SANTOS PALISSANDER HOUTFINEER
ALLE GETOONDE STALEN KUNNEN IN MOTIEF EN KLEUR AFWIJKEN VAN HET TE LEVEREN PRODUCT.
Atibt: palissandre Andere namen: Groeigebied Brazilië Jacaranda, soborana, kingwood, violetta, violetwood, Bahia rozenhout, bois de rose, Brazilian tulipwood, Rio palissander (Nederland), Rio rosewood, cabiuna, caviuna, we-we (Brazilië), palissandre Brésil (Frankrijk), Brazilian rosewood, jacaranda pardo (Groot-Brittannië, Noord-Amerika), Jacaranda, Santos palissander, caviuna, jacaranda, (Brazilië, Bolivia), cerrado palissander, jacaranda paulista, jacaranda pardo, tipa (Brazilië, Bolivia). Groeigebied MiddenAmerika Guatemala palissander, (Guatemala, Honduras), Honduras palissander, Honduras rosewood (Honduras). Groeigebied Azië Indisch palissander, Java palissander, sonokling, Indian blackwood, (East) Indian rosewood (Java, Indonesië, India en Zuid- Oost-Azië), sissoo, shisham (India, Nepal), trackwood, kranhung, (Cambodja, Laos, Vietnam). Groeigebied Afrika Voamboana, palissandre brun, majunga palissander, Madagascar palissander, manary, morandave (Malagasië). Botanische naam: Groeigebied Brazilië Dalbergia spruceana Benth., jacaranda, soborana, Dalbergia cearensis Ducke, Kingwood, violetta, violetwood. Dalbergia frutescens Britt. var. tomentosa Standl., Bahia rozenhout, bois de rose, Brazilian tulipwood. (Zie de beschrijving van Bahia rozenhout elders in dit boek). Dalbergia nigra (Vell. Conc.) Benth., Rio palissander (Nederland), Rio rosewood, cabiuna, caviuna, we-we (Brazilië), palissandre Brésil (Frankrijk), Brazilian rosewood, jacaranda pardo (Groot-Brittannië, Noord-Amerika), Jacaranda. Niet tot de Dalbergia\’s behorend maar wel als zodanig aangeboden: Machaerium scleroxylon Tul., Santos palissander, caviuna, jacaranda (Brazilië, Bolivia). Machaerium villosum Vog., cerrado palissander, jacaranda paulista, jacaranda pardo, tipa (Brazilië, Bolivia). Groeigebied Midden-Amerika Dalbergia tucurensis Donn. Smith (= Dalbergia cubilquitzensis Pitt.), Guatemala palissander (Guatemala, Honduras). Dalbergia stevensonii Standl., Honduras palissander, Honduras rosewood (Honduras). Groeigebied Azië Dalbergia latifolia Roxb., Dalbergia spec. div., Indisch palissander, Java palissander, sonokling, Indian blackwood, (East)Indian rosewood (Java, Indonesië, India en Zuid- Oost-Azië. Dalbergia sissoo Roxb., sissoo, shisham (India, Nepal). Dalbergia cochinchinensis Pierre, trackwood, kranhung (Cambodja, Laos, Vietnam). Groeigebied Afrika Dalbergia baroni Baker, voamboana, palissandre brun (Malagasië). Dalbergia greveana Baill., D. ikopensis Jumelle, majunga palissander, Madagascar palissander, manary, morandave (Malagasië). Familie:
Leguminosae (Papilionaceae).
Groeigebied: Tropisch Zuid- en Midden-Amerika, Zuid- en Zuidoost-Azië en Malagasië. Boombeschrijving: Afhankelijk van soort en herkomst overwegend kleine, alleenstaande bomen. Vaak met gegroefde stammen met takvrije stammen van 2,5-7 m en 0,20-0,6 m diameter. Zware stammen vaak met rot hart en hartscheuren. Aanvoer: Snijfineren en halffabrikaten. Door exportverboden zeer weinig zaag- en fineerhout. Houtbeschrijving: Kernhout van geelbruin tot roodachtig paars soms bijna zwart gekleurd, vaak zeer wisselend binnen een soort en zelfs in één stam. Alle palissander/jacarandasoorten zijn onregelmatig getekend door de aanwezigheid van donkerbruine, paars tot zwarte vaak golvende groeizones, die op het langsvlak opvallende vlammen en strepen laten zien. Bij sommige soorten kunnen door langdurige blootstelling aan licht de kleuren sterk verbleken. Het spint is 20-50 mm breed. Veel palissandersoorten bezitten zowel vers als gedroogd een karakteristieke rozengeur en een kenmerkende smaak, wat tot de Engelse benaming \”rosewood\” (rozenhout) heeft geleid. Houtsoort: loofhout Draad:
Recht, soms golvend.
