Als God trouw is … (Preek over Maleachi 2 vs. 10-16) De vorige keer ging het over Gods liefde. Gods liefde is gebaseerd op Gods vrije, soevereine en verkiezende wil. Anders gezegd, niemand hier kan zeggen: ik heb Gods liefde verdiend. Ook niet een klein beetje. En Gods liefde is niet alleen onverdiend, ook grenzeloos. Wij zijn niet de enigen de God vereren. Nu niet en straks al helemaal niet, als Jezus terug komt. De vraag die daarbij hoorde was: als God liefde is, waar is dan jullie toewijding? Wij zijn vaak geneigd om die vraag in ons leven om te draaien. Dat gaat zo. Als er dingen gebeuren (of juist niet) die niet kloppen met onze ideeën over Gods liefde, zetten we God in het beklaagdenbankje. Als God liefde is, hoe kan het dan dat … Maleachi zette de mensen van toen en zet ons nu recht voor God en draait de vraag om. Als je door hebt dat Ik liefde ben en wat liefde betekent (onverdiend, grenzeloos), waar blijft dan jullie toewijding? Mijn liefde, zegt God, kostte Mij alles. Kijk nu eens naar je eigen leven, naar de offers die jij brengt en vraag je ook eens af wat die kosten. Ben Ik een app. op je mobiele telefoon of ben Ik iemand om rekening mee te houden? [dia 1] Vandaag gaan we verder nadenken over onze toewijding aan God. Als God trouw is … heb ik boven de preek gezet. Drie dingen vanochtend. Drie ingrediënten voor toewijding op het gebied van trouw en relaties: [dia 2] Vers 10 gaat over trouw in onze persoonlijke relaties, afspraken. De mensen in de tijd van Maleachi waren niet eerlijk. Dat bleek ook al een beetje uit het feit dat sommigen gestolen offerdieren naar de tempel brachten. Dat was natuurlijk zo hypocriet als wat. God dienen over de rug van een ander! [dia 3] In vers 11 tot 13 gaat over trouw in onze persoonlijke eredienst, de relatie met God. Maleachi daagt ons in het kader van onze toewijding uit om na te denken met wie wij relaties aangaan en wat onze prioriteiten daarin zijn. [dia 4] Vers 14 tot 16 gaat over trouw in onze liefdesrelaties. Over Gods bedoeling met het huwelijk. De kern van dit gedeelte uit Maleachi over trouw in relaties zit hier, in dat laatste deel.
Trouw in persoonlijke relaties [dia 5] Hebben we niet allemaal dezelfde Vader? Heeft één en dezelfde God ons niet allemaal gemaakt? Maleachi stelt een retorische vraag. Dat is een vraag waarop je eigenlijk geen antwoord hoeft te geven, omdat het antwoord voor iedereen duidelijk is. Maar Maleachi gebruikt dit soort vragen om jou en mij uit te dagen de consequentie te trekken uit wat je zégt te geloven voor je leven in de praktijk. Kijk nou eens wat je allemaal zo makkelijk zegt. Eerst was het: God is liefde. Maar áls Hij liefde is, waaruit blijkt dat dan in ons leven? Dat was toen de vraag. Nu is het: we hebben allemaal één en dezelfde Vader. God heeft ons allemaal gemaakt. God is trouw. Trouw aan zijn verbond. O ja? Zegt Maleachi dan. Waarom ga je dan naar God over de rug van een ander? Die ander, van wie God volgens jou óók de Vader is? De kwestie van de gestolen offerdieren. Maar er was meer. Veel mensen gedroegen zich trouweloos. Ze waren niet betrouwbaar in het nakomen van afspraken. Ze zagen elkaar niet staan. Om trouw te zijn moet je de ander zien, contact hebben. Anders wordt trouw theorie. Verbondstrouw ook. Op zich was en is dat niks nieuws. Dat mensen hun afspraken niet nakomen. Maar het hypocriete was dat de mensen in de tijd van Maleachi die houding schaamteloos en moeiteloos combineerden met hun geloof. Ik geloof jammer genoeg niet dat dit alleen iets was van toen. Ik heb hier de vorige keer ook al