Project Uitgave/status
: CO2-prestatieladder : 3/definitief
ANALYSE SCOPE 3 ING.RAIL 1.
Inleiding Door Ing.Rail is conform het GreenHouseGas (GHG) protocol versie november 2010 een analyse gemaakt van de uitstoot in scope 3: Indirecte emissies. Bedrijf
Omschrijving
Bedrijfsnaam
Ing.Rail BV te ‘s-Hertogenbosch
Consolidatie
Financieel
Organisatorische grens
Zie document “Organisatorisch Grens”
Omschrijving bedrijfsactiviteiten
Onafhankelijk, ProRail-erkend, raadgevend ingenieursbureau voor studie, ontwerp, projectmanagement en directievoering van Rail- & Infrastructuur-projecten en –technieken
Periode
2012
Lijst scope 3 activiteiten in het rapport
2.1. 2.1.1. 2.1.2. 2.2. 2.4. 2.5. 2.6. 2.7. 2.8. 2.10. 2.11. 2.12. 2.13.
Ingekochte goederen en diensten Goederen Diensten Kapitaalgoederen Transport en distributie Afval Zakelijk verkeer met openbaar vervoer Woon - werkverkeer Gehuurde objecten Transport en distributie verkochte producten Verwerken van verkochte producten Gebruik van verkochte producten Sloop en afvoer verkochte producten
Lijst uitgesloten scope 3 activiteiten in het rapport
2.3. 2.9. 2.14. 2.15.
Brandstof en Energy buiten scope 1 en 2 Investeringen Verhuurde bezittingen Franchises
Basis jaar
2009
Bijzonderheden emissiebasiswaarden
De waarden voor emissies zijn van 2011 naar 2012 niet gewijzigd.
Opgesteld Datum
: ing. A.J. van den Doel : 19 mei 2015
Ing.Rail BV ’s-Hertogenbosch 1 van 15
Project Uitgave/status
: CO2-prestatieladder : 3/definitief Analyse scope 3 Ing.Rail
2.
Scope 3 van Ing.Rail
2.1.
Ingekochte goederen en diensten Ing.Rail koopt met name verbruiksgoederen voor het kantoor, zijnde cartridges en papier. Daarnaast wordt advieswerk betrokken bij bedrijven. 2.1.1. Goederen De cartridges worden aangekocht en gerecycled (zie afval onder punt 2.5) en vormen op dit vlak geen uitstoot. De hoeveelheid materiaal in een cartridge is dusdanig beperkt (enkele milligrammen), dat een analyse niets oplevert. Wel wordt door het verminderen van afdrukken de hoeveelheid tegelijk worden ingeperkt. De hoeveelheid papier kan op een aantal wijzen worden ingeperkt. Echter de keuze om in bepaalde getalsmaat dossiers te eisen is aan ProRail. Wel zijn reeds een aantal maatregelen genomen (voor de invoering van de CO2-ladder), die papierverbruik beperken: -
-
I-pads met waterdichte tas: hierdoor geen afdrukken van draaiboeken en uitvoeringsontwerpen nodig tijdens toetsen van de uitvoering van werken. Tevens vindt de overdracht tussen toetsers digitaal plaats; Technische documentatie bij contracten wordt alleen op de CD-rom bijgeleverd en niet in afdruk; Dubbel beeldschermen op de werkplek maken het mogelijk documenten te toetsen zonder deze af te drukken. Voor enkele opdrachten worden contracten digitaal aangeleverd aan de opdrachtgever in plaats van hardcopy exemplaren.
De huidige uitstoot bedraag 0,2 ton per jaar en is dus op 33 ton per jaar geen relevante hoeveelheid, waaraan kwantitatieve doelstellingen gehangen kunnen worden. 2.1.2. Diensten De volgende bedrijven leverden advieswerk aan Ing.Rail in 2012: Spaans Watermanagement DRC Van Steenis Geodesie Oilfield MV Ingenieursbureau BB Railadvies BV Haven Amsterdam Search Er zijn geen gegevens van de footprints van deze bedrijven verzameld, vanwege de vrijstelling die voor kleine bedrijven geldt om deze voor onderaannemers te verzamelen. Hierdoor is het vooralsnog geen goed onderdeel voor het reduceren van de emissie in scope 3.
Opgesteld Datum
: ing. A.J. van den Doel : 19 mei 2015
Ing.Rail BV ’s-Hertogenbosch 2 van 15
Project Uitgave/status
: CO2-prestatieladder : 3/definitief Analyse scope 3 Ing.Rail
2.2.