Nerf: Fijn tot matig grof. Volumieke massa: (750-)800- 900(-1200 kg/m3 bij 12% vochtgehalte, vers 950-1300 kg/m3.
Werken:
Gering tot middelmatig.
Drogen:
Zeer langzaam om haarscheurtjes, scheuren of vervorming te voorkomen.
Bewerkbaarheid: Overeenkomstig de hoge volumieke massa\’s zijn de palissandersoorten vrij moeilijk met de hand te bewerken. Machinaal kunnen deze stugge houtsoorten goed worden bewerkt, maar hebben op het gereedschap een goed merkbare afstompende werking. Soms zijn deze houtsoorten wat olie-achtig, wat lijmen en oppervlakafwerking nadelig kan beïnvloeden. Ze kunnen in het algemeen goed tot zowel gesneden als geschild fineer worden verwerkt. Palissandersoorten bevatten inhoudsstoffen, waardoor het inademen van het stof tijdens het bewerken de gezondheid kan schaden. Een goede afzuiging is dan ook zeer gewenst. Spijkeren en schroeven: Voorboren noodzakelijk. Lijmen:
Goed, maar sterk afhankelijk van aanwezige inhoudsstoffen.
Buigen: Afhankelijk van de soort goed, mits rechtdradig foutvrij hout wordt gebruikt. Oppervlakafwerking: In verband met de aanwezige inhoudsstoffen wordt een isolerende grondlaag aanbevolen, anders is vertraagde droging mogelijk bij middelen op basis van olie en polyester. Voor het aanbrengen van nieuwe oppervlakafwerkingen wordt het maken van proefstukken aanbevolen, die daarna met verschillende belichtingen langdurig geobserveerd moeten worden om problemen te voorkomen. Duurzaamheid:
Schimmels 1.
Sterkteklasse: Impregneerbaarheid:
Kernhout 4.
Bijzonderheden: Door de fraaie kleuren, bijzondere tekening en hoge prijs zullen palissandersoorten in het algemeen voor fraaie luxe-toepassingen worden gebruikt. De Zuid-Amerikaanse Machaeriumsoorten lijken uiterlijk op palissander en worden hiervoor als vervanger gebruikt. Echter, het stof dat bij bewerken van Machaerium ontstaat, heeft zeer huidirriterende eigenschappen. Rio palissander Dalbergia nigra (Vell. Conc.) Benth. staat op de lijst van zeldzame of met uitsterven bedreigde planten van CITES Appendix I. Toepassingen: Fineer, meubelindustrie (massief en fineer), betimmeringen, muziekinstrumenten (xylofoons, blaasinstrumenten), draaiwerk, knoppen, mesheften, inlegwerk, borstelruggen, wandelstokken, beeldhouw- en snijwerk, luxe kistjes enz. Kwaliteitseisen:
©2001 Stichting Centrum Hout - Almere, Bron: Houtvademecum, 8e druk 2001
MUNINGA HOUTFINEER
ALLE GETOONDE STALEN KUNNEN IN MOTIEF EN KLEUR AFWIJKEN VAN HET TE LEVEREN PRODUCT.
Atibt: muninga Andere namen: Girassonde, mutete (Angola), umbila, mbila (Mozambique), mninga, mtumbati (Tanzania), mulombwa (Zaïre), mukwa (Zambia, Zimbabwe), kiaat, kajat, bloodwood (Zuid-Afrika). Botanische naam: Familie:
Pterocarpus angolensis DC.
Leguminosae (Papilionaceae).
