“Alleen is niemand wijs genoeg”
Schoolplan 2010-2014
Nijmeegse Scholengemeenschap Groenewoud Van Cranenborchstraat 7 6525 BM NIJMEGEN
Inhoud
Pagina
1. 2. 3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10. 11.
Voorwoord ..................................................................................................................................... 3 Schoolgegevens ............................................................................................................................ 4 Missie, kernwaarden en profiel van de school .............................................................................. 5 3.1 Missie .................................................................................................................................. 5 3.2 Kernwaarden ....................................................................................................................... 5 3.3 Profiel .................................................................................................................................. 5 Onderwijs ...................................................................................................................................... 7 4.1 “Ontwikkelingsgericht leren” ................................................................................................ 7 4.2 NSG-weken ......................................................................................................................... 7 4.3 Cultuurprofielschool ............................................................................................................ 7 4.4 Universum ........................................................................................................................... 8 4.5 Onderwijs Netwerk Ondernemen ........................................................................................ 8 4.6 Internationalisering .............................................................................................................. 9 4.7 Talentontwikkeling............................................................................................................... 9 4.8 Vmbo-t ................................................................................................................................. 9 4.9 Havo .................................................................................................................................. 10 4.10 VWO .................................................................................................................................. 10 4.11 Burgerschap en maatschappelijke stages ........................................................................ 10 Begeleiding, zorg en veiligheid ................................................................................................... 11 5.1 Begeleiding ....................................................................................................................... 11 5.2 Zorg ................................................................................................................................... 11 5.3 Veiligheid ........................................................................................................................... 12 Organisatie .................................................................................................................................. 13 6.1 Teams ............................................................................................................................... 13 6.1.1 Managementstructuur ....................................................................................................... 13 6.1.2 Docenten zijn lid van een team. ........................................................................................ 13 6.1.3 Teams zijn verantwoordelijk voor onderwijs en begeleiding ............................................. 13 6.1.4 Teams maken een plan .................................................................................................... 14 6.2 Beleidscyclus .................................................................................................................... 14 Personeel .................................................................................................................................... 15 7.1 Werving van docenten ..................................................................................................... 15 7.2 Behoud .............................................................................................................................. 16 7.3 Gesprekscyclus ................................................................................................................. 16 7.4 Inzetbaarheid .................................................................................................................... 16 7.5 Strategische Personeelsplanning (SPP) ........................................................................... 17 Informatie en participatie ............................................................................................................. 18 8.1 Participatie ........................................................................................................................ 19 8.2 Collegiale ontmoeting........................................................................................................ 19 8.3 Naar buiten ........................................................................................................................ 19 Middelen ...................................................................................................................................... 20 9.1 Financieel beleid ............................................................................................................... 20 9.2 Huisvesting ........................................................................................................................ 20 9.3 ICT..................................................................................................................................... 21 Kwaliteit en verantwoording ........................................................................................................ 22 Lijst van documenten .................................................................................................................. 23
Q:\Secretariaat\WPSECBST\Schooljaar 2010-2011\Beleid - Inspectie\Jaarverslag\10-11-0001 Schoolplan 2010 - 2014 Alleen is niemand wijs genoeg.doc
Schoolplan NSG 2010 – 2014
••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
2
1.
Voorwoord
•••••••••••••••••••••••••••••••••• De omgeving van onze school is in beweging. We maken deel uit van een maatschappij die sterk verandert, in ons traditionele voedingsgebied daalt het aantal leerlingen op de basisscholen, en de scholen die ons omringen profileren zich door hun onderwijsaanbod te vernieuwen. Bij het bepalen van ons beleid voor de komende vier jaar houden we rekening met deze veranderende omgeving, maar we gaan vooral uit van onze eigen identiteit, van onze eigen kracht. De NSG wil vóór alles zijn een school “om te vertrouwen.” Leerlingen en personeel voelen er zich veilig, we kennen en erkennen elkaar. Alleen dan is er ruimte om te groeien, ruimte om te leren, van elkaar en met elkaar. De NSG wil een school zijn die er toe doet. We kiezen voor een manier van leren, voor onderwijs dat aantrekkelijk, eigentijds en betekenisvol is voor jonge mensen. Onderwijs dat waar mogelijk, aansluit bij hun belevingswereld. Daarbij zetten we in op een bij de NSG passende vertaling van het onderwijsconcept “ontwikkelingsgericht leren.” In ons onderwijs is de ontwikkeling van de leerling het vertrekpunt. Het leren draait om het leerproces van de leerling.
Schoolplan NSG 2010 – 2014
Onze school heeft altijd gewerkt aan onderwijsontwikkeling. Jarenlang werd er in op allerlei plaatsen in de school vernieuwende onderwijsprojecten uitgevoerd. Het schooljaar 2009-2010 was het laatste jaar van de “Expeditie”, een pilot waarin door het Expeditieteam ervaring is opgedaan met de uitvoering van ontwikkelingsgericht leren in de dagelijkse onderwijspraktijk. Voor de dóórontwikkeling van het onderwijs en de organisatie van de school is nu een schoolbrede omwenteling noodzakelijk. De verworvenheden van de Expeditie zullen we hierin meenemen. In dit schoolplan wordt de ontwikkelrichting van de NSG voor de komende vier jaar aangegeven.
3
2.
Schoolgegevens
•••••••••••••••••••••••••••••••••• Op 5 mei 1955 werd de stichting Het Nijmeegs Lyceum opgericht. Op 15 september startte het eerste schooljaar met een handvol leerlingen. Vanaf 1964 was Het Nijmeegs Lyceum experimenteerschool in het kader van de ‘Mammoet-wet.” Op 1 augustus 1968 vormde Het Nijmeegs Lyceum samen met twee ULO-scholen de Nijmeegse Scholengemeenschap, in 1988 omgedoopt tot Nijmeegse Scholengemeenschap Groenewoud, kortweg NSG. De Nijmeegse Scholengemeenschap Groenewoud is een school op algemeen bijzondere grondslag voor vmbo-t, havo en vwo (Atheneum en Gymnasium). Op 1 oktober 2010 bedraagt het aantal leerlingen 1702. Op termijn streeft de school naar een leerlingenaantal van 1500 leerlingen. Met een lerarenformatie van 79 fte, een onderwijsondersteunende formatie van 34 fte en een directieformatie van 11 fte, bedraagt de totale formatie 124 fte. Er zijn ruim 170 medewerkers aan de school verbonden. De directie van de NSG bestaat uit: Hanneke Arpots, directeur Robert van Galen, sectordirecteur eerste fase Martinette Selten, sectordirecteur tweede fase De NSG vormt sinds 2001 samen met het Canisius College en het Kandinsky College de Scholengroep Rijk van Nijmegen. De algemeen directeur van de Scholengroep Rijk van Nijmegen is Joost Eijkhout. De NSG heeft twee onderwijsgebouwen. Hoofdgebouw Van Cranenborchstraat 7 6525 BM Nijmegen Brugklasgebouw Schlatmaeckerstraat 10 6525 DH Nijmegen Tel.: 024 – 323 44 55 www.groenewoud.nl e-mail:
[email protected]
Het bestuursadres van de Scholengroep Rijk van Nijmegen is:
Postadres Postbus 6687 6503 GD Nijmegen
Schoolplan NSG 2010 – 2014
Bezoekadres Toernooiveld 100 6525 EC Nijmegen
4
3.
