bezoekadres
postadres
Marnixkade 109
Postbus 15262
1015 ZL Amsterdam
1001 MG Amsterdam E
[email protected] T +31 (0)20 589 83 83 F +31 (0)20 589 83 00 W www.motivaction.nl
Consumentenbehoeften Mobiele communicatie - Eindrapportage -
Ministerie van Economische Zaken Ministerie van Economische Zaken
Amsterdam, december 2007 Projectnummer: K1184 drs. Jeroen Senster ing. Erik de Kort
Bankrelatie: Rabobank 3447.44.817, IBAN: NL77 RABO 0344 744 817, BIC/SWIFT: RABONL2U. Motivaction International B.V. KvK Amsterdam: 33289976. Prijsopgaven en leveringen geschieden conform de Leveringsvoorwaarden gedeponeerd ter Griffie van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam.
Dit rapport is opgesteld door Motivaction International B.V. Wij verzoeken de opdrachtgever bij publicatie Motivaction als bron te vermelden. Voor de opdrachtgever zijn een exemplaar van de bij dit onderzoek gehanteerde vragenlijst en gedetailleerde onderzoekstechnische informatie op aanvraag beschikbaar.
Inhoudsopgave 1 Beschrijving van het onderzoek 1.1 Achtergrond en doelstelling 1.2 Methode van onderzoek 1.3 Steekproefbeschrijving consumenten
3 3 5 7
2 Resultaten van het onderzoek (consumenten) 2.1 Beschikbaarheid communicatiemiddelen 2.2 Gebruik van communicatiemiddelen 2.2.1 Mobiele telefoon 2.2.2 Via welke apparaten wordt toegang verkregen tot internet 2.2.3 Internetten thuis 2.3 Zakelijk versus privé 2.4 Meningen over en ervaringen met mobiel breedband 2.5 Toekomstig gebruik van mobiel breedband 2.6 Koopbereidheid en prijsgevoeligheid 2.7 Segmenten
9 9 13 13 17 20 22 25 32 36 39
3 Internationale vergelijking (consumenten) 3.1 Inleiding 3.2 Resultaten
42 42 42
4 Samenvatting en conclusies (consumenten) 4.1 Samenvatting van de belangrijkste resultaten 4.2 Conclusies – terugkoppeling naar de centrale onderzoeksvragen
45 45 47
5 Grootzakelijke beslissers 5.1 Inleiding 5.2 Resultaten
50 50 50
Bijlage 1 : Propensity sampling en weging
52
Bijlage 2 : Vorming van segmenten
54
2
1
Beschrijving van het onderzoek In opdracht van het Ministerie van Economische Zaken heeft Motivaction International B.V. een kwantitatief onderzoek uitgevoerd naar de behoeften van de Nederlandse consument ten aanzien van mobiele communicatietoepassingen in het algemeen en (breedband) mobiel internet in het bijzonder.
1.1
Achtergrond en doelstelling
Het Directoraat Energie en Telecom (DGET) van het Ministerie van Economische Zaken is voornemens om in het eerste kwartaal 2008 vergunningen uit te geven voor mobiele telecommunicatietoepassingen in de 2,6 GHz-band. Deze frequentieband is internationaal aangewezen als uitbreiding voor UMTS en ook geschikt is voor bijvoorbeeld Wimax. In 2008 zal een veiling hiertoe worden uitgeschreven. Naar aanleiding hiervan heeft Motivaction een onderzoek uitgevoerd naar de behoefte van de Nederlandse consument aan mobiele telecommunicatie, waarbij de volgende onderzoeksvragen zijn meegenomen: 1) Wat zijn de wensen en behoeften van de Nederlandse consumenten (particulier en zakelijk) ten aanzien van mobiele telecommunicatie in het algemeen en (breedbandig) mobiel internet in het bijzonder. 2) Welke internationale trends zijn te onderscheiden in de behoeften van consumenten ten aanzien van mobiele telecommunicatietoepassingen in het algemeen en (breedbandig) mobiel internet in het bijzonder? 3) Welke mogelijke toepassingen en diensten van (breedbandig) mobiel internet zijn voor de Nederlandse consument interessant? 4) Welke nieuwe toepassingen kunnen het gebruik van (breedbandig) mobiel internet stimuleren? N.B. De reikwijdte voor bovenstaande vragen en bijhorende antwoorden is de periode 2007-2011. Gelijktijdig met dit onderzoek onder consumenten heeft Yankee Group een marktanalyse uitgevoerd en internationale data ter beschikking gesteld met de focus op internationale ontwikkelingen en ontwikkelingen aan de aanbodzijde. De internationale data zijn gebruikt om de Nederlandse data in internationaal perspectief te plaatsen. Dit is terug te vinden in hoofdstuk 3 van dit rapport. Het in kwantitatieve zin meten van wensen en/of behoeften van consumenten ten aanzien van nieuwe producten of diensten via rechtstreekse ondervraging is moeilijk. Er is nauwelijks sprake van onvervulde behoeften omdat het iets heel nieuws betreft. De daadwerkelijke vraag wordt in sterke mate bepaald door het aanbod in termen van inhoud, apparatuur en prijs. Het is te vergelijken met de opkomst van mobiele telefonie in de jaren 90. Onderzoek in de eerste helft van de jaren 90 toonde aan dat er slechts in beperkte
3
mate echt behoefte bestond aan deze nieuwe dienst. Met behulp van zeer aantrekkelijke aanbiedingen hebben de aanbieders de markt geopend of wellicht moeten we zeggen, gevormd. Toen eenmaal een bepaalde penetratie bereikt was, ging het erg snel. Een vergelijkbare ontwikkeling is in Nederland te zien geweest bij internet. Wie had 10 jaar geleden durven voorspellen dat in 2007 ruim 80% van de huishoudens toegang tot internet zou hebben? Was er een duidelijke behoefte? Wel kan er sprake zijn van een achterliggende behoefte: communiceren, belevenissen willen delen, bij een community horen et cetera.. De vraag naar mobiel internet in de komende jaren zal dan ook in sterke mate bepaald worden door hetgeen daadwerkelijk aangeboden wordt door de markt. Hierbij moet wel rekening gehouden worden met het reeds genoemde feit dat de internetpenetratie thuis in Nederland erg hoog is. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld een land als Japan, waar de penetratie veel lager is en het gebruik van mobiel internet juist hoog is. Een hoge (breedband) internetpenetratie kan betekenen dat de behoefte aan mobiele breedband communicatie lager is. Van Dale beschrijft een ‘behoefte’ als ‘het nodig zijn’. De vraag kan gesteld worden of de consument de nieuwe mogelijkheden van mobiel breedband echt nodig heeft of dat de vraag beter geformuleerd kan worden als ‘In welke mate zal de Nederlandse consument de nieuwe mogelijkheden van mobiel breedband gaan bekijken en gebruiken?’. Gezien de snelheid waarmee ontwikkelingen plaats vinden achten wij deze vraag reëler. In het onderzoek is dan ook veel aandacht besteed aan de mate waarin de Nederlandse consument de ontwikkelingen in de afgelopen jaren heeft geaccepteerd en is gaan gebruiken en specifiek welke van de aangeboden toepassingen het meest aanspreken. Bij de vertaling van de probleemstelling naar een vragenlijst is dan ook gekozen voor een aanpak waarbij vanuit het huidige gebruik van de mobiele telefoon en internet thuis, geredeneerd is naar het gebruik van nieuwe mogelijkheden van mobiel breedband in de toekomst. Dus meer vanuit interesse dan behoefte. De combinatie van de antwoorden op deze vragen kunnen een goede indicatie geven van de toepassingen waarvoor Nederlandse consumenten het meest gevoelig zullen zijn en die dus het beste als eerste aangeboden kunnen worden aan de consument. Op basis van het bovenstaande heeft Motivaction een onderzoek uitgevoerd naar de te verwachten ontwikkelingen op de markt voor breedbandig mobiele communicatie. Waar mogelijk is een onderscheid gemaakt tussen de (particuliere) consument en de zakelijke klant.
4
1.2
Methode van onderzoek
Het onderzoek is uitgevoerd in twee fasen: I. II
Onderzoek onder consumenten Onderzoek onder (groot)zakelijke beslissers
1.2.1 Onderzoek onder consumenten Het onderzoek onder consumenten geeft inzicht in de manier waarop de Nederlandse consument op dit moment gebruik maakt van internet en van mobiele telefonie, welke internettoepassingen men graag ook mobiel zou willen gebruiken en de verwachtingen ten aanzien van mobiele toepassingen voor de toekomst. Het betreft hier een kwantitatief onderzoek. Onderzoeksmethode en -opzet Het kwantitatieve onderzoek onder consumenten is afgenomen door middel van het internet, ofwel CAWI (Computer Assisted Web Interviewing). Deze methode geeft respondenten de gelegenheid de vragenlijst in alle rust en in eigen tempo in te vullen op een zelfgekozen moment. Daarnaast hebben respondenten de neiging via internet minder snel sociaal wenselijke antwoorden te geven. Ook het gebruik van antwoordschalen (5-punts of meer) werkt goed omdat de respondent deze visueel voor zich ziet. Doelgroep, steekproef en herweging De primaire onderzoeksdoelgroep bestond uit de Nederlandse bevolking van 14 tot en met 65 jaar. Het onderzoek is uitgevoerd onder leden van StemPunt.nu, het online panel van Motivaction. Alle leden van het panel hebben toegang tot internet. Op dit punt is het panel dus niet representatief voor de Nederlandse bevolking, omdat personen die geen toegang hebben tot internet niet in het panel voorkomen. Gezien het gegeven dat al meer dan 80% van de Nederlandse huishoudens toegang heeft tot internet en dit percentage in de leeftijdsklasse 14 tot en met 65 jaar nog hoger zal zijn, is besloten het onderzoek op de genoemde manier uit te voeren. Bovendien wordt via de steekproeftrekking (vooraf) en herweging (achteraf) het mogelijk effect van het ontbreken van niet-internetters deels ondervangen. De steekproef is getrokken via propensitysampling. Dit wil zeggen dat bij de steekproeftrekking uit het totale panel al rekening wordt gehouden met de samenstelling van de totale bevolking en met de geneigdheid om mee te werken aan onderzoek. Dit om een representatieve steekproef te verkrijgen. Uiteindelijk is een totale netto steekproefgrootte gerealiseerd van n=779 respondenten.
5
Na afloop heeft er een propensityweging plaatsgevonden. Weging gebeurt om (kleine) afwijkingen tussen steekproef en populatie te corrigeren, zodat de steekproef waarover gerapporteerd wordt representatief is voor de achterliggende populatie. Gewogen is op basis van de volgende weegvariabelen: Nielsenregio, opleiding, geslacht, leeftijd en Mentality (zie bijlage 6.1. voor een uitleg). Door de combinatie van steekproeftrekking en weging mag de steekproef als representatief gezien worden voor de achterliggende populatie (Nederlanders van 14 tot en met 65 jaar). In de rapportage wordt dan ook veelal gesproken over deze doelgroep, om redenen van leesbaarheid "Nederlanders" genoemd Veldwerkperiode Het veldwerk voor het onderzoek heeft gelopen van dinsdag 9 oktober tot en met maandag 15 oktober 2007. Vragenlijst De vragenlijst is in nauw overleg met het Ministerie van Economische Zaken opgesteld en bestond uit 43 vragen, waarvan 9 (deels) open vragen. De volgende onderwerpen kwamen aan bod:
-
-
-
Typering respondent Wie betaalt (welk deel van) de kosten voor de mobiele telefoon? Mate van vooruitstrevendheid (innovator, early adopter etc.) Wat voor type apparaat heeft men nu? (Huidig) Gebruik van de mobiele telefoon Welke mogelijkheden heeft de telefoon? Welke mogelijkheden (toepassingen) worden in welke mate/ frequentie gebruikt? (Huidig) gebruik van breedband internet Heeft men breedband internet? Hoe lang al? Welke toepassingen worden in welke mate / frequentie gebruikt? Toekomstig gebruik mobiele apparatuur Welke van de toepassingen die men nu wel op internet gebruikt zou men graag ook op het mobiele apparaat gebruiken? Welke specifieke mobiele toepassingen voorziet men in de toekomst te gaan gebruiken als deze tegen een 'redelijke prijs' worden aangeboden. Prijsdrempels
Steekproefomvang en betrouwbaarheidsmarges De grootte van de steekproef bepaalt de nauwkeurigheid waarmee uitspraken gedaan kunnen worden. Bij een onderzoek gebaseerd op een representatieve steekproef worden uitkomsten verkregen die met inachtneming van bepaalde waarschijnlijkheidsmarges moeten worden geïnterpreteerd. De mogelijkheid is namelijk aanwezig dat de in de steekproef gevonden uitkomsten afwijken van de uitkomsten die zouden zijn verkregen indien de gehele populatie bij het onderzoek zou zijn betrokken. 6
Bij een steekproefomvang van n=779 is de maximale onnauwkeurigheid 3,5% (bij een gewenste betrouwbaarheidsmarge van 95%). Dat wil zeggen dat een gevonden percentage van 50% in de werkelijke populatie tussen de 46,5% en 53,5% kan liggen. Bij een percentage onder of boven de 50% is deze onnauwkeurigheidsmarge kleiner. Voor subgroepen binnen de steekproef waarbij de percentages worden berekend op basis van een kleiner aantal waarnemingen, zijn de marges groter. In verband met het geringe aantal respondenten per afgenomen dienst, dient men daarom voorzichtig te zijn met het interpreteren van de resultaten. 1.2.2. Onderzoek onder (groot)zakelijke beslissers Het onderzoek onder (groot)zakelijke beslissers is gericht op het verkrijgen van een inzicht in de visie van bedrijven op het gebruik van (breedbandig) mobiele communicatie door werknemers. De interviews hebben zich met name gefocust op de visie van de beslissers over de toepassingen en ontwikkelingen van mobiele communicatie en de voorzieningen die daarvoor reeds getroffen of gepland zijn voor de komende jaren. Dit deel van het onderzoek draagt een kwalitatief karakter en is uitgevoerd door een open, telefonische ondervraging van een aantal beslissers inzake mobiele communicatie bij (middel)grote bedrijven in Nederland. De resultaten worden in hoofdstuk 5 besproken.
