Datum januari 2005 Auteur Ing. C.L.W. Lagendijk en m A. Develing Versie 2.0 extern
Blootstelling aan radiogolven bij werken op daken t.b.v. mobiele communicatie Verdiepende Risico-Inventarisatie en -Evaluatie Versie voor externe partijen
In november 2004 heeft KPN Mobiel Nederland een verdiepende Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E) opgesteld aangaande het werken op daken in de aanwezigheid van basisstations voor mobiele telefonie. Deze RI&E is getoetst door Arboned. In het Plan van Aanpak stelt KPN, dat niet alleen de betrokken werknemers, maar ook de aannemers van KPN en derden geïnformeerd zullen worden betreffende de risico's bij het werken op daken i.v.m. de aanwezigheid van radiogolven. Voorliggend document is een verkorte versie van genoemde RI&E. Hieruit zijn die zaken weggelaten die slechts relevant zijn voor KPN-medewerkers.
KPN Mobile The Netherlands
Uitgave: 2.0E
Auteursrechten KPN Mobiel Nederland B.V.
Datum: januari 2005
KPNMOB-RIE-001 1/17 Nadruk Verboden
Datum januari 2005 Auteur Ing. C.L.W. Lagendijk en m A. Develing Versie 2.0 extern
Inhoudsopgave 1
2
Inleiding 1.1 Overzicht bronvermeldingen/literatuur 1.2 Verklarende woordenlijst
3
Inventarisatie
6
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 3
3 5
Scope RIE
6
Werkersclassificatie
6
Aard van de werkzaamheden
7
Internationaal geldende normen
9
Huidig toegepaste projecteringsrichtlijnen en convenanten Risico bij blootstelling aan radiogolven en effecten
9 10
Werkinstructie en training van medewerkers
13
Voorlichting aan werknemers
13
Afwijkende opstelpunten van KPN (en MobiRail)
14
Berekening veiligheidsafstanden per antennetype
14
Uitschakelen van antennes i.v.m. werkzaamheden
15
Evaluatie
16
3.1
16
Samenvatting inventarisatie
Bijlage A
Overzicht afwijkende KPN-opstelpunten
17
Bijlage B
Overzicht MobiRail-antennes
16
KPN Mobile The Netherlands
Uitgave: 2.0E
Auteursrechten KPN Mobiel Nederland B.V.
Datum: januari 2005
KPNMOB-RIE-001 2/17 Nadruk Verboden
Datum januari 2005 Auteur Ing. C.L.W. Lagendijk en m A. Develing Versie 2.0 extern
1
Inleiding
Het opstellen van een Risico-Inventarisatie en –Evaluatie (vanaf nu RIE genoemd) is sinds 1 januari 1994 een wettelijke verplichting in het kader van artikel 5 uit de Arbo-wet. Deze wet vereist (nog) geen specifieke RIE voor radiogolven, maar gezien een recentelijk gepubliceerde Europese richtlijn (zie Bronvermelding 3),vindt KPN het belangrijk om nu al een generieke RIE op te stellen voor blootstelling aan radiogolven op daklocaties en in torens1 waar KPN-antennes opgesteld zijn. Daarmee is voorliggende ‘RIE Radiogolven’ een verdieping op de bronvermeldingen 1 en 2 (zie 0.1). Doel van deze verdiepende RIE Radiogolven is het geven van globaal inzicht in de risico's op het gebied van blootstelling aan radiogolven bij het werken op daklocaties en torens in het kader van mobiele communicatie. Hieronder volgt een overzicht van verwijzingen naar brondocumenten/literatuur (0.1) en een verklarende woordenlijst (0.2). Na de inventarisatie (hoofdstuk 1), evaluatie (hoofdstuk 2) en het plan van aanpak (hoofdstuk 3) volgen twee bijlagen met overzichten van afwijkende KPN- en MobiRail-opstelpunten met te hanteren afstanden i.v.m. blootstelling (resp. bijlage A en B).
1.1
Overzicht bronvermeldingen/literatuur
ref 1
Documentnaam Risico-inventarisatie PTT Telecom Mobiele Netwerkdiensten
datum 04-09-1997
2
RI&E bij KPN Telecom OMN NO LEM
15-09-1998
3
Directive 2004/40/ec on the minimum health and safety requirements regarding exposure of workers to the risks arising from physical agents (electromagnetic fields) (18th individual Directive within the meaning of Article 16(1) of Directive 89/391/EEC) ETSI TR 101 870 V1.1.1 (Technical Report) Fixed radio transmitter sites; Exposure to non-ionising electromagnetic fields; guidelines for working conditions EN50383: Basic standard for the calculation and measurement of electromagnetic field strength and SAR related to human exposure from radio base stations and fixed terminal stations for wireless telecommunication systems (110 MHz - 40 GHz); ICNIRP guidelines (internationale richtlijn die blootstelling-grenswaarden beschrijft voor beroepsmatige blootstelling) Veiligheidsaspecten m.b.t. RF-straling bij projectering van GSM-antennes in de nabijheid van bevolking, versie 2.0 Blootstelling aan radiogolven; Aanvullende projecteringsrichtlijn voor basisstations in de nabijheid van bevolking. Versie 1.0 Convenant Nationaal AntenneBeleid Advies van de gezondheidsraad betreffende radiogolven ARBO-wet artikel 5
29-04-2004
4
5
6 7 8 9 10 11
Bron Dhr ing. D.J. Folkers (Arboned) Dhr ing. D.J. Folkers (Arboned) European Parliament and of the Council
11-2001
08-2002
W.J. de Vries i.s.m. P. Bekker 07-10-2002 C.L.W. Lagendijk
30-10-1997
Gezondheidsraad
Met torens worden objecten bedoeld die niet in eerste instantie bedoeld zijn voor mobiele communicatie of straalverbindingen, maar waar zich een looppad in de buurt van de antennes bevindt. Denk aan watertorens of vuurtorens met een balkon rondom . De straalverbindingstorens en –masten worden hier niet mee bedoeld.