Groeigebied: Oostelijk en zuidelijk Afrika. Boombeschrijving: Hoogte afhankelijk van het groeigebied 15-20(-25) m. De stam is in het algemeen tamelijk recht en cilindrisch en 4-8 m takvrij. De diameter is 0,3-0,6 m. Bij de kap van de boom vloeit er een latexachtige stof uit de bast die een bloedrode kleur aanneemt en door de inheemse bevolking in sommige gebieden voor wondheling wordt gebruikt. De Zuid-Afrikaanse benaming “bloodwood” voor deze houtsoort is kennelijk aan genoemde eigenschap ontleend. Aanvoer: Fineerhout en gekantrecht hout. Houtbeschrijving: De kleur van het kernhout is licht tot goudbruin met een rood tot purperachtige streeptekening. Aan het licht blootgesteld wordt de kleur diep goudbruin met purperrode nuances. Het maximaal 40 mm brede spint van muninga heeft een witachtige kleur. Soms komen op het houtoppervlak ontsierende witte vlekjes voor die echter met behulp van ammonia of waterstofperoxide zijn te verwijderen. De structuur van muninga is over het algemeen gelijkmatig zonder opvallende tekening. Houtsoort: loofhout Draad:
Recht tot onregelmatige draad en kruisdraad.
Nerf: Matig grof. Volumieke massa: (480-)500- 620-700(-780) kg/m3 bij 12% vochtgehalte, vers 1000-1100 kg/m3. Werken:
Gering.
Drogen: Vrij langzaam, zowel versneld als aan de lucht gedroogd. Bij hout met een onregelmatige draad of kruisdraad is er enige neiging tot splijten of vervormen aanwezig, in het bijzonder in de directe omgeving van kwasten. Tijdens het drogen krimpt het hout zeer weinig. De krimpcijfers van muninga zijn lager dan die van teak. In gebruik is het hout zeer stabiel. Bewerkbaarheid: Zowel met handgereedschap als met machines goed te bewerken. Hout met een onregelmatige draad is alleen met een gereduceerde snijhoek glad te schaven. Ook laat het zich uitstekend draaien en tot fineer verwerken. Spijkeren en schroeven: Goed, voorboren wordt aanbevolen. Lijmen:
Goed.
Buigen: Matig. Oppervlakafwerking: Duurzaamheid:
Goed.
Schimmels 1. Termieten D.
Sterkteklasse: Impregneerbaarheid:
Kernhout 3. Spint 2.
Bijzonderheden: Muninga behoort tot de padoeksoorten, maar lijkt in uiterlijk en bouw meer op Aziatisch padoek dan op het oranjerode Afrikaanse padoek. Toepassingen: Door zijn gunstige eigenschappen en dikwijls fraaie uiterlijk kan muninga voor vele uiteenlopende toepassingen worden gebruikt. Het voldoet goed als constructiehout, zowel binnens- als buitenshuis en in de scheepsbouw. Fraai hout wordt toegepast voor meubelen, draaiwerk, betimmeringen, schrijnwerk en als fineer voor decoratieve doeleinden. Doordat het hout weinig werkt, is het geschikt voor muziekinstrumenten en precisiegereedschappen zoals waterpassen. Verder is het geschikt voor vloeren (voetgangersverkeer), traptreden, deuren kozijnen enz.
©2001 Stichting Centrum Hout - Almere, Bron: Houtvademecum, 8e druk 2001
ZEBRANO HOUTFINEER
ALLE GETOONDE STALEN KUNNEN IN MOTIEF EN KLEUR AFWIJKEN VAN HET TE LEVEREN PRODUCT.
NOTEN HOUTFINEER
ALLE GETOONDE STALEN KUNNEN IN MOTIEF EN KLEUR AFWIJKEN VAN HET TE LEVEREN PRODUCT.
