UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk
Doorlichting van IPS Vlaanderen
Wetenschappelijke verhandeling aantal woorden: 22.300
MAARTEN DE RUYCK MASTERPROEF COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN afstudeerrichting JOURNALISTIEK
PROMOTOR: DR. STEVE PAULUSSEN COMMISSARIS: lic. KOEN VIDAL COMMISSARIS: lic. STIJN JOYE
ACADEMIEJAAR 2008 - 2009 Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
1
VOORWOORD
Ik wil graag mijn promotor Steve Paulussen danken om mij dit zeer boeiende onderwerp toe te vertrouwen. Zijn raadgevingen waren een belangrijke hulp voor de verdere opbouw van deze masterproef.
Voorts gaat mijn waardering naar Peter Dhondt en Koen Van den Broeck van IPS Vlaanderen voor de verbazende snelheid waarmee zij reageerden op mijn vele e-mailvragen.
Tenslotte mag ik niet nalaten om de inbreng van mijn ouders te vermelden. Zij stonden steeds voor mij klaar in een periode die, om diverse redenen, veel zwaarder uitviel dan verwacht. Mijn vader ploegde zich door mijn tekst op zoek naar taalkundige oneffenheden. Dank voor zijn eindcontrole.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
2
Abstract
Het internet speelt een duale rol in de wereld van (alternatieve) nieuwsagentschappen. Enerzijds biedt het veel verfrissende mogelijkheden om de eigen nieuwsberichten te verspreiden, maar anderzijds wordt het internet zelf steeds meer een alternatieve bron van informatie voor de nieuwsmedia. Ondanks deze toenemende kanalen voor nieuwsgaring en ondanks de globaliseringtendens, waarbij de wereld een ‘global village’ is geworden, slinkt het aanbod van het internationaal nieuws in de nieuwsmedia steeds verder. Eén van de verklaringen hiervoor is het toenemende commerciële mediaklimaat. Vooral bij de commerciële online nieuwsmedia regeert deze logica van de markt. Door de ondervertegenwoordiging van de Derde Wereld in het nieuws, is de aanwezigheid van een alternatief nieuwsagentschap als Inter Press Service (IPS) broodnodig, ook op het internet. Aan de hand van kwalitatieve diepte-interviews bij zowel de Vlaamse internetklanten als verscheidene potentiële internetklanten van IPS Vlaanderen, proberen we de aanwezigheid van IPS Vlaanderen op het internet te evalueren. Daarnaast wensen we te achterhalen hoe IPS Vlaanderen zich beter kan positioneren op deze digitale markt. IPS Vlaanderen wordt hierbij nog steeds als een noodzakelijke aanvulling op het bestaande nieuwsaanbod beschouwd, maar om de internetmarkt beter te bespelen, is een snelle en professionele nieuwslevering van zeer groot belang. Daarnaast biedt het internet heel wat mogelijkheden om meer naambekendheid te verwerven. Deze worden tot op heden nog niet ten volle benut.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
3
Inhoudsopgave
Abstract
............................................................................................................................................ 3
1.
Inleiding....................................................................................................................................... 6
1.
De context van internationale nieuwsselectie .......................................................................... 8
2.
1.1.
Gatekeeping ........................................................................................................................ 8
1.2.
Nieuwswaardecriteria ....................................................................................................... 12
De ongelijke informatiestroom ................................................................................................ 15
2.1. Dominantie van de westerse wereldnieuwsagentschappen .................................................... 15 2.2. Kritieken op de ongelijke informatiestroom ............................................................................. 17 2.3. De opkomst van alternatieve initiatieven ................................................................................. 20 2.4. Inter Press Service (IPS) ............................................................................................................. 23 2.5. Het belang van alternatieve nieuwsagentschappen ................................................................. 25
3.
Alternatieve berichtgeving in een nieuwe digitale nieuwsecologie ........................................... 27
3.1. IPS en het internet ..................................................................................................................... 27 3.2. De netwerkmaatschappij .......................................................................................................... 29 3.2.1. Netwerkorganisaties ............................................................................................ 32 3.2.2. Online communities ............................................................................................. 33 3.3. De paradox van de globalisering ............................................................................................... 36 3.4. De commercialisering van het medialandschap........................................................................ 40 3.5. De ‘mediataal’ van de internetjournalistiek .............................................................................. 44
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
4
4.
Algemeen besluit ...................................................................................................................... 46
5.
Doorlichting van IPS Vlaanderen .............................................................................................. 48
5.1. Inleiding ..................................................................................................................................... 48 5.2. Methode .................................................................................................................................... 49 5.3. Resultaten en analyse ............................................................................................................... 52 5.3.1. Gebruik van nieuwsbronnen………………………………………………………………………..……. 51 5.3.2. Imago van IPS Vlaanderen……………………………………………………………………………..….. 57 5.3.3. Evaluatie dagelijkse nieuwsdienst IPS Vlaanderen………………………………………….…. 60 5.3.4. IPS Vlaanderen en het internet………………………………….……………………………..….…… 66 5.3.5. IPS Vlaanderen in een netwerkmaatschappij………………………….…….…………..….….. 69 5.4. Conclusie en aanbevelingen ...................................................................................................... 72
6.
Literatuurlijst ............................................................................................................................ 74
7.
Bijlage ........................................................................................................................................ 82
7.1.
Basisvragenlijst klanten IPS Vlaanderen ........................................................................... 82
7.2.
Basisvragenlijst potentiële klanten IPS Vlaanderen ......................................................... 87
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
5
1. Inleiding
In onze huidige informatiemaatschappij worden we meer dan ooit overspoeld met informatie. Nieuwsorganisaties gebruiken steeds meer nieuwe technologieën om berichten en verslagen van over de hele wereld te ontvangen en te verzenden. Nieuwsgebeurtenissen die zich aan de andere kant van de wereld afspelen, bereiken ons daardoor via de nationale media steeds sneller. Via de internationale berichtgeving geven de media ons als het ware een ‘venster op de wereld’. De kranten, televisie en radio kunnen natuurlijk slechts een selectie van alle nieuwsfeiten van planeet aarde brengen. In het productieproces van ‘het nieuws’ zijn verscheidene selectiemomenten te onderscheiden. Hierbij is het meteen duidelijk dat niet over alle landen en thema’s evenveel bericht wordt. Nieuwsberichten over gebeurtenissen binnen de landsgrenzen of dichtbij het eigen land komen veel vaker aan bod dan artikelen over verre landen uit het Zuiden. In deze paper bekijken we dan ook het concept ‘gatekeeping’ en de verschillende nieuwswaardecriteria van dichtbij. Nieuwsagentschappen zijn één van de belangrijkste leveranciers van internationale nieuwsberichten aan de media. We stellen vast dat de internationale nieuwsmarkt gedomineerd wordt door een handvol westerse spelers. Deze westerse nieuwsdominantie heeft belangrijke negatieve gevolgen voor de berichtgeving over de landen uit Derde Wereld. De nood aan alternatieve initiatieven, om een antwoord te bieden op de kwantitatieve en kwalitatieve ondervertegenwoordiging van de ontwikkelingslanden in het nieuws, is bijgevolg zeer groot. Het alternatieve nieuwsagentschap Inter Press Service (IPS) probeert dat gat op te vullen. Het tweede hoofdstuk van de paper bespreekt de ongelijke informatiestroom. We hebben hierbij eerst aandacht voor de dominantie van de westerse wereldnieuwsagentschappen. Vervolgens vermelden we de verschillende kritieken die de afgelopen jaren op dit onevenwicht geformuleerd werden. Daarna bekijken we hoe de eerste alternatieve nieuwsinitiatieven ontstaan zijn. We hebben daarbij natuurlijk vooral aandacht voor IPS. Tenslotte belichten we in dit hoofdstuk het belang van dergelijke alternatieven. De laatste jaren kunnen we duidelijk spreken van een nieuwe journalistieke context. Deze zogenaamde nieuwe nieuws-ecologie kwam vooral tot stand door technologische ontwikkelingen. De komst van het internet heeft een enorme impact op de journalistiek gehad. Voor een alternatief nieuwsagentschap als IPS speelt het internet een duale rol. Enerzijds is het internet een nieuw
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
6
distributiekanaal, waardoor IPS op een goedkopere en eenvoudige manier zijn nieuwsberichten kan verspreiden. Maar anderzijds speelt het internet ook een bedreigende rol voor dergelijke nieuwsagentschappen, aangezien steeds meer nieuwe spelers informatie aanreiken via de informatiesnelweg. In het derde hoofdstuk bekijken we de mogelijkheden van alternatieve berichtgeving in een digitale nieuws-ecologie. Hierbij schetsen we eerst kort de rol van het internet voor IPS. Vervolgens hebben we uitgebreid aandacht voor de nieuwe soort maatschappij die de huidige journalistieke context bepaalt, namelijk de netwerkmaatschappij. Geheel bewust van het feit dat er meerdere soorten netwerken bestaan, beperken we ons tot een opdeling van twee soorten netwerken met belang voor de alternatieve berichtgeving: netwerkorganisaties en online communities. We hebben ook aandacht voor twee trends die de nieuwe journalistieke context kenmerken: globalisering en commercialisering. Tenslotte bekijken we de specifieke ‘mediataal’ die de internetjournalistiek ontwikkeld heeft en die ongetwijfeld repercussies heeft voor de nieuwsberichten van IPS. In het onderzoek verbonden aan deze paper lichten we het agentschap IPS Vlaanderen door. We gaan na hoe het agentschap zich beter kan positioneren in het internettijdperk. Aan de hand van diepte-interview bij internetklanten en potentiële internetklanten van IPS Vlaanderen onderzoeken we wat precies de behoeften zijn van verschillende soorten websites die nieuws publiceren. We bekijken of er een groeipotentieel is voor IPS Vlaanderen op het internet.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
7
1. De context van internationale nieuwsselectie
1.1.
Gatekeeping
Nieuwsredacties hebben zeer verscheidene bronnen voor de dagelijkse nieuwsproductie. Naast eigen journalisten, redacteurs en netwerken van correspondenten, zijn nieuwsagentschappen één van de belangrijkste kanalen van nieuwsgaring. Tussen de gebeurtenis en het uiteindelijke nieuwsbericht zitten echter verschillende selectiefasen. Het gatekeepingproces speelt een belangrijke rol in de selectie en productie van nieuws. Pamela Shoemaker (1997, p. 57) omschrijft een dergelijk gatekeepingproces als een “process by which the billions of messages that are available in the world get cut down and transformed into the hundreds of messages that reach a given person on a given day”. Onderstaande figuur toont een schematische voorstelling van enkele selectiemomenten in het nieuwsselectieproces. Hierbij kunnen we gemakkelijk vier filters onderscheiden. Een internationaal nieuwsagentschap geeft gemiddeld slechts 20 procent van het binnenlopende nieuws van zijn correspondenten en journalisten door aan zijn klanten. Het nationale persagentschap, dat vaak abonnee is van een internationaal persagentschap, voert op zijn beurt opnieuw een zeer grondige selectie van de nieuwsfeiten door, met als gevolg dat slechts een zeer gering percentage van de nieuwsfeiten tot bij de nieuwsredacties van de media geraakt. De journalist beslist, als vierde filter of gatekeeper in het selectieproces, welke nieuwsfeiten uiteindelijk de consument zullen bereiken (SERVAES, 1983; Biltereyst, 2006).
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
8
Figuur 1: Schematische voorstelling van het nieuwsselectieproces (Servaes, 1983, p. 42)
Binnen het empirisch onderzoek van het nieuwsselectieproces ontstonden al in de jaren 1950 de eerste gatekeeping-studies. David White (1950) introduceerde het gatekeeping-concept in het journalistenonderzoek. Zijn studie had echter enkel aandacht voor de journalist als ‘gatekeeper’. Latere studies in verband met dit nieuwsproductieproces (Breed, 1955; Tunstall, 1971; Gans, 1979; etc.) hadden ook aandacht voor de bredere context in de nieuwsselectieprocedure, zoals de invloed van routines, machtsverhoudingen, ethische normen, organisatiestructuren, commerciële logica, …. Er zijn dus verschillende processen die een invloed hebben op het selectie- en productieproces van nieuws. In haar ‘new gatekeeping model’ maakt Pamela Shoemaker (1997) een visuele voorstelling van het gatekeepingproces binnen een nieuwsorganisatie. De ‘krachten’ die helemaal links in het onderstaande model voorgesteld worden, zijn de binnenkomende informatiebronnen van een nieuwsorganisatie.
Binnen
een
nieuwsredactie
zijn
de
journalisten,
redacteurs
en
buitenlandcorrespondenten de eerste gatekeepers. Zij filteren immers de nieuwsbronnen en bepalen welke gebeurtenissen nieuwswaardig zijn. De tweede gatekeepers zijn bijvoorbeeld de chef-redacties van een krant. Zij overleggen onderling welke artikelen zij laten verschijnen. Vervolgens wordt deze
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
9
selectie voorgesteld aan de hoofdredacteur, die als een derde gatekeeper beschouwd kan worden. Hij beslist uiteindelijk welke nieuwsberichten al dan niet gepubliceerd worden. Het nieuwsselectieproces is echter geen lineair proces, maar de verschillende gatekeepers oefenen elk onderling invloed op elkaar uit (Shoemaker, 1997).
Figuur 2: Gatekeeping-model binnen een nieuwsorganisatie van Pamela Shoemaker (Shoemaker, 1997, p. 60)
Journalisten en correspondenten kunnen dus beschouwd worden als gatekeepers. Coser, Kadushin en Powell (1982, p. 4) definiëren zo’n ‘poortwachter’ als “people, who by virtue of their position in an organisation, operate sluice gates for ideas, deciding which will be offered and what will be excluded”. Er zijn echter heel wat processen die een invloed uitoefenen op de journalist die het nieuws selecteert. Het onderstaande model van Shoemaker (1997) biedt een voorstelling van de verschillende beïnvloedende factoren op de journalist. De krachten die links in het model worden voorgesteld, zijn de bronnen die de journalist beïnvloeden. Voorts spelen de levenservaringen van de correspondent een grote rol: persoonlijke kenmerken, ervaringen, opvattingen, waarden,
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
10
rolpatronen…. Ook het socialisatieproces van de journalist bij de nieuwsorganisatie speelt eveneens een zeer belangrijke rol bij het nieuwsproductieproces van de journalist (Shoemaker, 1997).
Figuur 3: Het intra-individuele gatekeeping proces volgens Pamela Shoemaker (Shoemaker, 1997, p. 61)
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
11
1.2.
Nieuwswaardecriteria
“De gekende vuistregel is: tienduizend doden in een ander werelddeel staat gelijk aan duizend doden in een ander land, staat gelijk aan honderd doden in een buitenplaats, staat gelijk aan tien doden in de hoofdstad, staat gelijk aan een beroemdheid (Van Ginneken, 1996, p. 29)”.
De selectiecriteria die gatekeepers hanteren bij het nieuwsproductieproces worden in belangrijke mate gestuurd door het concept ‘nieuwswaarde’. Verschillende onderzoeken (Galtung & Ruge, 1965; Van Dijk, 1988; Bell, 1991; etc.) richten zich dan ook naar de beïnvloedingsfactoren en nieuwswaarden voor de internationale nieuwsselectie. Eén van de belangrijkste studies hieromtrent is het onderzoek ‘The Structure of Foreign News’ van Galtung en Ruge (1965). Deze auteurs zochten een antwoord op de vraag onder welke omstandigheden een bepaalde gebeurtenis uitgroeit tot een ‘news item’. Volgens hen bepalen verschillende ‘news factors’ (nieuwsfactoren of filters) de kans dat een bepaalde gebeurtenis opgenomen wordt door de journalist (Galtung & Ruge, 1999; Biltereyst, 2006). Uit empirische onderzoeken van Galtung en Ruge over de internationale berichtgeving in Noorse kranten kwamen twaalf algemene nieuwsselectiefactoren duidelijk naar voor. De eerste acht factoren hebben een universeel karakter. Het betreft de frequentie, de intensiteit, de duidelijkheid, de onverwachtheid en de continuïteit van het nieuwsfeit, alsook de consonantie van de gebeurtenis. Laatstgenoemde factor verwijst naar het feit dat gebeurtenissen, die in overeenstemming zijn met de ideeën en verwachtingen van het publiek, meer nieuwswaarde hebben. Ook de evenwichtigheid in de samenstelling van het nieuws heeft invloed op de nieuwswaarde van een gebeurtenis. Nieuwsfeiten die een evenwicht in het geheel van de nieuwsitems kunnen brengen, hebben een grotere kans om geselecteerd te worden. Een laatste, zeer belangrijke universele factor is de culturele nabijheid en relevantie van de gebeurtenis. Hierbij is de doorslaggevende vraag of een gebeurtenis wel degelijk van belang is en daadwerkelijk gevolgen heeft voor de ontvanger. Deze acht criteria worden door Galtung en Ruge als universeel beschouwd aangezien deze zich in alle culturen voordoen (Galtung & Ruge, 1999). Voorts onderscheiden Galtung en Ruge ook vier cultuurspecifieke factoren, die in het westen een belangrijke invloed hebben. Een eerste factor is het belang van de zogenaamde ‘elite-landen’. Nieuwsberichten uit deze landen hebben een grotere kans om als nieuwswaardig bestempeld te worden. Gebeurtenissen die gekoppeld zijn aan ‘elite people’, bekende personen, hebben eveneens meer nieuwswaarde. Een derde criterium is de mate van personificatie van de gebeurtenis. Een
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
12
laatste factor is de mate van negatieve gevolgen van het nieuwsfeit. Negatieve gebeurtenissen (‘bad news’) hebben een grotere kans om opgenomen te worden door de journalist. Volgens Galtung en Ruge is er een onderlinge samenhang tussen deze nieuwsselectiefactoren. De nieuwswaarde van een nieuwsbericht, en bijgevolg de kans dat de gebeurtenis uitgroeit tot een ‘news item’, zal immers toenemen naarmate er aan meer criteria voldaan wordt (Van Ginneken, 1996; Galtung & Ruge, 1999). Eenmaal een gebeurtenis geselecteerd is, worden volgens Galtung en Ruge de factoren die de nieuwswaardigheid bepaalden, benadrukt. Hierdoor ontstaat er een vertekening van het nieuwsfeit. Deze twaalf criteria verstoren met andere woorden in belangrijke mate de nieuwsbalans. Deze vertekening uit zich bovendien vooral in de berichtgeving over de Derde Wereld. Galtung en Ruge wijzen erop dat deze processen van selectie en vertekening zich voortdurend herhalen, aangezien ze bij alle stappen in het nieuwsselectieproces zullen plaatsvinden (Van Ginneken, 1996, p. 34). Ook volgens Van Ginneken (1996, p. 22) worden bepaalde feiten in de internationale verslaggeving voortdurend en nadrukkelijk vastgesteld, terwijl andere gebeurtenissen zelden aan bod komen. Hij spreekt in dat opzicht over ‘selectieve articulatie’. Volgens hem is het effect van selectieve articulatie dat bepaalde aspecten van de werkelijkheid benadrukt worden, terwijl andere aspecten vrijwel genegeerd worden. De media proberen op die manier betekenis te geven aan de ongeordende chaos van de werkelijkheid. Verschillende internationale studies (Sreberny-Mohammadi et al., 1985; Stevenson & SrebernyMohammadi, 1995; …) hebben aangetoond dat deze ‘news factors’ niet aan belang hebben ingeboet (Joye, 2006, p. 15). Ook uit een onderzoek van 2003 (Biltereyst & Joye, 2005, p. 172) over de buitenlandberichtgeving op de Vlaamse televisiezenders bleek dat de gekende nieuwsfactoren, zoals actualiteit en proximiteit, nog steeds in hoge mate de nieuwswaardigheid van gebeurtenissen bepalen. De Vlaamse televisiejournaals vertoonden hierbij een sterke tendens naar eurocentrisme en regionalisme. Verder viel vooral de klemtoon op grote ‘news stories’ en domestificatie op. Laatstgenoemde term verwijst naar het verplaatsen van vreemde gebeurtenissen naar de eigen sociale, politieke of culturele context (Biltereyst & Joye, 2005, p. 173). De media bekijken het internationale nieuws dus steeds vanuit een lokale betrokkenheid. Hierdoor is de nieuwsselectieprocedure bij elke individuele mediaorganisatie verschillend: ‘The criteria applied in selecting information immediately set individual media organizations apart from one another’ (Fenby, 1986, p. 4). We kunnen, met andere woorden, niet spreken over ‘de internationale pers’,
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
13
alsof het om één duidelijk definieerbare entiteit gaat. De culturele achtergrond van een journalist en mediaorganisatie spelen immers een belangrijke rol.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
14
2. De ongelijke informatiestroom
“Clearly, the World flow of foreign news deals chiefly with a group of highly developed countries which are also dominant in World politics. It is clear also that news flows from the highly developed to the lessdeveloped countries. It flows from Europa and North America to the other continent”. (Schramm, 1964, p. 61)
2.1.
Dominantie van de westerse wereldnieuwsagentschappen
Het vorige hoofdstuk toonde aan dat het internationale nieuws, dat aan het publiek aangeboden wordt, slechts een zeer beperkte selectie is van alle dagelijkse gebeurtenissen in de wereld. Bovendien is deze beperking zeer sterk cultureel bepaald. De grootste en belangrijkste selectie van de internationale nieuwsfeiten gebeurt evenwel nog steeds op het niveau van de wereldnieuwsagentschappen (Biltereyst, 2006). In deze paragraaf bekijken we dan ook welke de belangrijkste spelers zijn die de context van de nieuwsgaring en –selectie vooral bepalen. De meeste nieuwsberichten, die wij dagelijks aangeboden krijgen, zijn afkomstig van nieuwsagentschappen. Omdat het onbetaalbaar is om overal een correspondent ter plaatse te hebben, is de internationale nieuwsverslaggeving van de nationale media grotendeels gebaseerd op de aangeleverde nieuwsberichten van internationale persagentschappen. Die internationale nieuwsstroom wordt gedomineerd door een beperkt aantal grote spelers. We kunnen de verschillende persbureaus onderverdelen in vier categorieën, namelijk de mondiale, internationale, nationale en regionale persagentschappen (Servaes, 1983; Biltereyst, 2006). De wereldnieuwsagentschappen zijn de grootste agentschappen, die op internationaal vlak bijgevolg het meest invloedrijk zijn. Op dit niveau spreekt men meestal van een dominantie van The Big Three, aangezien de wereldnieuwsmarkt vooral gestuurd wordt door drie grote spelers: het Britse Reuters, het Amerikaanse AP (Associated Press) en het Franse AFP (Agence France Presse). De laatste jaren spreken steeds meer auteurs over een Angelsaksisch duopolie, aangezien AFP recentelijk met een aantal structurele problemen te kampen heeft. De drie Westerse multimediale agentschappen distribueren samen meer dan tachtig procent van het globale nieuws. Zij onderscheiden zich, op verschillende
niveaus,
van
andere
nieuwsagentschappen:
omvang
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
en
schaal,
budget,
15
personeelsbestand, mediakanalen, klantenbestand, taaldiensten, correspondentennetwerk, … Deze wereldnieuwsagentschappen richten zich niet uitsluitend op de media, aangezien deze niet echt de meest kapitaalkrachtige klanten zijn. Ze bedienen ook de zakenwereld in het Westen en meerdere nationale regeringen van de rijke, ontwikkelde landen. Oliver Boyd-Barrett en Terhi Rantanen (1998, p. 15-18) wijzen erop dat de dominantie van deze drie wereldnieuwsagentschappen niet nieuw is, maar zo historisch gegroeid is sinds het einde van de negentiende eeuw (Van Ginniken, 1996; BoydBarrett & Rantanen, 1998, 2004; Thussu, 2004; Biltereyst, 2006). Een tweede belangrijke rol is weggelegd voor de internationale nieuwsagentschappen, zoals bijvoorbeeld het Spaanse EFE en het Duitse DPA. Deze agentschappen coveren veelal slechts enkele werelddelen en hebben bijgevolg een beperktere reikwijdte. De nationale nieuwsagentschappen dan, zoals het Belgische persagentschap Belga en het Nederlandse ANP, vervullen binnen de landsgrenzen een zeer belangrijke rol. Zij zijn echter geen grote speler op de internationale nieuwsmarkt. De nationale persagentschappen functioneren vaak als ‘doorgeefluik’ voor het internationale nieuws van de grote wereldnieuwsagentschappen, waardoor het bereik van deze grootste persbureaus nog groter wordt. Een dergelijk onevenwicht bezorgt de drie grootste mediaconcerns een enorme machtspositie om de internationale nieuwsagenda te bepalen. De nationale media moeten immers voor hun internationale verslaggeving noodgedwongen vissen in hun kleine vijver en zijn bijgevolg zeer afhankelijk van de Big Three. Bovendien ontstaat door deze oligopolische situatie een probleem van similariteit. Aangezien een abonnement op een nieuwsagentschap erg duur is, doen de nationale media meestal slechts een beroep op één of twee wereldnieuwsagentschappen en op één nationaal persagentschap. Het gevolg is dat concurrerende nieuwsorganisaties zich vaak baseren op dezelfde nieuwsbronnen, waardoor zij in toenemende mate dezelfde nieuwsberichten aan het publiek aanbieden.
De
gebeurtenissen
in
de
wereld,
die
niet
door
de
dominante
wereldnieuwsagentschappen geselecteerd worden, hebben bijgevolg minieme kansen om uit te groeien tot een ‘news item’ (Biltereyst, 2006). De wereldwijde nieuwsstromen zijn dus in hoge mate Westers gekleurd en zijn verantwoordelijk voor een eenrichtingsverkeer van de westerse naar de niet-westerse wereld.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
16
2.2.
Kritieken op de ongelijke informatiestroom
Van een evenwichtige nieuwsverspreiding op de internationale mediamarkt is er dus nauwelijks sprake. De ongelijke informatiestroom is bovendien gerelateerd aan de internationale politieke en economische machtsverhoudingen. We gaven al aan dat de grote persagentschappen drie soorten klanten hebben. Naast de (inter)nationale mediabedrijven en de nationale persbureaus, zijn ook westerse zakenklanten en de regeringen van rijke landen zeer belangrijke afnemers. De westerse industrielanden zijn bijgevolg de belangrijkste afzetgebieden, aangezien de meest kapitaalkrachtige afnemers zich in deze landen bevinden. De andere continenten hebben beperkte mediamarkten en tellen veel minder welvarende kandidaat-afnemers. De inkomsten die persagentschappen kunnen genereren uit de niet-westerse werelddelen zijn eerder miniem en kunnen de hoge kosten voor nieuwsgaring uit deze gebieden over het algemeen niet dekken. Hierdoor concentreren de westerse wereldnieuwsagentschappen
zich
vooral
op
de
eigen
continenten,
zowel
voor
de
informatieverzameling als voor de informatieverspreiding. Het merendeel van de correspondenten van deze grote agentschappen bevinden zich dus in de Westerse kerngebieden. Noord-Amerika en West-Europa worden op die manier volledig gecoverd voor het internationaal nieuws. De andere continenten daarentegen hebben een minieme inbreng in het internationale informatieverkeer en zijn voor de nieuwsverzameling sterk aangewezen op de westerse nieuwsleveranciers (Servaes, 1983). Een aantal Aziatische landen, waaronder vooral Japan, slagen er recentelijk wel in om minder afhankelijk te worden van het dominante Westen (Biltereyst, 2006). De gevolgen van dit structureel onevenwicht op de internationale nieuwsmarkt worden sinds geruime tijd door vele waarnemers met angstige blik gevolgd. De ongelijke informatiestroom ontlokt dan ook heel veel kritiek. Volgens critici is, in de eerste plaats, de invloed van de klanten op de internationale nieuwsstroom te groot. De nieuwsagentschappen moeten immers steeds rekening houden met de wensen van hun afnemers. Nieuws waarvoor de grootste afnemers geen interesse hebben, wordt bijgevolg niet verzameld en verspreid (Servaes, 1983, p. 72; McQuail, 2000, p. 230). Het gevolg hiervan is dat de Derde Wereld kwantitatief sterk ondervertegenwoordigd is in de internationale berichtgeving. Ondanks het feit dat de ontwikkelingslanden ongeveer 75 procent van de wereldbevolking vertegenwoordigen, is het relatieve aandeel van berichten over het Zuiden zeer gering in het totale nieuwsvolume. Een tweede vorm van kritiek spitst zich toe op de intracontinentale nieuwsuitwisseling tussen de ontwikkelingslanden
onderling.
Ook
hier
is
de
dominantie
van
de
westerse
wereldnieuwsagentschappen duidelijk merkbaar. Rechtstreekse informatie-uitwisselingen tussen de Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
17
derdewereld landen zijn eerder uitzonderlijk (Servaes, 1983). De nieuwsberichten over buurlanden worden veel vaker geselecteerd en bewerkt door de westerse nieuwsagentschappen. Hierdoor wordt de afhankelijkheidsrelatie op de internationale nieuwsmarkt nog versterkt. Deze monopolisering van de nieuwsstroom betekent dus dat slechts drie grote westerse organisaties grotendeels de internationale nieuwsagenda bepalen. In vele landen blijft de nieuwsuitwisseling beperkt tot het passief ontvangen van ‘westers nieuws’ (Biltereyst, 2004, p. 166). Thussu (2004, p. 50) wees erop dat, ondanks het stijgende aantal nieuwsproducenten, het wereldnieuws en de informatiestroom tussen Afrikaanse, Latijns-Amerikaanse en Aziatische media gedomineerd wordt door Angelsaksische nieuwsorganisaties. Opvallend hierbij is het feit dat de vroegere koloniale verbindingen nog steeds een rol spelen in de communicatiestructuren op de Noord-Zuid-as. De wereldnieuwsagentschappen focussen zich op bepaalde gebieden, waardoor een verdeling van de nieuwsagentschappen per regio duidelijk merkbaar is. Tot zover de kwantitatieve kant van het probleem. Er is voorts ook heel veel kritiek op de kwalitatieve ondervertegenwoordiging van het Zuiden in het internationale nieuwsaanbod. Critici wijzen hier op de eenzijdige en minderwaardige kwaliteit van de nieuwsberichten over de derdewereldlanden. Omdat de ontwikkelingslanden slechts beperkt aan bod komen in de internationale berichtgeving, is de inhoudelijke boodschap van cruciaal belang voor de beeldvorming over deze gebieden. Onderstaande voorstelling van Galtung en Ruge (1965, p. 65) toont aan dat de beeldvorming door de media een invloed uitoefent op de persoonlijke perceptie. Zowel bij de media als bij de lezer ontstaat er een vertekening van de gebeurtenis.
Figuur 4: Nieuwscommunicatieproces volgens Galtung & Ruge (Galtung & Ruge, 1965, p. 65)
Verscheidene auteurs (Galtung & Ruge, 1965; Servaes, 1983; Van Ginneken, 1996; …) hebben erop gewezen dat de Westerse oorsprong van de dominante mediabedrijven leidt tot een vertekening van de internationale berichtgeving (Paulussen, 2004, p. 160). Zoals al eerder vermeld, spreekt Van Ginneken (1996) over selectieve articulatie binnen de internationale berichtgeving, waarbij bepaalde feiten of bepaalde verbanden tussen feiten sterker in de media benadrukt worden dan andere. Servaes (1983, p. 82) omschrijft deze inhoudelijke manipulatie van de realiteit als volgt: “de Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
18
vervorming, verminking of verdraaiing van het nieuws houdt niet noodzakelijk een valse of verkeerde weergave van de feiten in, eerder een arbitraire selectie en ideologisch-geladen presentatie of interpretatie van de realiteit.”. Ook de manier waarop het nieuws omschreven wordt, speelt een belangrijke rol in de beeldvorming. De keuze van de taal, stijlfiguren en verhaalstructuren zijn slechts enkele van de vele belangrijke elementen in de wijze waarop de gebeurtenissen beschreven worden (Van Ginniken, 1996). Ook de gehanteerde ideologie oefent een invloed op de media-inhoud uit. “The disproportionate reliance of journalists on official sources, lack of independent opinions that contradict the accepted norm, and the comfortable acceptance of western societal values as the guiding structure to reporting are symptoms of a strong ideological influence of elite sources on media content (Ibrahim, 2003, p. 89)”. Deze symptomen tonen dus aan dat de zogenaamde ‘elite’ bronnen, waaronder vooral de westerse wereldnieuwsagentschappen, een grote ideologische invloed hebben op het mediapakket. John Hartley (1983, p. 61) wijst erop dat een ideologische vertekening in de berichtgeving nooit bewust bedoeld is. Er is volgens hem geen samenzwering tot misleiding van het publiek. De ideologie van het nieuws is geen partijdige ideologie, maar heeft enkel tot doel om het nieuws te vertalen en te veralgemenen. Wanneer echter veralgemeningen en vertekeningen van de nieuwsfeiten geregeld opduiken, heeft dit fenomeen grote gevolgen voor de opinievorming en het algemene wereldbeeld. Rampal (2002, p. 111) besluit dat de westerse controle van de informatiestroom resulteert in “an inadequate, negative, and stereotypical portrayal of developing countries”. Bovendien bereikt de internationale berichtgeving niet enkel de bevolking, ook de politieke wereldleiders baseren zich voor hun opinievorming heel vaak op de internationale media. Het nieuws vormt daarom een uitermate belangrijke bron voor de bescherming van de eigen nationale belangen en voor het maken van politieke keuzen (Vos, 2006, p. 18).
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
19
2.3.
De opkomst van alternatieve initiatieven
De sterke controle van de wereldnieuwsstroom door de westerse wereldnieuwsagentschappen wordt door ontwikkelingslanden al zeer lang met argusogen bekeken. De ‘stem van het Zuiden’ is immers nauwelijks hoorbaar in het duidelijk ‘gekleurde’ nieuws. De kritiek op de westerse nieuwsdominantie bleef groeien en als gevolg daarvan ontstond er in de jaren 1970 een controverse binnen de UNESCO over een Nieuwe Internationale Wereld Communicatie Orde (NWICO). Tijdens de discussie kwam het concept van een vrije informatiestroom onder vuur te liggen. De ontwikkelingslanden ijverden voor een meer evenwichtige informatiestroom. Tijdens de vele debatten die hierop volgden, stonden het Westen en de derdewereldlanden telkens lijnrecht tegenover elkaar. Volgens de ontwikkelingslanden moet het Westen hen ondersteunen, onder meer via de financiering van persbureaus in het Zuiden. Het Westen, en met name vooral de VSA, beriepen zich op de vrijheid van meningsuiting en beschouwden de vraag van de Derde Wereld als een aanval op de vrije nieuwsmarkt. Zij trokken zich vervolgens terug uit de debatten, waardoor de NWICO niet van de grond kwam. Het NWICO debat mondde uiteindelijk uit in de oprichting van een internationale commissie voor informatie en communicatie, die geleid werd door Sean MacBride. In 1980 bracht MacBride het rapport ‘Many voices, one world’ uit, waarin hij de nood van een NWICO bevestigde (Servaes, 1983; Fenby, 1986; Boyd-Barrett & Thussu, 1992; Thussu, 2000).
Het belangrijkste resultaat van de debatten over een NWICO binnen de UNESCO was evenwel de creatie van een ‘Internationaal Programma voor de Ontwikkeling van Communicatie’ (IPDC). In dit programma werd een akkoord bereikt over onder meer de oprichting van een fonds voor de opleiding van communicatietechnici en de aankoop van communicatietechnologie. Het IPDC steunde ook initiatieven zoals onder meer PACNEWS (een nieuwsuitwisselings-coöperatie van radiostations van de dertien onafhankelijke eilanden in de Stille Oceaan) en PANA (het Pan-Afrikaans nieuwsagentschap) (Boyd-Barrett & Thussu, 1992, p. 8).
Het principe van een NWICO werd door de westerse landen dus behoorlijk uitgehold. Hierdoor verloor het debat duidelijk aan intensiteit. Toch mogen we het belang en de invloed van de debatten over een NWICO niet onderschatten. Het belangrijkste gevolg van het MacBride-rapport en het daaraan gekoppelde UNESCO-debat is alleszins dat de communicatieproblematiek op de internationale politieke agenda kwam te staan (Servaes, 1983, p. 25). Bovendien ontstonden er in de jaren 1970 en 1980 verschillende alternatieve initiatieven en samenwerkingsverbanden. De doelstellingen waren drieledig: het stimuleren van de informatievoorziening over de Derde Wereld Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
20
naar het Westen, een kwalitatieve opwaardering van het nieuws over de Derde Wereld en het bevorderen van een intercontinentale en regionale nieuwsuitwisseling in de Derde Wereld zelf (Biltereyst, 2006, p. 168). Enkele van deze nieuwe alternatieve stemmen waren Gemini News Service, NANAP, IPS, … Er werden ook heel wat regionale of continentale nieuwsagentschappen opgericht, zoals PANA(Press), LATIN, OANA (Organisation of Asia-Pasific News Agencies), FANA (Federation of Arabian News Agencies), … Deze agentschappen verzorgen in de eerste plaats de regionale uitwisseling,
als
alternatief
voor
de
wereldnieuwsagentschappen.
De
grote
Westerse
nieuwsagentschappen gebruiken deze regionale nieuwsagentschappen vooral als tussenschakel, waardoor laatstgenoemden eerder een intermediaire functie hebben tussen de nationale en internationale nieuwsagentschappen (Boyd-Barrett & Thussu, 1992; Biltereyst, 2006).
In 1967 werd in Londen de non-profitorganisatie Gemini News Service opgericht met als doel de berichtgeving over de Derde Wereld te verbeteren. Het agentschap beschikte over ongeveer 130 correspondenten in 50 landen. Gemini News Service probeerde de plaatselijke problemen in een breder perspectief te plaatsen. Financiële problemen zorgden er echter voor dat het agentschap niet meer zelfstandig kon overleven. Gemini News Service werd daardoor begint de 21ste eeuw opgeslorpt in een Londense NGO (Biltereyst, 2006).
De in 1955 opgerichte Movement of Non-Aligned Countries (NAM), een vereniging van ruim honderd ontwikkelingslanden, richtte in 1976 , onder leiding van het Joegoslavische nieuwsagentschap Tanjung, een ‘nieuwspool’ op (de Non-Aligned News Agencies Pool, kortweg NANAP). Ongeveer 90 agentschappen waren aangesloten bij NANAP. Het doel van NANAP was om een onafhankelijk initiatief te vormen ten opzichte van het Westen en de voormalige Sovjet-Unie. De nieuwspool had bijgevolg de taak om de interne informatie-uitwisseling tussen de niet-gebonden landen te verbeteren, alsook om correcte politieke, economische en culturele informatie over deze landen te verspreiden. Maar ook de Nieuwspool leed sterk onder de beperkte financiële en technische middelen. Hierdoor werd de NANAP inmiddels op non-actief gezet. In 2006 kwam de NAM met een nieuw initiatief: de oprichting van een eigen nieuwsagentschap NAM News Network (NNN). Dit volledig op het internet gebaseerde agentschap moet een volwaardige vervanger van de NANAP worden (cfr. infra) (Servaes, 1983; Biltereyst, 2006; Vos, 2006).
Het succes van deze alternatieve initiatieven, met uitzondering van IPS, was echter eerder beperkt. “With the possible exception of Inter Press Service, none of these agencies has posed a serious challenge to the major Western news agencies (Rampal, 2002, p. 113)”. Als belangrijkste reden hiervoor gold vooral het gebrek aan financiële middelen. Bovendien hadden de alternatieve Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
21
nieuwsagentschappen te kampen met technische beperkingen en met het probleem van geloofwaardigheid. Door de sterke overheidscontrole in autoritaire regimes rezen er immers heel wat vragen over de betrouwbaarheid van de nationale nieuwsagentschappen (Boyd-Barrett & Thussu, 1992; Rampal, 2002). Hannerz (2004, p. 41) besluit dan ook dat er, ondanks de vele alternatieve initiatieven, weinig veranderd is aan het onevenwicht in de internationale nieuwsstroom. Het Westen monopoliseert nog steeds de internationale nieuwsverzameling en – verspreiding. Velen zien echter het (goedkopere) internet als een nieuw platform voor diverse alternatieve initiatieven (cfr. infra) (Rampal, 2002, p. 113; Biltereyst, 2006, p. 170).
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
22
2.4.
Inter Press Service (IPS)
Van alle alternatieve reacties die zich vormden in de nasleep van de debatten over een NWICO, is IPS ongetwijfeld het meest succesvolle initiatief. In 1964 werd door de Italiaanse freelance journalist Roberto Savio en de Argentijnse student Politieke Wetenschappen Pablo Piacentini Inter Press Service (IPS) opgericht. Het persbureau kwam tot stand na een samenwerking tussen een veertigtal Latijns-Amerikaanse en Europese journalisten, NGO’s en ontwikkelingswerkers. Deze internationale non-profit coöperatie van journalisten had als doel “to build an ‘information bridge’ between Europe and Latin America”. In tegenstelling tot de meeste andere nieuwe regionale nieuwsagentschappen, slaagde IPS er wel in om “a very considerable, independent body of journalists around the World, as well as a sophisticated communications network” op te richten (Boyd-Barrett & Thussu, 1992, p. 31). Toen IPS in de jaren 1970 met succes de horizontale communicatie tussen de ontwikkelingslanden onderling verbeterd had, focuste het zich nadien op een uitbreiding van zijn netwerk om ook de ZuidNoord nieuwsstroom te bevorderen. Midden de jaren 1980 had IPS al kantoren in 60 landen, waarvan 16 in Europa en vier in Noord-Amerika (Giffard, 1998, p. 191). Vandaag strekt IPS zich uit over meer dan 150 landen met een correspondentennetwerk van ongeveer 400 journalisten (http://www.ipsnews.org, 2009).
IPS is het enige internationale persbureau dat niet commercieel ingesteld is. Het agentschap werd door de Verenigde Naties officieel erkend als een niet-gouvernementele organisatie (NGO). IPS onderscheidt zich vooral van de wereldnieuwsagentschappen door meer nadruk te leggen op ‘global issues’, zoals de vaak onderbelichte internationale thema’s duurzame ontwikkeling, internationale samenwerking, mensenrechten en globalisering. Bovendien is er een sterke focus op analyse en interpretatie, in plaats van op de weergave van geïsoleerde feiten (Servaes, 1983, p. 87).
Het doel van IPS is breder dan enkel en alleen de aanlevering van nieuwsberichten. IPS noemt zichzelf “a unique communication organization, with a broader mission than most: that of giving voice to the voiceless and fostering understanding, accountability and participation around development (http://www.ips.org, 2009)”. IPS probeert dit doel te verwezenlijken aan de hand van verschillende structuren: Naast de IPS International News Agency, organiseert IPS ook heel wat communicatieprojecten en –programma’s. De activiteiten spitsen zich toe op training, informatieuitwisselingen en de uitbouw van informatienetwerken. Voorts probeert IPS via de eigen elektronische nieuwsbrief TerraViva internationale beleidsmakers te bereiken (http://www.ips.org, http://www.ipsnews.be).
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
23
Inter Press Service is tot op heden het meest toonaangevende persbureau op het gebied van nieuws uit de Derde Wereld. Anthony Giffard (1998, In: Joye, 2006, p. 13) noemt IPS “the world’s leading provider on information about global issues and the largest purveyor of news about the developing nations”. Maar ondanks zijn vrij stevige positie tussen de grootste internationale agentschappen, moet IPS blijven vechten om zijn plaats te behouden op de uiterst competitieve internationale nieuwsmarkt. De financiële situatie is eerder precair. IPS is bijgevolg structureel en financieel afhankelijk van heel wat internationale organisaties.
In december 1986 bundelden Belgische NGO’s hun krachten om een Vlaamse afdeling van IPS op te richten. De non-profit organisatie was in het begin nauw verbonden met IPS Nederland. De Nederlandse organisatie geraakte echter in financiële problemen, waardoor ze in 1994 noodgedwongen de boeken moest sluiten (Joye, 2006, p. 13). IPS Vlaanderen bedient daardoor tot op heden zowel de Belgische als de Nederlandse markt. IPS Vlaanderen beschikt vandaag over vier vaste journalisten, die vooral een selectie van de berichten van IPS World Service vertalen. Om de nieuwsberichten nog beter te verspreiden, is er een nauwe samenwerking met Mo* Magazine. De onafhankelijke vzw financiert zijn werking met abonnementsbijdragen van klanten. Toch zijn de financiële middelen ook hier zeer beperkt. Het agentschap ontvangt wel financiële programmasteun van de Vlaamse Overheid en van 11.11.11. (Joye, 2006, p. 13; http://www.ipsnews.be).
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
24
2.5.
Het belang van alternatieve nieuwsagentschappen
“As the South is increasingly presented to international news audiences as mysterious, threatening and manageable only by force, the poverty of news (…) becomes a more urgent threat to a peaceful World order than it has ever been”. (Thussu, 2004, p. 47)
Zoals al aangegeven, leidt de dominantie van de Westerse mediaorganisaties niet enkel tot een kwantitatieve ondervertegenwoordiging van de Derde Wereld in het internationale nieuws, maar ook tot een kwalitatieve verstoring van het nieuwsaanbod over de ontwikkelingslanden. Nieuwsagentschappen zijn meestal de eerste bron voor het internationale nieuws van lokale of regionale publicaties en dragen bijgevolg in belangrijke mate bij tot een democratische samenleving. “The quality of public debate depends on the quality of available information, and that the quality of public discussion is the crucial factor in creating a rich democracy (Ramonet, 2005)”. Of zoals Rauch (2003, p. 87) het verwoordt: “The content represents a strong influence on Western readers’ knowledge of and attitudes toward global events and issues.”. Agenda-setting en framing zijn twee aspecten die betrekking hebben op de manier waarop nieuwsberichten worden gevormd en aan het publiek worden meegedeeld.
De term agenda-setting werd in 1972 voor het eerst door McCombs en Shaw gebruikt. Uit een vergelijkend onderzoek tussen de media agenda en de publieke agenda concludeerden deze onderzoekers dat de massamedia wel degelijk de publieke agenda beïnvloeden (Dearing & Rogers, 1996, p. 6). Volgens de agenda-settingbenadering bepalen de media niet zozeer hoe de mensen zullen denken, maar wel waarover ze zullen nadenken. Hierdoor beslissen de media mee welke onderwerpen in de maatschappelijke discussie aan bod komen. Het agenda-settingeffect bestaat dus uit een hoge correlatie tussen de media-agenda en de publieksagenda (De Boer & Brennecke, 2003). Volgens deze theorie zal de berichtgeving in de media niet resulteren in grote veranderingen in het beleid. Het is immers uiteindelijk aan het publiek om aan het beleid veranderingen te vragen (Bany Baybars-Hawks, n.d. ). Binnen dit proces beïnvloedt de media agenda dus de publieke agenda, die op haar beurt weer de politieke agenda kan beïnvloeden (Vos, 2006, p. 23). De taak van alternatieve nieuwsagentschappen bestaat er met andere woorden in om de vergeten of genegeerde verhalen uit de Derde Wereld op de publieke agenda te plaatsen. IPS is daarbij “an essential supplement to the mainstream media” (Garrigues, 1994, In: Joye, 2006, p. 17). Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
25
Een ander belangrijk aspect in verband met de nieuwsinhoud is framing. Deze term heeft betrekking op de wijze waarop het nieuws ‘verpakt’ is. Een mediaframe is een onderdeel van een nieuwstekst en legt bepaalde accenten, waardoor de lezing van de nieuwsberichten in een bepaalde richting wordt gestuurd (Deprez, 2008, p. 23). Framing verwijst bijgevolg naar de impact die de presentatie van het nieuws heeft op de manier waarop mensen denken over bepaalde vraagstukken, personen en gebeurtenissen. Framing kan dus eigenlijk beschouwd worden als een belangrijk onderdeel van agenda-setting, maar het effect ervan gaat veel verder dan dat van agenda-setting (Vos, 2006, p. 24). Door de toenemende concurrentiestrijd en commercialisering is er sprake van een groeiende oppervlakkigheid en popularisering van de nieuwsberichten. Gebeurtenissen worden hierdoor zodanig ‘verpakt’ tot een verkoopbare handelsvorm van nieuws, waardoor de nieuwsfeiten zoveel mogelijk naar de eigen hand worden gezet (Vos, 2006, p. 24).
Het belang van alternatieve agentschappen zoals IPS bestaat er dus in om een alternatieve focus te ontwikkelen. Volgens Boyd-Barrett en Thussu (1992, p. 35) slaagt IPS er in om zo’n alternatief framework aan te bieden: “IPS has strived to focus on processes rather than on ‘spot’ news as the basis of its news operations. This indeed is an innovative focus in the world media market”. “IPS news service style has helped to change the way news is defined, gathered and focused, perhaps even influencing practice within the major transnational news agencies, by showing in practice that many areas previously not considered newsworthy can in fact be so (Boyd-Barrett & Thussu, 1992, p. 35”. IPS kan bijgevolg beschouwd worden als een zeer waardevolle aanvulling op het nieuwsaanbod van de mainstream media. Thussu (2000) ziet een dergelijk alternatief als “a moral imperative and a necessary democratic requirement”. De bestaansreden van een alternatief agentschap als IPS is dus “contributing to and challenging democratic processes in an increasingly globalizing world”, met als einddoel “to promote and ultimately evoke a crucial sense of awareness” (Joye, 2006, p. 39).
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
26
3. Alternatieve berichtgeving in een nieuwe digitale nieuwsecologie
“All agencies were confronted by the challenges of market deregulation, media concentration and conglomeration, and technology (particularly the internet)”. (Rantanen & Boyd-Barrett, 2004, p. 36)
“Those who will be able to invest in technology will follow. Those who cannot will be fighting for their survival in the rapidly changing global media environment”. (Boyd-Barrett & Rantanen, 2004, p. 43)
De afgelopen decennia is de journalistieke context grondig veranderd. Technologische ontwikkelingen, en vooral de komst van het internet, spelen in deze evolutie een zeer belangrijke rol. We kunnen stellen dat we in een informatiesamenleving beland zijn, waarin de nieuwe nieuwsecologie gekenmerkt wordt door trends zoals de opkomst van wereldwijde netwerken, globalisering, individualisering, commercialisering en deregularisering. Voor het internet is een duale rol weggelegd. Enerzijds vormt het een bedreiging voor de nieuwsagentschappen, maar anderzijds dient het als nieuw distributiekanaal en alternatieve bron van informatie (Biltereyst, 2006, p. 171). In de volgende hoofdstukken bekijken we de verschillende kenmerken van deze nieuwe journalistieke context.
3.1.
IPS en het internet
De technologische ontwikkelingen, waaronder het internet, hebben nieuwe mogelijkheden gecreëerd voor IPS, maar eveneens nieuwe uitdagingen en moeilijkheden met zich mee gebracht. Eén van de grote consequenties van het internet is het gewijzigde rollenpatroon van nieuwsagentschappen. Waar voorheen de agentschappen enkel het publiek konden bereiken via andere media, kan een persbureau nu via het internet, in toenemende mate, direct zijn gebruikers Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
27
bereiken (Boyd-Barrett & Rantanen, 2004). In 1994 startte Inter Press Service met eigen internetdiensten. De website www.ipsnews.org biedt gratis een overzicht van de Engels- en Spaanstalige artikelen. Voor het gebruik van artikelen uit het online archief moet wel betaald worden. Daarnaast heeft IPS verscheidene andere sites die in een andere taal een selectie van de berichten presenteren. Voorts werkt IPS met overeenkomsten met verschillende portaalwebsites, zoals One World Online en 11.be, waardoor het bereik van de IPS-dienst sterk toenam. In 2005 hadden de IPS-websites samen maandelijks ongeveer vijf miljoen page views. Een ander voordeel van het internet voor IPS is dat “the web also facilitates in-house correspondence among IPS correspondents and bureaus” (Giffard, 2001, p. 20). Het internet is ontegensprekelijk een relatief goedkoop distributienetwerk en vergemakkelijkt daardoor ook de nieuwsconsumptie voor de gebruiker (Atton, 2002; Boyd-Barrett & Rantanen, 2004). Maar door de komst van het internet doken ook verschillende nieuwe spelers op de internationale nieuwsmarkt op. “The internet reduces the costs of gathering and dissemination of World news but it is also the source of more competition (Rantanen & Boyd-Barrett, 2004, p. 36)”. Belangrijk hierbij is dat nieuwe nieuwsactoren zoals Indymedia gratis nieuwsbronnen zijn, terwijl voor de diensten van IPS wel betaald moet worden (Joye, 2006, p. 23). Bovendien kunnen organisaties, die vroeger een beroep deden op de communicatie-infrastructuur van IPS, nu veel gemakkelijker en goedkoper via het internet deze informatie raadplegen. IPS zag aldus een derde van zijn inkomsten teruglopen (Giffard, 2001, p. 20). Giffard (2001, p. 20) stelt hierover het volgende: “However, the internet poses a fundamental question to IPS and like-minded ventures. Given that the kind of information that IPS has committed to gather and distribute is now widely and directly available on the internet, have the ‘alternative’ news agencies outlived their purpose, and if not, what is their function now?”.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
28
3.2.
De netwerkmaatschappij
“De combinatie van sociale netwerken en medianetwerken zorgt voor een nieuwe infrastructuur in onze samenleving.”
(Van Dijk, 2001)
De geschiedenis van onze maatschappij bestaat uit een graduele opeenvolging van verschillende tijdperken. Ondanks het feit dat de industriële revolutie zich, volgens de standaarden van die periode, zeer snel voltrok, bestreek deze beweging toch nog verscheidene decennia. Vandaag is het echter zeer moeilijk geworden om enkele gelijkenissen te vinden met de samenleving in de jaren 1970 en 1980. In een razendsnel tempo werden en worden nog steeds tal van nieuwe communicatiewegen aangelegd, waardoor allerlei nieuwe communicatienetwerken ontstaan. Hedendaagse jongeren kunnen zich nog nauwelijks een beeld vormen van de predigitale samenleving: een wereld waarin computers zeer traag waren en bovendien enkel gebruikt werden in de industrie. Of een wereld waarin we enkel via een immobiele telefoon direct met elkaar verbonden waren (Hassan, 2004, p. 2). De termen informatiesamenleving en netwerkmaatschappij worden tegenwoordig aanvaard als een objectieve beschrijving van onze hedendaagse samenleving. De technologische ontwikkelingen op het vlak van media en communicatie hebben invloed op bijna alle aspecten van het maatschappelijk leven. Deze technologische en maatschappelijke ontwikkelingen leiden tot een veelheid van open en gesloten netwerken van organisaties en individuen.
De algemene consensus over het belang van de technologische evolutie in onze maatschappij wordt echter niet gevolgd door een eensgezindheid over de sociale consequenties van deze nieuwe soort samenleving (McQuail, 2000, p. 88). Hierbij wordt er vaak een onderscheid gemaakt tussen de ‘boemdenkers’ en de ‘doemdenkers’. Volgens de ‘boemdenkers’, zoals Daniel Bell en Alvin Toffler, vormt de informatiemaatschappij een radicale breuk met de industriële maatschappij, waarbij de oude maatschappelijke tegenstellingen als gevolg van de informatietechnologie worden opgeheven. De ‘doemdenkers’, zoals Neil Postman, zien de informatiemaatschappij als een geestdodende maatschappij met enkel plaats voor de oppervlakkigheid van de beeldcultuur. Tegenwoordig worden er meer genuanceerde benaderingen, met aandacht voor zowel de negatieve als positieve aspecten rond de informatiesamenleving, naar voor gebracht. Manuel Castells en Jan van Dijk hanteren de term netwerkmaatschappij. Volgens hen wordt deze maatschappij vooral gekenmerkt door een
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
29
gedecentraliseerde structuur, in tegenstelling tot de sterk gecentraliseerde structuur van de industriële maatschappij. Deze gedecentraliseerde structuur bestaat uit verschillende netwerken, die via gemediatiseerde communicatie op een flexibele manier met elkaar verbonden zijn (Verstraeten, 2004, p. 144; McQuail, 2000). Volgens Van Dijk (2001) versterken deze netwerken enerzijds de globalisering en anderzijds de lokalisering en individualisering (cfr. infra). Ze verbinden, zoals een zenuwstelsel, alle eenheden in onze samenleving.
