JAARVERSLAG DE JONGE AKADEMIE 2014
Amsterdam, maart 2015 bestuur De Jonge Akademie
VERANTWOORDING
Conform het reglement van De Jonge Akademie (DJA), zoals vastgesteld door de KNAW, presenteert het bestuur van De Jonge Akademie hierbij het jaarverslag 2014 van De Jonge Akademie, inclusief financiële verantwoording. Dit jaarverslag 2014 is besproken en goedgekeurd in de algemene ledenvergadering van De Jonge Akademie, gehouden op 26 maart 2015 in het Trippenhuis in Amsterdam.
2 / 48
INHOUD
1
Inleiding
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
Algemeen Doelstellingen van De Jonge Akademie Verwezenlijking doelstellingen in 2014 Ledenvergaderingen Tracés Permanente en tijdelijke commissies Bestuur Organogram
3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
5. 5.1 5.2
5.3 5.4 5.5 5.6
6. 6.1
6.2 6.3
Tracé wetenschapsbeleid Visie wetenschapsbeleid en IBO Stuurbaarheid van wetenschap door de markt & topsectoren What is Scientific Quality? Stuurbaarheid van wetenschap door de markt & topsectoren Overige activiteiten
Tracé wetenschap & maatschappij Strategie van het tracé Wetenschap en Maatschappij Kennis Op Straat FastFacts video’s Faces of Science Radio op Woensdag Deelname diverse publieksbijeenkomsten en bijdrage aan de media
Tracé inhoud en interdisciplinariteit Gewetenschap: theater- en discussieprogramma Symposium over het Congres van Wenen 1815: de geboorte van een Europese Veiligheidsculstuur InterScience Publicatie Interdisciplinair Onderzoek Korte lezingen op ledenbijeenkomsten Samenwerking KNAW Tracé Internationalisering Who gets carried away by Europe? Een prijsvraag van Europa’s Jonge Academies Expedition Mundus Bijwonen internationale bijeenkomsten
5 6 6 6 7 8 9 9 10
11 11 13 13 13 14
15 15 15 16 16 16 17 18 18 18
19 19 19 19
20 20 21 21
7. 7.1 7.2 8.
Commissies van De Jonge Akademie DJA Beurscommissie Selectiecommissie
Financiële verantwoording
22 22 22
1. 2. 3.
Bijlagen: DJA ledenoverzicht 2014 DJA alumni, overzicht 2014 DJA nieuwe leden 2015
26 29 31
Jaarverslag De Jonge Akademie 2014
24
maart 2015
3 / 48
4. 5. 6. 7. 8. 9.
4 / 48
Wetenschappelijke voordrachten tijdens ledenvergaderingen Samenstelling bestuur, tracés en commissies 2014 Besteding DJA Beurzen 2014 Besteding DJA Beurzen 2013 Besteding DJA Beurzen 2012 Hoogleraarbenoemingen, persoonsgebonden subsidies en prijzen, deelname aan raden, commissies, jury’s & beoordelingscommissies van de KNAW in 2014
32 33 35 41 44 47
1 INLEIDING 0B
De Jonge Akademie is een dynamisch, creatief en innovatief platform van jonge topwetenschappers met visie op wetenschap en wetenschapsbeleid. De Jonge Akademie organiseert inspirerende en uitdagende activiteiten voor verschillende doelgroepen op het gebied van wetenschapsbeleid, interdisciplinariteit en wetenschap en maatschappij. De Jonge Akademie is een platform dat naar een breed publiek een realistisch beeld van wetenschap uitdraagt als interessant, zinvol en uitdagend.
De Jonge Akademie is een uniek gezelschap, niet alleen vanwege de dynamiek en creativiteit die tot uitdrukking komen in haar activiteiten, maar ook vanwege haar evenwichtige samenstelling – De Jonge Akademie herbergt wetenschappers die actief zijn op alle terreinen van de wetenschap. Deze wetenschappers vinden in De Jonge Akademie een bijzonder forum om (interdisciplinaire) contacten te leggen, een kader waarbinnen zij hun wetenschappelijke ideeën naar de samenleving kunnen uitdragen, internationaal kunnen samenwerken en een raamwerk waarbinnen zij kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van het wetenschapsbeleid. Binnen dit algemene kader heeft De Jonge Akademie in 2014 een groot aantal activiteiten ontplooid. Zij heeft dit vooral gedaan vanuit het organisatorische raamwerk van de vier “tracés”: Inhoud & Interdisciplinariteit (I&I), Wetenschapsbeleid (WB), Wetenschap & Maatschappij (W&M) en Internationalisering (I). Hiernaast vonden er diverse activiteiten plaats via het Beurzenprogramma van De Jonge Akademie. Het jaar 2014 is voor De Jonge Akademie een actief jaar geweest, waarbij ten aanzien van wetenschapsbeleid het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) over onderzoek en de wetenschapsvisie van OCW centraal stonden. Hiernaast is onder andere het wetenschapsspel Moendoes uitgegeven in het Engels (Mundus), zodat het door andere landen kan worden vertaald. Ook is Gewetenschap uitgebracht, een theater- en discussieprogramma over wetenschappelijke integriteit.
Binnen de wetenschappelijke wereld is nu breed bekend wat De Jonge Akademie is en er wordt ook het een en ander van haar verwacht. Zo wordt zij regelmatig gevraagd om haar opinie en/of visie te geven op het gebied van wetenschapsbeleid en worden leden vaak benaderd voor het leveren van een bijdrage in de media of voor het geven van een presentatie. We brengen alle voor De Jonge Akademie relevante groepen zo goed mogelijk op de hoogte van onze activiteiten via mondeling contact, via de website, via bijeenkomsten of via sociale media (Twitter: rond de 4600 volgers, Facebook: rond de 600 deelnemers).
In dit jaarverslag geeft De Jonge Akademie aan op welke manier zij in 2014 uitdrukking heeft gegeven aan haar doelstellingen en welke activiteiten zij in dit kader heeft ontplooid. In hoofdstuk 2 is als eerste een algemene verslaglegging te vinden, waarin de belangrijkste activiteiten en gebeurtenissen worden besproken. In de hoofdstukken daarna (hoofdstukken 3 t/m 7) komen de activiteiten van de vier tracés Wetenschapsbeleid (WB), Wetenschap & Maatschappij (W&M) en Inhoud & Interdisciplinariteit (I&I), Internationalisering (I) en de verschillende commissies aan de orde. In hoofdstuk 8 staat de financiële verantwoording over het boekjaar 2014.
Jaarverslag De Jonge Akademie 2014
maart 2015
5 / 48
2 ALGEMEEN 1B
2.1
Doelstellingen van De Jonge Akademie De KNAW heeft in 2005 een genootschap opgericht voor jonge onderzoekers – De Jonge Akademie – waarbij de KNAW in het bijzonder de volgende vier doelstellingen nastreefde: 1. 2. 3. 4.
Jonge onderzoekers actief in aanraking brengen met vakgebieden buiten het eigen specialisme en met de mogelijkheden van interdisciplinair onderzoek. Jonge onderzoekers aanmoedigen visies te ontwikkelen en uit te dragen op de toekomst van het eigen vakgebied en de samenwerking met andere vakgebieden, evenals op het te voeren wetenschapsbeleid. Jonge onderzoekers stimuleren hun wetenschappelijke inzichten in de maatschappij uit te dragen. Jonge onderzoekers steunen in hun eigen ontwikkeling als wetenschapsbeoefenaar.
De Jonge Akademie heeft haar activiteiten nauw toegesneden op deze vier hoofddoelen.
• • • • •
De Jonge Akademie: brengt onderzoekers actief in aanraking met vakgebieden buiten het eigen specialisme, en stimuleert op deze manier interdisciplinair onderzoek. vraagt leden actief bij te dragen aan de toekomst van het eigen vakgebied en aangrenzende vakgebieden en visie te ontwikkelen op het te voeren wetenschapsbeleid. overlegt met en geeft advies op het gebied van wetenschapsbeleid aan wetenschappelijke organisaties en ministeries. draagt fascinatie voor wetenschap en wetenschappelijke inzichten uit naar samenleving en onderwijs, en heeft aandacht voor valorisatie in de breedste zin van het woord. heeft een beurzenprogramma om onderzoekers van De Jonge Akademie financieel te ondersteunen binnen de in het kader genoemde doelstellingen van De Jonge Akademie.
In 2014 zijn talrijke activiteiten en acties ondernomen om bovenstaande doelstellingen te realiseren. In paragraaf 2.2 geven wij een overzicht van de realisatie van de doelstellingen uit het werkplan 2013. In de paragrafen 2.2 – 2.7 gaan wij nader in op de organisatie en verschillende onderdelen van De Jonge Akademie, zoals de ledenvergadering en tracés. De verschillende activiteiten komen meer uitgebreid aan de orde in de hoofdstukken 3 tot en met 7.
2.2
Verwezenlijking van de doelstellingen in 2014
-
Er zijn verschillende doelstellingen voor 2014 geformuleerd in het werkplan van De Jonge Akademie, waar De Jonge Akademie zich op wilde richten:
Het vasthouden van het niveau van activiteiten bij het tracé Wetenschap en Maatschappij en het tracé Wetenschapsbeleid. De activiteiten zijn in 2014 bij beide tracés op niveau gebleven. Op het gebied van wetenschapsbeleid is veel aandacht gegaan naar het IBO en de wetenschapsvisie. Bij het tracé Wetenschap en Maatschappij zijn onder andere nieuwe lijnen uitgezet om in de
6 / 48
toekomst beter te kunnen bepalen op welke activiteiten dit tracé zich wil richten. Zie verder de hoofstukken 3 en 4. -
In 2014 wilde De Jonge Akademie de ‘inhoud’ meer centraal stellen en vanuit hier ideeën verder ontwikkelen. Het is het wetenschappelijke onderzoek waar leden van elkaar veel meer over willen weten, waarop zij elkaar willen vinden en waardoor zij geïnspireerd raken om nieuwe activiteiten op te zetten.
Hier zijn bij de ledenvergaderingen series korte lezingen voor opgezet. De eerste keer rondom uitdagingen in je onderzoek, de tweede keer in de vorm van duo-lezingen over verschillende onderwerpen en de derde keer over ervaringen met interdisciplinariteit. Hiernaast is er gewerkt aan het opzetten van een nieuw format, InterScience. Hierbij wil De Jonge Akademie toegankelijke lezingen houden over diverse onderwerpen, vanuit meerdere perspectieven. In samenwerking met de KNAW is in november 2014 het symposium over het Congres van Wenen georganiseerd. -
Alumnibeleid moet nog krachtiger worden ingevuld. We zijn op zoek naar manieren om de alumnileden van De Jonge Akademie te blijven ontmoeten en alumnileden op een passende wijze te betrekken bij De Jonge Akademie. Mogelijk is het centraal stellen van de inhoud, ook de manier om alumnileden blijvend te interesseren.
Het alumnibeleid is samen met de alumni en leden op papier gezet en er is in 2014 in NEMO een evenement georganiseerd door de generatie uittredende leden uit 2009, ‘Van Bus naar Bussemaker’. Ook zijn er duo-lezingen gehouden op het ledenweekend van alumnileden en leden. Verder zijn plannen voorbereid in 2014 om bij 10-jarige jubileum in 2015 gezamenlijk met de 10 generaties te vieren.
-
Het onderwerp internationalisering was eerder ondergebracht in een commissie. De Jonge Akademie wilde kijken of een apart vierde tracé zou kunnen worden opgericht. Op ledenvergaderingen zouden dan twee keer twee tracés parallel kunnen lopen. Het uitgangspunt is dat De Jonge Akademie vanuit een nationaal perspectief internationaal samenwerkt. Om het onderwerp internationalisering meer aandacht te geven is een nieuw tracé opgericht, internationalisering. Dit tracé heeft in 2014 vier keer vergaderd. Het tracé heeft al activiteiten ontplooid, waaronder het uitbrengen van Mundus en aandacht voor internationale samenwerking, maar moet nog een weg vinden naast de andere tracés, temeer omdat onderwerpen vaak ook op de agenda’s van de andere drie tracés kunnen worden geplaatst.
2.3
Ledenvergaderingen De Jonge Akademie heeft in 2014 vijf ledenvergaderingen gehouden. De vergaderingen vonden plaats op 4 februari, 26 maart (voorafgaand aan de installatiebijeenkomst), 23 en 24 mei (in Westelbeers bij Tilburg), 20 september (bij de Technische Universiteit Eindhoven) en 20 november 2014. De ledenvergaderingen van De Jonge Akademie bestaan steeds uit verschillende onderdelen. Zij hebben een plenair gedeelte om DJAbreed de strategie uit te zetten, inhoudelijke discussies te voeren en beslissingen te nemen. Daarnaast zijn er parallelle sessies voor de verschillende tracés. Ook zijn er waar mogelijk inhoudelijke lezingen, verzorgd door leden van De Jonge Akademie. Verder is er ruimte voor informele contacten, tijdens de borrel of de lunch. Na afloop van de ledenvergadering wordt een etentje georganiseerd. Op 4 februari 2014 zijn er op de ledenvergadering vier korte lezingen: de uitdaging binnen je onderzoek (Marijke Haverkorn, Claes de Vreese, Andrea Evers en Matthijs van Veelen). Hiernaast zijn er presentaties geweest rondom resultaten van het onderzoek naar de kwaliteit van promotietrajecten en arbeidsmarktvoorbereiding vanuit het Rathenau Instituut en PNN en rondom een Amendement Open Access van (Dirk Visser, Hoogleraar Intellectuele Eigendomsrecht).
Jaarverslag De Jonge Akademie 2014
maart 2015
7 / 48
De installatiebijeenkomst van 10 nieuwe leden vond plaats op 20 maart 2014. Hans Clevers, president van de KNAW, installeerde de tien nieuwe leden van De Jonge Akademie. Een voor een stelden zij zichzelf voor door middel van sprankelende en boeiende pitches. Jelle Reumer, hoogleraar paleontologie en directeur Natuurhistorisch Museum Rotterdam, droeg een onderhoudende column voor over het thema van de bijeenkomst: grenzen verleggen - de grenzeloze wetenschap. Traditiegetrouw kreeg de nieuwe lichting leden de opdracht een nieuwe activiteit voor De Jonge Akademie te bedenken. De kersverse lichting haakte actueel in op de nog te installeren Akademie van Kunsten en nodigden kunstenaars uit om samen na te denken over een project op het gebied van kunst en wetenschap, waarbij de ontmoeting centraal zal staan. Op 24 en 25 mei is een ledenweekend georganiseerd. Er zijn duo-lezingen gehouden door leden en alumni: maximaal 10 minuten per persoon (8 minuten lezing, 2 minuten vraagstelling). Juliëtte Walma van der Molen en Maarten Kleinhans gaven een lezing: Wetenschap en het basisonderwijs. Bé Breij en Lotte Jensen over Het uiten van verborgen kritiek: van klassieke retorica tot Nederlandse verzetsliteratuur. Maaike Kroon en Hilde Bras gaven gezamenlijk een lezing over scheiden vanuit de Scheikunde en vanuit de Sociologie. Yigal Pinto besprak de vraag: Hoe groot is de stap van ‘evidence based’ medicine naar een ‘evidence based’ society? En tot slot gaven Rens Vliegenthart en Christian Lange de lezing over Islam en de Nederlandse samenleving. Naast de duo-lezingen was er een eerste voorstelling/lezing van het theaterstuk Gewetenschap door theatergroep Pandemonia. ’s Avonds was er een diner met ongeveer 28 gasten uit wetenschap, politiek, beleid, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en de media over de publieke rol van wetenschap, rondom de onderwerpen: economie en democratie; accountability en transparantie; maatschappelijke vraagsturing; democratie en wetenschap. Op 25 mei was aansluitend de ledenvergadering, waarbij we onder andere Moendoes hebben gespeeld onder begeleiding van Tamara van Gog. In 2014 is de “ledenvergadering op locatie” op 20 september georganiseerd door de leden van de Technische Universiteit Eindhoven. We gingen van start met lezingen van de promovendi over onderzoek van Bettina Speckmann (informatica), gevolgd door een rondleiding (incl. proefjes over onderzoek van Maaike Kroon op het gebied van scheikundige technologie). Hierna is een lunch geweest met het College van Bestuur van de TU Eindhoven over carrièreperspectieven in de wetenschap met als discussievragen: Hoe behoud je talent voor Nederland? Moet er een talentenbeleid komen en zo ja, hoe moet dit eruit zien? Welk beleid moet er zijn rondom internationalisering in het onderwijs? Er is hierna een lezing geweest van Barend Vermeulen van het Rathenau Instituut: “Overvloed en onbehagen: onrust in de Nederlandse wetenschap” Op 20 november is de laatste ledenvergadering van het jaar gehouden met korte lezingen over ervaringen met interdisciplinariteit van Barbara Vis, Willem Schinkel, Andrea Evers, Antoine Buyse en Herman Paul. Na afloop is het feest ‘Spelen in NEMO’ geweest met een grote opkomst van alumni. 2.4
8 / 48
Tracés Binnen de tracés wordt het leeuwendeel van het werk verricht voor de verschillende thematische activiteiten waar De Jonge Akademie zich sterk voor maakt. De Jonge Akademie heeft vier interdisciplinair samengestelde tracés: Inhoud en Interdisciplinariteit (I&I); Wetenschapsbeleid (WB), Wetenschap en Maatschappij (W&M) en Internationalisering (I). Elk lid van De Jonge Akademie is actief in tenminste één tracé. Het is mogelijk om gedurende het lidmaatschap van DJA van tracé te wisselen.