1.3
Steekproefbeschrijving consumenten
In de tabel op de volgende pagina zijn de kenmerken van de respondenten gegeven op basis van de beschikbare achtergrondvariabelen uit het StemPunt-panel en achtergrondvragen van het onderzoek. De ongewogen aantallen geven de werkelijke verdelingen binnen de steekproef. De gewogen aantallen geven de verdelingen na herweging en mogen als representatief voor de Nederlandse bevolking aangemerkt worden. Deze aantallen zijn ook in de rapportage gebruikt.
7
Tabel 1.3.1
Kenmerken van de steekproef
Kenmerk Geslacht
Leeftijd
Opleiding
Nielsen regio
Gezinsinkomen
Werkzaamheid
Indeling Man Vrouw 14 t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 t/m 65 jaar Lager onderwijs Lager beroepsonderwijs Middelbaar algemeen Middelbaar beroepsonderwijs Hoger algemeen en voorbereidend wetenschappelijk Hoger beroepsonderwijs Universiteit Drie grote steden + randgemeenten Rest West Noord (Gr, Fr, Dr) Oost (Ov, Gldl, Flevopolder) Zuid (Zeeland, NB, Limburg) Beneden modaal Modaal 1 tot 2 keer modaal 2 keer modaal of meer Onbekend Student Eigenaar/directeur Loondienst - bedrijfsleven Loondienst - overheid Tijdelijk zonder werk Arbeidsondergeschikt (Vroeg) pensioen Anders
Ongewogen
Gewogen
45% 55% 19% 14% 20% 25% 22% 3% 15% 26% 10%
51% 49% 19% 19% 23% 22% 17% 4% 14% 17% 9%
18% 16% 21% 12% 34% 12% 19% 23% 23% 22% 17% 14% 25%
25% 17% 4% 14% 29% 10% 22% 25% 24% 23% 15% 13% 25% 16% 7% 35% 16% 5% 8% 4% 9%
8
2
Resultaten van het onderzoek (consumenten) Op de volgende pagina's van dit rapport worden de resultaten gepresenteerd van alle vragen die zijn gesteld in het onderzoek onder consumenten. In de rapportage zijn verschillen tussen subgroepen op leeftijd en geslacht uitsluitend vermeld indien zij significant en relevant zijn. In 2.7 wordt gekeken naar enkele specifieke segmenten in de markt.
2.1
Beschikbaarheid communicatiemiddelen
Het aantal Nederlanders met een mobiele telefoon is in 2007 al hoger dan het aantal Nederlanders dat thuis over een of meerdere vaste aansluitingen beschikt. De penetratie van vaste telefoonaansluitingen ligt op 84% terwijl 91% van de Nederlanders regelmatig gebruikmaakt van een mobiele telefoon. De penetratie van vaste aansluitingen is het laagst in de leeftijdscategorie tot 35 jaar, hetgeen grond geeft aan de verwachting dat deze penetratie in de toekomst verder zal dalen. Een overgrote meerderheid maakt regelmatig gebruik van een mobiele telefoon (91%) en een desktop computer (86%) – zie figuur 2.1.1. De resultaten laten zien dat het regelmatig voorkomt dat men zowel een desktop als een laptop gebruikt. Figuur 2.1.1 Apparaten regelmatig gebruikt (eens per maand of vaker) Welke van de volgende apparaten gebruikt u regelmatig? (Basis: alle respondenten, n=779; meerdere antwoorden mogelijk)
Mobiele telefoon
91%
Desktop (vaste/ bureaucomputer)
86%
Laptop (draagbare computer)
44%
Game Console (spelcomputer thuis)
23%
Draagbare spelcomputer (bv. Gameboy, Sony PSP etc.) Ander draagbaar communicatieapparaat (bv. PDA, Blackberry)
17%
10%
Geen van deze
• •
Laptops zijn populair bij jongeren vanaf 15 jaar Opvallend is de hoge penetratie van spelcomputers in de leeftijdsgroep 35 tot en met 44.
9
•
De PDA’s en Blackberry type apparaten worden het meest gebruikt door Nederlanders in de midden en hogere leeftijdscategorieën.
Van de respondenten die regelmatig (minimaal eens per maand) een mobiele telefoon en/of ander draagbaar communicatieapparaat (bv. PDA, Blackberry) gebruiken, heeft bijna de helft (46%) twee of meer mobiele telefoons of apparaten waarmee hij/zij mobiel kan communiceren (46%). Alhoewel er een lichte relatie is met leeftijd, komt het bezit van meerdere apparaten in alle leeftijdsgroepen voor. De respondenten is gevraagd naar de mogelijkheden op hun mobiele toestel. Tot een mobiel toestel worden de mobiele telefoon en andere mobiele apparaten gerekend waarmee gecommuniceerd kan worden (exclusief speciale navigatieapparaten zoals een TomTom). Eerst is gevraagd van welke diensten op de mobiele telefoon men wel eens gehoord heeft én worden aangeboden in Nederland. Onder "diensten" vallen zowel functies op de telefoon als aparte diensten. De meeste van deze mogelijkheden zijn goed bekend onder de Nederlanders, waarbij met name de functies beter bekend zijn. De bekendheid van de volgende diensten is relatief laag in Nederland: • Beeldbellen 35% kent deze dienst • TV kijken op mobiel 37% • Instant Messaging 49% • Navigatie 50% • Mobiel gebruiken als radio 64% De volledige resultaten zijn te zien in Figuur 2.1.2 op de volgende pagina.
10
Figuur 2.1.2 Bekendheid van diensten en toepassingen Van welke van de volgende diensten met uw mobiele toestel heeft u wel eens gehoord én worden volgens u in Nederland al aangeboden? Versturen en ontvangen van sms-berichten
99% 90% 90%
Foto's maken
82% 88%
Voicemail
81% 85%
Spelletjes spelen
78% 82%
Bluetooth
75% 75%
Mobiel internet
68%
Versturen en ontvangen van e-mail
75% 68%
Mobiel gebruiken voor afspelen van muziek
65%
Foto's en video's versturen met de mobiele telefoon
64%
71% 70% 64% 59%
Mobiel gebruiken als radio 50% 46%
Navigatie met de mobiel Instant messaging (chatten, MSN) TV kijken op de mobiel Beeldbellen
49% 45% 37% 34% 35% 32%
Basis: gebruikt regelmatig een mobiele telefoon en/of een ander draagbaar communicatie-apparaat (bv. PDA, Blackberry), n=714 Basis: alle respondenten, n=779
Vervolgens is gevraagd voor welke diensten (die men kent) het eigen toestel geschikt is. De volgende mogelijkheden zijn op de meeste mobiele telefoons aanwezig (en bekend bij de eigenaar van het apparaat): • • • •
SMS Voicemail Spelletjes Foto's maken
% bezitters mobiel 97% 84% 80% 65%
De volgende mogelijkheden zijn aanwezig bij ongeveer de helft van de mobiele telefoons: 11
• • • • •
Bluetooth Foto's versturen Mobiel internet Versturen/ontvangen e-mail Afspelen van muziek
53% 47% 43% 41% 41%
Ten slotte zijn er een aantal mogelijkheden die in geringe mate aanwezig zijn op de huidige apparaten of niet bekend zijn bij de eigenaren: • • • • •
Mobiel als radio Instant Messaging Beeldbellen Navigatie met de mobiel Tv kijken op mobiel
28% 18% 8% 6% 5%
Toelichting: van alle bezitters van een mobiel toestel (telefoon en/of ander draagbaar communicatieapparaat, zoals PDA, Blackberry) kent 97% de dienst SMS én weet dat dit op zijn/haar apparaat beschikbaar is. Ongeveer een kwart (23%) van de bezitters van een mobiel toestel heeft wel eens de mobiel gebruikt als radio. Van deze personen heeft bijna viervijfde een toestel met ingebouwde FM-ontvanger (79%) – dit is ongeveer 18% van alle bezitters van een mobiel toestel – zie ook paragraaf 2.2: gebruik van communicatiemiddelen. Soort verbinding met internet Nagenoeg alle respondenten die thuis toegang hebben tot het internet, maken verbinding met een ADSL- (48%) of kabelverbinding (46%) – zie figuur 2.1.3. Figuur 2.1.3 Wijze van toegang tot internet Er zijn verschillende manieren om verbinding te maken met het internet. Welke manier gebruikt u thuis het meest om verbinding te maken met het internet? (Basis: heeft thuis toegang tot het internet, n=767)
48%
46%
Via ADSL Via de kabel Via inbellen met de vaste telefoonaansluiting Via UMTS / HDSP A / Mobiele Internet kaart Anders, namelijk… Weet niet / geen antwoord
12
2.2
Gebruik van communicatiemiddelen
2.2.1
Mobiele telefoon
In deze paragraaf wordt de blik gericht op het gebruik van mobiele telefoons en andere draagbare communicatieapparaten zoals PDA en Blackberry. Hiervoor wordt de overkoepelende naam "mobiele toestellen" gebruikt. Indien een respondent de beschikking had over meerdere mobiele toestellen zijn de vragen gesteld over het toestel dat het meest gebruikt wordt. De maandelijkse gebruikskosten van mobiele toestellen variëren sterk. Bijna tweevijfde van de bezitters van een mobiele telefoon betaalt twintig euro of meer (37%) per maand – zie figuur 2.2.1. Figuur 2.2.1 Gemiddelde besteding per maand voor mobiele telefoon Hoeveel Euro wordt er gemiddeld per maand betaald voor deze mobiele telefoon? Het gaat hier om verbruikskosten, dus exclusief de aanschaf van het apparaat. (Basis: gebruikt regelmatig een mobiele telefoon en/of een ander draagbaar communicatie-apparaat [bv. PDA, Blackberry], n=714)
14%
18%
14%
14%
19%
8%
4%
Minder dan 5 Euro
5 tot 10 Euro
10 tot 15 Euro
15 tot 20 Euro
20 tot 30 Euro
30 tot 40 Euro
40 tot 50 Euro
50 Euro of meer per maand
Weet niet / geen idee
6%
Gebruik van de mogelijkheden van het mobiele toestel In paragraaf 2.1 Beschikbaarheid communicatiemiddelen is reeds beschreven welke mogelijkheden van mobiele toestellen men kent en welke volgens de respondenten op het eigen toestel beschikbaar zijn. In het hiernavolgende wordt stil gestaan bij het daadwerkelijke gebruik van deze mogelijkheden. In eerste instantie wordt gekeken naar alle Nederlanders tussen 14 en 65 jaar. De resultaten zijn te vinden in Figuur 2.2.2 Diensten die door 20% of meer van alle Nederlanders een keer per maand of vaker gebruikt worden zijn: • Bellen of gebeld worden • Versturen van sms-berichten • Afluisteren van voicemail • Maken van een foto 13
• • •
Spelletje Gegevens versturen met Bluetooth Maken van een korte video opname.
Figuur 2.2.2 Gebruik van toepassingen mobiele telefoon Hoe vaak gebruikt u elk van de volgende toepassingen via een mobiel toestel?
Bellen of gebeld worden
Versturen van sms-berichten aan familie of vrienden 5% 6% 8% Afluisteren van voice mail Maken van een foto Spelen van een spelletje Gegevens versturen met behulp van Bluetooth
24% 31% 34%
Basis: alle respondenten, n=779
Maken van een korte video opname
12%
43%
5% 10%
Informatiediensten via sms, zoals nieuws, weerbericht, verkeersinformatie
63%
Ringtones (beltonen) of spelletjes ophalen via sms
65%
Versturen van foto's/video's naar een andere mobiele telefoon. Ontvangen van een foto's/video's van een andere mobiele telefoon. Luisteren naar gedownloade muziek
35%
Luisteren naar de radio
MSN-en Mobiel toestel gebruiken om te navigeren Bellen terwijl u de andere persoon op het schermpje ziet Tv-beelden bekijken
10%
14%
10%
36%
4% 10% 7% 4%
36% 35%
5%4%6%
32%
4% 6% 4%
41%
5% 6% 5%
37% 53%
Uploaden van foto's/video's naar een website.
9% 5%
8%
48%
Downloaden van foto's/video's van een website.
