Alumnimagazine van de Universiteit Leiden
JANUARI 2006
Leidraad
d
vo ies o n Pa r a a gi lu ta na m li 26 n s i
Sinologie in de lift
Inhoud
ETALAGE
Meer straatliefdegras Op 16 november promoveerde Wil Tamis op de veranderingen in het voorkomen van de ongeveer 1500 Nederlandse plantensoorten in de twintigste eeuw. Hij concludeerde dat de soortenrijkdom in Nederland de laatste jaren toeneemt. Op de huidige Standaardlijst van de Nederlandse flora staan 1536 soorten, op de lijst van 1996 stonden er 59 minder. Er sterven wel soorten uit, maar het aantal nieuwe soorten dat er bijkomt is groter. De klimaatsverandering van de laatste decennia van de twintigste eeuw heeft een duidelijk merkbare invloed gehad op de Nederlandse flora. Met name sinds 1980 is een sterke toename van warmteminnende soorten te zien, zoals de zeevenkel, de bijenorchis, de late stekelnoot en het straatliefdegras. Doordat het warmer wordt, komen er nieuwe soorten bij, terwijl de koudeminnende soorten zich door de temperatuurstijging vooralsnog niet laten verjagen. Tamis verwacht wel dat deze toename tijdelijk zal zijn, omdat de koudeminnende soorten op den duur waarschijnlijk toch verdreven zullen worden. De belangrijkste oorzaak van de veranderingen in de Nederlandse flora sinds 1980 is de verstedelijking, gevolgd door de klimaatverandering en de vermesting.
Bèta-lab met baby-lab geopend In de Faculteit Sociale Wetenschappen is op 2 november een bèta-laboratorium geopend. Het bestaat uit 20 laboratoriumruimtes waarin experimenten en observaties kunnen worden gedaan. De faculteit is nu volledig uitgerust voor experimenteel psychologisch en pedagogisch onderzoek. Er kunnen ECG’s en EEG’s worden gemaakt, en de ademhaling en het stresshormoon cortisol kunnen worden gemeten. Ook is er een speciaal baby-lab. Daar bestuderen pedagogen hoe heel kleine kinderen leren van wat ze zien. Ook heeft het lab ruimtes met one-way screens om spelende kinderen te observeren.
Wie: Mariska Klein Velderman (1980) Wanneer: Promoveerde op 24 november bij professor Rien van IJzendoorn, co-promotores waren doctor Marian Bakermans-Kranenburg en professor Femmie Juffer
hun kind beter op en reageerden daarop adequater. Vooral kinderen met een relatief moeilijk temperament en hun moeders profiteerden hiervan. In de kleutertijd lieten kinderen uit de interventiegroep bovendien minder externaliserend probleemgedrag zien.
Wat: Klein Velderman evalueerde de in Leiden ontwikkelde ‘Video-feedback Intervention to promote Positive Parenting’ (VIPP) bij 81 moeders met een onveilige mentale gehechtheidsrepresentatie. De interventie van 4 huisbezoeken in het eerste levensjaar bleek effectief. In beide interventiegroepen waren de moeders na de interventie sensitiever dan controlemoeders: zij pikten signalen van
Waarom: Sensitiviteit van de ouder is een van de belangrijkste levensbehoeften van jonge kinderen, en een voorwaarde voor het ontwikkelen van een veilige gehechtheid. Veilig gehechte kinderen vertrouwen er op dat zij indien nodig altijd troost en bescherming bij de ouder zullen vinden. Moeders met een onveilige gehechtheidsrepresentatie lopen het risico minder sensitief op hun kind te reage-
2
ren en daardoor een onveilige gehechtheidsrelatie met hun kind te ontwikkelen. VIPP heeft tot doel deze cirkel van onveilige gehechtheid te doorbreken.
Parlement eerder betrekken bij EU-wetgeving Nederland is traag in het omzetten van Europese richtlijnen, en vertoonde tijdens het voorzitterschap in 2004 zelfs een achterstand ten opzichte van andere landen. Bestuurskundige Bernard Steunenberg en jurist Wim Voermans onderzochten hoe dat beter kan, door te kijken naar buitenlandse voorbeelden. Hun aanbevelingen: het parlement moet eerder worden betrokken bij de omzetting van Europese richtlijnen. De regering moet in Brussel pas kunnen onderhandelen over een wetsvoorstel van de Commissie nadat dit eerst in ons eigen parlement is behandeld. Het omzetten van EU-richtlijnen moet daarnaast op zo laag mogelijk niveau gebeuren, met benutting van de bestaande instrumenten van wetgeving; het heeft geen zin nieuwe instrumenten of procedures in te zetten die wezensvreemd zijn aan ons constitutionele systeem. Wel zou de Nederlandse regering moeten werken aan een breed gedragen Nederlandse beïnvloeding van Europese dossiers.
Onder de helm gehouden De bouwfraude schokte politiek, publiek en pers. Hoe kon het zover komen? In zijn proefschrift Verzwegen onderneming. Ondernemers, overheid en het einde van het bouwkartel (2001-2005) beschrijft Lenny Vulperhorst hoe de crisis in de bouw zich sinds november 2001 ontwikkelde. Bouwondernemers reageren als daders. Ze verdedigen zich met uitspraken als: ‘Ik wist het niet’, ‘Iedereen deed het’ en ‘We dachten dat de overheid het toestond’. Ook voerde men aan dat de onrechtmatigheden slechts betrekking hadden op een deel van de bouw. ‘Het klassieke verweer van de wittenboordencrimineel die het "illegale" als uitzondering beschouwt op een verder normaal bestaan’, vindt Vulperhorst. Hij stelt vast dat relaties tussen politiek, ambtenarij en bedrijfsleven zo hecht waren dat politici en ambtenaren ‘gratis’ de andere kant opkeken. Ze hielden hun kennis van onregelmatigheden ‘onder de helm’. Daardoor werden kartelafspraken in de hand gewerkt.
Waar: Klein Velderman deed haar onderzoek op de afdeling algemene en gezinspedagogiek – datatheorie van de Leidse faculteit Sociale Wetenschappen, waar zij werkte in een team van gehechtheidsexperts. Mariska Klein Velderman: The Leiden VIPP and VIPP-R Study. Evaluation of a Short-Term Preventive Attachment-Based Intervention in Infancy
3
IN DEZE EDITIE
DE MARE GING
Gamers
28 2
INHOUD Mariska Klein Velderman
3
ETALAGE Kort nieuws uit de Leidse wetenschap
5
19
DE MARE GING
Hagedissengif
Het belangrijkste nieuws uit de afgelopen nummers van Mare
6 8
RECHTENDECAAN CAREL STOLKER OVER ZIJN FACULTEIT DIES NATALIS Getekende depressie en Syrisch-orthodoxen
10
SINOLOGIE IN DE LIFT Enige opleiding in Nederland is populairder dan ooit
16
JEUGDJOURNAAL
18
Ontbossing op de Filippijnen
17
ICS DEVELOPMENT OFFICE
18
ANTON KORTEWEG Dichter in gescheurd jasje
19
FAMILIEBANDEN Vader en dochter over vroeger en nu
20
APRÈS LEIDEN Van collegebank naar Binnenlandse Zaken
22
TERUG OP KAMERS Flanorpad kon niet koken
23
HET TOPSTUK De voetstap van Carlo Beenakker
24
NETWERKEN Paul van Vliet en Floor Kist in hun ‘Huize Jeruwel’
25
LUF GRANTS
26
PROGRAMMA DIES NATALIS
27
CLEVERINGABIJEENKOMSTEN Een aantal Cleveringabijeenkomsten in Nederland
28
LEIDS UNIVERSITEITS FONDS BERICHT
30
LEIDEN BIEDT AAN
32
GEDICHT
Het is verslavend, maar gaat niet ten koste van studie of sociale leven. Het zogeheten gamen, het spelen van computerspellen, heeft de afgelopen een flinke vlucht genomen. ‘Vroeger ging het om een select groepje nerds die niet veel sociale contacten hadden’, aldus de Leidse studentengamers. Maar: ‘Tegenwoordig zijn steeds meer mensen ermee bezig. De markt richt zich nu ook op meerdere doelgroepen. Zo verschijnen er meer games voor vrouwen en oudere mensen. Het is een hobby geworden voor mensen van alle leeftijden die zich er niet voor schamen.’ (Mare, 6 oktober 2005)
Colofon Leidraad is een uitgave van het ICS Development Office van de Universiteit Leiden. Dit blad is bestemd voor alle alumni van de universiteit, en wordt vier maal per jaar uitgegeven. UITGEVER LEIDRAAD Universiteit Leiden, John Kroes, directeur ICS Development Office BLADCONCEPT Maters&Hermsen Journalistiek HOOFDREDACTEUR Frank Provoost (
[email protected]) VORMGEVING Roeland Segaar (art director), Nanda Reinders Kade 10 Communicatie, Leiden FOTOGRAFIE Marc de Haan MEDEWERKERS AAN DIT NUMMER Ilse Ariëns,Thomas Blondeau, David Bremmer, Jos Damen, Carolien Dircken, Dini Hogenelst, Hilje Papma, Christiaan Weijts, Annette de Wolde REDACTIERAAD Piet van Sterkenburg (vz), Maaike Koolhoven, Adriaan in ‘t Groen, Annah Neve UNIVERSITEIT LEIDEN, DEVELOPMENT OFFICE Hanneke Wiessing, Alumni Officer. Rapenburg 70.Tel. 071-5273237 Website: www.alumni.leidenuniv.nl Op de cover: prof.dr.Gong Gang
Biologiestudent Freek Vonk kan zich verheugen op media-aandacht van landelijke kranten, de wetenschapsbladen, persbureau Reuters en The New York Times en de Volkskrant. De 23-jarige student publiceerde in Nature zijn onderzoek naar gifklieren bij hagedissen. De giffen zijn interessant voor de farmaceutische industrie. Vonk: ‘Ik ben er allemaal reuze blij mee. Het kan de lezers geïnteresseerd maken in reptielen. Die staan bij veel mensen in een slecht daglicht, terwijl het in mijn ogen de meest fascinerende wezens uit het dierenrijk zijn.’ Voor alle duidelijkheid: ‘Een beet zal een mens nooit vergiftigen.’ (Mare, 17 november 2005)
Gehandicapte studenten De voorzieningen zijn er, maar ‘je moet wel assertief zijn’. Dat concluderen gehandicapte studenten over hun universiteit in een onlangs verschenen rapport, waarin Leiden op de zevende plaats eindigt. Naar schatting lijdt zes procent van de totale studentenpopulatie aan een duurzame functiestoornis, een handicap of chronische ziekte. Tweedejaars student klassieke talen Margje Smolders heeft een genetische afwijking aan haar bindweefsel, waardoor haar gewrichten instabiel zijn. Ze kan korte stukjes lopen, maar is wel afhankelijk van haar scootmobiel, wat in de studiezaal klassieke talen van de universiteitsbibliotheek een
probleem vormt. Een pilaar blokkeert het pad tussen de kasten met daarin Griekse auteurs A t/m F. ‘Homerus, daar kan ik nog net bij.’ (Mare, 1 december 2005)
LUSM ontmanteld De Leiden University School of Management (LUSM) mag komend jaar geen nieuwe studenten meer aannemen. Dat heeft het college van bestuur besloten. Bestaande studenten kunnen hun opleiding wel afmaken. Reden voor het besluit is de geringe belangstelling van buitenlandse studenten voor de door de LUSM aangeboden postdoctorale MBAopleidingen. De in 1999 opgerichte managementschool heeft nog nooit winst gemaakt. Weliswaar waren aanloopverliezen ingecalculeerd, ieder jaar verschoof het perspectief op zwarte cijfers verder naar achter. De eerste drie jaar leed LUSM een kleine 1,5 miljoen euro verlies. Volgens de laatste ramingen zou de in het Gravensteen gehuisveste school pas in 2007 mogelijk geld opleveren. (Mare, 3 november 2005)
Rechten volgt ‘podcasting’-trend ‘Dames en heren. Vorige week hebben we het gehad over de achtergronden, de terroristische achtergronden van de moord op de schrijver, columnist en filmmaker Theo van Gogh’, zalft de stem van Paul Cliteur helder en ruisloos door de koptelefoon. ‘Wat ik deze week wil doen, is de staatsrechtelijke consequenties van de moord bespreken.’ Bij Rechten je favoriete docent beluisteren op je mp3-speler? De faculteit biedt online ‘podcasts’ aan van bekende hoogleraren als Cliteur en Tom Barkhuysen. Podcasting is een samenvoeging van iPod, Apple’s bekende muziekspeler, en het werkwoord ‘broadcast’, uitzenden. Initiatiefnemer Jeroen Leijen: ‘Het fenomeen leek me een uitstekende manier om de band tussen docent en student buiten de reguliere contacturen te versterken.’ (Mare, 17 november 2005)
5
RECHTEN
Rechtendecaan Carel Stolker over zijn faculteit
‘De band met
onze studenten is sterker geworden’
‘Leiden de slechtste Rechtenfaculteit van Nederland’ kopten de media in november met de verouderde cijfers uit Kennis in Kaart in de hand.Rechtendecaan Carel Stolker blikt terug. DAVID Bremmer Wat was rector magnificus/collegevoorzitter Douwe Breimer boos toen het Algemeen Dagblad Leiden in 2004 uitriep tot ‘slechtste universiteit van Nederland’. Bron van de twijfelachtige kwalificatie was Kennis in Kaart, een door staatssecretaris Mark Rutte uitgegeven rapport over de kwaliteit van de Nederlandse universiteiten. Het rapport bevatte vooral veel oud cijfermateriaal en een vreemde vorm van kwaliteitsberekening waarbij Leiden op basis vijf procent aan minder goede opleidingen het stempel ‘slechtste’ kreeg opgeprikt. Dat Leiden op de onderzoeksranglijst van het ministerie als beste onderzoeksuniversiteit uit de bus kwam, was merkwaardig genoeg niet in Kennis in Kaart meegenomen. Na forse kritiek van Breimer en relativerende opmerkingen van Rutte over de waarde van het rapport, leek de tweede versie van het rapport realistischer uit te pakken. De staatssecretaris spoedde zich in een heus publiciteitsoffensief zelfs naar Leiden voor de presentatie ervan. Tevergeefs: doordat in het vernieuwde Kennis in Kaart de evaluaties per opleiding waren opgesplitst en bij Rechten de meest recente kwaliteitscriteria uit de periode 1996-2001 stamden, ontving de faculteit door
Maar dat de faculteit sindsdien is verhuisd naar een supermodern gebouw, extra geld kreeg, en hard werkte om het onderwijs te verbeteren werd niet vermeld. ‘Een vorm van luie journalistiek’, oordeelde een boze decaan Carel Stolker in een reactie het nieuws. Met Leidraad blikt hij terug op een roerige maand november.