De vier tracés waarbinnen activiteiten worden verricht, sluiten aan bij de hiervoor kort samengevatte doelstellingen van De Jonge Akademie (zie de inleiding van dit hoofdstuk). De activiteiten van de verschillende tracés zullen worden toegelicht in hoofdstuk 3, 4, 5 en 6.
De tracéindeling is voor De Jonge Akademie nog steeds de best mogelijke. Deze zorgt voor kruisbestuiving en biedt ook ruimte voor activiteiten die niet per se binnen één tracé vallen, zoals activiteiten op het gebied van onderwijs. Naast de tracés is er de mogelijkheid om in kleinere groepen activiteiten op te zetten, waarbij financiering aangevraagd kan worden via het DJA Beurzenprogramma.
2.5
Permanente en tijdelijke commissies De Jonge Akademie beschikte in 2014 over twee permanente commissies: de selectiecommissie die nieuwe leden uit de genomineerden selecteert (bestaande uit: voorzitter DJA (technisch voorzitter), twee leden van De Jonge Akademie en twee leden van de KNAW) en de DJA-Projectbeurscommissie. Voor activiteiten zoals Mundus, Kennis op Straat en Gewetenschap (theater rondom dilemma’s in de wetenschap), zijn steeds aparte projectwerkgroepen geweest.
De werkzaamheden van de DJA-Projectbeurscommissie en de selectiecommissie worden besproken in hoofdstuk 7. 2.6
Bestuur 2014 Binnen het bestuur zijn de voorzitter en vicevoorzitter verantwoordelijk voor coördinatie en algemene zaken. Hiernaast is de voorzitter ook technisch voorzitter van de selectiecommissie. De overige bestuursleden zijn aanspreekpunt voor een tracé en voor de andere permanente en tijdelijke commissies. Het DJA-bestuur legt verantwoording af aan de algemene ledenbijeenkomst van De Jonge Akademie en aan het KNAW-bestuur. Het bestuur is een faciliterend bestuur. Het gaat er vooral om de ideeën en activiteiten die vanuit de leden worden geïnitieerd in goede banen te leiden en te coördineren. Daarnaast is het bestuur het eerste aanspreekpunt voor externe partijen en voor de KNAW.
Het bestuur van De Jonge Akademie is in 2014 ongeveer één keer per maand bij elkaar gekomen. Daarnaast heeft het bestuur een aantal keren telefonisch vergaderd. Verder heeft het bestuur van De Jonge Akademie tweemaal per jaar vergaderd met de president en vicepresidenten van de KNAW en het hoofd van de afdeling Genootschap Koen Hilberdink. Hiernaast is er regelmatig overleg met Marja van der Putten als accountmanager voor de afdeling Communicatie van de KNAW en met Hugo van Bergen op het gebied van wetenschapsbeleid. Twee keer per jaar is er een overleg met de secretarissen van de raden van de KNAW van de afdeling Beleidsadviezen Wetenschap en Kennis (BWK).
Het bestuur heeft in 2014 contacten onderhouden met het Ministerie van OCW, NWO, VSNU, diverse Jonge Akademies, The Global Young Academy, diverse Colleges van Bestuur van universiteiten en een veelheid aan andere functionarissen en partijen. -
Het bestuur werd tot 1 april gevormd door: Jeroen Geurts (voorzitter, technisch voorzitter selectiecommissie, coördinatie en algemene zaken) Bé Breij (vicevoorzitter, DJA-Beurzencommissie, coördinatie en algemene zaken en tracé Inhoud en Interdisciplinariteit)
Jaarverslag De Jonge Akademie 2014
maart 2015
9 / 48
-
-
Gijs Wuite (tracé Wetenschapsbeleid) Appy Sluijs (tracé Wetenschap & Maatschappij) Roberta d’ Alessandro (tracé Internationalisering).
Na 1 april was de samenstelling van het bestuur: Jeroen Geurts (voorzitter, technisch voorzitter selectiecommissie, coördinatie en algemene zaken) Bé Breij (vicevoorzitter, DJA-Beurzencommissie, coördinatie en algemene zaken en tracé Inhoud en Interdisciplinariteit, alumnibeleid) Willem Schinkel (tracé Wetenschapsbeleid) Hilde Geurts (tracé Wetenschap & Maatschappij) Roberta d’ Alessandro (tracé Internationalisering).
Het bestuur, de commissies en de tracés met hun activiteiten zijn ondersteund door Iris Koopmans (beleidsmedewerker/secretaris), Jeffrey Muskiet (secretariële en organisatorische ondersteuning) en Rachel Basaur (DJA Beurzen). De afdeling Communicatie van de KNAW heeft De Jonge Akademie op het gebied van communicatie ondersteuning geboden, in het bijzonder in de persoon van Marja van der Putten. Ook andere afdelingen, waaronder Financiën en Bureau Directie Ondersteuning hebben specifieke ondersteuning aan De Jonge Akademie verleend, waaronder op juridisch gebied. 2.7
10 / 48
Organogram
3 TRACÉ WETENSCHAPSBELEID 2B
Een van de doelen van De Jonge Akademie is het aanmoedigen van jonge onderzoekers om “visies te ontwikkelen (…) op het te voeren wetenschapsbeleid”. De Jonge Akademie wil discussies over het nationale wetenschapsbeleid beïnvloeden door constructief te zijn. Zij zal steeds proberen om niet alleen met kritiek te komen, maar ook met verrassende en bruikbare oplossingen.
De Jonge Akademie wordt regelmatig gevraagd als formele of informele gesprekspartner of informant bij de bespreking van beleidsvoornemens of de voorbereiding van beleidsevaluaties. Hiernaast hebben leden van De Jonge Akademie het initiatief genomen om in gesprek te gaan met diverse partijen, waaronder het Ministerie van OCW, parlementariërs en medebelangen-behartigers, waaronder VSNU, WRR en PNN.
De Jonge Akademie heeft zich in 2014 intensief bezig gehouden met verschillende actuele discussies over wetenschapsbeleid. De wetenschapsvisie en het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) over wetenschappelijk onderzoek zijn de meest prominente onderwerpen geweest. De Jonge Akademie heeft zich verder waar mogelijk ingezet voor het project Parlement en Wetenschap, een project van de Tweede kamer, KNAW, NWO, VSNU en De Jonge Akademie, dat op 1 oktober structureel van start is gegaan. 3.1
Visie wetenschapsbeleid en IBO
-
-
-
Op 13 februari heeft De Jonge Akademie haar eigen visie op wetenschapsbeleid gepubliceerd. Hierin komt naar voren dat wetenschap diverse vormen van ‘waarde’ heeft, vele perspectieven biedt op de werkelijkheid en dat wetenschap grenzeloos en kleurrijk is. Er is geen enkel terrein in de samenleving dat niet beïnvloed wordt door wetenschap. Wetenschappers zijn zich er dan ook van bewust dat zij een grote verantwoordelijkheid hebben ten opzichte van de maatschappij. Van kennisinstellingen, met name universiteiten, wordt veel gevraagd: excellent onderwijs, onderzoek en kennisvalorisatie. Wetenschap moet in haar eigen kracht kunnen staan en op eigen merites worden beoordeeld. Deze hebben niet alleen betrekking op de intrinsieke waarden van wetenschap, maar ook op haar bijdrage aan de maatschappij. Ingegaan wordt op de onderwerpen: Zichtbaarheid. Wetenschappers moeten zichtbaar maken wat zij betekenen voor de samenleving en welke processen ten grondslag liggen aan de ontwikkeling van kennis en inzicht. Wie moet de vragen stellen? Er is vanuit de politiek een groeiende wens tot sturing in de keuze van onderwerpen en het stellen van prioriteiten voor de wetenschap. Dit is voor publiek gefinancierd onderzoek tot op zekere hoogte vanzelfsprekend. Maatschappelijke uitdagingen en vragen vormen vaak aanleiding tot wetenschappelijk onderzoek. Maar sturing kan leiden tot verlies aan breedte in vakgebieden, wat nadelige gevolgen heeft voor de kwaliteit van onderzoek en onderwijs op alle niveaus en voor innovatie op de langere termijn. Te strakke sturing heeft daardoor potentieel zeer nadelige gevolgen voor maatschappij en economie. Daarnaast mag sturing geen afbreuk doen aan de academische vrijheid. Sterke koppeling tussen onderwijs en onderzoek Ontwikkeling van talent, persoonlijke vorming en kennisvergaring staan in onderwijs centraal. Kwaliteit moet dan ook voorop staan. Inspirerende leeromgevingen (geen lesfabrieken) zijn nodig, en een diversiteit aan opleidingen, zodat iedere leerling en
Jaarverslag De Jonge Akademie 2014
maart 2015
11 / 48
-
-
-
-
-
12 / 48
student zijn of haar weg kan vinden. De kwaliteit van onderwijs is gebaat bij een sterke koppeling tussen onderzoek en onderwijs. Ook voor het primair en secundair onderwijs is een sterke koppeling tussen onderwijs en onderzoek belangrijk. Leerlingen en leraren moeten binnen hun opleiding onderzoek leren doen en zich een onderzoekende houding eigen maken. Zo worden nieuwsgierigheid en creativiteit gestimuleerd, evenals de vaardigheid om nieuwe kennis te vergaren. Wetenschapsfinanciering Gezien de ambitie van Nederland als kennissamenleving is een goede financiële basis voor alle vakgebieden en voor ongebonden, nieuwsgierigheidsgedreven onderzoek onontbeerlijk. Dit type onderzoek krijgt alleen op universiteiten en kennisinstellingen de ruimte. Het maakt universiteiten aantrekkelijk voor onderzoekers, studenten, bedrijven, maatschappelijke organisaties en het bredere publiek dat zich wil blijven bijscholen en informeren. Een goede balans tussen de eerste en de tweede geldstroom is noodzakelijk. Universiteiten bieden via de eerste geldstroom een stabiele en vruchtbare omgeving voor ongebonden, nieuwsgierigheidsgedreven en langjarig onderzoek binnen het hele wetenschappelijke spectrum. Loopbaanbeleid kennisinstellingen: veelzijdiger! In het huidige stelsel is het percentage medewerkers met tijdelijke contracten binnen bepaalde onderzoeksgebieden zo groot dat de stabiliteit van het onderzoek in gevaar komt en vele onderzoekers losse contracten op elkaar moeten stapelen. Om een levensvatbaar en aantrekkelijk onderzoeksklimaat te kunnen bieden aan (inter)nationaal talent moet het aandeel vaste staf in kennisinstellingen niet verder worden verkleind, maar juist worden vergroot. Universiteiten en andere kennisinstellingen moeten streven naar invoering van het loopbaanbeginsel. Zij moeten meer mogelijkheden krijgen om actief talentvolle wetenschappers te scouten en hun talentvolle wetenschappers een aantrekkelijk aanbod te kunnen doen. Academische loopbanen moeten pluriformer worden. Naast het model van de toponderzoeker moeten carrièrepaden worden geopend voor excellente prestaties op andere gebieden binnen het universitaire bestel, zoals onderwijs, wetenschapscommunicatie en bestuur en beleid. Interdisciplinariteit Door de complexiteit van wetenschappelijke en maatschappelijke uitdagingen neemt het belang van inter-, multi- en transdisciplinair onderzoek toe. Het wetenschapssysteem moet hier verder op worden ingericht, zo moet het onder andere gemakkelijker worden om voor een project vanuit meerdere disciplines aanvragen te doen bij NWO. Ook moeten er meer instrumenten van kennisuitwisseling komen waardoor onder andere best practices beter worden geborgd. Tegelijkertijd moet er ook ruimte blijven voor waardevolle monodisciplinariteit. Internationalisering Op het gebied van onderzoek, onderwijs en innovatie wordt de concurrentie groter, denk aan de te verwachten war for talent en de schaarste op het gebied van grondstoffen. Tegelijk liggen er ook kansen voor samenwerking. Verbondenheid met de samenleving op alle niveaus (regionaal, nationaal, Europees en mondiaal) is voor kennisinstellingen van steeds groter belang. Indicatoren en meetbaarheid Bij het werken met kwaliteitsindicatoren moet minder nadruk worden gelegd op kwantiteit en meer op kwaliteit, en moet rekening worden gehouden met de eigenheid van verschillende wetenschapsgebieden. Indicatoren op de terreinen van onderzoek, onderwijs en impact op de samenleving, zullen in hun onderlinge samenhang moeten worden bekeken. Hierbij moet worden aangetekend dat alle indicatoren eigen problemen en beperkingen met zich meebrengen. Wetenschap is immers niet te vatten in een set waterdichte indicatoren en is slechts in beperkte mate meetbaar en stuurbaar. Daarom is peer review op dit moment het beste instrument dat kan worden toegepast voor het beoordelen van kwaliteit.
3.2
Leden van De Jonge Akademie zijn meerdere malen uitgenodigd geweest om een bijdrage te leveren aan de wetenschapsvisie van OCW. De Jonge Akademie herkent diverse punten in de wetenschapsvisie, zoals te lezen is in de ‘Reactie van De Jonge Akademie op de Wetenschapsvisie 2025: Keuzes voor de toekomst’. In de wetenschapsvisie schetst het kabinet een welkome visie op het wetenschapsbeleid. De visie is responsief ten aanzien van de publieke discussie over wetenschap van de afgelopen jaren; discussies waar De Jonge Akademie zich actief in gemengd heeft. De visie schetst onder meer de vorming van een Nationale Wetenschapsagenda die vorm geeft aan het publiek belang van wetenschap. Naast bovenstaande reactie ten aanzien van de wetenschapsvisie heeft De Jonge Akademie in december 2014 de brief van de Spinozawinnaars ondersteund, waarin zorg uit werd gesproken over de reorganisatie bij NWO. Daarbij wordt er volgens hen ten onrechte van uitgegaan dat binnen NWO een verankering van kennis en expertise in verschillende wetenschappelijke deeldomeinen overbodig is. ‘Zowel voor de kwaliteit van het gezag van NWO alsook voor het draagvlak binnen de wetenschap in Nederland is het cruciaal dat erkende wetenschappers niet slechts een adviserende, maar veeleer een leidende rol spelen in het beleid van NWO.’ Stuurbaarheid van wetenschap & topsectoren
De Jonge Akademie publiceerde op 7 maart 2014 in de NRC het artikel Universiteit is beter dan Science Park. Wetenschap laat zich niet sturen door markt. De WRR heeft gelijk in haar rapport ‘Naar een lerende economie’: lerend vermogen is cruciaal voor onze economie. In dit artikel staat onder andere dat naast het ontluikende ‘regionale sciencepark’, de brede universiteit moet blijven. Deze is goed ingesteld op de veranderende economie. Dat verklaart mede het succes van de Nederlandse wetenschap. Een citaat uit dit artikel: “Nieuwe kennis ontstaat niet als gevolg van economische vraag, terwijl economische meerwaarde daarentegen wel ontstaat uit vrij gegenereerde kennis. Wie geld wil verdienen moet universiteiten vooral niet geforceerd aan bedrijven verbinden. Bedrijven profiteren alleen van spontane kennisproductie wanneer die spontaniteit niet bij voorbaat door economische kennisdoelen beperkt wordt.” In de marktgerichte benadering dreigen ook disciplines onder te sneeuwen die in de economie minder centraal staan, zoals in de geesteswetenschappen.
3.3
Op 6 juni 2014 heeft De Jonge Akademie in ScienceGuide een artikel geschreven dat betoogt dat de topsectoren in de huidige vorm niet te handhaven zijn in aanloop van het debat in de Kamer, Topsectoren zijn verzuild. De topsectoren zijn te verzuild en ze spreken een bijzonder klein deel van het wetenschappelijk potentieel aan. Bovendien beperken de topsectoren zich tot innovaties in economisch rendabele sectoren. De oplossing is simpel: ent de topsectoren op de grote maatschappelijke vraagstukken van deze tijd, verbind ze met elkaar en maak ze vraaggestuurd. What is Scientific Quality?
De Jonge Akademie wil het debat over wetenschap verrijken met een substantiële reflectie op de vraag wat kwaliteit van wetenschap is. In 2014 is er veel discussie geweest over kwaliteit van wetenschap in het wetenschapsbeleid, onder andere ook in relatie tot de wetenschapsvisie van OCW en via Science in Transition. Op 11 december heeft Steve Woolgar (Oxford en Linnköping University) zijn visie gegeven over wat kwaliteit van wetenschap is, gevolgd door een plenaire discussie. Steve Woolgar heeft naar aanleiding van dit Jaarverslag De Jonge Akademie 2014
maart 2015
13 / 48
symposium ook een artikel gepubliceerd over dit onderwerp in de Volkskrant, De onderzoekersonderzoeker.
