Jaarverslag2011
Algemene Beschouwingen
3
Hoofdstuk 1 BESTUURSVERSLAG
4
Hoofdstuk 2 VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT
11
Hoofdstuk 3 VERENIGING, CONTACTEN, PERSONEEL EN ORGANISATIE
19
Hoofdstuk 4 OMVANG EN KWALITEIT VAN HET WONINGBEZIT
22
Hoofdstuk 5
32
ZORG VOOR DE LEEFBAARHEID VAN WIJKEN EN BUURTEN
Hoofdstuk 6 WONEN EN ZORG
35
Hoofdstuk 7 HET VERHUREN VAN WONINGEN c.q. HUISVESTEN VAN DOELGROEPEN
38
Hoofdstuk 8 HET BETREKKEN VAN BEWONERS BIJ BELEID EN BEHEER
45
Hoofdstuk 9 FINANCIËN
48
Hoofdstuk 10 OVERIGE ACTIVITEITEN
52
Hoofdstuk 11 TOEKOMSTIGE ONTWIKKELINGEN
54
Hoofdstuk 12 GOVERNANCEVERSLAG
56
Hoofdstuk 13 SLOT
77
KENGETALLEN
78
JAARREKENING • BALANS
80
• WINST- EN VERLIESREKENING
82
• WAARDERINGSGRONDSLAGEN
83
• TOELICHTING OP DE BALANS EN WINST- EN VERLIESREKENING • KASSTROOMOVERZICHT
88 102
OVERIGE GEGEVENS • BESTEMMING RESULTAAT
103
• ACCOUNTANTSVERKLARING
104
2
Algemene beschouwingen
Inleiding Graag leggen wij via dit jaarverslag op transparante wijze verantwoording af over het gevoerde beleid en de resultaten daarvan in 2011, een in vele opzichten enerverend jaar. Onze woningbouwvereniging bestond 50 jaar. De statuten werden aangepast van een zogenoemd drielaagsnaar een tweelaagsmodel. Op basis van de nieuwe statuten werd een directeur-bestuurder aangetrokken. De raad van toezicht werd uitgebreid van drie naar vijf leden. De gemeentelijke samenvoeging van Bodegraven en Reeuwijk werd een feit. Beweging dus, terwijl de woningmarkt zich juist kenmerkte door weinig beweeglijkheid. De sociale huurmarkt is gesloten voor woningzoekenden met een middeninkomen. Op de koopmarkt vindt deze groep geen alternatief. Hypotheekverstrekkers scherpten de hypotheekvoorwaarden aan als gevolg van de financiële crisis. De druk op de huurmarkt neemt toe, terwijl de mutatiegraad laag is. Alle partijen op de woningmarkt zijn het eens: integrale hervormingen zijn nodig. Maar begin 2012 is er nog niet meer gebeurd dan het instellen van een onderzoekscommissie. Minister Donner heeft in mei 2011 het wetsvoorstel Herziening Woningwet naar de Tweede Kamer gestuurd. Corporaties moeten een scheiding aanbrengen tussen de taken die zij realiseren met ‘staatssteun’ en activiteiten zonder steun. Een nieuwe autoriteit gaat financieel toezicht houden op woningcorporaties. Een aantal bevoegdheden blijft bij het ministerie. Vlak voor het kerstreces stuurde de ministerraad een wetsvoorstel aan de Raad van State op basis van een voorstel van de nieuwe minister Spies: woningcorporaties zouden 75% van hun woningen te koop moeten aanbieden. Het kabinet wil huurders van corporatiewoningen het recht geven om hun woning te kopen tegen een marktconforme prijs. Een erg ongenuanceerd voorstel. Kijken we naar de eigen organisatie, het woningbezit en onze prestaties in 2011, dan is er veel gebeurd en staat het nodige nog in de steigers. Het overgrote deel van de voornemens is gerealiseerd. In het verslag van het bestuur en de raad van toezicht kunt u lezen over de verdergaande professionalisering. In het hoofdstuk “Omvang en kwaliteit van het woningbezit” treft u veel informatie aan over onze projecten in ontwikkeling en uitvoering en over de uitgaven en investeringen in onderhoud en woningverbetering. Dat onze vereniging een belangrijke bijdrage heeft geleverd en ook in de komende periode zal leveren om prettig wonen in leefbare kernen in Reeuwijk mede mogelijk te maken, wordt daaruit duidelijk. “Zoals eerder aangegeven, een bewogen jaar. Begin 2012 is door de minister, op basis van de financiële problemen bij Vestia , besloten een parlementaire enquête commissie de opdracht te geven onderzoek te doen naar het functioneren van het systeem van woningcorporaties., waaronder het beheer, het (interne en externe) toezicht op maatschappelijk gebonden kapitaal, de positie van huurders en de rol van banken, financiers en gemeenten. Al met al zal ook 2012 voor onze vereniging als gevolg van de externe en interne ontwikkelingen ook ongetwijfeld een enerverend jaar worden. We zullen er, binnen onze mogelijkheden, voor waken dat de plannen m.b.t. ons woningbezit en de dienstverlening aan de huurders blijvend op een adequate wijze zal worden uitgevoerd”. Ik nodig u van harte uit om in dit verslag meer te lezen over deze en andere zaken. Er is ook een zogenoemde populaire versie van dit verslag voor alle huurderds en andere belanghebbenden opgesteld. De quotes bij de diverse hoofdstukken leggen de relatie tussen deze twee verslagen. Vincent van Luit directeur-bestuurder
3
Hoofdstuk 1 BESTUURSVERSLAG
4
Hoofdstuk 1 BESTUURSVERSLAG
Dit hoofdstuk behandelt enkele belangrijke in- en externe ontwikkelingen die direct het beleid en de activiteiten van onze vereniging raken. Er is gekozen voor een korte samenvatting. 1.1 Extern: landelijke ontwikkelingen Economie in mineur Na de financiële crisis is de economische conjunctuur in een neerwaartse spiraal terecht gekomen. De effecten zijn zichtbaar, bijvoorbeeld door bezuinigingen in vele sectoren, door een stijging van de werkeloosheid, door pensioenen die niet welvaartsvast blijken, waardoor premies stijgen en uitkeringspercentages dalen. Ook de overheid voert bezuinigingen door. Dit alles heeft zijn weerslag op het netto besteedbaar inkomen en daarmee op de huurbetalingen. Wij willen mensen begeleiden om achterstanden te voorkomen. Waar nodig en mogelijk proberen we passende betalingsafspraken te maken. We willen ons tot het uiterste inspannen om uitplaatsingen te voorkomen. EU-beschikking Per januari 2011 moet 90% van de vrijkomende huurwoningen met een huurprijs tot € 652 worden toegewezen aan huurders met een inkomen tot € 33.614. Dit is de kern van de EU-afspraken met betrekking tot overheidssteun. Mede gezien de huidige woningmarkt en economische situatie vinden wij deze maatregel op zijn zacht gezegd erg ongelukkig. In Nederland is ook door diverse organisaties geprotesteerd. Met name voor de lage middeninkomens tot ca. € 38.000 is een koopwoning immers financieel niet haalbaar. Om deze groep middeninkomens te kunnen helpen, hebben wij voor de 10% ‘vrije ruimte’ een regeling opgesteld, waarmee we optimaal gebruik hebben gemaakt van de geboden mogelijkheden voor deze groep. Een ander element van de EU-regelgeving is het zogenaamde ‘maatschappelijk vastgoed’. Dit is van belang voor het Medisch Cluster en de dorpswinkel in Driebruggen waaraan wij bouwen. Deze projecten leken te worden aangemerkt als maatschappelijk vastgoed, maar bleken bij nadere beschouwing bestempeld als ‘commercieel’. De consequentie is, dat we financiering moeten aanvragen zonder overheidssteun (borging door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw). Op het moment dat we dit verslag schrijven, is de leningsaanvraag in behandeling. Naar verwachting zal de rente zeker 1% hoger uitvallen dan die voor maatschappelijk vastgoed. De financiering zal maximaal 70% van de investering bedragen. Investeringen als deze zijn van groot belang om de leefbaarheid in onze woonkernen op niveau te houden. Door de herziene regelgeving zullen dergelijke projecten echter een nog sterkere afweging vragen in de toekomst. In het belang van de inwoners van deze kernen zullen wij ons inspannen om op verantwoorde wijze waar nodig toch dergelijke investeringen te blijven doen. Woningmarkt Niemand zal het zijn ontgaan: de woningmarkt zit op slot. Onze mutatiegraad is in de laatste maanden van 2011 op een absoluut dieptepunt uitgekomen: in december was er geen enkele woning beschikbaar voor de verhuur. De doorstroming van huurders naar de koopsector is nagenoeg gestagneerd. Dat is te wijten aan de in de afgelopen jaren sterk gestegen prijzen voor koopwoningen zowel als aan de relatief lage huren; die zijn de laatste jaren slechts met inflatie verhoogd. Daarnaast werden in 2011 door geldverstrekkers de hypotheekvoorwaarden flink aangescherpt. Daardoor is het voor starters en doorstromers veel moeilijker om
