Antheus
vorig menu
Antheus Magnesium Development Program Delfzijl januari 1999 EINDRAPPORT
Milieu Effecten Inventarisatie
Antheus
Antheus Magnesium Development Program Delfzijl Januari 1999
EINDRAPPORT
Milieu Effecten Inventarisatie
dossier P0596-01.001 datum januari 1999 registratienummer ML-MR980677 versie 1
© DHV Milieu en Infrastructuur BV Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV Milieu en Infrastructuur BV, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van DHV Milieu en Infrastructuur BV is gecertificeerd volgens NEN ISO 9001.
INHOUD
BLAD 2
SAMENVATTING
3
CONCLUSIES
10
1 1.1
INLEIDING Rapportopbouw en leeswijzer
12 13
2 2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
ANTHEUS MAGNESIUM DEVELOPMENT PROGRAM DELFZIJL Samenvatting Achtergrond van het Antheus Magnesium Development Program De Antheus-organisatie Historie van Antheus Magnesium-metaal Het magnesiumproject van Antheus MDPD Keuze voor de schaalgrootte en clustering met chloor en ethyleen Locatiekeuze voor Veendam/Delfzijl
14 14 14 14 15 16 17 18 19
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
PLAATS VAN MAGNESIUM IN EEN DUURZAME SAMENLEVING Samenvatting Inleiding Winning Toepassing in de automobielindustrie Beschikbare informatie Stofkringloop magnesium Vergelijking magnesium, aluminium en staal Energiebesparing
22 22 22 23 23 24 24 26 28
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.4.1 4.4.2 4.5
SYNERGIE MET BESTAANDE BEDRIJVEN Samenvatting Inleiding Proceskenmerken magnesium-gerelateerde activiteiten Huidige mogelijkheden voor synergie Energie-, product- en utiliteitsstromen Omgevingsfactoren Doorkijk naar de toekomst
30 30 30 30 31 31 32 33
5 5.1 5.2 5.3 5.3.1 5.3.2 5.4 5.4.1 5.4.2
INVLOED OP HET MILIEU Samenvatting Inleiding Omgeving I: Veendam Beschrijving Milieu-effecten Omgeving II: Delfzijl Beschrijving Milieu-effecten
36 36 36 37 37 37 40 40 41
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 1-
6 6.1 6.2 6.3 6.3.1 6.3.2 6.3.3 6.3.4 6.4 6.4.1 6.4.2 6.4.3 6.5 6.5.1 6.5.2 6.5.3 6.6 6.6.1
BELEIDSASPECTEN: RUIMTELIJKE ORDENING, NATUUR EN MILIEU Samenvatting Inleiding Beleid ten aanzien van ruimtelijke ordening Internationaal en nationaal Omgeving Veendam Omgeving Delfzijl Leidingentracés Natuurbeleid Omgeving Veendam Omgeving Delfzijl Leidingentracés Milieubeleid Internationaal en nationaal Omgeving Veendam Omgeving Delfzijl Overige aspecten Gefaseerde ontwikkeling
44 44 44 45 45 45 45 47 47 47 47 47 49 49 50 50 52 52
7 7.1 7.2 7.3 7.3.1 7.3.2 7.3.3 7.4 7.4.1 7.4.2 7.4.3 7.4.4 7.5 7.5.1 7.5.2 7.5.3 7.5.4
JURIDISCHE AANVAARDBAARHEID EN PROCEDURES 54 Samenvatting 54 Uitgangspunten 54 M.e.r.-plicht 55 Algemeen 55 Primaire magnesium-gerelateerde activiteiten 56 Secundaire magnesium-gerelateerde activiteiten 57 Procedures en vergunningen 57 Algemeen 57 Overzicht van vergunningen, regels en procedures 57 Overzicht mogelijke vergunningen en procedures 62 Secundaire magnesium-gerelateerde activiteiten 63 Globaal tijdschema voor realisatie van de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten 63 Algemeen 63 Voornaamste vergunningen 64 Secundaire magnesium-gerelateerde activiteiten 65 Proceduremanagement 65
8
LITERATUUR
68
9
COLOFON
70
BIJLAGE 1 PRODUCTIEPROCESSEN EN EMISSIES BIJLAGE 2 BEGRIPPENLIJST
januari 1999
-2-
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 3-
SAMENVATTING Waarom dit rapport? Het in 1996 in het leven geroepen Projectteam Antheus Magnesium Development Program Delfzijl (Antheus MDPD) heeft plannen ontwikkeld voor de realisatie van een cluster van magnesium-gerelateerde activiteiten in Delfzijl, op basis van magnesiumchloridezout dat in Veendam (sinds 1982 reeds) uit de bodem wordt gewonnen. De marktperspectieven voor magnesium zijn goed en met de ontwikkelde plannen kan de economische structuur en werkgelegenheid in de regio Noordoost-Groningen belangrijk worden gestimuleerd. Het doel van deze Milieu Effecten Inventarisatie is de belangrijkste aandachtsvelden vanuit milieu, natuur en ruimtelijke ordening te identificeren en tevens een eerste indruk te verschaffen over de technische beheersbaarheid en juridische aanvaardbaarheid van de plannen van Antheus MDPD. Achtergrond en basis van de ontwikkelde plannen De reeds in de jaren '60 voorspelde doorbraak van het gebruik van het lichte en sterke metaal magnesium in vooral de automobielindustrie is pas realiteit geworden na de milieuconferentie in Rio de Janeiro (1992), waar meer dan 150 landen een klimaatverdrag ondertekenden dat onder meer gericht is op het reduceren van emissies die negatieve invloed hebben op het milieu. Door het algemeen en mondiaal gebruik van magnesium kunnen aanzienlijke reducties in het gewicht van transportmiddelen en daarmee hun brandstofgebruik gerealiseerd worden. Dit sluit aan bij het wereldwijd gesteunde beleid om - in verband met het broeikaseffect - de uitstoot van broeikasgassen te reduceren. Daarnaast is er een sterke groei in draagbare toepassingen (zoals laptop computers, GSM telefoons, videocamera's en attachékoffers) waarbij lichtgewicht, duurzaamheid en recycling vereist worden. De groeiende vraag naar en toepassing van magnesium moet dan ook in dit kader worden gezien. Met toenemende groeipercentages van 15 tot 20 % per jaar lijkt de wereldwijde vraag naar magnesium-metaal niet te stuiten. Rond 2005 wordt een mondiaal tekort van magnesiumproductie verwacht. Daarom worden er momenteel een aantal projecten uitgewerkt die tot doel hebben de wereldwijde productiecapaciteit uit te breiden. Een van deze initiatieven is het Nederlandse 'Antheus Magnesium Development Program Delfzijl'. Als sterkst groeiende afnemer van magnesiumproducten is de automobielindustrie zelfs actief geworden in het stimuleren en participeren in nieuwe magnesiumprojecten. Het Antheus Magnesium Development Program Delfzijl (MDPD) trekt vanuit deze markt nu groeiende belangstelling. Naast een snel groeiende markt die op korte termijn om uitbreiding van de wereldproductiecapaciteit van magnesium-metaal vraagt, zijn er diverse aspecten die dit project-initiatief rechtvaardigen en daarmee een reële kans van slagen bieden. Genoemd kunnen worden: de zeer hoge kwaliteit van de Nederlandse magnesiumzout-voorraden is mondiaal uniek; de hoeveelheid is bovendien voldoende voor honderden jaren productie; het hierdoor aanzienlijk eenvoudiger productieproces van magnesium-metaal uit het in de Groningse bodem aanwezige MgCl2 zout (en daardoor goedkoper vergeleken met andere in de wereld geï dentificeerde (potentiële) magnesiumprojecten); een aanzienlijke energetische capaciteit (thermisch en electrisch) in de regio NoordoostGroningen (Eemscentrale/Delesto e.d.);
januari 1999
-4-
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
de aanwezigheid van vloeibaar (aluminium-) legeringsmateriaal van de reeds aanwezige aluminiumindustrie; duurzame synergiemogelijkheden met reeds in de regio aanwezige alsmede toekomstige chemiebedrijven, de metaalverwerkende industrie, de aluminiumindustrie en de energieproducenten; product-, energie- en waterstromen bieden gelegenheid tot complementaire koppelingen welke leiden tot een verminderd grondstoffengebruik, energiebesparing en kostenreducties; een aantal gunstige vestigingsfactoren in Nederland en met name de regio NoordoostGroningen in vergelijking met (potentiële) concurrenten, waaronder: - een passend regionaal en gemeentelijk beleid; - ruime hoeveelheid potentieel te ontwikkelen industriegebied; - zeer goede infrastructurele en logistieke faciliteiten; - politieke en economische stabiliteit; - gunstige belastingregelingen (tax rulings) en financiële incentives; - hoog kennis en research nivo; - aanwezige gerelateerde en complementaire industrieën; - reeds bestaande op- en overslag van magnesium en verhandeling ervan; - aanwezigheid van een tiental grote automobielfabrikanten binnen straal van 500 km; - voldoende gekwalificeerd personeel en opleidingscentra; de toegevoegde waarde van magnesium-gerelateerde activiteiten gebaseerd op magnesiummetaal, chloor en ethyleen is aanzienlijk en zou uiteindelijk goed kunnen zijn voor duizenden arbeidsplaatsen in de regio. Geplande primaire magnesium-gerelateerde activiteiten De grondstof voor het beoogde magnesiumproductieproces is een 30% magnesiumchloride oplossing (pekel) geproduceerd uit ondergronds gelegen zoutvoorraden bij Veendam. Momenteel vindt reeds winning plaats van magnesiumchloride, dat verder verwerkt wordt bij Nedmag te Veendam. De voor de magnesiumproductie benodigde magnesiumchloride-pekel zal in de toekomst per pijpleiding worden getransporteerd naar Delfzijl, waar het wordt ontwaterd. De aldus verkregen kristallen worden via een elektrolyseproces gesplitst in magnesium en chloor. Het magnesium wordt gezuiverd en gereed gemaakt voor export. Het aan te voeren ethyleen kan met het bij de magnesiumproductie vrijgekomen chloor omgezet worden in ethyleendichloride (EDC). Dit kan per schip getransporteerd worden naar afnemers of verder in Delfzijl worden verwerkt tot bijvoorbeeld vinylchloridemonomeer. Op basis van dit scenario worden de volgende onlosmakelijk met elkaar verbonden hoofdactiviteiten onderscheiden: uitbreiding van de voorzieningen voor de winning van magnesiumchloride in Veendam; aanleg van een buisleiding voor magnesiumchloride-pekel vanuit Veendam naar Delfzijl; realisatie van een magnesium-fabriek te Delfzijl; realisatie van een magnesium-bewerking te Delfzijl (legeringen); aanleg van een buisleiding voor het transport van ethyleen naar Delfzijl vanuit een nader te bepalen locatie; realisatie van een EDC en/of vinylchloridemonomeren (VCM)-fabriek te Delfzijl. Mogelijke secundaire magnesium-gerelateerde activiteiten Op dit moment bestaat nog onvoldoende inzicht in het aantal en de soort bedrijven welke mogelijk zullen worden aangetrokken ten gevolge van de geplande vestiging van de primaire magnesium-
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 5-
gerelateerde activiteiten. Verwacht mag worden dat - op termijn - bedrijven zullen worden gerealiseerd die zich bezighouden met de productie van chloor- en ethyleenderivaten alsmede de verdere verwerking van magnesium(legeringen) (bijv. thixomolding en diecastingbedrijven) en EDC/VCM. Deze bedrijven worden aangeduid als secundaire magnesium-gerelateerde activiteiten, hebben voordelen van het bestaan van dit cluster doch staan op zich los van de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten. Mogelijke effecten op milieu en natuur Nationale-mondiale schaal Met het toenemend gebruik van magnesium als licht metaal in transportmiddelen, neemt de behoefte aan fossiele brandstof op nationale en mondiale schaal op termijn af. Dit positieve effect wordt nog versterkt door de hoge mate van hergebruiksmogelijkheden van eenmaal geproduceerd magnesium. Door de uitstekende hergebruikmogelijkheden wordt verzuring op nationale schaal en het broeikaseffect op mondiale schaal tegengegaan. Speciale aandacht moet worden besteed aan emissie van dekgassen, die in het productieproces van magnesium gebruikt worden. Het nog veel toegepaste SF6-gas heeft namelijk een sterk broeikaseffect. De ontwikkeling is om dit in de toekomst te vervangen door SO2 of eventueel andere afdektechnologieën. Nationale schaal De 'chloortrein' die momenteel chloor van Delfzijl naar het Botlek-gebied voert, kan na realisatie van het magnesium-industriecluster met een ethyleenvoorziening worden opgeheven. Regionale schaal Regionaal zijn met name de kwaliteit van het water in de Waddenzee en het Eems-Dollard estuarium van belang. Eventuele afvalwaterlozingen zullen moeten voldoen aan de eisen die hiervoor in het kader van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewater gelden. Bij eventuele lozing van zoutoplossingen speelt de saliniteit van het afvalwater ten opzichte van het water waarin het geloosd wordt een overigens additionele rol. Omgeving Delfzijl De locatie van de geplande magnesium-gerelateerde activiteiten is het 'Metal Parc Delfzijl', een industrieterrein ter grootte van 150 ha, gelegen aan het Zeehavenkanaal op circa 3 km van Delfzijl, een kanaal dat in open verbinding staat met de Waddenzee en de Oosterhornhaven. De relevante reguliere emissies van de geplande productieketen betreffen: verbrandingsemissies die vrijkomen bij de droogprocessen; diffuse emissies van ethyleen en EDC ten gevolge van transport en opslag. Daarnaast kunnen emissies vrijkomen van chloor en gechloreerde koolwaterstoffen waaronder mogelijk dioxines. Door procesoptimalisatie in combinatie met nageschakelde technieken kunnen deze emissies in belangrijke mate worden beheerst. Maatregelen moeten worden genomen om emissies vanuit het industrieterrein naar bodem, lucht en water alsmede de milieu-risico's te beperken. Speciale aandacht moet worden besteed aan eventuele emissies naar de Waddenzee en het Eems-Dollard estuarium vanwege het unieke karakter en de kwetsbaarheid van dit (beschermde) gebied.
januari 1999
-6-
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
Op het industrieterrein treedt kwel op vanuit het Zeehavenkanaal. Het terrein zal daarom (deels) moeten worden voorzien van een drainagesysteem. Maatregelen - genomen door de grondgebruiker - dienen een goede waterkwaliteit van het te lozen drainagewater te garanderen. Omgeving Veendam Door bodemdaling - die zal optreden ten gevolge van de zoutwinning - kan bij maximaal verwachte zoutwinning in 20 jaar de bodem in de directe omgeving van de winlokaties tot maximaal circa 1 m worden verlaagd tot op een niveau van 1 tot 1,5 m boven NAP. De bodemdaling is reeds gehalveerd op een straal van circa 1,5 km en zal gedecimeerd zijn op 2,5 tot 3 km van de winlokaties. Door spreiding van de winning over verschillende locaties en door het toepassen van geavanceerde winningstechnieken kunnen deze berekende bodemdalingen worden verminderd. De extra zoutwinning die ten behoeve van de magnesium-gerelateerde activiteiten zal moeten worden gerealiseerd, veroorzaakt grotere vervorming van de (diepe) ondergrond, waardoor ook het risico op lichte aardschokken of -bevingen mogelijk enigszins kan toenemen. Milieu- en natuurbeleid Voor de voorgestelde plannen zijn milieu- en natuurbeleid van groot belang, met name voor de bescherming van de Waddenzee en het Eems-Dollard estuarium. Internationaal en nationaal Het internationaal en nationaal milieubeleid is gericht op het reduceren van emissies welke negatieve invloed hebben op het milieu. Uitgangspunt hierbij in het algemeen is bestrijding aan de bron. In internationale richtlijnen worden doelstellingen geformuleerd. Deze worden vervolgens vertaald in Nederlandse wet- en regelgeving. Ten aanzien van de voorgestelde magnesium-gerelateerde activiteiten is wat betreft het milieubeleid apart van de mondiale doelstellingen derhalve voornamelijk de nationale wet- en regelgeving van belang. In positieve zin sluiten de magnesiumontwikkelingen, die uiteindelijk tot een mondiale reductie van CO2 door reductie van het gebruik van fossiele brandstoffen zullen leiden, aan bij internationale afspraken van Nederland om toe te werken naar een reductie van de emissie van overige broeikasgassen (CH4, N2O, HFK's, PFK's en SF6) in 2008-2012 met 6% ten opzichte van de niveaus in 1990-1995. Daarnaast sluit de reductie van brandstofbehoefte ook aan bij het nationale beleid om verzuring tegen te gaan (het Nationaal Mileubeleidsplan). Nationaal en regionaal Op regionale schaal is het van het allergrootste belang dat de gevolgen voor milieu en natuur van de voorgestelde plannen voldoen aan de voorwaarden zoals gesteld in de Planologische Kernbeslissing Waddenzee en het Interprovinciaal Beleidsplan Waddenzee, welke ondermeer inhouden dat: er voldaan dient te worden aan de van toepassing zijnde landelijke milieuhygiënische normen; risicodragende bedrijven en/of stoffen worden toegestaan, mits aangetoond wordt dat in geval van calamiteiten er geen onherstelbare schade kan worden toegebracht aan de Waddenzee.
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 7-
Beleid ten aanzien van ruimtelijke ordening Omgeving Veendam Ten aanzien van de voorgestelde uitbreiding van de winning van magnesiumzout bij Veendam is het nationale beleid van toepassing zoals o.a. vastgelegd in de Vierde Nota op de Waterhuishouding (in verband met extra onttrekking oppervlaktewater voor pekelproductie). In Nederland is er geen milieubeleid dat specifiek gericht is op bodemdaling. Omgeving Delfzijl Voor de activiteiten in en rond Delfzijl zijn natuur- en milieubeleid zoals beschreven van toepassing. Ten aanzien van de gevolgen van de voorgestelde plannen voor de ruimtelijke ordening zijn voornamelijk het Provinciale en Gemeentelijke beleid van belang zoals vastgelegd in streek- en bestemmingsplannen en Provinciale en Gemeentelijke verordeningen. Het ruimtelijk beleid staat de realisatie van de voorgestelde activiteiten toe. Voor de aanleg van de voorgestelde buisleidingen kunnen ruimtelijke procedures nodig zijn. Juridische aanvaardbaarheid en procedures Voor de realisatie van de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten moet door de Provincie Groningen in het kader van de Wet milieubeheer een vergunning worden afgegeven voor een 'geï ntegreerde chemische installatie'. Een besluit dat voor het afgeven van deze vergunning moet worden genomen is m.e.r.-plichtig. Dit houdt in dat er voor de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten een milieu-effectrapport (MER) moet worden opgesteld. Voor de aanleg van een ethyleen- en pekelleiding en de extra winning van magnesiumchloride in Veendam op zich behoeft geen MER te worden opgesteld. Toch moeten de milieu-effecten van deze voorwaardenscheppende voorzieningen in het MER voor de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten worden meegenomen als ze ten tijde van het opstellen van het MER kunnen worden voorzien. De m.e.r.-procedure moet worden gestart door degene (initiatiefnemer) die de activiteit wil ondernemen waarop de m.e.r.-plicht van toepassing is (zoals in casu categorie 21.7 (chemisch geï ntegreerde installatie) van onderdeel C van het Besluit m.e.r.) en die aan het bevoegd gezag een vergunning vraagt omtrent het al dan niet toestaan van deze activiteit. Voor de realisatie van de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten is per activiteit onder andere nodig een: bouwvergunning (gekoppeld aan Wm-vergunning); vergunning Wet Verontreiniging Oppervlaktewater (gekoppeld aan Wm-vergunning); vergunning in het kader van de Havenverordening; grondwaterwetvergunning; natuurbeschermingswetvergunning. Er zijn geen ruimtelijke besluiten nodig voor de realisatie van de (extra) magnesiumwinning in Veendam en de oprichting van de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten in Delfzijl. Wel speelt ruimtelijke ordening een rol bij de aanleg van de ethyleen- en pekelleidingen. Indien bij de ontwikkeling van de tracés voor de ethyleen- en pekelleiding gebruik gemaakt wordt van de
januari 1999
-8-
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
planologische ruimte die is gereserveerd in de bestaande PKB Buisleidingen kunnen de tracés relatief eenvoudig worden ingepast. Als dit niet het geval is, moet rekening worden gehouden met eventuele aanpassingen van streek- en bestemmingsplannen. Daarnaast moet er rekening mee worden gehouden dat op alle gronden waarover de tracés voeren zakelijke rechten moeten worden verworven. De activiteiten en procedures die voor de realisatie van de magnesium-gerelateerde activiteiten moeten worden doorlopen, zijn aan termijnen gebonden. In het hoofdrapport is ten behoeve van de realisatie van de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten een globaal tijdschema opgenomen.
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 9-
CONCLUSIES Antheus MDPD ontwikkelt plannen voor de realisatie van magnesium-gerelateerde activiteiten in Delfzijl (magnesium-industriecluster) op basis van magnesiumzout dat wordt gewonnen uit de bodem in de omgeving van Veendam. Naast de impuls die de activiteiten aan de economische structuur en werkgelegenheid in Noordoost-Groningen zou kunnen geven, kan met de realisatie van de plannen van Antheus MDPD een bijdrage worden geleverd aan duurzame ontwikkeling op locaal en mondiaal niveau. De productie van het lichte (metaal) magnesium en de toepassing van dit metaal in de automobielsector verlaagt op termijn de behoefte aan fossiele brandstof. Hierdoor worden bijdragen geleverd aan het terugdringen van verzuring en het terugdringen van het broeikaseffect op nationaal en mondiaal niveau. Dit effect wordt nog eens versterkt door de recyclingmogelijkheden van magnesium. Bij de realisatie van de plannen moet aan milieu-aspecten bijzondere aandacht worden besteed. Van belang is in dit kader dat de magnesium-gerelateerde activiteiten worden gerealiseerd in de directe nabijheid van een uniek natuurgebied, de Waddenzee. Met de realisatie zullen direct naast dit gebied in zekere mate nieuwe emissies en milieurisico's worden geï ntroduceerd. Daarnaast zal in Veendam ter plaatse van de zoutwinning een sterkere bodemdaling door een toename van de zoutwinning optreden dan tot nu toe het geval is. De processen die bij de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten zullen worden toegepast, zijn weliswaar deels nieuw, maar bevatten serieuze aandachtspunten die in het rapport worden behandeld. Er zijn - voor zover bekend - geen procesonderdelen waarvan de emissies of risico's niet of onvoldoende kunnen worden beheerst. Vanzelfsprekend moeten de magnesium-gerelateerde activiteiten wel voldoen aan de voorwaarden die hieraan vanuit de wet- en regelgeving worden gesteld. Er zijn vooralsnog geen onoverkomelijke planologische of procedurele belemmeringen voor de realisatie van de magnesium-gerelateerde activiteiten aan het licht gekomen. Voorzover in deze oriënterende en inventariserende fase kan worden overzien, zijn de plannen voor de realisatie van de magnesium-gerelateerde activiteiten technisch beheersbaar en juridisch aanvaardbaar.
januari 1999
- 10 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 11-
1
INLEIDING In dit rapport zijn de resultaten neergelegd van een Milieu-Effecten-Inventarisatie (MEI) die 1 DHV-SEC heeft uitgevoerd voor de ontwikkeling van een magnesiumindustriecluster, de zogenaamde magnesium-gerelateerde activiteiten. De inventarisatie werd gemaakt in opdracht van Antheus MDPD (Antheus Magnesium Development Program Delfzijl), een uitvloeisel van het 'Aldel-convenant' en gestuurd door de werkgroep Antheus. De magnesium-gerelateerde activiteiten zijn een verzameling van aan magnesiummetaalproductie primaire en secundaire gerelateerde industriële activiteiten. Deze kan bestaan uit een magnesium-metaalfabriek, magnesium-legeringenindustrie, gieterijen, chloorverwerkende industrie (chloorderivaten, EDC, VCM) en de ethyleenderivatenindustrie met hun verzorgende bedrijfsactiviteiten. De voorgestelde magnesiumindustriecluster voorziet in een groeiende behoefte aan magnesium en de reacties van de markt op een eerste presentatie zijn zeer bemoedigend. Daarnaast betekenen deze activiteiten een belangrijke versterking van de economische structuur en werkgelegenheid voor Noordoost-Groningen. Voor een dergelijke industriële ontwikkeling wenst Antheus MDPD echter in een vroegtijdig stadium een gedegen oriëntatie op de milieu-, natuur en ruimtelijke ordeningsaspecten, zeker omdat het haven- en industrie-gebied van Delfzijl gelegen is in de nabijheid van het beschermde Waddengebied. Het voorliggende rapport is een eerste aanzet tot deze oriëntatie. Dit onderzoek is met name gericht op het inventariseren van de aandachtsvelden, de omgevingscondities, procedures, de juridische aanvaardbaarheid en de beheersbaarheid van de in dit rapport geschetste industriële ontwikkelingen. Het dient tevens als leidraad voor het verdere ontwikkelingsproces. De magnesium-gerelateerde activiteiten kunnen worden onderscheiden in: - primaire magnesium-gerelateerde activiteiten; hieronder vallen: extra winning van magnesiumzout in Veendam; aanleg van een pekelleiding tussen Veendam en Delfzijl; aanleg van een ethyleenleiding naar Delfzijl; realisatie van een magnesiumfabriek; realisatie van magnesiumbewerking; oprichting van een EDC- of VCM-fabriek te Delfzijl. - secundaire magnesium-gerelateerde activiteiten; hieronder vallen: verdere bewerking van EDC of VCM; verdere bewerking van magnesium(legeringen);
1
DHV-SEC staat voor DHV Milieu en Infrastructuur BV in samenwerking met Stork Engineering Consultancy BV
januari 1999
- 12 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
productie van chloorderivaten (zonder ethyleen) en de verdere bewerking hiervan; productie van ethyleenderivaten (zonder chloor) en de verdere bewerking hiervan.
1.1 Rapportopbouw en leeswijzer Tijdens de voorbereidingen voor deze studie is besloten de onderstaande aandachtsvelden nader te belichten. Hieronder is een korte weergave van de hoofdstukken opgenomen: Antheus Magnesium Development Program Delfzijl. In dit hoofdstuk vindt een toelichting op de achtergronden van het project plaats; Plaats van magnesium in een duurzame samenleving. Wat is magnesium, waarom is het zo aantrekkelijk en waarom is het belangrijk deze ontwikkeling juist nu ter hand te nemen; Productieprocessen en emissies. Aan de orde komen de stappen in het fabricageproces van magnesium vanaf grondstof tot metaal (en de nevenproducten), hoe passen de verschillende onderdelen van het plan in elkaar en wat zijn de milieutechnische aspecten tengevolge van de winning en de fabricage van magnesium; Synergie met bestaande bedrijven. Welke duurzame synergiemogelijkheden worden door het magnesiumindustriecluster geboden voor chemiebedrijven, energieproducenten, de metaalverwerkende industrie en de aluminiumproductie; Invloed op de omgeving. Welke invloed heeft de ontwikkeling van de magnesium-gerelateerde activiteiten op de omgeving van zowel Veendam als Delfzijl en welke gevoeligheden liggen er; Beleid ten aanzien van ruimtelijke ordening, natuur en milieu. Overzicht op hoofdlijnen van het internationale, nationale, regionale en locale beleid; Procedurele aspecten. Welke wettelijke regelingen en procedures zijn op dit project van toepassing.
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 13-
2
ANTHEUS MAGNESIUM DEVELOPMENT PROGRAM DELFZIJL
2.1
Samenvatting Het projectteam Antheus Magnesium Development Program Delfzijl (Antheus MDPD) heeft plannen ontwikkeld voor de realisatie van magnesium-gerelateerde activiteiten in Delfzijl op basis van magnesiumchloridezout, dat in Veendam uit de bodem wordt gewonnen. De marktperspectieven voor magnesium zijn goed en met de voorliggende plannen kan de economische structuur en werkgelegenheid in Noordoost-Groningen belangrijk worden gestimuleerd. Het doel van deze Milieu Effecten Inventarisatie (MEI) is de belangrijke aandachtsvelden vanuit milieu, natuur en ruimtelijke ordening te identificeren en een eerste indruk te verkrijgen over de technische beheersbaarheid en juridische aanvaardbaarheid van de plannen van het projectteam Antheus MDPD.