3.4
Overige activiteiten Amendement Open Access De Jonge Akademie wil het beschikbaar stellen van de wetenschappelijke publicaties in de vorm van Open Access stimuleren. Zij heeft als overtuiging dat publiek gefinancierd onderzoek vrij toegankelijk moet zijn voor het publiek, de samenleving. De leden van De Jonge Akademie hebben daarom hun steun uitgesproken voor het amendement bij het Wetsvoorstel auteurscontractenrecht d.d. 10 januari 2014 (Kamerstukken II 2013-2014, 33 308, nr. 8). Zij willen hiermee het beschikbaar stellen van wetenschappelijk werk in de vorm van open access faciliteren in de Auteurswet.
Parlement en Wetenschap De Tweede Kamer en de wetenschapsorganisaties KNAW, De Jonge Akademie, NWO en VSNU hebben besloten om de ‘pilot Parlement en Wetenschap’ om te zetten in een structurele samenwerking. Wat drie jaar geleden begon als proefproject, wordt nu voor onbepaalde tijd voortgezet. De Kamer wil door de samenwerking haar kennispositie versterken; de wetenschapsorganisaties willen met wetenschappelijke kennis bijdragen aan het parlementaire proces. De pilot Parlement en Wetenschap liep van november 2011 tot juli 2014 binnen het werkgebied van de vaste Kamercommissies voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid en voor Infrastructuur en Milieu. Na een evaluatie is besloten dat vanaf 1 oktober 2014 alle Kamercommissies gebruik kunnen maken van drie instrumenten: de ontbijtbijeenkomst, de wetenschappelijke factsheet en de netwerkverkenning. Een ontbijtbijeenkomst biedt de mogelijkheid om op informele wijze met wetenschappers van gedachten te wisselen over een thema. Een wetenschappelijke factsheet is een weergave van de wetenschappelijke stand van zaken op een beleids- of kennisterrein. De netwerkverkenning is een document dat de Kamer snel een overzicht geeft van wetenschappers, onderzoeksgroepen en onderzoeksinstituten met expertise op een specifiek gebied, bijvoorbeeld ter voorbereiding op een rondetafelgesprek.
14 / 48
4 TRACÉ WETENSCHAP & MAATSCHAPPIJ 3B
Een van de doelstellingen van DJA is jonge onderzoekers te stimuleren hun wetenschappelijke inzichten in de maatschappij uit te dragen. Een belangrijke doelstelling van De Jonge Akademie is om wetenschap uit te dragen naar een breed publiek als interessant, zinvol en uitdagend “mensenwerk”.
In 2014 heeft De Jonge Akademie deze doelstelling gerealiseerd via verschillende activiteiten. Als eerste is nagedacht over de strategie van dit tracé (4.1). Hiernaast is in 2014 het project Kennis op Straat voortgezet (4.2). Het is een website om het aanvragen van korte inhoudelijke publiekslezingen mogelijk te maken. Lezingen die niet alleen een inhoudelijk thema willen overbrengen, maar ook de onderzoekende houding die aan wetenschap eigen is: de verwondering tastbaar maken. Het project om video’s te maken waarin onderzoek op een toegankelijke wijze wordt gepresenteerd, is opnieuw opgestart (4.3). De website van het project Faces of Science werd gelanceerd (4.4). De Jonge Akademie heeft voorts diverse publiekslezingen en mediapresentaties verzorgd (4.5).
4.1
Strategie van het tracé Wetenschap en Maatschappij De Jonge Akademie doet veel aan outreach, maar dit is soms nogal versnipperd. Dit komt doordat er veel verzoeken van buiten binnenkomen voor mediaoptredens en voor samenwerking. Hoe kies je waar je wel of niet aan meedoet, wat worden de criteria van De Jonge Akademie om mee te doen aan activiteiten van derden of om eigen activiteiten op te zetten? Een van de krachten van DJA is de mogelijkheid vanuit en samen met onderzoekers uit verschillende disciplines activiteiten te ontplooien. Graag zouden we deze kracht verder willen benutten door de leden meer gezamenlijk te laten optrekken, waarbij het ook gaat om aan het publiek het wetenschapsproces te laten zien. De meerwaarde van De Jonge Akademie is juist dat een divers palet van disciplines vertegenwoordigd is. De leden van Jonge Akademie communiceren over deze disciplines met elkaar. Maar wat verbindt al deze verschillende wetenschappers? Het zou goed zijn om te laten zien waar deze verbindingen liggen. De Jonge Akademie wil activiteiten ontplooien die de ze interconnectiviteit weergeven.
Vanuit het tracé Wetenschap en Maatschappij willen leden zich richten op: - De dialoog met het publiek, waarbij we ook de nog niet bereikte groepen willen benaderen; - Interconnectiviteit, wat verbindt de verschillende leden uit diverse vakgebieden en hoe ontwikkelen we vanuit deze gedachte inspirerende activiteiten. 4.2
Kennis op Straat Bij het initiatief Kennis op Straat van De Jonge Akademie verzorgen wetenschappers korte publiekslezingen. Met deze lezingen willen we niet alleen een inhoudelijk thema overbrengen, maar ook de onderzoekende houding die wetenschap eigen is; de verwondering tastbaar maken. We willen laten zien hoe wetenschap werkt en hoe kennis wordt verworven. Met dit project willen we nieuwe inzichten uit diverse
Jaarverslag De Jonge Akademie 2014
maart 2015
15 / 48
vakgebieden delen met het publiek; van dode taal tot levende hersenen, van nanodeeltje tot supernova. Klik hier voor een korte impressie.
De pilot voor Kennis op Straat is goed verlopen en het project is daarom voortgezet. Het project wint langzaam aan bekendheid, maar deze bekendheid kan nog worden vergroot. Het aanbod van lezingen is op dit moment groot genoeg. Gedacht wordt aan het verbreden van het aanbod naar duo-lezingen bij Kennis op Straat om de interconnectiviteit te vergroten. 4.3
Toegankelijke video’s over onderzoek Een project vanuit 2010 is opnieuw leven ingeblazen, het uitbrengen van korte bondige video’s over het onderzoek van leden van De Jonge Akademie op internet. In samenwerking met FastFacts zijn vanaf 26 november korte toegankelijke filmpjes over het onderzoek van leden van De Jonge Akademie uitgebracht. Voed je brein met de inzichten vanuit onderzoek van zes leden van De Jonge Akademie: de ongezonde invloed van dokter Google; magneetvelden als onzichtbare lijm van de Melkweg; exit economische ongelijkheid; de geschiedenis van de ideale Nederlander; beter leven met autisme en baby’s uit het lab. Belangrijkste doel is het slaan van een brug naar de samenleving, door wetenschap op een aantrekkelijke wijze te presenteren.
4.4
4.5
De filmpjes worden naast presentatie op de website van De Jonge Akademie, ook aangekondigd via De Volkskrant en gepresenteerd op de website van de Volkskrant (volkskrant.nl/akademie). De doelgroep is breed, van journalist, beleidsmedewerker, bedrijfsleven, tot student of patiënt. De video’s zijn bereikbaar en begrijpelijk voor iedereen via veel verschillende websites. Het project komt de zichtbaarheid van de wetenschapper, maar ook de zichtbaarheid en naamsbekendheid van De Jonge Akademie, ten goede. Naar de meeste video’s wordt door meer dan 2000 mensen gekeken. Het project wordt gefinancierd via de beurzenprogramma’s van De Jonge Akademie. Faces of Science
Jonge onderzoekers geven een inkijkje in hun leven en de wetenschap aan de hand van filmpjes, blogs, artikelen en meer. Doel is jonge wetenschappers in de schijnwerpers te zetten en te laten zien wat het leven als wetenschapper inhoudt, vooral aan jongeren die staan voor een studiekeuze, maar ook aan ieder ander die daarin geïnteresseerd is. Faces of Science in een project van KNAW, De Jonge Akademie en Kennislink in samenwerking met Fastfacts, gefinancierd door de wetenschappelijke auteurs van Elsevier, ondersteund door Lira Auteursfonds Reprorecht. De selectie van de leden van Faces of Science verloopt via de leden van de KNAW en De Jonge Akademie. Radio op Woensdag
Er is in 2014 gestart met een vaste samenwerking met Radio1 EenVandaag, wetenschap op woensdag. Elke woensdag is er bij Radio1 een onderzoeker van de Jonge Akademie op bezoek om te vertellen over opmerkelijk wetenschappelijke nieuws uit laboratorium en universiteit. 16 / 48
4.6
Deelname diverse publieksbijeenkomsten en bijdragen in de media Via aanwezigheid in de media, maar ook via deelname aan grote en kleine publieksbijeenkomsten wil De Jonge Akademie een groter algemeen publiek bereiken. In 2014 hebben de leden van De Jonge Akademie diverse lezingen gegeven bij o.a. de verschillende Science Cafés in het land, Paradiso, Spui25, maar ook op diverse middelbare scholen en congressen voor leraren. Ook is De Jonge Akademie aanwezig geweest bij festivals. Dit jaar in samenwerking met de KNAW bij De Nacht van Kunst en Wetenschap in Groningen op 24 mei. Bij Extrema Outdoor in Eindhoven (12 juni) en bij de Wereldhavendagen (5, 6,7 september) in Rotterdam waren we aanwezig met een experiment rondom DNA en kiwi’s. In de media zijn er bijdragen geweest van leden van De Jonge Akademie aan onder andere Pauw & Witteman, NOS Journaal, Jinek op Zondag, Buitenhof, Nieuwsuur, De wereld Draait Door, Hoe?Zo! Radio, NRC Handelsblad en diverse universiteitsbladen.
Hiernaast is er een vaste special over De Jonge Akademie wetenschapsblog Sciencepalooza, De Jonge Akademie over de knie. Ook loopt met New Scientist een interviewserie waarin onderzoekers van De Jonge Akademie en De Jonge Academie in België zich presenteren.
Jaarverslag De Jonge Akademie 2014
maart 2015
17 / 48
5 TRACÉ INHOUD & INTERDISCIPLINARITEIT 4B
Het tracé Inhoud en Interdisciplinariteit is een platform voor inhoudelijke uitwisseling en samenwerking. Een van de centrale doelen van DJA is om jonge onderzoekers actief in aanraking te brengen met vakgebieden buiten hun eigen specialisme en met de mogelijkheden van interdisciplinair onderzoek. Maatschappelijke én wetenschappelijke vraagstukken vragen tenslotte om interdisciplinaire verbinding van kennis en inzichten en om samenwerking tussen wetenschappers uit uiteenlopende vakgebieden. Daarom buigt het tracé zich over interdisciplinaire thema’s die vragen om wetenschappelijke reflectie en maatschappelijke vragen die interdisciplinaire input behoeven. 5.1
Hierbij wordt ingegaan op de activiteiten in 2014.
Gewetenschap: theater- en discussieprogramma
Gewetenschap is het resultaat van het projectvoorstel van De Jonge Akademie generatie 2013. Met Gewetenschap wil De Jonge Akademie het maatschappelijke debat over wetenschappelijke integriteit verschuiven van de krantenkolommen naar de alledaagse praktijk van onderzoekers. En vooral diezelfde onderzoekers ertoe aanzetten van gedachten te wisselen over de problemen, dilemma’s en verleidingen waar wetenschappers mee te maken kunnen krijgen. Het script is geschreven door Tony Maples op basis van interviews onder alle leden van De Jonge Akademie en uitgevoerd door Pandemonia Science Theater. Het theaterstuk van een half uur dient als aanzet tot een discussie daarna van ruim een uur. Met Gewetenschap wil De Jonge Akademie bijdragen aan een klimaat waarin wetenschappers en beleidmakers elkaar scherp houden op integer wetenschappelijk gedrag, zoals omschreven in de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening (VSNU). In 2014 zijn er succesvolle voorstellingen geweest op de Universiteit van Amsterdam, Universiteit van Tilburg, Radboud Universiteit Nijmegen (twee voorstellingen), Universiteit Leiden en Rijksuniversiteit Groningen. 5.2
Symposium over het Congres van Wenen 1815: de geboorte van een Europese Veiligheidscultuur De KNAW en De Jonge Akademie organiseerden een conferentie over het Congres van Wenen van 5 tot en met 7 november 2014. Het programma bestond uit een publieksbijeenkomst op de avond van 5 november in het Nationaal Archief in Den Haag en een tweedaags Congres in het Trippenhuis in Amsterdam. Vele onderzoekers hebben acte de présence gegeven en discussieerden over het Congres, de bijbehorende nieuwe diplomatieke cultuur, de herschikking van internationale allianties en de culturele nalatenschap hiervan. Het Congres van Wenen, dat een einde maakte aan de langdurige Napoleontische oorlogen, vormt een mijlpaal in de Europese geschiedenis. Bij deze enerverende gelegenheid creëerden de Europese mogendheden de randvoorwaarden voor de bescherming van de ‘status quo’ en de regulering van internationale conflicten door middel van een nieuw ‘politiek evenwicht’ – aldus het overheersende beeld in de vakliteratuur.
18 / 48
5.3
Het Congres markeerde echter ook het ontstaan van een nieuwe ‘Pax Europeana’, in het kader waarvan gemeenschappelijke Europese belangen gezamenlijk moesten worden verdedigd. De bijeenkomsten, die van september 1814 tot juni 1815 duurden, leverden een nieuwe orde van professionele diplomaten, informele werkwijzen en multilaterale samenwerkingen op. Er ontstond een compleet nieuwe cultuur van conflictbeheersing en -bemiddeling. Anders dan de vredesverdragen die in de decennia en eeuwen daarvoor werden gesloten, leidde deze Pax Europeana tot een reeks concrete multilaterale en zelfs echt internationale vredesprojecten die een duidelijke institutionele invulling kregen. Publicatie Interdisciplinair Onderzoek
Centraal bij dit onderwerp interdisciplinair onderzoek staat wat interdisciplinariteit binnen verschillende vakgebieden betekent en hoe je interdisciplinariteit in onderzoek en onderwijs organiseert in de praktijk. In 2014 hebben wij gewerkt aan de voorbereidingen om hierover een handboek uit te geven met ervaringen en praktische adviezen. Er zijn hiervoor onder andere diverse interviews gehouden met leden. We willen hierover in gesprek gaan met relevante organisaties, zoals NWO. 5.4
5.5
Interscience In 2014 zijn de voorbereidingen geweest voor Interscience. De Jonge Akademie organiseert een serie symposia waarbij een onderwerp vanuit verschillende disciplines wordt belicht. Tijdens de bijeenkomsten geven alfa-, bèta- en gammawetenschappers én kunstenaars hun visie op een actueel thema. De symposia hebben als doel om de meerwaarde van een interdisciplinaire benadering te laten zien. Het thema van de eerste bijeenkomst op 24 maart 2015 is: Conflict en oplossingen. Korte lezingen op ledenbijeenkomsten
Er zijn op drie ledenbijeenkomsten series van korte lezingen gegeven om inhoudelijke uitwisseling tussen leden te stimuleren. De eerste ging over uitdagingen in je onderzoek, de tweede serie was in de vorm van duo-lezingen op het ledenweekend van De Jonge Akademie en de derde had als onderwerp ervaringen rondom interdisciplinariteit. 5.6
Samenwerking met de KNAW Leden en alumni van De Jonge Akademie nemen verder deel in diverse commissies en jury’s van prijzen van de KNAW, waaronder de verschillende raden, de Commissie voor Basis- en Voortgezet Onderwijs, de Onderwijsprijs en de Heinekenprijzen, zie bijlage 9 voor een uitgebreid overzicht.
Hiernaast hebben leden van De Jonge Akademie actief deelgenomen aan diverse KNAW activiteiten, waaronder de dispuutsavonden en het verzorgen van presentaties op diverse KNAW bijeenkomsten, zoals mini symposia.
Jaarverslag De Jonge Akademie 2014
maart 2015
19 / 48
6 TRACḖ INTERNATIONALISERING In september 2013 is besloten om een tracé internationalisering op te richten. In november 2013 is dit tracé voor de eerste keer bijeengekomen op de ledenbijeenkomst. In 2014 heeft het tracé geprobeerd zijn weg te vinden en zijn eerste activiteiten ontplooid.
-
Het tracé heeft als doelstelling De Jonge Akademie een internationaal gezicht te geven. Hierbij zijn onder andere de volgende activiteiten relevant: het ontwikkelen van een wereldwijd netwerk van jonge wetenschappers (al dan niet via andere Jonge Akademies); het ontwikkelen van gezamenlijke projecten met internationale wetenschappers; het ontwikkelen van een grotere internationale lobby, waarmee ook bijvoorbeeld de Europese Unie of de Verenigde Naties kunnen worden benaderd.
Activiteiten in 2014 waren het organiseren van een internationale prijsvraag rondom Europa, tezamen met zeven andere jonge akademies. Hiernaast is de internationale uitgave van Moendoes uitgebracht, Mundus, en zijn er internationale bijeenkomsten bijgewoond. Ook zijn in 2014 de voorbereidingen getroffen voor een column die in 2015 voor het eerst verschijnt in samenwerking met Science Palooza. Wetenschappers met een buitenlandse achtergrond en Nederlandse wetenschappers in het buitenland kunnen als beste beschrijven hoe het is om in Nederland onderzoek te doen in vergelijking tot andere landen en vice versa. Waarin is Nederland bijzonder en waar loop je zoal tegenaan? Wat zijn de voordelen van het Nederlandse wetenschapssysteem en wat is in andere landen beter? Het zal een reeks met persoonlijke columns worden over ervaringen en overwegingen over de grenzen heen.