Overviel de berichtgeving u? ‘Om eerlijk te zijn kwam het nieuws als een donderslag bij heldere hemel. Rector Breimer had afgelopen jaar veel kritiek geleverd op de methodologie van Kennis in Kaart uit 2004, wij verwachtten daarom een eerlijker beeld. We waren dus verrast toen NRC hier mee kwam en Trouw en de Volkskrant het nieuws een dag later overnamen. De media exposure was groot.’
Op wie bent u het meest boos:op de kranten of op staatssecretaris Rutte? ‘Ik neem het beiden kwalijk. Over het krantenartikel: daar had duidelijk in moeten staan dat het oude informatie betrof, namelijk een onderwijsvisitatie over de periode 1996-2001. Bovendien kun je niet zomaar over ‘de beste’ of ‘de slechtste’ spreken, dat ligt veel genuanceerder. Dat heb ik de journalist van NRC Handelsblad ook verteld. De laatste wist dat er veel veranderd was op onze faculteit, maar vermeldde dat helemaal niet. Gelukkig schreef hij een dag later een eerlijker stuk, dat zie ik toch als vorm van rehabilitatie.’
‘De geslagen hond spelen, is helemaal niet nodig‘ NRC Handelsblad zijn beoordeling op basis van een bijna vijf jaar oud rapport. Inderdaad was het oordeel over die periode terecht. 6
En de staatssecretaris?
‘Rutte is een leuke en enthousiaste man, maar de vraag is of hij een document als Kennis in Kaart moet uitbrengen wanneer de onderzoeksgegevens in veel gevallen zo gedateerd en ook grofmazig zijn. Rutte noemt het een beleidsdocument, op basis waarvan je universiteiten niet zomaar mag vergelijken. Maar als dat zo is, waarom komt hij het dan presenteren op Minerva? Die presentatie is natuurlijk onderdeel van zijn roadshow. Niet voor niets kwam hij
naar Leiden, hier was immers zo veel kritiek geweest op de eerste versie van Kennis in Kaart. ’De luidruchtige manier waarop Rutte het verpakt, zorgt er voor dat de media met het document aan de haal gaan. Het wordt voor faculteitsbestuurders dan wel heel moeilijk om met die voortdurende negatieve aandacht, die jaren kan duren, tot verbeteringen te komen.’
Het predikaat ‘slechtste’ is gebaseerd op oud cijfermateriaal. Hoe gaat het nu met Rechten? ‘Er staat een totaal andere faculteit dan zes jaar terug. De slechte onderwijsvisitatie was voor het college van bestuur het startsein om meer aandacht aan Rechten te besteden zowel in financiële en facilitaire zin. Inmiddels zijn we verhuisd naar een prachtig nieuw gebouw, het Kamerlingh Onnes, en is ons onderwijs sterk verbeterd. De samenwerking tussen onze onderzoekers is aanmerkelijk toegenomen nu we op een unilocatie zitten in plaats van in verschillende gebouwen. Daarmee is ons ‘eilandenrijk’ voorgoed verdwenen. Overigens houden we hier ook in ons benoemingsbeleid rekening mee: we nemen alleen nog mensen aan met een reputatie van te willen samenwerken.’
‘Probleem is dat visitaties zijn bedoeld om het onderwijs te verbeteren en niet om in de media als ranglijsten met cijfer 1 tot 9 te dienen. Aan de andere kant probeer ik bescheiden te blijven over de uitkomsten van zulke lijstjes: universiteiten en decanen gebruiken ze ook als het hen goed uitkomt. Faculteiten kunnen het zich alleen bijna niet meer permitteren om slecht uit een visitatie te komen. Die hebben een grote impact, jarenlang. Maar daarmee werkt het visitatiesysteem nauwelijks kwaliteitbevorderend.’
Is er nog winst te halen uit deze affaire? ‘De grote winst is dat onze band met de studenten is versterkt. Onze studenten toonden zich in deze affaire zeer betrokken. Inmiddels ben ik naar studentenverenigingen Augustinus en Minerva geweest om uit te leggen waar we mee bezig zijn. ‘Verder willen we in de media nog meer aandacht proberen te vragen voor de mooie dingen die hier gebeuren, zoals binnengehaalde subsidies, oraties en promoties. Daar zijn we iets te bescheiden in. Want de buitenwereld mag bijvoorbeeld best weten dat we komend jaar meer promoties dan ooit hebben: maar liefst 25. Verder krijgen onze alumni voortaan het nieuwe blad Leiden Law Magazine (‘LLM’).’
U ziet de toekomst dus zonnig tegemoet? Ondanks uw kritiek op Kennis in Kaart zegt u dergelijke onderzoeken en rankings zeer serieus te nemen. ‘We nemen ranglijsten uiterst serieus, de tijd dat we dat niet deden is echt voorbij. Rankings maken zelfs deel uit van onze eigen kwaliteitscontrole, ook al weten we heel goed hoe ongelofelijk voorzichtig je ermee moet omgaan. Zo kijken we altijd heel zorgvuldig naar de jaarlijkse Elsevier-enquête en evalueren we wat goed gaat en wat niet.
‘Wat Kennis in Kaart deed, is het trauma van een slechte onderwijsvisitatie en van de reorganisatie ook na zoveel jaar nog eens inpeperen. Dan wordt het lastig om zoiets eindelijk achter je te laten. Maar we willen niet de geslagen hond spelen, dat is helemaal niet nodig. We zijn een heel eind op weg. Alleen is Rechten in Leiden nu eenmaal nieuws en dat geeft ook aan dat we een zekere reputatie hebben te verdedigen.’
7
DIES NATALIS
Depressie versus Syrisch-orthodoxen Tijdens de dies natalis voor alumni op 11 februari a.s. zoekt psychologiehoogleraar Willem van der Does antwoord op de vraag: ‘Is iedereen een beetje gek?’ En ‘toekomstig wereldleider’ christelijke minderheden in het Midden-Oosten bespreekt de ingewikkelde identiteit van Syrisch-orthodoxen. In Leidraad alvast een voorproefje.
Tekeningen spreken boekdelen ARJEN van Veelen Zijn populair wetenschappelijke boek Zo ben ik nu eenmaal! Lastpakken, angsthazen en buitenbeentjes haalde de top tien van managementboeken. Willem van der Does (45) is hoogleraar experimentele psychopathologie en doet onderzoek naar depressies. In zijn dieslezing behandelt hij de vraag: is iedereen een beetje gek? ‘In m’n eerste boek laat ik zien dat gekte een glijdende schaal kent: het is nogal
Willem van der Does
8
arbitrair waar je de grens trekt.’ Van der Does beschrijft de extremen - narcistische, theatrale of excentrieke persoonlijkheden, bijvoorbeeld - maar ‘het aardige is dat de mildere vormen van gekte herkenbaar zijn bij een ieder’. Van der Does: ‘Het was onlangs voorpaginanieuws in The New York Times - uit een groot bevolkingsonderzoek bleek dat meer dan de helft van de Amerikanen ooit in zijn leven krijgt te kampen met een psy-
chische stoornis. Meer dan de helft van de bevolking lijkt een enorm aantal. Maar ter vergelijking: je kunt ook zeggen dat ongeveer honderd procent van de Amerikanen ooit in zijn leven te maken krijgt met een lichamelijke ziekte.’ En met sommige stoornissen kun je prima leven. Zoals een ernstige spinnenfobie in een omgeving waar weinig spinnen voorkomen.’ Z’n lezing zal hij illustreren, net als z’n boeken, met tekeningen van Peter van Straaten. Wat Escher is voor de wiskunde, lijkt Van Straaten voor de psychologie. ‘Ik kan pagina’s voorbeelden geven, maar die tekeningen spreken boekdelen.’ Van der Does wil ook laten zien wat de voordelen en risico’s zijn van het ‘labelen’ van mensen al naar gelang hun persoonlijkheidsstoornis. ‘Mensen met extreme karakters lokken extreme reacties uit. Het voordeel van die labels: ze kunnen je helpen extreem gedrag te plaatsen en te managen. Het nadeel is dat je slechter kijkt, eens je een label hebt geplakt. Of dat het label werkt als een self-fulfilling prophecy.’ Zo ben ik nu eenmaal! verschijnt binnenkort ook in het Duits en Engels. En inmiddels al een tweede boek uit: Dat moet mij weer gebeuren…Zwartkijkers, zeurpieten en pechvogels. ‘M’n eerste boekje was eigenlijk een uit de hand gelopen college. Toen ik merkte dat het aansloeg, dacht ik: ik schrijf er nog een, maar nu over mijn onderzoeksonderwerp depressie.’ ‘Hoewel het van alle tijden is, lijkt het er wel op dat depressie nu meer voorkomt dan vijftig jaar geleden, en dat het ook op steeds jongere leeftijd ontstaat. Die stijging kan allerlei oorzaken hebben. De keerzijde van de maakbare samenleving, bijvoorbeeld. De huidige tijd biedt enerzijds onbeperkte vrijheid en keuzemogelijkheden, maar verwacht tegelijk veel meer van mensen dan vroeger. Mislukking ligt op de loer. Maar dat meer mensen depressies hebben kan ook liggen aan verslechterde eetgewoonten of excessief diëten.’
Bas ter Haar Romeny
Gezocht:identiteit voor volk Vijf miljoen Syrisch-orthodoxen leven er verspreid over de wereld. Ondanks die diaspora is het een hechte gemeenschap: ze voelen zich één volk, ze trouwen liefst onderling, hebben in de Zweedse Eredivisie een eigen voetbalelftal, met het Aramees een gemeenschappelijke taal en sommigen claimen zelfs een eigen staat. Maar waar ze vandaan komen, weten ze zelf eigenlijk niet. Daar hoopt Bas ter Haar Romeny (38) verandering in te brengen. Onlangs werd hij door de Europese wetenschapsorganisatie ESF uitgeroepen tot ‘toekomstig wereldleider’ op zijn vakgebied christelijke minderheden in het Midden-Oosten. Hij kreeg 1,2 miljoen euro voor zijn onderzoeksvoorstel. Dit jaar werden 25 van deze European Young Investigator Awards toegekend. De ESF moest een keuze maken uit 622 kandidaten uit 16 landen en alle wetenschapsgebieden. ‘Met zo’n bedrag krijg je de kans een heel mooi project op te zetten dat hopelijk resultaten oplevert die je aan de wereldtop
brengen.’ Eerder al kreeg hij een PIONIER-subsidie van het NWO. Over de voortgang van dat onderzoek zal hij tijdens zijn dies-lezing vertellen. Hij onderzoekt hoe de identiteit van de Syrische christenen zich heeft gevormd. Aanvankelijk is het vooral een religieuze groep, die tijdens het concilie van Chalcedon in 451 zich afscheidt. Twistpunt: was Christus God en mens inéén of had hij twee naturen? ‘De vraag is of ze dat nu echt theologisch zo belangrijk vonden of dat ze dit twistpunt hebben gebruikt vanuit een etnische overweging.’ Zodra het Midden-Oosten grotendeels islamitisch is geworden, wordt de gemeenschap aanvankelijk gedoogd. Maar later vluchten veel Syriërs uit angst voor vervolging naar het Westen. De Syrisch-orthodoxen blijven zichzelf als een volk beschouwen. ‘Op dit moment zie je sommigen op internet zelfs een eigen staat claimen.’ In moderne discussies verwijzen ze graag naar hun verleden voor ‘Chalcedon’. Maar het is nog maar de
vraag of ze toen al een volk waren. Bij een volk hoort een afkomst, maar daarover zijn ze het onderling niet eens. ‘Ze weten niet precies wie ze nu eigenlijk zijn: stammen ze af van de Assyriërs of de Arameeërs, twee grote volkeren die in de mist van de geschiedenis verdwenen zijn.’ Hij vergelijkt het met de Belgen die zich vernoemd hebben naar het volk dat Caesar roemt als het dapperste. De vraag is natuurlijk of er wel een directe lijn te trekken valt van de moderne Belg naar die uit Caesars tijd. Zelf zijn de Syrisch-orthodoxen erg nieuwsgierig naar de bevindingen van Ter Haar Romeny. Toen hij laatst de begrafenis van de Syrisch-orthodoxe aartsbisschop van de Benelux en centraal Europa bezocht, werd hij dan ook aangesproken op z’n onderzoek. En toen er een artikel over zijn onderzoek in de regionale krant Tubantia verscheen – in Hengelo en Enschede wonen veel Syrisch-orthodoxen – ontving de onderzoeker brieven uit die gemeenschap met goedbedoelde adviezen voor oude bronnen die hij eens moest lezen. Het dies natalis programma vindt u op pagina 26. 9
THEMA
De studie is populairder dan ooit: met honderd nieuwe eerstejaars is de instroom dit jaar verdubbeld ten opzichte van vorig jaar. China komt er aan, en ook de Leidse opleiding sinologie, de enige in Nederland, merkt dit. Hoogleraren vertellen over de opkomst van China en nieuwe initiatieven, onder wie de door Philips gesponsorde gasthoogleraar, prof. Gong Gang, die uit Peking is overgekomen. CHRISTIAAN Weijts ‘Ik stond laatst ’s avonds in Groningen op de trein te wachten en hoorde Mandarijn om me heen’, zegt Maghiel van Crevel, hoogleraar moderne Chinese letterkunde. ‘Op de markt hier in Leiden, of in Rotterdam in de trein: overal hoor je nu die taal.’ Zijn boodschap: ‘China is onderdeel geworden van onze dagelijkse realiteit’ Dat China in de belangstelling staat, is op zichzelf nog niets nieuws. Van Crevel merkte het al toen hij zelf net student was, in de jaren tachtig. Ook toen stegen, net als dit jaar, de studentenaantallen Chinees. ‘Het grote verschil met toen is dat het toen een gerucht van verre was dat een heleboel mensen ertoe aanzette om het te gaan studeren. Op dit moment is China daadwerkelijk aanwezig. Chinezen studeren hier, zijn actief in het bedrijfsleven, mensen gaan op reis naar China, kennen Chinezen, uit de diplomatie, het zakenleven, het toerisme…’ De opleiding sinologie merkt het aan de cijfers. Dit jaar meldden zich zo’n honderd eerstejaars, terwijl dit er vorig jaar nog geen vijftig waren. ‘We hebben in totaal zo’n 250 studenten. Mensen zijn altijd heel verbaasd als je dat vertelt. Chinees is natuurlijk allang geen klein vak meer. Op de eerste open dag, in november, kwamen al 120 belangstellenden af.’ De nieuwe eerstejaars zijn om uiteenlopende redenen Chinees gaan studeren, zo blijkt uit een rondgang. Silvan Homborg koos bijvoorbeeld eerst Engels. ‘Maar de baas van mijn bijbaantje, een
Sinologie in de lift uitgeverij van kinderboeken, raadde mij aan Chinees te gaan doen. Daar zit meer brood in.’ Ook zijn jaargenote Nienke van Leeuwarden was eerst bij Engels gaan kijken. ‘Ik leer vrij snel talen, maar vond het juist een uitdaging om een taal te leren die erg ver van de onze afstaat. Ik ben 11
THEMA na mijn eindexamen een tijdje in China geweest, omdat ik niet zo goed wist wat ik wilde gaan doen. Ik vond het echt geweldig, de cultuur, de mensen. Ik wil zeker later in China gaan wonen en werken.’ Pieter Jansma twijfelde tussen Japans en Chinees, ‘vanwege de combinatie van taal en filosofie’, en zag uiteindelijk meer toekomst in Chinees. ‘Na de studie wil ik ofwel verder in het onderzoek, ofwel in het bedrijfsleven.’ Lai Mei Tan had al een studie scheikunde achter de rug en wilde zich wat meer gaan verdiepen in haar eigen Chinese achtergronden. ‘En scheikunde als wetenschap is in China heel erg in ontwikkeling, dus dat is een nuttige combinatie.’ De “China-hype” is al een tijdlang gaande. De grote studenteninstroom dankt de opleiding echter ook aan eigen promotionele activiteiten, vertelt Van Crevel. Een wervende cd-rom, gemaakt met hulp van ICT&O, het vernieuwingsfonds Universiteit Leiden, de Letterenfaculteit en het Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing (ICLON) ging vorig jaar naar 500 schooldecanen in het hele land. ‘We moeten zorgen dat het vak een verantwoord soort exposure krijgt. Het beeld zou kunnen bestaan dat sinologie bestaat uit een stel stoffige geleerden in een bibliotheek. Maar als je ziet wat hier rondloopt, dan zijn dat naast de specialisten op het gebied van het premoderne China ook mensen die zich op het moderne China richten – en wij geloven vooral heilig in de verbinding van heden met verleden, tegen de waan van de dag.’ ‘Van de “modernen” houden er twee zich bezig met hedendaagse letterkunde, theater, kunst en film, hartstikke modern, twee met taalkunde, zowel het klassieke als van het moderne Chinees, er is een kunsthistoricus met in zijn onderzoeksproject een pro-
Maghiel van Crevel, hoogleraar moderne Chinese letterkunde.
