Afbouwplan / afbouwscenario bedrijfschap Horeca en Catering versie 1.0 vaststellingsdatum: 20-11-2013
~1~
Inhoudsopgave
1. Inleiding 2. Procedure opheffing/afbouw – bestuurlijke besluitvorming 3. Activiteiten in afbouw 2013-2014 3.1 Activiteiten tbv sector 3.2 Activiteiten tbv schap 4. Formatie BHC 2013-2014 5. Fysieke en organisatorische afbouw 5.1 Onroerende zaken 5.2 Roerende zaken 5.3 Bedrijfsrestaurant 5.4 Stichting Horeca Vakpunt 5.5 Opzeggen overeenkomsten 5.6 Sociaal plan 5.7 Archief 5.8 Juridische procedures 6. BHC 2014 7. Vereffenaar 8. Financiële situatie BHC 8.1 Stand van zaken 8.2 Te treffen voorzieningen 9. Planning
~2~
1. Inleiding Het voorliggende concept afbouwplan / afbouwscenario (in het vervolg ‘Afbouwplan’) is een eerste inventarisatie van het bedrijfschap Horeca en Catering (BHC) van de te nemen stappen om te komen tot een afbouw van de activiteiten van het schap. De term afbouwscenario moet tot uitdrukking brengen dat de afbouw eventueel kan worden opgeschort (zie onder 2).
Dit document is een document in ontwikkeling en zal als basis dienen voor de herziene begroting 2013 en de begroting 2014.
De situatie van BHC is op hoofdlijnen geschetst en wordt in 2013 nader uitgewerkt. Onderhavig plan is conform de uitgangspunten van de SER “Leidraad afbouw of opheffing product- en bedrijfschappen” van 6 juli 2012 opgesteld. In de leidraad wordt aangegeven dat er volledig en integraal inzicht moet worden verschaft in de financiële huishouding bij afbouw of opheffing. Er geldt dan ook: Het afbouwplan moet handvatten bieden voor sturing van het proces tot afbouw of opheffing en om mogelijke risico’s hierin te onderkennen en te beheersen.
Onderwerpen die aan de orde moeten komen (Leidraad): -
Aanleiding en achtergrond
-
Financiële situatie
-
Personele aangelegenheden
-
Te treffen voorzieningen
-
Beleid ten aanzien van langlopende verplichtingen
-
Toelichting op de waarde van alle activa en passiva
Er wordt een toelichting verstrekt op de afbouw van activiteiten en daaraan gekoppelde formatie. Tevens worden de aspecten van de fysieke en organisatorische afbouw benoemd.
De financiële consequenties van het afbouwplan worden nader uitgewerkt in de herziene begroting voor 2013 en de begroting voor 2014.
Het afbouwplan en de hiermee samenhangende begrotingen worden door het bestuur vastgesteld en behoeven de goedkeuring van de SER (toezichtkamer). Over de voortgang van het afbouwplan heeft afstemming met de SER plaatsgevonden. Waar nodig zal ook de accountant om advies worden gevraagd.
Voorts wordt de financiële situatie van het BHC en de te treffen voorzieningen geschetst. Tot slot wordt de planning weergegeven.
~3~
2. Procedure opheffing/afbouw – bestuurlijke besluitvorming
In de vergadering van 24 april 2013 heeft het algemeen bestuur van het bedrijfschap Horeca en Catering de notitie procedure opheffing Bedrijfschap Horeca en Catering besproken.
De volledige tekst van de notitie is hieronder opgenomen, met daarna de besluitvorming over deze notitie.
Notitie procedure opheffing Bedrijfschap Horeca en Catering Inleiding In het regeerakkoord van 29 oktober 2012 “Bruggen Slaan“ is op pagina 43 het volgende opgenomen: “De product- en bedrijfschappen worden opgeheven. Publieke taken die nu binnen de publiekrechtelijke organisatie (PBO) worden uitgevoerd, zullen worden ondergebracht bij het ministerie van Economische Zaken”. Het ministerie van Economische Zaken is als verantwoordelijk ministerie aangewezen om de opheffing uit te voeren. Uitvoerende is drs. P. van Velzen. Ten behoeve van de uitvoering is door hem een plan van aanpak opgesteld. Naar verwachting zal de opheffing uiterlijk 1 januari 2015 ingaan. Het bedrijfschap heeft de heer van Velzen middels een brief en een drietal notities op de hoogte gesteld van de zorgen, die er zijn over het voorgenomen besluit. Het standpunt van het bestuur komt samengevat neer op het volgende:
Voortzetting van de activiteiten: Het bestuur betreurt het kabinetsbesluit om de schappen, waaronder het bedrijfschap Horeca en Catering op te heffen. Het bestuur vindt het belangrijk dat van de activiteiten die het algemeen bedrijfstakbelang raken, onderzocht wordt hoe en in welke vorm deze kunnen worden gecontinueerd. Waar nodig zal hiervoor in de begroting 2014 financiële ruimte worden opgenomen. Het gaat hierbij in ieder geval om de volgende (clusters) aan activiteiten: - Het horecadossier en de registerfunctie - Mijn Horeca - De Nederlandse Hotelclassificatie - De Hygiënecode - Feiten en Cijfers
Het bestuur staat open voor initiatieven om activiteiten te kunnen continueren. Zo heeft Koninklijke Horeca Nederland zich gemeld voor de continuering van de Nederlandse Hotelclassificatie en de Hygiënecode. Onderzoekbureau ABF te Delft heeft laten weten onder voorwaarden belangstelling te hebben voor de kennisbank (“feiten en cijfers”). Aan de overheid is gevraagd de verplichtstelling van de NHC te faciliteren en de doorontwikkeling van de horecataxonomie voor een periode van drie jaar te ondersteunen. Een groep ondernemers heeft laten weten de activiteiten rond “Mijn Horeca” en het horecadossier te willen voortzetten. Het bestuur overweegt echter ook zelf het initiatief nemen om
~4~
deze onderdelen, die zij beschouwd te behoren tot de nalatenschap van BHC, in een private omgeving te laten doorstarten. Zodra de overdracht van activiteiten aan de orde is, worden aan de partij waaraan de activiteit wordt overgedragen, eisen gesteld om de activiteit toegankelijk te houden voor de groep ondernemingen, die financieel of anderszins aan de ontwikkeling van de activiteit heeft bijgedragen. Daarnaast is het mogelijk dat een vergoeding wordt overeengekomen voor eerder door BHC gedane investeringen. Bij de diverse onderwerpen waar dit van belang is, zal hier nader op worden ingegaan.