18%
9%
11% 8%
41%
Versturen en ontvangen van e-mail
25%
10% 4%
5% 11% 7% 5%
38%
Surfen op internet
11%
8%
10%
13%
22%
9%
18%
6%
22%
16%
11%
19%
7% 4%
26%
15%
9%
10%
33%
17%
21%
18%
8%
48%
21%
19%
32%
4%6%
57%
36%
58%
36%
39% 42% 29% 32%
55% 54% 68% 66%
Nooit
1 keer geprobeerd
Paar keer geprobeerd
Ongeveer eens per maand
Ongeveer eens per week
1 keer per dag
Meer dan 1 keer per dag
Vraag niet gekregen
"Vraag niet gekregen": respondenten zonder mobiele telefoon en respondenten die niet weten dat de betreffende dienst in Nederland wordt aangeboden. Voor bijna alle toepassingen geldt dat er een relatie bestaat met leeftijd: de jongeren maken vaker gebruik van de mogelijkheden van hun mobiele telefoon dan de ouderen. Echter, ook de ouderen maken in grote mate gebruik van de mogelijkheden van hun mobiele toestel(len).
14
In figuur 2.2.3 is dezelfde vraag gepercenteerd op het aantal respondenten dat wel eens van de betreffende diensten op hun mobiele telefoon heeft gehoord en volgens hen al wordt aangeboden in Nederland. Als gekeken wordt naar de twee algemene diensten - e-mailen en internetten kan worden vastgesteld dat driekwart van de Nederlanders met een mobiele telefoon weet dat dit mogelijk is en dat bijna 30% hiervan het minimaal een keer geprobeerd heeft. Figuur 2.2.3 Gebruik toepassingen mobiel als percentage van respondenten die de toepassing kennen
Basis: heeft wel eens van deze dienst op zijn/haar mobiele telefoon gehoord én wordt volgens hem/haar al aangeboden in Nederland
Hoe vaak gebruikt u elk van de volgende toepassingen via een mobiel toestel?
Bellen of gebeld worden, n=714
21%
23%
Versturen van sms-berichten aan familie of vrienden, n=704 5% 6% 9% Afluisteren van voice mail, n=628 Maken van een foto, n=641 Spelen van een spelletje, n=714 Gegevens versturen met behulp van Bluetooth, n=588
23%
20%
14%
7% 13% 8%
14%
9% 6%
11%
4%
14% 5%
17%
63%
59%
7%
14%
16%
54%
9% 5%
27%
25%
45%
53%
Luisteren naar gedownloade muziek, n=506
32%
10%
33%
37%
19% 13%
29%
Maken van een korte video opname, n=641
Luisteren naar de radio, n=456
19%
11%
22%
Versturen van foto's/video's naar een andere mobiele telefoon, n=501
Ontvangen van een foto's/video's van een andere mobiele telefoon, n=501
52%
11%
11% 7% 11%
16%
9%
10% 7%
5% 7% 6% 9% 5%4%
63%
Surfen op internet, n=533
71%
6% 9% 6%4%
Informatiediensten via sms, zoals nieuws, weerbericht, verkeersinformatie, n=704
70%
9% 10% 5%4%
Versturen en ontvangen van e-mail, n=533 Ringtones (beltonen) of spelletjes ophalen via sms, n=704
5% 8%
78%
9%
72%
MSN-en, n=348
88%
Downloaden van foto's/video's van een website, n=501
89%
Uploaden van foto's/video's naar een websiten, n=501
90%
Mobiel toestel gebruiken om te navigeren, n=356
91%
Bellen terwijl u de andere persoon op het schermpje ziet, n=252
89%
Tv-beelden bekijken, n=265
15% 4% 4% 1%
5%
95%
Nooit
1 keer geprobeerd
Paar keer geprobeerd
Ongeveer eens per maand
Ongeveer eens per week
1 keer per dag
Meer dan 1 keer per dag
Vraag niet gekregen
15
Bluetooth blijkt een redelijk veel gebruikte mogelijkheid van mobiele toestellen. Enerzijds weet ongeveer eenderde van de Nederlanders niet wat het is, maar van diegenen die het kennen heeft meer dan de helft er wel eens mee gewerkt. Van de respondenten die wel eens luisteren naar gedownloade muziek met hun mobiele toestel, geeft tweederde aan de muziek op zijn/haar toestel te krijgen met behulp van een USB-kabel naar een computer (66%). Maar ook 41% zegt dit (ook) draadloos te doen met behulp van Bluetooth – zie figuur 2.2.4. Figuur 2.2.4 Muziek op de mobiel Hoe krijgt u de muziek op uw mobiele toestel? (Basis: gebruikt de toepassing 'luisteren naar gedownloade muziek' via een mobiel toestel, n=186; meerdere antwoorden mogelijk) Van een PC met een met een (USB) kabel
66%
Van een PC met Bluetooth (draadloos)
41%
Via het mobiele netwerk
Anders, namelijk…
14%
9%
Een kwart van de Nederlanders die regelmatig een mobiele telefoon en/of een ander draagbaar communicatie-apparaat gebruiken, heeft het afgelopen jaar wel eens muziek, spelletjes, programma's etc. gedownload naar zijn/haar mobiele toestel. Het downloaden van een PC met een USB-kabel komt het meest voor, maar ook de andere manieren, direct via internet of met Bluetooth, komen geregeld voor. – zie figuur 2.2.5.
16
Figuur 2.2.5 Downloaden spelletjes Op welke wijze heeft u dit gedownload? (Basis: heeft het afgelopen jaar wel eens muziek, spelletjes, programmas etc. gedownload naar zijn/haar mobiele toestel, n=178; meerdere antwoorden mogelijk) Van een PC met een (USB) kabel
51%
43%
Via internet direct op de mobiel
32%
Van een PC met Bluetooth Via een andere mobiele telefoon met Bluetooth Anders, namelijk…
2.2.2
22%
4%
Via welke apparaten wordt toegang verkregen tot internet
87% van de Nederlanders is de afgelopen maanden op internet geweest via hun desktop computer en 42% (ook) via hun laptop. Maar ook 14% zegt het internet te hebben bezocht met hun mobiele telefoon en nog eens 5% met een ander draagbaar communicatieapparaat – zie figuur 2.2.6. Figuur 2.2.6 Internet toestellen Met welke van deze apparaten bent u de afgelopen maanden op internet geweest? (Basis: alle respondenten, n=779; meerdere antwoorden mogelijk) Desktop (vaste/ bureaucomputer)
87%
Laptop (draagbare computer)
42%
Mobiele telefoon
Ander draagbaar communicatieapparaat (bv. PDA, Blackberry)
14%
5%
Game Console (spelcomputer thuis) Draagbare spelcomputer (bv. Gameboy, Sony PSP etc.)
Geen van deze
17
N.B. De antwoorden in figuur 2.2.6 zijn gepercenteerd op alle respondenten, dus ook de respondenten die de genoemde apparaten niet ter beschikking hebben. Hiermee gelden de resultaten voor alle Nederlanders (tussen 14 en 65 jaar). In figuur 2.2.7 is dezelfde vraag gepercenteerd op het aantal respondenten dat de betreffende apparaten regelmatig gebruikt. Nagenoeg alle respondenten die regelmatig een desktop of laptop gebruiken, zijn er de afgelopen maanden mee op internet geweest (respectievelijk 98% en 91%). Opvallend is het verschil in internetgebruik tussen respondenten met een mobiele telefoon en respondenten met een ander draagbaar communicatieapparaat. De PDA en Blackberries worden veel vaker gebruikt om toegang te krijgen tot internet dan de gewone mobiele telefoon. Een en ander wordt nog eens duidelijk aangetoond in figuur 2.2.8.
18
Figuur 2.2.7 Apparaten waarmee op internet geweest Met welke van deze apparaten bent u de afgelopen maanden op internet geweest? (Basis: gebruikt apparaat regelmatig; meerdere antwoorden mogelijk)
Desktop (vaste/ bureaucomputer), n=670
98%
Laptop (draagbare computer), n=340
91%
Ander draagbaar communicatieapparaat (bv. PDA, Blackberry), n=81
42%
Mobiele telefoon, n=710
15%
Game Console (spelcomputer thuis), n=177
Draagbare spelcomputer (bv. Gameboy, Sony PSP etc.), n=130
10%
6%
Figuur 2.2.8 Apparetn en toegang tot internet (samenvatting) 91%
Mobiele telefoon
14% 15% 86%
Desktop (vaste/ bureaucomputer)
87% 98% 44%
Laptop (draagbare computer)
42% 91% 23%
Game Console (spelcomputer thuis)
Draagbare spelcomputer (bv. Gameboy, Sony PSP etc.) Ander draagbaar communicatie-apparaat (bv. PDA, Blackberry)
10%
Welke van de volgende apparaten gebruikt u regelmatig? (Basis: alle respondenten, n=779; meerdere antwoorden mogelijk)
17% 6%
Met welke van deze apparaten bent u de afgelopen maanden op internet geweest? (Basis: alle respondenten, n=779)
10% 5% 42%
Geen van deze 0%
Met welke van deze apparaten bent u de afgelopen maanden op internet geweest? (Basis: gebruikt apparaat regelmatig)
19
2.2.3
Internetten thuis
Internet is in een korte periode een grote rol gaan spelen in het dagelijks leven van de Nederlander. Meer dan de helft van de Nederlanders maakt dagelijks gemiddeld 2 uur of meer gebruik van internet (57%) – zie figuur 2.2.9. Figuur 2.2.9 Hoeveel uur maakt u gemiddeld dagelijks gebruik van internet (zowel thuis als op het bedrijf of elders)? (Basis: heeft thuis of elders toegang tot het internet, n=778)
12%
30%
33%
24%
Niet elke dag en gemiddeld minder dan een half uur per dag Tussen een half en een uur per dag 1 tot 2 uur per dag 2 tot 4 uur per dag Meer dan 4 uur per dag
Er is een geen relatie met leeftijd. Jongeren besteden gemiddeld niet meer tijd aan het gebruiken van internet dan ouderen.
20
Opmerkelijk is het brede aantal toepassingen die door minimaal de helft van de Nederlanders minimaal eens per maand worden gebruikt. – zie figuur 2.2.10. Figuur 2.2.10 Frequentie gebruik internet toepassingen Hoe vaak gebruikt u elk van de volgende toepassingen van internet?
Surfen op internet
Versturen en ontvangen van e-mail Raadplegen van (andere) informatiediensten, zoals verkeersinformatie, weerbericht, nieuwsdiensten etc.
4%
6%
Basis: heeft thuis of elders toegang tot het internet, n=778
11%
27%
11%
9%
13%
17%
29%
Luisteren naar de radio op de PC
30%
15%
23%
10%
6%
30%
8% 4%
18%
13%
4% 6% 6%
55%
38%
7% 4%
4%
16%
11%
14%
18%
46%
23%
41%
18%
5%
20%
17%
32%
12%
17%
20%
34%
8%
Kijken naar videos op het net (op sites als YouTube, Google Video etc.)
22%
18%
9%
14%
30%
TV kijken op de PC
12%
11%
Luisteren naar gedownloade muziek op de PC
Deelnemen aan sociale netwerken via internet (zoals Hyves, MySpace, Orkut, Mebo etc.)
72%
26%
Route opzoeken of informatie over het openbaar vervoer op internet 5%
Betalen via de PC
10%
17%
Instant messaging / MSN
74%
20%
9%
Spelletjes spelen
Versturen van foto's
20%
8% 6%
22%
16%
13%
11%
12%
13%
18%
11%
8%
Voeren van telefoongesprekken (zonder beeld)
65%
11% 5% 5%
Downloaden van videos naar de PC of iPod
65%
12%
Voeren van telefoongesprekken met beeld (webcam)
Gegevens versturen met behulp van Bluetooth
68%
71%
4%
8%
13%
5% 5%
12%
8% 6%
78%
3% 8% 4%
Schrijven van een eigen weblog
79%
4% 5% 6%
Nooit
1 keer geprobeerd
Paar keer geprobeerd
1 keer per dag
Meer dan 1 keer per dag
6%
8%
Versturen van een video naar het web (naar sites als YouTube, Google Video etc.)