6.1
Who gets carried away by Europe? Een prijsvraag van Europa’s Jonge Academies Europa verenigt en verdeelt. Het doet ons dromen, maar trekt ook grenzen die ons leven beïnvloeden. Wat is de dynamiek van Europese integratie? Wie laat zich meeslepen door Europa en wie brengt het in verwarring? Leidt Europese integratie tot een echte gemeenschap, of juist tot uitsluiting?
Met bovengenoemde prijsvraag willen de Jonge Academies van een aantal Europese landen (Jonge Academie (Vlaanderen/België), Det Unge Akademi (Denemarken), Die Junge Akademie (Duitsland), De Jonge Akademie (Nederland), Akademia Młodych Uczonych (Polen), The RSE Young Academy of Scotland (Schotland/Verenigd Koninkrijk) en Sveriges Unga Akademi (Zweden), de dynamiek van Europa doorgronden: de doelen en processen die Europa voortstuwen en de mensen die dat raakt. Inzendingen mochten allerlei vormen aannemen, van academisch tot literair of kunstzinnig, en van print tot audiovisuele of muzikale bijdragen, als ze maar voorzien zijn van een tekstuele toelichting. Inzendingen waren welkom in het Nederlands, Deens, Engels, Frans, Duits, Italiaans, Pools, Spaans en Zweeds met als deadline 1 december 2014. Er is hiervoor een speciale website ontwikkeld www.AQuestionforEurope.eu. In 2015 worden de pirjswinnaars door een internationale jury, met daarin ook een vertegenwoordiging van De Jonge Akademie, geselecteerd en bekend gemaakt.
20 / 48
6.2
Expedition Mundus In 2014 is de Engelse vertaling van Expeditie Moendoes uitgebracht om het spel beschikbaar te stellen voor vertalingen en verspreiding in andere landen en talen, met als titel Expedition Mundus. Hiervoor is zowel de middelbare als lagere schoolversie vertaald. De Jonge Akademie en De Praktijk bezitten hierbij gezamenlijk auteursrecht. Er is een richtlijn ontwikkeld voor vertaling en uitbreiding van het spel en er wordt met standaardcontracten voor een licentie gewerkt. Ook is er een richtlijn voor vertalers opgezet. Expeditie Moendoes is een spel waarbij leerlingen spelenderwijs kennis maken met het doen van wetenschappelijk onderzoek. Het spel laat zien dat het in de wetenschap niet gaat om ‘heel veel weten’, maar juist om nieuwsgierigheid, creativiteit en logisch redeneren. Dat maakt Expeditie Moendoes uitermate geschikt als startpunt voor onderzoekend leren. De oorspronkelijke variant van het spel was bedoeld voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs, maar Expeditie Moendoes is sinds 2013 ook beschikbaar voor het primair onderwijs (vanaf groep 5). Het spel begint met een verhaal over drie wetenschappers die op de planeet Moendoes terechtkomen en daar kennismaken met de bewoners. Vervolgens gaan de leerlingen zelf aan de slag en proberen zij aan de hand van plaatjes, teksten en andere bronnen allerlei vragen over Moendoes te beantwoorden. Een ontdekkingsreis in de klas dus. De wetenschappers gaan op onderzoek uit: hoe zit het hier met de zwaartekracht, en met de seizoenen? Zijn de lokale dieren gevaarlijk? Hoe zit de taal van de bewoners in elkaar? En wat betekenen die gele driehoekjes? Expeditie Moendoes is een spannend spel met opdrachtkaartjes, waarin leerlingen een onbekende planeet in kaart brengen. Ze moeten daarvoor informatie verzamelen, gegevens uitwisselen en conclusies publiceren: kortom, te werk gaan als een team wetenschappers.
6.3
Bijwonen internationale bijeenkomsten Science Literacy: Science Communication and Science Outreach' 12 - 13 juni 2014 in Seoul, Korea Roberta d’Alessandro heeft voor de KAST/ASM/IAP een lezing gegeven over Mundus, Kennis op Straat en andere projecten op het gebied van Wetenschapscommunicatie bij de 'Science Literacy: Science Communication and Science Outreach' tijdens de bijeenkomst in juni 2014 in Seoul, Korea. Deze KAST-ASM-IAP International Workshop is georganiseerd door the Korean Academy of Science and Technology (KAST) and the Academy of Sciences Malaysia (ASM) en ondersteund door IAP – the global network of science academies, the Association of Academie, Societies of Sciences in Asia (AASSA) en de International Science, Technology en Innovation Centre (ISTIC) for South-South Cooperation onder auspiciën van de UNESCO. Bijeenkomst European Young Academy in Barcelona Tine De Moor is naar de jaarlijkse bijeenkomst geweest op 15 juli van de Young Academy of Europe met als onderwerp de rol van Jonge Akademies in Europa, waarover zij een lezing heeft gegeven. Andere deelnemers waren, Die Junge Akademie, The Global Young Academy en De Zweedse Jonge Akademie, zie ook http://www.yacadeuro.org/annual_meeting/2014.htm.
Bijeenkomst Europese Jonge Akademies in Berlijn, 30 en 31 oktober Bettina Speckmann en Iris Koopmans hebben De Jonge Akademie in oktober vertegenwoordigd bij een bijeenkomst van Europese Jonge Akademies in Berlijn. Het doel was het opzetten van een goede basis voor toekomstige uitwisseling en samenwerking. Jaarverslag De Jonge Akademie 2014
maart 2015
21 / 48
Er waren leden en managers directors/beleidsmedewerkers van zes Europese Jonge Akademies aanwezig op uitnodiging van Die Junge Akademie: België, Denemarken, Schotland, Zweden, Polen en Nederland. De eerste dag zijn korte presentaties gehouden over de verschillende Jonge Akademies. De tweede dag is gesproken over alle verschillende projecten en hoe andere Jonge Akademies hierbij kunnen aansluiten, alsook over Europese projecten en Europees wetenschapsbeleid.
22 / 48
7 COMMISSIES VAN DE JONGE AKADEMIE
7.1
Er zijn twee permanente commissies actief binnen DJA: de DJA Projectbeurscommissie en de Selectiecommissie. In dit hoofdstuk volgt een kort overzicht van de activiteiten binnen deze twee commissies. De Jonge Akademie Projectbeurscommissie
Een belangrijke doelstelling van De Jonge Akademie is om de eigen ontwikkeling van de leden als wetenschappers te stimuleren. Naast de hierboven genoemde en hierna nog te bespreken activiteiten gebruikt De Jonge Akademie ook DJA-projectbeurzen om deze doelstelling te bereiken. De hoofddoelstelling van DJA projectbeurzen is om het voor leden van De Jonge Akademie mogelijk te maken om in onderlinge samenwerking plannen en ideeën uit te werken die passen binnen de doelstellingen van DJA, zoals deze naar voren zijn gebracht in het missiestatement van DJA (zie inleiding hoofdstuk 2). Plannen van de leden van De Jonge Akademie waarbij één of meer van de DJA-doelen gerealiseerd worden, kunnen voor financiering in aanmerking komen. Het project of de activiteit hoeft niet voor alle leden van De Jonge Akademie relevant te zijn (en is daarmee dus anders dan projecten gefinancierd uit algemene middelen van De Jonge Akademie). Het DJA-projectbeurssysteem bevat ook de mogelijkheid voor individuele leden om een individuele beurs aan te vragen. Deze beurzen hebben tot doel onderzoekers te steunen in hun eigen ontwikkeling als wetenschapsbeoefenaar, bijvoorbeeld om een buitenlands symposium te bezoeken of een gastdocentschap in het buitenland te vervullen.
De DJA Projectbeurscommissie is verantwoordelijk voor het toekennen van een gelimiteerd aantal beurzen (budget 100.000 € per jaar). In 2014 zijn twee rondes gehouden. In mei is € 125.183,55 aangevraagd en € 51.052 toegekend. In november is € 50.320 aangevraagd en toegekend.
In het jaarverslag worden de toegekende projecten binnen het DJA projectbeursprogramma over de afgelopen drie jaar beschreven: 2014 (bijlage 6), 2013 (bijlage 7) en 2012 (bijlage 8).
7.2
Leden DJA Projectbeurscommissie: Bé Breij (voorzitter en bestuursverantwoordelijke), Bettina Speckmann, Frank van Tubergen, Joris Dik en Dolf Weijers.
Selectiecommissie
De Selectiecommissie De Jonge Akademie bestaat uit vier leden, twee leden afkomstig uit DJA en twee leden afkomstig uit de KNAW (afdelingen natuurkunde en letterkunde). De selectiecommissie wordt voorgezeten door een technisch voorzitter. Dit voorzitterschap wordt ingevuld door de voorzitter van De Jonge Akademie. Selectiecommissie selecteert ieder jaar tien nieuwe leden voor De Jonge Akademie.
In 2014 zijn er in totaal 83 kandidaten voorgedragen, waarvan 50 man en 33 vrouw. Er zijn 20 kandidaten op gesprek geweest (7 vrouwen en 13 mannen). Van de gekozen tien kandidaten zijn er 5 vrouw en 5 man. Tijdens de eerste selectieronde is een aantal criteria gehanteerd voor de beoordeling, zoals opgenomen in het Reglement Selectie De Jonge Akademie: Jaarverslag De Jonge Akademie 2014
maart 2015
23 / 48
• • • • • • • • • •
Kwaliteit publicaties blijkend uit tijdschriften, impactscore of uitgever Externe waardering blijkend uit invited lectures Externe waardering blijkend uit prijzen, NWO-subsidies, KNAW-fellowhips etc. Vernieuwendheid en belang van het onderzoek Wetenschappelijke zelfstandigheid, ontwikkeling eigen onderzoekslijn Verbreding wetenschappelijke ideeën na promotie, niet beperkt tot één onderwerp Internationale oriëntatie -> weggeweest tijdens of na promotie Interdisciplinariteit (bewust) Outreach (spin off, bedrijfjes, populariseringactiviteiten) Bestuursactiviteiten
Op basis van deze beoordelingsronde zijn twintig kandidaten uitgenodigd voor een gesprek met de selectiecommissie. In de gespreksronde werd nadrukkelijk rekening gehouden met aspecten die specifiek voor De Jonge Akademie van belang zijn: een aanstekelijke fascinatie en passie voor wetenschappelijk onderzoek en daarover goed kunnen praten; actief willen zijn voor De Jonge Akademie en daarvoor interessante ideeën hebben; enthousiasme tonen voor onderwerpen als wetenschapsbeleid, wetenschap en maatschappij, interdisciplinaire samenwerking en internationalisering.
Na de twintig gesprekken zijn er op basis van verdere discussie en speciale aandacht voor evenredige verdeling tussen mannen en vrouwen en verdeling over de wetenschapsgebieden, tien kandidaten geselecteerd om lid te worden. In bijlage 3 wordt een overzicht gegeven van de in 2014 geselecteerde leden van De Jonge Akademie voor 2015.
Leden selectiecommissie kandidaten 2014: Jeroen Geurts (technisch voorzitter), Erik Kwakkel (De Jonge Akademie), Irene Tieleman (De Jonge Akademie), Antal van den Bosch (KNAW, afd. letterkunde), Cisca Wijmenga (KNAW, afd. natuurkunde). Evaluatie selectiecommissie 2014 De selectiecommissie stelt na evaluatie van de procedure voor om in het reglement een regel op te nemen dat een kandidaat maximaal voor twee selectierondes kan worden voorgedragen. De ledenvergadering heeft ingestemd met dit voorstel.
24 / 48
8 FINANCIËLE VERANTWOORDING
De KNAW-bijdrage voor De Jonge Akademie is in 2014 € 267.000. Deze bijdrage is door De Jonge Akademie begroot; de realisatie bedroeg € 184.077.
Ten aanzien van de post symposia/workshops is te zien dat kosten lager zijn uitgevallen (28.836 Euro) dan begroot (41.700 Euro). Publicatiekosten zijn in 2014 veel hoger uitgevallen (29.076 Euro) dan was gebudgetteerd (22.000 Euro). De reiskosten (6914 Euro) zijn lager uitgevallen dan begroot (11.000 Euro). Met de nieuwe werkwijze op het gebied van reiskosten zijn minder declaraties ingediend. Vergoedingen voor bestuursleden voor De Jonge Akademie sinds 2013 een nieuwe post, eerst waren de vergoedingen elders in de KNAW-begroting ondergebracht. De overige kosten via financiële administratie (salariskosten) en accountantskosten zijn in rekening gebracht voor de afronding van het project Moendoes Primair Onderwijs.
In de post congressubsidie zijn de standaardbeurzen en DJA beurzen van De Jonge Akademie opgenomen. Er zijn DJA beurzen aangevraagd in de eerste ronde voor 51.052 Euro en in tweede ronde voor 50.320 Euro. Ook zijn de reserveringen gemaakt voor de standaardbeurzen voor 2014. Er is echter rond de 70.000 Euro vanuit de standaardbeurzen aan financiering terug geboekt, deze financiering is niet benut in eerdere jaren. Rekening
Ov. person. kst. via financiële adm. Publicatiekosten Ov. beheerskosten
Realisatie Werkelijk incl. Reserveringen periode 1-12
Jaarbudget
0
8151
22000
29076
4400
348
Symposia/workshops
41700
28836
Reis- en verblijfkosten
11000
6914
1900
1154
0
2928
Representatiekosten Accountantskosten Vergoedingen besturen
32500
28750
Congressubsidie
162500
77920
Eindtotaal
276000
184077
Jaarverslag De Jonge Akademie 2014
maart 2015
25 / 48
Bijlage 1: De Jonge Akademie ledenoverzicht 2014 (leden 2010 -2014)
Naam
Aartsma-Rus prof. dr. A. Betti,
prof. dr. A. Bousema, dr. T. Bras
prof. dr. H.A.J. Bredenoord dr. A.L. Breij,
dr. B.M.C Brink,
prof. dr. G. van den Brinkman,
prof.dr.ir. A. Buyse
prof. dr. A.C. D’Alessandro, prof. dr. R. De Moor
prof. Dr. T. Dik
prof. dr. J. Evers,
prof. dr. A. Frankema,
Prof. Dr. E.H.P. Geraerts, dr. E.
26 / 48
Roepnaam
(Hoofd)vakgebied
Annemieke
Genetica
Arianna Teun Hilde Annelien Bé Gijs Alexander
Logica, metafysica en hun
RUN
Sociologie Medische Ethiek Latijnse letterkunde / Antieke retorica
Maag-darm-leverziekten Kwantumtransport in materie
Italiaanse taalkunde
Ewout Elke
VU
infectieziekten/epidemiologie
Roberta
Andrea
Afdeling Humane Genetica Faculteit der Wijsbegeerte
Rechten van de mens
Joris
LUMC
geschiedenis
Antoine
Tine
Univ/Org Faculteit
Sociaal-economische geschiedenis Kunstgeschiedenis, chemie en materiaalkunde
Gezondheids- en medische psychologie Geschiedenis / Economische wetenschappen
Klinische cognitie, forensische psychologie
WUR
Departement Maatschappijwetenschappen UMCU
Julius Centrum, afd. Medical Humanities RU
Faculteit der Letteren AMC UT
MESA+ Instituut voor Nanotechnologie UL
Studie- en informatiecentrum
Mensenrechten, Faculteit REBO UL
Leiden University Centre for Linguistics UU
Kenniscentrum Instituties van de Open Samenleving TU Delft
Faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek & Technische Materiaalkunde UL
Instituut voor Psychologie, Sectie Gezondheids-, Medische en Neuropsychologie WUR
Social Sciences Group, Rural and Environmental History EUR
Instituut voor Psychologie
Geurts
prof. dr. J. J.G.
Jeroen
Geurts,
Hilde
prof. dr. H. Gog,
prof. dr. T.A.J.M. van Graaf,
prof.dr. B. de Gzella,
prof dr. H. Hanson,
prof. dr. ir. R. Haverkorn, dr. M. Heiden,
prof. dr. G.J. van der Hoenderop
prof. dr. J.G.J. Hoogenraad, prof. dr. C.
Tamara Beatrice Holger Ronald Marijke Gert-Jan
Koenderink
prof. dr. A.F. Kroon
prof.dr. ir. M.C.
Lange,
prof. dr. C.R.
Semitische talen Nano-electronica /
Lotte Nathalie Femius Maaike Erik Hanneke
UU UL
Faculteit der Geesteswetenschappen TU Delft
RUN
Wijsbegeerte, metafysica en kenleer
Nederlandse taal en cultuur Scheikunde, nanotechnologie Experimentele natuurkunde, optica, nanotechnologie
Chemische scheidingen, thermodynamica
RU
Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen RU
Medische faculteit UU
Faculteit Bètawetenschappen RUN UT
MESA+, Institute for Nanotechnology TOM-instituut AMOLF, Center for Nanophotonics, TU Eindhoven
Faculteit Scheikundige Technologie en Scheikunde UL
Codicologie, paleografie
Instituut voor Culturele Disciplines,
Medische oncologie/
AMC
religiewetenschappen
David
Biologische stromingsleer
Jaarverslag De Jonge Akademie 2014
EUR
Faculteit der Sociale Wetenschappen
sterrenkunde
Islamitische en Arabische studies
dr.ir. D.