2.2
Achtergrond van het Antheus Magnesium Development Program
2.2.1
De Antheus-organisatie In dit rapport komen twee organisaties ter sprake die zijn vernoemd naar de Griekse god Antheus, de god die zijn kracht ontleende aan de aarde. Deze organisaties zijn alle direct of indirect voorgekomen uit het Aldel-convenant en hebben een zekere relatie met elkaar. In onderstaande tabel is iedere organisatie afzonderlijk toegelicht. Tabel 1.1 De Antheus-organisatie Naam
Omschrijving
Deelnemers
Werkgroep
Onderdeel van de projectorganisatie Antheus; werkgroep
Koninklijke Hoogovens
Antheus
die zich aanvankelijk bezighield met het aantrekken van
Aldel
aluminium-gerelateerde bedrijven, maar deze doelstelling
Provincie Groningen
later verruimde, waardoor ook magnesium-gerelateerde
Gemeente Delfzijl
activiteiten binnen het werkveld vielen (begeleider van de
Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM)
totstandkoming van dit rapport).
Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Groningen Seaports
Het projectteam (Antheus Magnesium Development
Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM)
Program Delfzijl) richt zich uitsluitend en direct op de
Nedmag
realisatie van de 'primaire magnesium-gerelateerde
Hoogovens Technical Services (HTS)
activiteiten' .
Ministerie van Economische Zaken
Antheus MDPD
januari 1999
- 14 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
2.2.2
Historie van Antheus Algemeen Toen begin 1996 de aluminiumsmelter Aldel in Delfzijl een nieuw lange termijn energiecontract sloot (tot 2006), kwam er zicht op continuï teit voor deze 100% dochter van Hoogovens. Dit was een uitstekend moment om een reeds eerder ontwikkeld idee weer nieuw leven in te blazen, namelijk het werken aan de industriële versterking van het gebied rondom Aldel, teneinde daar een sterkere economische structuur met meer werkgelegenheid tot stand te brengen. Daartoe werd een convenant (Aldel-convenant, 1996) gesloten tussen: Koninklijke Hoogovens, Aldel, de Provincie Groningen, de Gemeente Delfzijl, de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM) en de Ministeries van Economische Zaken en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Later heeft Groningen Seaports zich als beheerder van het Industrie- en Havengebied Delfzijl bij dit convenant aangesloten. Werkgroep Antheus Ter uitvoering van het Aldel-convenant werd de projectorganisatie Antheus in het leven geroepen waarvan de werkgroep Antheus deel uitmaakt. De werkgroep staat onder voorzitterschap van Hoogovens. De opdracht van de projectorganisatie als geheel is volgens de letterlijke tekst: 'Het ontwikkelen van een geheel van bedrijven, dat op een bedrijfseconomisch verantwoorde wijze activiteiten zal uitoefenen gerelateerd aan het maken van vloeibaar aluminium, of aan het verder verwerken van vloeibaar aluminium, respectievelijk het omwerken onder meer op basis van recyclen'. Gezien het grote belang van versterking van Noordoost-Groningen brengt de Minister van Economische Zaken eenmaal per jaar de Kamer op de hoogte van de vorderingen van de werkgroep Antheus. Aanvankelijk hield de werkgroep zich bezig met het aantrekken van aluminium-gerelateerde bedrijven die aansloten bij de activiteiten van Aldel, maar al spoedig bleek dat ook bedrijven die zich bezighouden met productie en bewerking van andere metalen (gietijzer, brons, magnesium), heel goed passen in een dergelijk concept. Samen met Aldel kunnen zij de bestaande infrastructuur delen, toeleverings- en uitbestedingsrelaties tot stand brengen en dikwijls is er synergie tussen de productieprocessen. Zo ontstond het idee van de creatie van magnesiumgerelateerde activiteiten op een gedeelte van het industrieterrein Oosterhorn bij Delfzijl. Deze locatie wordt aangeduid als Metal Parc Delfzijl (zie figuur 6.2). Overigens richt de werkgroep Antheus zich niet alleen op het gebied rond Aldel (Metal Parc Delfzijl), maar ook op een breder gebied dat de gehele Eemsmond-regio omvat. Projectteam Antheus MDPD Daar het projectidee - hoewel uit de werkgroep Antheus voortgekomen - de directe doelstelling van de projectorganisatie Antheus overstijgt, heeft de werkgroep besloten hiervoor een apart projectteam op te richten onder de naam Antheus MDPD. Organisatie van het Antheus MDPD Hierin zijn de volgende partijen vertegenwoordigd:
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 15-
NOM (projectleiding en coördinatie) Nedmag (leverancier grondstof) Hoogovens (voorzitter van Antheus/potentiële afnemer Mg) Ministerie van Economische Zaken (voorwaardenscheppende partij)
Omdat dit project - gezien de omvang en complexheid - inmiddels een formele status behoeft, is in november jl. besloten dat de NV NOM daartoe een adequate projectorganisatie opricht. Het ondersteunend projectteam Antheus MDPD wordt uitgebreid met vertegenwoordigers van het havenschap Groningen Seaports en de provincie Groningen. De NV NOM zal zich laten bijstaan door een nog samen te stellen stuur-/adviesgroep. Bovendien wordt overwogen om de informatie met de projectomgeving te bevorderen, een klankbordgroep met belanghebbende nationale en regionale bedrijven en overheden op te richten. Resultaten werkgroep Antheus Als eerste resultaten van de werkzaamheden van de werkgroep Antheus kunnen reeds twee projecten worden vermeld. De bouw van het aluminiumrecycling bedrijf FHS vindt momenteel plaats naast Aldel. Dit bedrijf wordt in 1999 opgestart en gaat nauw samenwerken met Aldel. Een tweede bedrijf, RSP (Rapid Solidification Process), een bedrijf waar flitsgegoten aluminium zal worden gemaakt, gaat zich in 2000 naast Aldel vestigen. RSP maakt gebruik van een veelbelovende innovatieve technologie die op de TU te Delft is ontwikkeld. Zowel Hoogovens als de NOM nemen deel in dit nieuwe bedrijf. Tot 2000 wordt de pilot-opstelling elders in Nederland opgeschaald, daarna verhuist RSP naar Delfzijl. De werkgroep Antheus is ook met andere projecten bezig, met name met nieuwe vestigingen van bestaande Nederlandse metaalbedrijven en bedrijven uit andere sectoren van de industrie. Magnesiumproject Eén van de grote projecten die binnen de werkgroep Antheus is geï nitieerd, is het opzetten van een fabriek voor de productie van magnesium-metaal in Delfzijl. Deze fabriek moet zijn grondstof (MgCl2) gaan betrekken van het bedrijf Nedmag in Veendam, dat dit magnesiumzout reeds een 2 aantal jaren (vanaf 1982) d.m.v. solution mining wint als pekel. 2.3
Magnesium-metaal Magnesium is een licht metaal. Het is circa 30% lichter dan aluminium (soortelijke massa 3 3 magnesium 1800 kg/m tegen 2700 kg/m van aluminium) en vindt steeds meer toepassing daar waar een laag gewicht, een hoge sterkte en vormvastheid (stijfheid) van belang zijn. Aanvullende voordelen zijn hitte- en corrosiebestendigheid, goede warmtegeleiding, weerstand tegen electromagnetische golven en antistatische eigenschappen. Ook is het beter gietbaar en bewerkbaar dan aluminium. De snelst groeiende toepassing is in gietproducten (thixomolding en diecasting). Deze groei vindt met name plaats in de automobielbouw. Onderdelen zoals stuurwielframes, dashboardconstructies, stoelenframes, versnellingsbakhuizen etc. worden in toenemende mate van magnesium gemaakt. Daarnaast is er een sterke groei in draagbare toepassingen zoals: laptop computers, GSM telefoons, videocamera’s, attachékoffers, kortom toepassingen waarbij licht gewicht en 2
Solution mining = het winnen van ondergronds zout door dit in water op te lossen en op te pompen.
januari 1999
- 16 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
duurzaamheid vereist worden. De mogelijke problemen met brandbaarheid en corrosie, die in de begintijd geassocieerd waren met magnesium, kunnen tegenwoordig met metallurgische en constructieve maatregelen worden vermeden. Magnesium is uitstekend recyclebaar. De huidige productiecapaciteit voor magnesium is wereldwijd circa 420.000 ton per jaar (t/j) waarvan echter een deel sterk verouderd is (in 1996 effectief 350.000 t/j). De huidige markt is volgens de International Magnesium Association (IMA) circa 343.000 t/j. 3 Groei wordt vooral verwacht in het marktsegment transportmiddelen (ook aangeduid met de engelse term "automotive industry"). In 1997 bedroeg de afzet in dit segment nog 67.000 ton. Voor 2010 variëren de voorspellingen voor de afzet in dit segment van 200.000 tot 800.000 ton per jaar. Zeker is dat de automobielindustrie in vele landen verplicht wordt de 3-liter-auto (3 liter brandstof op 100 km) binnenkort te gaan leveren. Ook in hybride-auto's wordt dit materiaal van toenemend belang. Dergelijke ontwikkelingen zijn alleen mogelijk wanneer de auto aanzienlijk lichter wordt gemaakt. De groeiende toepassing van magnesium moet dan ook in dit kader worden gezien. De reeds 30 jaar geleden voorspelde doorbraak van het lichte, sterke magnesium is pas zes jaar geleden ingezet door het in de samenleving mondiaal groeiende milieubewustzijn. Nu lijkt de groei met percentages van 15 - 20% per jaar vooralsnog niet te stuiten. Globaal betekent dit een groei van de vraag naar magnesium-metaal van circa 60.000 t/j. Met een mondiaal tekort in het vooruitzicht rond 2005 betekent dit dat iedere 2 jaar dan een productie-uitbreiding met 40.000 t/j nodig is. Momenteel is de automobielindustrie zelf (Ford, Volkswagen, GM) als afnemer van magnesiumproducten actief geworden in het stimuleren en participeren in nieuwe magnesiumprojecten met name om in de toekomst van materiaalleveranties tegen stabiele prijzen verzekerd te kunnen zijn. Ook het Nederlandse initiatief voor magnesiumproductie dat door het projectteam Antheus MDPD is ontwikkeld, trekt vanuit deze markt inmiddels veel belangstelling, zeker nu de grootste magnesiumfabriek ter wereld (65.000 t/j) van DOW Chemicals in Texas USA op 20 november jl. door force majeure werd gedwongen (electriciteitsstakingen en de vernietigende orkaan Mitch) haar fabriek definitief te sluiten. Daarnaast zijn er een aantal initiatieven van nieuwe investeerders. Ergens op de wereld zal vóór 2005 dus een capaciteit van 50.000 tot 80.000 ton worden bijgebouwd (dit is de geoptimaliseerde bedrijfsgrootte). Een aantal projecten wordt momenteel op papier of als pilotfabriek uitgewerkt. 2.4
Het magnesiumproject van Antheus MDPD Hoewel in het verleden reeds meerdere malen is gestudeerd op de productie van magnesium, gebaseerd op de rijke MgCl2-voorkomens in de ondergrond van Groningen, heeft dit toen nooit geresulteerd in een concreet project. Er zijn echter een aantal nieuwe aspecten die het nu rechtvaardigen dit projectidee nogmaals grondig te onderzoeken: 1. 2. 3
de vraag naar magnesium vanuit de automobielsector is sterk aan het groeien zodanig dat de nodige wereldproductiecapaciteit moet worden uitgebreid met 20.000 t/j; de kans op koppeling met de chloorverwerkende industrie en een ethyleenaanvoer
Het marksegment automobielen bestaat vooral uit vracht- en personenauto's, maar bevat daarnaast ook treinen, vliegtuigen e.d..
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 17-
3. 4.
naar Delfzijl is nog nooit zo groot geweest; er is een aanzienlijke energetische capaciteit (thermisch + electrisch) in het Noordoost-Groningen beschikbaar gekomen door het in bedrijf nemen van de Eemscentrale en de WKK-centrale Delesto te Delfzijl; de energiesituatie in Nederland gaat - in het licht van de Europese deregulering - waarschijnlijk snel veranderen (prijsverlaging en prijsnivellering op Europese schaal en meer concurrerende aanbieders).
De toegevoegde waarde van magnesium-gerelateerde activiteiten gebaseerd op magnesiummetaal, chloor en ethyleen is aanzienlijk. In een eerdere studie is aangegeven dat het hierbij kan gaan om duizenden arbeidsplaatsen in Noord-Nederland. Nederland heeft bovendien een aantal concurrerende vestigingsfactoren: binnen een straal van 500 km bevinden zich een tiental grote automobielfabrikanten met hun ontwikkelingscentra en productiebedrijven; Nederland kent een zeer goede logistieke infrastructuur naar de Europese hoofdmarkten; kennis en research is op diverse plaatsen reeds in ruime mate aanwezig ten opzichte van concurrerende productielocaties; gerelateerde en complementaire industrieën zoals aluminium en chloorverwerking zijn reeds aanwezig; voor het chloorsurplus is een ethyleenleiding geprojecteerd; reeds nu wordt magnesium via Nederland veel verhandeld en opgeslagen; Nederland heeft een uitstekende politieke en economische stabiliteit; Nederland kent 'tax ruling' voordelen; vooralsnog kent Noord-Nederland financiële incentives (IPR). De grondstof magnesiumchloride (MgCl2) in de bodem van Groningen, wordt op dit moment reeds gewonnen door middel van solution mining. Nedmag produceert op dit moment echter geen magnesium-metaal, maar een aantal magnesiumhoudende producten waaronder magnesiumoxide als halffabricaat voor gebruik in vuurvaste stenen. De kwaliteit van de Nederlandse MgCl2-voorraden is echter zeer hoog en de hoeveelheid is voldoende voor honderden jaren productie. Het reeds hebben van zuiver MgCl2 als basisgrondstof voor de productie van magnesium-metaal is zeer bijzonder in vergelijking met andere (potentiële) magnesiumprojecten, waar zuiver MgCl2 veelal pas na diverse voorbereidende processtappen gemaakt kan worden. In de Nederlandse situatie kunnen deze stappen worden overgeslagen; MgCl2 kan na droging en ontwatering vrijwel direct in een electrolyse-cel worden ingezet. In enkele gevallen zoals Magcorp (USA) en Dead Sea Magnesium (Israel) wordt uit de kaliwinning een vergelijkbaar zuiver MgCl2-pekel verkregen. 2.5
Keuze voor de schaalgrootte en clustering met chloor en ethyleen Oudere magnesium-fabrieken hadden een capaciteit van 10-15.000 t/j. Recent gerealiseerde projecten gaan tot een jaarcapaciteit van 30.000-35.000 t/j of worden hiermee uitgebreid (Dead Sea Magnesium in Israel en Hydro Becancourt in Canada). Een economisch optimale schaalgrootte ligt in de volgende eeuw vermoedelijk tussen de 40.000 en 80.000 t/j. januari 1999
- 18 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
Bovendien is het zeer aantrekkelijk tegen relatief lage kosten te kunnen starten met een kleinschalige productie in de orde van 5.000-15.000 t/j om hiermee technologische en marktervaring op te doen. Dit vanwege de bestaande en hiervoor reeds toereikende chloor- en energie-infrastructuur. Tevens kan een dergelijke kleinschalige fabriek gebruikt worden voor procesoptimalisatie, training, opleiding, onderzoek en ontwikkeling, onderzoeken van synergie met het industrieterrein Oosterhorn en toekomstige projecten, financiering, marketing, etc. Gelet op de economische en marktverwachtingen van de plannen voor magnesiumproductie in Delfzijl wordt in deze studie rekening gehouden met een uiteindelijke schaalgrootte van 80.000 t/j. Een prefeasibility studie moet hierover meer inzicht verschaffen. In dat concept is uiteindelijk 960.000 t/j pekel (30% MgCl2) van Nedmag nodig en zal er bij de electrolyse 240.000 t/j chloor vrijkomen voor verdere verwerking. Een lokale verwerkingsmogelijkheid voor dit chloor is een noodzakelijke voorwaarde voor de levensvatbaarheid van het concept. Reeds in een vroeg stadium werd het idee opgevat om dit chloor te binden aan ethyleen tot EDC (ethyleendichloride) dat een breed inzetbare grondstof is voor de chemische industrie. Hiertoe moet een hoeveelheid ethyleen in Delfzijl beschikbaar komen van minimaal 100.000 t/j, hetgeen - zo geeft de Gasunie aan - per pijpleiding dient te worden aangevoerd. Inmiddels is door de Gasunie een voorstudie uitgevoerd naar het traject en de globale kosten van een dergelijke pijpleiding. Een nevenvoordeel van de beschikbaarheid van ethyleen in Delfzijl is de grote meerwaarde die dit heeft voor additionele petrochemische investeringen. Delfzijl kan bij een leidingcapaciteit boven 800.000 t/j interessant worden als vestigingsplaats voor industrieën of processen die ethyleen gerelateerd zijn (bron: PLI/Price Waterhouse 'Sociaal-economische inventarisatie van ethyleenleidingen' ). De beschikbaarheid van ethyleen zal - gelet op de marktontwikkelingen - vrijwel zeker leiden tot nieuwe investeringen. Ook kunnen er hierdoor meerdere synergieën ontstaan met de reeds aanwezige chloorindustrie. Dit is de achtergrond van de door PLI genoemde positieve arbeidseffecten. 2.6
Locatiekeuze voor Veendam/Delfzijl Veendam De winning van MgCl2 is vooralsnog geconcentreerd op twee lokaties ten westen van Veendam nabij Borgercompagnie. Het zoutvoorkomen is echter veel groter en strekt zich uit onder grote delen van Noord-Groningen. Voor het huidige project hebben de twee bestaande winlocaties voldoende capaciteit. Mochten er andere redenen zijn (zoals bodemdaling) om de winning over meer locaties te verspreiden dan moet dit nader worden onderzocht. Echter gezien de bestaande Nedmag-faciliteiten in Veendam wordt ervan uitgegaan dat winning en voorbehandeling van pekel (waterige MgCl2-oplossing) daar kan blijven plaatsvinden. Het produceren van magnesium-metaal in Veendam is niet aan de orde. Een dergelijke ontwikkeling past niet bij het bestaande gemeentelijke en provinciale beleid. Bovendien is ter plaatse onvoldoende bedrijfsterrein beschikbaar en is er geen passende energie- en chloorinfrastructuur in Veendam.
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 19-
Eemsmondregio De Eemsmondregio beschikt over een zeer krachtige energetische infrastructuur (Eemscentrale/Delesto), een ontwikkelde chloorchemie, en aluminiumindustrie. Ook is er een ruime hoeveelheid te ontwikkelen industriegebied met goede infrastructurele en logistieke faciliteiten. De ontwikkelingen passen in het gemeentelijke en regionale beleid, vastgelegd in bestemmingsplannen. Magnesium-gerelateerde activiteiten zijn complementair aan de bestaande industrie en vormen een nieuwe structurele versterking van de haven- en industrieregio en van Noord-Nederland als geheel. De nabij Veendam gewonnen pekel kan door middel van een nog aan te leggen pijpleiding naar Delfzijl worden getransporteerd (eventueel kan dit in de beginfase per binnenschip vervoerd worden). Daarnaast is er gekwalificeerd personeel aanwezig of kan personeel worden opgeleid met behulp van bestaande faciliteiten (Aldel). Tevens zijn er vergevorderde plannen voor nieuwe opleidingscentra in de regio. De regionale arbeidsvoorziening Groningen heeft hiertoe reeds een aantal initiatieven genomen.
januari 1999
- 20 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 21-
3
PLAATS VAN MAGNESIUM IN EEN DUURZAME SAMENLEVING
3.1
Samenvatting Voor de productie van een kilogram magnesium is op zichzelf veel energie nodig. Daar staat tegenover dat de winning van de benodigde grondstoffen relatief weinig milieubelastend (geen dagbouw als bij ertsen en bauxiet) is, het materiaal een lage soortelijke massa heeft, unieke en nieuwe toepassingsmogelijkheden biedt en magnesium na gebruik efficiënt recyclebaar is. Bij specifieke toepassingen van magnesium in de transportsector is de uiteindelijke totale energie- en milieubelasting van magnesium per eenheid product juist gunstig ten opzichte van die van traditionele materialen als staal en aluminium. Hierbij speelt met name de energiebesparing een rol omdat met magnesium lichtere auto's kunnen worden ontworpen met een lager brandstofgebruik, hetgeen door overheden en industrie over de gehele wereld wordt nagestreefd. De milieubelasting van de verschillende materialen is uitgedrukt in de relatieve energiebesparing gedurende de gebruiksfase c.q. per gereden kilometer. Uit de gegevens blijkt dat energiebesparing door medegebruik van (gerecycled) magnesium hetzij meteen - of binnen zeer korte tijd gerealiseerd kan worden.
3.2
Inleiding Door zijn specifieke eigenschappen kan magnesium mondiaal bijdragen aan de (verdere) ontwikkeling van een duurzame samenleving. Dit kan onder andere geï llustreerd worden door de stofkringloop van magnesium te beschrijven tegen de achtergrond van thans gebruikte metalen in de automobielindustrie. Het begrip ‘duurzame ontwikkeling’ is sinds de publicatie van het rapport ‘Our Common Future’ van de commissie Brundtland van de Verenigde Naties nationaal en internationaal bekend. Volgens dit rapport zijn oplossingen alleen te bereiken indien complexe vraagstukken in één verband worden aangepakt volgens de lijn van duurzame ontwikkeling: ‘Een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie zonder daarmee voor toekomstige generaties de mogelijkheid in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien’. De mondiale bijdrage van magnesium aan een duurzame samenleving wordt geleverd door: lagere energie- en milieubelasting (per eenheid product) bij de productie van het primaire metaal ten opzichte van alternatieve metalen; bijdragen aan brandstofbesparing binnen de transportsectoren; vervanging van minder duurzame en meer milieubelastende materialen; de relatief hoge mate van recyclebaarheid van gebruikt magnesium. In de transportsector geeft magnesium nieuwe constructieve oplossingen, waarmee met name 3 gewicht kan worden bespaard. Dit hangt samen met de lage soortelijke massa van 1.800 kg/m ; 66% van de soortelijke massa van aluminium en 25% van die van staal. De hiermee samenhangende gewichtsbesparing levert een directe besparing op van het brandstofverbruik van het transportmiddel. In de volgende paragrafen zal hier verder op worden ingegaan.
januari 1999
- 22 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
Verder is magnesium gemakkelijk te spuitgieten en te bewerken, en het heeft goede mechanische eigenschappen. Dit betekent dat ook op het gebied van ontwerp en design nieuwe, efficiënte mogelijkheden ontstaan. 3.3
Winning Magnesium kan uit verschillende natuurlijke bronnen worden gewonnen, zoals bijvoorbeeld zeewater en ondergrondse zoutlagen. In Veendam wordt magnesiumzout door solution mining op een diepte van 1,5 km gewonnen. Deze bodemschatten hebben een zeer bijzondere zuiverheid en een nagenoeg onbeperkt voorkomen, namelijk 1,5 miljard ton magnesiumchloride, hetgeen goed is voor de productie van magnesium gedurende honderden jaren. Door het winnen van magnesium wordt uitputting van andere niet-duurzame grondstoffen voorkomen dan wel beperkt. Voordelen De winning van de grondstoffen van magnesium - zoals dat in Veendam mogelijk is - is als minder milieubelastend te beschouwen ten opzichte van de bovengrondse winning en verwerking van ertsen, bijvoorbeeld bauxiet voor de aluminiumproductie. Dit heeft te maken met het feit dat magnesiumchloride zeer selectief gewonnen kan worden en dat de hoeveelheid afvalstoffen die vrijkomen bij de winning van magnesium relatief gering zijn. Daarnaast is geen sprake van dagbouw, waarbij de gehele bovengrond wordt afgegraven en de omgeving en milieu ingrijpend en blijvend wordt verstoord, hetgeen bij ertsen en bauxietwinning onvermijdelijk is.
3.4
Toepassing in de automobielindustrie Ten gevolge van toenemende eisen voor comfort en veiligheid is het gemiddelde gewicht van personenauto’s in de afgelopen jaren toegenomen. Dit heeft tot gevolg dat, ondanks de tot op heden doorgevoerde energiebesparingsmaatregelen, het energieverbruik per afgelegde kilometer niet is verbeterd. Om tot een trendbreuk te komen streeft de automobielindustrie naar gewichtsverlaging, met name door het gebruik van lichtere metalen, in casu magnesium. Magnesium maakt door zijn specifieke mechanische eigenschappen nieuwe constructieve oplossingen voor bepaalde functies mogelijk, zoals bijvoorbeeld voor stoelenframes, velgen, instrumentenpaneel, stuurkolom of versnellingsbakhuizen. Voordelen In vergelijking met andere metalen is de prijs per kilo magnesium niet positief onderscheidend. Op volumebasis (per eenheid product) daarentegen is de prijs zeer concurrerend. Voor verschillende constructieve functies kan magnesium derhalve tot kostenbesparingen leiden. Daarnaast kunnen kosten worden bespaard door de hogere productiviteit van het gietproces, lagere assemblagekosten en een langere levensduur van het eindproduct, hetgeen steeds positieve milieuvoordelen genereert. De hogere productiviteit hangt samen met de goede vloeieigenschappen van het metaal, waardoor het beter te spuitgieten is dan aluminium. Door deze eigenschappen kunnen grotere onderdelen met weinig materiaal in één stuk worden gespoten. Verder gaan - door de lage reactiviteit met ijzer - de matrijzen voor magnesium twee keer langer mee. De gebruikte spuitgietmachines zijn in principe vergelijkbaar met die voor kunststoffen.
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 23-
3.5
Beschikbare informatie Voor het beoogde productieproces zijn op dit moment (nog) geen nauwkeurige energieverbruikskentallen beschikbaar, mede omdat elektrolyseprocessen voor grootschalige magnesiumproductie nog sterk in ontwikkeling zijn en het beoogde proces in Delfzijl op een aantal punten zal afwijken van reeds gerealiseerde magnesium-productieprocessen. Echter, voor de onderhavige beschouwing kan op grond van gerealiseerde productieprocessen voldoende inzicht worden verkregen over de energie-aspecten van het voorgenomen initiatief. Beschikbare gegevens zijn met name afkomstig van Hydro Magnesium, en hebben betrekking op haar productielocatie in Porsgrunn, Noorwegen. De aldaar gebruikte grondstoffen zijn uit dagbouw gewonnen dolomiet (calciumcarbonaat/magnesiumcarbonaat) en zeewater. Zowel dit proces als het beoogde productieproces in Delfzijl maken gebruik van een elektrolysecel voor het splitsen van MgCl2 in chloor en vloeibaar magnesium. Echter in Delfzijl is een uitgebreide voorbewerking van grondstoffen zoals in Porsgrunn niet nodig, zodat een vergelijking met het Hydro Magnesium proces voor de belangrijkste milieubelastende componenten mogelijk is.
3.6
Stofkringloop magnesium Door een relatief hoog energieverbruik van het primaire productieproces, lijkt het gebruik van magnesium in eerste instantie niet te passen binnen het kader van een duurzame ontwikkeling. Echter, de uiteindelijke milieubelasting wordt pas duidelijk als de gehele stofkringloop van magnesium beoordeeld wordt, inclusief de gebruiksfase en recycling. In het algemeen wordt in het kader van duurzaamheid als uitgangspunt gehanteerd dat de kringlopen van grondstof - proces - product - afval gesloten moeten zijn. Door middel van het in kaart brengen van de verschillende stofstromen is beheersing mogelijk met als doel lekverliezen naar het milieu te minimaliseren. In figuur 3.1 is de stofkringloop van magnesium weergegeven.
Figuur 3.1 Stofkringloop magnesium
januari 1999
- 24 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
Zout
Energie
pekel (MgCl2)
Afval Emissies Primair produktieproces: elektrolyse, nabewerking, zuivering
Kalium chloride
Chloor Maken legering en gieten
Hersmelten / Recycling
Verzamelen en transport Mg afval
Verwerking en assemblage
Gebruiksfase
Afval Emissies
Afval Emissies
De input voor het primaire proces bestaat uit de grondstoffen pekel (magnesiumchloride) en een beperkte hoeveelheid kaliumchloride. Verder wordt aan het productieproces energie toegevoerd. Dit betreft onder andere energie voor de elektrolyse en indampen, alsmede de benodigde energie voor transport, stoom, of andere voorzieningen. De totale energieconsumptie per kilogram geproduceerd magnesium bedraagt voor het primaire proces circa 30 - 40 Mwh/ton geproduceerd magnesium. Voor het maken van legeringen, met magnesium als hoofdbestanddeel, zal de energieconsumptie met enkele procenten toenemen, hetgeen overigens kan worden beperkt door gebruik van vloeibare aluminiumadditieven van de naastgelegen aluminiumfabriek Aldel. In het ontwerp van het proces zal zoveel mogelijk gezocht worden naar energiebesparende maatregelen en het opnieuw aanwenden van vrijgekomen energie, waardoor de bovengenoemde energieconsumptie (afkomstig van Hydro Magnesium) als bovengrens beschouwd kan worden. In bijlage 1 worden de emissies die vrijkomen bij het productieproces, verder beschreven.
