Bron: ContinuVakantieOnderzoek
mln 1998
9
12 2003
15
Naar seizoenrecreatieve en toeristische aard In 1993 waren van de 87 miljoen overnachtingen in eigen land door Nederlanders er 65 miljoen toeristisch van aard. Dit is een aandeel van 75%. In 1998 was het toeristische aandeel gedaald tot 69%, terwijl het in 2003 weer is gestegen naar 73%. Figuur 6: Aantal overnachtingen van Nederlanders in Nederland, seizoensrecreatief vs. toeristisch, 1993-2003 120
mln
90 60 30 0 1993
1998 Seizoenrecreatief
2003 Toeristisch
Bron: ContinuVakantieOnderzoek
12
Het merendeel van de seizoenrecreatieve overnachtingen (op een vaste seizoen- of jaarplaats) van Nederlanders in Nederland vindt plaats in een caravan of vouwwagen. In 1993 waren er 15 miljoen overnachtingen in dit type logiesaccommodatie, wat neerkomt op een aandeel van 68% van alle seizoenrecreatieve overnachtingen. In 1998 is het aantal overnachtingen in een caravan of vouwwagen weliswaar gestegen tot 19 miljoen, maar is het aandeel gelijk gebleven (68%). In 2003 daalde het aandeel van de caravan naar ruim 50%, dit ten gunste van de overige logiesvormen zoals de vakantiebungalow en kajuitboot.
20 15 mln
bedrijfschap Horeca en Catering
Figuur 7: Aantal seizoenrecreatieve overnachtingen van Nederlanders in Nederland naar logiesvorm, 1993-2003
10 5 0 Caravan/vouwwagen 1993
Overige logiesvormen 1998
2003
Bron: ContinuVakantieOnderzoek
De toeristische overnachtingen van Nederlanders laten in de loop der jaren weinig verschuivingen zien tussen de verschillende typen logiesaccommodaties. De meeste overnachtingen vinden in een zomerhuisje plaats, gevolgd door de caravan/vouwwagen. Het aantal overnachtingen in een zomerhuisje laat in de periode ’98-’03 een flinke stijging van bijna 50% zien. Het hotel is bij Nederlanders het minst populair voor toeristische overnachtingen in eigen land, maar neemt wel geleidelijk toe.
Figuur 8: Aantal toeristische overnachtingen van Nederlanders in Nederland naar logiesvorm, 1993-2003 40
mln
30 20 10 0 Hotels/pensions Zomerhuisje/bung. Caravan/vouww. 1998
1993
Tent
Overige logiesv.
2003
Bron: ContinuVakantieOnderzoek
Vakantie-uitgaven van Nederlanders Naar duur De vakantie-uitgaven van Nederlanders in eigen land zijn de afgelopen tien jaar gestegen van 1,7 miljard euro in 1993 naar 2,6 miljard euro in 2003. Hieronder vallen reiskosten, verblijfkosten, uitgaven aan voeding en overige kosten die rechtstreeks verband houden met de vakantie, zoals verzekering, entrees, souvenirs, en dergelijke. Vooral in de periode ‘98-‘03 zijn de uitgaven flink gestegen. De uitgaven aan lange vakanties steeg in deze periode met bijna 40% naar 1,8 miljard euro en de uitgaven aan korte vakanties met 50% naar 0,9 miljard euro. Dit heeft niet alleen te maken met de stijging van het aantal overnachtingen (+11% voor lange en korte vakanties), maar ook met een stijging van de uitgaven per persoon.
13
Figuur 9: Totale vakantie-uitgaven van Nederlanders in Nederland naar duur, 1993-2003
2,1 1,4 0,7 0,0 1993 Korte vakanties
1998 Lange vakanties
2003 Totaal
Bron: ContinuVakantieOnderzoek
Uit figuur 10 en 11 blijkt dat bij zowel de lange als korte vakanties in Nederland per dag het meest wordt uitgegeven aan hotelvakanties. In 2003 lag dit bedrag bij lange vakanties op € 56 en bij korte vakanties op € 59. Het minst wordt uitgegeven aan vakanties met een caravan/vouwwagen. De gemiddelde uitgaven per persoon per dag van alle logiesvormen tezamen bedroeg in 2003 in Nederland voor lange vakanties € 23 en voor korte vakanties € 30. Dit is lager dan de bestedingen aan buitenlandse vakanties. In het buitenland gaven Nederlanders in 2003 gemiddeld per dag € 58 uit aan lange vakanties en € 65
bedrijfschap Horeca en Catering
2,8
mln €
2.3
aan korte vakanties. In de periode '98-'03 stegen de totale uitgaven per persoon per dag voor lange en korte vakanties in Nederland sterker dan in de periode '93-'98. Figuur 10: Gemiddelde uitgaven per persoon per dag van Nederlanders tijdens lange vakanties in Nederland naar logiesvorm, 1993-2003 60 50
€
40 30 20 10 0 Totaal
Caravan/ vouww. (S)*
Hotel/pension Zomerhuisje/ bung. 1993
1998
Caravan/ vouww. (T)*
Tent
2003
* (S) = Seizoenrecreatief, (T) = Toeristisch Bron: ContinuVakantieOnderzoek
Figuur 11: Gemiddelde uitgaven per persoon per dag van Nederlanders tijdens korte vakanties in Nederland naar logiesvorm, 1993-2003 60
14
50
€
40 30 20 10 0
bedrijfschap Horeca en Catering
Totaal
Caravan/ Hotel/pension Zomerhuisje/ vouww. (S)* bung. 1993
1998
Caravan/ vouww. (T)*
Tent
2003
* (S) = Seizoenrecreatief, (T) = Toeristisch Bron: ContinuVakantieOnderzoek
2.4
Overnachtingen van buitenlandse gasten Naar herkomst Het aantal overnachtingen van buitenlandse gasten in Nederland is de afgelopen 10 jaar gestegen van 17 miljoen in 1993 naar 25 miljoen in 2003. Dit is een stijging van bijna 50%. Echter, de laatste vijf jaar is de stijging van het aantal buitenlandse gasten minimaal. Dit heeft alles te maken met SARS, terrorisme, oorlogsdreiging en economische recessie, die vooral vanaf 2001 wereldwijd hun impact hadden op het toerisme. Het aandeel gasten afkomstig buiten Europa steeg in de periode ‘93-‘98 licht van 12% naar 15%. In de periode ‘98-‘03 daalde dit aandeel weer enigszins tot ruim 13%.
Figuur 12: Aantal overnachtingen van buitenlandse gasten in Nederland naar herkomst, 1993-2003 30
mln
20 10 0 1993
1998 Europa
2003 Overig
Bron: CBS
Nederland moet het vooral van Duitse gasten hebben. In 2003 waren zij goed voor ruim 11 miljoen overnachtingen in Nederland, met afstand volgt Groot-Brittannië met 3,5 miljoen overnachtingen. Van de niet-Europeanen bezoeken Amerikanen ons land het meest. In 2003 overnachtten zij 2 miljoen keer in Nederland. Figuur 13: Aantal overnachtingen van buitenlandse gasten in Nederland naar herkomst, 1993-2003 12
15
mln
10 8 6 4 2 0 Duitsl.
België
UK
Frankrijk
1998
Amerika
Azië
Australië/ Oceanië
Afrika
2003
Bron: CBS
Naar bestemmingsprovincie In tegenstelling tot de Nederlanders – bij wie de provincie Gelderland veruit favoriet is – verblijven de buitenlandse gasten voor het merendeel in Noord-Holland. Opvallend is dat in de periode ‘93-‘98 het aantal overnachtingen in deze provincie bijna verdubbelde. De populariteit van Noord-Holland bij buitenlandse gasten heeft vooral te maken met de aanwezigheid van Amsterdam. Daarnaast zijn ook Zuid-Holland en Zeeland in trek bij buitenlandse bezoekers.
bedrijfschap Horeca en Catering
1993
Overig Europa
Figuur 14: Aantal overnachtingen van buitenlandse gasten in Nederland naar bestemmingsprovincie, 1993-2003 12 10
mln
8 6 4 2 0 Gr
Fr
Dr
Ov/FL
Ge
Ut
1993
1998
N-H
Z-H
Ze
N-B
Li
2003
Bron: CBS
Naar toeristengebied De grote steden, en dan met name Amsterdam, zijn de favoriete bestemming van de buitenlandse gasten. Bijna éénderde van het totale aantal overnachtingen in 2003 door buitenlandse gasten vindt plaats in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag of Utrecht. De Noordzeebadplaatsen hebben gedurende de afgelopen tien jaar als bestemming de tweede plaats ingenomen.
16
Figuur 15: Aantal overnachtingen van buitenlandse gasten in Nederland naar toeristengebied, 1993-2003 Overig NL A‘dam/R’dam/Den Haag/Utrecht Zuid-Limburg O-Brabant/Noord-Midden L./ Rijk v. Nijmegen West- en Midden Brabant Zandgronden in Gr./Fr./Dr.
bedrijfschap Horeca en Catering
Twente/Salland/Vechtstreek Achterhoek Gelders rivierengebied Veluwe/Veluwerand Utrechtse Heuvelrug/’t Gooi Hollands-Utrechtse meren Meren in Gr./Fr./Ov. Deltagebied IJsselmeerkust Noordzeebadplaatsen Waddeneilanden
0
2
4 mln 1993
1998
6
8
2003
Bron: CBS
Naar logiesvorm Zijn bij Nederlanders vooral het zomerhuisje en de caravan populair voor toeristische overnachtingen, de buitenlandse gasten verblijven het liefst in een hotel. Ruim de helft van de buitenlandse overnachtingen vindt plaats in een hotel, gevolgd door ongeveer een kwart van de overnachtingen die in huisjescomplexen plaatsvindt. In de afgelopen vijf jaar
heeft vooral het kamperen aan populariteit gewonnen. In de periode ’98-’03 steeg het aantal overnachtingen op kampeerterreinen met éénderde naar bijna 5 miljoen overnachtingen. Figuur 16: Aantal overnachtingen van buitenlandse gasten in Nederland naar logiesvorm, 1993-2003 15
mln
10 5 0 Hotels/pensions, jeugdaccomodatie
Groepsaccomodatie
Huisjescomplexen 1998
1993
Kampeerterreinen
2003
Bron: CBS
2.5
Logiesaccommodaties Naar logiesvorm Het aanbod van logiesaccommodaties in Nederland wordt alleen voor 1998 en 2003 weergegeven. In 1998 is de definitie van accommodaties die in het onderzoek worden meegenomen dusdanig verruimd, dat een vergelijking met voorgaande jaren niet zinvol is (zie bijlage 3). In de periode '98-'03 is het aantal accommodaties gestegen van bijna 6.300 naar ruim 6.700. Dit is een stijging van ruim 6%. Het gaat hier om alle typen accommodaties, dus hotels, groepsaccommodaties, huisjescomplexen en kampeerterreinen.
Figuur 17: Aanbod logiesaccommodaties naar logiesvorm, 1998-2003 3.000 2.000 1.000 0 Hotels/pensions, jeugdaccomodatie
Groepsaccomodatie 1998
Bron: CBS
Huisjescomplexen 2003
Kampeerterreinen
bedrijfschap Horeca en Catering
Nederland telt veel hotels, pensions en jeugdaccommodaties. In 2003 waren dat er bijna 3.000 wat een stijging van 4% is ten opzichte van 1998. Op de tweede plaats komen de kampeerterreinen met ruim 2.200 stuks in 2003. Dit aantal is met 11% gestegen ten opzichte van 1998. Het aantal groepsaccommodaties en huisjescomplexen is in de periode '98-'03 stabiel gebleven.