Kapitaalgoederen De volgende kapitaalgoederen zijn in eigendom:
Meubilair Server Computers Printers Plotter Auto’s
In 2012 zijn geen goederen ingekocht. Wel zijn in het verleden de volgende maatstaven aangehouden voor de inkoop van kapitaalgoederen:
Energiebesparingsmodus op apparaten indien niet in gebruik; Energiezuinige beeldschermen (LCD ipv Beeldschermen) Energiezuinige auto’s
Het inkoopbeleid wordt doorgezet en levert besparing in scope 1 en 2. Voor scope 3 levert bovenstaande geen besparing. In 2012 is een printer aangekocht, welke dubbelzijdig kan afdrukken. Deze levert in scope 3 wel besparing op door het minder verbruiken van papier. Ook kan in adviestrajecten worden voorgedragen om bij de inkoop van klanten rekening te houden met dit aspect. Zie hiervoor hoofdstuk 3.2. 2.3.
Brandstof en Energie buiten scope 1 en 2 Er worden door Ing.Rail alleen vergaderingen en werkbezoeken afgelegd bij derden. Het transport hiertoe is reeds vervat in scope 1 en 2. Door Ing.Rail werden in 2012 geen gebruik gemaakt van werkplekken bij derden, zoals bij klanten, nevenopdrachtnemers, onderaannemers of bij medewerkers thuis. De uitstoot is derhalve 0 ton.
2.4.
Transport en distributie van ingekochte goederen en diensten De ingekochte goederen, zie 2.1.1 worden betrokken bij diverse leveranciers. Papier wordt ca. 2x per jaar aangeleverd en de uitstoot hiervan is onderdeel van de scope 3 uitstoot van papier. Cartridges worden tot 10 maal per jaar geleverd en opgehaald ter recycling. Papier en cartridges worden besteld bij groothandels en afgeleverd middels pakketbezorgdiensten. Deze logistiek is zeer beperkt en wordt vooralsnog niet geanalyseerd. Alle overige kantoormaterialen (mappen, hoesjes, etc.) worden betrokken bij Staples, gevestigd aan de overzijde van de straat. Dit vindt te voet plaats.
Opgesteld Datum
: ing. A.J. van den Doel : 19 mei 2015
Ing.Rail BV ’s-Hertogenbosch 3 van 15
Project Uitgave/status
: CO2-prestatieladder : 3/definitief Analyse scope 3 Ing.Rail
De ingekochte diensten zijn opgesomd onder 2.1.2.. De logistiek van deze diensten bestaat in hoofdzaak uit:
Vervoer van onderzoekers naar locaties langs het spoor; Levering van rapportages
2.4.1. Vervoer van onderzoekers Het bezoeken van de locaties door onderzoekers is noodzakelijk, omdat deze personen specialistisch werk doen. Voorbeelden hiervan zijn monsternemers voor milieukundig onderzoek (o.a. MV Ingenieursbureau), inmeten van infra (Van Steenis Geodesie) en het meten en beoordelen van bovenleidingsconstructies (DRC). Er zijn geen gegevens van de footprints van deze bedrijven, vanwege de vrijstelling. De onderzoeken maken deel uit van de projecten van Ing.Rail. Binnen die projecten is sprake van grote variëteit in de noodzakelijke c.q. gevraagde onderzoeken. Dit zowel in het soort als de frequentie. De meeste project hebben 3-4 maanden doorlooptijd en starten direct na de gunning van het project. Hierdoor is het combineren van onderzoeken van diverse projecten niet direct mogelijk. Daarom kan op dit onderdeel nu geen reductiedoelstelling geformuleerd worden. 2.4.2. Levering rapporten Momenteel worden rapporten meestal concept alleen digitaal geleverd en definitief zowel digitaal als een papieren exemplaar. Hierbij wordt nu uitgegaan van het beleid van het leverende bedrijf. Een aantal bedrijven levert inmiddels uitsluitend digitaal. Voor onderzoeken wordt dit de nieuwe standaard, omdat dit zowel papier als transport bespaard en dit voor ons een eenvoudig verzoek is. De besparing is door het geringe aantal onderzoek per jaar te weinig om als doel te omschrijven. 2.5.
Afval Afval wordt reeds gescheiden naar papier, plastic, cartridges & toner (hergebruik) en restafval. De huidige uitstoot bedraagt -0,0017 ton per jaar en is dus op 33 ton per jaar geen relevante hoeveelheid. Bovendien betekend een toename van gescheiden afvoer papier, dat er meer wordt weggegooid en dat is geen doel. Daarom wordt dit onderdeel niet verder beschouwd.
2.6.