12
movenda en een postdoc die moderne onderwerpen bestuderen, er zit iemand op hedendaagse stedelijke cultuur, een op moderne filosofie, er zijn specialisten op het gebied van de moderne geschiedenis, de politicologie en de economie.’ ‘De studenten in het eerste jaar hebben een verplicht programma, en doen allemaal hetzelfde. Vanaf het tweede jaar hebben ze de mogelijkheid om keuzes te maken in de ontwikkeling van hun interesses, en kunnen zich bijvoorbeeld volkomen richten op het moderne China.’ Het aardige is dat velen de klassieke kant wel degelijk waarderen, en dat de studenten heel goed begrijpen waarom die historische reflectie zinnig en interessant is. Op de middelbare school is er een stijgende belangstelling voor Chinees, merkt hij. ‘Vrijwel dagelijks krijg ik een mailtje of een telefoontje van een school. Die willen iets met Chinees doen. We zijn bezig, samen met een paar heel goede scholen, om een pro-
Prof. dr. Gong Gang
‘Vrijwel dagelijks mailt of belt een school’ ject op te zetten om vanuit de universiteit een bijdrage te leveren aan een vak als Chinese taal en cultuur. Ik merk aan die correspondentie dat er op alle mogelijke plekken al programmaatjes bezig zijn. Mensen die zich daartoe gekwalificeerd achten, moedertaalsprekers en anderen. Hoe dan ook, het bewustzijn van dat hele stuk van de wereld is in alle mogelijke opzichten radicaal gegroeid.’ Van Crevel ziet het ook als een maatschappelijke verplichting om aan het onderwijs bij te dragen. ‘Wij zijn de enige universitaire opleiding Chinees in Nederland. Wat wij kunnen is op termijn, binnen een jaar of twee, een topkwaliteit leergang aanbieden, zonder winstoogmerk: gewoon, om een bijdrage te leveren aan een zinnige uitbouw van ons vak op middelbareschoolniveau. Daar zijn allerlei scholen in geïnteresseerd. Chinees is nu natuurlijk nog geen schooltaal. Er zijn geen leraren en er is geen lesmateriaal. Dat laatste kunnen wij op korte termijn oplossen. Wij kunnen een leergang met een keurmerk aanbieden; samen met het ICLON willen we bovendien toewerken naar een lerarenopleiding Mandarijn.’ Als de groei doorgaat, voorspelt de hoogleraar, zal Chinees binnen enkele jaren al een eindexamenvak kunnen worden. Maar om de taal écht te leren, moet je een jaar in China gaan zitten. De studenten in Leiden wordt dat nadrukkelijk aangeraden, om de ‘taalsprong’ te maken, zoals het binnen de opleiding genoemd wordt. ‘Die maak je niet als je niet een jaar in die taal gaat zitten, en wel aan een goede universiteit. Goede studenten die om persoonlijke redenen daar niet hebben gezeten zijn wat hun taalvaardigheid betreft mijlenver verwijderd van hoe ze zouden zijn als ik ze even een jaar naar China kon sturen. Dat gaan ze nog wel doen. Het wordt ook op het diploma vermeld.’ ‘We hebben een geweldig goede set-up daarvoor. Dat komt door het cultureel akkoord tussen de Volksrepubliek China en
Nederland aan de ene kant en de bilaterale overeenkomsten met topuniversiteiten in Taiwan aan de andere kant. Dat betekent in de praktijk dat we jaarlijks ergens tussen de 25 en de 30 beurzen hebben te vergeven. Dat zouden er in de nabije toekomst ook meer kunnen worden. Wat wij studenten aanraden is twee jaar hier te studeren, zich dan uit te schrijven, als hun aanvraag gehonoreerd wordt, en na hun jaar in China de studie in Leiden voort te zetten.’ Ook andersom is er veel belangstelling vanuit China voor Nederland. Zo waren Nederlandse uitgevers onlangs vertegenwoordigd om het Chinese equivalent van de Frankfurter Buchmesse, en de Nederlandse literatuur bleek in trek. ‘Een probleem daarbij blijkt te zijn dat er niet genoeg vertalers zijn. Dat is natuurlijk best leuk om hier eens over te gaan nadenken. Het gericht opleiden van mensen om die vertalingen te maken is een interessante gedachte. Op instigatie van het Nederlands Literair
Een teken des tijds, vindt Van Crevel. ‘Wie gingen er vroeger in China studeren? De sinologen. Men ging naar China om “China” te leren. Nu gaan daar mensen heen vanuit de hele wereld om een of andere discipline te gaan doen. Het zijn gewoon goede universiteiten. Ze bieden programma’s aan in het Engels. Er zijn bovendien legio mensen die een intensieve cursus Chinees doen en vervolgens antropologie gaan studeren in China, of andere disciplines. Het interessante is dat de mobiliteit van de student naar een ander land niet langer gemotiveerd is door de bestudering van het land. Als iemand zegt: ik ga in Heidelberg Sanskriet doen, dan begrijpt iedereen dat. Terwijl ze daar toch echt geen Sanskriet speken. Het vak is daar goed.’ Behalve een recordaantal studenten, heeft Chinees dit jaar nog een primeur: de eerste hoogleraar Chinese economie gesponsord door elektronicabedrijf Philips. Prof. dr. Gong Gang is de eerste Philipsgasthoogleraar, en verruilde de universiteit Tsinghua, Peking, voor Leiden. Het Philips-gasthoogleraarschap is een initiatief van Axel Schneider, hoogleraar van het moderne China. ‘In Nederland is er geen traditie in sponsoring van organisaties die niet van de overheid zijn. We moeten die traditie openen en dit is de eerste stap, en we zijn er erg gelukkig mee. Het is een signaal dat de dingen aan het veranderen zijn. In China is er al een langere traditie om te sponsoren, ook op het gebied van de geesteswetenschappen.’ Professor Gong Gang wijst er zelf op dat er een lange relatie bestaat tussen China en Philips. ‘Philips was een van de eerste Europese bedrijven die een vestiging in China begonnen. En China heeft op dit moment de potentie om zeer snel te groeien.’ Het bedrijf beseft dat volgens de hoogleraar beter dan regeringsfunctionarissen. ‘Philips kijkt volgens mij vijfhonderd jaar voor-
‘Over enkele jaren kan Chinees een eindexamenvak worden’ Productie- en Vertalingenfonds zijn we daar nu over aan het brainstormen. Een master vertalen zou mogelijk zijn, maar je kunt je ook voorstellen dat je een soort buitenpost krijgt van Nederlandse instanties aan een Chinese universiteit, waar studenten worden opgeleid.’ Ook in de Nederlandse studenten zijn Chinezen geïnteresseerd. In november waren afgevaardigden van zestien Chinese topuniversiteiten verzameld in het Arsenaal, het gebouw waar Chinees in Leiden gevestigd is, om hun Engelstalig onderwijsaanbod te presenteren.
Axel Schneider, hoogleraar van het moderne China.
13
uit; politici hooguit vijf jaar. Die denken alleen: “Hoe overleef ik de volgende verkiezingen?” Philips ziet beter wat belangrijk gaat worden in de toekomst. Zij weten dat China sneller en sneller zal groeien.’ Over die groei, en over de geschiedenis en toekomst van de Chinese economie, wil Gong Gang in een collegereeks, die in oktober is gestart, de Leidse studenten onderwijzen. ‘Nu de Chinese economie larger than large aan worden is, denk ik dat de Europeanen de bijbehorende boodschap moeten inzien. We moeten begrepen worden door de Europeanen en de Verenigde Staten, omdat we meer met elkaar te maken zullen krijgen. Soms hoor ik mensen zeggen dat als we doorgaan geen gemeenschappelijke basis hebben, en dat het moeilijk kan zijn om mondiaal samen te werken. Daarom ben ik heel blij om hier te komen. Door onderling het begrip te vergroten, kunnen we de toekomstige samenwerking verbeteren.’ Welke rol gaat China volgens hem op economisch gebied in de wereld spelen? ‘Niet de leidende’, zegt hij. ‘Dat blijven de VS. In Oost-Azië zal China wel een leidende kracht gaan worden, en in de wereld een speler van formaat. De Chinese economie is nog in ontwikkeling. Ze is nog niet getransformeerd en moet nog een volwaardige plaats op de markt proberen in te nemen. De vraag is of we ons in de toekomst staande kunnen houden. Toch is het economische systeem in China heel stabiel. Binnen dat vredige systeem kunnen we de economie laten groeien.’ Schneider vult aan: ‘Sommige mensen zeggen dat China helemaal anders is dan het Westen. Dat is nonsens. Anderen zeggen dat China helemaal hetzelfde is als het Westen. Dat is ook nonsens. Sommige dingen zijn gelijk en andere anders, de uitdaging
is om niet de ander zijn positie over te nemen, maar elkaars positie te begrijpen.’ Inhoudelijk heeft Philips geen invloed, verduidelijkt hij. ‘Noch op de keuze van de mensen noch op de inhoud van de leerstoel. ‘Natuurlijk investeren ze niet in dingen waar ze niet in geïnteresseerd zijn, maar wij legden een curriculum voor, dat zij zagen zitten. Philips kan allerlei suggesties doen, maar de uiteindelijke beslissingen liggen bij ons.’ Universiteiten moeten investeren in gebieden waarvan we ver-
‘We moeten begrepen worden door de Europeanen’ wachten dat ze enorm gaan groeien, vindt Schneider, ‘anders komen we altijd te laat. Het is zorgelijk dat een handelsnatie als Nederland aan de universiteiten geen enkele specialist hebben op het gebied van Chinese economie.’ Het is Gong Gangs eerste echte bezoek aan Nederland. Als toerist was hij er eens vluchtig geweest, maar nu heeft de kans om het land beter te leren kennen. Na het halen van zijn PhD bracht hij enkele jaren in de VS door. Aan al die buitenlandse contacten hield hij ook samenwerkingsverbanden op onderzoeksgebied over. ‘Hopelijk zal mijn bezoek hier niet uitsluitend om het doceren gaan, en kan er in de toekomst ook onderzoekssamenwerking ontstaan.’ 15
JEUGDJOURNAAL Dedan Noomen (11), scholier Denyse Snelder (45), hoofd van het onderzoeksstation van het CML op de Filippijnen DEDAN: Wat is het CML? DENYSE: Het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden. Er werken mensen die onderzoek doen naar milieu. Het bijzondere is dat ze allemaal een andere achtergrond hebben. Zelf ben ik fysisch geograaf, maar collega’s van mij zijn bijvoorbeeld bioloog, antropoloog of milieufilosoof. De afdeling waar ik bij werk, richt zich op ontwikkelingslanden. Ik doe op dit moment onderzoek naar ontbossing op het Filippijnse eiland Luzon, met name bij het Sierra Madre Natural Park. DEDAN: Waarom zijn daar heel veel bomen gekapt?
ICS DEVELOPMENT OFFICE maar heel bijzonder is bijvoorbeeld de Filippijnse apenarend, een roofvogel die apen eet. Behalve de vogels wordt ook de Crocodylus mindorensis bedreigd. Dat is een krokodil die alleen op de Filippijnen voorkomt en die de bossen gebruikt als schuilplaats. DEDAN: Denkt u dat u met uw onderzoek iets kunt doen voor de dieren en de natuur? DENYSE: Jazeker. Ik denk dat wij de mensen van het eiland kunnen helpen om op een goede manier om te gaan met de natuur. We vertellen de boeren die op de graslanden wonen, dat het goed is om bij hun landbouwpercelen bomen te planten. Boeren denken dat bomen alleen maar voedsel onttrekken aan de bodem, maar wij vertellen ze dat bomen juist ook voedsel geven, via afgevallen blaadjes bijvoorbeeld. Ook zorgen
Eén jaar Development Office In de afgelopen periode is tussen het Bestuur van het Leids Universiteits Fonds (LUF) en het College van Bestuur van de Universiteit gesproken over een nieuwe vorm van samenwerking tussen LUF en Universiteit. De gemaakte afspraken zijn vastgelegd in een convenant dat op 19 december jl. na het academische debat over ’alumni als ambassadeurs van de Universiteit’ ter gelegenheid van het afscheid van mr A.W. Kist als voorzitter van het College van Bestuur, is ondertekend door prof. dr D.D. Breimer, Rector Magnificus en Voorzitter van het College van Bestuur en jhr drs R.W.F. van Tets, Voorzitter van het Bestuur van het LUF.