Zoals verder in figuur 3.1 te zien is, wordt magnesiumafval via twee sporen teruggevoerd naar het proces van hersmelten, legeren en gieten: schoon magnesium: wordt gerecycled vanuit de bewerkings- en assemblagefase; gebruikt magnesium: wordt gerecycled na gebruik en ontmanteling van de auto.
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 25-
Recycling is van groot belang bij de stofkringloop. Enerzijds omdat het magnesium een grote energie-inhoud heeft, anderszijds omdat gerecycled magnesium natuurlijke grondstoffen vervangt. Door het recyclen van magnesium in het proces zal de energieconsumptie per kilogram geproduceerd magnesium afnemen. De totaal benodigde hoeveelheid energie voor recycling van magnesium is circa 2 - 3 kWh/kg, tegen 30 - 40 kWh/kg voor de productie van primair (ongelegeerd) magnesium. Magnesium leent zich er goed voor om volledig gerecycled te worden met behoud van de oorspronkelijke kwaliteit. Door het recyclen van bepaalde delen kunnen dus soortgelijke of identieke delen opnieuw worden gemaakt. Ook hiermee wordt de stofkringloop gesloten. In het ontwerp van het productieproces zal hiermee voorzover mogelijk rekening worden gehouden. Voorwaarden zijn onder andere dat het productieproces en de logistiek hierop is afgestemd en dat bepaalde oppervlaktebehandelingen of metalen (bijvoorbeeld nikkel en koper) niet mogen worden toegepast. 3.7
Vergelijking magnesium, aluminium en staal In de toekomstige markt geldt in sterke mate dat producten kosteneffectief geproduceerd moeten worden, functioneel in gebruik moeten zijn en gedurende de levenscyclus tot een minimale milieubelasting moeten leiden. Voor de automobielindustrie blijkt met name de milieubelasting in de gebruiksfase een belangrijk aandachtspunt in de stofkringloop. Ter indicatie de volgende berekening: gemiddeld is circa 16.000 kWh nodig voor de productie van materialen en assemblage van een auto van 1.000 kg. Deze energie is circa 10% van de energie die een auto tijdens zijn levenscyclus van 10 jaar verbruikt: 160.000 kWh voor circa 200.000 km. Met andere woorden: elk jaar wordt door de eigenaar ongeveer dezelfde hoeveelheid energie verbruikt die nodig is om zijn auto te fabriceren (!). In dit kader heeft de automobielindustrie zich tot doel gesteld (hetgeen is vastgelegd in convenanten tussen de overheden en de industrie) om - naast ontwikkelingen op het gebied van (verbetering van) de verbrandingsmotor - het benzineverbruik door gewichtsafname te realiseren. Gestreefd wordt naar een verbruik van 3 liter per 100 km en zelfs nog zuiniger. Er zijn diverse factoren die de keuze voor een bepaald ‘lichtgewicht’ materiaal beï nvloeden. Hierbij blijkt kosteneffectiviteit vaak een doorslaggevende factor. In het kader van een vergelijking tussen de verschillende beschikbare materialen is een studie verricht door BMW in samenwerking met Hydro Aluminium mede op basis van de huidige en door haar toegepaste productieprocessen. Hierin zijn verschillende materiaalbenaderingen voor het ontwerp van autodeuren overwogen. Vijf verschillende ontwerpopties zijn beoordeeld vanuit het oogpunt van de levenscyclusanalyse (LCA), resulterend in figuur 3.2.
Figuur 3.2 Vergelijking milieuaspecten toepassing automaterialen (bron: Albright en Haagensen)
januari 1999
- 26 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
Uitputting natuurlijke bronnen
1
Broeikaseffect
0.9
Energieverbruik
Relatieve milieuimpact
0.8
Levenscyclus kosten
0.7 0.6 0.5 0.4 0.3 0.2 0.1 0 Plaatstaal
Al/Al composiet
Plastic/Al composiet
Mg/Al composiet
Al plaat/extrusie
Uit figuur 3.2 blijkt onder andere dat een reductie van 50% van het staalgewicht leidt tot 40% energiebesparing in de levenscyclus en 45% afname van uitstoot van broeikasgassen. De magnesium/aluminiumlegering (90%/10%) is hierbij één van de gunstigste opties. Eén en ander laat zich onder andere verklaren door het energieverbruik en CO2-emissies van magnesium, aluminium en staal met elkaar te vergelijken. Deze gegevens zijn opgenomen in tabel 3.1. In deze tabel valt op dat de gegevens op ‘kilogrambasis’ significant afwijken van de gegevens op basis van het volume (per m3), hetgeen met name van belang is bij het ontwerp. Op basis van laatstgenoemde vergelijking behoeft magnesium het minste energie voor productie en recycling. Tabel 3.1 Vergelijking energieverbruik primaire productie van magnesium, aluminium en staal (erts- en bauxietwinning en verwerking niet meegerekend) Primair energieverbruik metaal [mWh/ton] [mWh/m3](= per eenheid product) Energie behoefte recycling [mWh/ton] [mWh/m3](= per eenheid product) Primaire CO2-emissie metaal [ton/ton]
Magnesium
Aluminium
Staal
35 63
30 81
11 87
3,0 5,4
3,0 8,1
5,0 39,5
6,5
4,5
4,0
Door het lage soortelijk gewicht van magnesium is per volume-eenheid geproduceerd metaal het energieverbruik het gunstigst. De gegeven energieverbruikscijfers zijn gebaseerd op aardgasequivalenten (bron: Hydro Magnesium).
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 27-
Energiebesparing Ondanks de energiekosten die gemoeid zijn met het verzamelen en transporteren van gerecycled magnesium, alsmede het hersmelten, is de benodigde energie voor recycling laag in vergelijking met die van het primaire productieproces. Ook in vergelijking met normaal staal is de benodigde energie bij recycling van magnesium circa 40% lager per kilogram metaal. Dit gegeven is verwerkt in figuur 3.3, die verder laat zien hoeveel energie bespaard wordt door het gebruik van (50% respectievelijk 100% gerecycled) magnesium versus aluminium of staal componenten, gedurende de tijd dat een automobiel wordt gebruikt. De resultaten zijn berekend voor een constructieve oplossing waarvoor respectievelijk 1 kg magnesium, 1,5 kg aluminium en 2 kg staal benodigd is. Figuur 3.3 Cumulatieve energiebesparing door toepassing van magnesium componenten over de levensduur van auto: 2 kg staal, 1,5 kg aluminium, 1,0 kg magnesium Bespaarde energie (kWh)
3.8
100
100% gerecycled: Staal vs. Magnesium
80 60
50% gerecycled: Staal vs. Magnesium primair Staal vs. primair Magnesium
40 primair Aluminium vs. primair Magnesium
20 0 -20 -40 0
50
100
150
200
250
300
Afgelegde afstand, km (x 1000)
Uit deze figuur kan het volgende worden afgelezen: vergelijking van de matriaalalternatieven primair aluminium en primair magnesium: vanaf het begin wordt energie bespaard door gebruik van magnesium, hetgeen cumuleert naarmate de auto meer wordt gebruikt; vergelijking primair staal en primair magnesium: aanvankelijk kost de magnesium-uitvoering meer energie dan staal, maar dit nadelig saldo wordt in korte rij-afstand opgeheven (bij circa 30.000 km); vergelijking 50% gerecycled staal en 50% gerecycled magnesium: aanvankelijk kost de magnesium een fractie meer energie dan staal, maar dit nadelig saldo wordt reeds na 5.000 km opgeheven; vergelijking 100% gerecycled staal en 100% gerecycled magnesium: al vanaf het begin wordt energie bespaard door gebruik van magnesium, hetgeen cumuleert gedurende de periode dat de auto meer kilometers aflegt. Uit bovenstaande volgt tevens het belang van recycling van magnesium voor de cumulatieve energiebesparing. Als magnesiumproducten uit 50% respectievelijk 100% gerecycled metaal
januari 1999
- 28 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
bestaan, zal (vergeleken met staal) de totale energiebesparing nog hoger zijn, zowel aanvankelijk als cumulatief gezien. Dit wordt blijkens de eveneens sterk groeiende recyclingactiviteiten, door de sector ook onderkend. Dit verklaart bovendien de belangstelling van de magnesiumrecyclingsector in de ontwikkeling van het Delfzijlse magnesiumindustriecluster.
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 29-
4
SYNERGIE MET BESTAANDE BEDRIJVEN
4.1
Samenvatting De beoogde nieuwe activiteiten bieden voor het Haven- en Industriegebied Delfzijl goede integratiemogelijkheden. Met bestaande chemiebedrijven, de aanwezige energieproducenten (aardgas, stoom en electriciteit), de aanwezige metaalverwerkende industrie en de aluminiumproductie zijn duurzame synergiemogelijkheden voorzien. Product-, energie- en waterstromen bieden gelegenheid tot complementaire koppelingen welke leiden tot een verminderd grondstoffengebruik, energiebesparing en kostenreducties. Dit aspect biedt sterke economische en ecologische voordelen die bij de clusterontwikkeling bijzondere aandacht rechtvaardigen.
4.2
Inleiding Een belangrijke reden om te kiezen voor het Haven- en Industriegebied Delfzijl als locatie van magnesium-gerelateerde activiteiten is de mogelijkheid om van een duurzame samenhang met het bestaande en toekomstige bedrijfsleven te kunnen profiteren. Het Metal Park Delfzijl, een gebied van circa 150 ha rondom de bestaande aluminiumfabriek en aanliggend aan de chloorchemielocatie van ondermeer Akzo Nobel, biedt deze mogelijkheden aan zowel de metaalsector als de chloor- en ethyleenchemie. Vanuit milieuoogpunt is het streven naar synergie belangrijk, omdat dit kan leiden tot een hogere energie-efficiëntie, minder transportbewegingen en minder opslag van milieugevaarlijke stoffen. Daarnaast kan het delen van utiliteiten en voorzieningen van de aanwezige industrie leiden tot kostenbesparingen voor de bedrijfsomgeving als geheel door facility sharing. In dit hoofdstuk zijn de opties voor synergie samengevat zoals deze binnen de regio zijn geï dentificeerd. Deze samenvatting is niet uitputtend maar geeft een indruk van de vele mogelijkheden. Eerst zal worden ingegaan op synergiemogelijkheden met het huidige bedrijfsleven. Daarna wordt een doorkijk gegeven naar een toekomstige situatie, waarin magnesiumfaciliteiten gerealiseerd zijn en een verregaande integratie met nieuw te ontwikkelen activiteiten mogelijk is.
4.3
Proceskenmerken magnesium-gerelateerde activiteiten Uitgaande van een productie van 80.000 ton magnesium per jaar wordt tevens een hoeveelheid van 240.000 t/j chloor geproduceerd. Indien alle chloor wordt omgezet in EDC, dan is 95.000 ton per jaar ethyleen nodig. De benodigde ethyleen wordt per pijpleiding aangevoerd. De productie van primair magnesium is een energie-intensief proces. Aan warmte, geleverd in de vorm van stoom of aardgas, is globaal 17 kWh per kilogram magnesium benodigd. De electriciteitsbehoefte, voor met name de electrolyse, bedraagt globaal 15-18 kWh per kilogram magnesium. Er kan vanuit worden gegaan dat het proces energie-efficiënt wordt ontworpen. Dit betekent, dat waar mogelijk, van warmte-krachtkoppeling gebruik wordt gemaakt, en dat daarnaast eventuele beschikbare restwarmte van nabijgelegen industrie wordt toegepast. januari 1999
- 30 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
Inventarisatie van de primaire processen levert de volgende energie-, product- en utiliteitsstromen op die in aanmerking komen voor integratie met de omgeving: -
energiestromen en energiedragers: stoom; aardgas; electriciteit; vloeibare metalen (aluminium, magnesium).
-
grondstoffen en productstromen: ethyleen; chloor; EDC; ethyleenderivaten; chloor- en EDC-derivaten; aluminium(-legeringen); magnesium(-legeringen).
-
utiliteitsstromen: water; afvalwater en chemische reststromen; hoog calorisch anorganisch vast afvallen; olie(houdende) producten.
4.4
Huidige mogelijkheden voor synergie
4.4.1
Energie-, product- en utiliteitsstromen Inventarisatie van het huidige industriebestand rond Delfzijl levert op dat - zowel voor de energie, product- als de utiliteitsstromen - aansluiting gevonden kan worden met de huidige bedrijfsactiviteiten in het gebied. Deze mogelijkheden voor synergie zijn samengevat in tabel 4.1. Opgemerkt wordt dat - met name bij het realiseren van een kleinschalige demonstratiefabriek voor magnesiumproductie - het gebruik kunnen maken van bestaande synergie economisch van doorslaggevende betekenis kan zijn.
Tabel 4.1 Mogelijkheden voor synergie met bestaande bedrijven in Delfzijl
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 31-
4.4.2
Bedrijf
Grondstof
Product
Synergiemogelijkheden: processtromen
Akzo Nobel Chemicals bv, Brunner Mond en Kemax
NaCl
chloor, NaOH, soda, Ca Cl2
maken van bestaande gebruik pekelleidingentrace van Veendam naar Delfzijl (voor NaCl) grondstoffen voor pekelzuivering (gips) samenwerking chloorproductie (facility sharing zoals het gebruiken van de bestaande chloor infrastructuur)
CKB (onderdeel van Akzo Nobel)
o.a. chloor, koolwaterstoffen
gechloreerde koolwaterstoffen
levering chloor
BF Goodrich Temprite Resin bv
PVC, chloor
C-PVC
levering chloor
Twaron Products
o.a. chloor
aramidevezel
levering chloor
Delamine bv
EDC
ammoniak, aminen
levering EDC
NV Epon Eemscentrale
aardgas
electriciteit
afname electriciteit
Delesto bv
aardgas
electriciteit, stoom
afname electriciteit en stoom
Aluminium Delfzijl bv
aluinaarde
aluminium
verwerken magnesium. afname aluminium voor toepassing alliages facility sharing zoals gebruiken van bestaande gelijkrichter units levering magnesium
bv Aluminiumsmelterij FHS
aluminiumschrot
sec. aluminium
verwerken metalen
North Refinery RUN/UFO
koolwaterstoffen reststoffen
afvalverwerking diverse producten
verwerking chemische reststoffen afname energie
Nedalco bv
melasse
ethanol, (90%)
Nader onderzoeken: toepassen van de geproduceerde SO2 in dekgas (zie bijlage 1)
CO2
Omgevingsfactoren Naast synergie op het gebied van energie en stofstromen kan sprake zijn van andere vormen van integratie van de voorgenomen activiteiten met de omgeving. Hierbij is met name de bestaande infrastructuur van belang. De gesignaleerde vormen van synergie met betrekking tot omgevingsfactoren zijn samengevat in tabel 4.2.
Tabel 4.2 januari 1999
- 32 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
Synergie met de omgeving
4.5
Synergie met:
Aanwezigheid van:
fysieke omgeving
passende bestemmingsplannen voldoende ruimte zeehaven spoorwegen snelwegen vliegveld (Eelde) NORNED (electriciteitsvoorziening uit Noorwegen) diverse aardgasvelden
kennisinfrastructuur R&D
Rijksuniversiteit Groningen hoge scholen diverse adviesbureaus laboratoria
specifieke potentiële afnemers
Hewlett Packard Philips Ericsson Fokker Aldel (legeringen) Hoogovens (ontzwaveling rookgassen)
Doorkijk naar de toekomst Na realisatie van de magnesiumproductiefaciliteiten zal een vergaande integratie met nieuw te ontwikkelen activiteiten mogelijk zijn. Hieronder is een aantal integratiemogelijkheden gegeven. Integratie met gieterijen Bij het produceren van magnesiumlegeringen is gebruik te maken van de aanwezigheid van vloeibaar magnesium of aluminium. Door directe integratie van de magnesiumlegeringenproductie met het vloeibare eindproduct van de verwerkende industrie (diecasters) zijn belangrijke energiebesparingen mogelijk. Integratie met Mg-recyclingsbedrijven. Door de aanwezigheid van een primaire magnesiumproducent alsmede gieterijen is de locatie eveneens een logische keuze voor een metaalrecyclingcentrum. Hieronder zou zowel magnesiumrecycling als het verwerken van primair schrot kunnen vallen. In samenhang met deze activiteiten zijn er kansen voor het verwerken van andere non-ferro metalen zoals brons en titaan. Daarnaast zijn er kansen voor recyclingactiviteiten voor meer producten. Hiermee wordt aansluiting gevonden met het MERA-initiatief. Van belang zijn eveneens de samenwerkingsmogelijkheden bij de organisatie van de retour logistiek (reverse logistics).
Integratie met ethyleenderivatenindustrie De 'overschot'-capaciteit van de ethyleenleiding biedt kansen aan een nieuwe ethyleenderivatenindustrie. Hiermee kan een goede synergie ontstaan met de reeds aanwezige Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 33-
chemische industrie. De ethyleenproductiestroom kan ook bestaande chlooroverschotten verwerken tot EDC of VCM, hetgeen tot het beperken of stopzetten van chloortransporten kan leiden. De Rotterdamse PVC-industrie kan dan van een hoogwaardige grondstof worden voorzien. Integratie met afnemers en verwerkers uit de automobielindustrie Het geproduceerde magnesium zal voor een belangrijk deel worden toegepast in auto-onderdelen. Het ligt voor de hand dat het gieten van deze onderdelen gelet op de kostenvoordelen zal plaatsvinden nabij de productielocatie (zie integratie met gieterijen). Dit kan mogelijk een aantrekkende werking hebben ook op andere activiteiten die betrekking hebben op de automobielindustrie, waaronder het demonteren en recyclen van auto-onderdelen. Integratie op het vlak van energie Nederland behoort in de wereld tot de voorlopers op het gebied van energiemanagement en warmte-krachtkoppeling. Door de relatief grote energiestromen bij de magnesium-gerelateerde activiteiten, lenen deze activiteiten zich voor vergaande procesintegratie. Dit biedt kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven om haar kennis op het gebied van energiemanagement en warmtekrachtkoppeling uit te bouwen. In het verlengde hiervan bestaan tevens kansen voor milieuvriendelijke energieproducenten binnen de magnesium-gerelateerde activiteiten. De inmiddels aangekondigde investeringen in het (Antheus) RUN-project (ook wel UFO genoemd), bestaande uit een modulaire verwerking van diverse soorten vast en vloeibaar afval door ThermoEurotec, zal tevens voorzien in terugwinning van energie uit afvallen.
januari 1999
- 34 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 35-
5
INVLOED OP HET MILIEU
5.1
Samenvatting De directe omgeving van de winlocatie Veendam bestaat voornamelijk uit agrarisch gebied. De invloed van de magnesiumwinning op het milieu in de omgeving van Veendam beperkt zich voornamelijk tot de bodemdaling in de directe omgeving van de winlocatie en de kans op aardbevingen. De locatie van de magnesium-gerelateerde activiteiten in Delfzijl is Metal Parc Delfzijl, een industrieterrein ter grootte van ongeveer 150 ha, gelegen aan het Zeehavenkanaal, een kanaal dat in open verbinding staat met de Waddenzee. De afstand tot Delfzijl bedraagt circa 3 km. Bij de realisatie van de magnesium-gerelateerde activiteiten moeten maatregelen worden genomen om emissies naar bodem, lucht en water en milieu-risico's te beperken. Aandacht moet worden besteed aan eventuele emissies naar de Waddenzee/het Eems-Dollard estuarium. Met de komst van de magnesium-gerelateerde activiteiten naar Delfzijl neemt de behoefte aan vervoer en transport over land en wellicht ook over water toe. Hiertoe zal de infrastuctuur op en rondom Metal Parc Delfzijl verbeterd en uitgebreid moeten worden. Ook neemt de verwerkingscapaciteit voor chloor in Delfzijl toe. De 'chloortrein' die momenteel chloor van Delfzijl naar het Botlekgebied voert, kan na realisatie van de magnesium-gerelateerde activiteiten worden opgeheven. De productie van magnesium in Delfzijl kost energie. Met het gebruik van magnesium als licht metaal in automobielen, kan de behoefte aan fossiele brandstof aldaar echter worden gereduceerd. Door de productie van magnesium neemt de behoefte aan fossiele brandstof op nationale en mondiale schaal op termijn af. Hiermee wordt verzuring op 'nationale' schaal en het broeikaseffect op mondiale schaal tegengegaan (zie ook bijlage 1). Het SF6, dat mogelijk als onderdeel van een dekgas bij de productie van magnesium wordt gebruikt, is een gas met een sterk broeikaseffect. Er wordt echter verwacht dat de stand der techniek in het volgend decennium SF6-gas overbodig zal maken.
5.2
Inleiding Zoals beschreven in bijlage 1 zijn bij normale bedrijfsvoering mogelijk emissies te verwachten naar met name lucht en in beperkte mate naar water. In dit hoofdstuk is aangegeven of er door de activiteiten in Veendam en Delfzijl sprake kan zijn van beï nvloeding van het milieu in de omgeving. Daartoe is eerst een korte beschrijving gegeven van de omgeving. Aangezien de omvang van eventuele emissies vooralsnog niet bekend is, blijft de beschrijving van mogelijke effecten op de omgeving zeer globaal. Gekeken is naar eventuele effecten in de directe omgeving van de winlocatie Veendam en de bedrijfslocatie Delfzijl
januari 1999
- 36 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
(mogelijke lokale effecten). Daarnaast is globaal gekeken naar mogelijke regionale, nationale en mondiale effecten. 5.3
Omgeving I: Veendam
5.3.1
Beschrijving Het magnesiumchloride wordt in de omgeving van Veendam gewonnen op twee winlocaties. De winlocaties en de directe omgeving zijn weergegeven in figuur 6.1. De locaties liggen ten noordwesten van de stad Veendam (nabij het lintdorp Borgercompagnie) in het Veenkoloniale landschap, dat gekenmerkt wordt door een rechte verkaveling, ontstaan langs ontginningsassen (wegen of kanalen) in tijden van de veenontginning. In de directe omgeving liggen landbouwgronden, hoofdzakelijk bestaande uit weilanden. Borgercompagnie is een veenkoloniaal dorp met een cultuurhistorische waarde. Het is een typisch lang en recht dorp langs een enkel turfkanaal. Haaks op dit dorp zijn de kavels gegraven, waar de turf werd gewonnen. Nadat het hoogveen ontgonnen was, zijn de gronden rationeel in gebruik genomen. Het landbouwgebied rond de locatie heeft nog gedeeltelijk de oorspronkelijke verkaveling en is daarom van landschappelijke waarde. Op een afstand van zo'n 3,5 kilometer ten oosten van de winningslocaties ligt de polder de Wiede. Het is het enige natuurgebied in de omgeving. Het dichte net van turfvaarten (wijken) rond de locaties vormt het biotoop voor enkele zeldzame broedvogels. In dit gebied ligt onder de humeuze bovengrond (10 centimeter diep) een dunne veenlaag van zo'n 10 tot 30 centimeter. De bodem bestaat daaronder tot NAP -10 meter uit zandige afzettingen die tot de Formatie van Twente worden gerekend. Onder deze afzettingen ligt de Eemformatie, die uit klei en zand bestaat. Regionaal gezien wordt één watervoerend pakket onderscheiden, die opgebouwd is uit zand, grind en kleiige afzettingen van verschillende herkomst. Op lokaal niveau kan echter gesteld worden dat er sprake is van een ondoorlatende kleilaag op een diepte van 8 tot 12 meter -NAP, die het watervoerend pakket verdeelt in twee watervoerende lagen. De natuurlijke regionale grondwaterstroming is hier noordelijk gericht. Deze wordt in oostelijke richting getrokken door de grondwaterwinning van de Avebe, gelegen op vijf kilometer afstand van de magnesiumzout-winning.