Missie, kernwaarden en profiel van de school
•••••••••••••••••••••••••••••••••• 3.1
Missie
De NSG is altijd een school geweest die, staande in een christelijke traditie, goed heeft gefunctioneerd in een cultuur van openheid, dienstbaarheid, respect en verantwoordelijkheid van medewerkers en leerlingen in hun onderlinge omgang. Vanuit deze cultuur werken we met idealisme en volharding aan het onderwijzen en opvoeden van onze leerlingen. Het doel van onderwijs en opvoeding is: de jonge mens zo te begeleiden en te stimuleren op zijn weg naar volwassenheid, dat hij steeds beter toegerust en gemotiveerd is om te bepalen, waar hij zijn krachten wil inzetten om de algemene cultuuropdracht van de mens – deze aarde bewerken en bewaren in samenwerking met en tot vreugde van alle medemensen – op persoonlijke wijze gestalte te geven; daarbij zijn kritische zin van wat echt of onecht, waar of onwaar, recht of onrecht is te scherpen; en hem bereid te maken op te komen voor verdrukten en ontrechten, aan welke kant die zich ook bevinden. De NSG adopteerde het door Feitse Boerwinkel geformuleerde opvoedingsdoel als leidraad voor ons handelen binnen de school. Aan zeggingskracht en waarde heeft het opvoedingsideaal van Boerwinkel weinig ingeboet. De NSG wil zich daarom ook in de toekomst doen kennen als een instelling, zoals de grondleggers van de school, nu ruim vijftig jaar geleden, voor ogen hadden.
3.2
Kernwaarden
Ontwikkelen en uitblinken Niet alleen hoofd, maar ook hart en handen doen ertoe. Alle leerlingen leren hun talenten kennen en ontwikkelen en benutten deze. Leerlingen worden uitgedaagd om uit te blinken. Vertrouwen en betrokkenheid Vertrouwen bindt en haalt het beste in mensen naar boven. Fouten maken mag. De NSG investeert in een goede relatie door te luisteren naar de ander, open en authentiek, zonder vooringenomenheid. Op de NSG word je gekend en erkend.
Kwaliteit De NSG heeft een hoge norm. We maken keuzes om de goede dingen te kunnen doen en om de dingen goed te kunnen doen.
3.3
Profiel
Leerlingen kiezen voor een school. Ze kiezen voor een school die bij hen past. Dat betekent dat er naast de accenten, waarmee de NSG zich expliciet wil onderscheiden van andere scholen, er voor onze leerlingen een voldoende breed aanbod moet zijn om hun talenten te kunnen ontdekken en te ontwikkelen. Bij het vaststellen van het profiel van de NSG gaan we uit van eigen kracht en houden we rekening met de scholen in onze omgeving.
Schoolplan NSG 2010 – 2014
Midden in de maatschappij De NSG heeft een maatschappelijke opdracht. Op leerlingen wordt een beroep gedaan een bijdrage te leveren aan medemenselijkheid en aan zorgdragen voor een duurzame en rechtvaardige samenleving. Daarvoor legt de NSG uitdrukkelijk de verbinding tussen school en de buitenwereld.
5
De NSG profileert zich als cultuurprofielschool, met voor alle leerlingen een rijk kunst- en cultuuraanbod. Voor de getalenteerde leerlingen is er een speciaal programma dat gericht is op doorstroming naar het conservatorium, de kunstacademie en de toneelschool. Het onderwijs is kleinschalig georganiseerd om goed te kunnen aansluiten bij de ontwikkeling van de leerling. Dat is zichtbaar in de aanwezigheid van het aparte brugklasgebouw en in de teamgerichte organisatie, waarbij teams verantwoordelijk zijn voor het onderwijs en de begeleiding van een overzichtelijke en herkenbare groep leerlingen. Voor de NSG zijn kernwoorden: cultuur, contact, ontplooiing. Met dit profiel onderscheidt de NSG zich door het onderwijsconcept ontwikkelingsgericht leren, gekoppeld aan het werken in teams, en de bijzondere aandacht voor kunst en cultuur.
Schoolplan NSG 2010 – 2014
In het strategisch plan van de scholengroep is vastgelegd dat alle studiehuizen van SGRvN naast het schoolspecifieke profiel een sterke bèta-profilering hebben.
6
4.
Onderwijs
•••••••••••••••••••••••••••••••••• 4.1
“Ontwikkelingsgericht leren”
De afgelopen jaren hebben we veel geïnvesteerd in de ontwikkeling van het onderwijsconcept “ontwikkelingsgericht leren.” Op verschillende afdelingen in de school zijn er pilots uitgevoerd. De ingrijpendste vonden plaats in de Expeditie in B1/B2 en in T3/T4. De komende jaren werken we schoolbreed aan het onderwijsconcept. Het samenwerken in teams moet ons daarbij gaan ondersteunen. Op de NSG houdt het onderwijsconcept “ontwikkelingsgericht leren” het volgende in. • Keuzes maken. Onze leerlingen kunnen eigen keuzes maken waardoor onderwijs recht doet aan verschillen, en waarbij het voorwaarde is dat we de persoon van de leerling ook echt kennen. • Samenwerkend leren. We besteden veel aandacht aan samenwerkend leren en geven ruimte aan de verschillende leerstijlen en intelligenties van leerlingen. • Betekenisvol. Leren is zoveel mogelijk betekenisvol doordat onze leerlingen deelnemen aan activiteiten die ze als nuttig ervaren. Ze krijgen inzicht in de samenhang tussen de verschillende vakken. We leggen een herkenbare relatie tussen de binnenwereld van de leerling en de buitenwereld.
4.2
NSG-weken
We willen meer ruimte scheppen voor eigen keuzes van leerlingen en ook meer de wereld van school met die van de buitenwereld verbinden. Dat botst met het weekrooster zoals we dat nu kennen. In de Expeditie hebben we ervaring opgedaan met een andere roosterstructuur die het beter mogelijk maakt om samenhang aan te brengen tussen de verschillende vakgebieden. Nog steeds leeft er binnen de school de wens om in verband met het streven naar meer samenhang, de roosterstructuur aan te passen. Met ingang van het schooljaar 2010-2011 voeren we in de jaarplanning de zogenaamde NSG-weken in. Hierin is ruimte voor vakoverstijgende projecten en activiteiten en kunnen onze leerlingen ook op pad voor activiteiten buiten de school. We streven naar meerdere NSG-weken per schooljaar.
Cultuurprofielschool
In onze visie leren leerlingen pas echt als ze daar echt ook als persoonlijkheid bij betrokken zijn. Kunst prikkelt, leidt tot verwondering en schudt wakker. Door samen kunst te maken of te beleven, kunnen mensen grenzen overschrijden, en bruggen bouwen tussen mensen met verschillende capaciteiten, leeftijden en culturen. Daarom is er op onze school zoveel aandacht voor cultuureducatie. De NSG is Cultuurprofielschool. In de notitie “Cultuureducatie” hebben we onze visie beschreven. We willen alle leerlingen op onze school de kans geven hun kunstzinnige talenten te ontdekken en verder te ontwikkelen. Cultuureducatie bieden we zoveel mogelijk geïntegreerd en in samenhang aan, niet alleen binnen de kunstvakken en door middel van buitenlesactiviteiten, maar ook bij de andere vakken. Voor de eerste twee leerjaren is het nieuwe kunstvak ckv-junior ingevoerd. In dit vak vormen lessen levensbeschouwing over “levensvragen”’ de basis voor verwerking in verschillende kunstdisciplines. Door middel van gemeenschappelijke thema’s worden er verbanden gelegd tussen de verschillende kunstvakken. Naast het reeds bestaande aanbod van muziek, beeldende vormgeving en drama maken leerlingen nu ook kennis met de kunstdisciplines fotografie, dans en film. Voor de inzet van gastdocenten heeft de school een contract afgesloten met het Huis voor de Kunsten De Lindenberg. In het derde leerjaar kunnen de leerlingen kiezen voor verdieping in één kunstvak: muziek of beeldende vormgeving. De invoering van het vak ckv-junior leidt tot een heroverweging van het aanbod van kunstvakken in de hogere leerjaren. Op de afdeling vmbo-t kunnen de leerlingen met ingang van 2012 net als op de overige afdelingen, muziek als examenvak kiezen.