Bos behouden voor de apenarend DENYSE: Vanaf de jaren zestig tot begin jaren negentig is er heel veel hout, verwerkt of onverwerkt, geëxporteerd naar Japan, andere Aziatische landen, de Verenigde Staten en ook Europa. Met grote machines en bulldozers werden de bomen neergehaald. Daarnaast kappen de bewoners hout voor eigen gebruik. Ze maken er meubels van of gebruiken het als brandhout bij het koken. Veel bos is veranderd in grasland en landbouwgrond. Dat er zoveel bomen zijn verdwenen is slecht voor de planten en de dieren. DEDAN: Welke dieren hebben er last van? DENYSE: Vooral vogels. In de Sierra Madre wonen heel veel bijzondere vogels die zich helemaal hebben aangepast aan het bos. Het zijn soorten die maar op één specifieke plek kunnen overleven. Juist daarom is het zo erg. Als het bos verdwijnt, dan verdwijnen er ook allerlei vogelsoorten. DEDAN: Wat voor vogels zijn dat? Hoe zien ze eruit? DENYSE: Er zijn honderden soorten, 16
bomen ervoor dat de vruchtbare bovenste laag van de aarde niet wegspoelt. DEDAN: Helpt u ook de mensen? DENYSE: Ja. Veel boeren op Luzon worden ziek van de pesticiden die ze gebruiken. Wij onderzoeken wat de gezonde en milieuvriendelijke alternatieven zijn voor deze bestrijdingsmiddelen. Ook ondersteunen we de arme boeren door uit te rekenen hoe ze de meeste winst kunnen halen uit hun land. DEDAN: Kunnen de mensen misschien ook geld verdienen met toerisme?
Universiteit opgerichte stichting Campagne voor Leiden is ondergebracht in het Development Office. In het voorjaar van 2006 zullen door de faculteiten nieuwe projecten worden voorgedragen, waarmee de fondsenwerving voor projecten doorgestart zal worden. Het LUF zal in de nieuwe opzet een zogenoemd ‘endowment-karakter’ krijgen.
Universiteit en Leids Universiteits Fonds
Development Office
DENYSE: Dat is een moeilijke vraag. Toerisme heeft voordelen, maar ook nadelen. Je moet bijvoorbeeld wegen aanleggen. DEDAN: En hotels bouwen. DENYSE: Ja, en daar moet je ook weer bomen voor kappen. Een studente onderzoekt op dit moment of en hoe je het ecotoerisme zou kunnen stimuleren. DEDAN: Waarom doen de mensen uit Leiden onderzoek op Luzon en niet de Filippijnse mensen zelf? DENYSE: Die doen het ook. Op Luzon heb je de Isabela State University. Daar werkt de Universiteit Leiden mee samen. Ze waren blij dat wij mee wilden doen, want samen kunnen we veel meer bereiken. Het CML zit nu al vijftien jaar bij de Sierra Madre. Dat is veel langer dan de meeste onderzoekers ergens blijven. Zou jij later ook dit werk willen doen? DEDAN: Nee, want ik wil architect worden. Maar ik zou natuurlijk wel architect kunnen worden in een ontwikkelingsland, want zoveel reizen als u doet, dat lijkt me erg leuk. (IA)
Nadat het College van Bestuur in de loop van 2004 had besloten bij zowel alumnibeleid als fondsenwerving het voortouw te nemen, is in januari 2005 het Development Office opgezet. Organisatorisch is deze kleine eenheid – die direct aan de voorzitter van het College van Bestuur rapporteert – ondergebracht bij het Expertisecentrum Informatisering, Communicatie en Studenten (ICS), een van de grotere centrale eenheden van de universiteit. Het Development Office richt zich op drie kerntaken: • Alumnibeleid • Fondsenwerving • Partnerships
Partnerships Samen met het Bestuursbureau van de Universiteit wordt gewerkt aan het opzetten van partnerships met bedrijfsleven, politiek en overheden.
Samenstelling Development Office ni.leidenuniv.nl). In de loop van 2006 zal een pakket van faciliteiten voor alumni worden gepresenteerd.
Fondsenwerving De in 1999 door het LUF en de
John Kroes, Directeur ICS, Lucas Hendricks, Projectdirecteur Campagne voor Leiden, Wiltfried Idema, Projectdirecteur University Development, Hanneke Wiessing, Alumni Officer en Yvonne Reep en Arlette Hins, Ondersteuning.
Vlnr: Hanneke Wiessing, Arlette Hins, John Kroes,Yvonne Reep,Wiltfried Idema en Lucas Hendricks
Alumnibeleid In nauwe samenwerking met het LUF, de reünistenstichtingen van de studentenverenigingen en de facultaire alumniverenigingen wordt een programma opgezet om de alumni te informeren over universitaire ontwikkelingen. Hiertoe wordt niet alleen de Leidraad voortaan door de Universiteit verzorgd en aan alle 48.000 alumni gestuurd waarvan het adres bekend is, maar ook ontvangen al 12.000 alumni wekelijks de Universitaire e-mailnieuwsbrief en is er sinds september jl. een Universitaire alumnisite (www.alum17
A LU M N U S M AG N I F I C U S
FA M I L I E B A N D E N Letterkundig Museum. Tot mijn verbazing werd ik het.’
Welk gevoel overheerst als u terugdenkt aan uw studententijd? ‘Het zijn gemengde gevoelens. Mijn ouders hadden niet gestudeerd en mijn vroegere dorp kende weinig universitairen. Op mijn school zaten veel streng gelovige kinderen, veel daarvan wilden theologie gaan studeren maar daarvoor moesten ze gymnasium-alfa hebben. Dan bleven ze soms acht, negen jaar zitten om uiteindelijk het diploma te halen en dienaar van het goddelijke woord te worden. Dus toen ik ging studeren, besloot ik maar gelijk om corpslid te worden. Dat hoorde erbij in mijn ogen. Dat viel vreselijk tegen. Op een na, was ik de enige die Nederlands studeerde. Het zat er vol met Hollandse blaaskaakjes. Daar had ik wei-
Vader: ‘Het gebouw is totaal veranderd. Ik vind het erg mooi geworden, prettig en licht. Wat opvalt, is dat er zo ontzettend veel plek is om te zitten. In de jaren zestig was dit echt een laboratorium, met werkplaatsen, en collegezalen. Het getuigt ook van respect dat er nog een herdenkingsplaat is voor Kamerlingh Onnes: het was werkelijk heel bijzonder
aan een kamer te komen. Ik kwam uit Groningen, en ben lid geworden van Minerva. Die kamer had ik trouwens al.’ Vader: ‘In mijn tijd heette dat nog het L.S.C., het Leidsch Studentencorps - dat was nog niet gemengd. Het was volstrekt ondenkbaar dat wij – zoals nu gebeurt over “De Tent” zouden praten. We hadden het over “Sociëteit Minerva”. Uit wat
in Leiden ging studeren. Na achttien jaar Groningen was het daar genoeg. Misschien wilde ik wel een kleine stad. Geschiedenis was goed aangeschreven.’ Vader: ‘De verschillen zijn duidelijk. De studies duurden langer. Vroeger was er meer tijd voor verdieping. Een moeilijk vak als kwantummechanica moet je niet alleen leren, je moet er mee leren leven. Alexandra werkt veel harder dan ik in mijn eerste jaren deed.’ Dochter: ‘Daar staat wel tegenover dat je hebt leren biljarten, toch?’ De vader: ‘In het begin van mijn derde jaar heb ik mij gerealiseerd: dit gaat echt fout. Toen ben ik als een idioot gaan studeren.’ Dochter: ‘Ik zit weinig op de bank. Ik sta op om acht uur. Ik ren rond tot etenstijd, heb veertien tot zestien uur college per week, studeer, eet vaak met mijn huis gewoon thuis, of met mijn club eens in de week. ’s Avonds ren ik weer door tot een uur of half twaalf. Een paar avonden
wat hij op 10 juli 1908 heeft gepresteerd, toen Leiden het koudste plekje op aarde was. Ik woonde aan de Hooigracht, een groot studentenhuis, dat nog steeds bestaat. Wij waren de eerste bewoners die er in zaten. Daar heb ik heel veel plezier gehad.’ Dochter: ‘Ik woon in een meisjeshuis, voor Minerva- en Quintusstudenten. Huizen zijn veel belangrijker geworden, vergeleken met vroeger. Studenten worden ook lid van verenigingen om snel
ik van Alexandra gehoord heb, herken ik wel veel dingen. Ik kwam uit Rotterdam, en we zijn met ongeveer de hele klas naar Leiden gegaan, en aanvankelijk een beetje bij elkaar blijven hangen. Ik heb in mijn eerste jaar te veel in café “De Spijkerbak” gezeten. Achteraf gezien jammer; zo’n eerste jaar van een corps was er toen ook al op gericht dat mensen nieuwe contacten kunnen aangaan, huizen en jaarclubs, dat is vreselijk goed.’ Dochter: ‘Ik weet niet precies waarom ik
per week of naar de kroeg of naar de tent.’ De vader: ‘Wij hadden geen mobieltjes. Al die kinderen bellen zich tegenwoordig suf. Dat hele gecommuniceer speelde niet zo’n rol. Je maakte een afspraak en ging om vijf uur ergens borrelen. Dan dronk je bier of vieze sherry van de Albert Heijn en at wat pinda’s.’ Dochter (lacht): ‘Ik heb in mijn studententijd nog geen één glas sherry gedronken, kan ik je vertellen.’ (CW)
‘Zij werkt harder dan ik vroeger’ Het is hetzelfde gebouw, maar in andere studierichtingen en in andere tijden.Vader George Timmer studeerde van 1961 tot 1968 theoretische natuurkunde in het Kamerlingh Onnes Gebouw. Dochter Alexandra Timmer studeert daar sinds 2003 rechten en, aan de andere kant van het Rapenburg, geschiedenis.
‘Het zat vol met blaaskaakjes’ In deze reeks gaat Leidraad op zoek naar de student achter de bekende Nederlander.Wat deden zij tussen ontgroening en zweetkamertje? Aan het woord is Anton Korteweg (61).Toen studeerde hij van 1963 tot 1971 en ontving een bul algemene literatuurwetenschap. Nu is hij dichter en directeur van het Letterkundig Museum in Den Haag. Uw ouders waren gelovig maar u ging niet naar een christelijke universiteit.
Met het oog op welk beroep ging u Nederlands studeren?
‘Nee, dat hoefde dan weer niet. Terwijl ik vroeger wel 25 km moest reizen vanuit Zevenbergen naar het christelijk lyceum in Dordt. Al mijn katholieke vriendjes mochten naar Oudenbosch of Roosendaal; die hadden geen last van de wind op de Moerdijkburg. Ik heb zitten twijfelen over mijn studiekeuze. Nog aan theologie gedacht, wat mijn ouders natuurlijk vreselijk leuk vonden. Na een tijdje ingeschreven te zijn bij Frans ben ik Nederlands gaan studeren. Na mijn kandidaats ben ik overgestapt naar algemene literatuurwetenschap en ik geloof dat ik de eerste ben die daarin is afgestudeerd.’
‘Nou, in ieder geval niet onderwijzer. Maar ik ben nog nooit een neerlandicus tegengekomen met dat doel die studie aanvatte. En tijdens de studie zag ik allemaal mensen die les begonnen te geven maar ik was ervan overtuigd: “Dat overkomt mij niet!”. Ik had vage plannen om journalist te worden of schrijver. Maar goed, na mijn afstuderen ben ik gaan solliciteren in het onderwijs. Net zoals nu, kon je daar toen makkelijk een baan in vinden. En het moet zeggen, ik vond het best leuk. Ik heb zeven jaar voor de klas gestaan en na anderhalf jaar onder Gomperts te hebben gewerkt, solliciteerde ik voor het directeurschap van het
18
nig mee. Later vonden ze me wel sympathiek, ik hield het tenminste vol. Maar ik heb het pand vaak met een gescheurd jasje verlaten.’