UvA
Kavli Institute of Nancoscience
Christian
Lentink,
VUmc
Afdeling Anatomie & Neurowetenschappen
Quantuminformatie
Moleculaire neurobiologie
dr. E.
prof. dr. H.W.M.
Geschiedenis van Internationale
Relaties en Global Governance
Casper
Kwakkel Van Laarhoven
Onderwijspsychologie
Moleculaire nierfysiologie
dr. L.
prof. dr. N.H.
klinische neuropsychologie
Joost
Jensen, Katsonis
Klinische neurowetenschappen
Opleiding Engels
Afdeling Medische Oncologie UU
Departement Filosofie en Religiewetenschap
Stanford University
Experimentele Zoölogie maart 2015
27 / 48
Letschert,
prof. dr. R. Paul,
prof. dr. H. Repping,
prof. dr. S. Robeyns,
prof. dr. I.A.M. Roest dr. D. Sack,
prof. dr. A.T. Schinkel,
prof. dr. W. Sommer,
prof. dr. I.E.C. Speckmann, prof. dr. B. Taylor,
prof. dr. M. Tieleman,
prof. dr. B.I. Tubergen,
prof. dr. F. van Veelen, van prof.dr. M. Vis
Prof. dr. B. Vliegenthart prof. dr. R. Weijers,
prof. dr. ing. D. Werf,
dr. Y.D. van der
28 / 48
Rianne
internationaal recht en victimologie
UvT
Herman
historiografie en geschiedfilosofie
UL/RUG
Sjoerd
humane voortplantingsbiologie
AMC/UvA
Ingrid
Diederik
Praktische filosofie
Theoretische natuurkunde
UU
Faculteit der Wijsbegeerte RUG
Centrum voor Theoretische Natuurkunde UM
Alexander
Psychologie, neurowetenschappen
Willem
sociologie
Iris
Biologische aspecten van psychose
Bettina
Informatica, geometrische algoritmiek
Marika
Theoretische Natuurkunde
UvA
Irene
dierecologie
RUG
Frank
Migratie en integratie
Matthijs
Economie, theoretische biologie
Barbara
Politicologie, economie
Rens
Communicatiewetenschap
Dolf
Biochemie
Ysbrand
Slaap en cognitie
Faculty of Psychology & Neuroscience,
Department of Cognitive Neuroscience EUR UMCU
Rudolf Magnus Institute of Neuroscience TUE
Faculteit Wiskunde en Informatica
UU
Faculteit Sociale Wetenschappen UvA
Faculteit Economie en Bedrijfskunde CREED VU
Faculteit der sociale wetenschappen UvA
Afdeling communicatiewetenschap / ASCoR WUR
Laboratorium voor Biochemie NIN-KNAW / VUmc
Bijlage 2: Alumnileden van De Jonge Akademie
Naam Alumnus Jaap Abbring
Reuven Agami André Aleman Elske van den Akker-van Marle Marjolein van Asselt Hester Bijl Mischa Bonn Carlijn Bouten Monica Claes Ronald Cramer David de Cremer Eveline Crone Petra van Dam Nynke Dekker Sarah Durston Elise Dusseldorp Raymond van Ee Bernet Elzinga Mirjam Ernestus Ron Fouchier Pascal Fries René Geurts Oscar Gelderblom Janneke Gerards Fokke Gerritsen Marie-José Goumans Paul Groot Bas ter Haar Romeny Olivier Hekster Janet van Hell Kristin Henrard Amina Helmi Jennifer Herek Jan van Hest Hans Hilgenkamp Suzanne Hulscher Catholijn Jonker Bart Knols Maarten Kleinhans Gijsje Koenderink Bert-Jaap Koops Kobus Kuipers Bart Lambrecht Mirjam Leunissen Christoph Lüthy Huib Mansvelder Kofi Makinwa Lodi Nauta Wiro Niessen
Ariana Need Mihai Netea
Tjerk Oosterkamp Mark Peletier Brenda Penninx Jaarverslag De Jonge Akademie 2014
Universiteit/instelling Universiteit van Tilburg Nederlands Kanker Instituut / Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis Rijksuniversiteit Groningen
Jaar ingang lidmaatschap (vanaf april dat jaar) 2005 2007 2009 2005
Leids Universitair Medisch Centrum Universiteit van Maastricht, Onderzoeksraad voor Veiligheid Technische Universiteit Delft Max Planck Institute for Polymer Research (Duitsland) Technische Universiteit Eindhoven Universiteit van Tilburg Centrum voor Wiskunde en Informatica Erasmus Universiteit Rotterdam Universiteit Leiden Vrije Universiteit Amsterdam Technische Universiteit Delft Universiteit Utrecht TNO Philips Research Laboratories, RUN Universiteit Leiden Radboud Universiteit Nijmegen Erasmus MC Ernst Strüngmann Institute (Duitsland ) Wageningen Universiteit & Researchcentrum Universiteit Utrecht Radboud Universiteit Nijmegen Vrije Universiteit Amsterdam Leiden Universitair Medisch Centrum Radboud Universiteit Nijmegen Universiteit Leiden Radboud Universiteit Nijmegen Pennsylvania State University (V.S.) Erasmus Universiteit Rotterdam Rijksuniversiteit Groningen Universiteit Twente Radboud Universiteit Nijmegen Universiteit Twente Universiteit Twente Technische Universiteit Delft K&S Consulting Universiteit Utrecht FOM-instituut AMOLF Universiteit van Tilburg FOM-instituut AMOLF Universiteit van Gent Dutch Data Design Radboud Universiteit Nijmegen Vrije Universiteit Amsterdam TU Delft Rijksuniversiteit Groningen Erasmus MC / Technische Universiteit Delft Universiteit Twente Universitair Medisch Centrum St. Radboud Universiteit Leiden Technische Universiteit Eindhoven Vrije Universiteit Amsterdam
2005 2005 2005 2005 2009 2005 2006 2008 2005 2006 2008 2005 2005 2007 2008 2005 2007 2008 2006 2005 2005 2009 2009 2005 2005 2005 2005 2007 2005 2005 2005 2005 2005 2005 2008 2008 2005 2005 2005 2009 2005 2006 2007 2005 2005 2007 2007 2009 2006 2006 maart 2015
29 / 48
Yigal Pinto Danielle Posthuma Joost Reek Pieter Roelfsema Jeroen Salman Niels Schiller Monika Schmid Asghar Seyed Gohrab Carla Sieburgh Appy Sluijs Elies van Sliedregt Jetse Stoorvogel Stefan Stremersch Marc Strous Miranda van Turennout Lieven Vandersypen Peter-Paul Verbeek Simon Verhulst Beate Volker Claes de Vreese Juliette Walma van der Molen Bert Weckhuysen Wim van Westrenen Wilfred van der Wiel Gijsje Koenderink Pieter Rein ten Wolde Gijs Wuite
30 / 48
Academisch Medisch Centrum Vrije Universiteit Universiteit van Amsterdam Nederlands Instituut voor Neurowetenschappen Universiteit Utrecht Universiteit Leiden Rijksuniversiteit Groningen Universiteit Leiden Radboud Universiteit Nijmegen Universiteit Utrecht Vrije Universiteit Wageningen Universiteit & Researchcentrum Erasmus Universiteit Rotterdam Max Planck Institute for Marine Microbiology Openbaar Ministerie Technische Universiteit Delft Universiteit Twente Rijksuniversiteit Groningen Universiteit Utrecht Universiteit van Amsterdam Technische Universiteit Twente Universiteit Utrecht Vrije Universiteit Universiteit Twente FOM-instituut AMOLF FOM-instituut AMOLF Vrije Universiteit
2005 2005 2006 2005 2006 2005 2005 2007 2005 2009 2008 2005 2006 2007 2005 2008 2009 2005 2005 2009 2005 2005 2008 2007 2008 2008 2009
Bijlage 3: Nieuwe leden De Jonge Akademie 2015 De tien nieuwe leden van De Jonge Akademie 2015 zijn:
Prof. dr. Lenneke Alink (Pedagogiek, Universiteit Leiden/Rechtsgeleerdheid, Vrije Universiteit) Met het oog op preventie en interventie combineert Lenneke Alink (1978) voor haar vernieuwende onderzoek naar kindermishandeling kennis vanuit verschillende disciplines als pedagogiek, psychologie en recht met neurobiologische methoden. Recent onderzoek richt zich op chaos in het gezin als bron voor kindermishandeling. Naast invloedrijke internationale publicaties heeft ze enkele breed gebruikte Nederlandse onderzoeksrapporten op haar naam. Ze is werkzaam als hoogleraar Forensische gezinspedagogiek aan de Universiteit Leiden en bijzonder hoogleraar Voorkomen, gevolgen en aanpak kindermishandeling aan de Vrije Universiteit.
Dr. Rafael De Bont (Wetenschapsgeschiedenis, Universiteit Maastricht) De centrale vraag in het onderzoek van Raf De Bont (1977) is hoe de wetenschap de moderne samenleving heeft beïnvloed en omgekeerd. Hij kijkt dan met name naar de geschiedenis van de levens- en sociale wetenschappen in Noordwest-Europa vanaf 1800. De Bont toonde onder meer aan dat de intrede van een nieuwe wetenschappelijke werkplaats, het veldlaboratorium, cruciaal was voor het ontstaan van de ecologische wetenschap. In zijn huidige, sterk interdisciplinaire onderzoek staat de rol van de ecologische expert in internationale natuurbescherming sinds de jaren 1930 centraal.
Dr. Marieke van den Brink (Bedrijfskunde, Radboud Universiteit Nijmegen) Inzichten uit het onderzoek van Marieke van den Brink (1978) naar gender en diversiteit in (wetenschappelijke) organisaties kunnen bijdragen aan een maatschappelijk representatiever personeelsbestand in de wetenschap. Interdisciplinariteit en valorisatie zijn pijlers onder haar academische werk. Dit omvat onder meer talentbeleid aan Nederlandse universiteiten en een internationaal vergelijkend onderzoek naar gender in de carrières van jonge academici op tijdelijke contracten. Van den Brink geeft regelmatig workshops aan bestuurders over gendermechanismen en aan (vrouwelijke) academici om hun kansen op een wetenschappelijke loopbaan te vergroten. Dr.dr. Patricia Dankers (Biomaterialen, Technische Universiteit Eindhoven) Gepromoveerd in zowel de technische natuurwetenschappen als de medische wetenschappen ontdekte Patricia Dankers (1978) de meerwaarde van samenwerking tussen chemici en artsen. Haar onderzoeksgroep probeert resultaten uit fundamenteel onderzoek te vertalen naar praktische toepassingen voor de patiënt. Momenteel richt zij zich op de ontwikkeling van supramoleculaire biomaterialen om deze in te kunnen zetten voor regeneratieve geneeskunde. Dankers maakte deel uit van de eerste Jonge Gezondheidsraad en leverde ook bijdragen aan boeken voor de basisschool.
Dr. Rivke Jaffe (Antropologie/Geografie, Universiteit van Amsterdam) Wetenschappelijke drijfveer van Rivke Jaffe (1978) is bijdragen aan een beter begrip van de stedelijke samenleving en ongelijkheid. Waarom worden sommige stadsbewoners onevenredig blootgesteld aan stedelijke problemen als armoede, onveiligheid en vervuilde leefomgevingen? Hoe werkt het (koloniale) verleden door in het huidige stadsleven, en hoe geven mensen via populaire cultuur uiting aan hun ervaringen van de stad? Dit soort interdisciplinaire vraagstukken bestudeert ze samen met sociologen, politicologen, (kunst)historici en literatuurwetenschappers. Met de ‘Hiphop University’ maakte ze haar onderzoek ook toegankelijk voor een breed publiek.
Dr. Marleen Kamperman (Fysische Chemie, Wageningen Universiteit en Researchcentrum) Voor Marleen Kamperman (1979) is de natuur de inspiratiebron bij het ontwikkelen van nieuwe materialen. Dit door chemische functies uit verschillende biologische systemen te kopiëren. Haar tweede onderzoekslijn is oppervlakken op nanoschaal te structureren zodat ze op elke ondergrond snel kunnen hechten en weer loslaten, net als het ingenieuze oppervlak van fijne haartjes op de pootjes van een gekko. Naast haar eigen onderzoeksgroep is Kamperman actief in mentorprogramma’s voor jonge onderzoekers en geeft ze publiekslezingen. Jaarverslag De Jonge Akademie 2014
maart 2015
31 / 48
Dr. Floris de Lange (Cognitieve neurowetenschap, Donders Instituut, Radboud Universiteit Nijmegen) Floris de Lange (1977) buigt zich met zijn onderzoeksgroep over de vraag hoe ons brein ons in staat stelt om de wereld om ons heen waar te nemen. Het oplossen van deze complexe puzzel vraagt om het bijeenbrengen van kennis uit onder meer psychologie, biologie, en wis- en natuurkunde. De Lange ziet wetenschapscommunicatie als een essentieel onderdeel van wetenschapsbeoefening en is actief in media en publiekslezingen, onder meer in samenwerking met kunstenaars. Hij ontving in 2012 de Heineken Young Scientist Award voor Cognitiewetenschap voor zijn onderzoek naar visuele waarneming en motorische verbeelding. Prof. dr. Johan van Leeuwaarden (Wiskunde en Informatica, Technische Universiteit Eindhoven) Wiskundige Johan van Leeuwaarden (1978) onderzoekt het gedrag van complexe netwerken en wordt daarbij geïnspireerd door praktische toepassingen. Zo kijkt hij naar communicatienetwerken als het internet, logistieke netwerken en sociale netwerken. Om uitdagingen van groot maatschappelijk en wetenschappelijk belang te adresseren lanceerde hij met anderen het Data Science Center Eindhoven en het interdisciplinaire NWO Zwaartekrachtprogramma NETWORKS. In columns en publiekslezingen legt hij uit waarom wiskunde zowel prachtig als belangrijk is.
Prof. dr. Jan-Willem Veening (Moleculaire Genetica, Rijksuniversiteit Groningen) Met een multidisciplinair team brengt Jan-Willem Veening (1978) in kaart hoe de bacterie Streptococcus pneumoniae –die onder meer longontsteking veroorzaakt- zich vermenigvuldigt, de switch maakt naar ziekteverwekker en resistent wordt tegen antibiotica. Dit alles met behulp van slimme genetische trucs, synthetisch-biologische methoden en geavanceerde microscopietechnieken. De combinatie van benaderingen is wereldwijd uniek in zijn onderzoeksveld. Met het oog op de maatschappelijke impact van zijn werk neemt Veening regelmatig deel aan discussies rond bijvoorbeeld synthetische biologie en antibioticagebruik.
Dr. Martijn Wieling (Computationele Taalkunde, Rijksuniversiteit Groningen) Wieling (1981) combineert taalkunde met informatiekunde en statistiek. Omdat hij in zijn onderzoek de lange tijd gescheiden vakgebieden dialectometrie en sociolinguïstiek technisch dichter bij elkaar heeft gebracht, werd het mogelijk de verweven invloed van geografie en sociale factoren op taalvariatie te bepalen. Hij zet zijn onderzoek naar taalvariatie in een nieuwe richting voort, door met articulografie te kijken naar de beweging van tong en lippen tijdens spraak. Deze specifieke focus zou kunnen helpen de uitspraak van een tweede taal te verbeteren. Wieling is een overtuigd pleitbezorger van open access en het delen van data en methoden.
32 / 48
Bijlage 4: Wetenschappelijke voordrachten tijdens bijeenkomsten van De Jonge Akademie
Bijeenkomst Ledenbijeenkomst 4 februari 2014
Titel lezing/workshop Wat zijn de uitdaging binnen je onderzoek?
Installatiebijeenkomst 20 maart
Ledenweekend 24/25 mei
Openings speech 10 pitches nieuwe leden Afscheids speech Duolezingen: - Wetenschap en het basisonderwijs. - Het uiten van verborgen kritiek: van klassieke retorica tot Nederlandse verzetsliteratuur. - Scheiden. - Waarom we geen ‘evidence based’ sociale wetenschappen en samenleving zullen en kunnen hebben/Hoe groot is de stap van ‘evidence based’ medicine naar een ‘evidence based’ society? - Islam en de Nederlandse samenleving.
Ledenbijeenkomst 20 september
-
Lezingen promovendi van Bettina Speckmann Lab-bezoeken en proefjes, Maaike Kroon
Sprekers Marijke Haverkorn Claes de Vreese Andrea Evers Matthijs van Veelen Jeroen Geurts 10 nieuwe leden uit 2014 Presentatie & muziek van leden uit 2009 Juliëtte Walma van der Molen en Maarten Kleinhans Bé Breij en Lotte Jensen: Maaike Kroon en Hilde Bras: Yigal Pinto Rens Vliegenthart en Christian Lange: Bettina Speckmann Maaike Kroon Beatrice de Graaf, Lotte Jensen en Herman Paul
Congres van Wenen, 4/5 november
Ledenbijeenkomst 20 november
Korte lezingen over ervaringen met interdisciplinariteit
Barbara Vis, Willem Schinkel, Andrea Evers, Antoine Buyse en Herman Paul, onder leiding van Lotte Jensen.