Algemeen wordt dus aangenomen dat we momenteel in een nieuwe soort samenleving zijn beland. De
industriële
samenleving
werd
vervangen
door
een
informatiesamenleving
of
een
netwerkmaatschappij, waarbij industriële vooruitgang volledig opgebouwd is rond informatie en kennis. De productie en distributie van die informatie, vooral via computergebaseerde technologie, is een zeer belangrijk onderdeel van de economie geworden. “One area where this process of transition can be seen most overtly in professional discourses is in journalism (Campbell, 2004, p. 2)”. Deze informatierevolutie heeft onze samenleving op zeer korte tijd enorm veranderd. Van Dijk (1991, p. 8) noemt de jaren negentig het decennium van de netwerken. Deze netwerken vormen het zenuwstelsel van onze huidige en toekomstige maatschappij. De laatste jaren zijn netwerken steeds meer in de belangstelling komen te staan.
Volgens Manuel Castells (1996) kwam de netwerkmaatschappij tot stand door de historische interactie van drie onafhankelijke processen: de revolutie door de informatietechnologie, de opkomst van culturele sociale bewegingen in de jaren 1960 en jaren 1970 (vooral het feminisme en het ecologisme) en de herstructurering van het kapitalisme in de jaren 1980. Castells (1996, p. 399) wijst erop dat “the Information Technology Revolution did not create the network society. But without Information Technology, the Network Society would not exist.”.
De netwerkmaatschappij wordt gekenmerkt door een globale informatie-economie. In dit soort economie zijn de productiviteit en het concurrentievermogen meer dan ooit afhankelijk van kennis, informatie en de technologie om deze gegevens te kunnen verwerken. Informatie vervult als grondstof een centrale plaats, die alle andere productiesectoren overheerst (De Grooff, 1986, p. 505). Volgens Castells ontstaat er door de ‘informational economy’ een zeer groot potentieel aan nieuwe mogelijkheden, maar moet men toch oog hebben voor de gevaren van dit soort economie: “Because of its dynamism and creativity, it is potentially more exclusionary than the industrial economy if social controls do not check the forces of unfettered market logic.” (Castells, 1996, p. 400). Deze new economy wordt vooral beïnvloed door ICT’s (Hassan, 2004, p. 9). ICT’s zijn een onderdeel geworden van het kapitalisme en van de economische globalisering, waarbij via Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
30
digitalisering en netwerking efficiëntere manieren van productie, distributie en management worden bereikt.
Deze informatie-economie is ook globaal: “it is an economy whose core, strategically dominant activities have the potential of working as a unit in real time on a planetary scale.” (Castells, 1996, p. 400). In een globale economie zijn de meeste economische activiteiten van over de hele wereld via netwerken en handel met elkaar verbonden. Ook op het vlak van mediacommunicatie is een ‘global economy’ de nieuwe realiteit. Zonder informatie- en communicatietechnologie zou deze globaliseringtendens nooit tot stand gekomen zijn. De nieuwe economie vormde de basis voor het ontstaan van een nieuwe economische organisatievorm: de netwerkonderneming. ‘The network enterprise’ kan gezien worden als “the specific set of linkages between different firms or segments” (Castells, 1996, p. 401).
Volgens Castells (1996, p. 405) is de netwerkmaatschappij georganiseerd rond nieuwe ‘forms of time and space’, namelijk de ‘timeless time’ en de ‘space of flows’. De nieuwe tijdsvorm is de dominante trend binnen de netwerkmaatschappij. Ze is het gevolg van het gebruik van nieuwe informatie- en communicatietechnologieën die een nieuwe invulling geven aan het begrip tijd, volgens Castells (1996, p. 405) “to compress years in seconds, seconds in split seconds”. Deze acceleration is vooral te wijten aan het bestaan van digitale netwerken. De ‘space of flows’ verwijzen naar de tendens dat dominante functies in onze samenleving steeds meer opereren op basis van “exchanges between electronic circuits linking up information systems in distant locations” (Castells, 1996, p. 406). Het internet versterkt dit patroon van interactie tussen verschillende fysische plaatsen en verandert de wereld aldus, via wereldwijde netwerkverbindingen, in een ‘global city’.
De informatiesamenleving wordt ook gekenmerkt door veranderingen in het communicatieverkeer. In de 20ste eeuw is er een duidelijke verschuiving van de communicatiepatronen in de richting van decentrale eenheden. Er is, met andere woorden, een evolutie van allocutie naar consultatie, registratie en conversatie. Bovendien impliceert het ontstaan van geïntegreerde netwerken een samenvoeging van deze informatieverkeersstromen. Van Dijk (1991) spreekt daarom van een tweede communicatierevolutie, die gekenmerkt wordt door twee structurele veranderingen, namelijk integratie of convergentie en interactiviteit. Volgens Van Dijk is de belangrijkste structurele wijziging de integratie van tele-, data- en massacommunicatie in één enkel medium. “Door de uniforme codering van informatie (digitalisering) binnen de toekomstige netwerken wordt het specifieke karakter aan onderscheiden informatiestromen ontnomen en wordt in principe de uitwisselbaarheid Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
31
van diensten groter” (Bardoel, 1997, p. 81). De tweede structurele verandering in de tweede communicatierevolutie is de toename van interactieve gemediatiseerde communicatie. Deze interactieve media zijn met andere woorden zeer veelzijdig en rijk aan informatie (Van Dijk, 1991, p. 199-204).
De netwerkmaatschappij kan dus beschouwd worden als een samenleving waarbij de dominante functies en processen gestructureerd zijn rond netwerken. De netwerkmaatschappij is nog steeds een kapitalistische samenleving, maar verschilt sterk van het industriële kapitalisme. Informatie en kennis
zijn
de
overheersende
grondstoffen
in
de
netwerkeconomie.
De
informatietechnologierevolutie heeft de netwerkmaatschappij niet geproduceerd, maar zonder deze revolutie zou deze vorm van samenleving nooit zo overtuigend en grootschalig geweest zijn als in haar huidige vorm. De nieuwe mediatechnologieën spelen dus een belangrijke rol in het ontstaan van de informatiesamenleving die gekenmerkt wordt door een enorme informatiestroom, de interactiviteit van relaties, integratie en convergentie van activiteiten, globaliseringtendensen en de expansie van netwerken (McQuail, 2000, p. 88).
3.2.1. Netwerkorganisaties
Als gevolg van de digitalisering ontstaan er steeds meer mogelijkheden voor netwerkvorming. “De voortschrijdende techniek maakt schaalvergroting in de openbare communicatie mogelijk door loskoppeling van ruimtelijke en sociale verbanden en faciliteert aldus nieuwe vormen van gemeenschap (Bardoel, 1997, p. 18)”. De convergentie van computers en telecommunicatie tot elektronische netwerken zorgt voor een samenleving waarin afstanden irrelevant zijn en waarin men kan genieten van een onbeperkte informatiecapaciteit. Netwerkvorming binnen nieuwsorganisaties is vanzelfsprekend geen nieuw fenomeen, maar wordt, als gevolg van de technologische ontwikkelingen, steeds eenvoudiger. Maar als gevolg van de toenemende
marktgeoriënteerde
journalistiek
(cfr.
infra)
worden
de
internationale
correspondentennetwerken van allerhande mediaorganisaties drastisch afgebouwd. De meerwaarde van een uitgebreid globaal netwerk voor alternatieve initiatieven kan bijgevolg steeds groter worden. Ook Inter Press Service heeft een uitgebreid mondiaal netwerk. Het persbureau beschikt over ongeveer 400 professionele journalisten in meer dan 150 landen. Het centrale kantoor van IPS bevindt zich in Rome. In de jaren 1990 startte het agentschap met een decentraliseringsproces, waarbij verscheidene regionale afdelingen, zoals onder meer in Bangkok en Johannesburg, werden
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
32
opgericht. Hierdoor verzekert IPS een gebald en verstaanbaar nieuwsoverzicht met een verantwoorde geografische spreiding. Het Europese regionale editoriale bureau is gevestigd in Londen. Van even groot belang voor IPS in Europa is het netwerk van filialen in onder meer Brussel, Berlijn, Parijs, Wenen, …. Deze filialen vertalen op hun beurt de IPS-berichten en bedienen nationale en internationale klanten.
Een ander duidelijk voorbeeld van een uitgebreid alternatief nieuwsnetwerk is NAM News Network (NNN). Deze netwerkorganisatie werd in 2006 opgericht door de vereniging van de niet-gebonden landen (NAM). NNN is een volledig op het internet gebaseerd nieuwsagentschap met als doel “de internationale berichtgeving te versterken over onderwerpen die van belang zijn voor ontwikkelingslanden” (Vos, 2006, p. 36). “As a revitalised entity the NNN makes the most of the Internet and ICT applications for speedy and affordable communications among its members (www.namnewsnetwork.org, 2009)”. Het model van NNN is gebaseerd op een open informatieuitwisseling, wat wil zeggen dat de organisatie open staat voor bijdragen van freelance journalisten en correspondenten van nationale nieuwsagentschappen (IPS, 2006).
3.2.2. Online communities
Sinds de komst van het internet en nieuwe informatietechnologieën zijn er ontelbare weblogs en communities beschikbaar op het World Wide Web. Deze weblogs, communities en nieuwsgroepen kunnen ook veranderingen teweeg brengen in de journalistieke methodes van nieuwsgaring. Als gevolg van deze evoluties is er een duidelijke nieuwe trend die zich doorzet binnen de journalistiek, met name de weblogjournalistiek of open-source journalism.
De term open-source journalism heeft betrekking op het feit dat elke burger een bijdrage kan leveren aan de initiële nieuwsgaring. Een wiki steunt bijvoorbeeld op het open-source principe, waarbij webdocumenten gezamenlijk kunnen worden bewerkt, zonder dat de inhoud door deskundigen moet worden geredigeerd en/of geaccepteerd (bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/WikiWiki). Een wiki is een onderdeel van de nieuwe generatie internetapplicaties, die Web 2.0 genoemd worden. Bij deze applicaties draait het om de samenwerking tussen de gebruikers Jeff Jarvis (2006) gebruikt de term networked journalism. Dit concept heeft betrekking op de toenemende samenwerking tussen journalisten en burgers. Bij networked journalism kan het publiek worden betrokken in een verhaal, nog voor er hierover in de media is bericht. De journalisten kunnen immers een beroep doen op het publiek om over een bepaald thema verslag uit te brengen. Nadat Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
33
het verhaal uiteindelijk gepubliceerd is, kan de burger nog steeds feiten, correcties en vragen aanreiken. Hierbij merkt Jarvis (2006) het volgende op: “Journalism is a collaborative venture. Journalism is a network.”. Het internet heeft dus belangrijke gevolgen voor de klassieke rol van de journalistiek: “The hierarchical, top-down mass communication model of journalism is being challenged in this new media environment (Dahlgren, 1996, p. 70).”.
We
vermelden
hierna
enkel
bekende
voorbeelden
van
open
source-journalistiek
en
weblogjournalistiek. Jay Rosen is auteur van de succesvolle weblog Pressthink, die voorgesteld wordt als een “ghost of democracy in the media machine”. Pressthink is bijgevolg een zeer waardevolle weblog binnen de journalistieke nieuwsgaring. In 2007 startte Jay Rosen nog een ander internetproject op: NewAssignment. Dit initiatief is een duidelijke toepassing van het open source journalism-concept. Rosen wil met NewAssignment, via de samenwerking van ‘amateurs’ en ‘professionals’, journalistieke producten mogelijk maken die zonder die samenwerking nooit zouden kunnen ontstaan (Dersjant, 2006). Het project is dus een duidelijk voorbeeld van de uitbouw van een online netwerk voor onderzoeksjournalisten. Ook Jeff Jarvis, die pleit voor de introductie van networked journalism, richtte een belangrijke weblog op, namelijk Buzzmachine. Hiermee wil hij een forum creëren waarop journalisten hun kennis en informatie aanbieden en delen met andere journalisten. Pressthink en Buzzmachine zijn twee goede voorbeelden van initiatieven die de uitbouw van journalistennetwerken via weblogs proberen te realiseren.
Indymedia Het bekendste voorbeeld van alternatieve ‘community media’ is ongetwijfeld Indymedia. Indymedia vormt een uitgebreid globaal gedecentraliseerd netwerk van meer dan honderd IMC’s (Independent Media Centers) over de hele wereld. Het eerste IMC werd in 1999 opgericht in Seattle “for the purpose of providing grassroots coverage
of the
World Trade
Organisation (WTO)”
(www.indymedia.org, 2009). Indymedia.org werd meteen een belangrijke informatiebron over de protesten tegen de WTO en lokte zelfs de aandacht van grote nieuwswebsites, zoals CNN en BBC. Geleidelijk aan ontstonden steeds meer IMC’s. Zo werd in 2000 Indymedia België opgericht.
Indymedia is een internationaal non-profit netwerkmodel, dat de burger aanspoort “to ‘become the media’ by posting their own articles, analyses and information to the site” (Platon & Deuze, 2001, p. 339). Op deze manier wil het een bijdrage leveren tot de democratisering van de berichtgeving en van de media in het algemeen (www.indymedia.be, 2009). De website hanteert een ‘open Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
34
publishing-methode’, waardoor iedereen nieuwsberichten op Indymedia kan publiceren. Nadien kan enkel een zeer kleine redactie de gepubliceerde artikelen bewerken of verwijderen. Indymedia is ontstaan als een medium voor de beweging van de zogenaamde andersglobalisten. De activistische website verspreidt ook vandaag vooral nieuws vanuit een politiek linkse invalshoek. De communitysite is daardoor een duidelijk voorbeeld van een ‘advocacy’ journalistiek model zoals Schudson dat voorop stelde. De Indymedia-websites lokken dagelijks miljoenen bezoekers. Onder meer de specifieke kenmerken van het internet kunnen een verklaring bieden voor deze enorme populariteit. “Its inherent democratic, chaotic, decentralized nature and freedom from official control has made the internet a strong medium for civil society (Dahlgren, 1996; Platon & Deuze, 2001, p. 337)”.
Weblogs en sociale netwerksites Naast ‘community mediasites’ zoals Indymedia groeien ook andere netwerken op het internet in toenemende mate uit tot virtuele mediabureaus. Steeds meer burgers schrijven hun ervaringen op een eigen weblog. Elf september 2001 was hierbij een belangrijk scharniermoment voor de burgerjournalistiek.
Kort
na
de
terreuraanslagen
waren
onmiddellijk
verscheidene
ooggetuigenverhalen op weblogs te vinden. De burger trad in de trol van journalist. Ook de info rond de oorlogen in Irak en de opstanden in Iran bijvoorbeeld brachten de blogs naar buiten. Belangrijke feiten die door de mainstream media, vaak omwille van censuur, niet gecoverd worden. Weblogs groeiden hierdoor uit tot een belangrijker verspreider van alternatieve perspectieven op gebeurtenissen overal in de wereld (Allan, 2004a & 2004b; Visterin, 2009).
Ook sociale netwerksites, zoals Facebook en Twitter, bieden de burger de kans om informatie de wereld rond te sturen. De invloed van Twitter op de journalistieke nieuwsgaring lijkt hierbij steeds groter te worden. Via de Twitterdienst verspreiden nieuwtjes zich razendsnel en houden mensen van over de hele wereld elkaar bijna realtime op de hoogte. Iedereen kan op Twitter korte berichten van maximaal 140 karakters (‘tweets’) achterlaten. Wereldwijde gebeurtenissen, zoals bijvoorbeeld een vliegtuigramp, verspreiden zich daardoor razendsnel op deze ‘microblogsite’. De primeur van grote wereldgebeurtenissen is dan ook steeds meer weggelegd voor Twitter, waardoor journalisten dergelijke websites niet zomaar kunnen negeren (Visterin, 19 juni 2009). Ook de ‘tweetfeeds’ van bekende internationale personen worden in toenemende mate een belangrijke nieuwsbron.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
35
3.3.
De paradox van de globalisering
Sinds het begin van de jaren 1990 duikt de term ‘globalisering’ overal op. Toch bestaat er allerminst een eenduidige betekenis van het begrip. De Britse socioloog Anthony Giddens definieert globalisering als “the intensification of worldwide social relations which link distant localities in such a way that local happenings are shaped by events occurring many miles away and vice versa (Giddens, 1994, p. 5). Bij Martin Lister et al. (2003, In: Paulussen, 2004, p. 159) vinden we een omschrijving die ook de link legt met de nieuwe media: “a dissolving of national states and boundaries of in terms of trade, corporate organisation, customs and cultures, identities and beliefs, in which new media have been seen as contributory elements”. Globalisering is geen nieuw fenomeen, maar de evolutie naar een ‘global village’ wordt de laatste jaren door het internet wel nadrukkelijk in beeld gebracht.
De globalisering van het nieuwsaanbod is, zoals uitgebreid beschreven in het vorige deel, vooral te merken in de dominantie van de drie westerse wereldnieuwsagentschappen. We vermeldden dat deze dominantie positie van het Westen geen nieuw fenomeen is, maar het gevolg is van een historische ontwikkeling (Boyd-Barrett & Rantanen, 1998). Meer recentere ontwikkelingen die bijdragen tot de globalisering van het nieuws, zijn de komst van satelliettelevisie en van het internet (Thussu, 2004). Door de introductie van deze nieuwe technologieën hebben grote multinationale nieuwsorganisaties hun dominantie op de wereldmarkt nog kunnen versterken (Harrison, 2006, p. 93).
De globalisering van het televisienieuws werd vooral een feit na de lancering van de satellietzender CNN in 1980. Vijf jaar later, in 1985, werd CNN International (CNNI) opgericht, waardoor de zender miljoenen mensen over de hele wereld bereikte. Later kreeg CNN concurrentie van onder meer BBC World, STAR-TV, Euronews, …. Toch blijft CNN de absolute leider op het vlak van internationale nieuwsberichtgeving. De Amerikaanse zender is op die manier het nieuwskanaal met de grootste invloed op de internationale politiek (Van Ginneken, 1996, p. 52). De internationalisering van het nieuws is echter niet langer enkel het exclusieve domein van een paar Westerse nieuwsorganisaties (Harrison, 2006, P. 94). De Arabische satellietzender Al Jazeera is een voorbeeld van een nietwesterse internationale nieuwszender. Niettemin blijven vooral de westerse mediabedrijven de nieuwsstroom bepalen. Zoals eerder aangetoond, is er heel wat kritiek op dit onevenwicht, dat tot een vertekening van de internationale nieuwsberichtgeving leidt.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
36
De laatste jaren draagt vooral het internet bij tot de globalisering van het nieuwsaanbod. Het internet heeft de afstand tussen ruimte en tijd enorm gereduceerd, waardoor informatie steeds sneller wereldwijd verspreid kan worden. Ook online hebben grote mediabedrijven als CNN en BBC World een enorme invloed op de internationale nieuwsberichtgeving: “a website allows the traditional news channels to elaborate and develop stories, link to other resources, garner more authors, and is thus a significant additional space of news and commentary and broadcasters (Sreberny & Paterson, 2004, p. 11). Daarnaast biedt het internet, vanwege de lagere financiële kosten en de eenvoudige manier van publicatie en verspreiding, ook enorm veel nieuwe mogelijkheden voor alternatieve en onafhankelijke nieuwsbronnen (Atton, 2002, p.139-140; Paulussen, 2004, p. 161). Atton wijst er wel op dat er, ook voor online publicaties, voldoende kapitaal en tijd nodig is: “it nevertheless requires capital and time to enable the origination of documents in machine-readable format (Atton, 2002, p. 139)”. Het bekendste voorbeeld van een alternatief internetinitiatief is ongetwijfeld Indymedia (cfr. supra).
Ondanks het feit dat er meer nieuwsaanbieders zijn dan ooit tevoren, is er duidelijk een vermindering van de kwaliteit en kwantiteit van het buitenlandnieuws merkbaar (Thussu, 2004). Deze ontwikkeling doet zich vooral voor bij het nieuws over en van de ontwikkelingslanden. “Despite 24-hour television news and on-line journalism and a small but significant contra-flow in news from the South to the North, it is argued that issues concerning the world’s poor are being increasingly marginalised as a softer, lifestyle variety of reporting appears to dominate global television news agendas (Thussu, 2004, p. 47)”. Verscheidene recente onderzoeken (Stone, 2000; Votquene & Van Aelst, 2003; Thussu, 2004; Douglas, 2006; …) tonen een daling van de buitenlandse berichtgeving aan. Telkens wordt er, ondanks de geglobaliseerde media, net een tegenovergestelde evolutie vastgesteld, namelijk een lokalisering van het nieuwsaanbod. Zo stelt Douglas (2006, p. 625), na een onderzoek van de buitenlandverslaggeving in de Verenigde Staten, dat het concept ‘global village’ een mythe is. Uit de studie van Votquene en Van Aelst (2003, In: De Greef, 2007, p. 20) bleek ook dat het aandeel van de internationale berichtgeving op de voorpagina van de krant De Standaard spectaculair daalde in tien jaar tijd. De steeds mindere aandacht voor het buitenlandse nieuws door de grote media gaat eveneens gepaard met een daling van de publieke interesse voor de internationale items. “The public’s capacity to pay attention to the outside World is normally enhanced by changes in the techniques of mass communication. But other factors have also come into play some political, some social, and some psychological. And, for the time being, they all seem to contribute to a decrease in the demand for foreign news (Moisy, 1997, p. 111)”. De globaliseringtendens heeft bijgevolg ook een impact op een alternatieve nieuwsagentschap zoals iPS.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
37
Giffard (1998, p. 198) stelt hierover het volgende: “The process of globalization that shaped the mission and editorial policies of IPS in recent years precipitated a crisis in its operations.”.
Deze paradox van de globalisering kan deels verklaard worden door de barrières van taalverwantschap en culturele affiniteit. Ondanks het globale karakter van de online media zullen de gebruikers vooral nieuws, dat verbonden is aan de eigen taal en cultuur, consumeren (Paulussen, 2004, p. 161). Veel auteurs zien ook een andere reden voor de tegenovergestelde tendensen van globalisering en lokalisering: de toenemende commercie in het medialandschap. In het volgende hoofdstuk besteden we dan ook aandacht aan deze nieuwe economische journalistieke context.
Individualisering Naast het fenomeen globalisering is er de laatste jaren ook duidelijk een andere sociaal-culturele trend die de journalistiek binnendringt, namelijk de individualisering. De nieuwe media bieden de gebruiker immers veel meer vrijheid om zelf naar nieuws op zoek te gaan. Er is, met andere woorden, een evolutie van een ‘massapubliek’ naar een individuele nieuwsconsument. Volgens Jo Bardoel is individualisering het belangrijkste kenmerk van een postmoderne cultuur, die nauw verbonden is met de globaliseringtendens. “Burgers maken meer en meer hun eigen, individuele keuzen: de informatie die ze willen ontvangen, de gemeenschappen (reële en virtuele) waartoe ze willen behoren, de leefstijl die ze kiezen en de wereldbeschouwing waartoe ze zich bekennen (Bardoel, 2002, p. 361)”. Op het vlak van nieuwsverspreiding is er dus, zoals reeds vermeld in het hoofdstuk over de netwerkmaatschappij, een duidelijke verschuiving van allocutie naar consultatie en conversatie. De globalisering- individualiseringtrend hebben vanzelfsprekend gevolgen voor de journalistiek. Zo bestaat er voor een online krant de mogelijkheid om haar marktgebied uit te breiden tot over de landsgrenzen heen. Door de fragmentatie van het lezerspubliek is het voor een online krant van groot belang om een eigen specifieke niche te vinden, zodat de website voldoende originele nieuwsinhoud bevat. De taak van de journalistiek bestaat er dus in om in toenemende mate in te spelen op de persoonlijke wensen en specifieke behoeften van de individuele gebruiker (Paulussen, 2004, p. 161-162). Naast de gevolgen voor de berichtgeving hebben deze sociaal-culturele trends ook een impact op de journalistieke nieuwsgaring. Het mondiale karakter van het internet biedt immers veel nieuwe mogelijkheden. Journalisten zijn voor de internationale berichtgeving niet langer uitsluitend afhankelijk van het aanbod van de wereldnieuwsagentschappen. Op het wereldwijde web kunnen zij Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
38
ook zelf op zoek gaan naar alternatieve nieuwsbronnen. Ook websites met bijdragen van de burger, zoals weblogs, kunnen hierbij dus in toenemende mate als nieuwsbronnen beschouwd worden (cfr. supra). “Online journalism, at its best, brings to bear alternative perspectives, context and ideological diversity to its reporting, providing users with the means to hear voices from around the globe (Allan, 2004a, p. 297)”. Cohen (2002, p. 539) wijst er wel op dat journalisten slechts zelden een beroep doen op dergelijke alternatieve nieuwsbronnen. Toch is ook hier een verschuiving merkbaar. De komst van websites zoals Twitter spelen hier onder meer een belangrijke rol.
Tenslotte willen we vermelden dat ook de digitale kloof de eenrichtingsstroom van informatie in stand houdt (Rogers, 2001). Lim (2003, p. 273) merkte onder meer op dat “the population of Internet users is still very much concentrated in higher-income democratic countries.”. De ongelijke verdeling van vaardigheden, capaciteiten en toegang tot het internet zorgt voor een enorm belemmering voor de onafhankelijke ontwikkeling van derdewereldlanden.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
39
3.4.
De commercialisering van het medialandschap
“The reader or viewer is now a ‘customer’. The news is a ‘product’. The circulation or signal area is now a ‘market’.”
(McManus, 1994, p. 1)
Gedurende de jaren 1980 besloten de Westerse regeringen om de massamedia te dereguleren, met als doel de competitie tussen de verschillende media te verhogen. Men ging er immers van uit dat dit zou resulteren in meer diversiteit en kwaliteit van het media-aanbod. Als gevolg van deze deregulering ontwikkelde de commerciële wetmatigheden zich als een dominante logica in de mediasector. Deze commercialiseringtendens heeft een enorme impact gehad op de communicatieomgeving waarin de journalistiek zich beweegt en voltrekt. We bespreken hierna eerst het politiek-economische standpunt van de pers en vervolgens de impact van de hedendaagse heersende economische wetmatigheden op de internetjournalistiek.
De politiek-economische benadering van de massamedia heeft aandacht voor de impact van mediaderegulering, veranderende patronen in media-eigendom en versterkte mediacompetitie op de media. Centraal in de politieke economie van de communicatie staat het feit dat de mediaproducten op de eerste plaats een koopwaarkarakter hebben (Verstraeten, 2007). De theorie maakt een onderscheid tussen de gebruikswaarde en de ruilwaarde van een mediaproduct. De gebruikswaarde heeft betrekking op het communicatief karakter van het mediaproduct, terwijl de ruilwaarde enkel een economisch karakter heeft. Volgens deze benadering worden de ontwikkeling en de kenmerken van de maatschappelijke communicatie op de eerste plaats bepaald door de ruilwaarde van de mediaproducten. Het koopwaarkarakter van de media heeft een belangrijke invloed op de inhoud van mediaproducten. De producten moeten immers een zo hoog mogelijke consumptie bereiken om op die manier een winstmaximalisatie te realiseren. De private winstbelangen in de media zijn, volgens de politiek-economische benadering, een grotere beperking op de vrijheid van expressie dan vormen van overheidsinmenging (Chambers, 2000, p. 92).
De media verschillen van andere markten door het feit dat hun product tweemaal verkocht kan worden, namelijk aan de consument en aan de adverteerders. Hierdoor richten de media zich vooral op de doelgroepen die het aantrekkelijkst zijn voor de adverteerders (Paulussen, 2004, p. 172). Naast de inkomsten via reclame is het natuurlijk ook belangrijk om zoveel mogelijk consumenten te Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
40
bereiken. Het grote streefdoel van maximale kijkcijfers is dus zowel belangrijk voor de return uit het mediaproduct als voor de reclame-inkomsten. De politiek-economische benadering toont dus aan dat het koopwaarkarakter van mediaproducten wel degelijk een invloed heeft op de inhoud van deze producten. Volgens vele onderzoekers leidt de commerciële logica tot eenheidsworst en sensatiezucht binnen de media-inhoud.
De ‘down-market-beweging’ van de media heeft bijgevolg ook zijn impact op de journalistiek. Sensationele nieuwsberichten winnen steeds meer een belang ten nadele van economisch en politiek nieuws (McManus, 1994; Underwood, 2001). Aangezien de wensen van de consument centraal staan in de economische logica, en dus niet het algemene maatschappelijke belang, brengen journalisten steeds minder duiding en gaan ze steeds meer op zoek naar scoops (De Bens, 2001, p. 205-207). Journalistieke eindproducten worden in toenemende mate behandeld als koopwaar. Deze comodificatie heeft tot gevolg dat nieuwsberichten en reportages vooral beoordeeld en geselecteerd worden a rato van hun winstpotentieel (Chambers, 2000, p. 93). Bovendien wordt de ontzuilde mediamarkt overheerst door enkele grote kapitaalkrachtige mediabedrijven. De toenemende convergentie tussen de verschillende soorten media hebben voor een stijgende mediaconcentratie gezorgd. Volgens de meeste auteurs is het gevolg van deze persconcentratie een schraal pluralisme en een gekrompen diversiteit. Fenomenen die op hun beurt resulteren in een zwakkere democratische reflex (De Bens, 2001, p. 56).
De nieuwsagentschappen hebben uiteraard te kampen met de effecten van de toenemende competitie. Waar vroeger kranten, tijdschriften en televisie een abonnement hadden bij twee grote agentschappen, kunnen ze zich het vandaag veroorloven om slechts op één persbureau een beroep te doen (Harrison, 2006, p. 91). Kleinere agentschappen, en dan vooral nationale agentschappen in ontwikkelingslanden, hebben het dus moeilijk om te overleven in dit klimaat van toenemende commercialisering (Boyd-Barrett & Rantanen, 2004, p. 42).
Marktgedreven onlinejournalistiek
De logica van de marketing in de journalistiek komt vooral tot uiting bij de online nieuwsmedia. De wetten van de commercie spelen online een veel belangrijker rol dan bij eender welke andere vorm van journalistiek. Een bepalende factor hiervoor is ongetwijfeld de precaire financiële situatie van deze nieuwswebsites. Online nieuwsmedia hebben het heel moeilijk om een rendabel ‘businessmodel’ te ontwikkelen. Nieuwswebsites halen immers heel weinig inkomsten uit de verkoop
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
41
van nieuwsberichten. De lezer kan vandaag bij de meeste commerciële websites het merendeel van de artikelen gratis raadplegen. Toch zoeken de online media steeds meer naar een gemengd exploitatiemodel, waarbij de inkomsten zowel uit reclame als uit de verkoop van ‘content’ aan gebruikers of andere bedrijven (syndicatie) worden gehaald (Lichtenberg, 2002). Mediatycoon Rupert Murdoch is er alvast van overtuigd dat het tijdperk van gratis nieuws op het internet verleden tijd is. Of een dergelijk scenario ook werkelijkheid wordt, blijft afwachten. Onderzoek toonde al aan dat consumenten het meest bereid zijn om te betalen voor achtergrondinformatie en voor nieuws over financiën, sport en entertainment (NRC Handelsblad, 7 mei 2009).
Omdat de meeste nieuwswebsites momenteel het merendeel van de nieuwsberichten gratis aanbieden, zijn zij vanzelfsprekend in veel grotere mate afhankelijk van reclame-inkomsten. De strijd om de lezer wordt online dan ook dubbel zo hard gevoerd. Internetjournalisten zullen bijgevolg veel sneller genoodzaakt zijn om commerciële toegevingen te doen (Paulussen, 2006, p. 165). Bovendien zijn de inkomsten uit internetreclame nog steeds relatief laag. Internetredacties beschikken hierdoor over veel minder middelen dan andere nieuwsredacties. De nood aan ‘kostenefficiëntie’ is dan ook veel groter. In haar artikel ‘Online journalism as market-driven journalism’ maakt Elisia Cohen (2002) een onderscheid tussen drie niveaus waarin de marktlogica zich online manifesteert: het macro-, meso- en microniveau. De eerste twee niveaus hebben betrekking op onder meer de marktstructuren en de commerciële druk in redacties. In deze paper gaan we enkel even dieper in op het microniveau, dat verwijst naar de invloed van de commerciële logica op de online journalistiek. De grote troef van het internet is dat nieuwsberichten bijna ‘real time’ gepubliceerd kunnen worden. De nieuwe technologieën hebben dan ook voor een verhoogde tijdsdruk op de journalisten gezorgd. Het gevolg is dat “the journalistic concepts of newsworthiness and accuracy may be reexamined in this accelerated temporal environment (Cohen, 2002, p. 543)”. De commercialisering, samen met de digitalisering, zorgde bijgevolg voor enorme rationalisaties in het redactionele werk. Journalisten houden zich immers in toenemende mate bezig met het bewerken van aangeleverde nieuwsberichten door persagentschappen of van gevonden informatie op het internet. Deze vorm van journalistiek wordt ook wel ‘shoveling’ genoemd (Deuze, 2002). Verschillende auteurs voorspellen, als gevolg van de commerciële logica, het einde van de professionele journalistiek.
In de ‘slipstream’ van de commerciële logica komen de persoonlijke wensen van de consument steeds meer centraal te staan. Het marktmodel primeert hierdoor op het ‘publieke sfeer’-model, waar de nadruk ligt op de maatschappelijke noden van de burger (Paulussen, 2004, p. 164). Deze evolutie heeft belangrijke gevolgen voor een alternatief nieuwsagentschap als IPS. We kwamen al eerder tot het besluit dat, ondanks de evolutie naar een ‘global village’, de interesse voor het Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
42
buitenlandnieuws bij de gebruiker toch daalt (cfr. supra). Nieuwsberichten uit de Derde Wereld zijn bijgevolg allerminst commercieel aantrekkelijk. “The kind of background news that IPS provides, while useful and important, is not particularly attractive to market-driven commercial media (Giffard, 1998, p. 200)”. Toch houden verscheidene auteurs, zoals Schönbach en Meyer, er een andere visie op na. Zij zien een kwaliteitsvolle journalistiek net als de beste marketingstrategie (De Bens, 2001, p. 209). “The only way to save journalism is to develop a new model that finds profit in truth, vigilance, and social responsibility” (Meyer, 2004). Of zoals Picard (2009) het verwoordt: “The demise of the news business can be halted, but only if journalists commit to creating real value for consumers.”. Philip Meyer (2004) reikt daarom het ‘influence model’ van de journalistiek aan. Volgens dit model produceren nieuwsmedia twee soorten invloeden: de ‘societal influence’ en de ‘commercial influence’. Hoe meer kwaliteitsvol de ‘societal influence’ is, hoe groter de ‘commercial influence’ is. Een advertentie is, volgens Meyer, immers waardevoller wanneer ze verschijnt in een kwaliteitsvol kader. Dit model verschaft met andere woorden een economische rechtvaardiging voor journalistieke kwaliteit. Volgens Picard (2009) is het de taak van de journalist om verhalen te publiceren die een nieuwe economische waarde kunnen creëren: “They will have to start providing information and knowledge that is not readily available elsewhere.”.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
43
3.5.
De ‘mediataal’ van de internetjournalistiek
In 1979 introduceerden Altheide en Snow (1979) het concept ‘media-logic’. Het begrip verwijst naar de impliciete en expliciete regels en normen die gevolgd worden bij elk medium (Altheide & Snow, 1979). Volgens Altheide en Snow (1991, p. 16) wordt de Inhoud van een bepaald nieuwsmedium altijd mee bepaald door de vormelijke kenmerken ervan. Het concept ‘medialogica’ verwijst dus naar de vorm waarin een bepaalde nieuwsinhoud verschijnt. Elke vorm van journalistiek, zoals de televisie-, radio- en krantenjournalistiek, heeft haar eigen vormelijke regels. De specifieke mediaformats en de eigen ‘taal’ van het medium hebben dus een belangrijke invloed op de nieuwsinhoud.
Ook bij de internetjournalistiek merken we de laatste jaren steeds meer een evolutie naar een eigen medialogica. Peter Dahlgren (1996) gaat in zijn artikel ‘Media logic in cyberspace’ op zoek naar deze eigen ‘taal’ van de online media. Volgens hem zijn er drie duidelijke mediumspecifieke kenmerken, waardoor de online journalistiek zich van andere soorten journalistiek onderscheidt. Deze drie concepten zijn multimedialiteit, hypertekstualiteit en interactiviteit. Ook de snelheid is een duidelijk onderscheidend kenmerk van de onlinejournalistiek. De nieuwsberichten worden bijna ‘real time’ online geplaatst, waardoor er een enorm spanningsveld is tussen de snelheid en tijdsdruk enerzijds en de accuraatheid en nieuwswaarde anderzijds. Het gevolg hiervan is dat de meeste webredacteurs enkel en alleen ‘content’ reproduceren (zogenaamde ‘shovelware’). Het eerste kenmerk van de online media dat Dahlgren (1996, p. 64) aanreikt is de multimedialiteit. Dit concept verwijst naar de mogelijkheid om op het internet tekst, geluid en video te integreren in één digitale vorm. Deuze (2004) spreekt in dit opzicht over convergente multimedia. Het resultaat van de convergentie van de traditionele vormen van nieuwsproducties, zoals tekst, foto, geluids- en videofragmenten, is een nieuw multimediaal mediaformat (Dahlgren, 1996; Deuze, 2004). Het nieuws kan bijgevolg via verschillende vormen op het internet verschijnen, waardoor er steeds meer mogelijkheden zijn om een bepaald nieuwsfeit de meest geschikte vorm aan te meten. De Vlaamse kranten combineren op hun website dan ook in toenemende mate tekst met geluids- en videofragmenten. Vooral de vernieuwde website deredactie.be is een schoolvoorbeeld van een multimediale nieuwswebsite. Multimedialiteit is nauw verbonden met hypertekstualiteit, het tweede kenmerk van de online media. Dit begrip heeft betrekking op de mate waarin verschillende teksten via hyperlinks met elkaar verbonden worden (Paulussen, 2004, p. 293). Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen interne Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
44
en externe hyperlinks. Interne hyperlinks verwijzen naar teksten binnen dezelfde site. Voorbeelden hiervan zijn linken naar meer achtergrondinformatie, naar artikels uit het archief of naar gerelateerde nieuwsberichten. Wanneer er verwezen wordt naar andere websites, spreken we van externe hyperlinks. Deze links sturen de internetgebruiker door naar het originele document of naar andere bijkomende informatie (Deuze, 2001). Uit commerciële overwegingen zullen mainstream nieuwswebsites zelden gebruik maken van externe hyperlinks die naar concurrerende sites verwijzen (Cohen, 2002). Andere soorten websites, zoals weblogs of themasites, zullen daarentegen wel vaak externe links online plaatsen (Deuze, 2001). Het laatste concept dat Dahlgren (1996) aanbrengt, is de interactiviteit. We kunnen hierbij twee betekenissen van interactiviteit onderscheiden, namelijk de ‘content-interactiviteit’ en de mogelijkheid tot feedback. Eerstgenoemde vorm van interactiviteit verwijst naar de steeds grotere mogelijkheid voor de gebruiker om het nieuws zelf te kiezen. “Various programs and services make it easy today to put together a daily ‘personalised package’ of news and information (Dahlgren, 1996, p. 65). De ‘feedback-interactiviteit’ heeft betrekking op de mogelijkheid tot interactie van de gebruiker met journalisten of tussen consumenten onderling. Forums en polls zijn hierbij veel gebruikte vormen van feedbackmogelijkheid (Dahlgren, 1996; Paulussen, 2004).
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
45
4. Algemeen besluit
Ongeveer driekwart van de wereldbevolking leeft in ontwikkelingslanden in het Zuiden. Het dagelijks aantal belangrijke gebeurtenissen en nieuwsfeiten in de Derde Wereld is bijgevolg ongetwijfeld ontzettend groot. Toch bereiken slechts een gering aantal van deze nieuwsfeiten de westerse lezer of kijker. Het nieuws dat door de media aangeboden wordt, is het resultaat van allerlei factoren die het nieuwsselectieproces beïnvloeden. Een belangrijke factor is de dominantie van een zeer beperkt aantal westerse wereldnieuwsagentschappen. Internationale persbureaus spelen een heel bepalende rol in de nieuwsselectie, aangezien zij een gefilterde berichtgeving aanbieden aan de media. De westerse komaf van de dominante mediaorganisaties heeft een enorme impact op de berichtgeving over het Zuiden, aangezien de criteria rond het fenomeen ‘nieuwswaarde’ nauw verbonden zijn aan de cultuur. Galtung en Ruge (1999) onderscheiden vier cultuurspecifieke factoren, die bepalen wat nieuws is voor het Westen: de zogenaamde ‘elite-landen’, ‘elite-personen’ en ‘bad news’ veel nieuwswaarde voor de westerse landen bevatten. Daarnaast is ook de personificatie van de gebeurtenis van groot belang. De westerse nieuwsdominantie zorgt bijgevolg voor een kwalitatieve en kwantitatieve verstoring van het nieuwsaanbod over de ontwikkelingslanden. Deze ongelijke informatiestroom lokt heel wat kritiek uit. Vooral de te grote invloed van de westerse klanten, het gebrek aan intra-continentale nieuwsuitwisseling tussen de derdewereldlanden en de kwalitatief minderwaardige kwaliteit van de berichten over het Zuiden zijn een doorn in het oog. Als gevolg van de vele kritieken, ontstonden, in de nasleep van het NWICO-debat binnen de Unesco, verschillende alternatieve nieuwsinitiatieven. De meeste van deze projecten hebben het heel moeilijk om van de grond te komen of waren een kort leven beschoren. Inter Press Service (IPS) is daarbij, tot op heden, het enige initiatief dat een reëel alternatief kan zijn voor de nieuwsmedia (IPS, 2006). Toch moeten we vaststellen dat dergelijke alternatieve initiatieven een noodzakelijke aanvulling zijn op het nieuwsaanbod van de ‘mainstream media’, aangezien de beeldvorming over de wereld door de lezer/kijker en ook de politieke agenda in grote mate gestuurd wordt door de internationale berichtgeving. De laatste jaren is het medialandschap in snel tempo veranderd. Onder meer door de komst van nieuwe communicatie- en informatietechnologieën zijn we in een nieuwe soort maatschappij beland, namelijk de informatiemaatschappij of netwerkmaatschappij. De informatiemaatschappij wordt
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
46
gekenmerkt door een overvloed aan informatie, vooral beschikbaar via het internet. Steeds meer verschillende spelers kunnen op een goedkope manier informatie voor het publiek beschikbaar stellen. De komst van verschillende nieuwe spelers vormt een bedreiging voor de klassieke rol van nieuwsagentschappen. Anderzijds biedt het internet ook veel nieuwe mogelijkheden die (alternatieve) nieuwsagentschappen toelaten om hun nieuwsberichten te verspreiden. Ook IPS kan, via een eigen website en via samenwerkingsverbanden met andere websites, langs deze eenvoudige internetweg een groter publiek bereiken. Het ontstaan van allerlei internationale netwerken heeft de wereld als het ware in een ‘global village’ veranderd. Maar ondanks deze globaliseringtendens loopt het internationale nieuwsaanbod sterk terug. De taalbarrieres en de culturele verbondenheid met het nieuws spelen hierin een belangrijke rol. Maar ook de toenemende commercialisering van het medialandschap heeft een enorme impact op het nieuwsaanbod. Aangezien de interesse voor internationaal nieuws bij de lezer sterk daalt, snoeien de nieuwsmedia sterk in hun aantal berichten over het buitenland. De nieuwe digitale nieuws-ecologie knaagt dus aan de bestaansreden voor alternatieve nieuwsagentschap IPS. De harde markt-logica, die zich vooral online manifesteert, de dalende interesse voor internationale berichtgeving en de komst van verschillende nieuwe nieuwsaanbieders zorgen ervoor dat IPS meer dan ooit moet vechten om te overleven op de digitale nieuwsmarkt. Bovendien heeft de internetjournalistiek in de loop der jaren een eigen ‘mediataal’ ontwikkeld. Deze online ‘medialogica’ wordt gekenmerkt door snelheid, interactiviteit, hypertekstualiteit en multimedialiteit. Het spreekt voor zich dat, als IPS zich wil handhaven op de nieuwsmarkt, het agentschap hierop zo goed mogelijk moet inspelen. In het onderzoek dat op dit theoretisch gedeelte volgt, proberen we daarom de aanwezigheid en het belang van IPS Vlaanderen op het internet te evalueren.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
47
5. Doorlichting van IPS Vlaanderen 5.1.
Inleiding
IPS Vlaanderen werd opgericht in de tweede helft van de jaren 1980. Een professionele redactie van vier vaste journalisten levert dagelijks een vertaling van een selectie van Engelstalige berichten, aangeleverd door het overkoepelende IPS Internationaal. Naast het partnerschap met IPS Internationaal, heeft IPS Vlaanderen ook samenwerkingsverbanden met MO*Magazine en OneWorld NL. IPS-Vlaanderen financiert zijn werking hoofdzakelijk met abonnementsbijdragen van klanten. Daarnaast kan het rekenen op financiële steun van de Vlaamse Gemeenschap en van 11.11.11. De artikels van IPS Vlaanderen verschijnen hierdoor ook op de website 11.be.
IPS Vlaanderen bedient zowel de Vlaamse als de Nederlandse markt. Het klantenbestand is gevarieerd en bestaat uit verscheidene websites (afrikanieuws.nl, 11.be, mondiaal.be,…), NGO’s (Bond Beter Leefmilieu (abonnement recent opgezegd)), de Vlaamse Gemeenschap, gespecialiseerde tijdschriften (MO*, OnzeWereld) en kranten (De Morgen, Metro,…). IPS Vlaanderen had tot voor kort ook Bond Beter Leefmilieu en Joker als klanten. Maar beide organisaties hebben onlangs de samenwerking stopgezet. Voorts leverde IPS Vlaanderen in 2008 ook enkele nieuwsberichten aan de portaalwebsite Skynet.be. Het betrof hier twee nieuwsprojecten (over de Olympische Spelen en over de Amerikaanse verkiezingen), waarbij het eerste nieuwspakket gratis aangeboden werd. Voor het tweede nieuwsproject moest er wel betaald worden.
Het internet biedt nog heel veel mogelijkheden om de nieuwsberichten van IPS Vlaanderen beter te verspreiden. Naast de websites van de nieuwsmedia, zijn ook gespecialiseerde sites, als portaalwebsites potentiële afnemers van de artikels van IPS. Binnen deze vaststelling is het duidelijk dat de wensen van internetklanten verschillend kunnen zijn dan die van andere klanten, bijvoorbeeld uit de sector van de printmedia. We zagen in het theoretische luik dat bij de online nieuwsmedia de marktlogica een zeer belangrijke rol speelt. Met dit onderzoek willen we dan ook nagaan of er op de Vlaamse internetmarkt een groeipotentieel bestaat voor een alternatief nieuwsagentschap als IPS Vlaanderen. Aan de hand van volgende deelvragen proberen we een antwoord te distilleren:
- In welke mate beantwoordt IPS Vlaanderen aan de behoeften van zijn huidige internetklanten? - Hoe kan IPS Vlaanderen potentiële internetklanten beter overtuigen? - Wat zijn de grote uitdagingen voor IPS Vlaanderen die het internet met zich meebrengt? Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
48
5.2.
Methode
Niettegenstaande IPS Vlaanderen ook Nederlandse klanten bedient, opteerden we, wegens de beperkte middelen, voor een bevraging bij enkel Vlaamse (potentiële) internetklanten. De doelgroep voor dit onderzoek bestond bijgevolg uit de verantwoordelijke uitgevers, ook wel de news director, nieuwsmanager, redactie-coördinator of communicatieverantwoordelijke genoemd, van allerhande Vlaamse websites die nieuwsartikels online plaatsen. Enkele verantwoordelijken van de nieuwssites konden, naar eigen zeggen, niets vertellen over IPS Vlaanderen. In deze gevallen werd de internetredacteur, die het meest voeling heeft met de diensten van IPS Vlaanderen, bevraagd. Voor de potentiële internetklanten werd er rekening gehouden met drie verschillende soorten websites: nieuwswebsites, portaalsites en gespecialiseerde themawebsites.
Peter Dhondt en Koen Van den Broeck van IPS Vlaanderen bezorgden ons de gegevens van de contactpersonen van de websites die momenteel een abonnement hebben bij het agentschap. De klanten van de commerciële media zijn de internetredactie van Concentra (hbvl.be, gva.be en vandaag.be), de redactie van De Tijd en tijd.be en het gratis dagblad Metro met de website metrotime.be. Daarnaast zijn ook globalsociety.be en mondiaal.be internetklanten bij IPS Vlaanderen. Bondbeterleefmilieu.be en Joker.be waren tot voor kort klant, maar zegden hun abonnement net voor de start van het onderzoek of tijdens de periode van het onderzoek op. Voor dit onderzoek werden beide organisaties bijgevolg nog opgenomen in de lijst van IPS-klanten.
Onze respondenten van de commerciële nieuwssites waren:
-
Tijd.be: Tom Peeters, multimediamanager Mediafin
-
Hvbl.be, gva.be en vandaag.be: Wim Verhaert, webredacteur Concentra
-
Metro (metrotime.be): Thomas Mels, nieuwsmanager Nederlandstalige krant
Voor de websites van globalsociety.be en mondiaal.be was de te contacteren persoon Dirk Barrez. Hij wou echter niet meewerken aan het onderzoek omwille van volgende reden: “We zijn zelf in een fase beland dat we IPS evalueren en zijn nog niet toe aan conclusies. Als we al een andere visie hebben of zelfs ontevredenheid zou opduiken, zullen we die rechtstreeks aan IPS uiten (Barrez, D., persoonlijke mededeling, 2009, 5 juni)”. Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
49
De organisatie Joker werd telefonisch gecontacteerd, maar de contactpersoon Annick Holvoet bevond zich gedurende de onderzoeksperiode voor langere tijd in het buitenland. Binnen de organisatie had geen enkele andere persoon voldoende voeling met het IPS-abonnement. Annick Holvoet werd daarop via email gecontacteerd, tot op heden zonder antwoord. Voor Bond Beter Leefmilieu werd Joris Gansemans gecontacteerd. Op 1 juni verliet hij echter de organisatie. Omdat hij er wel werkte in de periode dat BBL een abonnement bij IPS had, en bijgevolg het meest voeling heeft met het onderwerp, namen we zijn reactie toch op in deze studie.
Voorts stuurde Koen Van den Broeck een lijst met verschillende potentiële klanten door. De lijst bevatte websites van commerciële media, portaalsites en websites van non-gouvernementele organisaties. Uit deze lijst werden willekeurig tien organisaties gecontacteerd. Bij deze tien potentiële klanten werd slechts één portaalsite (zita.be) opgenomen. De reden hiervoor is de weigering tot medewerking aan het onderzoek van msn.be en skynet.be. Naast zita.be werden de onlineredacties van alle Vlaamse kranten, die geen abonnement bij IPS Vlaanderen hebben, opgenomen. Hierbij werden volgende verantwoordelijken bevraagd:
-
Zita.be: Jeroen Van den Broeck, director online media Telenet
-
Demorgen.be en hln.be: Bart Franssen, adjunct-hoofddirecteur digitale media De Persgroep
-
Nieuwsblad.be: Jamie Biesemans, online redactie-coördinator
-
Standaard.be: Sofie Vandenhouwe, webredactrice DS Online Dominique Deckmyn, hoofdredacteur DS Online
-
Deredactie.be: Dirk Reynaers, redactiechef VRT-nieuws online Roger Creyf, coördinator buitenlanddesk VRT
-
Knack.be: Jos Grobben, hoofddirecteur digitale media Roularta
Als websites van NGO’s die een potentiële klant zijn voor IPS Vlaanderen, werden volgende organisaties geselecteerd: Vredeseilanden, Broederlijk Delen, WWF en Oxfam Solidariteit. We contacteerden steeds de communicatieverantwoordelijke van de betreffende organisatie.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
50
Methode van ondervraging
Voor dit onderzoek werd gebruik gemaakt van een kwalitatieve vragenlijst. De respondenten werden eerst telefonisch of per email op de hoogte gebracht van het onderzoek, waarna de meeste respondenten persoonlijk bezocht werden voor een diepte-interview. De kortere interviews werden telefonisch afgenomen. De letterlijke transcriptie van alle diepte-interviews kunt u vinden in de bijlage verbonden aan deze paper.
De basisvragenlijst werd opgesteld op basis van de beschikbare literatuur en de resultaten van de diepte-interviews met Ides Debruyne, Nico Carpentier en Alexander Pleijter. De vragenlijst werd nadien ter goedkeuring voorgelegd aan IPS Vlaanderen. Zij brachten een heel beperkt aantal kleine wijzigingen aan.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
51
5.3.
Resultaten en analyse
5.3.1.
Gebruik van nieuwsbronnen
In dit deel zien we op welke nieuwsbronnen de redacties van de Vlaamse commerciële nieuwssites een beroep doen voor de internationale berichtgeving. Voorts gaan we na welke meerwaarde IPS Vlaanderen kan bieden aan de Vlaamse online media.
Nieuwsagentschappen
Nieuwsagentschappen vormen, zoals aangegeven in het theoretische deel, nog steeds één van de belangrijkste nieuwsbronnen voor de journalist. In dit hoofdstuk bekijken we bij welke nieuwsagentschappen de Vlaamse online media een abonnement hebben. De nationale en internationale nieuwsagentschappen zijn immers nog steeds in eerste instantie de concurrenten voor IPS Vlaanderen. In onderstaande tabel vermelden we bij welke persbureaus de bevraagde internetredacties geabonneerd zijn. In de tabel staan niet de bevraagde non-gouvernementele organisaties vermeld, aangezien zij geen gebruik maken van andere nieuwsagentschappen. Enkel Oxfam Solidariteit vormt hierop een uitzondering. Zij doen occasioneel een beroep op de diensten van enkele persagentschappen (cfr. infra).
Tabel 1: Bij welke nieuwsagentschappen heeft de internetredactie een abonnement?
Belga Reuters AP Tijd.be
x
Concentra
x x
AFP x
DPA ANP Bloomberg IPS x
x
x
x
x
x
x
x
x
Metrotime.be
x
Demorgen.be/hln.be
x
x
x
Standaard.be
x
x
x
x
x
x
Nieuwsblad.be
x
x
x
x
x
x
Knack.be
x
x
Deredactie.be
x
x
Zita.be
x
x x
x
x
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
52
Uit deze tabel zijn enkele duidelijke patronen te onderscheiden. Zo heeft elke internetredactie, behalve de online redactie van Concentra, een abonnement bij het nationale persagentschap Belga. Daarnaast hebben de commerciële media ook telkens een abonnement bij twee of drie grote wereldnieuwsagentschappen. De overgang van een ‘Big Three’ naar een duopolie van Reuters en AP is in deze tabel dus niet te merken. Op de vijfde plaats komen IPS (3 redacties) en DPA (3), gevolgd door APN (2) en Bloomberg (2).
Opvallend is dat, ondanks de precaire financiële situatie van de krantensites en de hoge kostprijs van de abonnementen, de internetredacties toch een beroep kunnen doen op gemiddeld vier persagentschappen. Wel moet worden opgemerkt dat de meeste internetredacties niet volledig losgekoppeld zijn van de ‘printredacties’ van krant en tijdschrift of van de audiovisuele media. Enkel Concentra en De Persgroep beschikken over een volledig onafhankelijke online redactie. Portaalwebsites zoals zita.be beschikken niet over een eigen volwaardige redactie. Zij zijn volledig afhankelijk van de feeds van één persbureau, namelijk Belga.