Waarom bleef u toch lid? ‘Vooral om praktische redenen. In het weekend kon je er best goed eten. En ik was lid van de fotoclub en ontwikkelde alles op de donkere kamer op Minerva. Maar ik heb er vaak moeten lijden. Ik was iets te zachtaardig en introvert. “Moedig voorwaarts”, dacht ik. De eerste jaren had ik in Leiden niet echt een aardige tijd. Ik woonde toen bij een hospita: geen bezoek, zachtjes op de trap. Later woonde ik wel aangenaam op Nieuwe Rijn. Eind jaren zestig publiceerde ik ook mijn eerste gedichten en interviews. Dus in die zin ben ik niet een typische student geweest. Ik had andere dingen te doen. Ik heb mij altijd eerder een dichter gevonden. Ik zat te schrijven terwijl anderen naar de kroeg of popconcerten gingen.’ (TB)
19
APRÈS LEIDEN
Politicologe Pamela van Erve (26) over haar nieuwe baan als Rijkstrainee bij Binnenlandse Zaken
‘Ik vraag me nooit af of het al vijf uur is’ Hoe is het om met je bul vers op zak aan je eerste echte baan te beginnen? In deze rubriek vertellen Leidse alumni over hun leven na de studie. In aflevering 3: Pamela van Erve (26) werkt sinds september als Rijkstrainee op het ministerie van Binnenlandse Zaken. DAVID Bremmer ‘Om eerlijk te zijn lag het niet in de planning dat dit mijn eerste baan zou zijn’, vertelt Pamela van Erve over haar job bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. ‘Ik wilde mijn sollicitatievaardigheden verbeteren dus besloot ik een gooi te doen naar het Rijkstraineeschap bij de overheid.’ Haar sollicitatie bleek echter boven verwachting uit te pakken: na de sollicitatie
20
via internet, een IQ-test en weer een gesprek kreeg ze in juli vorig jaar het goede nieuws. ‘Ik werd aangenomen bij het ministerie van Binnenlandse Zaken, één van mijn favoriete ministeries.Waar je wordt ingedeeld is altijd afwachten, je kunt alleen aangeven waar je affiniteit ligt.’ Nu enkele maanden later is Van Erve erg gelukkig met haar functie. ‘Ik werk bij de directie Crisisbeheer, afdeling Preparatie
Decentraal. Onze taak is het ondersteunen van decentrale overheden bij het treffen van voorbereidingsmaatregelen voor crisissituaties. Mocht er een ramp plaatsvinden – dat kan een overstroming, een treinongeluk, een explosie bij Shell of een grote computerstoring zijn – en zo’n crisis is niet meer voor de lokale overheid te managen dan moeten wij zorgen dat er een scenario klaarligt.’ Haar werk brengt de Leidse alumna in aanraking met actuele thema’s en veel verschillende mensen. ‘Ik vind mijn job bijzonder uitdagend en motiverend. Ik vraag me nooit af ‘of het al vijf uur is’ , maar juist ‘het is al vijf uur en ik moet nog zoveel doen.’ Daarbij noemt ze het werk bij Binnenlandse Zaken nationaal en internationaal tegelijk. ‘Enerzijds gaat het echt om Nederland, anderzijds spelen de meeste zaken waar wij ons mee bezig houden ook in andere landen.’ Wat het traineeship verder aantrekkelijk maakt, is dat het ook in een stuk opleiding voorziet. ‘Alle Rijkstrainees volgen maandelijks twee dagen lessen aan de Campus Den Haag van de Leidse universiteit. We krijgen zes verschillende modules waarbij zowel verschillende thema’s, zoals als overheidsfinanciën en Europa aan de orde komt, maar ook praktische zaken als schrijf- en presentatievaardigheden.’ Al met al is Van Erve’s leven flink veranderd sinds ze de collegebanken heeft verlaten. ‘Wat ik het meeste mis is mijn vrijheid. Nu werk ik de hele dag, en als ik ’s avonds weer in Leiden ben, kan ik niet meer uitgebreid gaan feesten. Daar komt nog bij dat je eigen administratie moet plannen, je kunt niet zomaar even meer naar de bank gaan.’ Haar huidige gebrek aan vrijheid ten spijt was haar agenda ook tijdens haar studie al volgestouwd. Zo deed ze bestuurswerk bij studievereniging SPIL en was ze bij gezelligheidsvereniging Augustinus actief. Niet alleen deed Van Erve de ordecommissie (BOE), van 2001-2002 zat ze
in het bestuur. ‘Eigenlijk ben ik pas na twee jaar gaan studeren, de eerste jaren gingen op aan feesten en gezelligheid. Daarna heb ik het echter goed opgepakt, wilde ik hoge cijfers halen en heb ik nauwelijks meer een college gemist.’ Hoewel ze veel aan haar studie politicologie heeft gehad, noemt ze het werken in de praktijk van een andere orde.
‘Ik mis mijn vrijheid het meest’ ‘Ondanks dat ik veel kennis van de Nederlandse staatsinrichting heb opgedaan, heb ik toch vooral van mijn werk en bestuurslidmaatschappen geleerd. Samenwerken, omgaan met stress en tegenslagen leer je uiteindelijk in de praktijk en niet als je er over leest in een studieboek. Daarom vind ik het ook niet erg dat ik lang heb gestudeerd en erg actief in het verenigingsleven was. Mijn studietijd was heel gaaf, ik zou het zo overdoen.’ Dat Van Erve voor Leiden koos en niet voor het voor haar dichterbij gelegen Nijmegen had meerdere redenen. ‘Behalve dat Leiden een goede reputatie op het gebied van politicologie bezit, kon ik in Nijmegen pas vanaf het tweede jaar die studie doen. Het was daar een postpropedeutische opleiding.’
Het belang daarvan is volgens Van Erve extra groot aangezien de arbeidsperspectieven bij de studie politicologie nog steeds niet geweldig zijn. ‘Toen ik 1997 begon, zei men: ‘na je afstuderen ben je negen maanden werkloos voordat je passend werk vindt. Nu is dat misschien wat overdreven, maar wel moet je als politicologiestudent goed weten wat je wilt en bijvoorbeeld stage lopen. Wanneer je dat doet, in jezelf investeert, dan lukt het om werk te krijgen dat je leuk vindt.’ De keuze voor de opleiding politicologie was een bewuste. Al in de vierde klas van het VWO wist Van Erve dat ze dat zou gaan studeren. ‘Omdat ik vijftien jaar in het buitenland heb gewoond en dan
vooral in niet-democratische landen in Afrika en Zuid-Amerika, zag ik de invloed van politiek en wat dat kan doen.’ Dat wil niet zeggen dat ze zelf politiek actief is. ‘Ik wil nergens bijhoren dan krijg je toch maar een stempeltje mee. Daarom wilde ik nooit lid worden van een politieke partij. Ik ben een strategische kiezer, dat is het wetenschappelijke in mij.’ Over wetenschappelijk gesproken: hoewel Van Erve nu ambtenaar is, sluit ze een terugkeer naar de universiteit niet uit. ‘Onderzoek boeit me erg, voordat ik bij het Rijk aan de slag ging, heb ik gesolliciteerd voor een promotieplaats op de universiteit van Utrecht. Graag zou ik het onderwerp van mijn afstudeerscriptie over onderhandelingen bij de beëindiging van burgeroorlogen in onder andere Sierra Leone en Liberia verder uitbouwen.’
Ook haar eigen ervaring is dat de Leidse opleiding goed is. ‘Politicologie heeft een prima vakgroep met uitstekende docenten. Als je geïnteresseerd bent, kun je er ontzettend veel uithalen, maar dan moet je er wel voor werken. Jammer vindt het oud-Augustinus-bestuurslid de gebrekkige aandacht voor de praktijk. ‘Ondersteuning bij stages was er nauwelijks, een Loopbaancentrum zoals bij Letteren zou zeker geen overbodige luxe zijn.’ 21
H E T TO P S T U K
TERUG OP KAMERS
De voetstap van Carlo Beenakker
‘Bloemkool koken zonder water’ ‘Vroeger kwam je hier een stuk makkelijker binnen’, zegt Hjalmar Teunissen terwijl hij met beide handen de rij met bellen van zijn oude studentenhuis op Flanorpad 6d indrukt. Als de deur uiteindelijk opengaat, herkent hij onmiddellijk de muffe lucht die tien jaar geleden ook al in de hal hing. ‘Wat een zooitje’, roept de alumnus geschiedenis. ‘Ik hoorde dat ze zouden gaan renoveren, maar ik vraag me af wat ze gedaan hebben.’ In de tijd dat hij er zelf woonde, van 1989 tot 1993, was het niet veel beter. Teunissen: ‘Ik sta echt te kijken van de smerigheid die ik toen zo gewoon vond. Soms zaten we op de bank televisie te kijken en liepen er gewoon muizen rond.’ Maar de troep en viezigheid overstemmen niet de goede herinneringen aan saamhorigheid die hem van het huis zijn bijgebleven. ‘We deden veel samen’, zegt hij als hij in de fusie rondkijkt. ‘We kookten hier voor elkaar, keken tv en deden spelletjes. We waren een soort kleine gemeenschap, het voelde als familie. Tijdens een huisfeest heb ik hier een keer opgetreden met de band waarvan ik toen 22
drummer was. We speelden keihard. De deuren stonden open, want het was zomer. Uiteindelijk heeft het LUMC, een heel eind verderop, geklaagd over geluidsoverlast. Stonden er ineens twee agenten aan de deur om te vragen of we wilden stoppen.’ Toch werd er ook serieus gestudeerd in huis. ‘Je kon je aan elkaar optrekken. Als je anderen hard zag leren, ging je dat zelf ook doen.’ Teunissen rondde zijn studie
‘Smerigheid was toen gewoon’ af binnen de zes jaar die daar voor stonden en werkt nu als journalist voor de Rotterdamse editie van het Algemeen Dagblad. Ook op andere vlakken waren de huisgenoten een belangrijk voorbeeld voor elkaar. Lachend vertelt Teunissen hoe hij als oudere bewoner de nieuwe studenten dezelfde domme dingen zag doen als hijzelf. ‘Sommige mensen probeerden te
koken. Dan gooiden ze een bloemkool in een pan zonder water en zette die op het vuur. Dat kun je je eigenlijk niet meer voorstellen later.’ De oud-student werd overvallen door een gevoel van luxe toen hij uiteindelijk verhuisde en een eigen douche en toilet had. Die hij wel deelde met één van zijn oude huisgenootjes, een meisje met wie hij inmiddels een relatie had gekregen. ‘Er zijn best een hoop liefdes opgebloeid hier. De huisnestor wees een meisje af tijdens een hospiteeravond, zodat ze tweede keus werd. Uiteindelijk belde onze eerste keus af en is hij met dat tweede meisje getrouwd. Ze wonen nu samen in Engeland. En beneden woonde een meisje dat, toen het uit was met haar vriend, naar de buurman ging en toen het daarmee uit was naar de volgende, heel apart.’ Hoewel ze al jaren uit elkaar zijn, is Teunissen nog erg goed bevriend met Irene Veringmeier, zijn oude huisgenootje. Dat is tevens de enige ex-bewoner van Flanorpad 6d die hij nog regelmatig ziet. ‘De rest is verhuisd en toen is het contact verwaterd’, legt hij uit. ‘Maar de herinneringen zitten nog goed in mijn hoofd. Nu ik hier rondloop, weet ik weer precies op welke kamer wie zat en lijkt het zelfs net of ze hier nog wonen. Het is alsof ik hier gisteren pas ben vertrokken, in plaats van twaalf jaar geleden.’ (CD)
‘Deze tegel bestaat uit 5 stukken’, staat er op één van de twee kisten in het Academisch Historisch Museum. Dat krijg je ervan, zegt Academiegebouw‘manager’, Adriaan van der Molen, ‘als een of ander rupsvoertuig er overheen rijdt: er werd hier onderzoek gedaan naar de fundering.’ Hij schroeft de andere, blanco kist open. Tussen het plastic en schuimrubber lijkt op het eerste gezicht een normale, vierkante straattegel te liggen. Maar wie beter kijkt, ziet in het beton een voetafdruk. Naast de hiel staan initialen: C.B. De twee tegels horen op de binnenplaats van het Academiegebouw te liggen, maar nadat de eerste daar tijdens proefopgravingen sneuvelde, heeft Van der Molen de brokstukken en het heel gebleven exemplaar gered. Maar hoe kwamen ze daar terecht? En van wie zijn de voeten? Het is vrijdagavond, 23 mei 1975. Onder leiding van quizmaster Kick Stokhuizen nemen twee middelbare scholieren het in een goed gevulde Pieterskerk tegen elkaar op tijdens het zogeheten Massakansspel. De ‘kwis’ – volgens de toenmalige spelling van het Leids Dagblad – wordt tegelijkertijd gehouden met het slotfeest dat de viering van het vierhonderdjarig bestaan van de Leidse universiteit moet afsluiten. Van de ruim 3000 aangemelde kandidaten zijn er vanavond twintig overgebleven. Zij moeten vier ronden zien te overleven. Twaalf van hen vallen na de pittige vragen uit de eerste ronde af. Zij mogen als toeschouwer gaan luisteren hoe de popgroep Lucifer de hit “House for Sale” speelt. De Leidse Courant schrijft: ‘Nadat 400 jaar getracht was de duivel te weren (…) dreunde de Pieterskerk bijna weg onder het elektronisch geweld van zoetige muziek, bekertjes bier stonden op de geluidsboxen’. Conclusie: ‘De Pieterskerk, een dreunhol.’ De overgebleven kandidaten beginnen ‘murw gebeukt door de tonen van “Lucifer”’ aan de volgende ronde. Als even later ook nog “De Sissies” hun
‘Als ik in mijn klamboe lig te dromen’ hebben vertolkt, is het tijd voor de finale. Marco Broeken uit Leiderdorp moet het opnemen tegen ene Carlo Beenakker uit Leiden. De opdracht: zing met een koptelefoon op zo snel mogelijk het lied van Piet Hein. Maar: beide finalisten doen dat even vlot. Na enig beraad wordt voor een andere evergreen gekozen: “Lang zal ze leven”. Daarmee weet Carlo Beenakker zijn concurrent af te troeven. Terecht, vindt het Leids Dagblad, want ‘hij had er fanatiek en gespannen voor gestreden.’ Hoofdprijs: een reis naar Oxford, Londen of Parijs en een vereeuwigde voetstap. Twee weken later mag de winnaar - op zijn vijftiende verjaardag - zijn voet in het natte beton laten zakken. Zijn tegel komt in het midden van het binnenplein te liggen. Inmiddels is ook de bestemming
van de hoofdprijs bekend geworden: het wordt een vierdaagse reis naar Parijs. Marco Broekens voet krijgt aanvankelijk een plaatsje op de stoep van het Rapenburg, tegen het Academiegebouw aan. Carlo Beenakker zou zijn voet nog vaak tegengekomen. Drie jaar later begon hij in Leiden met de studie natuurkunde, die hij in vier jaar cum laude voltooide. Twee jaar later was hij – wederom cum laude – gepromoveerd. En sinds 1991 is hij hoogleraar theoretische natuurkunde, in welke hoedanigheid hij onder andere de Spinozapremie won. Voorlopig wordt zijn voetstap nog even binnen bewaard, pas na de restauratie van het Academiegebouw zullen de twee tegels terugkeren naar hun oude plek. (FP)
23
NETWERKEN
LUF GRANTS
Met broodrooster tussen de benen ‘Laat je zoon studeren, laat hem voor minister leren / En zeg wanneer de mensen vragen: wordt het ooit nog wat? / Laat je zoon studeren, men zal je naam graveren / Op een prachtige plaquette op een gevel in de stad.’ Cabaretier Paul van Vliet heft het glas, nadat hij dit kwatrijn – een variatie op zijn studentenhit – heeft voorgedragen. Samen met collega Floor Kist staat hij voor de deur van hun vroegere studentenhuis, Rapenburg 88. In 1957 bedacht het duo, op de onderste trappen van dit huis, het Leidsch Studenten Cabaret en om dat te herdenken zijn oud-huisgenoten van ‘Huize Jeruwel’ bijeen, samen met andere betrokkenen van de succesvolle cabaretgroep. Het grote doek is zojuist gevallen en Van Vliet en Kist bewonderen de gouden plaquette met daarop het originele beeldmerk, een Leidse lantaarn. Het huis was in die tijd berucht, herinneren de aanwezigen zich. Toenmalig huisgenoot Jan Roest vertelt hoe het huis aan haar naam is gekomen. 24
‘Eens in de zoveel tijd kwam hier een mevrouw uit Rotterdam langs. Die haalde de huur op, en keek of het allemaal schoon was. Een keer kwam ze nadat er een clubfeest was geweest, en riep toen: “Heren, heren, het is hier huize Jeruwel niet!” Dat was in Rotterdam een opvanghuis. Die naam hebben wij toen als geu-
‘Er stond een foetus in de kast’ zennaam overgenomen.’ Van Vliet: ‘Het was verschrikkelijk. Ik geloof niet dat zulke huizen nog bestaan, waar het zo’n pestzooi is.’ Oud-bewoner Bill Bryan (die in 1959 aankwam): ‘De waterleidingen waren bevroren. Je poetste je tanden op de UB. Sommigen studeerden met een broodrooster tussen de benen om warm te blijven.’ Binnen zien de heren hoezeer het pand is opgeknapt sinds zij er niet meer wonen.