het een en ander over gezegd, dus ik zal het vanmorgen kort houden. Wie in de kerk zit voor zichzelf – z’n eigen zin, smaak, gewoontes doordrijft ten koste van de ander – wie vluchtelingen en weduwen niet zien zitten terwijl ze misschien wel naast je zitten in de kerk, die schendt (lett. ontheiligt, heeft lak aan) het verbond dat God met onze voorouders sloot (vs. 10). [dia 6] Als je geen rekening houdt met wat God wil in afspraken, relaties, in wat God vraagt in de relatie tussen jou en een ander in de kerk dan ontheilig je de Naam waarmee God zich in grote lijn aan Abraham en later heel specifiek aan Mozes en nu aan iedereen die gelooft verbindt: Jahwe / HE(e)RE. Die Naam betekent: Ik zal er altijd zijn. Voor jou en voor je kinderen en voor alle anderen die Ik nog roepen zal. Eigenlijk betekent Gods Naam: Ik ben trouw. Trouw is het cement voor gemeenschap in de kerk, want God is trouw. Eigenlijk van elke gemeenschap. Trouw tussen ouders en kinderen, tussen mannen en vrouwen, tussen werknemers en werkgevers. In die trouw moeten wij als gemeente uitblinken. Jezus zegt:
‘Wanneer je dus je offergave naar het altaar brengt en je je daar herinnert dat je broeder of zuster je iets verwijt, laat je gave dan bij het altaar achter; ga je eerst met die ander verzoenen en kom daarna je offer brengen.’ (Matteüs 5:23-24). Johannes vat het in het Nieuwe Testament kernachtig samen in het volgende vers: ‘Als iemand zegt: ‘Ik heb God lief,’ maar hij haat zijn broeder of zuster, is hij een leugenaar. Want iemand kan onmogelijk God, die hij nooit gezien heeft, liefhebben als hij de ander, die hij wel ziet, niet liefheeft.’ (1 Joh. 4 vs. 20)
Trouw in persoonlijke eredienst [dia 7] Nu wordt het spannend. Vers 11: ‘Juda heeft trouweloos gehandeld, en in Israël en Jeruzalem heeft men zich gruwelijk misdragen. Juda heeft ontwijd wat de HEER heilig is en wat hij liefheeft; Juda is getrouwd met een vrouw die een vreemde god vereert.’ Wat bedoelt Maleachi hier? Er zijn, grof gezegd, twee uitleggingen van deze tekst uit Maleachi. De één wordt in de discussie de letterlijke, de ander de figuurlijke uitleg genoemd. De letterlijke zegt: hier staat dat je niet moet trouwen met iemand die niet gelovig is. De andere – figuurlijke – uitleg zegt: nee wacht even, het gaat hier over de stam (de provincie) Juda. In Juda ligt o.a. Jeruzalem en in Jeruzalem bevindt zich de tempel – het heiligdom – waar blijkbaar vreemde goden vereerd werden. Mogelijk de vrouwelijke afgod Asjera. Voor deze uitleg pleit onder andere vers 13 waarin staat dat de Israëlieten ‘hete tranen’ op het altaar storten en daarbij jammeren en kreunen.1 Een typering van heidense offerrituelen, maar dan in de tempel van God in Jeruzalem. Het probleem van de tweede uitleg is dat deze vaak wordt ingegeven door de wens dat zo de Bijbel geen probleem maakt van iets dat veel voorkomt, namelijk dat christenen trouwen met niet-christenen. Snap je? Als het hier gaat over de tempeldienst dan heeft deze tekst (gelukkig) niet te maken met de vraag met wie ik trouw of niet. Hopelijk zie je het vreemde ook in van deze redenering. Alsof de tempeldienst – anders gezegd: onze gezamenlijke relatie met God! – niks te maken heeft met de vraag met wie jij relaties aangaat. En dan nog wel dé relatie, die voor het leven! Het onderscheid letterlijk – figuurlijk is bovendien misleidend omdat het volgens mij eerder andersom is. 1
Hhet woordje omdat (vs. 13) kan vertaald worden als zodat: God luistert niet omdat jullie in zijn tempel afgoden vereren en/of God vereren zoals je afgoden vereert.
