Algemene inleiding Onderzoek controles cGGZ 2013 Achtergrond Binnen de GGZ-sector heeft de dynamiek in het zorglandschap tezamen met de wetswijzigingen en interpretatie daarvan de afgelopen jaren tot veel onduidelijkheden geleid. Dat heeft voor nagenoeg alle GGZ-aanbieders geresulteerd in een administratieve lastenverzwaring. In april 2014 heeft de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) audit alert 32 uitgebracht. Dit behelsde de strekking van de accountantsverklaringen bij de financiële overzichten 2013 van aanbieders van curatieve geestelijke gezondheidszorg (cGGZ) (vanaf nu GGZ-aanbieder). In navolging daarvan zijn op 23 juni 2014 in een bestuurlijk overleg GGZ procesafspraken gemaakt over de wijze waarop de vraagstukken uit de NBA-alert opgelost zouden kunnen worden. Sindsdien is door de betrokken veldpartijen intensief overleg gepleegd om te komen tot een Plan van Aanpak. Enerzijds was het doel van het Plan van Aanpak het realiseren van goedkeurende accountantsverklaringen bij de jaarrekeningen over 2014 van GGZ-aanbieders, anderzijds om procesafspraken te maken om problemen rond de omzetverantwoording in de toekomst te voorkomen. De onderwerpen in het Plan van Aanpak, van toepassing zijnde op alle GGZ-aanbieders, hebben betrekking op hoofdbehandelaarschap, verwijzing en overige aspecten waar onzekerheden op rechtmatigheid en/of contractafspraken voorkomen. De GGZ-aanbieders dienen aan de hand van het Plan van Aanpak in een zelfonderzoek vast te stellen dat de door hen ingediende declaraties betreffende hoofdbehandelaarschap en verwijzing rechtmatig zijn. Daarnaast dienen de GGZaanbieders de ingediende declaraties op de voor hen van toepassing zijnde materiële controle onderwerpen (aangeleverd door de zorgverzekeraars) te onderzoeken. Ultimo december 2014 zijn de themagerichte onderzoeken over schadejaar 2013 bekendgemaakt. De materiële controle onderzoeken per individuele GGZ-aanbieder over schadejaar 20131 dienen uiterlijk 31 maart 2015 kenbaar gemaakt te worden door de zorgverzekeraars. In eerste instantie was het de bedoeling dat iedere zorgverzekeraar de lijst met materiële controlepunten individueel zouden bepalen en uiterlijk 31 maart bekend zou maken aan de GGZaanbieders. De afgelopen maanden hebben de zorgverzekeraars een andere beweging in gang gezet. De zorgverzekeraars hebben getracht direct invulling te geven aan gemaakte procesafspraken in het Plan van Aanpak betreffende het voorkomen van onduidelijkheden in de toekomst. Hiertoe zijn de zorgverzekeraars tot een gezamenlijke set van formele en materiële controlepunten voor schadejaar 2013 gekomen (= Onderzoek controles cGGZ 2013), zodat de controles voor schadejaar 2013 op een meer effectieve en efficiënte wijze uitgevoerd kunnen worden. Deze controlepunten zijn besproken met GGZ Nederland, NVZ en NFU en aan de hand van de gesprekken aangevuld en aangepast. Hierdoor kan dit document gezamenlijk worden voorgelegd aan de leden van Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en aan de leden van GGZ Nederland. De gemaakte afspraken voor het Onderzoek controles cGGZ 2013 zijn naast deze algemene inleiding verder uitgewerkt in: - Een gedetailleerd Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013. - Het bestand Controlepunten Onderzoek controles cGGZ 2013, waarin 27 controlepunten en per controlepunt het toetsingskader inclusief financiële impact staan beschreven. Daarnaast is in dit bestand tevens het format opgenomen waarin de GGZ-aanbieder de controlebevindingen kan rapporteren. 1 Verzekeraars
zullen zo spoedig mogelijk en vóór 13 december 2014 zo veel als mogelijk (dit wordt nader toegelicht in paragraaf
6.2) aan al hun contractpartijen die een jaarrekening moeten deponeren, per getekende brief laten weten welke materiële controles zij bij die instelling (a) al uitvoeren of (b) op dat moment voornemens zijn nog uit te voeren. Zij melden deze controles per brief aan de instelling, behalve die controles die in de ogen van verzekeraars om strategische redenen niet gemeld kunnen worden. Ten aanzien van de materiële controles over 2013 sturen verzekeraars vóór 31 maart 2015 een dan actuele stand.