1
KPN Mobile The Netherlands
Uitgave: 2.0E
Auteursrechten KPN Mobiel Nederland B.V.
Datum: januari 2005
KPNMOB-RIE-001 3/17 Nadruk Verboden
Datum januari 2005 Auteur Ing. C.L.W. Lagendijk en m A. Develing Versie 2.0 extern
1.2
Verklarende woordenlijst
Term Combiner Convenant NAB EMC EMF ETSI Grenswaarden ICNIRP MobiRail NAB NaBu OLO Opstelpunt/site Outage PAGO RF RIE of RI&E SARA-protocol Splitter TR
Verklaring een unit die het RF-signaal van twee kabels samenvoegt in een kabel Het Convenant Nationaal AntenneBeleid waarin afspraken zijn gemaakt tussen de overheid en de mobiele operator over veiligheid Elektromagnetische Compatibiliteit Elektromagnetische velden. (electromagnetic fields) European Telecommunication Standardisation Institute Genswaarden conform de ICNIRP guidelines (voor werkers) International committee on non-ionised radiation protection Mobiel netwerk t.b.v. de Nederlandse spoorwegen Nationaal Antennebeleid Nationaal Antennebureau Other Licensed Operator Met opstelpunt of ‘site’ bedoelen we de locatie waar apparatuur, antennes en/ of masten opgesteld staan voor het mobiele communicatienetwerk van KPN of MobiRail. Het terug-/uitschakelen van antennes in uitgezonden vermogen Periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek Radiofrequentie Risico-inventarisatie en -evaluatie SAR analyse portocol voor de berekening van de veiligheidsafstanden tot antennes een unit die het RF-signaal splitst in twee op meer kabels Technisch rapport
KPN Mobile The Netherlands
Uitgave: 2.0E
Auteursrechten KPN Mobiel Nederland B.V.
Datum: januari 2005
KPNMOB-RIE-001 4/17 Nadruk Verboden
Datum januari 2005 Auteur Ing. C.L.W. Lagendijk en m A. Develing Versie 2.0 extern
2
Inventarisatie
2.1
Scope RIE
Voor het bepalen van de scope van voorliggende RIE is een werkersclassificatie vastgesteld (2.2) en zijn de aard van de werkzaamheden beschreven (2.3). Conclusies 1. Deze RIE is feitelijk alleen van toepassing op de categorie-3-medewerkers (geïnformeerde werkers) conform de werkersclassificatie (zie tabel A). 2. Speciale aandacht is nodig voor werkers die afhankelijk of drager zijn van een ambulant medisch apparaat. Deze mogen slechts nabij antennes werken na evaluatie door EMF-specialist en fabrikant medisch apparaat. 3. Externe partijen zoals aannemers, eigenaren of beheerders van de betreffende gebouwen, dak- en gevelwerkers (in opdracht van de operators) blijven buiten de scope van deze RIE. Wel vindt KPN het tot haar taak behoren om deze partijen te informeren over het feit dat er een risico is. 2.2 Werkersclassificatie De werkersclassificicatie is gebaseerd op de Europese richtlijn [bron 3] en ETSI TR101870 [bron 4]. Cat * 1 2
3
omschrijving
instructie
Voorbeeld bij KPN
EMFspecialist Radiowerkers
Academisch of HBO-geschoold op gebied van radiogolven en veiligheid Werkers die opgeleid zijn voor het werken met radiozenders en zelfstandig een blootstellinganalyse kunnen uitvoeren
BUITEN SCOPE RIE
• Leo Lagendijk
BUITEN SCOPE RIE Blootstelling tot niveau van grenswaarde voor werkers ICNIRP-guidelines
• Theo Krul • KPN-aannemers
Geïnformeerde werkers
Werkers die op basis van instructie van een expert werkzaamheden uitvoeren in de buurt van of met radiozenders
BINNEN SCOPE RIE Blootstelling tot niveau van grenswaarde voor werkers ICNIRP-guidelines
Medewerkers KPN divisie Mobiel, m.u.v. enkelen die hiervoor zijn opgeleid
Tabel A: werkersclassificatie
2.3
Aard van de werkzaamheden
Achtergrond Alle operators hebben op daklocaties en torens mastjes van 5 meter hoog gebruikt om antennes aan te bevestigen voor mobiele communicatie, aangezien deze vergunningsvrij waren voor de Woningwet. Kortere masten zijn vrijwel niet gebruikt omdat de antennes altijd zo hoog mogelijk opgesteld moesten worden. 2.3.1
Door het Convenant Nationaal AntenneBeleid zijn masten tot 5 meter wederom vergunningsvrij geworden zodat het ingezette plaatsingsbeleid gecontinueerd kon worden. Als een mast 5 meter lang is en de langste antenne die gebruikt wordt in de top gemonteerd is, ontstaat er altijd een vrije hoogte van 2.4 meter tussen de onderkant van de laagste antenne en het dak. In theorie kan een tweede antenne in dezelfde mast onder de bestaande antenne gehangen worden, maar KPN doet dit niet. Hierdoor wordt het wederom onwaarschijnlijk dat een werker zich zomaar voor een antenne kan begeven zonder extra voorzieningen zoals een valbeveiliging. NB. Deze optie is alleen mogelijk als de mast relatief dicht tegen de (dak)rand geplaatst is, want anders zal de (dak)rand teveel verstoring geven aan het radiosignaal.