Schoolplan NSG 2010 – 2014
4.3
7
Al jaren kent de NSG een vooropleiding conservatorium en een oriëntatiecursus voor beeldende vorming. Sinds enkele jaren kunnen leerlingen ook de oriëntatiecursus muziektheater volgen. Hiervoor werkt de school samen met de hogere school voor de kunsten in Arnhem Artez en het Huis voor de Kunsten De Lindenberg. We zijn actief op zoek naar samenwerking met meer externe partners, zoals de musicalacademie Willem Nijholt en het ROC. Buiten de lessen biedt de school een breed scala aan culturele activiteiten aan.
4.4
Universum
Ook voor de leerlingen met een exacte belangstelling hebben we een extra aanbod. De NSG is Universumschool en doet al sinds 2005 mee aan het landelijke Universum Programma, een programma voor de exacte vakken met als doel de belangstelling voor de exacte vakken te stimuleren. Het is ontwikkeld door het Platform Bèta-techniek. In 2008 heeft de school met door subsidie verkregen middelen een modern juniorscience lab ingericht. De NSG zet nu in op het verduurzamen van de al ingezette ontwikkelingen bij de bèta-vakken. • Didactische vernieuwing, o.a. door onderzoek een grotere plaats in het lesprogramma te geven. • Verdere ontwikkeling van het vak TNA in B1 en B2. • De samenhang en de samenwerking tussen de vakken verder uitbouwen door samenwerkingprojecten, zoals bijvoorbeeld de bèta-doedagen in de derde laag. • Deelname aan het vak NLT in samenwerking met de Radboud Universiteit. • Met behulp van Jet-Net de samenwerking met bedrijven, zoals het ingenieursbureau Royal Haskoning verder vormgeven. • Verder doorzetten van de samenwerking met enkele basisscholen binnen het VTB-project (Verbreding Techniek Basisscholen). In dit project worden leerlingen van de NSG ingezet als tutor op een basisschool. • Deelname aan diverse Olympiades. • Deelname aan Sprint Up een regionaal netwerk van diverse scholen voor VO, de Radboud Universiteit en de HAN, met als doel het overbruggen van de kloof tussen het VO en het hoger onderwijs.
Onderwijs Netwerk Ondernemen
Een diploma maakt een leerling niet automatisch “startklaar” voor het leven. Om te kunnen slagen als mens in de maatschappij is meer nodig, zoals motivatie, zelfstandigheid, doorzettingsvermogen en ondernemingszin. Sinds oktober 2009 neemt de school deel aan het project Onderwijs Netwerk Ondernemen, waarin we onze leerlingen en leraren stimuleren met name deze vaardigheden te ontwikkelen. Het doel van het project is om het ondernemerschap binnen de school te vergroten. Leerlingen en leraren participeren in projecten waarbij het aannemen van een ondernemende houding centraal staat. Het netwerk bestaat uit de NSG, het Kandinsky College (locatie Hatertseweg), het Canisius College (locatie De Goffert), de Hogeschool Arnhem Nijmegen (opleiding Small Business&Retail Management), het Centrum voor Ondernemerschap, de Industriële Kring Nijmegen, Royal Haskoning en de Kamer van koophandel. Activiteiten zijn: • In havo 4 en vwo 5 het opstarten van een eigen bedrijf; • een uitwisseling van NSG-leerlingen uit vwo 5 met Kandinsky-leerlingen uit vmbo-k; • een projectweek ondernemerschap voor leerlingen uit vmbo-t-3; • een kennismakingsdag met de opleiding Small business&Retail management van de HAN; • de oprichting van een productiebureau gerund door leerlingen. De school heeft een aanvraag ingediend om ook voor de tweede tranche van dit project in aanmerking te komen. We willen wil hiermee de ervaringen en resultaten verbreden en verdiepen. We betrekken nog meer bedrijven en instellingen bij het project: woningbouwvereniging Portaal, de gemeente Nijmegen en Heumen, Schouten en Nelissen (HRM) en het Radboudziekenhuis. Verder worden er meer vakgebieden bij betrokken en gaan ook de leraren en leerlingen in de onderbouw deelnemen.
Schoolplan NSG 2010 – 2014
4.5
8
4.6
Internationalisering
Voor de ontwikkeling van de leerlingen en een brede culturele vorming is het van belang dat bij taalonderwijs niet alleen de taal centraal staat, maar juist ook de cultuur en de gewoonten van een ander land. Daarvoor kent de school meerdere uitwisselingsprogramma’s. In vwo 4 kunnen onze leerlingen deelnemen aan uitwisselingsprogramma’s met Frankrijk en Duitsland. Voor het vak Spaans, dat de leerlingen vanaf schooljaar 2011-2012 al in het tweede jaar kunnen volgen, gaan de leerlingen op havo en vwo in de bovenbouw op uitwisseling naar Barcelona. Sinds het schooljaar 2009-2010 neemt de NSG ook deel aan het Comeniusproject. Leerlingen uit Duitsland, Israel, Polen en Nederland ontmoeten elkaar onder het thema “Vreemd zijn & vriend zijn.” Zij werken gezamenlijk aan een culturele voorstelling die op diverse plaatsen in Nederland, maar ook in de overige landen wordt opgevoerd. Gedurende zijn schoolloopbaan zijn er diverse momenten waarop een NSG-leerling “over de grenzen” gaat. Soms verplicht omdat het onderdeel is van het onderwijsprogramma, soms gaat het om een facultatieve reis. Het is de laatste jaren steeds moeilijker om de uitwisselingen en reizen op een natuurlijke wijze op te nemen in het jaarprogramma. Voor de komende jaren streven we ernaar om de uitwisselingen en overige kampen en reizen meer onderdeel te laten zijn van het reguliere onderwijsprogramma en de schoolorganisatie.`
Talentontwikkeling
Onze leerlingen hebben veel talenten. We beschouwen het als onze opdracht om aan iedere leerling uitdaging te bieden. Dat past bij ons onderwijsconcept “ontwikkelingsgericht leren.” Daarom bieden we onze leerlingen een breed scala van vakken en keuzemogelijkheden aan. Als de interesse eenmaal is gewekt, dagen we leerlingen uit hun talenten verder te ontwikkelen. Voor leerlingen die willen uitblinken, biedt de NSG diverse mogelijkheden. In de bovenbouw kunnen leerlingen van havo en vwo examen doen in muziek, tekenen, handvaardigheid, filosofie, Spaans, informatica, maatschappijwetenschappen en het vak NLT. Leerlingen kunnen op havo en vwo Cambridge English volgen. Sinds enkele jaren is er een debatingclub actief op de NSG. Deze neemt deel aan provinciale en landelijke debatwedstrijden. De vakken wiskunde, aardrijkskunde en informatica doen mee aan de landelijke Olympiades.