De zorgverzekeraars, GGZ Nederland en ZN zien dit Onderzoek controles cGGZ en de wijze van controle hierin als opmaat naar Horizontaal Toezicht. Onderzoek controles cGGZ 2013 Zorgverzekeraars hebben in nauwe samenwerking met ZN en GGZ Nederland gezamenlijk het initiatief genomen om een onderzoek op te zetten ten behoeve van de controles curatieve GGZ 2013. Dit onderzoek ligt in het verlengde van het Plan van Aanpak en draagt daarmee bij aan het oplossen van de in het NBA alert 32 genoemde risico’s. In essentie betreft het een onderzoek waarin alle zorgverzekeraars gezamenlijk tot een lijst met formele- en materiële controlepunten zijn gekomen. Deelname aan het Onderzoek controles cGGZ 2013 houdt in dat de GGZ-aanbieder de eigen declaraties van een afgebakende periode toetst op een aantal specifieke controlepunten. Dit gebeurt aan de hand van een vooraf door de zorgverzekeraars gezamenlijk gedefinieerd toetsings- en normenkader, wat vooraf is afgestemd met GGZ Nederland. Deelname aan dit onderzoek is niet verplicht, echter het kent wel een aantal grote voordelen. Zo worden door deze aanpak de formele en materiële controles van alle zorgverzekeraars gebundeld, waardoor verantwoordingsjaar 2013 vanuit één controlebenadering snel en efficiënt afgewikkeld kan worden. De GGZ-aanbieder zal in navolging hiervan benaderd worden door één zorgverzekeraar, welke de uitkomsten van de controles 2013 voor alle zorgverzekeraars vaststelt. De uitkomsten van de controles zijn eerder in te schatten, waardoor de GGZ-aanbieder in staat is een betere inschatting te maken van zijn organisatierisico. De GGZ-aanbieders kunnen kiezen of ze deel willen nemen aan dit onderzoek. Degene die gaan deelnemen, voeren aan de hand van het controleplan ‘Onderzoek controles cGGZ 2013’ het onderzoek zelf uit en verantwoorden zich over de uitkomsten. De daarop volgende review/toets van de aangeleverde informatie wordt in beginsel door één van de representerende zorgverzekeraars 2013, op basis van een uniform normenkader en namens de overige zorgverzekeraars, uitgevoerd. Er kan afgeweken worden van de review door de representerende zorgverzekeraar indien een zorgverzekeraar specifieke signalen heeft of in het kader van een evenredige verdeling tussen de zorgverzekeraars. GGZ-aanbieders die besluiten deel te nemen, worden dus verdeeld onder de zorgverzekeraars en hebben voor alle formele en materiële controles 2013 met één zorgverzekeraar te maken. Ook GGZ-aanbieders kunnen, indien gewenst, na bekendmaking van de toegewezen zorgverzekeraar in overleg treden over wijziging van de toegewezen zorgverzekeraar. Een gedetailleerde uitwerking van het Onderzoek controles cGGZ 2013 is in het bijbehorende controleplan toegelicht. In de basis betreft het onderzoek een lijst met 27 groepen van controlepunten. Deze controlepunten zijn tot stand gekomen op basis van risicoanalyses, NZa rapportages, gesprekken met GGZ Nederland en ervaringen uit eerdere controles. De GGZaanbieders die besluiten niet deel te nemen, worden op de ‘oude’ controlewijze gecontroleerd. Dit houdt in dat elke individuele zorgverzekeraar zijn eigen controle (formeel en materieel) bij de GGZaanbieders uitvoert. De lijst met controlepunten is ten opzichte van de eerder gecommuniceerde lijst, rond 23 februari 2015, aangepast. Dit heeft voornamelijk te maken met de verduidelijking van de controlepunten en de verzoeken die van GGZ-aanbieders zijn ontvangen om met dit onderzoek een zo volledig mogelijke afronding te realiseren. Concreet betekent dit dat naast alle materiële controles nu ook alle formele controles zijn opgenomen. 2