Positie en rolduiding van de SER De SER heeft in 2012 de Leidraad over de opheffing opgesteld. Voorts is een wijziging doorgevoerd op het Besluit beleidsregels toezicht door invoeging van beleidsregel 7, die gaat over begrotingen van bedrijfslichamen in verband met opheffing. Daarnaast is er een checklist SER beschikbaar voor het opstellen van de (herziene) begrotingen.
Rol van het bestuur Het bestuur is verantwoordelijk voor de opstelling van begrotingen waaronder de (herziene) begroting waarin de opheffing wordt geregeld. Aan de (herziene) begroting kan een opheffingsplan ten grondslag liggen. Voor de besluitvorming gelden de normale procedurele regels (quorum en stemmingen) alsmede de normen die voortvloeien uit de code goed bestuur (transparantie, integriteit). De voorzitter van BHC is verantwoordelijk voor de bewaking van het bestuurlijke proces.
Onderdelen opheffingsplan/opheffingsbegroting -
Wanneer de opheffing wordt voorbereid moeten de financiële gevolgen van de opheffing tot uitdrukking komen ongeacht of de feitelijke opheffing later plaatsvindt.
-
Aangegeven moet worden hoe de met de opheffing samenhangende beleids- en organisatiewijzigingen worden gefaseerd.
-
Het moet een integrale beschrijving bevatten van de financiële situatie (vermogen met inbegrip van alle reserves) alsmede de middelen die nodig zijn om de financiële gevolgen van de opheffing te dekken.
-
Een beschrijving van de financiële gevolgen die de opheffing heeft inzake alle personele aangelegenheden. Te denken valt aan de kosten van het sociaal plan.
-
De omschrijving van de te treffen voorzieningen, waaronder de vrijval en de begunstigden waaraan eventuele voorzieningen vrijvallen.
-
De omschrijving van de waarde van de activa en passiva (goodwill, intellectueel eigendom, onroerend goed, databestanden etc.). Het bepalen van de waarde geschiedt op liquidatiebasis. Accountant en onafhankelijk taxateur moeten betrokken zijn.
-
Bij overdracht van middelen aan anderen moet worden aangegeven op welke wijze deze middelen worden benut voor het doel of de doelgroep waarvoor deze zijn bijeengebracht.
Besluiten die het bestuur heeft genomen in april en juni 2013:
~5~
-
De afbouw voorziet in een einddatum per 31 december 2014 en de stappen daarnaar toe.
-
Het afbouwscenario houdt er rekening mee, dat indien er geen besluitvorming vanuit het kabinet is, de afbouw kan worden opgeschort naar 31-12-2015 of later.
-
Uiteindelijk zal per einde datum, met als eerste datum 31-12-2014, de financiële staat van BHC op nul moeten staan.
-
Medewerkers van BHC kunnen binnen de kaders van het afbouwscenario of die door de directie worden gesteld boventallig worden verklaard of om boventalligheid verzoeken.
-
In 2014 wordt er geen bestemmingsheffing Subsidies opgelegd. De bestemmingsheffing reserve per ultimo 2012 wordt in de begroting 2014 beschikbaar gesteld ter overbrugging van frictiekosten.
~6~
3. Activiteiten in afbouw 2013-2014 Er moet een inventarisatie worden gemaakt welke activiteiten nog worden gecontinueerd en welke activiteiten interessant zijn voor overname door andere partijen. Dit wordt gedaan middels een sjabloon (zie 4.) en samengevat voor zover bekend onder paragraaf 3.1 hierna. Hieraan liggen keuzes door het bestuur ten grondslag.
Voor activiteiten die worden overgenomen zullen waar nodig waarborgen moeten gelden ten aanzien van meerjarige continuering van die activiteit ten behoeve van de branche. In het jaar 2014, het jaar waarin BHC ‘in afbouw’ is, wordt nog een (substantieel) aantal activiteiten uitgevoerd. Om een voorlopige finale afronding van werkzaamheden voor einde 2014 te bewerkstelligen, zou een einddatum van 1 december 2014 kunnen gelden, de datum waarop alle activiteiten onder waarborgen zijn overgedragen bij ontvangende partijen, of zijn beëindigd.
Het secretariaat van het bedrijfschap functioneert als een projectorganisatie, dat heeft tot gevolg dat de medewerkers aan meerdere activiteiten werken. Het organogram laat dit slechts in beperkte mate zien. Bij de afwikkeling van de medewerkers zullen overblijvende werkzaamheden telkenmale opnieuw belegd moeten worden.
De activiteiten van het BHC zijn gefinancierd uit publiek geld. Organisaties die activiteiten van het BHC overnemen, moeten dan ook garanderen dat deze langere tijd voor de gehele sector toegankelijk blijven. Het is de verantwoordelijkheid van het bestuur van BHC om te bewaken dat deze garantie voldoende wordt geborgd.
~7~
3.1 Activiteiten tbv sector In deze paragraaf zijn per (cluster van) activiteiten de consequenties weergegeven van de afbouw van de diverse activiteiten in 2013 en/of 2014. Per activiteit volgt een toelichting met de volgende onderdelen: A. Beschrijving van de activiteit B. Mogelijke overdracht aan een andere partij C. Voorziene fasering van afbouw en de eventuele onderzekerheid daarbij D. Mogelijke impact op de formatie in FTE ook uitgezet in de tijd
SUBSIDIES A. Het bedrijfschap verstrekt subsidies op gebieden als vermeld in de Subsidieverordening bedrijfschap Horeca en Catering. Ter financiering van de subsidies is per kalenderjaar een verordening bestemmingsheffing subsidies vastgesteld. Voorts wordt uit de algemene heffing een exploitatiesubsidie aan de stichting BEM verstrekt.