Zakelijk verkeer met openbaar vervoer Het inperken van het gebruik van openbaar vervoer levert een directe stijging bij scope 1 “zakelijk autoverkeer”. De huidige uitstoot bedraag 0,1 ton per jaar en is dus op 33 ton per jaar geen relevante hoeveelheid.
Opgesteld Datum
: ing. A.J. van den Doel : 19 mei 2015
Ing.Rail BV ’s-Hertogenbosch 4 van 15
Project Uitgave/status
: CO2-prestatieladder : 3/definitief Analyse scope 3 Ing.Rail
Daarom wordt dit onderdeel niet verder beschouwd. 2.7.
Woon - werkverkeer Door het toepassen van zuiniger auto’s wordt ook de uitstoot van CO2 voor woon-werk verkeer ingeperkt. Bij het aantrekken van nieuw personeel kan gelet worden op woonplaats, maar meestal is dit niet doorslaggevend. De markt van ervaren personeel zit hiertoe teveel op slot. Bovendien is de markt de afgelopen 2 jaar gekrompen en is het aannemen van nieuw personeel voorlopig niet aan de orde. Hiertoe is wel beleid ten aanzien van personeel ingevoerd, maar dit levert vooralsnog geen resultaat. Dit zal volgen bij groei van het bedrijf. Voor de huidige werknemers kan behalve een zuiniger auto ook gekeken worden naar de reisafstand. Deze afstand is per enkele reis: Joop Nahuijsen
2,8 km ‘s-Hertogenbosch
Arjan van den Doel
43,9 km Breda
Steven Hofstee
37,8 km Dongen
De gemiddelde reisafstand is derhalve 28,1 km. De gemiddelde afstand voor woonwerkverkeer in Nederland is 17,6 km (Bron: CBS 2003). Er is in reisafstand dus te winnen, maar daarvoor moet de werknemer wel willen verhuizen. Als voorbeeld volgt een berekening van besparing bij het verhuizen van Arjan van den Doel van Breda naar een locatie op 18 km van het werk (gemiddelde afstand voor Nederlanders). In de huidige situatie wordt in 229 werkdagen 43,7 km gereden met een verbruik van 1:19. Dit komt overeen met 3,3 ton CO2 uitstoot en bij een dieselprijs van € 1,40/l op € 1.482,In de nieuwe situatie wordt dit 229 werkdagen 18 km met een verbruik van 1:19. Dit komt overeen met 1,4 ton CO2 uitstoot en bij een dieselprijs van € 1,40/l op € 607,De winst op CO2 is hier dus behoorlijk, zijnde 1,9 ton op totaal 33 ton, wat neerkomt op 6%. Het financieel voordeel bedraagt € 874,- per jaar. Er zijn uiteraard ook zaken, die het verhuizen voor werknemers minder aantrekkelijk maken:
Opgesteld Datum
De huizenmarkt maakt verhuizen momenteel niet aantrekkelijk Verhuizen kost geld (verhuiskosten en werkzaamheden aan nieuwe woning) Werknemers willen niet in ’s-Hertogenbosch wonen Prijspeil regio ’s-Hertogenbosch hoger dan prijspeil huidige woonplaats Werknemers hebben binding met hun huidige woonplaats zoals: Werkplek van partners Scholen van kinderen Opvang van kinderen : ing. A.J. van den Doel : 19 mei 2015
Ing.Rail BV ’s-Hertogenbosch 5 van 15
Project Uitgave/status
: CO2-prestatieladder : 3/definitief Analyse scope 3 Ing.Rail
Sociale en maatschappelijke contacten Binding met locale organisaties (sportvereniging, vrijwilligerswerk, etc.) Wel kan aan het wederzijdse belang van een verhuizing invulling worden gegeven door hiervoor een vergoeding in het vooruitzicht te stellen. Deze vergoeding kan deels gefinancierd worden uit het voordeel dat Ing.Rail heeft bij minder brandstofkosten. Er kan uitgegaan worden, dat een werknemer ca. 10 jaar in het huis blijft wonen (Bron: Bureau voor de Leefomgeving). Het te behalen voordeel bij gelijke brandstofprijzen is dan € 8.740,-. Daarom wordt voor het verhuizen een premie gegeven gelijk aan 10 jaar brandstofbesparing door verminderde woon-werk kilometers. Om een doel te kunnen stellen is geïnformeerd bij de werknemers in hoeverre zij in de komende 5 jaar bereid zijn om te verhuizen: Joop Nahuijsen:
Woont reeds dichtbij
Arjan van den Doel
Niet bereid
Steven Hofstee
Niet bereid
Als reden van het niet willen verhuizen blijken drie belangrijke redenen: 2.8.
