INHOUDSOPGAVE Bulletin vragen en antwoorden september 2009
Vraag nr.
Datum
Vraagsteller
Onderwerp
Pagina
09/50
08.06.2009
An Hermans
Directie cultuur en onderwijs - i.v.m. financiering 'Kunst in de Luwte'
1
09/51
11.06.2009
Toon Toelens
Directie interne administratie en personeelsbeleid - i.v.m. fietsenstalling voor het personeel in het provinciehuis
1
09/52
19.05.2009
Jan Vangramberen
Directie economie, landbouw en leefmilieu - i.v.m. schietstand Leuven
3
09/53
19.06.2009
Marcel Steeman
Directie economie, landbouw en leefmilieu - i.v.m. de parkeergelegenheid aan de provinciale proeftuin in Pamel
4
09/54
12.06.2009
Leentje Van Aken
Directie infrastructuur - i.v.m. het plaatsen van een (luchtgekoelde gasabsorptie) warmtepomp
5
09/55
30.06.2009
Jan Laeremans
Directie infrastructuur - i.v.m. De Wijnpers: verbouwing en restauratie van het Oud Wijnpersgebouw, goedkeuring bijzonder bestek, vaststelling van de wijze van gunnen (voorstel nr. 83)
6
09/56
19.06.2009
Jan Laeremans
Directie sociaal beleid - i.v.m. het waterverbruik in het doortrekkersterrein van Huizingen
7
09/57
05.08.2009
Bernadette Stassens
Directie infrastructuur - i.v.m. IST-ROPRJ-090623-afbakening KSGlandbouwanalysegunning.
8
De bijlagen en/of statistische gegevens, waarnaar in sommige antwoorden wordt verwezen, kunnen ingekeken worden op het algemeen secretariaat
Schriftelijke vraag 09/50 van An Hermans (CD&V/N-VA) van 8 juni 2009
Directie cultuur en onderwijs - i.v.m. financiering 'Kunst in de Luwte' Graag leg ik een vraag voor betreffende de resultaten van het zeer gevarieerde festival 'Kunst in de Luwte' (19-24 mei 2009). Met het oog op de financiering van 'Kunst in de Luwte' werden financiële middelen ingeschreven in de begroting van de provincie Vlaams-Brabant. Graag leg ik u volgende vragen voor: - Kunnen de cijfers betreffende de financiering (begroting en rekeningen) van dit festival mij bezorgd worden? Ik begreep dat uit meerdere 'begrotingsposten' financiële middelen ter beschikking gesteld werden voor verschillende uitzichten van het festival. Graag zou ik daar zicht op hebben. - In het bijzonder zou ik willen weten hoeveel de 'externe inbreng' in de voorbereiding en de uitvoering kostte. Ik denk o.a. aan het externe bureau, aan de optredens van woord-, zang- en andere kunstenaars. - Kan ik ook een schatting krijgen van de personeels- en werkingskosten van de voorbereiding en evaluatie van het festival voor de provincie Vlaams-Brabant? Antwoord van 1 juli 2009 Betreft: uw vraag van 8/06/2009 i.v.m. financiering 'Kunst in de Luwte' De financieringsmechanismen van het festival worden gedefinieerd in het bestek dat op 7 juli 2008 werd goedgekeurd binnen de vzw Cultuurpromotie. Daarin wordt het totale budget voor de organisatie van 'Kunst in de Luwte' vastgesteld op 65.000 euro, plus 20.000 euro voor een specifiek programmaonderdeel dat door de provincie wordt voorzien als trefmoment voor cultureel VlaamsBrabant. De kosten voor promotie en communicatie zijn niet in het budget inbegrepen en worden gedragen door de provincie, zoals eveneens bepaald in het bestek. Het totale prijskaartje van deze eerste editie van 'Kunst in de Luwte' bedraagt 91.478,86 euro. Hiervan ging ongeveer 41% naar artistieke kosten, 18,2% naar productiekosten, 16,4% naar communicatie, 6,1% naar horeca&onthaal, en 18,1% naar de vergoeding van het productiehuis. Schriftelijke vraag 09/51 van Toon Toelen (Groen!) van 11 juni 2009
Directie interne administratie en personeelsbeleid - i.v.m. fietsenstalling voor het personeel in het provinciehuis Ik vernam dat onlangs een fiets gestolen werd van een personeelslid van Monumentenwacht VlaamsBrabant uit de fietsenstalling voor het provinciepersoneel onder het provinciehuis (niveau -1) tijdens de werkuren. De veiligheidscamera zou niet gewerkt hebben.