B. Voorheen werden diverse organisaties gefinancierd in het kader van afspraken gemaakt door de Sociale Partners uit de horeca bedrijfstak. Het staat hen vrij dat in de toekomst, indien gewenst, wederom te doen.
C. Het bestuur heeft in zijn vergadering van 24 april 2013 besloten dat er voor het jaar 2014 geen bestemmingsheffing subsidies meer zal worden opgelegd. Het bestuur heeft vervolgens op 5 juni 2013 besloten de bestemmingsreserve subsidies beschikbaar te stellen voor frictiekostensubsidies aan organisaties waarmee het bedrijfschap een meerjarige subsidierelatie heeft, alsmede - voor zover daartoe nog gelden resteren - voor projectsubsidies in de eerste helft van 2014. De verantwoording van de subsidies dient plaats te hebben na afloop van het eerste halfjaar van 2014 zodat de subsidieactiviteiten in zijn geheel eind 2014 zijn afgerond en beëindigd. De exploitatiesubsidie van de stichting BEM wordt eind 2013 beëindigd. De bestemmingsreserve subsidies per 31-12-2012 wordt hiervoor beschikbaar gesteld. Vrijvallen die mogelijkerwijs vanaf 2013 beschikbaar komen worden toegevoegd aan de algemene reserve van het bedrijfschap.
D. Nog in 2013 vindt de subsidieverlening voor frictiekosten 2014 plaats. In 2014 kunnen er nog aanvragen projectsubsidie te behandelen zijn, alsmede dient verantwoording en besluiten tot subsidievaststelling plaats te hebben. De adviescommissie subsidies dient daartoe het dagelijks bestuur te adviseren. De werkzaamheden zullen in 2013 gewoon doorgaan en per eind 2014 zijn afgerond.
~8~
KENNISCENTRUMHORECA A. Het kenniscentrum horeca bestaat uit een website waar ten behoeve van het algemene publiek, de horecaondernemers en werknemers in de horeca diverse informatie wordt aangeboden. Het betreft de volgende onderdelen: - feiten en cijfers (databank met statistische en andere informatie) - nieuwsberichten - informatie omtrent bedrijfschap en bestuursorganisaties, alsmede onderzoek van het bedrijfschap - regelgeving van het bedrijfschap - diverse tools: 1 hygiënecode horeca 2 horeca abc 3 bedrijfsvergelijking 4 verzuimtool 5 kostprijscalculator B. Feiten en Cijfers is een voor het midden- en kleinbedrijf en de bedrijfstak een belangrijke bron van statistische informatie. Ook zijn de aldus verkregen kerncijfers van groot belang voor de ontwikkeling van (overheids)beleid. Verder zijn binnen het kenniscentrum tools ontwikkeld en om niet beschikbaar gesteld voor een bedrijfsvoering die voldoet aan wettelijke eisen (hygiënecode horeca en horeca abc) en voor hulpmiddelen die helpen bij een gezonde bedrijfsvoering (bedrijfsvergelijking, verzuimtool en kostprijscalculator). Er lijkt geen mogelijkheid te bestaan om het kenniscentrum op de hier genoemde onderdelen in zijn geheel over te dragen aan een derde partij. Voor het onderdeel “feiten en cijfers” heeft het bedrijf ABF te Delft interesse getoond. Zij zijn bereid om onder voorwaarden “feiten en cijfers” voor 6 maanden voor te zetten en die zes maanden te gebruiken om te bepalen onder welke condities de voortzetting te exploiteren is. KHN heeft belangstelling getoond om het code houderschap voor de hygiëne op zich te nemen. De minister van VWS moet hiertoe besluiten. De hygiënecode is in twee versies beschikbaar, een Nederlandstalige en een Chinese versie. Voor de IJsbereiders geldt een aparte code, de hygiënecode voor de ambachtelijke ijsbereiding. BHC werkt mee aan de overdracht om niet aan KHN m.u.v. de voorraad boeken, die worden afgerekend tegen kostprijs. KHN bepaalt de omvang van het aantal exemplaren waar behoefte aan bestaat. Voor het horeca abc berust het intellectueel eigendom bij een extern juridisch adviesbureau. Het contract voorziet nog in een doorloop tot in ieder geval eind 2014. De overige tools zijn reeds uitontwikkeld en vergen slechts gering onderhoud en inspanning meer.
C. Het Kenniscentrum inclusief alle tools zullen in het afbouwjaar 2014 waar mogelijk up to date worden gehouden. Het publiek en de aangesloten ondernemingen dienen op de hoogte te worden gehouden van de ontwikkelingen en bestuursbesluiten van het bedrijfschap, alsmede dienen de statistische ~9~
gegevens en tools op gelijke wijze als voorheen te worden bijgehouden ter voorkoming van kapitaalverlies. Jaarlijkse inspanningen zoals het legesonderzoek kunnen in 2014 vervallen. Ook het onderdeel nieuwsberichten kan vervallen, daar deze berichten reeds op andere websites te lezen vallen.
D. Werkzaamheden die samenhangen met vervallen onderdelen, zoals het legesonderzoek, nieuwsberichten en de kennisbank zullen gefaseerd worden afgebouwd. In het eerste kwartaal 2014 moet een besluit genomen worden over de voortzetting van het onderdeel Feiten en Cijfers door ABF te Delft.
NEDERLANDSE HOTELCLASSIFICATIE A. Ingevolge de Verordening Nederlandse hotelclassificatie Bedrijfschap Horeca en Catering 2003 worden alle logiesverstrekkende bedrijven in Nederland door het bedrijfschap geclassificeerd en ingedeeld als één tot vijfsterrenhotel, dan wel ingeschreven in het openbare hotelclassificatieregister zonder categorieaanduiding.