17
Naar provincie Naar provincie bezien, hebben Gelderland en Noord-Holland het grootste aanbod aan logiesaccommodaties. Dit sluit aan bij het gegeven dat Gelderland de populairste binnenlandse vakantiebestemming is voor Nederland en dat Noord-Holland de populairste bestemming is voor buitenlandse gasten. Groningen en Utrecht zijn hekkensluiters wat het aanbod betreft. Utrecht is zelfs de enige provincie waar het aanbod aan logiesaccommodaties de laatste vijf jaar iets is gedaald. Figuur 18: Aanbod logiesaccommodaties naar provincie, 1998-2003 1.000 750 500 250 0 Gr
Fr
Dr
Ov/FL
Ge
Ut 1998
Bron: CBS
bedrijfschap Horeca en Catering
18
N-H 2003
Z-H
Ze
N-B
Li
3 Dagrecreatie Dagtochten van Nederlanders In 2002 werden door Nederlanders ruim 980 miljoen dagtochten gemaakt (voor een toelichting op het dagrecreatie-onderzoek, zie bijlage 5.3). Ten opzichte van 1991 is dat een stijging van ruim 10%. Deze toename kan voor een belangrijk deel verklaard worden door de toegenomen frequentie waarmee Nederlanders dagtochten ondernemen. In de periode '91-'96 was de groei wat sterker (+ 8%) dan in de periode '96-'02 (+ 5%). De verwachting is dat het aantal dagtochten in 2007 zal stijgen tot iets boven 1 miljard. Er zit nog wel groei in het aantal dagtochten dat wordt ondernomen, maar de verwachting is dat deze minder sterk zal zijn dan in de periode '91-'02. Dit komt onder meer door de stabilisatie van de vrije tijd die Nederlanders hebben en de verwachting dat men meer vrije tijd binnenshuis zal doorbrengen. Figuur 19: Totaal aantal dagtochten in Nederland, 1991-2008 1100
19
mln
1000 900 800 ’90/’91
‘95/’96
‘01/’02
‘07/’08 prognose
Bron: NRIT/CBS
Figuur 20: Aantal dagtochten naar type activiteit, 1991-2002 350 300 250 200 150 100 50 0 Zonnen/ zwemmen
Sport Toeschouwer Toeren Attractie/ Recreatief Uitgaan Overig sport evenement winkelen (hobby’s ed) ‘90/’91
Bron: NRIT/CBS
‘95/’96
‘01/’02
bedrijfschap Horeca en Catering
Naar type activiteit Sport/sportieve recreatie behoren tot de meest ondernomen dagtochten in 2002 (31%). Deze categorie bevat vele bezigheden, waaronder wandelen, fietsen, watersport, paardrijden, trimmen en fitness. Na sport behoort uitgaan (film, toneel, café, restaurant, etc.) met 23% tot de meest ondernomen dagtochten. In 1991 lag dit aandeel nog op 19%, dus uitgaan heeft de afgelopen jaren aan belang gewonnen. Recreatief winkelen neemt af in populariteit. Dit aandeel is ge-daald van 15% in 1991 naar 12% in 2002.
mln
3.1
Naar duur Het merendeel van de dagtochten duurt minder dan 4 uur. Dit aandeel is echter wel dalende van 57% in 1991 naar 54% in 2002. Het aandeel van dagtochten die langer dan 8 uur duren, stijgt daarentegen van 8% in 1991 naar 10% in 2002. Figuur 21: Aantal dagtochten naar duur, 1991-2002 100% 75% 50% 25% 0% ’90/’91 2-4 uur
‘95/’96 4-6 uur
‘01/’02 6-8 uur
>= 8 uur
Bron: NRIT/CBS
3.2
Dagtochtuitgaven van Nederlanders
20
Bedacht moet worden dat de consumpties op twee manieren in de uitgaven worden meegeteld. Enerzijds als onderdeel van een dagtocht en anderzijds als type activiteit, namelijk 'uitgaan', waaronder ook café- en restaurantbezoek vallen. De activiteit 'uitgaan' is alleen al goed voor ruim 5 miljard euro van de totale dagtochtuitgaven (46%). Indien de activiteit 'uitgaan' buiten beschouwing wordt gelaten, bedragen de totale uitgaven 6,2 miljard euro, waarvan 3 miljard euro (48%) wordt besteed aan consumpties. Dit is nog steeds een aanzienlijk bedrag. Figuur 22: Uitgaven aan dagtochten naar soort uitgaven, 1991-2002 12 9 mln €
bedrijfschap Horeca en Catering
Dagrecreatieve activiteiten waren in 2002 goed voor bijna 12 miljard euro aan bestedingen. Hiervan had 25% betrekking op entree- en deelnamekosten, 16% op reiskosten en 59% op uitgaven voor eten en drinken buitenshuis. Vooral tussen 1996 en 2002 zijn de uitgaven aan dagtochten enorm gestegen. De totale uitgaven stegen in deze periode met meer dan 70%.
6 3 0 ’90/’91
Bron: NRIT/CBS
‘95/’96
‘01/’02
Entree- en deelnamekosten
Consumptiekosten
Reiskosten
Totaal
De uitgaven per persoon verschillen behoorlijk per type activiteit. Zo werd in 2002 aan uitgaan gemiddeld 24 euro per persoon uitgegeven, terwijl aan zonnen/zwemmen ongeveer 6 euro per persoon werd besteed. De gemiddelde uitgaven per persoon voor alle activiteiten tezamen stegen tussen 1991 en 2002 met 93%. De stijging is het sterkst in de tweede helft van deze periode. Figuur 23: Gemiddelde uitgaven per persoon per dagtocht naar activiteit, 1991-2002 25
€
20 15 10 5 0 Zonnen/ zwemmen
Sport Toeschouwer Toeren sport ‘90/’91
Attractie/ Recreatief Uitgaan Overig evenement winkelen (hobby’s ed) ‘95/’96
‘01/’02
Bron: NRIT/CBS
3.3
Dagrecreatieve voorzieningen
21
Naar type voorziening Het totale aantal specifieke dagrecreatieve voorzieningen (exclusief horecabedrijven en het merendeel van de sportaccommodaties) in Nederland komt uit op ruim 3.500, onderverdeeld in 11 categorieën (voor een toelichting op het onderzoek 'Aanbodinventarisatie dag- en verblijfsrecreatieve voorzieningen in Nederland', zie bijlage 3). Nederland telt een groot aantal jachthavens, bijna 800. Daarnaast vormen speeltuinen met ruim 600 stuks een groot deel van het dagrecreatieve aanbod. Figuur 24: Aantal dagrecreatieve voorzieningen naar type, 2003 bedrijfschap Horeca en Catering
Grote winkelcentra Thematische tuinen Dierentuinen Pretparken Speeltuinen Vrijetijdscentra Rondvaartbedrijven Watersportverhuur Jachthavens Golfbanen Strandpaviljoens 0 Bron: NRIT
200
400
600
800
Naar provincie Het aanbod van dagrecreatieve voorzieningen is niet gelijkmatig verdeeld over de provincies. Zuid-Holland en Noord-Holland kennen de meeste voorzieningen, Flevoland telt de minste voorzieningen. Een en ander hangt voor een deel samen met het inwonersaantal in de betreffende provincie. Een uitzondering hierop is Friesland. Deze provincie heeft relatief weinig inwoners, maar heeft toch een groot aantal voorzieningen. Dit heeft te maken met de aanwezigheid van veel jachthavens en watersportverhuurbedrijven in Friesland. Figuur 25: Aantal dagrecreatieve voorzieningen naar provincie, 2003 650 520 390 260 130 0 Gr Bron: NRIT
bedrijfschap Horeca en Catering
22
Fr
Dr
Ov
Fl
Ge
Ut
N-H
Z-H
Ze
N-B
Li
4 Toekomstvisie recreatie 4.1
Demografische ontwikkelingen Vergrijzing Eén van de belangrijkste demografische ontwikkelingen in de komende jaren zal de vergrijzing van de bevolking zijn. Het aandeel 65-plussers zal de komende 20 jaar toenemen van 14% naar 20%. Tabel 1: Ontwikkeling aantal 50-64 jarigen en 65-plussers in Nederland, 2005-2025
2005 2010 2015 2020 2025
50-64 jaar Abs. x 1 mln. % Ndlse bevolking 3,1 19 3,3 20 3,5 20 3,6 21 3,6 21
65-plussers Abs. x 1 mln. % Ndlse bevolking 2,3 14 2,5 15 2,9 17 3,2 19 3,5 20
23
Bron: CBS
De senioren van nu en de toekomst zijn anders dan de senioren uit het verleden. De huidige senior heeft veel vrije tijd, is kritisch, is langer gezond en actief en wil bij voorkeur zijn zelfstandigheid zo lang mogelijk bewaren. Wat betreft consumptief gedrag kunnen er twee groepen ouderen onderscheiden worden. De groep 50-65 jarigen (medior) en de groep 65-plusser (senior). De eerste groep beschikt over relatief veel geld en in het algemeen over een goede gezondheid. De medior is actief en vindt service en comfort erg belangrijk. De senior is wat minder kapitaalkrachtig en levert ook wat gezondheid betreft in ten opzichte van de medior. Desondanks wil de groep 65-plussers er nog steeds op uittrekken, maar dan bij voorkeur dicht bij huis. Opa of Oma abonnement Dierenpark Amersfoort heeft een speciaal jaarabonnement voor 55-plussers: het Opa of Oma abonnement. Met dit abonnement mag men per bezoek gratis een kleinkind meenemen.
Hoewel de medioren en senioren onderling van elkaar verschillen en er ook binnen deze groepen nog verschillen zijn, zijn er ook wensen en behoeften die min of meer voor de gehele groep 50-plussers gelden. Zo vermijden ze bij voorkeur risico's en ze zijn op zoek naar zekerheid en veiligheid. Ouderen zijn sterk gericht op informatie en laten zich niet snel iets aanpraten. Service, aandacht en Samenwerking met branches in de regio een correcte bejegening worden zeer op RECRON in Zeeland ziet de mogelijkheid om prijs gesteld. nieuw aanbod te creëren voor een specifieke doelgroep: senioren die wat meer te besteden hebben. Er wordt daarbij gedacht aan luxere bungalows en dergelijke. Een concept zal samen met een aantal partners worden uitgewerkt.