5
Hoofdstuk 1 BESTUURSVERSLAG
een passende financiering te vinden. In 2011 kon de woningbouwvereniging het geplande verkoopprogramma realiseren. Voor de volgende jaren is de begroting voor de verkoop van nieuwbouwwoningen naar beneden bijgesteld. Uiteraard raakt dat direct onze kasstromen en indirect de budgetten voor (her)investeringen. Budgetten die overigens ook worden geraakt door de algemene prijsdalingen in het vastgoed. De daling van de laatste twee, drie jaar zal volgens deskundigen nog verder doorgaan, waarna prijzen zullen stabiliseren. Dit heeft een negatief effect op onze opbrengst uit de verkoop van woningen, inkomsten die eveneens bedoeld zijn voor (her)investeringen. Nieuwe woningwet In mei 2011 stuurde minister Donner het wetsvoorstel Herziening Woningwet naar de Tweede Kamer. Een nieuwe autoriteit, voortkomend uit het om te vormen Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting gaat financieel toezicht houden op woningcorporaties. Dat is de kern van het wetsvoorstel. Daarnaast blijft een aantal belangrijke bevoegdheden tot de verantwoordelijkheid van de minister behoren. Corporaties moeten een scheiding aanbrengen tussen de taken die zij met overheidssteun uitvoeren en activiteiten zonder steun. Diverse onderdelen worden uitgewerkt in een zogenoemde Algemene Maatregel van Bestuur. Naar verwachting zal de nieuwe Woningwet begin 2013 worden aangenomen. In de nieuwe woningwet wordt het werkterrein nog steeds breed beschreven. In 2012 zullen wij een nieuw ondernemingsplan opstellen, rekening houdend met de nieuwe wetgeving en de opgaven die wij in Reeuwijk zien en willen realiseren. Voorstel aanbiedingsplicht tot verkoop van 75% van het woningbezit Eind 2011 is door de ministerraad een conceptwetsvoorstel ingediend met mogelijk grote gevolgen voor ons woningbezit. De wet zou corporaties verplichten om 75% van het woningbezit aan te bieden aan huurders die ‘hun’ woning langer dan één jaar bewonen. Deze maatregel doorkruist weloverwogen vastgoedbeleid en gaat voorbij aan de verschillen tussen verschillende regio’s en gemeenten. In Reeuwijk is reeds 80% van de woningen ‘eigen woningbezit’; met 20% huurwoningen is dat een gezonde verhouding, zeker gezien de inkomenssamensteling, de naderende vergrijzing en daaraan gekoppelde woonbehoeften. De verkoopplicht leidt naar verwachting tot stijgende woningbeheerskosten; het risico bestaat dat de betere woningen worden verkocht en vooral de oudere woningen beschikbaar blijven voor verhuur. Wij vinden dat de maatregel niet past in de huidige economisch situatie, waarin de druk op de huursector toeneemt doordat financiering (hypotheek) voor bepaalde inkomensgroepen juist moeilijk bereikbaar is. De woningbouwvereniging heeft haar belanghebbenden geïnformeerd over deze bezwaren, met het verzoek om via contacten en netwerken de problematiek onder de aandacht te brengen bij de Haagse politiek. Uiteraard doet de woningbouwvereniging dat zelf ook, o.a. via brancheorganisatie Aedes. 1.2 Lokale ontwikkelingen in Bodegraven-Reeuwijk Gemeentelijke samenvoeging Sinds 1 januari 2011 is de gemeentelijke samenvoeging van Bodegraven en Reeuwijk een feit. De ambtelijke organisatie is ineen geschoven, met nieuwe contactpersonen op een aantal posities. De gemeente heeft nadrukkelijk gekozen voor een regierol, een omzwaai ten opzichte van de betrokken rol van de voormalige gemeente Reeuwijk. Dat betekent ook een omslag in de dagelijkse praktijk. Wiij respecteren de gemaakte keuze. Door een open houding is de hernieuwde relatie in 2011 gegroeid.
6
Hoofdstuk 1 BESTUURSVERSLAG
Op weg naar nieuwe prestatieafspraken Door de gemeentelijke samenvoeging en het aflopen van eerder gemaakte prestatieafspraken, is begin 2012 gestart met het maken van nieuwe prestatieafspraken. Belangrijk uitgangspunt is om elkaar in positieve zin te (ver)binden, om helderheid te bieden over de wederzijdse rollen en inspanningen. Het gezamenlijk doel is om de woonkwaliteit in onze gemeente te vergroten. Woningmarktanalyse Bodegraven-Reeuwijk De gemeente heeft in overleg met de corporaties een onderzoek laten uitvoeren naar de huidige woningmarkt en te verwachten woonbehoefte in de komende jaren. De belangrijkste conclusies: - de ambities in de duurdere segmenten vragen om temporisering; - in de huursector wordt, mede gezien de toenemende druk, een licht stijgende vraag verwacht; - de aandacht dient vooral uit te gaan naar de nagenoeg verdubbelende groep van ouderen (75-plus) en starters die de gemeente verlaten (m.n. uit Reeuwijk). Uiteraard zal deze informatie worden verwerkt in toekomstig strategisch voorraadbeleid. Woonzorgzones en dorpsgesprekken De gemeente heeft in ons werkgebied twee zogenoemde woonzorgzones benoemd: Reeuwijk-Brug en Driebruggen/Waarder. In de zone Driebruggen/Waarder is de Maxima locatie een belangrijk zorg- en welzijnssteunpunt. De woningbouwvereniging vervult een activerende rol bij de realisatie van de Maxima locatie, o.a. ter vervanging van het huidige seniorencomplex Kerverland. Zie voor meer informatie ‘projecten in ontwikkeling’. Overeenkomst buurtbemiddeling In de voormalige gemeente Reeuwijk werd al enkele jaren bemiddeling geboden bij geschillen tussen buren. Een initiatief van de gemeente, politie en Woningbouwvereniging Reeuwijk. Deze vorm van buurtbemiddeling door daarvoor opgeleide buurtbewoners bleek succesvol. In samenwerking met de nieuwe gemeente, collegacorporatie Mozaïek Wonen en de politie is een nieuw convenant afgesloten voor geheel Bodegraven-Reeuwijk. De buurtbemiddeling wordt gecoördineerd en verzorgd door Factor-G. Rioolbelasting Door de gemeentelijke samenvoeging moest het systeem van gemeentelijke belastingen worden geharmoniseerd. Met name voor de rioolbelasting heeft de gemeentelijke keuze behoorlijke financiële gevolgen. Waar deze aanslag in het verleden bij bewoners werd neergelegd, is die vanaf 2012 voor rekening van de eigenaar. Het gaat om een jaarlijkse post van ruim € 250.000. Natuurlijk hebben wij de gemeenteraad uitgelegd wat voor ons de impact van deze maatregel is op onze investeringskracht. We hebben verzocht om herziening van de maatregel en om overgangsmaatregelen. Helaas is ons verzoek niet gehonoreerd. De druk op de kasstroom is daardoor toegenomen. We willen via het huurbeleid deze extra last op een verantwoorde wijze (deels) compenseren. Het op peil houden van de kasstroom en investeringskracht zijn immers voorwaarden om te kunnen blijven investeren in de woonkwaliteit in Reeuwijk.