B. Het bedrijfschap heeft het ministerie van Economische Zaken verzocht om zorg te dragen voor een zo goed mogelijke overdracht van de hotelclassificatie en het vaststellen van regelgeving dat het verplichtend karakter van de hotelclassificatie faciliteert. C. Mede om kapitaalverlies te vermijden zal in 2014 de hotelclassificatie en het hotelclassificatieregister op de gebruikelijke wijze door het bedrijfschap worden bijgehouden, uitgevoerd en gehandhaafd opdat het systeem van hotelclassificatie nadien door een derde partij kan worden voortgezet. Ondernemersorganisatie KHN heeft aangegeven de uitvoering ervan te willen overnemen. Hiervoor moet in de loop van 2014 een overdrachtsplan worden ontwikkeld. BHC is bereid, om onder voorwaarden, mee te werken aan een overdracht om niet.
D. Voor 2014 is dezelfde inzet benodigd als in 2013. Door de controle werkzaamheden voornamelijk in het eerste halfjaar uit te voeren kunnen vanaf medio 2014 de werkzaamheden worden afgebouwd. Indien het ministerie zou besluiten de verplichting niet over te nemen ontstaat een nieuwe situatie.
~ 10 ~
Het Horecadossier A. Het BHC-concept over het horeca-dossier omvat terreinen als bedrijfsvergelijking, arbeidsmarkt, financiële instrumenten zoals kostprijsberekening en voorwaartse ketenintegratie in de relatie met leveranciers, overheid en werknemers. Gegevensuitwisseling op basis van open standaarden betekent een vooruitgang in (data)kwaliteit en kostenbesparing in de relatie ondernemer/leverancier. Dergelijke bedrijfsvoordelen maken het naar verwachting mogelijk en breed concept voor gegevensuitwisseling in de horecasector structureel te borgen zonder structurele financiële bijdrage van de centrale overheid. Wel zal de overheid het concept blijvend moeten steunen bij het oplossen van bijv. standaardiseringsvraagstukken en regeldrukaspecten zoals ook het geval is bij het huidige concept van het Ondernemingsdossier. In het concept horecadossier wordt gebruikt gemaakt van middelen uit het SBR. De ontwikkeling van een taxonomie voor de horeca en de uitwisseling van gegevens middels XBRL zijn hierbij belangrijke onderdelen, naast middelen als bijv. E-herkenning. Het concept van het horecadossier raakt aan verschillende andere activiteiten van het bedrijfschap, zoals Mijn Horeca, de registerfunctie, onderdelen van de kennisbank en het ondernemingsdossier
B. Het Horecadossier is een activiteit van het bedrijfschap. Het bedrijfschap speelt een cruciale rol in de verdere ontwikkeling van het horecadossier. Na opheffing van het bedrijfschap zal een andere (branche)organisatie binnen de horeca het voortouw moeten nemen in de verdere ontwikkeling van het horecadossier. Aan het ministerie van EZ is voor een periode van drie jaar financiële ondersteuning gevraagd voor de continuering van het onderdeel horecataxonomie.
C. Het is van groot belang dat de horeca een belangrijke speler blijft in de verdere ontwikkeling van het horecadossier en het bedrijfschap zal zich ook in 2014 blijven inspannen voor de verdere ontwikkeling en overdracht aan een andere organisatie of zelf het initiatief nemen tot een private doorstart.
D. Tot het moment van overdracht worden de werkzaamheden op het niveau van 2013 gecontinueerd.
MIJN HORECA A. Mijn Horeca is een door het bedrijfschap samen met derden ontwikkeld platform waarmee horecaondernemingen weer grip op hun zaak krijgen. Het is een hyperpersoonlijke omgeving waar interne en externe data slim gecombineerd worden, zodat direct inzicht wordt verkregen in de verschillende aspecten van de onderneming. Een omgeving waar met de betrokken partijen in dezelfde taal gecommuniceerd wordt op een manier die relevant is voor de ondernemer en zijn medewerkers. Direct, veilig en onder voorwaarden, die door het horecabedrijf worden bepaald. Mijn Horeca bespaart tijd, geld en faciliteert in het beter presteren op een makkelijke en leuke manier. Dit draagt ertoe bij alle partijen, (ondernemingen, overheid en leveranciers) weer gaan doen waar ze goed in zijn. ~ 11 ~
B. Vanuit ondernemers is interesse getoond voor overname van Mijn Horeca. Als voorwaarde wordt gesteld dat het bedrijfschap in 2014 gelden beschikbaar stelt voor de verdere ontwikkeling ervan. Het bestuur overweegt echter ook zelf het initiatief nemen om Mijn Horeca en het horecadossier, die zij beschouwd te behoren tot de nalatenschap van BHC, in een private omgeving te laten doorstarten.
C. Het is van groot belang dat de horeca een belangrijke speler blijft in de verdere ontwikkeling van Mijn Horeca en het bedrijfschap zal zich ook in 2014 blijven inspannen voor de verdere ontwikkeling en overdracht aan een andere organisatie. Dit is nodig om afspraken te maken over de vergoeding die verschuldigd is voor de overname van het platform.
D. Tot het moment van overdracht zullen de werkzaamheden doorgaan. Mijn Horeca is onlosmakelijk verbonden met het horecadossier. De wijze van continuering zal aansluiten op de continuering van het horecadossier. Het bestuur zal nadere eisen formuleren voordat tot overdracht wordt besloten. Daarbij gaat het om garanties met betrekking tot de toegankelijkheid van de ondernemingen die thans onder de werkingssfeer van BHC vallen, het vaststellen van een realistische vergoeding voor eerder verrichte investeringen, het borgen van de bestuurlijke doelstellingen bij de ontwikkeling van de activiteiten etc.
ONDERNEMINGSDOSSIER A. De ontwikkeling van het Ondernemingsdossier is een initiatief en samenwerkingsverband dat naast de brancheorganisaties van de horeca verder bestaat uit: VNO-NCW en MKB Nederland, de Rubber- en Kunststofindustrie en de Recreatiesector, Antwoord voor Bedrijven, de VNG, Inspectieraad, het ministerie van Economische Zaken en het programma Slim geregeld, goed verbonden (Sggv).