Het is aan de recreatiebranche zelf om in deze specifieke behoeften van ouderen te voorzien. Aanpassingen in het aanbod van het bedrijf kunnen nodig zijn, maar bijvoorbeeld ook het inzetten van oudere
bedrijfschap Horeca en Catering
Deze kenmerken van de 'nieuwe' senior zorgen voor een positieve impact op de vraag naar toeristisch-recreatieve producten. De afgelopen 10 jaar is al gebleken dat senioren vaker en langer met vakantie gaan.
werknemers kan zeer waardevol zijn. Oudere mensen hebben graag iemand van hun eigen leeftijd tegenover zich. Dit omdat ouderen veelal minder gehaast zijn, meer geduld kunnen opbrengen en beter kunnen luisteren. Vriendelijkheid, goed gastheerschap en persoonlijke aandacht lijken open deuren, maar oudere gasten hanteren vaak een hogere standaard dan de jongere generatie. Oudere werknemers geven hen het respect en vertrouwen dat zij wensen, wat het begin kan zijn van een langdurige klantrelatie. Ook wat de horecavoorzieningen betreft kunnen (kleine) aanpassingen veelal een positief effect hebben. Oudere gasten hebben bijvoorbeeld vaker te maken met gezondheidsproblemen. Dit kan specifieke eisen stellen aan het eten dat wordt geserveerd. Er zal vaker dan gemiddeld rekening moeten worden gehouden met speciale diëten, bijvoorbeeld voor diabetici. De horecavoorzieningen moeten in staat zijn om hier flexibel mee om te gaan. Ook hebben oudere mensen vaak een verminderde eetlust. Men kan bijvoorbeeld aangegeven dat op verzoek kleinere porties worden geserveerd. Nederland wil Senior Olympics in 2006 Nederland en België werken momenteel samen om in 2006 voor het eerst de internationale Senior Olympics te organiseren. Bedoeling is dat 50-plussers uit heel de wereld daarvoor naar Nederland komen. In de VS worden al vijftien jaar Senior Games georganiseerd. De spelen zijn bedoeld om sporten voor ouderen weer aantrekkelijk te maken. Slechts een kwart van de Nederlandse 50plussers beweegt, bleek in 2003 uit onderzoek.
24
Recreatieondernemers herkennen de vergrijzing. Het idee om 50-plussers als aparte doelgroep te beschouwen en speciale arrangementen (bijvoorbeeld buiten het seizoen) voor hen te ontwikkelen is al langer gemeengoed. Toch zijn veel ondernemers van mening dat aanpassingen in het huidige product/diensten pakket dat zij aanbieden in het algemeen niet noodzakelijk zijn en in zijn huidige vorm ook prima voldoet voor de 50-plusser. Op dit terrein worden pas langzaam aan de eerste stappen gezet. Groei allochtonen Het aantal allochtonen zal toenemen van ruim 19% in 2005 naar bijna 26% in 2025. Vooral het aantal jeugdige allochtonen (tweede generatie) zal groeien.
bedrijfschap Horeca en Catering
Tabel 2: Ontwikkeling aantal (niet-westerse) allochtonen in Nederland, 2005-2025
2005 2010 2015 2020 2025
westerse allochtonen Abs. x 1 mln. % Ndlse bevolking 1,4 9 1,5 9 1,6 10 1.7 10 1,8 10
niet-westerse allochtonen Abs. x 1 mln. % Ndlse bevolking 1,7 11 2,0 12 2,2 13 2,4 14 2,6 15
Bron: CBS
Allochtonen recreëren anders dan Nederlanders. Zij zijn in hun recreatie sterk op de steden gericht en ze recreëren meer in de eigen stad. Bij de inrichting van de openbare ruimte hebben allochtonen andere wensen dan Nederlanders. Zo willen zij bijvoorbeeld minder honden in parken en meer toiletten, waterkranen en barbecuevoorzieningen. Allochtonen zijn geenszins een homogene groep. Er zijn grote verschillen, onder andere veroorzaakt door de herkomst uit vele verschillende landen. Ook zijn er belangrijke verschillen tussen de eerste en tweede generatie. De eerste generatie gaat bijvoorbeeld nauwelijks naar een kampeerterrein of bungalowpark, maar gaat eerder naar openbare (natuur)terreinen om daar bijvoorbeeld te picknicken. De vraag is hoe het recreatiegedrag van de tweede generatie zich gaat ontwikkelen. Lijkt dat nog steeds op dat van hun ouders of schuiven zij op naar de 'Westerse manier' van recreëren?
De verwachting is dat er hoe dan ook een meer gevarieerde vraag naar recreatieve voorzieningen gaat komen. De recreatieondernemers kunnen hierop inspelen met specifieke producten voor deze uiteenlopende groep. Door de stijging van het aantal allochtonen zullen zij ook een steeds omvangrijkere groep gaan vormen op de arbeidsmarkt. Ook de recreatiesector krijgt hiermee te maken. Het in dienst nemen van allochtone medewerkers kan er toe bijdragen dat de ondernemer beter in staat is om allochtone doelgroepen te bereiken en aan zich te binden. Daarnaast is het niet ondenkbaar dat ook het aantal recreatieondernemers van allochtone herkomst zal toenemen. Volgens recreatieondernemers besteden allochtone klanten minder en hebben zij ook duidelijk andere etenswensen. Wil men als ondernemer bewust allochtone doelgroepen aantrekken, dan zullen ook de horecavoorzieningen daarop ingericht moeten zijn. Het flauwe broodje kaas is meestal niet zo in trek. Toename eenpersoonshuishoudens In de komende jaren is er sprake van een geleidelijke stijging van het aantal eenpersoonshuishoudens. Enerzijds bestaat deze groep uit jonge alleenstaanden, die hun sociale contacten vooral buiten de deur zoeken en een hoog comfortniveau gewend zijn. Anderzijds is er de groeiende groep alleenstaande ouderen, die ook meer behoefte heeft aan comfort. Deze ontwikkeling heeft voor de recreatie onder andere tot gevolg dat er in de toekomst minder personen per tent of bungalow zullen overnachten en dat er meer vraag ontstaat naar luxere voorzieningen. Tabel 3: Ontwikkeling ruimtebehoefte recreanten, 1991 en 2015 25 Gemiddeld aantal personen per standplaats 1991 2015 Camping 3,5 3,0 Bungalow 4,0 3,5
Gemiddelde grootte (m2) vaste standplaats 1991 2015 125 150
Gemiddelde Gemiddelde grootte (m2) kavelgrootte (m2) toeristische standplaats per bungalow 1991 2015 1991 2015 90 125 275 360
Bron: Zandvoort Kappelhoff Advies
4.2 Economische ontwikkelingen Conjunctuur De Nederlandse economie is in 2003 voor het eerst sinds 1982 gekrompen met 0,8%. In dat jaar daalde de particuliere consumptie en werd er door het bedrijfsleven en de overheid minder geïnvesteerd. De verslechterde economische situatie had ook invloed op het vakantiegedrag van de Nederlanders. In 2003 daalde het aantal vakanties in binnenen buitenland met ruim 900.000 (-3%) ten opzichte van 2002. Ook de bestedingen aan binnenlandse vakanties lagen in 2003 bijna 300 miljoen euro lager (-10%) dan het jaar ervoor. De vraag is hoe de economie zich de komende jaren zal ontwikkelen. In de eerste helft van 2004 zijn het consumentenvertrouwen en de koopbereidheid nog steeds negatief, maar zit er wel een stijgende lijn in. Het CPB verwacht voor 2004 en 2005 een groei van 1,25%
bedrijfschap Horeca en Catering
Dit kan grote gevolgen hebben voor het rendement van onder meer campinghouders. Het betekent namelijk dat zij in de toekomst op dezelfde ruimte minder standplaatsen kunnen aanbieden, waar ook nog eens minder mensen op staan. Deze daling in aantallen zal op een of andere wijze gecompenseerd moeten worden (hogere prijzen en/of lagere kosten), wil men hetzelfde rendement behalen.
voor de Nederlandse economie. Voor de middellange termijn wordt een groei van 2,5% per jaar verwacht. Op grond van deze prognoses lijkt het erop dat Nederland langzaam weer opkrabbelt uit het dal en dat de recreatiebranche op termijn hiervan weer mee zal profiteren. Echter, ook al herstelt de economie zich dan is het nog maar de vraag of het hoge groeitempo van de jaren '80 en '90 geëvenaard zal worden. Ondernemers in de recreatiebranche zijn van mening dat de recessie wel eens veel langer kan duren dan verwacht. De aanslagen in Madrid in maart 2004 tonen aan dat terroristische aanslagen een reëel risico zijn en blijven. Ook neemt het aantal huishoudens dat schulden heeft toe. Uit CBS onderzoek blijkt dat bij financiële krapte vooral wordt bezuinigd op de aanschaf van meubels en vakanties. Onder andere deze aanhoudende terroristische dreiging en financiële onzekerheid zouden er wel eens toe kunnen leiden dat het herstel van de recreatiesector langer op zich laat wachten. Dit kan zich bijvoorbeeld uiten in dalende bezoekersaantallen (men blijft vaker thuis) en/of lagere bestedingen (men neemt bijvoorbeeld consumpties van huis mee). Keukenhof doorbreekt prijsspiraal Evenementen en pretparken hebben de prijzen van eten en drinken in het seizoen van 2004 nauwelijks verhoogd. Een aantal parken heeft zelfs enkele prijzen verlaagd om te vechten tegen het dure imago van de horeca. Ook de Keukenhof in Lisse heeft in 2004 een prijsoffensief ingezet. In iedere horeca-outlet is er een 'budget-mogelijkheid' gecreëerd.
bedrijfschap Horeca en Catering
26
De verslechterde economische situatie heeft ook haar invloed op de arbeidsmarkt. Vergeleken met de hoogconjunctuur van enkele jaren geleden, zijn ondernemers door het overschot aan arbeidskrachten nu in staat om strengere selectiecriteria te hanteren bij het aannemen van personeel. Men kan dus beter gekwalificeerd personeel in dienst nemen. Aan de andere kant zijn er ook discussies gaande over de afschaffing van het prepensioen en de terugkeer van de 40-urige werkweek. De uitkomst van deze discussies zal ook invloed hebben op de arbeidsmarkt in de recreatiebranche. Agrotoerisme Onder agrotoerisme vallen allerlei toeristische en recreatieve activiteiten op agrarische bedrijven. Dit kan zowel dag- als verblijfsrecreatie zijn. In 2003 verhuurden bijna 2.500 boerenbedrijven verblijfsaccommodaties. De onstuimige groei van het agrotoerisme in de afgelopen jaren zorgt voor veel discussie in recreatieland. Volgens de reguliere campingbedrijven is er sprake van oneerlijke concurrentie omdat de boerenbedrijven aan veel minder regels en verplichtingen hoeven te voldoen dan zijzelf. Boerenbedrijven hoeven daardoor minder geld te investeren en kunnen dus hun diensten goedkoper aanbieden. De vereniging van kampeerboeren (VeKaBo) stelt daarentegen dat ook voor de boerenbedrijven regels gelden. Bovendien richten de boerenbedrijven zich volgens VeKaBo op een heel ander publiek, dat vooral voor rust en kleinschaligheid komt. Ontmoet het Platteland Om iedereen kennis te laten maken met het groene landschap van Flevoland kunnen groepen zich aanmelden voor een rondleiding op verschillende agrarische bedrijven. Een goed opgeleide streekgids vertelt tijdens de rondleiding over de historie van het gebied en over de verschillende productiemethoden op de fruitteelt-, (melk) veehouderij-, akkerbouw- of biologische landbouwbedrijven. Naast de rondleidingen worden diverse arrangementen aangeboden in o.a. Oud Kraggenburg. Ook wordt aangehaakt bij bestaande evenementen als het 'Pieperfestival', de week van het platteland en de landelijke fietsdag. NLTO Projecten B.V. werkt in dit project samen met het IVN Consulentschap Flevoland.