KPN Mobile The Netherlands
Uitgave: 2.0E
Auteursrechten KPN Mobiel Nederland B.V.
Datum: januari 2005
KPNMOB-RIE-001 5/17 Nadruk Verboden
Datum januari 2005 Auteur Ing. C.L.W. Lagendijk en m A. Develing Versie 2.0 extern
KPN heeft altijd een beleid gevoerd waarin werd aangedrongen de antennes altijd zodanig op te hangen dat er niet zomaar voor langsgelopen kon worden. 2.3.2 Werkzaamheden De werkzaamheden die binnen de scope van deze RIE vallen en uitgevoerd worden door de categorie-3medewerkers conform de werkersclassificatie van tabel A, zijn o.a.: • Visuele inspectie van de antennes, kabels, apparatuurkasten en andere fysieke voorzieningen zoals bliksem- en valbeveiligingen, inspectie van werkzaamheden. • Werkzaamheden in de apparatuurkasten, plaatsing van nieuwe voorzieningen of uitbreiding of verwijdering van bestaande voorzieningen. • Werkzaamheden aan het dak en gebouwvoorzieningen: reparatie van dak, schilderwerk, schoonmaken, installatie, etc..
Deze RIE omvat niet de werkzaamheden aan de actieve antennes en het beklimmen van masten. De berekeningen van de veiligheidsafstanden zijn wel universeel toe te passen op zowel antennes op daken als op/aan torens en masten. Werksituatie De werksituatie i.r.t. de aanwezigheid van antennes, kan als volgt omschreven worden: • De apparatuurkasten staan vaak in ruimten in het gebouw of op een locatie midden op het dak. • De antennes zijn op masten van 5 meter hoog dusdanig opgehangen dat er vrij onderdoor gelopen kan worden. • Inspectie van kabels, antennes, val- en bliksembeveiligingen kan plaatsvinden zonder dat men recht voor de antennes hoeft te komen. • Er kunnen andere antennes (niet-KPN) op daken aanwezig zijn. • De apparatuurkasten bij masten en kabels zenden zelf geen radiogolven. Bij en in de kasten kan in relatie tot radiogolven veilig gewerkt worden. 2.3.3
2.4
Internationaal geldende normen
Voorliggende generieke ‘RIE Radiogolven’ is gebaseerd op het internationaal vastgestelde rapport van de Europese richtlijn [3], ETSI TR101870 [4] en de Europese norm EN50383 [5]. Deze documenten zijn op hun beurt weer gerelateerd aan de internationale richtlijn ICNIRP [6] die de grenswaarden beschrijft voor beroepsmatige blootstelling.
2.5
Huidig toegepaste projecteringsrichtlijnen en convenanten
In artikel 6.12 van het Arbeidsomstandighedenbesluit is een aantal maatregelen geformuleerd om toestellen die elektromagnetische velden produceren veilig te maken. Zo moeten apparaten uit deugdelijk materiaal bestaan, deugdelijk geconstrueerd zijn en in goede staat verkeren. Ook moeten de inrichtingen zo geconstrueerd en opgesteld worden, dat gezondheidsschade zoveel mogelijk wordt voorkomen (ook wel bronaanpak genoemd). KPN divisie Mobiel hanteert zorgvuldig de (inter)nationaal geldende normen [5], adviezen [6] en richtlijnen [3] ter bescherming van eigen medewerkers en het algemeen publiek. Hiervoor zijn intern de gebruikte projecteringsrichtlijnen [7 en 8] voor de bouw opgesteld. Uitgangspunten voor deze projecteringsrichtlijnen zijn: • Vrij onder antennes doorlopen: Op masten van 5 meter hoog worden antennes zo opgehangen dat er vrij onderdoor gelopen kan worden.
KPN Mobile The Netherlands
Uitgave: 2.0E
Auteursrechten KPN Mobiel Nederland B.V.
Datum: januari 2005
KPNMOB-RIE-001 6/17 Nadruk Verboden
Datum januari 2005 Auteur Ing. C.L.W. Lagendijk en m A. Develing Versie 2.0 extern
•
Voldoen aan het Convenant Nationaal AntenneBeleid [9]: Alle locaties rond een antenne waar het algemene publiek toegang toe heeft, hebben te voldoen aan de voorwaarden die gesteld zijn in het Convenant van het Nationaal AntenneBeleid (NAB). Deze stelt voorwaarden voor de bescherming van mensen in woningen en publiek toegankelijke ruimten.
Indien de projectering niet voldoet aan genoemde uitgangspunten, beschrijft de richtlijn procedures om, samen met de EMF-specialist, alsnog een veilige situatie te creëren via aanvullende maatregelen. Risicobeperkende maatregelen ter voorkoming van blootstelling aan radiogolven boven de grenswaarden worden altijd afgewogen tegen het mogelijk verhogen van risico’s op andere gebieden zoals vallen van grote hoogten.