4.8
Vmbo-t
Het vmbo-t-team stemt het onderwijs en de begeleiding af op de behoeften van hun leerlingen. Leerlingen volgen op deze afdeling in het derde en vierde leerjaar een doorlopend programma. Alleen
Schoolplan NSG 2010 – 2014
4.7
9
bij uitzondering doubleert een leerling nog in de derde klas. Tijdens keuzewerktijd (kwt) bepalen ze zelf aan welk vak ze werken. Drie keer per jaar werken de leerlingen in roostervrije weken aan vakoverstijgende projecten, waarbij ze zelf inbreng hebben. Onderwerpen die aan bod komen zijn: omgaan met geld, seks, relaties, Nijmegen, loverboys, ondernemen, en criminaliteit. De werkgroep vmbo van de SGRvN, waar de NSG ook aan deelneemt, heeft een programma uitgewerkt bedoeld voor vmbo-t-leerlingen van de studiehuizen die tussentijds de school moeten verlaten. Daarin worden ze gestimuleerd om vroegtijdig zich te oriënteren op de vmbo-lokaties van de scholengroep. De school doet mee aan het project “Kiezen op maat”. Hierbij gaan onze leerlingen met de leerlingen van het ROC mee op stage.
4.9
Havo
De komende jaren ligt op de afdeling havo de focus op de verbetering van het rendement. Leerlingen ervaren een kloof tussen havo 3 en havo 4. Een evenwichtiger verdeling van de leerstof over de drie jaren van de havo zal de aansluiting tussen havo 3 en havo 4 verbeteren en het rendement vergroten. Om onze leerlingen een verantwoorde keuze te laten maken voor een profiel, doen zij in havo 3 mee aan een week praktische profieloriëntatie. In havo 4 stroomt op onze school traditioneel een grote groep leerlingen in vanuit de afdeling vmbo-t. Deze groep leerlingen krijgt vanaf schooljaar 2010-2011 de mogelijkheid om in de afdeling vmbo-t een speciaal programma te volgen, waarmee zij zich beter kunnen oriënteren op de afdeling havo en zich tegelijkertijd ook goed kunnen voorbereiden op hun opleiding.
4.10 VWO De laatste jaren zagen we een terugloop in de aanmelding van leerlingen met een vwo-advies. Om aantrekkelijk te blijven voor de betere vwo-leerlingen vinden we het belangrijk om deze leerlingen vanaf het begin van hun schoolloopbaan een extra uitdaging te bieden. In onze omgeving hebben vrijwel alle studiehuizen een vwo-plus-klas of een aparte gymnasiumstroom. Om de gymnasiumopleiding op de NSG beter te profileren en de vwo-leerlingen extra uitdaging te bieden, bieden we nu het keuzevak “Griekse, Latijnse Taal en Cultuur” (GLTC) aan in de eerste drie leerjaren. De leerlingen kunnen het kiezen in het eerste jaar, maar kunnen ook nog in het tweede jaar instromen. Er is geen aparte gymnasiumstroom. De leerlingen met GLTC volgen meer lesuren dan de overige leerlingen. Op de NSG kunnen de gymnasiumleerlingen in de onderbouw net als de andere leerlingen alle kunstvakken volgen. Dat past bij ons culturele profiel.
We willen met onze school midden in de samenleving staan en daarmee ook mede zorg dragen voor een duurzame en rechtvaardige samenleving. Het thema Maatschappelijke Stages staat sinds 2008 expliciet op de agenda van de school. In het beleidsplan Maatschappelijke Stages zijn de visie, de doelen, en het invoeringsplan maatschappelijke stages vastgelegd. We kiezen ervoor de stages grotendeels te laten plaatsvinden in de eerste drie leerjaren en binnen lestijd. Voor de vmbo-t-leerling geldt daarmee dat hij de maatschappelijke stage nog voor het examenjaar afrondt. De havo- en vwo-leerlingen kunnen de ontbrekende uren zelfstandig aanvullen in de vierde of vijfde klas. In de onderbouw gaan leerlingen aan de slag met projecten die door de school zijn geïnitieerd en die binnen schooltijd worden uitgevoerd. In het eerste brugjaar wordt een buurtactie opgezet. Tijdens de actieweek van de leerlingenraad organiseren de leerlingen een sponsorloop waarbij ze geld inzamelen voor een goed doel dat ze zelf uitkiezen. In het tweede jaar lopen de leerlingen stage in een van de woonzorgcentra in de buurt van de school. De leerlingen van het derde leerjaar hebben een blokstage van 32 uur.
Schoolplan NSG 2010 – 2014
4.11 Burgerschap en maatschappelijke stages
10
5.
Begeleiding, zorg en veiligheid
•••••••••••••••••••••••••••••••••• 5.1
Begeleiding
De visie op zorg en begeleiding vloeit rechtstreeks voort uit het onderwijsconcept ontwikkelingsgericht leren. In de teams hebben de leraren de verantwoordelijkheid voor het onderwijs en de begeleiding van de leerlingen die aan hen zijn toevertrouwd. In B1/B2 en T3/T4 is er een vaste groep docenten gegroepeerd rond een vaste groep leerlingen. Dat maakt het gemakkelijker om samenhang te brengen in het onderwijsprogramma, en om afspraken te maken over de aanpak, de didactiek en de begeleiding van de groep en individuele leerlingen. In de bovenbouw is het afdelingsteam, bestaande uit de teamleider en de mentoren, verantwoordelijk voor de begeleiding van de leerlingen. Elke mentor heeft leerlingen die afkomstig kunnen zijn uit de diverse leerjaren van de bovenbouw, met een maximum van 15 leerlingen. De komende jaren richten we ons op de verdere ontwikkeling van een doorlopende begeleidingslijn. Een aandachtspunt hierbij is de loopbaanbegeleiding. Teams zullen in overleg met de decanen het programma hiervoor en met name ook de taakverdeling tussen mentor en decaan bepalen.
Zorg
De school kent nog grotendeels een zorgstructuur met een accent op tweede lijnszorg die buiten de les wordt georganiseerd. Hierbij doen leraren een beroep op onze zorgexperts, zoals de orthopedagoog, RT-ers, NT2-docenten en counselors. We zetten nu een koerswijziging in, waarbij zorg vooral in de les plaatsheeft. In de notitie “Visie op Zorg” staan de uitgangspunten voor ons zorgbeleid opnieuw geformuleerd. • Begeleiding en zorg is een zorg van alle docenten • de zorg vindt zoveel mogelijk plaats in de les • de (zorg)vraag van de leerling is leidend • het zorgteam heeft een ondersteunende rol voor de teams • de zorgspecialisten hebben een rol in de scholing van docenten Om ervoor te zorgen dat leraren adequaat kunnen handelen op de zorgvraag van de leerling, is scholing nodig. De NSG start in het schooljaar 2010-2011 met het project Brede Aanpak Gedrag
Schoolplan NSG 2010 – 2014
5.2
11
(BAG). In dit project gaat het in eerste instantie om hoe we onze gedeelde waarden op school centraal stellen. Deze worden gedragen door het personeel, de leerlingen en de ouders, hoe deze worden vertaald in verwachtingen ten aanzien van concreet gedrag en hoe het verwachte gedrag (in de les, in de gang, in de aula, op het voorplein) wordt aangeleerd. Uitgangspunten bij BAG zijn een schoolbrede preventieve aanpak, waarbij niet alleen de zorgleerlingen, maar alle leerlingen zijn gebaat. De werkwijze is systematisch en gaat gepaard met onderzoek. Voor dit project werken we samen met de hogeschool Fontys en met de ambulante begeleider van REC 4. Ter ondersteuning van de teams en de teamleiders is er per augustus 2010 een verzuimcoördinator aangesteld. Zij heeft een taak in het signaleren van problematisch verzuim en te laat komen.
Er is een grens aan de zorg die onze school kan bieden. De NSG zal haar maatschappelijke verantwoordelijkheid ten aanzien van de zorgplicht op zich nemen binnen de grenzen van wat haalbaar is. In de komende jaren zal worden gewerkt aan de kaders waarbinnen waarop de school vorm kan geven aan de zorgplicht.