7
Hoofdstuk 1 BESTUURSVERSLAG
1.3 Bestuurssamenstelling, -vergaderingen en -besluiten Wijzigingen bestuurlijke structuur Er is de laatste jaren veel veranderd voor woningcorporaties; meer en complexere regelgeving op gebied van Governance, financiering en ook fiscaal. Veranderingen die het voor de vrijwilligers/bestuurders steeds lastiger maken om de professionalisering van de werkorganisatie te volgen en sturen. Het visitatieonderzoek maakte dat nog eens duidelijk. Na meerdere discussies tijdens ledenvergaderingen, viel op 29 augustus 2011 het definitieve besluit om de statuten te wijzigen; de bestuursstructuur zou worden aangepast naar een zogenoemde twee-laagsstructuur, bestaand uit een directeur-bestuurder en een raad van toezicht. Samenstelling van het bestuur Het bestuur, van 1 januari 2011 tot 1 september 2011: - de heer Bert Verver: voorzitter - mevrouw Petie de Mik: secretaris - de heer Albert van Bezooijen: penningmeester - mevrouw Marieke de Jong: bestuurslid Het bestuur, sinds 1 september 2011: - de heer Vincent van Luit: directeur-bestuurder Bestuursvergaderingen en -besluiten Van 1 januari tot 1 september 2011 heeft het toenmalige bestuur acht keer vergaderd. De belangrijkste onderwerpen die zijn behandeld cq. waarover besluiten zijn genomen, zijn: - De kwartaalrapportages zijn uitgebreid besproken en vastgesteld. - Het visitatierapport is uitgebreid besproken en er is een reactie opgesteld. De adviezen op gebied van governance en professionalisering waren al eerder door het bestuur onderkend. Vandaar de keuze om over te gaan naar het tweelaags bestuursmodel en de daaraan verbonden keuze om een professionele directeurbestuurder aan te trekken - De projecten in ontwikkeling zijn besproken. - Maxima locatie in Waarder; het besluit om op basis van het eerder voorgenomen verkoop mee te werken aan het formele transport van de school en de peuterspeelzaal. - Maxima locatie, Waarder: besluit tot uitvoering van fase 1B, t.w. 8 seniorenappartementen, in principe bedoeld voor verkoop, maar in tweede instantie eventueel ook voor verhuur. - Medisch Centrum in Reeuwijk-Brug: goedkeuring voor de aankoop en vernieuwbouw van een voormalig schoolgebouw voor dit project. - Driebruggen: besluit om een dorpswinkel te bouwen en verhuren tegen een maatschappelijk rendement met het oog op behoud van de leefbaarheid. Om de haalbaarheid van het project te vergroten is ook besloten om achtervang te zijn voor 3 van de te bouwen appartementen. Mochten deze niet verkocht kunnen worden door de ontwikkelaar, dan nemen wij die tegen een vooraf vastgestelde prijs over als huurwoningen met de intentie om de woningen bij betere marktomstandigheden alsnog te verkopen. - Er is een regeling voor middeninkomens vastgesteld m.b.t. de 10% ruimte in de toewijzing. - De jaarrekening en het jaarverslag werden vastgesteld. - De algemene huurverhoging per 1 juli werd vastgesteld conform de inflatie over het voorgaande jaar, t.w. 1,3%. - Er zijn diverse aanvragen voor het fonds leefbaarheid besproken en goedgekeurd. - De nieuwe statuten zijn vastgesteld.
8
Hoofdstuk 1 BESTUURSVERSLAG
Sinds 1 september zijn de bestuursvergaderingen vervangen door maandelijks MT-overleg met de directeur en de coördinatoren. Daar worden ook bestuursbesluiten geagendeerd, die waar nodig vervolgens ter goedkeuring worden voorgelegd aan de raad van toezicht. De belangrijkste onderwerpen en besluiten uit dit overleg zijn: - Het convenant bestuur-raad van toezicht is vastgesteld. - Diverse fasedocumenten van projecten in ontwikkeling zijn vastgesteld. Er is overeenstemming bereikt met de ontwikkelaar van het nieuw te realiseren Winkelcentrum Miereakker in Reeuwijk-Brug over de afname van 12 appartementen en de achtervang van nog eens 18 appartementen tegen een vastgestelde prijs indien deze door de ontwikkelaar niet verkoopbaar zijn. - De kwartaalrapportages zijn vastgesteld en meer afgestemd op de wens van de raad van toezicht. - De inventarisatie van de huidige en gewenste positie van de woningcorporatie is besproken, gedeeld en uitgewerkt in het jaarplan 2012. - De meerjarenprognose 2012-2016 en jaarbegroting 2012 zijn vastgesteld. - Het nieuwe treasury statuut is besproken en vastgesteld. Er is twee maal overlegd in een treasury commissiebijeenkomst o.l.v. een extern deskundig adviesbureau. Aan de hand van de treasury analyse zijn enkele leningsvoorstellen vastgesteld en zijn nieuwe leningen aangetrokken. - Er is opdracht gegeven voor het opnieuw vaststellen van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden (TBV) op basis van de nieuwe structuur, de begeleiding voor het nieuw op te stellen ondernemingsplan en het strategisch voorraadbeleid. De TBV zal ook gebruikt worden voor het vastleggen van de primaire processen. - De methodiek voor de toewijzing van de 10% vrije ruimte voor woningtoewijzing voor knelgroepen en met name de middeninkomens is verlengd voor 2012. 1.4 Overige belangrijke ontwikkelingen Vijftigjarig bestaan Op 25 oktober bestond onze vereniging vijftig jaar. Een commissie (een bestuurslid en twee medewerkers) brainstormde over manieren om dit te vieren. Geen grote festiviteiten, luidde de conclusie, mede gezien de economische situatie. We werken tenslotte met maatschappelijk kapitaal, bedoeld voor volkshuisvesting. Toch wilden wij dit halve-eeuwfeest niet zomaar voorbij laten gaan. Daarom werd besloten alle huurders een cadeaubon te geven, te besteden bij de plaatselijke middenstand, in lijn met onze sterke lokale verankering in Reeuwijk. Verder professionaliseren In de maanden september, oktober en november is gewerkt aan een actieplan om de verdere professionalisering van de woningbouwvereniging vorm te geven. Het plan bestaat uit een groot aantal actiepunten voor 2012 en 2013.