Ongeveer eens per week
6%
Ongeveer eens per maand
21
2.3
Zakelijk versus privé
De mobiele telefoons worden in Nederland voornamelijk privé gebruikt en betaald. Ruim vier van de vijf respondenten die regelmatig een mobiele telefoon en/of een ander draagbaar communicatieapparaat gebruiken, betalen de hele rekening van dit toestel zelf (84%) en gebruiken deze meer privé dan zakelijk (84%) – zie figuren 2.3.1 en 2.3.2. Figuur 2.3.1 Wie betaalt de factuur? In de hiernavolgende vragen willen we het met u hebben over de mobiele telefoon of het mobiele apparaat dat u het meest gebruikt. Wie betaalt de rekening van dit mobiele toestel? (Basis: gebruikt regelmatig een mobiele telefoon en/of een ander draagbaar communicatie-apparaat [bv. PDA, Blackberry], n=714)
Ik betaal de hele rekening zelf
Mijn werkgever betaalt de hele rekening
84%
6%
Mijn ouder(s) of een gezinslid betaalt de rekening Ik, samen met mijn ouders of andere gezinsleden Mijn werkgever de zakelijke gesprekken, zelf privégesprekken Ik, maar ik declareer alle kosten bij mijn werkgever
Anders, namelijk…
Figuur 2.3.2 Privé versus zakelijk gebruik mobiel toestel Gebruikt u dit mobiele toestel met name voor privé of met name voor zakelijke doeleinden? (Basis: gebruikt regelmatig een mobiele telefoon en/of een ander draagbaar communicatieapparaat [bv. PDA, Blackberry], n=714)
84%
Meer privé dan zakelijk
Ongeveer de helft zakelijk en de helft privé
9%
7%
Meer zakelijk dan privé
22
Van de respondenten die twee of meer mobiele telefoons of apparaten in hun bezit hebben, wordt bij een kwart één toestel geheel of gedeeltelijk door een bedrijf betaald. Bij 71% van deze groep respondenten wordt geen van deze toestellen door een bedrijf bekostigd – zie figuur 2.3.3 Figuur 2.3.3 Mobiele toestellen door bedrijf betaald Hoeveel van uw mobiele telefoons worden geheel of gedeeltelijk door een bedrijf betaald? (Basis: heeft twee of meer mobiele telefoons of apparaten waarmee hij/zij mobiel kan communiceren, n=330)
71%
Geen door bedrijf betaald
1 door bedrijf betaald
26%
2 door bedrijf betaald
3 of meer door bedrijf betaald
Van de werkzame personen zegt ruim eenderde ongeveer eens per maand of vaker gegevens via internet te verzenden of te ontvangen van of naar het werk, terwijl hij/zij zelf buiten het bedrijf is (34%) – zie figuur 2.3.4. Figuur 2.3.4 Verzenden van gegevens via internet naar bedrijf Hoe vaak verzendt of ontvangt u wel eens gegevens via internet van of naar uw werk, terwijl u zelf buiten het bedrijf bent (bijvoorbeeld via de server)? Basis (n=446): - (Mede)eigenaar / directeur v.e. bedrijf, minder dan 5 werknemers - (Mede) eigenaar/ directeur v.e. bedrijf, 5-100 werknemers - Werkzaam in loondienst bij de overheid of semi-overheid - Werkzaam in loondienst in het bedrijfsleven
52%
11%
9%
12%
8%
5%
Nooit 1 keer geprobeerd Paar keer geprobeerd Ongeveer eens per maand Ongeveer eens per week 1 keer per dag Meer dan 1 keer per dag
23
Eén op elke tien Nederlanders krijgt van zijn/haar bedrijf een laptop ter beschikking gesteld voor zakelijk gebruik. De meeste respondenten krijgen geen mobiele apparaten in bruikleen van hun werkgever (77%) – zie figuur 2.3.5. Figuur 2.3.5 Apparaten ter beschikking gesteld door bedrijf Welke van de volgende soorten apparaten stelt uw bedrijf op dit moment aan u ter beschikking voor zakelijk gebruik? (Basis: alle respondenten, n=779; meerdere antwoorden mogelijk) Laptop computer
10%
Andere apparatuur waarmee op afstand gecommuniceerd kan worden, namelijk…
6%
Laptop computer met volledige toegang tot internet (overal)
5%
Laptop computer met draadloze toegang tot internet op korte afstand
4%
Handcomputer / PDA (bijv. Palm)
4%
Mobiele apparaten met meer mogelijkheden zoals Blackberry, Windows Mobile apparaten
Geen van deze
77%
Van de personen die een apparaat van hun bedrijf ter beschikking hebben, gebruikt ruim tweederde zijn/haar desktop computer om voor zakelijke toepassingen toegang te krijgen tot internet en/of e-mail (70%) en tweevijfde zijn/haar laptop computer (40%) – zie figuur 2.3.6. Figuur 2.3.6 Zakelijk toegang tot internet Welke van de volgende apparaten gebruikt u om voor zakelijke toepassingen toegang te krijgen tot internet en/of e-mail? (Basis: alle respondenten die niet 'geen van deze' hebben geantwoord op de vraag welke apparaten hun bedrijf op dit moment aan hen ter beschikking stelt voor zakelijk gebruik, n=181; meerdere antwoorden mogelijk)
Desktop (vaste / bureaucomputer)
70%
Laptop (draagbare computer)
40%
13%
Mobiele telefoon
Ander draagbaar communicatie-apparaat (bv. PDA, Blackberry)
Geen / niet van toepassing
7%
5%
24
2.4
Meningen over en ervaringen met mobiel breedband
De respondenten is een aantal uitspraken voorgelegd die mensen over zichzelf hebben gedaan. Ze konden vervolgens aangeven in welke mate ze het zelf eens of oneens zijn met deze uitspraken. Dit resulteerde in de volgende resultaten (zie ook figuur 2.4.1): •
"Ik wil graag geregeld een nieuwe mobiele telefoon om alle nieuwe mogelijkheden uit te proberen" – 24% gedeeltelijk of geheel eens.
•
"Ik ben goed in staat om alle mogelijkheden van de mobiele telefoon te gebruiken" – 65% gedeeltelijk of geheel eens. Er is een licht verval qua leeftijd, maar dit in niet sterk. Ook de meeste ouderen zijn van mening dat ze mogelijkheden van de mobiele telefoon kennen.
•
"Een mobiele telefoon is een noodzakelijk kwaad. Je moet er een hebben om te kunnen bellen of gebeld te worden, maar meer niet" – 49% gedeeltelijk of geheel eens.
•
"Ik vind het leuk om alle mogelijkheden van mijn mobiele telefoon uit te proberen" – 45% gedeeltelijk of geheel eens. De leeftijdscategorie tot 45 jaar scoort hier duidelijk hoger.
•
"Ik lees graag over de nieuwe mogelijkheden van mobiele communicatie" – 30% gedeeltelijk of geheel eens.
25
Figuur 2.4.1 Meningen over mobiele telefoons Kunt u aangeven in welke mate u het zelf eens of oneens bent met deze uitspraken? (Basis: gebruikt regelmatig een mobiele telefoon en/of een ander draagbaar communicatie-apparaat [bv. PDA, Blackberry], n=714) Ik ben goed in staat om alle mogelijkheden van de mobiele telefoon te gebruiken.
Een mobiele telefoon is een noodzakelijk kwaad. Je moet er een hebben om te kunnen bellen of gebeld te worden, maar meer niet.
Ik vind het leuk om alle mogelijkheden van mijn mobiele telefoon uit te proberen.
Ik lees graag over de nieuwe mogelijkheden van mobiele communicatie.
Ik wil graag geregeld een nieuwe mobiele telefoon om alle nieuwe mogelijkheden uit te proberen.
Geheel mee oneens
16%
45%
Gedeeltelijk mee oneens
22%
26%
22%
22%
14%
31%
22%
18%
15%
24%
25%
23%
19%
9%
28%
37%
18%
13%
5%
Mee eens noch mee oneens
15%
Gedeeltelijk mee eens
18%
8%
6%
Geheel mee eens
Ruim eenvijfde van de respondenten zou (zeer) waarschijnlijk overwegen om zijn/haar huidige mobiele telefoon of apparaat met een kleine bijbetaling in te ruilen voor een mobiel apparaat met een iets groter scherm en een toetsenbord, waarmee hij/zij kan e-mailen en internetten (22%) – zie figuur 2.4.2. Figuur 2.4.2 Interesse voor mobiel toestel met groter beeldscherm Zou u overwegen uw huidige mobiele telefoon (apparaat) met een kleine bijbetaling in te ruilen voor een mobiel apparaat met een iets groter scherm en een toetsenbord, waarmee u kunt e-mailen en internetten? (Basis: alle respondenten, n=779)
29%
Zeer onwaarschijnlijk
20%
Onwaarschijnlijk
29%
Weet ik nog niet
16%
Waarschijnlijk
6%
Zeer waarschijnlijk
26
De respondenten is gevraagd naar hun gebruikservaringen met specifieke toepassingen van hun mobiele toestel. De volgende drie vragen werden gesteld: •
"Wat zijn uw ervaringen met het verzenden en/of ontvangen van e-mail via een mobiel toestel?"
•
"Wat zijn uw ervaringen met surfen op internet via een mobiel toestel?"
•
"Wat zijn uw ervaringen met het bekijken van tv-beelden via een mobiel toestel?"
Als gevraagd wordt naar ervaringen met het verzenden en/of ontvangen van email via een mobiel toestel, zegt ruim eenderde van de respondenten die deze toepassing gebruiken voornamelijk positieve ervaringen te hebben (35%); nog eens eenderde heeft deels positieve, deels negatieve ervaringen (33%) en slechts één op de tien voornamelijk negatieve ervaringen (11%) – zie figuur 2.4.3. Figuur 2.4.3 Ervaringen met e-mail via mobiel toestel Wat zijn uw ervaringen met het verzenden en/of ontvangen van e-mail via een mobiel toestel? (Basis: gebruikt de toepassing 'versturen en ontvangen van e-mail' via een mobiel toestel, n=118)
11%
Voornamelijk negatief
33%
Deels positief, deels negatief
35%
Voornamelijk positief
21%
Weet niet / geen antwoord
Vervolgens werd de respondenten gevraagd hun gegeven antwoord toe te lichten. De antwoorden op deze open vraag zijn naderhand gecodeerd zodat ze kwantificeerbaar zijn. In verband met de soms geringe aantallen respondenten per onderzoeksvraag, dient men voorzichtig te zijn met het interpreteren van de resultaten. De respondenten die voornamelijk negatieve ervaringen hebben met het verzenden en/of ontvangen van e-mail via een mobiel toestel, vinden het onhandig omdat hun mobiel te klein is en/of dat het te veel tijd in beslag neemt – zie figuur 2.4.4.
27
Figuur 2.4.4 Negatieve punten e-mail via mobiel toestel Kunt u uw antwoord toelichten? (Basis: heeft voornamelijk negatieve ervaringen met het verzenden en/of ontvangen van e-mail via een mobiel toestel, n=13; gecodeerde open vraag; meerdere antwoorden mogelijk)
Onhandig / mobiel te klein
44%
Langzaam / kost veel tijd
32%
Problemen met instellingen
15%
Werkt niet goed / komt niet (altijd) aan / ontvang niet (altijd)
14%
Nog niet geïnstalleerd / nog niet gebruikt
11%
7%
Ik gebruik het niet
Duur
4% N.B. In verband met het geringe aantal respondenten dient men voorzichtig te zijn met het interpreteren van de resultaten.
18%
Weet niet / geen antwoord
De respondenten die deels positieve, deels negatieve ervaringen hebben met het verzenden en/of ontvangen van e-mail via een mobiel toestel, vinden het bovendien niet altijd goed werken of slagen er überhaupt niet in om te verzenden of te ontvangen – zie figuur 2.4.5. Figuur 2.4.5 Kritische kanttekeningen e-mail via mobiel Kunt u uw antwoord toelichten? (Basis: heeft deels positieve, deels negatieve ervaringen met het verzenden en/of ontvangen van e-mail via een mobiel toestel, n=39; gecodeerde open vraag; meerdere antwoorden mogelijk) Onhandig / mobiel te klein
22%
Werkt niet goed / komt niet (altijd) aan / ontvang niet (altijd)
21%
Langzaam / kost veel tijd
17%
Gebruik liever de computer
16%
Problemen met instellingen Duur
9% 7%
Makkelijk / handig Gaat goed / komt aan / geen problemen Overige antwoorden Weet niet / geen antwoord
8% 20%
De respondenten die voornamelijk positieve ervaringen hebben met het verzenden en/of ontvangen van e-mail via een mobiel toestel, vinden het makkelijk en/of handig en ondervinden doorgaans geen problemen – zie figuur 2.4.6
28
Figuur 2.4.6 Toelichtingen positieve oordelen e-mail via mobiel Kunt u uw antwoord toelichten? (Basis: heeft voornamelijk positieve ervaringen met het verzenden en/of ontvangen van e-mail via een mobiel toestel, n=41; gecodeerde open vraag; meerdere antwoorden mogelijk) Gaat goed/komt aan/geen problemen
41%
36%
Makkelijk/handig
Snel
Overige antwoorden
Weet niet/geen antwoord
11%
8%
16%
De ervaringen met surfen op internet via een mobiel toestel zijn minder positief. Bijna een kwart van de respondenten die deze toepassing gebruiken zeggen voornamelijk positieve ervaringen te hebben (24%); bijna tweevijfde heeft deels positieve, deels negatieve ervaringen (38%) en ruim een kwart heeft voornamelijk negatieve ervaringen (27%) – zie figuur 2.4.7. Figuur 2.4.7 Ervaringen internet via mobiel toetel Wat zijn uw ervaringen met surfen op internet via een mobiel toestel? (Basis: gebruikt de toepassing 'surfen op internet' via een mobiel toestel, n=156)
27%
Voornamelijk negatief
38%
Deels positief, deels negatief
24%
Voornamelijk positief
11%
Weet niet / geen antwoord
De respondenten die voornamelijk negatieve ervaringen hebben met surfen op internet via een mobiel toestel, vinden het internet te traag werken of vinden het (te) duur – zie figuur 2.4.8. 29
Figuur 2.4.8 Negatieve punten internetten via mobiel toestel Kunt u uw antwoord toelichten? (Basis: heeft voornamelijk negatieve ervaringen met surfen op internet via een mobiel toestel, n=43; gecodeerde open vraag; meerdere antwoorden mogelijk) Langzaam / traag / duurt lang
57% 46%
Duur Onhandig / mobiel te klein / (niet overzichtelijk)
24% 18%
Werkt niet goed (op mijn mobiel) Gebruik liever de computer Sommige sites zijn aangepast / kun je niet (goed) zien
12% 6%
Werkt goed / geen problemen Overige antwoorden Weet niet / geen antwoord
De respondenten die deels positieve, deels negatieve ervaringen hebben met surfen op internet via een mobiel toestel, vinden het bovendien niet overzichtelijk omdat het scherm op hun mobiele telefoon te klein is – zie figuur 2.4.9. Figuur 2.4.9 Kritische punten internetten via mobiel toestel Kunt u uw antwoord toelichten? (Basis: heeft deels positieve, deels negatieve ervaringen met surfen op internet via een mobiel toestel, n=60; gecodeerde open vraag; meerdere antwoorden mogelijk) 53%
Langzaam / traag / duurt lang Onhandig / mobiel te klein / (niet overzichtelijk)
30% 20%
Makkelijk / handig
17%
Werkt niet goed (op mijn mobiel) Duur
16%
Sommige sites zijn aangepast / kun je niet (goed) zien Gebruik liever de computer
13% 4%
Werkt goed / geen problemen Overige antwoorden Weet niet / geen antwoord
10%
De respondenten die voornamelijk positieve ervaringen hebben met surfen op internet via een mobiel toestel, vinden het goed werken en ondervinden geen problemen – zie figuur 2.4.10. Zij hebben vaker een PDA of Blackberry.
