English version below Anonieme samenvatting reacties marktconsultatie inzake de te vergunnen banden voor mobiele communicatie Het Directoraat-generaal Energie en Telecom (hierna DGET) van het Ministerie van Economische zaken heeft op 19 december 2006 een consultatiedocument, inzake de uit te geven banden voor mobiele communicatie, gepubliceerd. De consultatie sloot 31 januari 2007 en bood belanghebbenden de mogelijkheid om schriftelijk hun visie en positie kenbaar te maken. In totaal hebben zestien partijen van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Twaalf daarvan zijn netwerkoperators , drie partijen zijn hardwarefabrikant en de laatste partij valt in de categorie overig. Voor DGET zijn deze reacties een belangrijke bron van informatie en ze zullen dan ook in overweging genomen worden bij het opstellen van het beleidsvoornemen. Omdat het merendeel van de partijen aangegeven heeft dat hun reactie volledig vertrouwelijk is, is besloten om alleen een anonieme samenvatting van de reacties te publiceren. Momenteel is DGET bezig met het bepalen van het beleid voor deze vergunningen, waarbij ook de uitkomsten van de marktconsultatie in de overwegingen worden meegenomen. Hierbij zal aan de NMa en OPTA een advies gevraagd worden met betrekking tot de mededinging. Wanneer dit tot beleidsvoornemens is verwerkt worden de beleidsvoornemens in het Overlegorgaan Post & Telecom (OPT) naar verwachting in juni 2007 besproken. Hieronder wordt per vraag een korte samenvatting van de antwoorden gegeven. 1. Bent u voornemens om spectrum in de 2500 – 2690 MHz en/of de 2010 – 2019,7 MHz frequentiebanden te verwerven? Negen partijen geven aan voornemens te zijn spectrum te verwerven, vier partijen geven aan dit niet van plan te zijn. De overige drie partijen geven aan dat dat op dit moment nog niet duidelijk is. a) Zo ja, hoeveel denkt u minimaal nodig te hebben? De partijen die voornemens zijn spectrum te verwerven geven aan een totale minimale spectrumbehoefte te hebben van 246 MHz. Daarvan vallen drie partijen in de range 5 tot 20 Mhz, vier partijen in de range 20 tot 40 MHz en de overige twee partijen willen 40 MHz of meer. b) Hoeveel spectrum wilt u idealiter verwerven? De partijen die voornemens zijn spectrum te verwerven geven aan een totale spectrumbehoefte van 425 MHz te hebben. Daarvan vallen twee partijen in de range 10 tot 30 Mhz, drie partijen in de range 30 tot 50 MHz en de overige vier partijen willen 50 MHz of meer. 2. Wat is voor u de minimaal werkbare kavelgrootte? a) Hoe staat u tegenover een kavelgrootte van (2x) 5 MHz? Tien partijen geven aan dat een kavelgrootte van 5 MHz voor hen een werkbare indeling is. Hierbij wordt wel opgemerkt dat kavels aangesloten moeten kunnen worden. Twee van hen specificeren hun antwoord: één geeft aan dat er naast kavels van 5 MHz ook kavels van 30 MHz aangeboden moeten worden en de andere partij geeft aan dat kavels van 10 MHz net zo wenselijk zijn als kavels van 5 MHz. Vier partijen spreken (nog) geen voorkeur voor de kavelgrootte uit en twee partijen kiezen voor een afwijkende grootte te weten 8 en 20 MHz. 3. Maakt het voor u uit of dit Frequency Division Duplex (FDD) of Time Division Duplex TDD is? a) Zo ja, waar gaat uw voorkeur naar uit? Zeven partijen geven aan voorkeur te hebben voor TDD, drie partijen voor FDD en de overige partijen geven aan geen voorkeur te hebben of interesse te hebben in beide.