Ook op dagrecreatiegebied is er sprake van concurrentie door boerenbedrijven. Steeds vaker worden er kano's, fietsen en dergelijke door deze bedrijven verhuurd. Ook worden schuren gebruikt voor overdekte dagrecreatieve activiteiten.
Bloemrijke akkers Noord-Drenthe Samen met enkele initiatiefnemers uit de streek, de Vereniging tot Behoud der Bijenteelt in Nederland (VBBN), Provincie Drenthe en NLTO Projecten is in het voorjaar van 2004 het project 'Bloemrijke akkers Noord-Drenthe' van start gegaan. Een groep van 16 boeren en burgers heeft meer dan 20 hectare ingezaaid met rijk bloeiende mengsels. Tijdens de bloeiperiode in juli levert dat een kleurrijk schouwspel op in het Drentse Aa gebied en het gebied van het Peizer- en Eelderdiep. Boeren en imkers werken samen; bijen en recreanten genieten daarvan. Voor iedereen die dit schouwspel wil ervaren is een fietsroute, die vanaf Norg langs diverse bloemrijke akkers voert, uitgezet. Om het project extra herkenbaar te maken hebben VBBN en de imkervereniging Haren - Paterswolde informatieborden gemaakt die bij de percelen geplaatst zijn.
In de meeste provincies zijn er diverse agrotoeristische samenwerkingsverbanden tussen ondernemers onderling of tussen ondernemers met bijvoorbeeld de VVV. Deze samenwerkingsverbanden ontwikkelen elk hun eigen activiteiten en netwerken en leveren daarmee een bijdrage aan de groei van het pluriforme aanbod van het agrotoerisme. Concurrentie en samenwerking Het recreatieve aanbod is de afgelopen jaren almaar toegenomen. Het gaat hierbij niet alleen om klassieke recreatiemogelijkheden zoals campings, pretparken of dierentuinen, maar ook om shopping-outlets als bijvoorbeeld BataviaStad en de vele koopzondagen. Volgens een ondernemer in de branche is Nederland zelfs het land met de hoogste 'dagattractiedichtheid'. Sommige ondernemers zijn van mening dat er steeds meer sprake is van concurrentievervalsing. Voorbeelden Samenwerking op gebied van horeca zijn het reeds eerder genoemde Roompot recreatieparken heeft een samenweragrotoerisme en nieuwe initiatieven als kingsverband met Douwe Egberts, die zorgt voor Cape Holland, die worden ontwikkeld met de koffie en thee in de parken. behulp van overheidssubsidies.
Samenwerking met festivalorganisatoren Het stadsstrand in Rotterdam is uniek door de samenwerking met de verschillende Zomerfestivalorganisatoren. Het strand haakt thematisch in op de diverse zomerfestivals in de stad. Zo is het strand tropisch getint tijdens het Zomercarnaval en is het één grote dance arena tijdens de FFWD Heineken Dance Parade.
Wat betreft samenwerking op horecagebied is de mening van de ondernemers verschillend. Sommigen zweren erbij om de horecavoorzieningen in eigen beheer te houden, zodat de kwaliteit gewaarborgd blijft. Anderen pleiten voor samenwerking met commerciële partners, omdat het gemakkelijk is en meer rendement oplevert.
Cambiance Brabant Vakantieparken Een samenwerkingsverband van 4 en 5 sterrencampings die deels hun eigen identiteit hebben opgegeven om samen naar buiten toe te treden. Ieder heeft geïnvesteerd in een nieuw automatiseringssysteem zodat de individuele systemen gekoppeld konden worden. Ook de promotie wordt gezamenlijk aangepakt. In de toekomst wil men de samenwerking verder uitbreiden met dagattractieparken om zo arrangementen te kunnen maken.
bedrijfschap Horeca en Catering
Al deze bedrijven dingen om de gunst van dezelfde consument. Voor een aantal bedrijven zal het dan ook lastiger worden om het hoofd boven water te houden, zeker gezien de huidige economische situatie. Samenwerken of fuseren kan dan een oplossing zijn. In de bungalowsector is dit zichtbaar door de ketenvorming die zich de afgelopen jaren heeft voorgedaan. Ook op campinggebied zijn er steeds meer samenwerkingsverbanden, waarbij de campings als zelfstandig bedrijf blijven opereren maar samenwerken op bijvoorbeeld inkoop- en promotiegebied om de kosten te drukken. Andere vormen van samenwerking zijn ook mogelijk, zoals bijvoorbeeld tussen toeristische bedrijven en evenementen- of congresbureaus. De verwachting is dat deze tendens zich de komende jaren zal voortzetten.
27
Groei Low Cost Carriers In 1996 deed EasyJet zijn intrede in Nederland met vluchten vanaf Schiphol. Anno 2004 telt Schiphol 9 verschillende Low Cost Carriers (LCC's) die op 30 bestemmingen vliegen. Dit is tekenend voor de enorme ontwikkeling die de LCC's de afgelopen jaren hebben doorgemaakt. Naast Schiphol werden al snel de luchthavens van onder andere Rotterdam en Eindhoven door andere maatschappijen zoals Basiq Air en Ryanair in het programma opgenomen. In eerste instantie bestond er de vrees dat door de LCC's vooral veel Nederlanders voor goedkope Europese bestemmingen zouden kiezen in plaats van een tripje in eigen land. Dit is inderdaad deels het geval, maar het omgekeerde blijkt ook te gebeuren. Er komen steeds meer buitenlandse toeristen naar Nederland. In 2003 kwamen 700.000 mensen naar Nederland via de prijsvechters. Van dat aantal bestaat de helft uit toeristen die anders niet naar Nederland waren gekomen. De verwachting is dat het aantal buitenlandse toeristen via LCC's de komende jaren blijft groeien. Buiten de populaire bestemmingen als Amsterdam en Delft raken door de goedkope luchtvaartmaatschappijen ook andere steden en gebieden in Nederland bekend bij buitenlandse toeristen. Dit kan een positief effect hebben op de recreatiebedrijven die in de buurt van een luchthaven gevestigd zijn. Naast de extra toeristen die uit het buitenland komen, zijn er ook signalen dat de zakelijke markt vaker gebruik maakt van de goedkope vluchten. Ook voor het MKB is het nu betaalbaar om klanten in het buitenland te bezoeken. Low Cost Carriers en zakenreizen Vaak is het eerste contact met een LCC een privé c.q. vakantie reis, waardoor de consument reeds ervaring heeft opgebouwd met deze lage kosten maatschappijen. Andere redenen waarom steeds meer zakenreizen met LCC's worden uitgevoerd, zijn de veelal lagere prijs, een verbetering van de dienstregeling (meer vluchten per dag en dagrandverbindingen), uitbreiding van het routenetwerk en de mogelijkheid te vertrekken van een andere luchthaven in Nederland dan Schiphol. Zakenreizigers geven aan een LCC met name voor de korte Europese vluchten te kiezen. Het Verenigd Koninkrijk is hierbij de populairste bestemming.
bedrijfschap Horeca en Catering
28
4.3
Sociaal-culturele ontwikkelingen Beleving Volgens veel ondernemers is beleving de belangrijkste ontwikkeling die zich op dit moment voordoet. Consumenten zijn steeds meer gewend en verwend en stellen dan ook hoge eisen aan recreatie. Consumenten willen op een bijzondere manier vermaakt worden of zelf actief deelnemen aan activiteiten. Veel bedrijven spelen al in op de belevingsvraag. Zo heeft Centerparcs op enkele parken specifieke activiteiten rondom een thema, zoals Aqua Mundo en Jungle Dome en zijn er campings en attractieparken met musicaltheaters. Dergelijke activiteiten gaan gepaard met flinke investeringen, maar dat is niet persé Gast in actie een voorwaarde voor het creëren van een In recreatierestaurant La Campagne staan de beleving. Of iets echt een beleving is, is activiteiten centraal. Het is een sportvoor elke persoon anders en daarmee iets onderneming, dat naast alle activiteiten zoals heel persoonlijks. Belevenissen kunnen ook handboogschieten en kanoën óók nog eten en te maken hebben met authenticiteit. drinken aanbiedt. Horeca voegt volgens de Muziek bij het kampvuur of koken met ondernemer wat toe aan het product, maar het biologische boerderijproducten zijn hier is niet waar de gasten voor komen. voorbeelden van.
Om de beleving compleet te maken zullen Exotische versnaperingen de horecavoorzieningen geïntegreerd De bezoekers van het stadsstrand nemen geen moeten worden in het totale concept. Dit genoegen met een gewoon broodje kaas of een kan door de producten zelf aan te passen patatje. Recreëren op het stadsstrand is hip en aan het thema door bijvoorbeeld tortilla's cool. Daar horen dito versnaperingen bij. Op te serveren als het thema Mexico is. Amsterdam Plage kunnen de strandgangers Nederlanders zijn echter erg gehecht aan terecht voor exotische maaltijden, tapas, hun broodje kaas en patatje, waardoor fruitshakes en noodles. men er ook voor kan kiezen om alleen de verpakking of de omgeving te veranderen, zoals een restaurant in junglesfeer. Recreatieondernemers geven aan dat veranderingen in de horecavoorzieningen in het algemeen volgen op veranderingen in het product/diensten aanbod. Ook werknemers zijn een belangrijk onderdeel van de totale beleving. Zij staan immers in contact met de gasten. Volgens sommige ondernemers komt het onderwerp 'beleving' ook steeds vaker aan bod in de opleiding van werknemers, wat een goede ontwikkeling is. Een andere trend die steeds zichtbaarder wordt (vooral bij grotere bedrijven) is het dragen van bedrijfskleding. De speciaal ontworpen kleding kan een bijdrage leveren aan de uitstraling van het bedrijf. Het kwaliteitsniveau van alle onderdelen van een totaalconcept moet hetzelfde zijn. Elk van de elementen (product, horeca, personeel, enz) binnen het concept moet bijdragen aan de centrale doelstelling van het totaalconcept. Alle elementen moeten op elkaar aansluiten en elkaar daardoor versterken. Het thema moet passen bij locatie, doelgroep, sfeer en prijsstelling van het bedrijf.
Elanden en bizons in Drenthe Het Noorder Dierenpark in Emmen heeft plannen voor de aanleg van een wildlife resort, waar toeristen kunnen verblijven tussen dieren die er zo'n 1000 jaar geleden rondliepen. Het park zal 150 hectare beslaan en wordt waarschijnlijk bevolkt door onder andere wolven, bruine beren, oerossen en elanden.