30
Figuur 2.4.10 Positieve ervaringen internetten via mobiel toestel Kunt u uw antwoord toelichten? (Basis: heeft voornamelijk positieve ervaringen met surfen op internet via een mobiel toestel, n=37; gecodeerde open vraag; meerdere antwoorden mogelijk) Werkt goed / geen problemen
38%
Makkelijk / handig
24%
Sommige sites zijn aangepast / kun je niet (goed) zien Overige antwoorden
17%
23%
Weet niet / geen antwoord
Als laatste is gevraagd naar ervaringen met het bekijken van tv-beelden via een mobiel toestel. Het aantal respondenten dat deze toepassing gebruikt is echter te klein (n=14) om de antwoorden op deze vraag te kunnen interpreteren – zie figuur 2.4.11 Figuur 2.4.11 Ervaringen bekijken van tv-beelden via mobiel toestel Wat zijn uw ervaringen met het bekijken van tv-beelden via een mobiel toestel? (Basis: gebruikt de toepassing 'tv-beelden bekijken' via een mobiel toestel, n=14)
38%
Voornamelijk negatief
20%
Deels positief, deels negatief
42%
Voornamelijk positief
Weet niet / geen antwoord
N.B. In verband met het geringe aantal respondenten dient men voorzichtig te zijn met het interpreteren van de resultaten.
31
2.5
Toekomstig gebruik van mobiel breedband
De algemene verwachting is dat de komende jaren het mobiel internetten, met name bij de jongeren, een grote vlucht zal nemen. Dit kan worden afgeleid uit de antwoorden op een drietal stellingen over het toekomstige gebruik van internetten op een mobiel toestel. (zie ook figuur 2.5.1): • • •
"Over 2 jaar kan de helft van de jongeren (tot 30 jaar) internetten op een mobiel toestel" – 73% gedeeltelijk of geheel eens. "De huidige toestellen zijn niet geschikt om mobiel te internetten" – 34% gedeeltelijk of geheel eens. "Over 3 jaar kan de helft van alle Nederlanders tot 65 jaar internetten op een mobiel toestel" – 37% gedeeltelijk of geheel eens.
Figuur 2.5.1 Meningen over (groei van) mobiel breedband Kunt u voor elke bewering aangeven in welke mate u het eens of oneens bent met de bewering? (Basis: alle respondenten, n=779) Over 2 jaar kan de helft van de jongeren (tot 30 jaar) internetten op een mobiel toestel
De huidige toestellen zijn niet geschikt om mobiel te internetten
3,3
Over 3 jaar kan de helft van alle Nederlanders tot 65 jaar internetten op een mobiel toestel
3,1
Geheel mee oneens
17%
4,2
6%
11%
Gedeeltelijk mee oneens
30%
13%
43%
32%
22%
21%
24%
Mee eens noch mee oneens
26%
Gedeeltelijk mee eens
13%
11%
Geheel mee eens
32
De respondenten is een aantal toepassingen van internet voorgelegd die momenteel mogelijk zijn. Sommige van deze toepassingen zijn ook op mobiele telefoons en andere mobiele apparaten beschikbaar. De respondenten werd gevraagd zich voor te stellen dat ze een nieuw mobiel toestel zouden moeten aanschaffen. Vervolgens konden ze een lijst met toepassingen doornemen en aangeven welke van deze toepassingen ze achtereenvolgens als eerste, tweede, derde en vierde op dit toestel zouden willen kunnen doen. Hieronder is een overzicht te vinden van de toepassingen die men respectievelijk als eerste (zie figuur 2.5.2), tweede (zie figuur 2.5.3), derde (zie figuur 2.5.4) en vierde (zie figuur 2.5.5) op dit toestel zouden willen kunnen doen. Figuur 2.5.2 Gewenste toepassingen mobiele telefoon – eerste keuze Stel dat u op dit moment een nieuwe mobiel toestel zou moeten aanschaffen, welke van deze toepassingen zou u als eerste op dit toestel willen kunnen doen? (Basis: alle respondenten, n=779; één antwoord mogelijk) Versturen en ontvangen van e-mail
16% 10%
Gegevens versturen met behulp van Bluetooth Betalen via de mobiel
9% 7%
Informatie zoeken over routes, OV, verkeer, weer etc. Voeren van telefoongesprekken met beeld (beeldbellen) Surfen op internet Luisteren naar de radio
6% 6% 5%
Instant messaging / MSN Downloaden van muziek of video's Spelletjes spelen en downloaden Deelnemen van sociale netwerken via internet TV-beelden bekijken (bijv. YouTube of Uitzending gemist) Schrijven van een eigen weblog Versturen van een video naar het web Geen van deze
32%
33
Figuur 2.5.3 Gewenste toepassingen mobiele telefoon – tweede keuze Welke van deze toepassingen zou u als tweede op dit toestel willen kunnen doen? (Basis: alle respondenten die niet 'geen van deze' hebben geantwoord op de vraag welke toepassing hij/zij als eerste op dit toestel zou willen doen, n=531) Versturen en ontvangen van e-mail
19%
Informatie zoeken over routes, OV, verkeer, weer etc.
13%
Surfen op internet
10%
Betalen via de mobiel
9%
Luisteren naar de radio
8%
Voeren van telefoongesprekken met beeld (beeldbellen)
6%
Gegevens versturen met behulp van Bluetooth Downloaden van muziek of videos
6% 4%
Instant messaging / MSN Spelletjes spelen en downloaden TV-beelden bekijken (bijv. YouTube of Uitzending gemist) Deelnemen van sociale netwerken via internet Kijken naar videos op het net Versturen van een video naar het web Schrijven van een eigen weblog Geen van deze
14%
Figuur 2.5.4 Gewenste toepassingen mobiele telefoon – derde keuze Welke van deze toepassingen zou u als derde op dit toestel wilen kunnen doen? (Basis: alle respondenten die niet 'geen van deze' hebben geantwoord op de vraag welke toepassing hij/zij als tweede op dit toestel zou willen doen, n=455) Informatie zoeken over routes, OV, verkeer, weer etc.
12% 12%
Surfen op internet Betalen via de mobiel
10% 9%
Versturen en ontvangen van e-mail 8%
Gegevens versturen met behulp van Bluetooth
8%
Spelletjes spelen en downloaden
7%
Luisteren naar de radio Voeren van telefoongesprekken met beeld (beeldbellen) Downloaden van muziek of videos Instant messaging / MSN
6% 6% 5%
TV-beelden bekijken (bijv. YouTube of Uitzending gemist) Deelnemen van sociale netwerken via internet Versturen van een video naar het web Kijken naar videos op het net Schrijven van een eigen weblog Geen van deze
13%
34
Figuur 2.5.5 Gewenste toepassingen mobiele telefoon – vierde keuze Welke van deze toepassingen zou u als vierde op dit toestel willen kunnen doen? (Basis: alle respondenten die niet 'geen van deze' hebben geantwoord op de vraag welke toepassing hij/zij als derde op dit toestel zou willen doen, n=395) Betalen via de mobiel
10% 10%
Surfen op internet Luisteren naar de radio
10% 9%
Versturen en ontvangen van e-mail
9%
Informatie zoeken over routes, OV, verkeer, weer etc. 7%
Downloaden van muziek of videos
7%
Instant messaging / MSN Gegevens versturen met behulp van Bluetooth
6% 6%
Spelletjes spelen en downloaden
5%
Voeren van telefoongesprekken met beeld (beeldbellen) 4%
TV-beelden bekijken (bijv. YouTube of Uitzending gemist) Deelnemen van sociale netwerken via internet Kijken naar videos op het net Versturen van een video naar het web Schrijven van een eigen weblog
13%
Geen van deze
Als je kijkt naar hoe vaak de verschillende toepassingen genoemd worden als een van de vier die men als eerste zou willen kunnen doen, blijkt dat de grootste groep respondenten e-mails zou willen kunnen versturen en ontvangen op een nieuw mobiel toestel (38%). Daarnaast worden 'informatie zoeken over routes, het openbaar vervoer, verkeersdienst, weerbericht etc.' en 'betalen via de mobiel' vaak genoemd (beiden 27%) – zie figuur 2.6.5. Figuur 2.5.6 Gewenste toepassingen mobiele telefoon – eerste vier keuzes Stel dat u op dit moment een nieuwe mobiel toestel zou moeten aanschaffen, welke van deze toepassingen zou u op dit toestel willen kunnen doen? (Basis: alle respondenten, n=779; percentage genoemd in top 4 toepassingen; meerdere antwoorden mogelijk) 38%
Versturen en ontvangen van e-mail Informatie zoeken over routes, het openbaar vervoer, verkeersdienst, weerbericht etc.
27% 27%
Betalen via de mobiel
24%
Surfen op internet
22%
Gegevens versturen met behulp van Bluetooth
19%
Luisteren naar de radio Voeren van telefoongesprekken met beeld (beeldbellen)
16% 13%
Downloaden van muziek of videos
12%
Instant messaging / MSN
11%
Spelletjes spelen en downloaden TV-beelden bekijken (bijv. YouTube of Uitzending gemist) Deelnemen van sociale netwerken via internet (zoals Hyves, MySpace, Orkut, Mebo etc.)
5% 4%
Kijken naar videos op het net (op sites als You Tube, Google Video etc.) Versturen van een video naar het web (naar sites als You Tube, Google Video etc.) Schrijven van een eigen weblog
35
2.6
Koopbereidheid en prijsgevoeligheid
Er bestaat zeker concrete belangstelling om te kunnen e-mailen en internetten via de mobiel. De belangstelling om tv-beelden te kunnen bekijken via het mobiele toestel is significant lager. De belangstelling is gemeten met behulp van de volgende vraag: "Stel dat u een mobiel toestel heeft dat geschikt om … Zou u onbeperkt …op dit toestel tegen een schappelijke prijs kopen. Een op de vijf Nederlanders zou onbeperkt e-mailen tegen een schappelijke prijs (zeer) waarschijnlijk kopen als hij/zij een mobiel apparaat zou hebben dat geschikt is om e-mails te ontvangen en versturen (20%). Ongeveer de helft van de Nederlanders wijst deze mogelijkheid af – zie figuur 2.6.1. Figuur 2.6.1 Interesse voor e-mail op mobiel Stel dat u een mobiel toestel heeft dat geschikt is om e-mails te ontvangen en te versturen. Zou u onbeperkt e-mailen op dit toestel tegen een schappelijke prijs kopen? (Basis: alle respondenten, n=779)
27%
Zeer onwaarschijnlijk
24%
Onwaarschijnlijk
29%
Weet ik nog niet
Waarschijnlijk
16%
4%
Zeer waarschijnlijk
Het beeld met betrekking tot mobiel internetten is vergelijkbaar. Ruim eenvijfde van de respondenten zou onbeperkt internetten tegen een schappelijke prijs (zeer) waarschijnlijk kopen als hij/zij een mobiel apparaat zou hebben waarmee op internet gesurft kan worden (23%) en ook hier wijst ongeveer de helft de mogelijkheid af– zie figuur 2.6.2.