5.3.2
Milieu-effecten Nedmag Industries Mining & Manufacturing BV (Nedmag) ontgint sinds 1982 kalium- en magnesiumzouten nabij Veendam in de concessie ‘Veendam’. De winning vindt plaats via een oplosmethode waarbij water wordt geï njecteerd in de magnesiumhoudende zoutlagen van het Zechstein-III-voorkomen. Opgeloste zouten worden na verzadiging in water als pekel Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 37-
geproduceerd. Ondergronds, op een diepte van 1500 à 2000 m beneden maaiveld, ontstaan cavernes. Deze cavernes zijn gevuld met pekel en neergeslagen restzouten. 5.3.2.1
Primaire effecten van de zoutwinning Reguliere bodemdaling ten gevolge van zoutwinning Bij traditionele zoutwinning worden de cavernes na beëindiging van de winning afgesloten met een cementprop. Wanneer de cavernes echter op deze manier worden achtergelaten, veroorzaken scheurvorming en kruip in het zout in het algemeen een beperkte lek vanuit de pekelbellen naar het bovenliggende permeabele gesteente. Het belangrijkste gevolg van deze lekkage is dat er zakkingen aan het maaiveld optreden. Indien de druk in de cavernes nagenoeg gelijk aan de lithostatische druk wordt gehandhaafd zal de zakking in een tijdsbestek van honderden jaren optreden. De nadelen van deze traditionele mijnmethode zijn dat er een groot volume aan pekel in de cavernes wordt achtergelaten en dat de tijd en de mate van zakking niet kan worden beheerst, maar wordt bepaald door de mate waarin lek optreedt. Echter om deze nadelen te verminderen, wint Nedmag momenteel zout met een nieuwe methodiek, sinds 1993 als proef en sinds 1995 als goedgekeurde mijnmethode. In deze methodiek wordt het ondergrondse pekelvolume zo veel mogelijk gereduceerd tijdens de operationele periode van de mijn, door de druk in de cavernes te verlagen. De cavernes convergeren door de drukverlaging (nemen in volume af) door het uitpersen van magnesiumzouten in de cavernes ('squeeze' genoemd). Deze methode gaat gepaard met gelijktijdige zakking van de bovengrond. Belangrijk aspect van deze nieuwe methode is dat de cavernes niet of nauwelijks in volume groeien bij gecontinueerde productie. Het volume dat ondergronds wordt gecreëerd door oplossing van de zouten als gevolg van de waterinjectie, wordt weer verkleind doordat de zoutlagen als een soort pasta naar de caverne toestromen. In de productieplanning wordt er vanuit gegaan dat ongeveer 50% van de pekel op deze manier wordt gewonnen. Bodemdaling treedt direct en gecontroleerd op tijdens de mijnperiode. Bijkomende voordelen van de nieuwe mijnmethode zijn verder de verlaagde behoefte aan proceswater (factor 2) en verlaagde behoefte aan injectie-energie voor de hoge-drukpompen voor waterinjectie. Door het Ministerie van Economische Zaken is in 1995 een ontginningsplan (lit.3) goedgekeurd 3 welke voorziet in de winning van 2 miljoen m magnesiumpekel door middel van caverneconvergentie, hetgeen overeenkomt met een bodemdaling van ongeveer 20 cm in het centrum van de dalingskom. Voor de magnesium-gerelateerde activiteiten in Delfzijl is straks circa 320.000 ton magnesiumchloride per jaar nodig. Indien er vanuit gegaan wordt dat deze hoeveelheid gewonnen wordt vanuit de bestaande winningslocaties dan zal dit (deels) bovenop de effecten van de huidige winningshoeveelheid van 200.000 ton per jaar komen. De totale hoeveelheid zal oplopen tot maximaal 520.000 ton magnesiumchloride per jaar, hetgeen na verdunning overeenkomt met 1,2 3 miljoen m pekel per jaar, hetgeen overeenkomt met een netto aan de ondergrond onttrokken 3 pekelvolume van 1 miljoen m per jaar. Indien de helft van dit volume in de toekomst zich vertaalt in caverne-convergentie en bodemdaling, dan zal de bodemdaling dienovereenkomstig toenemen met een zakking in het hart van de dalingskom van circa 2 cm tot maximaal 4,5 à 5,0 cm per jaar. Als wordt uitgegaan van
januari 1999
- 38 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
maximale winning bedraagt de daling in de directe omgeving van de winlocaties na circa 20 jaar ongeveer 0,9 à 1,0 m. De bodemdaling is gehalveerd op een straal van circa 1,5 km en is gedecimeerd op een straal van 2,5 à 3 km. Door spreiding van de winning over verschillende locaties kan de maximale bodemdaling worden verminderd. De huidige winningslocaties (zie fig. 6.1) liggen momenteel 2,0 à 2,5 m boven NAP. Door de bodemdaling ten gevolge van de zoutwinning zal dit niveau in 20 jaar bij de winlocaties met maximaal 0,9 à 1,0 m worden verlaagd en derhalve nog 1,0 à 1,5 m boven NAP liggen. Overigens treden in Nederland op diverse plaatsen soortgelijke maaivelddalingen op, bijvoorbeeld bij de aanleg van wegen of het toepassen van bemalingen in gebieden met samendrukbare bodemlagen in de ondergrond. Afhankelijk van de bodemopbouw kunnen deze dalingen variëren van enkele centimeters tot meerdere decimeters. Reguliere bodemdaling ten gevolge van gaswinning Binnen het invloedsgebied van de zoutwinning ten behoeve van de magnesium-gerelateerde activiteiten in Delfzijl daalt de bodem momenteel ook als gevolg van de gaswinning. De bodemdalingskom van de zoutwinning bevindt zich tussen het Groninger en het Annerveense gasveld in en heeft dus te maken met de flanken van de hierdoor veroorzaakte bodemdalingskommen. De daling die de gaswinning in het wingebied voor zout reeds heeft veroorzaakt varieert van zo'n 5 cm (zuidelijk deel dalingskom) tot 14 cm (noordelijk deel dalingskom). Het noordelijk deel van het zoutwin-gebied daalt door de gaswinning momenteel iets sneller (circa 3 mm per jaar) dan het zuidelijke deel (circa 1 mm per jaar). Risico op aardbevingen In 1995 (lit.2) is een studie gedaan naar het optreden van aardbevingen ten gevolge van de bestaande zoutwinning in Veendam. Op basis van de regionale geologie en tektoniek van het projectgebied, verwachte deformaties in de bodem door de winning van magnesiumzouten en informatie over het optreden van aardschokken ten gevolge van de aardgaswinning, is de kans op het ontstaan van bevingen bestudeerd. Hierbij is gebruik gemaakt van conservatieve aannamen betreffende de voor aardbevingen relevante eigenschappen van geologische breuken. Bij zoutwinning zullen breuken, vanwege de overheersende richting van deze breuken ten opzichte van de regionale spanningsrichting in de bodem, waarschijnlijk nauwelijks worden geactiveerd. Door de extra zoutwinning die voor de magnesium-gerelateerde activiteiten moet worden gerealiseerd, wordt de vervorming van de ondergrond groter (sterkere bodemdaling). Hierdoor kan het risico op aardschokken wellicht enigszins toenemen. 5.3.2.2
Consequenties van de zoutwinning Naar de mogelijke nadelige effecten van de bodemdaling door zoutwinning is door Nedmag in samenwerking met de overheid onderzoek verricht (lit.1). Uit deze studies is gebleken dat gezien de vorm en ligging van de dalingskom geen directe negatieve effecten en/of schade is te verwachten aan gebouwen en aan overige constructies. Wel zullen peilaanpassingen moeten worden doorgevoerd om de nadelige effecten op de waterhuishouding door de verminderde drooglegging te voorkomen. Verkennende studies hebben de te nemen maatregelen ten gevolge van bodemdaling en de financiële consequenties tot een daling van 50 cm in kaart gebracht. Nadere studies kunnen wenselijk zijn om de voortgaande daling boven 50 cm in kaart te brengen en te evalueren. Door de geringe relatieve peilverlagingen die periodiek zullen worden
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 39-
doorgevoerd (enkele centimeters per keer), is geen toename van de kans op schade aan gebouwen te verwachten. Kleine aardschokken of -bevingen die ten gevolge van de zoutwinning kunnen optreden zullen geen schade aan bebouwing veroorzaken. Te zijner tijd zal het risico op aardschokken en de gevolgen daarvan in kaart worden gebracht. Met behulp van metingen en studies, die reeds plaatsvinden (lit.4), dienen de bewegingen van het maaiveld gevolgd te worden. Op nationaal en mondiaal niveau is er geen sprake van effecten ten gevolge van winningsactiviteiten in Veendam.
de
5.3.2.3
Financiering van de consequenties van bodemdaling door zoutwinning Nedmag heeft met de betrokken overheden in 1995 een overeenkomst gesloten die erop is gericht om de schade als gevolg van bodemdaling door zoutwinning te voorkomen, te beperken of te herstellen door het (tijdig) treffen van maatregelen. De hoofdlijnen van de overeenkomst betreffen het opbouwen van een financiële reserve voor de betaling van kosten, aangevuld met een bankgarantie, informatievoorziening en overleg, een procedure voor het afwikkelen van schadeclaims en een geschillenregeling. Het ligt in de lijn der verwachtingen dat deze regeling in de toekomst bij een verhoogde pekelproductie van kracht zal blijven.
5.4
Omgeving II: Delfzijl
5.4.1
Beschrijving De productie van magnesium en de activiteiten die in de directe nabijheid van de magnesiumproductie moeten plaatsvinden, worden gesitueerd op de locatie Metal Park Delfzijl. Deze locatie is een industrieterrein met een totale oppervlakte van ongeveer 150 ha, gelegen op het industrieterrein Oosterhorn, op 3-4 km ten oosten van Delfzijl. Het Metal Parc Delfzijl en de omgeving hiervan is weergegeven in figuur 6.2. Ten oosten van Aldel en ten zuiden van de Oosterhornhaven ligt tussen een aantal bedrijfsvestigingen nog een groot deel van het industrieterrein braak. Het industrieterrein Oosterhorn wordt begrensd door: het Zeehavenkanaal in het noorden, met een zeedijk van circa 10 meter hoogte; de Oosterhornhaven in het zuiden; de kern van Delfzijl en Farmsum aan de westzijde; agrarisch gebied aan de oostzijde. Op het industrieterrein zijn voornamelijk procesinstallaties van chemische industrieën aanwezig. Ten opzichte van de productielocatie voor magnesium zijn daar onder meer: ten westen: Akzo Nobel, FMC, BF Goodrich, Dow Chemical Polymer en de warmtekrachtcentrale Delesto; ten oosten: Aldel, Zeolyst, Lafarge gips, Morton Performance Chemical Europe en PPG.
januari 1999
- 40 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
Er wordt gestreefd naar een uitbreiding van het aantal bedrijfsvestigingen op de niet uitgegeven bedrijfsterreinen in het havengebied van Delfzijl. Het industrieterrein ligt in een zeekleigebied. Op de bovenste bodemlaag, bestaande uit holocene klei- en veenafzettingen (Westlandformatie), is ten behoeve van de aanleg van het industrieterrein een laag zand van gemiddeld drie meter dikte gespoten. Op de braakliggende delen van het industrieterrein hebben zich vegetaties ontwikkeld met riet- en grasruigten. De omgeving van het industrieterrein Oosterhorn heeft als belangrijkste componenten: de Waddenzee; Het Eems-Dollardgebied is één nat ecosysteem van bijzonder belang voor vogels, vissen en zeehonden en maakt deel uit van het Staatsnatuurreservaat de Waddenzee. Het beleid is gericht op de duurzame bescherming en ontwikkeling van de natuur, waarbinnen menselijke activiteiten mogelijk moeten zijn; het stedelijk gebied Delfzijl; Op 3 à 4 kilometer ten westen van de locatie bevinden zich kwetsbare objecten met een hoge concentratie mensen, zoals ziekenhuizen, scholen en winkelcentra. Vanuit het Roergebied en de Randstad rijdt het verkeer via de A28 richting Assen teneinde vervolgens via de N33 Delfzijl te bereiken. Momenteel is er ter hoogte van Appingedam een aftakking van de N33 in aanleg welke uitkomt op het industrieterrein Oosterhorn. Het verkeer afkomstig uit Duitsland maakt gebruik van de A7. De aanvoer van goederen van en naar het industrieterrein en de industriehaven per schip of goederenspoorlijn (langs en op het industrieterrein Oosterhorn) vindt plaats over het Zeehavenkanaal, waaraan Aldel en AKZO Nobel aanlegplaatsen hebben. Volgens de gemeente hoeft het realiseren van extra aanlegplaatsen geen probleem te zijn. De binnenvaart bereikt de Oosterhornhaven vanaf het Eemskanaal. In de directe omgeving van Metal Parc Delfzijl bevindt zich geen waterwin- of recreatiegebied. 5.4.2
Milieu-effecten De effecten die de Delfzijlse activiteiten zouden kunnen hebben op het milieu worden onderverdeeld naar mogelijke: lokale effecten; regionale effecten; nationale en mondiale effecten.
5.4.2.1
Mogelijke lokale effecten De mogelijke lokale effecten (effecten op het industrieterrein) zijn beperkt. Het gebied kent geringe natuurwaarden omdat het in de huidige situatie reeds wordt gebruikt voor industriële doeleinden. Maatregelen moeten worden genomen tegen bodem-, lucht- en grondwaterverontreiniging. Hierbij moet speciale aandacht worden besteed aan de nabij gelegen Waddenzee/het Eems-Dollard estuarium vanwege het unieke karakter en de kwetsbaarheid van dit gebied. Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 41-
Op het industrieterrein treedt kwel op vanuit het Zeehavenkanaal. Het terrein zal daarom (deels) moeten worden voorzien van een drainagesysteem. Het drainagewater kan worden geloosd op het Oosterhornkanaal. Milieuhygiënische maatregelen dienen een goede waterkwaliteit van het te lozen drainagewater te garanderen door de nieuwe gebruiker van de grond, i.c. het magnesiumcluster. 5.4.2.2
5.4.2.3
Mogelijke regionale effecten De volgende regionale aspecten zijn aandachtspunten: lozing afvalwater; Eventuele lozing zal moeten voldoen aan de eisen die hiervoor in het kader van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewater gelden. Vanuit het milieu zijn met name kwaliteit van het water in de Waddenzee en het Eems-Dollard estuarium van belang. Bij een eventuele lozing van zoutoplossingen speelt ook de saliniteit van het afvalwater ten opzichte van het water waarin het geloosd wordt een rol. -
geluid; Voor invulling van de braakliggende terreinen op het industrieterrein Oosterhorn is 67 2 dB(A)/m gereserveerd, hetgeen overeenkomt met 127 dB(A) per 100 ha. Voor continubedrijf geldt dat het maximale bronvermogen op het Metal Parc Delfzijl 127 dB(A) mag bedragen. Bij deze berekening is er dus van uitgegaan dat het Metal Parc Delfzijl ongeveer 100 ha groot is. Er is echter geen rekening mee gehouden dat een aantal bronnen van Aldel zich zou kunnen wijzigen.
-
infrastructuur; De infrastructuur behoeft mogelijk uitbreiding of aanpassing bij de implementatie van de magnesium-gerelateerde activiteiten. Het betreft uitbreiding/aanpassing van de capaciteit van het wegennetwerk, de treinverbinding en eventuele uitbreiding van de aanlegmogelijkheden voor de binnenvaart.
-
aanvullende chloorverwerking. Door de aanleg van de ethyleenleiding en de EDC/VCM-fabriek, die beide deel uitmaken van de magnesium-gerelateerde activiteiten, ontstaat in Delfzijl aanvullende capaciteit om chloor te verwerken. Momenteel produceert Akzo Nobel Delfzijl circa 120.000 ton chloor per jaar. Het jaarlijkse verbruik o.a. door Akzo Nobel bedraagt zo'n 90.000 ton per jaar. De resterende 30.000 ton chloor per jaar wordt momenteel per 'chloor-trein' afgevoerd, met name naar het Botlek-gebied. AKZO Nobel heeft het principebesluit genomen op termijn het diafragma-chloorproductieproces te vervangen door de membraantechnologie. Tijd en omvang zijn nog onderwerp van besluitvorming. Met de realisatie van de magnesiumgerelateerde activiteiten zou de 'chloor-trein' wellicht niet meer nodig zijn.
Mogelijke nationale en mondiale effecten De productie van magnesium kan er toe bijdragen dat de hoeveelheid fossiele energie die in Nederland en mondiaal nodig is, wordt gereduceerd. Door de toepassing van het lichte metaal magnesium (in plaats van staal of aluminium) kan het gewicht van brandstofverbruikende automobielen (auto's, treinen, vliegtuigen e.d.) worden teruggebracht hetgeen echter een mondiale vermindering van het brandstofgebruik tot gevolg heeft. Dit positieve effect wordt nog versterkt
januari 1999
- 42 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
doordat eenmaal geproduceerd magnesium, vanwege de hoge waarde ervan, in belangrijke mate wordt hergebruikt (zie verder hoofdstuk 3 'Plaats van magnesium in een duurzame samenleving'). Ook de aanleg van een ethyleenleiding heeft met de vermindering van transport over de weg een zeker nationaal effect. Bovendien is een leiding in plaats van het alternatief wegtransport om deze reden veruit te verkiezen. Binnen de magnesium-gerelateerde activiteiten moet speciale aandacht worden besteed aan beperking van emissie van SF6, indien dat in het productieproces van magnesium als onderdeel van een dekgas wordt gebruikt (zie verder bijlage 1 'Productieprocessen en emissies'). Dit gas, dat in de huidige processen nog wordt toegepast, heeft namelijk een sterk broeikaseffect. De verwachting is echter dat in het volgend decennium in nieuwe procestechnologieën SO2 wordt toegepast. Gezien de sterk stijgende markt voor magnesium zal er binnen 5 jaar in de wereld een nieuwe magnesiumfabriek moeten worden gebouwd. Het is te verwachten dat als deze in Nederland wordt gebouwd, de mondiale milieu-effecten van een dergelijke fabriek waarschijnlijk beter beheersbaar zullen zijn dan wanneer deze productiecapaciteit bijvoorbeeld in Afrika, China of Rusland wordt gerealiseerd.
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 43-
6
BELEIDSASPECTEN: RUIMTELIJKE ORDENING, NATUUR EN MILIEU
6.1
Samenvatting Het ruimtelijk beleid staat de realisatie van secundaire magnesium-gerelateerde activiteiten toe. Wel kunnen ruimtelijke procedures voor de aanleg van leidingen nodig zijn. Het milieu- en natuurbeleid speelt voor de activiteiten in Veendam, waar alleen magnesiumzout wordt gewonnen, slechts een heel beperkte rol. Voor de activiteiten in Delfzijl zijn het natuur- en milieubeleid van groot belang. Het natuurbeleid richt zich vooral op de bescherming van de Waddenzee/het Eems-Dollard estuarium. Binnen het milieubeleid is van mondiaal c.q. nationaal belang, dat - met de productie en het gebruik van magnesium in automobielen - emissies van broeikasgassen (met name CO2) en verzurende stoffen (met name NOx) zullen worden gereduceerd. Het regionale en locale milieubeleid richt zich vooral op het beperken van emissies naar bodem, water en lucht en de beperking van veiligheidsrisico's. Emissies naar de Waddenzee en het Eems-Dollard estuarium moeten zoveel mogelijk worden vermeden.
6.2
Inleiding In dit hoofdstuk wordt het beleid ten aanzien van ruimtelijke ordening, natuur en milieu belicht voor zover dat relevant is voor de realisatie van zowel de primaire als secundaire magnesiumgerelateerde activiteiten. Er wordt ingegaan op het internationale, nationale, regionale en locale beleid. Omdat het project zich nog in een verkennende fase bevindt, en een uitputtende behandeling van het relevante beleid in dit stadium te ver zou voeren, wordt een globaal overzicht gepresenteerd. Hierbij is zoveel mogelijk geconcentreerd op de hoofdlijnen van het beleid. Dit beleidshoofdstuk heeft een sterke relatie met hoofdstuk 7 waarin de relevante procedures en vergunningen worden behandeld. Waar dit hoofdstuk de opstelling van de diverse overheden ten aanzien van de magnesium-gerelateerde activiteiten weergeeft (beleid), geeft hoofdstuk 7 weer hoe deze opstelling in de praktijk uitwerkt (vergunningen en procedures). Bij de beschrijving van het beleid staan steeds zowel de primaire als de secundaire magnesiumgerelateerde activiteiten centraal. Onderscheid tussen primaire magnesium-gerelateerde activiteiten en secundaire magnesium-gerelateerde activiteiten (definities hiervan zijn opgenomen in bijlage 2 - de begrippenlijst) wordt alleen gemaakt als hiervoor aanleiding bestaat.
januari 1999
- 44 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
6.3
Beleid ten aanzien van ruimtelijke ordening
6.3.1
Internationaal en nationaal Internationaal is er geen beleid ten aanzien van ruimtelijke ordening dat van directe invloed is op de realisatie van magnesium-gerelateerde activiteiten. Op nationaal niveau is er een speciaal buisleidingenbeleid dat de totstandkoming van nationale buisleidingen-infrastructuur en het gebruik van buisleidingen bevordert. Dit heeft met name geleid tot de Planologische Kernbeslissing (PKB) Structuurschema Buisleidingen waarin een landelijk net van hoofdverbindingen voor buisleidingen is vastgesteld.
6.3.2
Omgeving Veendam Er wordt vanuit gegaan dat er in Veendam geen nieuwe boorlocaties nodig zijn. Dit houdt in dat de extra magnesiumchloride die nodig is voor de realisatie van de magnesium-gerelateerde activiteiten gewonnen wordt vanuit de twee bestaande winlocaties (zie figuur 6.2). Ruimtelijk zal de situatie in Veendam derhalve niet veranderen, waardoor het ruimtelijk beleid in Veendam geen invloed op de realisatie heeft.
6.3.3
Omgeving Delfzijl In het Streekplan is de locatie Metal Parc Delfzijl (zie figuur 6.2) onderdeel van een werklocatie met een (boven)regionale functie, zowel op dit moment als voor de toekomst. Bovendien is aangegeven dat voor wat betreft Delfzijl gedacht wordt aan het versterken van de industriefunctie in relatie tot het daar reeds aanwezige industriecomplex (clustervorming). De Streekplanuitwerking voor de Waddenzee is geregeld in het Interprovinciaal Beleidsplan Waddenzee (1995). Hierin wordt onder meer Delfzijl genoemd als belangrijke locatie voor ontwikkeling van industrie en havens. In beide plannen is aangegeven dat bedrijfsvestiging op daartoe aangewezen gebieden - grenzend aan de Waddenzee - mogelijk is zolang kan worden aangetoond dat bij calamiteiten geen onherstelbare schade aan het Waddenmilieu wordt toegebracht. De Waddenzee voor de kust van Delfzijl valt niet onder de Natuurbeschermingswet en is ook bij de Europese Commissie niet aangemeld als habitatwaardig gebied. Dit komt omdat over dit deel van de Waddenzee een grensgeschil bestaat met Duitsland. Het gebied valt echter wel onder de PKB Waddenzee en geniet als zodanig bescherming. In het bestemmingsplan "Partieel uitbreidingsplan in hoofdzaak; 30 juni 1965" van de gemeente Delfzijl zijn de betreffende gronden bestemd als 'industrieterrein, categorie A'. Dit betekent dat op het perceel fabrieken en gebouwen mogen worden opgericht bestemd voor handel of industrie. Naast dit geldend bestemmingsplan heeft de gemeente Delfzijl voor de betreffende gronden het ontwerp-bestemmingsplan "Oosterhorn" van mei 1982. De concept-tekst van dit voorontwerpbestemmings-plan is nog niet vastgesteld.
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 45-
N
Winlocaties
0
1
2 km
Figuur 6.1: Omgeving productie-locatie Veendam
januari 1999
- 46 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
6.3.4
Leidingentracés Ten behoeve van de magnesium-gerelateerde activiteiten moet een pekelleiding aangelegd worden tussen Veendam en Delfzijl en een ethyleenleiding tussen Delfzijl en Rotterdam, Geleen of Gelsenkirchen (D). Er zijn voor de ethyleenleiding momenteel 3 tracés in onderzoek. Ook moet er een tracé voor de pekelleiding tussen Veendam en Delfzijl (eventueel parallel aan de ethyleenleiding) worden vastgesteld. Voor het leggen van buisleidingen in Nederland moet bij voorkeur gebruik worden gemaakt van de tracés van het landelijk net van hoofdverbindingen voor buisleidingen. In de streekplannen van de betrokken provincies zijn - met uitzondering van de provincie Noord-Brabant - leidingzones aangegeven. Indien de buisleidingen (ethyleen en pekel) aansluiten bij de tracés zoals vastgelegd in PKB en/of streekplan is het relatief eenvoudig deze in te passen in de lokale ruimtelijke plannen. In een later stadium zal in nauw overleg met betrokken overheden het exacte tracé kunnen worden vastgesteld. In hoofdstuk 7 wordt nader ingegaan op de benodigde vergunningen en zakelijke rechten ten behoeve van de aan te leggen buisleidingen.
6.4
Natuurbeleid
6.4.1
Omgeving Veendam Het vigerende natuurbeleid is in de omgeving van Veendam niet van direct belang. In de omgeving van Veendam bevindt zich het natuurgebied De Wiede dat op een afstand van circa 3,5 kilometer ten oosten van de magnesiumzout-winning ligt. Dit natuurgebied wordt naar verwachting niet merkbaar beï nvloed door de magnesiumzout-winning van Nedmag.
6.4.2
Omgeving Delfzijl De gronden van het industrieterrein zijn niet gelegen in de beschermingsgebieden. Indien de magnesium-gerelateerde activiteiten significante gevolgen kan hebben voor de buiten het industrieterrein gelegen beschermde gebieden, kunnen deze activiteiten onder de vergunningplicht van de Natuurbeschermingswet vallen (de zogenaamde 'externe werking' van de Natuurbeschermingswet). Potentieel schadelijke handelingen worden beoordeeld in het licht van het afwegingskader in de Planologische Kernbeslissing (PKB) 'Nota Waddenzee' alvorens tot vergunning wordt overgegaan.
6.4.3
Leidingentracés De tracés voor de ethyleen- en pekelleidingen houden zoveel mogelijk rekening met natuurgebieden en andere gebieden met natuurlijk waarden. Indien een tracé toch door een natuurgebied of gebied met natuurlijke of landschappelijke waarde moet voeren, kan dit gevolgen hebben voor de procedures die moeten worden doorlopen (zie hoofdstuk 7).
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 47-
N
0
1
globale contouren Metal Park Delfzijl (incl.uitbreidings mogelijkheden)
Figuur 6.2: Omgeving productielocatie Delfzijl
januari 1999
- 48 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
2 km
6.5
Milieubeleid
6.5.1
Internationaal en nationaal Algemeen Het internationaal en nationaal milieubeleid is gericht op het reduceren van emissies welke negatieve invloed hebben op het milieu. Met het gebruik van het lichte metaal magnesium in automobielen kan het mondiale brandstofverbruik worden gereduceerd (zie hoofdstuk 3 'Plaats van magnesium in een duurzame samenleving'). Dit sluit aan bij het mondiale beleid om, in verband met het broeikaseffect, de uitstoot van broeikasgassen (met name CO2) te reduceren. In Kyoto zijn in 1997 internationale afspraken gemaakt over de terugdringing van de emissie van broeikasgassen. Het betreft naast CO2, de twee belangrijke gassen CH4, en N2O, alsmede drie groepen van gassen die in geringere hoeveelheden worden geëmitteerd maar wel een langere atmosferische levensduur hebben: HFK's, PFK's, en SF6. Nederland heeft in het kader van het Kyoto-verdrag toegezegd toe te werken naar een reductie van de emissie van broeikasgassen in 2008-2012 met 6% ten opzichte van de niveaus in 1990-1995. In het Nationaal Milieubeleidsplan is aangegeven dat de CO2-emissie in het jaar 2000 met 3-5% ten opzichte van 1989-1990 moet zijn gereduceerd. Verder sluit de reductie van brandstofbehoefte door het gebruik van magnesium in automobielen aan bij het nationale beleid om verzuring tegen te gaan. Gassen die vrijkomen bij verbrandingsprocessen dragen aan de verzuring bij. Het beleid is gericht op het uiteindelijk veiligstellen van de bossen en de natuurgebieden. Van de verbrandingsemissies is met name NOx een verzurende stof. De doelstelling voor NOx volgens het NMP is nationaal een uitstoot van 238 tot 243 miljoen kg in 2000 en 60 tot 120 miljoen kg in 2010. Uitgangspunt bij milieubeleid in het algemeen is bestrijding aan de bron. In internationale richtlijnen worden doelstellingen geformuleerd. Deze richtlijnen worden vervolgens vertaald in Nederlandse wet- en regelgeving. Voor wat betreft het milieubeleid is voornamelijk de nationale wet- en regelgeving van belang. De in Nederland geproduceerde magnesium zal echter niet alleen in Nederland doch internationaal tot brandstofbesparingen leiden. De positieve mondiale milieueffecten van het toepassen van magnesium in automobielen rechtvaardigen een doorvertaling naar de nationale toepassing. PVC-discussie 4 In Nederland wordt momenteel circa 720.000 ton chloor per jaar geproduceerd . Hiervan wordt 120.000 ton per jaar in Delfzijl geproduceerd door Akzo Nobel. Door de magnesium-gerelateerde activiteiten wordt in de toekomst zo'n 240.000 ton chloor per jaar geproduceerd. Het geproduceerde chloor kan met behulp van ethyleen worden aangewend voor de productie van PVC. In de studie 'Een chloorbalans voor Nederland' (1995) wordt 99% van de chloorstromen beschreven, waarbij inzicht wordt gegeven in de bijdrage van de huidige milieubelasting van deze stoffen alsmede van de milieubelasting na uitvoering van het bestaande beleid. Voor specifieke 4
Bron: VNCI, september 1998
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 49-
chloorverbindingen of groepen daarvan (zoals CFK's, PCB's en PCP) heeft de overheid in het verleden reeds beleid vastgesteld. Een beleid specifiek gericht op chloor en alle chloorverbindingen kent Nederland (net zo min als andere landen) echter niet. Om de noodzaak van en de mogelijkheden voor een dergelijk 'chloorbeleid' na te gaan is in deze studie een verkenning van de chloorketen gestart. Belangrijkste conclusie van deze studie is, dat de risico's van chloor en chloorverbindingen beheersbaar zijn en een specifiek op chloor of alle chloorverbindingen gericht beleid niet nodig is. Bovendien ligt het in de lijn der verwachtingen dat de bij het magnesiumproductieproces vrijkomende chloor kan leiden tot herschikking in de specifieke chloormarkt. 6.5.2
Omgeving Veendam Als onderdeel van de realisatie van de magnesium-gerelateerde activiteiten wordt de magnesiumwinning van Nedmag opgevoerd en wordt bij voldoende transport een transportleiding voor pekel aangelegd en in bedrijf genomen. De consequenties die deze ontwikkelingen zouden kunnen hebben op het milieu in de omgeving van Veendam beperken zich voornamelijk tot extra bodemdaling (hierop wordt ingegaan in hoofdstuk 5 'Invloed op het milieu') en een grotere onttrekking van oppervlaktewater voor de pekelproductie. Hoewel voor de winning van magnesiumzout wel een vergunning nodig is, is er geen milieubeleid dat specifiek gericht is op bodemdaling. Wel bestaat er een nationaal beleid ten aanzien van het gebruik van oppervlaktewater. Dit beleid is opgenomen in de Vierde Nota op de waterhuishouding van het ministerie van Verkeer en Waterstaat.