Daarnaast hebben de invulling en afbakening van de controlepunten met de koepels, zorgverzekeraars onderling en NZa nog tot inhoudelijke aanpassingen geleid. Een aantal van de controlepunten zijn zoveel mogelijk geclusterd zodat de werkzaamheden zo efficiënt mogelijk kunnen plaatsvinden. Tot slot is de opzet en inzet van de controles op een aantal plaatsen naar aanleiding van de besprekingen verduidelijkt en aangepast. De uit te voeren aantallen zijn, zowel voor als men wel of geen gebruik maakt van de AO/IC, in het Controleplan nader beschreven (zie hoofdstuk 4). Definiëring en scope Ter verduidelijking zijn onderstaand de verschillende definities beschreven, waarna specifiek is aangegeven wat nu wel en wat nu niet onder de scope van dit onderzoek valt. In het Plan van Aanpak is het begrip rechtmatigheid nader gedefinieerd: De term rechtmatigheid is gereserveerd voor de toepassing van de regels van de NZa. Als daar niet aan wordt voldaan is er in principe sprake van onrechtmatigheid. Declaraties die afwijken ten opzichte van het publiekrechtelijk kader zijn onrechtmatig in het kader van de Zorgverzekeringswet. Voor wat betreft afspraken met de zorgverzekeraar, gaat het om onzekerheden over de interpretatie van de contractafspraken. Zie verder PvA Jaarrekeningen, d.d. 1 december 2014, hoofdstuk 3. In het controleplan is de letterlijke tekst van het Plan van Aanpak opgenomen en is beschreven hoe de financiële impact voor de GGZ-aanbieder wordt vastgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met bovenstaande verdeling. Definities van de controles zoals ze door o.a. de NZa worden gehanteerd: 1. Formele controle: een onderzoek waarbij de zorgverzekeraar nagaat of het tarief dat door een zorgaanbieder voor een prestatie in rekening is gebracht: 1°. een prestatie betreft, welke is geleverd aan een bij die zorgverzekeraar verzekerde persoon; 2°. een prestatie betreft, welke behoort tot het verzekerde pakket van die persoon (valt binnen de kaders van de Zorgverzekeringswet), 3°. een prestatie betreft, tot levering waarvan de zorgaanbieder bevoegd is, en 4°. het tarief betreft, dat voor die prestatie krachtens de Wet marktordening gezondheidszorg is vastgesteld of een tarief is dat voor die prestatie met de zorgaanbieder is overeengekomen; 2. Materiële controle: een onderzoek waarbij de zorgverzekeraar nagaat of de door de zorgaanbieder in rekening gebrachte prestatie is geleverd = feitelijke levering; en die geleverde prestatie het meest was aangewezen gezien de gezondheidstoestand van de verzekerde = terechte levering. 3. Zorgverzekeringsfraude: “Het opzettelijk plegen of trachten te plegen van valsheid in geschrifte, bedrog, benadeling van schuldeisers of rechthebbenden en / of verduistering, bij de totstandkoming en / of uitvoering van een overeenkomst van (zorg)verzekering, gericht op het verkrijgen van een uitkering, vergoeding of prestatie waarop geen recht bestaat, of een verzekeringsdekking te verkrijgen onder valse voorwendsels”. Zorgverzekeraars spreken dus pas van fraude als er sprake is van de volgende drie kenmerken: a. Opzet, een bewust handelen b. Overtreden van een regel c. (Financieel) wederrechtelijk voordeel