36
Figuur 2.6.2 Interesse voor internetten op mobiel Stel dat u een mobiel apparaat heeft waarmee u in staat bent op internet te surfen. Zou u onbeperkt internetten op dit apparaat tegen een schappelijke prijs kopen? (Basis: alle respondenten, n=779)
28%
25%
Zeer onwaarschijnlijk
Onwaarschijnlijk
24%
Weet ik nog niet
18%
Waarschijnlijk
5%
Zeer waarschijnlijk
De belangstelling om mobiel TV-beelden te kunnen bekijken is duidelijk lager. Ruim één op de tien respondenten zou TV kijken tegen een schappelijke prijs (zeer) waarschijnlijk kopen als hij/zij een mobiel apparaat zou hebben waarmee TV-beelden te ontvangen zijn (12%) – zie figuur 2.6.3. Figuur 2.6.3 Interesse voor tv-beelden bekijken op mobiel Stel dat u een mobiel toestel heeft waarmee u TV beelden kunt ontvangen. Zou u onbeperkt TV op dit toestel tegen een schappelijke prijs kopen? (Basis: alle respondenten, n=779)
40%
Zeer onwaarschijnlijk
33%
Onwaarschijnlijk
Weet ik nog niet
16%
Waarschijnlijk
9%
Zeer waarschijnlijk
37
In het voorgaande werd gesproken over een "schappelijke prijs". De vraag is wat als een schappelijke prijs ervaren wordt. Hiertoe zijn voor e-mail via de mobiel concrete vragen gesteld over de koopbereidheid bij verschillende prijsniveaus. De volgende vraag is gesteld: "Stel dat een mobiel toestel heeft waarmee u kunt e-mailen. Zou u onbeperkt e-mailen op een mobiel tegen een prijs van ….. per maand kopen?". Er werd begonnen met een prijs van 15 Euro. 8% van de Nederlanders zeggen bij dit prijsniveau de dienst te zullen aanschaffen. Aan diegenen die de dienst niet zouden aanschaffen is de prijs met 2,50 Euro verlaagd en is dezelfde vraag gesteld. Deze vraagprocedure is doorgezet tot een prijs van 5 Euro. Bij een prijsniveau van 5 Euro per maand zegt 39% van de Nederlanders onbeperkt e-mailen op het mobiele toestel te gaan aanschaffen. De vraagcurve die is afgeleid van deze vraag is weergegeven in figuur 2.6.4. Figuur 2.6.4 Prijsgevoeligheid onbeperkt e-mailen op mobiel 40%
39%
35%
Zou kopen
30%
25% 21%
20%
16%
15%
10%
10% 8%
5%
0% 5
7,5
10
12,5
15
Prijs
Als de resultaten vergeleken worden met de resultaten van de vraag naar koopbereidheid zonder exacte prijs, kan worden afgeleid dat een prijs van ongeveer 7,50 euro als een "schappelijke" prijs ervaren wordt.
38
2.7
Segmenten
Het inzicht in het huidige en toekomstige gebruik van mobiele communicatie wordt vergroot indien niet alleen gekeken wordt naar de totale doelgroep maar ook naar specifieke subgroepen uit de totale populatie. Enerzijds zijn hiervoor de demografische kenmerken Geslacht en Leeftijd gebruikt. Anderzijds zijn subgroepen gevormd op basis van (huidig) bezit, toegang, gebruik en meningen over mobiele communicatie. Hierbij moet opgemerkt worden dat deze groepen elkaar kunnen overlappen. Er is een onderscheid gemaakt naar de volgende subgroepen: 1. Zakelijke mobiel breedband gebruikers 2. Internetter • • • •
Niet-internetgebruiker Light internetgebruiker Medium internetgebruiker Heavy internetgebruiker
3. Mobiele internetter 4. Spelletjesmens • • •
Non-game user Light game user Heavy game user
5. Chatter / SMS-er • • •
Non-chatter / SMS-er Light chatter / SMS-er Heavy chatter / SMS-er
6. Muziek internetter • • •
Non-muziekinternetter Light muziekinternetter Heavy muziekinternetter
7. Acceptatie nieuwe technologie • • • • •
Innovators Early adopters Early majority Late majority Laggards
39
8. Zakelijk versus Prive gebruik van de mobiele telefoon • •
(Deels) zakelijk: Prive
9. Zakelijk beslisser: (mede) beslisser of beïnvloeder bij keuzes over mobiele communicatie
In Bijlage 2 is beschreven hoe deze indelingen tot stand zijn gekomen. De vorming van de segmenten is voor discussie vatbaar. Echter, het doel is om bepaalde groepen die van elkaar verschillen op kenmerken die gerelateerd zijn aan (mobiel) internetgebruik te kunnen traceren en daarmee het inzicht in de totale doelgroep – Nederlanders van 14 tot en met 65 jaar – te vergroten. De volledige resultaten zijn in een apart tabellenboek opgenomen. In het hiernavolgende worden enkele van deze segmenten bekeken en getypeerd. Zakelijk mobiel internetgebruiker De zakelijke mobiele internetgebruiker is afgebakend met behulp van vragen over toegang tot mobiel internet en de frequentie waarmee men gegevens via internet naar of van het werk verstuurt, terwijl men zelf buiten het bedrijf is. Het segment kan gezien als voorlopers op het gebied van zakelijke mobiele communicatie. 8% van de Nederlanders valt binnen dit segment. Dit segment is als volgt te typeren: • Meer mannen (66%) dan vrouwen (34%) • Met name geconcentreerd in de leeftijdscategorie 25 tot en met 44 jaar • Werkzaam in loondienst, relatief vaak bij de overheid • Hoger opgeleid: 58% heeft een opleiding op HBO-niveau of universitair • • • •
• •
32% gebruikt regelmatig een apparaat als PDA of Blackberry (tegenover 10% in de hele populatie) 61% is afgelopen maand met een laptop op internet geweest en 18% met hun PDA of Blackberry Beschikken vaak over meer dan een mobiel toestel, waarvan relatief vaak de werkgever de rekening betaalt. Deze rekening is relatief hoog: in een kwart van de gevallen meer dan 50 euro per maand Versturen relatief vaak e-mails via hun mobiele toestel (23% 1 keer per week of vaker) en/of surfen op internet (19% eens per week of vaker). De ervaringen met e-mail worden positiever beoordeeld dan de ervaringen met internet. Ruim eenderde heeft ervaring met beeldbellen. Echter het is veelal gebleven bij enkele keren proberen. Tv-beelden bekijken wordt nog nauwelijks gebruikt als zegt wel 11% het een keer geprobeerd te hebben.
40
• •
Daarentegen gebruikt 15% het mobiele toestel eens per week of vaker om te navigeren Als deze groep op dit moment een nieuw mobiel toestel zou moeten aanschaffen zou men de volgende toepassingen het meest vaak op dit toestel willen gebruiken: • E-mailen • Betalen via de mobiel • Informatie zoeken over routes, openbaar vervoer, verkeer, weer, etc. • Internetten • Gegevens versturen met Bluetooth
Heavy game user Dit segment is beschreven met behulp van vragen over de frequentie van het spelen van spelletjes op internet en/of via de mobiele telefoon. 6% van de Nederlanders valt in dit segment. Veelal zijn het mensen die meer dan 1 keer per dag spelletjes spelen. Het segment is als volgt te typeren: • • • • •
Evenredig verdeeld over mannen en vrouwen Waar men zou verwachten dat dit veelal de jongeren zijn, valt op 40% in de leeftijd van 35 tot en met 44 zit Opleiding relatief vaak Lager Beroepsonderwijs of Hoger algemeen vor 83% heeft een game console en 70% heeft een draagbare spelcomputer. Deze apparaten worden nog zelden gebruikt om op internet te komen. Zijn wel gevoelig voor informatie over mobiele communicatie maar beschikken nog niet over de meest vooruitstrevende apparatuur. Gebruiken wel iets vaker de mobiel voor e-mail en internet.
Een verdere, meer diepgaande analyse van doelgroepen is met het beschikbare onderzoeksmateriaal mogelijk. Dit valt echter buiten het kader van het onderzoek.
41
3
Internationale vergelijking (consumenten) 3.1
Inleiding
Yankee voert periodiek grootschalige en brede onderzoeken naar het gebruik van en meningen over mobiele en internet toepassingen uit in een aantal Europese landen. Om een internationale vergelijking te kunnen maken, zijn een aantal van de vragen uit deze onderzoeken ook gesteld in het Nederlandse onderzoek. In dit hoofdstuk worden de resultaten van het Nederlandse onderzoek in een Europese context gezet. De Europese landen waarmee vergeleken wordt, zijn UK, Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje.
3.2
Resultaten
Algemeen valt op dat de resultaten uit de verschillende landen sterk op elkaar lijken. Blijkbaar is er sprake van een sterk vergelijkbaar aanbod in de diverse landen en is er sprake van een "Europese consument". Mobiele telefoon De penetratie van mobiele telefoons op persoonsniveau ligt in alle zes onderzochte landen op 90% of hoger. In alle landen blijkt dat in 90% van de gevallen de rekening geheel privé betaald wordt. In onderstaande tabel zijn een aantal typerende toepassingen op de mobiele telefoons beschreven. De percentages zijn gebaseerd op de totale populatie (inclusief degenen zonder mobiele telefoon) en geven de percentages die de toepassing eens per maand of vaker gebruiken. In de kolom "Europa" is het gemiddelde genomen van de 5 (andere ) Europese landen. Tabel 3.2.1 Toepassingen op de mobiele telefoon Toepassing
Nederland
Europa
Bellen SMS Maken foto's
90% 79% 46%
79% 84% 54%
29%
21%
Laag in Duitsland (15%), hoog in Spanje (31%)
Mobiel als radio E-mailen Surfen op internet
14% 6% 10%
12% 10% 12%
Hoog in Italië en Spanje Hoog in Italië (14%) Hoog in UK (17%)
Instant Messaging Beeldbellen
3% 1%
5% 6%
Hoog in Italië (10%)
Spelletje
Opmerkingen
Laag in Italië (65%) Laag in Frankrijk (75%)
42
Internet De desktop computer wordt in alle 6 landen nog steeds het meest gebruikt om te internetten (87% Nederland, 87% Europa). De laptop is echter sterk in opkomst (42% Nederland, 40% Europa), terwijl de mobiele telefoon in opmars lijkt. In Nederland zijn de speciale mobiele apparaten (PDA, Blackberry) al iets verder gepenetreerd dan in andere Europese landen al blijft de penetratie nog laag (5% Nederland). Internet heeft in heel Europa een zeer snelle ontwikkeling doorgemaakt. In alle Europese landen zegt 90% of meer dagelijks gebruik te maken van internet. Ook het gebruik van snelle verbindingen voor internet heeft zich snel ontwikkeld. Hier onderscheidt Nederland zich van de andere Europese landen door de hoge penetratie van de kabel. De toepassingen op internet zijn niet direct een-op-een vergelijkbaar, omdat de vraagstelling enigszins anders is geweest. Wel ontstaat de indruk dat Nederland zeker niet achterloopt voor wat betreft de breedheid aan toepassingen op internet. Met name het versturen van foto's, het spelen van spelletje, MSN-en en sociale netwerken zijn toepassingen die in Nederland vaker voorkomen dan in andere Europese landen. In tabel 3.2.2. is de volledige lijst gegeven van toepassingen uit het Europese onderzoek van Yankee. Van elke toepassing is aangegeven welk percentage minimaal een keer in de afgelopen maand deze toepassing op internet heeft gebruikt. (In de Yankee onderzoeken worden geen vragen gesteld over toekomstig gebruik of interesses).