Discussiebijeenkomst What is Quality of Scientific Research? Datum: 10 december
Lezing van Steve Woolgar
Organisator & dagvoorzitter: Willem Schinkel
Jaarverslag De Jonge Akademie 2014
maart 2015
33 / 48
Bijlage 5: Samenstelling bestuur, tracés en commissies 2013 (na 1 april 2014)
Tracé I&I
Tracé WB
Tracé W&M
Tracé Internationalisering
Hilde Bras Arianna Betti Bé Breij Alexander Brinkman Annelien Bredenoord Antoine Buyse Roberta d’ Alessandro Andrea Evers (vz) Lotte Jensen (vz) Jeroen Geurts Gert-Jan van der Heiden Ewout Frankema Holger Gzella Nathalie Katsonis Maaike Kroon Hanneke van Laarhoven David Lentink Rianne Letschert Herman Paul Sjoerd Repping Bettina Speckmann Irene Tieleman Frank van Tubergen Matthijs van Veelen Barbara Vis Rens Vliegenthart Ysbrand van der Werf Dolf Weijers
Teun Bousema Antoine Buyse Arianna Betti Annelien Bredenoord Gijs van den Brink Roberta d’Alessandro Andrea Evers Lotte Jensen Elke Geraerts Jeroen Geurts Hilde Geurts Tamara van Gog Beatrice de Graaf (vz) Ronald Hanson Marijke Haverkorn Joost Hoenderop Casper Hoogenraad Maaike Kroon Hanneke van Laarhoven Herman Paul Sjoerd Repping Ingrid Robeyns Diederik Roest Willem Schinkel Bettina Speckmann Barbara Vis Irene Tieleman Frank van Tubergen Ysbrand van der Werf Dolf Weijers DJA beurzencommissie Bé Breij (vz) Joris Dik Dolf Weijers Bettina Speckmann Frank van Tubergen
Annemieke Aartsma-Rus (vz) Teun Bousema Hilde Bras Bé Breij Antoine Buyse Tine de Moor Andrea Evers Ewout Frankema Hilde Geurts Jeroen Geurts Elke Geraerts Tamara van Gog (vz) Holger Gzella Marijke Haverkorn Casper Hoogenraad Femius Koenderink Maaike Kroon Erik Kwakkel Rianne Letschert (vz) Christian Lange Tjerk Oosterkamp Sjoerd Repping Willem Schinkel Appy Sluijs Iris Sommer Bettina Speckmann Irene Tieleman Ysbrand van der Werf (vz).
Bé Breij Alexander Brinkman Antoine Buyse (vz) Roberta d’ Alessandro Jeroen Geurts Hilde Geurts Tamara van Gog Nathalie Katsonis Lotte Jensen Erik Kwakkel Christian Lange Ingrid Robeyns Willem Schinkel Bettina Speckmann (vz) Ledenoverzicht op basis van aanwezigheid bij tracévergaderingen.
Selectiecommissie Jeroen Geurts (techn. vz) Erik Kwakkel Irene Tieleman Antal van den Bosch (KNAW-lid) Cisca Wijmenga (KNAW-lid)
34 / 48
Bestuur DJA Jeroen Geurts (vz) Bé Breij (vice vz, I&I) Roberta d’Alessandro (Internationalisering) Willem Schinkel (WB) Hilde Geurts (W&M)
Bijlage 6: Besteding DJA-projectbeurzen 2014 In 2014 zijn twee rondes uitgeschreven voor het aanvragen van een DJA-projectbeurs. De bestedingen van de DJA-projectbeurzen zijn als volgt: 1e ronde, mei 2014
Roberta d’Alessandro en Bettina Speckmann: Endangered language data crowdsourcing The project has two aims: To stimulate cooperation between the Humanities and IT To set up a pilot for wiki/crowdsourcing data collection for an underdocumented and endangered language variety, in this case Abruzzese, a Southern Italian variety spoken in a central region of Italy, Abruzzo. The idea of this project is to involve people living in Abruzzo to do the data collection and documentation: a wiki-language documentation. We will create a website with an interactive map, where people can click and select their area and upload short files. The “documenters” will be given instructions on how to realize their documentation, and on the sociolinguistic information which they need to upload on the website. This website will constitute a first attempt to self-documentation of varieties spoken in relatively poor areas of Europe, and it is our intention to extend this project to other areas of Italy first, and of Europe later.
Andrea Evers en 13 andere leden: Films DJA-leden In het project "Films DJA-leden" wordt door middel van speciaal vervaardigd audiovisueel materiaal de inhoudelijke werkzaamheden van DJA-leden voor een breder publiek toegankelijk gemaakt. Het doel van het project is het produceren van maximaal 18 webvideo's over het wetenschappelijk onderzoek van leden van De Jonge Akademie voor de maatschappelijke profilering van communicatie van DJA-leden. De video's zijn ongeveer vijf minuten lang, helder verteld en professioneel gefilmd en afgewerkt. Er kan gebruik gemaakt worden van illustratief beeld/video-/audiographics materiaal (gelicenseerd, of vrij van licentie), dat door de onderzoekers wordt aangeleverd. De video's bevatten een interview voor een zogenaamd greenscreen - bij voorkeur op de locatie van het onderzoek. Daarnaast worden opnamen gemaakt van relevante onderdelen van het onderzoek, werkplekken, etc. Na een uitvoerige oriëntatie is gekozen voor samenwerking met FastFacts: een mediaportal voor wetenschap die eerder reeds films hebben gemaakt voor D J A leden.
Jeroen Geurts, Iris Sommer, Bettina Speckmann en Casper Hoogenraad: Living off the edge: abnormal self-organized brain criticality and cognitive decline in disease The overall aim of this project is to start an interdisciplinary research group that will investigate the neural mechanisms underlying cognitive decline in neurological and psychiatric diseases using methods from statistical physics. Presently, the development of network theory applied on brain imaging allows for quantitative analysis of cognitive problems in patients with neurological conditions. However, crucial pieces of the puzzle are still missing. The brain is a complex system, which at rest shows broad scale fluctuations observable through the quick switches between spatial resting-state networks. This phenomenon implies that the healthy brain is consistently on the edge between states, which is a hallmark of self-organized criticality (characterized by space and time fluctuations following a power-law distribution). So far, little work has been done to investigate the evolution of these critical properties in the context of neurological disease and its association with cognitive decline, while the (partial) loss of criticality may be a common pathological mechanism in all brain disorders featuring cognitive deficits. We will therefore explore altered critical behavior in patients with various brain diseases, hypothesizing that patients with cognitive problems have different critical properties of the brain network. We now define two main project goals. First, our research group of four Jonge Akademie members will generate pilot data. EEG and MEG data collected from several patient populations (multiple sclerosis, epilepsy, schizophrenia) will be analyzed by comparing critical parameters of resting-state activity between patients with and without cognitive deficits. Previous studies on critical behavior in resting-state neural activity show a pattern of synchronization through the entire brain that follows a power-law distribution in space and time. We expect that disease will affect criticality either by a disruption of this distribution or by modification of the critical exponent of this distribution. In the second part of this pilot project, the experimentally observed alterations in critical
Jaarverslag De Jonge Akademie 2014
maart 2015
35 / 48
behavior will be simulated using neuronal network models. With the use of simple models (like Kuramoto or coupled neural masses) exhibiting critical dynamics and the underlying network based on actual anatomical data, we expect to show that by applying disease-specific alterations of this latter connectivity map, alterations in critical behavior will be similar to what was observed with EEG/MEG data. The second goal of this proposal is the organization of a symposium to develop collaborations with international experts (to be identified during the initial phase of the project) on neurology, neurosciences and complex systems. Investigation of criticality in the brain is rare, in part because of the lack of communication between experts from these different fields. We postulate that interdisciplinary collaborations are essential to successfully investigate these mathematical properties of the neural network. Additionally, this pilot study has the potential to grow into a much larger research effort, since investigation of criticality properties in all brain diseases spans such large parts of both neuroscience and physics research. Therefore, we aim to build a larger research project proposal concerning the loss of critical brain properties and cognition based on our pilot results and expert contributions during the symposium. Finally, we will organize a three-part event targeted at a broad audience in conjunction with the symposium, in order to present this project to the general public. Separate interactive workshops will be organized for (1) patients with cognitive deficits and their caregivers, (2) kids attending high school, and (3) other laymen audience interested in the workings of cognition in the brain. Each workshop will be tailored to the target audience. We will count on collaborations with the non-profit organisation Brein in Beeld in order to logistically support the symposium and public event, also benefiting from their ample experience in organizing such events.
Erik Kwakkel: Stuk: de allure van het kapotte boek Wie aan middeleeuwse manuscripten denkt, ziet kleurrijk verluchte objecten voor zijn geestesoog verschijnen. Ze zijn welhaast in alle opzichten perfect: blad na blad ongeschonden perkament, gevuld met keurig afgeschreven woorden, worden samengehouden door een verzorgde leren boekband. Scribenten deden hun best een zo goed mogelijk boek af te leveren, terwijl lezers deze met zorg ter hand namen, voorzichtig bladerend in een zonovergoten kloosterbibliotheek. De werkelijkheid van het middeleeuwse boek is evenwel heel anders. Niet alleen was het manuscript slechts bij uitzondering voorzien van kleur en verluchting, veruit de meeste zijn bovendien gehavend tot ons gekomen. Veel beschadigingen zijn veroorzaakt door middeleeuwse lezers, die hun boeken veelvuldig gebruikten, en niet noodzakelijk met zorg. Er werd gescheurd, gevouwen, doorgekrast, bijgeschreven en ingeplakt. Maar ook na-‐middeleeuwse personen droegen bij aan de mutilatie van het oude boek, tot aan de opzettelijk vernietiging van handschriften toe: talrijke zijn in slechts fragmentarische vorm tot ons gekomen. Deze projectbeurs wordt aangevraagd ter bekostiging van een boek gestemd voor “het grote publiek”. Het fotoboek bejubelt de onvermoede schoonheid van het kapotte boek en probeert via de onverwachte dynamiek van “mooie schade” een groot publiek te betrekken bij de wereld van het middeleeuwse boek. Het boek omvat zo’n 60 close-‐up foto's van scheuren, gaten, krabbels en krassen, met daarbij korte commentaarteksten die verklaren wat er te zien is, en wat de schade ons leert over de lezer van vroeger. Het boek wil de keerzijde van de medaille belichten: ook middeleeuwse boeken die gewoonlijk niet te zien zijn op tentoonstellingen en fotoboeken – namelijk beschadigde exemplaren – vertellen een verhaal. Het tegendraads van het boek (want het zwijgt over de traditionele glim en glitter van middeleeuwse boeken) en de lichtvoetige teksten helpen een specialistisch onderwerp – de studie van het middeleeuwse handschrift – op aantrekkelijke wijze bereikbaar te maken voor een publiek van niet-‐specialisten.
Bettina Speckmann, Arianna Betti, Antoine Buyse, Tamara van Gog, Appy Sluijs: Expedition Mundus PR Science game Mundus now has an English translation, a new design, and a set of legal documents in place which will soon allow Young Academies and similar bodies from around the world to translate the game and play it with children in their countries. For this to really happen on a significant scale we need tell the world about Mundus. In particular, Mundus needs a state-of-the-art web-presence designed according to the new layout and visual design. This page needs to be in English but it should also contain sub-pages for all languages Mundus will eventually be translated into. In addition, we need a new promotional video for Mundus, in English, and featuring the new design. Below we briefly outline the basic ideas for both the web-page and the video.
36 / 48
Video: In English, featuring the new layout and design, explaining the game and its goals as well as target audiences (primary school children and up). In addition it should be explained briefly how one can get into contact and what is involved when bringing Mundus to a new country. That is, target groups for translations (YAs and similar bodies), the costs involved, and the rules of the licenses (translations need to be downloadable from the Mundus web-page).
Web-page: The main page needs to be in English and serve as an entry point to the game and its translations. Hence it should explain the game, link to the video, give detailed information on how to get in contact and how the licensing works. In addition we might want to feature experience reports as translations roll in and the game is played world-wide. There might be press releases, news items, announcements of new translations, features from other countries (with English translations), videos shot in classrooms across the world … any compelling evidence that Mundus works around the world. In addition the web-page also needs to serve as the access point for the different language versions. The translation rules stipulate the each translation needs to be made available. That is, one has to be able to access (print) the game in any available language from the web-page. There should be a nice user interface to access the different language versions (a map comes to mind) as well as pages for each language version in the language in question with a short English summary. In particular this page should indicate who is responsible for the translation (which YA or similar body), how to get in contact, and possibly also highlight successful events linked to the Mundus translation. It might be most efficient to make this page editable by the license holder. 2e ronde, november 2014
Marijke Haverkorn: Organisatie conferentie en workshop Cosmic Magnetism met de LOFAR telescoop De doelstelling is de organisatie van een wetenschappelijke conferentie en workshop over Cosmic Magnetism, één van de zes Key Science projecten van de nieuwe lage-frequentie radiotelescoop LOFAR. De activiteiten bestaan uit de organisatie van : (a) een conferentie (9 – 10 maart 2015) met als doel de uitwisseling van de nieuwste wetenschappelijke resultaten, bespreking van voortgang van de dataverwerking en het bespreken van een visie en strategie voor de toekomst. (b) workshop (11 – 12 maart 2015) met als doel het schrijven, testen en verbeteren van de LOFAR dataverwerkingssoftware benodigd voor wetenschappelijke vooruitgang binnen het Cosmic Magnetism Key Science project.
Lotte Jensen, Andrea Evers, Dolf Weijers en Holger Gzella: Interdisciplinariteit Interdisciplinariteit is al jaren een modewoord op de universiteiten, maar hoe wetenschappers hier concreet vorm aan geven en wat de voor- en nadelen zijn, is nog nauwelijks onderzocht. Er bestaat ook geen duidelijk beeld hoe beleidsmakers & subsidieverleners met dit onderwerp omgaan. Het doel van dit project is om het thema Interdisciplinariteit op de kaart te zetten met de ervaringen van De Jonge Akademie-leden als input: Wat zijn mogelijke nadelen van interdisciplinariteit (bijv. minder vakinhoudelijke diepte en beheersing van het ambacht, het profiel en de identiteit van de beoefenaars, tijdsinvestering, communicatieproblemen, cultuurverschillen in wetenschapsgebieden, geen financieringsmogelijkheden, risico op niet vakinhoudelijk deskundige beoordelingen)? Ons doel is een publicatie uit te brengen, waarbij we ook een aantal concrete beleidsadviezen willen opnemen. Daarnaast willen we ook een symposium organiseren om de publicatie te presenteren en aandacht te genereren voor dit project.