2.6
Risico bij blootstelling aan radiogolven en effecten
2.6.1
Risico's
Er is geen risico verbonden aan de blootstelling van mensen aan radiogolven ónder de grenswaarden die gesteld zijn door de ICNIRP en de Gezondheidsraad. Uitzondering hierop zijn mensen die direct afhankelijk zijn van ambulante medische apparaten. Toelichting ambulante medische apparaten Ambulante medische apparaten zoals pacemakers, insulinepompen en elektrische rolstoelen kunnen verstoord raken door radiogolven bij een lagere intensiteit dan de blootstellinggrenswaarde voor mensen. Mensen die werkzaamheden verrichten in de nabijheid van radiozenders en afhankelijk zijn van ambulante medische apparaten dienen dan ook altijd van tevoren de mogelijke verstoring van deze apparaten te evalueren. 2.6.2
Effecten bij blootstelling boven de grenswaarden
De ICNIRP [6] en het rapport van de Gezondheidsraad [10] beschrijven een aantal effecten op de gezondheid bij een te hoge blootstelling, dus wanneer de grenswaarden overschreden worden. Echter, tussen de grenswaarde en de waarde waar effecten op de gezondheid kunnen optreden zit een behoorlijke marge, namelijk factor 10. Deze marge is in de grenswaarde opgenomen om altijd te garanderen (ook in bijzondere omstandigheden) dat er geen blijvend gezondheidseffect optreedt. Blootstelling boven de grenswaarden kán leiden tot onderstaande effecten op de gezondheid: • Bij geringe blootstelling aan radiogolven vindt er opwarming plaats aan de oppervlakte van het lichaam. Bij extreme omstandigheden kun je spreken van een warmtesensatie. Gezien het geringe vermogen en de daaraan gekoppelde traagheid van opwarming neemt een werker voortijdig het potentiële risico waar. Let op: Dit effect treedt alleen op bij zeer hoge frequenties zoals GSM, UMTS en radar. Het effect is nauwelijks aanwezig bij bijvoorbeeld FM-radio. • Bij hoge blootstelling aan radiogolven (>10 maal de grenswaarde voor werkers, uitgedrukt in de basisrestrictie) door een hoogfrequente bron (>100 kHz) kunnen koortseffecten optreden (hoofdpijn, zweterigheid, duizeligheid, warmteallergie). • Bij een zeer hoge blootstelling kunnen effecten optreden die specifiek zijn aan oververhitting zoals een rode huid en verbranding. Deze effecten kunnen nooit veroorzaakt worden door de radiogolven afkomstig van GSM-/UMTS-basisstations vanwege het geringe vermogen (<100 W). • Op torens of daken komen geen laagfrequente bronnen (< 100 KHz) voor die de grenswaarden voor de beroepsbevolking overschrijden. Mogelijke effecten op de gezondheid van deze bronnen zijn niet relevant voor deze RIE Radiogolven. Alertheid of stress door andere zaken De werksituatie op daken en apparatuurruimten is dusdanig, dat er bij sommige werknemers een verhoogde alertheid of stress kan ontstaan door bijvoorbeeld hoogte- of engtevrees. Fysieke en a2.6.3
KPN Mobile The Netherlands
Uitgave: 2.0E
Auteursrechten KPN Mobiel Nederland B.V.
Datum: januari 2005
KPNMOB-RIE-001 7/17 Nadruk Verboden
Datum januari 2005 Auteur Ing. C.L.W. Lagendijk en m A. Develing Versie 2.0 extern
specifieke klachten door deze verhoogde alertheid of stress (zoals hoofdpijn en duizeligheid) worden soms ten onrechte toegeschreven aan de aanwezigheid van radiogolven. 2.6.4 Wat te doen bij blootstelling boven de grenswaarde De oorzaak van medische nood zal bij werkzaamheden nabij GSM- en UMTS-antennes doorgaans niet veroorzaakt worden door radiogolven. Een werker kan tijdens werkzaamheden medische klachten krijgen zoals duizeligheid of een hersenbloeding of een hartaanval. Dergelijke klachten hebben niets met de blootstelling te maken maar kunnen toevallig in die situatie optreden.
Als een werker aan een niveau wordt blootgesteld boven de grenswaarde, dan dient deze zo snel mogelijk in veiligheid te worden gebracht door: 1. de antenne zo snel mogelijk terug- of uit te schakelen2, of 2. de persoon te verwijderen uit het volume waar de grenswaarde overschreden wordt. Na het veiligstellen van de medewerker gelden de volgende aanbevelingen: • Bij blootstelling boven de grenswaarde: consulteer een arts over mogelijke effecten op de gezondheid. N.B. Een huisarts of bedrijfsarts kan alleen eerste hulp verlenen aan direct merkbare verschijnselen zoals locale oververhitting. • Bij ernstig letsel: zorg voor EHBO en consulteer een arts. Bij zichtbare of merkbare vorm van oververhitting of verbranding van een persoon is het belangrijk de persoon direct te koelen met veel water. De oververhitting kan inwendig plaatsvinden zonder dat de huid zichtbaar is verbrand. Bijbehorende verschijnselen zijn te vergelijken met een zonnesteek. 2.7 Werkinstructie en training van medewerkers Gezien het geringe risico voor het werken rond basisstations voor mobiele communicatie i.r.t. blootstelling aan elektromagnetische velden is volstaan met een eenvoudige instructie aan de werknemers. De instructie luidt: • Er kan veilig gewerkt worden op daken indien alle antennes voldoende hoog (boven hoofdhoogte) zijn opgesteld. • In een uitzonderlijke situatie kan het noodzakelijk zijn dat een antenne wordt geschakeld voordat de werkzaamheden aanvangen. Het eventueel terug-/uitschakelen van antennes is slechts relevant bij opstelpunten waar de gebouweigenaar specifiek geïnstrueerd is. • Indien antennes worden aangetroffen die niet van KPN zijn, bijvoorbeeld lokale omroep (FMradio), dan moet de desbetreffende operator altijd geconsulteerd worden alvorens de werkzaamheden aanvangen. Gezien het geringe risico is het niet nodig werknemers te voorzien van extra beschermings-middelen zoals veldsterktemeters. 2.8 Voorlichting aan werknemers Elke werkgever is verplicht zijn eigen medewerkers voor te lichten over de risico's die verbonden zijn aan het werken in de buurt van radiozenders. Deze instructie omvat: Algemene richtlijnen voor het werken nabij antennes • Uitleg van de risico’s van radiogolven • Uitleg van het begrip veiligheidsafstanden • Wat te doen bij calamiteiten • Waarschuwing dat dragers van ambulante medische apparaten een (indirect) risico lopen door de mogelijke verstoring van het medisch apparaat door radiogolven
2
Met terug-/uitschakelen wordt bedoeld: het reduceren van het vermogen van de antenne(s); ook wel 'outage' genoemd
KPN Mobile The Netherlands
Uitgave: 2.0E
Auteursrechten KPN Mobiel Nederland B.V.