3
Wat valt er nu wel en wat valt er nu niet onder het Onderzoek controles cGGZ 2013? Alle formele controles(1) en materiële controles(2) over schadejaar 2013 vallen binnen dit onderzoek. Daarnaast is afgesproken dat naast deze controles, zoals opgenomen in de controlepuntenlijst, geen andere (individuele) formele en materiële controles over 2013 meer worden uitgevoerd bij de GGZ-aanbieders die beslissen mee te doen met dit onderzoek. De controles die hier buiten vallen en waarbij zorgverzekeraars dus nog steeds kunnen komen controleren, zijn: 1. De controles of de geleverde zorg ‘voldeed aan de laatste stand van wetenschap en praktijk’. In het kader van deze controles zijn in het Plan van Aanpak GGZ nadere afspraken gemaakt. Deze afspraken zijn tevens overgenomen in het Controleplan Onderzoek controles cGGZ 2013. 2. De controles die zorginstelling-overstijgend zijn, zoals bijvoorbeeld 365 dagen, seriële en parallelle DBC’s over instellingen heen en samenloop met farmacie en laboratoriumonderzoeken. Deze declaraties zijn conform het protocol materiële controle van de NZa onrechtmatig. Indien mogelijk kunnen de GGZ-aanbieders en de representerende zorgverzekeraar overeenkomen de gecontracteerde tarieven 2013 te herzien. 3. Specifieke signalen van substantiële omvang (bijvoorbeeld klokkenluider) die op dit moment nog niet bekend zijn of nieuwe significante afwijkingen ten opzichte van het gemiddelde o.b.v. spiegel- of benchmarkrapportages. 4. Fraudeonderzoeken, alle signalen waarbij een vermoeden van fraude bestaat. De zorgverzekeraar is verplicht deze signalen te allen tijde nader te onderzoeken. 5. Individuele contractafspraken, met name afspraken omtrent de totale declaratieruimte (plafondafspraken) zullen op basis van de rechtmatig gedeclareerde declaraties afgerekend worden. 6. Specifieke controles in verband met de Regeling Zorg Asielzoekers, waarbij deze afwijken van de genoemde controlepunten, bijvoorbeeld dyslexiezorg. Omdat er onduidelijkheid bestaat over wat wel en niet onder de term gepast gebruik wordt verstaan, is ervoor gekozen deze term niet langer te gebruiken in dit onderzoek. Vanaf heden wordt er verder gesproken over formele en materiële controle (= feitelijke en terechte levering). Deze begrippen zullen nog afgestemd worden met het Zorginstituut Nederland, NZa, VWS en overige partijen. Met de landelijke partijen wordt in het kader van de afspraken van het Plan van Aanpak een nadere verduidelijking gegeven wat naast deze controles nog over gepast gebruik gezegd moet worden, c.q. onder dit begrip zou moeten vallen. Een deel van de termen over gepast gebruik gaat over de inhoud van de zorg (redelijkerwijs aangewezen op) en over de wijze van invulling van deze zorg (stand van de wetenschap en praktijk).