6.5.3
Omgeving Delfzijl In de Planologische Kernbeslissing Waddenzee is aangegeven dat ten aanzien van ontwikkelingen op het industrieterrein te Delfzijl de volgende voorwaarden gelden: 1. er dient voldaan te worden aan de landelijke milieuhygiënische normen; 2. risicodragende bedrijven en/of stoffen worden toegestaan, mits aangetoond wordt dat ingeval van calamiteiten er geen onherstelbare schade kan worden toegebracht aan de Waddenzee. Het Interprovinciaal Beleidsplan Waddenzee conformeert zich aan de landelijk geformuleerde milieukwaliteitsdoelstellingen, gekoppeld aan de kans op effecten op het ecosysteem. In het nationaal milieubeleid zijn de milieukwaliteitsdoelstellingen vertaald naar een norm voor het jaar 2000 (grenswaarde) en naar een lagere norm voor 2010 (streefwaarde). Volgens de Evaluatienota Water betekent dit voor de Waddenzee dat wordt aangekoerst op streefwaarden voor de stoffen waarvoor milieukwaliteitsdoelstellingen zijn geformuleerd. In die gevallen waar de achtergrondwaarden lager liggen dan de streefwaarden prevaleren de lagere achtergrondwaarden. Bodem Op het zuidelijk deel van het perceel waar het oostelijk deel van het Metal Parc Delfzijl gepland is, is onlangs bodemonderzoek uitgevoerd en de toplaag gesaneerd (resten van pijpbekleding van bedrijf dat in het verleden op het terrein werkzaam is geweest). Volgens de gemeente is het perceel waar de magnesium-fabriek gepland staat in het verleden niet door een ander bedrijf
januari 1999
- 50 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
gebruikt. Om onomstotelijk vast te kunnen stellen dat er geen sprake is van bodemverontreiniging is een bodemonderzoek nodig. Water Het afvalwater dat mogelijk ontstaat bij het proces (met als mogelijke bestanddelen onder andere: Boor, Broom en restzouten) kan - technisch gezien - worden geloosd op het Zeehavenkanaal (lees: Waddenzee), de Oosterhornhaven of het riool. Voldaan moet worden aan de kwaliteitseisen van de waterkwaliteitsbeheerders. Ten aanzien van lozingen op het Zeehavenkanaal is in de PKB-Waddenzee gesteld dat op de Waddenzee geen nieuwe ongezuiverde lozingen worden toegestaan. Evenmin zijn toegestaan nieuwe lozingen van ongezuiverd afvalwater in de met de Waddenzee in open verbinding staande havens. Voor nieuwe lozingen is een vergunning vereist, waarbij tevens invulling wordt gegeven aan het PKB. Tevens is in het Interprovinciaal Beleidsplan Waddenzee aangegeven dat bij het onttrekken van koelwater en het gebruik van proceswater schade aan het natuurlijke milieu zoveel mogelijk moet worden voorkomen en dat terughoudend moet worden omgegaan met het gebruik van dit water. Lucht Bij de magnesium-gerelateerde activiteiten zijn de gebruikelijke verbrandingsemissies (CO2, NOx) aan de orde. Voor verbrandingsemissies volgt de provincie Groningen het landelijk beleid (Provinciaal Milieubeleidsplan 1995-1998) zoals dat is neergelegd in het Besluit Emissie Eisen Stookinstallaties (BEES). De Nederlandse emissie Richtlijn (NeR, als algemene richtlijn voor emissies naar de lucht) wordt als leidraad gehanteerd bij de vaststelling van vergunningvoorschriften ten aanzien van verontreinigde emissies naar de lucht. Voor de productie van magnesium is een ruime hoeveelheid energie nodig. In hoofdstuk 3 (Plaats van magnesium in de duurzame ontwikkeling) wordt deze hoge energiebehoefte in een breder kader geplaatst. Aangaande het milieubeleid in de omgeving Delfzijl is het van belang hier te constateren dat door de energiebehoefte emissies tengevolge van de magnesium-productie optreden naar de lucht (verbranding van fossiele brandstof). Deze emissies ontstaan op de plaats waar energie wordt opgewekt. Omdat de energie voor de productieprocessen van de magnesiumgerelateerde activiteiten voor een belangrijk deel bestaat uit elektrische energie die wordt betrokken van het net, vinden de emissies die behoren bij deze energiebehoefte niet op het Metal Parc Delfzijl plaats, maar elders (bij de bestaande energiecentrales). Desalniettemin zullen enige emissies naar de lucht door de magnesium-gerelateerde activiteiten kunnen optreden. De stoffen die beleidsmatig gevoelig liggen, zijn: de broeikasgassen CO2 en het mogelijk nog toegepaste SF6, mogelijke magnesiumdeeltjes, chloor, gechloreerde koolwaterstoffen (EDC, VCM, etc.) en dioxine. Van deze stoffen moeten de eventuele emissies (waar en hoeveel ontstaat van welke stof) in kaart gebracht worden. Tevens moet worden aangetoond dat de beste technische mogelijkheden zijn toegepast om emissies te voorkomen. Geluid
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 51-
De geluidbelasting vanuit de locatie Metal Parc Delfzijl is aan beperking onderhevig. Rond het industieterrein Oosterhorn, waarvan Metal Parc Delfzijl deel uitmaakt, is een zonegrens vastgesteld. Bij het opstellen van deze zone is rekening gehouden met toekomstige ontwikkelingen op het industrieterrein. Verkeer en vervoer De realisatie van de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten zal een verkeersaantrekkende werking met zich meebrengen. Dit effect wordt versterkt als bedrijven met secundaire magnesium-gerelateerde activiteiten zich vestigen rondom de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten. Het vrachtvervoer maakt gebruik van de N33; de verbinding tussen Delfzijl en Veendam. De capaciteit van de N33 is toereikend voor het vrachtverkeer ten behoeve van de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten. Bij verdere expansie van het Haven- en Industriegebied Delfzijl is een upgrading van de N33 nodig. Mogelijkheden voor transport per trein en schip moeten nader worden uitgewerkt om te bepalen of de huidige capaciteit toereikend is. Externe veiligheid Afhankelijk van de hoeveelheid gevaarlijke stoffen in bewerking en opslag, moet voor de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten, in verband met het Besluit Risico Zware Ongevallen (BRZO), een extern veiligheidsrapport (EVR) worden opgesteld. Bij de primaire magnesiumgerelateerde activiteiten is onder andere chloor van belang voor de externe veiligheid. Indien de berekende risico's in het EVR te hoog worden geacht kan het bevoegd gezag maatregelen voorschrijven zodat de risico's tot een acceptabel niveau worden teruggebracht. Bovendien is in de PKB-Waddenzee aangegeven dat risicodragende bedrijven en/of stoffen worden toegestaan, mits wordt aangetoond dat - ingeval van calamiteiten - er geen onherstelbare schade kan worden toegebracht aan de Waddenzee. De opslagwijze van gevaarlijke stoffen moet - afhankelijk van stofeigenschappen en hoeveelheden -voldoen aan de richtlijnen van de Commissie Preventie Rampen door Gevaarlijke Stoffen (CPR 15-1 of CPR 15-2). Indien er gevaarlijke stoffen getransporteerd moeten worden, is het beleid ten aanzien het vervoer van gevaarlijke stoffen van toepassing (Nota 'Risico-normering vervoer gevaarlijke stoffen'). 6.6
Overige aspecten
6.6.1
Gefaseerde ontwikkeling De mogelijk bestaat dat een magnesiumfabriek in fasen zal worden gerealiseerd. Dat wil zeggen dat mogelijk gestart wordt met een eerste module als demonstratie- of minifabriek met een productie van bijvoorbeeld 5-15.000 ton/jaar om gedurende korte tijd operationele, technische en logistieke ervaring op te doen voordat de uiteindelijke totale productie-omvang wordt gerealiseerd.
januari 1999
- 52 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 53-
7
JURIDISCHE AANVAARDBAARHEID EN PROCEDURES
7.1
Samenvatting De industriële activiteiten - zoals en voorzover hiervoor bij ons bekend en beschreven - passen niet alleen in het lokaal, regionaal en nationaal beleid, maar zijn bovendien aanvaardbaar en realiseerbaar binnen de bestaande wet- en regelgeving. Voor de realisatie van de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten moet door de Provincie Groningen in het kader van de Wet milieubeheer (Wm-vergunning) een vergunning worden afgegeven. Omdat het een geï ntegreerde chemische installatie betreft is het besluit - dat voor het afgeven van de vergunning moet worden genomen - m.e.r.-plichtig. Dit houdt in dat er voor de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten een milieu-effectrapport (MER) moet worden opgesteld. Voor de aanleg van een ethyleen- en pekelleiding en de extra winning van magnesiumchloride in Veendam op zich behoeft geen MER te worden opgesteld. Toch moeten de milieu-effecten van deze activiteiten in het MER voor de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten worden meegenomen als ze ten tijde van het opstellen van het MER kunnen worden voorzien. Verder is onder andere nodig een: bouwvergunning (gekoppeld aan Wm-vergunning); vergunning Wet Verontreiniging Oppervlaktewater (gekoppeld aan Wm-vergunning); vergunning in het kader van de Havenverordening; grondwaterwetvergunning; natuurbeschermingswetvergunning. Er zijn geen ruimtelijke besluiten nodig voor de realisatie van de (extra) magnesiumzoutwinning in Veendam en de oprichting van de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten in Delfzijl. Wel speelt ruimtelijke ordening een rol bij de aanleg van de ethyleen- en pekelleidingen. Indien bij de ontwikkeling van de tracés voor de ethyleen- en pekelleiding gebruik gemaakt wordt van de planologische ruimte die is gereserveerd in de PKB Buisleidingen kunnen de tracés relatief eenvoudig worden ingepast. Als dit niet het geval is, moet rekening worden gehouden met eventuele aanpassingen van streek- en bestemmingsplannen. Daarnaast moet er rekening mee worden gehouden dat op alle gronden waarover de tracés voeren zakelijke rechten moeten worden verworven. De activiteiten en procedures die voor de realisatie van de magnesium-gerelateerde activiteiten moeten worden doorlopen, zijn aan termijnen gebonden. Om de termijnen die ten behoeve van de realisatie van de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten nodig zijn, inzichtelijk te maken, is een globaal tijdschema opgesteld. Een goed proceduremanagement wordt aanbevolen om tussentijdse afwijkingen op dit tijdschema te voorkomen.
7.2
Uitgangspunten Om te kunnen ingaan op de vraag welke procedures en vergunningen mogelijk van toepassing kunnen zijn bij de realisatie van de magnesium-gerelateerde activiteiten in Delfzijl, is de aard van januari 1999
- 54 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
de activiteiten die worden gerealiseerd van belang. Tot de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten zouden kunnen gaan behoren: 1. de (extra) winning van magnesium-zout in Veendam 2. de aanleg van een pekelleiding tussen Veendam en Delfzijl 3. de aanleg van een ethyleenleiding naar Delfzijl 4. de realisatie van een magnesiumfabriek 5. de realisatie van magnesiumbewerking 6. het oprichten van een EDC- of VCM-fabriek Naast deze activiteiten kunnen bedrijven worden opgericht die zich bezighouden met de verdere bewerking van magnesium(legeringen), de productie van chloor- en ethyleenderivaten en van EDC/VCM. Deze bedrijven worden aangeduid als 'secundaire magnesium-gerelateerde activiteiten'. Het overzicht van procedures en vergunningen dat in de volgende paragrafen is gegeven, is opgesteld op basis van de op dit moment beschikbare informatie. Dit betekent dat het een globaal overzicht is, dat aan de hand van meer gedetailleerde informatie verfijnd zou kunnen worden. In de beschrijving van vergunningen en procedures is de start van de primaire magnesiumgerelateerde activiteiten steeds zoveel mogelijk gescheiden van de oprichting van aanvullende bedrijven (secundaire magnesium-gerelateerde activiteiten). 7.3
M.e.r.-plicht
7.3.1
Algemeen De Nederlandse m.e.r.-regeling is gebaseerd op de Europese richtlijn inzake Milieueffectbeoordeling. Afgeleid van de Europese richtlijn moet in Nederland een milieu-effectrapport worden gemaakt wanneer sprake is van de ontwikkeling van een activiteit met 'mogelijke belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu'. Welke activiteiten dat in concreto zijn is in Nederland vastgelegd in het Besluit milieu-effectrapportage en in provinciale milieuverordeningen 5 (hoofdstuk milieu-effectrapportage) . Wanneer een project in één van deze documenten voorkomt, valt het onder de werkingssfeer van milieu-effectrapportage. Het project kan dan zonder meer m.e.r.-plichtig zijn of er kan sprake zijn van een m.e.r.-beoordelingsplicht. Het is ook mogelijk om een milieu-effectrapportage op vrijwillige basis toe te passen. Een milieu-effectrapport (MER) wordt steeds voorafgegaan door een startnotitie waarin het voornemen kenbaar wordt gemaakt. Een MER wordt altijd opgesteld ten behoeve van een besluit. Dit kan een besluit tot vergunningverlening zijn of een besluit tot herziening van een ruimtelijk plan zoals een bestemmingsplan of een streekplan. De m.e.r.-procedure wordt afgesloten met een 'inspraak- en adviesronde', waarin de juistheid, volledigheid en aanvaardbaarheid van het MER ter discussie staan. De m.e.r.-procedure wordt gestart door degene (initiatiefnemer) die de activiteit wil ondernemen waarop de m.e.r.-plicht van toepassing is (zoals in casu categorie 21.7 van onderdeel C van het 5
Omdat het project pas vanaf 2000 zal worden gerealiseerd is geanticipeerd op de op handen zijnde wijziging van dit besluit (ontwerp-besluit wijziging Besluit Milieu-effectrapportage d.d. 29 mei 1998). Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 55-
Besluit m.e.r.) en die aan het bevoegd gezag een vergunning vraagt omtrent het al dan niet toestaan van deze activiteit. 7.3.2
Primaire magnesium-gerelateerde activiteiten Op dit moment bestaat er nog geen inzicht in de wijze waarop en de vorm waarin de primaire magnesium gerelateerde activiteiten worden gerealiseerd. Het is daarom in dit stadium ook niet mogelijk aan te geven wanneer en voor welke activiteit of activiteiten een MER moet worden aangevraagd. Het is echter wel duidelijk dat er een moment komt in het realisatietraject, waarop 6 er sprake is van de oprichting van een installatie die volgens het Besluit milieu-effectrapportage moet worden aangemerkt als een 'geï ntegreerde chemische installatie'. Op grond van categorie 21.6 van bijlage C van dit besluit is de oprichting van 'een geï ntegreerde chemische installatie' een m.e.r.-plichtige activiteit. Het MER moet worden opgesteld ten behoeve van de besluiten waarop artikel 3.5 van de Awb van toepassing is. In dit geval zal dat de Wet milieubeheer-vergunning zijn die moet worden aangevraagd. Hoewel de activiteit (of activiteiten) waarvoor een MER moet worden opgesteld niet alle activiteiten van de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten behoeft te omvatten, moet in het op te stellen MER naar verwachting toch worden ingegaan op de milieu-aspecten van alle geplande magnesium-gerelateerde activiteiten, voor zover deze op het moment van het opstellen van het MER kunnen worden voorzien. Voor de aanleg van de ethyleenleiding en de pekelleiding als zodanig en afzonderlijk behoeft, op basis van de Nederlandse regelgeving (inclusief de op dit moment voorzienbare wijzigingen hiervan in de nabije toekomst), geen MER te worden opgesteld. Ook de (extra) winning van magnesiumzouten door Nedmag in Veendam is geen m.e.r.-plichtige activiteit. De extra magnesiumzout-winning en de aanleg van de ethyleenleiding en pekelleiding zullen echter mogelijk wel onderdeel uitmaken van de magnesium-gerelateerde acctiviteiten die worden voorzien ten tijde van het opstellen van het MER. In dat geval zullen deze onderdelen en hun milieu-effecten dan ook in het MER moeten worden meegenomen. Voor de realisatie van de (extra) magnesiumzout-winning in Veendam en de primaire magnesiumgerelateerde activiteiten in Delfzijl behoeft geen speciaal ruimtelijk besluit van de overheid te worden genomen. Deze activiteiten spelen zich af op terreinen die al voor industriële activiteiten zijn bestemd. Ook voor de vestiging van aanvullende bedrijven in Delfzijl behoeven waarschijnlijk geen ruimtelijke besluiten te worden genomen. In de nabijheid van de primaire magnesiumgerelateerde activiteiten is binnen de locatie Metal Parc Delfzijl nog industrieterrein beschikbaar waarop een bestemming voor deze processen past.
6
Ontwerp-besluit wijziging Besluit Milieu-effectrapportage 1994
januari 1999
- 56 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
7.3.3
Secundaire magnesium-gerelateerde activiteiten De bedrijven met secundaire magnesium-gerelateerde activiteiten die zich in de toekomst op Metal Parc Delfzijl willen vestigen, kunnen in dit stadium vanwege het ontbreken van specifieke informatie, nog niet op m.e.r.-plicht worden beoordeeld.
7.4
Procedures en vergunningen
7.4.1
Algemeen Het overzicht procedures en vergunningen, dat voornamelijk betrekking heeft op de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten, bestrijkt een breed scala aan onderwerpen, die voor een belangrijk deel los van elkaar staan. Met cursieve aanduidingen zijn de onderwerpen gestructureerd.
7.4.2
Overzicht van vergunningen, regels en procedures
7.4.2.1
Vergunning Wet milieubeheer Het realiseren van enkele van de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten moet waarschijnlijk worden beschouwd als een vergunningplichtige activiteit op grond van de Wet milieubeheer. In het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer is onder andere als 7 6 vergunningplichtig aangewezen het vervaardigen van chloor (meer dan 5*10 kg per jaar) en 6 gehalogeneerde organische verbindingen (meer dan 1*10 kg per jaar). Gedeputeerde Staten (GS) is het bevoegd gezag voor het verlenen van deze vergunning. Het initiatief voor de aanleg van de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten is op dit moment nog niet goed gedefinieerd. Waarschijnlijk zal dit ook in latere stadia van de ontwikkeling nog in zeker mate onduidelijk blijven. Niet alle deelprocessen zullen gelijktijdig worden gerealiseerd en de plannen voor de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten zullen wellicht regelmatig moeten worden bijgesteld. Veel milieu-aspecten zoals opslag van gevaarlijke stoffen, afvalstoffen, lucht, verkeer en vervoer, worden in de Wet milieubeheervergunning geregeld.
7.4.2.2
Bouwvergunning Voor het bouwen van de gebouwen en voorzieningen voor de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten moeten bouwvergunningen bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente worden aangevraagd. Een bouwvergunning wordt niet verleend zonder dat een Wet milieubeheervergunning is verleend. In gevallen waarin de vergunning betrekking heeft op het oprichten of veranderen van een inrichting - dat tevens is aan te merken als bouwen in de zin van de Woningwet - is bepaald dat de aanvrager van een bouwvergunning voor een werk - waarvoor tevens een Wet milieubeheervergunning nodig is - bij de aanvraag voor de bouwvergunning gelijktijdig een 7
onder categorie 4.3 sub a (vervaardigen van chloor e) en 4.3 sub c (vervaardigen van gehalogeneerde organische verbindingen). Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 57-
aanvraag om een Wet milieubeheervergunning moet indienen. Bij de aanvraag om een bouwvergunning moet een afschrift van de aanvraag van de Wet milieubeheervergunning worden overlegd. Voor het oprichten van de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten is het niet nodig dat het bestemmingsplan wordt gewijzigd, omdat het voornemen op deze locatie is toegelaten op grond van het vigerende bestemmingsplan. Het terrein waar de vestiging van de primaire magnesiumgerelateerde activiteiten zijn voorzien (Metal Parc Delfzijl), is in het vigerende bestemmingsplan bestemd als terrein voor categorie A-inrichtingen, zijnde fabrieken en bedrijven voor handel en industrie. Dit betekent dat een bouwvergunning voor bouwwerken verband houdend met de oprichting van de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten in principe moet worden verleend. 7.4.2.3
Vergunning Wet Verontreiniging Oppervlaktewater Het afvalwater dat mogelijk ontstaat bij het proces kan worden geloosd op het Zeehavenkanaal, de Oosterhornhaven of het riool. Op grond van de PKB-Waddenzee en het Interprovinciaal Beleidsplan Waddenzee is bepaald dat geen nieuwe ongezuiverde lozingen worden toegestaan. Voor eventuele lozingen op oppervlaktewater (het Zeehavenkanaal of Oosterhornhaven) is het nodig een vergunning aan te vragen op grond van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewater (WVO). In artikel 7b van de WVO is bepaald dat indien ook een vergunning op grond van de Wet milieubeheer nodig is, de aanvraag om een WVO-vergunning (gelijktijdig met de aanvraag voor de Wet milieubeheervergunning) moet worden ingediend bij de waterkwaliteitsbeheerder (Eemszijlvest te Appingedam).
7.4.2.4
Procedures en vergunningen t.b.v. aanleg van de ethyleen- en pekelleiding Bij de ontwikkeling van de tracés voor de ethyleen- en pekelleiding kan wellicht gebruik worden gemaakt van de planologische ruimte die is gereserveerd in de PKB buisleidingen (structuurschema). Indien dit het geval is, kunnen de tracés waarschijnlijk relatief gemakkelijk in de lokale ruimtelijke plannen (streek- en bestemmingsplannen) worden ingepast. Voor die delen van de tracés waarvoor aansluiting op de PKB buisleidingen niet mogelijk is, moet wel rekening worden gehouden met wijzigingen van streek- en bestemmingsplannen die van toepassing zijn op deze delen van de tracés. Aanbevolen wordt om dit nader te onderzoeken op het moment dat er meer duidelijkheid over de voorgenomen tracés bestaat. Voor de aanleg van de leidingen moet verder rekening worden gehouden met een mogelijke plicht om aanlegvergunningen aan te vragen bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente. Of het verplicht is om een aanlegvergunning aan te vragen hangt af van de inhoud van de vigerende bestemmingsplannen. Veelal wordt in een bestemmingsplan een aanlegvergunning vereist als de leiding door een natuurgebied of een gebied met natuurlijke of landschappelijke waarde leidt. Indien in een bestemmingsplan geen aanlegvergunningstelsel is opgenomen, is er geen verplichting. Een belangrijk aandachtspunt voor het aanleggen van de leidingen is dat de tracés over grondgebieden van diverse eigenaren zal gaan. Dit betekent dat er zakelijke rechten zullen moeten worden gevestigd, teneinde delen van de leiding in eigendommen van anderen te mogen aanleggen. Omdat de vestiging van deze zakelijke rechten een tijdrovende kwestie kan zijn, wordt aanbevolen hier snel mee te starten. Als wordt besloten de ethyleen te betrekken uit Gelsenkirchen in Duitsland, voert een deel van het tracé voor de ethyleenleiding over Duits grondgebied. Dit deel van het tracé krijgt derhalve te
januari 1999
- 58 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
maken met Duitse wet- en regelgeving. Er bestaat momenteel geen inzicht in de consequenties die dit heeft voor de aanleg van de ethyleenleiding. Aanbevolen wordt hiernaar ten behoeve van de tracékeuze van de ethyleenleiding, nader onderzoek te verrichten. 7.4.2.5
Procedures en vergunningen t.b.v. magnesiumwinning De winning van magnesiumzout bij Veendam is een activiteit die sinds 1982 plaatsvindt en wordt uitgevoerd door Nedmag. Door de realisatie van de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten zal de hoeveelheid magnesiumchloride die Nedmag jaarlijks wint, worden opgevoerd van 200.000 ton per jaar nu tot maximaal 520.000 ton per jaar na realisatie van de magnesium-gerelateerde activiteiten van Antheus MDPD. Voor de winning van delfstoffen moet men in het kader van de Mijnwet over een concessie van de minister van Economische Zaken beschikken. De Mijnwet kan tot de milieuhygiënische wetgeving worden gerekend, al dient ze in de eerste plaats de bescherming van economische, gezondheids- en veiligheidsbelangen. Bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) worden voorschriften gegeven ter bescherming van het milieu ten aanzien van ondergrondse werken en inrichtingen alsmede bovengrondse die daarmee technisch samenhangen. Deze voorschriften kunnen een vergunning voor een ondergrondse inrichting vereisen en dan fungeert de minister van Economische Zaken als bevoegd gezag. Ten aanzien van bovengrondse inrichtingen is niet de Mijnwet, maar de Wet milieubeheer van toepassing. In afwijking van de hoofdregel is echter voor bovengrondse mijninrichtingen de minister van Economische Zaken bevoegd gezag. De pekelleidingen hangen niet technisch samen met de winning; deze vallen derhalve niet onder de Mijnwet. Nedmag heeft een concessie op grond van de Mijnwet voor de winning van kalium- en magnesiumzouten, die is verleend door de minister van Economische Zaken. De winning volgens de nieuwe methode is bepaald tot de eerste fase van het ontginningsplan. Overleg is geï nitieerd met de betrokken overheden om verruiming van de momenteel toegestane convergentiehoeveelheid te verkrijgen op de bestaande winningslocaties zoals omschreven voor fase II van het vigerend ontginningsplan van Nedmag.
7.4.2.6
Overige procedures, regelingen en vergunningen Als het bij de aanleg van de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten nodig is om gedurende enige tijd grondwater te onttrekken voor het droog houden van bouwputten kan een Grondwaterwetvergunning nodig zijn. Bevoegd gezag is Gedeputeerde Staten (GS) van de provincie Groningen. Mogelijk moet ook in verband met het kappen van bomen een kapvergunning worden aangevraagd bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente. Omdat in de inrichting grote hoeveelheden 'gevaarlijke stoffen' zullen worden opgeslagen (o.a. chloor), valt de inrichting onder het Besluit risico's zware ongevallen (BRZO). Waarschijnlijk moet de inrichting in het kader van dit besluit worden aangemerkt als een 'paragraaf 3 inrichting' en moet er een extern veiligheidsrapport (EVR) worden opgesteld. Doordat de winning van pekel in Veendam wordt uitgebreid, kan een vergunning op grond van de Wet op de Waterhuishouding vereist zijn (totale oppervlaktewaterbehoefte maximaal circa 1,1
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 59-
3
3
miljoen m per jaar). Deze vergunning is nodig voor installaties waarmee 100 m oppervlaktewater per uur of meer kan worden onttrokken en wordt verleend door de beheerder van het desbetreffende oppervlaktewater. Eenzelfde vergunning kan ook nodig zijn voor het productieproces van de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten in Delfzijl als koel- of proceswater aan het oppervlaktewater moet worden onttrokken. De Natuurbeschermingswet maakt het mogelijk natuurmonumenten te beschermen door deze aan te wijzen als 'beschermd natuurmonument' of 'Staatsnatuurmonument'. Onder natuurmonumenten worden verstaan 'terreinen en wateren welke van algemeen belang zijn uit een oogpunt van natuurschoon of om hun natuurwetenschappelijke betekenis'. Een aanwijzing tot beschermd natuurmonument heeft als rechtsgevolg dat het verboden is zonder vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet handelingen te verrichten die schadelijk zijn voor het (staats)natuurmonument of handelingen te verrichten die het ontsieren. Bevoegd gezag voor een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet is de minister van Landbouw, Natuur en Visserij. Het verbod om het natuurmonument te schaden geldt niet alleen voor de eigenaren en gebruikers binnen het aangewezen gebied, maar ook voor degenen die daarbuiten gelegen gronden gebruiken op een voor het natuurmonument schadelijke wijze. Deze zogenaamde 'externe werking' is niet met zoveel woorden in de wet te vinden, maar wel in de Memorie van Toelichting en is in jurisprudentie van de Kroon erkend. Er kan mogelijk - door externe werking - aantasting plaatsvinden van de natuurlijke kenmerken van de ecologische hoofdstructuur (EHS) zoals vastgesteld in het Structuurschema Groene Ruimte en van speciale beschermingszones (Special Protected Areas = SPA) in de zin van de 8,9 Europese Vogel- en Habitatrichtlijn (79/409/EEG en 92/43/EEG) (zie ook figuur 7.2). Het industrieterrein ligt ook in de nabijheid van het beschermde Eems-Dollard estuarium. De magnesium-gerelateerde activiteiten zouden invloed kunnen hebben op dit natuurgebied. Voor toetsing van de mogelijke effecten moeten het Eems-Dollardverdrag, het EemsDollardmilieuprotocol en het bestemmingsplan Eems en Dollard van de gemeente Delfzijl in acht worden genomen. De Wet bodembescherming kent geen vergunningstelsel maar bevat algemeen geldende regels teneinde verontreiniging van de bodem te voorkomen en verontreinigde grond te saneren. Op dit moment is er geen reden om aan te nemen dat er sprake is van een verontreinigingssituatie op het terrein van Metal Parc Delfzijl. Als bodemsanering nodig mocht zijn, wordt dit aldus in een vroeg stadium duidelijk. Hierdoor kunnen de kosten die een eventuele sanering met zich meebrengt in een vroeg stadium worden ingeschat en kan de invloed van deze sanering op de planning worden geminimaliseerd. 8
De in 1992 tot stand gekomen Habitatrichtlijn beoogt de laatste ongestoorde Europese natuurgebieden te beschermen door de lidstaten te verplichten ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de natuurlijke habitats niet verslechtert, dat er geen verstorende factoren optreden voor de vogels waarvoor het betreffende gebied is aangewezen, en dat de natuurlijke kenmerken van het gebied niet worden aangetast. 9 Zowel op Nederlands als op Europees niveau wordt regelgeving op het gebied van natuur- en milieubeleid ontwikkeld. Er kan van worden uitgegaan dat Nederland voldoet aan alle implementatieverplichtingen die voortkomen uit de Europese regelgeving. Daarmee is dus alleen de nationale regelgeving van belang. Echter juist bij gebiedsgerichte richtlijnen, zoals de Europese Habitat-richtlijn, kan zich een discussie voordoen over de juiste interpretatie van de richtlijn en kunnen belangengroepen eventueel een beroep doen op de rechtstreekse werking van Europese richtlijnen, waarbij een toetsende instantie (Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State of Europees Hof van Justitie) zou kunnen aantonen dat de Nederlandse interpretatie van de Europese richtlijn onjuist is.
januari 1999
- 60 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
Het wordt echter aanbevolen in een vroeg stadium een nulsituatie-bodemonderzoek uit te voeren. 7.4.2.7
Bijzondere regio-gebonden procedures Het havenschap Delfzijl/Eemsmond, in het spraakgebruik Groningen Seaports genoemd, heeft het beheer over industrieterreinen in de Eemshaven en over een groot deel van de gezoneerde industrieterreinen in Delfzijl. Het havenschap kan ten aanzien van haar beheersgebied bepalingen in het contract van gronduitgifte opnemen. Daarnaast geldt voor een aantal zaken een vergunningplicht. Vergunningplicht geldt bijvoorbeeld voor het aanleggen van in- en uitritten die aansluiten op wegen waarvan het havenschap beheerder is. Een ontheffing van het havenschap is nodig voor het onder of boven water verrichten van handelingen zoals bijvoorbeeld het bouwen van aanlegsteigers.