Een groot aantal bedrijven in de Recreatie, Rubber- en Kunststofindustrie en de Horecabranche en hun overheden werken met het Ondernemingsdossier. Op dit moment werken 51 overheden met hun ondernemers samen in het Ondernemingsdossier, 33 daarvan hebben die samenwerking inmiddels ook vastgelegd in samenwerkingsovereenkomsten. In deze samenwerkingsovereenkomsten leggen branches en overheden vast hoe zij informatie willen uitwisselen. Zo worden bijvoorbeeld afspraken gemaakt welke documenten in het Ondernemingsdossier worden geplaatst, welke aanvragen of meldingen via het Ondernemingsdossier gedaan zullen worden en welke bevoegdheden de gemachtigde toezichthouder heeft om bedrijfsgegevens in te zien. Met het Ondernemingsdossier kunnen ondernemers slim voldoen aan wetten en regels. Daarmee besparen ondernemers en overheden tijd, geld en onnodige irritatie. Het Ondernemingsdossier mag ook op grote belangstelling ~ 12 ~
rekenen van andere branches. Het Ondernemingsdossier stelt een ondernemer in staat om bepaalde informatie uit de bedrijfsvoering eenmalig vast te leggen en meerdere keren beschikbaar te stellen aan overheden zoals toezichthouders en vergunningverleners. De ondernemer bepaalt zelf welke overheden toegang hebben tot zijn Ondernemingsdossier. Het Ondernemingsdossier is dan ook van de ondernemer. Geautoriseerde toezichthouders kunnen actuele gegevens raadplegen en zijn dus beter geïnformeerd over de situatie. Zo kunnen op afstand controles worden uitgevoerd en risicoinschattingen worden gemaakt, zodat gericht toezicht op locatie bij de bedrijven met het hoogste risico mogelijk is.
B. Het ondernemingsdossier is geen activiteit van het bedrijfschap. Wel speelt het bedrijfschap een rol in de verdere ontwikkeling van het ondernemingsdossier. Na opheffing van het bedrijfschap zal een andere brancheorganisatie binnen de horeca het voortouw moeten nemen in de verdere ontwikkeling van het ondernemingsdossier.
C. Het is van groot belang dat de horeca een belangrijke speler blijft in de verdere ontwikkeling van het ondernemingsdossier en het bedrijfschap zal derhalve ook in 2014 blijven deelnemen namens de branche.
D. De inzet blijft op het niveau van 2013 gehandhaafd voor deelname van het bedrijfschap aan de verdere ontwikkeling van het ondernemingsdossier.
REGISTRATIE VAN ONDERNEMINGEN A. Het registeren van horecabedrijven die onder de werkingssfeer van het bedrijfschap ressorteren is een kerntaak van het bedrijfschap. Naast de gegevens die de registratie van ondernemingen oplevert voor de statistische informatie voor de kennisbank is de registratie ook noodzakelijk om te bepalen welke ondernemingen dienen te voldoen aan de verordeningen van het bedrijfschap, zoals de heffingsverordeningen. Informatie afkomstig uit het register worden op structurele en incidentele basis verstrekt aan derden.
B. De wettelijke registratie van horecaondernemingen is een kernactiviteit van het bedrijfschap en kan niet worden overgedragen aan derden.
~ 13 ~
C. De registratie van bedrijven is een activiteit die in 2014 nog volledig zal worden uitgevoerd. In 2014 zal worden onderzocht of de registerfunctie als onderdeel van het horecadossier in een private omgeving kan worden geborgd.
D. De werkzaamheden voor Registratie worden in samenhang met de werkzaamheden voor de heffing afgebouwd tot het noodzakelijke.
COMMUNICATIE A. Het bedrijfschap communiceert op diverse fronten met de branche. Naast het verzorgen van nieuws omtrent het bedrijfschap zelf aan de ondernemingen waarvoor het is ingesteld, staat het ook op beurzen en speelt het een rol bij zaken als de tour culinair.
B. Deze activiteit komt niet in aanmerking om te worden overgedragen aan derden.
C. De werkzaamheden in 2014 zijn met name gericht op de communicatie met de ondernemingen over de afbouw en mogelijke overdracht van activiteiten aan andere partijen. Het bedrijfschap zal in 2014 niet meer aanwezig zijn op beurzen
3.2 Activiteiten ten behoeve van het schap De afbouw en/of vermindering van activiteiten heeft in de tijd ook gevolgen voor ondersteunende activiteiten. In deze paragraaf zijn per (cluster van) activiteiten de consequenties weergegeven van de afbouw van de diverse activiteiten in 2013 en 2014. Per activiteit volgt een toelichting op de volgende onderdelen: A. Beschrijving van de activiteit B. Voorziene fasering van afbouw en de eventuele onderzekerheid daarbij C. Impact op de formatie in FTE ook uitgezet in de tijd
BESTUURLIJKE ZAKEN A. De werkzaamheden (zoals verslagen, bestuursnoties en het concipiëren van verordeningen) ter voorbereiding en ondersteuning van alle bestuursvergaderingen, van DB en AB. Ook diverse adviescommissies zullen voorzien moeten worden van een secretaris en daarbij horende werkzaamheden.
~ 14 ~
B. De werkzaamheden zullen tot het moment van opheffing moeten worden gecontinueerd.
C. Zelfde aantal benodigd als in voorgaande jaren.
HEFFING A. Voor zover in dit stadium valt te voorzien dient voor het jaar 2014 eveneens een heffingsverordening te worden vastgesteld. Ook zal sprake zijn van de vaststelling van een Verordening bestemmingsheffing hotelclassificatie voor het jaar 2014. Een bestemmingsheffing subsidies zal voor 2014 niet meer worden opgelegd.