Door verscheidene respondenten wordt AFP als nieuwsagentschap, dat het best scoort voor de internationale berichtgeving, vermeld. Vooral voor artikels over de internationale politiek blijkt AFP de meest geschikte bron te zijn. Daarnaast vermelden we ook de ontevredenheid over Belga die bij de Vlaamse nieuwsredacties leeft. De zeer hoge abonnementskost en de laattijdige berichtgeving behoren onder meer tot de klachten over Belga.
Volgens de tabel heeft IPS Vlaanderen zeker nog groeimarge om de Vlaamse online media te bespelen. Maar naast inhoudelijke bezwaren, die later in deze analyse aan bod komen, spelen ook financiële beperkingen mee als nadeel voor IPS Vlaanderen. Bart Franssen van De Persgroep zegt: “We hebben niet veel budget over en zeker in deze tijd moet je de centen goed in het oog houden.”.
Andere nieuwsbronnen
Naast de nieuwsagentschappen zijn ook de nieuwsdiensten van grote internationale media, de eigen correspondenten en het internet zeer belangrijke nieuwsbronnen voor de internationale berichtgeving. Toch moeten we meteen de factor ‘eigen correspondenten’ nuanceren. De meeste bevraagde internetredacties beschikken niet over een eigen buitenlands correspondentennetwerk. Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
53
Enkel deredactie.be kan soms een beroep doen op de vaste buitenlandcorrespondenten van de VRT. Deze verslaggevers bevinden zich vooral in Europa. Voor nieuwsberichten uit de rest van de wereld heeft ook deredactie.be nauwelijks correspondenten.
Als tweede belangrijkste internationale nieuwsbron werden bijna door alle respondenten de websites van CNN en BBC World vermeld. De journalisten van alle Vlaamse online media gaan in toenemende mate zelf op zoek naar informatie op het internet. Vooral de websites van de grote internationale kranten worden geregeld geconsulteerd. CNN en BBC World worden hierbij als “zeer betrouwbare bronnen” beschouwd. In de praktijk wordt de rol van de nieuwssites van de grote internationale media dus duidelijk steeds groter. Thomas Mels van Metro meldt dat het enorme informatieaanbod op het internet via onder meer de websites van CNN, BBC en Le Monde een verandering teweeg heeft gebracht in het gebruik van de artikels van IPS Vlaanderen. Volgens Thomas Mels was het vroeger, op sommige dagen, moeilijk om twee grote stukken op de buitenlandpagina’s te plaatsen. Op zulke momenten fungeerden de berichten van IPS Vlaanderen als een “handige” aanvulling. Door het internet bestaat het probleem van te weinig nieuws nog nauwelijks, waardoor het nieuwsaanbod van IPS Vlaanderen nu eerder als een reserve wordt gehouden of als achtergrondinfo gebruikt wordt.
Daarnaast vermeldde de meerderheid van de respondenten spontaan andere bronnen zoals weblogs en sociale netwerksites als Twitter en Facebook. Over het algemeen blijkt dat de meeste internetjournalisten dagelijks de Twitterfeeds opvolgen. Op de computers van de internetredactie is heel vaak een Tweetdeck geïnstalleerd, waardoor de journalisten meteen alle binnenlopende berichten zien verschijnen. Zo werd tijdens de bevragingen heel veel naar Twitter verwezen als voorbeeld voor de berichtgeving over de opstanden in Iran, die plaatsvonden tijdens dit onderzoek. Dergelijke websites worden evenwel pas als secundaire nieuwsbron gebruikt. Ze dienen vooral om meteen op de hoogte te zijn van nieuwe gebeurtenissen in de wereld, maar niet als betrouwbare nieuwsbron. Alle respondenten gaven aan dat de berichten van sociale netwerksites altijd bevestigd moeten worden door betrouwbare nieuwsbronnen vooraleer het nieuwsfeit op de website geplaatst wordt. De Twitter-berichten van bekende personen worden wel vaker als primaire bron gebruikt.
Rond deze eigen nieuwsgaring, met behulp van informatie op het internet, willen we ook de opvallende individuele koers van de internetredactie van Concentra vermelden. Uit financiële overwegingen hebben zij hun abonnement op Belga opgezegd. Belga is “verschrikkelijk duur” voor een webredactie. In vervanging van het Belgapakket gaan de internetjournalisten zelf op zoek naar informatie op het internet. Vooral de Google Reader wordt als vervanging gebruikt. Opvallend is dat Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
54
Concentra net wel een abonnement bij IPS Vlaanderen heeft. De unieke invalshoek en de aanvaardbare abonnementskost zijn hierbij twee doorslaggevende elementen. De NGO’s doen voor hun, weliswaar zeer beperkte, berichtgeving vooral een beroep op de nieuwsinbreng van hun eigen lokale afdelingen en correspondenten. Daarnaast halen ze informatie uit de eigen activiteiten en acties.
De meerwaarde van IPS Vlaanderen
Voor nieuwswebsites:
Alle respondenten van de Vlaamse nieuwssites gaven aan dat zij onvoldoende berichtgeving over de Derde Wereld vinden bij de grote nieuwsagentschappen. De respondenten zijn ervan overtuigd dat ook in het Zuiden dagelijks zeer belangrijke nieuwsfeiten gebeuren. Maar het is volgens hen “een algemene kwaal van de journalistiek” dat dergelijke ‘kleinere’ verhalen er steeds tussendoor vallen, een fenomeen waartegen ze machteloos staan. Toch wordt deze ondervertegenwoordiging van het Zuiden niet door iedereen als een even groot gemis ervaren. Bart Franssen van De Persgroep meldt: “Als ik het spectrum van al onze agentschappen bekijk, dan heb ik geen behoefte aan nog een specifiek zuiders agentschap.”.
De wens van de lezer speelt uiteraard een zeer belangrijke rol. Elke internetredactie houdt nauwlettend het aantal ‘views’ van alle artikels bij. Vooral voor de populaire krantensites is het aantal bezoekers vaak een doorslaggevend argument. “Een artikel over Sarkozy zal 10.000 keer gelezen worden, een stukje over Rwanda vijf keer. Op basis van je ervaring met lezercijfers, ga je dan toch een nieuwskeuze maken”.
De respondenten van de Vlaamse kranten wijzen vooral op het feit dat slechts enkele ‘top items’ over het buitenland geplaatst kunnen worden. De VRT stelt dat het hun opdracht is om een breed publiek te bereiken, waarvoor IPS Vlaanderen niet meteen een meerwaarde kan bieden. Het nieuws van IPS Vlaanderen, is volgens hen, eerder geschikt voor een nichepubliek. De VRT vreest bij een eventuele overname van IPS-artikels in hun nieuwsaanbod voor een verstoring van het evenwicht in de buitenlandberichtgeving. De berichten van IPS Vlaanderen zouden volgens hen enkel kunnen dienen als achtergrondinformatie voor de journalisten.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
55
Jos Grobben van knack.be heeft een andere visie. Volgens hem kan IPS Vlaanderen wel degelijk een meerwaarde bieden voor hun website. De meerwaarde kan volgens hem vooral liggen in een unieke invalshoek, dat het andere “puur voorspelbare nieuws” kan doorbreken. De menselijke verhalen achter internationale gebeurtenissen kunnen zeker een plaats krijgen op knack.be.
Bij de klanten Metro en De Tijd ligt de meerwaarde van IPS Vlaanderen in de aanbreng van achtergrondinformatie. De journalisten van deze redacties gebruiken de berichten vooral als aanvulling op het bestaande nieuwsaanbod. Enkel op dagen wanneer er heel weinig ander buitenlands nieuws is, kan een nieuwsbericht van IPS Vlaanderen heel af en toe in de krant verschijnen.
De websites van Concentra zijn hierdoor de enige sites van de Vlaamse nieuwsmedia die op regelmatige basis nieuwsberichten van IPS Vlaanderen publiceren. De stukken van IPS worden wel gebruikt voor directe publicatie, en dus in mindere mate voor achtergrondinformatie. De artikels verschijnen echter zelden op de voorpagina, maar vooral op de afzonderlijke buitenlandpagina. Concentra gebruikt minder dan de helft van de door IPS Vlaanderen aangeleverde nieuwsartikels, met een maximum van twee tot drie berichten per dag. “Maar er zijn dagen dat alle stukken interessant zijn en dan pakken we ze natuurlijk allemaal”.
Voor andere websites:
De portaalwebsite zita.be is volledig afhankelijk van het persagentschap Belga. De berichten worden via automatische feeds op de website geplaatst. Slechts in uitzonderlijke gevallen wordt er iets aan de aangeleverde artikelen aangepast of toegevoegd. Het aanbod van Belga wordt zowel door zita.be als door de gebruikers als evenwichtig beschouwd. Jeroen Van den Broeck van zita.be ziet voorlopig dan ook geen meerwaarde in een nieuwsaanbod over het Zuiden.
Op de websites van bevraagde NGO’s (Vredeseilanden, Broederlijk Delen, WWF en Oxfam Solidariteit) worden vaak ook nieuwsberichten geplaatst. De respondenten van de NGO’s wijzen er wel op dat ze zeker niet de ambitie en de capaciteit hebben om op geregelde basis nieuwsberichten online te plaatsen. De artikelen die op de websites komen, zijn meestal gelinkt aan de eigen activiteiten en acties. De berichten worden over het algemeen aangeleverd door eigen medewerkers of medewerkers van andere afdelingen van over de hele wereld. Peter Van Craenenbroeck meldt dat
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
56
Broederlijk Delen nooit een bericht van IPS of Belga zou overnemen op de website. Voor hem is het van groot belang dat elk bericht op de website vanuit de eigen invalshoek is geschreven, en steeds gelinkt is aan de eigen activiteiten.
Het nieuwsaanbod van IPS wordt door de NGO’s zeker en vast geapprecieerd. Volgens Jelle Goossens van Vredeseilanden zijn het “dikwijls interessante bijdragen die je nergens anders leest” en Jan De Rom van WWF verwoordt het als volgt: “IPS behandelt thema’s die door de mainstream media niet altijd aangeraakt worden. Het is altijd leuk om daar een aanvulling op te krijgen.”. Peter van Craenenbroeck van Broederlijk Delen kent IPS Vlaanderen enkel van naam en heeft dus nog maar zelden berichten van IPS Vlaanderen gelezen.
Jelle Goossens (Vredeseilanden), Jan De Rom (WWF) en Chantal Nijssen (Oxfam Solidariteit) zeggen regelmatig de nieuwsberichten van IPS Vlaanderen op de IPS-website te lezen. IPS Vlaanderen wordt bij deze organisaties vaak gebruikt als informatiebron voor de interne werking en de eigen analyses. Omdat alle artikelen van IPS Vlaanderen gratis integraal online worden geplaatst, biedt een abonnement bij IPS Vlaanderen voor Vredeseilanden en WWF geen extra meerwaarde, aangezien zij niet de ambitie zelf regelmatig nieuwsberichten te publiceren. Jan De Rom merkt op: “Ik kan alles lezen op hun site, dus eigenlijk hoef ik geen abonnement te hebben.”. Jelle Goossens zegt in dat verband het volgende: “Ik denk dat dit soort nieuws wel iets is waarvoor je zou kunnen betalen, net zoals je ook voor een krant betaalt.”. Volgens hem is fatsoenlijke berichtgeving bruikbaar voor de eigen analyses. Er mag dus een prijs gevraagd worden voor de IPS-dienst.
Oxfam Solidariteit vormt een uitzondering en is de enige bevraagde NGO die in sommige gevallen een beroep doet op een persagentschap. Dat is het geval wanneer zij bijvoorbeeld voor een bepaald artikel niet over fotomateriaal beschikken. Ook foto’s en artikelen van IPS Vlaanderen zouden volgens Chantal Nijssen dus zeker interessant kunnen zijn om op de website te publiceren, maar daar is tot nu toe nog “nooit eerder over nagedacht”.
De organisatie Bond Beter Leefmilieu had tot voor kort een abonnement bij IPS Vlaanderen. Zij gebruikten de berichten in eerste instantie om op hun website te plaatsen. Daarnaast werden er regelmatig berichten van IPS Vlaanderen in de nieuwsbrief gepubliceerd. IPS Vlaanderen wordt bij BBL minder als nieuwsbron voor de interne werking van de organisatie gebruikt, omdat de berichtgeving van IPS “daarvoor net niet specifiek genoeg is”. De reden van stopzetting van het abonnement is het gebrek aan interesse bij de lezer voor de artikelen van IPS. Toen de organisatie
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
57
het abonnement bij IPS Vlaanderen opzegde, kreeg BBL geen reacties van de lezers. “Dat is vaak al een teken aan de wand”, aldus Joris Gansemans.
5.3.2.
Imago van IPS Vlaanderen
Naambekendheid van IPS Vlaanderen:
Als een nieuwsagentschap in de toekomst beter de nieuwsmarkt wil bedienen, is de naambekendheid uiteraard essentieel. Aangezien we binnen de vaste klantengroep van IPS Vlaanderen steeds de contactpersonen bevraagd hebben, is het evident dat die het agentschap kennen. Bij de interviews van de potentiële klanten van IPS Vlaanderen was de eerste vraag dus telkens ‘of zij het agentschap kenden’. Enkel Dominique Deckmyn, hoofdredacteur van De Standaard Online en Jeroen Van den Broeck van zita.be zeiden nog nooit van IPS Vlaanderen gehoord te hebben. De meeste respondenten antwoordden dat ze IPS Vlaanderen enkel van naam kennen.
Toch viel gedurende de contactleggingen bij de start van het onderzoek op dat ook heel veel journalisten de naam IPS Vlaanderen niet kennen. Sofie Vandenhouwe, redactrice bij De Standaard Online, vertelde dat zij de enige van de internetredactie van De Standaard is, die het agentschap kent. Wel opvallend is het enorme verschil van naambekendheid tussen IPS Vlaanderen en de website Indymedia, die zich ook richt op alternatieve berichtgeving. De meeste respondenten hebben nog nooit van de naam Indymedia gehoord.
Enkele respondenten, waaronder Jos Grobben, Tom Peeters en Sofie Vandenhouwe, vinden dat IPS Vlaanderen moet proberen om de andere media meer te benaderen. Zij zien hierbij vooral het gebruik van sociale netwerksites als een uitstekend instrument om zich als organisatie beter bekend te maken en zichzelf beter te verkopen (cfr. infra).
Bij de NGO’s geniet IPS Vlaanderen logischerwijs van een grotere bekendheid. Jelle Goossens, Jan De Rom en Chantal Nijssen kennen het agentschap vrij goed en bezoeken ook geregeld de website van IPS Vlaanderen. Peter Van Craenenbroeck van Broederlijk Delen daarentegen kent IPS enkel van naam.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
58
Specifieke focus en kerntaak van IPS:
Om na te gaan wat de respondenten weten over het persbureau IPS, vroegen we op welke thema’s IPS zich focust en wat de kerntaak van IPS inhoudt.
De meeste respondenten beschrijven de kerntaak van IPS als ‘het nieuws, dat in de mainstream media niet of nauwelijks aan bod komt, vanuit een originele invalshoek brengen’. Jos Grobben bijvoorbeeld omschrijft enige bestaansreden van IPS als “problemen op tafel leggen die anders dreigen vergeten te worden”. Daarnaast zijn er wel verschillende visies over de taak van IPS om achtergrond, analyse en duiding te brengen. De Tijd en Metro, klanten van IPS Vlaanderen die de nieuwsberichten vooral gebruiken als aanvulling op het bestaande nieuwsaanbod, zien achtergrondinformatie net als de grote troef van IPS. Volgens hen behoort betrouwbare duiding geven bij de wereldactualiteit dan ook tot de kerntaak van IPS. Jos Grobben van knack.be ziet het anders en verklaart dat duiding zeer vaak opiniërend is en dat dit klanten afstoot. Voorts vermeldt hij ook dat “de markt voor nieuws nu eenmaal groter is dan de markt voor duiding”.
Tom Peeters van De Tijd brengt een ander belangrijk punt naar boven. Hij omschrijft de kerntaak van IPS als “verslag uitbrengen over de echt belangrijke politieke en economische thema’s in het Zuiden”. Volgens hem focust IPS zich nu te veel op de kleine randverhalen. IPS brengt volgens Tom Peeters iets te veel de hele kleine ‘stem’ aan het woord, terwijl het ook interessant is om eens de grote tegenstromingen te laten horen. “Eigenlijk moet IPS heel fier zijn op wat zij hebben en kunnen doen. Ze moeten ook voor de grote verhalen gaan en niet altijd de kleine verhaaltjes eruit pikken.” Ook volgens Joris Gansemans, de vroegere communicatieverantwoordelijke van Bond Beter Leefmilieu, bericht IPS vaak over “zeer lokale onderwerpen”, die weinig relevant zijn voor BBL. Hij ziet voor IPS Vlaanderen ook de taak om berichten te brengen die relevant zijn voor Vlaanderen.
De meeste respondenten vermelden dat IPS Vlaanderen redelijk slaagt in deze kerntaak. IPS Vlaanderen wordt beschouwd als een noodzakelijke aanvulling op het aanbod van de dominante nieuwsagentschappen. Verscheidene respondenten vermelden dat IPS Vlaanderen erin slaagt om een interessante en unieke invalshoek te ontwikkelen. Ook over de kwaliteit van de berichten is men over het algemeen positief. Enkele respondenten wijzen wel op het feit dat IPS Vlaanderen er niet voldoende in slaagt om bij de nieuwsmedia binnen te geraken. Bovendien is ook de naambekendheid van IPS Vlaanderen volgens sommigen een probleem. Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
59
Geloofwaardigheid en objectiviteit:
Bijna alle respondenten beschouwen IPS Vlaanderen als een geloofwaardige bron. Velen vermelden wel dat zij de aangeleverde nieuwsfeiten uit het Zuiden onmogelijk kunnen nachecken, maar dat ze er van uitgaan dat deze correct zijn. Al vermeldt Tom Peeters van De Tijd wel “soms enkele twijfels te hebben bij bepaalde cijfers”. Maar ook hij gaat er toch van uit dat het product IPS betrouwbaar is. Jos Grobben van knack.be verantwoordt zijn geloof in IPS als een betrouwbare bron vanuit het feit dat de artikelen van IPS Vlaanderen ook op de MO*-website verschijnen. Volgens hem staat MO* voor “gedegen informatie en zou het magazine nooit berichten overnemen als zij niet geloofwaardig en objectief zijn”. Dirk Reynaers van deredactie.be is voorzichtiger in dit verband. Hij zegt: “Zoals je het betrouwbaarheidslabel kan kleven op AFP, AP en Reuters, weet ik niet zo goed of we dat zomaar kunnen doen voor IPS”.
Over de objectiviteit van IPS worden er wel, ook bij de klanten van IPS Vlaanderen, enkele problemen gemeld. Zo wijst Tom Peeters erop dat het beginsel van woord en wederwoord niet altijd gerespecteerd wordt, “al is er verbetering merkbaar tegenover vroeger”. Thomas Mels van Metro geeft aan dat je “rapper een subjectief stuk zal lezen bij IPS dan bij een ander nieuwsagentschap”. Er wordt binnen de redactie met de berichten van IPS dan ook kritischer omgesprongen dan met andere nieuwsbronnen. Wim Verhaert van Concentra ziet geen problemen met de objectiviteit. Volgens hem komen in de artikels telkens verschillende standpunten aan bod. Enkele respondenten hebben het over de duidelijke ideologische achtergrond van IPS Vlaanderen. Volgens Jamie Biesemans van nieuwsblad.be is dat niet meteen een probleem. Het is volgens hem zelfs een goede zaak dat er een persagentschap bestaat, dat op het zuidelijke halfrond is gericht. Bart Franssen van de internetredactie van De Persgroep beschouwt deze ‘linksgeoriënteerde’ ingesteldheid wel als een probleem. Volgens hem “krijg je het gevoel dat ze ergens naar toe willen” en schetst IPS “slechts een bepaald soort wereldbeeld”.
Sterkte en zwakte van IPS Vlaanderen
De meeste respondenten vinden de doelstelling van IPS Vlaanderen heel ‘nobel’. De alternatieve invalshoek wordt door de meeste respondenten als een noodzakelijke aanvulling op het nieuwsaanbod beschouwd. Bovendien vinden de respondenten dit net vaak het sterkste punt van IPS Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
60
Vlaanderen. Daarnaast zijn de meeste respondenten van mening dat IPS Vlaanderen een professionele organisatie is, die voldoet aan de journalistieke eisen.
De relevantie en nieuwswaarde van de berichten, wordt nog steeds als een zwakte van IPS Vlaanderen gezien. Bart Franssen van De Persgroep linkt IPS nog steeds met “geitenwollensokkennieuws”. De thema’s waarover IPS bericht, vindt hij soms te veel een “ver- van- mijn- bed- show”. Ook over de goede timing van de nieuwsberichten zijn de respondenten niet altijd overtuigd. De reden voor deze beoordeling is de “tragere en beperkte communicatiewegen in de derdewereldlanden”. Sofie Vandenhouwe oordeelt tenslotte dat IPS Vlaanderen nog iets meer ”aan zijn imago moet werken”.
Het uitgebreid netwerk van correspondenten wordt als de grote troef van IPS Vlaanderen naar voor gebracht. De respondenten zien dit aspect als een noodzakelijke voorwaarde voor kwalitatieve berichtgeving over de Derde Wereld.
5.3.3.
Evaluatie dagelijkse nieuwsdienst IPS Vlaanderen
Gebruik van de nieuwsberichten:
De respondenten van de klanten van IPS Vlaanderen kregen een aantal trefwoorden voorgelegd. Hiermee willen we de tevredenheid over de diensten van IPS Vlaanderen nagaan. We hebben zowel aandacht voor de inhoudelijke als de vormelijke aspecten. De bevraagde nieuwssites met een abonnement bij IPS Vlaanderen gebruiken de nieuwsberichten van IPS voor verschillende doeleinden. De redactie van De Tijd gebruikt de IPS-artikels niet veel. De reden voor het beperkte gebruik is de financieel-economische niche van de krant. De berichten van IPS Vlaanderen hebben vooral een signaalfunctie, om hen op de problemen in de wereld te duiden. Wanneer artikels van IPS Vlaanderen aansluiten bij de thema’s waarover De Tijd bericht, kunnen ze gebruikt worden om eens “de andere kant” van het onderwerp te belichten. Niettegenstaande de print- en internetredactie van De Tijd geïntegreerd zijn, verschijnen de artikels van IPS Vlaanderen vooral in de papieren krant. De reden is gewoon de andere focus van de website tijd.be. De site richt zich vooral op de ‘belegger’ en “daar past IPS iets minder in”.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
61
Ook bij Metro wordt de nieuwsdienst van IPS Vlaanderen vooral gebruikt als een aanvulling op het bestaande nieuwsaanbod. Zoals reeds vermeld, was dat vroeger anders (cfr. supra). De meerwaarde ligt nu vooral in het aanreiken van achtergrondinformatie. De internetredactie van Concentra verzorgt het nieuws voor drie websites: hbvl.be, gva.be en vandaag.be. Deze drie websites zijn meteen ook de enige Vlaamse nieuwssites waarop geregeld nieuwsberichten van IPS Vlaanderen verschijnen. Tot voor kort behoorde ook Bond Beter Leefmilieu tot de Vlaamse internetklanten die de nieuwsberichten van IPS Vlaanderen geregeld online publiceren.
We stelden de vraag welke nieuwswaardecriteria gehanteerd worden om berichten van IPS Vlaanderen al dan niet te selecteren. Blijkt dat de actualiteitswaarde heel vaak als belangrijkste criterium wordt gehanteerd. Het nieuws moet nauw aansluiten bij de actualiteit. Zeker voor de online media is dit criterium vaak doorslaggevend. Als tweede belangrijke factor staat de nieuwswaarde voor de lezer centraal. Wim Verhaert geeft een voorbeeld: “Als het gaat over louter een politieke situatie in Madagaskar die niemand aanspreekt, dan nemen we het bericht niet”. Berichten over wetenschappelijke studies spreken volgens Wim Verhaert van Concentra, de lezer dan wel weer aan. Ook de factor proximiteit is nauw verbonden met het criterium nieuwswaarde voor de lezer. Zeker voor Bond Beter Leefmilieu speelt de link met België een grote rol als de bruikbaarheid van het nieuwsbericht ter discussie stond. Joris Gansemans vindt dat IPS Vlaanderen zich te vaak richt op “zeer lokale onderwerpen”. Voorts kan een interessante unieke invalshoek op een belangrijk actueel onderwerp een rol spelen bij de selectie van de artikels van IPS Vlaanderen. Tenslotte is ook de beschikbare ruimte bepalend om al of niet artikels van IPS over te nemen. Hoewel de IPS-artikels bij Metro vooral als achtergrondinformatie gebruikt worden, kan soms, bij gebrek aan andere buitenlands nieuws, een bericht van IPS Vlaanderen in de krant verschijnen. Voor de online media speelt de beschikbare ruimte een minder grote rol. De webredactie van Concentra kan daardoor op sommige dagen alle artikels van IPS Vlaanderen online publiceren, ten minste wanneer deze allemaal als interessant worden bevonden. Toch stelt Wim Verhaert dat twee tot drie artikels per dag meestal een maximum is.
Bovenstaande selectiecriteria zijn volledig in overeenstemming met de nieuwsfactoren die Galtung en Ruge (1965) opstelden. De culturele nabijheid en relevantie, de actualiteit en het beogen van een evenwicht in de berichtgeving werden door Galtung en Ruge vernoemd en komen hier duidelijk ook naar voor. Ook de interessesfeer rond ‘elite-landen’ speelt zeker een rol bij de selectie van de artikels van IPS Vlaanderen. Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
62
Sterkte en zwakte van IPS Vlaanderen (evaluatie door klanten):
Evaluatie dagelijkse nieuwsdienst:
Gebruiksvriendelijkheid van de technische procedure:
IPS Vlaanderen levert zijn nieuwsberichten via e-mail aan De Tijd, Metro en Concentra. In de voormiddag stuurt IPS Vlaanderen een e-mail met een overzicht van de artikels die zullen verstuurd worden die dag. Vervolgens zendt het agentschap elk bericht door via een afzonderlijke e-mail. Op het einde van de dag stuurt IPS Vlaanderen opnieuw een e-mail met een overzicht van alle berichten. De tevredenheid over deze methode varieert. Wim Verhaert van Concentra vindt deze service ideaal. Hij vreest dat de IPSberichten verloren zouden raken, als ze ook in het systeem belanden waarin de bijdrages van de andere nieuwsagentschappen terechtkomen. Tom Peeters beschouwt dit e-mailsysteem niet meteen als gebruiksvriendelijk. De redactie wordt immers nu al overstelpt met e-mails. Momenteel wordt er wel aan gewerkt om de berichten van IPS Vlaanderen in het redactiesysteem te laten binnenlopen. Thomas Mels vindt de e-mails van IPS Vlaanderen wel gebruiksvriendelijk, maar klaagt over de overload aan e-mails. Voor Metro zou het beter zijn om één e-mail per dag te krijgen met daarin het dagaanbod, wat volgens Thomas Mels de interesse voor de e-mail zeker ten goede zou komen.
Bond Beter Leefmilieu kreeg de nieuwsberichten van IPS Vlaanderen via RSS-feeds. Joris Gansemans herinnert zich dat er met dit systeem allerhande technische problemen waren, een ergernis die mee heeft gespeeld bij de beslissing tot stopzetting van het abonnement.
Timing
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
63
Rond het fenomeen timing wijzen de neuzen in dezelfde richting: “zo snel mogelijk inspelen op de nieuwsfeiten”. Volgens de klanten is IPS Vlaanderen vaak te laat met de berichten. Al is men er ook van overtuigd dat de combinatie snelheid en kwaliteit niet gemakkelijk en niet evident is.
Professionaliteit
De klanten vinden dat IPS Vlaanderen “goed georganiseerd” is en zijn dus over het algemeen tevreden over de professionaliteit. Tom Peeters van De Tijd linkt de professionaliteit aan het gebrek aan objectiviteit. Volgens hem schiet IPS daar tekort om tot een echt nieuwsagentschap door te groeien.
Evaluatie van de nieuwsberichten van IPS Vlaanderen:
Gebruiksvriendelijkheid van de berichten
Over de gebruiksvriendelijkheid komen rispen enkele duidelijke opmerkingen op. Tom Peeters vindt de stukken soms “nogal warrig”. De structuur van de berichten zou volgens hem dus beter kunnen. Daarnaast vermeldt hij dat er soms slordigheden in artikels staan. Zo worden er bijvoorbeeld bepaalde eigennamen, zonder verdere uitleg, in het begin van de artikels gedropt. Pas later in de tekst wordt de persoon of organisatie in kwestie duidelijker omschreven.
Bij alle nieuwsredacties concentreren de opmerkingen zich op de lengte van de artikels. De berichten zijn volgens hen te lang en bevatten ook te lange zinnen. De respondenten vragen om een beknopte versie met een doorverwijzing naar het volledige artikel (cfr. infra).
Daarnaast geeft Wim Verhaert ook nog aan dat een aantrekkelijke titel van groot belang is voor een internetredactie. Hij vindt de titels die IPS Vlaanderen
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
64
aanreikt “stoffig en dus minder attractief”, waarna ze dikwijls door de redactie worden aangepast.
Relevantie en nieuwswaarde van de berichten
Over het algemeen zijn de klanten positief over de relevantie en nieuwswaarde van de IPS-berichten. “Ze weten wat leeft in het Zuiden”. Toch zijn er ook hier enkele opmerkingen. Zoals reeds eerder vermeld, melden zowel Tom Peeters als Joris Gansemans dat IPS Vlaanderen zich soms teveel richt op de kleine lokale thema’s. Tom Peeters vindt dat ze niet enkel voor de kleine verhalen moet gaan. Daarnaast vermeldt hij dat de nieuwswaarde soms daalt door de minder goede timing van IPS Vlaanderen. Voor de organisatie Bond Beter Leefmilieu is de nieuwswaarde van de berichten minder groot wanneer de berichten niet echt belangrijk zijn voor Vlaanderen.
Kwaliteit van de berichten
De klanten van IPS Vlaanderen zijn over het algemeen tevreden over de kwaliteit van de berichten, “hoewel het altijd beter kan”. Tom Peeters merkt wel op dat het niet altijd “het meest vloeiende Nederlands is”. Bovendien vindt hij dat de kwaliteit sterk verschilt van stuk tot stuk.
Duiding
Het brengen van achtergrondinformatie en duiding wordt telkens als de “grote troef” van IPS Vlaanderen geëvalueerd. Voor Metro is de achtergrondinformatie niet meteen nuttig om te publiceren, daar zij als gratis medium slechts een zeer beperkte ruimte hebben. Zij gebruiken de achtergrondinformatie wel bij de journalistieke verwerking. Voor Concentra is de duiding een mes dat aan twee kanten snijdt. Wim Verhaert meldt zeer tevreden te zijn met de geleverde achtergrondinformatie, maar moet noodgedwongen de artikels steeds inkorten. Internetstukken moeten immers Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
65
steeds to-the-point zijn en krijgen bij Concentra maximum 1700 tekens mee. Als oplossing voor dit probleem stelt hij voor twee versies van de artikels door te sturen: een korte en een uitgebreide versie, die dan via een interne hyperlink bekeken kan worden.
Alternatief perspectief / originaliteit
Vooral de originele invalshoek van IPS Vlaanderen wordt sterk geapprecieerd. Alle klanten vinden dat IPS vrij uniek is in zijn berichtgeving. Enkel Tom Peeters van De Tijd beoordeelt die originaliteit “niet altijd als een troef”: “Want mijn taak is om redelijk mainstream in een bepaalde niche het nieuws te brengen”. Wim Verhaert van Concentra ziet het alternatief perspectief wel als een grote troef en zegt hierover “Ik begrijp nog steeds niet hoe ze aan al die berichten komen. Het zijn volgens mij zeer inventieve mensen”.
Globale tevredenheid:
Besluit: de huidige klanten van IPS Vlaanderen, wiens internetredacties ook gebruik kunnen maken van de IPS-berichten, zijn over het algemeen matig tot zeer tevreden over de nieuwsdienst.
Tom Peeters van De Tijd zegt dat hij de berichten op zichzelf wel graag leest, maar ze minder ziet zitten als nieuwsaanvoer voor zijn krant De Tijd. ‘Niet altijd even objectieve artikels, laattijdigheid en te weinig oog voor ook de grote nieuwsfeiten in het Zuiden’ somt hij op als pijnpunten.
De eindconclusie van Wim Verhaert, webredacteur bij Concentra, is zeer positief. Volgens hem is de berichtgeving van IPS Vlaanderen “een extraatje dat je voor hebt op je concurrenten”. Voorts vindt hij het prima dat IPS Vlaanderen open staat voor opmerkingen en ook nog zeer snel reageert op deze opmerkingen.
Thomas Mels van Metro zegt: “We kunnen onze krant ook maken zonder IPS. Maar het is een welgekomen afwisseling, een bijkomende nieuwsbron.”.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
66
De organisatie Bond Beter Leefmilieu was slechts matig tevreden over de diensten van IPS Vlaanderen. De minder relevante artikels en de problematische RSS-feeds verklaren deze evaluatie.
5.3.4.
IPS Vlaanderen en het internet
In dit deel gaan we dieper in op de uitdagingen voor IPS Vlaanderen op het internet. We bekijken wat precies de nieuwsbehoeften van de Vlaamse internetredacties zijn. Vervolgens hebben we aandacht voor de website van IPS Vlaanderen.
•
De ‘mediataal’ van het internet:
Snelheid
Dat de snelheid bij de internetjournalistiek centraal staat, hoeft geen betoog. Uit de antwoorden van de respondenten blijkt duidelijk dat online redacties andere behoeften hebben dan printredacties. ”Snel” en “kort” worden meerdere malen vermeld als de codewoorden voor het internet. Internetredacties krijgen het liefst korte panklare persberichten afgeleverd. Het hoofddoel van een nieuwssite is immers om snel het nieuws te leveren. Volgens de respondenten is achtergrondinformatie daardoor minder belangrijk voor hun nieuwswebsite.
Enkele respondenten vermelden dat de meeste persagentschappen nog steeds webonvriendelijke nieuwsberichten doorsturen. Vooral een ontevredenheid over de nieuwsdienst van Belga duikt meerdere malen op. De internetredacties van de Vlaamse commerciële klanten willen vooral panklare berichten, waar nog weinig redactionele verwerking voor nodig is. De artikels moeten ook webvriendelijk gemaakt worden. Het gebruik van aantrekkelijke titels en ondertitels, een duidelijke structuur en een korte tekst zijn enkele noodzakelijke vormvereisten.
Aangezien IPS zich minder richt op het ‘hard feitelijke nieuws’, speelt de factor snelheid een iets minder cruciale rol voor hen. Toch blijft ook voor IPS Vlaanderen de vraag om het nieuws “zo snel Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
67
mogelijk” te brengen. Enkele opmerkingen richten zich ook op de selectie van de artikels. Wanneer er een belangrijk internationaal nieuwsfeit, zoals de opstanden in Iran die tijdens dit onderzoek plaatsvonden, dan willen de internetjournalisten hierover onmiddellijk informatie over. De vraag naar een snelle unieke invalshoek over de zeer belangrijke actuele thema’s is bijgevolg zeer groot. Thomas Mels zegt in dit verband: “Als je weet dat het nieuws op de buitenlandpagina’s van de kranten overheerst zullen worden door de toestand in Iran en je krijgt die dag vijftien berichten binnen, waarvan er slechts twee over Iran gaan, dan weten wij sowieso dat we die minder actuele onderwerpen nauwelijks zullen gebruiken. Extra actuanieuws zou dan zeer welkom zijn.”.
Multimedialiteit
Verscheidene respondenten geven aan dat een multimediale aanlevering van de nieuwsberichten een grote meerwaarde kan betekenen. Het belang van het aanbod van een totaalpakket, met zowel tekst, foto als videofragmenten, is voor bepaalde internetredacties vrij groot. Bart Franssen van De Persgroep verklaart dat een eventueel multimediaal nieuwsaanbod zeker meespeelt in de keuze voor een nieuwsagentschap. Jamie Biesemans van nieuwsblad.be is van oordeel dat de nieuwsverhalen “menselijker” worden wanneer deze ook met beeldmateriaal kunnen worden ondersteund.
Ook voor de klanten De Tijd en Concentra kan het aanbod van multimediaal totaalpakket een grote surplus opleveren. Wim Verhaert meldt dat de integratie van foto en video in de nieuwstekst zelfs “één van de belangrijkste punten” is geworden. Metro is geen vragende partij voor videobeelden, aangezien er bij Metro momenteel niet meer geïnvesteerd wordt in de website metrotime.be. Voor de website knack.be zijn foto’s en videofragmenten van minder groot belang. Jos Grobben beschouwt een multimediaal aanbod slechts als een beperkte meerwaarde.
Voor alle respondenten van de Vlaamse nieuwssites speelt de kwaliteit van een videofragment geen belangrijke rol. Een hoge kwaliteit is dus zeker geen absolute must. Volgens Bart Franssen van De Persgroep “vindt de internetgebruiker het niet erg om zogenaamde ‘Youtubefilmpjes’ te bekijken”.
Hypertekstualiteit
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
68
Een ander kenmerk van de ‘mediataal’ van de internetjournalistiek is de aanwezigheid van interne of externe hyperlinks. Wim Verhaert van Concentra duidt deze mogelijkheid aan als mogelijke oplossing voor de momenteel te lange artikels. De berichten van IPS Vlaanderen worden door de internetredactie van Concentra meestal ingekort. Wim verhaert vindt het een zonde dat op die manier een stuk van de informatie verloren gaat. Om dit probleem te verhelpen, ziet hij twee versies van het artikel als een ideale oplossing. Bij de korte versie zou dan een link kunnen geplaatst worden naar het uitgebreidere artikel. Op die manier kunnen er gaan “foute knipkeuzes gemaakt worden”.
Het gebruik van externe hyperlinks is een mogelijkheid om de nieuwsberichten via de websites van de NGO’s te verspreiden. De bevraagde NGO’s, met uitzondering van Oxfam Solidariteit, hebben niet de ambitie en capaciteit om geregeld nieuwsberichten te publiceren. Omdat alle nieuwsberichten gratis op de website van IPS Vlaanderen geraadpleegd kunnen worden, biedt een abonnement bij IPS Vlaanderen voor hen nauwelijks een meerwaarde (cfr. infra).
•
De website van IPS Vlaanderen:
Drie van de vier respondenten van de NGO’s geeft aan regelmatig de nieuwsberichten op de website van IPS Vlaanderen te lezen. Volgens hen zijn er enkele pijnpunten in verband met de website.
Een eerste opmerking richt zich op het gratis aanbod van de nieuwsberichten. Verscheidene respondenten beschouwen deze ‘politiek’ van IPS Vlaanderen als “geen slimme zet”. Aangezien de NGO’s de berichten vooral gebruiken voor de interne werking van de organisatie, biedt een abonnement
geen meerwaarde
voor
hen.
Bovendien
vermeldt
Joris
Gansemans,
ex-
communicatieverantwoordelijke van Bond Beter Leefmilieu, dat door het gratis aanbod “de exclusiviteit van de service voor de klanten heel erg vermindert”. Jan De Rom van WWF meldt in dat verband: “Ik kan alles lezen op de website van IPS Vlaanderen, dus hoef ik eigenlijk geen abonnement te hebben”. Nochtans kan, volgens de respondenten, voor dat soort informatie, dat IPS Vlaanderen aanbiedt, een prijs gevraagd worden.
Daarnaast melden enkele respondenten de zeer ‘saaie’ presentatie van de website. Joris Gansemans merkt op: “Een ‘droge’ website is niet altijd een probleem, maar de site van IPS Vlaanderen is echt wel té ‘droog’.”. De website brengt momenteel enkel persberichten. Volgens Joris Gansemans zouden andere services, zoals statistieken over het buitenland en veiligheidswaarschuwingen voor reizigers, zeker een meerwaarde bieden. Ook het wereldwijde netwerk van correspondenten springt
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
69
volgens hem nog te weinig in het oog. Hij vermeldt de mogelijkheid om blogs van de lokale correspondenten over de belangrijke actuele onderwerpen te integreren in de website.
Ides Debruyne, voor dit onderzoek als ‘deskundige in netwerking’ gecontacteerd, moet IPS Vlaanderen ook denken aan alternatieve manieren van financiering. IPS Vlaanderen moet volgens hem proberen om via de website inkomsten te genereren. •
Toekomstvisies over nieuwssites:
Een belangrijk aandachtspunt bij de vraag hoe IPS Vlaanderen zich beter kan positioneren op het internet, is de verwachte evolutie van nieuwswebsites. Hierover bestaat echter vanzelfsprekend geen eenduidige visie. Nico Carpentier, docent communicatiewetenschappen aan de VUB, is eerder pessimistisch over de toekomst van nieuwswebsites. Volgens hem wordt kwaliteitsvolle journalistiek enorm bedreigd door het huidige businessmodel. Maar hoe nieuwswebsites in de toekomst zullen evolueren is zeer onvoorspelbaar. Ides Debruyne verklaart: “We staan nog maar aan het begin van het internet.”. Volgens Jos Grobben van knack.be is de opkomst van het mobiel internet de enige zekerheid. Volgens Dominique Deckmyn van standaard.be dreigen de nieuwssites hun eigen karakter te verliezen doordat alle spelers steeds meer dezelfde nieuwsberichten overnemen. Hierdoor staat vooral het model van persagentschappen als Belga onder druk.
Op de vraag wat de grootste toekomstige uitdagingen zijn voor nieuwsagentschappen, wijzen bijna alle respondenten op het nog stijgende belang van de snelheid van berichtgeving. Voorts wordt als uitdaging
ook
nog
eens
de
webvriendelijkheid
van
de
nieuwsberichten
aangehaald.
Internetredacties vragen vooral panklare korte artikelen met korte zinnen, een duidelijke structuur en aanlokkelijke titels.
5.3.5.
IPS Vlaanderen in een netwerkmaatschappij
Door onder meer de komst van het internet ontstaan steeds meer mogelijkheden tot netwerkvorming. In dit hoofdstuk hebben we aandacht voor twee netwerken die van belang zijn voor IPS Vlaanderen: sociale netwerksites en het eigen netwerk van correspondenten over de hele wereld. •
Gebruik van sociale netwerksites:
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
70
Tijdens het onderzoek merkten verscheidene respondenten spontaan op de mogelijkheden voor IPS Vlaanderen om zich beter te profileren op het internet. Jos Grobben van knack.be ziet door de maatschappelijke ingesteldheid van IPS Vlaanderen een grotere mogelijkheid voor het gebruik van sociale netwerksites. Volgens hem kan IPS Vlaanderen op veel meer sympathie rekenen bij het publiek, dan eender welke andere organisatie. Hierdoor ziet hij een kans om met veel succes sites zoals Facebook en Twitter te bespelen. Ook volgens Tom Peeters van De Tijd zijn dergelijke websites een efficiënte en goedkope manier om nieuws de wereld in te sturen: “Niet meteen om abonnementen te verkopen, wel om op een snelle manier duidelijk te maken welke nieuwsverhalen verwacht kunnen worden”.
•
IPS als netwerkorganisatie:
Een algemene trend bij de commerciële media is, vanwege de te hoge kost, het verdwijnen van een eigen internationaal correspondentennetwerk. Het wereldwijde netwerk van Inter Press Service wordt hierdoor een steeds grotere troef. Bovendien bevindt het merendeel van de IPScorrespondenten zich in die landen waar andere mediaorganisaties geen of nauwelijks medewerkers hebben. IPS vervult dan ook een unieke rol in het medialandschap.
Dat redacties van kranten en nieuwssites nog nauwelijks een beroep kunnen doen op eigen correspondenten, kan nieuwe mogelijkheden voor IPS creëren. IPS kan immers in toenemende mate zijn netwerk ter beschikking stellen voor de nieuwsmedia, waarbij de media dan zelf vragende partij zijn voor bepaalde nieuwsdossiers. IPS Vlaanderen wil daarom in de toekomst steeds meer werken met nieuwspakketten, waarbij zij zich dan specifiek richten op één bepaald onderwerp. In 2008 had IPS Vlaanderen al tweemaal zo’n samenwerking met Skynet. IPS Vlaanderen leverde nieuwspakketten over de Olympische Spelen en over de Amerikaanse verkiezingen.
Alle respondenten zien deze aanpak als de ideale oplossing voor het nieuwsagentschap IPS. Bart Franssen van De Persgroep zegt: “Voor een agentschap als IPS, kan dat zeker een voet tussen de deur zijn.”. De meeste respondenten reageren zeer positief over zo’n aanbod met nieuwspakketten. Ook Dirk Reynaers van deredactie.be ziet op die manier wel de mogelijkheden voor een samenwerking. Het grote voordeel is volgens hem dan dat de nieuwsselectie nog steeds volgens de eigen criteria kan verlopen.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
71
5.4.
Conclusie en aanbevelingen
Dit onderzoek had al doel de aanwezigheid van IPS Vlaanderen op het internet te evalueren. Daarnaast bekeken we hoe het alternatieve agentschap zich in de toekomst beter kan positioneren op de digitale nieuwsmarkt. Aan de hand van diepte-interviews bij zowel internetklanten als potentiële internetklanten van IPS Vlaanderen kwamen verscheidene belangrijke resultaten naar boven.
Ondanks de globalisering, is er, vooral op de nieuwssites, duidelijk een lokalisering van het nieuwsaanbod merkbaar. De commerciële logica heeft hierbij veel voeten in de aarde. Het dalende internationale nieuwsaanbod is een doorn in het oog voor een nieuwsagentschap als IPS Vlaanderen. Toch is deze situatie zeker niet hopeloos. De websites van de krantengroep Concentra tonen aan dat IPS-berichten wel degelijk een plaats op een nieuwssite kunnen veroveren en tevens ook een meerwaarde kunnen bieden voor een algemene nieuwssite.
IPS Vlaanderen wordt door het merendeel van de respondenten van de Vlaamse nieuwssites eerder als een aanvulling op het bestaande nieuwsaanbod gezien. Hierdoor verschilt het agentschap duidelijk van andere persbureaus. Waar de redacties bij de andere nieuwsagentschappen een abonnement voor de volledige nieuwsdienst willen hebben, ligt dat bij IPS Vlaanderen enigszins anders. Enkele nieuwsredacties vermeldden dat het nieuwsevenwicht waarschijnlijk zoek zou geraken bij een abonnement op het agentschap IPS Vlaanderen. Volgens deze respondenten behoren nieuwspakketten wel tot de mogelijkheden, aangezien de redacties dan nog steeds zelf de nieuwsselectie kunnen verzorgen. De meeste respondenten zien deze nieuwspakketten zeker als één van de mogelijkheden voor een samenwerking met IPS Vlaanderen. Het aanbod meer op de behoeften van de potentiële klanten afstemmen, behoort bijgevolg tot één van de aanbevelingen. Om meer nieuwsaanbieders te overtuigen van de eigen nieuwsdienst, moet IPS Vlaanderen ook de kwaliteit van zijn berichten blijven optimaliseren.
Doorheen de jaren heeft de internetjournalistiek een eigen ‘mediataal’ ontwikkeld. Om de internetmarkt optimaal te kunnen bespelen, is het dus van zeer groot belang dat IPS Vlaanderen zijn nieuwsberichten
webvriendelijk
maakt.
Snelheid
en
multimedialiteit
zijn
hierbij
twee
sleutelwoorden. Internetredacties willen bovendien vooral panklare korte berichten met aantrekkelijke titels. Er werd ook meerdere malen om twee artikelversies gevraagd: één korte versie, Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
72
die onmiddellijk op het internet gepubliceerd kan worden en één uitgebreide versie waarnaar via hyperlinks verwezen kan worden. Op die manier moeten de webjournalisten niet zelf knippen in de berichten, waardoor er minder belangrijke informatie verloren zal gaan.
Tijdens het onderzoek werd ook enkele keren vermeld dat IPS Vlaanderen moet blijven werken aan zijn imago. Hiervoor wordt vooral verwezen naar de mogelijkheden van sociale netwerksites. Volgens de respondenten zijn dergelijke sites de ideale en goedkope manier voor IPS Vlaanderen om meer naambekendheid te verwerven en aan klantenbinding te doen. Daarnaast mag ook het belang van de eigen website niet onderschat worden. Deze site werd door enkele respondenten als ‘te droog’ beschouwd. Een aantal extra levendige elementen integreren, zoals bijvoorbeeld blogs van de IPS-correspondenten over de actualiteit, zijn hierbij zeker aan te raden. Eén respondent opperde het idee om de sites van IPS Vlaanderen en MO*magazine te laten samensmelten, omdat het verschil tussen IPS en MO* voor de lezer toch niet relevant is. Daarnaast werd ook het gratis aanbod van de artikelen in vraag gesteld, aangezien dit de exclusiviteit van een abonnement fel vermindert. Ons advies is dan ook om niet het hele nieuwsaanbod gratis te publiceren. Het gebruik van teasers kan hierbij een alternatief zijn.
De uitbouw en het onderhouden van een uitgebreid professioneel correspondentennetwerk en het aanbod op vraag van de journalisten, vraagt natuurlijk veel financiële middelen, wat niet evident is voor IPS Vlaanderen. IPS Vlaanderen blijft echter wel een noodzakelijke aanvulling op de Vlaamse nieuwsmarkt. Via samenwerkingsverbanden met MO*magazine en 11.be en via de klanten De Morgen (printredactie), De Tijd, Metro en de websites van Concentra heeft IPS Vlaanderen, gezien de beperkte middelen, reeds een vrij groot bereik. Toch is er op de internetmarkt nog zeer veel ruimte voor een alternatieve nieuwsvisie. De meeste journalisten zijn er ook van overtuigd dat in de Derde Wereld interessante nieuwsfeiten gebeuren. De nieuwsmedia via netwerksites, de eigen website en het aanbod van nieuwspakketten, nog beter bespelen, lijkt dan ook de meest aangewezen methode.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
73
6. Literatuurlijst
Geraadpleegde boeken en readers
Allan, S. (2004a). Conflicting Truths: Online news and the war in Iraq. In: Paterson C. & Sreberny, A. (Eds.) International news in the twenty-first century, (pp. 285-298). London: John Libbey Publishing.
Allan, S. (2004b). News Culture. Milton Keynes: Open University Press.
Bardoel, J. (1997). Journalistiek in de informatiesamenleving. Amsterdam: Cramwinckel.
Bardoel, J. (2002). Het einde van de journalistiek? Nieuwe verhoudingen tussen professie en publiek. In: Bardoel, J., Vos, C., Van Vree, F. & Wijfjes, H. (Eds.). Journalistieke cultuur in Nederland, (pp. 357-371). Amsterdam: Amsterdam University Press.
Bardoel, J., Vos, C., Van Vree, F. & Wijfjes, H. (Eds.) (2002). Journalistieke cultuur in Nederland. Amsterdam: Amsterdam University Press.
Berkowitz, D. (1997). Social meanings of news: a text-reader. Thousand Oaks (Calif.): Sage.
Biltereyst, D. & Joye, S. (2005). Voorspelbaar buitenland. Analyse van de buitenland- en de internationale berichtgeving van de VRT- en de VTM-journaals in 2003. In: Hooghe, M., De Swert, K. & Walgrave, S. (Eds.). Nieuws op televisie. Televisiejournaals als venster op de wereld, (pp. 157-174). Leuven: Acco.
Biltereyst, D. (2006). Internationale communicatie. Gent: Academia Press.
Boyd-Barrett, O. & Thussu, D.K. (1992). Contra-flow in global news: international and regional news exchange mechanisms. London: Libbey.
Boyd-Barrett, O. & Rantanen, T. (Eds.) (1998). The globalization of news. Londen: Sage Publications. Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
74
Boyd-Barrett, O. & Rantanen, T. (2004). News agencies as news sources: a re-evalution. In: Paterson C. & Sreberny, A. (Eds.) International news in the twenty-first century, (pp. 31-46). London: John Libbey Publishing.
Campbell, V. (2004). Information age journalism: journalism in an international context. London: Arnold.
Castells, M. (1999). An introduction to the information age. In: Mackay, H. & O’Sullivan, T. (Eds.), On the edge: living with global capitalism, (pp. 398-410). New York: The Free Press.
Castells, M. (2006). The network society: from knowledge to policy. In: Castells, M. & Cardoso, G. (Eds.), The network society: from knowledge to policy, (pp. 3-21). Washington: Center for transatlantic relations.
Coser, L.A., Kadushin, C. & Powell, W.W. (1982). Books: The culture and commerce of publishing. New York: Basic Books.
Couldry, N. & Curran, J. (Eds.) (2003). Contesting media power. Alternative media in a networked world. Oxford: Rowman & Littlefield Publishers.
Dearing, J.W. & Rogers, E.M. (1996). Agenda-setting. Beverly Hills (Calif.): Sage Publications.
De Bens, E. (2001). De pers in België: het verhaal van de Belgische dagbladpers gisteren, vandaag en morgen. Tielt: Lannoo.
De Boer, C. & Brennecke, S. (2003). Media en publiek: theorieën over media-impact. Amsterdam: Boom.
Deuze, M. (2002). Journalists in the Netherlands: an analysis of the people, the issues and the (inter)national environment. Amsterdam: Aksant.
Fenby, J. (1986). International news services. New York: Schacke Books.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
75
Galtung, J. & Ruge, K. (1999). The Structure of Foreign News. In: Tumber, H. (Ed.). News: a reader, (pp. 21-31). Oxford; New York: Oxford University Press.
Giffard, C.A. (1998). Alternative News Agencies. In: Boyd-Barrett, O. & Rantanen, T. (Eds.). The globalization of news, (pp. 191-201). Londen: Sage Publications.
Giddens, A. (1994). Beyond left and right. Cambridge: Polity press.
Hachten, W.A. (2005). The Troubles of Journalism: a critical look at what’s right and wrong with the press. Mahwah (N.J.): Lawrence Erlbaum Associates.
Hannerz, U. (2004). Foreign news: exploring the world of foreign correspondents. Chicago (III.): University of Chicago press.
Harrison, J. (2006). News. Abingdon: Routledge.
Hartley, J. (1983). Understanding news. London: Methuen.
Hassan, R. (2004). Media, politics and the network society. Maidenhead: Open university press.
Hooghe, M., De Swert, K. & Walgrave, S. (Eds.) (2005). Nieuws op televisie. Televisiejournaals als venster op de wereld. Leuven: Acco.
Howe, J. (2008). Crowdsourcing: Why the Power of the Crowd Is Driving the Future of Business.
Jager, R. & van Twisk, P. (Eds.) (2001). Internetjournalistiek. Amsterdam: Boom.
Joye, S. (2006). Raising awareness, challenging establishment: the surplus value of a global and local alternative news agency. Gent: Academia Press.
Lichtenberg, L. (2002). De virtuele krant. Uitgevers en journalisten op nieuwe wegen. In: Bardoel, J., Vos, C., Van Vree, F. & Wijfjes, H. (Eds.). Journalistieke cultuur in Nederland, (pp. 427-444). Amsterdam: Amsterdam University Press.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
76
Lim, M. (2003). The internet, social networks, and reform in Indonesia. In: Couldry, N. & Curran, J. (Eds.). Contesting media power. Alternative media in a networked world, (pp. 273-288). Oxford: Rowman & Littlefield Publishers.
McQuail, D. (2000). McQuail’s Mass Communication Theory (4th ed.). Londen: Sage.
McManus, J.H. (1994). Market-driven journalism: let the citizen beware? Thousand Oaks (Calif.): Sage.
Meyer, P. (2004). The vanishing newspaper: saving journalism in the information age. Columbia: University of Missouri Press.
Paterson, C. & Sreberny, A. (2004). International news in the twenty-first century. Luton: University of Luton press.
Rampal, K.R. (2002). Global News and information flow. In: Kamalipour, Y.R. (Ed.). Global communication, (pp. 97-119). Belmont: Wadsworth. pp. 97-119.