9
Hoofdstuk 1 BESTUURSVERSLAG
De belangrijkste zijn: 1 Een nieuw koersplan. Op basis van externe oriëntatie en gesprekken met belanghebbenden worden doelstellingen vastgesteld voor de komende vier jaren. De kerntaak blijft: het zorgen voor goede huisvesting in leefbare kernen in Reeuwijk, met name voor ‘mensen met een kleinere portemonnee’ en voor hen die ondersteuning nodig hebben vanwege lichamelijke of geestelijke beperkingen. 2 Een op onze missie afgestemd woningportefeuillebeleid en een afgewogen prijs- en kwaliteitsbeleid. 3 Versterking van de interne processen, checks en balances en Governance (goed bestuur). 4 Een goede beheersing van de huidige (ver)nieuwbouwportefeuille. 5 Versterking van de communicatie en daarmee de positionering van de woningbouwvereniging. 6 Een goede verbinding met onze maatschappelijke partners. 7 Transparantie over het (gevoerde) beleid. 8 Het opstellen van nieuwe prestatieafspraken in samenwerking met de collega-corporatie in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. 9 Een actieve werving voor het nieuw te vormen huurdersoverlegorgaan, dat zal bestaan naast de algemene ledenvergadering. 1.5 Verklaring van het bestuur Het bestuur van Woningbouwvereniging Reeuwijk heeft het volkshuisvestingsverslag en de jaarrekening over 2011 vastgesteld en ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van toezicht. In de vergadering van 10 mei 2012 van de raad van toezicht zijn de jaarstukken besproken in aanwezigheid van BDO Accountants. Daarbij is kennis genomen van de bevindingen van de accountant en de daarop door hem afgegeven goedkeurende verklaring. Op grond daarvan heeft de raad van toezicht dit bestuursbesluit goedgekeurd. In de algemene ledenvergadering van 12 juni heeft de vergadering kennis genomen van het bestuursbesluit en de goedkeuring van de raad van toezicht. Op basis daarvan heeft ook de algemene ledenvergadering het jaarverslag en de jaarrekening goedgekeurd. In het kader van artikel 26.2 g van het BBSH verklaart het bestuur dat de middelen van Woningbouwvereniging Reeuwijk uitsluitend zijn besteed in het belang van volkshuisvesting. Bodegraven-Reeuwijk, 12 juni 2012 Vincent van Luit Directeur-bestuurder
10
Hoofdstuk 2
VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT
11
Hoofdstuk 2
VERSLAG: RAAD VAN TOEZICHT
In dit verslag is beschreven hoe de raad van toezicht haar taken en verantwoordelijkheden in 2011 heeft ingevuld. De raad handelt daarbij conform de 1 juli 2011 geactualiseerde ‘Governancecode Woningcorporaties’. Datzelfde geldt voor de toepassing van de ‘Sectorbrede beloningscode bestuurders woningcorporaties’ en de ‘Honoreringscode commissarissen’ beide van juli 2010. Governancestructuur van Woningbouwvereniging Reeuwijk Woningcorporatie Reeuwijk is een vereniging. Per 1 september 2011 kent de vereniging vernieuwde statuten. Daarin zijn de taken en bevoegdheden van de Algemene Ledenvergadering benoemd. De belangrijkste daarvan zijn de goedkeuring van de jaarrekening en het jaarverslag, alsmede het benoemen van de leden van de raad van toezicht. De statuten vermelden eveneens de taken en bevoegdheden van de raad van toezicht. Deze zijn onder andere het goedkeuren van bestuursbesluiten inzake vaststelling begroting, vaststellen jaarverslag en jaarrekening, vaststellen beleidsplannen, doen van investeringen en aantrekken van geldleningen. Ook het benoemen van het bestuur en het vaststellen van het bezoldigingsbeleid zijn bevoegdheden van de raad van toezicht. De uitwerking van de taken en bevoegdheden is vastgelegd in het regelement raad van toezicht. Dit regelement is door de raad in 2011 vastgesteld en, net als de profielschets van de raad en de statuten, op de website van Woningbouwvereniging Reeuwijk geplaatst. Het bestuur van de vereniging bestaat sinds september 2011 uit één directeur-bestuurder. Ook de bevoegdheden van de directeur-bestuurder staan vermeld in de statuten. De directeur-bestuurder heeft voor het nemen van een aantal in de statuten beschreven besluiten de voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht nodig. Mede daartoe zijn afspraken tussen de raad van toezicht en de directeur-bestuurder beschreven in een convenant. Ook dit convenant staat op de website van de vereniging. Woningbouwvereniging Reeuwijk kent geen deelnemingen. Samenstelling, profiel, commissies en rooster van aftreden van de raad van toezicht De raad van toezicht bestaat eind 2011 uit vijf leden. Vanwege de nieuwe statuten en de omzetting van een drie- naar een tweelaags bestuursmodel is de raad in 2011 uitgebreid met twee leden. In de profielschets van deze nieuwe leden is een sterke nadruk gelegd op de maatschappelijke binding aan het werkgebied (Reeuwijk) omdat deze binding onvoldoende in de raad aanwezig was. Met de benoeming van mevrouw Heij en mevrouw Bezemer (in november 2011 door de algemene vergadering) is deze expertise nu in de raad verankerd.
12
Hoofdstuk 2
VERSLAG: RAAD VAN TOEZICHT
Eind 2011 is de raad van toezicht van de Woningbouwvereniging als volgt samengesteld: naam
geboorte deskundigheids jaar functie gebied beroep
Dhr. W. Gestel
1947
voorzitter volkshuisvesting vroegpensioen
nevenfunctie geen
Dhr. C.J.M. 1955 vice- volkshuisvesting zelfstandig - voorzitter raad van toezicht Karsten voorzitter en vastgoed adviseur SONOR - vicevoorzitter raad van toezicht Rijnhart Wonen - voorzitter Bezwaren commissie Huisvesting regio Rotterdam Dhr. P.J.C. 1972 lid financiën van Aart
algemeen directeur bestuur CNV CAO klein metaal Gunnebo Nederland b.v.
Mw. C.A. Heij 1978 lid
financiën, accountant - secretaris bestuur Fonds v. Stein lokaal huurders administratie- - vrijwilliger Hidradenitis Patiënten netwerk consulent Vereniging
Mw. C.W. 1940 lid Bezemer- van Bergeijk
wonen en zorg, pensioen - voorzitter Hervormde lokaal huurders Bezoekdienst Sluipwijk netwerk
De raad van toezicht kent een profielschets, die in 2011 is herijkt. Naast algemene kwaliteiten die gelden voor alle leden van de raad (waaronder affiniteit met de doelgroep, analytisch vermogen en ervaring in besluitvormingsprocessen) dienen op grond van deze profielschets de volgende aandachtsgebieden binnen de raad aanwezig te zijn: volkshuisvestelijk/vastgoedontwikkeling, betrokkenheid bij de doelgroep, zorg en welzijn, financieel-economisch, juridisch/bestuurlijk, personeel en organisatie, marketing & communicatie. Deze aandachtsgebieden zijn in de profielschets uitvoerig omschreven. De raad meent dat in de huidige samenstelling deze aandachtsgebieden voldoende in de raad aanwezig zijn. De raad van toezicht kent geen vaste wervings- en selectiecommissie. De werving en selectie van de nieuwe directeur-bestuurder is gedaan door de voltallige raad, die toen uit drie leden bestond. De werving en selectie van de twee nieuwe leden van de raad is op basis van opgestelde profielschetsen verricht door de voorzitter samen met een lid van de raad. De raad van toezicht heeft in 2011 een remuneratiecommissie ingesteld, bestaand uit de voorzitter en de vicevoorzitter. Zij dragen zorg voor het bezoldigingsbeleid en de beoordeling van het bestuur. In overeenstemming met de statuten zijn de leden van de raad benoemd voor een periode van vier jaar. In tegenstelling tot de statuten is op grond van de Governancecode slechts eenmaal herbenoeming voor een periode van vier jaar mogelijk. De raad heeft in haar reglement reeds vastgelegd deze nieuwe Governancecode te volgen. De leden van de raad van toezicht kunnen dan ook maximaal één keer worden herbenoemd.