Atibt: nogal, tropical Andere namen: 1. Europees noten, Duits, Frans, inlands, Italiaans, Kaukasisch, Iraans, Slavonisch, Turks enz. afhankelijk van de herkomst van het hout, Walnuss (Duitsland), noyer (Frankrijk), walnut (Groot-Brittannië). 2. Amerikaans noten, black walnut. 3. Nogal criollo (Argentinië) ,nogal silvestre, nuez meca (Mexico), nogal blanco, Peruaans noten, tocte, togte (Peru), tropical walnut, tropical nogal. Botanische naam: neotropica Diels, J. spec. div.. Familie:
1. Juglans regia L. 2. J. nigra L. 3. J.
Juglandaceae.
Groeigebied: 1. Europa en Azië. 2. Oosten van Noord-Amerika. 3. Midden- en Zuid-Amerika. Boombeschrijving: 1. Hoogte 15-30 m, takvrije stam zelden langer dan 6 m, diameter maximaal 1,5 m, gemiddeld 0,5-0,9 m. 2. Tot 45 m hoog, gemiddeld 30 m, rechte takvrije stam gemiddeld 15-18 m lang, diameter 1,2-1,8 m. 3. Meestal 20 m hoog, rechte takvrije stam gemiddeld 3-5(-9) m lang, diameter 0,8-1,0 m. Soms komen aan notenbomen waardevolle wortelknollen voor, waarvan fineer wordt gesneden dat als wortelnoten wordt verhandeld. Naar gelang de kwaliteit en de structuur onderscheidt men vol-wortel, half-wortel en geworteld noten. Aanvoer: Zaag- en fineerhout, gekantrecht hout en fineer. Houtbeschrijving: De kleur van Europees noten is licht grijsachtig bruin tot warm donkerbruin, al of niet voorzien van een fraaie zwartachtige tekening. Amerikaans noten is warm donkerbruin, de kleurverschillen zijn minder groot dan bij Europees noten. Het spint is witachtig. Tussen spint en kernhout kan vaak een zone overgangshout voorkomen dat lichter is dan het kernhout. De kleur van Europees noten is sterk afhankelijk van de herkomst. Inlands, Duits en Oostenrijks noten is meestal nogal grauw. Frans en Zwitsers noten is mooier terwijl Spaans, Italiaans en ook het noten van de Balkan nog weer fraaier is. Het allermooiste van kleur en structuur zijn Turks, Kaukasisch en Iraans noten. Nogal lijkt veel op Amerikaans noten, maar is in het algemeen wat donkerder, soms met een paarse zweem. Houtsoort: loofhout Draad:
Recht, soms warrig of golvend.
Nerf: Fijn tot matig grof. Volumieke massa: 1. (600-)630- 670-680(-770) kg/m3 bij 12% vochtgehalte, vers 800-900 kg/m3 2. 550-620-660 kg/m3 bij 12% vochtgehalte. 3. (450-)600(-750) kg/m3 bij 12% vochtgehalte. Werken:
Matig.
Drogen: Vrij langzaam. Moet om problemen te voorkomen, voorzichtig worden gedroogd. Be#Werken Noten is met de hand en machinaal goed te bewerken en glad af te werken. Ook is het goed te draaien en uitstekend tot fineer te snijden.
Bewerkbaarheid: Spijkeren en schroeven: Goed. Lijmen:
Goed.
Buigen: Rechtdradig hout is zeer goed te buigen. Oppervlakafwerking: Duurzaamheid: Schimmels 3.
Goed.
Europees noten Schimmels 3. Anobium G. Termieten G. Hesperophanes G. Amerikaans noten
Sterkteklasse: Impregneerbaarheid:
Kernhout 3-4. Spint 1.
Bijzonderheden: Blauwzwarte verkleuringen ontstaan als noten onder vochtige omstandigheden met ijzer in contact komt. In sommige landen wordt het door versneld drogen donkerder geworden spint met het kernhout samen verwerkt. Het spint wordt echter zeer gemakkelijk door insecten aangetast. Toepassingen: Als fineer, triplex en ander plaatmateriaal toegepast voor meubelen en betimmeringen, radio-, televisie- en pianokasten. Voorts voor draaiwerk, beeldhouw- en snijwerk, muziekinstrumenten, lijsten, knoppen, grepen, geweerkolven enz. Kwaliteitseisen:
©2001 Stichting Centrum Hout - Almere, Bron: Houtvademecum, 8e druk 2001