[dia 8] Letterlijk staat er hier: Juda pleegt overspel met andere goden in de tempel van Jeruzalem. Figuurlijk, of liever, één van de consequenties is dat je in je persoonlijke leven ervoor moet waken niet hetzelfde te doen door jezelf bloot te stellen aan de verleiding van vreemdgaan in het leven met God, bijvoorbeeld door te trouwen met iemand die die prioriteit niet met jou deelt. Wees daarin niet naïef. Ik kom hier straks op terug, want het belangrijkste is hierover nog niet gezegd. Dus houd je aandacht er nog even bij. Wel goed om op deze plaats óók te zeggen waar deze tekst in ieder geval níet over gaat. We moeten niet méér horen dan wat er hier staat. [dia 9 – leeg scherm] Er staat níet dat het nooit gaat gebeuren dat iemand die nu niet gelooft, dat later wél zal gaan doen. dat klopt niet met de praktijk. Toen niet en nu niet. 1 Petrus 3 vs. 1-2: ‘Voor u, vrouwen, geldt hetzelfde: erken het gezag van uw man. Dan zullen mannen die weigeren Gods boodschap te aanvaarden daarvoor gewonnen worden door het gedrag van hun vrouw, zonder dat zij iets hoeft te zeggen, omdat ze zien hoe zuiver u leeft uit ontzag voor God.’ Er staat ook niet dat als je een keer getrouwd bent met iemand die niet gelooft, je man of vrouw dan maar ontrouw mag zijn. 1 Kor. 7 vs. 12-13: ‘wanneer een broeder een ongelovige vrouw heeft die bij hem wil blijven, mag hij niet van haar scheiden. Dit geldt ook voor een zuster: wanneer ze een ongelovige man heeft die bij haar wil blijven, mag ze niet van hem scheiden.’ Het betekent wel dat als de keus om te trouwen nog voor je ligt – ook als je verkering hebt met iemand die niet gelooft – dit dé periode en de kans is om uit te vogelen hoe niet alleen jij maar ook de ander (en uiteindelijk dus jullie samen) tegenover de HERE staat. Blijft de ongelovige partner waar hij/zij is en deelt hij of zij niet prioriteit nr. 1 met hou als gelovige, dan is trouwen geen goed idee. Staat de ander er wel open voor of heb je nog geen verkering – zoek dan naar een partner met wie je samen God kunt dienen.
Trouw in liefdesrelaties [dia 10] In de tijd van Maleachi kwamen echtscheidingen veel voor. Nog zo’n vorm van hypocrisie die echt niet kan. Als je als christen iets zegt te geloven terwijl de praktijk van je leven daar niet mee klopt dan is dat verwoestend voor de doorwerking van het evangelie. Gods heilig evangelie. Denk maar niet dat niet-christenen dat niet door hebben. Het is vaak het eerste dat ze zien.
Het is wel belangrijk om na te gaan waarom er zoveel echtscheidingen voorkwamen in de tijd van Maleachi. Sommige uitleggers wijzen erop dat de Israëlieten Samaritaanse vrouwen trouwden om daarmee hun recht op het grondgebied te laten gelden. De Samaritanen woonden namelijk al in Israël. Veel Jeruzalemmers hadden weliswaar oude papieren maar waren tegelijk relatieve nieuwkomers. Een variant op deze uitleg is de volgende. Er heerste in de tijd van Maleachi bittere armoede. Daarom trouwen de mannen zich liever in in andere, betere families. Vaak van andere volken en culturen. Ze namen daarbij het risico van ontrouw in de dienst aan God op de koop toe. Trouwen en scheiden deed je in die tijd niet voor de (romantische) liefde zoals nu maar om sociaal economische, politieke of soms zelfs semi-religieuze redenen (net zo als je vandaag wel eens hoort zeggen dat iemand trouwt in de hoop dat de ander God leert kennen). Tegenwoordig zijn er ook veel echtscheidingen. Zo op het eerste gezicht dus om heel andere redenen: eindeloze ruzies of gewoonweg uit elkaar gegroeid. Of einde liefde/verliefdheid, de chemie die weg is. Toch denk ik dat er een heel belangrijke overeenkomst is tussen toen en nu. Mensen toen en mensen nu trouw(d)en om de verkeerde redenen. Toen uit economische noodzaak. Nu in het verlangen naar geluk in de romantische liefde. Je bent alleen. Je verlangt naar een ander die jou kan gelukkig maken. Maar wist je dat dat een vergissing is? Alleen God kan mensen gelukkig maken. Vers 15 is hier een kern-vers. Een probleem: het is zo ongeveer het meest lastig te vertalen vers uit de hele Bijbel. Als je een paar vertalingen naast elkaar legt, zie je dat meteen. Vooral het eerste deel. Het is hier niet de plaats om daar uitgebreid bij stil te staan. De NBV vertaalt in de traditie van de NBG ’51 vertaling Wie ook maar een beetje verstand heeft doet zoiets niet. waarschijnlijker lijkt mij, in lijn met de (H)SV en de Willibrordvertaling de volgende vertaling (ik neem als voorbeeld de Willibrord): [dia 11] ‘Heeft Hij haar niet voor hem gemaakt als zijn vlees en leven? En wat wil Hij anders dan kinderen van God? Draag dus zorg voor uw leven en wees niet ontrouw aan de vrouw van uw jeugd.’ Maleachi zegt: je moet trouw zijn aan de vrouw waarmee je bent getrouwd. Waarom? Kijk naar God die aan het begin Adam én Eva maakte, naar zijn beeld, om één te zijn, zoals God één is.2 Waarom? 2
Hier kan je duidelijk zien hoe de profetie van Maleachi uitloopt op het onderwijs van Jezus over huwelijk: Matteüs 5:31-32; 19:1-4.