13
Hoofdstuk 2
VERSLAG: RAAD VAN TOEZICHT
Rooster van aftreden van de raad van toezicht per 31 december 2011: naam
benoemd per
herbenoemd per
aftredend per
Dhr. W. Gestel
01-01-2010
n.v.t.
01-01-2013
Dhr. C.J.M. Karsten
01-07-2010
n.v.t.
01-07-2014
Dhr. P.J.C. van Aart
01-01-2010
n.v.t.
01-01-2014
Mw. C.A. Heij*
23-11-2011
n.v.t.
01-01-2016
Mw. C.W. Bezemer*
23-11-2011
n.v.t.
01-01-2015 * benoemd op voordracht van huurders
Informatieverzameling door de raad Op welke wijze verkreeg de raad in 2011 informatie die noodzakelijk is om haar toezichthoudende rol voldoende in te vullen? Uiteraard volgen de leden van de raad alert de voorstellen en maatregelen van de landelijke, regionale en locale overheid met betrekking tot wonen en de mogelijke gevolgen daarvoor voor Woningbouwvereniging Reeuwijk. Dit gebeurt onder andere via de informatievoorziening van de Vereniging van Toezichthouders in de Volkshuisvesting, via de nieuwssite en magazine van branchevereniging Aedes en via de lokale pers. Een beeld van het gevoerde beleid van Woningbouwvereniging Reeuwijk, de bereikte resultaten en de relevante (markt)ontwikkelingen vormde de raad zich door: - informatie van het bestuur. Onder andere zijn in 2011 geagendeerd en besproken: het jaarverslag 2010, de begroting 2012, investeringsbesluiten van o.a. Miereakker, medisch centrum, winkel Driebruggen. Belangrijk voor de informatievoorziening zijn ook de vier besproken kwartaalrapportages over de voortgang van de voorgenomen activiteiten met aandacht voor besteding budgetten, de projectontwikkeling, liquiditeitenprognose en treasury activiteiten; - informatie van de accountant: managementletter en jaarverslag zijn besproken in aanwezigheid van de accountant; - informatie van CFV, WSW en het ministerie: ontvangen rapportages en oordeelsbrieven zijn in vergadering van de raad besproken; - informatie van belanghouders: de raad was steeds grotendeels voltallig aanwezig op de ledenvergaderingen van de vereniging. Daarnaast waren leden van de raad zoveel mogelijk aanwezig op netwerkbijeenkomsten zoals o.a. de presentatie van de gemeentelijke woningmarktanalyse; - informatie vanuit het personeel (de voorzitter was o.a. aanwezig op een bijeenkomst over de wisseling van het bestuur en de gevolgen voor het personeel van het aantrekken van een directeur-bestuurder). De raad is van mening dat zij gedurende 2011 voldoende in de diepte en de breedte is geïnformeerd om het toezicht adequaat in te vullen. Toezichtskader van de raad Vanuit welke kaders beoordeelt de raad de haar voorgelegde besluiten? Dit kader voor het uitoefenen van de toezichtstaak van de raad is in 2011 gevormd door uiteraard ter zake doende wet- en regelgeving (waaronder het BBSH), de door Woningbouwvereniging Reeuwijk onderschreven Aedescode, de statuten en het beleidsplan 2010-2013, de begroting 2011 met daarin beschreven de voorgenomen activiteiten gedurende 2011 en ten slotte de elementaire beginselen van goed ondernemerschap. Op grond van dit kader beoordeelt de
14
Hoofdstuk 2
VERSLAG: RAAD VAN TOEZICHT
raad in ieder geval de bestuursbesluiten inzake de realisatie van volkshuisvestelijke doelen, de continuïteit van Woningbouwvereniging Reeuwijk, de risico’s die verbonden zijn aan de activiteiten van de vereniging, de opzet en werking van interne beheersings- en controlesystemen, het kwaliteitsbeleid, de kwaliteit van de maatschappelijke verantwoording, de financiële verslaggeving en het de naleving van wet- en regelgeving. Vergaderingen en besluitvorming van de raad De raad van toezicht is in het afgelopen jaar zes maal in vergadering bijeen geweest. Daarbij was steeds het bestuur aanwezig (uitgezonderd de zelfevaluatie). De raad van toezicht heeft in 2011 de volgende besluiten genomen. Omdat de raad een professionalisering van vereniging en werkorganisatie noodzakelijk achtte: - Het goedkeuren van de nieuwe statuten - Uitbreiding raad van toezicht met twee leden - Het vaststellen van het reglement van de raad van toezicht - Het vaststellen van de profielschets van de raad van toezicht - Vaststellen van de honorering van de directeur-bestuurder en van de raad van toezicht - Het vaststellen van de profielschets en aanstelling van de directeur-bestuurder - Het vaststellen van het convenant bestuur-raad van toezicht Met het oog op het realiseren van de doelstellingen van de vereniging: - Het goedkeuren van de begroting en jaarplan 2012 - Het goedkeuren van diverse investeringsbeslissingen ten behoeve van de bouw van woningen en een winkel en medisch cluster - Het goedkeuren van het regelement huurders en bewonersinvloed Vanwege de continuïteit van de vereniging en het beperken van risico’s: - Het goedkeuren van jaarverslag en jaarrekening 2010 - Het goedkeuren van het Treasurystatuut - Het goedkeuren van een transactievoorstel renteconversies - Het goedkeuren van een transactievoorstel nieuwe lening met voorfinanciering De raad van toezicht heeft in 2011 in de vergaderingen gesproken over tal van andere onderwerpen. Belangrijkste daarvan zijn: de in 2010 gehouden visitatie en de implementatie van de aanbevelingen, de kwartaalrapportages, de veelal schriftelijk verstrekte informatie van de bestuurder, de informatie vanuit het CFV en de woningmarktanalyse Bodegraven-Reeuwijk. De raad heeft geen enkel (voorgenomen) besluit van het bestuur niet goed gekeurd. Algemeen oordeel van de raad 2011 Is een belangrijk jaar geweest waarin door het aftredende bestuur, de nieuwe bestuurder, personeel en de raad van toezicht (RvT) veel energie is gestoken in de verdere professionalisering en uitbouw van de organisatie. Het al ingezette traject van omzetting van drie naar twee bestuurslagen is geïmplementeerd. Daarbij is een veelheid van zaken geactualiseerd of opgezet. Dit betrof o.a. de statuten, het reglement RvT, het convenant bestuur-RvT, het reglement huurders- en bewonersinvloed. De werving van de directeur-bestuurder
15
Hoofdstuk 2
VERSLAG: RAAD VAN TOEZICHT