Rantanen, T. & Boyd-Barrett, O. (2004). Global and national news agencies: the unstable nexus. In: De Beer, A.S. & Merrill, J.C. (Eds.). Global journalism: topical issues and media systems, (pp. 3549). New York: Pearson Education.
Schudson, M. (1998). The Public Journalism Movement and its Problems. In: Graber, D., McQuail, D. & Norris, P. (Eds.). The Politics of news. The news of politics, (pp. 132-149). Washington: CQ Press.
Schramm, W.L. (1964). Mass media and national development: the role of information in the developing countries. Stanford: Stanford University Press.
Servaes, J. (1983). De nieuwsmakers: informative in de media. Antwerpen: Nederlandsche Boekhandel.
Shoemaker, P. (1997). A new gatekeeping model. In: Berkowitz, D. (1997). Social meanings of news: a text-reader, (pp. 57-63). Thousand Oaks (Calif.): Sage.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
77
Sreberny, A. & Paterson, C. (2004). Introduction: Shouting from the rooftops: reflections on international news in the 21st century. In: Paterson C. & Sreberny, A. (Eds.) International news in the twenty-first century, (pp. 3-22). London: John Libbey Publishing.
Thussu, D.K. (2000). International communication. Continuity and change. New York: Oxford University Press.
Thussu, D.K. (2004). Media Plenty and the poverty of news. In: Paterson C. & Sreberny, A. (Eds.) International news in the twenty-first century, (pp. 47-60). London: John Libbey Publishing.
Tumber, H. (Ed.) (1999). News: a reader. Oxford; New York: Oxford University Press.
Underwood, D. (2001). Reporting and the push for Market-Oriented Journalism: Media Organizations as Businesses. In: Bennett, W.L. & Entman, R.M. (Eds.), Mediated politics: communication in the future of democracy, (pp. 99-115). New York: Cambridge University Press.
Van Dijk, J.A.G.M. (1991). De netwerkmaatschappij: sociale aspecten van nieuwe media. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.
Van Ginneken, J. (1996). De schepping van de wereld in het nieuws. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum.
Andere geraadpleegde literatuur
Banu Baybars-Hawks, Ph.D. (n.d.). The impact of Investigative Journalism on public opinion and policymaking. Istanbul University, Communication Faculty Istanbul.
Brouwers, B. (2008). Commercieel denken, juist voor de kwaliteit. Geraadpleegd op 16 juni 2009 http://www.denieuwereporter.nl/2008/03/commercieel-denken-juist-voor-de-kwaliteit/
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
78
Cohen, E.L. (2002). Online journalism as market-driven journalism. Journal of Broadcasting & Electronic Media, 46 (4), 532-548.
Dahlgren, P. (1996). Media logic in cyberspace: repositioning journalism and its publics. Javnost / The Public 3(3), 59-72.
De Greef, A. (2007). Globe-wall-ization. Een tocht langs de scheidingsmuren van de 21e eeuw. Nietgepubliceerde scriptie. Lessius Hogeschool, opleiding journalistiek.
Deprez, A. (2008). Internationale conflictberichtgeving in de Vlaamse geschreven pers: een longitudinale framing- en representatieanalyse van de Eerste en Tweede Intifada. Doctoraatscriptie. Vakgroep Communicatiewetenschappen. Gent: Universiteit Gent.
Dersjant, T. (2006, 21 september). NewAssignment wil 'profs en amateurs' samenbrengen. Geraadpleegd op 25 juni 2009 op http://www.denieuwereporter.nl/?p=579
Deuze, M. (2001). Online Journalism: Modelling the First Generation of News Media on the World Wide Web. First Monday 6 (10). Geraadpleegd op 25 juni 2009 op http://firstmonday.org/issues/issue6_10/deuze/index.html
Deuze, M. (2004). What is multimedia journalism? Journalism Studies 5 (2).
Douglas, S.J. (2006). The turn within: the irony of technology in a globalized world. American Quarterly, 619-638.
Giffard, A.C. (2001). Report of the workshop on news agencies in the era of the internet. Geraadpleegd op 12 juli 2009 op http://www.unesco.org/webworld/publications/news_agencies/news_agencies.pdf
Hardt, H. (1996). The end of journalism. Media and newswork in the United States. Javnost/ The Public 3(3), 21-41.
Ibrahim, D. (2003). Individual perceptions of international correspondents in the Middle East. Gazette Vol. 65 (1), 87-101.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
79
IPS (2006, 17 mei). Lezers in ontwikkelingslanden blijven op hun honger zitten. Geraadpleegd op 9 juli 2009 op http://www.11.be/index.php?option=content&task=view&id=100744
Klinenberg, E. (2005). Convergence: News production in a digital age. Geraadpleegd op 29 meis 2009 op het World Wide Web: http://ann.sagepub.com/cgi/reprint/597/1/48
McChesney, R.W. (2003). The problem of journalism: a political economic contribution to an explanation of the crisis in contemporary US journalism. Journalism Studies, 4(3), 299-329.
Mediafacts (2006, 28 juli). Online open source journalistiek netwerk. Geraadpleegd op 20 juni 2009 op http://www.mediafacts.nl/ictfacts/6_Redactiesystemen/185_Online_open_source_journalistiek _netwerk
Moisy, C. (1997). Myths of the global information village. Geraadpleegd op 27 juni 2009 op http://ics.leeds.ac.uk/papers/pmt/exhibits/2047/GlobalInfo.pdf.
Moon, j. (1999). Open-source journalism online: fact-checking or censorship? Geraadpleegd op 28 juni 2009 op http://www.freedomforum.org/templates/document.asp?documentID=7802
Murdoch: betalen voor sites. (2009, 7 mei). Geraadpleegd op 12 juni 2009 op http://www.nrc.nl/economie/article2235198.ece/Murdoch_betalen_voor_sites
Paulussen, S. (2004).
[email protected]. Een studie naar de mogelijkheden en gevolgen van het internet voor de journalistieke nieuwsgaring en nieuwsproductie. Doctoraatsscriptie. Vakgroep Communicatiewetenschappen. Gent: Universiteit Gent.
Paulussen, S. (2007). CAR als middel voor primaire journalistiek. Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, 35(3), 219-231.
Picard, R.G. (2009). Why journalists deserve low pay. Geraadpleegd op 19 juni 2009 op http://www.csmonitor.com/2009/0519/p09s02-coop.html
Platon, S. & Deuze, M. (2003). Indymedia journalism: A radical way of making, selecting and sharing news? Journalism, 4, 336. Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
80
Rauch, J. (2003). Rooted in Nations, Blossoming in Globalization? A cultural Perspective on the Content of a “Northern” Mainstream and a “Southern” Alternative News Agency. Journal of Communication Inquiry, 27(1), 87-103.
Rogers, E.M. (2001). The Digital Divide. Convergence, 7 (4). 96-111.
Van den Boomen, M. (2001). Open Source journalistiek. Nieuwe media in perspectief, 19(4).
Van Dijk, J.A.G.M. (2001). De openheid en vrijheid van het internet staan op het spel. Geraadpleegd op 3 juli 2009 op http://www.utwente.nl/nieuws/pers/archief/2001/cont_01-055.doc/
Verstraeten, H. (2004). Communicatiewetenschap: een inleiding tot het media-onderzoek. Gent: Academia Press.
Verstraeten, H. (2007). Mediasociologie I. Ongepubliceerde cursus. Vakgroep Communicatiewetenschappen. Gent: Universiteit Gent.
Visterin, W. (2009, 19 juni). Van politiek protest tot pc-promoties. De Tijd, p. 7.
Vos, D. (2006). Darfur. De onvolmaakte ramp? Doctoraatscriptie. Vakgroep Film- en Televisiewetenschappen. Utrecht: Universiteit Utrecht.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
81
7. Bijlage
7.1.
Basisvragenlijst klanten IPS Vlaanderen
7.1.1.
Gebruik van de IPS-berichten
I. Waarom gebruikt u nieuws van IPS? Welke meerwaarde biedt IPS voor jullie website?
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… II. Worden de berichten van IPS dagelijks gelezen?
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… III. Worden de meeste binnenkomende berichten van IPS wel degelijk gebruikt en opgenomen ?
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… IV. Welke criteria worden gehanteerd om de nieuwsberichten van IPS al dan niet te selecteren?
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… V. Worden de berichten van IPS vooral gebruikt als rechtstreeks bron om te publiceren of eerder als aanvulling op het bestaande nieuwsaanbod?
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
82
7.1.2.
Gebruik van nieuwsbronnen
VI. Bij welke nieuwsagentschappen heeft de online redactie een abonnement?
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… VII. Welke bronnen gebruikt uw redactie voor de internationale berichtgeving? En specifiek voor nieuws uit de Derde Wereld?
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… VIII. Vindt u dat de andere nieuwsagentschappen tekort schieten in hun berichtgeving rond de thema’s die IPS naar voor brengt?
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… 7.1.3.
Positionering van IPS Vlaanderen
IX. Hoe positioneert u IPS Vlaanderen tegenover andere nieuwsbronnen? (AP, Reuters, AFP, Belga, ANP, Indymedia, …)
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… X. Beschouwt u IPS als een geloofwaardige en objectieve nieuwsbron?
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… XI. Wat is volgens u de kerntaak van IPS? Slaagt IPS volgens u in zijn opdracht?
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
83
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………
7.1.4.
Evaluatie van IPS Vlaanderen
XII. Hoe scoort IPS Vlaanderen volgens u op de volgende variabelen?
•
Professionaliteit
…………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… •
Timing
…………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… •
Gebruiksvriendelijkheid
…………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… •
Relevantie en nieuwswaarde van nieuwsberichten
…………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… •
Duiding
…………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… •
Kwaliteit (vorm, taal, structuur, …)
…………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… •
Alternatief perspectief / originaliteit
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
84
…………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… XIII. Bent u over het algemeen tevreden over de diensten van IPS?
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… XIV. Wat kan IPS doen om zijn aanbod nog beter af te stemmen op uw behoeften?
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… XV. IPS Vlaanderen kan ook met nieuwspakketten werken, waarbij zij zich dan richten rond één specifiek thema. Kan een dergelijk aanbod meer praktisch en wenselijk zijn?
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………
7.1.5.
XVI.
De medialogica van het internet
In hoeverre is achtergrondinformatie belangrijk voor jullie nieuwssite?
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………….. XVII. In welke mate heeft een nieuwssite andere behoeften voor de vorm van het persbericht?
.…………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………. .…………………………………………………………………………………………………………………… XVIII. Zijn de nieuwsberichten van IPS panklaar of moeten ze nog bewerkt worden?
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
85
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………….. XIX.
Is een multimediaal karakter van de nieuwslevering van groot belang?
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………….. XX. Bent u tevreden over de technische procedure die IPS Vlaanderen gebruikt om de nieuwsberichten door te sturen?
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………….. 7.1.6.
XXI.
Toekomstvisie internet
Enkele nieuwsredacties zeggen hun abonnement op een nieuwsagentschap op. In de plaats daarvan gaan de journalisten zelf, met behulp van hun uitgebreide netwerken, op zoek naar informatie. Denkt u dat deze andere manier van nieuwsgaring in de toekomst de bovenhand kan nemen?
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………….. XXII. Hoe ziet u de evolutie van uw medium op het internet?
…………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… XXIII. Wat zijn de grootste toekomstige uitdagingen voor nieuwsagentschappen?
…………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
86
7.2.
Basisvragenlijst potentiële klanten IPS Vlaanderen
7.2.1.
Gebruik van nieuwsbronnen
I. Bij welke nieuwsagentschappen heeft de online redactie een abonnement?
…………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… II. Welke bronnen gebruikt uw redactie voor de internationale berichtgeving? En specifiek voor nieuws uit de Derde Wereld?
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… III. Vindt u dat de andere nieuwsagentschappen tekort schieten in hun berichtgeving over de derdewereldlanden?
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………
7.2.2.
Positionering van IPS Vlaanderen
IV. Kent u het nieuwsagentschap IPS?
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… V. Hoe hebt u het leren kennen?
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
87
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… VI. Hoe positioneert u IPS Vlaanderen tegenover andere nieuwsbronnen? (AP, Reuters, AFP, Belga, ANP, Indymedia, …)
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… VII. Beschouwt u IPS als een geloofwaardige en objectieve nieuwsbron?
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… VIII. Wat is volgens u de kerntaak van IPS? Slaagt IPS volgens u in zijn opdracht?
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… IX. Op welke thema’s focust IPS zich volgens u?
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… X. IPS Vlaanderen focust zijn berichtgeving op thema’s als duurzame ontwikkeling, internationale samenwerking, mensenrechten en globalisering, met telkens de klemtoon op de derdewereldlanden. Denkt u dat de artikelen van IPS een meerwaarde kunnen bieden voor jullie website?
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………
7.2.3.
Evaluatie van IPS Vlaanderen
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
88
XI. Hoe scoort IPS Vlaanderen volgens u op de volgende variabelen? (Indien voldoende vertrouwd met deze dienst)
•
Professionaliteit
…………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… •
Timing
…………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… •
Gebruiksvriendelijkheid
…………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… •
Relevantie en nieuwswaarde van nieuwsberichten
…………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… •
Duiding
…………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… •
Kwaliteit (vorm, taal, structuur, …)
…………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… •
Alternatief perspectief / originaliteit
…………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… XII. Zou jullie website interesse kunnen hebben om (opnieuw) een abonnement te nemen bij IPS Vlaanderen?
…………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
89
XIII. Wat kan IPS doen om zijn aanbod beter af te stemmen op uw behoeften of om u meer te overtuigen?
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… XIV. IPS Vlaanderen kan ook met nieuwspakketten werken, waarbij zij zich dan richten rond één specifiek thema. Kan een dergelijk aanbod meer praktisch en wenselijk zijn?
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………
7.3.
XV.
De medialogica van het internet
In hoeverre is achtergrondinformatie belangrijk voor jullie nieuwssite?
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………….. XVI. In welke mate heeft een nieuwssite andere behoeften voor de vorm van het persbericht? Moeten de berichten panklaar aangeleverd worden?
.…………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………. .…………………………………………………………………………………………………………………… XVII. Is een multimediaal karakter van de nieuwsberichten van groot belang?
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………….. XVIII. Via welke technische procedure moet een nieuwsagentschap het best de nieuwsberichten doorsturen? Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
90
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………….. 9.2.4. Toekomstvisie internet
XIX.
Enkele nieuwsredacties zeggen hun abonnement op een nieuwsagentschap op. In de plaats daarvan gaan de journalisten zelf, met behulp van hun uitgebreide netwerken, op zoek naar informatie. Denkt u dat deze andere manier van nieuwsgaring in de toekomst de bovenhand kan nemen?
……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………….. XX.
Hoe ziet u de evolutie van uw medium op het internet?
…………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… XXI. Wat zijn de grootste toekomstige uitdagingen voor nieuwsagentschappen?
…………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
91
Inhoudsopgave 1.
Deskundigen ............................................................................................................................. 93 1.1. Interview met Ides Debruyne ........................................................................................... 93 1.2. Interview met Nico Carpentier ......................................................................................... 97 1.3. Interview met Alexander Pleijter .................................................................................... 101
2.
Klanten IPS Vlaanderen .......................................................................................................... 105 2.1. Tijd.be: Interview met Tom Peeters ............................................................................... 105 2.2. Hbvl.be / gva.be / vandaag.be: Interview met Wim Verhaert ....................................... 112 2.3. Metro: Interview met Thomas Mels ............................................................................... 119 2.4. Bond Beter Leefmilieu: Interview met Joris Gansemans ................................................ 124
3.
Potentiële klanten IPS Vlaanderen ........................................................................................ 128 3.1. Demorgen.be / hln.be: Interview met Bart Franssen ..................................................... 128 3.2. Deredactie.be: Interview met Dirk Reynaers en Roger Creyf ......................................... 138 3.3. Knack.be: Interview met Jos Grobben ............................................................................ 147 3.4. Nieuwsblad.be: interview met Jamie Biesemans ........................................................... 154 3.5. Standaard.be: Interview met Sofie Vandenhouwe en Dominique Deckmyn ................. 162 3.6. Zita.be: Interview met Jeroen Van den Broeck............................................................... 169 3.7. Vredeseilanden: Interview met Jelle Goossens .............................................................. 172 3.8. Broederlijk Delen: Interview met Peter Van Craenenbroeck ......................................... 176 3.9. WWF: Interview met Jan De Rom ................................................................................... 178 3.10. Oxfam Solidariteit: Interview met Chantal Nijssen ...................................................... 180
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
92
1. Deskundigen 1.1. Interview met Ides Debruyne, deskundige ‘netwerking’ (18 mei 2009):
Hoe belangrijk is het voor een nieuwsagentschap dat het deel uitmaakt van zo’n uitgebreid wereldwijd netwerk? Heel belangrijk, aangezien zij internationaal nieuws brengen. Heel belangrijk dat zij mensen ter plaatse kunnen bevragen. Als je ziet wat Nick Davis zegt over de grote Westerse persagentschappen, blijkbaar hebben zij in heel wat landen geen redacteurs. IPS is op zijn minst een aanvulling voor die landen in andere continenten. Dat is net hun meerwaarde dat zij zo een internationaal netwerk hebben. Hoe kunnen zij best het potentieel van zo’n netwerk uitspelen? Dat is natuurlijk de hamvraag. Dat is een kwestie van kwaliteit brengen en heel veel investeren in de opleidingen van die mensen en de journalistieke methode van woord en wederwoord. Alles draait rond betrouwbaar nieuws. Als zij betrouwbaarder nieuws kunnen brengen dan andere persagentschappen, dan hebben zij veel potentieel. Natuurlijk, dat vraagt een bepaalde beroepsvorming van de mensen en hoe beter je verloont, hoe kwaliteitsvoller je mensen zijn, dat is natuurlijk het probleem. Is het bijvoorbeeld wenselijk om mensen rond één thema samen te brengen? Specialisatie, daar ben ik wel voor. Ik denk dat je daardoor zeker kan bovendrijven door bepaalde gespecialiseerde producties. Ik weet niet met hoeveel mensen zij werken, of dat organisatorisch kan, maar inderdaad als je rond bepaalde topics je verder kan specificeren, dan zit je in een bepaalde niche en heb je een sterkere brand. Dat is iets om die meerwaarde te etaleren en om mensen aan te trekken om gebruik te maken van dat nieuwsforum. In deze tijden met gratis nieuws is het een opportuniteit. Met het internet en de snelheid, de methodes van pushing en trekking, daar bestaan allerhande technieken voor. Het is dus eigenlijk het moment om daarmee uit te pakken. Er is nood aan vraag aan internationaal nieuws van ter plaatse. Er is dus volgens u nog steeds plaats voor een alternatief nieuwsagentschap in het internettijdperk? Ja, absoluut, meer dan ooit. Ziet u het internet als een obstakel of eerder als een positieve ontwikkeling voor een klein nieuwsagentschap? Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
93
Dat is een opportuniteit. Je kan jezelf veel meer pushen. Ik ken niet meteen een rendabel businessmodel bedenken, maar het is wel zo dat die er misschien wel zullen aankomen. En zij moeten mee experimenteren en kijken in hoeverre ze daar met bepaalde tools en technieken zichzelf naar boven kunnen duwen en in het oog kunnen springen van al die persagentschappen, die minder en minder zelf nieuws maken, die aan kostenbesparing doen en zoeken naar alternatieven voor kwaliteitsvol en betrouwbaar nieuws. Ik denk dat als ze daar een beetje in slagen om bepaalde media hun nieuws te laten afnemen, dan… iedereen volgt natuurlijk. Als iemand anders het heeft, willen de anderen dat ook. Het is kwestie van overtuigen en af en toe met een paar dingen afkomen die nergens anders te vinden zijn. Het is gewoon het begin dat een beetje moeilijk is. Maar als ze enkele pistes van het internet bewandelen, zit daar mogelijks veel potentieel in en kan de manier van internationale netwerking voor hen vergemakkelijken. Ze kunnen teasen, ze kunnen Facebookgroepen opzetten, ze kunnen twitteren. Allerhande online tools die volop in ontwikkeling zijn. En teasen…door allerhande manieren van het nieuws al een klein beetje geven, gewoon een intro en als ze dan meer willen weten, dan moeten ze betalen. Ze moeten natuurlijk in landen zitten waar anderen niet zitten en als ik mij niet vergis, zijn dat er heel veel, zoals de derdewereldlanden. Ze kunnen echt één van de grote spelers worden. Ze moeten volgens mij ook zoeken naar alternatieve manieren van financiering. Niet alleen verkoop van nieuws, maar ook een eigen site opzetten, ook wat andere persagentschappen doen rond data van bepaalde landen: data verkopen aan bedrijven. Bedrijven zijn ook potentiële afnemers, dus ze moeten niet klassiek mediadenken. Dus data verzamelen en data-analyse doen en dan verkopen aan bedrijven die in die landen willen investeren bijvoorbeeld. Ze moeten afstappen van het klassieke denkpatroon van het klassieke nieuws. Bepaalde persagentschappen doen dat al, ook bijvoorbeeld The Guardian werkt reeds rond data. Wij kennen hier twee Zweedse journalisten die gestopt zijn met artikelen te maken en die nu niets anders doen dan voor bedrijven analyses maken en journalistieke artikelen daaruit distilleren aan bedrijven en nieuws maken die daaromtrent te vinden is. Verwacht u dat IPS weerwerk kan bieden op de traditionele nieuwssites in de toekomst? Ja, meer dan ooit. Vroeger hadden ze nog allemaal hun correspondenten en nu niet meer. Als je kijkt naar België, vroeger waren er nog allemaal correspondenten in Congo, zelfs daar is dat nu… ik spreek dan over de commerciële media, omdat zij meestal geen buitenlandse correspondenten hebben, tenzij de hele grote spelers. Maar verwacht u in de toekomst nog vraag van deze commerciële media? Ik denk van wel. Dat is natuurlijk een kip- en het ei-probleem. Maar we zien nu bijvoorbeeld rond de Mexicaanse griep, dan zie je toch dat het zeer interessant is om een paar correspondenten te hebben in Zuid-Amerika. Ik denk dat we meer dan ooit naar een globale wereld gaan evolueren en dat we meer dan ooit gaan willen weten wat er in de hele wereld gebeurt. De impact van bepaalde instabiele landen, qua internationale politiek, dat gaat alsmaar zwaarder wegen. Ik zie dat alleen maar, met die mondiale aanpak, meer impact hebben. Maar ze moeten in dat gat springen, want anders gaat iemand anders daar in springen. Als daar plots een commerciële organisatie daar brood in ziet, dan zijn ze een beetje te laat. Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
94
Maar bijvoorbeeld ook financiering door foundations. Ook daar zijn er heel wat organisaties, NGO’s, die bereid zijn om te betalen. Het is een kwestie om ook aan fundraising te doen. Ik geloof meer dan ooit dat het niet de klassieke markt is die het alleen moet betalen, maar ook andere spelers: foundations, trusts, charity: organisaties die ook media als een belangrijke factor zien voor het stabiliseren van de politiek, het bevorderen van de democratie, voor het herstellen van de transparantie. Ik denk dat heel wat van die NGO’s, foundations en trusts daar interesse voor kunnen hebben. Ik weet dat er in Rome een conferentie was over allerhande foundations en trusts. Er was onder andere één workshop rond wat foundations en trusts structureel kunnen doen voor de media. Dus zij stellen zich ook die vraag. Rond allerhande projecten rond armoede vinden zij de media ook zeer belangrijk. Is het volgens u aan te raden aan IPS om meer samen te werken met niet-professionele journalisten, bijvoorbeeld via online-communities, of is het net van zeer groot belang om zich te onderscheiden van bv. Indymedia? Ik vind het toch wel gevaarlijk om…het gaat natuurlijk over branding en geloofwaardigheid. We hebben al gezien dat een aantal grote bedrijven zich hebben gewaagd aan burgerjournalistiek met toch een aantal problemen. Ik denk dat je als je geloofwaardig wilt zijn dat de betrouwbaarheid het hoogste goed is, en zij moeten daar over waken. Het gevaar is dus als je werkt met burgerjournalisten, dat je je geloofwaardigheid kwijt bent. Het is dan heel wat moeilijker om media te overtuigen dat er gebruik gemaakt wordt van journalistieke methoden. Ik zou het dus niet aanraden. Maar als ze bijvoorbeeld een website opzetten …. Maar dan is dat niet het doel van een persagentschap. Want eigenlijk een persagentschap, ik zie dat eerder als een soort signaalorganisatie die meldt waar er nieuws zit. Het is dan aan de media om te checken en te dubbelchecken of het waar is. Maar meer en meer wordt zo’n persagentschap beschouwd als een nieuwsleverancier en ik denk dat dit eigenlijk fout is. Ik denk dat je een nieuwsagentschap moet zien als een leverancier van ideeën, van waar nieuws zit. Het is dan aan de journalist van het medium om dit dan te dubbelchecken en te duiden. Maar door het internet schuilt een groot gevaar natuurlijk. Persagentschappen worden meer nieuwsleveranciers. De dubbelcheck wordt nu weggelaten. Daar ben ik niet zo wild van. Maar dat is misschien een te klassieke manier van denken, ik weet het niet. Hoe ziet u de evolutie van nieuwswebsites in de toekomst? Dat is booming business. Zeker op lange termijn wordt er daar winst gemaakt. Ik denk dat we gaan komen tot een geïntegreerd nieuwssite met allerhande multimediale aanpak. Heel wat klassieke media, zoals kranten, zullen daardoor onder druk komen te staan en verdwijnen. Maar in welke richting het dan zal evolueren, daar heb ik geen flauw idee van. Hoe het er uit zal zien, dat weet ik dus niet, maar we zijn nog maar aan het begin van het internet. Er zit daar onwaarschijnlijk veel potentieel in. We zijn nog niet aan het begin van de wonderen van het internet. Zal nieuws volgens u gratis blijven? Als ik vandaag de op komst van burgerjournalistiek ook zie…de klassieke media kunnen niet meer mee. De kwaliteit van bv. film en foto op gsm’s wordt alsmaar beter. De technologie is enorm aan het Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
95
evolueren. Wat de verslaggeving betreft, zullen we alles gratis krijgen volgens mij. Maar duiding en diepgang, en dat is misschien de kracht van IPS omdat zij in gebieden zitten waar de Westerse agentschappen niet zitten, waar de Westerse commerciële media niet zitten. Dus ik denk dat daar heel veel potentieel zit.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
96
1.2. Interview met Nico Carpentier, docent communicatiewetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel, deskundige alternatieve media (19 mei 2009):
Hoe belangrijk is het dat IPS deel uitmaakt van een wereldwijd netwerk? Hoe kan IPS zo optimaal mogelijk van dat netwerk gebruik maken? Als nieuwsagentschap is er altijd de noodzaak voor een netwerk. Dat is de centrum-periferie-logica. Alternatieve nieuwsagentschappen spelen een tegenbeweging, waardoor het voor hen eveneens van zeer groot belang is. Een netwerk is belangrijk op verschillende niveaus. Allereerst heb je het lokale niveau. Daar speelt het idee van spreiding. Je moet zoveel mogelijk connecties hebben met het lokaal middenveld. De rol van lokale correspondenten is cruciaal. Hierbij moet je je dan de vraag stellen wat de rol van die correspondent is. Is hij een waarheidsspreker of is er ook ruimte voor dialoog? Het tweede niveau omvat de organisatie zelf. Er moet gestreefd worden naar een zo egalitair mogelijke relatie tussen het gecentraliseerd functioneren en de verschillende correspondenten. Er moet een gezonde balans zijn. Het derde niveau speelt zich af op de afzetmarkt. Hier is de vraag: hoe verspreid je het product? Een alternatief nieuwsagentschap zit hier heel vaak in een secundaire positie omdat het meer aanvullend nieuws brengt. Hier heerst een spanningsveld. Moet IPS mensen samenbrengen rond 1 thema? Dat is complex. Je moet kijken naar de nieuwswaarde zelf. Nieuws gaat over gebeurtenissen en nauwelijks over processen. Focussen op achtergrondinformatie is dus een nadeel. Op die manier verlies je de aansluiting met de mainstream media. Hier moet je dus voorzichtig mee zijn. De alternatieve media bevinden zich eigenlijk tussen twee werelden. Wanneer je volledig voor de andere logica gaat, verlies je een dele van connectie met de ene wereld en dat is niet ideaal. De kunst is om nieuws te brengen en dan achtergrondinformatie aan te bieden. Dat moet ook de kracht van IPS zijn. Wanneer je enkel projectmatig werkt, heb je niet die flexibiliteit. Snel duiding geven is alleszins een opportuniteit. Rond één bepaald project werken heeft dus ook wel zijn voordelen, maar daarmee sluit je een deel van de markt uit. Je moet dus het evenwicht tussen beide zoeken. Je moet je tussenpositie voor een deel beschermen. Is het internet een bedreiging of eerder een positieve ontwikkeling voor IPS? Dat is een moeilijke vraag. De journalistieke sector is in crisis. Dat is een groot probleem op een hele reeks van domeinen. Eén van die domeinen is: wie is de eigenaar van nieuws? Is dat de professional of de getuige, amateur? Hier zijn er veel mogelijkheden die door het internet worden aangeboden. Dat is een grote uitdaging voor het hele journalistieke veld. Maar de journalistiek reageert er verkrampt op. Er heerst een onhandige conservatieve reactie van de professionele journalist. Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
97
Het internet biedt vele mogelijkheden, maar tegelijkertijd ook heel veel beperkingen. De uitkomst ervan kun je nu absoluut nog niet voorspellen. Eén van de opportuniteiten is het feit dat je heel veel andere mensen bij iets kunt betrekken. Mensen kunnen correspondent zijn vanuit het alledaagse leven. Er zijn dus enorm veel mogelijkheden, maar wanneer de waarden van het journalistieke veld, zoals afstandelijkheid in de betekenis van eerlijkheid, overhoop liggen en verloren gaan, zie je heel veel negatieve reacties. Dat is dan ook een bedreigende en gevaarlijke evolutie. De amateur is immers enkel een liefhebber. Maar het is onmogelijk te voorspellen welke evolutie we zullen meemaken. We zullen het pas weten wanneer het eigenlijk al te laat is. De unique selling prophecy van de journalistiek is de maatschappelijke bijdrage. Via de journalistieke ideologie krijg je een kwalitatief verantwoord product. Er is momenteel een overload aan journalistiek. De garantie dat je dus wel degelijk kwalitatief nieuws brengt, plaatst jezelf in een sterkere positie. Maar als het hele journalistieke systeem in mekaar zou vallen, stuiken zij ook mee. Indymedia is een voorbeeld van een meer gedecentraliseerd systeem, een vorm van nieuwe media. Het is een nieuw soort model met veel nieuwe opportuniteiten. Het is een gedecentraliseerd journalistiek model, maar toch met een basis aan kwaliteit. In een netwerksamenleving moet je in netwerken denken. Je moet netwerken gebruiken als die eerlijk zijn. Je moet dus ook kijken naar verloning. Er zijn dus enkele voorwaarden. Een netwerkmodel in de pure commerciële logica zal dus niet werken. Meer samenwerken met niet-professionele journalisten of net onderscheiden van Indymedia? Je moet beide combineren: zowel een gedecentraliseerd model, als kwaliteit aanbieden. Hiertussen moet je het evenwicht bewaren. Indymedia is een dergelijk links progressief model. Toch moet je het onderscheid met Indymedia bewaren op het vlak van hoe het nieuws genereren. Bij Indymedia speelt de betrokkenheid een te grote rol, dat is een stap te ver voor een nieuwsagentschap. Je moet dus kijken naar een verzoening en kijken naar de voorwaarden: enkel op vrijwilligersbasis of semiprofessioneel? Oog hebben voor het vergoedingssysteem, want je moet uitbuiting vermijden. Een ander gevaar is natuurlijk het gevaar van overprofessionalisering zodat decentralisatie weer moeilijk wordt. Het is perfect mogelijk dat iemand een Indymedia-journalist en een IPS-journalist tegelijk is. Een zelfde persoon, maar met een andere rol waar andere regels gelden. Het hoeft geen gescheiden wereld te zijn. Een activist die over een eigen betoging schrijft, is op zich geen probleem. Hij moet enkel in een andere rol kunnen functioneren. De hele nieuwe wereld zit dus vol met potentiële rolconflicten. Hetzelfde geldt voor samenwerking met NGO’s. Je moet duidelijkheid hebben over de rollen en nazien of de procedures gerespecteerd worden. Is het binnen de grenzen van de journalistieke deontologie, eerlijkheid. Er is dus redactionele controle nodig. Dat is opnieuw het verhaal van de 2 lagen. De onderlaag moet binnen de grenzen van de journalistiek blijven. Ze moeten dus getraind zijn. De bovenlaag stuurt het proces aan en controleert. Deze relatie moet zo democratisch mogelijk zijn, en niet gescheiden van elkaar. De eindredactie dient als soort van expertise, vaardigheid. In een netwerkmaatschappij is het dus belangrijk dat je gebruikt wat er voor handen is, maar dat je het journalistiek project beschermt. Hoe verwacht je de evolutie van commerciële nieuwswebsites? Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
98
Een slechte toekomst. Er heerst een enorme dreiging en dat is het huidige businessmodel. Dit economisch model zaagt de poten van de journalistiek af. Tot op heden is er nog geen businessmodel dat levensvatbaar is. Een hele andere logica is betalende websites die kwaliteit brengen, maar daar ben ik heel sceptisch tegenover. Volgens mij moet er uiteindelijk weer een systeem van overheidssteun in de geschreven pers komen, anders wordt het onmogelijk om te overleven. Nu is er immers een overaanbod. De journalistieke markt is een markt die zeer moeilijk te persen is in een commerciële markt. Maar als de staat zich terugtrekt en de markt in mekaar valt, dan schiet er enkel nog het middenveld over. De overheid is nu niet actief voor de geschreven pers, wel voor de audiovisuele sector. Moet die logica dan doorgetrokken worden? De geschreven perssector staat in elk geval zwaar onder druk. We stevenen dus af naar drie mogelijkheden: een middenveldmedia-model, ene nog commerciëler persmodel of een overheidssteun-model. Elke krant moet nu rekening houden met het verdwijnen van hun product door de commercialisering van de geschreven pers. In de zuivere economische logica is de onlineversie van de krant zeer belangrijk, ook al als het niet rendabel zou zijn. De site dient dan als marketing voor de papieren krant. Over een mogelijke elektronische krant in de toekomst is het nu nog koffiedik kijken. Welke nieuwe nieuwsaanbieders verwacht u op het internet? We zien vandaag dat steeds meer journalisten hun commerciële redacties verlaten. Ze geven de klassieke media op en gaan eigen nieuws leveren via hun eigen website, hun eigen medium. Op korte termijn is dit de trend. De opstartkost voor de journalisten is betrekkelijk laag. Maar of dit een duurzame ontwikkeling is, die levensvatbaar is op lange termijn, dat is maar zeer de vraag, dat is zeer twijfelachtig. Hoe alles daarna evolueert en welke nieuwe actoren er komen, is zeer moeilijk te voorspellen. Momenteel is de commerciële geschreven pers zeer sterk aanwezig, we zien ook een zwakke aanwezigheid van het middenveld en overheidssteun wordt waarschijnlijk belangrijk. Op middellange termijn is er vooral potentieel bij het middenveld, zeker als bijvoorbeeld NGO’s beginnen samenwerken. Nu heerst er een marktverzadiging, er zijn bijvoorbeeld heel weinig tijdschriften en steeds meer fusies. Waarschijnlijk komen er weinig nieuwe spelers, maar zijn het vooral de journalisten die schuiven. Het middenveld is nu nog niet uitgebreid genoeg. Hoe kan IPS zich voorbereiden op evoluties van het internet? Allereerst is het zeer belangrijk om een eigen visie uit te blijven bouwen. Daarnaast moet IPS een sterk gedecentraliseerd netwerk uitbouwen. Zij zitten in een vrij goede positie, tussen de twee werelden. Ten derde moet men ook de expertise beschermen. IPS moet zich profileren als een brug. Op die manier maken ze absoluut kans om groter en belangrijker te worden. Moet IPS zich ook richten naar klanten buiten de mediasector?
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
99
Er zijn meerdere niveaus van klanten. In de ideale situatie bedien je één sector. Maar de tussenpositie van IPS is natuurlijk ook kwetsbaar en wanneer je je teveel richt naar de commerciële sector, dan tast je de credibiliteit aan. Een ander scenario is dat je op meerdere niveaus speelt. Maar dan moet je werken met tussenschotten, heel goed afbakenen, misschien zelfs werken met aparte entiteiten. Bijvoorbeeld een alternatief nieuwsagentschap als onderdeel van staat en markt, maar dat kan ook heel erg tegen jou gebruikt worden. Anderzijds zijn er misschien ook heel veel sectoren die ethisch veel aanvaardbaarder zijn. Bijvoorbeeld NGO’s, de zachte markt. Diversificatie is alleszins moeilijk en biedt ook heel veel problemen. Het is een groot gevaar voor de credibiliteit. Is het van groot belang dat IPS het nieuws multimediaal aanreikt? Het lijkt inderdaad moeilijk om hieraan te ontsnappen, maar het mag ook geen fetisj worden en dat is niet eenvoudig, zeker niet in een gedecentraliseerd netwerk. Want dan heb je te maken met heel veel vaardigheidsproblemen. Ik ben dan ook zeer voorzichtig over of het een absolute must moet zijn, maar je mag het natuurlijk niet uitsluiten. Het is bijvoorbeeld wel mogelijk om allianties af te sluiten met NGO’s voor bijvoorbeeld fotografie. Zoals bijvoorbeeld Brandpunt21 in Antwerpen, dat samenwerkt met Indymedia.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
100
1.3. Interview met Alexander Pleijter, docent en onderzoeker journalistiek en nieuwe media aan Universiteit Leiden, deskundige nieuwe media (25 mei 2009):
Beschouwt u het internet als een bedreiging, of eerder als een positieve ontwikkeling voor een klein nieuwsagentschap als IPS? In eerste instantie ben ik geneigd om te zeggen dat internet wel mogelijkheden biedt voor nieuwsagentschappen in het algemeen. Als ik hier kijk naar de nieuwssites van grote kranten bijvoorbeeld, het echte nieuwsgedeelte is bijna rechtstreeks van persbureaus, vooral dan van het grootste persagentschap van Nederland, het ANP. Of dat nu net zo goed geldt voor een klein nieuwsagentschap weet ik niet zo goed. Want ik denk dat de meeste nieuwsmedia zich willen profileren met actualiteit, het laatste nieuws en dat ze daarom een abonnement kiezen op een nieuwsagentschap die hen dat nieuws kan leveren en dan ook nog eens volledig zijn, al het belangrijke nieuws brengen. En of een klein nieuwsagentschap aan die voorwaarden kan voldoen, dat betwijfel ik. Zeker zo’n alternatief nieuwsagentschap, dat probeert om juist een andere insteek te hebben door niet het mainstream nieuws te brengen, maar door een andere invalshoek te kiezen, andere gebeurtenissen te selecteren. Ik vraag me af of de media daarop zitten te wachten. Want als ze andere invalshoeken en andere onderwerpen brengen dan de mainstream, dan denk ik dat de redacties eerder geneigd zijn om daar zelf mensen op te zetten. In Nederland was er ook een tijd lang zo’n alternatief nieuwsagentschap, maar dat persbureau heeft het uiteindelijk niet gered, terwijl de ambities redelijk groot waren. Maar ik weet niet meer hoe dat persbureau heette.
Dat lijkt een eerder negatieve visie op de toekomst van een alternatief nieuwsagentschap. Denkt u dan dat er binnen het huidige businessmodel geen plaats is voor een alternatieve nieuwsvisie op een commerciële nieuwssite? Dat denk ik zeker wel. Ik denk dat internet zoveel ruimte biedt voor allerlei specifiek nieuws, eigen invalshoeken, specifieke onderwerpen. Maar als je kijkt naar de echte nieuwssites, die kiezen juist voor het mainstream nieuws. In Nederland is de grootste nieuwssite NU.nl en die site brengt hoofdzakelijk nieuws van het ANP. Een alternatief nieuwsagentschap zou dus eigenlijk klanten moeten hebben, redacties moeten hebben die zich dus op dat gebied specialiseren. Dat is mijn verwachting althans. Hoe ziet u de evolutie van nieuwssites? Welke nieuwe aanbieders? Blijft het nieuws gratis aangeboden worden? Het snelle nieuws zal gratis blijven volgens mij. Ik denk niet dat mensen een reden hebben om te gaan betalen voor nieuws, omdat er altijd sites zullen zijn die het nieuws gratis aanbieden, in de wetenschap dat mensen dan naar hun sites gaan. Bijvoorbeeld de website nu.nl zal nooit laten betalen voor het nieuws, want zij zijn nu veruit de grootste, en op het moment dat zij mensen doen laten betalen, gaan de mensen gewoon naar andere nieuwssites. Dat risico zullen zij dus nooit nemen. En omdat zij het niet doen, zullen andere aanbieders het ook niet doen. Maar ik denk dat het Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
101
wel goed mogelijk is dat mensen voor andere soort informatie wel willen betalen op het internet. Maar dan moet je bijvoorbeeld denken aan achtergronden en analyses: content die door eigen redacties geproduceerd wordt en heel erg afwijkend is van wat andere media produceren. Dat is het enige waar je je in kan onderscheiden als medium. Want het snelle nieuws brengt iedereen op dezelfde manier. Maar dan is het nog de vraag of het echt wel gaat ontstaan dat betalend nieuws. Dat gaat pas ontstaan wanneer de grote uitgevers een soort van overeenkomst sluiten en samen tot een beslissing komen en niet meer alles gratis gaan aanbieden op het internet. Kijk, ik kan me heel goed voorstellen dat je bijvoorbeeld het nieuws gratis aanbiedt en vervolgens onder die berichtjes allerlei linken zet die wat dieper op het feit ingaan en naar bijzonder materiaal verwijzen en dat je daarvoor dan moet betalen. De journalistiek staat momenteel onder een enorme economische druk. Verwacht u dat de nieuwssites, zoals zij nu bestaan, kunnen standhouden onder die druk? Ik denk dat de grote nieuwssites wel kunnen blijven bestaan. Als je miljoenen mensen naar je site kunt lokken, kun je ook voldoende advertentiegelden bij elkaar krijgen. Dat geldt voor nieuwssites die gericht zijn op het brengen van het snelle nieuws. Zij hebben geen redacteurs in dienst en halen vrijwal al hun berichten van persbureaus en dat is natuurlijk veel goedkoper dan een eigen grote redactie zoals de kranten. Ik denk dat het voor kranten veel moeilijker wordt, zij moeten een deel van hun inkomsten halen uit de inkomsten van klanten. En dat wordt steeds moeilijker omdat er steeds minder kranten verkocht worden. Mensen besteden steeds minder tijd aan het lezen van een krant en meer tijd besteden aan het zoeken van nieuws op het internet. Het wordt dus lastig om die grote redacties in stand te houden. Redacties worden steeds kleiner en een aantal media zullen uiteindelijk het loodje leggen. Ik denk dat dat één van de grootste problemen i:s dat er nu zoveel aanbieders zijn van nieuws en dat dus het publiek en de adverteerders zich verspreiden over dat grote aantal aanbieders. Een aantal ervan zullen dat na verloop van tijd financieel niet kunnen bolwerken en verdwijnen. Er zal dus een soort van marktcorrectie komen. Het is natuurlijk allemaal moeilijk te voorspellen. Internet biedt natuurlijk ook ontzettend veel mogelijkheden om goede journalistiek te bedrijven. En nieuwe aanbieders? Verwacht u bijvoorbeeld een ‘boom’ van het middenveld, van de nietprofessionele journalist? Ik denk niet dat zij echt een vervanging zullen zijn. Ik heb het idee dat het medium krant binnen afzienbare tijd zal verdwijnen. Er worden steeds minder kranten verkocht, de oplages dalen dus, maar nog steeds worden miljoenen kranten verkocht worden, dus het is niet zo dat dat binnen afzienbare tijd afgelopen zal zijn. Ik denk dus dat die professionele journalisten zullen blijven bestaan, want als je hen weghaalt, dan hou je alleen het nieuws van persbureaus over. Zij brengen op zich wel het nieuws, maar niet veel meer dan dat. Ik denk dat de mensen toch wel minder vertrouwen hebben in de amateurs, dan in de gevestigde media. Dus ik zie niet dat de amateurs zomaar het zullen overnemen van professionele journalisten. Kan een nieuwsagentschap als IPS zich voorbereiden op de evoluties van het internet? Wat zijn de grote toekomstige uitdagingen?
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
102
Dat is een hele moeilijke vraag. Ik denk dat er zeker mogelijkheden zijn. Er zijn natuurlijk een heleboel media die zich onderscheiden door bepaalde diepere berichtgeving, bijvoorbeeld met buitenlandberichtgeving, ontwikkelingssamenwerking. Voor zulke media is dat wel een toekomst, zo’n alternatief nieuwsagentschap. Ik denk dat het voor zo’n nieuwsagentschap heel belangrijk is om je op een bepaalde manier te profileren. Dus als je met belangrijk nieuws komt, dat de gevestigde nieuwsagentschappen niet brengen, maar wat wel heel belangrijk is voor de internationale gemeenschap. Dat is dus wel een toegevoegde waarde, maar het wordt dan nog steeds zeer moeilijk om te concurreren met hele grote internationale nieuwsagentschappen met het grootste wereldwijde netwerk, die ook in Zuid-Amerika en Afrika zitten. Qua mogelijkheden, misschien niet zozeer bij de nieuwe media, het internet, maar wel bij de oude media die bezuinigingen moeten doorvoeren, zoals bij kranten. Zij halen hun buitenlandcorrespondenten eruit, omdat zij te duur zijn. En daarvoor zou IPS natuurlijk een mooie vervanging zijn. Dat zou dan een toevoeging zijn. Maar ik weet niet of die mogelijkheid nu zo specifiek op het internet ligt. Net omdat er nu nog zo weinig verdiend wordt met nieuws op internet. En dan ook nog keer geld verdienen met het alternatieve of specifieke nieuws op internet, dat lijkt me op dit moment best wel lastig. Mag ik eruit besluiten dat u eerder negatief bent over de toekomst van een alternatief nieuwsagentschap op het internet? Sceptisch in elk geval, toch als ik het heb over de kansen om echt een voet tussen de deur te krijgen. Qua idee ben ik eigenlijk heel positief. Ik vind het goed dat er zo nieuwsagentschappen ontstaan en aandacht schenken aan onderwerpen en gebieden in deze wereld die eigenlijk onderbelicht blijven in de huidige berichtgeving. Dat vind ik juist heel erg goed. Maar ik ben wel erg sceptisch over het feit of dat wel gaat lukken. Zeker ook omdat dat nieuwsagentschap in Nederland ook op een mislukking is uitgedraaid. Zou het positief zijn voor IPS om meer samen te werken met niet–professionele journalisten of moeten ze zich net onderscheiden van bijvoorbeeld Indymedia? Ik zou eerder geneigd zijn om het laatste te zeggen. Indymedia is volgens mij ook niet echt een winstgevende organisatie. Zij functioneren volgens mij ook heel erg in een heel specifiek publiekssegment van alternatieve mensen. Ik denk niet dat ze zich daarmee moeten vereenzelvigen of daarbij moeten aansluiten. Ik denk dat ze dan de markt veel te veel zouden beperken. IPS heeft journalisten in meer dan 150 landen. Hoe kan een nieuwsagentschap het best het potentieel van zo’n uitgebreid netwerk benutten? Bijvoorbeeld werken rond specifieke projecten? Oei, daar heb ik helemaal geen ervaring mee. Dat weet ik eerlijk gezegd niet.
Zou het positief zijn voor IPS om zich ook te richten op andere afnemers dan de media, bijvoorbeeld databanken aanbieden aan bedrijven of denkt u dat dit eerder negatief is voor hun geloofwaardigheid?
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
103
Neen, dat denk ik helemaal niet. Ik denk dat dat één van de hele goede mogelijkheden is. Ik denk dat ook bijvoorbeeld overheden daar zeker in geïnteresseerd kunnen zijn, bijvoorbeeld ministeries van buitenlandse zaken die goed op de hoogte willen zijn van wat er zich afspeelt in de wereld. Ik denk dat dat juist hele goede afnemers zouden kunnen zijn. Als ik een advies zou moeten uitbrengen aan zo’n nieuwsagentschap, dan zou ik zeker zeggen om daar ook op in te zetten. U ziet geen gevaar voor de geloofwaardigheid en de onafhankelijkheid van IPS? Neen, at is natuurlijk wel een belangrijk punt. Je moet je als nieuwsagentschap volledig onafhankelijk opstellen. Je moet hetzelfde materiaal dat je aan media aanbiedt, ook kunnen aanbieden aan andere ontvangers, zoals overheden, maar ook bv. NGO’s. Zonder dat je je laat sturen door opdrachtgevers, puur als leverancier van het nieuws en verder niets. Je moet dus wel zorgen voor het behouden van die onafhankelijke status. Maar op zich kan je daar wel een prima oplossing voor vinden: door je enkel op te stellen als leverancier van het nieuws. Is het van groot belang dat IPS het nieuws ook multimediaal aanreikt? De klanten vragen er in elk geval om, dus is het wel aan te raden om te doen. Ik denk dat het voor IPS ook wel een toegevoegde waarde zou kunnen hebben. Zeker als je in landen zit waar andere nieuwsagentschappen minder aanwezig zijn, dat je dan juist voor geluids- en beeldmateriaal kan zorgen als zich daar iets voordoet. Dat dat dan ook je toegevoegde waarde kan zijn ten opzichte van andere nieuwsagentschappen. Dat lijkt me dus zeker aan te raden om niet alleen tekstmateriaal aan te leveren, maar ook foto’s en bewegend beeld. Dat zou ik zeker doen.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
104
2. Klanten IPS Vlaanderen 2.1. Tijd.be: Interview met Tom Peeters, multimediamanager Mediafin (19 juni 2008):
Waarom gebruikt u nieuws van IPS? We gebruiken het in alle eerlijkheid niet heel veel. We krijgen het binnen via het e-mailsysteem. Onlangs hebben we een link gelegd met het systeem dat Reuters en Bloomberg binnenlaat, maar we zijn wat afhankelijk van onze technische mensen die in Kobbegem zitten. We zijn onderdeel van De Persgroep. Dat loopt nog niet zo vlo, we zijn ermee bezig. Nu krijgen we het dus via e-mail binnen. We gebruiken het dus niet zo veel. We gebruiken het soms eens….want ze zijn redelijk gericht op buitenlandse politiek, de alternatieve berichtgeving. Onze niche is de financieel-economische berichtgeving. Als dat aansluit bij bijvoorbeeld de top G-20, eens van de andere kant belichten, dan gebruiken we dat wel eens. Waarvoor we het eigenlijk ook wel gebruiken, is als signaalfunctie. Zij duiden ons op problemen die overal ter wereld gaande zijn en dan gaan we daar soms eens dieper op in. We gebruik IPS dus niet zo veel in de krant zelf. Dus IPS is voor jullie eerder als een aanvulling op het bestaande nieuwsaanbod? Ja, absoluut. Het is meer een aanvulling op het nieuwsaanbod. Zo is dat. Worden de berichten van IPS dagelijks gelezen? Jawel. De mensen bij wie de berichten binnenkomen, lezen ze zeker en vast. Al is het maar de titel of de inleiding, maar ze worden altijd bekeken. Zijn er soms berichten die wel rechtstreeks overgenomen worden en bijvoorbeeld op de website geplaatst worden? Enkel website? Ik moet zeggen, ik denk dat we op het internet IPS bijna niet gebruiken. Dat heeft te maken met het feit dat de focus op onze site, ondanks we een geïntegreerde redactie zijn…dat het gros van de mensen die op onze site komen eerder beleggers zijn. Wij hebben eigenlijk vier categorieën van lezers, dat zijn beleggers, bedrijfsleiders, beleidsmakers en bankiers. En in de krant zijn die redelijk goed verdeeld onder mekaar. Op de site zien we dat de belegger de bovenhand heeft. Hij is meer geïnteresseerd over nieuws over aandelen en over de beurs. Dus daar past IPS iets minder in. Hoe positioneert u IPS nieuwsagentschappen?
tegenover
andere
nieuwsbronnen,
bijvoorbeeld
de
andere
Ik ben zeer geïnteresseerd in wat zij doen. Ik vind dat dit soort informatie zeker een stem moet blijven hebben. Ik vind het soms jammer dat onze krant er te weinig gebruik van kan maken, omwille Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
105
van die niche. Wat ik soms wel vind, is dat de berichten, maar dat is dan waarschijnlijk onderdeel van wat ze willen doen, soms iets te gekleurd zijn. Ze zijn soms iets te eenzijdig. In bepaalde conflicten gaan ze veel de vakbondsman of de verzetsman in de jungle aan het woord laten. Zij moeten zeker hun stem hebben, absoluut. Maar goede journalistiek laat beide zijden aan het woord en dat is wat zij veel te weinig doen. Dus dat vind ik een minpunt. Wat ik wel vind, is dat zij erin slagen om heel de wereld te coveren. Ik weet niet goed hoe hun correspondentennetwerk in mekaar zit en wie voor hen schrijft, maar ik heb wel de indruk dat ze redelijk wijd verspreid zitten in het Zuiden. Zij hebben inderdaad een netwerk van ruim 350 correspondenten in ongeveer 150 landen. Wel, ja, dat merk je absoluut wel. Dus dat vind ik dan een heel sterke basis. Dat zou dan garant moeten zijn voor sterke kwaliteit. Alleen weet ik niet wat voor mensen voor hen schrijven, maar soms vermoed ik dat het de vakbondsman zelf is die aan het schrijven is en die zijn boodschap de wereld wilt induwen. Dat werkt ook zeer contraproductief. Vanaf het moment dat je als journalist met dat thema bezig bent en er een stuk over zou willen hebben, maar niet zo’n stuk. Wat maakt dat je toch naar andere bronnen teruggrijpt om over hetzelfde thema een artikel te maken. En daarom zeg ik dat die signaalfunctie wel belangrijk is. Voor ons bijvoorbeeld, stel nu heel de politiek in Nigeria, IPS volgde dat ook op, maar zij laten altijd ook dezelfde kanten aan het woord. Het is ook belangrijk dat de chef zelf aan het woord komt. Ik wil die mannen niet goed praten, absoluut niet, ze zijn ook niet goed te praten. Maar ze moeten wel de kans krijgen om hun verhaal te zeggen. Beschouwt u dan IPS als een geloofwaardige en objectieve nieuwsbron? In alle eerlijkheid neen. Objectief niet. Maar het is wat moeilijk. Objectief wel in de zin van er is een probleem daar in dat land. Ja, daar zijn ze zeker objectief in. Maar objectiviteit gaat verder en probeert dat probleem ook zo neutraal mogelijk te brengen. En ik vind ze niet neutraal genoeg. Er zijn wel stukken waar woord en wederwoord aan bod komt en het is ook zeker verbeterd buiten vroeger. Maar ik vind ze niet objectief. Betrouwbaar? Soms heb ik een beetje mijn twijfels bij bepaalde cijfers, maar ik denk wel dat de informatie die erin staat wel juist is. Ik kan dat ook niet allemaal checken, maar ik ga daar wel van uit. Alleen is het één deel van de informatie. Wat ze schrijven lijkt me juist, maar het is niet objectief. Bij welke nieuwsagentschappen heeft jullie redactie nu een abonnement? Wij hebben abonnementen op Belga, Reuters, Bloomberg, AFP, Dow Jones. We hebben zelf ook een persagentschap De Nieuwslijn, dat is voor banken en andere professionele kantoren. Dat zijn ze denk ik. Dus geen abonnement op AP? Wij zitten niet bij AP. Ook niet DPA en APN? Jawel DPA hebben wij ook. APN mogen we niet. Sommige berichten komen via Belga en we mogen die niet allemaal overnemen. Op welke bronnen baseren jullie zich vooral voor de internationale berichtgeving?