Mobiliteit Ondanks pogingen van de overheid om Nederlanders uít de auto en ín de trein te krijgen, raakt het wegennet steeds zwaarder belast. Stonden er enkele jaren geleden vooral op doordeweekse dagen files vanwege het woon-werk verkeer, nu is het ook steeds vaker op zaterdag en zondag aanschuiven op de snelweg in verband met evenementen, een Sprookjespendel Door gebruik te maken van collectief vervoer dagje strand of bezoek aan een attractiepark. In de afgelopen tien jaar is het aantal kan de bestaande infrastructuur intensiever worden benut. In Brabant is geëxperimenteerd dagtochten dat Nederlanders maken met met een 'sprookjespendel', het inzetten van ruim 10% gestegen en hierbinnen is ook bussen voor onder andere de Efteling, het Land het aandeel van de auto als vervoermiddel van Ooit, Safaripark Beekse Bergen en het toegenomen. Ook de toename van het Autotron. Een eerste proef heeft echter aantal éénpersoonshuishoudens en uitgewezen dat het belangrijk is dat een tweeverdieners zorgt voor steeds meer pendelbus de doelgroepstroken mag gebruiken. verkeer op de weg. Anders is de tijdwinst minimaal.
bedrijfschap Horeca en Catering
Inmiddels geven de eerste onderzoeken aan dat consumenten steeds meer waarde zouden hechten aan zingeving in plaats van beleving. In deze visie zijn consumenten vooral op zoek naar bijzondere, authentieke ervaringen waarbij men zich betrokken voelt en die de onderlinge familie- of vriendschapsbanden versterken. Het ensceneren van belevenissen wordt als ongeloofwaardig, oppervlakkig, opdringerig en kil ervaren. De komende jaren moeten uitwijzen of deze ontwikkeling zich inderdaad doorzet en wat dit betekent voor de recreatiebranche.
29
Strandbus Zandvoort groot succes In één weekend hebben ruim 10.000 passagiers gebruik gemaakt van de strandbus die treinreizigers van station Zandvoort naar de stranden in Zandvoort en Bloemendaal vervoert. In totaal hebben dit seizoen 20.000 passagiers van deze voorziening gebruik gemaakt. Naast de vier vaste bussen per uur, zet het vervoerbedrijf extra bussen in. De strandbus is één van de maatregelen die ervoor moeten zorgen dat de stranden van Zandvoort en Bloemendaal vooral op zomerse dagen gemakkelijker te bereiken zijn. Het project is een initiatief van de provincie Noord-Holland en de gemeenten Zandvoort, Bloemendaal, Haarlem en Heemstede.
Om het autogebruik terug te dringen, streeft de overheid er onder andere naar om meer recreatiemogelijkheden in of dichtbij de stad te creëren, zodat deze gemakkelijk per fiets of met het openbaar vervoer te bereiken zijn. Het zal echter nog wel enige jaren duren voordat deze plannen zijn geconcretiseerd en effect zullen hebben op de mobiliteit. Sommige ondernemers zijn van mening dat de mobiliteit een van de grootste problemen voor vooral de dagrecreatie zal worden. Nederlanders hebben geen zin om lang in de file te gaan staan, dus zullen ze er vaker voor kiezen om thuis te blijven. Ondernemers zullen dan ook op creatieve wijze met de mobiliteitsproblematiek om moeten gaan om toch voldoende bezoekers te kunnen blijven trekken. Een eenvoudige mogelijkheid is bijvoorbeeld het aanbieden van bepaalde arrangementen of acties op tijden dat het minder druk is. Wellicht zijn Nederlanders in de toekomst bereid om naar andere plekken te gaan, waardoor er mogelijkheden ontstaan voor samenwerking tussen bedrijven met verschillende typen activiteiten in een goed bereikbaar gebied, zoals Flevoland.
bedrijfschap Horeca en Catering
30
Veiligheid De Nederlander geeft naast gezondheid de hoogste prioriteit aan een goede en veilige leefomgeving. Hierbij gaat het om wonen, werken en recreëren. Van de overheid verwacht hij passende maatregelen om een veilige leefomgeving te creëren en in stand te houden. Ook van bedrijven verwacht hij een essentiële bijdrage. Het gevoel van onveiligheid en onzekerheid is door zaken als SARS en terrorisme toegenomen. Er is sprake van een steeds verdergaande bemoeienis van de overheid op het gebied van veiligheid en zekerheid, maar de overheid is moeilijk aan te spreken op haar verantwoordelijkheid. Daarnaast hebben ook de media veel impact. Door eenzijdige berichtgeving van de media over veiligheid en zekerheid kan negatieve stemming gecreëerd worden. Consumenten gaan op zoek naar alternatieven zodra er aanwijzingen zijn dat ze risico's (zouden kunnen gaan) lopen. Optimale productveiligheid en hygiënische werkwijzen zijn dan ook absolute randvoorwaarden geworden. De kosten van bedrijfsaanpassingen in verband met veiligheid, gezondheid, milieu en Arbowet worden door de ondernemers veelal doorberekend in de prijzen. Voor de consument zijn deze bedrijfsaanpassingen vaak niet of nauwelijks zichtbaar als kwaliteitsverbetering van de producten/diensten, met als gevolg dat prijsverhogingen voor onbegrip zorgen bij de gast. Naast allerlei wettelijke eisen waaraan de recreatieondernemer moet voldoen, zijn er ook initiatieven die de branche zelf initieert. Zo is er bijvoorbeeld het Keurmerk Veilig & Schoon in de zwembadbranche of de Groen & Veilig Waarborg van bedrijven die lid zijn van de VeBON (Vereniging van Buitensport Ondernemingen Nederland). Dergelijke keurmerken geven de consument het vertrouwen dat ze met een degelijk bedrijf te maken hebben. De horecavoorzieningen moeten uiteraard ook aan de veiligheidseisen voldoen. Gasten verwachten dat er in de keuken hygiënisch wordt gewerkt. In 2004 is er een vernieuwde hygiënecode voor de horeca beschikbaar gekomen, waarin procedures en voorschriften staan beschreven over de behandeling en verwerking van voedsel.
Back-to-basic en behoefte aan comfort In economisch mindere tijden vindt er vaak een verschuiving plaats van 'doen waar je zin in hebt' naar 'bezinning en planning'. Het afzetten tegen luxe is niet meer hip maar een noodzaak. Dit maakt een beweging zichtbaar die gekarakteriseerd kan worden als 'backto-basic'. Het individu maakt plaats voor de groep, samen dingen doen staat weer centraal. Het gaat hierbij om eenvoudige zaken als een boswandeling maken, bij het kampvuur zitten of knutselen met de kinderen. Aan de andere kant is men thuis inmiddels zo gewend aan luxe voorzieningen dat men die ook op de recreatieplek niet wil missen. In de afgelopen jaren is er door consumenten bijvoorbeeld steeds meer geïnvesteerd in comfortabele badkamers en keukens met alles erop en eraan. Goede en hygiënische sanitaire voorzieningen zijn tegenwoordig dan ook eerder een randvoorwaarde dan een luxe. Daarnaast willen sommige consumenten juist tijdens hun vakantie wat extra comfort in vergelijking met wat men thuis heeft, bijvoorbeeld een bubbelbad of een eigen sauna. Beide stromingen, back-to-basic en comfort, doen zich tegelijkertijd voor. Zij kunnen zich richten op verschillende doelgroepen, maar ook een combinatie van beide stromingen in één product of dienst is mogelijk. Recreatieondernemers herkennen de back-to-basic stroming, maar dan wel in een 'nieuw' jasje. Zo blijft bijvoorbeeld fietsen in Nederland onverminderd populair, maar tegenwoordig doet men dat met een complete uitrusting, zoals een GPS routebeschrijving. Ook op horecagebied is deze ontwikkeling te herkennen. Enerzijds is er behoefte aan ambachtelijke, 'eerlijke' producten en anderzijds is er vraag naar trendy, luxe hapjes zoals sushi. Het belangrijkste is dat het type horecavoorziening past bij de uitstraling die de recreatieondernemer met zijn bedrijf voor ogen heeft en dat de horeca aansluit bij de wensen van zijn gasten.
Minder vrije tijd Nederlanders hebben steeds minder vrij beschikbare vrije tijd. De daling in het aantal uren vrije tijd gaat bijna volledig ten koste van de vrijetijdsbesteding buitenshuis. Tabel 4: Ontwikkeling verplichte, persoonlijke en vrije tijd, 1985 - 2000 Uren per week Verplichte tijd (beroep, studie, huishouden) Persoonlijke tijd (persoonlijke hygiëne, eten en slapen) Vrije tijd
1985 40,7 75,3 49,0
1990 42,0 75,5 47,2
1995 42,6 75,0 47,3
2000 43,9 76,6 44,8
Bron: SCP
Zowel in de vrije tijd als tijdens het werk voelen Nederlanders zich steeds meer gehaast. Hierdoor hebben consumenten een grotere behoefte aan gemak en efficiency. Een belangrijk deel van de consumenten heeft in toenemende mate behoefte aan afwisseling en wenst een rijk en gevarieerd aanbod aan recreatiemogelijkheden. Door de tijdsdruk wil
bedrijfschap Horeca en Catering
Het Betere Boerenbed Op vijf boerderijen in Nederland is het mogelijk om te logeren in een zogenaamde boerenbed tent. De gasten leven met de natuur, in vrijheid, ver weg van de drukte van alledag. Ondertussen wordt de gast omgeven door comfort, door de landwinkel met ambachtelijke producten uit de regio, dagelijks vers gebakken brood uit de houtgestookte oven en verse eieren uit het kippenhok. Water haalt men bij de pomp, koken gebeurt op het houtvuur. Men is al snel drie kwartier bezig om een lekker ontbijt te maken met verse koffie. Door de primitieve leefwijze wordt men hier gedwongen in harmonie samen te werken. Dat geeft een band. Er is geen elektrische verlichting en geen TV. Het enig niet-primitieve is de hygiëne. De tent, slaapvertrekken, toilet en douchefaciliteiten voldoen aan alle moderne eisen.
31
men liefst in een zo kort mogelijke tijd, maximale ontspanning of vermaak. Luxe, korte tripjes waarbij alles is geregeld spelen hierop in. Aan de andere kant is er ook een trend van onthaasting zichtbaar, waarbij men in de vrije tijd juist rustig aan wil doen. In de horecavoorzieningen zien we deze tweedeling ook terug. Aan de ene kant zijn er de snelle zelfbedieningsrestaurants en automaten en aan de andere kant zijn er gelegenheden waar men rustig en uitgebreid à la carte kan eten.
4.4
bedrijfschap Horeca en Catering
32
Babybios In Utrecht heeft de eerste Nederlandse babybios haar deuren geopend. De baby gaat mee naar Cinemama zodat moeder de zorg voor het kind kan combineren met een middagje film.