B. De heffingswerkzaamheden zullen door het bedrijfschap tot het moment van opheffing moeten worden gecontinueerd. Nadien zullen naheffingen, invorderingen etc. moeten worden uitgevoerd door de vereffenaar (EZ).
C. Nu in 2014 geen bestemmingsheffing subsidies meer wordt opgelegd, zullen de werkzaamheden na het eerste kwartaal van 2014 gaan afnemen. Het aantal fte zal in de loop van 2014 gefaseerd worden teruggebracht en hangt samen met de bezetting die nodig is voor de registratie. Vanwege de opheffing van het HBD/HBA zal voor 2014 een alternatief voor de help-deskfunctie moeten worden gevonden.
FINANCIELE EN ALGEMENE ZAKEN A./B. In hoeverre het beëindigen van activiteiten en in welk tempo, impact heeft op het werkaanbod van de afdeling financiële en algemene zaken, is momenteel nog lastig te overzien. Uitbesteding van de salarisadministratie bij PBO-Dienstverlening blijft gehandhaafd. Met het ABP zal overleg moeten plaatsvinden over de uitvoering van de pensioenregeling ten aanzien van het personeel.
C. Ondanks een vermindering van activiteiten is het goed denkbaar dat in verband met de afbouw en overdracht aan de vereffenaar sprake zal zijn van toenemende activiteiten met name op het gebied van financiële zaken. Externe expertise zal daarbij waarschijnlijk onontbeerlijk zijn (accountant/ taxateur). Naar verwachting zal het aantal fte per begin (maart) 2014 kunnen worden teruggebracht, omdat de werkzaamheden die verband houden met het afhandelen van facturen en van ontvangsten gaan afnemen.
~ 15 ~
ICT BHC is één fte belast met de ICT. Deze medewerker wordt vooral functioneel ingezet. Voor het overige is de IT uitbesteed. De werkzaamheden van de IT medewerker worden in 2014 gecontinueerd.
PERSONEEL EN ORGANISATIE Deze functie is uitbesteed en is in het traject van afwikkeling van arbeidscontracten onverkort noodzakelijk.
DIRECTIE De directie is verantwoordelijk voor de uitvoering van de afbouw; de functie blijft in 2014 hiervoor noodzakelijk.
~ 16 ~
4. Formatie BHC 2013-2014 In hoeverre het afbouwplan uitwerkt voor de formatie in aantallen en FTE’s en in de tijd, zal het resultaat zijn van de beëindigingplannen per activiteit. Het ligt voor de hand te veronderstellen dat in 2014 de formatie al duidelijk ingekrompen zal zijn. Een gevolg hiervan kan zijn dat externe deskundigheid zal moeten worden ingehuurd. In het onderstaande overzicht is een sjabloon gemaakt hoe het verloop van FTE’s weergegeven kan worden. Het overzicht moet nog nader worden ingevuld en in de loop van 2014 wordt het overzicht bijgesteld op het moment dat activiteiten elders worden ondergebracht of beëindigd.
Afdeling
Formatie 1-1-2013
Formatie 1-1-2014
Formatie eind 2014
Registratie en
5,0
2,7
0,9
Kennisbank
3,7
2
0
Ned.Hotelclassificatie
1,55
1,55
0
Maatschappelijke
3,3
1,8
0,9
Communicatie
0,95
0,95
0
ICT
1
1
1
Financiën
2,05
1,7
1
Innovatie en kwaliteit
1,7
1,7
0
Personeel en
uitbesteed
idem
idem
Catering
0,95
0,95
0
Directie
0,8
0,8
0,8
TOTAAL
21 FTE (aantal: 26)
15,15
4,6
klantenservice
projecten
organisatie
5. Fysieke en organisatorische afbouw In dit hoofdstuk komen een aantal zaken aan bod die het schap als organisatie moet afwikkelen. Het gaat daarbij om de verkoop van onroerende en roerende zaken, het bedrijfsrestaurant, het beëindigen van de activiteiten voor het Horeca Vakpunt, het opheffen van diverse overeenkomsten, de afwikkeling van het archief en eventuele lopende procedures die afgehandeld moeten worden. Voor deze fysieke en organisatorische afbouw worden in een later stadium afzonderlijke deelplannen gemaakt.
~ 17 ~
5.1 Onroerende zaken Onroerende zaken hebben uitsluitend betrekking op het pand aan de Baron de Coubertinlaan 6, 2719 EL Zoetermeer en de terreinen om het pand en het gedeeld eigendom van het middenterrein tussen de kantoorpanden in het gebied. Hiervoor is in 2012 een taxatie uitgevoerd en in 2013 is hierop een aanpassing gekomen. Daarnaast speelt mee dat zolang als het BHC op de huidige locatie gevestigd is, het pand moet worden onderhouden. Dit betekent dat onderhoudscontracten en investeringen met gezond verstand moeten worden voortgezet, totdat het vastgoed wordt verkocht. Hiervoor is in de lopende begroting geld gereserveerd en tevens is er een voorziening groot onderhoud daartoe beschikbaar.
Een extern vastgoed adviseur is ingeschakeld om een inschatting te maken omtrent onder meer de verkooptermijn en verkoopbaarheid van het pand. Om de verkoopbaarheid van het pand naar een externe partij te bevorderen zou het vanuit BHC aanbeveling verdienen, te trachten om reeds derden met een huurcontract aan het huidige pand te binden en de korte huurcontracten welke nu van kracht e
e
zijn voor partijen op de 2 en 3 verdieping van het pand, om te zetten in contracten met een langere looptijd. Het pand zal in kwartaal 4 van 2013 in verkoop worden gegeven.
5.2 Roerende zaken Bij roerende zaken gaat het hoofdzakelijk om zaken die zich in het betreffende pand bevinden. Te denken valt hierbij aan ICT middelen, facilitaire zaken en de inventaris. Een taxatie van deze zaken zal houvast moeten bieden hoe en wat de mogelijkheden zijn tot verkoop van deze zaken.