43
Tabel 3.2.2 Toepassing
E-mail online Online zoeken (Google, Yahoo etc.) Gebruik online gidsen en kaarten Online kopen Lokale evenementen opzoeken Online veilingen Delen van foto's via e-mail Video van web bekijken Instant Messaging Lezen van blogs Deelnemen aan sociale netwerken Gedeelde foto's bekijken via online foto Muziek downloaden voor PC of IPod Spelen van online videospelletjes Delen van foto's via online foto service Bekijken van online classifieds Downloaden van video's naar PC of IPOD Interactief online gamen Toevoegen van widgets/gadgets/applets op de computer of homepage Beantwoorden van vragen op een sociale Q&A pagina Publiceren van een eigen blog Downloaden en luisteren naar podcasts van anderen Inschrijven voor web feeds/syndicated content feeds Creeren van mashups met behulp van webiste als Google, Yahoo, YouTube, of Ebay Uploaden van eigen video op het web Participeren in een Second Life Community Creeren van eigen postcads Gebruik van Open Code om extensies van applicaties te creeren Geen van deze Totaal
% Europese consumenten gebruikt in afgelopen maand 83% 78% 66% 60% 50% 49% 43% 37% 36% 35% 29% 27% 27% 25% 24% 22% 18% 17% 15% 11% 9% 9% 6% 5%
4% 3% 2% 2% 2% 100%
Bron: Anywhere Consumer: European Web/Data Survey, Yankee Group
44
4
Samenvatting en conclusies (consumenten) 4.1
Samenvatting van de belangrijkste resultaten
Huidige situatie De huidige situatie vormt de basis voor de toekomst. Vandaar dat in het onderzoek uitgebreid is stilgestaan bij wat de Nederlanders op dit moment hebben en doen. Bezit van communicatiemiddelen: • Er zijn in 2007 al meer Nederlanders met een mobiele aansluiting dan met een vaste telefoonaansluiting. • De laptop heeft een snelle ontwikkeling meegemaakt. 44% van de Nederlanders gebruikt regelmatig een laptop. • 10% van de Nederlanders gebruikt regelmatig een draagbaar communicatieapparaat zoals PDS of Blackberry. • 23% van de Nederlanders gebruikt regelmatig een game console en 15% een draagbare spelcomputer. • • •
De mogelijkheden van mobiele telefonie zijn redelijk bekend met uitzondering van beeldbellen, TV-beelden bekijken op de mobiel, instant messaging en navigatie die nog redelijk onbekend zijn. Ongeveer 4 van elke 10 Nederlanders denken dat het eigen mobiele toestel geschikt is voor e-mailen en internetten Nagenoeg alle Nederlanders hebben thuis toegang tot internet met een ADSL- of kabelverbinding
Gebruik van communicatiemogelijkheden: • Ongeveer 40% van alle Nederlanders betaalt 20 Euro of meer aan maandelijkse gebruikskosten voor het mobiele toestel (dat men het meest gebruikt). • Diensten en toepassingen die door 20% of meer van de Nederlanders minimaal eens per maand gebruikt worden zijn: • Bellen of gebeld worden • Versturen van sms-berichten • Afluisteren van Voicemail • Maken van een foto • Spelletje • Gegevens versturen met Bluetooth • Maken van een korte video opname. • Diensten en toepassingen die nog zeer incidenteel (3% of minder van de Nederlanders minder dan eens per maand of nooit) op de mobiele telefoon gebruikt worden zijn: • TV-beelden bekijken • Beeldbellen • Down- en uploaden van foto's of video van het web • MSN messaging • Navigatie 45
•
• • •
Als gekeken wordt naar de twee algemene diensten e-mailen en internetten kan worden vastgesteld dat driekwart van de Nederlanders met een mobiele telefoon weet dat dit mogelijk is en dat bijna 30% hiervan het minimaal een keer geprobeerd heeft. 10% van de Nederlanders zegt eens per maand of vaker met een mobiel toestel te internetten en 6% zegt eens per maand of vaker te e-mailen met het mobiele toestel. Ook zegt 14% de afgelopen maand met een mobiel toestel internet te hebben bezocht. Bluetooth blijkt een redelijk veel gebruikte mogelijkheid van mobiele toestellen. Internet is in een korte periode een grote rol gaan spelen in het dagelijks leven van de Nederlander. 57% van de Nederlanders zegt gemiddeld 3 uur of meer gebruik te maken van internet. Internet wordt voor een brede waaier aan toepassingen gebruikt. Zelfs de minst gebruikte dienst – schrijven van een eigen weblog – wordt door 10% van alle Nederlanders minimaal eens per maand gebruikt.
Zakelijk versus privé • Mobiele telefoons worden in Nederland met name privé gebruikt en betaald De meer geavanceerdere apparaten zoals PDA en Blackberry worden wel vaak zakelijk gebruikt en betaald. • Van de werkzame personen verzendt of ontvangt ruim eender eens per maand of vaker gegevens van of naar het werk. • Eén op elke 10 Nederlanders krijgt van het bedrijf een laptop ter beschikking Ervaringen met mobiel breedband • De ervaringen met het verzenden van e-mails via het mobiele toestel zijn gemengd, maar slechts 11% van de gebruikers heeft een negatief oordeel. Surfen op internet via het mobiele toestel wordt negatiever beoordeeld. Meer dan een kwart is daar negatief over met name over de traagheid en de kosten. Het bekijken van tv-beelden via het mobiele toestel kent nog heel weinig gebruikers. Toekomstig gebruik van mobiel breednet • De verwachting is dat mobiel internetten, met name bij jongeren, de komende jaren een grote vlucht zal nemen. Bijna driekwart van de Nederlanders is het eens met de stelling "Over 2 jaar kan de helft van de jongeren (tot 30 jaar) internetten op een mobiel toestel" • Men is vooral gevoelig voor de volgende diensten via het mobiele toestel: emailen, informatie zoeken over routes, verkeer etc, en betalen via de mobiel, surfen op internet en gegevens versturen via Bluetooth. • Ongeveer een vijfde van alle Nederlanders zou de mogelijkheid om onbeperkt te kunnen e-mailen en internetten tegen een schappelijke prijs (zeer) waarschijnlijk aanschaffen, indien men een mobiel apparaat zou hebben dat daarvoor geschikt was. • Een prijs van 7,50 Euro per maand kan daarbij als "schappelijk" gezien worden. • De belangstelling voor het bekijken van TV-beelden op het mobiele toestel is significant lager: 12% zegt het (zeer) waarschijnlijk te kopen tegen een 'schappelijke' prijs. 46
4.2
Conclusies – terugkoppeling naar de centrale onderzoeksvragen
De centrale vragen in dit onderzoek waren als volgt: 1) Wat zijn de wensen en behoeften van de Nederlandse consumenten (particulier en zakelijk) ten aanzien van mobiele telecommunicatie in het algemeen en (breedbandig) mobiel internet in het bijzonder. 2) Welke internationale trends zijn te onderscheiden om de behoeften van consumenten ten aanzien van mobiele telecommunicatie toepassingen in het algemeen en (breedbandig) mobiel internet in het bijzonder? 3) Welke mogelijke toepassingen en diensten van (breedbandig) mobiel internet zijn voor de Nederlandse consument interessant? 4) Welke nieuwe toepassingen kunnen het gebruik van (breedbandig) mobiel internet stimuleren? De vragen naar "wensen en behoeften" zijn in dit onderzoek vertaald naar een opzet waarin vanuit de huidige situatie en de ontwikkeling naar de huidige situatie, gekeken is naar de waarschijnlijke bereidheid van consumenten om nieuwe ontwikkelingen die mogelijk gemaakt worden door mobiel breedband, te accepteren. Gaat de Nederlandse consument mobiel breedband accepteren en gebruiken? De afgelopen jaren hebben laten zien dat de Nederlandse consument in hoog tempo de mobiele telefoon en internet in hun dagelijks leven hebben opgenomen. Op dit gebied lijkt de Nederlandse consument sterk op consumenten uit andere grote landen. Er lijkt sprake van een 'Europese consument'. Mobiel kunnen communiceren en informatie opvragen wordt dan ook door een groot deel van de consumenten als een normale activiteit te worden gezien. De consument lijkt rijp om een aantal van de toepassingen die men nu via internet gebruikt, de komende jaren ook mobiel ter gaan gebruiken. Onder de consumenten bestaat dan ook de verwachting dat over 2 tot 3 jaar een groot deel van de (met name jongere) Nederlanders mobiel zal kunnen internetten. Het aanbod zal in sterke mate bepalend zijn voor het tempo waarmee de consument de nieuwe mogelijkheden van mobiel breedband zal gaan gebruiken. Snelheid, gemak en prijs zullen hierbij doorslaggevend zijn. De meer geavanceerde apparaten waarmee mobiel gecommuniceerd kan worden, zoals de laptop, PDS en Blackberry worden ook al regelmatig gebruikt, met name voor zakelijke toepassingen. De grotere bedrijven in Nederland zien een verdere groei van dit soort apparatuur als een logische ontwikkeling. De groei zal in eerste instantie vanuit de zakelijke hoek gestuurd worden.
47
Welke toepassingen zullen het gebruik van mobiel breedband (in eerste instantie) het meest stimuleren? De toepassingen van mobiel breedband die de consument het meest aanspreken en die het gebruik van mobiel breedband op dit moment het meest zullen stimuleren hebben vooral te maken met communicatie en informatie. De meest interessante toepassing in de ogen van de consument is e-mailen op een mobiel toestel. SMS-en – 4 van elke 5 Nederlanders doen dit minimaal eens per maand – zal deels vervangen gaan worden door e-mailen. Opzoeken van (praktische) informatie is een zeer veel gebruikte toepassing van internet. De consument ziet dit dan ook als een interessante toepassing voor mobiel breedband. Enigszins opvallend is de grote belangstelling voor betalen via een mobiel apparaat. Het is waarschijnlijk dat dit aangestuurd wordt door het recente aanbod van een van de grote Nederlandse banken.
48
49
5
Grootzakelijke beslissers 5.1
Inleiding
Het gebruik van mobiel breedband biedt veel mogelijkheden voor bedrijven en organisaties om te communiceren met medewerkers die buiten het bedrijf aanwezig zijn. Teneinde een eerste inzicht te krijgen in hoever het bedrijfsleven is met het gebruik van en de infrastructuur voor mobiel breedband zijn een aantal gesprekken gevoerd met IT-managers van grote bedrijven en organisaties (100 of meer werkzame personen). Het betreft hier kwalitatief onderzoek. Aan de hand van een checklist zijn open interviews gevoerd met negen IT-managers. Gezien de beperkte steekproef mogen de resultaten in kwantitatieve zin niet representatief geacht worden voor het gehele Nederlandse bedrijfsleven. De resultaten geven echter wel een indicatie van de ontwikkelingen bij (grote) bedrijven en organisaties.
5.2
Resultaten
Bij 8 van de 9 bedrijven1 zijn er medewerkers die over mobiele apparaten beschikken waarmee men mobiel, buiten het bedrijf, kan communiceren. Het betreft hier apparaten als laptops (7 bedrijven), Blackberries (5 bedrijven), PDA’s (3 bedrijven) en smartphones (3 bedrijven). In de meeste gevallen beschikt 10% of meer van alle medewerkers over dit soort apparaten. In het consumentenonderzoek werd reeds geconstateerd dat 10% van de werknemers een laptop ter beschikking krijgt van de werkgever. Eenderde verstuurt wel eens gegevens via internet naar het bedrijf terwijl men zelf buiten is. De belangrijkste toepassingen zijn contact houden met het (netwerk van het) bedrijf, e-mail en agenda. 5 van de 9 respondenten verwachten dat het aantal medewerkers dat mobiel zal kunnen internetten de komende 2 jaar snel zal toenemen. Nog eens 2 verwachten dat dit ‘enigszins’ zal toenemen. Medewerkers worden mobieler en er wordt vanuit gegaan dat men altijd bereikbaar moet zijn en dat de medewerkers altijd toegang moeten hebben tot de gegevens. Daarbij komt dat men verwacht dat de prijzen zullen dalen. Welke apparaten hiervoor gebruikt zullen gaan worden hangt enerzijds af van de mogelijkheden van de apparaten in de toekomst en anderzijds van de toepassingen. Voor e-mail en agenda wordt vaker gedacht aan Blackberries en soortgelijke apparaten. Om informatie van het interne netwerk te halen of er op te zetten, denkt men meer aan laptops. Als gesproken wordt over ‘bedrijven’ worden zowel bedrijven als organisaties bedoeld 1
50
De ontwikkeling van mobiel breedband wordt gezien als onontkoombaar. Aspecten als kwaliteit van de verbindingen, hardware en prijs zullen daarbij wel een rol spelen in de snelheid van de groei. Het merendeel van de ondervraagde grote bedrijven is in termen van infrastructuur al goed voorbereid op een toenemend gebruik van mobiel breedband communicatie. Men zegt ‘volledig voorbereid’ te zijn of dat er nog kleine aanpassingen noodzakelijk zijn. De infrastructuur bij grote bedrijven lijkt geen belemmering te zijn voor een groeiend gebruik van mobiel breedband communicatie. Concluderend kan gesteld worden dat grote bedrijven in Nederland een forse groei verwachten van het gebruik van mobiel breedband voor de communicatie met hun medewerkers en nauwelijks problemen in technische zin ten aanzien van hun eigen infrastructuur voorzien. De kwaliteit en de prijzen van het aanbod zullen het tempo van de ontwikkelingen op dit gebied bepalen.