b) Hoe staat u tegenover de FDD-TDD indeling van de ECC/DEC/(05)05? Deze vraag wordt door twee partijen beantwoord; beiden geven aan dat de ECC Decision niet voldoende ruimte biedt aan de vraag naar TDD. 4. Welk(e) standaard(en) of systeem(en) voor mobiele communicatie wilt u gebruiken? Acht partijen noemen hier mobiel WiMAX, twee partijen spreken een voorkeur uit voor de IMT2000 familie en twee partijen geven aan dat ze een combinatie van deze twee willen. Er is een partij die COFDM wil gaan gebruiken. De overige partijen hebben (nog) geen voorkeur. a) Welke toepassing(en) wilt u daarmee gaan aanbieden? De diensten die partijen aan willen bieden zijn divers. Voorbeelden zijn voice, mobiel breedband internet, mobiele video, camerabeelden en innovatieve multimedia toepassingen. 5. Vergunningen worden verleend voor een bepaalde termijn. a) Wat is de minimale termijn waarvoor u een vergunning nodig denkt te hebben? De minimale termijn die door de partijen wordt genoemd varieert van 1 tot 20 jaar. Negen hiervan zitten tussen de 12 en 20 jaar; drie partijen tussen de 1 en 10 jaar; twee partijen geven aan geen minimale termijn te kunnen geven en twee partijen beantwoorden de vraag niet. b) Welke termijn heeft uw voorkeur? De gewenste looptijd die door de partijen wordt genoemd varieert van 5 jaar tot een oneindige vergunning. Dat laatste wordt door vijf partijen genoemd. Vijf partijen vallen in de range 15-30 jaar. Er zijn twee partijen die minder dan 15 jaar een gewenste looptijd vinden. Vier partijen noemen ook geen gewenste termijn. 6. Bent u het er mee eens dat er, conform de Nota Frequentiebeleid 2005, geen andere specifieke verplichtingen (bijvoorbeeld met betrekking tot roll out) aan de vergunning verbonden dienen te worden? Er zijn drie partijen die aangeven dat ze geen andere verplichtingen aan de vergunning willen verbonden willen zien. Zes partijen zijn het hier niet mee eens. Zeven partijen beantwoorden de vraag niet. a) Zo nee, welke verplichtingen acht u noodzakelijk en wat is daarvoor uw onderbouwing? De zes partijen hebben aangeven dat ze wel een extra verplichting willen. Dit om te voorkomen dat het spectrum voor strategische doeleinden verworven zal worden, zonder dat er gebruik van wordt gemaakt. De alternatieven die worden aangedragen variëren van een ‘build-it’ verplichting en een ingebruikname verplichting tot een zware roll out verlichting. 7. De frequentieruimte dient per januari 2008 verdeeld te worden. Voorziet dit in uw behoefte aan frequentieruimte? Drie partijen geven aan dat de verdeling van de frequentieruimte te vroeg komt en één partij dat het te laat is. Voor de overige partijen is januari 2008 een goed moment. 8. Is er nog ander spectrum dat relevant is om in de beschouwingen mee te nemen en dat in deze periode (opnieuw) beschikbaar komt? Welke frequenties betreft dit? Acht partijen geven aan dat ze ook naar andere banden kijken. Alle banden die genoemd worden staan ook in het consultatiedocument. Een partij noemde de WAPECS banden in het algemeen.
9. Zijn er nog andere punten die u in het kader van deze consultatie naar voren wilt brengen? Hier werden het mogelijk verstoren van het level playing field in de markt voor mobiele communicatie, het antennebeleid, het eventueel beperken van de maximaal te verwerven hoeveelheid spectrum door een partij en het uitgeven van een vergunningsvrij kavel voor innovatieve toepassingen als aandachtspunten genoemd. Mocht u na aanleiding van deze samenvatting nog vragen dan kunt u contact opnemen met Stefan Koreneef (
[email protected] - 070 379 8130) of Geert Jan Visser (
[email protected] – 070 379 8062).