De kosten van een verhuizing zijn veel hoger dan de premie; Bij toeval hebben beide werknemers rond 2008 een huis gekocht, wat nu gedaald is in waarde. Beide heren geven aan, dat de premie 7 tot 10 maal zo hoog moet zijn om een verhuizing financieel aantrekkelijk te maken. Voor beide geldt, dat de partner in betreffende plaats werkzaam is en hierdoor een directe kostenpost ontstaat in het woon-werkverkeer van de partner.
Gehuurde objecten Ing.Rail huurt alleen kantoorruimte in een verzamelgebouw. De uitstoot hiervan behoort in scope 1 en 2. De uitstoot in scope 3 is derhalve 0 ton.
2.9.
Investeringen Ing.Rail heeft geen investeringen en financiert geen projecten.
2.10. Transport en distributie verkochte producten De producten van Ing.Rail zijn niet stoffelijk van aard. Indien derden deze producten gaan transporteren, dan blijven deze onstoffelijk en derhalve veroorzaken deze geen uitstoot. De uitstoot is derhalve 0 ton. Wel kan Ing.Rail BV adviseren aan klanten om stoffelijke producten toe passen, die bij de transport minder CO2 uitstoot veroorzaken. Dit kan door lichtere producten of producten toe te passen die minder transport veroorzaken. Verder is het mogelijk om in projecten te adviseren omstandigheden te creëren, die de benodigde logistiek verminderen. Te denken valt aan levensduurverlenging, gebruik van locale Opgesteld Datum
: ing. A.J. van den Doel : 19 mei 2015
Ing.Rail BV ’s-Hertogenbosch 6 van 15
Project Uitgave/status
: CO2-prestatieladder : 3/definitief Analyse scope 3 Ing.Rail
producten of vervangen van gecompliceerde door eenvoudige constructies. Zie hiervoor hoofdstuk 3.2. 2.11. Verwerken van verkochte producten De producten van Ing.Rail zijn niet stoffelijk van aard. Indien derden – zijnde ander adviesbureaus of aannemers – iets verwerken aan de producten, dan blijven deze onstoffelijk en derhalve veroorzaken deze geen uitstoot. De uitstoot is derhalve 0 ton. Wel kan Ing.Rail BV adviseren aan klanten om stoffelijke producten toe passen, die bij de aanleg en/of bouw minder CO2 uitstoot veroorzaken. Zie hiervoor hoofdstuk 3.2. 2.12. Gebruik van verkochte producten De producten van Ing.Rail zijn niet stoffelijk van aard. Het slopen en afvoeren geeft derhalve geen uitstoot. De uitstoot is derhalve 0 ton. Wel kan Ing.Rail BV adviseren aan klanten om stoffelijke producten toe passen, die bij gebruik en onderhoud minder CO2 uitstoot veroorzaken. Bij onderhoud is dit ook vooral het minder onderhoud hoeven plegen en/of een langere levensduur dan gangbare producten. Zie hiervoor hoofdstuk 3.2. 2.13. Sloop en afvoer verkochte producten De producten van Ing.Rail zijn niet stoffelijk van aard. Het “slopen en afvoeren” geeft derhalve geen uitstoot. De uitstoot is derhalve 0 ton. Wel kan Ing.Rail BV adviseren aan klanten om stoffelijke producten toe passen, die bij sloop en afvoer minder CO2 uitstoot veroorzaken. Zie hiervoor hoofdstuk 3.2. 2.14. Verhuurde bezittingen Ing.Rail verhuurt geen bezittingen. De uitstoot is derhalve 0 ton. 2.15. Franchises Ing.Rail heeft geen franchises. De uitstoot is derhalve 0 ton.
Opgesteld Datum
: ing. A.J. van den Doel : 19 mei 2015
Ing.Rail BV ’s-Hertogenbosch 7 van 15
Project Uitgave/status
: CO2-prestatieladder : 3/definitief Analyse scope 3 Ing.Rail
3.
Kansrijke onderdelen van scope 3 voor CO2-reductie Uit de voorgaande paragraaf blijkt, dat doelstellingen op CO2-reductie in scope 3 op de volgende onderdelen kansrijk is:
3.1.
Woon-werk verkeer Advies op de toepassing van materialen Advies op het gebruik van materialen tijdens de levensduur Advies voor optimaliseren van omstandigheden voor het uitvoeringsproces.
