Pagina 1 van 5 Invalshoek A Inzicht - Dominantieanalyse
VERKORTE RAPPORTAGE DOMINANTIE-ANALYSE SCOPE 3 Inleiding Voor certificering volgens de CO2-Prestatieladder op niveau 4 is het noodzakelijk om de meest materiële emissies van de scope 3 emissies van Boskalis Nederland (verder genoemd: Boskalis) in kaart te brengen. Dit is omschreven in criterium 4.A.1 op blz 85 van het Handboek van de CO2-Prestatieladder, versie 2.0, 23 juni 2011. In deze notitie is een identificering en kwantificering uitgevoerd van de materiële emissies, waarbij gebruik is gemaakt van de voorgeschreven standaard zoals beschreven in het GHG protocol “Corporate Value Chain (Scope 3) Accounting and Reporting Standard; September 2011” (de norm). In tabel 5.3 op blz 32 van dat document zijn de scope 3 categorieën beschreven. Van de twee ketenanalyses die worden uitgevoerd, dient er één te behoren tot de top 2 van meest materiële CO2-emissie, de andere tot de top 6 van meest materiële emissies. Analyse materiële emissies In tabel 5.3 van het GHG-protocol (sept 2011) worden de volgende scope 3 categorieën genoemd: Upstream scope 3 emissies: 1. Gekochte goederen en services; 2. Kapitaalgoederen; 3. Brandstof- en energiegerelateerde activiteiten die niet in scope 1 en 2 zitten; 4. Transport en distributie (upstream); 5. Gegenereerd afval; 6. Zakentransport; 7. Woon-werkverkeer; 8. Geleasde assets (upstream); Downstream scope 3 emissies: 9. Transport en distributie (downstream); 10. Verwerken van verkochte producten; 11. Gebruik van verkochte producten; 12. End-of life behandeling van verkochte producten; 13. Geleasde assets (downstream); 14. Franchises; 15. Investeringen. De norm schrijft de volgende criteria voor voor het identificeren van relevante scope 3 emissies: Criteria
Omschrijving
Size
They contribute significantly to the company’s total anticipated scope 3 emissions
Influence
There are potential emissions reductions that could be undertaken or influenced by the company
Risk
They contribute to the company’s risk exposure (e.g., climate change related risks such as financial, regulatory, supply chain, product and technology, compliance/litigation, reputational and physical risks)
Stakeholders
They are deemed critical by key stakeholders (e.g., customers, suppliers, investors or civil society)
Outsourcing
They are outsourced activities previously performed in-house or activities outsourced by the reporting company that are typically performed in-house by other companies in the reporting company’s sector
Other
They meet additional criteria developed by the company or industry sector
Uit: Corporate Value Chain (Scope 3) Accounting and Reporting Standard; Supplement to the GHG Protocol; Corporate Accounting and Reporting Standard;
Pagina 2 van 5 Invalshoek A Inzicht - Dominantieanalyse
Hieruit blijkt dat niet alleen de omvang bepalend is voor de materialiteit. Het heeft bijvoorbeeld geen zin om CO2-reductie na te streven in een keten waar Boskalis geen invloed op kan uitoefenen (zie ook blz. 85 van het Handboek van de CO2-Prestatieladder). Naast bovenstaande criteria uit het GHG-protocol, worden de volgende ‘overige’ criteria ook van belang geacht: • Aanvulling op bestaande kennis; • Of de benodigde gegevens / informatie voorhanden zijn; • Mogelijkheden voor emissiereductie. Voor de vijftien categorieën is de toepassing en relevantie op de zes criteria getoetst. Alvorens deze criteria hieronder afzonderlijk te bespreken is het noodzakelijk om duidelijk voor ogen te hebben om wat voor soort bedrijf het bij Boskalis BV gaat. Boskalis BV is geen aannemer voor bouwwerken die allerlei materialen (beton, staal, baksteen, asfalt, etc.) en diensten inkoopt voor het oprichten van bouwwerken. De hoofdactiviteit van Boskalis BV betreft grondverzet. Bij het verplaatsen van grond ligt dan ook de grootste CO2-emissie van het bedrijf. Voor de ketenstudies die relevant zijn voor reductie van de CO2-emissie is dan ook nagegaan in welke ketens met betrekking tot grondverzet de grootste CO2-winst is te behalen. Gelet op de type activiteiten van het bedrijf Boskalis BV zullen de ketenstudies sterk afwijken van de keuzes die bouwaannemers maken of reeds gemaakt hebben. Voor het in de vorige alinea genoemde criterium “Aanvulling op bestaande kennis” is dit een duidelijk positief aspect. 1. Gekochte goederen en diensten (purchased goods & services) Onder deze categorie vallen: A. Ingekochte goederen en diensten die direct gerelateerd zijn aan de productie van de producten van het bedrijf. Dit is niet relevant voor Boskalis omdat Boskalis geen productiebedrijf is. B. Ingekochte goederen en diensten die niet gerelateerd zijn aan de productie van de producten van het bedrijf, maar noodzakelijk zijn voor de activiteiten van Boskalis. Het betreft goederen en diensten als: - zand (van derden) - stortsteen e.d. - asfalt voor verharding - betonproducten - adviezen en diensten Voor Boskalis is dit een categorie die van belang is. Voor enkele van deze goederen en diensten kan Boskalis echter geen enkele invloed uitoefenen op de leverancier. 