~ 18 ~
5.3 Bedrijfsrestaurant De exploitatie van het bedrijfsrestaurant in het pand Baron de Coubertinlaan 6, is in handen van BHC. Verkoop van artikelen geschiedt tegen inkoopprijs met een kleine winstopslag. De vaste huurder betaalt maandelijks een, zij het gering, bedrag bij aan de exploitatie, de bijdrage van de andere kleine huurders wordt geacht begrepen te zijn in de servicekosten. Per saldo drukt een behoorlijk deel van de vaste lasten op de begroting van BHC. Het is de vraag of het streven erop gericht moet zijn de voorziening zo lang als mogelijk, onder de vlag van BHC, op een acceptabel niveau te handhaven of wellicht slechts enkele dagen per week open te houden. Hoe een eventuele exploitatie hierna vorm moet krijgen is aan de huurders van het pand op dat moment. Initiatieven om de huurders in een vroeg stadium hierop voor te bereiden, zullen worden genomen.
5.4 Stichting Horeca Vakpunt (HVP) Het bedrijfschap voert sinds 2012 de administratie HVP. Dit houdt voornamelijk in het verwerken van facturen, betaalbaarstelling daarvan en het opmaken van tussentijds financiële overzicht en de jaarcijfers. Een externe account controleert deze administratie en geeft een goedkeurende verklaring af. De stichting Horeca Vakpunt (HVP) moet worden aangeschreven dat het voeren van de administratie voor deze stichting beëindigd wordt op 31-12-2013.
5.5 Opheffen overeenkomsten Overeenkomsten met externe partijen kunnen worden afgebouwd dan wel beëindigd. Het betreft hier: -
samenwerkingsovereenkomsten
-
huurovereenkomsten
-
licentieovereenkomsten
-
lidmaatschappen
-
overig
5.6 Sociaal Plan Het Sociaal Plan voor de Bedrijfschappen is vastgesteld op 20 december 2012. Er worden met medewerkers gesprekken gevoerd ten aanzien van een individuele begeleiding. Financieel is doorgerekend wat het sociaal plan betekent. De kosten worden opgenomen in de herziene begroting 2013.
~ 19 ~
5.7 Archief In 2013 is een aantal belangrijke stappen gezet in het opzetten van een deugdelijk archiefbeheer ter voorbereiding van de overdracht van de archiefbescheiden van het Bedrijfschap Horeca aan het Nationaal Archief. Zo is in juni het ‘Besluit beheersregels archiefbescheiden Bedrijfschap Horeca en Catering’ vastgesteld door het Bestuur. Aansluitend daarop is de Selectielijst van het Bedrijfschap, waaraan vanaf begin 2013 is gewerkt, door de deskundige die door het Nationaal Archief ter beschikking is gesteld goeddeels in orde bevonden; daar waar nog onduidelijkheden bestonden zijn deze verhelderd. De Selectielijst heeft inmiddels zes weken (ingaande 1 oktober 2013) ter inzage gelegen, waarna vaststelling door de Minister zal volgen.
Vooruitlopend op de definitieve vaststelling van de Selectielijst is een inventarisatie gehouden van de in en buiten het BHC-archief aanwezige bescheiden, die geleid heeft tot een bestandenlijst met permanent te bewaren documenten. Met behulp van die lijst is een begin gemaakt met het ‘voorsorteren’ van de bescheiden uit het archief van het BHC, en het op kleine schaal laten afvoeren van een aantal documenten die sowieso voor vernietiging in aanmerking komen.
Een probleem is het niet meer toegankelijk zijn van de applicatie waarin de catalogus van de bibliotheek van het Schap is opgenomen en waarin naast een hoeveelheid inmiddels verdwenen boeken de vele honderden ‘eigen’ publicaties van het BHC te vinden waren. Die publicaties, die zich nog wel in de archiefruimtes van het Schap bevinden, vormen voor een belangrijk deel een weergave van wat zich in de loop der jaren in de Horeca heeft afgespeeld, en bewaring zou dus kunnen bijdragen aan de ‘instandhouding van het cultureel erfgoed’. Een inventarisatie van de publicaties is momenteel gaande. In overleg met het Nationaal Archief en voor een beperkt deel ervan ook met de Koninklijke Bibliotheek zal bepaald worden welke publicaties voor permanente bewaring in aanmerking komen, en welke instelling ze in haar collectie zal opnemen. Ook heeft contact met het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies plaatsgevonden over publicaties met betrekking tot de horeca tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze zijn inmiddels aan het NIOD overgedragen.
Er wordt naar gestreefd de inventariserende werkzaamheden aan het einde van dit jaar te hebben afgerond, en een gedeelte van de af te voeren bescheiden te hebben vernietigd. Afrondende werkzaamheden –waaronder overdracht aan NA en KB- kunnen dan in de loop van 2014 plaatsvinden.
5.8 Juridisch Er ligt op dit moment één juridische claim op BHC. BHC ziet de afwikkeling hiervan met vertrouwen tegemoet.
~ 20 ~
6. BHC 2014 Het is nog niet duidelijk per wanneer het BHC in juridische zin wordt opgeheven. Dit is afhankelijk van besluitvorming door de minister en het wetgevingsproces. De minister heeft immers bij brief van 1 mei 2013 aan de beide kamers der Staten-Generaal medegedeeld een integrale Intrekkingswet PBO te zullen indienen en dat de schappen pas bij inwerkingtreding van de Intrekkingswet formeel worden opgeheven. In de afbouwfase, dus gedurende 2014 (en mogelijk nog in 2015) is het bestuur van het BHC verantwoordelijk voor: -
Het vaststellen van jaarrekening, jaarverslag en begroting.
-
Het vaststellen of wijzigen van verordeningen.
-
Het toezien op waarborgen bij overname van activiteiten
-
Het toezien op de financiële en praktische afwikkeling van de liquidatie, waaronder enkele bevoegdheden expliciet aan het bestuur toekomen zoals de verkoop van het pand.
-
Het (laten) verzorgen van adequate overdracht aan de vereffenaar.