5.3
Veiligheid
Schoolplan NSG 2010 – 2014
De NSG wil allereerst een school zijn “om te vertrouwen” Een school waarin leerlingen en medewerkers zich veilig, gekend en erkend voelen. Voor een veilige school bestaat geen algemeen recept. De rode draad is dat we samen een stimulerende leefgemeenschap willen vormen. Een belangrijke randvoorwaarde voor zo’n leefgemeenschap is dat we elkaar kennen en vertrouwen en dat we weten war we aan toe zijn. Een ordelijk leer- en leefklimaat is noodzaak. De voor de leerlingen belangrijkste regels heeft de NSG vastgelegd in een leerlingenstatuut. Er is ons veel gelegen aan een leef- en werkklimaat waarin respectvol met elkaar omgaan vanzelfsprekend is. Daarom kent de school een werkgroep “Veilige School”. Bovendien heeft de school een klachtenregeling om voor alle leden van de schoolorganisatie een mogelijkheid te scheppen klachten over “ongewenst gedrag” in te dienen. Uit het tevredenheidsonderzoek blijkt dat onze leerlingen de school als heel veilig ervaren. Voor de leerlingen blijkt dit ook uit het E-movo-onderzoek dat de GGD iedere twee jaar uitvoert onder tweede en vierklassers. E-movo staat voor Electronische Monitor en Voorlichting. De overgrote meerderheid van de leerlingen (97%) op onze school voelt zich overdag zelden of nooit onveilig. De leerlingen van de NSG geven ten opzichte van het gemiddelde van de regio Nijmegen aan, dat ze relatief meer school schoolplezier hebben, minder psychosociale problemen hebben, meer bewegen, meer groente eten en een positiever houding hebben ten opzichte van homoseksualiteit. Daarentegen kent de NSG relatief wat meer rokers en een hoger gebruik van cannabis. In de onderbouw is er een voorlichtingprogramma over roken, sofdrugs en alcoholgebruik. We hebben het alcoholbeleid op schoolfeesten in overleg met de leerlingenraad aangepast. Een sociaal veilige school is ook een tolerante school: ‘iedereen mag er zijn’. Ieder jaar organiseren medewerkers en leerlingen gezamenlijk “de roze week” waarbij bi-en homoseksualiteit centraal staan. We borgen de fysieke veiligheid door structureel toezicht in algemene verblijfsruimtes, door cameratoezicht en door duidelijke afspraken over het gebruik van het gebouw met elkaar te maken. Ieder jaar wordt een ontruimingsoefening uitgevoerd. De school heeft het veiligheidsbeleid uitgewerkt in een veiligheidsplan. Het bevat maatregelen, en afspraken, procedures en instrumenten. In 2006-2007 heeft de school een risico inventarisatie en evaluatie uitgevoerd. In 2010-2011 wordt het veiligheidsplan opnieuw geactualiseerd en worden de regelingen geëvalueerd.
12
6.
Organisatie
•••••••••••••••••••••••••••••••••• 6.1
Teams
Vanuit het onderwijsconcept “ontwikkelingsgericht leren” vloeit voort dat we streven naar meer samenhang tussen de vakken en naar een integratie van leren en begeleiding. Daarbij past een teamgerichte organisatie. We leggen de verantwoordelijkheid dáár waar deze het beste tot zijn recht komt, bij de professionals, bij de leraren. De afgelopen jaren is er ervaring opgedaan met het werken in teams in de afdeling vmbo-t en in de Expeditie. De opbrengsten daarvan zijn meegenomen in de nieuwe organisatievorm. Met ingang van het schooljaar 2010-2011 is de teamstructuur in de hele school doorgevoerd. In de onderbouw en in T3/T4 wordt gewerkt met verticale teams die gevormd zijn rond een vaste groep leerlingen. Zij zijn verantwoordelijk voor het onderwijs én de begeleiding van de leerlingen die aan hen zijn toevertrouwd. In de bovenbouw is dat niet mogelijk. Daar wordt gewerkt met twee soorten teams. Afdelingsteams zijn verantwoordelijk voor begeleiding, domeinteams voor het onderwijs. De teamstructuur zal in de periode 2010-2014 geëvalueerd en verder ontwikkeld worden.
6.1.1 Managementstructuur Er zijn acht teamleiders. Daarnaast is er een conrector planning en organisatie aangesteld. De teamleiders en de conrector planning en organisatie vormen samen met de directie het managementteam. De teamleiders zijn eindverantwoordelijk voor het functioneren van het team, en voor het opstellen en uitvoeren van het teamplan. Daarnaast geeft de teamleider voor circa twintig procent van zijn baan ook lessen. Daarmee staat hij midden in het onderwijsproces. De teamleider is eindverantwoordelijk voor het beheer van het teambudget. Op termijn krijgt de teamleider een uitvoerende taak op het gebied van personeelsbeleid en personeelszorg. De directie bestaat uit de directeur en de sectordirecteuren eerste en tweede fase. Zij verdelen onderling de strategische beleidsportefeuilles van de school. De sectordirecteuren zijn faciliterend en ondersteunend voor de teamleiders en de teams.
6.1.2 Docenten zijn lid van een team.
6.1.3 Teams zijn verantwoordelijk voor onderwijs en begeleiding In de eerste fase zijn de verticale teams in B1/B2 en in T3/T4 verantwoordelijk voor de begeleiding van de leerlingen en de onderwijsontwikkeling. In de tweede fase zijn de afdelingsteams havo en vwo verantwoordelijk voor de begeleiding. Daar mogen de leerlingen vanaf het vierde jaar hun mentor zelf kiezen. Het mentoraat is hier niet gekoppeld aan een klas. De domeinteams dragen zorg voor de ontwikkeling en uitvoering van een onderwijsprogramma waarin de samenhang van verwante vakken vorm krijgt in zowel vakinhouden als vaardigheden. Er zijn vier domeinen.
Schoolplan NSG 2010 – 2014
Docenten zijn in de onderbouw lid van een B1/B2-team of het T3/T4-team. In de bovenbouw zijn ze lid van een domeinteam en kunnen ze indien zij mentor zijn ook lid zijn van een afdelingsteam. Elk team heeft een zogenaamd kernteam. Dit kernteam heeft structureel overleg en bewaakt de uitvoering, voortgang en evaluatie van het teamplan. Het kernteam overlegt periodiek, naar behoefte, eventueel op thema, met het gehele team. Er zijn de volgende teams: Eerste fase: één B1/B2 th-team, twee B1/B2 hv-teams, één vmbo-t team Tweede fase: één afdelingsteam havo, één afdelingsteam vwo, vier domeinteams
13
• • • •
Domein kunst en cultuur: Nederlands, Grieks, Latijn, CKV, tekenen, handvaardigheid, muziek, en levensbeschouwing Domein mens en maatschappij: Nederlands, geschiedenis, aardrijkskunde, maatschappijleer, maatschappijwetenschappen, filosofie, economie, M&O, wiskunde A en C Domein mens & natuur: wiskunde B en D, natuurkunde, scheikunde, biologie, informatica, NLT , ANW , lichamelijke opvoeding Domein moderne vreemde talen: Frans, Duits, Engels en Spaans
6.1.4 Teams maken een plan De missie en visie en het onderwijsconcept van de school zijn richtinggevend voor het handelen van het team. Het strategisch beleid van de school is het kader waarin het team opereert. Het team stelt jaarlijks een teamplan op en evalueert aan de hand van de in dit teamplan gestelde doelen het eigen werk en de behaalde doelen. De teamplannen worden besproken en goedgekeurd door het managementteam. Het managementteam heeft gezamenlijk de verantwoordelijkheid om de samenhang tussen de teamplannen te bewaken. De teams hebben de opdracht te komen tot een goede afstemming en waar mogelijk tot samenwerking tussen de verschillende vakken. Hierbij houden de vaksecties de taak de vakspecifieke leerinhouden, de vakspecifieke vaardigheden, de doorlopende leerlijnen te bewaken.