In de tuin herinnert een oud-bewoner hoe een medicijnenstudent een glazen pot met een foetus uit het lab had meegenomen. ‘Die hadden we hier ritueel begraven in de grond. Bij werkzaamheden kwam dat ineens boven. “Wat is dat?” vroeg de hospita. En wij: “Dat is het kindje van meneer Peters.” De politie heeft toen nog vragen gesteld aan die student, die allang weg was uit het huis en ergens een goede betrekking had.’ De foetus werd tijdens de groentijd in een kast verstopt, waarna de groenen werd toegeroepen: ‘Er staat nog één van jullie in die kast!’ Gedurende de hele reünie loopt er een accordeonspeler tussen de heren door. Tot groot genoegen van advocaat Kaj van Oven, speelt deze herkenbare muziek. ‘Dit zal de laatste dertig jaar niet al te vaak gespeeld zijn’, zegt hij. Het is de titelsong van het Leidsch Studenten Cabaret. Van Oven heeft de song nog eigenhandig geschreven. ‘Ik kwam in 1957 aan en werd ontgroend, en het grootste deel van de ontgroening heb ik achter de piano doorgebracht bij de Groene Strijgh, het orkest van de groenen. Toen ik net uit de ontgroening kwam, hadden Paul van Vliet en Floor Kist net het Leidsch Studenten Cabaret opgericht en uit de horden studenten die gingen voorspelen werd ik gekozen.’ Hij schreef in de jaren ’57 – ’63 de muziek en teksten van de liedjes waarmee het gezelschap in rap tempo nationale en zelfs internationale faam verwierf. Van Vliet: ‘Ik studeerde hier toen het studentencabaret net aan het opkomen was. Overal in het land werd in besloten verband opgetreden en langzaamaan traden die studenten meer naar buiten, zoals Seth Gaaikema in Groningen en Hans van den Bergh in Amsterdam. Floor Kist begonnen met een programma in besloten kring op sociëteit Minerva.’ Toen het jaarlijkse diës-toneelstuk in de Leidse Schouwburg uitviel, werden zij gevraagd. ‘Wij durfden dat wel aan. Toen werd het menens ineens.’De dag erop kwam het Leidsch Dagblad met een jubelende bespreking. De kop luidde: ‘Het beroepscabaret moet op zijn tellen passen.’ Van Vliet: ‘Zoiets vergeet je nooit meer.’ (CW)
New carriers for tuberculosis vaccines Dr. Maytal Bivas-Benita works at the Leiden/Amsterdam Center for Drug Research (LACDR). During her time as PhD-student (‘aio’), the Leiden University Fund (LUF) supported her research, and also helped financing the printing of her thesis, in June this year. ‘We’re trying to find new carriers for vaccines and drugs’, says dr. Maytal BivasBenita, from the LACDR.This summer she defended her thesis ‘Pulmonary DNA vaccines delivery. Carrier systems for pulmonary application of Mycobacterium tuberculosis DNA vaccines for induction of enhanced immune responses.’ ‘I used a new vaccine, which was engineered in the department of professor Ottenhof in the university’s hospital, the LUMC, and I tried to make a better carrier in order to give this vaccine to the lungs.’
tion Africa. But we have to be aware in the Netherlands.The disease is also in the western countries a problem. Because transmitting by patients is so easy, so people do a lot of effort.There is one vaccine that many people get, especially children, but it is not protecting a hundred percent. So definitely not against tuberculosis by adults.’ She worked on improving delivery of new vaccines to the disease, that vaccinate directly in the lungs.‘The advantage of that is not only that it works without an
injection or pain – you can just inhale the vaccine - but also that the bacteria enters the lungs directly. More than ninety percent of the patients is sick in the lungs.’ This new way of vaccinating is developing fast.‘The carrier system is supposed to make the vaccine more stable, and protect it from degradation within the body. It’s a bit like a car.You can really prolong its lifetime. It will stay longer and probably be more efficient. In this research we used DNA-vaccines, which is a novel type of vaccines, that is very promising for the future.’(CW)
The Leiden University Fund (LUF) supported her research, by enabling her to visit two conferences in Japan, in 2004.‘Mostly students were working there, and presented their work.There was a lot of interaction and good discussions.The participants come from Europe, the United States and Japan. It was very nice and relevant, especially in this stage of my research, to get in touch with this international environment.’ Another support bij the LUF was for printing her book.‘In my studies I use microscope pictures. I needed colour pictures within the text, in order to explain things properly.The printing of those pictures is very expensive. Every page costs about 400 euros, and I had four of five in my thesis.The Luf can give you opportunity when you have extra printing costs. I was not sure whether I could get all the finances that I needed.They offered me the maximum that you can apply for, but at the end I managed without needing everything, so I just took what I needed. They enabled me to finish the thesis without having to spend too much.’ Tuberculoses is ‘a world health problem, just like HIV’, explains Bivas-Benita. ‘Tuberculoses is on the rise right now. Even in Europe, and Russia, not to men25
DIES NATALIS VOOR ALUMNI
CLEVERINGABIJEENKOMSTEN
Programma dies natalis voor alumni
um Taskforce on Hunger) en Johannes van Dam (gastronomisch journalist in o.a. Parool en Elsevier) Het onderwerp is “Eten is Geweten”. Aanleiding is de door Fresco op 28 november uitgesproken Cleveringa-rede over de huidige voedselproblematiek waarbij honger en vetzucht hand in hand gaan.
11 februari 2006, Kamerlingh Onnes Gebouw, Steenschuur 25 te Leiden
Cleveringabijeenkomsten februari 2006 Een aantal Cleveringabijeenkomsten in Nederland is helaas afgezegd in verband met slechte weersomstandigheden op vrijdag 25 november. Veel alumni waren teleurgesteld en hebben aangegeven de lezing graag op een later moment te willen volgen. Een aantal lezingen wordt daarom opnieuw georganiseerd:
16.30 uur Dankwoord door jhr. drs. R.W.F. van Tets, voorzitter Leids Universiteits Fonds, met aansluitend een borrel
12.00 uur – 13.30 uur Ontvangst met lunch in het Kamerlingh Onnes Gebouw. Tijdens de lunch presentaties door de verschillende faculteiten
17.30 uur Gelegenheid om de studentenverenigingen te bezoeken
13.30 uur Opening door de voorzitter van het Leids Universiteits Fonds Jhr. drs. R.W.F. van Tets
13.45 uur – 14.45 uur Lezing van een Leidse hoogleraar. U kunt één lezing kiezen uit de volgende vier voordrachten: • ‘De documentaire getuige’: wat vertellen de papyri uit Grieks – Romeins Egypte ons hierover?’ Door prof.dr. K.A. Worp (Letteren) • ‘Baarmoederhalskanker als mondiaal probleem: het ‘Female Cancer Program’ door prof.dr. J.B.M.Z. Trimbos (Geneeskunde) • ‘Psychopathologie van het dagelijkse leven: is iedereen een tikje gestoord?’
door prof.dr. A.J.W. van der Does (Sociale Wetenschappen) • ‘Identiteit en migratie: christelijke minderheden in het Midden-Oosten en de diaspora’ door dr. R.B. ter Haar Romeny (Godgeleerdheid)
14.45 uur – 15.15 uur Pauze
15.15 uur – 15.30 uur Inleiding door rector magnificus en voorzitter prof.dr. D.D. Breimer
15.30 uur – 16.30 uur Debat met onder anderen mevrouw prof.dr.ir. Louise Fresco (adjunct directeur-generaal FAO), drs. Hans Eenhoorn (voormalig Unilever en lid U.N. milleni-
enkomsten e ij b a g n ri e v le C februari 2006
Aanmelden dies natalis voor alumni U kunt zich aanmelden door bijgevoegde antwoordkaart in te vullen en zonder postzegel te verzenden naar het Leids Universiteits Fonds. U kunt zich ook aanmelden via www.luf.nl/dies2006 of bellen naar 071-5130503. De kosten voor deze bijzondere dag bedragen € 27,50. Het bedrag kunt u overmaken op girorekening 39.30.464 t.n.v. Leids Universiteits Fonds, o.v.v. dies 2006. Inschrijving is in volgorde van binnenkomst van betaling.
's-Hertogenbosch 3 februari
Mevrouw prof.dr.ir. Louise Fresco Louise Fresco (1952) is adjunctdirecteur-generaal op het landbouwdepartement van de FAO, de voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties in Rome. Daarvoor was zij van 1991 tot 1997 hoogleraar plantaardige productiesystemen aan de Universiteit van Wageningen. Sinds 28 november 2005 is zij Cleveringa hoogleraar aan de Universiteit Leiden. In 1990 debuteerde Fresco met de verhalenbundel Bambusa. Daarna verschenen van haar hand de volgende titels: De ondraaglijke lichtheid van de vleermuis 1997 (essays en beschouwingen), 26
Schaduwdenkers en Lichtzoekers 1998 (Huizinga-lezing 1998) en De Kosmopolieten 2003 (roman). Onlangs verscheen De Tuin van de Sultan in Rome. Drs. J.W. Eenhoorn Hans Eenhoorn trad na het voltooien van zijn economie studie aan de R.U.G. in 1969 in dienst van Unilever.Van 1987 tot 2001 was hij achtereenvolgens Chairman van Unilever in Argentinië, Product Group Executive voor Unilever's (global) Ice Cream business, Chairman bij Unilever in Oostenrijk en Senior Vice President in Unilever's (global) Foods Division. Na pensionering in 2001, werd hij door de V.N
Aanvang: 18.00 uur borrel, 18.45-20.00 uur in leiding en lezing, 20.00 uur diner Betaling: € 24 (diner excl. drank) af te rekenen aan restaurant. Vegetariërs: opgeven aan restaurant Opgave en informatie: Prof.dr. B.W. Ongerboer de Visser,
[email protected], tel. 0573-431960, fax 0573-432149. Opgave uiterlijk 2 februari.
uitgenodigd om lid te worden van de "U.N. Millennium Taskforce on Hunger", met de opdracht om realistische actieplannen te ontwikkelen om chronische honger in de wereld te bestrijden (Millennium Doelstelling te realiseren). Daarnaast vervult hij enkele commissariaten en is lid van het Internationale Hoofdbestuur van SOS-Kinderdorpen. Johannes van Dam Johannes van Dam wist van zijn verliefdheid zijn broodwinning te maken: de gastronomie. Sinds jaren is hij vaste medewerker van Het Parool, Elsevier en het Belgische dagblad De Morgen en publiceert ook elders over gas-
tronomische onderwerpen. Die probeert hij enig wetenschappelijk niveau te geven, zonder de humor en de leesbaarheid uit het oog te verliezen, zodat hij bijvoorbeeld een gezien medewerker is van musea als Boymans, het Bonnefanten en het Rijksmuseum met artikelen, tentoonstellingen en voordrachten. Met de verschijning van zijn nieuwste boek Dedikkevandam - Van aardappel tot zwezerik" krijgt de Nederlandse gastronomie een nieuwe standaard aangereikt.
Spreker: prof.mr. J.H. Nieuwenhuis “Wat is waarheid?” Locatie: Golden Tulip Hotel Central, Amadeiro zaal, Burgemeester Loeffplein 98, ’s-Hertogenbosch, tel. 073-6926926 Aanvang: 19.30 uur ontvangst met koffie, 20.00 uur lezingen, 21.30 uur borrel Betaling: € 7,50 contant ter plaatse Opgave en informatie: Leids Universiteits Fonds,
[email protected], tel. 071-5130503. Opgave uiterlijk 30 januari.
Delden 3 februari Sprekers: prof.dr. W.E. Fibbe "Stem cells, shaping the future?" (lezing is in het Nederlands),
studentspreker mw. K. Asjes: “Een herenigd Korea, toekomst of Illusie?” Locatie: Hotel de Zwaan, Langestraat 2, Delden Aanvang: 17.30 uur borrel, 18.30 uur wintermaaltijd, 20.00 uur sprekers Betaling: € 25 contant ter plaatse Opgave en informatie: Mw. drs. R. Schepers-Bok,
[email protected], tel. 06-20966223. Opgave uiterlijk 30 januari.
Zutphen 8 februari Spreker: prof.dr. R.Th.J. Buve "Hollandse veroveraar populair in huidige Brazilië; Gouverneur-generaal Johan Maurits van Nassau (1637-1644)" Locatie: Restaurant 'de Roskam', Hoofdstraat 26, Gorssel, tel. 0575-491312
Foto: Prof.dr.D.D.Breimer thuis bij bestuurslid Gianelle Lunsingh Scheurleer
LUF Cariben Op vrijdag 25 november jl. hield prof.dr. D.D. Breimer, rector magnificus en voorzitter, op Curaçao een lezing met de titel “Universiteit Leiden anno 2005". Zeventig personen ten huize Oster (Hetty en Arthur) dat zich qua ruimte en tuin heel goed leende voor de gelegenheid. Als eerste sprak de Leidse studente Selma Dirksen over haar Leidse ervaringen. De alumni waren enthousiast over de avond. Prof. Breimer bracht ook bezoeken aan de Rector Magnificus van de Universiteit Nederlandse Antillen, aan drie rectoren van VWO scholen en sprak met medisch specialisten en jonge alumni.