4
Deelname Onderzoek controles cGGZ 2013 Deelname aan dit onderzoek is vrijwillig en kent een aantal grote voordelen: - Door deze aanpak zijn de controles van alle zorgverzekeraars gebundeld, waardoor het verantwoordingsjaar 2013 vanuit één controlebenadering door alle zorgverzekeraars snel en efficiënt afgewikkeld kan worden. - De controlepunten zijn: o Vastgesteld o Eenduidige geformuleerd. Er geldt één definitie voor alle zorgverzekeraars o Transparant o Gedragen door alle zorgverzekeraars en GGZ Nederland o Eén aanspreekpunt, één zorgverzekeraar vertegenwoordigt alle andere aangesloten zorgverzekeraars o Ondersteund door een rapportagemodel o Besproken met NVZ en NFU - Deze aanpak stelt de GGZ-aanbieders in staat om een betere inschatting te maken van het organisatierisico doordat de uitkomsten van de controles eerder in te schatten zijn. Reikwijdte Het onderzoek heeft betrekking op alle DBC’s en bijbehorende deelprestaties1 en OVP’s geopend in 2013 welke vallen onder de reikwijdte van de Zorgverzekeringswet. De uitkomsten van het onderzoek dienen gesplitst te worden naar:
DBC’s die op het moment van peildatum (de peildatum is de datum waarop het databestand getrokken is, zie hoofdstuk 2.2 van het controleplan) gefactureerd zijn aan de zorgverzekeraars. DBC’s die op het moment van peildatum nog niet gefactureerd zijn aan de zorgverzekeraars.
De GGZ-aanbieder rapporteert de uitkomsten aan de controlerend zorgverzekeraar. Hierna kan één of meerdere van onderstaande vervolgstappen plaatsvinden. De bevindingen worden beoordeeld door de zorgverzekeraar en worden als afdoende beschouwd. 1. Er volgt een gesprek over de bevindingen, eventueel een nadere toelichting, en in principe wordt het dan afgerond met de controlerend zorgverzekeraar (en waar het contractmatige aspecten betreft met de inkoper van de representerend zorgverzekeraar). 2. Onderzoek m.b.t. nadere verduidelijking vindt plaats indien de zorgverzekeraars onvoldoende zekerheid heeft verkregen op basis van zijn eigen beeld en de daarop aanvullend gevoerde gesprekken. De zorgverzekeraar laat de GGZ-aanbieder zien waarop dat beeld is gebaseerd en er wordt in overleg besloten tot een nader onderzoek op dit specifieke signaal. Er wordt, indien de rapportage een ander beeld geeft dan de specifieke indicatie(s) van de controlerend zorgverzekeraar én deze in de gesprekken onvoldoende zijn verhelderd, op deze onderdelen ingezoomd. Hierna kan samen besloten worden om eventueel onderzoek m.b.t. nadere verduidelijking te doen op deze specifieke aspecten. Dit onderzoek m.b.t. nadere verduidelijking kan een uitbreiding van de deelwaarneming zijn of het laten beoordelen van de onderliggende analysegegevens van dit specifieke aspect. In het uiterste geval kan dit een 100% controle worden voor dit specifieke aspect. Daarna kan er worden afgerond met de controlerend zorgverzekeraar en in een volgend gesprek voor de contractmatige zaken met de inkoper van de representerend zorgverzekeraar.