Politiek-juridische ontwikkelingen Nota Ruimte De Nederlandse ministerraad heeft in april 2004 de Nota Ruimte vastgesteld. In deze nota zijn de uitgangspunten voor het ruimtelijk beleid voor Nederland tussen nu en 2020 vastgelegd. De nieuwe nota biedt gunstige perspectieven voor de recreatiesector. In de nota wordt gesteld dat het huidige aanbod van toeristisch-recreatieve voorzieningen, zowel kwalitatief als kwantitatief, onvoldoende voldoet aan de recreatiewensen van onze samenleving. De samenstelling van de bevolking en het toenemende belang van vrijetijdsbesteding vragen om nieuwe vormen van openlucht- en verblijfsrecreatie en om aanpassing van het huidige toeristisch-recreatieve aanbod. De recreatiesector moet de ruimte krijgen om te kunnen anticiperen op de veranderende behoefte van de samenleving en om zich tot een economische drager van (delen van) het platteland te ontwikkelen. Concreet betekent dit dat er de komende jaren meer hectare grond beschikbaar komt voor recreatiedoeleinden. Wet Openlucht Recreatie In juni 2004 stemde de ministerraad in met het voorstel van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) om de Wet op de Openluchtrecreatie (WOR) gefaseerd in te trekken. Door de afschaffing van deze wet krijgen gemeenten en provincies de mogelijkheid om zelf het kampeerbeleid vast te stellen. Dit heeft tot gevolg dat er grote verschillen in beleid tussen gemeenten kunnen gaan ontstaan, hetgeen kan leiden tot rechtsongelijkheid en onduidelijkheid voor ondernemers en consumenten. De impact die het intrekken van de WOR op de recreatiesector zal hebben is dan ook met veel onzekerheid omgeven. Via een nieuw voorstel wordt de ruimte voor kleinschalig kamperen vergroot, zolang het WOR vergunningenstelsel nog van kracht is. Staatssecretaris/ministerie van Toerisme? De toeristisch-recreatieve sector in Nederland was in 2002 goed voor 36 miljard euro omzet en 450.000 arbeidsplaatsen. Het is daarmee een belangrijke peiler van de Nederlandse economie. Recreatie is echter geen op zichzelf staande sector maar heeft vele verbanden met beleidsterreinen van diverse ministeries zoals EZ, VROM en LNV. Deze versnippering komt de behartiging van de belangen van de recreatiesector niet ten goede en leidt soms zelfs tot tegenstrijdige regelgeving. Het al dan niet afschaffen van de toeristenbelasting blijft ook een belangrijk aandachtspunt voor de branche. Daarnaast kent Nederland (te) veel verenigingen en organisaties die op één of meerdere deelgebieden van de recreatiesector actief zijn. Veel ondernemers en brancheorganisaties pleiten dan ook voor een staatssecretaris of zelfs een ministerie van Toerisme. Op deze manier kan de toenemende regelgeving en de hoge administratieve lastendruk in de recreatiebranche gericht worden aangepakt. Via een eigen staatssecretaris is de branche ook beter in staat haar belangen te behartigen in de Nederlandse regering en op Europees niveau. Vanuit Den Haag is echter al aangegeven dat een staatssecretaris van toerisme er voorlopig niet inzit.
Uitbreiding EU Op 1 mei 2004 is de Europese Unie uitgebreid met 10 landen en 75 miljoen inwoners. Wat het effect van deze uitbreiding zal zijn op de Nederlandse recreatiesector is lastig te voorspellen. In principe zijn er 75 miljoen potentiële consumenten, werknemers en ondernemers bijgekomen. Het zijn in het algemeen de armere landen die zijn toegetreden, dus de huidige recreatieondernemers verwachten dan ook niet dat de nieuwe consumenten massaal in Nederland komen recreëren. Het zal nog een flink aantal jaren duren voordat het algemene welvaartsniveau in deze landen dusdanig hoog is dat de inwoners het zich kunnen veroorloven om hier op vakantie te gaan. Nederlandse recreatieondernemers verwachten eerder het omgekeerde. Er zijn tien relatief goedkope vakantielanden bij gekomen, wat voor sommige Nederlanders zeker interessant zal zijn. De ANWB verwacht dat zeker tien procent meer reizigers naar de nieuwe EUlanden gaan, vooral naar Polen, Tsjechië, Slovenië en Hongarije. Toeristen zien vakantie in die landen als een goedkoop en rustig alternatief voor vakantie in de West-Europese vakantielanden. Ze hebben genoeg van de overvolle stranden en campings, ellenlange rijen bij de kassa's van kastelen en pretparken en de hoge prijzen. Slovenië als vakantieland Het toerisme, onder meer gericht op het hooggebergte met zijn wintersport en bergbeklimmen, wordt steeds belangrijker. Ook voor het strand, cultuur, natuur en geneeskrachtige baden kiezen steeds meer Europeanen voor een vakantie in Slovenië. In 2001 werd Slovenië voor het eerst bezocht door meer dan twee miljoen toeristen.
Sommige recreatieondernemers zien wel kansen om hun activiteiten naar het Oostblok uit te breiden. Recreatie zoals wij dat hier kennen, staat daar nog in de kinderschoenen dus de mogelijkheden zijn legio. Een andere mogelijkheid is het exporteren van recreatiekennis naar de nieuwe landen. Wat potentiële werknemers betreft is het de verwachting dat er, op termijn, goedkope arbeidskrachten vanuit de nieuwe landen naar het Westen zullen komen. De recreatiesector kan hier ook van profiteren, al zal de taal soms een barrière vormen.
4.5
33
Technologische ontwikkelingen
De verwachting is dat de komende jaren de automatisering verder zal toenemen. Hierbij zullen ook steeds vaker systemen van overheidsinstanties, toeleveranciers en onderneminGeautomatiseerde horeca Bij recreërende Nederlanders zijn vooral friet, ijs, frisdank en snacks populair. Deze producten zijn dan ook vrijwel overal te koop. Ook candybars zijn populair. Veel van deze producten kunnen vanuit automaten worden verkocht. De afgelopen jaren is het aanbod aan automaten behoorlijk gegroeid. Zo ziet men de al langer bestaande frietautomaat steeds vaker verschijnen en zijn er nieuwe automaten voor bijvoorbeeld softijs en pizza geïntroduceerd. Het voordeel van deze automatenverkoop zit hem vooral in de besparing op personeelskosten.
bedrijfschap Horeca en Catering
Automatisering De mogelijkheden van de informatie- en communicatietechnologie (ICT) en de automatisering van bedrijfs- en productieprocessen nemen almaar toe. ICT raakt in feite alles in een organisatie: van bedrijfsprocessen en logistieke organisatie tot productieprocessen, verkoop, marketing en communicatie. Ook, of misschien wel vooral, achter de schermen is de impact van automatisering groot. Het stelt bijvoorbeeld bedrijven in staat om dagelijks een verkorte exploitatierekening te produceren, waardoor bijsturing op hele korte termijn mogelijk is. Het tempo van de bedrijfsvoering gaat hierdoor omhoog en vooral voor oudere werknemers is het soms moeilijk om dit tempo bij te houden.
gen gekoppeld worden. Enerzijds kan dit een besparing op personeel opleveren, anderzijds zal er ook meer in het personeel geïnvesteerd moeten worden in de vorm van bijvoorbeeld bijscholing op dit gebied. De snelle technologische ontwikkeling roept reacties op. Blijft de mens baas over de inrichting van zijn eigen leven? Consumenten blijven behoeften houden aan het zien van mensen en producten. Als tegenhanger van het voortdurend werken met beeldschermen en ICT kan de behoefte aan persoonlijk contact juist toenemen. RFID-chips vervangen barcode In de toekomst kunnen RFID-chips helpen met voorraadbeheer, beveiliging en controle. Deze chips geven een signaal af en door het oppikken van dit signaal weet men waar het product of object zich bevindt binnen of buiten het bedrijf. Met een druk op de knop is er op elk moment van de dag een overzicht van bijvoorbeeld de voorraad.
bedrijfschap Horeca en Catering
34
Internet Het internet blijft een belangrijke ontwikkeling voor de recreatiebranche. Het aantal Nederlanders dat toegang heeft tot internet is nog elk jaar stijgende en de verkoop van goederen en diensten via internet neemt eveneens toe. In 2003 werd 1,24 miljard euro omgezet via on-line verkopen, terwijl dit bedrag in 1998 nog op 41 miljoen euro lag. Het meeste geld wordt daarbij uitgegeven aan reizen. Door het internet is de reisbranche zeer transparant geworden voor de consument. Met enkele muisklikken heeft hij bijvoorbeeld alle prijzen van een vliegticket op een rijtje en kan hij direct de goedkoopste kiezen. WiFi op de golfbaan Als gevolg hiervan boeken consumenten Op de Golfbaan Welderen in Elst kan men op de steeds vaker een ticket of accommodatie green via WiFi zijn score doorgeven. Er is een rechtstreeks bij de aanbieder en niet meer dekkend WiFi-netwerk aangelegd zodat overal via een tussenpersoon. Er vindt dan ook bereik is voor de golfers. een sanering onder de reisbureaus plaats. Waar voorheen websites van recreatieondernemers vooral informatief waren, ziet men nu -ook bij kleinere ondernemers een verschuiving naar interactieve websites. Dit geldt voor zowel de verblijfs- als dagrecreatie. Dit stelt hogere eisen aan de automatiseringsystemen binnen het bedrijf en de werknemers. Informatieaanvragen en boekingen moeten snel en adequaat afgehandeld worden. Ondernemers in de verblijfsrecreatie verwachten dat op termijn minder personeel nodig zal zijn voor het verwerken van boekingen. Naast het belang van internet bij boekingen neemt ook de vraag naar internet als gastenservice toe. Vooral voor de jongere generatie is internet bijna niet meer weg te Ook op de camping boodschappen doen via internet denken uit het dagelijks leven. Men wil Op vakantie gaan betekent vooral ontspannen. overal en altijd kunnen e-mailen, chatten Volgens Roompot recreatieparken betekent het en surfen. Zogenaamde 'WiFi-hotspots' ook dat gasten zich geen zorgen hoeven te voor draadloos internet schieten dan ook maken hoe ze aan hun eten en drinken komen. als paddestoelen uit de grond. Voor Via internet kunnen gasten van de Roompot ondernemers is het belangrijk om de ontwikkelingen op het gebied van internet vooraf hun boodschappen bestellen. Op de dag van aankomst staan deze dan klaar in het huisje. en automatisering te blijven volgen en, indien nodig, daarin ook te investeren. Laptop wordt even onmisbaar als tentstokken Kamperen in 2020 zal vooral digitaal en draadloos zijn. Internetgebruikers op campings zijn grofweg in twee groepen in te delen. De ene groep wil betrokken blijven bij zijn werk tijdens de vakantie en bestaat uit ondernemers en personen met belangrijke functies. De andere groep bestaat uit de opgroeiende jeugd, die niet alleen lekker wil surfen op internet, maar die vooral vakantie-ervaringen uitwisselt met vrienden.
Afscheid van papieren vliegtickets De IATA heeft in 2004 besloten dat luchtvaartmaatschappijen voor 2008 wereldwijd afscheid zullen nemen van de papieren tickets. Ze moeten overschakelen op elektronische tickets, waarmee reizigers onder meer thuis hun reisbewijs kunnen ophalen en uitprinten. Het besluit moet de gang van zaken in de luchtvaart vereenvoudigen en kosten besparen.
Mobiele telefoon Het mobieltje is in korte tijd uitgegroeid van een eenvoudige telefoon naar een multimediaal instrument. Fotograferen, filmen, GPS (Global Positiong System), het kan allemaal met de mobiele telefoon. Consumenten kunnen met hun telefoon informatie opvragen over vele onderwerpen op elk gewenst tijdstip. De mobiele telefoon is daarmee een communicatie-instrument geworden dat ook door recreatieondernemers ingezet kan worden. Bijvoorbeeld als extra gastenservice door het aanbieden van GPS fiets- of wandelroutes, of door bezoekers van een recreatiepark via SMS berichten op de hoogte te houden hoe laat een bepaalde voorstelling begint. Daarnaast wordt SMS inmiddels ook ingezet voor de verkoop van toegangskaarten. De mogelijkheden zijn legio en zullen in de komende jaren zeker nog uitgebreid worden. Vooral de jongere generatie is goed te bereiken via hun mobiele telefoon. Voor hen is de mobiele telefoon een wezenlijk onderdeel van het dagelijks leven. Fietsen en wandelen met GPS Gasten kunnen fietsen zonder kaart en zonder bordjes. Via GPS systemen kan men fiets- en wandelroutes downloaden op een GPS-ontvanger of een mobiele telefoon met GPS functie. Op internet zijn momenteel reeds honderden GPS fiets- en wandelroutes beschikbaar.