Woon – werk verkeer Gelijk de reductie-doelstelling in scope 1 levert de toepassing van zuinige auto’s ook een reductie op voor het woon-werk verkeer met deze auto’s. In de volgende tabel de CO2 uitstoot voor woon-werkverkeer met doelstellingen: Jaar
uitstoot CO2
Doelstelling
Doelstelling gehaald?
ton/jaar
g/km
ton/jaar
g/km
2009
9,6
247
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t
2010
7,2
189
7,8
205
Ja
2011
6,8
178
7,0
184
Ja
2012
6,6
173
6,5
171
Nee
Bron: KB 2.1 2009, 2010, 2011 en 2012.
Uit de tabel blijkt, dat de doelstellingen niet gehaald behaald worden. Dit komt met name doordat er niks veranderd is aan het wagenpark en er ook geen werknemers verhuisd zijn. Wat je wel kan stellen is dat er in 2012 zuiniger gereden is door de werknemers. Ten aanzien van het verminderen van de woon-werk kilometers geldt bij verhuizing de volgende regeling:
een premie gelijk aan 10 jaar brandstofbesparing door verminderde woon-werk kilometers
Vooralsnog hebben de werknemers aangegeven hiervoor geen belangstelling te hebben. Daarom kan vooralsnog geen reductiedoelstelling hieraan verbonden worden. Per jaar wordt dit opnieuw uitgevraagd.
Opgesteld Datum
: ing. A.J. van den Doel : 19 mei 2015
Ing.Rail BV ’s-Hertogenbosch 8 van 15
Project Uitgave/status
: CO2-prestatieladder : 3/definitief Analyse scope 3 Ing.Rail
3.2.
Advies in projecten. In hoofdstuk 2 werd reeds een aantal malen de mogelijkheid tot reductie bij uitvoering van werken door goed advies aangehaald. Daarom eerst een analyse van het advieswerk van Ing.Rail vanaf initiatieffase t/m onderhoud, wat veel voorkomt: Advieswerkzaamheden Inspectie kwaliteit sporen, wissels en overwegen
Inhoud Advies om infrastructuur te vernieuwen of groot onderhoud te plegen
Reductiemogelijkheden Levensduurverlenging kan de vernieuwing uitstellen en daarmee wordt uitstoot beperkt.
Advies in meerjaren onderhoudsplan Opname bestaande situatie
Inventariseren van te vernieuwen infra Inventariseren aanwezige objecten en obstakels Inventariseren mogelijk werkterrein, aanvoerroutes, logistieke knelpunten.
Foto's bestaande situatie
Beeldvorming voor teamleden Vastleggen bestaande situatie
Een goede en volledige opname voorkomt verrassingen in de uitvoering. Indien de aannemer deze ook niet opmerkt voor aanvang van het werk, ontstaat stilstand en nawerk. Dit beide levert ook verliezen in CO2-uitstootreductie
Niet iedereen hoeft de werkplek te bezoeken om een beeld te krijgen.
Inmeting bestaande situatie
Opmeten van objecten en infra t.b.v. ontwerp van de vernieuwing of groot onderhoud
Geen
Onderzoek kabels en leidingen ProRail en derden
Bepalen van de ligging en knelpunten analyse
Idem opname bestaande situatie
Onderzoek ballastsamenstelling
Bepalen van de fysische en chemische samenstelling van het ballastbed.
Onderzoek is bepalend voor mogelijkheden tot afvoer en het eventueel hergebruiken van de grove fractie.
Advies voor het behandelen van vrijkomend materiaal Advies om al dan niet te zeven.
Hergebruik geeft aanzienlijk minder transport en kosten en wordt daarom altijd geadviseerd.
Onderzoek schouwpadmateriaal
Bepalen van de fysische en chemische samenstelling van het padmateriaal
Geen
Onderzoek asfaltsamenstelling overwegen
Bepalen van de fysische en chemische samenstelling van het asfalt
Asfalt waar geen teer in zit, kan op meer locaties afgevoerd worden, dus minder transport.
Opgesteld Datum
: ing. A.J. van den Doel : 19 mei 2015
Ing.Rail BV ’s-Hertogenbosch 9 van 15
Project Uitgave/status
: CO2-prestatieladder : 3/definitief Analyse scope 3 Ing.Rail
Advieswerkzaamheden
Inhoud
Reductiemogelijkheden Op onze werken is nauwelijks sprake van afvoer van asfalt en dit levert nauwelijks bijdrage aan reductie.
Inmeting verticaal en horizontaal alignement
Geodetische inmeting van het alignement t.b.v. berekening ideale ligging
Geen
Onderzoek obstakels
Inventariseren van objecten die de uitvoering kunnen hinderen
Idem opname bestaande situatie
Overwegovereenkomsten
Inventariseren van verplichtingen bij het afsluiten van overwegen
Geen
Onderzoek Algemene Plaatselijke Verordening
Inventariseren van plaatselijke bepalingen inzake geluidshinder en afsluiting van openbare wegen.