2. Kapitaalgoederen (capital goods) Het betreft aangeschafte kapitaalgoederen die gebruikt worden om een product te maken of een dienst te verlenen. Voor Boskalis gaat het om de aanschaf van materieel (droog en nat) en voertuigen. Deze categorie is voor Boskalis van belang. Boskalis hanteert een klimaatvriendelijk inkoop beleid waar het aankomt op nieuw aan te schaffen materieel (droog en nat) en hanteert hierbij de laatste milieunormen op o.a. het gebied van emissies. 3. Brandstof- en energiegerelateerde activiteiten die geen onderdeel zijn van scope 1 en 2. Hier valt onder andere de brandstof en elektriciteit onder, die on-site wordt gebruikt door Boskalis, maar niet door haar is ingekocht. Voor Boskalis betreft dit veelal projectketen welke door de opdrachtgever beschikbaar zijn gesteld en welke ook inclusief verbruikte brandstof worden vergoed door de opdrachtgever. In 2011 was dit bij ongeveer 10 projecten het geval waarmee dit, gezien de CO2-emissie van een gemiddelde projectkeet, voor Boskalis een zeer beperkte categorie is. 4. Transport en distributie (upstream) Het betreft het door Boskalis ingehuurde transport voor leveringen aan Boskalis BV. Dit is voor Boskalis BV een beperkte categorie.
Pagina 3 van 5 Invalshoek A Inzicht - Dominantieanalyse
5. Gegenereerd afval Het betreft het afval dat door Boskalis wordt geproduceerd. Boskalis heeft een contract voor duurzaam afvalmanagement afgesloten met afvalspecialist SITA, welke het door Boskalis ingezamelde afval op een duurzame manier verwerkt. SITA berekent vervolgens wat Boskalis hiermee bijdraagt aan een vermindering van CO2-uitstoot en geeft hiervoor een CO2-certificaat af waarin staat hoe groot de CO2besparing is die gegenereerd wordt met de ingezamelde bedrijfsafval. De omvang van deze categorie is beperkt. 6. Zakentransport Dit is “werk-werk”-verkeer tussen de verschillende kantoren van Boskalis, droge en natte projectlocaties en bezoeken aan ketenpartners. Dit is voor een ander onderdeel van de CO2-prestatieladder (scope 2) al gedetailleerd in beeld gebracht en opgenomen in het energiereductieprogramma. Voor een ketenanalyse is deze categorie daarom niet van belang. 7. Woon-werkverkeer Woonwerkverkeer is voor zover het lease-auto’s betreft reeds in scope 1 meegenomen. Voor privé-auto’s is dit niet het geval. Het reeds meegenomen hebben van lease-auto’s in scope 1, neemt niet weg dat woonwerkverkeer (privé-auto’s) een categorie is die in de overwegingen voor de keuze van de ketenanalyses moet worden meegenomen. 8. Geleaste assets (upstream) Deze categorie gaat over emissies van assets die zijn geleast door Boskalis en niet binnen scope 1 en 2 vallen. Boskalis doet op projectlocaties veel aan (in)huur of inkoop, maar nauwelijks aan lease, behalve het leasen van zakenauto’s. Deze categorie is daarom niet van belang. 9. Transport en distributie (downstream) Boskalis BV en zijn dochters verzorgen het transport van zand en grond naar de klanten. De emissies vallen onder scope 1. Daarnaast wordt ook in opdracht van Boskalis grondverzet uitgevoerd door diverse andere bedrijven. De omstandigheden waaronder deze transporten worden uitgevoerd, zijn in veel gevallen slecht te noemen: vaak wordt met zwaar materieel over onverhard terrein gereden. Daardoor is het brandstofverbruik van de wagens relatief hoog. Boskalis kan dit niet alleen oplossen maar moet daarvoor samenwerken met de eigenaar/terreinbeheerder en met andere transporteurs. Als zodanig betreft het dus een ketenproject. Samenwerking met ketenpartners is noodzakelijk om tot reductie van brandstof en daarmee CO2-emissie te komen. Voor Boskalis is dit een belangrijke categorie. 10. Verwerken van verkochte producten Dit zijn CO2-emissies als gevolg van het verwerken door derde partijen (bijvoorbeeld fabrikanten) van door Boskalis verkochte tussenproducten, voorafgaand aan de verkoop van het product. Net als categorie 10 gaat het hier om typische retailproducten, wat voor een bedrijf als Boskalis niet van toepassing is. 11. Gebruik van verkochte producten Dit zijn emissies als gevolg van consumentengebruik van goederen en diensten die zijn verkocht door Boskalis. Dit is voor een bedrijf als Boskalis niet van toepassing 12. End-of-life behandeling van verkochte producten Deze categorie betreft de emissies van afvalverwijdering / behandeling van verkochte producten aan het einde van de levensduur. Dit is wederom een categorie die met name van toepassing is op de retailsector (denk bijvoorbeeld aan de in Nederland verplichte “verwijderbijdrage”) en niet van toepassing is op een bedrijf als Boskalis. 13. Geleaste assets (downstream) In tegenstelling tot categorie 8 gaat het hier om assets die Boskalis zelf ter beschikking zou stellen om geleast te worden door derden. Deze categorie is met name van toepassing voor leasebedrijven en is voor Boskalis niet van toepassing.