6.2
Beleidscyclus
In de beleidscyclus hebben de teamplannen een centrale rol. Het teamplan is gebaseerd op de PDCA-cyclus. Volgens deze werkwijze worden doelen en activiteiten systematisch geëvalueerd op doelen en resultaten. In de maand mei leggen de teamleiders hun teamplannen voor aan de directie. De directie stelt na overleg in het managementteam de teamplannen vast en bepaalt het teambudget voor ontwikkeling en scholing. Vervolgens wordt het formatieplan opgesteld. Lopende het schooljaar wordt het teamplan uitgevoerd. In januari vindt er een tussentijdse evaluatie plaats. Indien nodig vinden er dan bijstellingen plaats. Vervolgens leggen de teams in de maand april verantwoording af aan de directie over de behaalde resultaten en de vorderingen met de ontwikkelplannen.
Schoolplan NSG 2010 – 2014
In de school blijven werkgroepen/projectgroepen actief voor de uitwerking van een aantal schoolbrede thema’s: cultuureducatie, opleiden in de school, coaching en intervisie, schoolgebonden onderzoek, maatschappelijke stages, zorg, veiligheid, en de schone school.
14
7.
Personeel
•••••••••••••••••••••••••••••••••• “ De goede leraar legt uit, de betere leraar laat zien, de beste leraar inspireert.” Voor goed onderwijs is inspiratie nodig. Zonder arbeidsvreugde van de leraren die het onderwijs vorm geven, verdwijnt die inspiratie. Het zijn de leraren die het succes en de kwaliteit van onze school bepalen. We willen in ons personeelsbeleid leraren de ruimte geven om te doen wat hen echt raakt, ruimte geven om hun talenten en kwaliteiten in te zetten en verder te ontwikkelen. Ons personeelsbeleid is erop gericht de persoonlijke ontwikkelmogelijkheden van al onze medewerkers te stimuleren en te bevorderen, in lijn met de ambities die de school zich stelt.
7.1
Werving van docenten
In de afgelopen jaren zijn de vacatures in veel gevallen vervuld via de vacaturesite van PLANA, het samenwerkingsverband van vier besturen van scholen voor voortgezet onderwijs in de regio. Over het algemeen is het goed gelukt om alle vacatures te vervullen, hoewel de krapte bij bepaalde tekortvakken voelbaar wordt. Dit is vooral het geval bij tussentijdse vervangingsbanen. In sommige gevallen biedt de Scholengroep dan uitkomst. In enkele gevallen komt het voor dat we niet de docent vinden die we zoeken. Om de kwaliteit van het onderwijs te kunnen borgen zal de NSG en ook SGRvN actief beleid ontwikkelen om leraren te werven en ook te behouden.
Het onderwijsondersteunend personeel heeft steeds meer een belangrijke rol in de school. Zonder hen zou onze school fors inboeten op kwaliteit. Bij een school die in ontwikkeling is, ontstaan nieuwe functies, zoals bijvoorbeeld de verzuimcoördinator en de algemene onderwijsassistenten, die een rol hebben bij de lesopvang. Functies veranderen ook, zo hebben de onderwijsassistenten een aangepaste rol gekregen. De functiereeks voor onderwijsondersteunend personeel zullen we daarom gaan aanpassen. Voorheen werden bepaalde taken, zoals bijvoorbeeld van de roostermaker, vervuld door docenten naast hun lessentaak. Het werk is door de automatisering en de behoefte aan maatwerk steeds meer het werk van specialisten op hun vakgebied. Omdat het daarbij veelal “eenmansposten” betreft is de school op deze werkterreinen kwetsbaar.
7.2
Ontwikkeling en scholing
Ontwikkelingsgericht leren is er niet alleen voor de leerling, maar ook voor de medewerkers. De NSG hecht aan het principe van “samen leren” en “leren op de werkvloer”. Het begeleidingsprogramma voor nieuwkomers omvat een periode van twee jaar. Coaching en intervisie zijn belangrijke instrumenten voor beginnende en zittende leraren. Collegiale ondersteuning accepteren en geven om de eigen kwaliteiten te verbeteren is essentieel voor het welslagen van onze school. Een groep van coaches verzorgt de individuele coaching van collega’s. Uitgangspunt hierbij is de leervraag van de gecoachte. Een supervisor begeleidt daarnaast op aanvraag intervisiegroepjes en teams.
Schoolplan NSG 2010 – 2014
De NSG vormt samen met het Kandinsky College, het Canisius College, het Udens College, ILSHAN, ILS-RU en Eindhoven School of Education een partnership. In dit partnership geven de scholen samen met de opleidingsinstituten vorm aan een academische opleidingsschool. Deze heeft twee peilers, namelijk opleiden en onderzoeken. Aankomende leraren krijgen een gedeelte van hun opleiding bij ons op school. Onderzoek doen door leraren en door leraren in opleiding is daarbij een belangrijk element. Het opleidingsteam heeft tot taak het concept van opleiden in de school verder uit te werken, de ‘community schoolgebonden onderzoek” (cso) begeleidt leraren in opleiding bij het doen van onderzoek, en doet zelf onderzoek volgens de onderzoeksagenda van de school, in opdracht van de teams of de directie. De academische opleidingsschool biedt de mogelijkheid om onderwijstalent in een vroegtijdig stadium aan ons te binden. Het is de ambitie van het partnership om de samenwerking verder uit te bouwen en te intensiveren.
15
De NSG verdelen in teams, betekent niet automatisch dat er ook wezenlijk iets verandert. Prioriteit voor de komende jaren is de ontwikkeling van de teams. In de teamplannen geven de teams zelf aan welke leervragen ze hebben, hetzelfde geldt voor de directie en de teamleiders. Met ondersteuning van een externe begeleider zal er een begeleidingstraject worden uitgezet voor teamontwikkeling. Dit wordt structureel onderdeel van het scholingsplan dat jaarlijks door de directie wordt vastgesteld. Daar waar dat wenselijk en mogelijk is organiseren we scholing in samenwerking met andere scholen. Dat geldt voor het kweekvijverproject voor middenmanagers en voor het BAG-project. Het geeft ons de gelegenheid om te leren van andere scholen. In het scholingsplan is een apart hoofdstuk opgenomen, dat handelt over de professionalisering van het onderwijsondersteunend personeel. Het gaat hier o.a. om scholing en training ten behoeve van de ict-programma’s, intervisie voor onderwijsassistenten waarbij o.a. hun rol ten opzicht van leraren en leerlingen aan de orde komt. De medewerkers van de facilitaire dienst worden jaarlijks getraind voor bedrijfshulpverlening, EHBO en reanimatie.