Geen
Programma van Eisen
Vaststellen van de omvang van het werk aan infra
Scherp stellen van de grenzen, zodat niet onnodig delen worden vernieuwd.
Definiëren van grenzen Vaststellen van raakvlakken
Door materiaalkeuze minder transport of lichter transport.
Vaststellen van toe te passen materialen Tekeningen/Legplannen
Ontwerp c.q. visualisatie van het PVE
Goede tekeningen voorkomen problemen bij uitvoering. Hierdoor minder stilstand, herzieningen en nawerk.
Herberekening en vaststelling nieuw alignement
Vaststellen van de meest ideale ligging
Geen
Hoeveelhedenstaat
Bepalen van de hoeveelheden
Geen
Advies Trein Vrije Perioden
Advies voor de mogelijkheden van TVP’s voor het project in relatie tot de uitvoerbaarheid
Gecombineerde uitvoering van taken zorgt voor minder aan- en afvoer van personeel, materieel en ketenpark. In adviezen daarom trachten (zoals in Tijd-Ruimte-Slot-projecten) het takenpakket van projecten zo goed mogelijk te koppelen.
Opgesteld Datum
: ing. A.J. van den Doel : 19 mei 2015
Ing.Rail BV ’s-Hertogenbosch 10 van 15
Project Uitgave/status
: CO2-prestatieladder : 3/definitief Analyse scope 3 Ing.Rail
Advieswerkzaamheden Contractvorming
Inhoud Opstellen van het contract
Reductiemogelijkheden Opnemen van eisen aan materialen, die aantoonbaar minder CO2-uitstoot veroorzaken. Opnemen van resultaten uit de voorgaande advieswerkzaamheden
Veiligheids- en Gezondheidsplan (ontwerpfase)
Borging veiligheid voor medewerkers
Niet onnodig laten draaien van aggregaten en motoren is deel van het milieu-hoofdstuk in dit plan.
Plan veilige berijdbaarheid
Borging veiligheid spoorverkeer tijdens werk
Geen
Verwervingsbegroting
Raming kosten
Geen
Aanbesteding
Begeleiding van de aanbesteding, beantwoorden vragen van gegadigden
CO2-reductie is onderdeel van de economische meest voordelige aanbieding.
Beoordelen planvorming aannemers
Beoordelen projectgebonden kwaliteitsplannen en –borging van de aannemer
Mogelijkheden tot reductie liggen met name bij de aannemer van het werk. Niet afdrukken van alle plannen, maar beoordelen op scherm (dubbele beeldschermen op werkplekken) levert veel minder papier.
Beoordelen draaiboeken
Beoordelen werkplan van de aannemer
Mogelijkheden tot reductie liggen met name bij de aannemer van het werk.
Toetsen kwaliteit uitvoering
Beoordelen van de geleverde kwaliteit
Goed werk blijft langer liggen
Oplevering
Identificatie van evt. restpunten
Met name letten op gebreken, die de levensduur negatief beïnvloeden
Controle onderhoud
Controleren kwaliteit van het onderhoud na vernieuwing
Geen
Opgesteld Datum
: ing. A.J. van den Doel : 19 mei 2015
Ing.Rail BV ’s-Hertogenbosch 11 van 15
Project Uitgave/status
: CO2-prestatieladder : 3/definitief Analyse scope 3 Ing.Rail
3.2.1. Analyse reductiemogelijkheden Belangrijke advieswerkzaamheden die CO2 uitstoot beperken zijn dus: 1. Het goed uitwerken van het ontwerp, benoemen van obstakels en overige beperkingen, voorkomt problemen in de uitvoering die later opgelost moeten worden. Minder nawerk is minder CO2 uitstoot. 2. Analyse van het bestaande ballastbed en al dan niet zeven. Alleen als de kwaliteit van het gezeefde materiaal (lees: teveel grind in plaats van steenslag) onvoldoende is, dient een advies tot zeven achterwege te blijven, omdat teveel grind leidt tot veel onderhoud en een snellere noodzaak tot vernieuwing. 3. Het toepassen van lichte materialen ter voormindering van transport-uitstoot. 4. Het toepassen van materialen, waarvan gebleken is dat ze minder CO2-uitstoot veroorzaken. 5. Het creëren van TVP’s, waarin veel werk zo efficiënt mogelijk uitgevoerd kan worden. Reductiemogelijkheden die te ver uit onze invloedsfeer liggen zijn:
Uitvoeringsmethode van de aannemer. Ten eerste hebben spooraannemers allen stap 5 reeds bereikt, dus mogen we ervan uitgaan, dat zij dit aspect al meer dan voldoende beheersten. Ten tweede stellen de wet en voorschriften, dat de aannemer vrij is in het bepalen van zijn uitvoeringsmethode en dit is een zeer belangrijk recht van de aannemer. Zijn hele bedrijfsvoering en succes hangt hiermee samen. Het beïnvloeden hiervan middels aanbestedingsvoordeel is de enige rechtmatige methode. Controle op het naleven van in de aanbesteding verkregen voordelen op basis van werkplan kan in de toekomst wel een onderdeel worden van ons werk. Aanbesteding wordt momenteel vooral door ProRail gestuurd. Hierbij wordt aan Ing.Rail alleen om spoortechnisch advies gevraagd bij het beantwoorden van vragen.