heeft geresulteerd in de benoeming van de heer Van Luit per 1 september 2011. De raad oordeelt zeer positief over deze ingezette ontwikkeling en heeft vertrouwen in de samenwerking met de nieuwe bestuurder. De raad heeft met waardering kennis genomen van de analyse door de bestuurder en het stappenplan “naar een gedragen visie, actueel beleid en professionele uitvoering”. Dit plan vormt voor de komende jaren de leidraad voor de versterking van de interne kwaliteit en het tactisch en strategisch opereren van de vereniging. Belangrijke aandachtspunten daarin zijn een geactualiseerde ondernemingskoers, een nieuw strategisch voorraadbeleid, verbetering van de interne processen en interne controle en een versterking van de positionering van de woningbouwvereniging in relatie tot belanghouders. De raad is positief over de activiteiten die in 2011 door Woningbouwvereniging Reeuwijk zijn ontplooid op het gebied van huisvesten van de doelgroep. Ondanks alle energievretende ontwikkelingen binnen en buiten de vereniging is die kerntaak zonder meer naar behoren ingevuld. Kritisch is de raad geweest over de kwaliteit van de besluitvorming(sdocumenten) rondom investeringen. Gedurende het jaar constateerde de raad in deze een forse verbetering. Het actualiseren van het voorraadbeleid is in 2011 niet opgepakt. De raad heeft geconstateerd dat de nieuwe bestuurder (in samenhang met een nieuw ondernemingsplan en het opstellen van een vastgoedstrategie) dit voorraadbeleid hoog op de agenda heeft staan. Naar het oordeel van de raad een noodzakelijke keuze. Vanwege haar omvang blijft de woningbouwvereniging financieel kwetsbaar, zeker wanneer grote investeringen noodzakelijk zijn. Die kwetsbaarheid wordt vergroot door mogelijk stagnerende verkoop en overheidsmaatregelen zoals de dreigende bijdrage die de corporatie mogelijk moet betalen aan de huurtoeslag. Dit betekent dat de ontwikkeling van de toekomstige financiële positie van de vereniging bij investeringsbeslissingen nauwlettend in beeld moet zijn en dat met risico’s moet worden gerekend. De raad heeft waardering voor het inzicht dat op dit gebied in de meerjarenprognose 2012-2016 is geboden. Ook hier is in 2011 vooruitgang geboekt. De raad meent dat de voorgenomen investeringen noodzakelijk zijn in het licht van onze doelstellingen en vooralsnog financieel verantwoord. De raad als werkgever De raad functioneert als werkgever voor de directeur-bestuurder (per 1 september 2011 de heer V. van Luit) en draagt dan ook zorg voor benoeming, schorsing, ontslag en jaarlijkse evaluatie. De raad van toezicht heeft in 2011 het bezoldigingsbeleid en de arbeidsvoorwaarden van de nieuw aangestelde directeur-bestuurder vastgesteld. Sinds 1 juli 2010 is de ‘Sectorbrede beloningscode bestuurders woningcorporaties’ van kracht. Woningbouwvereniging Reeuwijk past deze code toe. Het arbeidscontract van de nieuwe directeurbestuurder voldoet dan ook aan deze code. De belangrijkste afspraken over de beloning van de bestuurder zijn: een functiecontract (dus geen overeengekomen arbeidsduur), een contract voor de duur van vier jaar, inschaling in functiegroep B, een vast salaris, geen variabele beloning, ontwikkeling van het vaste salaris op basis van een beoordeling door de RvT van de ontwikkeling van de bestuurder in zijn functie en een maximale waarde van een leaseauto van € 40.000,-. Per 1 september 2011 is een salaris overeengekomen van bruto € 6.018,52 bruto per maand (dat is € 78.000 bruto per jaar inclusief 8% vakantietoeslag). De directeur-bestuurder neemt deel aan de pensioenregeling van de Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties (SPW). Van de maandelijkse premie voor deze voorziening houdt Woningbouwvereniging Reeuwijk een percentage in op het maandloon van de directeur-bestuurder dat overeenstemt met het percentage van werknemers op wie de CAO Woondiensten van toepassing is. Ook de overige arbeidsvoorwaarden zijn gebaseerd op de CAO Woondiensten. Jaarlijks vindt er een functionerings- en beoordelingsgesprek plaats door de remuneratiecommissie met de directeur-bestuurder. De remuneratiecommissie heeft in december een beoordelingsgesprek gevoerd met de
16
Hoofdstuk 2
VERSLAG: RAAD VAN TOEZICHT
bestuurder. Daarbij heeft de raad geoordeeld dat de directeur-bestuurder in deze korte tijd sinds zijn indiensttreding uitstekend heeft gefunctioneerd. Dit heeft overigens, vanwege dit korte dienstverband, niet geleid tot aanpassing is het salaris. Wel wordt het salaris per 1 januari 2012 aangepast met een prijsindexstijging conform de Sectorbrede beloningscode bestuurders woningcorporaties (+ 1,5 %). Voor het overige zijn er voor 2012 geen afspraken over honorering gemaakt. De raad van toezicht heeft vastgesteld, dat de directeur-bestuurder onafhankelijk binnen de organisatie werkt. De heer Van Luit vervult geen bezoldigde of onbezoldigde relevante nevenfuncties. Honorering van het bestuur Over 2011 heeft het bestuur de volgende beloning ontvangen E: naam A. Verver*
Periodiek fiscaal loon – vaste component 6.175
Variabele beloning (belast en onbelast) -
Beloningen Uitkeringen Totaal betaalbaar op bij beëindiging termijn (pensioen- dienstverband premie werkgever)
Verstrekte leningen/ voorschotten/ garanties
-
-
6.175
-
A.P. van Bezooijen* 6.578 -
-
-
6.578 -
G. de Mikvan Dijk*
6.266
-
-
-
6.266
-
M. de Jong*
1.530
-
-
-
1.530
-
V. van Luit**
26.720
-
4.559
-
31.279
-
* Bestuursleden 1-1-2011 tot 31-8-2011 ** Directeur-bestuurder van 1-9-2011 tot 31-12-201. Inschaling conform de beloningscode bestuurders woningcorporaties
Honorering van de raad Met ingang van 1 juli 2010 is de ‘Honoreringscode commissarissen’ in woningcorporaties van kracht. Aan deze code toetst de raad de honorering van haar leden. Op grond van de code is de minimum honorering voor een commissaris van Woningbouwvereniging Reeuwijk (type B corporatie) € 3500 en maximum € 6000. Over het minimum stelt de code: ‘Het minimum wordt over het algemeen passend geacht, maar er kunnen voor een raad van Commissarissen overwegingen zijn om er onder te gaan zitten. Wel wordt benadrukt dat aan een commissariaat grote verantwoordelijkheden zijn verbonden die een zekere honorering rechtvaardigen en de daaraan verbonden verplichtingen onderstrepen’. In 2011 heeft de raad zich gebogen over de honorering in 2011. Daarbij is de honorering als volgt vastgesteld: € 4000 voor de voorzitter, € 3500 per jaar voor de leden. Per 1 juli 2012 wordt de honorering aangepast op basis van de indexering die de VTW nog zal vaststellen. De raad en de Governance Code Woningbouwvereniging Reeuwijk onderschrijft de Governance Code Woningcorporaties en de algemeen verbindende verklaring daarvan. In een separaat hoofdstuk in dit jaarverslag treft u een uitgebreide toelichting aan van de individuele punten van de code, waar die wordt onderschreven en de toepassing daarvan.