Datum: januari 2005
KPNMOB-RIE-001 8/17 Nadruk Verboden
Datum januari 2005 Auteur Ing. C.L.W. Lagendijk en m A. Develing Versie 2.0 extern
2.9 Afwijkende opstelpunten van KPN (en MobiRail) Als de antennes niet voldoen aan de projecteringsrichtlijnen zoals genoemd in hoofdstuk 1.5 zal de gebouweigenaar hiervan op de hoogte worden gebracht. Deze specifieke instructie geldt voor minder dan 1% van de KPN-locaties (zie bijlage A, tabel 1 voor een overzicht per januari 2005). Werkgevers dienen dan ook altijd te informeren bij de gebouweigenaar of er specifieke (afwijkende) instructies gelden voor de antennes op locatie.
2.10
Berekening veiligheidsafstanden per antennetype
2.10.1 Berekening van de veiligheidsafstanden
De berekening van veiligheidsafstanden is uitgevoerd middels EMF-visual (rekenpakket conform de Europese norm EN50383). Ook zijn de illustraties in dit hoofdstuk opgemaakt met dit pakket. 2.10.2 Vuistregel
Indien de blootstelling minder dan 6 minuten plaatsvindt staat de ICNIRP-guideline een grotere grenswaarde toe die gelijk is aan de grenswaarde maal 6 minuten gedeeld door de blootstellingtijd in minuten. Bij een blootstelling van 1 minuut worden de grenswaarden (uitgedrukt in de vermogensfluxdichtheid) met een factor 6 verhoogd waardoor er een geringere veiligheidsafstand berekend zal worden. VUISTREGEL: hanteer de 1-minuut-verblijfsregel recht vóór een antenne (m.u.v. afwijkende opstelpunten in bijlage 1 en 2) •
Verblijf < 1 minuut: alle veiligheidsafstanden vallen binnen 10 cm. De afstand van 10 cm geldt bovendien alleen voor romp en hoofd, aangezien de ICNIRP [6] voor handen en voeten een hogere blootstelling toestaat (handen en voeten mogen de antenne zlefs aanraken, mits minder dan 1 minuut). Antennes kunnen dus zonder enig risico gepasseerd worden (zie illustratie 4).
•
Verblijf > 1 minuut: hanteer een veiligheidsafstand van ruim 1 meter (en voor dual-band- of trippel-band-antennes 1.3 meter) recht vóór de antenne. N.B. Genoemde veiligheidsafstanden van 1 en 1.3 meter zijn gebaseerd op een 'worst case'- scenario bij maximaal uitgezonden vermogen van het zwaarste type antenne.
•
Als het niet mogelijk is de werkzaamheden uit te voeren onder bovenstaande condities, dan kan worden verzocht de desbetreffende antenne tijdelijk terug- of uit te schakelen. Maatwerkoplossingen worden altijd gevalideerd door de EMF-specialist. N.B. Hou rekening met een maximale doorlooptijd van 10 werkdagen bij behandeling van verzoeken voor terug/uitschakelen van KPN-antennes. Dit vanwege consequenties voor de dienstverlening en openbare orde en veiligheid (o.a. medegebruik door Politie). Uitschakelprocedure via de Servicedesk 0800-0753.
2.10.3 Toelichting per type antenne In de navolgende subparagrafen worden de volgende typen antennes onderscheiden: A. GSM en UMTS (dual-band; combinaties van antennes; situaties met zeer veel antennes) B. Semafonie, Traxys en Ermes C. Andere antennes op daken (niet-KPN)
A. GSM en UMTS De blootstelling aan radiogolven afkomstig van GSM- en UMTS-antennes is zeer beperkt. Alleen recht vóór de antenne, binnen een afstand van 0.8 meter, kunnen de grenswaarden voor werkers overschreden
KPN Mobile The Netherlands
Uitgave: 2.0E
Auteursrechten KPN Mobiel Nederland B.V.
Datum: januari 2005
KPNMOB-RIE-001 9/17 Nadruk Verboden
Datum januari 2005 Auteur Ing. C.L.W. Lagendijk en m A. Develing Versie 2.0 extern
worden. Direct onder de antenne (0 cm) worden de grenswaarden nooit overschreden. De veiligheidsafstand voor een enkel band GSM 900-/1800-antenne is altijd < 1 meter, zie illustratie 1
Illustratie 1: Veiligheidsafstanden voor een verblijf van onbeperkte tijd van GSM900 antenne met een klemvermogen van 60W een horizontale openingshoek van 65 graden
Illustratie 2: Veiligheidsafstanden voor een verblijf van onbeperkte tijd van GSM900-1800 dualbandantenne met een klemvermogen van 60W voor 900 MHz en 30W voor 1800 MHz en een horizontale openingshoek van 65 graden
• Dual-band Voor een dual-band antenne geldt een uiterste veiligheidsafstand van 1.3 meter (‘worst case’ scenario, dus uitgaande van het maximale uitgezonden vermogen van het zwaarste type antenne). Aangezien de opstelpunten die niet aan de projecteringsrichtlijn voldoen geen dual-band antennes bevatten, wordt een algemene veiligheidsafstand van 1 meter aangenomen. Door de toch al geringe veiligheidsafstanden zal het optellen van de blootstelling aan meerdere antennes nagenoeg geen extra risico opleveren. Alle berekeningen zijn uitgevoerd op basis van een 'worst case' benadering. Het overgrote deel van de antennes is belast met minder zendermodules en waardoor er een geringer vermogen aangeboden wordt aan de antenne. Hierdoor zullen de veiligheidsafstanden afnemen. De veiligheidsafstand voor een dual-band antenne is dus altijd kleiner dan 1.3 meter (illustratie 2). • Combinaties van antennes Hieronder wordt de veiligheidsafstanden gegeven van een individuele antenne, een combinatie van twee onafhankelijke antennes en een samengestelde antenne voor meerdere frequenties. De rode gebieden zijn voor werkers niet toegankelijk, de gele gebieden zijn voor het algemene publiek niet toegankelijk.