1
Graag had ik vernomen: 1. Of al eerder fietsen gestolen werden uit diezelfde fietsenstalling en/of uit de publieke fietsenstalling aan de voorzijde van het gebouw? 2. Of het niet-functioneren van de camera tijdelijk van aard was, welke de oorzaak was, of dit ook geldt voor andere camera's in die autoparking en of de camera's intussen naar behoren werken? 3. Of de provincie verzekerd is tegen dergelijke diefstallen? 4. Welke gevolgen een dergelijke diefstal zou hebben indien het een dienstfiets betrof? 5. Of het provinciebestuur al maatregelen heeft genomen om dergelijke incidenten in de toekomst te vermijden? Antwoord van 2 juli 2009 Betreft: uw vraag van 11/06/2009 i.v.m. fietsenstalling voor het personeel in het provinciehuis De fietsenstalling voor het personeel bevindt zich ondergronds (niveau -1) in het provinciehuis. Recent (april 2009) werd deze fietsstalling verder uitgebreid en werd de capaciteit opgedreven van 85 naar 120 plaatsen ( + ruimte voor fietskarretjes). Sinds januari 2009 werden er vier fietsen van personeelsleden ontvreemd (waaronder ook de door u vermelde fiets). De veiligheidscamera's werken naar behoren op niveau -1. Deze camera's zijn in hoofdzaak gericht op de grote rolpoorten op niveau -1 zodat niet alle segmenten van de fietsparking afgedekt worden. Het provinciebestuur is niet verzekerd tegen dergelijke misdrijven. Bij dergelijke misdrijven zijn aanpak, procedures (o.a. aangifte politie) en/of maatregelen steeds identiek, zowel voor dienstfietsen als voor fietsen van personeelsleden. Volgende maatregelen werden intussen reeds uitgevoerd door het provinciebestuur: SENSIBILISATIE Het is opvallend dat deze gebeurtenissen optreden vanaf januari 2009, net na de ingebruikneming van de gebouwen naast het provinciehuis (KBC, stad Leuven). De grote ondergrondse fietsenstalling aldaar, met o.a. toegang via niveau -1, zorgt er blijkbaar voor dat ook onze parking / fietsenstalling helaas meer te kampen heeft met dergelijke voorvallen. Daarom werden volgende acties reeds op touw gezet: - sensibilisatie naar het personeel: de collega's werden gewezen op het toegenomen risico in de fietsenstalling en, ter preventie, erop gewezen dat fietsen (zeker waardevolle) altijd degelijk moeten afgesloten of verankerd worden; - in overleg met de fietsambtenaren (dienst mobiliteit) werd door de dienst facilitair beheer enkele sterke en degelijke fietssloten geselecteerd en, via een actie op het intranet, aangeboden tegen sterk gereduceerde prijzen. Tot nog toe hebben een 20-tal collega's ingetekend op deze actie; - regelmatig worden de fietsstallingen nagekeken op de degelijkheid van sloten. Collega's die hun fiets onvoldoende of niet afsluiten, worden hierop aangesproken. PREVENTIEVE MAATREGELEN - in het zog van de algemene camerabewaking ten behoeve van de nieuwe slagbomen werd ook in camerabewaking voor de nieuwe fietsenstalling (uitbreiding) op niveau -1 voorzien. - om de capaciteit van de nieuwe, maar ook van de bestaande camera's uit te breiden werd intussen een nieuwe server aangekocht, zodat beelden meerdere dagen kunnen opgeslagen worden; - plaatsen of zones die weinig of niet afgedekt zijn door camera's worden ingenomen door dienstfietsen.