17
Hoofdstuk 2
VERSLAG: RAAD VAN TOEZICHT
Verklaring van de raad van toezicht Conform de statuten van Woningbouwvereniging Reeuwijk heeft de raad van toezicht aan BDO Audit & Assurance BV opdracht verstrekt om de jaarrekening 2011 en het jaarverslag 2011 te onderzoeken. Het accountantsrapport is in de vergadering van 10 mei 2012 door de raad van toezicht met de accountant besproken. De accountant heeft in de vergadering een toelichting gegeven op de belangrijkste zaken en er is kennisgenomen van de door de accountant afgegeven goedkeurende verklaring. Op grond hiervan heeft de raad van toezicht de jaarrekening en het jaarverslag goedgekeurd. Tevens verklaart de raad van toezicht dat alle leden volledig onafhankelijk hebben gefunctioneerd. Voor 2011 is de raad van mening dat het intern toezicht naar beste kunnen en op goede wijze is ingevuld. De raad van toezicht is het voormalige bestuur veel dank verschuldigd voor de enorme inzet in de afgelopen jaren. Dit bestuur heeft ook in deze fase het belang van de woningbouwvereniging voorop gesteld en had het inzicht dat de bestuurlijke vernieuwing, zeker gezien de vele ontwikkelingen in de sector en de professionalisering die dat vraagt, vroeg om plaats te maken voor een professionele bestuurder. Een woord van dank is hier ook op zijn plaats voor alle medewerkers van Woningbouwvereniging Reeuwijk: zij hebben een prima prestatie neergezet in 2011. Reeuwijk, 10 mei 2012
W. Gestel (voorzitter)
C.W. Bezemer (lid)
C.J.M. Karsten (vicevoorzitter)
C.A. Heij (lid)
P.J.C. van Aart (lid)
18
Hoofdstuk 3 VERENIGING, CONTACTEN, PERSONEEL EN ORGANISATIE
19
Hoofdstuk 3 VERENIGING, CONTACTEN, PERSONEEL EN ORGANISATIE
Algemeen Woningbouwvereniging Reeuwijk is opgericht op 26 oktober 1961. Bij Koninklijk Besluit d.d. 25 augustus 1972, nummer 156, is de toelating van de vereniging als instelling bedoeld in artikel 70 van de Woningwet gehandhaafd. Eind 2011 is het 50 jarig bestaan gevierd. Alle huurders hebben ter gelegenheid van het jubileum geschenkbonnen gekregen, te besteden bij de lokale middenstand. De Vereniging is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel te Rotterdam onder nummer 29013498. 3.1 Leden De vereniging kent leden die huren en leden die niet huren: - leden/huurders - leden/niet-huurders Totaal
31-12-2010 31-12-2011 262
242
44
50
306 292
Nieuwe bewoners worden geattendeerd op de mogelijkheid lid te worden van de vereniging. De contributie bedraagt € 3,-- per jaar. Huurders die geen lid zijn worden overigens wél uitgenodigd voor de ledenvergaderingen, maar hebben geen stemrecht. 3.2 Contacten met andere organisaties Woningbouwvereniging Reeuwijk is aangesloten bij Aedes, vereniging van woningcorporaties. Met ingang van 2012 is de vereniging lid van de Vereniging Toezichthouders Woningcorporaties (VTW). Ook is de Vereniging aangesloten bij het MKW, een platform voor kleine en middelgrote woningcorporaties. Doelstellingen van het MKW zijn het bevorderen van de erkenning van het bestaansrecht van middelgrote en kleine woningcorporaties, het behartigen van de gemeenschappelijke belangen, het bijdragen aan de werkkwaliteit van de deelnemers en het zichtbaar profileren van de kleine en middelgrote corporaties richting Aedes. De afgelopen jaren is er intensief samengewerkt met de Stichting Protestants Christelijk Dienstverleningscentrum Kerverland te Waarder, kortweg Kerverland, partner in de vernieuwbouw van het huidige seniorencomplex. Kerverland heeft de ambitie om zich in de toekomst nog uitsluitend te richten op het sociaal en maatschappelijk deel van haar doelstellingen. Na de realisatie van de nieuwbouw voor de doelgroep op de Maxima locatie, zal de vastgoedpoot van Kerverland samensmelten met Woningbouwvereniging Reeuwijk. De welzijnsactiviteiten van Kerverland zullen verder gaan onder de noemer Stichting Welzijn Ouderen Waarder. De transformatie is al in gang gezet, mede in samenwerking met de Stichting Welzijn Ouderen Bodegraven.
20
Hoofdstuk 3 VERENIGING, CONTACTEN, PERSONEEL EN ORGANISATIE
Andere (maatschappelijke) organisaties waarmee we samenwerken, zijn: - Vierstroom, voor de alarmopvolging die de woningbouwvereniging aanbiedt aan huurders; - Kindercentrum Waarder, huurder van de Buiten Schoolse Opvang in de Maxima locatie; - Stichting MFA de Wiericke. De woningbouwvereniging voert het technisch beheer van de MFA in de Oude Tol; - Begrafenisvereniging De Laatste Eer, gebruiker van het mortuarium in Kerverland en beoogd beheerder van de vervangende nieuwbouw elders; - Senioren raad, voor regelmatig overleg over onderwerpen zoals de huisvesting van senioren. De Seniorenraad heeft zich in 2011 opgeheven als gevolg van geschilpunten met de gemeente over de positie. Er zijn geen contacten met woningcorporaties over mogelijke samenwerking of fusie. Wel is er overleg over een bedrijfsfusie met het vastgoedonderdeel van de Stichting Protestants Christelijk Dienstverleningscentrum Kerverland, een NWI (Niet winst beogende instelling). Een aantal medewerk(st)ers neemt deel aan platforms voor functionarissen in vergelijkbare functies bij corporaties. 3.3 Werkorganisatie Per 31-12-2011 waren er elf personen werkzaam bij de vereniging: negen personen in vast dienstverband, een stagiair en een ingehuurde medewerker. Het aantal uren per week van de medewerkers in loondienst varieert van 4 tot 40. Dit zijn 7,25 voltijds functieplaatsen (fte) van 36 uur. Van 1 januari tot 1 oktober is een vacature ingevuld middels een tijdelijk contract. Dit is niet verlengd. Deze functie wordt voorlopig op ad interim basis ingevuld.. Alle functies, behalve die van de directeur bestuurder, zijn conform de CAO Woondiensten gewaardeerd volgens het CATS-systeem. De medewerkers zijn ingeschaald in de schalen D t/m L. Organisatieschema Algemene Ledenvergadering Raad van Toezicht Directeur bestuurder Stafmedewerker Woondiensten
Financiële zaken
Technische zaken
Het kenmerk van de organisatie van Woningbouwvereniging Reeuwijk is een platte organisatie met een eenhoofdige directie met drie afdelingen en een stafmedewerker. De lijnen binnen de kleine organisatie zijn kort en de focus van de organisatie ligt op de huurder.
21
Hoofdstuk 4 OMVANG EN KWALITEIT VAN HET WONINGBEZIT
,,Leven in een woning en buurt die bij je past, vergroot het woonplezier. Er moet iets te kiezen zijn.”
22
Hoofdstuk 4 OMVANG EN KWALITEIT VAN HET WONINGBEZIT
4.1 Omvang Het actieve verkoopbeleid heeft het aantal woningen in exploitatie beïnvloed. In 2011 zijn 8 woningen verkocht, waarvan 1 aan de ‘zittende’ huurders. Dit resulteert in een totaal aantal woningen in exploitatie van 1.034 per 31 december 2011. De verdeling van het woningbezit over de verschillende woonkernen is als volgt: Driebruggen 128 Reeuwijk-Brug inclusief Sluipwijk
748
Reeuwijk-Dorp 70 Waarder 87 1.033 Eén woning in complex 9 is verhuurd als bedrijfsruimte (t.b.v. een fysiotherapeut). Naast het bovengenoemde woningbezit is de woningbouwvereniging eigenaar van het eigen kantoor aan de Koningin Wilhelminahof 6 en de Buitenschoolse opvang van Kindercentrum Waarder. De Prins WillemAlexanderschool en de peuterspeelzaal in Waarder zijn in 2011 verkocht aan de gemeente. Van 4 verkochte huurwoningen heeft de Woningbouwvereniging Reeuwijk de grond nog in erfpacht (Koop Goedkoopregeling). Er is 1 woning verkocht met een korting (KoopGarantregeling). Daarnaast is de woningbouwvereniging eigenaar van de grond onder 26 starterswoningen in twee complexen (grond in erfpacht via Koop Gooedkoopregeling). Van 2 starterswoningen is de erfpacht in 2011 afgekocht door de kopers van de opstal. 4.2 Beheer voor derden Voor de gemeente Bodegraven-Reeuwijk heeft de woningbouwvereniging 4 woningen in beheer; we innen de huurpenningen en dragen zorg voor het reguliere onderhoud. Daarnaast verzorgen we het technisch beheer van het multifunctionele complex ‘De Oude Tol’ (namens de Stichting MFA’s ‘De Wiericke’). Hierin zijn drie scholen, een kinderdagopvang, de GGD en een naschoolse opvang gevestigd. Alle woningen en gebouwen bevinden zich binnen de gemeente Bodegraven- Reeuwijk. Meer specifiek: in de kernen Reeuwijk-Brug, Reeuwijk-Dorp, Sluipwijk, Waarder en Driebruggen. 4.3 Nieuwbouwontwikkelingen Nieuwbouw is in het ‘Groene Hart’ maar beperkt mogelijk. Er is een restrictief beleid: rondom alle kernen zijn contouren getrokken die door de overheid scherp worden bewaakt. Bouwen buiten de contouren is alleen bespreekbaar als er binnen de contouren geen ruimte is. Daarbij wordt ook gekeken naar de mogelijkheden van herontwikkeling van bestaande bebouwing. Naast het contourenbeleid heeft Reeuwijk-Brug de extra complicatie in de vorm van geografische grenzen. De Reeuwijkse plassen, het Reeuwijkse Hout, de A12 en Gouda vormen starre grenzen. In de kern Bodegraven is wel grootschalige nieuwbouw mogelijk, bijvoorbeeld in Weideveld.