KPN Mobile The Netherlands
Uitgave: 2.0E
Auteursrechten KPN Mobiel Nederland B.V.
Datum: januari 2005
KPNMOB-RIE-001 10/17 Nadruk Verboden
Datum januari 2005 Auteur Ing. C.L.W. Lagendijk en m A. Develing Versie 2.0 extern
De combinatie van een GSM900, GSM1800 en UMTS direct naast elkaar waarbij de GSM 1800 en de UMTS-antenne onder elkaar zijn gemonteerd is altijd minder dan 1,3 meter (zie ill. 3 en 4).
Illustratie 3: Veiligheidsafstanden voor verblijf van onbeperkte tijd bij GSM900-antenne met boven ernaast een UMTSantenne en onder ernaast een GSM1800-antenne. Belasting resp 60W, 30W en 10W allen met horizontale openingshoek van 65 graden
Illustratie 4: Veiligheidsafstanden bij vermogen en opstelling zoals bij figuur 3, maar met verblijf < 1 minuut
Conclusie veiligheidsafstand: Bij een passage in minder dan 1 minuut vallen alle veiligheidsafstanden binnen 10 cm en kunnen antennes zonder enig risico gepasseerd worden (zie illustratie 4). Aangezien de ICNIRP [6] voor handen en voeten een hogere blootstelling toestaan geldt de bovengenoemde afstand van 10 cm alleen voor de romp en hoofd. De handen en voeten mogen de antenne zelfs aanraken, mits minder dan 1 minuut. • Situaties met zeer veel antennes Alleen als antennes zeer dicht naast elkaar hangen (< 1 meter) kan de individuele veiligheidsafstand toenemen doordat de ene antenne aan de veiligheidsafstand van de andere antenne bijdraagt. Er zal in een dergelijk geval geen toename waarneembaar zijn in de verticale richting (zie het voorbeeld in figuur 5 a en b). De werknemers zijn op de hoogte van deze specifieke projecteringsrichtlijn [8] die voorziet in een separate evaluatie van dergelijke sites en die vermeldt in welke gevallen de sommatie van velden van meerdere antennes relevant kan worden.
KPN Mobile The Netherlands
Uitgave: 2.0E
Auteursrechten KPN Mobiel Nederland B.V.
Datum: januari 2005
KPNMOB-RIE-001 11/17 Nadruk Verboden
Datum januari 2005 Auteur Ing. C.L.W. Lagendijk en m A. Develing Versie 2.0 extern
Voorbeeld Een (uitzonderlijk) voorbeeld van een opstelpunt met veel antennes waar werkers direct recht vóór de antennes kunnen komen is de Sacréstraat 72 op Schiphol-Oost. Deze situatie is ontstaan i.v.m. een gelimiteerde bouwhoogte a.g.v. de aanvliegradar van Schiphol. Hierdoor waren de operators gedwongen de antennes ónder de dakrand van de liftopbouw te bevestigen. Berekening wijst uit, dat er nauwelijks sprake is van een toename van de veiligheidsafstanden van de individuele antennes, ondanks de vele antennes en de geringe onderlinge afstand (zie illustraties 5a en b): • Verblijf voor onbepaalde tijd: actuele maximale veiligheidsafstand van 0.5 meter • Verblijf < 1 minuut: géén veiligheidsafstanden Illustratie 5a en b Veiligheidsafstanden op de Sacrestraat 72, Schiphol-Oost (uitzonderlijk voorbeeld van veel antennes op geringe hoogte)
B. Semafonie, Traxys en Ermes Alle semafonie- en Ermes-zenders van KPN zijn dusdanig opgesteld dat werkers niet blootgesteld kunnen worden boven de grenswaarden. C. Andere antennes op daken (niet-KPN) En kunnen andere (niet-KPN) antennes op daken aanwezig zijn die aanleiding kunnen geven tot een blootstelling aan radiogolven. Er is een aantal categorieën te definiëren: 1. Zenders voor de lokale politie en/ of brandweer of andere veiligheidsdiensten: (C2000, MobiRail) Deze antennes moeten bekend zijn bij de gebouweigenaar en bij het NaBu. De veiligheidsafstanden kunnen opgevraagd worden bij desbetreffende operator. De zenders van C2000 zijn opgesteld bovenin speciaal voor C2000 opgerichte masten. De antennes van Mobirail zijn apart geëvalueerd in bijlage 2. Deze MobiRail-antennes hebben een dermate gering vermogen dat uitschakelen van de antenne niet noodzakelijk is als er recht voor de antenne gewerkt moet worden. Voor enkele antennes geldt echter wel de 1-minuut-regel. Voor werkzaamheden voor deze antennes wordt dan ook een specifieke maatregel genomen afhankelijk van de aard van de werkzaamheden. 2. Schotelantennes voor mobiele basisstations (point-to-point verbindingen): deze kunnen de grenswaarde van de gezondheidsraad en ICNIRP niet overschrijden. In de bundel staan zal altijd leiden tot verlies van de verbinding. 3. Schotelantennes voor satellietontvangst: deze antennes zijn altijd veilig, omdat zij geen radiogolven uitzenden. Het in de bundel staan zal altijd leiden tot verlies van de verbinding. 4. GSM en UMTS antennes van andere operators: hiervoor gelden dezelfde regels als voor KPNantennes. Wanneer relevant kunnen de veiligheidsafstanden worden opgevraagd bij de betreffende operator en het Nationaal Antennebureau (NaBu). 5. FM-zenders voor lokale FM-radio: • De Nozema heeft per opstelpunt op een daklocatie een RIE opgesteld die bekend moet zijn bij de gebouweigenaar en bij Nozema. • De lokale FM-zenders van Broadcast partners zijn nooit geëvalueerd. BP bezit geen RIE's voor hun opstelpunten. Dit zou verbeterd moeten worden.