51
Bijlage 1 : Propensity sampling en weging In een internetpanel waar mensen zichzelf voor kunnen aanmelden, zijn bepaalde groepen mensen oververtegenwoordigd, en andere groepen ondervertegenwoordigd. Motivaction gebruikt om die reden propensity sampling. Deze geavanceerde techniek maakt het mogelijk om te corrigeren voor panellidmaatschap en steekproeven te trekken die op een groot aantal zaken een optimale afspiegeling vormen van de populatie. Ook de Mentality segmentatie (normen en waarden) wordt hierin meegenomen. Propensitysampling komt erop neer dat voor elke respondent geloot wordt of hij in de steekproef komt. De kans om in de steekproef geloot te worden, verschilt per respondent. Deze kans wordt bepaald op basis van de achtergrondkenmerken van de respondent zoals leeftijd, opleiding en normen- en waardenpatronen. Omdat er in het panel bijvoorbeeld relatief weinig laagopgeleiden zitten, krijgen laagopgeleiden een grotere kans om in de steekproef te komen dan hoogopgeleiden. Na propensity sampling is er een representatieve bruto steekproef verkregen. Propensity sampling vindt dus plaats vóór ondervraging. Motivaction past bij zijn online panel een geavanceerde weging toe op basis van een groot aantal variabelen, waardoor eventuele vertekeningen ten opzichte van de totale populatie worden gecorrigeerd. Weging vindt achteraf plaats nadat de data zijn verzameld. Middels deze zogenoemde propensityweging is het mogelijk representatieve uitspraken te doen op basis van webpanels. Propensityweging maakt andere methoden van herweging of herijking overbodig. Voor dit onderzoek is gewogen op de variabelen: • • • • •
Geslacht Opleidingsniveau (hoog / midden / laag) Leeftijd (15-24 / 25-34 / 35-44 / 45-55) Nielsenregio Mentality
52
53
Bijlage 2 : Vorming van segmenten De indeling van de subgroepen is tot stand gekomen op basis van de volgende samenstelling van antwoordcategorieën: Zakelijke mobiel breedband gebruikers (1) Vraag: Welke van de volgende soorten apparaten stelt uw bedrijf op dit moment aan u ter beschikking voor zakelijk gebruik? (meerdere antwoorden mogelijk) • • • • •
Laptop computer met draadloze toegang tot internet op korte afstand 1 Laptop computer met volledige toegang tot internet (overal) 4 Handcomputer / PDA (bijv. Palm) 3 Mobiele apparaten met meer mogelijkheden zoals Blackberry, Windows Mobile apparaten 3 Andere apparatuur waarmee op afstand gecommuniceerd kan worden, namelijk… 2
Vraag: Welke van de volgende apparaten gebruikt u om voor zakelijke toepassingen toegang te krijgen tot internet en/of e-mail? (meerdere antwoorden mogelijk) • • •
Mobiele telefoon Ander draagbaar communicatie-apparaat (bv. PDA, Blackberry) Anders, namelijk…
4 4 1
Vraag: Hoe vaak verzendt of ontvangt u wel eens gegevens via internet van of naar uw werk, terwijl u zelf buiten het bedrijf bent (bijvoorbeeld via de server)? (één antwoord mogelijk) • • • • •
Paar keer geprobeerd Ongeveer eens per maand Ongeveer eens per week 1 keer per dag Meer dan 1 keer per dag
Maximaal aantal punten:
1 2 4 6 8 30
We noemen iemand een 'zakelijke mobiel breedband gebruiker' bij 8 punten of meer. Internetter (2) Vraag: U heeft eerder aangegeven dat u thuis geen internetaansluiting heeft. Heeft u elders wel toegang tot internet en maakt u daar gebruik van? Niet-internetgebruiker indien antwoord: •
Ik heb geen toegang tot internet 54
Vraag: Hoeveel uur maakt u gemiddeld dagelijks gebruik van internet (zowel thuis als op het bedrijf of elders)? U kunt slechts één antwoord aankruisen. Kruist u maar het antwoord aan dat het beste bij u past. •
Light internetter indien antwoord: Niet elke dag en gemiddeld minder dan een half uur per dag
•
Medium internetter indien antwoord: Tussen een half en een uur per dag / 1 tot 2 uur per dag
•
Heavy internetter indien antwoord: 2 tot 4 uur per dag / Meer dan 4 uur per dag
•
Niet in te delen indien antwoord: Geen idee
Mobiele internetter (3) Vraag: Hoe vaak gebruikt u elk van de volgende toepassingen via een mobiel toestel? – Surfen op internet Mobiele internetter indien antwoord: • • • •
Ongeveer eens per maand Ongeveer eens per week 1 keer per dag Meer dan 1 keer per dag
Spelletjesmens (4) Vraag: Welke van de volgende apparaten gebruikt u regelmatig? Dit kunnen apparaten zijn die van u zelf zijn maar ook apparaten van bijv. het bedrijf of van familie die u mag gebruiken. Onder 'regelmatig' verstaan we minimaal eens per maand. (meerdere antwoorden mogelijk) • •
Game Console (spelcomputer thuis) Draagbare spelcomputer (bv. Gameboy, Sony PSP etc.)
5 5
Vraag: Hoe vaak gebruikt u de volgende toepassingen via een mobiel toestel? – Spelen van een spelletje (één antwoord mogelijk) • • • •
Ongeveer eens per maand Ongeveer eens per week 1 keer per dag Meer dan 1 keer per dag
1 2 5 10
Vraag: Hoe vaak gebruikt u elk van de volgende toepassingen van internet? – Spelletjes spelen (één antwoord mogelijk)
55
• • • •
Ongeveer eens per maand Ongeveer eens per week 1 keer per dag Meer dan 1 keer per dag
Maximaal aantal punten:
1 2 5 10 30
Indeling: • • •
Non-game user Light game user Heavy game user
2 punten of minder 3 tot en met 19 punten 20 punten of meer
Chatter/SMS-er (5) Vraag: Hoe vaak gebruikt u de volgende toepassingen via een mobiel toestel? – Versturen van sms-berichten aan familie of vrienden • • • •
Ongeveer eens per maand Ongeveer eens per week 1 keer per dag Meer dan 1 keer per dag
1 2 5 10
Vraag: Hoe vaak gebruikt u de volgende toepassingen via een mobiel toestel? – MSN-en • • • •
Ongeveer eens per maand Ongeveer eens per week 1 keer per dag Meer dan 1 keer per dag
1 2 5 10
Vraag: Hoe vaak gebruikt u elk van de volgende toepassingen van internet? – Instant messaging / MSN • • • •
Ongeveer eens per maand Ongeveer eens per week 1 keer per dag Meer dan 1 keer per dag
1 2 5 10
Vraag: Hoe vaak gebruikt u elk van de volgende toepassingen van internet? – Deelnemen aan sociale netwerken via internet (zoals Hyves, MySpace, Orkut, Mebo etc.) • • • •
Ongeveer eens per maand Ongeveer eens per week 1 keer per dag Meer dan 1 keer per dag
Maximaal aantal punten:
1 2 5 10 40
Indeling: 56
• • •
Non-chatter / SMS-er Light chatter / SMS-er punten Heavy chatter / SMS-er
2 punten of minder 3 tot en met 19 20 punten of meer
Muziekinternetter (6) Vraag: Hoe vaak gebruikt u de volgende toepassingen via een mobiel toestel? – Luisteren naar de radio • • • •
Ongeveer eens per maand Ongeveer eens per week 1 keer per dag Meer dan 1 keer per dag
1 2 5 10
Vraag: Hoe vaak gebruikt u de volgende toepassingen via een mobiel toestel? – Luisteren naar gedownloade muziek • • • •
Ongeveer eens per maand Ongeveer eens per week 1 keer per dag Meer dan 1 keer per dag
1 2 5 10
Vraag: Hoe vaak gebruikt u elk van de volgende toepassingen van internet? – Luisteren naar de radio op de PC • • • •
Ongeveer eens per maand Ongeveer eens per week 1 keer per dag Meer dan 1 keer per dag
1 2 5 10
Vraag: Hoe vaak gebruikt u elk van de volgende toepassingen van internet? – Luisteren naar gedownloade muziek op de PC • • • •
Ongeveer eens per maand Ongeveer eens per week 1 keer per dag Meer dan 1 keer per dag
Maximaal aantal punten:
1 2 5 10 40
Indeling: • • •
Non-muziekinternetter Light muziekinternetter punten Heavy muziekinternetter
2 punten of minder 3 tot en met 19 20 punten of meer
Acceptatie nieuwe technologie (7)
57
Vraag: Met welke van deze apparaten bent u de afgelopen maanden op internet geweest? Welke van de volgende uitspraken zijn op u van toepassing? • •
Mobiele telefoon Ander draagbaar communicatie-apparaat (bv. PDA, Blackberry)
4 4
Vraag: Kunt u aangeven in welke mate u het zelf eens of oneens bent met de volgende uitspraken? – "Ik wil graag geregeld een nieuwe mobiele telefoon om alle nieuwe mogelijkheden uit te proberen." • •
Gedeeltelijk mee eens Geheel mee eens
2 4
– "Ik lees graag over de nieuwe mogelijkheden van mobiele communicatie." • •
Gedeeltelijk mee eens Geheel mee eens
2 4
Vraag: Van welke van de volgende diensten met uw mobiele toestel heeft u wel eens gehoord én worden volgens u in Nederland al aangeboden? •
Bluetooth
2
Vraag: Hoe vaak gebruikt u de volgende toepassingen via een mobiel toestel? – Versturen en ontvangen van e-mail • • • • •
Paar keer geprobeerd Ongeveer eens per maand Ongeveer eens per week 1 keer per dag Meer dan 1 keer per dag
1 2 3 4 6
Vraag: Hoe vaak gebruikt u de volgende toepassingen via een mobiel toestel? – Surfen op internet • • • • •
Paar keer geprobeerd Ongeveer eens per maand Ongeveer eens per week 1 keer per dag Meer dan 1 keer per dag
1 2 3 4 6
Vraag: Hoe vaak gebruikt u de volgende toepassingen via een mobiel toestel? – Tv-beelden bekijken • • • • •
Paar keer geprobeerd Ongeveer eens per maand Ongeveer eens per week 1 keer per dag Meer dan 1 keer per dag
1 2 3 4 6 58
Vraag: Hoe vaak gebruikt u de volgende toepassingen via een mobiel toestel? – Mobiel toestel gebruiken om te navigeren • • • • •
Paar keer geprobeerd Ongeveer eens per maand Ongeveer eens per week 1 keer per dag Meer dan 1 keer per dag
1 2 3 4 6
Vraag: In hoeverre bent u het eens met de volgende bewering? – "Ik zie me zelf over een paar jaar wel e-mail versturen en ontvangen via mijn mobiele telefoon." • •
Gedeeltelijk mee eens Geheel mee eens
4 6
Vraag: Stel dat u op dit moment een nieuw mobiel toestel zou moeten aanschaffen. Welke van deze toepassingen u als vierde op dit toestel zou willen kunnen doen. •
NIET 'Geen van deze'
2
Vraag: Stel dat u een mobiel toestel heeft dat geschikt is om e-mails te ontvangen en te versturen. Zou u onbeperkt e-mailen op dit toestel tegen een schappelijke prijs kopen? • •
Waarschijnlijk Zeer waarschijnlijk
4 6
Vraag: Stel dat u een mobiel toestel heeft waarmee u in staat bent op internet te surfen. Zou u onbeperkt internetten op dit toestel tegen een schappelijke prijs kopen? • •
Waarschijnlijk Zeer waarschijnlijk
4 6
Vraag: Stel dat u een mobiel toestel heeft waarmee u TV beelden kunt ontvangen. Zou u onbeperkt TV op dit toestel tegen een schappelijke prijs kopen? • •
Waarschijnlijk Zeer waarschijnlijk
Maximaal aantal punten:
4 6 68
Indeling: • • • •
Innovators Early adopters Early majority Late majority
60 punten of meer 50 tot 60 punten 30 tot 50 punten 10 tot 30 punten 59
Hieronder worden de groepen beschreven in termen van omvang en waar relevant ook naar wat ze bezitten, gebruiken en denken over mobiele communicatie. Zakelijke mobiel breedband gebruikers (1) Van de totale steekproef valt 8% te classificeren als zakelijk mobiel breedband gebruiker – zie tabel 2.4.1. Tabel 2.4.1 Zakelijk mobiel breedband gebruiker
frequentie
%
Niet-zakelijk mobiel breedband gebruiker Zakelijk mobiel breedband gebruiker
n=720 n=59
92% 8%
Totaal
n=779
100%
Internetter (2) Ruim de helft van de respondenten is heavy internetter (56%) – zie tabel 2.4.2. Tabel 2.4.2 Internetter
frequentie
%
Niet-internetgebruiker Light internetter Medium internetter Heavy internetter Niet in te delen
n=1 n=9 n=325 n=438 n=6
0% 1% 42% 56% 1%
Totaal
n=779
100%
Mobiele internetter (3) Eén op de tien respondenten is mobiel internetter (10%) – zie tabel 2.4.3.
60
Tabel 2.4.3 Mobiele internetter
frequentie
%
Niet-mobiele internetter Mobiele internetter
n=703 n=76
90% 10%
Totaal
n=779
100%
Spelletjesmens (4) Meer dan de helft van de respondenten is heavy game user (54%) – zie tabel 2.4.4. Tabel 2.4.4 Spelletjesmens
frequentie
%
Non-game user Light game user Heavy game user
n=309 n=424 n=46
40% 54% 6%
Totaal
n=779
100%
Chatter/SMS-er (5) De grootste groep respondenten is in te delen als light chatter (53%) – zie tabel 2.4.5. Tabel 2.4.5 Chatter / SMS-er
Non-chatter / SMS-er Light chatter / SMS-er Heavy chatter / SMS-er
frequentie
n=206 n=413 n=160
%
26% 53% 21%
61
Totaal
n=779
100%
Muziekinternetter (6) Ruim tweevijfde van de respondenten is light muziekinternetter (44%) – zie tabel 2.4.6. Tabel 2.4.6 Muziekinternetter
frequentie
%
Non-muziekinternetter Light muziekinternetter Heavy muziekinternetter
n=391 n=346 n=42
50% 44% 5%
Totaal
n=779
100%
Acceptatie nieuwe technologie (7) Eenderde van de respondenten valt te classificeren als late majority (33%) en ruim viervijfde als laggards (62%) – zie tabel 2.4.7.
62
Tabel 2.4.7 Acceptatie nieuwe technologie
frequentie
%
Laggards Late majority Early majority Early adopters Innovators
n=485 n=261 n=32 n=1 n=0
62% 33% 4% 0% 0%
Totaal
n=779
100%
63