2
Schriftelijke vraag 09/52 van Jan Vangramberen (Open VLD) van 19 mei 2009
Directie economie, landbouw en leefmilieu - i.v.m. schietstand Leuven Op 15 mei 2009 heeft Interleuven een brief gericht aan de deputatie met als onderwerp: de schietstand Leuven. Gelet op het m.i. dringende karakter hiervan, wens ik volgende schriftelijke vragen hierover te stellen: 1. Heeft de deputatie de brief goed ontvangen? 2. Heeft de deputatie zich al uitgesproken over de inhoud van deze brief? 3. Wat zijn de antwoorden van de deputatie aan Interleuven? Betreft: schietstand Leuven 'Het directiecomité van Interleuven heeft in zitting van 8 en 22 april jongstleden een aantal punten besproken met betrekking tot de uitbating van de schietstand te Leuven. Teneinde tot het opstellen van een ontwerpovereenkomst te kunnen overgaan, verwijzen we naar de brief van 15 december 2008 gericht aan de 'Bestendige Deputatie'. Behoudens vergissing van onzentwege mochten wij hierop tot op heden geen antwoord ontvangen. Zoals gesteld, was Interleuven bereid de dagelijkse uitbating van de schietstand op zich te nemen tot op datum van 31 december 2009. In het kader daarvan heeft het directiecomité recent beslist een order tot aankoop van oefenmunitie te gunnen. Deze aangekochte hoeveelheid reikt tot het voorjaar van 2010. Andere beslissingen met betrekking tot de dagelijkse uitbating noodzaken eveneens tot het aangaan van verplichtingen over het jaareinde (onder meer onderhoudscontracten). Wat uitbreidingsinvesteringen betreft, was de afspraak dat deze in onderling overleg zouden bekeken worden. In dit verband dringt zich een investering op die bij het reinigen van handvuurwapens zou toelaten de veiligheid gevoelig te verhogen. Als bijlage treft u dienaangaande een nota van de verantwoordelijke aan. De goede werking van de schietstand kan op langere termijn gegarandeerd worden door het opzetten van een structuur waarin de politiezones van het administratief arrondissement Leuven hun organisatorische en financiële verantwoordelijkheid kunnen opnemen. Hierbij is het onontbeerlijk dat we beschikken over het standpunt van de 'Bestendige Deputatie'. Zoals reeds vermeld, is Interleuven strikt juridisch niet in de mogelijkheid een schietstand uit te baten. Mogen wij u verzoeken omwille van onze eigen organisatie hieromtrent uw standpunt mee te delen vóór de zomer van 2009 en tevens te laten weten op welk tijdstip de financiële afwikkeling van de exploitatieverliezen zal geregeld worden. Een overzicht werd u reeds aangeleverd'.
3
Antwoord van 6 juli 2009 Betreft: uw vraag van 19/05/2009 i.v.m. schietstand Leuven De deputatie heeft uw brief van 15 mei 2009 over de schietstand goed ontvangen. Op 18 juni werd het dossier van de schietstand besproken. Op basis van de bespreking werd een brief aan Interleuven opgesteld. Deze brief vertrekt deze week nog naar het directiecomité van Interleuven. De deputatie neemt volgend standpunt in: - Sinds de overdrachtstransactie in het kader van de uittreding (splitsing Interleuven/Ecowerf) is de provincie Vlaams-Brabant eigenaar van het gebouw waarin de schietstand is ondergebracht. Zij wenst de infrastructuur ter beschikking te stellen van de lokale besturen en de politiezones in het bijzonder. - De provincie financiert de algemene eigenaarsinvesteringen. De kosten verbonden aan uitbreidingen en functionele vragen worden gedragen door de exploitant. - De provincie treedt niet op als exploitant. Zij borgt wel aantoonbare exploitatieverliezen tot een maximum van 20.000 euro op jaarbasis. Schriftelijke vraag 09/53 van Marcel Steeman (Vlaams Belang) van 19 juni 2009