27
LEIDS UNIVERSITEITS FONDS
LEIDS UNIVERSITEITS FONDS
Een Groninger familie Dit boek geeft een sociaal- historisch beeld van ruim drie eeuwen geschiedenis van de Groninger patriciërsfamilie Cleveringa. Eertijds woonachtig op verschillende plaatsen op het Hoge Land, trok men einde achttiende eeuw naar Appingedam. Deze stad wordt vervolgens algemeen aangeduid als de bakermat van deze familie. Naast de genealogische gegevens wordt verteld over de wetenswaardigheden uit het leven van de diverse familieleden. Beschreven worden: de huizen waar zij woonden, hun werkzaamheden, hun rol in de gemeenschap, een en ander tegen de achtergrond van algemene maatschappelijke instituties. De tekst is verlucht met vele foto’s in kleur en zwart-wit. Piet Cleveringa, Leids alumnus en auteur van dit boek (ISBN 90-7803-201-4), heeft landelijke bekendheid gekregen als collectioneur van moderne kunst.
Alumniborrel
Gezocht
Cleveringadebat 2005 Op maandag 28 november werd het jaarlijkse Cleveringadebat gehouden voor studenten en net-afgestudeerden. Onder leiding van de directeur van het Nederlands Debatinstituut en tevens alumnus van de Universiteit Leiden, Roderik van Grieken, debatteerden prominente sprekers en het aanwezige publiek over stellingen die de vrijheid van meningsuiting raken. De sprekers van de avond waren: dr. Karl Dittrich, prof.dr. mr. Pim Huijgen, minister Alexander Pechtold en drs. Rob Oudkerk.
De stellingen op deze avond: 1. Het moet burgers vrij staan om iedere vorm van kritiek op ministers te uiten; 2. Invoering van het bindend referendum zal het vertrouwen in de politiek herstellen; 3. Bestuurlijke studenteninspraak binnen de universiteit moet worden afgeschaft.
28
De Leidse Alumni Vereniging voor Politicologen (LAP) wordt nieuw leven in geblazen. Om iedereen op de hoogte te kunnen houden van de diverse activiteiten zijn wij nog op zoek naar adressen van de volgende personen. Kent u één van deze personen of bent u het zelf? Stuurt u dan een e-mail met het juiste adres naar
[email protected]. NAAM
JAAR VAN AANKOMST
Drs. J.G. van Aarsen Drs. J.F. Burggraaf K. Gemenis MBA Mw. drs. M.A. de Jonge Drs. F. Kromhout Drs. H.J.A.M. van Oosterhout Mw. drs. J.M.G. Stooker Mw. drs. J.H.R.Tonneijck Mw. drs. D.E.L. de Vries Drs. C.Youmbi Meanchop
1983 1991 2003 1986 1981 1985 1983 1980 1990 2002
Hoorcolleges van Leidse hoogleraren en docenten uitgebracht op audio-cd Home Academy Publishers geeft hoorcolleges en lezingen uit op audio-cd. Interessante onderwerpen, van geschiedenis tot natuurwetenschappen. Home Academy heeft in samenwerking met het Studium Generale van de Universiteit Leiden diverse hoorcolleges van Leidse hoogleraren en docenten uitgebracht op audio-cd. In het voorjaar komt het hoorcollege uit over grote teksten en mythen uit de Griekse Oudheid door prof.dr. Ineke Sluiter.
Korting voor LUF donateurs Bent u donateur van het LUF? Dan ontvangt u 15% korting op alle titels van Home Academy. U kunt de cd’s eenvoudig bestellen op www.home-academy.nl. Of bel 071 51 305 03 (LUF) voor meer informatie. Verschenen titels: • ‘De staat en zijn recht: een hoorcollege politieke geschiedenis van het recht in
West-Europa’ door Willem Zwalve • ‘De Bijbel: een hoorcollege over de geschiedenis en uitleg van de bijbel’ door Marius van Leeuwen • ‘Feestdagen: een hoorcollege over de geschiedenis en betekenis van christelijke feesten’ door Marius van Leeuwen • ‘Evolutietheorie: een hoorcollege over de mechanismen van de evolutie’ door Bas Haring • ‘History of the European Union: an audio course on the origins and developments of the E.U.’ door Richard T. Griffiths Kijk voor de overige titels op het gebied van geschiedenis, filosofie, religie, politiek en natuurwetenschappen op www.home-academy.nl.
Op vrijdag 27 januari van 18.00 uur – 21.00 uur organiseert het Leids Universiteits Fonds een alumniborrel in het Snouck Hurgronje huis aan het Rapenburg 61 te Leiden. Deze borrel is voor alle afgestudeerden uit de periode 1990 tot 2004. Voor meer informatie 071 51 305 03 of mail naar
[email protected]. Komt allen!
29
LEIDEN BIEDT AAN schrijvingen. Informatie en aanmelding: drs. Marijke Hamel, tel. 071 527 1805, e-mail:
[email protected].
Agenda UNIVERSITEIT LEIDEN / LEIDS UNIVERSITEITS FONDS NEDERLANDS STUDENTEN ORKEST 17 januari Het Nederlands Studenten Orkest speelt Rachmaninov,Tjaikovsky en Bert Visman. Den Haag: dr. Anton Philipszaal, 17 januari 2006. Het NSO wordt samengesteld uit amateurmusici, die studeren aan een universiteit of hogeschool. Ze trekken in tien dagen langs de tien grote concertpodia van het land en sluiten de toernee af met een buitenlands optreden. Meer info en kaarten: www.nso.nl ALUMNIBORREL SNOUCK HURGRONJE HUIS Op vrijdag 27 januari 2006 organiseert het Leids Universiteits Fonds een sfeervolle en informele borrel voor alumni. Aanvang 18.00 uur, locatie Snouck Hurgronje Huis Rapenburg 61 te Leiden RAADSVERGADERING LUF De jaarlijkse vergadering van de Raad van het Leids Universiteits Fonds vindt plaats op 11 februari 2006 om 11.00 uur. DIES NATALIS VOOR ALUMNI 11 februari Op zaterdag 11 februari 2006 wordt de jaarlijkse viering van de dies natalis voor alumni gehouden. Het programma begint om 12.00 uur en vindt plaats in het Kamerlingh Onnes Gebouw. Zie voor meer info pagina 26
FACULTEIT DER KUNSTEN RAPENBURG MUZIEKDAGEN Zaterdag 21 en 28 januari,4 en 11 februari, 11 maart. Dit zijn data waarop de openbare masterclasses van de Rapenburg Muziekdagen 2006 te bezoeken zijn. Dit jaar staan klassieke muziek (piano, slagwerk, zang, contrabas) en orgelmuziek centraal. Docenten van het Koninklijk Conservatorium en de Muziekschool Leiden en Omstreken verzorgen het gevarieerde programma. Locatie masterclasses: Muziekschool, Rapenburg 22, Leiden (m.u.v. 11 maart: de masterclass orgel wordt gehouden in de Dorpskerk, Plein 3, Wassenaar). Publiek is van harte welkom bij de masterclasses. Meer info: www.kunstenenwetenschappen.nl. À LA CARTE STUDEREN Bij de Faculteit der Kunsten zijn voor alumni ook keuzevakken als à la carte-onderwijs te volgen. In het voorjaar 2006 zijn dit onder andere: Europese perspectieven in de internationale culturele samenwerking, Muziektheorie 4, Muziekfilosofie: muziek en interpretatie en muziek en ethiek, Inleiding in de jazzgeschiedenis, Repertoire klassieke muziek, Dansgeschiedenis, Musurgia retorica: confrontatie en analyse op de grens van muziek en literatuur. Kijk op www.kunstenenwetenschappen.nl voor de uitgebreide vakom-
30
SERIE KUNST EN WETENSCHAP In de serie Kunst en Wetenschap, de publicatiereeks van de Faculteit der Kunsten, is als deel 2 verschenen: Geluck, geneughd, vermaeck en vreught. Muziekboeken in de Leidse Universiteitsbibliotheek. Met bijdragen van Ton Koopman en Kathryn Cok. De publicatie is verkrijgbaar à € 10,- bij het secretariaat van de faculteit, tel. 071 527 1805, e-mail:
[email protected]. REMBRANDT CONCERTEN VIRTUOOS! ONGEHOORD REMBRANDT 11 en 12 februari De Faculteit der Kunsten, Stedelijk Museum De Lakenhal en muziektheaterensemble de VeenFabriek initiëren een nieuwe concertreeks in Leiden. In deze reeks zoeken de drie partners naar elkaars inspiratiebronnen. Dit is een van de kenmerken van de hedendaagse kunstbeleving, waarin de grenzen tussen verschillende kunstdisciplines en wetenschap langzaam maar zeker vervagen. Bijzonder is de openbare repetitieperiode die aan de concerten voorafgaat, waardoor het publiek inzicht krijgt in het ‘ontwikkelingsproces’van het concert. In deze concerten, uitgevoerd door studenten van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, ontmoeten componisten uit Rembrandts dagen componisten uit onze tijd. De eerste concerten vinden plaats op 11 en 12 februari, de andere in april, oktober en november. Plaatsen van uitvoering zijn Scheltema en De Lakenhal. Zaterdag 11 februari, 15.00 uur: 17de eeuwse muziek in De Lakenhal 16.15 uur: 21ste eeuwse composities in Scheltema (Marktsteeg, hoek Oude Singel) Zondag 12 februari,11.00 uur: 17de eeuwse muziek in De Lakenhal 12.15 uur: 21ste eeuwse composities in Scheltema OPENBARE REPETITIEPERIODE in De Lakenhal, donderdag 9 en vrijdag 10 februari, 10.00-16.00 uur. In Scheltema zijn de openbare repetities van maandag 7 t/m vrijdag 10 februari, 10.00—13.30 uur. Info over kaartverkoop: Rosalien van der Poel, tel. 071 527 18 04,
[email protected]. STUDENTCONCERTEN Op de dinsdagen 24 januari en 7 februari (19.30 uur), woensdag 15 februari en de dinsdagen 21 maart en 25 april concerteren in de Oude UB Leidse studenten die hun Leidse studie combineren met een studie aan het Koninklijk Conservatorium. Oude UB, Rapenburg 70, Leiden. Aanvang concert: 17.15 uur. Wilt u op de hoogte blijven van de concertagenda? Meldt u aan bij Rosalien van der Poel. COMPONISTENAVONDEN Onlangs zijn de maandelijkse zgn. componistenavonden gestart, waarbij een componist van het Koninklijk Conservatorium naast een Leids wetenschapper een onderwerp van verschillende kanten belicht.Waren eerder Louis Andriessen en Diderik Wagenaar als componisten te horen, in de aankomende maanden komen achtereenvolgens te spreken: Clarence Barlow (6 februari), Gilius van
Bergeijk (6 maart), Richard Ayres (3 april). De uit te nodigen wetenschapper is steeds afhankelijk van het onderwerp waarover de componist een exposé houdt. Scheltema, Marktsteeg 1 (tegenover de Leidse Schouwburg), Leiden. Aanvang 20.00 uur.