35
Home en mobile ticketing Bij de Efteling kunnen bezoekers on-line entreebewijzen bestellen. Het entreebewijs kan vervolgens direct geprint worden of er wordt per SMS een barcode naar de mobiele telefoon gestuurd, die als entreebewijs geldt. Bij de entree van het park kunnen bezoekers dan rechtstreeks doorlopen naar de toegangscontrole en hoeven niet meer in de rij te gaan staan.
bedrijfschap Horeca en Catering
5 Bijlagen 5.1
Tabellen behorende bij hoofdstuk 2 Tabel 1: Aantal overnachtingen van Nederlanders en buitenlanders in Nederland
Totaal (mln.) Nederlanders Buitenlanders
1993 104 87 17
1998 115 90 25
2003 126 100 25
Bron: ContinuVakantieOnderzoek
Tabel 2: Aantal overnachtingen van Nederlanders tijdens vakanties
Totaal (mln.) In Nederland In buitenland
1993 221 87 134
1998 238 90 148
2003 264 100 164
17 70
18 72
20 80
36 Korte vakanties in NL Lange vakanties in NL Bron: ContinuVakantieOnderzoek
bedrijfschap Horeca en Catering
Tabel 3: Aantal overnachtingen van Nederlanders in Nederland naar bestemmingsprovincie
Totaal (mln.) Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Bron: ContinuVakantieOnderzoek
1993 86,4 1,1 7,6 8,2 6,2 1,7 16,5 2,9 9,4 6,9 8,1 8,7 9,1
1998 90 1,0 7,1 8,2 8,0 1,6 18,4 3,4 7,8 5,0 9,9 11,5 8,1
2003 100,3 1,9 8,7 8,2 9,6 2,0 17,3 3,6 9,7 7,4 12,1 10,1 9,8
Tabel 4: Aantal overnachtingen van Nederlanders in Nederland naar toeristengebied
Totaal (mln.) Waddeneilanden Noordzeebadplaatsen IJsselmeerkust Deltagebied Meren in Gr./Fr./Ov. Hollands-Utrechtse meren Utrechtse Heuvelrug/'t Gooi Veluwe/Veluwerand Gelders rivierengebied Achterhoek Twente/Salland/Vechtstreek Zandgronden in Gr./Fr./Dr. West- en Midden Brabant O-Brabant/Noord-Midden L./Rijk v. Nijmegen Zuid-Limburg A'dam/R'dam/Den Haag/Utrecht Overig NL
1993 86,4 5,6 12,4 4,6 5 2,9 0,8 2,3 10,2 1,4 2,9 5,7 9,5 6,9 6,8 4,1 1,4 4
1998 90,1 5,4 13,4 3,5 3,4 2,1 1,1 2,6 13,1 0,3 4,2 7,1 9,9 9,3 5,8 4,2 1,6 3,1
2003 100,3 6,5 15 4,4 6,4 2,8 1,1 2,1 12,3 0,6 3,5 9 9,3 8,4 7,9 3,9 1 6,5
Bron: ContinuVakantieOnderzoek
Tabel 5: Aantal overnachtingen van Nederlanders in Nederland naar logiesvorm
Totaal (mln.) Seizoenrecreatieve logiesvormen, w.v. caravan, vouwwagen overige logiesvormen
1993 87 22 15 7
1998 90 28 19 9
2003 100 28 15 12
65 5 25 18 7 9
62 6 25 18 6 8
73 8 37 15 7 5
Bron: ContinuVakantieOnderzoek
Tabel 6: Vakantie-uitgaven van Nederlanders in Nederland naar duur
Totaal (mld. euro) Korte vakanties Lange vakanties Bron: ContinuVakantieOnderzoek
1993 1,7 0,5 1,2
1998 1,9 0,6 1,3
2003 2,6 0,9 1,8
bedrijfschap Horeca en Catering
Toeristische logiesvormen, w.v. hotel, pension zomerhuisje, bungalow caravan, vouwwagen tent overige logiesvormen
37
Tabel 7: Gemiddelde vakantie-uitgaven van Nederlanders in Nederland p.p p.d naar logiesvorm
Totaal (euro) Seizoenrecreatieve logiesvormen, w.v. caravan, vouwwagen
1993 lang kort 15,4 19,1 7,7 6,8 7,3 7,3
1998 lang kort 16,8 22,7 9,5 10 9,1 9,5
Toeristische logiesvormen, w.v. hotel, pension zomerhuisje, bungalow caravan, vouwwagen tent
17,7 40,4 20,4 13,2 13,2
19,5 46,3 21,8 14,1 14,5
25,4 44,9 24,1 11,3 13,2
30,4 49 25 15,4 20
lang 23 11 10
2003 kort 30 10 9
27 56 29 16 20
38 59 32 21 23
Bron: ContinuVakantieOnderzoek
Tabel 8: Aantal overnachtingen van buitenlandse gasten in Nederland naar herkomstland 1993 17,2 15,1 2,1
1998 25,0 21,2 3,8
2003 25,3 21,9 3,4
Duitsland België UK Frankrijk Overig Europa
9,2 1,2 1,7 0,7 2,3
11,0 1,7 3,3 0,9 4,3
11,4 2,1 3,5 1,0 4
Amerika Azië Australië/Oceanië Afrika
1,2 0,6 0,1 0,1
2,3 1,2 0,3 0,2
1,9 1,0 0,2 0,3
Totaal (mln.) Europa Overig
bedrijfschap Horeca en Catering
38
Bron: CBS
Tabel 9: Aantal overnachtingen van buitenlandse gasten in Nederland naar bestemmingsprovincie
Totaal (mln.) Groningen Friesland Drenthe Overijssel/Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Bron: CBS
1993 17,2
1998 25,0
2003 25,3
0,2 1,1 0,4 1,1 0,7 0,4 5,7 2,8 1,9 1,1 1,9
0,3 1,1 0,4 1,1 0,9 0,6 10,6 3,7 2,7 1,4 2,0
0,3 1,2 0,4 1,0 1,0 0,5 10,7 3,5 3,5 1,4 2,0
Tabel 10: Aantal overnachtingen van buitenlandse gasten in Nederland naar toeristengebied
Totaal (mln.) Waddeneilanden Noordzeebadplaatsen IJsselmeerkust Deltagebied Meren in Gr./Fr./Ov. Hollands-Utrechtse meren Utrechtse Heuvelrug/'t Gooi Veluwe/Veluwerand Gelders rivierengebied Achterhoek Twente/Salland/Vechtstreek Zandgronden in Gr./Fr./Dr. West- en Midden Brabant O-Brabant/Noord-Midden L./Rijk v. Nijmegen Zuid-Limburg A'dam/R'dam/Den Haag/Utrecht Overig NL
1993 17,2 1,1 3,6 1,2 0,8 0,3 0,1 0,2 0,4 0,0 0,1 0,5 0,4 1,0 1,6 0,4 4,3 1,3
1998 25,0 1,6 4,9 1,2 1,2 0,3 0,3 0,3 0,6 0,1 0,1 0,6 0,5 1,4 1,6 0,6 7,8 2,1
2003 25,3 1,3 5,9 1,1 1,2 0,3 0,1 0,2 0,7 0,1 0,1 0,5 0,5 1,3 1,5 0,6 7,9 2,1
Bron: CBS
39 Tabel 11: Aantal overnachtingen van buitenlandse gasten in Nederland naar logiesvorm
Totaal (mln.) Hotels/pensions, jeugdaccommodaties Groepsaccommodaties Huisjescomplexen Kampeerterreinen
1993 17,2 8,7 0,4 4,6 3,5
1998 25,0 14,7 0,6 6,1 3,6
Tabel 12: Aanbod logiesaccommodaties naar logiesvorm
Totaal (mln.) Hotels/pensions, jeugdaccommodaties Groepsaccommodaties Huisjescomplexen Kampeerterreinen Bron: CBS
1993 6.290 2.788 759 708 2.035
2003 6.703 2.908 780 771 2.244
bedrijfschap Horeca en Catering
Bron: CBS
2003 25,3 13,8 0,5 6,3 4,8
Tabel 13: Aanbod logiesaccommodaties naar provincie
Totaal (mln.) Groningen Friesland Drenthe Overijssel/Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Bron: CBS
bedrijfschap Horeca en Catering
40
1993 6.290 142 574 394 611 948 187 965 542 468 689 770
2003 6.703 180 622 448 699 1.005 172 977 547 517 740 796
5.2
Tabellen behorende bij hoofdstuk 3 Tabel 1: Aantal en aandeel dagtochten naar type activiteit
Totaal Zonnen, zwemmen, dagkamperen e.d. Sport en sportieve recreatie Toeschouwer/begeleider bij sport Toeren Bezoek attractiepunt, bezienswaardigheid, evenement Recreatief winkelen Uitgaan Overig (verenigingen, hobby's)
‘90/’91 x mln. € % 868,7 100 59,7 6,9 264,5 30,4 27,3 3,1 20,4 2,3 81,6 9,4
‘95/’96 x mln. € % 935,8 100 53,2 5,7 297,7 31,8 33,1 3,5 17,4 1,9 89,8 9,6
‘01/’02 x mln. € % 981,6 100 58 5,9 304,5 31 36,3 3,7 21,5 2,2 109,8 11,2
128,6 14,8 167,6 19,3 118,9 13,7
129,1 13,8 186,2 19,9 129,3 13,8
112,8 11,5 223,6 22,8 115 11,7
Bron: NRIT/CBS
Tabel 2: Aantal dagtochten naar duur
Totaal (%) 2-4 uur 4-6 uur 6-8 uur >= 8 uur
‘90/’91 100 57 25 9 8
‘95/’96 100 58 25 9 8
‘01/’02 100 54 26 11 10
‘95/’96 6.714 1.608 3.990 1.116
‘01/’02 11.511 2.863 6.845 1.803
41
Bron: NRIT/CBS
Tabel 3: Uitgaven aan dagtochten naar type uitgave ‘90/’91 5.280 1.050 3.272 959
Bron: NRIT/CBS
Tabel 4: Gemiddelde uitgaven per persoon per dagtocht naar type activiteit ‘90/’91 Totaal (euro) 6,08 Zonnen, zwemmen, dagkamperen e.d. 3,44 Sport en sportieve recreatie 3,21 Toeschouwer/begeleider bij sport 5,24 Toeren 10,18 Bezoek attractiepunt, bezienswaardigheid, evenement 8,32 Recreatief winkelen 4,38 Uitgaan 13,33 Overig (verenigingen, hobby's) 3,32 Bron: NRIT/CBS
‘95/’96 7,17 3,91 3,92 6,48 10,25 9,61 4,86 15,80 3,98
‘01/’02 11,73 5,87 6,48 9,61 13,18 14,14 7,92 23,90 6,71
bedrijfschap Horeca en Catering
Totaal (x mln. euro) Entree- en deelnamekosten Consumptiekosten Reiskosten
Tabel 5: Aantal dagrecreatieve voorzieningen naar type
Totaal (euro) Strandpaviljoens Golfbanen Jachthavens Watersportverhuur Rondvaartbedrijven Vrijetijdscentra Speeltuinen Pretparken Dierentuinen Thematische tuinen Grote winkelcentra
2003 3.519 289 165 794 503 198 311 636 57 66 254 246
Bron: NRIT
Tabel 6: Aantal dagrecreatieve voorzieningen naar provincie
42
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht N-Holland Z-Holland Zeeland N-Brabant Limburg
bedrijfschap Horeca en Catering
Bron: NRIT
Strand- Golf- Jacht- Water- Rond- Vrije- Speel- Pret- Dieren- Thema Winkel- Totaal pav. baan haven sport- vaart tijdstuin park tuin tuin centra verh. centra 8 5 34 30 6 19 20 2 0 29 7 160 29 6 147 156 30 16 11 3 3 11 5 417 3 9 5 12 3 8 42 5 4 20 16 127 6 9 39 20 13 19 110 3 5 19 28 271 12 4 22 10 4 4 2 1 0 3 3 65 12 20 59 38 32 28 62 5 5 34 47 342 0 13 39 30 15 25 39 0 5 18 15 199 74 22 154 64 30 41 64 5 7 28 20 509 79 26 182 75 32 40 107 4 10 32 40 627 56 7 43 29 8 25 21 4 3 10 31 237 8 31 44 27 15 63 90 6 17 30 19 350 2 13 26 12 10 23 68 19 7 20 15 215
5.3
Achtergrondinformatie Opzet ContinuVakantieOnderzoek Het ContinuVakantieOnderzoek (CVO) heeft tot doel om informatie te geven over de lange en korte vakanties van Nederlanders. In 1993 en 1998 werd hiervoor gebruikt gemaakt van een panelmethode waarbij de respondenten een schriftelijke vragenlijst invulden. In 2003 werd gebruik gemaakt van het NIPO Capi@Home panel waarbij de respondenten de vragenlijst via hun eigen pc invulden. Het CVO wordt gehouden onder een steekproef uit de in Nederland woonachtige bevolking met de Nederlandse nationaliteit met uitzondering van personen in institutionele huishoudens (bejaardenoorden, verpleeghuizen en dergelijke). Bij de steekproeftrekking wordt rekening gehouden met de verdeling naar een aantal demografische en sociaaleconomische kenmerken. Zodoende wordt getracht om voor het totaal een zo representatief mogelijke steekproef te bereiken. Opzet Statistiek Logiesaccommodaties De Statistiek Logiesaccommodaties (SLA) beoogt een cijfermatig inzicht te geven in aanbod en gebruik van logiesverstrekkende accommodaties in Nederland. De onderzoekspopulatie van de SLA wordt gevormd door alle logiesverstrekkende accommodaties in Nederland met ten minste 5 slaapplaatsen in een hotel of pension of tenminste 20 slaapplaatsen in een verblijfsrecreatie-accommodatie: kampeerterrein, huisjescomplex, jeugd- of groepsaccommodatie. De populatie wordt bepaald aan de hand van de inschrijvingen bij het bedrijfschap Horeca en Catering en het adressenbestand van het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen.