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 61-
7.4.3
Overzicht mogelijke vergunningen en procedures Vergunningen/ontheffin-
Wettelijke regeling
Bevoegd gezag
Activiteit
Wet milieubeheer
Gedeputeerde Staten (GS)
Paragraaf
gen/procedures Wet milieubeheer (Wm)*-
Vervaardigen chloor
7.4.2.1
6
vergunning
(meer dan 5*10 kg
*coördinatie met WVO-
p/jr) en
vergunning
gehalogeneerde organische verbindingen (meer 6
dan 1*10 kg per jaar) Woningwet
Bouwvergunning
College van
Burgemeester en
Bouwen van
7.4.2.2
gebouwen en
Wethouders (B & W)
voorzieningen
WVO*-vergunning
Wet verontreiniging
Waterkwaliteitsbe-
Lozingen op
7.4.2.3
*coördinatie met Wm-
Oppervlaktewater
heerder
Wet op de Ruimtelijke
Provinciale Staten
Aanleg leidingen
7.4.2.4
Gemeenteraad
Aanleg leidingen
7.4.2.4
B&W
Aanleg leidingen
7.4.2.4
Eigenaar van de grond
Vestiging van
7.4.2.4
oppervlaktewater
vergunning Wijziging streekplan
Ordening (WRO) Wijziging bestemmingsplan
WRO
Aanlegvergunning
WRO
Overeenkomst tot vestiging van
Burgerlijk
zakelijke rechten
art. 101
Concessie op grond van de
Mijnwet
Wetboek,
zakelijke rechten Minister van EZ
Winning van
7.4.2.5
delfstoffen
Mijnwet
Grondwaterwetvergunning
Grondwaterwet
GS
Kapvergunning
Gemeentelijke kap-en
B&W
Kappen van bomen
7.4.2.6
GS of B&W
Opslag van
7.4.2.6
Onttrekken van
7.4.2.6
grondwater bomenverordening Extern veiligheidsrapport
10
(paragraaf 3 inrichting)
Besluit risico's zware ongevallen (op grond van
de
gevaarlijke stoffen
Wet
milieubeheer Vergunning op grond van de
Wet op de
Waterkwaliteitsbe-
Wet op de Waterhuishouding
Waterhuishouding
heerder
Onttrekken van
7.4.2.6
oppervlaktewater van 3
100 m per uur of meer
10
Met ingang van 3-2-1999 wordt het BRZO '98 van kracht; het wordt dan geen 'Extern Veiligheids-rapport' meer genoemd, maar 'Veiligheidsrapport'.
januari 1999
- 62 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
Vergunningen/ontheffin-
Wettelijke regeling
Bevoegd gezag
Activiteit
Paragraaf
Vergunning op grond van de
Natuurbescher-
Minister van Landbouw,
7.4.2.6
Natuurbeschermingswet
mingswet
Natuur en Visserij
gen/procedures Verrichten van handelingen die schadelijk zijn voor het (staats)natuurmonument Uitvoeren nulsituatie-
Wet
onderzoek
bodembescherming
GS
Voorkomen van
7.4.2.6
bodemverontreiniging en evt. saneren van verontreinigde grond
Vergunning voor het
Contract van
Havenschap
aanleggen van in- en uitritten
gronduitgifte
Delfzijl/Eemsmond
uitritten op wegen
(Groningen Seaports)
waarvan het
Aanleggen van in- en
7.4.2.7
havenschap beheerder is Ontheffing van het havenschap
Contract van
Havenschap
gronduitgifte
Delfzijl/Eemsmond
Bouwen van
7.4.2.7
aanlegsteigers
(Groningen Seaports)
7.4.4
Secundaire magnesium-gerelateerde activiteiten Op dit moment bestaat nog onvoldoende inzicht in het aantal en de soort bedrijvigheid welke zal worden aangetrokken ten gevolge van de vestiging van de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten. Het is op dit moment daarom nog niet zinvol specifiek in te gaan op mogelijke toepasselijke procedures. Wel kan worden aangegeven dat deze procedures naar verwachting niet van invloed zullen zijn op de realisatie van de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten.
7.5
Globaal tijdschema voor realisatie van de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten
7.5.1
Algemeen De procedures en activiteiten die voor de realisatie van de magnesium-gerelateerde activiteiten moeten worden doorlopen zijn gebonden aan termijnen. Om een overzicht te krijgen van de termijnen die voor de realisatie van die activiteiten van belang zijn, is een globaal tijdschema opgesteld dat is weergegeven in figuur 7.1. De termijnen die voor bepaalde procedures gelden zijn in deze figuur met een zwarte balk weergegeven. Bij het doorlopen van sommige procedures kan vertraging ontstaan, bijvoorbeeld door schorsings- of beroepsprocedures. Deze potentiële procedurele vertragingen zijn steeds met een rode lijn aangegeven. Op dit moment is niet in te schatten in hoeverre deze vertragingen zich
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 63-
voor zullen doen en tot welke mate van vertraging dit zou kunnen leiden. De rode lijnen geven steeds de maximaal mogelijke vertragingen weer. In het globale tijdschema dat in figuur 7.1 is weergegeven, is geen rekening gehouden met het doorlopen van onteigeningsprocedures. Omdat ervan wordt uitgegaan dat de grond waar de primaire en secundaire magnesium-gerelateerde activiteiten worden gerealiseerd, vrijelijk kan worden verworven, worden onteigeningen niet voorzien. 7.5.2
Voornaamste vergunningen De belangrijkste vergunningen voor de realisatie van de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten zijn: de Wet milieubeheervergunning (1), de vergunning op grond van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewater (2), en de bouwvergunning (3). Deze vergunningen worden ook wel de kernvergunningen genoemd. Op grond van de Wet milieubeheer zijn deze vergunningen aan elkaar gekoppeld. Dit betekent dat een bouwvergunning niet wordt verleend c.q. door het bevoegd gezag wordt aangehouden, totdat de Wet milieubeheervergunning is verleend. Bij de aanvraag van de vergunningen moet een afschrift van de aanvragen van de andere vergunningen worden overlegd. Bij de aanvraag voor de Wet milieubeheervergunning voor de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten moet het MER dat hiervoor is opgesteld (zie paragraaf 7.3) worden bijgevoegd. Naast de kernvergunningen moet waarschijnlijk nog een aantal aanvullende vergunningen worden aangevraagd. Tot deze vergunningen kunnen behoren: vergunning in het kader van de Havenverordening; grondwaterwetvergunning; natuurbeschermingswetvergunning. Als de kernvergunningen zijn verkregen kan er in beginsel met de bouw worden gestart. In beroepsprocedures kunnen de verleende vergunningen nog wel worden bestreden. Bovendien kunnen belanghebbenden verzoeken om de vergunningen te schorsen. Aldus kan de realisatie van het project vertraging oplopen. In het globale tijdschema is voor het basis- en detailontwerp van de primaire magnesiumgerelateerde activiteiten een periode van twee jaar aangehouden. Voor de aanleg/bouw is, vanwege de realisatie die waarschijnlijk gefaseerd zal plaatsvinden, rekening gehouden met een periode van vier jaar.
7.5.2.1
Vestigen van zakelijke rechten op aanleg van leidingen Een aspect waarmee in de planning van figuur 7.1 rekening is gehouden, is het vestigen van zakelijke rechten in verband met het aanleggen van de leidingen (ethyleen- en magnesiumpekelleiding). Met alle grondeigenaren die een deel van de tracés van de leidingen in eigendom hebben zullen onderhandelingen moeten worden gevoerd over het gebruik maken van hun grond. Indien dit op minnelijke wijze niet slaagt, kan mogelijk gebruik worden gemaakt van de Belemmeringenwet privaatrecht. Dit aspect zal waarschijnlijk samen met het regelen van artikel 19-procedures voor bestemmingsplannen en aanlegvergunningen in diverse gemeenten van de tracés mogelijk het grootste risico op procedurele vertraging vormen. Indien eigenaren van
januari 1999
- 64 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
grond die onderdeel uitmaakt van het tracé geen toestemming geven, kan dat betreffende deel van het tracé niet worden aangelegd, totdat daarop formele rechten zijn gevestigd. 7.5.3
Secundaire magnesium-gerelateerde activiteiten Omdat op dit moment nog geen inzicht bestaat in welke secundaire magnesium-gerelateerde activiteiten op Metal Parc Delfzijl zullen gaan plaatsvinden, kan alleen in zeer algemene termen worden ingegaan op het globale tijdschema dat voor deze activiteiten zal gelden. Deze activiteiten staan los van de primaire activiteiten ofschoon zij gebruik kunnen maken van grondstoffen c.q. faciliteiten uit dit primaire cluster. Behoudens de ethyleenderivatenindustrie, die gebonden is aan een ethyleenvoorziening, kunnen zij echter ook onafhankelijk van het primaire cluster tot stand komen. Eventuele vertraging die in de procedures voor de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten optreedt, zal alleen voor de ethyleenderivatenindustrie kunnen doorwerken.
7.5.4
Proceduremanagement Bij de voorbereiding op de realisatie van de primaire magnesium-gerelateerde activiteiten is het van belang aandacht te besteden aan proceduremanagement. Proceduremanagement is erop gericht om de benodigde procedures zo effectief mogelijk te doorlopen. Een belangrijk aandachtspunt is het “informele” traject. Dit heeft met name betrekking op overleg met betrokken bestuursorganen, belangengroeperingen en potentiële bezwaarmakers. Wij wijzen er met nadruk op dat, indien gedurende het gehele proces voldoende aandacht wordt besteed aan het informele deel van de besluitvorming, zoveel mogelijk wordt voorkomen dat de “rode lijnen” in de planning moeten worden aangesproken. Proceduremanagement is naast het toezien op de procedureplanning gericht op het beheersen en begeleiden van het gehele besluitvormingsproces waarbij alle betrokken belangen in ogenschouw worden genomen.
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 65-
Figuur 7.1 Globaal tijdschema realisatie magnesium-gerelateerde activiteiten Antheus MDPD Activiteiten jaar 1 2 3 4 5 6 7 8 9 kwartaal 1 2 3 41 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 34 1 2 3 4 1 2 3 4 Primaire magnesium-gerelateerde projecten opstellen startnotitie en MER inspraak- en adviesprocedures MER aanvraag kernvergunningen (Wm, WVO, bouwvergunning) procedure vergunningverlening kernvergunningen aanvraag aanvullende vergunningen procedure vergunningverlening aanvullende vergunningen aanvraag aanlegvergunning t.b.v. leidingen (indien nodig) procedure verlening aanlegvergunning t.b.v. leidingen (indien nodig) artikel 19 procedure wijziging bestemmingsplannen t.b.v. leidingen vestiging zakelijke rechten t.b.v. leidingen basis- en detailontwerp bouw/aanleg (gefaseerde realisatie) Secundaire magnesium-gerelateerde projecten Voorbereidingen (ontwerp, vergunningaanvragen, procedures) Bouw/aanleg LEGENDA tijdplanning voor (sub)activiteit mogelijke uitloop met gevolgen voor de totale projectplanning (maximale termijnen) mogelijke vertraging bouw/aanleg ten gevolge van vertraging door procedures
januari 1999
- 66 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 67-
8
LITERATUUR Literatuur hoofdstuk 2 (Antheus Magnesium Development Program Delfzijl) PLI/Price Waterhouse, Sociaal-economische inventarisatie ethyleenleidingen, 1997. Literatuur hoofdstuk 3 (Plaats van magnesium in een duurzame samenleving) en bijlage 1 (productieprocessen en emissies) Albright en Haagensen, Lifecycle inventory of magnesium, IMA Annual World Conference, June 1997, Toronto, Canada, 1997; e CPR, Richtlijn 10, Chloor: opslag en gebruik, 2 druk, 1983; Deventer, Ir. W.T., van, Milieutechnologie, Van schoonmaaktechnologie naar schone technologie, 1994; Ficara et al, Magnola: A novel commercial process for the primary production of magnesium, CIM bulletin, 1991; Hydro magnesium, Magnesium in automobielindustrie, 1993; International Magnesium Association, Magnesium, the metal for today, 1993; Kipouros and Sadoway, The chemistry and electrochemistry of magnesium production, Advances in molten salt chemistry, 1987; Kirk Othmer, Magnesium and magnesium alloys, vol. 15,9,5; Kirk Othmer, Vinylchloride, Vol. 24, pag. 851-877; Nedmag Industries, Ontginningsplan kalium en magnesiumzoutwinning concessie 'Veendam', Nedmag Industries, 1995. Hydro Magnesium, Environmental report, 1997; Literatuur hoofdstuk 6 (Bodemdaling) Delft Geotechnics, Preliminary seismic hazard analysis for the Veendam mining operations, C0-352470/47, oktober 1995 (lit.2); Nedmag Industries Mining & Manufacturing B.V, Ontginningsplan kalium- en magnesiumzoutwinning concessie 'Veendam', juni 1995 (lit.3); Oranjewoud, Rapport inzake het verkennend onderzoek naar de gevolgen van bodemdaling ten gevolge van zoutwinning nabij Veendam, Fase 1: Inventarisatie en analyse, projectnummer: 17589-60259, Heerenveen, september 1994 (lit. 1); Oranjewoud, Rapport Deformatienet concessie 'Veendam', nauwkeurigheidswaterpassing januari 1998, februari 1998 (lit.4). Literatuur hoofdstuk 7 (Beleid ten aanzien van ruimtelijke ordening, natuur en milieu) EEG, Europese Habitatrichtlijn 92/43/EEG en Vogelrichtlijn 79/409/EEG (lit. 10); Gemeente Delfzijl, Milieuprogramma 1997-2000 en Milieuprogramma 1998 (lit.6); Ministeries van Binnenlandse Zaken en VROM, Handreiking externe veiligheid voor inrichtingen van het IPO, VNG, 1996 (lit.12); Ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM), Nationaal Milieubeleidsplan 3, februari 1998 (lit. 1); Ministerie van VROM, Planologische Kernbeslissing Waddenzee, 1993 (lit.9); januari 1999
- 68 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
-
Ministerie van V&W en VROM, Vierde Nota op de Waterhuishouding, regeringsvoornemen, september 1997; Ministerie van LNV en VROM, Structuurschema Groene Ruimte 'Het landelijk gebied de moeite waard', 30 juni 1993 (lit.2); Provincie Groningen, Milieubeleidsplan 1995-1998 (lit.4); Provincie Groningen, Milieuverordening, 14 december 1994 en de wijziging van 19 december 1995 (lit.7); Provincie Groningen, Streekplan, 14 december 1994 (lit.5); Provincie Groningen, Waterhuishoudingsplan 1995-1998 (lit.3); Provincies Groningen, Friesland en Noord-Holland, Interprovinciaal Beleidsplan Waddenzeegebied, 1995 (lit.8); TNO Beleidsstudies en Advies, Een chloorbalans voor Nederland, deel I (Samenvatting en hoofdrapport, deel II (Stofdocumenten), deel III (Achtergronden, Bijlagen en Peerreview), 1995; Tweede Kamer, Besluit van de Tweede Kamer der Staten-Generaal; Aanwijzing 62 natuurgebieden op grond van de Habitatrichtlijn, 5 juni 1998, vergaderjaar 1997-1998, 25 600 XIV, nummer 63 (lit. 11).
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
januari 1999
- 69-
9
COLOFON
Antheus ML-MR980677 Opdrachtgever Project Dossier Omvang rapport Auteur Bijdrage Projectleider Projectmanager Datum Autorisatie
januari 1999
- 70 -
: : : : : : :
Antheus Milieu Effecten Inventarisatie P0596-01.001
770 pagina's Mr. A. de Vries-Maatman Dr. C. Cronenberg (Stork Engineering Consultancy) Ir. J. van Dijk Dr. C. Cronenberg (Stork Engineering Consultancy) : Drs. H. van Maanen : januari 1999 :Fout! Getal kan niet worden weergegeven in opgegeven notatie.
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
BIJLAGE 1
PRODUCTIEPROCESSEN EN EMISSIES
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
bijlage 1
- 1-
1.1
Samenvatting De productieprocessen in het magnesiumgerelateerde industriecluster zullen globaal de zoutwinning, magnesium-metaalproductie, EDC-productie en/of VCM-productie, EDC, VCM, chloor en ethyleen omvatten. De grondstof voor het beoogde magnesiumproductieproces is een 30% magnesiumchlorideoplossing (pekel) geproduceerd uit ondergronds gelegen zoutvoorraden bij Veendam. (Momenteel vindt reeds winning plaats van magnesiumchloride, dat verder verwerkt wordt bij Nedmag te Veendam.) De voor de magnesiumproductie benodigde magnesiumchloride-pekel zal in de aanloopfase wellicht per schip en in de toekomst per pijpleiding worden getransporteerd naar Delfzijl, waar het wordt ontwaterd. De aldus verkregen kristallen worden via een elektrolyseproces gesplitst in magnesium en chloor. Het magnesium wordt gezuiverd en gereed gemaakt voor transport of verdere bewerking in Delfzijl. Eventueel per pijpleiding aangevoerde ethyleen kan met het bij de magnesiumproductie vrijgekomen chloor omgezet worden in EDC en/of VCM. Dit kan per spoor, weg, zee- of binnenvaart getransporteerd worden naar afnemers elders of verder in Delfzijl worden verwerkt tot bijvoorbeeld vinylchloride. Ook kan het chloor worden ingezet in de reeds ter plaatse bestaande c.q. uit te breiden chloorderivatenindustrie. Reguliere emissies van de productieketen betreffen verbrandingsemissies die vrijkomen bij de droogprocessen, diffuse emissies van ethyleen, EDC of VCM ten gevolge van transport en opslag, en lekverliezen van dekgas (SF6 of SO2). Daarnaast kunnen emissies vrijkomen van chloor en gechloreerde koolwaterstoffen, waaronder dioxines. Dit geldt ook voor het eventueel vrijkomen van zout afvalwater. Opgemerkt wordt, dat het beoogde productieproces voor magnesium een gemodificeerde uitvoering zal zijn van reeds bestaande productieprocessen en dat derhalve voor het kwantificeren van de mogelijke emissies niet direct gerefereerd kan worden aan bestaande processen. Door procesoptimalisatie en waar nodig toepassen van nageschakelde technieken kunnen deze emissies worden beheerst.
1.2
Inleiding
1.2.1
Activiteiten en processtappen In dit hoofdstuk wordt een globale beschrijving gegeven van de belangrijkste processtappen van de magnesiumproductieketen inclusief de productie van EDC en eventueel VCM. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de overig relevante processen binnen de voorgenomen magnesiumgerelateerde activiteiten zoals het verwerken van magnesium, chloor en ethyleen. Tevens wordt aangegeven welke logistieke activiteiten een rol spelen. De basis van de beschrijving van de productieprocessen wordt gevormd door het blokschema zoals weergegeven in figuur 1. Bij de opgave van de grootte van de verschillende stofstromen wordt in de onderstaande beschrijving uitgegaan van een magnesiumproductie van maximaal 80.000 ton per jaar.
Tabel 1 bijlage 1
-2-
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
Onderscheiden processen binnen de magnesium-gerelateerde activiteiten - zoutwinning - magnesiumproductie - EDC- en eventueel VCM-productie - bewerking van magnesium - verwerking van EDC/VCM - verwerking van chloor - verwerking van ethyleen - logistiek en transport
1.2.2
Emissies Bij de beschrijving van de processtappen wordt per stap beschreven welke stoffen mogelijk kunnen vrijkomen. Dit is van belang omdat stoffen die vrijkomen (emissies) tot verhoogde concentraties van deze stoffen in de omgeving kunnen leiden (immissies). Vast afval en afvalwater dat nog verder wordt verwerkt, worden in deze context niet als een emissie gezien omdat deze geen directe invloed hebben op de omgeving van de magnesium-gerelateerde activiteiten. Ze worden afzonderlijk benoemd. Het resultaat van deze beschouwing wordt samengevat in een tabel waarin per activiteit (zie tabel 4) wordt vermeld welke componenten kunnen vrijkomen. De mogelijke effecten van de emissies op de omgeving worden beschouwd in hoofdstuk 5 'Invloed op het milieu'. Op basis van de gesignaleerde reguliere emissies (zie tabel 2) wordt per processtap aangegeven of emissiereducerende maatregelen in overweging moeten worden genomen. Echter, een gedegen afweging welke emissiebeperkende maatregelen noodzakelijk zijn, is pas mogelijk tijdens het opstellen van de Basis of Design. Naast reguliere emissies zijn de mogelijk relevante incidentele emissies geï dentificeerd. Het resultaat hiervan wordt samengevat in een aandachtspuntenmatrix (tabel 7). Deze aandachtspuntenmatrix kan worden gebruikt als hulpmiddel of leidraad bij het vaststellen van de risico’s van de beschouwde processen voor de omgeving. Tabel 2 Type emissies In een milieukundige beschouwing kunnen twee typen emissies worden onderscheiden: reguliere emissies en incidentele emissies. Reguliere emissies komen vrij bij een normale procesvoering en kunnen, aan de hand van een gedetailleerd procesontwerp, vrij nauwkeurig in kaart worden gebracht. De te verwachten grootte van de emissies van een nieuw te ontwerpen proces wordt niet zo zeer bepaald door technische mogelijkheden, maar door bedrijfseconomische afwegingen die worden gemaakt tijdens de ontwerp-fase, binnen het kader gegeven door regels van de overheid en het beleid van het bedrijf zelf. Incidentele emissies zijn het gevolg van niet geplande omstandigheden. De gevolgen op de omgeving zijn meestal direct en kunnen een direct gevaar voor de omgeving betekenen. Incidentele emissies hebben derhalve een directe relatie met de veiligheid van een proces. De kans in hoeverre incidentele emissies kunnen optreden wordt zowel bepaald door de eigenschappen van het proces zelf als door technisch/economische afwegingen die worden gemaakt binnen randvoorwaarden zoals engineering standards en richtlijnen van de overheid.
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
bijlage 1
- 3-
Delfzijl of elders: Magnesium verwerkende industrie
Elektriciteit, stoom en aardgas Delfzijl: Aluminium produktie (ALDEL)
Delfzijl of elders: Magnesium legeringen 80.000 ton/jr magnesium
Delfzijl: Zuivering en droging magnesiumchloride
Veendam: Pekel produktie
740.000 m3/jr pekel
Delfzijl: Magnesium en chloor produktie
240.000 ton/jr chloor
Delfzijl: Chloorderivaten produktie
320.000 ton/jr MgCl2
Delfzijl: EDC produktie
Elders: EDC markt
335.000 ton/jr EDC
Ethyleen aanvoer
95.000 ton/jr ethyleen
Delfzijl: Ethyleen derivaten produktie
Figuur 1: Blokschema processen
bijlage 1
-4-
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
1.3
Zoutwinning
1.3.1
Algemeen In de huidige situatie wordt in Veendam door Nedmag Industries magnesiumzout verwerkt in verschillende magnesiumproducten zoals magnesiumhydroxide en magnesiumoxide. Het benodigde zout wordt gewonnen op een locatie circa 3 km ten westen van Veendam. De winning van magnesiumzout vindt ondergronds plaats door middel van oplosmijnbouw (solution mining).
1.3.2
Procesbeschrijving Via een injectiebuis wordt water of onverzadigde pekel geï njecteerd in een caverne op een diepte van 1500 - 2000 meter. Magnesiumzouten lossen hierin op en de resulterende pekel wordt via een productiebuis gewonnen. Het equipement dat wordt gebruikt bij de zoutwinning is betrekkelijk eenvoudig en bestaat uit elektrische hogedrukpompen, pijpleidingenwerk, buffertanks, afsluiters en meet- en regelapparatuur. Bij de voorgenomen activiteiten zullen geen significante wijzigingen nodig zijn aan de huidige faciliteiten van Nedmag Industries; wel zal de huidige capaciteit moeten worden verhoogd. Aanvullend zal verpomping moeten plaatsvinden van een 30 % MgCl2 oplossing (pekel) naar Delfzijl. Hiervoor moet een pijpleiding worden aangelegd. Uitgaande van een 3 magnesiumproductie van 80.000 ton per jaar zal er op jaarbasis zo'n 740.000 m pekel naar 3 Delfzijl worden verpompt, hetgeen neerkomt op een gemiddelde capaciteit van circa 90 m /h.
1.3.3
Emissies In de toekomstige situatie behoeven op de winlokatie bij Veendam geen significante veranderingen te worden aangebracht in het winproces. Hoogstens zullen enkele schaalvergrotende veranderingen worden uitgevoerd. In overeenstemming met de huidige situatie zullen er geen reguliere emissies optreden.
1.4
Magnesium-metaalproductie
1.4.1
Algemeen Zuiver metallisch magnesium komt van nature niet voor op aarde, maar kan via chemische processen worden gevormd uit magnesiumertsen en magnesiumzouten. Hiervoor zijn globaal twee basisprocessen te onderscheiden: 1. elektrolyse; 2. thermische reductie Wereldwijd worden beide typen toegepast. Van de totale wereldproductie van magnesium wordt 20 % via thermisch reductie en 80 % via elektrolyse geproduceerd. Als basisgrondstoffen voor elektrolyseprocessen worden onder meer zeewater, magnesiumchloriderijke pekel, magnesiumrijke oplossingen die kunnen vrijkomen bij de productie van kaliumchloride, dolomiet (MgCO3.CaCO3), magnesiet (MgCO3) en andere magnesiumhoudende gesteenten toegepast.