Pagina 4 van 5 Invalshoek A Inzicht - Dominantieanalyse
14. Franchises Een franchise is een onderneming die opereert onder een licentie om goederen of diensten van een ander bedrijf te verkopen of distribueren op een bepaalde locatie. Dit aspect is voor Boskalis niet van toepassing. 15. Investeringen Hiermee worden bijvoorbeeld investeringen in partnerschappen (oprichting van een bedrijf met een ander bedrijf), joint ventures, projectinvesteringen etc. bedoeld. Deze categorie is vooral voor de financiële sector interessant. Dit is niet van toepassing voor Boskalis. De 15 categorieën zijn vervolgens “gescoord’ op materialiteit aan de hand van de zes criteria. Deze scoring is op kwalitatieve wijze ingevuld met de volgende schaalindeling: - 1 = Zeer laag; - 2 = Laag; - 3 = Niet hoog, niet laag; - 4 = Hoog; - 5 = Zeer hoog. Onderstaand is het totaaloverzicht weergegeven na optelling van de individuele scores. Totaaloverzicht van de 15 categorieën scope 3 emissies na scoring op de 6 criteria Categorie 1. Gekochte goederen en diensten 2. Kapitaalgoederen 3. Brandstof- en energie-gerelateerde activiteiten, geen onderdeel van scope 1 en 2 4. Transport en distributie (upstream) 5. Gegenereerd afval 6. Zakentransport 7. Woon-werkverkeer 8. Geleaste assets (upstream) 9. Transport en distributie (downstream) 10. Verwerken van verkochte producten 11. Gebruik van verkochte producten 12. End-of life behandeling van verkochte producten 13. Geleaste assets (downstream) 14. Franchises 15. Investeringen
Totaal 15 10 7 10 10 11 16 -
Pagina 5 van 5 Invalshoek A Inzicht - Dominantieanalyse
Keuze ketenstudies Uit bovenstaande tabel blijkt dat de categorieën 1 en 9 voor Boskalis het meest van belang zijn: “ingekochte goederen en diensten” en “transport en distributie downstream”. Hierbij wordt nogmaals benadrukt dat de kwantitatieve puntentelling tot stand is gekomen op een kwalitatieve, omschrijvende manier. De categorieën en criteria van het GHG-protocol laten veel ruimte voor eigen interpretatie, waardoor moet worden gewaakt voor “harde” conclusies. Naast de criteria die het GHG-protocol hanteert, zijn de volgende criteria ook van belang: • Aanvulling op bestaande kennis; • Of de benodigde gegevens / informatie voorhanden zijn; • Mogelijkheden voor emissiereductie. Binnen de categorieën 1 en 9 (deze vormen samen de top 2 in termen van CO2-relevantie) zijn de onderwerpen voor de ketenstudies gekozen. Ketenstudie 1: tijdelijke verharding van de ondergrond met betrekking tot transport De tijdelijke verharding van de ondergrond van bouwterreinen heeft een groot effect op het brandstofverbruik van de transporten van Boskalis zelf maar ook van andere transporteurs die op de locaties werkzaam zijn. Per project moet in samenwerking en overleg met de terreinbeheerder/-eigenaar en de andere transporteurs worden gekozen voor een mogelijke tijdelijke verharding. Een andere betrokken ketenpartner is de leverancier/uitvoerder van die tijdelijke verharding. De potentiële brandstof- en daarmee CO2-besparing bij Boskalis en andere betrokken transporteurs is aanzienlijk. De rapportage van deze ketenanalyse is beschikbaar op de website. Ketenstudie 2: verwerking en toepassing van bodemas In samenwerking met HVC en Boskalis Dolman is ervoor gekozen om de keten van verwerken en toepassen van AEC (Afval Energie Centrale)-bodemas verder te optimaliseren zowel wat betreft de CO2-emissie als de economische kant ervan. De keuze voor deze keten uit de categorie van ingekochte goederen en diensten is vooral ingegeven door het potentieel grote effect op de CO2-reductie en de verduurzaming van de toepassing van bodemassen. De CO2-reductie wordt bereikt door de vermeden toepassing van grondbeschermende maatregelen en langdurige beheersmaatregelen en door terugwinning van grondstoffen. Vooralsnog is de volledige rapportage van deze ketenanalyse nog niet vrijgegeven. Een samenvatting van de ketenanalyse is beschikbaar op de website.
Tot slot Beide ketenstudies zijn specifiek voor Boskalis BV. Tevens leveren zij een duidelijke bijdrage aan verbetering van het inzicht in de reductiemogelijkheden van de CO2-emissie van grootschalige grondverplaatsende projecten.