Directie economie, landbouw en leefmilieu - i.v.m. de parkeergelegenheid aan de provinciale proeftuin in Pamel De (grote) parkeergelegenheid aan de provinciale proeftuin in Pamel wordt slechts sporadisch gebruikt. In het verleden heeft de gemeente Roosdaal reeds een aantal keren gevraagd om een andere bestemming te geven aan dit terrein, maar telkens met een negatief antwoord vanuit de provincie. Kan men mij de argumentatie daarvoor geven? Wellicht heeft de deputatie een andere bestemming in het achterhoofd dan de gemeente. Mag ik weten welke? Antwoord van 3 juli 2009 Betreft: uw vraag van 19/06/2009 i.v.m. de parkeergelegenheid aan de provinciale proeftuin in Pamel Het parkeerterrein wordt als parkeergelegenheid gebruikt voor grotere activiteiten. Tussendoor wordt het parkeerterrein regelmatig gebruikt voor activiteiten van verschillende organisaties. Zo wordt er door de sportraad de scholenloop op het parkeerterrein georganiseerd. Er worden tijdelijke verkeersparken opgebouwd voor de jongere fietser en acties zoals 'Kijk ik fiets' hebben ook daar plaats. Ook circussen gebruiken soms het parkeerterrein om hun tenten op te stellen. De enige concrete vraag vanuit de gemeente Roosdaal was een vraag om op de parkeergelegenheid het gemeentelijk containerpark te vestigen. Deze vraag omvatte ook nog heel wat andere plannen zoals de bouw van een loods, de vestiging van een vooruitgeschoven brandweerpost en de aanleg van sportinfrastructuur. Deze vraag kreeg een negatief advies van stedenbouw en werd door de gemeente zelf opgeborgen. Momenteel zijn er geen plannen om dit parkeerterrein om te vormen.
4
Schriftelijke vraag 09/54 van Leentje Van Aken (Groen!) van 12 juni 2009
Directie infrastructuur - i.v.m. het plaatsen van een (luchtgekoelde gasabsorptie) warmtepomp Deze warmtepomp bijvoorbeeld van het merk ROBURE, heeft het hoogste rendement van 144%. Op aanvraag van een gemeente in Vlaams-Brabant (Hoeilaart), bij klacht van een buur over het plaatsen van de warmtepomp in de tuin (op 25 m. Afstand van diens woning) deelde het Agentschap RO-Vlaanderen mee dat voor een warmtepomp zelf geen stedenbouwkundige vergunning vereist is, deze behoort namelijk tot de normale tuinuitrusting. Maar de gemeente laat nu weten dat 'het standpunt van de dienst ROG hiermee in tegenstrijd is met artikel 99 paragraaf 1 van het decreet van 18 mei 1999'. Nochtans staat de warmtepomp los van de grond. (ter informatie: deze warmtepomp slaat in de zomer hooguit tweemaal aan en maakt daarbij een vijf- à tiental minuten een licht zoemgeluid, in de winter is dat een zestal keer per dag). Mijn vragen: - Zijn er stedenbouwkundige bezwaren tegen een (luchtgekoelde gasabsorptie) warmtepomp. - Zijn er andere bezwaren dan stedenbouwkundige tegen een warmtepomp? - Kan men de warmtepomp laten verwijderen op aanvraag van een buur als deze wettelijk in orde is? Antwoord van 8 juli 2009 Betreft: uw vraag van 12/06/2009 i.v.m. het plaatsen van een (luchtgekoelde gasabsorptie) warmtepomp 1. Er zijn geen algemene of principiële bezwaren tegen technische inrichtingen, zoals onder meer een warmtepomp in de nabijheid van een woning; eventuele bezwaren kunnen zich wel aandienen in specifieke gevallen in het kader van de plaatselijke situatie. 2. De eventuele hinder die van bepaalde technische inrichtingen kan uitgaan, kan bij de ruimtelijke afweging in aanmerking genomen worden om de meest geschikte inplanting te bepalen. 3. Een inrichting die op legale wijze is tot stand gekomen en die conform de stedenbouwkundige vergunning werd uitgevoerd kan in principe niet door de vergunningverlenende overheid ongedaan gemaakt worden. Een belanghebbende derde heeft de vrijheid zich tot de burgerlijke rechtbank te wenden indien de inrichting een hinderende weerslag op de omgeving blijkt te hebben. 4. Met betrekking tot de regelgeving ter zake wordt tot de bevinding gekomen dat een technische inrichting, zoals een warmtepomp, niet expliciet vrijgesteld is van de vergunningsplicht.