KPN Mobile The Netherlands
Uitgave: 2.0E
Auteursrechten KPN Mobiel Nederland B.V.
Datum: januari 2005
KPNMOB-RIE-001 12/17 Nadruk Verboden
Datum januari 2005 Auteur Ing. C.L.W. Lagendijk en m A. Develing Versie 2.0 extern
2.11
Uitschakelen van antennes i.v.m. werkzaamheden
2.11.1 KPN-netwerken Het terug-/uitschakelen kan relevant zijn als: • langer dan 1 minuut recht vóór de antenne gewerkt moet worden binnen een afstand van 1 meter (of 1.3 meter voor een dual band antenne); • gewerkt moet worden binnen de veiligheidsafstanden van opstelpunten die niet aan de projecteringsrichtlijn voldoen (gebouweigenaren worden hiervan op de hoogte gebracht, het betreft hier minder dan 1 % van de KPN-sites) Voor werkzaamheden op een dak is het, m.u.v. de sites die niet aan de projecteringsrichtlijn voldoen, niet nodig antennes terug of uit te schakelen. 2.11.2 Andere operators
Het uitschakelen van antennes van andere operators moet altijd geschieden conform de procedures van andere operators. Het passeren van antennes voor mobiele communicatie is altijd mogelijk binnen 1 minuut. Omroepzenders Het werken in de buurt van omroepzenders mag alleen in overleg met de eigenaar van de omroepzender. Omroepzenders worden in de regel nooit uitgezet.
KPN Mobile The Netherlands
Uitgave: 2.0E
Auteursrechten KPN Mobiel Nederland B.V.
Datum: januari 2005
KPNMOB-RIE-001 13/17 Nadruk Verboden
Datum januari 2005 Auteur Ing. C.L.W. Lagendijk en m A. Develing Versie 2.0 extern
3
Evaluatie
3.1
Samenvatting inventarisatie
Werknemers zijn in meer dan 99% van de ruim 2000 KPN-daklocaties afdoende beschermd door de fysieke opstelling van de antennes (dak is vrij beloopbaar). Voor de minder dan 1% van de gevallen (sites die niet aan de projecteringsrichtlijn voldoen) geldt dat er een aparte (op de werkzaamheden afgestemde) werkinstructie gegeven moet worden door de EMF-specialist. De werknemers moeten op de hoogte zijn van: De risico’s van het werken bij radiozenders. • Dat zij zich niet recht vóór de antenne mogen begeven binnen een afstand van 1 meter tenzij het verblijf minder dan 1 minuut duurt. • Indien de werkzaamheden plaatsvinden binnen een afstand van 1 meter en de aanwezigheid voor de antenne langer duurt dan 1 minuut, kan worden verzocht om de antenne terug/uit te schakelen in uitgezonden vermogen, conform gestelde procedures. • Wat te doen bij calamiteiten. N.B. De verbeterpunten en plan van aanpak zijn niet van toepassing op externe partijen en daarom in deze verkorte versie van de RI&E niet vermeld
KPN Mobile The Netherlands
Uitgave: 2.0E
Auteursrechten KPN Mobiel Nederland B.V.
Datum: januari 2005
KPNMOB-RIE-001 14/17 Nadruk Verboden
Datum januari 2005 Auteur Ing. C.L.W. Lagendijk en m A. Develing Versie 2.0 extern
Bijlage A
Overzicht afwijkende KPN-opstelpunten
Als de antennes niet voldoen aan de projecteringsrichtlijnen zoals genoemd in hoofdstuk 1.5 zal de gebouweigenaar hiervan op de hoogte worden gebracht. Deze specifieke instructie geldt voor minder dan 1% van de KPN-locaties (zie tabel 1 voor een overzicht per januari 2005). Werkgevers dienen dan ook altijd te informeren bij de gebouweigenaar of er specifieke (afwijkende) instructies gelden voor de antennes op locatie. nr
site-nr
adres
postcode
plaats
1
5803
W. Sacrestraat 72
1117 BN
Schiphol
2
4032
Boeing Avenue 2
1119 PB
Schiphol- Rijk
3
3381
Kooikersweg 361459
5224 AW
Den Bosch
4
5182
Berkenrodelaan 195043 WE 85
Tilburg
5
4605
Oostermeent 0ost 6-52
1274 SM
Huizen
6
4608
Emmastraat 54
1213 AL
Hilversum
7
4764
Hilversumsestraatw eg 14
3744 KC
Baarn
8
5270
De Sypel 2
3842 AE
Harderwijk
9
5704
Centuurbaan 281
1402HM
Bussum
10
6571
Albert Einsteinweg 4 8218 NH
Lelystad
11
6627
Kadegriend 1-9
1356 CA
Almere-Haven
12
5647
Kruisweg 2
4335 CT
Middelburg