3.2.2. Analyse van kwantificeerbare reductiedoelstellingen. De 5 onderdelen worden nu op kwantificeerbaarheid doorlopen: 1. Het verminderen van fouten is uiteraard een continu proces en een belangrijk onderdeel van onze goede relatie met de klant. Bovendien leveren fouten ons veel extra onbetaald werk op en daarom doet Ing.Rail zijn uiterste best om deze fouten te voorkomen. Wat dit oplevert aan CO2-reductie is niet te kwantificeren. 2. Het hergebruik van ballastmateriaal door zeven is een lang bestaande methode, die gewoonlijk wordt toegepast. Niet zeven is eigenlijk ongebruikelijk. Echter vindt op dit moment een beweging plaats binnen ProRail, waarbij vaker besloten wordt om zeven niet toe te staan. Er kan dus een lijst worden gevormd met spoorgedeelten, waar door advies van Ing.Rail alsnog wordt gezeefd. 3. Voor het bepalen van reductie is een LCA noodzakelijk. Dit is geen onderdeel van het werk van Ing.Rail en kostbaar. Als initiatief kan dit wel worden meegenomen. Hiertoe is een initiatief gestart voor de toepassing van Lichtgewicht perrons. 4. Materiaalkunde is geen onderdeel van Ing.Rail. Daarom kan wel uit eigen initiatieven of van derden geput worden, maar het kan geen standaard onderdeel zijn van het Opgesteld Datum
: ing. A.J. van den Doel : 19 mei 2015
Ing.Rail BV ’s-Hertogenbosch 12 van 15
Project Uitgave/status
: CO2-prestatieladder : 3/definitief Analyse scope 3 Ing.Rail
advieswerk. 5. Adviseren op het gebied van TVP’s is meest gebaseerd op kosten en minder hinder voor het treinverkeer. De CO2-reductie door gebundelde uitvoering is aanwezig, maar niet eenduidig te kwantificeren. Voor bovenstaande geldt, dat keuzes in materialen en TVP’s niet alleen de CO2-uitstoot beïnvloeden, maar ook het budget, de beschikbaarheid van spoorinfra, kwaliteit en het beleid van ProRail. ProRail maakt uiteraard ook keuzes op andere gronden dan de CO2-uitstoot. Hierin heeft Ing.Rail geen stem en kan alleen advies geven. Ook is Ing.Rail het volledig eens met ProRail, dat bijvoorbeeld veiligheid vele malen belangrijker is dan CO2-uitstoot. Tot slot geldt, dat Ing.Rail geen expertise heeft op gebied van materiaalkennis en dus geen advies kan geven op toe te passen materialen zonder derden in te schakelen. Indien dat geen onderdeel is van de opdracht, kan dat dus niet plaatsvinden. Wel kan binnen een initiatief van Ing.Rail met eventueel derden een onderzoek plaats vinden op een toe te passen constructie. 3.2.3. Conclusie t.a.v. reductie door advies in projecten Binnen projecten doen zich kansen voor om een reductie te bereiken door een specifieke constructiekeuze of zoveel mogelijk gebruik te maken van reeds aanwezige materialen. In 2010 is een project gestart, waarin de keuze van een lichtgewicht perron is geadviseerd wegens de grondmechanische toestand van het terrein. Hierop is door Ing.Rail een initiatief gestart in hoeverre dit ook CO2 bespaard en of dit op andere locaties evenzeer toepasbaar is. De uitrol hiervan kan ook in 2012 een reductie van CO2 realiseren. Advies in het zeven van ballast kan als opvolging van het lichtgewicht perron nader worden bekeken.