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
106
AFP is daar redelijk ok in. En Reuters. Dat zijn denk ik de twee belangrijkste. En Belga natuurlijk ook. Als je het over internationale politiek hebt, is AFP wel beter. Als je het over internationale economie hebt, dan moet je naar Reuters gaan. En specifiek voor berichten uit de Derde Wereld? Dan is dat toch meer AFP en wat Belga over onze ex-kolonies weergeeft. Beschouwt u dan AFP als grootste concurrent voor de berichtgeving van IPS? Ja, inderdaad. Ik denk dat dat zo is. Nu natuurlijk, qua bronnen is natuurlijk het internet ook een zeer belangrijke bron. Dat was inderdaad mijn volgende vraag. Want ik denk dat op dit moment de buitenlandredactie nog veel meer info haalt uit websites van internationale kranten, uit RSS-feeds, uit zelfs Twitter-berichten hier en daar. Hoewel zij over de Derde Wereld nog niet zo denderend bezig zijn. Maar daar is dan de grootste bron van informatie. Dat zijn eigenlijk andere nieuwssites uit verschillende werelddelen. U vermeldde Twitter. Wordt er regelmatig gebruik gemaakt van dergelijke websites? De internetredactie gebruikt dat redelijk veel. Je hebt zeker twee of drie mensen op de redactie die zo’n Tweetdeck geïnstalleerd hebben. Zij volgen dus al die Twitter-berichten die binnenkomen. Wij sturen ook onze eigen berichten op Twitter. Het is aan het komen, breaking news op Twitter. Ik zeg niet dat het een primaire nieuwsbron is, maar stilaan wel een secundaire nieuwsbron. Denkt u dat de nieuwsgaring op het internet in de toekomst de bovenhand kan nemen op nieuwsagentschappen? Ik denk dat nieuwsagentschappen zich daar toch serieus over moeten beraden hoe ze mat dat soort media moeten omgaan. En in alle eerlijkheid en dat is niet respectloos gezegd: voor een marginaler nieuwsagentschap als IPS lijkt me dat een efficiënte en goedkope manier van nieuws de wereld in te sturen. Gewoon als manier om aandacht te trekken. Niet het volledige plaatje. Maar om op een snelle manier duidelijk te maken ‘we zijn hier mee bezig en je mag er een verhaal van verwachten’. Profilering dus eerder? Niet de artikelen integraal online plaatsen? Neen, het is geen manier op uw verhaal te vertellen. Maar het is wel een hele goede marketing tool. Als je kijkt naar BreakingNewsOn. Ik weet niet of je dat kent? Dat is een Nederlander die dat gestart heeft. Die man heeft over heel de wereld wat mensen zitten. Zij zijn bij alles het eerste. De piloot van dat vliegtuig die doodvalt, dat vind je het eerst op Twitter. Maar heeft IPS RSS-feeds? Dat zou ik niet kunnen zeggen. U zei daarnet wel dat jullie de berichten via mail krijgen? Ja, nu is het via mail dat we het krijgen, maar ze kunnen het bestand via XML-feed doorsturen, zodat je er alle kanten mee opkunt. Dat is heel goed, alleen moeten we het nog integreren in ons systeem van de redactie. Maar dat komt wel.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
107
Denkt u dat de andere nieuwsagentschappen tekort schieten in de berichtgeving over de Derde Wereld? Ik vind van wel. Dat is duur natuurlijk, zo’n correspondentennetwerk onderhouden. Zij hebben wel een groot correspondentennetwerk, maar die zijn natuurlijk gefocust op de grote bedrijven en de grote politiek. De kleine verhalen vallen er tussenuit. Dat is natuurlijk het verhaal van de hele journalistiek. De kleinere verhalen vallen er tussenuit als je keuzes moet maken. Wij ook. Vroeger hadden we ook meer berichten van IPS. Het is een algemene kwaal van de journalistiek. Maar ik vind wel dat IPS een overzicht heeft waarin verhalen zitten die veel waard zijn. Wat is volgens u de algemene kerntaak van IPS? Op een objectieve en neutrale manier berichten over de echt belangrijke politieke en economische thema’s in het Zuiden. Want soms heb ik ook een beetje de indruk dat ze iets te veel voor de randverhalen gaan. Zoals in Venezuela, Bolivia, de grote agentschappen zitten daar ook. Het zou dan wel tof zijn om niet de hele kleine stem, tegenmacht te laten horen. Het zijn vaak endogene volkeren of boeren. Maar gewon de grote tegenstromen in dat land aan het woord laten. Want laat ons eerlijk zijn, in zo’n land als Bolivia, de tegenstromen zijn daar de liberalen denk ik. Eigenlijk zou je daar als IPS, als jet het volledige plaatje weergeeft, berichten over hoe het gaat met de tegenmacht in de land. Dat vind ik dat ze soms eens wat meer mogen doen. IPS schiet dus volgens u een beetje tekort in de door u opgestelde kerntaak? Ja, ik vind van wel. Eigenlijk moeten zij heel fier zijn op wat zij hebben en kunnen doen. Ze moeten ook voor de grote verhalen gaan en niet altijd de kleine verhaaltjes eruit pikken. Een goed verhaal over de grote stromingen en machten in die landen. Maar ik weet natuurlijk ook niet hoe IPS gefinancierd wordt en van wie het eigenlijk is. Maar soms heb ik de indruk dat het teveel een NGO is. Dat mag voor mij soms wel wat meer, maar misschien willen ze dat ook niet en willen ze enkel de stem van de kleine boeren, wat niet slecht is. Maar soms ik: ‘wat meer durven’. Ik zou nu enkele trefwoorden vermelden en vragen hoe sterk of zwak u IPS op deze variabelen inschat. En mag ik het vermelden op een schaal? Dat is goed. We nemen een schaal van 1 tot 10. Het eerste trefwoord is de professionaliteit. 6,5. Omdat als je een nieuwsagentschap pretendeert te zijn, is objectiviteit uw hoofddoel. Als je professioneel wil bezig zijn en zoals ik daarjuist heb uitgelegd, vind ik dat ze daar tekort schieten. Het volgende trefwoord is de timing. Soms te laat hé. Dat is maar een 5. Ik vind ze soms te laat. De relevantie en nieuwswaarde van de nieuwsberichten? Relevantie vind ik ok. Dat is 7,5. Ze weten wel wat leeft in het Zuiden. En de nieuwswaarde, dat heeft natuurlijk ook te maken met de timing, doordat ze te laat zijn. Ik vind het meer een achtergrondpersagentschap. Puur nieuws nieuws is het ook maar 6. Ze geven vooral analyses en achtergrondinformatie bij het nieuws, wat eigenlijk echt het nieuws nieuws niet. Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
108
En in verband met nieuwswaarde. Welke factoren bepalen de nieuwswaarde van de berichten bij jullie redactie? Dat is wat moeilijk, maar dat is wat belangrijk is voor onze lezer. Dus alles wat te maken heeft met economie en financiën. En dat wat vandaag belangrijk is. Meten jullie dan ook het aantal lezers van de artikelen op jullie website? Ja, wij meten dat wel. Als we zien dat dingen leven, zullen we daar harder op doorgaan. Dat is wel zo. Maar soms mag je dat ook niet overschatten. Je weet sowieso dat als je iets over vastgoed of iets over Fortis schrijft, dat het veel hits zal hebben. Het is dus niet altijd een uitgebreide analyse waard. Het volgende trefwoord is de bruikbaarheid, hoe gebruiksvriendelijk zijn de IPS-berichten? Omdat we nu veel via mail binnenkrijgen, is dat eigenlijk niet zo gebruiksvriendelijk. Dat is dan de technische procedure. Het zou dus anders moeten verlopen dan via e-mail? Ja, de mogelijkheid is er wel om in ons systeem te laten binnenkomen. We zijn er wel mee bezig. Dat is iets dat hier moet worden opgelost. Dus als ze dat via XML kunnen aanvoeren, is dat probleem opgelost. En de gebruiksvriendelijkheid van de berichten zelf? Puur vormelijk? Soms vind ik inderdaad dat ze wat warrig in mekaar zitten. Ze mogen toch iets gestructureerder in mekaar zitten. Soms wordt er ook, maar dat zijn van die details natuurlijk, bovenaan een stuk een naam verteld en je weet niet wie dat is. En twee paragrafen verder wordt die mens dan met zijn volledige functie omschreven. Dat zijn zo van die dingen waar ze wel beetje slordig in zijn. En dat maakt dat je wat vraagtekens begint te krijgen bij de betrouwbaarheid. De kwaliteit van de berichten, zowel onder andere de taal, inhoud,…? Het is niet altijd het meest vloeiende Nederlands. Het is ook zeer wisselvallig. Je hebt stukken die echt ok zijn. Maar ik denk niet dat er veel stukken van IPS zonder redactie of eindredactie de krant inkomen. Soms kunnen ze wat langdradig zijn. Ze zijn soms te lang. Maar dat heeft te maken dat ze wat minder op het nieuws zitten en meer op analyse. Maar moesten ze nu kortere stukjes kunnen aanbieden. Het laatste trefwoord is het alternatief perspectief, de originaliteit van de berichten. Ik denk dat ze vrij uniek zijn in hun berichtgeving, dat denk ik nu wel. Maar ik weet niet of ik dat nu goed vind. Voor de MO is dat waarschijnlijk goed. Maar voor een krant zoals die van ons of De Standaard, De Morgen en noem maar op, hoe erg ik dat ook vind, is die originaliteit niet altijd een troef. Want mijn taak is om redelijk mainstream in een bepaalde niche het nieuws te brengen. Dat zijn keuzes die je moet maken. Biedt IPS voldoende achtergrondinformatie? Ja, dat vind ik nu wel. Dat is wel hun troef. Dat is redelijk. Wel redelijk eenzijdig zoals gezegd. Maar ze bieden wel achtergrond. Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
109
In hoeverre heeft de online versie van jullie krant andere behoeften voor de aangeleverde nieuwsberichten dan de papieren versie. Is het absoluut noodzakelijk dat de berichten panklaar afgeleverd worden? Ja, dat is wel waar. Hoe panklaarder, hoe meer kans om gepubliceerd te worden. Maar nogmaals de focus bij ons ligt iets meer op de beleggerskant van onze berichtgeving en online heb ik dus nog niet veel berichten van IPS zien passeren. Maar zo min mogelijk redactionele verwerking is wel absoluut een voorwaarde. En vindt u dat IPS hier nog in tekort schiet? Ik denk dat er nog bijgeschaafd kan worden. Bent u dan over het algemeen tevreden over de nieuwsdienst van IPS? Weet je, persoonlijk vind ik dat leuk om allemaal te lezen omdat mij dat altijd geïnteresseerd heeft. Maar als krant moet ik zeggen dat ik niet zo heel tevreden kan zijn. Ik maak er gewoon te weinig gebruik van omdat sommige berichten niet altijd even objectief zijn. Ze zijn soms te laat en ze wijken misschien soms iets teveel af van het grote nieuws. Ik denk dat dit de aandachtspunten zijn waaraan ze moeten werken. Toch iets over jullie website nu, ook al ligt de focus daar anders: In hoeverre is het voor jullie belangrijk dat een nieuwsagentschap het nieuws multimediaal aanbrengt? Dat is belangrijk. Maar natuurlijk, hoe multimedialer, hoe duurder. Alles heeft zijn prijs. We maken redelijk wat eigen content. Want dat weet ik niet of IPS nu foto’s aanbiedt? Want dat zou wel tof zijn. Dat moeten ze vooral doen. IPS kan ook met nieuwspakketten werken waarbij het zich dan specifiek richt op bepaalde thema’s. Zou zo’n aanbod meer wenselijk kunnen zijn voor jullie? Ja, Koen Van den Broeck heeft dat wel al eens voorgesteld. Er zijn nu bij ons ook bepaalde reeksen, waarin dan op enkele thema’s dieper wordt ingegaan. Mits de nodige objectiviteit en snelheid, is dat absoluut iets waar wij wel aan zouden kunnen denken. Want hebben jullie soms eigen correspondenten in het buitenland? Wij doen dat soms. Wij hadden vroeger een redelijk uitgebreid correspondentennetwerk. We hebben dat nu wel uit besparingsoverwegingen moeten afbouwen. Maar soms merk je wel….niet voor het grote financiële nieuws, maar wel voor de internationale politieke achtergrondverhalen. En ziet u op dat vlak dan meer mogelijkheden voor een samenwerking met IPS, waarbij jullie dan meer beroep kunnen doen op hun correspondentennetwerk? Ja, dat denk ik wel. Maar nogmaals mits er geschaafd wordt aan….dan denk ik wel dat het een optie kan zijn. Bepaalde online redacties zeggen hun abonnement op Belga op en gaan in de plaats daarvan extra journalisten aanwerven die zelf, met behulp van hun uitgebreid netwerk, op zoek gaan naar
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
110
informatie. Denkt u dat deze andere manier van nieuwsgaring in de toekomst de bovenhand op nieuwsagentschappen kan nemen? Ik denk het wel. Belga heeft alleszins een groot probleem. Alle grote Belgische uitgeversgroepen zijn niet zo tevreden meer over Belga. Dus wordt er gezocht naar alternatieven. Concentra heeft dat als eerste gedaan. Dat is zeer slim van hen. Belga is gewoon te duur voor de kwaliteit dat ze leveren. Dus zijn we er niet zo tevreden over. Voor ons bijvoorbeeld als financieel-economische krant komt er te weinig aan bod. Nu het is wel zo, wij leveren ook berichten. Belga neemt ook berichten van ons nieuwsagentschap over voor de financieel-economische berichtgeving. Hoe ziet u de evolutie van jullie website? Wij merken dat berichtgeving op het moment dat het gebeurt enorm goed werkt. Dus aandeelhoudervergaderingen van Fortis die live gestreamd of geblogd worden, dat is een enorme hit altijd. Dus we gaan er wel naar streven dat we zo snel mogelijk en op het moment zelf blijven berichten. Je hebt nu ook beetje de weg dat de site voor het snelle nieuws is en de krant voor duiding en analyse. Ik weet niet of het zo zal blijven. Ik denk dat sites inderdaad zullen evolueren naar snel nieuws met veel meer toeters en bellen: video’s, foto’s, live blogs, live chats, …. Maar je zal toch ook meer analyse op sites vinden. Kranten zullen wel overleven, maar enkel omdat mensen dat een tof product vinden. Maar ik denk niet omdat er totaal ander nieuws in die krant gaat staan. Ik denk dat het nieuws dat op de site en in de krant zal staan binnen vijf à tien jaar redelijk gelijklopend zal zijn. Alleen gaan bepaalde mensen het liever op de site lezen, omdat ze in het buitenland zitten en de krant niet te pakken krijgen of omdat ze op hun werk zitten, enzovoort. Denkt u dat het online nieuws gratis zal blijven? Neen, dat denk ik niet. Elke uitgever is daarmee bezig. Een bepaald soort nieuws zal misschien gratis aangeboden blijven, maar daar geloof ik niet. Economisch is dat niet mogelijk. Minder mensen zullen de krant lezen, dus meer mensen gaan naar de site. De inkomsten uit uw lezersmarkt zullen dus zwaar dalen. Je zal dan toch moeten streven om de inkomsten uit uw lezersmarkt op de site te verhogen. Puur alleen op advertenties overleven, dat lukt in goede tijden, maar in barre tijden is dat niet altijd even waar. Je moet dus zorgen voor een goed evenwicht uit lezersinkomsten en adverteerderinkomsten. Alleen, het zal nog even duren om mensen te overtuigen om te betalen voor nieuws dat zogezegd gratis is via Google News enzovoort. Maar als alle uitgevers nieuws beginnen aan te bieden tegen betaling, is ook het gratis Google News weg. Niet alle nieuws zal betalend worden, maar ik denk toch meer dan nu. Wat zijn volgens u de grote toekomstige uitdagingen voor nieuwsagentschappen in het internettijdperk? Snelheid is wel een grote troef van nieuwsagentschappen. Correctheid ook. Maar ook de mix tussen pure tekst en andere informatiemogelijkheden: bijvoorbeeld video en panklare fotoslides.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
111
2.2. hbvl.be / gva.be / vandaag.be: Interview met Wim Verhaert, webredacteur Concentra (23 juni 2009):
Waarom hebben jullie een abonnement bij IPS? Welke meerwaarde biedt IPS voor jullie? Dat is het buitenlandnieuws dat wat minder belicht wordt anders. Zij hebben hun eigen invalshoek. Ik vermoed dat zij met heel veel bronnen ter plaatse afspraken hebben. Dat zijn dingen die niet op een Belga of een anders persagentschap verschijnen. Ik denk nu aan een stuk recentelijk over de onrusten in Peru. Daar zijn heel wat doden bij gevallen. Dat is heel lang, toch een aantal dagen, niet verschenen bij de grote nieuwsagentschappen. Maar IPS had daar wel iets over gemaakt. En dat was toch eigenlijk een groot stuk. Worden de berichten van IPS bij jullie redactie dagelijks gelezen? Ja, er komen, denk ik, een zeven à achttal berichten dagelijks binnen en die worden onmiddellijk verstuurd naar onze redactie. We kijken eigenlijk meteen na of die bruikbaar zijn of niet. Worden de meeste berichten gebruikt en opgenomen op de website? Ik zou niet zeggen het meeste. Normaal gezien minder dan de helft. Twee à drie stukken per dag is vaak al een maximum. Maar er zijn dagen bij dat alle stukken interessant zijn en dan pakken we ze natuurlijk allemaal. En die verschijnen dan allemaal op de drie websites? Ja, dat klopt. Ze verschijnen op alle websites, maar niet perse op de voorpagina. Dat is enkel met de meest spectaculaire stukken natuurlijk. De meeste verdwijnen naar de buitenlandpagina. Daar moet je dan op klikken. Welke criteria hanteren jullie om de berichten van IPS al dan niet te selecteren? Ze moeten in de eerste plaats onze lezers kunnen aanspreken. Als het gaat over louter een politieke situatie in Madagaskar die niet lijkt aan te spreken, dan nemen we dat niet. Er zitten ook vaak wetenschappelijke stukken in, zoals studies. Die spreken dan weer wel aan. Dus het is echt de lezer die we voor ons houden en als we zeggen ‘dat zal hem wel eens kunnen interesseren’, dan nemen we dat erbij. En worden de IPS-berichten dan eerder als artikel zelf gebruikt? Of eerder als aanvulling op het bestaande nieuwsaanbod? Normaal gezien als artikel zelf. Het is maar zelden dat we onze artikels ermee aanvullen. We veranderen er wel de titel aan. Maar normaal gezien nemen we die stukken zeker voor de helft of een derde over. Hoe positioneert u IPS tegenover andere nieuwsbronnen, zoals de andere nieuwsagentschappen?
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
112
Enerzijds misschien dat ze normaalgezien niet zo kort op de bal spelen. Het is een ander persagentschap. Dus normaalgezien als er iets gebeurt, dan sturen ze meteen een bericht rond. Bij IPS sturen ze alleen afgewerkte producten. Dus in die zin zijn ze meestal veel trager dan andere agentschappen. Ze hebben ook een veel kleiner aanbod. Het zijn maar een aantal artikels per dag. De meeste andere nieuwsagentschappen sturen bijna elke minuut berichten de wereld in. Het is natuurlijk een beperkt veld dat zij aanbieden, een heel klein deeltje. Het is maar een onderdeel van wat andere persagentschappen aanbieden. Aan de andere kant zijn ze heel geëngageerd, bezig met wat ze doen. Dat merk je wel aan hun teksten. En dat heb je minder met de grote persagentschappen. Zij brengen heel sec nieuws. Met IPS heb je al meer achtergrond, meer duiding en verschillende stemmen van activisten, van betrokkenen. Wat is volgens u de kerntaak van IPS? Dat zou ik eigenlijk niet kunnen zeggen. Ik vermoed dat het iets te maken heeft met bepaalde punten op de agenda brengen waar anderen minder aandacht aan besteden. Beschouwt u IPS als een geloofwaardige en objectieve nieuwsbron? Ja, zeker en vast. Zij laten altijd verschillende kanten horen. Ik heb ze nog nooit op flagrante fouten ontdekt. Ze zijn echt wel bezig met hun werk en voor zover ik weet, doen ze dat echt goed. Vindt u dat er een juist evenwicht is bij het aantal partijen aan het woord laten in de berichtgeving? Meestal laten ze de gezagsleiders minder aan het woord en meer de oppositie en tegenstanders. Bepaalde partijen komen automatisch wat meer aan het woord, maar ik denk dat het wat gecompenseerd wordt met de officiële persberichten van andere agentschappen waar dan meer die officiële reactie aan het woord komt. Misschien dat ze niet iedereen evenveel plaats gunnen, maar ze zetten wel altijd erbij dat er ook andere standpunten zijn. Dus ik zou ze zeker niet eenzijdig noemen. Bij welke nieuwsagentschappen heeft de online redactie een abonnement? AP, Reuters, AFP en IPS. En voor de rest eigenlijk alleen nog bij fotoagentschappen. Vindt u dat de andere nieuwsagentschappen tekort schieten in hun berichtgeving over de thema’s die IPS naar voor schuift? Ja, zeker wel. Er zijn altijd interessante weetjes. Al is het één of andere ontdekking, waar IPS toch weet over te berichten. En vaak volgen de grote persagentschappen dan na enkele uren en ook vanuit een andere invalshoek. IPS heeft toch vaak een unieke invalshoek. En dat is volgens u dan ook een grote meerwaarde voor jullie website? Ja, ik denk het wel. Er zijn af en toe toch wel artikelen waar we mee scoren. Normaalgezien is dat niet met het buitenland. Je kan er steeds minder en minder mee beroeren. Maar er zitten af en toe echt juweeltjes tussen. Uiteraard kan je niet alle berichten zomaar overnemen. Dat is ook niet ons doel. Maar ik denk dat het zeker een meerwaarde is. Ik vermoed dat de anderen daar toch iets mee missen. Op welke bronnen baseren jullie zich voor de berichtgeving over de Derde Wereld? Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
113
Wij hebben natuurlijk niet onze eigen mensen daar. Dat kunnen we niet bekostigen. Dus we moeten altijd beroep doen op andere persagentschappen, of op BBC en CNN. Dus de grote andere bronnen, of de plaatselijke krantenwebsites. En zijn er bepaalde nieuwsagentschappen die hier beter op scoren? Welke ziet u als de belangrijkste concurrenten voor IPS? IPS vind ik een soort apart nieuwsagentschap. Voor zover ik weet, bieden zij ook in Nederland een beperkt aantal stukken aan. Ik denk dat zij eigenlijk gewoon een gespecialiseerd klein broertje zijn van de grote persagentschappen. Maar ik denk dat alle persagentschappen, AFP, AP, Reuters, wel berichten over de verste omstreken. Maar de Derde Wereld is sowieso een ondervertegenwoordigd deel van de wereld. Ik weet niet hoeveel aandacht er gaat naar de Derde Wereld, maar als dat drie tot vijf procent van alle berichtgeving zou zijn, zou het mij al verbazen. De journalisten zitten daar gewoon niet. Zij zitten in de Verenigde Staten, Europa en Azië. En daar komen dan de meeste berichten vandaan. U vernoemde daarnet ook bronnen als BBC en CNN. Wordt er in toenemende mate zelf op zoek gegaan naar internationaal nieuws op websites? Absoluut. Ons beleid is ook om niet samen te werken met Belga. Wij baseren ons eigenlijk vooral op andere websites, en voor het lokale nieuws op onze correspondenten. Andere websites zijn eigenlijk onze hoofdbron. En dat zijn allerhande websites, dat gaat van redacties in ons land tot alle buitenlandse nieuwssites en evengoed blogs en sociale media. Twitter kan evengoed een bron zijn. Maar dat moet dan uiteraard bevestigd worden. Jullie maken dus regelmatig gebruik van sociale netwerksites? Ja, we maken er dagelijks gebruik van. Ik heb altijd een pagina van Twitter openstaan op één van mijn schermen. Daar kan je de evoluties volgen van wat er in Twitter wordt in gegeven. En als er iets gebeurt in de wereld, dan mag je er zeker van zijn dat het daar gaat opduiken. En dan kom je het vaak als eerste te weten dankzij Twitter. Maar natuurlijk als je iets op Twitter ziet staan, is het niet sowieso waar. Dat is gewoon iemand die dat beweert. En het is niet omdat er 100 mensen iets beweren, dat het waar is. Dus je moet altijd ook op een objectieve site bevestiging kunnen vinden. Dus op basis daarvan alleen mag je natuurlijk geen stuk schrijven. Maar het wordt zeker en vast vaak gebruikt. Je zou zelfs kunnen zeggen dat Twitter een beetje de nieuwe telex is. Dat is echt een richtingaangever. En wordt er ook gebruik gemaakt van andere sociale netwerksites, zoals zelfs misschien Facebook? Ja, maar dan minder als bron en meer als extraatjes. Zoals Kimberley en haar sterretjes met haar Facebookgroep. Maar in hoeverre dat dat nu echt nieuws is, dat betwijfel ik. Maar je hebt af en toe toch wel bijdragen op Facebook die bruikbaar zijn. Maar Facebook geef ik toch wel wat minder nieuwswaarde. Ik zou nu graag enkele trefwoorden vermelden, waarbij u dan vermeldt hoe zwak of sterk u IPS op deze variabalen inschat. Ok, op een schaal van 1 tot 10 dan?
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
114
Dat is goed. Het eerste trefwoord is professionaliteit. Dat is toch een 8. Ik vind ze heel professioneel. Heel af en toe maken ze kleine foutjes, maar dat is slechts zelden. En iedereen maakt wel foutjes. Maar over het algemeen is hun hoofdtaal in het Engels denk ik en maar een kleinere redactie die de stukken in het Nederlands maakt of vertaalt. Maar op zich vind ik ze goed georganiseerd. Het volgende trefwoord is de timing. Voor mij komt dat uitstekend uit. Ik werk namelijk altijd met late shiften en de IPS-berichten die komen rond de middag of de late voormiddag binnen. De meeste berichten komen dus tijdens mijn dienst binnen. Voor mij is het perfect, maar misschien dat het ideaal zou zijn als ze wat korter op de bal kunnen spelen. Nog wat sneller werken. Maar dat is natuurlijk heel moeilijk, snelheid en kwaliteit. De duiding? Zeer goed. Het zijn telkens zeer lange stukken. Daar heeft mijn chef het wat moeilijker mee. Internetstukken zijn normaalgezien beknopte, to-the- point stukken. Spijtig genoeg moet ik die artikels dan ook altijd inkorten. Het zou natuurlijk handig zijn als we die in het geheel kunnen geven. Dat is het meest ideale. Maar om de lezer zijn aandacht te houden, is het ergens een noodzaak om dat in te korten. Bij ons is ongeveer 1700 tekens per artikel het maximum, en die van IPS zijn normaal het dubbele of zelfs het driedubbele. Dat is altijd een beetje delicaat om daar in te knippen, maar het is wel een noodzaak. Het is natuurlijk een zeer grote meerwaarde dat zij zo uitgebreid berichten. Het is dan een beetje spijtig dat we dat moeten laten. Ergens zou het ideaal zijn als ze een korte versie kunnen sturen en een lange versie, zodat je kan doorklikken. Dat zou misschien wel een ideale oplossing zijn, zodat er geen foute knipkeuzes gemaakt wordt. Vindt u dat alle aangebrachte afkortingen, organisaties voldoende uitgelegd worden in de artikelen? De berichten zijn natuurlijk voor een geïnteresseerd publiek geschreven. Ik denk niet dat iedere Janmet-de-pet geïnteresseerd is in de situatie in Burkina Faso, laat staan dat die weet waar het ligt. Je moet natuurlijk de mensen kunnen uitleggen waarover het gaat en wie de persoon is. Maar ik denk dat het onmogelijk is om alles tot in de puntjes op een kleuterklasniveau terug uit te leggen. Ik ben wel tevreden over hun niveau. Enige opmerking, maar dat is stilistisch, is dat hun zinnen vaak wat te lang zijn. Als ze gewoon kortere zinnen kunnen maken, zou dat ideaal zijn. Maar inhoudelijk vind ik niet dat ze een groot probleem hebben. Het volgende trefwoord is de bruikbaarheid, de gebruiksvriendelijkheid van de berichten? Voila, een beetje te lange zinnen en te lange artikels. Het zou allemaal wat beknopter kunnen zijn. Zoals ik zei misschien een doorverwijzing naar het volledige stuk. Nu, mij ga je niet horen klagen over hun artikels. De titels passen we wel meestal aan, om een meer aantrekkelijke titel te hebben. Die zijn vaak een klein beetje stoffig, minder aantrekkelijk. Ze kunnen aantrekkelijker soms. Het zou natuurlijk ook heel praktisch zijn als ze altijd een foto kunnen voorzien. Dat moeten we voorlopig zelf doen. Ik denk dat het ook een apart contract is voor foto’s. Maar ik denk dat dat de opmerkingen zijn in verband met gebruiksvriendelijk. Maar de eindconclusie is voor mij nog altijd positief natuurlijk. Het is niet omdat ik opmerkingen heb, dat ik hen niet graag zie komen. Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
115
En de kwaliteit van de berichten? Heel soms komen er wel spellingfouten in, maar dat gebeurt met iedereen denk ik. Het gebeurt volledig binnen de normen. Het zijn ook niet de gemakkelijkste stukken, het zijn wereldproblemen. Het is niet de lectuur voor op de voorpagina van een populaire krant te zetten. Maar het lijkt me wel een heel belangrijk deel om aan uw lezer te kunnen geven. Het is toch een kwestie van respect voor uw lezer om die berichten ook te plaatsen. Hij kan dan nog altijd kiezen welke stukken hij leest. Maar ik ben best tevreden over de kwaliteit van de teksten, hoewel het natuurlijk altijd beter kan. Het laatste trefwoord is het alternatief perspectief, de originaliteit. Honderd procent. Ze hebben hun eigen invalshoek, ze hebben hun eigen netwerk. Ik begrijp nog niet echt hoe ze aan al die berichten komen. Het zijn volgens mij hele inventieve mensen, die niet gewoon de massamedia volgen, maar hun eigen ding doen. En daardoor kan ik hen wel appreciëren. Ik denk dat ze het ook opnemen voor de zwaksten en de minder bedeelden. Diegene die eigenlijk iedereen negeert, daar geven zij dan aandacht aan vanuit een sociaal bewogen standpunt natuurlijk. Is het absoluut noodzakelijk dat nieuwsagentschappen de berichten panklaar doorsturen of is er sowieso steeds redactionele verwerking? IPS is in dat opzicht een uitzondering. Normaalgezien wijzigen we bij de IPS-berichten niet veel, behalve aan de zaken die ik gezegd heb. Een paar kleine wijzigingen. En we mogen dat doen, we mogen die stukken integraal weergeven. Met de andere agentschappen hebben we die afspraak niet. Daar moeten we alles van herschrijven. Dus enkel bij IPS mogen we die integraal nemen. Als besluit: bent u over het algemeen tevreden over de diensten van IPS? Absoluut. Als we dan opmerkingen hebben, krijgen we meteen een mailtje terug. Ze zijn zeer ontvankelijk voor alles. Het is een extra dat je voor hebt op je concurrenten. En dat is altijd positief. En kan IPS nog iets doen op het aanbod beter op jullie behoeften af te stemmen? Ja, absoluut. Dus kortere stukjes met een doorverwijzing. Dus eigenlijk een hapklaar internetstuk: een kort stuk met een aantrekkelijke titel bovenaan, en enkele tussentiteltjes. En ook kortere zinnetjes, dat zou ideaal zijn. Dan heb ik bijna geen werk meer. Dat zou perfect zijn. Maar ieder zijn job zeker? Maar als dat zou kunnen, dan vermoed ik dat we nog vaker stukken van hen kunnen nemen. Is het van groot belang dat nieuwsagentschappen het nieuws multimediaal aanreiken? Absoluut. Dat is één van de belangrijkste punten. Namelijk dat we alles kunnen integreren in onze stukken. Dat is het voordeel aan internet dat je video, audio en foto’s kan toevoegen aan het artikel. En ook de interactie met je lezer, via polls of reageerblokjes. Je kan eigenlijk alles met het internet wat je niet met de krant kunt. Het heeft heel grote voordelen. Een eventueel foto- en videoaanbod van IPS zou dan een grote meerwaarde zijn? Zeker en vast. Maar zover ik begrepen heb, is dat een soort van aparte dienst. Bij pakweg één artikel per dag hebben ze een kleine foto om toe te voegen, maar mijn chef heeft me ooit gezegd dat we daar niet op geabonneerd waren. Dus het is heel beperkt. Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
116
En als we dan spreken over een videoaanbod, aan welke videokwaliteit moet dan gedacht worden? In principe gebruiken wij altijd zulke Youtube-filmpjes. Het hoeft dus niet heel hoge kwaliteit te zijn. Als dat niet te blokkerig over komt, dan is dat goed. Uitzonderingen zijn ook altijd mogelijk. Als het iets spectaculairs is, dan mag dat ook een GSM-beeld zijn. Maar natuurlijk hoe beter de kwaliteit, hoe liever. Video zou absoluut ook een meerwaarde kunnen zijn voor IPS. Dat ze dan videofragmenten zou kunnen steken bij een aantal stukken. Hoe bezorgt IPS de berichten aan jullie redactie momenteel? Via e-mail. Bent u daar tevreden over of … Absoluut. Zij sturen in het begin van de dag een overzicht van wat ze gaan versturen die dag. En dan krijg je tussen pakweg 10u en 17u ongeveer elk uur een stuk. Op het einde van de dag krijg je dan nog een mail met, heel handig, extra tekstfiles waar je gewoon moet knippen en plakken. De andere nieuwsagentschappen komen wel binnen in een geïntegreerd systeem? Ja, in een programma komen ze allemaal tezamen. Maar het is maar een klein onderdeel. Nu baseren we ons het meeste op die andere websites. Maar ik denk ook, door de hoeveelheid van de IPS-berichten, dat hun manier van verspreiding niet slecht is. Ik vrees dat ze anders een beetje verloren zouden geraken, omdat de andere artikels elkaar zo snel opvolgen, zodat je er gewoon zou overzien. Dus via e-mail is helemaal niet slecht. Jullie redactie heeft het abonnement met Belga opgezegd, maar behoudt wel een abonnement op IPS. Heeft dat dan vooral te maken met de originele invalshoek van IPS? Ik vermoed dat het vooral een financiële keuze is. Belga is verschrikkelijk duur en ik vermoed dat dat bij IPS wel nog meevalt. En ze hebben natuurlijk hun eigen invalshoek. Ik vind het niet slecht dat ze ook in de papieren krant af en toe een stukje van IPS publiceren. Misschien dat het daarmee samenhangt, dat wij het dan ook tegen een gunsttarief kunnen hebben. Als vervanging van het abonnement op Belga, gaan jullie zelf meer op zoek naar informatie op het internet. Denkt u dat die manier van nieuwsgaring in de toekomst de bovenhand kan nemen op nieuwsagentschappen? Ik denk dat het een aanvulling is. Het grote voordeel is dat we nu bij grote zaken vaak in ons land bij de eersten zijn, omdat we kijken naar de buitenlandse nieuwssites. Andere sites doen dat ook, maar vaak minder snel. Andere websites, andere nieuwsbronnen checken, heeft heel grote voordelen. Persagentschappen hebben natuurlijk ook een gigantisch voordeel, namelijk dat je meteen een hapklare brok hebt die je maar online moet zwieren. Voor ons hebben die andere sites nog altijd eerder een signaalfunctie. Maar ik denk dat het vooral de meerwaarde blijft als je zoveel mogelijk probeert te combineren. Dat kan je nog altijd kiezen welke stukken je al dan niet neemt.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
117
De volgende vraag is misschien eerder voor Hans Cardyn, maar aangezien die onbereikbaar is, zou ik ze ook even graag aan u willen staan. Namelijk: hoe ziet u de evolutie van jullie nieuwswebsite in de toekomst? Dat is een goede vraag. Ik hoop met een pak meer bezoekers natuurlijk. We hebben een aantal sites, gva, hbvl en vandaag.be, dat opgericht is samen met Telenet. Ik denk dat die alle drie hun eigen weg zullen uitgaan. De core business zal zeker nog altijd het regionale nieuws zijn. Hoe sneller en hoe dichter we op het nieuws zitten, hoe beter. Met een sterke focus op het nieuws van dicht bij ons, in Antwerpen, Limburg, … Dat is nog altijd nog wat de mensen het meest aanspreken. Dus ik denk dat we daar meer en meer zullen op focussen. Dat onze lezers zelfs meer kunnen aanbrengen, steeds meer interactie en alsmaar multimedialer. Dat de lezers zelf foto’s, video’s opsturen. Burgerjournalistiek, daar hebben we de voorbije jaren hard op gemikt en daar zullen we blijven mee doorgaan. User Generated Content eigenlijk, zodat iedereen zich meer betrokken voelt. Zijn er volgens u grote toekomstige uitdagingen voor nieuwsagentschappen om hun plaats op de online nieuwsmarkt te kunnen behouden? Ik vermoed in de eerste plaats door meer webgericht te schrijven. De meeste persagentschappen schrijven nog altijd voor een krant. Je merkt ook dat die teksten voor een krant zijn gemaakt. Daardoor moet die stukken sowieso herschreven worden. En het probleem is dat de meeste sites dat niet doen. Zij nemen dat letterlijk over. In het beste geval nemen ze er nog een foto bij of zetten ze er een andere titel bij. Maar dat is al niet vaak het geval. Ik vermoed dus dat die teksten beter geschreven kunnen worden. En als ze alles kunnen bijleveren van foto’s en video’s, dat zou natuurlijk ideaal zijn. Voor de rest, we zijn van Belga afgestapt omdat er iets mis was met hun mix van berichten. Ze geven eigenlijk te veel de saaie materies weer. Om dat allemaal op je site te zwieren, daar heb je niets aan. Dat is gewoon een hoop artikelen dat niemand kan interesseren. Er zitten natuurlijk wel belangrijke stukken in, maar dat verdrinkt in de minder belangrijke stukken. Het zou misschien beter zijn om een soort van status toe te kennen, zoals dit is een stuk dat je zeker moet hebben en dit zijn dan minder belangrijke stukken. Maar het belangrijkste lijkt me dat ze het echt herschrijven voor het web, misschien verschillende versies van hun stukken maken, en ook alles toevoegen wat je nodig hebt om een stuk te maken.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
118
2.3. Metro: Interview met Thomas Mels, nieuwsmanager van de Nederlandstalige krant (24 juni 2009):
Waarom gebruiken jullie nieuws van IPS? Welke meerwaarde biedt IPS voor jullie? Ik weet niet waarom ze er hier ooit mee begonnen zijn. De meerwaarde voor ons is dat we er vooral redelijk veel achtergrondinformatie uit halen. Ook een andere invalshoek die niet in de gewone telexen die binnen lopen, te vinden is. Het is eigenlijk ook een ideaal instrument als er qua harde actualiteit niet voldoende nieuws is, zodat je een back-up hebt voor achtergrondverhalen. Worden de berichten van IPS dagelijks gelezen? Die komen bij alle buitenlandredacteurs in hun mailbox binnen. Ik zeg niet dat die altijd gelezen worden, maar we overlopen wel altijd het aanbod. En worden de berichten van IPS ook vaak gebruikt en opgenomen in de krant? Zeker niet het merendeel. Ten eerste komt er heel veel binnen en ten tweede zijn wij ook gebonden aan de actualiteit van de dag. Het merendeel wordt dus niet gebruikt. Alleen als het aansluit bij een actueel thema, als er wat meer analyse in zit. Niet meteen om direct in de krant te plaatsen, maar wel om als achtergrond te gebruiken om dingen wat toe te lichten. Dus merendeel verschijnt niet in de krant. Welke criteria worden gehanteerd om de berichten van IPS al dan niet te selecteren? Aansluitend bij de actualiteit, dat is het voornaamste criterium. Geeft het ons meer informatie dat we via de andere nieuwsbronnen niet hebben? Waar we ook altijd alert voor zijn, is dat de invalshoek niet te links zijn. Dat is toch altijd iets waar we bij IPS waakzaam voor moeten zijn. Misschien verwoord ik het slecht als ik links zeg, maar ik denk wel dat je begrijpt wat ik bedoel. Bijvoorbeeld als er in Iran van alles aan de gang is en er komt iets van IPS binnen dat inderdaad een andere invalshoek heeft, dat ze andere bronnen aan het woord laten, dan is de kans groot dat we niet letterlijk het stuk in de krant plaatsen, maar dat we het wel meepakken in het algemeen verhaal. De meeste IPS-berichten worden dus eerder gebruikt als een aanvulling op het bestaande nieuwsaanbod? Ja, inderdaad. Dat was vroeger enigszins anders bij ons. Maar wat daar vooral veranderd is, is de rol van het internet. Het belang van een nieuwssites was vroeger voor Metro veel minder, terwijl dat nu enorm is uitgebreid. Je hebt een gigantisch aanbod via BBC, CNN, Le Monde enz. Vroeger was het altijd moeilijk om op een dag dat er weinig nieuws was toch twee grote stukken te vinden om op de buitenlandpagina’s te zetten. Dan was het echt handig dat er zoiets van IPS binnenkwam dat misschien niet geen superharde actualiteit was, maar wel interessant was en wees op een bepaalde trend bijvoorbeeld, of een achtergrondstuk. Dus in die mate is het wel verminderd dat we stukken van IPS echt in de krant zetten. Dus nu wordt het vooral aanvullend gebruikt.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
119
Hoe positioneert u nieuwsagentschappen?
IPS
tegenover
de
andere
nieuwsbronnen,
zoals
de
andere
Als een nieuwsagentschap dat wel kort op de bal speelt, en dan vooral een agentschap dat ons helpt om ons die andere invalshoek en achtergrond binnen te krijgen die we via de gewone telexen van AP of Belga niet krijgen. De analyse ook natuurlijk. Bijvoorbeeld als er verkiezingen in Israël zijn, dan weten we dat we op IPS kunnen rekenen om een stuk binnen te krijgen waarin er per partij een analyse gemaakt wordt. Dan maken we er ook handig gebruik van. Op dat vlak onderscheiden ze zich dus zeker. En dan natuurlijk ook, wat een punt van kritiek is, hoewel het veel verbeterd is, is die linkse invalshoek. Dat merk je gewoon. Je weet ook wel wie bij IPS werkt en waarom het bestaat. Dat is eigenlijk geen punt van kritiek, dat is gewoon een vaststelling. En hoe positioneert u IPS tegenover bijvoorbeeld Indymedia? Bij Indymedia zijn de bijdragen geleverd door amateurjournalisten. Dan heb ik het niet over de kwaliteit, maar in termen van dat iedereen bijdragen kan insturen. Ik denk dat IPS nog altijd werkt met mensen die grotendeels professioneel voltijds bezig zijn met journalistiek. Indymedia is nu niet een nieuwsbron dat ik elke dag raadpleeg. Ik zet IPS en Indymedia niet op dezelfde lijn. IPS is een persagentschap met een eigen gezicht. Het is niet dat ik dat allemaal over dezelfde kam scheer. Wat is volgens u de kerntaak van IPS? Enerzijds betrouwbare duiding geven bij de wereldactualiteit en anderzijds aandacht geven aan vergeten conflicten, een andere invalshoek geven die in het mainstream nieuws niet aan bod komen. En slaagt IPS volgens u in deze kerntaak? Ja, dat denk ik zeker wel. Beschouwt u IPS als een geloofwaardige en objectieve nieuwsbron? Ik denk dat er zeker geen probleem is met de geloofwaardigheid. Over de objectiviteit….je zal rapper een subjectief stuk lezen bij IPS dan bij een ander nieuwsagentschap. En dat behoort dan ook weer denk ik tot de kerntaak van het nieuwsagentschap. De betrokkenheid van de mensen die er voor schrijven, is merkbaar. We zijn daar dus wel waakzaam voor. We gaan er kritisch mee om en we weten ook wel dat we er bij IPS kritischer mee moeten omgaan dan bij andere nieuwsagentschappen. Bij welke nieuwsagentschappen heeft jullie krant momenteel een abonnement? AP, AFP en Belga. Niet bij Reuters. Op welke bronnen doen jullie vooral beroep voor de internationale berichtgeving, en vooral dan over de Derde Wereld? Enerzijds op die nieuwsagentschappen, maar de BBC speelt ook een heel grote rol. Ik merk gewoon dat in de praktijk meer en meer de rol van de nieuwssites van de grote internationale media groter wordt. De buitenlandberichten van belga nog het minst van al eigenlijk, dan nog eerder AP. Maken jullie ook gebruik van nieuwe netwerksites, zoals blogs, Twitter, … Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
120
Ja, zeker en vast. Bijvoorbeeld bij Iran nu. We volgen dat wel op. Ik moet zeggen dat het nog altijd wel marginaal is. Maar het is wel inderdaad een trend die merkbaar is. Je gaat er wel rekening mee houden en het af en toe checken wat er daarop gebeurt. Maar dan in de wetenschap dat we dan dubbel voorzichtig moeten zijn in verband met de objectiviteit en de geloofwaardigheid. Dan zou ik nu graag enkele trefwoorden aanhalen en vragen hoe sterk of zwak u IPS op deze variabelen inschat? Als het voor u gemakkelijker is, mag dat op een schaal van 1 tot 10. Het eerste trefwoord is de professionaliteit: Een 7. Omdat je af en toe artikels leest die vanuit een bepaald denkbeeld geschreven is. En misschien niet dat het stuk dan niet objectief is, maar wel dat de aandacht voor dat bepaald onderwerp vanuit dat denkbeeld afkomstig is. Pak dus 7 of 8. Ik heb eigenlijk geen probleem met de professionaliteit. Het probleem met IPS is ook dat je het eigenlijk niet kunt gaan checken. Als ze een Boliviaanse boer interviewen, weet ik niet of het juist is wat die boer zegt. De timing? Soms zitten ze er heel dicht op. Wat ons het meest interesseert is die analyse en achtergrond die redelijk snel komt. En daar kan misschien wel nog sneller ingespeeld wordt. Bijvoorbeeld als je weet dat het nieuws op de buitenlandpagina’s van de kranten overheerst zullen worden door Iran en je krijgt dan 15 berichten op een dag binnen, waarvan er maar twee over Iran gaan, dan weten wij sowieso dat we aan die minder actuele dingen niet veel gaan hebben. Dan zou wat extra echt actuanieuws welkom zijn. De duiding? Die vinden wij goed. Ik zou daar zeker een 8 op geven. Er is bij ons wel heel weinig plaats voor achtergrondinformatie. Veel minder dan bij andere kranten. We proberen daar plaats voor te maken, maar sowieso is die heel beperkt. De duiding wordt dan ook meer gebruikt bij de verwerking van de artikelen door onze journalisten. De bruikbaarheid, de gebruiksvriendelijkheid van de berichten? We worden wel overstelpt met IPS-mails. Dus gebruiksvriendelijk…misschien is het iets te veel. Er is ook al over geklaagd geweest: ‘Stuur één mailtje per dag met het aanbod in plaats van om de twee minuten weer een mail’. Los daarvan is het wel gebruikvriendelijk. Je vindt direct de tekst terug op de site of in de mail zelf. De link naar de foto’s werkt ook meestal. Dus alleen is de overload een beetje te groot en dat geeft dan de gebruiksvriendelijkheid wat slechte punten. Omdat je dan het bos door de bomen niet meer ziet en rapper iets gaat missen omdat je denkt ‘weer een IPS-mail’ in plaats van ‘Ah, eindelijk een interessant IPS-bericht’. En de gebruiksvriendelijkheid van de artikelen zelf? Zoals onder andere de structuur? Dat is ook een opmerking dat ik al gegeven heb bij de mensen van IPS, namelijk dat de lengte van de artikelen voor onze krant sowieso veel te lang is. Wij zouden liever hebben dat er een korte summary bovenstaat, waar wij meer mee kunnen doen natuurlijk dan heel het stuk te copy-pasten. Het volgende trefwoord is de kwaliteit van de berichten?
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
121
Wat moet ik daar op zeggen. Zoveel lees ik het natuurlijk ook niet. Je vindt natuurlijk fouten net zoals bij anderen. Je mag daar een 7 op zetten. Ik kan daar moeilijk iets over zeggen. Ik heb er nog niet echt problemen mee gehad. Het is niet dat het pareltjes van schrijfstijlen zijn, maar ik heb er eigenlijk te weinig de laatste tijd van gelezen om daar een oordeel over te kunnen maken. En het laatste trefwoord is de originaliteit, het alternatief perspectief. Dat zit er duidelijk in. Het is de enige bron die eens de andere stem laat horen of eens een andere invalshoek brengt. En beschouwt u dat dan als positief? Dat is positief, in die mate dat het beperkt blijft, dat niet het merendeel van de artikelen daar alleen mee bezig is. We hebben dus vooral meer aan analyse en achtergrondinformatie van actuafeiten, dan een achtergrondverhaal over de cocateelt in Zuid-Amerika bijvoorbeeld. Dat kan wel interessant zijn, maar gezien onze plaats en taak als gratis medium, is dat niet onze prioriteit. Wij zijn geen MOmagazine natuurlijk. Is het van groot belang dat een nieuwsagentschap de artikelen panklaar aflevert of is er sowieso redactionele verwerking? Er is sowieso redactionele verwerking. Buiten wat kortere Belga-berichten, verschijnt er in onze krant niets waar niet iemand aan geredigeerd heeft. Als er bij ons een stuk op de buitenlandpagina verschijnt, is dat informatie die uit tien verschillende bronnen kan komen. Natuurlijk kan het wel eens zijn dat wanneer er een nieuwsluwe dag is, en er is een interessant artikel van IPS, er gewoon een inkorting van het artikel van IPS komt en integraal in onze krant verschijnt. Bent u dan over het algemeen tevreden over de diensten van IPS? Ja. Als mijn idee over hun kerntaak juist is, dan vind ik dat ze daar goed aan beantwoorden. We zouden onze krant nu ook wel kunnen maken zonder IPS, maar het is een welgekomen afwisseling, een bijkomende nieuwsbron. Kan IPS nog iets doen om het aanbod beter op jullie behoeften af te stemmen? Die kortere duiding en iets sneller misschien. Ik denk dat dat het is. Moest de samenwerking tussen Metro en IPS nog willen uitbreiden, wil dat zeggen dat er ook bij ons van alles moet veranderen. De volgende vraag gaat over jullie website. Ik weet niet hoeveel belang jullie daar nu aan hechten? Zo goed al geen op dit moment. Dat is een intern probleem. Er worden geen middelen voor vrijgemaakt. De website is tot een minimum beperkt en zal nog meer beperkt worden. Dat is het plan eigenlijk. Tenzij er strategisch andere keuzes gemaakt worden. Maar het is voor ons niet mogelijk om als gratis medium te concurreren met betalende nieuwssites. Dus buiten het feit dat we er een nieuwsstream op zetten, dat we onze artikels online zetten en dat we onze website voor marketingdoeleinden gebruiken, is het geen prioriteit. Dat is voorlopig ook niet het plan voor de toekomst. Is een multimediaal karakter van de nieuwsberichten die aangeleverd worden door de nieuwsagentschappen een grote meerwaarde? Voor jullie krant bedoel ik dan vooral foto’s. Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
122
Ja, inderdaad, we hebben ook geen videofunctie op onze website. Dus voor video zijn we op dit moment geen vragende partij. Bij sommige artikels zit er nu wel een fotolink die we ook mogen gebruiken. Ik heb daar weinig ervaring mee. Als we IPS gebruiken, is dat meestal in combinatie met iets anders wat we gebruiken. Daar zullen we dan ook foto’s van binnenkrijgen van andere agentschappen. Een fotoaanbod is dus geen absolute must voor IPS? Voor ons niet, maar als IPS een achtergrondstuk brengt over iets dat niet meteen in het nieuws is, is het wel een voordeel dat er een foto bijstaat, die je erbij kan zetten. De volgende vraag gaat over de technische procedure. Momenteel stuurt IPS de artikelen via email door naar jullie? Ja, eerst een overzicht van wat er zal komen die dag en dan elke mail afzonderlijk als het stuk klaar is. Bent u tevreden over deze manier van levering, los van de overload die u daarnet al vernoemde? IPS is het enige agentschap dat via mail komt. Dat is zeker geen probleem. Misschien is dat wel positief omdat het toch een ander soort van berichten zijn. Sommige internetredacties zeggen hun abonnement op Belga op en gaan in de plaats daarvan meer zelf op zoek naar informatie op het internet. Denkt u dat deze andere manier van nieuwsgaring in de toekomst de bovenhand kan nemen op nieuwsagentschappen? Als je voldoende investeert in de eigen webredactie, dan moet dat mogelijk zijn. En dat kan ook positief zijn. Want als je momenteel de site van Het Nieuwsblad, Het Laatste Nieuws en De Morgen bekijkt, dan lees je grotendeels overal dezelfde Belga’s. Dus dat kan wel positief zijn. Of het haalbaar is, dat is iets anders. Ik denk wel dat nieuwsagentschappen altijd hun functie zullen hebben op dat vlak. U ziet niet direct een bedreiging voor de nieuwsagentschappen op het internet? Misschien wel voor de nieuwsagentschappen met veel vaste medewerkers. Ik denk dat daar dezelfde trends zich doorzetten als bij de gewone kranten en media, dat er meer met freelance wordt gewerkt.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
123
2.4. Bond Beter Leefmilieu: Interview met Joris Gansemans, tot 1 juni 2009 verantwoordelijke pers en communicatie (17 juli 2009):
(abonnement net opgezegd)
Waarvoor gebruikten jullie de nieuwsberichten van IPS? In eerste instantie was dat om op onze website te plaatsen, omdat wij zeer weinig internationaal milieunieuws brachten. We wouden daarom op die manier voor de bezoekers van onze website hier iets aan doen. Dat was de hoofdreden. Want verder gebruikten we IPS niet echt als nieuwsbron, omdat IPS daarvoor net niet specifiek genoeg is. De beleidsmedewerkers van BBL werken allemaal specifiek rond één thema: water, klimaat, afval, … Zij hebben allemaal hun gespecialiseerde kanalen, terwijl IPS dan een algemener kanaal is over buitenlands nieuws en milieu. Wat was de meerwaarde dat IPS kon bieden in vergelijking met andere nieuwsbronnen? Die buitenlandse onafhankelijke visie, dat was het grote verschil. Die onafhankelijkheid vonden jullie belangrijk? Ja. Zij brengen niet het nieuws dat je overal leest, terwijl het zeker even interessante zaken zijn als in de mainstream media. Wat was dan de reden van stopzetting van het abonnement? Omdat wij gemerkt hebben dat onze lezers eigenlijk niet geïnteresseerd waren. We plaatsten die artikelen dan ook regelmatig in onze nieuwsbrief en blijkbaar waren de mensen daar niet in geïnteresseerd. Als zij zo’n nieuws willen, dan denk ik dat zij naar MO* gaan of naar IPS rechtstreeks. Bij ons had dat weinig succes. We hebben daar ook geen reacties op gekregen toen we dat abonnement hadden stopgezet. Dat is vaak al een teken aan de wand. Zijn er dan momenteel nieuwsbronnen die de ‘lacune’ van IPS vervangen? Neen, eigenlijk niet. Werden de meeste berichten van IPS toen wel degelijk gebruikt? We hadden een automatische news feed op onze website. Dus elk artikel van IPS dat verscheen, kwam automatisch ook op onze voorpagina terecht. Maar lang niet elk artikel verscheen dan ook nog eens in onze nieuwsbrief. Dat was slechts een selectie van één per week. Beschouwt u IPS als een geloofwaardige en objectieve nieuwsbron? Ja, dat wel. Maar niet altijd even relevant. Dus op een schaal van 0 tot 10 zou ik het een 7 of een 8 geven. Ze laten vaak ook niet de meest bruikbare of spectaculaire of zeer diepgravende analyses aan bod komen. Daarom dat we het voor intern gebruik ook zeer weinig gebruikten. Dus u vindt dat IPS zich teveel focust op de kleinere onderwerpen? Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
124
Ja. Dat is natuurlijk voor ons het geval. Voor een gewone burger is dat misschien niet zo, maar wij konden er gewoon te weinig van gebruiken. Op welke thema’s zou IPS zich dan wel meer moeten richten om interessant te zijn voor BBL? Dat kan ik eigenlijk niet direct zeggen. Want waarschijnlijk worden die bepaalde thema’s wel al gecoverd, maar dan net niet de juiste onderwerpen. Klimaat, water, effecten van Westerse bedrijven op de economie en levensomstandigheden in het Zuiden, dat komt er wel al allemaal in voor, maar nooit echt pakkend of relevant genoeg dat wij dat ook zouden opnemen om daar iets mee te doen. Dus ik denk dat ze, maar dat is natuurlijk gemakkelijk gezegd, af en toe echt eigen dingen moeten naar buiten brengen, die relevant zijn voor Vlaanderen ook. Dat is natuurlijk hun grote uitdaging. Maar vaak gaat het dan over zeer lokale onderwerpen waar er weinig relevantie voor ons in zat. Dat is natuurlijk volledig tegen de filosofie van IPS, namelijk dat het Zuiden ook belangrijk is en dat het nieuws niet altijd gerelateerd moet zijn met ons. Maar om dat bruikbaar te maken voor een organisatie als BBL is dat wel noodzakelijk. BBL focust zich nu eenmaal op Vlaanderen. Als dat daar niets mee te maken heeft, valt het er zeer gemakkelijk tussenuit. Op welke andere bronnen doen jullie een beroep voor de artikelen die jullie op de website plaatsen? Dat is Ends Daily, een Europese nieuwsbrief over milieu, en dan vooral milieubeleid. En dan ook nog de vele informele netwerken, dat is nog het allerbelangrijkste. Mensen die in onze mailinggroep zitten van internationale netwerken. Onze klimaatspecialisten krijgen dan van overal toegestuurd. Maar het is niet dat dit officiële kanalen zijn of andere aanbieders van persberichten zijn. Of bijvoorbeeld Google On Earths die binnenkomen. Dat is de laatste tijd nogal in opmars. Maar dus geen concurrenten voor IPS. Maar het internet is dus wel een steeds belangrijkere bron. Dat is ongeveer 99 procent van de informatie. Er komen nog wel wat tijdschriften binnen, maar die worden zeer weinig gebruikt. Hoe zou u de kerntaak van IPS beschrijven? Dat vind ik een hele moeilijke vraag, aangezien ik IPS helemaal niet zo goed ken. Ik weet het eigenlijk niet, want zomaar een alternatief bieden voor de andere grote media is niet evident omdat je daar natuurlijk niet mee kunt overleven. Zoals ze nu bezig zijn in essentie, vind ik dat wel waardevol en interessant, het andere nieuws brengen. Dus een nieuwsagentschap in de trend van wat MO*magazine brengt. Een paar jaar geleden zou dat binnen de andersglobalisten-beweging geplaatst worden, maar nu is dat niet meer relevant. Dus ja, ik zou zeggen, het andere nieuws brengen dat de mainstream media niet altijd even gemakkelijk bereikt. De lacune opvullen van het buitenlands nieuws in de eigen berichtgeving. Ik heb geen zicht op wat de Vlaming eigenlijk wenst, maar als de Vlaming niet geïnteresseerd is in het buitenlands nieuws, dan is dat een groot probleem. Wij hebben dat ook daarom stopgezet. Het is allemaal heel nobel, maar als er niemand in geïnteresseerd is….Dus ik weet het eigenlijk niet zo goed. Ik denk dat de kerntaak van IPS ook is om hun model heel hard in vraag te stellen om daar achter te komen. Dat zullen ze nu wel aan het doen zijn. En als u dan zegt ‘een lacune opvullen van het buitenlands nieuws’, denkt u dat IPS dan voldoende in die opdracht slaagt?