Anonymous summary of market consultation responses regarding the licensing of frequency bands allocated for mobile communications This is an unofficial translation; in the event of any discrepancy between this English version and the Dutch original, the latter will take precedence. On 19 December 2006, the Directorate-General of Energy and Telecommunication (DGET) of the Ministry of Economic Affairs published a consultation document regarding the bands to be allocated for mobile communication. The consultation ended on 31 January 2007 and invited interested parties to indicate their view and position in writing. A total of sixteen parties took advantage of this opportunity. Of these, twelve are network operators, three are hardware manufacturers and one is in the miscellaneous category. These responses are an important source of information for DGET and will be taken into consideration when the policy intentions are drawn up. Because most parties have indicated that their response was entirely confidential, it has been decided that only an anonymous summary of the responses will be published. DGET is currently determining the policy for these licences, which will also take into account the results of the market consultation. The Dutch Competition Authority (NMa) and the regulatory body Opta will be asked for recommendations regarding competition. When this has been incorporated into the policy intentions, these will be discussed by the Post & Telecommunication Consultation Commission (OPT), probably in June 2007. A brief summary of the answers for each question is given below. 1. Do you intend to acquire spectrum in the 2500-2690 MHz and/or 2010-2019.7 MHz frequency bands? Nine parties indicated they intended to acquire spectrum, four parties indicated they did not. The other three parties indicated that it was not yet clear at this time. a) If so, how much do you think you will need, at a minimum? The parties intending to acquire spectrum indicated a total minimum spectrum requirement of 246 MHz. Of these, three parties were in the 5 to 20 MHz range, four in the 20 to 40 MHz range and other two wanted 40 MHz or more. b) How much spectrum would you ideally like to acquire? The parties intending to acquire spectrum indicated a total spectrum requirement of 425 MHz. Of these, two parties were in the 10 to 30 MHz range, three in the 30 to 50 MHz range and other four wanted 50 MHz or more. 2. What is the minimum workable lot size for you? a) What is your view a lot size of (2x) 5 MHz? Ten parties indicated that a lot size of 5 MHz was a workable configuration for them. It should be noted that it must be possible to connect lots. Two of them specified their answer: one indicated that in addition to 5 MHz lots, 30 MHz lots should also be offered and the other party indicated that 10 MHz lots are as desirable as 5 MHz lots. Four parties did not express, or have not yet expressed, a preference for a lot size and two parties opted for different lot sizes: 8 and 20 MHz.
3. Is it important to you whether this is Frequency Division Duplex (FDD) or Time Division Duplex (TDD)? a) If so, what is your preference? Seven parties indicated a preference for TDD, three for FDD and the others indicated they had no preference or interest in either. b) How do you view the FDD-TDD configuration by ECC/DEC/(05)05? This question was answered by two parties; both indicated that the ECC Decision does not provide sufficient space for the demand for TDD. 4. Which standards or systems for mobile communication do you want to use? Eight parties mentioned mobile WiMAX, two expressed a preference for the IMT-2000 family and two indicated that they wanted a combination of the two. One party wanted to use COFDM. The other parties did not have a preference, or do not have one yet. a) What applications do you want to offer with it? The services the parties want to offer are varied. Examples include voice, mobile broadband Internet, mobile video, camera images and innovative multimedia applications. 5. Licences are granted for a defined period. a) What is the minimum period for which you think you will need a licence? The minimum period mentioned by the parties varies from 1 to 20 years. Nine of them were between 12 and 20 years; three between 1 and 10 years; two parties indicated they were not able to indicate a minimum period and two parties did not answer the question. b) What period do you prefer? The desired period mentioned by the parties varies from 5 years to an infinite licence. The latter was mentioned by five parties. Five parties are in the 15-30 year range. There are two parties that consider less than 15 years a desirable period. Four parties did not mention a desired period. 6. Do you agree that in accordance with the 2005 Frequency Policy Document there are no other specific obligations (e.g., regarding rollout) that need to be associated with the licence? Three parties indicated that they did not wish to have other obligations associated with the licence. Six parties did not agree. Seven parties did not answer the question. a) If not, what obligations do you consider necessary? Why? The six parties indicated that they did in fact want an additional obligation. This would be to prevent the spectrum being acquired for strategic purposes without being used. The alternatives presented vary from a ‘build it’ obligation and an obligation to put the spectrum into service to a strict rollout obligation. 7. The frequency space must be distributed as of January 2008. Does this meet your needs for frequency space? Three parties indicated that the frequency space is being distributed too soon and one party believes it is too late. January 2008 is an appropriate time for the other parties.
8. Is there other spectrum that is relevant and needs to be considered in the deliberations that will become available (again) in this period? Which frequencies?Eight parties indicated that they were also looking at other bands. All bands mentioned are in the consultation document as well. One party mentioned the WAPECS bands in general. 9. Are there other points you wish to present as part of this consultation? Issues mentioned were potential disruption of the level playing field in the market for mobile communications, the national antenna policy, possible restrictions on the maximum amount of spectrum to be acquired by one party and the issuing of a licence exempt allotment for innovative applications. If you have any further questions about this summary, please contact Stefan Koreneef (
[email protected] - +31 70 379 8130) or Geert Jan Visser (
[email protected] – +31 70 379 8062).