7.3
Behoud
In het voorjaar van 2010 vond er een tevredenheidsonderzoek plaats onder het personeel. Een breed samengestelde werkgroep analyseert de uitslag en zal aanbevelingen doen voor het personeelsbeleid in de komende jaren. Het tevredenheidsonderzoek wordt herhaald in het voorjaar van 2012. Naast de inspanningen die de NSG levert voor behoud van het eigen personeel, heeft de scholengroep een eigen bovenschoolse voorziening gecreëerd. Deze is bedoeld om talentvolle leraren (in opleiding) te behouden voor de scholengroep, ook als er (tijdelijk) onvoldoende (les)taken beschikbaar zijn. Verder maakt de scholengroep werk van een beter carrièreperspectief voor excellente docenten. Het functiebouwwerk voor leraren is herzien. In samenhang hiermee heeft de scholengroep promotiecriteria ontwikkeld voor LC- en LD-functies. Hiermee kan de scholengroep de functiemix uit het Actieplan Leerkracht realiseren. De scholengroep wil ook onderscheidend zijn met haar arbeidsvoorwaarden en onderzoekt hoe dit haalbaar is: financieel en binnen de grenzen van de cao.
7.4
Gesprekscyclus
Bij het beoordelingsgesprek gaat het om een beoordeling binnen de functie. Een leraar die in aanmerking wil komen voor een hogere functie (LC of LD) kan hiernaar solliciteren. Hiervoor moet hij voldoen aan de functie zoals deze is vastgelegd in de functiereeks voor docenten. In het kader van het strategisch personeelsplan kan onze school nog eigen accenten leggen. Met de uitvoering van het promotiebeleid maken we najaar 2010 een begin. Naar aanleiding van de invoering van de teamgerichte organisatie hebben we in een organogram de hiërarchische structuur van de nieuwe organisatie in beeld gebracht. Elke medewerker op de NSG heeft nu een direct leidinggevende, die ook verantwoordelijk is voor het voeren van de gesprekken.
7.5
Inzetbaarheid
De SGRvN wil de komende jaren de mobiliteit van medewerkers bevorderen. Hiervoor is een gezamenlijke visie op taakbeleid binnen de scholen van de scholengroep nodig. Daarnaast is gelijke
Schoolplan NSG 2010 – 2014
Binnen de scholengroep werd het beoordelingsbeleid in het verleden heel divers vormgegeven. Er is nu een nieuwe gesprekcyclus ontworpen die op alle scholen op dezelfde wijze zal worden uitgevoerd. In het schooljaar 2010-2011 wordt hiermee voor leraren op onze school een begin gemaakt. Op de agenda van de scholengroep staat verder: herziening functiereeks van leidinggevenden en de directie en de herziening van de functiereeks voor ondersteunend personeel. De gesprekscyclus voor de komende drie jaar voorziet in een planningsgesprek (jaar 1), een voortgangsgesprek (jaar 2) en een beoordelingsgesprek (jaar 3). In 2014 is met alle medewerkers de cyclus één keer helemaal doorlopen.
16
behandeling een kenmerk van goed werkgeverschap. De SGRvN wil dit taakbeleid in het komende schooljaar verder ontwikkelen. De NSG geeft in de komende tijd prioriteit aan het terugdringen van het ziekteverzuim, in het bijzonder van het frequent kortdurend verzuim. Daarbij willen we het ziekteverzuim in drie jaar verlagen van 5,8% naar 3.0%.
7.6
Strategische Personeelsplanning (SPP)
Schoolplan NSG 2010 – 2014
De NSG gaat in het schooljaar 2010-2011 starten met een project strategische personeelsplanning. Daarbij wordt op basis van de nieuwe missie/visie van de school en van de uitkomsten van het tevredenheidsonderzoek een aantal strategische personeelsvraagstukken geformuleerd. Op basis van de uitkomsten krijgen we beter inzicht in de kwantitatieve en kwalitatieve personeelsbehoefte in de komende vijf jaar. Dit leidt vervolgens tot een specifiek wervings- en scholingsbeleid.
17
8.
Informatie en participatie
•••••••••••••••••••••••••••••••••• In het informatietijdperk verandert de wijze waarop mensen informatie verzamelen en met elkaar communiceren snel. Ook de behoefte aan informatie verandert. Voorheen vertrouwde informatiekanalen, zoals het “NSG-nieuws”, voldoen niet meer. We zijn permanent op zoek naar manieren om leerlingen, ouders en de buitenwereld zo adequaat mogelijk te informeren. De uitkomsten van het tevredenheidsonderzoek geven ons signalen over hoe we de informatievoorziening nog kunnen verbeteren. Met name de informatie over roosterwijzigingen en cijferregistratie zullen we gaan verbeteren. Voor een goede interne informatievoorziening hanteert de school de volgende middelen: • De schoolgids die aan het begin van ieder schooljaar verschijnt • De website van de NSG oa. voor mededelingen, roosterwijzigingen, ziekmeldingen, etc. • Phenix, de schoolkrant voor leerlingen • Jaarkalender met alle activiteiten • Brochures en regelingen, allen te downloaden via de website • Palet, een wekelijks intern mededelingenblad voor alle medewerkers • Het prikbord en het lief- en leedboek in de personeelskamer • De brochure “Leuke dingen na school”, over het aanbod culturele activiteiten waarvoor leerlingen kunnen inschrijven buiten de lessen om; verschijnt aan het begin van het schooljaar
Schoolplan NSG 2010 – 2014
Voor de externe communicatie maakt de school gebruik van: • De brugklasbrochure, bestemd voor ouders en leerlingen van groep 7 en 8 • Een speciale uitgave van de Phenix, de schoolkrant voor leerlingen • Een powerpointpresentatie voor ouders en leerlingen van groep 7 en 8 • De website van de NSG met uitvoerige informatie en veel fotomateriaal. • De Open Dag • De kennismakingsavond
18
8.1
Participatie
De NSG kent van oudsher een overlegstructuur waarbij de directie intensief overlegt met de diverse geledingen binnen de school. • De medezeggenschapsraad • De MRP (personeelsvertegenwoordiging van het personeel) • De ouderraad • De leerlingenraad • De klankbordgroepen ouders, gekoppeld aan de teamstructuur • De klankbordgroepen leerlingen, gekoppeld aan de teamstructuur • De werkgroepen dyslexie en zorg, waarin ook ouders zijn vertegenwoordigd
8.2
Collegiale ontmoeting
We bevorderen de participatie in de school door in het week- en jaarrooster ruimte te maken voor de collegiale ontmoeting. Er is ruimte gecreëerd voor diverse structurele soorten van overleg, voor de teams, speciale werkgroepen, personeelsvergaderingen en studiedagen.
8.3
Naar buiten
Schoolplan NSG 2010 – 2014
De school neemt deel aan diverse soorten van overleg buiten de school. De contacten zijn • Contactgroep schoolleiders onderbouw (CSLO) • Werkgroep po-vo voor doorgaande leerlijnen • Regio-overleg tweede fase • Schoolleidersoverleg regio • Stuurgroep NLT • Sprint Up • Werkveldadviescommissie ILS/HAN/RU • Aansluiting VO-HO • Contourenprogramma
19
9.
Middelen
•••••••••••••••••••••••••••••••••• 9.1
Financieel beleid
In het strategisch plan geven de scholen van de scholengroep aan stap voor stap toe te willen groeien naar het uitgangspunt “geld volgt beleid.” Dat betekent dat de scholengroep de huidige BRINorientatie gaat verlaten. De inkomsten op BRIN-nummer zijn bij de SGRvN niet langer leidend om geld aan de betreffende scholen ter beschikking te stellen. Leidend zijn voortaan de activiteiten die de scholen zullen ondernemen. In de toekomst zal de SGRvN het financieel beleid richten op de realisatie van het gezamenlijk vastgesteld beleid en de continuïteit van het onderwijs op de diverse scholen. De NSG heeft veel ambities, en voelt tegelijkertijd het spanningsveld tussen deze ambities en de beschikbare financiele middelen. De directie heeft zich als doel gesteld om in de nieuwe organisatiestructuur te komen tot een verbeterde planning- en controlcyclus.. De demografische ontwikkeling in ons voedingsgebied laat zien dat de basisgeneratie terugloopt. De verwachting is dat het aantal leerlingen voor de NSG gaat dalen tot ongeveer 1500. De NSG zal daarom een krimpscenario gaan opstellen voor de komende jaren, wat ook in financieel perspectief zal worden uitgewerkt. Het realiseren van de maatregelen Actieplan Leerkracht dwingt ons tot het maken van scherpe keuzes.