5
Mondelinge vraag met schriftelijk antwoord nr 09/55 van Jan Laeremans (VLAAMS BELANG) van 30 juni 2009
Directie infrastructuur - i.v.m. De Wijnpers: verbouwing en restauratie van het Oud Wijnpersgebouw, goedkeuring bijzonder bestek, vaststelling van de wijze van gunnen (voorstel nr. 83) De heer Laeremans stelt de volgende vragen: - Is er in voldoende verluchting en airconditioning voorzien? - Zal er in een parkeerplaats voor gehandicapten voorzien worden? Antwoord van 13 juli 2009 Betreft: uw vraag van 30/06/2009 i.v.m. De Wijnpers: verbouwing en restauratie van het Oud Wijnpersgebouw, goedkeuring bijzonder bestek, vaststelling van de wijze van gunnen (voorstel nr. 83) Het oorspronkelijk gebouw heeft door zijn massieve constructie een vrij grote inertie tegen temperatuursverschillen. Dit wil zeggen dat het in de winter niet al te sterk zal afkoelen of onderkoelen en in de zomer niet extreem zal opwarmen of oververhitten. Bijkomend zijn de glasoppervlakken vrij klein waardoor er slechts een beperkte zontoetreding is in de zomer. Technisch gezien is het ook vrij moeilijk, zo niet onmogelijk om, zonder afbreuk te doen aan de authenticiteit van het gebouw, een geforceerde luchtklimaatregeling of airconditioning aan te brengen. In dit oude gedeelte werd dan ook bewust gekozen voor een natuurlijke verluchting en een zeer klassieke verwarming met radiatoren. Maar wordt er in de oude kelder, de nieuwe keuken en in het nieuwe sanitair een mechanische afzuiging geplaatst. Dit is enkel een geforceerde en regelbare luchtafvoer met een natuurlijke aanzuig en dus geen airconditioning. Oorspronkelijk werd er gedacht om een gehandicaptenparkeerplaats in te richten op het nieuw aan te leggen parkeerplaats, gelegen achter het Oude Wijnpersgebouw. Door het grote hoogteverschil tussen deze parkeerplaats en de hoofdingang en om diverse praktische, organisatorische en economische redenen is deze denkpiste niet haalbaar. Aan de Wijnpersstraat, juist naast het conciërgegebouw en dus op het openbaar domein, zal een gehandicaptenparking aangelegd worden. Het pad tussen deze parkeerplaats en de hoofdingang van het Oude Wijnpershuis is vrij kort en licht hellend. Het gedeelte van dit pad gelegen op het domein van de provincie wordt nieuw aangelegd en is geschikt voor alle personen en dus ook voor gehandicapten. Deze oplossing is praktisch en economisch de meest voor de hand liggende en dus beste oplossing.
6
Schriftelijke vraag 09/56 van Jan Laeremans (Vlaams Belang) van 19 juni 2009
Directie sociaal beleid - i.v.m. het waterverbruik in het doortrekkersterrein van Huizingen Nog maar eens over het waterverbruik op het doortrekkersterrein. Zoals ik op de provincieraad al even aankaartte, blijkt nu uit foto’s van 18 juni 2009 dat de aanvoer van water op een hoogst amateuristische wijze gebeurt, met een tuinslang waar het water onderweg (aan de verbindingsstukken) uitloopt. Dat kan niet anders dan opnieuw een pak waterverspilling betekenen. Vorig jaar bedroeg de rekening 10543 euro, of 29 euro per dag, wat een verbruik van 8500 à 9000 liter betekende. Wordt het niet de hoogste tijd om dit ernstig te nemen? Het antwoord op mijn vraag van 27 april 2009 'Begin 2009 werd een nieuw kraantje geïnstalleerd op het doortrekkersterrein dat minder waterverbruik moet toelaten' is bijgevolg lachwekkend. Wij hadden gedacht dat het om een kraan ging, geïnstalleerd door een vakman, die zoals in de toiletten van het provinciehuis na korte tijd stopt met lopen. Maar de eerste beste jeugdbeweging op kamp doet zoiets beter. Is dit het nu 'toegenomen comfort' voor de doortrekkers? Vandaar mijn vraag: Wil de deputatie nu eindelijk een loodgieter erbij halen om voor de volgende 4 jaar voor een degelijke, lekvrije