1 Deelprestaties behorende bij DBC’s uit 2013, kunnen een startdatum in 2014 hebben als de DBC doorloopt in 2014.
5
3. Indien de GGZ-aanbieder en de controlerend zorgverzekeraar niet tot overeenstemming komen over het onderzoek m.b.t. nadere verduidelijking, zal de zorgverzekeraar dat onderzoek zelf uitvoeren. 4. Indien er onduidelijkheid tussen GGZ-aanbieder en controlerend zorgverzekeraar ontstaat zijn er twee mogelijkheden: a. Er wordt een geschillencommissie ingesteld waar een verzoek kan worden gedaan voor de beoordeling van interpretatieverschillen. b. Bij interpretaties en/of hiaten inzake wet- en regelgeving wordt door de koepels een gezamenlijk gesprek gevoerd met de NZa. 5. Partijen behouden het recht de uitkomsten door de rechter te laten toetsen. Een gedetailleerde uitwerking van de vervolgstappen is opgenomen in het Controleplan. Naar aanleiding van deze beoordelingen en gesprekken kan in het uiterste geval bij de controlerend zorgverzekeraar gerede twijfel over de bestuursverklaring van de GGZ-aanbieder zijn. Dit zal de controlerend zorgverzekeraar duidelijk van te voren melden aan de GGZ-aanbieder. In dat geval zal het zelfonderzoek worden beëindigd en zal de zorgverzekeraar zelf komen controleren. Financiële correcties Als de rapportage door de GGZ-aanbieder en de controlerend zorgverzekeraar is vastgesteld, is duidelijk welke correcties er mogelijk moeten plaatsvinden. Hierna vindt het gesprek met de contracterende zorgverzekeraar plaats. De correcties hebben betrekking op declaraties geopend in 2013. Afhankelijk van de uitkomsten in samenhang met de gemaakte contractafspraken en de werkelijk geleverde zorg, is het mogelijk dat de contracterende zorgverzekeraar de tarieven voor alle DBC’s 2013 aanpast (verhoogd). Vergoeding vindt mogelijk plaats door een opslag op de overige gedeclareerde DBC’s voor zover hiervoor ruimte is binnen de max-max tarieven van de NZa. Jaarrekening traject GGZ aanbieders Indien de GGZ-aanbieders het eigen onderzoek hebben uitgevoerd in de maand april met een uitloop naar mei, dan kan in principe de maximale onzekerheid worden vastgesteld door de aanbieder. Afhankelijk van de omvang van de onzekerheid, in relatie tot de overige situatie/totale beeld van de jaarrekening van de GGZ-aanbieder kan er tijdig een verklaring worden afgegeven. Dat zal voor een deel van de instellingen het geval zijn, er is namelijk geen onzekerheid meer over de situatie. Deze kan indien gewenst worden toegelicht in de jaarrekening of in de toelichtende paragraaf bij de verklaring. In een groot aantal van de gevallen zal er overleg moeten zijn met de verzekeraar. Dit behoeft conform de planning meer tijd. In die gevallen zal er sprake moeten zijn van uitstel van de jaarrekening. Dit uitstel zal worden gevraagd (individueel of collectief als sector). Dit zal landelijk worden besproken in de maand april met VWS, verzekeraars, banken en accountants.
6
Tijdspad onderzoek De tijdslijnen zoals genoemd in dit Onderzoek controles cGGZ2013 passen binnen de in het Plan van Aanpak vastgestelde tijdslijnen. Een gedetailleerd overzicht hiervan is opgenomen in het Controleplan hoofdstuk 3. Het streven is om het Onderzoek controles cGGZ 2013 voor het einde van 2015 te hebben afgerond. Om dit te realiseren kunnen GGZ-aanbieders zich tot 17 april 2015 aanmelden voor deelname aan het onderzoek en de uitkomsten van het onderzoek voor 30 juni 2015 aanleveren. GGZ-aanbieders kunnen zich aanmelden via:
[email protected] De zorgverzekeraars geven uiterlijk voor 1 november 2015 een (eerste) terugkoppeling op de aangeleverde rapportage. Indien noodzakelijk kan door de zorgverzekeraar verdere verduidelijking gevraagd worden. Dit onderzoek m.b.t. nadere verduidelijking is uiterlijk 30 april 2016 afgerond. Waar mogelijk streven de zorgverzekeraars naar een eerdere afronding. Wijze van rapporteren en vastleggen Om op een juiste, betrouwbare en uniforme wijze de uitkomsten te kunnen beoordelen en te kunnen vergelijken, verzoeken we de uitkomsten van het onderzoek op te nemen in de bevindingenrapportage, zoals die is opgenomen in het Excel-bestand Controlepunten cGGZ 2013. In de bevindingenrapportage moet bij de vertaling van de conclusies naar financiële impact rekening gehouden worden met de volgende elementen; Gedeclareerde- versus nog niet gedeclareerde DBC’s. Herdeclaraties welke samenhangen met gedeclareerde DBC’s. Correcties uit te voeren op micro en macro niveau. Financiële correctie wegens ontdubbelen declaraties (declaraties welke bij meerdere controlepunten als bevinding zijn gekenmerkt). Financiële correctie wegens het aanpassen van de tarieven 2013 (in overleg met de representerend zorgverzekeraar). In het Controleplan is de methodiek omtrent de wijze van correcties nader uitgewerkt. Om assurance te verkrijgen is een rapport van feitelijke bevindingen één van de mogelijkheden. Echter, bij het zelfonderzoek 2012/2013 binnen de MSZ is gebleken dat een rapport van feitelijke bevindingen onvoldoende evidence biedt aan de zorgverzekeraars. In afstemming met de accountants is gekozen om geen aanvullende assurance op dit onderzoek te regelen. Hierdoor zijn aanvullende vragen/onderzoek door de zorgverzekeraar noodzakelijk gebleken. Op basis van de uitkomsten van dit proces is besloten dat de bevindingenrapportage (het verantwoordingsdocument) Onderzoek controles cGGZ 2013, opgesteld door de GGZ-aanbieder, niet voorzien hoeft te worden van een accountantsproduct. De zorgverzekeraar zal door middel van haar analyses de betrouwbaarheid van de aangeleverde gegevens en rapportages beoordelen. Dit betekent dus dat er geen acties vanuit de accountants op dit onderzoek nodig zijn. Bestuursverklaring Het bestuur van de GGZ-aanbieder wordt gevraagd om zich door middel van een bestuursverklaring te verantwoorden over de juistheid, volledigheid en betrouwbaarheid van de opgeleverde uitkomsten.
7
Schadelastjaar 2014 In de jaarrekening 2014 zit het onderhandenwerk van het schadejaar 2014. Dat is ongeveer 60% van de jaaromzet van de GGZ-aanbieder. Hier moeten dezelfde zekerheden voor zijn als geldend voor de declaraties 2013 verantwoord in de jaarrekening 2014. De controles 2013 zijn onverkort van toepassing op 2014 aangevuld met: - Beleidswijzigingen, zoals onderscheid basis GGZ en specialistische GGZ. - Door afschaffing van het representatiemodel kunnen er specifieke afspraken per zorgverzekeraar zijn gemaakt die niet opgenomen zijn in het Onderzoek controles cGGZ 2013. - Controlepunten die in 2013 door de zorgverzekeraars zijn gedaan en nu nog niet zijn opgenomen in het Onderzoek controles cGGZ 2013, zoals tariefscontroles die nu door de instelling zelf moeten plaatsvinden. Toekomstperspectief Met deze ‘nieuwe wijze’ van controle willen zorgverzekeraars, ZN en GGZ Nederland een beweging naar de toekomst in gang zetten, namelijk naar een vorm van Horizontaal Toezicht. Het sleutelwoord bij Horizontaal Toezicht is samenwerking, dat op vier niveaus werkt en elkaar versterkt: Verbeteren relatie GGZ-aanbieder(s) en zorgverzekeraar(s) Vermindering van de administratieve lasten Verbeteren van de rechtmatigheid van declaraties Verbeteren van de doelmatigheid van declaraties Zorgverzekeraars, ZN en GGZ Nederland hebben de intentie om aan dit proces een vervolg te geven. Hoe dit er precies uit gaat zien, wordt in de komende maanden verder uitgewerkt voor schadejaar 2014, 2015 en 2016. Waarbij de voorkeur bestaat om te starten met 2016 om te kijken naar de opzet voor Horizontaal toezicht. Samenwerking Ondanks de grote inspanningen die geleverd zijn met de voorbereidingen voor het Onderzoek controles cGGZ 2013, kan het voorkomen dat er voor de GGZ-aanbieder nog enkele onduidelijkheden zijn. Mocht dit tot vragen leiden dan kunnen deze gesteld worden aan de controlerende zorgverzekeraar.
8