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
bijlage 1
- 5-
Als basisgrondstof voor thermische reductie-processen wordt dolomiet toegepast. Voor beide typen processen zijn de grondstofvoorraden praktisch onuitputtelijk. Overigens is het thermischereductieproces, onder meer vanwege energie- en milieutechnische redenen, een minder aantrekkelijk alternatief dan het elektrolyseproces. Bij de gegeven grondstof magnesiumchloride uit Veendam is in het kader van dit initiatief uitsluitend het elektrolyseproces relevant. Hierop zijn diverse varianten mogelijk, waaruit investerende industrie nog keuzes moet maken. In dit hoofdstuk wordt een variant van het gesmolten zoutproces (Russian/Ukrainian variant) beschreven. Dit proces is ook toegepast in Israël door Dead Sea Magnesium (gestart in 1997) en op diverse locaties in Rusland en China. De Russian/Ukrainian variant is volgens de huidige inzichten de meest voor de hand liggende keuze, met name vanwege de gekozen grondstof en het vrij beschikbaar zijn van toe te passen technologie. In kader 4.2 worden de belangrijkste overige varianten nader toegelicht. Opgemerkt wordt dat het elektrolyseproces voor grootschalige magnesiumproductie nog sterk in ontwikkeling is en dat het proces dat mogelijk in Delfzijl zal worden toegepast op een aantal punten significant kan afwijken van reeds gerealiseerde magnesiumproductie-installaties. 1.4.2
Processen In het elektrolyseproces voor de productie van magnesium kunnen een aantal stappen onderscheiden worden: 1. zuivering van de pekel; 2. omzetting naar bischofiet (MgCl2.6H2O) of carnalliet (KCl.MgCl2.6H2O); 3. zuivering van bischofiet of carnalliet en omzetting in een chemisch droog gesmolten zout (MgCl2 of KCl.MgCl2); 4. omzetting van gesmolten zout in een elektrolysecel in metallisch magnesium en chloorgas voor verdere verwerking. Op de bovengenoemde processtappen zijn, zoals eerder vermeld, verschillende varianten mogelijk. Vooralsnog is niet bekend voor welke procesvariant in het kader van de voorgenomen activiteit zal worden gekozen De onderstaande paragrafen zijn gebaseerd op Russian/Ukrainian variant en beschrijven het magnesium productieproces aan de hand van het processchema weergegeven in figuur 2.
bijlage 1
-6-
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
Aardgas
Afgassen
Gesmolten zout
Waterdamp
Kaliumchloride
Moederloog
Vorming van carnaliet
Voorbewerking
Magnesium chloride pekel
Eerste ontwateringsstap
Tweede ontwateringsstap
Derde ontwateringsstap
Nabewerking nat chloorgas
Elektrolyse
Nabewerking magnesium
Nabewerking chloorgas
Chloorgas
Magnesium
Figuur 2: Schematische weergave elektrolyse-proces
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
bijlage 1
- 7-
1.4.2.1
Stap 1: Voorbewerking Het in Veendam gewonnen pekel bevat een geringe hoeveelheid onzuiverheden. Sommige van deze vervuilingen kunnen het productieproces of de uiteindelijke productkwaliteit negatief beï nvloeden en moeten worden verwijderd. Het betreft met name boorzouten, sulfaten en bromiden. Boorzouten kunnen worden verwijderd in een ionenwisselaar. De aangevoerde pekel bevat maximaal 25 ppm boor als B2O3, hetgeen neerkomt op een productie ongeveer 25 ton boor, als boorzuur, per jaar. Sulfaten kunnen worden verwijderd door behandeling met calciumchloride. Zowel in Delfzijl als in Veendam is hiervoor CaCl2-pekel aanwezig. De pekel bevat ongeveer 0,5 procent sulfaten, wat neerkomt op een jaarlijkse productie van circa 7,5 kton calciumsulfaat. Het komt vrij als een vaste of vloeibare (slurry) afvalstroom die verder zal worden verwerkt. De pekel bevat ongeveer 5.000 ppm bromidezouten. In hoeverre het nodig is de bromidezouten te verwijderen - in de vorm van in water opgeloste zouten - is afhankelijk van de gekozen processpecificaties. Indien het niet wordt verwijderd kan het bromide langs dezelfde route als chloride worden omgezet in broomdamp en zal dan als een verontreiniging in het geproduceerde chloorgas voorkomen. Afhankelijk van de vereiste kwaliteit voor het chloorgas moet het broom al dan niet verwijderd worden. Op jaarbasis kan ongeveer 5.000 ton broom worden geproduceerd.
1.4.2.2
Stap 2: Vorming van carnalliet De gezuiverde pekel wordt omgezet in carnalliet door gesmolten zout, dat voornamelijk bestaat uit kaliumchloride en afkomstig is uit de elektrolysecel, op te lossen in de pekel. Kaliumchloride wordt dus volledig gerecirculeerd in het productieproces. Echter, om verliezen bij elektrolyse en zuivering te compenseren moet periodiek kaliumchloride toegevoegd worden (ongeveer 5.000 ton op jaarbasis). Ontwatering van carnalliet is energetisch voordeliger en technisch eenvoudiger dan ontwatering van bischofiet. Eventuele niet oplosbare stoffen worden via filtratie uit de verkregen carnalliet pekel verwijderd. Door middel van vacuüm gekoelde evaporatie worden vervolgens carnallietkristallen (KCl.MgCl2.6H2O) gevormd. Hierbij wordt het water als damp geëmitteerd.
1.4.2.3
Stap 3: Eerste ontwateringsstap De gevormde kristallen worden in drie stappen gedroogd. De eerste ontwateringsstap bestaat uit het verwijderen van de carnallietkristallen uit de moederloog door middel van vacüumfiltratie of centrifugale ontwatering. De filterkoek bevat alle zoutkristallen en wordt gevoed aan de tweede ontwateringsstap. De overblijvende moederloog wordt gerecirculeerd en toegevoegd aan de binnenkomende pekel.
1.4.2.4
Stap 4: Tweede ontwateringsstap De tweede stap bestaat uit een droging in een gefluï diseerd bed. In dit bed is sprake van direct contact van hete gassen met de carnallietstroom. De hete gassen betreffen verbrandingsgassen uit een aardgasbrander. Bekeken kan worden in hoeverre de afgassen van een gasturbine-installatie hiervoor kunnen worden toegepast. Het resultaat van deze ontwateringsstap is dat uit een natte slurry een vaste stroom van gedeeltelijk ontwaterde carnallietkristallen (KCl.MgCl2.2H2O) wordt gevormd (de eerste vier moleculen cristalwater worden verwijderd). Het proces vindt plaats bij een temperatuur van 200-400°C.
bijlage 1
-8-
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
1.4.2.5
Stap 5: Derde ontwateringsstap De derde stap is de zogenaamde chlorering in een zogenaamde chlorinator. Het doel van deze stap is het fysisch/chemisch onttrekken van de laatste twee watermoleculen uit de gedeeltelijk ontwaterde carnallietkristallen. Deze stap is energie-intensief en moet worden uitgevoerd in aanwezigheid van een overmaat chloorgas om de vorming van magnesiumoxide tegen te gaan. Drijvende kracht in deze ontwatering wordt gevormd door een hoge temperatuur van 400-700°C. Bij deze temperatuur zijn de kristallen in vloeibare vorm aanwezig. Het benodigde chloorgas wordt door de vloeibare massa geleid. De stroom van gesmolten, chemisch droog, kaliummagnesiumchloride wordt afgetapt en naar de elektrolysecel gevoerd. De chlorinator kan worden voorzien van een spui voor de afvoer van slib dat zich op de bodem concentreert. Dit slib bestaat hoofdzakelijk uit een mengsel van onoplosbaar zout en magnesiumoxide. In hoeverre deze spui nodig zal zijn, en of deze gerecycled kan worden, is afhankelijk van de gekozen bedrijfsvoering. De hete en natte chloorgasstroom wordt met behulp van koelwater stapsgewijs gekoeld tot ongeveer 10°C. Met behulp van filters worden water en eventuele vaste deeltjes afgescheiden. De gekoelde chloorgasstroom wordt stapsgewijs gedroogd met behulp van (geconcentreerd zwavelzuur-) scrubbers. Het schone, droge chloorgas kan worden hergebruikt voor de ontwatering.
1.4.2.6
Stap 6: Elektrolyse De elektrolyse wordt uitgevoerd in een elektrocel. Deze elektrocel is niet tailor-made maar betreft waarschijnlijk een van de standaardunits die op de wereldmarkt beschikbaar zijn. Afhankelijk van de capaciteit van de gekozen unit zal een aantal elektrolysecellen parallel worden bedreven. De huidige elektrolysecellen voor magnesiumproductie zijn voorzien van staal- en koolstofelektroden; aan de positieve en negatieve elektrode wordt respectievelijk chloorgas en vloeibaar magnesium gevormd. Hierbij kan een stroom van enkele honderden kilo-ampères gaan lopen. Daarbij komt er een aanzienlijke hoeveelheid warmte vrij. Het proces vindt plaats onder een chlooratmosfeer. Het gevormde chloorgas wordt boven de positieve elektrode opgevangen. Gesmolten magnesium heeft een lagere soortelijke massa dan het gesmolten zout en kan derhalve van de bovenkant van de smelt worden geskimd en wordt opgevangen in een afzonderlijke ruimte. Deze ruimte wordt periodiek geleegd. De elektrolysecel is voorzien van een uitgang voor afvoer van het overgebleven, magnesiumarme, gesmolten zout. Deze kaliumchloride-rijke zoutstroom wordt teruggevoerd naar de kristallisatiesectie (zie stap 2).
1.4.2.7
Stap 7: Zuivering en gieten vloeibaar magnesium Het vloeibare magnesium wordt eerst gezuiverd in een zogenaamd ‘purification furnace’ door de toevoeging van verschillende zouten. In de hete gesmolten massa in het fornuis vormen zich twee fasen: vloeibaar magnesium en vloeibaar slib. Vervuilingen in het vloeibare magnesium coaguleren en zakken uit naar de onderliggende sliblaag. Het fornuis wordt verwarmd door een electrische stroom te laten lopen door de gesmolten massa. Het onderliggende slib wordt periodiek afgescheiden en bestaat voornamelijk uit zout, magnesium (2-5%) en magnesiumoxide (10-15%). Het schone magnesium wordt continu geskimd en naar de gieterij vervoerd om daar verschillende soorten producten te gieten. Eventueel worden eerst andere metalen toegevoegd om alliages te maken voordat het in mallen tot zogenaamde ‘ingots’ gegoten wordt. Directe vloeibare doorleveringen aan naast gelegen verwerkers is ook mogelijk.
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
bijlage 1
- 9-
Om contact tussen het reactieve vloeibare magnesium en lucht te voorkomen wordt dekgas gebruikt, dat bestaat uit lucht met geringe concentraties van zwavelhexafluoride (SF6) of zwaveldioxide (SO2). Dit dekgas heeft de eigenschap als het ware een vlies op de vloeibare magnesiumstroom te vormen en op deze wijze een effectieve afsluiting te bewerkstelligen met de bovengelegen lucht (zie ook kader 4.3). Na afkoeling kunnen de ingots worden blootgesteld aan de lucht en zijn ze geschikt voor verdere bewerking en transport. 1.4.2.8
Stap 8: Nabewerking hete chloorgas Het gevormde chloorgas wordt gezuiverd van eventuele verontreinigingen door middel van een getrapte compressie en koeling. De mate van zuivering is afhankelijk van enerzijds de eigenschappen van de vervuilingen en anderzijds de eisen van de afnemers. Het gezuiverde chloorgas wordt - eventueel via een buffertank - direct geleverd aan lokale afnemers. Een gedeelte van het chloorgas wordt gebruikt als suppletie van het ontwateringsproces (stap 5).
1.4.3
Emissies In het onderstaande zijn per deelproces van de magnesiumproductie de relevante emissies en afval(water)stromen beschreven.
1.4.3.1
Stap 1: Voorbewerking Emissies naar de lucht zijn bij de voorbewerking niet te verwachten. Of emissies naar water optreden is afhankelijk van keuzen die gemaakt worden voor de procesvoering. De voorbewerking heeft een de volgende afvalstromen: een waterige boorzuur oplossing, calciumsulfaat pekel of vast calciumsulfaat, en een waterige oplossing van bromidezouten (eventueel).
1.4.3.2
Stap 2: Vorming van carnalliet. Het ligt niet voor de hand dat de waterdamp die bij deze processtap vrijkomt relevante hoeveelheden verontreinigingen bevat. Overige emissies treden niet op. Niet oplosbare zouten kunnen worden afgefiltreerd en afgevoerd als vast afval.
1.4.3.3
Stap 3: Eerste ontwateringsstap Het ligt niet voor de hand dat de geëmitteerde waterdamp relevante hoeveelheden verontreinigingen bevat. Of emissies direct naar water optreden is afhankelijk van keuzes die gemaakt worden voor de procesvoering. Om ophoping van micro-verontreinigingen te voorkomen zal een gedeelte van de gerecirculeerde moederloog gespuid moeten worden. Het betreft een geconcentreerde carnalliet-pekel.
1.4.3.4
Stap 4: Tweede ontwateringsstap De verbrandingsgassen van het gefluidiseerd bed kunnen de volgende componenten bevatten: lucht, water, stofdeeltjes en verbrandingsgassen als koolstofdioxide (CO2), koolstofmonoxide (CO) en stikstofoxiden (NOx). Aanwezige stofdeeltjes kunnen verwijderd worden met behulp van cyclonen. De hoeveelheid NOx kan laag worden gehouden door het treffen van maatregelen zoals het toepassen van zogenaamde low-NOx branders, of het naschakelen van een systeem voor selectieve katalytische reductie (SCR-unit).
bijlage 1
- 10 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
Door de combinatie van chloorzouten met verbrandingsgassen kan o.a. zoutzuur ontstaan. De afgasstroom stroom dient hiervan gezuiverd te worden door bijvoorbeeld te scrubben met natronloog. Het zoutzuur wordt hiermee geneutraliseerd. Ook andere componenten worden gedeeltelijk opgenomen in de natronloogoplossing. Hiermee ontstaat een vervuilde waterstroom die weer verder gezuiverd zal moeten worden. De uiteindelijke genomen maatregelen ter zuivering van de afgasstroom zijn sterk afhankelijk van de procescondities en de samenstelling van deze stroom. De ongezuiverde procesafgasstroom bevat mogelijk ook zwavelverbindingen en geringe hoeveelheden (gechloreerde) koolwaterstoffen, waaronder mogelijk dioxinen. Een verdere toelichting hieromtrent wordt gegeven in tabel 4. 1.4.3.5
Stap 5: Derde ontwateringsstap De grote hoeveelheid benodigde warmte wordt verkregen door verbranding van aardgas. Hierbij komen afgassen vrij als koolstofmonoxide, koolstofdioxide en NOx. Uitstoot van NOx kan verminderd worden door gebruik van low-NOx branders. In tegenstelling tot de tweede ontwateringsstap is er geen direct contact met de processtroom en de rookgassen. Derhalve zullen geen overige emissies optreden. Er kan zich in de chlorinator slib ophopen dat grotendeels bestaat uit zouten (o.m. magnesiumoxide en andere oxyden). Hiervoor wordt een aftapmogelijkheid aangebracht. Indien aan de chlorinator koolstof wordt toegevoegd voor binding van sulfaten is er sprake van de mogelijkheid dat afval ontstaat dat verontreinigd is met gechloreerde koolwaterstoffen (zie ook tabel 4).
1.4.3.6
Stap 6: Elektrolyse Bij de elektrolyse is geen sprake van reguliere emissies; wel kan afval vrijkomen. Dit hangt samen met het feit dat naast het elektrolyt, dat weer wordt teruggevoerd, zich in de cel slib kan ophopen. Dit slib bestaat ondermeer uit vloeibare zouten zoals magnesium en andere oxydes, en koolstofverbindingen. Voor de verwijdering van slib is in de meeste bestaande celontwerpen een aftapmogelijkheid onder in de cel geplaatst. Deze slibstroom zal verder moeten worden behandeld. Allereerst zal het meegekomen magnesium verwijderd moeten worden, met name vanwege de brandbaarheid. De uiteindelijke hoeveelheid slib die vrijkomt is sterk afhankelijk van de gekozen procesvoering. Mogelijk is het slib verontreinigd met gechloreerde koolwaterstoffen (zie ook tabel 4).
1.4.3.7
Stap 7: Zuivering en gieten vloeibaar magnesium Aangezien magnesium in de vloeibare of damp fase zeer reactief is dient de afvoer en het gieten van magnesium plaats te vinden onder een dekgas. Dit komt in geringe hoeveelheden vrij. Dekgas emissies worden verder besproken in tabel 4. In het refining furnace hopen de verontreinigingen uit het magnesium zich op als slib. Dit slib, voornamelijk samengesteld uit zout, magnesium (2-5%) en magnesiumoxide (10-15%), wordt periodiek afgetapt. Deze afvalstroom zal verder moeten worden behandeld. Allereerst zal het magnesium verwijderd moeten worden vanwege de brandbaarheid. Eventueel kan dit slib verontreinigd zijn met gechloreerde koolwaterstoffen (zie ook tabel 4). Stap 8: Nabewerking hete chloorgas Bij de nabewerking kunnen zeer kleine hoeveelheden chloorgas vrijkomen ten gevolge van diffuse emissies. Daarnaast kan een verontreinigde afvalstroom vrijkomen. In het hete chloorgas kunnen zich verontreinigingen hebben opgehoopt van broom, zwavelverbindingen en (gechloreerde)
1.4.3.8
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
bijlage 1
- 11-
koolwaterstoffen, waaronder mogelijk dioxinen (zie ook tabel 4). Deze worden geconcentreerd in condensaat stromen.
bijlage 1
- 12 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
Tabel 3 Belangrijkste overige magnesiumproductieprocessen elders in de wereld Hydro Magnesium Hydro Magnesium past twee processen industrieel toe; in Porsgrunn, Noorwegen en in Becancour, Canada. Hydro Magnesium maakt gebruik van eigen gepatenteerde elektrolyse-cellen en fluï debed drogingstechnologie. 1. Porsgrunn: Dit proces gebruikt als uitgangsstoffen dolomiet, calciumcarbonaat/magnesiumcarbonaat (MgCO3.CaCO3), en zeewater. Dolomiet wordt gebrand (MgO en CaO), geblust (Mg(OH)2 en Ca(OH)2) en in contact gebracht met zeewater waardoor magnesiumhydroxide (Mg(OH)2) neerslaat. Mg(OH)2 wordt gecalcineerd tot MgO. Vervolgens worden via een aantal stappen pellets gevormd bestaande uit koolstof, magnesiumchloride en magnesiumoxide. De pellets worden in een chlorinator onder toevoeging van chloorgas omgezet naar zuivere magnesiumchloride en gevoed aan de elektrolysecel. Bij de elektrolyse wordt magnesium en chloorgas gevormd. Het chloorgas wordt gebruikt in de chlorinator. 2. Becancour: Als uitgangsstof wordt magnesiet (magnesiumcarbonaat) gebruikt. Het magnesiet reageert met zoutzuur tot magnesiumchloride. wordt gezuiverd en door indamping in kristallen omgezet. De ontstane kristallen worden watervrij gemaakt door te chloreren waterstofchloride-gas en omgezet in magnesium en chloorgas via elektrolyse. Het geproduceerde chloorgas wordt met
Dit met
behulp van
te produceren waterstofgas omgezet naar zoutzuur, dat weer in het proces wordt gebruikt. Dow (per 20 november jl. werd door force majeure de productie definitief gestaakt) Het Dow proces gebruikte als grondstof zeewater. Met behulp van natronloog werd Mg(OH)2 gewonnen en waterstofchloridegas wordt gebruikt om de Mg(OH)2 om te zetten naar pekel. Dit werd verder gedroogd. In tegenstelling tot de overige processen was bij het Dow proces de voeding van de elektrolysecel niet watervrij. Daarom verschilt de lay-out van de gepatenteerde cel sterk van andere gebruikte typen. Het geproduceerde chloorgas werd met behulp van te produceren waterstofgas omgezet naar zoutzuur, dat weer in het proces werd gebruikt. Het gevormde chloorgas werd verder in een chemisch complex verwerkt/gebruikt. MagCorp Als grondstof wordt zout water uit het “Great Salt Lake” gebruikt. Het water wordt solair ingedampt. De verkregen pekel wordt gezuiverd. De pekel wordt gesproeidroogd waardoor een poeder overblijft. Dit poeder wordt gesmolten en onder chlorering met chloorgas verder gedroogd. Niet al het bij de elektrolyse gevormde chloorgas wordt verbruikt. De netto-productie is ongeveer 1 kg chloor/kg magnesium. Dit chloor wordt direct afgeblazen naar de atmosfeer (sic). Magnola Dit betreft een voorgenomen activiteit waarbij wordt uitgegaan van serpentijn (magnesiumsilicaat). Dit wordt omgezet in magnesiumchloride m.b.v. waterstofchloride. Via een aantal zuiveringsstappen waarbij eerst ijzer en mangaan worden verwijderd en vervolgens gebruik wordt gemaakt van een harsbed voor verwijdering van boor, nikkel en mangaan, wordt schoon pekel verkregen. De pekel wordt in twee stappen gedroogd. De eerste stap betreft een sproeidroging, vervolgens wordt er gechlorineerd met waterstofchloride, dit wordt gevormd uit het bij de elektrolyse gevormde chloorgas. Er zal gebruik gemaakt gaan worden van de Alcan multipolar cel; deze cel verbruikt minder energie maar vereist wel gebruik van zeer zuiver MgCl2. Het vrijkomende chloor wordt met waterstof verwerkt tot waterstofchloride. 11
AMC
Dit betreft een voorgenomen activiteit waarbij als uitgangsstof behoorlijk zuiver magnesiumcarbonaat wordt gebruikt, dit wordt via een aantal stappen met waterstofchloride omgezet in magnesiumchloride. Met een experimentele stap waarbij ammoniumhydroxide, glycol en ethanol worden gebruikt, wordt droog, zuiver magnesiumchloride gevormd. In een fabriek wordt waterstof geproduceerd dat in combinatie met bij de elektrolyse vrijkomend chloorgas wordt gebruikt om waterstofchloride te produceren.
11
Magnola en AMC (beide gebruikers van de Alcan technologie) ervaren echter grote problemen met het functioneren van de Alcan multipolarcel-techniek die zeer hoge eisen stelt aan de zuiverheid van de grondstof. Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
bijlage 1
- 13-
Tabel 4 Speciale aandachtspunten emissies Dekgas In contact met lucht wordt vloeibaar magnesium omgezet in magnesium oxide. Bij het gieten van vloeibaar magnesium moet daarom een dekgas worden gebruikt om contact met lucht te vermijden. Het gebruikte dekgas moet in staat zijn op de vloeibare magnesiummassa een dunne laag te vormen om verdamping van magnesium te voorkomen. Technologisch gezien zijn momenteel twee kandidaten beschikbaar om als dekgas te dienen: zwavelhexafluoride (SF6) en zwaveldioxide (SO2). Inerte gassen zoals Argon en CO2 zijn minder bekende alternatieven. Ook kan het vanuit milieuoogpunt voordelen opleveren SF6 op te mengen met een inert gas zoals Ar in plaats van lucht.
SF6
Wanneer SF6 in lage concentraties van 0,02% - 0,04% aan lucht wordt toegevoegd, dan is het in staat om te reageren met de vloeibare magnesiummassa om zeer dunne drijvende laag van magnesiumoxide (MgO), magnesium fluoride (MgF2) en magnesiumsulfide (MgS) te vormen op de vloeistof. Deze dunne film bedekt het gehele oppervlak, en past zich aan bij turbulentie in de vloeibare magnesiummassa. SF6 is dus bij uitstek geschikt voor de beoogde toepassing. SF6 is inert en niet toxisch. SF6 heeft echter een nadeel: het is een sterk broeikasgas en geeft bij een relatief geringe emissie een relatief hoge milieubelasting. Verder is SF6 door zijn inertheid en zijn lage concentratie moeilijk uit afgasstromen te verwijderen. Toch zijn de laatste jaren, o.m. door verbeteringen in ontwerp, grote vorderingen gemaakt in de beperking van deze emissies. Daarnaast verwacht 'de sector'dat het gebruik van SF6-gas door gebruik van andere technologieën in het volgend decennium niet meer nodig zal zijn. SO2 is een potentiële vervanger. De ontwikkelingen vragen grote aandacht.
Alternatieven
Het alternatief voor SF6 is SO2. SO2 kan met het vloeibare magnesium reageren en kan - in overeenstemming met SF6 - een dunne film vormen op de vloeibare magnesiummassa, in dit geval magnesiumsulfaat (MgSO4). SO2 is geen significant broeikasgas en is relatief eenvoudig uit luchtstromen te verwijderen en om te zetten in calciumsulfaat. Toepassing van geringe hoeveelheden SO2 levert uit milieuoogpunt dus weinig problemen op. Toepassing van SO2 heeft echter twee nadelen: het is toxisch, en zeer corrosief in een vochtige omgeving. Met name deze laatste eigenschap heeft de huidige producenten van magnesium ervan weerhouden over te schakelen van SF6 naar SO2, alhoewel recente berichten er op duiden dat een overstap technologisch gezien binnenkort mogelijk zal zijn. Er kan derhalve worden geconcludeerd dat SO2 een veelbelovend alternatief is voor SF6. Een nieuwe technologie voor het gieten van magnesium betreft 'thixomolding'. Hierbij wordt Ar als dekgas gebruikt. Ar is volledig inert en heeft derhalve niet de nadelige corrosieve eigenschappen van SO2. Gechloreerde koolwaterstoffen bij Mg-productie Er zijn honderden verschillende gechloreerde koolwaterstoffen (CKW) bekend en ze worden vrijwel allen beschouwd als milieubelastende stoffen. Het meest toxisch zijn gechloreerde dioxines en furanen. Gechloreerde koolwaterstoffen kunnen tijdens de electrolyse gevormd worden, omdat grafiet van de koolstofelectrode, enigszins reageert met het gevormde chloorgas. Over de wijze waarop deze specifieke vorming is te controleren en te minimaliseren is weinig kennis beschikbaar. Het is derhalve niet mogelijk voor een nieuw proces op voorhand te voorspellen welke gechloreerde koolwaterstoffen gevormd zullen worden en in welke hoeveelheden. Derhalve mogen de emissiegegevens van bestaande processen (beschikbaar zijn de gegevens van Magnola en Hydro Magnesium) niet zonder meer worden gebruikt bij een nieuw te ontwerpen proces. Omdat er vanuit de elektrolysecel een recyclestroom van gesmolten zout terug de procesketen ingaat (voor de vorming van carnaliet) kunnen in principe in de gehele procesketen CKW's voorkomen. Echter, het ligt in de verwachting dat de meeste CKW's, gevormd in de electrolysecel, verbrand zullen worden in de tweede ontwateringsstap, alsmede afgevoerd worden in het geproduceerde chloorgas, en als dusdanig bij de verschillende chloor zuiveringsstappen worden geconcentreerd en verder verwerkt. Indien emissies van CKW’s optreden, dan kunnen deze worden beheerst door nageschakelde gasreinigingstechnieken. Hiervoor komen oxidatieve naverbrandingssystemen alsmede adsorptiesystemen in aanmerking. Beide technieken kennen een zeer hoog reinigingsrendement, en zijn te beschouwen als bewezen technologie.
bijlage 1
- 14 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
1.5
EDC-productie
1.5.1
Algemeen Ethyleendichloride (EDC) is een uitgangsstof voor de productie van veel toegepaste kunststoffen zoals polyvinylchloride (PVC). EDC wordt gevormd uit ethyleen en chloorgas. Dit kan op verschillende manieren. In deze beschouwing wordt in eerste instantie uitgegaan van het produceren van EDC via het proces van directe chlorering: + Cl2 (g) chloorgas
CH2=CH2 (g) ethyleen
CH2Cl-CH2Cl (l) ethyleen dichloride (EDC)
Directe chlorering van ethyleen is een standaard proces waarbij de in ondermaat aanwezige component (d.w.z. chloor, of ethyleen) voor 100% wordt omgezet en EDC wordt geproduceerd met een zuiverheid groter dan 99,5%. Door deze hoge conversiegraad is de hoeveelheid geproduceerde bijproducten zeer gering. De relatieve investerings- en operatiekosten zijn laag. 1.5.2
Beschrijving van het directe chloreringsproces In figuur 4.3 is een schematische weergave gegeven van de productie van EDC uit chloorgas afkomstig van de magnesiumproductie. Hierbij kunnen de volgende processtappen worden onderscheiden:
1.5.2.1
Stap 1: voorbewerking Zoals in de vorige paragraaf is aangegeven zal het chloor afkomstig van de elektrolyse eerst gekoeld en gezuiverd worden. Overige vluchtige componenten worden afgescheiden door trapsgewijze koeling en compressie. Afhankelijk van de samenstelling zijn eventueel nog andere zuiveringsstappen nodig. Met de huidige beschikbare technologieën zal de uitvoering hiervan geen problemen mogen opleveren. Het aangevoerde ethyleen is vrij zuiver en zal niet uitgebreid bewerkt hoeven te worden.