aanvoer te zorgen? Tegen wanneer zal dit in orde worden gebracht? Antwoord van 15 juli 2009 Betreft : uw vraag van 19/06/2009 i.v.m. het waterverbruik in het doortrekkersterrein van Huizingen Begin 2009 werd een nieuwe kraan geïnstalleerd op het doortrekkersterrein van Huizingen waardoor de druk van het water enorm zakte. Ongetwijfeld is het verbruik ten gevolge van deze ingreep naar beneden gegaan. Door deze lage waterdruk hopen we ook het gebruik van tuinslangen te ontraden. Vastgesteld wordt dat toch nog tuinslangen werden aangeschakeld. Een aanpassing aan de kraan is gebeurd zodat het aansluiten van een tuinslang in principe niet mogelijk zal zijn. Efficiënt toezicht zal mogelijk misbruik door vindingrijke gebruikers moeten vermijden. Dit zijn allemaal maatregelen op korte termijn. Als het RUP Huizingen afgerond is dan kan er een definitieve inrichting gebeuren m.i. van bv. het individualiseren van water en elektriciteit per standplaats op het doortrekkersterrein. Hiervoor kan dan 90% subsidie van de Vlaamse overheid verkregen worden. De kostprijs om dit voordien te doen ligt veel te hoog nl. 155.987,15 euro zonder subsidie (raming als bijlage): Er moet namelijk een en ander voorzien worden: - het terrein (asfaltlaag) is aangelegd boven op betonpuin. Een sleufje maken betekent een sleuf kappen en sluipen. Het is om die reden dat alle elektrische leidingen niet ingegraven liggen. - 15 staanplaatsen betekent 15 watermeters, 15 elektriciteitsmeters, 15 differentieelschakelaars, 15 zekeringen, 15 individuele aansluitpunten voor elektriciteit (16A/240V), 15 vorstbestendige kranen, .... - we spreken over +/-2.100 m waterleiding en evenveel elektrische leidingen. - de voedingskabel moet doorgetrokken worden vanaf de hoek naar het midden van straatkant om daar in een 'kot' ingeleid te worden. - dit 'kot' is niet in de prijs inbegrepen en moet een voor de beheerder toegankelijke inbraakveilige plaats zijn.
7
De terreintoezichter tracht de vuilniscontainers zo veel mogelijk gesloten te houden en wijst de gebruikers erop dit ook te doen. Een personeelslid dag en nacht naast een container zetten getuigt echter niet van een daad van goed bestuur. Schriftelijke vraag 09/57 van Bernadette Stassens (Groen!) van 5 augustus 2009
Directie infrastructuur - i.v.m. IST-RO-PRJ-090623-afbakening KSG-landbouwanalysegunning. Schriftelijke vraag: i.v.m. notulen deputatie van 9 juli 2009 In de notulen van de deputatie van 9 juli 09 lees ik het volgende: IST-RO-PRJ-090623-AFBAKENING KSG-LANDBOUWANALYSEGUNNING - de opdracht voor de opmaak van een landbouwgevoeligheidsanalyse voor de in de offerte opgenomen gebieden te gunnen aan de Vlaamse Landmaatschappij, gevestigd te 1060 Brussel, Gulden-Vlieslaan 72, voor wie optreedt Guido Clerx, waarnemend gedelegeerd bestuurder voor het bedrag van 12.930,00 euro, conform art.17§2-1°f) van de wet van 24 december 1993; - het bedrag van 12.930,00 euro vast te leggen op het artikel 930/0250/2100 van de buitengewone begroting 2009; - de dienst ruimtelijke ordening en de provinciale dienst landbouw af te vaardigen in de begeleidingsgroep van deze studie; de dienst ruimtelijke ordening te laten optreden als leidend ambtenaar van deze studie. Vragen: 1. Kan de deputatie mij zeggen over welke kleinstedelijke gebieden het hier gaat? 2. Betreft het hier een effectenrapport i.v.m. de landbouw? 