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
125
Ja, toch wel, maar niet op zo’n manier dat het echt aanslaat. Het is dus een beetje dubbel. Ze zijn nu toch al lang bezig en echt doorgebroken zijn ze nog niet. Ik vind ze wel interessant, niet altijd even relevant voor hier, maar blijkbaar volgt de rest niet. Dus ergens moet er wel iets aan schelen. De volgende vraag bestaat uit een aantal trefwoorden, waarbij u dan telkens kan vermelden hoe sterk of zwak IPS volgens u op deze variabelen scoort. Het eerste trefwoord is de professionaliteit? Goed. Dat waren goed geschreven berichten. Qua teksten waren die wel altijd goed, ook de vertalingen waren meestal ok. Merkte u dat de berichten afkomstig zijn van een uitgebreid netwerk van correspondenten? Ja, dat zeker wel. De relevantie hebben we al uitgebreid besproken, het volgende trefwoord is dan de timing? Voor wat wij dat gebruikten, was dat zeker goed. We hadden daar geen opmerkingen over. De duiding? Ik vind niet dat zij, wat ik dan onder duiding versta, zoals echt uigewerkte dossiers, dat regelmatig toonden. Toch niet in de mate dat wij dat ooit gebruikt hebben. Bij Belga zie je dat af en toe wel, dat zij dan bij bijvoorbeeld Europese verkiezingen een vierluik brengen met analyses van het Europese beleid, het Europese Parlement van de afgelopen vijf jaar. Het kan zijn dat IPS ook zo’n dingen heeft, maar het is mij alleszins nooit opgevallen. En dat beschouwde u dan wel als een gemis? Ja, bijvoorbeeld over klimaat of water. Als dat er was geweest, hadden we dat zeker kunnen gebruiken. Maar ik heb dat nooit gezien. Het volgende trefwoord is de originaliteit van de berichten? Als je daarmee bedoelt dat ze niet nakauwen van al de rest, is dat dus een goede score. Daar zitten ze wel goed. Het laatste trefwoord is dan de gebruiksvriendelijkheid van de berichten? Dat was ook goed. Als je dat gewoon gebruikt als bron voor de berichten, zij zijn goed geschreven, het is dus gebruiksvriendelijk. We konden dat gewoon overnemen. Maar bijvoorbeeld de website, maar dat zal ook wel al lang bekend zijn, is echt redelijk droog. En een ‘droge’ website is niet altijd een probleem, maar die van IPS is echt wel te droog. Daar zit zeer weinig leven in. Terwijl al die buitenlandse correspondenten, dat komt daar helemaal niet naar voor op die site. Ik weet niet in hoeverre als kanaal voor IPS eigenlijk belangrijk is. IPS biedt ook de berichten volledig gratis aan op de website. Is dat volgens u een juiste keuze? Ik ken natuurlijk hun business model niet, maar ik zou dat alleszins niet doen. Want bijvoorbeeld die RSS-feed dat wij dan gekocht hadden, daar was technisch veel verkeerd mee. Dat is dus ook nog wel een punt van kritiek. Die RSS-feed was helemaal niet volgens de standaarden gemaakt, waardoor die Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
126
af en toe heel raar deed. We hebben dat een paar keer gemeld, maar dat is nooit rechtgezet. Dat was een technisch mankement. Maar als ik dus iets weet van het internet-gedoe, kan ik heel gemakkelijk de RSS-feed komen plukken en publiceren op mijn website. Als ik dan zeg dat het van IPS komt, denk ik niet dat zij nog veel kunnen doen. Dat vermindert natuurlijk heel hard de exclusiviteit van uw service. Ik denk dat al de anderen slechts een heel kleine selectie van hun berichten publiceren en zeker niet allemaal. Want dan heeft uw dienst natuurlijk niet veel zin meer. Het is natuurlijk ook maar één ding dat ze op hun website brengen. Het zijn allemaal persberichten, geen andere services. Bijvoorbeeld statistieken over het buitenland, veiligheidswaarschuwingen voor reizigers, blogs van correspondenten die veel meer op actualiteit gericht zijn. Op dit moment zou daar zeker een grote blok over Iran op die website moeten kunnen vinden. Daar is niets over te zien. Het is niet dat dit minder belangrijk is dan die paar berichten over Birma. Je kan ook niet blind zijn voor wat de andere media brengen, want dan denken de mensen dat je niets relevants te vertellen hebt. Dat mag niet het enige zijn, maar je moet het natuurlijk brengen. Dus als je het over hun website hebt: ik zou daar veel minder opzetten, zeker niet al hun berichten. En dan meer aanpassen aan de actualiteit. Je zou daar toch perfect een Iraanse blogger op kunnen zetten. Op die manier kan je dan wat volk lokken. Als dat de bedoeling is van die website natuurlijk. Misschien is dat niet hun bedoeling, maar dan moeten ze er niet alles opzetten. Als zij nu veel liever abonnementen verkopen, dan is dit geen slimme zet. En ik denk, maar dat doen ze nu al, dat ze ook heel goed moeten samenwerken met MO*. De surfer heeft natuurlijk niets aan dat verschil tussen IPS en MO*. Waarom zou hij naar IPS gaan, als hij alles bij MO* vindt. Ik denk dat die samenwerking in de praktijk er wel is, maar dat die op het internet wel duidelijker mag. Veel meer dan gewoon een banner zetten op je website, zouden ze echt kunnen integreren. Afhankelijk van het model dat ze kiezen, zou het veel eenvoudiger zijn om naar één website te evolueren, met een aantal headlineberichten zodat de mensen kunnen proeven van wat ze binnenkrijgen als ze een abonnement nemen. IPS kan ook werken met bepaalde nieuwspakketten, waarbij het zich dan specifiek richt rond bepaalde thema’s, waarbij de klant dan niet kiest voor een volledig abonnement, maar slechts voor één dossier. Denkt u dat zo’n aanbod meer wenselijk kan zijn voor een organisatie als BBL? Als BBL mee kan bepalen wat er juist in die dossiers komt, wel denk ik. Maar anders niet. Dus als dat dossier wordt opgemaakt, dat BBL mee kan bepalen welke punten er in komen. Anders denk ik niet dat ze staan te springen om daarvoor te betalen. Maar dat is dan ook meer de beslissing voor Jan Turf, de beleidscoördinator van BBL. Ik kan hier enkel mijn aanbevelingen geven. Als besluit, was u dan over het algemeen tevreden over de diensten van IPS? Matig tevreden. Veel vroegen we niet, maar die RSS-feed heeft heel veel voeten in de aarde gehad tegen dat echt in orde was. Dat heeft zeker ook meegespeeld. De artikels waren niet echt relevant, maar wel goed op zich. Dus matig.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
127
3. Potentiële klanten IPS 3.1. Demorgen.be en hln.be: Interview met Bart Franssen, adjuncthoofdredacteur Digitale Media De Persgroep/hln.be en demorgen.be (vrijdag 12 juni 2009):
Als eerste vraag: Kent u het nieuwsagentschap IPS? Jazeker, het is ons voor demorgen.be ooit aangeboden. We hebben er zelfs, ik denk een half jaar, ooit een proefabonnement op gehad. Maar dat is nooit verlengd geworden naar een volwaardig abonnement? Neen. Je kiest voor grote agentschappen natuurlijk. Ik was daar zeker niet tegen. Ik heb met veel plezier die proefperiode vol gemaakt. Alleen toen daar voor betaald moest worden, dan moeten we daar eerlijk in zijn en hebben we niet veel budget over. Daarmee wil ik zeker niet zeggen dat ze duur zijn, want dat is helemaal niet het geval. Maar je moet zeker in deze tijd je centen goed in het oog houden. Hoe positioneert u IPS tegenover andere nieuwsbronnen? Bijvoorbeeld tegenover andere nieuwsagentschappen zoals Reuters of Belga? Tja…zeer op het buitenland gericht natuurlijk. Maar daarmee wil ik zeker geen vinger wijzen naar Belga. Zij volgen dat ook zeer goed op. Maar de Noord-Zuid-beweging wordt goed opgevolgd, milieu is een belangrijk onderdeel van hun flow. Maar dan kom ik eigenlijk vanzelf bij het grote probleem van IPS denk ik en dat is dat het een beetje wollig is. Je hebt, hoe moet ik dat zeggen?, een wereldwinkelgevoel erbij. Dat hoeft niet negatief te zijn, maar als journalist probeer je toch altijd….Ik wil ook niet zeggen dat ze subjectief zijn, ze zijn zeker objectief, maar door de keuze van al hun onderwerpen zet je toch een toon. Ongewild waarschijnlijk. En hoe positioneert u IPS tegenover Indymedia? Indymedia? Dat ken ik zelf niet. Indymedia is een links geörienteerde netwerksite van burgerjournalistiek… Ahja. Jaja, ik heb daar wel al eens van gehoord, maar nog nooit naar gekeken. Ok. Beschouwt u IPS als een geloofwaardige en objectieve nieuwsbron? Ik denk dat het antwoord ‘ja’ moet zijn, alleen door de mix die zij zelf maken, krijg je het gevoel dat ze toch ergens naar toe willen. Maar subjectief zou ik ze niet noemen. Ik denk dat ze ergens een
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
128
keuze maken die dan toch uiteindelijk een bepaald soort wereldbeeld schetst en dat mag ook niet een beetje denk ik. Bij welke nieuwsagentschappen heeft de redactie van demorgen.be en hln.be een abonnement? Belga, Reuters, AP. Dat zijn de belangrijkste. En dan via Belga hebben wij zicht op ANP, AFP, DPA. En dat is het dan. En bedoelt u via Belga, omdat dat agentschap ook een abonnement op deze laatste agentschappen heeft? Ja, Belga maakt zelf een selectie van die agentschappen. Zij hebben een zicht op de flow en zullen de berichten vertalen die ze echt belangrijk vinden. Maar als aandeelhouder van Belga, want u weet waarschijnlijk dat alle uitgevers ook aandeelhouders zijn van Belga, genieten wij een beetje mee van die uitwisselingen en kijken wij, als we goesting hebben, mee in de flow van DPA, AFP en ANP. ANP doen we eigenlijk bijna systematisch, omdat Nederland dicht bij ons ligt. Maar als er iets in Duitsland gebeurt, dan gaan we rechtstreeks naar DPA kijken en niet wachten tot Belga het vertaald heeft. En dat mag ook. Op welke nieuwsbronnen baseert de redactie zich voor het nieuws uit het Zuiden/Derde Wereld? Op al die bronnen die ik hier vernoemd heb? Je kan niet zeggen dat we dan op een zekere honger blijven zitten. Natuurlijk, ik wil zeker niet gevoelloos klinken, maar toch is dat zeer vaak een ver-vanmijn-bed-show. Ik wil niet zeggen dat Soedan ons koud laat, maar om daar nu elke dag de politieke situatie op onze site te zetten, dat gaat geen vijf man lezen. Op een zeker moment ga je ook, op basis van je ervaring met lezerscijfers en voor een groot deel je buikgevoel, toch een nieuwskeuze maken. Ik zeg het, ik wil daar zeker niet gevoelloos over klinken, maar in die zin ligt Washington iets dichter bij dan Arabië bijvoorbeeld. Maar denkt u dan dat de thema’s die IPS aanbrengt en de landen waarop het agentschap zich focust geen meerwaarde kan bieden voor de internationale berichtgeving van jullie website? Dat zou wel een meerwaarde kunnen bieden, maar je moet op een zeker moment ook keuzes maken. Als ik een stukje over Obama heb en een stukje over de president van Soedan, dan wordt het Obama hoor. En ja, dan kan je de lijn gewoon doortrekken. Het is gewoon zo dat wij daar op dat vlak wel een rol hebben om de conflicten een beetje op de voorgrond te brengen, maar daar stellen de andere agentschappen ons ook niet teleur. Er zijn van die ongeschreven regels dat ieder zijn oudkolonie een beetje in het oog houdt, en nu wil ik niet de neokolonialist uithangen…Belga staat dan in voor Congo en Rwanda, en zo heeft iedereen zijn buitenlandse plichten. En zo wordt Afrika wel gedekt, denk ik. Kijk, je moet daar gewoon heel realistisch in zijn. Dat is heel vaak ver van mijn bed. U vindt niet dat een agentschap als Belga tekortschiet op de thema’s die IPS naar voor schuift? Jawel, dat zou ik wel durven zeggen. Maar als wij het spectrum van al onze agentschappen bekijken, dan heb ik geen behoefte in nog een specifiek Zuiders agentschap. En denkt u dat daar geen vraag naar is van jullie website-lezers?
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
129
Ik zou daar gemakkelijk vijftig mensen bijeenkrijgen, die zullen zeggen dat ze meer over Afrika willen lezen. Alleen, als ik dan onze lezercijfers ga bekijken, dan stel ik toch vast dat het zelfs die mensen niet zal interesseren. Ik geef het u op een blaadje…en wij meten alles op het internet: een stukje van Sarkozy zal 10.000 keer gelezen worden, en een stukje over Rwanda vijf keer. Dat is nu eenmaal zo. Momenteel valt demorgen.be en hln.be onder eenzelfde redactie. Is er geen verschil qua behoefte tussen de lezers van beide websites? Zeker wel, ik denk dat bij demorgen.be zeker meer behoefte is om buitenlandnieuws te gaan halen bij de agentschappen die we hebben. En dat is inderdaad wel één overkoepelende redactie, maar bepaalde mensen hebben een demorgen-aanpak en anderen een hln-aanpak. Dus op die manier zetten we niet allemaal hetzelfde op beide websites. Dan zou ik nu graag enkele trefwoorden aanbrengen en zou ik willen vragen hoe sterk of zwak u IPS op deze variabelen inschat. Het eerste trefwoord is professionaliteit: Ik denk dat dat wel erg sterk is. En waarom denkt u dat? Omdat ze weten waarover ze spreken. Ik denk dat ze in hun sector een heel goed zicht hebben op hoe de wereld draait, absoluut. Het tweede trefwoord: de relevantie en nieuwswaarde van de nieuwsberichten: Eerder zwak moet ik helaas zeggen. En dat komt door hun nieuwskeuze. Ik wil dan toch weer het wereldwinkel-argument aanhalen. Ik weet dat ik daar een beetje…alle, ik stel het heel cru, maar dat doe ik ook bewust, maar ik denk dat je wel begrijpt wat ik hiermee wil zeggen. Of snap je niet wat ik hiermee bedoel? Jawel, ik begrijp wat u bedoelt. Ja, dus daar zitten ze met een zwakte. En nieuwswaarde…wij meten nieuwswaarde elke dag. Je kunt bepaalde dingen een hogere nieuwswaarde geven…ja, goed, dan ga ik even de definitie van nieuwswaarde aanpassen aan mijn leefwereld en dat is: willen de mensen het lezen, interesseert het mensen? En dan kan je wel zeggen van ‘ja als dat het enige criterium is, dan zet je je heel website maar vol met blote grieten’, bij wijze van spreken, en dat weet ik ook wel dat we dat niet gaan doen. Maar het heeft weinig zin dat wij honderd artikels per dag publiceren die geen kat leest. We moeten, qua nieuwswaardigheid, rekening houden met de nieuwsvraag zeg maar. Het volgende trefwoord is: timing Hmm, ze zitten natuurlijk in een werelddeel waar niet alles even snel vooruitgaat. Ook de communicatielijnen niet. Ik heb zelf… Voor alle duidelijkheid, ik kom hier waarschijnlijk zeer scherp uit de hoek, maar ik heb in het verleden de eerste democratische verkiezingen in Nigeria gecoverd voor in de tijd nog de Concentra-kranten, dus ik heb helemaal geen aversie tegenover dat werelddeel. Ik kom daar zelfs heel graag. En daardoor weet ik dus dat je in de communicatie met de hoofdredactie en qua artikels doorsturen, dat je daar beperkter in bent. Dat is al jaar na jaar aan het beteren, maar daar zit een beperking op. En ik denk dat dat ook hun enigste probleem is met timing, Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
130
want voor de rest zullen ze zeker proberen brandend actueel te zijn. Elke journalist wil dat, je maakt mij niet wijs dat er een journalist bestaat die dat niet interesseert. Ok, Het volgende trefwoord is: de bruikbaarheid van de artikelen van IPS Ik denk dat daar weinig werk aan is, als je dat bedoelt. Dus dat is allemaal wel bruikbaar, de vraag is natuurlijk of het een grote aanvulling is voor de website… Ok. Het laatste trefwoord is: het alternatieve perspectief, de originaliteit. En daarmee bedoel ik ook eerder of de IPS-berichten volgens u ook ergens anders, bv. op het internet, te vinden zijn? Ik denk dat ze wel een vrij unieke invalshoek kiezen. Voor een deel ook het menselijke verhaal daarin naar voor te brengen, waar de meeste agentschappen toch vooral feitelijk te werk gaan. In dat opzicht zijn ze toch wel vrij origineel. Ze hebben zichzelf een bepaalde USP aangemeten. Mijn volgende vraag gaat over jullie vormvereisten van de berichten: Is het voor jullie website van groot belang dat een nieuwsagentschap het nieuws multimediaal aanbrengt, zoals videofragmenten en foto’s? Ja, ik denk wel dat dat belangrijk is. Op dit moment bijvoorbeeld zit er bij de Belga-feed ook een video-feed en een groot fotoaanbod. Dus in de keuze van de agentschappen speelt dat absoluut mee. Als dat een breed pakket is…en dan heb ik het nog niet over één artikel, dat één artikel tekst, foto en video moet zijn, maar dat gewoon het aanbod zo breed moet zijn. Dus ik denk dat IPS, het is natuurlijk wel al even geleden dat proefabonnement, daar niet echt een antwoord op heeft. En als we het dan hebben over videofragmenten, welke kwaliteit moet dit dan hebben voor jullie nieuwswebsite? Eigenlijk vind ik voor het internet dat video niet zo hoog kwalitatief moet zijn. Je hoeft maar naar Youtube te kijken om te weten waarom. Als een journalist In het Afrikaanse continent met zijn GSM wat filmpjes maakt, dan zal dat redelijk slordig en chaotisch eruit zien, alleen, de internetgebruiker vindt dat niet erg. Hij wordt daar elke dag mee geconfronteerd. Hij wil gewoon een verhaal zien, en een boodschap en een leuk filmpje. De kwaliteit daarvan, daar moet de televisie zich dan maar zorgen over maken. U denkt niet dat u dan de boot mist met een website als deredactie.be? De boot missen, dat is nog ver hoor. Deredactie.be is ongeveer een vierde van de bezoekers van hln.be. Dus die boot, dat is maar een sloepje vrees ik. Maar kijk ieder zijn eigenheid. We zijn in die zin ook niet jaloers wat de VRT allemaal te bieden heeft. Want zij zijn een televisiestation en wij zijn een krant online. Ik weet natuurlijk wel dat een krantensite veel meer moet zijn dan een krant online, maar ieder zijn eigen ding. Wij hebben al een hoop video bij ons, maar wij kunnen ook nooit tegen de VRT op. Als zij bijvoorbeeld de rechten kopen voor Roland Garros, dan beginnen zij dat ook online te streamen. Er gaat een dag komen, en daar ben ik zeker van, dat die rechten voor televisie en online apart zullen verkocht worden, maar dan nog zullen zij, via package deals, een groot voordeel hebben. Dus daar kunnen we niet tegen op. Af en toe zijn we op dat vlak wel een beetje jaloers.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
131
In welke mate heeft de redactie van een nieuwssite andere behoeften voor de vorm van de aangeleverde nieuwsberichten dan de krantenredactie? Is het van groot belang dat de nieuwsagentschappen panklare nieuwsberichten afleveren? Ja, voor internet geldt snel en kort, en ik denk dat dat de belangrijkste woorden zijn. En daar willen andere agentschappen ook nog wel eens in te kort schieten. Er zijn nog wel agentschappen die nog altijd vanuit de krantentraditie werken. Dus dat ze liever een uurtje langer werken aan een goed verhaal, in plaats van ervoor te zorgen dat in ieder geval de online-redacties snel de essentie hebben. maar we leven in een snel veranderende wereld, dus die zullen zich daar hopelijk binnenkort stap voor stap aan aanpassen. Alleen had dat natuurlijk al lang gebeurd moeten zijn. En in hoeverre is dan het aanleveren van achtergrondinformatie belangrijk voor een nieuwssite? Achtergrondinfo, hmm… Ik denk dat, en dat is ook een beetje gebaseerd op ervaringen, het internet op dat vlak genoeg andere aanbieders heeft. Wij zijn een nieuwssite en willen snel nieuws aanleveren. Voor achtergrondinfo gaan mensen toch naar wikipedia enzo, dat is ook allemaal goed verzorgd. Dus ik denk niet dat we daar een functie in hebben. Er is in het verleden ook wel al eens gezegd ‘het zou toch fantastisch zijn als een krant zijn hele archief online zet’ en sommigen doen dat ook. Dus het archief van de krant op de nieuwssite…En dat hebben we met De Morgen dan ook maar gedaan een paar jaar geleden, omdat we een kwaliteitskrant zijn en de andere kwaliteitskrant doet dat ook. Zo simpel zit de wereld soms in elkaar. Alleen stel je dan vast dat op een gemiddelde dag acht mensen gebruik maken van dat krantenarchief. En archiveren kost geld en serverruimte, dus na een tijdje moet je realistisch zijn en zeggen ‘dit is blijkbaar toch niet wat mensen van ons verlangen’. En ik zal misschien even in uw leefwereld treden. Tegen het einde van het jaar trekt dat wel weer wat aan. Voor thesisstudenten en anderzijds voor lesgevend personeel is dat handig, maar we moeten eerlijk zijn en kijken naar het globale cijfer en dat was enorm teleurstellend. Dan een vraag over de technische procedure: Via welke technische procedure moet een nieuwsagentschap het best de nieuwsberichten aanleveren? Via RSS, mail, andere…? Wel, wij laten alles binnenlopen in XML, wat je denk ik een beetje kan vergelijken met RSS. Hoewel nee, dat klopt niet… Het moet gewoon in ons systeem lopen, op een goede manier, met niet teveel onnozele codes daarin, want dat is een vreselijke pest voor journalisten. Dat lijkt mij het belangrijkste. Gaan er op die manier veel artikels verloren, die niet in het oog springen of is dat geen probleem? Nee, dat lijkt mij niet zo’n probleem. Ik vind dat XML onze vraag beantwoordt. In die zin vind ik dat nogal bijkomstig. We hebben in het verleden … en nu nog, bijvoorbeeld het Londense Showbizzagentschap mailen hun berichten, die hebben geen XML-feeds. En ik kan niet zeggen dat we daardoor bepaalde verhalen missen omdat het ‘maar’ in onze mailbox komt. Dat is echt bijkomstig. Als dat zo is, dan zou dat door de luiheid van de journalist zijn. Dat is een puur menselijk gegeven. Maar hoe het ook tot bij ons komt en zelfs als we het zelf gaan moeten zoeken, dat is eigenlijk niet belangrijk. Iedere journalist zou een goed verhaal moeten kunnen herkennen. Sommige online-redacties zeggen hun abonnement op bijvoorbeeld Belga op en gaan in de plaats daarvan zelf het nieuws gaan zoeken via internet. Denkt u dat deze andere mogelijkheden voor de Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
132
journalistieke nieuwsgaring, door middel van de uitgebreide netwerken die journalisten nu voorhanden hebben, in de toekomst de bovenhand kan nemen op het aanbod van nieuwsagentschappen? Wij hebben daar ook al dikwijls over gediscussieerd, omdat al die agentschappen kost natuurlijk samen heel wat geld. Maar het is dus wel degelijk bij die anderen een financiële of budgettaire keuze en geen journalistieke keuze. Dat kan ik u verzekeren. Wat wij nu vaststellen bij, we hebben het over Concentra hé, dat ze Belga gewoon bij ons komen kopiëren. En dan denk ik ‘sorry vrienden, maar we zijn allemaal aandeelhouder van Belga’ en als ze dat niet meer belangrijk vinden, mij niet gelaten. Voor het geld dat we Belga betalen, kunnen we ook heel wat journalisten aanwerven die inderdaad heel veel verhalen kunnen gaan zoeken en gaan maken, maar voorlopig vind ik het wel belangrijk dat we een nationaal persagentschap hebben. En als iedereen zomaar van dat soort oplossingen gaat uitdenken, dan doen wij Belga dood. Dan hebben wij binnenkort geen persagentschap meer. Concentra moet daar toch eens heel goed over nadenken wat de bedoeling is. En als zij Belga inderdaad willen doodduwen, dat zal niet hun bedoeling zijn, maar sowieso, ze moeten goed beseffen dat ze dat in dat geval wel aan het doen zijn. Als dat bewust is, en ze vinden het niet meer belangrijk dat we een nationaal persagentschap hebben in België, ja, dan moeten ze daar als aandeelhouder ook maar uit stappen. Wij hebben als aandeelhouder toch een bepaalde plicht tegenover dat agentschap. En nog eens, als we samen beslissen dat dat niet meer nodig is, dan komt er heel veel geld vrij en dan zullen we andere nieuwssites maken natuurlijk. Misschien is dat voor journalisten wel een grote uitdaging. Dan kunnen we onze ploeg wat uitbreiden met dat geld dat vrijkomt, maar dan hebben we dus geen nationaal persagentschap meer. En dat vind ik eigenlijk een gevaarlijke beweging. Maar bijvoorbeeld over internationale persagentschappen, denkt u dat dit fenomeen zich daar ook kan voordoen, dat er steeds meer zelf op zoek zal gegaan worden naar nieuws op het internet in plaats van beroep te doen op internationale nieuwsagentschappen? Ja, dat gebeurt bij ons nu ook al voor een groot deel. Maar al die agentschappen doen dat ook, wereldwijd zoeken naar nieuws. Dus de vraag is of je het liever zelf doet of probeer je een aantal persagentschappen rond je te verzamelen dat je toch voor een groot deel versterkt. Een argument daartegen is natuurlijk dat bijna iedereen die persagentschappen gebruikt en dat je dus een beetje eenheidsworst krijgt. Daar ben ik ook mee akkoord. Maar ja, wij zoeken een goede mix tussen agentschappen en eigen zoekwerk, waardoor wij dan weer Belga versterken, die ons ook in het oog houden en zeggen ‘aha, die hebben daar een goed verhaal’. Zodat wij dus ook wel een stukje schrijven voor onze andere abonnees. Werken er bij jullie op de online-redactie ook correspondenten die vanuit het buitenland verslag geven? Neen, je weet misschien dat wij iemand in Sydney hebben, maar dat is puur omdat je met dat uurverschil zit. Maar in het veld zitten wij niet, nee. Er wordt dan wel eens gevraagd of dat wel echte journalistiek is, maar de gemiddelde buitenlandredacteur is ook een bureauredacteur. Hoe paradoxaal dat ook klinkt. En ik zou niet durven zeggen dat dat geen echte journalisten zijn. De meeste journalisten waar ik naar opkijk, zijn buitenlandredacteurs of ex-buitenlandredacteurs. Zij hebben gewoon een heel groot wereldbeeld. En er wordt in de journalistiek steeds minder het veld in gegaan. Maar soms is dat ook gewoon heel belachelijk. Bijvoorbeeld bij de persconferentie over de Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
133
comeback van Clijsters, daar stond een Reuters, AP, ANP, Belga- fotograaf, schouder aan schouder hetzelfde beeldje te schieten. Op die dag heb ik naar al die agentschappen een mailtje gestuurd met ‘wat heeft dat in hemelsnaam gekost om drie keer dezelfde foto aan te leveren. Op een persconferentie wordt er sowieso niet meer gezegd dan wat er op dat moment gezegd wordt. Veel meer is daar niet te rapen. Dan denk ik dat je gewoon stom bezig bent. Zeker als je allianties hebt met elkaar, dan moet je kunnen zeggen ‘Belga, morgen is het persconferentie van Kim Clijsters, we gaan ervan uit dat jullie daar zijn en dat we het verhaal en de foto krijgen en bedankt daarvoor’. Waarmee ik gewoon even de nutteloosheid van al die tripjes wil benadrukken. Je moet toch ook een beetje hand in eigen boezem steken. Ik kom van de sportredactie van Het Laatste Nieuws, waar dan de journalisten met drieën Anderlecht achterna reizenbij hun Europese campagne, en dan in het stadium naar de tv zitten te kijken. Dan denk ik, stuur er maar ééntje mee, die dan af en toe met die spelers een babbeltje kan slaan. Hoewel dat dat ook steeds minder mogelijk wordt, want die worden steeds meer afgeschermd. Daarna kan je de persconferentie volgen, maar dat is het. Daarom lopen we dus allemaal naar Shaktar Donetsk bijvoorbeeld, om allemaal hetzelfde te doen. Daar word ik een beetje ongemakkelijk van. IPS kan ook werken rond bepaalde nieuwspakketten, waarbij het agentschap werkt rond een specifiek bepaald thema. Waarbij het dan voor de klanten mogelijk is om enkel van dat nieuwspakket gebruik te maken. Denkt u dat zo’n aanbod meer wenselijk kan zijn? Als ik een abonnement heb op Belga, dan wens ik dat ik alles krijg van Belga en dat ze dus niet met zo pakketjes gaan beginnen. Maar voor zo’n agentschap als IPS, die dus moeite hebben om echt voet aan de grond te krijgen, kan dat we een voet tussen de deur zijn. Daar zou ik best voor open staan, als men mij zoiets aanbiedt. Als het een interessant dossier is, waarom niet? Voor hen lijkt mij dat een heel verstandig idee. Maar het moet dan een bepaalde meerwaarde hebben dan de pure nieuwsflow en dan denk ik dat je dat inderdaad met wat achtergrond moet doen, en misschien is daar wel vraag naar. Maar dan moet je ook heel creatief zijn met het opzoeken enzo. IPS heeft momenteel correspondenten in meer dan 150 landen, vooral in landen waar andere grote nieuwsagentschappen geen correspondenten hebben. Denkt u dat dit uitgebreid netwerk beter benut kan worden, zodat het interessanter zou worden voor jullie? Kijk, al die correspondenten is natuurlijk wel leuk. Alleen als er nieuws is, sta ik tegen ten laatste middernacht als dat moet op de luchthaven van Rwanda, Het is allemaal niet nodig om daar middenin te zitten. Ik weet niet of dat nodig is. Als er een ramp is, dan gaan we daar als krant vrij snel naartoe. Als er een conflict uitbreekt, kan je er meestal niet erg veel doen. De kritiek die al jaren in de buitenlandjournalistiek rondgaat, is volledig juist: Peter Verlinden vanuit Kinshasa. Ik weet niet of je weet hoe ver dat van de grens met Rwanda is, en het speelt zich daar allemaal af. Peter Verlinden is nog iemand die nog heel ver… en Rudi Vranckx is nog gekker op dat vlak…als die kunnen, dan gaan die wel degelijk naar die bepaalde locatie. Maar heel dikwijls gebeurt dat vanuit een veilige hoofdstad, omdat ze sowieso niet verder geraken. In zo’n conflict vallen alle lijnen stil, dan heb ik het over de communicatielijnen, maar ook de treinlijnen, en dat is gewoon zo. Dus wat zit je daar dan te doen in Kinshasa. Dat is ongeveer alsof de dag dat Kim De Gelder toeslaat in Dendermonde, een stand-up te doen in Berlijn daarover. Meet het maar eens op, ik denk dat het klopt. Mag ik daaruit concluderen dat u zegt dat het voor de papieren krant wel nog rendabel zijn om een correspondent te sturen, maar in geen enkel geval voor een nieuwssite? Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
134
We hebben daar gewoon het budget niet voor. Dat is een beetje tragisch. Ik vertel u met veel nostalgie over mijn trip naar Nigeria in 1999 ofzo. Maar dat zie ik nu op geen enkele redactie nog gebeuren, zelfs voor De Morgen of De Standaard niet, laat staan dat we dat online zouden kunnen. Wij kiezen onze momenten online om er op uit te trekken en we hebben lang een plan gehad om toch wel in Washington te zijn toen Obama zijn eed ging afleggen. Maar uiteindelijk kan je niet tegen die agentschappen op. Die hebben daar zoveel volk, zoveel fotografen. Wat ga je daar dan doen, beetje human interest gaan rapen? Tom Van Dyck deed het bijvoorbeeld voor De Morgen, dat was heel leuk. Hij heeft daar gewoon in de massa met wat mensen gesproken en de slogans opgetekend. Maar die hadden we natuurlijk al lang 100 keer gehoord. Ik wil niet denigrerend doen. Het is allemaal mooi, maar je kan op dat moment niet tegen die agentschappen op. En ik denk dat dat een heel mooi principe is dat al die nationale agentschappen hun grondgebied goed afdekken. En als die allemaal even goed zijn, dan heeft het volgens mij weinig zin om daar nog eens iemand extra bij te zetten. Het laatste deeltje gaat over uw visie over jullie nieuwswebsite. De eerste vraag is daarbij hoe u de evolutie van jullie websites ziet? Een stijging in bezoekercijfers op beide fronten. We hebben geweldige cijfers, maar daar kan altijd wel nog iets bij. Maar wat berichtgeving betreft, denk ik dat we er gewoon voor moeten zorgen dat we altijd snel in het nieuws zitten. Iets geven wanneer het gebeurt. Dat is het hoofdrecept eigenlijk. Ik vind niet dat er zoveel evolutie in hoeft te zitten. Bij een krant bijvoorbeeld moet er dringend een evolutie zijn. Maar ik denk dat we met een online nieuwssite heel duidelijk gekozen hebben voor snel nieuws en daarnaast specifieke keuzes eigen aan de titel. Voor HLN.be betekent dat extra inzet voor showbizz en sport, voor demorgen.be is dat een focus op opinie. Maar het hoeft natuurlijk niet te snel veranderen. Denkt u dat het huidige businessmodel voor nieuwssites nog lang vol te houden is? Is er geen sprake van een overaanbod van het harde feitelijke nieuws? Ja, dat zal ook wel. Maar we zitten daar in België nog in een heel kleine wereld. Ik ben nu volop in Nederland bezig. Daar zijn veel meer nieuwssites hoor. Elk met zijn eigenheid natuurlijk en iedereen vindt daarin zijn weg. Dus ik vind niet dat het er zoveel zijn. Ik vraag me wel af wat initiatieven als vandaag.be en nieuws.be…ja dat ziet er allemaal goed uit en blijft een tof idee, maar voorlopig kiezen mensen nog altijd voor die krantentitels online. En ik denk als Google zich ooit op de nieuwssite stort, dat ze ons dan wegblazen. Want zij hebben het duizendvoud van ons budget. Maar voorlopig hebben ze met Google News een mooie weg gevonden en dat is dat ze zich houden aan hun core business, namelijk een zoeksite en een servicesite. Het zijn geen uitgevers en geen nieuwsmensen. Maar als ze zich er op zouden toeleggen, zouden ze het geweldig doen. Gewoon omwille van hun financiële middelen waarover ze beschikken. Maar u vindt niet dat het noodzakelijk is om een eigen niche te zoeken om te kunnen overleven? Wij zoeken niches. Wij hebben bijvoorbeeld ons Eco-kanaal. Dus je bent voortdurend wel op zoek naar dat soort dingen en naar groeipotentieel op alle vlakken. Maar ik denk dat een nieuwssite in eerste instantie nog altijd een nieuwssite moet blijven, waar je alles op terug vindt. Daarnaast zijn er een hoop sites die in hun niche opereren, zoals bijvoorbeeld een showbizz-site, waar ik zeker niet op neerkijk. Maar je ziet dan duidelijk dat wanneer je je in een niche nestelt, dat je dan ook een nichepubliek aanspreekt. We zitten nog altijd in Vlaanderen, het gebied is klein, de internetdekking is Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
135
niet al te goed, hopelijk beter dat elke dag. Maar als je dan ook nog eens in niches gaat werken, wordt je doelpubliek nog kleiner. Dat lijkt me dus onverstandig. En als we niches opzoeken, dan gaan we die in onze grote nieuwssite onderbrengen. Maar u ziet dus voorlopig geen probleem in de financiële situatie van een nieuwssite? Jullie azen natuurlijk allemaal op dezelfde adverteerdergroep? ja, natuurlijk, maar hln.be heeft 400.000 bezoekers op weekdagen en vandaag.be heeft er 4.000. Dus ik word daar voorlopig nog niet ongerust van. En ik denk als adverteerder op zoek gaan naar plaatsen waar zij hun banners kunnen achterlaten, dat ze toch in de eerste plaats nog voor ons zullen kiezen. Het klopt dat we in een slechte economische realiteit verkeren op dit moment, dat het allemaal wat moeilijker gaat. Alleen moeten we goed beseffen dat elke crisis een tijdelijk gegeven is en dat we zeker moeten uitkijken om niet te beginnen panikeren. Zoals bijvoorbeeld de betaalmodellen voor websites, ik zal de vraag even terugkaatsen: heb jij zin om te betalen voor nieuwssites? Ik kan me dat niet voorstellen. We hebben de mensen al die jaren wijsgemaakt dat nieuws gratis is, en dat is echt wijsmaken, want in principe kost nieuws maken geld. Maar je kan nu niet meer zeggen ‘sorry mensen, maar vanaf nu moet je een halve euro per dag betalen om op onze site te kunnen’. Dat gaat niet pakken. Stel dat we dan als uitgevers met zijn allen een afspraak hierover maken, want dat lijkt me dan de enige manier, als we zeggen ‘we doen het allemaal’… dan, ten eerste zullen mensen in het buitenland sowieso het nieuws toch nog vinden, misschien in een andere taal en dat is hen dan misschien beetje teveel moeite. Maar als we als uitgevers allemaal die afspraak maken, dan geef ik ’s anderendaags mijn ontslag en geef ik een gratis site. En dat zal binnen de drie weken de grootste site van het land zijn, waardoor ik het marktaandeel van al die andere afpak en toch rendabel wordt. En dat is een boutade, want ik ga dat natuurlijk niet doen. Maar er zal altijd wel iemand zijn die daar startkapitaal voor zal vinden en die begrijpt dat je op dat moment ergens een gat in de markt kan vullen. En die gaat zeker opduiken, die persoon. Dan hebben we onszelf dus allemaal in het ravijn gestort, collectief. Dat lijkt me dus gewoon niet slim. Misschien moeten we in de toekomst zoeken naar dingen waar mensen wel voor willen betalen. Alleen, dan denk ik bijvoorbeeld aan het regionaal nieuws op nieuwsblad.be, wat wij als hln niet doen, omdat we niet onze krant volledig gratis willen weggeven. Maar dat doen ze nu wel bij Het Nieuwsblad elke dag. Dus hun lezers gaan ook niet accepteren dat je van de ene op de andere dag 20 cent zou vragen voor een artikel. Dus ja, ik zie het niet meteen. Dan heb ik nog een laatste vraag over nieuwsagentschappen in het algemeen: Zijn er volgens u grote toekomstige uitdagingen voor nieuwsagentschappen, willen ze standhouden op de online nieuwsmarkt? Ik denk dat ik daar het belangrijkste onderdeel al van het gezegd. We kunnen zeggen dat de wereld van de nieuwssites nu ongeveer tien jaar bestaat. Laten we er vanuit gaan dat er al tien jaar echt een businessmodel is. En in die tien jaar zijn heel veel agentschappen er nog altijd niet in geslaagd om de ommeslag te maken. Bijvoorbeeld Belga … ja, ze zijn toch nog altijd een beetje traag. Dat ze een lange tekst binnensturen, dan denk ik ‘ja, die mens had twee uur geleden eerste ven tien lijnen had moeten opsturen voor het internet. Dat hij daar honderd lijnen voor de krant schrijft, vind ik heel lovenswaardig. Alleen heeft hij daar dan wel twee uur mee verloren en ons twee uur lang in het ongewisse gelaten. Dat lijkt mij de grote uitdaging voor de nieuwsagentschappen: de snelheid van de nieuwe media. Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
136
En zijn er naast snelheid nog andere uitdagingen waaraan u denkt? Neen, want je hebt het even gehad over video en foto. Maar ik denk dat ze daar wel allemaal al heel goed mee bezig zijn. Maar met video maak je ook geen snel nieuws natuurlijk. Dus ik denk dat de snelheid de grote troef is van het internet en dat ze daar nog meer uit kunnen halen.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
137
3.2. Deredactie.be: Interview met Dirk Reynaers, redactiechef VRT-nieuws online (15 juni 2009)
Mijn eerste vraag is of u het nieuwsagentschap IPS kent? Nauwelijks. Ik kan er eigenlijk echt heel weinig over vertellen. Maar u kent het een beetje of hebt u nog nooit van IPS gehoord? Jawel, ik heb er wel al van gehoord. Het enige dat ik weet is dat ze vooral georiënteerd zijn op buitenlandnieuws, denk ik. Maar we hebben het nooit echt in overweging…Ik denk dat er enkele mensen bij ons er ooit een abonnement op gehad hebben, maar misschien moeten we dan straks naar de buitenlandredactie even gaan om te kijken hoe zij dat geëvalueerd hebben. Ok, prima. Dan ga ik meteen over naar deze vraag: op welke nieuwsagentschappen heeft deredactie.be een abonnement? Dat zijn eigenlijk de algemene. Daarmee dat ik het vreemd vind dat IPS…dus als we een abonnement nemen op een agentschap, dan is dat eigenlijk voor de hele nieuwsdienst. Er bestaat niet zoiets als een specifiek abonnement voor online of radio. We doen dat altijd overkoepelend. Vandaar dat de beslissing over IPS waarschijnlijk overkoepelend is genomen bij het buitenlandnieuws. Dus als nieuwsbronnen hebben we Belga natuurlijk, AFP, AP en Reuters. En specifiek in verband met de internationale berichtgeving, op welke bronnen baseert de redactie zich dan zoal? De 3 agentschappen: Reuters, AP en AFP. Ik denk dat we hier ook het principe hanteren van de bevestiging door twee bronnen vooraleer we een bericht geven. En naast nieuwsagentschappen, buitenlandberichtgeving?
wat
zijn
nog
vaak
gebruikte
bronnen
voor
de
Meer en meer websites. Ik denk dat iedereen toch meer en meer de Websites van BBC en CNN als bron gebruikt. Op welke thema’s denkt u dat IPS zich vooral focust? Ik zou voor de vuistweg ontwikkelingshulp zeggen. Klopt het? Welja, de focus ligt op thema’s als duurzame ontwikkeling, mensenrechten, internationale samenwerking en globalisering, met vooral een focus op de landen uit het Zuiden, de Derde Wereld. Denkt u dat IPS een meerwaarde kan bieden voor jullie redactie? Ja, ik denk dat wel. Alleen moeten we natuurlijk oppassen voor onze objectiviteit en onze betrouwbaarheid. We moeten dan zien dat alles wat van IPS komt ook betrouwbare informatie is.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
138
Zoals je het betrouwbaarheidslabel kan kleven op AFP, AP en Reuters, weet ik niet zo goed of we dat zomaar kunnen doen voor IPS. U bent er niet overtuigd over dat IPS een betrouwbare en objectieve bron is? Ik weet het niet. Ik ben daar niet honderd procent zeker van, maar ik denk niet dat we zomaar kunnen zeggen ‘dat meldt IPS Vlaanderen’. Ja, ik denk dat we dat dan eens grondiger moeten evalueren. Misschien hebben andere mensen dat al gedaan. Ik denk dat we sowieso als VRT daar zeer voorzichtig mee moeten zijn. Mensen die een persbureau oprichten… omdat zomaar over te nemen. Ik denk niet dat we dat moeten doen. En hoe staat u tegenover deze specifieke focus van IPS? Ja, ik weet het niet of dat zo’n absolute meerwaarde biedt voor de VRT. De VRT richt zich natuurlijk op algemene informatie. Hoe meer bronnen, hoe beter natuurlijk, maar ik weet niet of dat voor ons zo bruikbaar zou zijn om dat te integreren in ons aanbod. Waarom twijfelt u daarover? Omdat het een bepaald segment is… ik weet niet of we ons evenwicht dan nog hebben als we opeens veel berichten over duurzame ontwikkeling en ontwikkelingssamenwerking plaatsen en we het politieke nieuws dan minder belichten. Ik denk dat we dan het evenwicht zoek zijn als we dat zouden integreren in onze berichtgeving. Denkt u dat er vraag naar kan zijn van jullie websitebezoekers? Klein, denk ik. Voorlopig richten we ons op een breed publiek en richten we ons niet op een doelgroep. Dat is misschien wat denigrerend om het doelgroepennieuws te noemen, maar het is toch denk ik voor een nichepubliek. En je kunt misschien wel zeggen ‘ja, websites moeten dat wel doen’, maar er moeten wel keuzes gemaakt worden. We kunnen niet zomaar alles oppakken. We zijn een relatief kleine redactie en zomaar berichten overnemen van IPS kunnen we niet doen. Je hebt er sowieso redactionele bewerking op nodig. En ik denk niet dat dat momenteel één van onze prioriteiten is om die aspecten van het buitenlandnieuws te belichten. Bent u tevreden over de berichtgeving over de landen uit het Zuiden door de andere nieuwsagentschappen of vindt u dat ze hierin tekort schieten? Ik denk dat ze daar niet echt uitgebreid over berichten. Ik denk dat er inderdaad wel plaats is voor zo’n gespecialiseerd persagentschap. Maar ik weet niet…bericht IPS ook over Afrika bijvoorbeeld..want ik denk dat de berichtgeving over Afrika bijvoorbeeld door andere persbureaus redelijk ondermaats is. Maar u ervaart dat niet als een gemis? Neen, omdat wij voor buitenlandnieuws gaan in het algemeen. We beperken ons tot een acht- à tiental topitems per dag. En bijvoorbeeld bij pieken over Iran, dan vallen de andere berichten van IPS er sowieso uit.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
139
Ok. Het volgende is misschien niet evident omdat u IPS niet echt kent, maar ik zou toch even willen nagaan hoe u denkt over IPS. Ik zou graag enkele trefwoorden vermelden, waarbij u dan zegt hoe zwak of sterk u IPS hierop denkt in te schatten. Het eerste trefwoord is professionaliteit: Ik denk dat zij daar sterk in zijn, dat het echt mensen zijn die daarin gespecialiseerd zijn. Het heeft natuurlijk een bepaald imago, en daar moeten we als VRT juist voor opletten. We kunnen niet zomaar alles overnemen, maar ik denk wel dat zij veel kwalitatieve en waardevolle berichten verslaan. Dus ik denk dat de professionaliteit echt heel goed is. Het volgende trefwoord is de relevantie en nieuwswaarde van de berichten. Voor de VRT minder. Zegt u dat dan omdat het specifiek over de Derde Wereld gaat? Niet specifiek daarom, maar bepaalde aspecten die maar een bod komen. En op wat baseert u zich dan om nieuwswaarde in te schatten? Is dat bijvoorbeeld louter het aantal bezoekers voor een bepaald artikel? Neen, totaal niet. Omdat als je buitenlandnieuws geeft, dan weet je sowieso dat het voor een kleiner publiek is. En we hebben als de VRT de opdracht om buitenlandnieuws te geven, en je moet dat ook doen, absoluut. En als dat een minder sexy land is, dat sowieso minder bezoekers aantrekt, dan geef je dat toch gewoon. Alleen denk ik dat wij eerder erg gefocust zijn op politiek nieuws en natuurlijk rampen en ongevallen in het buitenland. Volgende trefwoord: de bruikbaarheid van de berichten? Ik denk bruikbaar, maar redactionele verwerking toch nog altijd mogelijk en op dit moment niet de grootste prioriteit in de berichtgeving op onze site. Worden de artikels van de andere nieuwsagentschappen ook steeds onderworpen aan redactionele verwerking? Sowieso, want dat is al in het Engels of het Frans. En van Belga? Ja, nu ik denk wel… voor sommige korte berichten niet, maar dat we wel meestal eerder zijn dan Belga met het opstarten van de berichten, ook voor het buitenland. We gaan dan eerder Reuters, AFP en AP als bron gebruiken om de berichten al op te starten en zodat het bericht toch al geschreven is voordat Belga er mee afkomt. Dus ik denk niet dat we zomaar copy en paste van buitenlandse berichten van Belga doen. Voor andere berichten doen we dat ook niet trouwens, behalve voor officiële mededelingen, dat is iets anders. Als het parket iets laat weten via Belga, kan je dat wel overnemen. Maar we hebben zelf ons netwerk van correspondenten en ook Belga-berichten worden dan nog eens gecheckt. In alle regio’s hebben we onze eigen correspondenten. Bovendien als een bericht binnenkomt, we hebben onze intake, die dan nog eens een bevestiging of een tweede bron zoekt.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
140
En als u zegt dat de berichten eerder moeten gemaakt worden voordat u ze van Belga krijgt, is het dan zo dat de snelheid absolute prioriteit is? In sommige gevallen, niet altijd. Als Iran een nieuwe president heeft, en dat komt binnen, dan geef je dat. Of als er zware rellen zijn, maar niet alle berichten moeten er meteen op staan. Dus als er een zware ramp gebeurt, geef je dat meteen. Maar, met alle respect, als er ergens twaalf doden bij een vechtpartij in Mexico zijn, kan je dat evengoed een paar uur later ook geven. Snelheid is dus niet de absolute prioriteit. Het zijn keuzes die je moet maken. Je kan niet alles meteen geven. En je moet in sommige gevallen wachten tot je voldoende weet wat er aan de hand is. Bij 9/11 kan je wel schrijven dat er een vliegtuig in een gebouw is gevolgen, later meer, maar meestal werkt het zo niet. Ja, omdat de online-redacties van de commerciële media van snelheid wel misschien een absolute prioriteit maken? Ja, inderdaad, maar voor buitenlandnieuws niet denk ik. Ze doen gewoon copy-paste van Belga. Maar ik denk juist dat ze daardoor niet sneller zijn. Ik heb dat niet zo grondig onderzocht. Maar ja…niet alles moet er even snel op staan. Ok, het laatste trefwoord is het alternatief perspectief, de originaliteit. Denkt u dat de berichten die IPS aanbrengt ook ergens anders op het internet te vinden zijn? Geen idee, dat weet ik echt niet. Ok. Vervolgens enkele vragen over de vorm van de aangeleverde nieuwsberichten. Is het voor deredactie.be absoluut noodzakelijk dat een nieuwsagentschap de berichten multimediaal aanbrengt? Neen, ik denk het niet. In ons geval niet omdat wij geen beelden afnemen van anderen. Wij hebben onze eigen beelden, dus de feed van Reuters en AP, waar we een abonnement op hebben. Maar ik denk niet dat we vragende partij zijn om nog andere…. Nochtans op deredactie.be is er een aparte videobalk met allemaal videofragmenten, die toch van nieuwsagentschappen afkomstig zijn? Ja, absoluut, maar als je dan spreekt over kant- en klare berichten aanleveren, dan denk ik niet dat we daar vragende partij om zijn. Maar ik bedoel eerder een videofragment dat bij een artikel geleverd wordt, geen afgewerkt videoverslag. Ahja, ok dat is iets anders. Ik dacht dat je bedoelde afgewerkt, plus gemonteerd. Maar in dat geval absoluut. Daar zijn we wel vragende partij voor. Hoe meer extra videobronnen, hoe beter. En kan dat een doorslaggevend element zijn in de keuze voor een nieuwsagentschap? Ik denk het niet. Ik denk niet dat dit doorslaggevend is voor ons. En wat zouden de vereisten dan zijn voor de kwaliteit van videofragmenten?