1.5.2.2
Stap 2: directe chlorering EDC kan geproduceerd worden door in een gekoelde reactor ethyleen met chloor te laten reageren. Dit proces wordt de directe chlorering genoemd. Gasvormig ethyleen en chloor worden door vloeibaar EDC gevoerd. Aangezien de reactie sterk exotherm is, is koeling (met koelwater) noodzakelijk. De reactie vindt plaats in aanwezigheid van een katalysator. Hiervoor wordt over het algemeen ferrichloride gebruikt. Conversie van de in ondermaat aanwezige component (ethyleen dan wel chloor) is 100% en de selectiviteit naar EDC groter dan 99%. Het belangrijkste bijproduct van de uitgevoerde reactie is 1,1,2-trichloorethaan. Door sturing van de procescondities is het goed mogelijk de vorming van dit bijproduct te beperken.
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
bijlage 1
- 15-
Chloor
Chloor zuivering
Directe chlorering
EDC zuivering
EDC
Ethyleen
Figuur 3: Schematische weergave EDC-productie
bijlage 1
- 16 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
1.5.2.3
Stap 3: nabewerking Het gevormde EDC is bij kamertemperatuur vloeibaar en is in principe zuiver genoeg voor verder verwerking. Alleen de meegekomen katalysator moet afgescheiden worden. Als ferrichloride als katalysator wordt gebruikt kan dit eenvoudig door adsorptie worden verwijderd.
1.5.2.4
Verdere verwerking en transport EDC kan verder verwerkt worden in Delfzijl. Afvoer per schip of trein naar het Rijnmondgebied voor verdere verwerking is ook een optie. Op het moment vindt in de Rijnmond reeds productie, overslag en verwerking van EDC plaats.
1.5.3
Emissies EDC-productie Bij de directe chlorering kunnen ethyleen, chloorgas en gechloreerde koolwaterstoffen vrijkomen. In de praktijk zijn deze hoeveelheden verwaarloosbaar en door het proces op de juiste wijze te sturen. Daarnaast kan sprake zijn van diffuse emissies bij de aanvoer van ethyleen en chloor en de opslag en afvoer van EDC.
1.6
Bewerking magnesium
1.6.1
Algemeen Er bestaat eventueel de mogelijkheid tot een verregaande integratie van het magnesiumbewerking met het magnesiumproductieproces zelf. Hierbij kan gedacht worden aan directe bewerking van vloeibaar magnesium zonder het eerst te laten afkoelen. Magnesium wordt - om de juiste stofeigenschappen te verkrijgen - in de praktijk niet zuiver toegepast maar in de vorm van legeringen. Er worden alliages toegepast waarin aluminium, zink, mangaan en silicium in verschillende fracties aanwezig zijn (zie tabel 5). Het geproduceerde magnesium kan ook (al dan niet gelegeerd) in de vorm van ingots (staven, broodjes) worden getransporteerd naar elders gevestigde afnemers; echter, een voor de hand liggende optie is de vestiging van magnesiumverwerkende industrie in Delfzijl.
1.6.2
Processen De bewerking van magnesium vindt plaats in gieterijen. Hier wordt het magnesium gesmolten, in de gewenste samenstelling gemengd en vervolgens aan verwerkers vloeibaar doorgeleverd of in de gewenste vorm gegoten. Vanwege de reactiviteit van vloeibaar magnesium met zuurstof en stikstof dient dit proces plaats te vinden onder een dekgas. Momenteel wordt hiervoor SF6 gebruikt. Het toepassen van SO2 en Ar (thixomolding technologie) vormen echter mogelijke alternatieven (zie ook tabel 4). Bij thixomolding-processen is bekend dat argon als dekgas wordt toegepast.
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
bijlage 1
- 17-
Tabel 5 Enkele voorbeelden van Mg-legeringen (fracties in gewichts-%) type
Mg
Al
Zn
Mn
Si
AM20 AZ91 AS21
98 90 94
2 9 4.5
<0.1 0.7 <0.1
0.4 0.2 0.4
<0.1 <0.05 0.7
1.6.3
Emissies Relevant is in dit kader de emissie van dekgas (zie kader 4.3). Argon wordt als dekgas gebruikt bij de nieuwe technologie thixomolding.
1.7
Verwerking EDC en chloor
1.7.1
Algemeen Chloor is een belangrijke grondstof in de chemische industrie en wordt voor een groot aantal toepassingen gebruikt. Bij dit initiatief wordt chloor geproduceerd, deze productie kan een aantrekkende werking hebben op chloorverwerkende industrie, die in beperkte mate het surplus zou kunnen verwerken. Momenteel is de belangrijkste toepassing de PVC-productie, de eerste stap hiervan, de EDC-productie is hiervoor reeds besproken.
1.7.2
Processen
1.7.2.1
Productie van VCM en PVC Een belangrijke toepassing van EDC is de productie van vinylchloridemonomeer (VCM). Dit product kan door polymerisatie worden omgezet in polyvinylchloride (PVC). Vinylchloride wordt via een pyrolysereactie gevormd uit EDC. Bij deze reactie worden waterstofchloride (zoutzuur) en een aantal bijproducten gevormd. Om geen netto waterstofchlorideproductie te hebben, wordt vaak - parallel aan de directe chlorering - oxychlorering toegepast. Ethyleen reageert dan katalytisch met zoutzuur en zuurstof tot EDC en water. Door de directe chlorering, de oxychlorering en de pyrolyse te balanceren wordt voorkomen dat een overschot aan waterstofchloride ontstaat. In figuur 4.4 is de productie van VCM schematisch weergegeven. De VCM-productie hoeft niet noodzakelijkerwijs in Delfzijl plaats te vinden. Het locaal geproduceerde EDC kan eveneens als grondstof dienen voor de VCM/PVC industrie in onder meer Rijnmond.
1.7.3
Emissies Bij de verwerking van chloor en ethyleen kunnen emissies ontstaan. Met de huidige stand der techniek zijn deze emissies goed beheersbaar. Hierbij kan gewezen worden op het feit dat in Nederland op grote schaal chloorverwerkende industrie aanwezig is. Deze industrie kan voldoen aan wettelijk normen betreffende veiligheid en emissies. Het ligt voor de hand dat eventueel te ontwikkelen soortgelijke industrie op minimaal vergelijkbare, veilige en beheersbare wijze kan worden bedreven.
bijlage 1
- 18 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
1.8
Verwerking ethyleen
1.8.1
Algemeen Ethyleen is de belangrijkste grondstof voor kunststoffen als polyetheen, PVC en polystyreen. Hiertoe wordt ethyleen ofwel direct gebruikt in een polymerisatieproces ofwel (katalytisch) omgezet naar bijvoorbeeld ethyleenoxide, EDC, styreen en glycol. In figuur 4.5 is geï llustreerd voor welke kunststoffen ethyleenoxide als uitgangsstof wordt gebruikt.
1.8.2
Processen Ethyleen behoort tot de meest toegepaste basischemicaliën uit de chemische industrie. Een breed scala van processen wordt toegepast bij de verwerking van ethyleen tot kunststoffen.
1.8.3
Emissies Door de zuiverheid van de grondstof worden de belangrijkste specifieke emissies veroorzaakt door het vrijkomen van tussen-, bij- en eindproducten. Dit betreffen koolwaterstoffen. Voor het beheersen van koolwaterstofemissies is een breed scala aan procesgeï ntegreerde en nageschakelde technieken beschikbaar, waarmee in Nederland veel ervaring is opgedaan.
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
bijlage 1
- 19-
Zuurstof
HCl recycle
Oxychlorering
water Ethyleen
Lichte fracties
EDC zuivering
EDC pyrolyse
VCM zuivering
VCM
EDC recycle Directe chlorering
Zware fracties
Chloorgas
Figuur 4: Het gebalanceerde proces voor de productie van VCM uit ethyleen en chloorgas
bijlage 1
- 20 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
Ethyleen
Ethyleenoxide
Ethanolarine
Polyglycol
DEG/TEG
Ethyleen carbonaat
Polyurethaan
Polyester/ Polyol
Onverzadigd Polyester
Polyethyleen glycol
Ethyleen glycol
Polyethyleen tereftalaat
Figuur 5: Ethyleenoxide als basis voor verschillende chemicaliën en kunststoffen
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
bijlage 1
- 21-
1.9
Transport en opslag
1.9.1
Algemeen Bij de magnesium-gerelateerde activiteiten vindt transport en opslag plaats van vele stoffen. Hierbij kunnen emissies optreden. De belangrijkste stoffen worden hieronder beschreven.
1.9.2
Processen
1.9.2.1
Magnesium, opslag en afvoer Magnesium wordt - al dan niet gelegeerd - uitgegoten in broodjes en staven; eenmaal gestold is dit een redelijk inerte vorm die goed kan worden opgeslagen en getransporteerd, vergelijkbaar met opslag en transport van aluminium. Afhankelijk van de afnemer kan magnesium op verschillende manieren worden getransporteerd: per schip, over de weg of per trein. Een andere, reeds genoemde mogelijkheid is de vestiging van magnesiumverwerkende industrie in Delfzijl waarbij de processen geï ntegreerd worden en het vloeibare magnesium direct in de juiste samenstelling (legeringen) wordt verwerkt (gietprocessen: diecasting/thixomolding).
1.9.2.2
Chloor, opslag Door bij de elektrolyse gevormd chloor zonder grote buffer direct om te zetten in EDC kan de hoeveelheid aanwezige chloor geminimaliseerd worden. Als wordt voorzien in een buffercapaciteit van twee dagen zal er een chlooropslag nodig zijn van ongeveer 1000 m3. Het chloor wordt vloeibaar en gekoeld opgeslagen bij lichte overdruk. De opslag-installatie is uitgerust met een natronloog-scrubber om chlooremissies te voorkomen. Aan opslag en transport van chloor worden specifieke eisen gesteld, opgenomen in CPR- richtlijn 10: Chloor: opslag en gebruik (2e druk, 1983). De techniek is bestaand en beheersbaar en in de Delfzijlregio reeds bekend.
1.9.2.3
EDC, opslag en afvoer EDC wordt voor verlading opgeslagen in tanks. Een beperkte hoeveelheid (ca. 60.000 t/per jaar kan rechstreeks per leiding worden geleverd aan het EDC consumerende bedrijf Delamine op de AKZO Nobel locatie. Hiermee wordt de huidige aanvoerstroom (Rotterdam) gecompenseerd. Verlading kan plaatsvinden met laadarmen naar schepen, tankwagons of tankauto's. Bij verlading, opslag en door toepassing van dampretoursystemen en ventcondensors kunnen respectievelijk verdringings- en adememissies worden voorkomen. Door afstemming van productie en transport kan de opgeslagen hoeveelheid EDC worden geminimaliseerd.
1.9.2.4
Ethyleen, aanvoer en opslag Voor de productie van EDC is ethyleen nodig. Dit kan aangevoerd worden uit Rotterdam, Geleen of Gelsenkirchen (D). Hiervoor kan een pijpleiding worden aangelegd, ook is het mogelijk ethyleen per trein aan te voeren. Voor productie zal mogelijk een kleine buffervoorraad ethyleen opgeslagen worden. Welke opslagcapaciteit nodig is, is afhankelijk van de leveringsgaranties, de capaciteit van de pijpleiding en de beoogde operatiefilosofie. Levering per pijpleiding voorkomt ruimte- en capaciteitsdruk op alternatieve transportmodaliteit zoals tankauto's, treinvervoer of tankschepen.
1.9.2.5
Afval, opslag en afvoer
bijlage 1
- 22 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
Bij verschillende processtappen ontstaan vaste en/of vloeibare afvalproducten. Deze zullen mogelijk behandeld moeten worden als chemisch afval. Uit logistieke overwegingen zal dan waarschijnlijk worden voorzien in een tijdelijke opslag van chemisch afval, waarna dit zal worden afgevoerd naar een daartoe ingericht verwerkingsbedrijf. In de Delfzijlregio bestaat reeds het initiatief dat deels hiervoor kan worden aangewend (RUN/UFO). Hiermee kan opslag, transport en daaruit voortvloeiende omgevingsbelasting worden beperkt. 1.9.2.6
Afvalwater, verwerking en afvoer Afhankelijk van het uiteindelijke basisontwerp van het productieproces kunnen de afvalproducten, afkomstig van de verschillende zuiveringsstappen, vrijkomen in de vorm van verontreinigd water, dan wel als een geconcentreerde afvalstroom (d.w.z. vast en vloeibaar chemisch afval). Bij het vrijkomen van verontreinigd water zal dit zouten en, in geringere mate, chloorverbindingen en koolwaterstoffen kunnen bevatten. Zuivering van dit afvalwater kan plaatsvinden in een fysisch/chemische zuiveringsinstallatie. Afvoer van het effluent vindt plaats naar het oppervlaktewater of riool, of wordt hergebruikt binnen de productieketen. De afvalwaterlogistiek zal in de ontwerpfase nader moeten worden onderzocht, en maakt onderdeel uit van het opstellen van het basisontwerp.
1.9.3
Emissies gerelateerd aan transport en opslag De volgende emissies zijn het meest relevant: Chloor Een geringe hoeveelheid chloor kan mogelijk vrijkomen als reguliere emissie door lekverliezen en diffuse emissies. EDC De damp die zich in opslagtanks boven de vloeistof vormt, kan in principe emitteren door veranderingen in temperatuur: adem-emissies. Bij het vullen van de tank wordt damp verdrongen: vulemissies. Adem- en vulemissies zijn echter te controleren door de vent-stromen te koelen, eventueel te zuiveren in een adsorptie-unit en het toepassen van dampretoursystemen bij overslag. Ethyleen Hierbij moet rekening gehouden worden met de mogelijkheid van diffuse emissies bij verpomping en compressie.
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
bijlage 1
- 23-
Tabel 6 Overzicht reguliere emissies Mg-winning en productie
Mogelijke procesemissies zonder emissiebeperkende maatregelen
Stoffen waarvoor emissiebeperkende maatregelen mogelijk noodzakelijk zijn
Mogelijke vaste of waterige afvalstromen
Zoutwinning
-
-
-
Voorbewerking
-
-
boorzuur (w), CaSO4 (w of s), broomzout (w of s)
Vorming Carnalliet
-
-
slib (s)
1e ontwateringsstap
-
-
pekelspui (w)
2e ontwateringsstap
CO2, CO, NOx, HC’s, CHC’s, SHC’s, dioxines, HCl (g)
NOx, HC’s, CHC’s, SHC’s, dioxines, HCl
-
3e ontwateringsstap
CO2, CO, NOx (g)
NOx
slib (s)
Elektrolyse
-
-
slib (s)
nabehandeling Magnesium
HC’s, CHC’s, dioxines, SF6 of SO2 (g)
HC’s, CHC’s, dioxines, SF6, SO2
slib (s)
nabehandeling Chloor
HC’s, CHC’s, SHC’s, dioxines, Cl2 (g)
HC’s, CHC’s, dioxines, Cl2
-
Chloor opslag
Cl2 (g)
Cl2
-
Ethyleen transport
C2H4 (g)
C2H4
-
Ethyleen chlorinering
-
-
-
EDC zuivering en opslag
HC’s, CHC’s, Cl2, C2H4, EDC (g)
KWS, CHC’s, Cl2, C2H4, EDC
-
SHC’s,
aggregatietoestand: g: gasvormig v: vloeistof w: in water s: vast (of waterige slurry) Per processtap zijn de mogelijke reguliere emissies vermeld. Zowel de emissies met als zonder emissiebeperkende maatregelen worden gegeven. Dit overzicht beperkt zich tot de keten zoutwinning - magnesiumproductie - EDC productie en transport. Ook vast afval en afvalwater dat in principe nog verder wordt verwerkt, wordt in deze tabel benoemd.
1.10
Incidentele emissies Ter afsluiting van dit hoofdstuk wordt beknopt ingegaan op het mogelijk optreden van incidentele emissies. Bij het maken van de uiteindelijke proceskeuze zijn veiligheidsaspecten, zoals het risico op het optreden van incidentele emissies, van groot belang. Deze zullen in een feasibility study aan de orde moeten komen. In de onderstaande matrix zijn de belangrijkste punten benoemd waaraan in dit kader aandacht moet worden besteed. Per processtap is beschouwd welke incidenten kunnen optreden en welke emissies daarbij kunnen vrijkomen. Per mogelijk incident worden de directe effecten aangegeven.
bijlage 1
- 24 -
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
Er kan geen uitspraak worden gedaan over de kans op het voorkomen van een incident, omdat dit in hoge mate afhangt van de maatregelen die zullen worden getroffen. Op de ernst van de eventuele effecten bij het vrijkomen van bepaalde stoffen op de omgeving wordt elders ingegaan. De aandachtspuntenmatrix (tabel 7) kan hierbij worden gebruikt als hulpmiddel of leidraad bij het vaststellen van de risico’s van de beschouwde processen voor de omgeving. In de tabel zijn de veiligheidsaspecten met betrekking tot een ethyleenleiding niet opgenomen. In dit kader wordt opgemerkt, dat in geval van verbruik van grotere hoeveelheden ethyleen, bij transport per pijpleiding in het algemeen sprake is van een kleinere kans is op incidentele emissies dan bij vervoer per as of schip.
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
bijlage 1
- 25-
Tabel 7 Aandachtspuntenmatrix (mogelijke incidentele emissies productieketen Mg- en EDC-productie) Processtap
Incident
Voor de directe effecten (schaal 1-15) wordt verwezen naar de legenda van deze tabel 1
Processtap:
2
3
4
5
6
+
+
7
8
9
10
11
12
13
14
15
+
+
Incident:
Zoutwinning
Misoperatie of aantasting integriteit installatie
+
Pekeltransport
Misoperatie of aantasting integriteit installatie
+
Aangraving leiding
+
Misoperatie of aantasting integriteit installatie
+
Mg-Productie Voorbewerking
Misoperatie transport/overslag Vorming van carnalliet
Misoperatie of aantasting integriteit installatie
+
+
+
+
+
+
+
Misoperatie transport/overslag
+ +
Disfunctioneren sproei-installatie
+
Inlekken lucht evaporator
+
1e ontwateringsstap
Misoperatie of aantasting integriteit installatie
2e ontwateringsstap
Misoperatie of aantasting integriteit installatie
+
+
+ +
Misoperatie transport/overslag 3e ontwateringsstap Elektrolyse
+
+ +
Misoperatie of aantasting integriteit installatie
+
Misoperatie of aantasting integriteit installatie
+
+
+ +
Contact magnesium met water Nabehandeling magnesium Nabehandeling chloor
+
Contact magnesium met lucht
+
+
Contact magnesium met water
+
+
Contact magnesium met lucht
+
+
Misoperatie of aantasting integriteit installatie
+
Chloor opslag
Misoperatie of aantasting integriteit installatie
+
Ethyleen transport
Misoperatie of aantasting integriteit installatie
EDC-Productie
Aangraving leiding Directe chlorering
Misoperatie of aantasting integriteit installatie
EDC zuivering en opslag
Misoperatie of aantasting integriteit installatie
bijlage 1
- 26 -
+
+ +
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
+
+
+
+
+
+
+
Legenda bij tabel 7 Directe effecten Hieronder valt het vrijkomen van: 1. pekel van magnesiumzouten en/of kalium- en natrium zouten, naar bodem of oppervlaktewater; 2. spoel/regeneratie-vloeistof, naar bodem of oppervlaktewater; 3. calciumchloride pekel, naar bodem of oppervlaktewater; 4. calciumsulfaat, naar bodem of oppervlaktewater; 5. gesmolten zout, als zoutkristallen naar bodem of oppervlaktewater; 6. moederloog, als zoutkristallen naar bodem of oppervlaktewater; 7. elektrolyt, als zoutkristallen naar bodem of oppervlaktewater. Mogelijke verontreiniging met gechloreerde koolwaterstoffen; 8. aerosolen van zoutkristallen; 9. natronloog, naar bodem of oppervlaktewater; 10.chloor, naar lucht of oppervlaktewater; 11.magnesiumoxide, naar bodem; 12.EDC, naar lucht of oppervlaktewater; 13.ethyleen, naar lucht of oppervlaktewater. Directe vervolgeffecten hieronder valt het: 14. ontstaan van brand/ explosie; 15. vorming waterstofgas. Toetsing: +: mogelijk vrijkomen van betreffende stof of optreden van betreffend effect.
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
bijlage 1
- 27-
BIJLAGE 2
BEGRIPPENLIJST
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
bijlage 2
- 1-
In deze bijlage zijn enkele begrippen nader toegelicht. De opgenomen begrippen komen weinig voor of hebben in het kader van dit project een bijzondere betekenis. Begrip - adsorptie - Aldel - Aldel-convenant (1996)
- Antheus MDPD
- Argon - werkgroep Antheus
- BEES - CFK - C2H4 - CH4 - chlorinator - Cl2 - coaguleren - compenserende maatregel - congestieproblematiek - convergeren (mijnbouw) - conversiegraad - CPR-richtlijnen - C-PVC - derivaat - dioxines - drooglegging - ecosysteem - EDC - effluent bijlage 2
-2-
Betekenis binding van een stof aan de oppervlakte van een andere stof de aluminiumsmelter en gieterij Aldel (afkorting voor: Aluminium Delfzijl) in Delfzijl een overeenkomst, gesloten tussen: Koninklijke Hoogovens, Aldel, de Provincie Groningen, de Gemeente Delfzijl, de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM) en de Ministeries van Economische Zaken, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Groningen Seaports. Beoogd wordt de industriële versterking van het gebied rondom Aldel te Delfzijl, teneinde daar een sterkere economische structuur met meer werkgelegenheid tot stand te brengen het projectbureau bij de NOM dat m.b.v. projectteam (Antheus Magnesium Development Program Delfzijl) zich richt op de realisatie van een magnesiumindustriecluster. In Antheus MDPD werken samen de NOM, Nedmag, Hoogovens Technical Services (HTS) en het ministerie van EZ. inert gas als dekgas gebruikt bij thixomolding van magnesium. onderdeel van de projectorganisatie Antheus: werkgroep die zich aanvankelijk bezighield met het aantrekken van aluminiumgerelateerde bedrijven, maar deze doelstelling later verruimde, waardoor ook magnesium-gerelateerde activiteiten binnen het werkveld vielen. De werkgroep Antheus is begeleider van de totstandkoming van dit rapport. Besluit Emissie Eisen Stookinstallaties chloorfluorkoolstoffen etheen methaan procesapparaat waarin onder een chlooratmosfeer bij hoge temperatuur carnalliet kan worden ontwaterd chloorgas samenvlokken, stollen maatregel om de nadelige invloeden van de voorgenomen activiteit op een andere plaats te compenseren fileproblematiek inwaarts gericht verplaatsen van zout (richting caverne) mate van omzetting richtlijnen van de Commissie ter Preventie van Rampen gechloreerd polyvinylchloride stof die uit andere stoffen kan worden verkregen chemische stof samengetrokken uit (polychloor)di(benzoparadi)oxine afstand tussen slootpeil en maaiveld geheel van planten- en dierengemeenschappen in een territorium, beschouwd in een wisselwerking met milieufactoren 1,2-dichloorethaan (grondstof voor o.a. PVC-productie) uitgaande waterstroom Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
- EHS - emissie - estuarium - ethyleen - exotherm - externe werking
- ferrichloride - HCFK - HFK's - immissie - ingots - katalysator - kwel - kWh - KWS - lithostatische druk - magnesium-gerelateerde activiteiten - m.e.r. - MER - Metal Parc Delfzijl - Mg - MgCl2 - MgAl-legeringen - mitigerende maatregel - NER - NO - N2 O - NO2 - NOx - (in) ondermaat (aanwezig) - pekel - PFK's - PKB - ppm - precipiteren - prefeasability - primaire magnesiumgerelateerde activiteiten
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
ecologische hoofdstructuur (uit het natuurbeleidsplan) uitstoot, het in het milieu brengen wijd uitlopende, trechtervormige riviermond etheen (C2H4), brandbaar gas, grondstof voor o.a. EDC warmte afgevend het verbod om een beschermd natuurmonument te schaden geldt niet alleen voor de eigenaren en gebruikers binnen het aangewezen gebied, maar ook voor degenen die daarbuiten gelegen gronden gebruiken op een voor het natuurmonument schadelijke wijze FeCl3, mogelijke katalysator in directe chlorinering van ethyleen chloor-fluor-koolwaterstof fluorkoolwaterstoffen inworp van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen (belasting van het milieu met verontreinigingen) staven, broodjes stof die (zonder daarbij zelf blijvend veranderd te worden) een chemisch proces bespoedigt of vertraagt opwaarts gerichte grondwaterstroming kilowattuur koolwaterstoffen gronddruk ten gevolge van het gewicht van bovenliggende lagen 'primaire en secundaire magnesium-gerelateerde activiteiten' gezamenlijk; het magnesium-industriecluster milieu-effectrapportage milieu-effectrapport onderdeel van industrieterrein Oosterhorn, locatie waar de industriële onderdelen van de magnesium-gerelateerde activiteiten worden gerealiseerd magnesium magnesiumchloride legeringen van magnesium en aluminium maatregel ter beperking/voorkoming van effecten Nederlandse Emissie Richtlijn stikstofmonoxide lachgas stikstofdioxide stikstofoxiden (NO en NO2) niet voldoende aanwezig voor volledig wegreageren overige reactiecomponenten, een in ondermaat aanwezige stof zal volledig kunnen wegreageren zout-oplossing (hier veelal: magnesiumchloride-oplossing) volledig met fluor gehalogeneerde koolwaterstofverbindingen met maximaal drie koolstofatomen Planologische Kernbeslissing parts per million (chemisch) doen neerslaan vooraf toetsen van de haalbaarheid/uitvoerbaarheid activiteiten die een directe relatie hebben met de productie van magnesium op de locatie Metal Parc Delfzijl en waarvan de realisatie actief door Antheus MDPD wordt nagestreefd. bijlage 2
- 3-
- PVC - refining furnace - RO - SCR-unit - secundaire magnesiumgerelateerde activiteiten
- SF6
- skimmen - SO2 - solution mining - sqeeze (mijnbouw) - synergie - tailor made - tektoniek - t/j - Tweede Maasvlakte - VCM - winlocatie
bijlage 2
-4-
Hiertoe kunnen behoren: de (extra) winning van magnesiumzout in Veendam de aanleg van een pekelleiding tussen Veendam en Delfzijl de aanleg van een ethyleenleiding naar Delfzijl de realisatie van een magnesiumfabriek de realisatie van magnesiumbewerking (legeringen) het oprichten van een chloorverwerkende EDC- of VCM-fabriek polyvinylchloride, chloorhoudende kunststof procesapparaat waarin onder een chlooratmosfeer bij hoge temperatuur carnalliet kan worden ontwaterd Ruimtelijke Ordening: het organiseren van het gebruik van bodem en leefmilieu unit waarin met behulp van selectieve katalytische reductie een gasstroom gezuiverd kan worden van NOx activiteiten die als gevolg van de realisatie van de "primaire magnesium gerelateerde activiteiten" worden gerealiseerd. Bij de realisatie van deze activiteiten is Antheus MDPD minder betrokken. De belangrijkste drijfveer achter de realisatie zijn de individuele ondernemers. Bij secundaire magnesiumgerelateerde activiteiten moet vooral worden gedacht aan: verdere bewerking van magnesium(legeringen) recycling van magnesiummetalen productie van chloorderivaten (zonder ethyleen) en de verdere bewerking hiervan verdere bewerking van EDC of VCM productie van ethyleenderivaten (zonder chloor) en de verdere bewerking hiervan zwavelhexafluoride, gas dat vooralsnog wordt gebruikt als dekgas bij magnesium-productie, gas met een sterk broeikaseffect. Verwacht wordt dat dit gas in het volgend decennium wordt vervangen door SO2. afromen zwaveldioxide, gas dat mogelijk alternatief vormt voor SF6 bij magnesium-productie het winnen van ondergronds zout door dit in water op te lossen en op te pompen uitpersen van stoffen samenwerking, samengaan speciaal aangepast voor een toepassing verstoring in de ligging van de aardlagen ton per jaar geplande industriële uitbreidingslocatie in zee, voor de kust bij Rotterdam. vinylchloride-monomeer (grondstof voor onder meer PVCproductie) plaats waar het magnesiumchloride wordt gewonnen
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
bijlage 2
- 5-
Antheus/Milieu Effecten Inventarisatie
Ml-Mr980677
bijlage 2