Opgesteld Datum
: ing. A.J. van den Doel : 19 mei 2015
Ing.Rail BV ’s-Hertogenbosch 13 van 15
Project Uitgave/status
: CO2-prestatieladder : 3/definitief Analyse scope 3 Ing.Rail
3.3.
Relatieve omvang van adviezen in projecten. In hoofdstuk 3.2 worden adviezen en reductiemogelijkheden genoemd. In onderstaande tabel zijn adviezen weergegeven die Ing.Rail heeft gegeven om de CO2-uitstoot te reduceren bij het de uitvoering van projecten. PMC’s sectoren en activiteiten
Omschrijving van activiteit waarbij CO2 vrijkomt
Relatief belang van CO2belasting van de sector en de invloed van de activiteiten
Potentiële invloed van het bureau op de CO2uitstoot
Rangorde
1
2
3 Sector
4 Activiteiten
5
6
Baan en spoorwerk
Het vernieuwen van ballast (Zeven van ballast)
Groot
Groot
Middelgroot
1
Baan en spoorwerk
Het vernieuwen van overwegen (Minder zware overweg constructie toepassen)
Klein
Middelgroot
Klein
3
Baan en spoorwerk
Alle werken Geconcentreerde TVP
Middelgroot
Groot
Klein
2
Baan en spoorwerk
Vernieuwen spoor (Aanvoer dwarsliggers en ballast per trein)
Groot
Groot
Te verwaarlozen
1
Baan en spoorwerk
Het vernieuwen van overwegen (Dichtstraten overwegen)
Te verwaarlozen
Klein
Klein
5
Baan en spoorwerk
Alle vernieuwingen (Scope uitbreiden ter voorkoming restanten)
Klein
Groot
Middelgroot
3
Baan en spoorwerk
Alle werken (Onttrekkingsgebied aanpassen)
Middelgroot
Groot
Groot
1
Baan en spoorwerk
Perronvernieuwing (Lichtgewicht of prefab perron)
Klein
Middelgroot
Klein
2
Baan en spoorwerk
Perronvernieuwing (LED-lampen)
Klein
Klein
Klein
5
Baan en spoorwerk
Perronvernieuwing (Lampen en omroep aan geluidsscherm)
Klein
Klein
Klein
5
Opgesteld Datum
: ing. A.J. van den Doel : 19 mei 2015
1 t/m 5
Ing.Rail BV ’s-Hertogenbosch 14 van 15
Project Uitgave/status
: CO2-prestatieladder : 3/definitief Analyse scope 3 Ing.Rail
4.
Keuze voor CO2-reductiedoelstelling scope 3 Er zijn twee doelstellingen, die interessant zijn voor Ing.Rail, omdat zij werkelijke en kwantificeerbare reductie opleveren: 1. Reductie op woon-werkverkeer door zuiniger auto’s 2. Reductie met initiatief licht-gewicht perrons. 3. Reductie door advies in projecten
4.1.
Reductiedoelstelling woon-werkverkeer In onderstaande tabel de stand van zaken inzake deze reductie: Jaar
4.2.
uitstoot CO2
Doelstelling
ton/jaar
g/km
2009
9,6
247
2010
7,2
2011
Doelstelling gehaald?
ton/jaar
g/km
189
n.v.t.
205
Ja
6,8
179
n.v.t.
184
Ja
2012
6,9
181
n.v.t.
184
Ja
2013
7,0
183
n.v.t.
184
Ja
2014
n.v.t.
184
N.t.b
2015
n.v.t.
180
N.t.b
2016
n.v.t.
170
N.t.b
Reductiedoelstelling initiatief Lichtgewicht Perrons In 2011 is een initiatief gestart door Ing.Rail inzake de toepassing van lichtgewicht perrons. Er wordt een nieuw perron gebouwd ’s-Hertogenbosch-Oost. Mede met de gegevens uit dit project heeft Search een ketenanalyse opgesteld. Hier kan bij de aanleg een reductie van 70 ton behaald worden en kan in de totale LCA 45% behaald worden.
4.3.
Reductie door advies in projecten In projecten kan de CO2-uitstoot gereduceerd worden door te adviseren over: -
Opgesteld Datum
Zeven van ballast Minder zware (overweg)constructies toepassen Geconcentreerde TVP’s Aanvoer dwarsliggers en ballast per trein Dichtstraten van overwegen Scope uitbreiden ter voorkoming van restanten Ontrekkingsgebied aanpassen Lichtgewicht perron toepassen (zie ook 4.2) LED-lampen toepassen : ing. A.J. van den Doel : 19 mei 2015
Ing.Rail BV ’s-Hertogenbosch 15 van 15