Erik Kwakkel en Joris Dik: Hidden Library Project The invention of the printing press, by Johannes Gutenberg in c. 1450, made the handwritten medieval book – or “manuscript” – obsolete. As Europe started to read printed books, their handwritten cousins became the subject of genocide. Over the course of the sixteenth and seventeenth centuries, many thousands were boiled down for the production of glue. Equally many died a different, perhaps more noble, death: their pages were cut out and recycled by bookbinders. Parchment leaves were strong and thus ideal for supporting the bookbinding of printed books. As a result, at present there are thousands of manuscript pages hidden in post-medieval bookbindings (Fig. 1). It is this hidden library that the present project aims to uncover. Research undertaken of students of Erik Kwakkel in the Abbey of Rolduc (Limburg) in March 2012, helped to identify the primary locations where binders placed the recycled manuscript pages (some 400 books with fragments were discovered): i. Tall strips were pasted against the spine (the back) of the book. They protected the spine but also functioned, because they were made to be much broader than the spine, as a hinge. To this end the Jaarverslag De Jonge Akademie 2014
maart 2015
37 / 48
overhanging part of the strip were pasted against the boards. ii. In case of bindings with wooden boards, full pages were pasted against the inside of the board (both in front and back) so as to protect the first and last page from the rough surface of the wood. iii. In case of parchment bindings, full pages were pasted against the inside of the binding in order to make the boards thicker and to give them more cohesion. A white sheet of paper was subsequently pasted over the medieval pages for esthetical reasons, making the sheets invisible. iv. Stacks of paper fragments were pressed down while wet and moulded into a “cardboard”, paper-mache boards. A discovery in the Bibliotheca Thysiana in September 2013, with another group of Erik Kwakkel’s students, showed the potential importance of these “cardboard” bindings: 132 leaves from a courtly archive were discovered in one of them. The Hidden Library Project is a multidisciplinary undertaking: it aims to uncover and study medieval books with the help of new scanning techniques. At the heart of the project is a X-ray technique known as ‘Macro X-ray Fluorescence Elemental Scanning’ (MA-XRF). It was developed by Joris Dik (and his team) at Delft University and it is used to visualize the substructure of paintings (for example by Rembrandt, Van Gogh and Picasso). The substructure of a painting usually includes the underpainting, modifications to the composition, or restorations by later hands. In a growing number of cases paintings have been found on top of an existing painting. In MA-XRF the surface of a lateral artwork is scanned in ambient condition with a thin, micrometer-sized beam of focused X-rays such that the fluorescence of the object is recorded. It collects elemental distribution images of all inorganic elements (Z>Al) corresponding to specific pigments in the artist’s paint. This visualizes the distribution of paint (and its color) at and below the visible surface. Large areas of 60x40cm can be covered at the same time, which comes with an acquisition time of 24h. A mobile unit has been constructed to allow research in major museums in the US. The method is fully non-destructive. While Joris Dik’s team is mainly interested in paintings, there have been excursions into other object domains, notably parchment and drawings. This has proven the basic feasibility to visualize hidden texts written in iron gall ink. MA-XRF seems very promising for the non-destructive visualization of hidden pages in book covers. The ‘projectbeurs’ applied for here covers the costs of moving the scanner to the Special Collections Department of the University Library Leiden (which has agreed to host this research and allow a study of ten to twenty early-modern books) and the appointment of a ‘projectmedewerker’ to operate the scanner (three months at 0.5 fte). The aim of the proposed project is not just to execute the actual research, but also to determine whether the resulting images are clear enough to read and date the text on the hidden pages. It seeks to find out, in other words, if an interdisciplinary of this kind, where medieval media and modern techniques, can be blended into a single study. This is, in sum, an application to gain Proof of Concept, which will be used, if successful, to apply for a substantial “European” grant. Tine De Moor: Hechte banden Het voorstel ‘Hechte Banden’ betreft een plan om mogelijkheden tot Citizen Science verder te ontwikkelen en onder de aandacht te brengen, bij burgers én wetenschappers. Als basis hiervoor dienen de resultaten van het reeds gestarte project ‘Ja, ik wil!’, dat door het onderzoeksteam ‘Instituties voor Collectieve Actie’ (ICA) van het Departement Geschiedenis en Kunstgeschiedenis van de UU wordt uitgevoerd. Het project ‘Ja, ik wil!’ maakt momenteel deel uit van en wordt in beginsel gefinancierd met de ERC‐Starting Grant ‘”United We Stand.” toegekend aan Tine De Moor in 2009. De financiering van dit ERC‐project loopt echter in december 2014 ten einde. Ter volledigheid zij vermeld dat dit de doelstellingen van het voorstel ‘Hechte Banden’ destijds geen onderdeel uitmaakten van het ERC-project maar dat er wel wordt verder gebouwd op wat reeds verwezenlijkt werd binnen het ERC-project, met name dan om specifiek gewone burgers nauwer te betrekken bij wetenschappelijk onderzoek. Groot voordeel van deze aanpak is dat nu reeds duidelijk is dat het Ja, ik wil!‐project an sich een hele goede start genomen heeft. Inmiddels zijn al ruim 350 vrijwilligers aan de slag en hebben deze op amper 9 maanden reeds een derde van de data gedigitaliseerd. Dit voorstel heeft vooral de bedoeling om de rol van gewone burgers in het geheel te versterken en uit dit voorbeeld van Citizen Science zinvolle lessen te trekken. Citizen Science speelt de laatste jaren in wetenschapsbeoefening een steeds grotere rol, o.a. binnen het valorisatiedebat. Onderzoekers van academische en niet‐academische instellingen ontdekken in toenemende mate de mogelijkheden en onmogelijkheden van websourcing en hebben daardoor de mogelijkheid onderzoeken te laten uitvoeren die zonder de inzet van vele deelnemers vanuit de ‘crowd’ onbetaalbaar en daardoor onhaalbaar zouden blijken. Tegelijkertijd is er maatschappelijk steeds meer aandacht voor de impact die wetenschappelijke inzichten kunnen hebben op maatschappelijke issues. Toch is er nog steeds huiverigheid over het gebruik maken van de diensten van ‘leken’ als volwaardige participanten in wetenschappelijk onderzoek.
38 / 48
Dit voorstel heeft de bedoeling om – middels het vermelde reeds opgestarte en succesvolle project – Citizen Science een extra boost geven in Nederland, enerzijds door de mogelijkheden ervan aan te tonen, simpelweg door het te ‘doen’, en anderzijds door een onderzoek naar de werking van Citizen Science. Vragen als “Wat kunnen burgers eigen echt bijdragen? Wat willen ze bijdragen? En wat verwachten ze daarvoor in ruil?” zijn tot nu niet onderzocht binnen de Nederlandse onderzoekswereld. Met een antwoord op deze vragen kunnen andere wetenschappers beter gegidst worden en wellicht ook overtuigd van de kwaliteit van onderzoek tot stand gekomen door bijdragen van burgers. Het Ja, ik wil!‐project werd recent door het wetenschapscommunicatietijdschrift EOS uitgeroepen tot een van dé voorbeelden van Citizen Science in Vlaanderen en Nederland, ter gelegenheid van de lancering van een platform rond dit thema, zie http://eoswetenschap.eu/citizenscience. Dit platform werd officieel gelanceerd tijdens een congres over Citizen Science georganiseerd door De Vlaamse Jonge Academie op (13 november 2014, Brussel) waar het project ook gepresenteerd werd (zie http://jongeacademie.fikket.com/event/wetenschap‐jij‐telt‐mee). Gezien de ruime ervaring met Citizen science projecten waarbij de aanvrager betrokken is (zie voor andere voorbeelden ook http://collective‐action.info/_PRO_Citizen‐Science) en de uitdrukkelijke wens van de Vlaamse JA en EOS om hiermee verder te gaan, bij voorkeur in samenwerking met DJA kan het ontplooien van publieksactiviteiten in het kader van het Ja, Ik Wil‐project ook dienen om meer ervaring op te doen rond de wensen van burgers die betrokken zijn bij een CS ‐project. De aanvrager engageert zich ook om dit thema verder uit te werken binnen DJA en zal, na een aanstaand verblijf van een paar maanden in het buitenland, ook partners zoeken binnen DJA om –samen met EOS en JA‐ CS meer onder de aandacht te brengen van zowel burgers als wetenschappers en het platform verder uit te werken. T.z.t. zal dan een plan ingediend worden bij DJA zodat vele andere leden van DJA hierbij kunnen betrokken worden. Diederik Roest en 10 andere leden: Films DJA-leden Take Two In het project “Films DJA Leden – Take Two” wordt door middel van speciaal vervaardigd audiovisueel materiaal de inhoudelijke werkzaamheden van DJA-leden voor een breder publiek toegankelijk gemaakt. Het doel van het project is het produceren van 11 webvideo's over het wetenschappelijk onderzoek van leden van De Jonge Akademie voor de maatschappelijke profilering van communicatie van DJA leden. De video's zijn ongeveer vijf minuten lang, helder verteld en professioneel gefilmd en afgewerkt. Er kan gebruik gemaakt worden van illustratief beeld/video/audio/graphics materiaal (gelicenseerd, of vrij van licentie), dat door de onderzoekers wordt aangeleverd. De video's bevatten een interview voor een zogenaamd greenscreen - bij voorkeur op de locatie van het onderzoek. Daarnaast worden opnamen gemaakt van relevante onderdelen van het onderzoek, werkplekken, etc. Iris Sommer, Ysbrand van der Werf, Niels Schiller, Mirjam Ernestus: De droomgraaf: je taalnetwerk in kaart In een recente studie (Mota et al., Scientific Reports 2014) werd proefpersonen gevraagd hun laatste droom en de laatste activiteiten voor het slapen gaan te vertellen. Van de verbatim verslagen werd een graaf geconstrueerd, waarbij elk woord een punt is en opeenvolgende woorden met een lijn verbonden zijn. Analyses van deze grafen leverde diverse uitkomstmaten op over de organisatie van de taal, zoals het totaal aantal punten en lijnen, herhaling en cycli in de spraak, en padlengte en clustering van het netwerk. Op basis hiervan kon de taal gekarakteriseerd worden en konden drie groepen van elkaar worden onderscheiden: patiënten met schizofrenie, patiënten met bipolaire stoornis en gezonde proefpersonen. Een ander voorbeeld waarbij taalkarakteristieken gerelateerd worden aan een klinisch beeld, is onderzoek van Lancashire en Hirst dat suggereert dat in het werk van Agatha Christie vastgesteld kan worden wanneer bij haar dementie begon op te treden, puur op basis van haar gebruik van functiewoorden (presentatie tijdens Cognitive Aging: Research and Practice, 8–10 March 2009, Toronto). Wij stellen voor om de methode van Mota et al. te gebruiken om complexiteit van gesproken taal in kaart te brengen voor een groot publiek met behulp van een internet tool. De informatie van gezonde deelnemers willen wij vervolgens gebruiken als referentie om de graaf van (subtiele) taalstoornissen in diverse patiëntgroepen
Jaarverslag De Jonge Akademie 2014
maart 2015
39 / 48
te onderzoeken. De groepen die wij willen onderzoeken zijn patiënten met schizofrenie, Parkinson, MS en de ziekte van Alzheimer.
40 / 48
Bijlage 7: Besteding DJA-projectbeurzen 2013 In 2013 zijn twee rondes uitgeschreven voor het aanvragen van een DJA-projectbeurs. De bestedingen van de DJA-projectbeurzen zijn als volgt: 1e ronde, mei 2013
Casper Hoogenraad en Elke Geraerts: Een computeranimatiefilm over de functie van zenuwcellen in de hersenen Het project is erop gericht om de rol van zenuwcellen in het brein begrijpbaar en inzichtelijk te maken voor een breed publiek d.m.v een korte computer-geanimeerde film. Hierin wordt vanuit de hersenen ingezoomd tot in de zenuwcel waar de informatieoverdracht tussen zenuwcellen wordt gevisualiseerd. Het belang van moleculaire processes zal duidelijk worden gemaakt door de gevolgen van ontregelingen hiervan te illustreren a.d.h.v. hersenziektes, zoals Alzheimer, Parkinson of depressie. De film zal bijvoorbeeld via YouTube en Vimeo, online beschikbaar worden gemaakt voor een breed publiek. Geplande oplevering en verspreiding van de film is februari 2015.
Teun Bousema, Herman Paul, Rianne Letschert, Marijke Haverkorn, Andrea Evers, Willem Schinkel, Lotte Jensen, Sjoerd Repping, Irene Tieleman, Hilde Geurts: Gewetenschap Wetenschappelijk wangedrag kan de kwaliteit en het maatschappelijk aanzien van wetenschapsbeoefening schaden. Wenselijk en onwenselijk gedrag in de wetenschap gaan echter verder dan de fraude, plagiaat en misleiding die de laatste maanden de media overheersen. De dagelijkse dilemma’s van wetenschappers betreffen zorgvuldigheid en nalatigheid tijdens dataverzameling, het grijze gebied tussen interpretatie van data en ‘datamassage’ en intermenselijk gedrag waarin concurrentie, collegialiteit en begeleiding van promovendi en studenten vaak de wetenschappelijke productiviteit en werkdruk beïnvloeden. In Gewetenschap brengen we deze dilemma’s tot leven in een theaterproductie waarmee we de discussie aangaan met jonge onderzoekers, gevestigde wetenschappers en beleidsmakers in Nederland. Willem Schinkel, Appy Sluijs en Maarten Kleinhans: De publieke atmosfeer In dit project wordt op unieke manier een impuls gegeven aan de wetenschapscommunicatie. Bijna als geen andere wetenschap wordt klimaatwetenschap geconfronteerd met de complexiteit van wetenschapscommunicatie. In dit project worden klimaatwetenschappers, beleidsmakers, journalisten en mediawetenschappers bijeengebracht om antwoorden te zoeken op de volgende vraag: via welke communicatiestrategieën kunnen klimaatwetenschappers zich het beste tot verschillende publieken verhouden? Dit gebeurt door middel van een expertbijeenkomst en een workshop, op basis van een analyse van voorgaande klimaatcontroverses, alsmede van een ‘live’ analyse van de communicatie rond het ‘Fifth Assessment Report’ van het IPCC, dat eind 2013/begin 2014 is verschenen. Het project zal uitmonden in een projectverslag waarin met enkele concrete aanbevelingen wordt voortgebouwd op het communicatieadvies ‘Tussen onderzoek en samenleving’, dat De Jonge Akademie in maart 2012 uit heeft gebracht. Ysbrand van der Werf, Iris Sommer en Teun Bousema: Een pittig hersenpracticum DJA is benaderd door ‘Labbsessies’ om op het Indian Summer festival op 15 en 16 juni 2013 een evenement te organiseren. In de geest van het festival, dat het thema ‘duurzaamheid’ wil uitdragen, wilden we een educatief hersenpracticum geven op kalfshersenen, waarna de restanten in samenwerking met een cateraar op het festival worden gefrituurd in een pittig jasje en aangeboden ter consumptie. No waste! Helaas bleek koelen van het hersenmateriaal op het festival terrein niet mogelijk, zodat we in overleg met de festival leiding het niet haalbaar achtten om het materiaal ook echt als voedsel aan te bieden. Dit plan moet in volgende jaren uitgewerkt worden. Uiteindelijk hebben we het gehouden bij een snijpracticum waarbij we de anatomie van hersenen zichtbaar hebben gemaakt aan de hand van hersenen die we bij de slagers-groothandel hebben gehaald, voor een breed publiek en uitleg hebben gegeven over hersenen en hun werking, nut van anatomisch onderwijs, (bio)medisch
Jaarverslag De Jonge Akademie 2014
maart 2015
41 / 48
onderzoek en hersenonderzoek. Gegeven de gemêleerde achtergrond van het publiek liepen de reacties uiteen van interesse tot verbazing, professionele feedback, interesse in deelname aan studies etc. Op het filmpje op de website komt het evenement en onze bijdrage goed in beeld.
Arianna Betti en Bettina Speckmann: GlamMap glamup In GlamMap glamup we continue exploring visualization of bibliographic metadata using interactive, computer-generated maps in the tradition of Minard. In previous projects we have developed software visualizing datasets relevant to humanities research (how many artefacts, especially books, were produced when where?) We now focus on data cleanup and the (re)usability of our map by libraries. We develop structural links with OCLC, the company behind WorldCat, in particular via GLIMIR, a project which focuses on identifying books uniquely. By matching our dataset to the WorldCat catalogue we will (i) clean up our data; (ii) create a proper data structure representation. A project report will follow. 2e ronde, november 2013
Jeroen Geurts: De neurowetenschappen van nu Op 18 maart 2014 is de website www.neurowetenschappen.nu online gegaan. Dit online platform heeft als doel discussies te faciliteren over stellingen die raakvlak hebben met (neuro)wetenschappen, bedrijfsleven en maatschappij. Bij iedere stelling staan openingsreacties van professionals met uiteenlopende achtergronden en studenten vanuit verschillende studierichtingen. De artikelen en blogs die gepubliceerd worden op de website geven inzicht in de rol van de neurowetenschappen in bedrijfsleven en maatschappij, maar zijn ook educatief van aard (bijv. voorlichting over hersendonatie of mini-colleges over het brein). Deze content moet ten goede komen aan de transparantie van de neurowetenschappen. Daarnaast wordt er via social media (Facebook en Twitter) interessant nieuws gedeeld. Beatrice de Graaf, Lotte Jensen en Herman Paul: Vienna 1815: The Making of a European Security Culture De Jonge Akademie en de KNAW organiseerden van 5 - 7 november 2014 een internationale conferentie over het Congres van Wenen, dat van 1814 tot 1815 werd gehouden. Tijdens dat Congres werd vrede gesloten tussen de grote mogendheden, de kaart van Europa opnieuw getekend en een veiligheidssysteem voor de daarop volgende decennia vastgelegd. Het programma bestond uit een publieksbijeenkomst op de avond van 5 november in het Nationaal Archief in Den Haag en een tweedaags Congres in het Trippenhuis in Amsterdam. Meer dan veertig onderzoekers gaven acte de présence en discussieerden over het Congres, de bijbehorende nieuwe diplomatieke cultuur, de herschikking van internationale allianties en de culturele nalatenschap hiervan.
Ysbrand van der Werf en Pieter Roelfsema: Het slapende brein in beeld Gesteund door een projectbeurs van DJA hebben we in de afgelopen maanden een groep gezonde vrijwilligers in de MRI scanner gescand, terwijl zij probeerden in slaap te vallen. Het bijzondere aan deze benadering was dat we hebben geprobeerd tegelijk het MRI beeld en het EEG signal te meten, om daarmee het proces van slapen optimaal in beeld te brengen. Zoals in de aanvraag vermeld, is dit een technisch hoogstandje en was het project bedoeld om eventuele technische problemen op te lossen en tegelijkertijd resultaten te verwerven die voor toekomstige projecten, voor publiekslezingen en publicaties geschikt zouden zijn. Het project is inmiddels afgerond en uitgebreid met metingen aan een patiëntengroep (narcolepsie patiënten).