43
Alle exploitanten van de accommodaties behorend tot de onderzoekspopulatie ontvangen eenmaal per jaar een inventarisatievragenlijst. Aan de hand van de geregistreerde capaciteit van de accommodatie wordt bepaald of deze in aanmerking komt voor de maandelijkse waarneming van het bezoek (aantal gasten en aantal overnachtingen). Uit deze bedrijven wordt vervolgens een steekproef getrokken, die met een maandvragenlijst wordt benaderd.
Opzet Aanbodinventarisatie dag- en verblijfsrecreatieve voorzieningen in Nederland Het doel van het onderzoek is het verzamelen van dusdanige (basis)kennis over de toeristische-recreatieve (sub)sectoren dat een beter beeld kan worden verkregen over zowel de kwalitatieve als kwantitatieve betekenis daarvan. Het gaat hierbij om aanbodgegevens zoals aantallen, type voorziening enz. Wat betreft dagrecreatie zijn de volgende (sub)sectoren in het onderzoek meegenomen:
bedrijfschap Horeca en Catering
Opzet Onderzoek Dagrecreatie Het doel van het Onderzoek Dagrecreatie is gegevens te verzamelen over recreatieve activiteiten waarvoor men tenminste twee uur van huis is zonder dat daarbij een overnachting elders plaatsvindt. Het onderzoek vindt een keer in de vijf jaar plaats en de onderzoeksperiode loopt door het kalenderjaar heen. Het onderzoek bestaat uit twee onderdelen. In eerste instantie heeft er een telefonische enquête plaatsgevonden, waarin aan personen is gevraagd of ze gedurende twee weken wilden bijhouden welke dagtochten ze hebben gemaakt. Indien men hiertoe bereid was, werd aansluitend in hetzelfde gesprek gevraagd naar hun deelname aan enkele recreatieactiviteiten en hun achtergrondkenmerken. Het tweede deel bestond uit het gedurende twee weken bijhouden van de ondernomen dagtochten. Per dagtocht zijn gegevens verzameld over datum, tijd, vertrekplaats en bestemming, activiteiten, reisgezelschap, vervoer en uitgaven.
Sector 1. Strandpaviljoens 2. Golfbanen 3. Jachthavens en watersportverhuurbedrijven 4. Vrijetijdscentra
5. Reguliere rondvaartbedrijven 6. Attractiepunten/-parken
7. Recreatief winkelen
44
Omschrijving Alleen bij kustgemeenten en gemeenten met één of meerdere grotere meren Hieronder vallen zowel jachtverhuur als verhuur van motorboten, kano's roeiboten en waterski's; voor een deel heeft dit tevens betrekking op verblijfsrecreatie Centra waarin minimaal drie verschillende soorten activiteiten worden aangeboden en waarbij reguliere fitnesscentra/health clubs buiten beschouwing worden gelaten Hier wordt de indeling van het CBS gehanteerd: a. speeltuinen, natuurspeelbossen, uitspanningen b. pretparken, sprookjesparken, miniatuursteden, e.d. c. dierentuinen, vogelparken, apenparken, dolfinariums d. thematische tuinen (bijv. hortus botanicus, kasteeltuin, kruidentuin) Hieronder vallen: winkel-/meubelboulevards, mega-stores, shopping malls, grotere tuincentra en Factory Outlets
De benodigde gegevens over voornoemde sectoren zijn achterhaald via alle Nederlandse gemeenten. Hiertoe hebben de betreffende afdelingen/contactpersonen een korte vragenlijst ontvangen. Aanvullend hebben uitgebreide telefonische reminderrondes plaatsgevonden. Uiteindelijk hebben 33 gemeenten geen gegevens aangeleverd, waaronder enkele grote gemeenten zoals Den Haag en Leiden.
Uitleg begrippen
bedrijfschap Horeca en Catering
Korte vakantie Verblijf buiten de eigen woning voor ontspanning of plezier met ten minste één en ten hoogste drie opeenvolgende overnachtingen. Lange vakantie Verblijf buiten de eigen woning voor ontspanning of plezier met ten minste vier opeenvolgende overnachtingen. Seizoenrecreatieve overnachting Overnachting die plaatsvindt in een logiesvorm op een vaste seizoen- of jaarplaats. Dit kan zijn in een zomerhuisje, vakantiebungalow, stacaravan, kajuitboot of volkstuinhuisje in het bezit van het huishouden en een eigen (bungalow)tent, caravan of vouwwagen. Toeristische overnachting Overnachting die plaatsvindt in een logiesvorm niet op een vaste seizoen- of jaarplaats. Vakantie-uitgaven Dit zijn de specifieke kosten die gemaakt zijn voor de vakantie zelf, dat wil zeggen reiskosten, verblijfkosten, uitgaven aan voeding en overige kosten die rechtstreeks verband houden met de vakantie, zoals verzekering, entrees, souvenirs, foto- en filmmateriaal. De uitgaven aan duurzame recreatiegoederen, zoals caravan, tent, boot, kampeeruitrusting en dergelijke zijn buiten beschouwing gelaten, omdat ze niet aan één vakantie kunnen worden toegerekend. Dit geldt ook voor de huur van een vaste stand- of ligplaats, die eveneens voor een onbekend aantal vakanties wordt benut.
Dagtocht Een recreatieve activiteit waarbij men minimaal twee uur van huis is dit is de eigen woning, het adres van familie e.d., maar niet de vakantiebestemming zonder dat daarbij een overnachting plaatsvindt.
Onderzoekswijzigingen ContinuVakantieOnderzoek (CVO) 1996 Vanaf 1996 is bij het CVO een verbeterde wegingsprocedure toegepast. In de periode daarvoor is bij binnenlandse vakanties het aantal verblijven in seizoenrecreatieve logiesvormen onderschat. Dit in tegenstelling tot de kampeervakanties met een caravan of vouwwagen op een toeristische standplaats. Met de nieuwe wegingsprocedure is dit hersteld. 2002 Vernieuwde opzet CVO. Belangrijkste verschil is dat sinds die tijd ook logeren in het buitenland bij familie, vrienden of kennissen onder het begrip vakantie valt. Wat betreft binnenlandse vakanties is er nauwelijks iets gewijzigd. CBS - Statistiek Logiesaccommodaties (SLA) 1998 Vanaf 1998 is de opzet van SLA geheel herzien. De belangrijkste wijziging betreft de uitbreiding van de populatie met kleinere bedrijven. Vanaf 1998 worden hotels, pensions en jeugdaccommodaties vanaf 5 slaapplaatsen meegenomen (was 20). De ondergrens voor de overige accommodaties komt met ingang van 1998 op 20 slaapplaatsen (was 400 voor kampeerterreinen en 50 voor huisjescomplexen en groepsaccommodaties). Hierdoor ligt het aanbod, het aantal gasten en het aantal overnachtingen beduidend hoger dan in voorgaande jaren.
45
bedrijfschap Horeca en Catering
5.4
Deelnemers discussiesessie en geïnterviewde personen Deelnemers discussiesessie verblijfsrecreatie - Dhr. Chaigneau, Recreatiegebied Erkemederstrand - Dhr. Drabbe, Hospitality Concepts - Dhr. Hagendoorn, De Beerze Bulten - Dhr. Pit, De Paasheuvelgroep - Dhr. Ruts, Roompot Recreatie Beheer - Dhr. Weijenborg, Camping Zeeburg Geïnterviewde personen dagrecreatie - Dhr. Broos, Skidôme - Dhr. Van Dale, Dierenpark Amersfoort - Dhr. Steijn, Madurodam - Dhr. Van der Stoep, Vadesto-buitensportactiviteiten
bedrijfschap Horeca en Catering
46
Colofon Uitgave: september 2004 ISBN 90-5531-134-0 © bedrijfschap Horeca en Catering Het bedrijfschap Horeca en Catering is niet aansprakelijk voor enige directe of indirecte schade als gevolg van of in verband met eventuele onjuistheid van de aangeboden informatie uit deze publicatie. Overname van informatie uit deze publicatie is toegestaan, mits met bronvermelding. Artikelnummer 3102 Prijs: € 12,- / Ingeschreven bij het Bedrijfschap: € 9,-