En nu komen we bij het punt dat waarin alle vertalingen min of meer overeen komen. [dia 12] Wat is Gods bedoeling van het huwelijk? Financiële zekerheid voor de toekomst? Nee Volmaakt geluk? Nee Dat je de ander voor God wint, dat hij/zij zich bekeert? Nee, maar we komen wel dichtbij. Waarom zou je trouwen? God zegt hier: om het nageslacht. En dan meer specifiek: goddelijk nageslacht. God wil door het huwelijk bouwen aan zijn koninkrijk. Ouders moeten hun kinderen vertellen van God en voorleven wie God is (te beginnen door elkaar trouw te zijn en te blijven), voor hun kinderen bidden zodat zij God leren kennen, in Hem geloven en hun leven ook wijden aan de dienst aan God. Dat komt er niet bij. Dat is hét doel van het huwelijk! Dat neemt niet weg dat er van alles misgaat. Kinderen moeten uiteindelijk zelf kiezen en doen dat niet altijd voor God. Soms krijg je geen kinderen en ervaar je zo dat het huwelijk niet klopt, gebroken is. Maar het doel blijft staan. God wil jouw relatie gebruiken om te bouwen aan zijn koninkrijk! Snap je nu waarom – als je daar nog voor kunt kiezen – samen geloven zo belangrijk is? Ik denk het wel. Deze boodschap is best scherp. Maar ik heb hem niet zelf bedacht. Maleachi ook niet. Het mooie eraan is dit: God wil jouw geluk! Hij wil zijn zegen geven. Hij wil zijn liefde aan je kwijt. Zijn trouw. Dat lukt niet, als jij van de relatie met Hem geen prioriteit maakt. [dia 13 – leeg scherm] De boodschap van vanmorgen betekent ook het einde van alle mythen over de liefde. In de tijd van Maleachi de mythe dat relaties soms gewoon nog zijn om te kunnen overleven. God zegt: nee, Ik zorg voor je toekomst. Nu de mythe dat een relatie gewoon nodig is om gelukkig te worden. God zegt: welnee. Geen mens kan een ander volmaakt gelukkig maken. Ik ga jou gelukkig maken. Als je om die reden trouwt zal je de ander verpletteren onder je verwachtingen. Zelfs kinderen krijgen is niet het ultieme doel. Jezus was ongetrouwd en kreeg nooit kinderen. Ja, geestelijke kinderen. Iemand zei eens tegen Jezus: ‘Uw moeder en uw broers staan buiten, ze willen u spreken.’ Jezus antwoordde: ‘Wie is mijn moeder en wie zijn mijn broers?’ Hij maakte een gebaar naar zijn leerlingen en zei: ‘Zij zijn mijn moeder en mijn broers. Want ieder die de wil van mijn Vader in de hemel doet, is mijn broer en zuster en moeder.’ (Matteüs 12)
Dat is Gods trouw: prachtig, ontroerend. ‘Zij zijn mijn moeder en mijn broers.’ Als Jezus jouw prioriteit is en blijft dan kan het lijken alsof je van alles mist maar dan heb je God als Vader. Het is ook open en uitnodigend: ‘ieder die de wil van mijn Vader in de hemel doet.’ Dat is niet een select, vanuit ons perspectief begrensd en van te voren geselecteerd groepje mensen. Dat is ieder, iedereen. Misschien jij ook wel …! [amen]