-
Het laten verzorgen van overdracht van het (digitale) archief.
-
Het invullen van de rol van werkgever van de (boventallige) medewerkers.
Op basis van het bovenstaande is een eerste opzet gedaan tot het formuleren van de relevante werkzaamheden die nog moeten worden uitgevoerd, deze zijn o.a.:
Bestuurlijk Voorbereiding en verslaglegging van de vergaderingen. Zo lang het BHC bestaat is er een bestuur belast met de aansturing van en de verantwoordelijkheid voor het BHC.
Financiële en Algemene Zaken De financiële en administratieve afwikkeling van het BHC. Het opstellen van jaarrekeningen over de periode dat het BHC formeel nog bestaat.
Heffingen Het verwerken van ontvangsten, het verwerken van wijzigingen en correcties inzake heffingen.
Juridisch Het afwikkelen van de klachten en bezwaren tegen heffingen en andere besluiten van het BHC. De juridische begeleiding van de liquidatie en vereffening.
Personeel De begeleiding van (boventallige) medewerkers.
~ 21 ~
Risico’s/onzekerheden In het kader van de afbouw van activiteiten doen er zich risico’s en onzekerheden voor. Het is goed deze onder ogen te zien, zodat zo mogelijk gedurende het proces kan worden bijgestuurd. . Proces
Vertraging. Het proces schuift door in de tijd waardoor extra kosten ontstaan.
De afbouw of opheffing van een schap staat onder toezicht van de SER. De daartoe geschreven leidraad geeft schappen een handvat om geldende procedures zo snel mogelijk te doorlopen. Hiertoe zal contact worden onderhouden met de SER.
Er zijn nog onvoldoende aanwijzingen hoe een vereffening gaat plaatsvinden.
Financieel
De opbrengsten bij verkoop van het pand kunnen tegenvallen.
De betalingsbereidheid van de ondernemer met betrekking tot de heffingen kan tegenvallen.
Organisatie
Het weglekken van relevante kennis en ervaring kan leiden tot inhuur van capaciteit en deskundigheid.
Het afbouw- en liquidatieproces kunnen aanleiding geven tot het inhuren van specifieke deskundigheid.
~ 22 ~
7. Vereffenaar Na afbouw van alle activiteiten van BHC en het zoveel als mogelijk afhandelen van alle lopende verplichtingen, kan het ‘lege’ BHC worden overgedragen aan een vereffenaar. De vereffenaar draagt zorg voor de vereffening van het vermogen van het bedrijfschap, het bestemmen van een batig saldo voor een algemeen doel passend bij de doelstellingen van het bedrijfschap. Voor het geval van een nadelig saldo zal het naar verwachting mogelijk worden gemaakt dat de vereffenaar naheffingen aan de ondernemingen die voorheen onder het bedrijfschap ressorteerden kan opleggen.
De vereffenaar handelt de dan nog lopende verplichtingen af en maakt eventuele resterende activa te gelde en wikkelt BHC juridisch af. Tevens zorgt de vereffenaar voor uitvoering van de afvloeiingsregelingen die met de medewerkers zijn overeengekomen.
Voorgesteld is dat EZ de taak van vereffenaar op zich zal nemen. EZ zal hieraan ongetwijfeld randvoorwaarden stellen. Welke deze zijn en op welke termijn dit gaat spelen is niet bekend.
In de periode naar de afbouw toe zal de SER als toezichthoudende instantie op de hoogte worden gehouden van de voortgang in dit proces.
~ 23 ~
8. Financiële situatie BHC 8.1 Stand van zaken Gelet op bovenbeschreven stand van zaken zal voor het jaar 2014 in ieder geval een algemene heffing noodzakelijk zijn, waarbij voor wat de hoogte zal worden uitgegaan van een eindsaldo op 31 december 2014 van € 0. Voorts zal in 2014 ter financiering van de Nederlandse hotelclassificatie een bestemmingsheffing hotelclassificatie aan de logiesverstrekkende ondernemingen worden opgelegd, eveneens uitgaande van een batig saldo op 31 december 2014 van € 0. De betreffende heffingsverordeningen zullen door het bestuur in samenhang met de begroting 2014 op 20 november worden vastgesteld.
8.2 Te treffen voorzieningen In de herziene begroting voor het jaar 2013 dienen in verband met de opheffing van het bedrijfschap een aantal voorzieningen te worden getroffen. De te treffen voorzieningen hebben in ieder geval betrekking op: -
kosten sociaal plan
-
onvoorzien (kapitaalgoederen)
-
onderzoek omtrent en overdracht van overdracht taken bedrijfschap
-
liquidatiekosten (accountant/ taxateur)
-
te verwachten opbrengsten bij private doorzetting
In de begroting 2014 worden nog de navolgeden voorzieningen opgenomen: -
externe kosten (i.v.m. wegvallen deskundigheid)
-
voorziening ten behoeve van tegenvallers in geval van private voortzetting.
~ 24 ~
9. Planning In 2013 staan de volgende DB en AB vergaderingen gepland met de voor het proces nodige beslismomenten:
05-6-2013 DB vergadering -
bespreken uitgangspunten afbouwplan
05-6-2013 AB vergadering -
informeren (mondeling) voortgang concept afbouwplan
24-09-2013 DB vergadering -
voorbereiden voorgenomen besluit tot afbouw
-
wijze van inrichting herziene begroting 2013 en begroting 2014
-
voorgenomen besluit tot verkooppand
09-10-2013 AB vergadering -
besluiten tot het voornemen van afbouw
-
wijze van inrichting herziene begroting 2013 en begroting 2014
-
besluit tot verkooppand
20-11-2013 DB vergadering -
voorbereiding AB vergadering
20-11-2013 AB vergadering -
formeel besluit tot vaststelling afbouwplan
-
vaststellen herziene begroting 2013 n.a.v. afbouwplan
-
vaststellen begroting 2014
-
vaststelling heffingsverordening 2014 en verordening bestemmingsheffing Nederlandse hotelclassificatie.
~ 25 ~