Arianna Betti: SalVing GlamMap We want to add text-mining functionality to our visualisation software GlamMap, currently developed under our co-supervision in the homonymous ERC Proof of Concept project (GlamMap), which is itself a follow up of two previous DJA projects (Mapping Philosophy 1 & 2). 42 / 48
At the moment our software allows users only to visualise data about books on geographical maps (see the figure on the right for a visualisation of all textbooks in logic 1740-1940). If we add text-mining functionality, a user will also be able to click on a particular book and, if the digital full-text is available, explore computationally the content of the book using integrate text-mining software. The text-mining software we will integrate in GlamMap is called SalVe. SalVe is a unique tool specifically aimed at philosophical exploration. It has been developed entirely by two MA students in philosophy and artificial intelligence (Pauline van Wierst and Sanne Vrijenhoek) at the VU in 2012/3 under the co-supervision of philosopher Arianna Betti and computer scientist Stefan Schlobach within the KNAW Academy Assistant Project Phil@scale. SalVe has been already fruitfully used in Pauline van Wierst’s MA thesis to compare traditional and computational tools in philosophy, test existing hypotheses in the history of philosophy, and generate new ones. A project report will follow.
Jaarverslag De Jonge Akademie 2014
maart 2015
43 / 48
Bijlage 8: Besteding DJA-projectbeurzen 2012 In 2012 zijn twee rondes uitgeschreven voor het aanvragen van een DJA-projectbeurs. De bestedingen van de DJA-projectbeurzen zijn als volgt: 1e ronde, mei 2012
Arianna Betti: Two workshops in history of logic and mathematics form Bolzano to Tarski The aim of this activity is the organisation of two international workshops in the history and philosophy of logic and mathematics: Bernard Bolzano Workshop (September 3, 2012, Vrije Universiteit Amsterdam) and Tarski Workshop (June 5-6, 2012) with internationally topranking invited speakers, observing a careful balance as to seniority, distribution of disciplines, gender and geographical provenience of invited participants.
Wim van Westrenen: Hoe nat was de maan? Ik heb met deze DJA-projectbeurs een nieuwe samenwerking opgestart met de onderzoeksgroep van Dr. Mahesh Anand (Open University, Milton Keynes, UK). Zijn groep heeft toegang tot twee zaken die in Nederland nog niet beschikbaar zijn: (1) Maanstenen van de Apollomissies (2) Analytische apparatuur (nanoSIMS) waarmee watergehaltes in Maanstenen nauwkeurig bepaald kunnen worden. Samen met Nicola Cunningham-Potts, een promovenda van Dr. Anand, heb ik in mijn laboratorium in Amsterdam een pilotstudie gedaan naar de verdeling van water tussen het maanmineraal apatiet en maanmagma. Experimentele Maanstenen gemaakt in mijn lab zijn bekeken met de nanoSIMS op de Open University. en echte Maanstenen zullen met dezelfde analytische apparatuur worden geanalyseerd om te achterhalen hoe nat de Maan in het verleden echt was. Het project is dusdanig succesvol verlopen dat besloten is om Nicola een dubbele promotie te laten doen, aan de Open University en de VU. Zij zal haar experimentele werk na afloop van de DJA projectbeurs aan de VU voortzetten. Dat is mede mogelijk doordat ik dit jaar een Vici beurs heb gekregen met als onderwerp onderzoek naar water in de Maan. Als zodanig beschouw ik dit DJA project perfect seed money voor het opzetten van een nieuwe, voor mij bijzonder belangrijke samenwerking. Erik Kwakkel: Website Quill Quill (oorspronkelijke concept naam Oculus) is een Engelstalige website die een mondiaal lekenpubliek op heldere wijze uitlegt hoe een middeleeuws boek werd vervaardigd. De nagevolgde methode is wat in Noord-Amerika wel als “flash and substance” wordt aangemerkt. De website presenteert “flashy” afbeeldingen van manuscripten genomen via ongebruikelijke camerastanden, door te spelen met licht en donker, en via macrofotografie. Onder deze visueel-stimulerende toplaag, die de gebruiker verleidt tot doorklikken, presenteert de website een educatieve component (“substance”), verpakt in pakkende onderschriften en korte inleidingen (dus zonder scrollen). De website brengt middeleeuwse boeken binnen bereik van een groot publiek buiten de academie. www.quill.leiden.edu
Peter-Paul Verbeek en Monika Schmid: Vertaling naar het Engels en publicatie bij een Engelse uitgever van DJA-publicatie De Maakbare Mens (2009) The publication De Maakbare Mens has formed the basic text for the MA course Translating and Editing of the MA English Language and Culture at the RUGthis semester. Each student has translated and, with the help of the author(s), has edited one chapter.
Jeroen Geurts, Peter-Paul Verbeek, Alexander Sack en Eveline Crone: Goed of Kwaad: jij bepaalt!
In dit project werd op unieke wijze wetenschapsintegratie en –communicatie gestimuleerd. Drie representatieve groepen uit de maatschappij (wetenschappers, niet‐wetenschappers en middelbare scholieren) werden bij elkaar gebracht in het Trippenhuis op 25 oktober 2013 om onderling over cruciale vragen rondom het thema ‘moraal’ te discussiëren. In een open sfeer en onder begeleiding van getrainde gespreksleiders formuleerde iedere focusgroep kernvragen
44 / 48
rondom dit steeds actuele thema. Hun gedachten werden aan het eind van de dag tijdens een discussie‐ en integratiesessie aan de andere groepen gepresenteerd. De interactie binnen en tussen de groepen werd geanalyseerd door een communicatiewetenschapper en op verschillende wijzen vastgelegd (film met korte interviews, verslag websites, lesmateriaal). Momenteel wordt er gekeken naar de haalbaarheid van een populair‐wetenschappelijke of wetenschappelijke publicatie over dit onderwerp. In ieder geval zijn er al een tweetal spin‐offs in de vorm van ‘moreel beraad’ en plannen voor een interdisciplinaire financieringsaanvraag c.q. samenwerking over het onderwerp ‘moraal’ ontstaan. De aanvragers zijn zeer tevreden over het verloop en de opbrengst van de ‘moraaldag’ en zien deze als een uiterst geslaagde, interdisciplinaire activiteit op het grensvlak van wetenschap en maatschappij.
Casper Hoogenraad, Iris Sommer en Elke Geraerts: Mediaweekend De Jonge Akademie Tijdens het ledenweekend op 8 en 9 juni 2012 in Radio Kootwijk werd er een mediatraining verzorgd en een mediadiner gehouden. Tijdens de mediatraining werden jonge wetenschappers getraind in effectief communiceren met de pers. In de avond werd gegeten en gediscussieerd met een aantal gasten uit politiek, media en wetenschappers met veel media ervaring. Tijdens het diner werden stellingen besproken die te maken hebben met het imago van de wetenschap(per), hoe dit te verbeteren en hoe de media hiervoor te gebruiken. Doel is het beter uitdragen van ons vak zodat publiek en politiek duidelijk wordt dat wetenschap van levensbelang is.
Bettina Speckmann, Arianna Betti en Beatrice de Graaf: Symposium: Shaping the Future of Young Academies The Dutch Young Academy and the Global Young Academy have jointly organized a 2-day symposium on 31 October and 1 November 2012 to foster collaboration between existing National Young Academies and to help establish additional Young Academies. We invited representatives from existing young academies as well as initiators of planned or currently forming young academies. The program included sessions to get to know each other and share best practices, panels on common issues, presentations on roadmaps towards the successful creation of young academies, and of course plenty of discussion and networking opportunities.
2e ronde, november 2012
Arianna Betti: Collaboration/Partnership with Australia 2 Consolidating medium/long-term collaboration with Australian partners on a project in digital humanities (computer science/philosophy), including non-academic partners and the Australian National Library. The project follows up on my previous, successful research mission in Australia and on the Speckmann/Betti project Mapping Philosophy 2. It has two main aims: optimizing the preparation of the project GlamMap (ERC Proof of Concept) (to start in March 2012, itself a follow up of Mapping Philosophy 1 and 2) and to develop expertise (by training) to be used to apply for an ERC Consolidator Grant in February 2013.
Eveline Crone en Bernet Elzinga: Families in beeld In dit project wordt een combinatie gemaakt tussen film en wetenschap. De film richt zich op een grote studie naar hersenontwikkeling bij jongeren tussen 8-25 jaar die gedurende 5 jaar worden gevolgd. De deelnemers van de studie zijn twee jaar geleden geïnterviewd door een professionele filmmaker waarbij zij vragen hebben beantwoord over school, uitdagingen en vriendschappen. Met de DJA beurs hebben we de kans om de deelnemers opnieuw te interviewen, twee jaar later, tegelijkertijd met hun deelname aan deel 2 van de studie. Dit wordt gecombineerd met interviews met de ouders van de deelnemers. Deze interviews worden samen met wetenschappelijke uitkomsten verwerkt in een documentaire. Het project zal in maart 2015 worden afgerond.
Gert-Jan van der Heiden: Paul Ricoeur and the Future of the Humanities In het kader van het honderdste geboortejaar van de invloedrijke Franse filosoof Paul Ricoeur heeft Gert-Jan van der Heiden samen met Eddo Evink en Martijn Boven een research seminar en een internationale conferentie georganiseerd over de invloed van het werk van deze denker Jaarverslag De Jonge Akademie 2014
maart 2015
45 / 48
op de geesteswetenschappen en het belang ervan voor de toekomst die geesteswetenschappen. Ricoeurs theorieën over narrativiteit zijn agendabepalend geweest voor de literatuur- en geschiedwetenschappen en laten hun invloed steeds sterker gelden in de philosophy of mind. Zijn werk over symbolen en interpretatie hebben een sterke doorwerking gehad in de theologie en de exegese. Zijn analyses van rechtvaardigheid en vergeving beheersen actuele debatten in de ethiek. Hoe deze aspecten ook in de toekomst voor de geesteswetenschappen van belang zullen zijn, is door de organisatoren in drie onderdelen onderzocht: (1) In de maanden april en mei 2013 is er research seminar georganiseerd van 8 dagdelen. 25 research master studenten en promovendi zijn in gesprek zijn gegaan met 7 Nederlandse experts op het gebied van de hermeneutiek en Ricoeurs werk. Deze experts kwamen van verschillende Nederlandse universiteiten: de Radboud Universiteit Nijmegen, de Rijksuniversiteit Groningen, de Universiteit van Tilburg en de Vrije Universiteit. In dit research seminar werd de stand van zaken verkend rondom Ricoeurs invloed op de geesteswetenschappen. (2) Van 27-29 juni 2013 vond er een internationale conferentie plaats onder de titel Paul Ricoeur and the Future of the Humanities aan de Rijksuniversiteit Groningen. In deze conferentie gingen 31 sprekers in op de vraag welke impact Ricoeurs werk op de toekomstige geesteswetenschappen kan hebben. Vanuit de wijsgerige stromingen van fenomenologie en hermeneutiek heeft Ricoeur belangrijke historische, ethische, theologische en filosofische problemen vanuit het paradigma van ‘de tekst’ behandeld. Op die manier is hij in staat geweest om, onder andere, het probleem van persoonsidentiteit in termen van het creëren van een narratieve plot te denken en om menselijke handelingen te zien als een betekenisvol geheel dat als een tekst gestructureerd is. In de laatste decennia is het landschap van de geesteswetenschappen echter aan een grote verandering onderhevig door de enorme omvang waarmee de nieuwe media (video, sociale media, internet, games, etc.) hun plaats opeisen in onze cultuur. Verandert dit de cultuur niet zodanig dat de tekstgeoriënteerde benadering waarin Ricoeur werkte eigenlijk niet langer van toepassing is op de cultuur waarin wij nu en in de toekomst leven? Tevens leiden de introductie van nieuwe benaderingen ontleend aan de genetica en de cognitieve wetenschappen tot andere paradigma’s die, op het eerste gezicht, meer afgestemd zijn op de huidige cultuur. Dergelijke ontwikkelingen vormen een uitdaging voor Ricoeurs perspectief, zoals de verschillende bijdragen aan de conferentie hebben laten zien. De 31 sprekers hebben vanuit een multidisciplinair perspectief laten zien op welke wijze Ricoeurs oeuvre nieuwe, boeiende en vruchtbare perspectieven biedt voor het denken over cultuur en maatschappij. Ingrid Robeyns: Visiting the Center for the Study of Social Justice, Oxford University, UK Met drie bezoeken aan het Center for the Study of Social Justice van Oxford University, heb ik (a) samenwerking met Engelse collega’s versterkt, (b) lopend onderzoek gepresenteerd en besproken, (c) informele gesprekken gevoerd over rechtvaardigheidstheorie wat ten goede moet komen zowel aan wetenschappelijke publicaties als aan een populariserende monografie, en (d) seminars en lezingen bijgewoond en zo mijn kennis van het vakgebied (en ook van aanpalende vakgebieden!) aangescherpt. Oxford heeft de hoogste concentratie analytische politiek-filosofen in Europa, mogelijk zelfs ter wereld. Dat alles leidde tot een intellectueel zeer ‘voedende’ serie van bezoeken, die absoluut voor herhaling vatbaar is.
46 / 48
Bijlage 9: Hoogleraarsbenoemingen, persoonsgebonden subsidies, deelname aan raden, commissies & jury’s van de KNAW
Hoogleraarsbenoemingen in 2014 Antoine Buyse en Hanneke van Laarhoven zijn in 2014 hoogleraar geworden.
Persoonsgebonden subsidies, prijzen en nominaties in 2014
13B
DJA-lid Casper Hoogenraad, Beatrice de Graaf, Alexander Brinkman, Andrea Evers Peter-Paul Verbeek, Gijs van de Brink, Danielle Posthuma, Bert-Jaap Koops, Maarten Kleinhans, Wim van Westrenen, Huib Mansvelder, René Geurts Lotte Jensen Hilde Geurts Diederik Roest
Persoonsgebonden subsidies en prijzen ERC Consolidator Grant Vernieuwingsimpuls NWO, VICI
Radboud Science Award De Betto Deelmanprijs van de Stichting Neuropsychologie Nederland Schenking van € 250.000 aan FOM bestemd voor fundamentele natuurkunde.
Deelname DJA-leden aan raden, commissies en jury’s van de KNAW in 2014 Raden Raad voor Aard- en Levenswetenschappen (RAL)
Lid: Irene Tieleman Alumnus: Appy Sluijs Raad voor Geesteswetenschappen (RGW) Alumni: Asghar Seyed Gorab, Peter-Paul Verbeek, Lodi Nauta Raad voor Technische Wetenschappen, Wiskunde en Leden: Ronald Hanson, Maaike Kroon Informatica, Natuur- en Sterrenkunde en Alumni: Gijsje Koenderink, Raymond van Scheikunde (TWINS) Ee Sociaal-Wetenschappelijke Raad (SWR) Alumni: Claes de Vreese, Ariana Need Adviescommissies Commissie Basis- en Voortgezet Onderwijs Lid: Tamara van Gog. Alumnus: Maarten Kleinhans, Juliette Walma van der Molen Commissie voor de vrijheid van Alumni: Kristin Henrard, Elies van Wetenschapsbeoefening Sliedregt Commissie Integriteit, Beleid & Vertrouwen Alumnus: Peter-Paul Verbeek Klankbordgroep Biosecurity Alumni: René Geurts, Peter-Paul Verbeek Trippenhuis Commissie Lid: Joris Dik China Commissie Alumnus: Wilfred van der Wiel Commissie Toekomst Promoveren Lid: Maaike Kroon Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit Lid: Iris Sommer Beoordelingscommissies subsidieprogramma’s Beoordelingscommissie KNAW Fonds Ecologie Lid: Irene Tieleman Beoordelingscommissie Congressubsidiefonds/ Leden: Holger Gzella, Dolf Weijers Visiting Professors/Akademie Colloquia Jury’s wetenschapsprijzen Akademiepenning Alumni: Christoph Lüthy, Bert Weckhuysen Beijerinck Virologie prijzen Alumnus: Ron Fouchier Christiaan Huygens Wetenschapsprijs Lid: Bettina Speckmann Alumnus: Ronald Cramer De la Court Prijs Leden: Frank van Tubergen, Rens Vliegenthart Heinekenprijzen: Jaarverslag De Jonge Akademie 2014
maart 2015
47 / 48
- Cognitiewetenschap - Geneeskunde - Historische Wetenschappen - Milieuwetenschappen KNAW Onderwijsprijs: - Cultuur en Maatschappij - Natuur en Gezondheid - Natuur en Techniek -
Economie en Maatschappij
Lorentz Medaille
-
Lid: Hilde Geurts Lid: Iris Sommer Lid: Beatrice de Graaf Lid: Irene Tieleman
Leden: Lotte Jensen. Alumnus: Christoph Lüthy. - Lid: Annemieke Aartsma-Rus - Leden: Nathalie Katsonis, Diederik Roest - Lid: Tine De Moor Leden: Marijke Haverkorn, Diederik Roest Andrea Evers Maaike Kroon
KNAW Eureka Prijs Bakhuis Roozeboom Medaille Lidmaatschappen internationale Young Academies Global Young Academy Gijs Wuite (ook executive board), Roberta d’ Alessandro, Bettina Speckmann, Arianna Betti, Wilfred van der Wiel (ook executive board) European Young Academy Alexander Sack, Tine De Moor
48 / 48