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
141
Liefst de kwaliteit die we zelf hanteren voor televisiebeelden, maar we beseffen ook wel dat soms ruwe beelden goed kunnen zijn. Zeker als opstart. In sommige gevallen spelen ruwe beelden zelfs meer voor zich dan afgewerkte items. Dus soms laten we zelfs de ruwe beelden gewoon staan of halen we specifiek nog eens een quote uit het journaal, en plaatsen we dat op die manier erop. Moet een nieuwsagentschap de nieuwsberichten panklaar afleveren of …. …neen, neen, juist niet! Ik denk het niet. Ze mogen dat natuurlijk doen, maar wij hanteren niet het principe dat vrijwel alle andere nieuwssites doen en dat is copy-paste van Belga. Wij doen dat niet, wij blijven investeren in de redactionele verwerking van de berichten. Die betrouwbaarheid blijft een heel belangrijk label voor ons en wij willen dat zeker niet verlaten door zomaar berichten van derden in de ether te gooien. In hoeverre is het aanleveren van achtergrondinformatie, duiding van belang voor jullie nieuwssite? Ja, meer. We willen daar toch wel…en daar is misschien een grotere vraag mogelijk. Je kunt eigenlijk…je hebt nieuws, en dat nieuws moet betrouwbaar en objectief zijn, maar je kan natuurlijk op links maken en zeggen kijk dit is achtergrondinformatie van IPS. Maar dan moet je dat wel apart onderbrengen, net zoals je opinie apart onderbrengt. Op dat vlak ben ik zeker veel meer vragende partij voor duiding, achtergrond, dan echt voor de nieuwsfeiten zelf. Zodat jullie die achtergrondinformatie kunnen integreren op jullie website? Ja, maar toch wel duidelijk maken dat het duiding is. Want dat blijft wel een belangrijk uitgangspunt. Wij zijn zeker vragende partij voor meer achtergrond, duiding, opinie. Maar wel duidelijk maken wat het nieuws is en dat dit iets anders is. Daar zijn we zeker vragende partij voor. Ook dus voor de landen uit het Zuiden? Ja, absoluut. Volgens welke technische procedure moet een nieuwsagentschap het best zijn artikelen aanleveren? Daar weet ik niets van. We hebben een systeem, iNEWS, dat is in samenwerking met AP, denk ik, maar dat ben ik niet honderd procent zeker. En daarin komen alle nieuwsbronnen terecht. Dus zeker niet via RSS ofzo. Hoe die tekstbestanden hier binnenkomen, dat weet ik niet. Ik weet alleen hoe ik ze zie op iNEWS. En kan dit element ook een doorslaggevende factor zijn? Als we IPS zouden gebruiken, dan moet dat ook geïntegreerd worden. We gaan niet nog eens zelf…die bronnen moeten gewoon samen zitten. Bepaalde online nieuwsredacties hebben hun abonnement bij Belga opgezegd om met dat vrijgekomen geld meer journalisten in te zetten die zelf op zoek gaan naar informatie op het internet, omdat de journalisten toch over een voldoende uitgebreid netwerk zouden beschikken. Denkt u dat dit een trend is die in de toekomst de bovenhand kan halen op nieuwsagentschappen?
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
142
Ja, dat zou ik zeker niet uitsluiten. Op dit moment is dat niet aan de orde. Het zou nu dom zijn om het Belga-abonnement over boord te gooien. Belga heeft nog steeds een meerwaarde, ook officiële mededelingen die dan via Belga binnenkomen. Maar ik sluit dat inderdaad niet uit dat het in de toekomst zonder Belga mogelijk is. Merkt u reeds dat de journalisten binnen jullie redactie meer beroep doen op andere informatiebronnen, zoals weblogs? Niet zo heel veel. Dat zit nog in een redelijk embryonaal stadium. We hebben eigenlijk in Vlaanderen nog niet zo heel veel goede informatiebronnen op dat vlak denk ik. Ik heb de indruk dat dit nog niet echt boomt in Vlaanderen. Nieuws via blogs, RSS, Twitter, dat dit veel moeilijker van de grond komt dan in andere landen. We dachten even dat we vorige zondag de eerste verkiezingsuitslag via Twitter zouden hebben, maar dat was niet het geval. Dat was dan het ideale moment om Twitter naar voren te schuiven als nieuwe informatiebron, maar neen toch niet. Je zou dat dan natuurlijk niet gewoon overnemen, maar dat kan gesignaleerd worden als bron en dan gaan checken. Maar u verwacht van dergelijke bronnen in de toekomst van een stijgend gebruik? Ik denk het wel. Het is natuurlijk wisselwerking. Het moet zich eerst bewijzen dat het een meerwaarde heeft, zodat we als VRT erop kunnen focussen. IPS kan ook rond bepaalde nieuwspakketten werken, waarbij het zich dan specifiek richt op een bepaald onderwerp, bijvoorbeeld een tsunami, politieke verkiezingen in een land,… . Denkt u dat zo’n aanbod meer wenselijk is? Ja, misschien wel. Ik denk van wel. Ook al omdat we dan terugkomen op daarstraks, de meerwaarde van achtergrond of duiding. Ik denk dat we onze nieuwsselectie nooit zouden kunnen laten afhangen van een persagentschap als IPS, omdat we andere of algemenere criteria hanteren. Maar als er iets gebeurt, bijvoorbeeld zo’n tsunami zoals je zegt, dat er dan wel achtergrondinformatie of duiding kan komen van IPS, absoluut. Daar ben ik dan zeker vragende partij voor. Ik denk dat dit aspect dan wel een grotere meerwaarde biedt. Werken er momenteel voor jullie website ook correspondenten in het buitenland? Eigenlijk werken we dan met de vaste buitenlandcorrespondenten, zoals Tom van de Weghe en Greet de Keyser en daarnaast heb je de lossere correspondenten in alle landen vrijwel. Zij werken niet echt voor de website, maar we kunnen daar een beroep op doen. Tom schrijft bijvoorbeeld heel vaak voor ons, maar ook bijvoorbeeld vanuit Nederland Joris van de Kerkhof. Buiten Europa is dat minder, behalve Dirk Vermeiren vanuit Turkije nog, maar we hebben niet echt vaste correspondenten die op regelmatige basis voor ons schrijven. Er zijn dus heel wat landen waar jullie geen correspondenten hebben. denkt u dat IPS daar dan een meerwaarde kan bieden door, wanneer jullie vragende partij zijn, hun journalisten in die landen samen te brengen rond een bepaald thema in plaats van zelf een correspondent ter plaatse te moeten sturen? Ja, misschien wel. Op dat vlak zie ik wel samenwerkingsverbanden mogelijk. Ik denk dat dit het grote verschil is. Ik heb nu het gevoel dat IPS echt niet onze eigen nieuwsselectie kan doen, dat die volgens
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
143
onze eigen criteria moet verlopen. Maar ik denk wel dat er een enorme schat aan informatie of achtergrond, duiding is die je absoluut kan benutten. En daar zou wel plaats voor kunnen zijn op jullie website? Ja, dat denk ik wel. Eventueel in een samenwerkingsverband met doorlinken. Dat kan je ook doen. Je kan perfect zeggen, extra link of lees meer. Als het elders op het web te vinden is, dat zou natuurlijk niet slim zijn, want dan komt er geen abonnementsgeld binnen. Maar dat lijkt me dus zeker wel mogelijk. Hoe ziet u de evolutie van jullie nieuwswebsite? De rol van video zal nog groter worden. Nu is het toch nog overwegend een tekstmedium. De mensen komen nu vooral om te lezen, maar de kracht van video wordt toch wel groter en groter. En met absolute pieken wanneer de teksten en de video in elkaar overlopen, zoals in Apeldoorn, verslag van de Koninklijke familie in Nederland. Dan is het web bijna onklopbaar. En dan heb je een wisselwerking: tekst, gecombineerd met video en daarna heb je onmiddellijk die tv-beelden. Dan blijkt dus dat die video elkaar versterkt op het web. En je voelt ook wel dat die video nog veel meer bekeken kan worden. We zetten daar hard op in, omdat we daarin ons ook heel hard onderscheiden van de andere nieuwssites. En hoe denkt u over de evolutie van het Vlaamse online nieuwslandschap, qua aanbieders, want momenteel is er misschien wel een overaanbod van het harde feitelijke nieuws. Denkt u dat deze situatie standhoudt in de toekomst? Ik denk van wel. Ik denk dat de kranten ook verder moeten investeren in krantensites en dat ze dus een model moeten vinden waaraan ze geld kunnen verdienen. Hun website an sich zal nooit zelfbedruipend kunnen worden. Want als je de advertentiemarkt bekijkt, je moet zoveel bezoekers hebben om bepaald aantal reclame te kunnen plaatsen. Ik denk dat een Nederlander dat ooit eens berekend heeft. Als je werkt met het aantal krantenjournalisten waar je nu meer werkt, dan moet je ongeveer 90 miljoen bezoekers of page views per maand hebben. En er is geen enkele Vlaamse of Nederlandse site die dat haalt. Echt zelfbedruipend gaat dat nooit kunnen worden. Maar ik denk wel dat Het Laatste Nieuws en De Standaard wel zullen blijven inzetten op het web. Er wordt ook meer en meer gekeken om onze video ter beschikking te stellen. Er is nog wel een piste hier in huis om dat ook te gaan doen. Kan een nieuwsagentschap zich volgens u nu al beter voorbereiden op de evolutie van de online nieuwsmarkt? Ja, dan kunnen we toch weer terug op die video. Nu, voor dat soort berichtgeving weet ik niet of tekst ooit zal verdwijnen. Bij duiding en achtergrond is tekst toch ook nog altijd een krachtiger middel dan de video. Video moet toch wel sneller zijn, zeker op het internet. Je moet toch al een hele goed video hebben, voordat mensen langer dan een halve minuut blijven. Dus ik denk dat als je met dat soort berichtgeving komt, dat tekst cruciaal blijft. En zijn er naast video nog grote toekomstige uitdagingen voor nieuwsagentschappen? Ik denk dat dit het voornaamste is.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
144
De snelheid is geen factor… Maar ik denk dat die snelheid nu voor iedereen, voor een online medium … het moet per definitie snel zijn, anders heeft het weinig bestaansredenen. Dat zijn absolute criteria. Maar het is geen offerverhaal, je kunt ze beide combineren. Je kunt alles snel opstarten, en je moet dat publiek ook bedienen, maar tegelijkertijd als het opgestart is, kan het ook wel voldoende in duiding en achtergrond verdiepen. Ik denk niet dat je als redactie moet kiezen tussen snelheid en achtergrond of duiding. Mag ik dan besluitend stellen dat, indien jullie overtuigd willen worden van IPS, dat ze dan meer met het aanbod van nieuwspakketten moeten werken? Ik denk het wel. Dus thematischer. En met meer focus op duiding? Dat denk ik ook, dat het nieuws altijd als VRT wordt verslagen, maar dat er wel mogelijkheden zijn, zeker voor duiding en achtergronden, grafiek misschien, of … Die mogelijkheden eerder. Zijn er nog elementen waaraan u denkt zodat IPS beter aan jullie wensen zou kunnen voldoen? Zoals ik het nu zie, zie ik enkel die mogelijkheden voor achtergrond en duiding.
Gesprek met Roger Creyf, coordinator buitenlanddesk VRT Dirk Reynaers verwees mij door naar u, omdat u het meest in contact kwam met de berichten van IPS, toen jullie een proefabonnement op IPS hadden. Daarom had ik graag aan u enkele vragen gesteld over uw ervaringen met IPS. Maar het zit zo: over IPS kan ik heel kort zijn. Wij kunnen daar nauwelijks beroep op doen. Wij hebben namelijk heel weinig tijd om die telexen van IPS, die zeer goed zijn, grondig te lezen. Wij concentreren ons met het nieuws vooral op, wat ik zou noemen, breaking news. De stukken die IPS brengt, zijn meestal achtergrondstukken. Hebben jullie vaak gebruik gemaakt van de berichten van IPS tijdens het proefabonnement? Wel, ik heb dat proefabonnement eigenlijk zelf een beetje geïnitieerd en laten rondgaan bij onze redacteurs en via de mail kunnen ze allemaal aan die telexen, maar in hoeverre daar gebruik van gemaakt word…ik denk dat de meeste mensen die tijd hebben, daar in grasduinen voor een dossier, voor het updaten van een dossier. Maar dat wij daar weinig gebruik van kunnen maken als nieuwsjournaal om daar feiten die de dag zelf gebeuren, te checken. Wel voor achtergrond en om te contextueren. Maar niet voor het nieuws, daarvoor hebben wij de klassieke nieuwsagentschappen als Reuters en AP. Was u over het algemeen tevreden over IPS? Ik denk dat dat geen probleem is. Het is een degelijk agentschap. Zij geven veel achtergrond, veel informatie. Alleen, denk ik, is het niet onmiddellijk geschikt voor, ik denk zelfs niet voor kranten, als Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
145
voor magazines en de mensen die achtergrondinformatie brengen over gebeurtenissen waar ook ter wereld. Dat is eigenlijk mijn ervaring met IPS.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
146
3.3. Knack.be: Interview met Jos Grobben, hoofdredacteur digitale media Roularta (17 juni 2009):
Kent u het nieuwsagentschap IPS? Ik ken het enkel van naam. En hoe hebt u de naam leren kennen? Van de entourage van het magazine MO. Ik denk toch dat er heel vaak een verwijzing onder de artikels van MO naar IPS staat. Dus dat zij zich daar wel sterk op baseren. Hoe positioneert u IPS nieuwsagentschappen?
tegenover
andere
nieuwsbronnen,
bijvoorbeeld
de
andere
Als een alternatief dat zich vooral focust op de sociale problematiek denk ik. En tegenover bijvoorbeeld Indymedia? Daar heb ik geen enkel idee van. Beschouwt u IPS als een geloofwaardige en objectieve nieuwsbron? Ik vermoed van wel. Ik denk wel dat ik hen als geloofwaardig mag beschouwen. En daarvoor heb ik twee redenen. Eén, de berichten van IPS zijn vaak te vinden bij het magazine MO. En ik ben er zeker van dat MO die berichten niet zou overnemen als ze niet geloofwaardig en objectief zijn. ik hoor onze online redacteurs wel vaak eens zeggen: ‘hé, dat bericht staat op MO en dat komt van IPS. Dat is wel een interessant artikel, dat willen we ook geven. Daar moeten we een gevecht om doen’. Mijn tweede reden is dat de redactie van Mo toch voor gedegen informatie staat. Er is zeker een grond van degelijkheid. Ik heb me nooit beziggehouden met de Derde Wereld, maar als er een interessante leuke link verschijnt van een artikel over IPS, hoor ik mijn jongens van de knack-website er toch wel soms over praten. Bij welke nieuwsagentschappen heeft de online-redactie een abonnement? Belga, Reuters, AFP en Bloomberg. Maar Bloomberg is dan vooral voor het magazine Cash van Trends. Jullie hebben geen abonnement op AP? Neen. Welke bronnen gebruikt de online-redactie voor de internationale berichtgeving? Als we over de Derde Wereld willen berichten, dan zijn er twee mogelijkheden voor de online berichten. Eerst en vooral van de printredactie. Zij maken vrij regelmatig ook iets voor de website. En als het niet van de print komt, dan komt het van nieuwsagentschappen. Zo simpel is dat. Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
147
En eigen nieuwsgaring? Ik las onlangs een artikel dat overgenomen was van BBC? Ja dat klopt. Ok, er zijn dus drie mogelijkheden. Onze journalisten gaan inderdaad ook zelf op websites op zoek. Wat is volgens u de kerntaak van IPS? Dat is volgens mij problemen op tafel helpen te leggen die anders dreigen vergeten te worden. Dat is ook hun enige bestaansreden. Dat is hun specialiteit, hun eigen niche, al klinkt niche dan misschien te negatief. Maar zij moeten niet hetzelfde brengen als de andere agentschappen en dat is ook helemaal hun bedoeling niet denk ik. Ze willen meer aandacht geven aan de Noord-Zuidproblematiek. En ik denk dat ze daar wel in slagen, ja. Behoort het brengen van achtergrond, duiding niet tot hun kerntaak volgens u? Neen, ik denk niet dat dat hun kerntaak moet zijn. Als je praat over achtergrond en duiding, dan heb je met het probleem van kosten te maken. De vraag is dan of je voldoende middelen hebt. Een tweede verschijnsel is dat de markt voor nieuws nu eenmaal veel groter is dan de markt voor duiding. En daar moet je toch ook beetje oog voor hebben. Je moet ook beetje denken in economische termen. Dus daarom is het best dat je je eerst op het echt nieuws richt en minder op duiding. Duiding is ook zeer vaak opiniërend en dat stoot klanten af. Want op die manier ben je misschien minder objectief. Klanten hebben dat niet zo graag, zij zorgen zelf wel voor opinie, dat is hun taak. En dat is dus een zeer vervelend element bij die duiding. Op welke thema’s focust IPS zich volgens u? Op thema’s waar er uiteindelijk een enorme markt voor is. Op de Noord-Zuid-problematiek volgens mij, op de Derde Wereld, maar dan kun je je ook de vraag stellen waar die Derde Wereld begint. Is dat enkel de landen rondom de evenaar of speelt zich dat hier ook af? Neem je de Vierde Wereld er dus bij? En als je dat kan, dan is dat zeker een pluspunt om dat erbij te nemen, maar ik denk niet dat daar zomaar de middelen voor zijn. Dus moet je van je prioriteiten alleszins die Noord-Zuid aanhouden. IPS focust zijn berichtgeving op thema’s als duurzame ontwikkeling, internationale samenwerking, mensenrechten en globalisering, met telkens de klemtoon op de landen uit het Zuiden. Denkt u dat die specifieke focus een meerwaarde kan bieden voor de internationale berichtgeving op jullie website? Ja, absoluut. Dat denk ik zeker. Thema’s als duurzame ontwikkeling, dat komt …. Als je nu één week alle berichten in de Vlaamse media zou nagaan, en je kijkt hoeveel er over die thema’s bericht wordt in de kranten, radio en televisie?...Pak nu gemiddeld een uur per week, al lijkt me dat ook al bijster veel. Dat komt gewoon dus bijna niet aan bod bij de media. En mij ga je niet wijsmaken dat in heel dat Zuiden niets interessants gebeurt. Daar zijn zeker ook heel interessante dingen te vermelden. Kijk, Kanaal Z die hier ook zit is een sociaal-economische nieuwszender. En wat komt er dan aan bod? Dan werk je dus rond de thema’s als de beurs, maar dat is allemaal zeer steriel, allemaal zeer voorspelbaar. Je weet dat morgen de beurs zal dalen of zal stijgen. Het kan dus maar twee kanten uit. Maar op de duur krijg je dus gewoon puur voorspelbaar nieuws. En dan is er gezegd geweest: ‘kijk toch eens dieper?’. Er zitten waarschijnlijk ook heel wat leuke, menselijke verhalen daarachter. Een Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
148
andere kijk, zodat je niet enkel voorspelbaar nieuws brengt. En die aanpak moet je eigenlijk overal toepassen. Dat is dus net hetzelfde voor een thema als duurzame ontwikkeling. Er is op dat vlak zeker nieuws te rapen dat voor de mensen echt verrassend is, het meer menselijke verhaal. Maar dat is natuurlijk een hele opdracht omdat het ontzettend moeilijk is om toegang te krijgen tot die klassieke media. De media zijn voor een stuk zelf daar ziek ik en brengen enkel dat voorspelbare feitelijke nieuws. U staat dus zeer positief tegenover die specifieke focus van IPS? Ja, absoluut. Niets is zo saai als generalisatie. Nu krijg je gewoon veel te veel voorspelbaar nieuws. Het meest van het nieuws is op voorhand al gepland. Als er bijvoorbeeld ergens een congres is, dat is al van maanden op voorhand geweten. Dat is dus voorspelbaar. Er ligt dus voor die thema’s een hele wereld braak. Het nadeel is natuurlijk dat het met die thema’s heel moeilijk is om door te dringen tot de media, maar het grote voordeel is dat je op die manier het mainstream nieuwsaanbod negeert. De berichtgeving nu is vaak veel te kort. En dat is ook een probleem. Ik zou graag nu enkele trefwoorden aanhalen, waarbij het dan de bedoeling is dat u zegt hoe sterk of zwak u IPS inschat op die variabele. Het eerste trefwoord is professionaliteit: Dat is voor mij een groot vraagteken. Maar als ik zie dat Guy Goris daar positief over praat, dan heb ik daar wel vertrouwen in. Het volgende trefwoord is de relevantie en nieuwswaarde van de nieuwsberichten. Zeker hoog, maar wel onderbenut. En als we dan praten over nieuwswaarde, op welke factoren baseert u zich om nieuwswaarde te meten? Dat wordt gemeten aan de hand van drie factoren. De eerste is de factor ‘nieuws’ op zich. Is het wel degelijks nieuws voor de mensen? Is het nieuw? Ten tweede kijken we dan of de berichten een hoog nieuwsgehalte hebben, zijn de gebeurtenissen onverwacht of ongekend? En ten derde kijken we naar de bron, kan je er op vertrouwen? Berichten die van Twitter komen, hebben bij mij geen enkele kans om door te groeien naar een artikel. Dat is niet betrouwbaar. Speelt het aantal bezoekers per artikel geen rol? Neen, nieuwswaarde heeft bij ons absoluut niets te maken met het aantal bezoekers. Bij sommige berichten wordt dat natuurlijk wel gedaan. Als je een bericht over N-VA en een bericht over Ecolo hebt, dan weet je wel dat zoiets van N-VA veel meer gelezen gaat worden, maar dat wil niet zeggen dat we dan steeds voor dat bericht over N-VA zouden kiezen. Het volgende trefwoord is de bruikbaarheid: Als ik zie dat ze dat hier gebruiken, dan zit dat wel ok denk ik. Maar ik baseer me ook hiervoor alweer op MO. Maar dat wou ik misschien ook nog eens zeggen: Ik zie soms ook, als ik op fora van algemene websites kijk, zie ik de naam IPS regelmatig vernoemd worden. En ofwel zijn dat heel erg voorstanders, ofwel mensen die er echt totaal niets van moeten weten. Dat is zo’n onderwerp waarover blijkbaar moeilijk een middenweg te kiezen is, of je bent tegen of je bent voor. En dan denk Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
149
ik wel dat IPS dat kan gebruiken. Andere bedrijven kunnen dat veel minder, mensen gaan daar niet zo’n uitgesproken mening over hebben. Maar omdat IPS dan toch zo verbonden is met het maatschappelijke…Volgens mij is voor hen een veel grotere mogelijkheid op Facebook en Twitter enzo dan voor andere nieuwsagentschappen bijvoorbeeld. Die sociale netwerken kunnen echt iets zijn dat IPS meer kan gebruiken, een soort microkosmos. De polarisering is zodanig groot bij de mensen. De Washington Post heeft ook zo’n Wash up gedaan met facebook bijvoorbeeld. Je kan met facebook ofzo wel zorgen voor klantenbinding. Ik zeg niet dat je daar rechtstreeks uw nieuws kan mee verkopen of abonnementen mee kunt versieren. Nee, dat zeker niet. Het is ook zeker wel overroepen door bepaalde gebruikers, net zoals bloggers een zeer overroepen fenomeen kan zijn. Maar zij kunnen wel iets doen met sociale netwerken dat anderen minder kunnen, vanwege hun maatschappelijk standpunten. Je hebt altijd een aantal fans van die problematiek. Dat zou ik hen dus echt aanraden om dat beter te bespelen. Als ze zich daar meer op zouden toeleggen…Ik denk dat hun bereik dan veel groter wordt dan door enkel bij de klassieke media langs te gaan. En dat is toch wat zij ook willen veronderstel ik. IPS is een alternatief en zal volgens mij op veel meer sympathie kunnen rekenen, er is volgens mij relatief veel interesse daarvoor. Gebruiken jullie met Knack ook bijvoorbeeld Facebook? Wij met Knack hebben ook een facebookgroep aangemaakt. Het enige wat we daarmee doen is een persoonlijke impressie opzetten. We gebruiken dat eigenlijk enkel voor onze brand te a-waren. We gaan dat niet inzetten om rechtstreeks abonnementen te verkopen ofzo, dat pakt ook niet denk ik. Ok. Het volgende trefwoord is de originaliteit, het alternatieve perspectief. Zijn de berichten ook ergens ander te vinden volgens u? Een gedeelte van de berichten zal zeker ook ergens anders te vinden zijn. Maar dan moet je ook zelf actief er op zoek naar gaan en dat neemt veel tijd in beslag. Een nieuwsagentschap levert net de berichten. Eén van hun kerntaken is het nieuws filteren, selecteren, zodat het bruikbaar is. Zij moeten dus zorgen voor drie dingen, namelijk de continuïteit van de berichten, de kwaliteit van hun berichten en doordat het van een nieuwsagentschap komt, moet het nieuws toch al zeker eens gecheckt zijn. Het is gewoon onmogelijk om zelf alles te gaan opzoeken op het internet bijvoorbeeld. Je gaat gewoon niet die moeite doen. De online-rdactie van Concentra heeft nochtans hun abonnement op Belga opgezegd, omdat hun journalisten via het internet onder andere volgens hen toch een uitgebreid netwerk hebben, waardoor ze zelf die informatie kunnen opzoeken. Wat denkt u daarvan? Denkt u dat die tendens in de toekomst de bovenhand kan nemen op nieuwsagentschappen? Dat is echt flauwekul. Dat is allemaal grote nonsens. Want wat gebeurt er nu uiteindelijk? Concentra gaat het nieuws gewoon gaan kopiëren van Google News, en dus van de websites van de andere kranten. En op die manier gebruiken ze toch die nieuwsberichten. Als ik Belga zou zijn…Als Belga het hard wilt spelen, kunnen ze zeggen ‘Telkens we nog een artikel van ons op jullie website zien staan, dan nemen we maatregelen ofzo’. Ik zou dat toch doen. En dan zou Concentra ook met een probleem zitten. Nee, ik zie dat absoluut niet als een bedreiging voor de nieuwsagentschappen. Is het voor jullie website van groot belang dat een nieuwsagentschap het nieuws multimediaal aanreikt?
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
150
Neen, eigenlijk niet. De uitbouw van foto en video is bij onze site nog eerder vrij zwak. De content moet ook niet altijd een prentje en video hebben. Je hebt de nieuwsfeiten en die worden dan verrijkt door video of foto. Maar het is dan ook maar ‘verrijken’ hé. Je moet daar ook niet meer waarde aan hechten dan het heeft. Tekst is een zeer krachtig medium ook. En ook voor de onderwerpen van IPS. Ik geloof niet dat tekst zal verdwijnen, want soms kan dat ook meer zeggen dan een foto of video. In andere gevallen kan een nieuwsfeit met video of foto inderdaad ook alleen volstaan. Maar het is toch vooral een mythe dat dat een noodzaak is. Het is niet noodzakelijk voor ons, maar het is wel een beperkte meerwaarde. Moet een nieuwsagentschap panklare berichten afleveren of mag er nog redactionele verwerking nodig zijn? Nee, het moet niet panklaar zijn. Er zijn maar heel weinig berichten die zomaar overgenomen worden. Maar wij verschillen daarin ook van de andere nieuwssites. Wij hebben geen dagritme met onze website. Onze redactie bestaat uit weekbladjournalisten. Wij werken dus niet in shifts zoals bij de andere online-redacties. Weekendwerk is bij ons dan ook eer uitzonderlijk. Niemand wil graag nog eens overwerken of tijdens het weekend werken. En dat heeft natuurlijk enorme repercussies voor een nieuwssite. Buiten de uren wordt er dan ook gewerkt met automatische feeds van Belga, maar dat wordt toch maar heel zelden klakkeloos overgezet op onze site. Alles moet eerst gecontroleerd worden. Dus panklaar? Het is een voordeel, maar het is absoluut geen verplichting. In hoeverre is achtergrondinformatie belangrijk voor jullie nieuwssite? Dat is van geen belang…. Al is het natuurlijk ook wel interessant om te weten hoe de situatie bijvoorbeeld, ik zeg maar wat, van de boeren in Zimbabwe is ontstaan alvorens daar ook een artikel over te brengen. Maar het internet heeft één probleem en dat is de lengte. Dat is dus ook één van de grote beperkingen van het medium. Er is namelijk relatief weinig vraag naar achtergrond, duiding of langere artikels. En ziet u geen mogelijkheid met interne hyperlinks? Jaja, absoluut. Maar dat gebeurt nu ook al. Maar toch zie je telkens dat voor de langere verhalen minder vraag is. Via welke technische procedure moet een nieuwsagentschap het best het nieuws aanleveren? Daar weet ik eigenlijk niet zo veel van af. Maar we hebben daar geen geïntegreerd systeem voor. Alles loopt binnen via de eigen sites. Onze journalisten staan dan ook constant met verschillende computerschermen naast elkaar open. Maar op die manier is het zeer gemakkelijk te downloaden. Er wordt eigenlijk gewoon copy-paste gedaan. Het is dus een content management system. Maar de technische procedure is eigenlijk niet zo’n belangrijk gegevens. We gebruiken nu elke website en dat is op xml gebaseerd. IPS kan rond bepaalde nieuwspakketten werken, waarbij het zich dan specifiek richt rond een bepaald thema. Is zo’n aanbod meer wenselijk voor jullie nieuwswebsite? Ja, dat zou inderdaad wel eens kunnen dat zoiets meer wenselijk is. Als ze zich dan bijvoorbeeld enkel concentreren op de verkiezingen in Zimbabwe. En daar dan ook een ander verhaal gaan
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
151
zoeken. Andere nieuwsagentschappen blijven steeds bij algemeenheden. Dus IPS kan daar dan wel een andere verhaal bij brengen, interessante verhalen die door de andere agentschappen nooit aan bod zullen komen. Als er bijvoorbeeld in een bepaald land ergens verkiezingen zijn, leveren wij meestal een maand op voorhand meer aandacht voor dat land om zo dat land beter te situeren, zodat je op het moment van de gebeurtenissen niet volledig afhankelijk bent van de nieuwsbronnen. Dus ja, die nieuwspakketten, dat zou inderdaad het overwegen waard zijn. Hoe ziet u de evolutie van jullie nieuwswebsite? Dat is een zeer moeilijke vraag. Wij zijn iets anders in onze website dan de andere uitgevers. De anderen willen via reclame dat hun site winstgevend wordt. Wij meten dat anders. Onze website heeft drie functies. Eerst en vooral moet onze website nieuws brengen. Daarnaast moet het aan cross-promotie doen en als derde aan cross-marketing. Als het ware autopromo. Dat is ons businessmodel. Wij kijken naar de kosten-besparingen en naar het bereik voor corss-promotie. En dat is voorlopig een relatief businessmodel. We kunnen niet enkel kijken naar inkomsten uit advertenties. Dat is zeer gevaarlijk, zeker in het milieu van gratis nieuws. Als we enkel daarnaar zouden kijken, dan moeten we gewoon het populairste nieuws brengen. En dat is voor ons als organisatie natuurlijk zeer moeilijk. We hebben dan ook niet de ambitie om op die markt te gaan. Wij behoren niet tot de top vijf van online uitgevers, maar dat is ook niet erg. De rendabiliteit van onze website wordt niet daaraan gemeten. Onze finaliteit ligt dus anders. En dan komt de vraag: moeten we dat zo houden? Ik denk voorlopig wel. Je weet gewoon niet hoe de evolutie gaat zijn. De uitgevers zijn blindelings in dat model van gratis nieuws gesprongen. En hoe die evolutie niet gaat eindigen, geen idee. Wordt betalend nieuw iets? Daar moet in elk geval toch vraagtekens bij gemaakt worden. Ik weet in elk geval niet wat het zal brengen. Niemand slaagt erin om de evoluties te voorspellen. Zelfs niet de mensen die er academisch en professioneel enorm veel over weten en gespecialiseerd in zijn. Niemand heeft ook zo voorspeld dat internet zo revolutionair ging worden. Net zoals over de GSM. Studiebureaus hebben letterlijk toen nog geschreven dat dit nooit iets zou worden. Niemand zag dat aankomen. Maar als je nu gaat op Googelen, vind je vanalles over wat er binnen tien jaar met het internet zal gebeuren. Plots kan het wel voorspeld worden, ik geloof daar dus niet in. Niemand heeft ook de zeepbel op het internet zien aankomen. Iedereen zegt nu ook dat bloggen, Facebook, Twitter en ga zo maar door, de wereld gaat veroveren. Maar wat is zo’n Twitter? Dat is eigenlijk gewoon hetzelfde als sms’jes op het internet online plaatsen. Heeft iemand ooit vroeger gezegd dat sms’jes in de toekomst nieuwe nieuwsbronnen zullen zijn? Neen, niemand. Is Facebook en dergelijke dan onbelangrijk? Neen, zeker niet, maar het is wel allemaal zeer relatief. Het is zo koffiedik kijken wat de toekomst betreft. Volgens mij is het enige wat zeker is waar het internet naartoe zal gaan, is dat er een geweldige verschuiving zal komen van het vast naar het mobiel internet. Zal het nieuws hierbij gratis blijven? Dat is zeer koffiedik kijken. Wij maken daarom ook daar geen modellen over. Ons businessmodel wordt op jaarbasis berekend en herbekeken. Verwacht u een inkrimping van de online nieuwsaanbieders? Ja, eigenlijk wel. Of toch alleszins een inkrimping van de inspanningen. Veel uitgevers zullen volgens mij hun aspiraties terugschroeven. Het aanbod zal verminderen, maar daarom niet verschralen. Maar misschien is het voor de wereld ook niet erg, als de zesde nieuwswebsite met hetzelfde nieuws zal verdwijnen. Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
152
Wat zijn volgens u de grote toekomstige uitdagingen voor nieuwsagentschappen? Als nieuwsagentschap zou ik vooral eens goed nadenken over het mobiel internet. Ik denk dat de klassieke applicaties gaan verschuiven, met alle gevolgen van dien. Iedereen gaat moeten vechten voor zijn plaats op het internet en uiteindelijk zich minder bezighouden met wat het internet gaat brengen. Dat het mobiel internet er gaat komen, dat is een zekerheid. Het enige wat ons nu nog afremt is omdat het verschrikkelijk duur is, voor de capaciteiten te verminden, en dat er nog teveel verschillende technologieën gebruikt worden. Als de operatoren en providers meer zouden samenwerken en werken naar een bepaalde standaard…Wanneer er één of twee standaarden zouden komen, dan ben je vertrokken. Als besluit, zou jullie redactie interesse kunnen hebben op een abonnement bij IPS Vlaanderen? Daar is tot nu toe nog geen seconde over nagedacht, maar dat kan zeker in overweging genomen worden. Maar dat kan dan zeker nu niet beslist worden. Dat moet voorgelegd worden op de vergaderingen en bekeken worden in onze jaarverslagen. Wat zou IPS kunnen doen om hun aanbod voor jullie nog meer wenselijk te maken? Wat je nu hebt bij alle agentschappen, is dat alles push is, maar het omgekeerde zou ook wel eens leuk zijn. Het zou ook tof zijn als wij kunnen vragen, dus meer evolueren richting pull. Bijvoorbeeld over de verkiezingen in Zimbabwe. Dat wij dan kunnen vragen naar een uitgebreider aanbod, waarbij de andere verhalen ook aan bod komen. Als wij vragen ‘daar zouden we graag iets over hebben’. Ja, dat lijkt me zeker veel meer wenselijk. En ik denk dat IPS daar zeker voor kan zorgen, aangezien zij over dat netwerk aan correspondenten in die landen beschikken.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
153
3.4. Nieuwsblad.be: interview met Jamie Biesemans, online redactie-coördinator (18 juni 2009)
Kent u het nieuwsagentschap IPS? Wel, ik denk dat ik IPS wel ken, omdat ik dat ooit geweten heb van mensen die daar werkten. Als ik me niet vergis is dat een persbureau meer gespecialiseerd in het buitenland, de Derde Wereld, klopt dat? Inderdaad. Dus in die zin ken ik het wel. Ik ga het vast wel eens zijn tegengekomen, gewoon bij het lezen van de krant. Welke krant bedoelt u dan? Ik neem aan de krant De Morgen, aangezien ik vele jaren een trouwe De Morgen-lezer ben geweest. En ik ben vrij zeker dat zij gebruik maken van het materiaal van IPS. Hoe positioneert u IPS tegenover de andere nieuwsagentschappen? Voor zover ik weet, zijn ze dus gespecialiseerd in de Derde Wereld, het buitenland dus. Maar met een bepaalde insteek. En ik weet niet of daar een bepaalde ideologische gedachte achter zit, maar dat lijkt mij het verschil. Wij werken vooral met Belga, AP, Reuters, AFP, APN en DPA. Die bieden ons natuurlijk een heel volledig aanbod. Ik denk dat je met die allemaal samen al een heleboel hebt. En ik denk zeker naar Het Nieuwsblad toe dat IPS een minder interessante partner is. Dat is gewoon omdat de insteek van Het Nieuwsblad gefocust is op het binnenland eigenlijk, dicht bij de mensen als het ware. Als er buitenlandnieuws wordt meegenomen, dan is dat natuurlijk de grote gebeurtenissen, zoals presidentsverkiezingen. De harde feiten dus. Nu is het wel zo, en dan heb ik het specifiek voor online,… de persagentschappen die rollen binnen in een systeem, dat heet CCI, dat wordt ook door de krant gebruikt, dus we krijgen als het ware gewoon een lijst van de telexen aangeboden. Jullie systeem heet CCI? Ja, dat is een overkoepelend systeem waarmee de krant wordt gemaakt. Dat gaat veel verder dan gewoon zo’n module waar uw telexen binnenrollen. Er zit ook lay-out en een controle in. Dus eindredactie. Het oogt spijtig genoeg niet zo mooi, maar het is wel zeer effectief. Wij hakken daarop in door gebruik te maken van de feeds van die persagentschappen. Dus hoe werkt dat? Alles komt binnen, alles door elkaar, je kunt bepaalde filters instellen, bijvoorbeeld enkel Belga, of enkel een zoekterm. Zo kunnen we een oog houden op wat er gebeurt in de wereld en dan kunnen we die dingen claimen om zo te voorkomen dat we met vijf journalisten tegelijk aan een artikel bezig zijn. En IPS loopt daar niet in zover ik weet. Omdat jullie geen abonnement hebben? Ja, maar dat systeem is dus de standaard. Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
154
Werken de online redacties van De Standaard en Het nieuwsblad samen? Jaja, absoluut. Er zijn twee aparte redacties voor Het Nieuwsblad online en De Standaard online, maar we zitten wel in dezelfde content management systeem, dat betekent dat er een soort informele onderwerpenverdeling is. De Standaard doet Wetstraat, buitenland, bepaalde andere dingen, hard economisch nieuws en wij doen dan meer lifestyle, binnenland, regionaal nieuws, sport. Wij uploaden onze artikelen in het systeem en dat komt dan ook bij hen. De stukken die wij in de dag aanbrengen van de persagentschappen, doorgaans verschijnen die op beide sites op hetzelfde moment. Dat is gewoon een kwestie van aanvinken. Zijn beide online redacties op exact dezelfde nieuwsagentschappen geabonneerd? Ik denk het wel. Voor zover ik weet, zitten zij ook gewoon in CCI. Voor zover ik weet, hebben zij exact dezelfde abonnement. Ook wel omdat er een overlap is. Er zijn sommige dagen, een zaterdag bijvoorbeeld, dan is er niemand van De Standaard actief. Dan verzorgen wij de site. Tot voor kort verzorgden zij dan de site voor Het Nieuwsblad op de zondagmorgen. Gewoon een kwestie van mankrachten, heel intensief, niemand staat graag op de zondag. Het zou dus ook niet logisch zijn dat zij andere informatiebronnen hebben. Los daarvan, wij krijgen veel stukken van de krantenredactie. In principe zetten wij de hele krant online, zowel De Standaard als Het Nieuwsblad. We maken wel een selectie. Het kan natuurlijk zijn dat een stuk van de buitenlandredactie gebouwd is rond een stuk van IPS, omdat zij daar wel toegang hebben. Maar ook zij hebben geen abonnement op IPS, dus normaal kan dat niet of wel? Normaal kan dat niet, maar het zou wel kunnen dat een redacteur van het buitenland op één of andere manier daar toch een abonnement op hebben. Ik denk het niet, maar dat check je beter eens bij De Standaard. Denkt u dat IPS een geloofwaardige en objectieve nieuwsbron is? Tjah, ik heb daar op zich geen uitgesproken mening over. Ik heb alleszins al artikelen van hen gelezen die leken te voldoen aan de journalistieke vereisten. Natuurlijk, ik vroeg het me daarnet ook al af, zit er een soort ideologische achtergrond achter, in de zin van we brengen het nieuws van de Derde Wereld. Op zich is daar helemaal niets mee mis, want er wordt inderdaad weinig over gezegd en de traditionele persagentschappen leveren nauwelijks iets over pakweg Afrika of Latijns-Amerika, tenzij er een vliegtuig neerstort of iets in die aard. Dus ik denk dat dat alleen maar een goede zaak kan zijn dat zo’n persagentschap bestaat. En ik ga er dan ook vanuit dat zij hun werk goed doen. Natuurlijk, de informatiebronnen in de Derde Wereld zijn nooit zo betrouwbaar en ik kan me inbeelden als je op afstand een artikel moet samenstellen…. Zij doen dat wel normaal gezien niet op afstand, zij hebben een uitgebreid netwerk in heel veel landen. Voila, dat wist ik dus niet. Maar dat is inderdaad absoluut noodzakelijk. Ik kan me inbeelden dat even uit België naar Ghana bellen om iets te verifiëren, dat dit niet zo gemakkelijk zou zijn. En welke bronnen gebruikt de online redactie dan voor de internationale berichtgeving? Een combinatie van de verschillende nieuwsagentschappen. Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
155
En specifiek voor de Derde Wereld? Zijn er dan bepaalde bronnen die meer gebruikt worden? Ik denk dat het aanbod dat bepaalt. Een Belga had daar niet zoveel over publiceren. DPA of AFP zal over bepaalde landen meer aanbieden, ik vermoed dat daar nog veel te maken heeft met de oudekoloniale waarden. Als het nu gaat over Kenia, ik zou dat eerder bij Reuters of bij AP verwachten, dan bij AFP. Langs de andere kant denk ik dat AFP, van de persagentschappen die wij hebben, het meest internationaal gericht is. Maar dat is min of meer een gissing van mijn kant, aangezien wij toch niet zo veel met het buitenland bezig zijn. Reuters is natuurlijk een enorme stroom, AP hetzelfde. Dat is een heel debiet aan berichten. Je kan daar dus moeilijk iets over zeggen in termen van kwantiteit. Maar mijn gevoel is dat AFP toch nog net iets meer internationaal gericht is. Hebt u een idee op welke thema’s IPS zich focust? Neen, eigenlijk niet. Ik neem aan op de klassieke Derde Wereld-thema’s: Noord-Zuid, inkomstenongelijkheid, handel moet volgens mij ook wel een belangrijk thema zijn. Dat zijn de dingen die ik associeer met de Derde Wereld. Ahja, mensenrechten ook waarschijnlijk. Inderdaad. IPS focust zich op thema’s als duurzame ontwikkeling, internationale samenwerking, mensenrechten en globalisering. Denkt u dat die focus een meerwaarde kan bieden voor een nieuwssite als nieuwsblad.be? Dat is moeilijk te zeggen omdat we toch wel met een bepaald recept zitten. Je kent Het Nieuwsblad, de site is iets breder dan de krant. De krant is heel erg gefocust op echt het dorpsgevoel, we gaan natuurlijk wel iets breder. Ik denk dat dan in het geheel de plaats die we kunnen ruimen voor die berichtgeving vrij beperkt is. Gewoon omdat wij tout court voor buitenlandnieuws weinig plaats ruimen. Dat is gewoon ons recept. De Standaard zal daar een heel ander antwoord op geven. Het zijn twee merken die naast elkaar moeten blijven bestaan, dus we moeten ook wel iets anders doen, anders beginnen we elkaar te beconcurreren. Wat zijn bij jullie de criteria om de nieuwswaarde van een nieuwsbericht te meten? Voor een deel is dat nog altijd het ouderwetse aanvoelen. De mensen die hier werken als online redacteurs, dat is een ander profiel dan de traditionele journalist, zij schrijven zelf heel wat minder. Maar zij zijn wel enorme generalisten die met alles mee moeten zijn. Wij hebben ook het grote voordeel dat bij twijfel de krantenredactie op de schouders kunnen tikken en vragen: ‘we hebben hier een bericht, kun je voor ons eens inschatten hoe belangrijk dat is?’. Dat gaat allemaal wel vrij snel. Speelt dan het aantal bezoekers voor een bepaald artikel als belangrijkste factor? Bij mijn vorige job hielden we daar veel meer rekening mee. We hangen hier onze keuze veel minder er van af, omdat onze meetsystemen niet zo goed zijn. Maar daar wordt aan gewerkt. Natuurlijk actualiteit is voor een deel kneedbaar. Bijvoorbeeld Kimberley met haar sterren, uiteindelijk is dat heel kneedbaar nieuws. Maar een vliegtuig dat uit de lucht valt, je kan daar niet teveel aan plannen. Wat bedoelt u dan met kneedbaar nieuws? Ik bedoel gewoon dat het geen algemeen nieuwsfeit is. Dat is iets wat gebeurd is en dat dan toevallig een journalist opgepikt heeft en dat een leuk verhaal bleek te zijn. Het Kimberley-nieuws had ook Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
156
een week kunnen blijven liggen. Dat kan niet met dat neergestort vliegtuig. In die zin kan je maar voor een deel rekening houden met wat je lezers graag lezen. Maar als we nu bijvoorbeeld zien dat zwaar economisch nieuws niet werkt bij ons, dan gaan we dat ook minder aanbrengen natuurlijk. In die zin denk ik dat als we heel veel buitenlandnieuws zouden brengen, dat het weinig zou uithalen. Want mensen gaan daarvoor naar De Standaard, De Morgen en De Tijd. Het is natuurlijk niet zo eenvoudig om het buitenland goed te brengen. Er is steeds minder personeel daarvoor. Analyse is vaak belangrijk. Niet alleen het weergeven van de feiten, maar ook een streepje analyse, het allemaal wat kaderen. Ik kan me zo inbeelden, vorig jaar Georgië, opeens is het daar oorlog. Ik ben zeker dat bijna geen enkele journalist hier in België bezig was met Georgië, misschien bij MO-magazine. Op zo’n moment is het bijbenen. Hoe staat u tegenover die specifieke focus van IPS? Ik denk dat dit wel een positieve zaak is. Zoals ik al zei, het aanbod is niet zo groot. Het is dus wel goed dat iemand daarmee bezig is. Denkt u dat de andere nieuwsagentschappen tekort schieten in hun berichtgeving over het Zuiden? Ik denk dat zij gewoon ook een selectie maken. Ja, je kan dan wel zeggen dat ze tekort schieten, door bepaalde landen te negeren. Maar langs de andere kant, een Belga is maar een Belga. AFP is ook maar vrij bescheiden. In die zin begrijp ik dat wel. Is het van groot belang voor jullie website dat een nieuwsagentschap het nieuws multimediaal aanreikt? Wel, wij proberen altijd een totaalpakket aan te bieden. Gewoon tekst, zeker als het langere teksten zijn,…ja, dat is niet zo aantrekkelijk op een website. Beeld is toch wel heel belangrijk. Ik denk dat veel van de verhalen die uit de Derde Wereld komen ook best geïllustreerd worden. Beelden hebben die visuele kracht om mensen te lokken. Ik denk dat het allemaal wat menselijker wordt als er beeldmateriaal bijzit. Dus dat is echt wel belangrijk. We proberen ook steeds, of zo vaak mogelijk, relevante video bij een artikel te plaatsen. Maar het aanbod van video dat we nu binnenkrijgen is relatief beperkt. Zeker als het over buitenland gaat. Want we krijgen video binnen van Belga, Zoom.in, sinds kort van VMMa. We hebben ook nog een eigen kleine productiecel, maar daar komen natuurlijk geen buitenlandberichten uit. Dat is dus wel belangrijk, ja. Is het van groot belang dat een nieuwsagentschap de berichten panklaar aflevert? Hoe panklaarder, des te beter, uiteindelijk. Sowieso zijn er al een aantal gewoontes bij de persbureaus om vervolgverhalen of updates aan te brengen, zodoende dat het gemakkelijk is voor de redacteur om te zien welke de nieuwe informatie is. Het kan evengoed zijn dat een eerste telex over feit X gewoon een zin is. Ik zeg nu maar iets: ‘Obama is neergeschoten, er volgt later meer’. Daar zullen dan verschillende versies in de telex binnenkomen. Er zijn zo een aantal signalen zoals, er komt meer, … In die zin moet het inderdaad wel zo panklaar mogelijk zijn. Als er aan gesleuteld moet worden, dat gebeurt natuurlijk. Nu, een krant heeft veel meer de neiging om de teksten aan te passen omdat zij met een bepaalde ruimte zitten. Als bij ons een stuk heel lang is, is dat op zich geen probleem. Het is wel zo dat de meeste persagentschappen teksten aanleveren die niet webklaar zijn, in de zin van gewoon een lange brok tekst. Teksten die gewoon iets SEO-vriendelijker zijn, titels zijn Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
157
ook heel vaak niet webvriendelijk, er wordt zelden gebruik gemaakt van tussentitels en dergelijke: Dat is allemaal heel belangrijk om de leesbaarheid op een site te verhogen. Het is nu eenmaal een ander medium. In hoeverre is het aanleveren van achtergrondinformatie van belang voor een nieuwssite? Voor ons is dat minder belangrijk. Wij focussen gewoon op nieuws. Over de technische procedure hebben we daarnet al gesproken. Misschien enkel nog dit: kan dit een doorslaggevende factor zijn: stel dat IPS berichten via mail naar jullie zouden doorsturen, is dat een groot probleem? Ik denk dat dit niet zou werken. Het is een heel claim-systeem. Die dingen rollen binnen en iedereen kan daar een oog op houden, wie ook actief is. Want wij werken natuurlijk met shiften. En dat overlapt allemaal niet zo goed. En daar niet zo een claim-systeem in zou zitten, dan zou het om de haverklap discussie zijn. Ik ken de achtergrond niet van CCI, omdat ik ook nog niet zo lang hier ben. Maar CCI is zo een systeem waarmee wij als online redactie nogal eens worstelen. De online redacties van Concentra hebben hun abonnement op Belga opgezegd en in de plaats daarvan gaan hun journalisten zelf op zoek naar informatie op het internet. Denkt u dat dit een evolutie is die zich kan doortrekken ten nadele van de nieuwsagentschappen? Eén van de problemen is…ik weet niet in hoeverre je mee bent met SEO …Dat is een term en omvat eigenlijk search engine optimalization. Het draait eigenlijk allemaal om Google. Je hebt een heel groot aantal mensen die via de sites onze artikels vinden, maar ook een heel groot aantal die er via Google terechtkomen. Mensen die bijvoorbeeld ‘Mijn Restaurant’ intypen. En een probleem daarbij is dat het volledig bepaald wordt door Google. Hoe hoger je in die resultaten staat, des te beter. Maar Google heeft een aantal regeltjes. Het probeert bijvoorbeeld duplicaten, dezelfde versies van artikelen, niet te tonen. Ze toont slechts één ervan. Dus als je iets zoekt, kan je bijvoorbeeld De Standaard tegenkomen, maar niet Het Nieuwsblad, omdat we hetzelfde artikel hebben. En dat is een nadeel van persagentschappen. Je ziet heel hard dat Het Laatste Nieuws, Het Nieuwsblad, De Standaard, ook Concentra toch nog altijd, je ziet daar dezelfde artikelen op. Ik kan me niet inbeelden dat we Belga volledig los zouden laten, omdat onze redacties relatief klein zijn. Het streven hier is om ooit te komen tot een integrated news room, zoals het befaamde VRT-experiment. Dus dat er geen onderscheid is tussen kranten en online journalist. Op zo’n moment zou dat wel eens kunnen, maar ik denk dat we daar nu gewoon te weinig volk voor hebben. Ik denk een persagentschap vervangen door journalisten…. Omdat Concentra via het vrijgekomen geld van Belga, zelf extra journalisten aanwerft die via hun uitgebreide netwerken zelf op zoek gaan naar informatie. Ja, dat klopt allemaal natuurlijk. Maar ik denk dat dat nog altijd moeilijk is. Bijvoorbeeld neem nu een typisch nieuwsfeit: file op de E40 door de staking van de boeren deze ochtend. Tegen de tijd dat je dat gesignaleerd hebt. Misschien moet dat wel lukken, maar er zijn natuurlijk veel van die voorbeelden. Een persagentschap heeft natuurlijk het voordeel van veel mensen die iets aanleveren. Ik denk dat we dat niet gauw zouden doen. En paradoxaal genoeg, als één van de grote spelers in België dan Belga loslaat, dan is dat weer beter voor ons. Wij blijven het gebruiken. Het is inderdaad
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
158
wel iets waar iedereen een beetje mee zit. De persagentschappen, die teksten zijn niet altijd van even hoge kwaliteit. Bedoelt u dan bijvoorbeeld Belga? Ja, onder andere Belga. Ik denk dat je nog altijd naar de vorm moet kijken, maar inhoudelijk blijken er dan soms ook nog fouten in te staan. Ik vrees dat een zekere foutenmarge ingecalculeerd moet worden. Ik vermoed door de snelheid. Er duiken vaak achteraf correcties op. De Standaard heeft ook een correctiefunctie op de site, en die wordt heel actief gebruikt door de lezers. Maar die opmerkingen komen ook bij ons terecht. Wij gaan dat ook invoeren op onze site. Bijgevolg onze community is bijna een bijkomende eindredactie aan het worden. Als het nu pakweg over het buitenland gaat, je hebt soms ook van die mensen die zeggen ‘hé ik zit hier en dat klopt niet’. Dus dat is best wel waardevol. En u spreekt nu over communities. Kunnen communities, blogs of fora ook zelf een nieuwsbron zijn? Maken jullie daar gebruik van? Voor een deel is dat ons regioproject. Regio online, dat zijn puur online medewerkers, vaak ook onbetaalde krachten. Gewoon mensen die bloggen, fotospecials maken. Het niveau varieert natuurlijk, maar dat is een soort burgerjournalistiek natuurlijk. En voor de internationale berichtgeving, gebruiken jullie ook bronnen zoals bijvoorbeeld Twitter? Jawel, onze sportredactie volgt zeker de Twitterfeeds van een aantal bekende mensen, zoals bijvoorbeeld Armstrong. Bij De Standaard Online zijn ze daar ook wel mee bezig. Zij zijn eigenlijk verantwoordelijk voor het buitenland. IPS kan ook werken rond bepaalde nieuwspakketten, waarbij het zich dan specifiek richt op een bepaald onderwerp. Denkt u dat dit aanbod meer wenselijk is, waarbij jullie vraag zou kunnen beantwoord worden door IPS? Dat kan ik me best inbeelden. Bijvoorbeeld verkiezingen in Congo, maar wederom, dat zal dan eerder voor De Standaard zijn. Hoe ziet u de evolutie van jullie nieuwssite? Natuurlijk, dat is een eeuwige zoektocht waar vele mensen denken het antwoord te hebben. Ik denk dat we voor een groot deel al daar zijn, maar er valt nog veel te gebeuren. Heel multimediaal. Uiteindelijk die regiosites wordt nu aangevuld met verenigingensites, dat is allemaal user generated content, het voor deel is dat het UGC is, maar dan met een zekere filter. Het zijn toch wel ergens medewerkers die een gezicht hebben. Ik denk dat we daar al een bepaald streefdoel aan het bereiken zijn van het interactiever te maken en die klassieke ivoren toren wat te verlaten. Maar het is natuurlijk moeilijk te weten welke trends er zitten aan te komen. Ik heb eigenlijk geen idee. En verwacht u een inkrimping van het aantal aanbieders van het harde feitelijke nieuws? Is er momenteel sprake van een overaanbod, waardoor het huidige businessmodel misschien in de toekomst niet meer zal functioneren? Wel, u bedoelt waarschijnlijk heel de discussie omtrent gratis of betalend nieuws? Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
159
Onder andere.. Wel, ik denk dat ondanks dat er nu heel veel mensen zoals Murdoch roepen dat de content moest betalend zijn, dat er een historische fout is gemaakt…Ik geloof daar eerlijk gezegd niet in. Ik zit al heel lang in de business, voor ik naar hier kwam, was ik ook online bezig. En het advertentiemodel werkt wel. Je kunt daar best wel geld aan verdienen. Belangrijk is dat je de boodschap goed verkoopt naar de adverteerders toe. Tien jaar geleden was het heel moeilijk uit te leggen dat zo’n banner effectief iets opbrengt. We werden dan vaak benadeeld door het feit dat online alles meetbaar is. Dus een paginagrootte krantenadvertentie, je hebt geen garantie dat het werkte op de één of andere manier. Maar er is wel een soort blind vertrouwen dat zoiets wel werkt. Terwijl online bleek dan maar dat een half procent aan het klikken was op een banner. ‘Het werkt niet’, hier is het bewijs. Maar dat is wel ergens veranderd. Het internet is nog altijd een jong medium. Ik weet niet of studenten nu anders zijn dan in mijn tijd, maar ik gaf toch niet graag geld uit aan media. Ik vond het heel leuk dat je goedkope krantenabonnementen kon krijgen als student bijvoorbeeld. Als we nu naar studenten zouden stappen en zeggen dat het 250 euro is voor een abonnement, zouden ze veel minder abonnementen verkocht worden. En hetzelfde verhaal geldt voor online. Ik denk dat als we voor alles geld beginnen te vragen…er zijn ook zoveel alternatieven. Er is vaak een sterker engagement tussen een lezer en de krant en een surfer en de site. Als hij niet onmiddellijk vindt wat hij wil vinden, kan hij via Google alternatieven zoeken. Uiteindelijk moet je dan ook aan repressie beginnen doen, want je moet dan alle blogs in de gaten houden om te zien dat zij geen artikelen van jou hebben gestolen. Het is een moeilijke zaak. Ik geloof er niet in. Natuurlijk ik zit niet zo hoog in de structuur, dus het kan evengoed zijn dat we volgend jaar betalend worden, maar ik denk zeker dat het voor Het Nieuwsblad moeilijk te rechtvaardigen is. Wij moeten het hebben van een breed bereik. Een Murdoch verwijst altijd graag naar de Wall Street Journal, maar dat is echt iets heel apart. Zij hebben heel veel institutionele lezers, een beetje zoals De Tijd bij ons. Wall Street zal het vast niet erg vinden om te betalen voor iets. Uiteindelijk gaat het om een relatief kleine groep die relatief veel betalen. Maar een Nieuwsblad-lezer zie ik niet echt voor betalen voor het nieuws. En er wordt dan gesproken over microsommen, bijvoorbeeld vijf eurocent, ik denk toch, zelfs al gaat het om een microsom, dat mensen zich zullen inhouden. En verwacht u een inkrimping van het aantal online nieuwsaanbieders? Dat zou wel eens kunnen. Aantal lezer is uiteindelijk maar een deel van het verhaal. Het hangt er vanaf hoe gezond hun zakenmodel is. Ik heb ook niet echt inzage in alle cijfers, maar zover ik weet verloopt de advertentieverkoop hier bijzonder goed ondanks de crisis. Ik heb het nu over online, de krant is een ander verhaal. Maar het is een kosten-batenverhaal. De Persgroep zet in op een heel grote online redactie en zij ontdubbelen die twee redacties. Gaan ze dat kunnen volhouden, veertig redacteurs in dienst? Het is natuurlijk een grote mediagroep en ze doen het zeker niet slecht. Ik vermoed dat zij daar wel mee zullen doorgaan. Concentra heeft heel sterk bereik in bepaalde regio’s en doen hun werk ook heel goed. Ik vind hen best wel innovatief. Maar dat is een grotere vraag: is er nog plek in Vlaanderen tout court voor drie grote groepen? En je hebt natuurlijk daar de VRT die daartussen fietst en Roularta die ook nieuws brengt. Kunnen nieuwsagentschappen volgens u zich al voorbereiden op de evoluties van de online nieuwsmarkt? Zijn er grote toekomstige uitdagingen?