veiligheidsa Bijzonderheden / advies fstand (m) Meerdere operators beneden rand dakopbouw. Deze site verdient een waarschuwing bij het betreden van het dak. 0,4 Door bouwhoogtebeperking niet toegestaan boven dakrand liftopbouw te plaatsen. Meerdere operators beneden rand dakopbouw. Dual band antennes. Door bouwhoogtebeperking niet toegestaan boven 0,75 dakrand liftopbouw te plaatsen. Deze site verdient een waarschuwing bij het betreden van het dak. Antenne staat 50 cm van dakrand dakopbouw. 0,1 Met de geringe veiligheidsafstand is deze site dus veilig. De antenne 160 graden hangt te laag aan 0,1 liftopbouw. Antenne hoger ophangen of waarschuwing geven. Een antenne aan de dakopbouw hangt te laag. 0,4 Ophogen of waarschuwing geven. 0,7m boven dakopbouw. Antenne hangen te 0,2 laag voor dakopbouw. Dakopbouw niet betreden of een hogere mast plaatsen. Via balkon kan men voor de antenne komen. 0,2 Deze verhangen (optisch niet mooi) of balkon niet betreden. Waarschuwing geven! 1,8m boven dak en 1,7m vanaf dakrand. 0,5 Waarschuwing geven. Advies: bukken bij betreden. Antenne is aan de gevel geplaatst. Het is een twijfelgeval of je via de galerij voor de antenne 0,2 kan komen. Gezien geringe veiligheidsafstand is site veilig te verklaren. 1,4m boven kleine dakopbouw. Advies 0,2 waarschuwen, dakopbouw niet betreden. 1,4m boven dak. Advies: mast verhogen. Gezien de geringe veiligheidsafstand kan een 0,1 waarschuwing afdoende zijn. Niet langs dakrand gaan staan. ??? Foto’s beschikbaar bij EMF-specialist
Tabel 1: overzicht afwijkende KPN-opstelpunten. Afwijkend, omdat je niet onder de 5-meter-mast kunt doorlopen. Hanteer de minimale veiligheidsafstand zoals hierboven beschreven.
KPN Mobile The Netherlands
Uitgave: 2.0E
Auteursrechten KPN Mobiel Nederland B.V.
Datum: januari 2005
KPNMOB-RIE-001 15/17 Nadruk Verboden
Datum januari 2005 Auteur Ing. C.L.W. Lagendijk en m A. Develing
Bijlage B
Overzicht MobiRail-antennes
Versie 2.0 extern
In illustratie 6 en 7 zijn de veiligheidsafstanden berekend voor de antennes langer dan 2 meter met 1 TRX. De berekeningen zijn uitgevoerd m.b.v. EMF-visual die conform de Europese norm voor basisstations EN50383 rekent. Voor de generieke berekeningen is uitgegaan van 1 TRX, 40 dBm op de antennepoort. Antennetype Kathrein no 739623, 65o 17 dBi.
Illustratie 6: actiezone voor werkers, verblijf voor onbepaalde tijd.
Illustratie 7: actiezone voor werkers verblijf < 1 minuut
De grootte van de zone waarbinnen werknemers niet mogen komen tijdens hun werkzaamheden is afhankelijk van de verblijftijd: • Bij verblijf < 1 minuut: er is geen actiezone; antenne behoeft niet uitgezet te worden, m.u.v. opstelpunten in onderstaand overzicht. • Verblijf voor onbeperkte tijd is toegestaan als tussen de borst van de werknemer meer dan 10 cm afstand wordt gehouden t.o.v. de antenne. • Voor antennes in onderstaand overzicht geldt dat als een afstand van 15 cm tussen de borst en antenne wordt aangehouden een verblijf van minder dan 1 minuut is toegestaan. • Als het niet mogelijk is de werkzaamheden uit te voeren onder de bovenstaande condities dan kan worden verzocht de desbetreffende antenne tijdelijk terug- of uit te schakelen. Maatwerkoplossingen worden altijd gevalideerd door de EMF-specialist. N.B. Hou rekening met een maximale doorlooptijd van 10 werkdagen bij behandeling van verzoeken voor terug-/uitschakelen van KPN-antennes. Dit vanwege consequenties voor de dienstverlening en openbare orde en veiligheid (o.a. medegebruik door Politie). Uitschakelprocedure via de Servicedesk 0800-0753. Antenne
Aantal trx-en 1
K741785, K739623, K739634, K739630, K739636, K739649, K739660, K739650 K739620x
1
K739622x
1
K741718x K741718x K741717x K741717x K739623x K739660x K739630x Allgon 7131.15 RAF 1756
1 2 1 2 2 2 2 1 3 sectoren met 1 trx
KPN Mobile The Netherlands
Site id (opstelpuntnumers) Alle m.u.v. onderstaande sites
2218, 2268, 1128, 2238, 2252, 445, 1168, 761, 1130, 1131, 2223, 2222 583, 1048, 2239, 980, 673, 1112, 1091, 1026, 2250, 915, 1035, 1229, 343, 836 851, 787, 820, 732 2239, 980, 886, 2278, 862, 2258, 732 1004 886, 862, 2277 862 616, 726, 789 1291 1234,1235 2191 1072
Uitgave: 2.0E
Auteursrechten KPN Mobiel Nederland B.V.
Datum: januari 2005
Veiligheidsafstand <1 minuut [m] 0
Veiligheidsafstand >1 min [m] 0.1
0.1
0.6
0
0.1
0 0 0 0.1 0 0 0 0.15 0
0.1 0.3 0.6 1.0 0.3 0.2 0.1 0.5 0
KPNMOB-RIE-001 16/17 Nadruk Verboden
Datum januari 2005
Tabel 2: Overzicht afwijkende MobiRail-locatie
Auteur Ing. C.L.W. Lagendijk en m A. Develing Versie 2.0 extern
Vertrouwelijk
2