3. Wat is de stand van zaken betreffende de procedure voor de afbakening van het kleinstedelijk gebied Tienen? Welke procedurestap is de volgende en wanneer is deze gepland? Antwoord van 18 augustus 2009 Betreft: uw vraag van 5/08/2009 i.v.m. IST-RO-PRJ-090623-afbakening KSGlandbouwanalysegunning In antwoord op uw vraag kan de dienst ruimtelijke ordening volgende antwoorden formuleren: 1. De opdracht omvat een landbouwgevoeligheidsanalyse voor delen van de kleinstedelijke gebieden Diest en Tienen. Het gaat om een landbouwgevoeligheidsanalyse voor de agrarische gebieden die vallen binnen een zoekzone voor regionale bedrijvigheid, alsook voor alle locatiealternatieven die binnen de MER worden onderzocht. Het gaat over 3 sites te Tienen en 3 sites te Diest. 2. Een landbouwgevoeligheidsanalyse gaat op basis van de registratiegegevens van de landbouwers met betrekking tot hun teelten na wat de impact van een projectinvulling op de getroffen landbouwers is. Aan de hand van een aantal typische perceels- en bedrijfsparameters kunnen het
8
projectzoekgebied en de gevolgen van een gewijzigd gebruik, het onttrekken van percelen of het opleggen van beperkingen van het landbouwgebruik voor de land- en tuinbouw worden geanalyseerd. Deze werkwijze maakt het bovendien mogelijk om meerdere gebieden te vergelijken. Dit is uiteraard een belangrijk instrument voor de uiteindelijke besluitvorming. De gehanteerde methodiek is eveneens geschikt om de inrichtingsvormen, zonering in gebieden en fasering in uitvoering en inrichting te evalueren. Het is duidelijk dat dit instrument belangrijk is om het nodige (maatschappelijk) draagvlak voor het afbakeningsproces te verhogen. De studie wordt immers in nauw overleg met de landbouwsector gemaakt. De dienst ruimtelijke ordening heeft hiervoor contact opgenomen met de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) om een overeenkomst uit te werken. De VLM is de enige partner die een dergelijke studie kan maken omdat zij exclusief beschikt over de registratiegegevens van de landbouwers met betrekking tot hun teelten. 3. Zoals u ook kunt lezen op de website van de provincie zijn volgende stappen op korte termijn gepland voor de afbakeningprocessen van Aarschot, Diest en Tienen: •
Het jaar 2008 sloot de provincie af met een informele inspraakronde over de nota stedelijk gebiedbeleid, als afronding van de fase van de visievorming. Heel wat bedenkingen en suggesties liepen gedurende 30 dagen binnen. Inwoners, bestuurders van zowel het stedelijk als het Vlaams niveau, vertegenwoordigers van diverse sectoren als bedrijvigheid, wonen, landbouw, natuur, water, recreatie … lieten de provincie hun bedenkingen en suggesties weten. De provincie waardeert deze ruime belangstelling.
•
Tijdens het voorjaar van 2009 verwerkte de provincie alle binnengekomen reacties. De adviezen en suggesties binnengekomen tijdens de informele inspraakronde leiden vandaag al tot verder onderzoek: landbouwgevoeligheidsanalyses, studie van de waterproblematiek … alternatieve inrichtingvoorstellen, alternatieve locaties en effecten worden onderzocht binnen de MER-procedure.
•
De provincie werkt de diverse opties nu verder uit. In vele gevallen is er een planMER nodig om de mogelijke gevolgen op mens en milieu in kaart te brengen. Het openbaar onderzoek binnen de MER-procedure start binnen 20 dagen na de volledigverklaring van de nota voor publieke consultatie en duurt dertig dagen. De eerste versie van deze nota die de provincie eind 2008 indiende, verklaarde de MER-cel niet volledig. Zodra deze de aangepaste nota voor publieke consultatie volledig verklaart, kan het openbaar onderzoek van start gaan. De provincie hoopt dat dit in het najaar van 2009 gebeurt.
•
De opmaak van het Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan voor de afbakening zal inhoudelijk rond zijn tegen de jaarwisseling. Een plenaire vergadering tussen de verschillende bestuursniveaus zal begin 2010 de officiële goedkeuringsprocedure inluiden. Op datzelfde moment moeten ook de resultaten van het milieueffectenrapport gekend zijn.
9