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
160
Ik denk dat wel. Uiteindelijk leveren zij stukken aan klanten en als de noden van de klanten veranderen, de nieuwssites zijn dan de klanten, dan moet ze veranderen. Bijvoorbeeld stukken SEOvriendelijker maken. Dat klinkt allemaal heel zwaar, maar uiteindelijk zijn het heel eenvoudige regeltjes, regeltjes die ook de lezer ten goede komen. Bijvoorbeeld duidelijke titels. Dat is goed voor de lezer. Persagentschappen durven wel eens volledige zinnen er tegenaan gooien. Maar ik heb natuurlijk geen idee hoe zij het in de toekomst willen aanpakken. Ik denk dat nu het eerste paradigma nog altijd is: we leveren teksten aan en die worden nog altijd door een eindredacteur aangepast. Ik weet niet of dat gaat kunnen blijven. Of het zal veranderen… Ik denk naar sites toe dat het op zijn minst wel praktisch zou zijn. Misschien nog aansluitend, we werken voor onze content ook met een aantal andere partners zoals Jobat, Zoom.in, Clickx, … Allemaal gespecialiseerde nichepublicaties, maar die leveren kant-en-klare artikelen aan. Dat is voor onze zeer handig. Zo moeten wij niet investeren in gespecialiseerde redacteurs en die mensen zijn er dag in, dag uit mee bezig. Dus kwalitatief is dat gewoon beter. Zij leveren gewoon alles aan.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
161
3.5. Standaard.be: Interview met Sofie Vandenhouwe, redactrice DS Online (18 juni 2009):
Dominique Deckmyn heeft me naar u doorverwezen, omdat u blijkbaar als enige IPS kent? Ja, het zit zo. Heel weinig mensen op deze redactie kennen IPS. Ik ben de enige van de online redactie die IPS kent en vandaar dat Dominique dat aan mij gevraagd heeft, aangezien niemand anders daar iets over te zeggen heeft. Van waar kent u het agentschap? Ik heb daar nog voor gefreelanced. Een paar maanden denk ik. Hebben jullie hier ook een proefabonnement gehad? Dat moet je aan de buitenlandredactie vragen. Dat heeft niets met online te maken. Maar ik denk het wel, maar ik ben het niet helemaal zeker. Maar bij mijn weten heeft IPS zelf de online redactie nog nooit benaderd. Maar dat weet ik ook niet heel zeker. Ik werk hier nu twee jaar, maar gedurende die twee jaar alleszins niet. Hoe positioneert u IPS tegenover andere nieuwsagentschappen? Ik denk dat zij een kleine speler die een beetje een probleem hebben met zich in de markt te zetten, omdat niemand die echt kent. Maar ik vind wel dat zij een meerwaarde hebben door het feit dat zij met lokale verslaggevers ter plaatse werken. Nu het probleem dat ik daar een beetje bij vond, toen ik daar bij freelancete was dat je…dus er komen allemaal persberichten binnen in het Engels, Frans van die lokale medewerkers, maar de kwaliteit daarvan is niet altijd even goed en dat is ook moeilijk om te checken. Dus je hebt een tekst die heel vaak bewerkt wordt voordat die op de nieuwsredactie komt. Dat kan een impact hebben op de kwaliteit. En als u zegt dat de kwaliteit niet altijd even goed is? Bedoelt u dan inhoudelijk? Inhoudelijk kan ik niet zeggen. Je kan niet echt gaan checken of het echt is, maar dat is met alle nieuwsagentschappen. Maar je gaat er van uit dat het wel zo is, omdat het een nieuwsagentschap is. Maar ik denk dat dat bij IPS nog iets gevoeliger ligt. En dan is het toch vooral vormelijk, dat de berichten niet altijd even goed geschreven zijn. Maar dan heb je wel de mensen van IPS Vlaanderen die de teksten herwerken. Dus uiteindelijk komen er wel deftige teksten bij de redacties terecht. Maar misschien druk ik me ook wel te sterk uit, ik wil niet de mensen van IPS op mijn dak. Maar ik vind het nobel wat ze doen. Het is goed dat IPS bestaat, maar ik zeg alleen dat er volgens mij een aantal dingen zijn die ze beter kunnen aanpakken. Beschouwt u IPS als een geloofwaardige en objectieve nieuwsbron? Ja, dat wel. Ze geven een andere mening, ze laten niet de mainstream aan bod. Maar ze voldoen wel aan de criteria van objectieve journalistiek. Enfin, ik ga het anders zeggen. De berichten die binnenkomen bij IPS, daar wordt ook een selectie op gedaan door de mensen van IPS Vlaanderen Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
162
zelf. Dus door die check die erop zit, ben ik er wel van overtuigd dat het objectief nieuws is dat zij brengen. Hebben jullie een abonnement op dezelfde nieuwsagentschappen als nieuwsblad.be? Ja, inderdaad. Op welke bronnen baseren jullie zich vooral voor de berichtgeving over de landen uit de Derde Wereld? In de eerste plaats op de bestaande nieuwsagentschappen. Dat is de eerste bron. Maar verder gaan we zelf op zoek naar andere websites, zoals BBC World, CNN,… Het is ook afhankelijk van waar er iets gebeurt. Het kan ook zijn dat we naar Al Jazeera gaan. Dat hangt er een beetje van af waar er ergens zich een probleem voordoet. Maar BBC World is wel één van de meest gebruikte, los van de telexen. Dat is zeer betrouwbaar. Doen jullie ook een beroep op nieuwe netwerksites, zoals blogs, fora, communities? Jaja, dat is mijn collega Bart die vooral op bijvoorbeeld Twitter zoekt. Bijvoorbeeld met Iran, daar is Twitter wel een nieuwsbron uiteindelijk. En ook blogs, communities, ja, daar wordt inderdaad….Maar dan wordt er altijd een onderscheid gemaakt wat de bron is. Want iedereen kan iets op Twitter zetten. Dus dat onderscheid wordt wel gemaakt. Wat is volgens u de kerntaak van IPS? Nieuws brengen uit de hoeken van de wereld waar de mainstream media misschien niet altijd oog voor hebben. Dat lijkt mij doorgaans hun kerntaak. En slaagt IPS volgens u in die kerntaak? Ja, maar ik denk ze een beetje meer aan hun imago moeten werken. Maar ze hebben natuurlijk ook maar beperkte middelen, dus dat is ook niet evident. En wat bedoelt u dan precies met ‘aan hun imago werken’? Misschien dat ze de andere media meer zouden moeten benaderen, wat meer proberen om binnen te geraken. Ik denk dat ze bij De Morgen wel een contract hebben en bij Metro. Inderdaad. Maar ik kan daar natuurlijk ook geen grote uitspraken over doen. Maar dat is gewoon mijn mening. Denkt u dat de thema’s waarop IPS zich concentreert een meerwaarde kunnen zijn voor een site als de standaard.be? Ja en neen. Ik denk dat wij er ook wel in slagen om, via de middelen die we nu gebruiken, ook te berichten over de internationale politiek en Derde Wereld. Anderzijds….nu, ik ben nieuwsredacteur, ik denk dat dit eerder een vraag is om aan onze manager te stellen of het een meerwaarde kan bieden. Ik denk enerzijds wel, omdat zij wel verhalen aanbrengen die niet opgepikt worden door de andere media. Ik denk dat je dan wel een voorsprong zou hebben, dat we dan iets hebben wat andere sites niet zouden hebben. Maar je moet dat ook afwegen in hoeverre dat dat zo zou zijn. Ik Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
163
denk dat daar onvoldoende onderzoek naar gebeurt. Maar ik denk dat je die vraag beter aan Dominique Deckmyn stelt. Denkt u dat de andere nieuwsagentschappen tekort schieten in hun berichtgeving over de Derde Wereld? Er zijn wel gebieden waar er weinig over bericht worden, gewoon omdat er daar geen correspondenten zitten. Dat is inderdaad wel zo. Maar u ervaart dat niet meteen als een gemis? Niet echt. Ik weet ook niet of IPS dan daar overal wel zit. Dat hangt er dan ook vanaf. Dan zou ik nu enkele trefwoorden willen vermelden en vragen hoe sterk of zwak u IPS op deze variabelen inschat. Het eerste trefwoord is de professionaliteit. Ze zijn wel professioneel. Het is een kleine redactie, ze zijn maar met drie. Ze doen heel hard hun best en ze zijn overtuigd van hun missie. Maar ik denk dat ze anderzijds een beetje een grote organisatie achter hun missen. Ze moeten zich wat redden met de middelen die ze hebben. Want ik denk dat hun commerciële kant ook gedaan wordt door diegene die de berichten herschrijven. Twee en een half jaar geleden was dat toch zo. Maar dat houdt niet in dat je niet professioneel bent als je te kleinschalig bent. Dus ze zijn wel professioneel, daar niet van. Het volgende trefwoord is de relevantie en de nieuwswaarde van de nieuwsberichten. Die zijn relevant. Het is ook wel lang geleden dat ik nieuwsberichten van hen gelezen heb. Er zijn natuurlijk van die grote discussies aan verbonden van wat is nieuws en geen nieuws. Is iets nieuws als het wordt opgepikt door iedereen? Dus ik denk dat zij wel vaak nieuws brengen dat echt nieuws is, maar dat niet echt de grote media bereikt. Welke factoren bepalen de nieuwswaarde bij jullie redactie? Sowieso hoe dichter het gebeurt en hoe meer slachtoffers er zijn, hoe belangrijker iets is. En verder, bijvoorbeeld Iran is nu ook heel belangrijk voor ons, terwijl dat heel ver is, maar daar staat gewoon een grote verandering te gebeuren. Dat is een historische gebeurtenis. Maar het is zo dat er in de media wel een tendens is om het nieuws onder de kerktoren te gaan zoeken. Dat is wel zo. Maar bij online zelf zoeken wij wel een evenwicht. Enerzijds moet je natuurlijk kijken naar gaat het gelezen worden. Het is natuurlijk ook de bedoeling dat mensen naar onze site komen. Dus het nieuws moet wel een aantrekkelijke mix zijn. Vandaar dat we er ook leuke berichtjes tussen zetten. Maar anderzijds ook hard inzetten op ‘echt’ nieuws. En ik denk dat wij wel vrij veel aandacht aan buitenlands nieuws besteden. Dus het aantal bezoekers dat een bepaald artikel trekt, is ook een zeer belangrijke factor? Ja, maar je kan dat natuurlijk niet op voorhand inschatten. Dat wordt wel tot op zekere hoogte gemeten. Maar moesten we alleen daarop af gaan, dan moeten we enkel nieuws over Britney Spears brengen. Dus we gaan daar niet enkel op af. Het is wel zo dat je nieuws kan brengen op een manier dat het iets luchtiger wordt. Het is wel de bedoeling dat er zoveel mogelijk mensen naar onze
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
164
website komen. Maar we gaan daar bewust niet te ver in, want mensen zoeken op de standaard.be ook degelijkheid, anders gaan ze naar Het Laatste Nieuws. Het volgende trefwoord is de bruikbaarheid, de gebruiksvriendelijkheid van de berichten. Ze zijn wel onmiddellijk bruikbaar, aangezien ze bewerkt en vertaald zijn. Dus in principe zijn ze onmiddellijk bruikbaar. De kwaliteit van de berichten? Het overgrote deel goed. Maar ik denk dat er ook altijd berichten tussenzitten die niet altijd even relevant zijn. En als laatste de originaliteit, het alternatief perspectief? Denk je dat de berichten ook ergens anders te vinden zijn? Afgezien van de website van MO dan. Ik denk dat je die berichten wel ergens zult terugvinden, maar minder waarschijnlijk. Gaan jullie zelf ook gaan kijken op de website van MO? Ja, soms wel. Dat is ook afhankelijk van wie dat er …. Ik ken MO nu goed omdat ik er zelf een paar maanden gewerkt heb, dus ik ga daar wel naar gaan kijken. En de berichten van IPS verschijnen daar dan op. Andere collega’s kijken daar dan niet naar, maar kijken dan naar andere websites. Dat is ook wat afhankelijk van de interesses van de journalist. Is het belangrijk voor jullie nieuwswebsite dat de nieuwsagentschappen de berichten multimediaal aanbrengt? Wij doen dat eigenlijk allemaal zelf hoor. Nu, onze foto’s halen wij ook allemaal van de persagentschappen. Maar dat is dan in een andere map. Van Belga en Zoom.in krijgen we ook wel video’s binnen. En we hebben zelf ook een videoploeg, die filmpjes aanbiedt voor ons. Maar dankt u dat dit een grote meerwaarde zou zijn voor een nieuwsagentschap als IPS? Ik denk niet dat het echt cruciaal is. Tenzij dat zij hele leuke filmpjes weten te brengen die iets meer beiden dan de filmpjes die er nu al zijn. Maar ik denk dat het moeilijk zal zijn om die markt binnen te breken. Het kan natuurlijk, maar het is niet zo evident. Is het absoluut noodzakelijk voor jullie online redactie dat een nieuwsagentschap de berichten panklaar aflevert? Sowieso wordt alles nagelezen. Het is ook afhankelijk van hoeveel tijd en nieuws er is. Maar het is wel handig als er niet zoveel werk aan is. Maar dat is niet noodzakelijk. In hoeverre is achtergrondinformatie belangrijk voor jullie nieuwssite? Dat is belangrijk, maar de echte nieuwsberichten zijn veel belangrijker. De filosofie van de standaard.be is het 017-principe. 0 dat is Online, dat is alles direct op internet, dat is het nieuws. 1 dat is de krant, daar kan de analyse. Het is niet noodzakelijk om in de krant te zetten ‘er is daar een aanslag gebeurd’. Ok, dat moet er dan wel in, maar in de krant moet eerder staan ‘waarom’ en de Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
165
analyse. En 7 is dan de weekendkrant, daar komen de grote verhalen. In dat opzicht is analyse voor de site niet heel belangrijk. Mensen lezen dat niet graag online, ze lezen liever korte teksten. Het online gedrag is vaak dat mensen op het werk zitten en willen weten wat er gebeurd is en daarom naar onze site gaan kijken. Maar ze hebben niet noodzakelijk zin om analyse te lezen. Dus analyse is belangrijk, maar is eerder iets voor de krant. Wat niet wil zeggen dat er op de site nooit analysestukken staan. Maar het belangrijkste is het nieuws. En dan vooral voor de persagentschappen is nieuws belangrijker, want voor analyse hebben we zelf genoeg mensen in huis. Maar echt hard nieuws is wel welkom. Via welke technische procedure moet een nieuwsagentschap het best de nieuwsberichten doorsturen? Wij gebruiken hetzelfde systeem als het nieuwsblad.be. Via mail zou dan een probleem zijn, want wij krijgen nu al elke dag gemiddeld 900 mails binnen. Dus via mail zou het een verschrikkelijke overbelasting zijn. De kans zou ook bestaan dat het overgeslagen worden. Nu gebruiken we een telexsysteem, waar het daar gerust kan binnenrollen. Andere online redacties zeggen hun abonnement op Belga op en gaan met dat vrijgekomen geld extra journalisten inzetten die, via hun uitgebreid netwerk, zelf op zoek gaan naar informatie? Denkt u dat die evolutie in de toekomst de bovenhand kan nemen op nieuwsagentschappen? Met de huidige bezetting en de werkdruk denk ik dat dit momenteel niet haalbaar. Want wat doen zij nu vaak uiteindelijk? Wachten tot wij de telex online zetten en het dan van ons overnemen. Het is wel mooi in theorie, maar in de praktijk gebeurt dat niet altijd. Dat is het ideaalbeeld. Ik denk gewoon dat dit hun manier is om kosten te besparen. IPS kan ook werken met nieuwspakketten, waarbij het zich dan specifiek richt rond bepaalde thema’s. Denkt u dat zo’n aanbod meer wenselijk kan zijn? Ja, ik denk wel dat dat een meerwaarde kan zijn. Ik denk dat dat inderdaad wel beter is dan zich te storten op… want ik denk dat ze het niet kunnen winnen van de grote persagentschappen. Dus dat is misschien wel een oplossing, een meerwaarde voor hen. Gesprek met Dominique Deckmyn, hoofdredacteur De Standaard Online (18 juni 2009): Hoe verwacht u de evolutie van jullie website? Wij hebben altijd een betalend en een gratis model gecombineerd en ik zou zeggen dat dit de eerstkomende tijd zo zal blijven. Iedereen binnen de media stelt zich de vraag wat het model is van de toekomst. Murdoch denkt toch weer eerder in de richting van een betalend model. Wij hebben de wijsheid niet wat dat betreft. Als de hele industrie in de ene of andere richting zouden wij mee bewegen denk ik. We staan nu tussen de twee en op korte termijn ga ik ervan uit dat we daar blijven. En is er momenteel geen overaanbod van het harde nieuws? Denkt u dat die situatie zoals ze nu is, standhoudt? Ik denk niet dat er nu meer spelers in die markt zijn dan in het verleden. Op het internet is het wel zo dat we allemaal maar op een klik van elkaar verwijderd zijn, dat is waar. En ook dat de verschillen Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
166
minder groot zijn. Een Standaard-lezer gaat zelden De Morgen kopen en omgekeerd, maar misschien zal hij wel doorklikken naar een andere site. Dus is er een overaanbod? Er zijn in ieder geval veel versies van hetzelfde verhaal met hetzelfde fotootje. Dat is waarschijnlijk wel zo. Maar de trend is tot hiertoe zeker niet geweest dat er media verdwijnen. De trend is dat er media bijkomen. De totale oplage van de papieren krantenmarkt, dat is een internationale trend, daalt. Daar kan je niet omheen. Internationaal gezien dalen kranten nog sneller. Maar in het algemeen is het zeker niet zo dat het aantal nieuwsmedia teruglopen, integendeel, er zijn er een aantal bijgekomen. Zou ik nu voorspellen dat er nog meer krantentitels online komen? Neen, waarschijnlijk niet. Je hebt wel nieuwe vormen van nieuwsaggregatie die opkomen. Sites die gewoon de koppen van andere nieuwssites verzamelen, andere sites die al dan niet taggen overnemen. En er zullen misschien wel nieuwe vormen komen. Ik zou inderdaad nog zeggen dat er nog spelers bijkomen. Wat er niet zal bijkomen, is mensen die de basisverhalen brengen. Een uitgebouwde redactie kost heel veel geld. Kunnen nieuwsagentschappen zich nu al beter voorbereiden op de evolutie van nieuwssites? Dat is nu niet iets waar ik elke dag over wakker lig. Het is wel zo dat het model van agentschappen een beetje onder vuur staat in de zin van dat De Morgen online en De Standaard online gewoon dezelfde Belga-berichten overnemen. Dat is hetzelfde verhaal op één klik van elkaar verwijderd. Het is wel zo dat het blindelings overnemen van die content, dat het minder meerwaarde heeft. De kranten online dreigen hun eigen karakter te verliezen als zij gewoon dezelfde dingen overnemen van de persagentschappen. Die dingen worden minder waardevol omdat iedereen ze heeft zo dicht op elkaar. Bovendien worden die berichten dan ook weer eens overgenomen door aggregaatoren. Persagentschappen hebben zeker een probleem. AP heeft enkele maanden geleden zijn businessmodel grondig herwerkt: andere prijsmodellen, andere varianten, aankondiging dat ze Google gaan aanpakken. De vraag is of het er nu van komt. Of hetzelfde materiaal door minder mensen gratis hergebruikt worden, zodat ze blijven geld kunnen vragen aan de betalende klanten. Aan de ene kant worden we meer en meer afhankelijk van Belga, door de snelheid en de schaalgrootte, maar langs de andere kant is de meerwaarde altijd maar kleiner omdat die informatie overal staat. En ziet u ook grote uitdagingen in verband met de snelheid voor nieuwsagentschappen? Ja, men zegt dat dat persagentschappen amper kunnen bijblijven wat bloggers doen. Maar dat is een cliché. Persagentschappen mogen daar niet in meegaan. Als er Belga opstaat, zou het echt gebeurd moeten zijn. Dus dat moet het verschil maken. Aan de ene kant verwachten we natuurlijk dat Belga onmiddellijk een verhaal heeft over iets, maar aan de andere kant, snelheid en grondigheid…het is zoeken hoe persagentschappen zo snel kunnen gaan in dit internettijdperk en toch nog kwaliteitsvol zijn. Mijn thesisonderzoek gaat over het agentschap IPS. U had aan telefoon gezegd dat u daar niets over wist. Ips focust zijn berichtgeving op thema’s als de Noord-Zuid problematiek, mensenrechten en globalisering, vooral over landen uit het Zuiden, de Derde Wereld. Denkt u dat deze specifieke focus een meerwaarde kan bieden voor jullie website? Ja, maar ik heb gehoord dat de kwaliteit zeer ongelijk is. Dat zou dan een reden zijn om dat niet te doen. Het zou zeker iets zijn om te overwegen. Maar ik denk dat aan de andere kant het nieuws altijd maar lokaler wordt. Uw dorp, uw wijk, uw straat, zoals op Het Nieuwsblad. Dus de meerwaarde zit Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
167
toch eerder in het lokale, het plaatselijke. En de dingen waar je je meerwaarde vandaan haalt, je aantal bezoekers haalt, dat zijn de dingen waar je moeite moet in steken. Het zou wel zeker iets zijn dat we zouden bekijken, maar het is niet ons aandachtspunt. En die meer lokale tendens geldt volgens u ook voor de standaard.be? Ja, zeker. Ik denk dat het een maatschappelijke trend is. Het is wel zo dat wij de plicht hebben om meer rond het internationale nieuws te doen. Wij hebben natuurlijk ook een buitenlandredactie. Ik denk niet dat er in België een grotere buitenlandredactie als deze is. Het is absoluut belangrijk dat we dat hebben. maar het is niet dat we hier nu al onze energie in gaan steken voor meer en beter buitenland.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
168
3.6. Zita.be: Interview met Jeroen Van den Broeck, director online media Telenet (9 juli 2009):
Kent u het nieuwsagentschap IPS? Neen, daar heb ik nog nooit van gehoord. Bij welke nieuwsagentschappen heeft zita.be momenteel wel een abonnement? Dat is enkel bij Belga. En op welke bronnen doen jullie beroep voor de internationale berichtgeving. Enkel op Belga of worden ook andere nieuwsbronnen aangewend? Neen, enkel Belga. Wij hebben geen nieuwsredactie ter beschikking. Dat gebeurt allemaal via automatische feeds. Worden de berichten van Belga soms aangepast of komt er nooit een ‘redactionele’ verwerking aan te pas? Zelden. In zeer uitzonderlijke gevallen wordt er iets bijgevoegd of aangepast. Maar dat is echt zeer zelden. Jullie publiceren nu een nieuwsaanbod op zita.be. Wat willen jullie met dit aanbod in de toekomst verder bereiken? Wel, Zita en de meeste portaalsites zijn agregatoren van content. Dat betekent dat wij een stukje zelf content aankopen, maar ook deels op het publiek, beschikbare bronnen afgaan of partnerships afsluiten met websites die ook graag hun content via Zita willen promoten. En ik denk dat we dat model wel gaan behouden. Op zich is daar voor ons geen grote noodzaak om grote wijzingen van de contentselectie te doen. Noch op het vlak van nieuws, noch op het vlak van andere gebieden. Specifiek voor Zita is ook dat gebruikers op hun homepage kunnen aanpassen. Er is bijvoorbeeld een krantenwidget met daarin de krantentitels van alle grote Vlaamse kranten, alle grote nieuwsbronnen. Dus als iemand liever niet het nieuws van Zita op zijn homepage wil en liever die krantenboxen toevoegt, dan kan dat ook. In die zin gaan we de selectie van inhoud een beetje meer aan de gebruiker zelf overlaten. Zijn jullie verbonden met de website vandaag.be? Ja, dat is ook een initiatief van Telenet, samen met Concentra. Die website heeft wel een abonnement op IPS, maar blijkbaar is dat dus wel duidelijk gescheiden voor de nieuwsbronnen? Wel, om heel eerlijk te zijn, het inhoudelijke aspect van vandaag.be wordt volledig verzorgd door Concentra. Dus als je daar specifieke vragen over hebt, kan je beter hen contacteren.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
169
Neen, ik heb ondertussen reeds een gesprek met hen gehad. Ah voila. Wij bouwen dus daar een platform en Concentra doet hetgeen waar zij best in zijn: het redactioneel inhoudelijke. Maar dus zowel vandaag.be als zita.be zijn een initiatief van Telenet. Is er een duidelijk verschil tussen de toekomstvisies over deze websites? Ja, absoluut. Vandaag.be is een nieuwswebsite, terwijl Zita een soort toegangspoort tot het internet is en zeker blijft. Zeker ook met het kunnen personaliseren van de homepage. De gebruiker gaat daar de widgets op kunnen zetten, die hij het meest interessante vindt, en dan ook hopelijk gebruiken als startpagina. En is het nieuwsaanbod van Zita.be momenteel een succesformule? We denken dat het nieuwsaanbod dat er nu opstaat wel één van de speerpunten van de site is. En is het de bedoeling om dat aanbod in de toekomst verder uit te bouwen? Het is de bedoeling om de gebruiker te laten aangeven in welke mate het uitgebouwd moet worden. En als we dan zien dat mensen massaal ander nieuws erop plaatsen of net bepaald soort nieuws meer gaan gebruiken, dan zullen we daarop inspelen. Maar het is dus wel de bedoeling om die controle meer aan de gebruiker zelf te geven. Afhankelijk daarvan zullen we dan ook de hoeveelheid nieuws en de kwaliteit van het nieuws gaan bijsturen. Maar op dit moment hebben we geen plannen om dat bij te sturen. Het nieuwsagentschap waarover mijn onderzoek dus gaat, is IPS. IPS spitst zich toe op de Derde Wereld. Denkt u dat de berichtgeving van Belga over de landen uit het Zuiden tekort schiet? Ik heb de indruk dat het aanbod van Belga uitgebalanceerd is. En dat ook onze gebruikers dat vinden. We hebben in ieder geval geen indicaties vanuit ons publiek dat bijvoorbeeld de Derde Wereld landen te weinig belicht zouden worden. Een breder nieuwsaanbod over deze landen kan volgens u dan geen meerwaarde bieden voor de website Zita.be? We hebben daar op dit moment geen aanleiding voor om dat te denken. Ik denk ook niet dat wij daarvoor de wijsheid in pacht hebben als wij daar indicaties voor zouden krijgen vanuit onze community, onze gebruikers dat zoiets een meerwaarde zou kunnen zijn, We zouden dat dan doorgeven aan Belga en vragen om daar rekening mee te houden. Maar ik heb de indruk dat de manier waarop zij het aanbod uitbalanceren op dit moment, overeenkomt met wat het grote publiek van een site als Zita en een agentschap als Belga verwachten. Biedt Belga het nieuws momenteel multimediaal aan? Zowel foto’s als video’s? Foto’s wel, video’s nemen we niet van Belga over. Verwacht u in de toekomst een grotere multimediale aanpak?
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
170
Er zijn wel een aantal trends op het internet die erop wijzen dat korte video’s steeds belangrijker gaan worden. Er is dus zeker wel iets op te zeggen om op termijn meer video daarin te brengen. Waarschijnlijk ook, naarmate mobiel internet belangrijk zal worden, dat video daar een grotere rol in gaat spelen. Kan ik dan besluiten dat jullie enige bron Belga ruimschoots voldoet voor jullie? Ja, zeker. Verwacht u dat jullie huidige model in de toekomst ook nog financieel leefbaar zal zijn? Dat zijn eigenlijk twee aparte vragen. Enerzijds is ons model houdbaar en anderzijds is het model van Belga houdbaar? Over het model van Belga kan ik niets zinnig zeggen of dat houdbaar is of niet. Daarvoor heb ik te weinig inzicht op hun inkomsten en uitgaven. Wat ik wel denk dat houdbaar is, is dat portaalsites content aggregeren vanuit verschillende bronnen en dat voor die brede selectie aan content een publiek is. Het feit dat we nu mensen hun pagina laten personaliseren, helpt dan om nog extra bronnen erbij te betrekken, die we zelf niet aanbieden, maar die een gebruiker zelf selecteert. Wat dat betreft ben ik ervan overtuigd dat ons model absoluut houdbaar is. Wat dat impliceert voor persagentschappen, daar kan ik weinig over zeggen.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
171
3.7. Vredeseilanden: Interview met Jelle Goossens, communicatieverantwoordelijke (10 juli 2009):
Kent u het nieuwsagentschap IPS? Ja, ik ken het wel. Hoe hebt u het agentschap leren kennen? Gewoon omdat het natuurlijk het enige agentschap is dat zich echt focust op nieuws uit die specifieke landen waar meestal de andere persbureaus weinig actief zijn. Dus ook door het werk dat ik doe natuurlijk, de communicatiedienst van Vredeseilanden. En omdat ook berichten op de MO*website van IPS komen, dan staat dat er ook bij. Dus ik denk dat ik het van daar ook vooral ken. Ik denk niet dat we ooit een abonnement op IPS hebben gehad. We volgen die site natuurlijk wel, maar nooit een abonnement om de teksten te mogen gebruiken. Maar jullie hebben wel een samenwerking met MO*-magazine? Ja, wij zijn eigenlijk een aandeelhouder van MO*-magazine. Wij zitten ook in de Raad van Bestuur. Jullie publiceren zelf ook een aantal nieuwsberichten op jullie website, op welke bronnen doen jullie hiervoor beroep? Soms zijn dat gewoon rapporten van internationale instellingen of de berichtgevingen in ander media. En dan komt MO* of IPS daar natuurlijk ook wel in voor. Nu rond Honduras bijvoorbeeld komt veel berichtgeving van andere sites, zoals IPS of andere getuigenissen, mensen van andere NGO’s. Dat zal zowat het voornaamste zijn. Maar jullie hebben dus geen andere nieuwsabonnementen? Neen, dat hebben we niet. Wij zijn natuurlijk geabonneerd op De Standaard, De Morgen en Knack. Specifiek voor onze teksten kunnen we daar wel beroep op doen, maar het komt meestal uit verschillende bronnen. En hebben jullie plaatselijke medewerkers in de landen in het Zuiden die jullie van nieuws voorzien? We hebben een vijftigtal regiokantoren en daar zijn wel mensen die regelmatig iets doorsturen over onze ontwikkelingsprogramma’s enerzijds, maar anderzijds gewoon ook informatie over iets uit de actualiteit. Dat gebeurt dus ook wel. Wat is volgens u de kerntaak van IPS? Ik denk gewoon nieuws verzamelen uit plaatsen in de wereld waar de klassieke persbureaus uit commerciële overwegingen wegblijven. En over onderwerpen die om commerciële redenen nu
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
172
eenmaal gemeden worden, omdat ze nu eenmaal minder gemakkelijk te slijten zijn aan een typisch Westers publiek. Denkt u dat IPS voldoende in die kerntaak slaagt? Als ik die teksten op de site lees, vind ik wel dat het goede kwaliteit is. Maar ik vind dat zij er nog te weinig in slagen om dat echt door te verkopen aan de gevestigde media hier in België bijvoorbeeld. Ik vind dat IPS nog veel te weinig als echte bron wordt gebruikt, hoewel het dikwijls interessante bijdragen zijn die je nergens anders leest. Dus ik denk dat ze daar eigenlijk wel nog veel in kunnen doen. Als u zegt dat ze nog veel kunnen evolueren, denkt u dan specifiek aan bepaalde dingen die zij beter zouden kunnen doen? Niet echt, maar iedereen is geabonneerd op Belga natuurlijk en die berichtjes zie je op alle sites verschijnen. De berichten van IPS vind je op de website van IPS of bij MO*, maar die worden zeker niet zo breed verspreid, terwijl de reguliere krantensites toch ook een buitenlandsectie hebben waarin dat zou kunnen passen. Dat gebeurt blijkbaar niet. Hoe dat komt, zou ik nu ook niet meteen kunnen zeggen, maar het is iets dat ik vaststel en niet zo goed begrijp omdat de kwaliteit eigenlijk wel goed is. Denkt u dat IPS een meerwaarde kan bieden voor jullie organisatie, zowel voor intern gebruik als voor publicatie op jullie website? Ik denk voor intern gebruik dat IPS reeds regelmatig gebruikt wordt. IPS is één van de bronnen. Voor artikelen op onze site…we plaatsen wel soms linken naar artikels die bijvoorbeeld op de site van IPS staan of op de MO*-site staan. Dus ik denk dat dat de rol is dat IPS vandaag voor ons betekent. Jullie plaatsen dus ook enkel artikels op jullie website, wat trachten jullie hiermee te bereiken? Is er een specifieke toekomstvisie voor jullie website? De artikels op onze websites zijn bijna altijd gelinkt aan onze activiteiten. Dus het is een beetje in het kader van de rapportering van onze activiteiten. En of we ons huidig informatieaanbod op onze website willen aanbieden? Ik denk dat dat iets is dat altijd aan het groeien is. We proberen daar ook consequent in te zijn in het opvolgen van zaken waar we mee bezig zijn. Ik denk wel dat dat in de toekomst zal blijven groeien. Ook omdat het altijd gemakkelijker wordt om content te genereren. Dan zou ik nu enkele trefwoorden willen vermelden, waarbij u dan zegt hoe sterk of zwak IPS hierop scoort volgens u? Het eerste trefwoord is de professionaliteit. Laat ons maar sterk zeggen. Zoals ik al gezegd heb, vind ik de kwaliteit van die berichtgeving wel goed. Dat is toch diepgaande berichtgeving. Daarom vind ik dat ze op dat vlak wel goed scoren. Het volgende trefwoord is de relevantie en de nieuwswaarde van de nieuwsberichten. Dat is natuurlijke een moeilijke, want wat is relevantie en nieuwswaarde. Als IPS weinig wordt overgenomen, is het waarschijnlijk omdat de media hier de relevantie en nieuwswaarde niet inzien voor het Belgische publiek. Dat wil niet zeggen dat er geen relevantie en nieuwswaarde is. Vanuit ons perspectief zit daar natuurlijk wel vaak relevantie en nieuwswaarde in. Dus als je het vanuit onze Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
173
organisaties bekijkt, scoort IPS daar goed op. Vanuit de bril van het gemiddeld Belgisch publiek bekeken, zal dat waarschijnlijk minder relevant zijn. Maar of dat iets wil zeggen over de echte relevantie, dat is iets anders natuurlijk. Het volgende trefwoord is, al u daar voldoende vertrouwd mee bent, de timing? Dat heb ik niet zo nauw in het oog gehouden, maar ik heb toch de indruk dat ze redelijk snel berichten kunnen publiceren. De Nederlandstalige versie loopt natuurlijk altijd wat achter op de Engelstalige versie. Maar ik denk dat ze daar goed op scoren. Het zal waarschijnlijk wel sterker kunnen. De Engelse site kan waarschijnlijk korter op de bal spelen. De objectiviteit? Ik denk dat ze daar sterk scoren. Objectiviteit in de zin dat ze verschillende stemmen aan het woord laten. Ik denk dat woord en wederhoor altijd wel gerespecteerd wordt. Het is me nog nooit tegen de borst gestoten dat het een partizane berichtgeving zou zijn. Ik denk dus dat ze daar heel goed scoren. Het laatste trefwoord is de originaliteit van de berichten? Ik denk wel dat ze dikwijls unieke berichten brengen. Gewoon al door de regio’s en onderwerpen die ze belichten, die je bijna nergens anders vindt. Toch niet in de bronnen die ik regelmatig raadpleeg. IPS kan ook met nieuwspakketten werken, waarbij het zich dan specifiek richt rond één bepaald onderwerp. Denkt u dat zo’n aanbod wel misschien wenselijk kan zijn voor jullie organisatie, waarbij jullie dan zelf vragende partij kunnen zijn bij IPS om een dossier te maken rond één bepaald onderwerp? Ik denk dat dat voor sommige onderwerpen op sommige momenten om snel informatie door te krijgen wel een goed instrument voor ons kan zijn. Ziet u hier bijvoorbeeld mogelijkheden voor een nauwere samenwerking met jullie plaatselijke medewerkers? Ja, dat zou best kunnen. Of met ons netwerk van partners. Zoiets zie ik wel mogelijk. Maar wat houdt zo’n abonnement eigenlijk precies in? Want je hebt natuurlijk de website van IPS. Daar zie ik toch heel veel berichten verschijnen. Op welk niveau zou dat dan verschillen met een abonnement te nemen? Een abonnement impliceert dat je dan ook de berichten kan publiceren natuurlijk. Ik denk dat het dan voor ons minder interessant is. We hebben zelf niet de ambitie om berichten te brengen op onze website. Wat we daar doen, is meestal verwijzen naar stukjes. Dus ik denk dat voor ons een abonnement dan niet aan de orde is. Dus omdat IPS de artikelen gratis online plaatst, kan een abonnement voor jullie geen extra meerwaarde bieden? Stel dat IPS dat niet meer doet, dan zou het er van af hangen in welke mate we de berichten nog via MO* kunnen lezen. Maar ik denk dat dat soort nieuws wel iets is waarvoor je zou kunnen betalen. Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
174
Net zoals je ook voor een krant betaalt. Ik denk dat voor fatsoenlijke berichtgeving die je kan gebruiken voor je eigen analyses wel een prijs tegenover kan staan.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
175
3.8. Broederlijk Delen: Interview met Peter Van Craenenbroeck, verantwoordelijke communicatie (13 juli 2009):
Kent u het nieuwsagentschap IPS? Ik ken het enkel van naam. Meer niet. Jullie publiceren zelf ook een aantal artikelen op jullie website. Op welke bronnen doen jullie hiervoor een beroep? Wij zijn niet echt een nieuwswebsite. De berichten die wij publiceren zijn aangeleverd door werknemers van Broederlijk Delen. Dat kan gaan van medewerkers hier in Brussel die rond een bepaald thema bezig zijn en dus een tekst aanbrengen. Of mensen uit het buitenland, uit het Zuiden, en die dan een tekst aanleveren, vaak met foto. Dat zijn eigenlijk de twee bronnen voor onze eigen artikels. We gaan zeer zelden andere bronnen opnemen, zoals Belga bijvoorbeeld. Het gaat puur om informatie uit de sector en dan vaak teksten aangeleverd door de eigen medewerkers. Is het bedoeling om de website zoals die nu is, te behouden? Of willen jullie in de toekomst meer kunnen bereiken met de site? Neen, daarvoor hebben we de capaciteit niet. We hebben maar één webmaster en die heeft haar handen al vol. Die ambitie hebben we dus niet. IPS is een nieuwsagentschap dat zich concentreert op thema’s waar jullie organisatie nauw verbonden mee is. Maar de berichten van IPS worden dus toch niet regelmatig gelezen bij jullie organisatie? Berichten die continu worden aangemaakt door spelers zoals IPS worden niet continu gelezen. Neen, zeker niet. Net ook omdat we niet de ambitie hebben om een nieuwswebsite te worden. Wat wij gewoon doen, is via Mediargus de publicaties screenen op een aantal trefwoorden. Één van die trefwoorden is natuurlijk Broederlijk Delen. ZO kunnen we kijken wat er in de pers verschijnt rond onze organisatie. Maar evengoed houden we een aantal thema’s in de gaten waar wij ook mee bezig zijn. Denkt u dat de IPS-berichten een meerwaarde zouden kunnen bieden voor jullie interne werking? Het is vaak dat een nieuwsfeit dat ons bereikt, aanleiding geeft om contact te nemen met de personen ter plaatse om dan zelf vanuit onze invalshoek, want dat is toch zeer belangrijk, dat te bekijken. Een bepaald feit dat geen enkele invloed kan hebben op ons werk daar, is voor ons dan ook niet relevant. Ook al is dat belangrijk nieuws. Wij gaan nooit een bericht van IPS of Belga overnemen op onze website. We moeten daar toch een bepaalde meerwaarde aan toevoegen, namelijk vanuit onze eigen activiteiten. Zijn er bepaalde websites waar jullie zelf ook op zoek gaan naar informatie, waar jullie wel regelmatig de nieuwsberichten lezen? Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
176
Mediargus wel. Maar dat is ook zeer tijdrovend. Een aantal jaar terug was de persverantwoordelijk hier manueel een aantal kranten aan het bekijken. Dat is nu totaal onmogelijk geworden. Er zijn zoveel bronnen bij gekomen, zoals websites bijvoorbeeld. Mediargus is wel redelijk efficiënt. Als je je daar op abonneert, kan je toch wel redelijk snel zien wat relevant en belangrijk is. Want ’s morgens krijg je dat in je e-mail. Op basis daarvan kunnen wij berichten filteren. Anders komen er wel nog berichten tot bij ons via andere nieuwsbronnen. Al was het maar van onze medewerkers ter plaatse die zelf het initiatief nemen om iets te melden. Maar dat zijn dan meer spontante ad-hoc kanalen, naast die Mediargus die naar ons gevoel goed werkt. Je moet altijd verhouding daarbij bekijken: het werk dat je daar instopt en hetgeen wat je er uit haalt. Dat is dan redelijk efficiënt en ook verantwoord. We kunnen niet een werknemer een ganse dag laten surfen en screenen. Dat is voor onze organisatie niet haalbaar.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
177
3.9. WWF: Interview met Jan De Rom, persverantwoordelijke (14 juli 2009):
Kent u het nieuwsagentschap IPS? Ja. En hoe hebt u het leren kennen? Zij zitten in onze database en ik stuur hen dus regelmatig persberichten. Zij nemen regelmatig artikels van ons over of schrijven regelmatig artikels over thema’s die ons aanbelangen. Op die manier dus eigenlijk. Jullie lezen bijgevolg ook zelf vaak de artikelen van IPS? Inderdaad, dat gebeurt regelmatig. Leest u die dan op de website van IPS zelf? Ja, dat is het gemakkelijkste voor ons. Zijn die artikelen ook vaak interessant voor jullie organisatie WWF? Ja, zeker. Het is een beetje breder dan onze focus. Onze focus is natuurlijk milieu, zij gaan breder. Het is wel interessant om dan andere artikelen of dossiers te zien die ook met die thema’s verbonden zijn. Dus ik vind het zeker interessant, absoluut. En IPS behandelt thema’s die door de mainstream media niet altijd behandeld worden, dat is altijd leuk om daar een aanvulling op te krijgen met nieuws dat je ergens anders niet leest. Wat is volgens u de kerntaak van IPS? Dus het wereldwijde nieuws brengen dat anderen net niet brengen. Andere thema’s zoals milieu, sociale rechten, duurzame ontwikkeling, .. Dat soort zaken een beetje onder de aandacht brengen, omdat je dat soort dingen niet altijd leest in de mainstream media. Ik denk dat zij daar een goede aanvulling op kunnen vormen. Vindt u dat IPS voldoende in die kerntaak slaagt? Voor zover ik hen volg en ken, denk ik dat wel. Ik denk dat zij daar zeker hun best in doen. Ik weet niet of hun site ruim geconsulteerd wordt, daar heb ik geen zicht op. Maar ik hoop alleszins van wel. Jullie publiceren zelf ook een aantal nieuwsberichten, zowel op jullie website als in jullie nieuwsbrief. Op welke bronnen doen jullie hiervoor een beroep? Dat zijn er verschillende. Dat kan zijn vanuit ons eigen werk, van collega’s of van onszelf, over evenementen, campagnes, studies. Dat soort zaken die ons interesseren. Een andere grote bron is natuurlijk de persdienst van WWF International. Die mensen zitten in Zwitserland en zij sturen regelmatig persberichten uit. Dat kan zijn vanuit het netwerk zelf, dus vanuit de hoofdzetel zelf, Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
178
ofwel dat zij dingen doorsturen vanuit andere kantoren uit andere landen. Het kan dus van overal komen: Australië, Zuid-Amerika, Afrika, … Dat is eigenlijk een belangrijke bron voor ons. Indien iets interessant is voor de Belgische markt gaan we die berichten dan ook vertalen, herschrijven of bewerken voor het Belgische publiek. Jullie lezen vaak de berichten van IPS, maar denkt u ook dat een abonnement op IPS een meerwaarde kan bieden voor jullie organisatie? Neen, omdat wij op onze website natuurlijk vooral ons nieuws brengen. Hetzelfde geldt voor onze nieuwsbrief. Dus ik denk niet dat wij de nood hebben om berichten van IPS over te nemen of te publiceren. Wat niet wegneemt, dat we eventueel zouden kunnen doorlinken naar hun site. Maar voor ons heeft dat dus niet meteen een meerwaarde. Is er een toekomstplan voor de website om die uit te breiden of willen jullie die behouden zoals ze nu bestaat? Dat is een constante evolutie, dus dat is constant bijsturen en aanpassen. Voorlopig gaan we niet meteen heel de site omgooien, maar we gaan wel regelmatig bekijken of die nog up-to-date is en nog voldoende bezoekers trekt. Maar dat betekent niet dat in de nabije toekomst iets zal veranderen. Dan zou ik nu enkele trefwoorden willen aanhalen, waarbij u dan probeert in te schatten hoe zwak of sterk IPS op deze variabelen volgens u scoort. Het eerste trefwoord is de professionaliteit. Ik denk dat dit wel vrij ok is. Ik denk dat zij verschillende bronnen hebben. Dus ik denk dat het vrij in orde is, dat daar niet veel problemen mee zijn. De relevantie en nieuwswaarde van de nieuwsberichten? Dat hangt af van het publiek natuurlijk. Voor het brede publiek zijn dat natuurlijk niet de onderwerpen waar iedereen van wakker ligt. Voor een nichepubliek is dat zeker interessant. Maar ik denk niet dat zij zich richten op het grote publiek. In die zin denk ik dat hun nieuwswaarde vrij goed is, want zij geven het publiek, waarop zij zich richten, wat ze nodig hebben. De originaliteit van de berichten? Die is zeker vrij goed. Ze brengen nieuws die anderen niet brengen of minder uitgebreid brengen. Als ze niet origineel zijn, zouden ze geen meerwaarde hebben. Zijn er volgens u knelpunten bij IPS? Neen, ik zie niet echt meteen een probleem. Nu als je hun website bekijkt, is dat vrij droog. Dus daar kan misschien wel nog iets aan gedaan worden. Maar verder denk ik dat alles ok is. Ik weet ook niet of het ideaal is dat zij hun berichten integraal gratis online plaatsen. Ik weet niet hoe ze dan inkomsten verkrijgen. Via inkomsten van abonnementen uiteindelijk. Ja, inderdaad, maar de meerwaarde van een abonnement heb ik dan niet meteen door. Ik heb het alleszins niet nodig. Ik weet niet of er dan nog veel mensen zijn die zo’n abonnement nodig hebben. Ik kan alles lezen op hun site, dus eigenlijk hoef ik geen abonnement te hebben. Ik krijg het sowieso. Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
179
In die zin is dat misschien niet zo slim van hen. Maar er zijn nog website die dat doen, zoals Het Nieuwsblad. Dat is een beetje elk zijn politiek. Dat is aan hen om te beslissen.
3.10. Oxfam Solidariteit: Interview met Chantal Nijssen, verantwoordelijke communicatiedienst (15 juli 2009):
Kent u het nieuwsagentschap IPS? Ja, ik ken het. Hoe hebt u het leren kennen? We hebben ooit één van onze publicaties gewijd aan alternatieve nieuwsmedia en IPS was daar dan één van. Lezen jullie vaak de nieuwsberichten van IPS? Ik doe dat zeker niet dagelijks, slechts occasioneel. Vooral wanneer ik voor mijn eigen werk op zoek ben naar informatie en ook als ik informatie opgestuurd heb en wil weten of zij daar gebruik van gemaakt hebben. Jullie publiceren zelf ook een aantal nieuwsartikelen op jullie website en in de nieuwsbrief. Op welke bronnen doen jullie hiervoor een beroep? Voor onze eigen website is dat het resultaat van de informatie die we ontvangen via Oxfam International en andere Oxfams. Alle persberichten die zij zelf opstarten en alle onderzoek dat ze zelf uitvoeren en publiceren. Zij doen perswerk naar aanleiding van belangrijke vergaderingen, seminaries, onderzoeken, activiteiten van bepaalde instellingen. Daar brengen wij dan een verslag over uit. De informatie die wij dus ontvangen van andere Oxfams gebruiken wij in eerste instantie. In tweede instantie hebben wij onderzoekers in huis. De resultaten daarvan gebruiken wij voor eigen publicaties op onze website en in onze nieuwsbrieven. Wij realiseren vier tijdschriften per jaar, die telkens rond één bepaald thema opgebouwd worden. Zodra wij het thema bepaald hebben, gaan we op zoek naar experten bij Oxfam, andere instellingen, overheden. Naar alle mensen die dus rond dat thema werken. En dan doen we via interviews of andere nieuwsgaring al het nodige om die informatie samen te brengen. Alles wat we op onze website publiceren, qua actualiteit, achtergrond en ander nieuws, ook informatie over onze andere partners, gebruiken wij ook om in onze maandelijkse nieuwsbrieven in de kijker te plaatsen. Op die manier proberen we de lezer van de nieuwsbrief terug naar de website te lokken om daarover meer te weten te komen. Dan hebben we ook nog een aantal activiteiten. We voeren bijvoorbeeld elk jaar een campagne. Rond al die activiteiten maken we zelf persberichten. Die informatie komt dan meestal ook op de website terecht. Soms staat er ook op jullie website bij enkele foto’s de vermelding van Reuters. Hebben jullie bij Reuters dan een fotoabonnement? Wij hebben niet altijd zelf foto’s over alle thema’s die we behandelen. We hebben bijvoorbeeld zelf geen partner in Honduras, terwijl we wel over die toestand berichten. Omdat we toch actuele foto’s Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
180
wilden hebben, hebben we dan een fotoagentschap ingeschakeld. Zij gaan dan gewoon in hun eigen bestanden op zoek naar een geschikte foto. Wij vragen niet aan hen om die foto te maken. Die foto werd gemaakt en zij bieden die te koop aan. Dat gebeurt regelmatig. Bijvoorbeeld als we willen berichten over een aardbeving, dan gaan we ook bij agentschappen aankloppen. Het agentschap IPS heeft ook momenteel een beperkt fotoaanbod. Denkt u dat IPS een meerwaarde kan bieden voor jullie organisatie? Ik vermoed eigenlijk van wel. Ik ben zelf geen fotospecialist. Ik ben zelf meer bezig met inhoud en teksten. Onze fotografe doet dat nogal autonoom. Of zij dan ook bij IPS gaat kijken of zij iets aan te bieden hebben, kan ik eigenlijk niet zeggen. En zouden de nieuwsberichten van IPS een meerwaarde voor jullie kunnen bieden? Ik denk het wel, omdat zij de internationale berichtgeving volgen en ook uit alle hoeken van de wereld informatie kunnen inzamelen. Dus ik denk zeker dat zij voor ons interessant kunnen zijn. Maar het is vaak zo dat wij rond dezelfde thema’s werken als de andere Oxfams elders in de wereld. En daarom heb ik niet echt de gewoonte om heel vaak beroep te doen op IPS. Maar ik ben me er ten zeerste van bewust dat hun materiaal zeker waardevol is en ook heel actueel is. En dat zou dan ook interessant kunnen zijn voor publicatie op jullie website? Ja, dat denk ik wel. Ik vermoed dat we dat in het verleden ook al gedaan hebben, maar ik kan daar nu geen recent voorbeeld van geven. IPS kan ook werken met bepaalde nieuwspakketten, waarbij ze zich dan specifiek richten rond bepaalde thema’s. Denkt u dat zo’n aanbod ook wenselijk kan zijn. Bijvoorbeeld om een dossier te maken voor die jaarlijkse tijdschriften? Ja, misschien wel. We hebben daar nog nooit aan gedacht om het op die manier uit te zoeken. Maar zoals u het mij nu vertelt, dan denk ik wel dat het interessant kan zijn. Wij hebben immers helemaal geen uitgebreid netwerk van correspondenten. IPS heeft dat dan wel. Dus in die zin denk ik dat dit voor ons wel een goede tip kan zijn.
Alternatieve nieuwsagentschappen in het internettijdperk. Doorlichting van IPS Vlaanderen.
181