Huisvesting
Bij eigentijds, inspirerend en succesvol onderwijs hoort een modern en goed geoutilleerd gebouw. De inrichting van het gebouw dient een inspirerende factor te zijn voor optimaal leren en werken. Het is een belangrijke voorwaarde voor het welzijn van onze leerlingen en van alle medewerkers. Kwaliteit van onderwijs eist kwaliteit van huisvesting. De inrichting van het gebouw moet onze visie op onderwijs en begeleiding versterken en ondersteunen. Het strategisch huisvestingsplan van de scholengroep Rijk van Nijmegen voorziet in een realisatie van een ingrijpende renovatie en herinrichting van het hoofdgebouw/en een eventuele gedeeltelijke nieuwbouw per december 2014. Bij de ontwikkeling van het huisvestingsplan van de NSG wordt rekening gehouden met de indeling in teams, zowel in B1/B2 als in de overige teams. In het gebouw krijgen de leerlingen zoveel mogelijk een eigen plaats die past bij hun opleiding. In december 2010 zal het Programma van Eisen (PvE) gereed zijn. Bij de totstandkoming van dit PvE hebben de gebruikers van het gebouw een belangrijke stem: leerlingen, onderwijzend personeel, onderwijsondersteunend personeel en het managementteam. In een speciale projectgroep zijn de verschillende gebruikersgroepen vertegenwoordigd. In een speciale ronde worden ook gesprekken gevoerd met leerlingen en ouders. Een lid van de directie is intern projectleider. Hij wordt bijgestaan door een extern adviesbureau. Realisatie van de ingrijpende renovatie van het gebouw is pas per 2014. Dit houdt automatisch in dat in augustus 2010 bij de start van de teams het gebouw daar nog niet op zal zijn aangepast. Dit probleem zal zich het meest doen voelen in de B1/B2-teams waar er sprake is van dislocatie omdat B1 immers in het brugklasgebouw is gehuisvest. De overgangsperiode biedt ons ook kansen. Hierdoor is het immers mogelijk om de eerste concrete ervaringen die worden opgedaan met het werken in teams nog te verwerken in de definitieve plannen voor de herinrichting van het gebouw. Het huisvestingsplan zal in te zijner tijd voor advies worden voorgelegd aan de medezeggenschapsraad.
Schoolplan NSG 2010 – 2014
9.2
20
9.3
ICT
Schoolplan NSG 2010 – 2014
ICT speelt een steeds belangrijker rol in de school: bij het onderwijs, de begeleiding en de bedrijfsvoering. De mogelijkheden worden steeds groter, en onze afhankelijkheid en kwetsbaarheid sterker. Om zo optimaal en zo efficiënt mogelijk gebruik te kunnen maken van de ontwikkelingen op het gebied van ICT wordt de bovenschoolse ICT-dienst en die op de NSG opnieuw ingericht. Onze ambities voor de inzet van ICT zijn: • uitbreiding van ICT-toepassingen in het primaire proces; • vernieuwing en uitbreiding van het gebruik van het leerlingenadministratiesysteem (o.a. digitaal leerlingvolgsysteem); • vernieuwing en uitbreiding van de interactieve mogelijkheden van de website. Uit het onderwijsconcept ontwikkelingsgericht leren vloeit voort dat leerlingen regelmatig zelfstandig aan het werk zijn, individueel of samen met anderen. De NSG heeft een draadloos netwerk in het brugklasgebouw en het hoofdgebouw. Dat maakt het mogelijk dat leerlingen in ieder leslokaal werken met laptops. De volgende stap is dat het mogelijk wordt om overal in de school te kunnen werken met gastlaptops. Het aantal vaste en mobiele werkplekken voor leerlingen en medewerkers neemt toe, en daarmee ook de beheerslast voor de ICT-dienst. De herinrichting van de ICT-dienst op bovenschools en op schoolniveau zal hierop worden afgestemd.
21
10. Kwaliteit en verantwoording
••••••••••••••••••••••••••••••••••
Schoolplan NSG 2010 – 2014
De NSG kiest voor kwaliteit. Het is één van de kernwaarden van de school. Kwaliteitszorg is voor ons een belangrijk aandachtspunt. Bij alle processen die in de school spelen moet de check-encontrolcyclus een rol gaan spelen. Het gaat niet alleen om plannen maken en uitvoeren, maar ook om controle op de behaalde resultaten en de gestelde doelen. In het voorjaar 2010 heeft de NSG een tevredenheidsonderzoek afgenomen onder leerlingen, ouders en medewerkers. Hiervoor maken we gebruik van kwaliteitsscholen.nl. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek zal in overleg met de verschillende geledingen waar nodig een verbetertraject worden afgesproken. In 2012 wordt het onderzoek opnieuw afgenomen, zodat aan de hand daarvan bepaald kan worden of we de afgesproken verbeterdoelen hebben gerealiseerd. De school voert niet alleen intern onderzoek uit om middels zelfevaluatie tot verbetering van het onderwijs te komen, maar staat ook open voor externe visitatie. We zijn gevisiteerd op de terreinen van zorg, cultuureducatie, de opleidingsschool en de ontwikkeling van de bètavakken. Lesbezoek en lesenquêtes die door leerlingen worden ingevuld worden gebruikt om met docenten het gesprek te voeren over het onderwijs. Bij het recente bezoek van de onderwijsinspectie in 2010 heeft de inspectie gesignaleerd dat in een aantal lessen de differentiatie en feedback verbeterd kan worden. Hierin ligt een duidelijk opdracht voor individuele docenten en voor de teams. Bij hetzelfde bezoek heeft de inspectie via de kwaliteitskaart geconstateerd dat het rendement van de onderbouw daalt. De NSG heeft zich ten doel gesteld deze trend te keren en is in 2010 gestart met onderzoek naar de oorzaken van deze daling. Het werken in teams en het werken met teamplannen waarin aandacht is voor ‘opbrengsten” dient hieraan een positieve bijdrage te leveren. De opbrengsten van de teamplannen wordt gemeten via de pdca-cyclus. Naast aandacht voor het rendement in de onderbouw richten we ons op de resultaten in de bovenbouw, met name schoolexamens in relatie tot centraal examens. De NSG neemt deel aan de werkgroep die de SGRvN heeft ingesteld in verband met de borging van de kwaliteit van de schoolexamens. De scholengroep heeft het voornemen om in het komende schooljaar deel te nemen aan het verantwoordingsproject “Vensters voor Verantwoording.”
22
11. Lijst van documenten •
Schoolgids NSG
•
Brugklasbrochure
•
Brochure “Leuke dingen doen na school”
•
Reglement medezeggenschapsraad NSG
•
Leerlingenstatuut NSG
•
Notitie Cultuureducatie
•
Notitie Bugerschap en maatschappelijke stages
•
Zorgplan NSG
•
Notitie Visie op Zorg
•
Veiligheidsplan
•
Ontplooiing van Talent, jaarverslag SGRvN 2008-2009
•
Focus op talent, strategisch plan SGRvN 2009-2013
•
Klachtenregeling
Schoolplan NSG 2010 – 2014
••••••••••••••••••••••••••••••••••
23