Studiepunt Letteren/A la carte- en contractonderwijs Postbus 9515, 2300 RA Leiden Telefoon: 071-5276486
[email protected] /
[email protected] www.letterenalacarte.leidenuniv.nl / www.contractonderwijsletteren.nl
FACULTEIT DER LETTEREN
Alumnicoördinator Faculteit der Letteren Drs. Barbara Sumer Loopbaancentrum Letteren Telefoon: 071-5272235
[email protected] www.loopbaancentrumletteren.nl
Nederlandse taal en cultuur ALUMNIDAG 2006 Op zaterdag 13 mei 2006 (13.00-18.00 uur) organiseert alumnivereniging Siegenbeek alweer de tweede alumnidag. Op deze dag vindt de algemene ledenvergadering plaats en geven enkele docenten van de Opleiding Nederlands drie werkgroepen. Na de pauze kunnen Siegenbeek-leden kennismaken met de nieuwe hoogleraar Moderne Letterkunde, prof. dr. Jaap Goedegebuure. Hij is oud-student van de opleiding, net als de Leidse dichter en romancier Tomas Lieske (pseudoniem van Ton van Drunen), die hij uitgebreid zal interviewen over leven en werk. De middag is voor leden gratis, studenten betalen € 2,50 en anderen € 5,00. Aanmelden:
[email protected] METAAL 2005, NR. 2 Het tweede nummer van Metaal is verschenen, het blad van Siegenbeek Alumnivereniging Leidse Neerlandici. In dit nummer o.a. een interview met Wim van Anrooij en Jaap Goedegebuure, de nieuwe hoogleraren Oudere en Moderne Letterkunde, 'lezeres van het jaar' Christa Fontein over haar werk in de jury van de AKO-literatuurprijs en een essay over de tegendraadse Bijbelse verwijzingen in de poëzie van C.O. Jellema. Metaal is bedoeld voor studenten en alumni van de opleiding Nederlands (en andere belangstellenden!). U ontvangt Metaal als u lid wordt van Siegenbeek. U wordt lid door (minimaal) € 20 over te maken op giro 9697540, ten name van Siegenbeek Alumnivereniging Leidse Neerlandici te Leiden (o.v.v. lidmaatschap 2006). A la carte – en contractonderwijs Letteren U kunt zich tot en met 23 januari inschrijven voor de cursussen die starten vanaf februari 2006, voor de cursussen die later in het semester beginnen: tot 20 februari. Als toehoorder ‘A la carte’volgt u een of meer speciaal voor u geselecteerde hoorcolleges uit het rijke letterenaanbod op het gebied van taal en cultuur, literatuur, geschiedenis, kunstgeschiedenis, theater en film, uit alle werelddelen. Na afloop ontvangt u, indien gewenst, een certificaat als bewijs van deelname. Prijs: € 205,- per collegeserie (circa 12 weken). Een overzicht van de colleges vindt u in de gids ‘Studeren à la carte’en op de website www.letterenalacarte.leidenuniv.nl Als contractstudent kunt u hoor- én werkcolleges volgen. U sluit deze af met een tentamen of werkstuk, waarvoor u studiepunten behaalt. Deze studiepunten kunnen u vrijstellingen geven wanneer u zich later voor een volledige studie inschrijft. Als contractstudent dient u te beschikken over een vwo- of ander diploma dat toegang geeft tot universitair onderwijs. Prijs: € 70,- per studiepunt (de meeste colleges tellen 4, 8 of 12 studiepunten). Een overzicht van de colleges vindt u op de website www.contractonderwijsletteren.nl Voor meer informatie:
FACULTEIT DER RECHTSGELEERDHEID LEIDEN LAW MAGAZINE Sinds november 2005 geeft de alumnivereniging van de Leidse rechtenfaculteit (VVJF) een magazine uit voor alumni en andere geïnteresseerden van de juridische faculteit. De titel van het magazine is Leiden Law Magazine. Het blad is gratis en verschijnt vier keer per jaar (ca. begin maart, eind juni, begin september, half november). Wilt u op de hoogte blijven van informatie over de Juridische Faculteit, zoals conferenties, nieuwe publicaties, personalia, en heeft u dit blad nog niet persoonlijk ontvangen, meld u dan aan voor de verzendlijst. U kunt zich opgeven per e-mail:
[email protected] o.v.v. naam, adres, telefoon en e-mail. Als u bekenden heeft die ook het Leiden Law Magazine willen ontvangen, kunt u dat via bovenstaand e-mailadres doorgeven. De VVJF zal dan voor verzending zorgdragen. Via de website van de VVJF kunt u ook de digitale versie (in pdf) van het Leiden Law Magazine downloaden en bekijken: www.vvjf.leidenuniv.nl
FACULTEIT DER ARCHEOLOGIE DUTCH SYMPOSIUM OF THE ANCIENT NEAR EAST, LEIDEN 2006 Nomadisme, pastoralisme en huidig onderzoek Studenten van het Leidse dispuut van archeologie van het nabije Oosten, Nabu Naíd, van de Faculteit Archeologie in Leiden organiseren in 2006 voor de eerste keer het Dutch Symposium of the Ancient Near East (DUSANE). Het symposium vindt plaats op zaterdag 11 maart 2006 in Leiden (Cleveringaplaats 1). Doel van het symposium is om studenten, jonge onderzoekers, docenten en geïnteresseerden te informeren over recent Nederlands onderzoek in en naar het Oude Nabije Oosten.Tijdens het eerste dagdeel wordt ingegaan op het thema “Nomadisme en pastoralisme in het oude Nabije Oosten”. Tijdens het tweede dagdeel worden recente resultaten in het veld gepresenteerd. Alle voordrachten worden in het Engels gehouden. Het symposium begint om 10.00 uur. Entree: € 7,50 voor studenten en € 15,voor niet studenten, bijvooraanmelding via de website. Prijs aan de zaal: € 10,-voor studenten en € 17,50 voor
niet-studenten. De entreeprijs is inclusief lunch en koffie/thee. Meer informatie en aanmelding: Maartje Riep,
[email protected] en Shogo Kume,
[email protected] DUTCH SYMPOSIUM OF THE ANCIENT NEAR EAST, LEIDEN 2006: Nomadism,pastoralism and current research The first Dutch symposium of the Ancient Near East (DUSANE) is an initiative of students from the Faculty of Archaeology of the Ancient Near East in Leiden. The symposium shall be held on Saturday the eleventh of March 2006.In the first half of the day four key-speakers will discuss their current research on the topic of pastoralism/nomadism,a theme which has emerged as a major Dutch research focus in recent years.In the afternoon four site directors will present the latest findings of their excavation season,and discuss their interpretations. The symposium will start at 10:00 AM.The subscription fee will be 7,50 € for students and 15 E for non-student when subscribed through the website,or 10,00 € respectively 17,50 €,when subscribed on the day itself. Lunch will be provided for the participants as well as tea/coffee. More information and subscription: Maartje Riep,
[email protected] en Shogo Kume,
[email protected]
FACULTEIT DER SOCIALE WETENSCHAPPEN POLITICOLOGIE Leidse Alumnivereniging voor Politicologen pakt de draad weer op. In 1999 is de Leidse Alumnivereniging voor Politicologen opgericht. Na een aantal succesvolle jaren is de vereniging de afgelopen periode watin het slop geraakt. Een nieuw bestuur heeft de draad weer opgepakt met leuke ideeën voor informatieve en gezellige bijeenkomsten. Een van onze wensen is om een bestand van emailadressen op te bouwen zodat we leden en belangstellenden op een eenvoudige manier kunnen bereiken met informatie over activiteiten, de stagebank en ander nieuws. Ben je als afgestudeerd politicoloog belangstellend of wil je lid worden? Stuur dan een mail naar
[email protected] of neem contact op met Roeland Buijsse (071-5131694).
UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK TENTOONSTELLING 'Hora Est'. tot 4 februari 2006 UB,Witte Singel 27 In de Universiteitsbibliotheek Leiden zijn meer dan een half miljoen proefschriften aanwezig. Deze proefschriften komen deels van Nederlandse universiteiten, deels van vele buitenlandse universiteiten (vooral uit Frankrijk en Duitsland). Er zijn er honderden bij die meer dan vier eeuwen oud zijn. Het aantal in Leiden aanwezige proefschriften is zelfs zo groot, dat pas dit jaar de proefschriften zijn ontdekt van een twintigtal beroemde Nobelprijswinnaars en wetenschappers, zoals Albert Einstein, Marie Curie-Sklodowska, Max Weber, Robert Oppenheimer, Luigi Pirandello, Max Planck en Niels Bohr. Tot 4 februari 2006 wordt in de Tielehal van de UB een tentoonstelling gehouden over
het verschijnsel dissertatie door de eeuwen heen, met uiteraard speciale aandacht voor de Leidse collectie dissertaties. Het begeleidende boekje Hora est! On Dissertations is een Engelstalige publicatie over het verschijnsel dissertatie en verschijnt in de serie Kleine publicaties van de Leidse Universiteitsbibliotheek (deel 71). In het boekje wordt zowel aandacht geschonken aan de disputatio in de Middeleeuwen als aan de electronische dissertatie in de 21e eeuw. De bijdragen zijn geschreven door Olga Weijers (KNAW), Joseph Freedman (Alabama State University), Douwe Breimer, Marten Hofstede, Jet Katgert,Trudi Noordermeer en Jos Damen.
Boeken Vier eeuwen geschiedenis in steen: Universitaire gebouwen in Leiden. € 15,00 ‘Omringd of geflankeerd door een oude binnenstad met vijf of meer eeuwen geschiedenis, krijgen de gebouwen van de Universiteit Leiden als vanzelf een aura en een verhaal. Een zweem van academia, een ongedefinieerd, maar zeer herkenbaar mengsel van traditie en moderniteit omhult de gebouwen’, zo opent Willem Otterspeer, hoogleraar universitaire geschiedenis, zijn voorwoord in het boek Vier eeuwen geschiedenis in steen: Universitaire gebouwen in Leiden. Het boek dat is aangeboden aan Joris van Bergen, bij zijn vertrek als lid van het College van Bestuur per 1 september jl. Een prachtig boek met mooie illustraties van alle gebouwen in gebruik bij de Universiteit. In het boek worden de 51 gebouwen beschreven met hun historie, de gebruikers en interessante wetenswaardigheden, zoals waar de eerste niertransplantatie in Nederland heeft plaatsgevonden, wanneer de laatste executie vanuit het Gravensteen werd opgedragen, het koningshuis redt het herbarium, massale tentamens in het Universitair Sportcomplex. Het boek is te koop bij de grotere Leidse boekhandels, de Universiteitswinkel (Plexus, Kaiserstraat 25 te Leiden) en het Visitors’Centre (Centraal Station Leiden). Van harte … Professor Opstellen over de rechtsgeschiedenis in de rechtspraktijk, aangeboden aan Prof. mr. R. Feenstra, emeritus hoogleraar rechtsgeleerdheid, ter ere van zijn 85ste verjaardag door leerlingen en oud-dispuutgenoten Leiden, 2005. ISBN: 90 7383855 x Het festschrift is voor € 10,exclusief verzendkosten te bestellen bij Mr. F. van Schaik,
[email protected]. Vincent Icke: Krachten. Wat iedereen voelt en niemand begrijpt Uitgeverij Veen Magazines, 2005. ISBN: 90 8571 009 Aan de hand van praktische voorbeelden en gelijkenissen voert Icke de lezer mee in de wereld van fietspompen, sterren, ruimtekrommingen en elementaire deeltjes.Tussendoor legt hij uit hoe de wereld van Descartes en Newton verschilt van die van Einstein en
Feynman.Vincent Icke is hoogleraar astrofysica. Corry van Renselaar: Partij in de marge. Oorlog, goud en De Nederlandsche Bank, Boom, 2005. ISBN: 90 8506 184 9 Nederland kreeg na WO II maar een deel terug van de 145.000 kilo goud die door de Duitsers was geconfisqueerd. Hoe zat dat? Corry van Renselaar is historicus. Zij is verbonden aan de afdeling Wetenschappelijk onderzoek van de Nederlandsche Bank en promoveerde op dit onderwerp aan de Universiteit Leiden. Willemijn Ruberg: Conventionele correspondentie. Briefcultuur van de Nederlandse elite, 1770 – 1850 Uitgeverij Vantilt, 2005. ISBN 90 77503 42 0 (paperback) Aan de hand van kinderbrieven, adolescentiebrieven en gelegenheidscorrespondentie laat Ruberg zien dat corresponderen in brieven niet simpelweg de dagelijkse werkelijkheid werd opgetekend. Correspondentie werd juist ook gebruikt om normen aan te leren en om sociale relaties te vormen.Willemijn Ruberg (1975) promoveerde 3 oktober op deze studie aan de Leidse Universiteit. Het academisch jaar 2005-2006 is zij werkzaam als docent aan het department of History van de Universiteit van Limerick in Ierland. Raymond Corbey:The Metaphysics of Apes, Negotiating the Animal-Human Boundary Cambridge University Press, 2005. ISBN 0521545331 (paperback) The Metaphysics of Apes gaat over de interpretatie van de onduidelijke grens tussen de mensachtige apen en de aapachtige voorouders van de hedendaagse mens. De auteur laat in dit boek zien hoe de gekoesterde en met taboes beladen grens tussen mens en dier steeds weer opnieuw wordt getrokken. Raymond Corbey is hoogleraar Theoretische grondslagen van de archeologie.
Personalia
Biologiestudente Suzanne Lubbe heeft de LUF Internationaal StudieFonds Prijs 2005 gekregen voor haar verslag van haar LUF-gesubsidieerd verblijf van drie maanden op Spitsbergen, nabij de Noordpool. Zij deed onderzoek naar het voedsel van brandganzen. Drie Leidse studenten Michiel Helvensteijn (informatica), Jan van Ostaay (natuurkunde) en Arno Kret (wiskunde) hebben voor hun excellente studieresultaten in de propedeuse de jaarlijkse aanmoedingsprijs van de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen (KHMW) gekregen. Benoemingen Dr. E.A.L. Biessen is benoemd tot hoogleraar in de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen om werkzaam te zijn op het gebied van de therapeutische genmodulatie. Dr. F.P. Israel is benoemd tot hoogleraar in de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen om werkzaam te zijn op het gebied van de nabije sterrenstelsels. Dr. Leo Lucassen en dr.Wim Willems gaan samen het hoogleraarschap op de leerstoel Sociale geschiedenis vervullen. Prof. dr. Pieter Baas is benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw Afscheid Prof.mr.W.D.H. Asser en prof.mr. A.F.M. Brenninkmeijer hebben de Rechtenfaculteit verlaten. Asser wordt raadsheer bij de Hoge Raad. Brenninkmeijer is per 1 oktober de nieuwe Nationale Ombudsman. Subsidies Prof.dr. K.P. Goudswaard, prof.mr. G.J.J. Heerma van Voss en prof.dr. C.L.J. Caminada, krijgen van de Stichting Instituut GAK ruim 2,6 miljoen euro om onderzoek te doen naar de toekomst van de sociale zekerheid. Met het geld hopen de hoogleraren zes onderzoekers aan te stellen, waarvan vier promovendi en twee postdocs. Het onderzoeksproject heeft een interdisciplinair karakter en zal gezamenlijk door economen en sociaal juristen worden uitgevoerd.
Eredoctoraten Prof.dr. Patricio Silva, hoogleraar moderne geschiedenis heeft dinsdag 6 december in Chili een eredoctoraat in ontvangst mogen nemen van de universiteit van Tarapacá. In zijn laudatio werden niet alleen zijn onderzoeksprestaties op het gebied van politieke processen in LatijnsAmerika met een speciale nadruk op Chili geprezen, maar ook Silva’s rol in het tot stand komen van de samenwerking tussen de universiteit van Tarapacá en Leiden. Prijzen Prof.dr. Nasr Hamed Abû Zayd, heeft ontvangt op 25 november in Berlijn de Ibn Rushdprijs voor Vrijheid van Meningsuiting 2005 in ontvangst genomen. Abû Zayd kreeg de onderscheiding voor zijn inspanningen om het verlichte denken in de Arabische wereld te bevorderen.
31
Emile den Tex, Geoloog, filosoof en dichter In 1942 verscheen bij de fameuze uitgeverij Stols te ’s Gravenhage de dichtbundel Slagzij van Leids student Emile den Tex als no.2 in de Atlantis-reeks.Dat was eervol: als no.1 in diezelfde Atlantis-reeks verscheen Het uur U van Martinus Nijhoff.Leids student was Den Tex in 1942 overigens officieel niet meer: eind 1940 was de Leidse universiteit door de Duitsers gesloten. Emile den Tex (geboren 1918 te Amsterdam) was in 1936 in Leiden filosofie en geologie gaan studeren.Den Tex woonde in Leiden achtereenvolgens aan de Steenschuur nr.2 en aan de Bloemmarkt (de tegenwoordige Apothekersdijk) nr.24. Tijdens de oorlog stond zijn studie in Leiden noodgedwongen op een laag pitje. Tussen 1942 en 1946 publiceerde Den Tex literaire bijdragen in het bijzondere tijdschrift De schone zakdoek (oplage: één exemplaar) en verder het verhaal Pithecanthropus erectus en
de dichtbundels Schipbreuk,Slagzij,Stilte in de storm en In memoriam patriae. Na 1945 pakte Den Tex de draad van de studie weer op.In 1949 promoveerde hij op een geologisch proefschrift: Les roches basiques.Den Tex’carrière verliep voorspoedig: hij was onder meer lecturer geology aan de universiteiten van Sydney en Melbourne en hoogleraar aan de Rijksuniversiteiten van Utrecht en Leiden.Den Tex was in Leiden een kwart eeuw hoogleraar. In 1959 hield hij zijn inaugurele rede (over petrologie); zijn afscheidsrede sprak hij uit op 20 juni 1984.Den Tex publiceerde veel,onder meer over vulkanen. Bijgaand gedicht is het mooiste onderdeel van het drieluik Herfst in de stad uit de bundel Slagzij.Het gedicht is recent ook verschenen in de bloemlezing Leiden in gedichten vanaf 1574 tot heden,samengesteld door Buck Goudriaan.(JD)