23
Hoofdstuk 4 OMVANG EN KWALITEIT VAN HET WONINGBEZIT
Inmiddels is duidelijk dat ook het Groene Hart te maken krijgt met krimp, zo blijkt uit onderzoeken, zoals het Woonbehoeftenonderzoek 2011 van de gemeente Bodegraven Reeuwijk, de provinciale Woonvisie en de Verkenning Woningmarkt en Samenhang ISMH. Jongeren trekken naar de grote steden, bijvoorbeeld om te studeren, en komen lang niet altijd weer terug. Mede daardoor verwacht men dat de vergrijzing in verhouding flink zal toenemen. Of de dreigende krimp kan worden gestopt, is de vraag. De te verwachten krimp zal daarom uitgangspunt moeten zijn bij beleidskeuzes, onder andere voor nieuwbouw. In Reeuwijk zal geen krimp ontstaan volgens deze onderzoeken. Wel blijkt dat starters op de woningmarkt zich beperkt in Reeuwijk vestigen. Wij onderzoeken de reden daarvan: is dat het (te) beperkte woningaanbod? Of willen jongeren meer stedelijk wonen, dicht bij veelal meer aanwezige voorzieningen? Daarnaast blijkt dat de komende tien jaren de leeftijdsgroep ouder dan 75 jaar zal verdubbelen. Deze onderwerpen vragen onze aandacht en zullen in het nieuw op te stellen strategisch voorraadbeleid in 2012 verder worden verwerkt. Een aantal concrete plannen is in ontwikkeling. De status varieert van de planfase tot afrondende fase: • Maximalocatie Waarder
Fase 1A 10 huur- en 4 koopwoningen, school, peuterspeelzaal en een Buitenschoolse opvang
Begin 2011 zijn de school en peuterspeelzaal in eigendom overgedragen aan de gemeente. Fase 1B 8 woningen Begin 2012 zijn er zes woningen verkocht, één verhuurd en de laatste woning voor verhuur bestemd. Fase 2 en 3 Er zijn gesprekken gaande met de gemeente over de grondprijs voor deze fasen. We hopen in de loop van 2012 concrete afspraken te kunnen maken. Het is de bedoeling om samen met de gemeente en Stichting Kerverland een plan te ontwikkelen. Fase 2 betreft de locatie van de voormalige school. Fase 3 is de huidige locatie van Kerverland. Fusie Kerverland Eind 2011 is aan een jurist de opdracht gegeven om een overeenkomst op te stellen waarin de woningbouwvereniging en de Stichting Protestants Christelijk Dienstverleningscentrum Kerverland vastleggen dat het onroerend goed op termijn aan ons zal worden overgedragen c.q. de grondopbrenst van deze locatie toe te laten komen aan onze vereniging. In de nieuwbouw zal ook een nieuwe welzijnsruimte worden gerealiseerd. Het is de bedoeling om in de eerste helft van 2012 deze overeenkomst te tekenen. Mortuarium Omdat een mortuarium in de nieuwbouw niet wenselijk is, is er naar een alternatieve locatie gezocht. Met de toenmalige gemeente Reeuwijk is overeengekomen dat de aula op de begraafplaats zal worden omgebouwd tot een klein mortuarium.
24
Hoofdstuk 4 OMVANG EN KWALITEIT VAN HET WONINGBEZIT
• Oude Tol De grond in de Oude Tol ca. 4500 m2, waarover een koopovereenkomst is gesloten, is in 2011 nog niet geleverd. • Westveen In 2011 zijn er stevige onderhandelingen gevoerd met de ontwikkelaar van dit gebied. Zoals de zaken er nu voorstaan, koopt de woningbouwvereniging 23 appartementen en 8 eengezins-starterswoningen tegen een vastgestelde prijs. De 8 eengezins-starterswoningen zullen we in principe verkopen via de Koop Goedkoopconstructie. De 23 appartementen zullen in de sociale huur worden verhuurd. Met deze appartementen verwachten wij de doorstroming voor senioren te stimuleren. • Langs de Wiericke In 2011 is Bouw- en aannemingsbedrijf Goudriaan-Jongerius gestart met de ombouw van de voormalige kantine van WDS tot 4 starterswoningen, te verkopen via de Koop Goedkoopregeling. Uiteindelijk heeft één koper gekozen voor deze constructie. De woningbouwvereniging is eigenaar van de grond onder deze woning, die in erfpacht is uitgegeven. • Medisch Cluster Reeuwijk In Reeuwijk-Brug verbouwen we, ter versterking van de woonzorgzone in dit gebied, een voormalig schoolgebouw tot medisch centrum voor huisartsen, een apotheek, een zogenoemd priklab, een ruimte voor zorgorganisatie Vierstroom en een fysiotherapeut. Maatschappelijk vastgoed in het belang van het behoud van goede voorzieningen voor deze wijk. Door de EU-beschikking moest vanaf de planvorming eerst duidelijkheid worden verkregen over de mogelijke borging van de geldlening voor de investering. Dit bleek onmogelijk. De financiering kan dus niet worden geborgd door het WSW. Toch heeft het toenmalig bestuur besloten mee te werken aan dit project, vanwege het belang voor de gemeenschap. Met de hulp van een extern adviseur zal financiering op de kapitaalmarkt worden aangetrokken. Het is de verwachting dat maximaal 60% van de getaxeerde waarde als financiering kan worden aangetrokken. De overige 40% zullen we uit eigen middelen moeten financieren. Aan het eind van het derde kwartaal van 2011 zijn de verbouwactiviteiten gestart. De oplevering wordt medio april 2012 verwacht. • Dorpswinkel Driebruggen We zijn betrokken bij de ontwikkeling en het behoud van de dorpswinkel in Driebruggen omdat we het behouden van de winkelfuncties in Driebruggen belangrijk vinden voor de leefbaarheid. Het was dan ook wrang dat de EU-beschikking uiteindelijk bepaalde dat deze dorpswinkel geen maatschappelijk vastgoed is; dat er dus geen sprake kan zijn van borging door het WSW van de lening voor deze investering. In 2011 is verder overlegd over dit project. Mede door de inzet van ondernemers uit Driebruggen zijn er toch garanties gekomen die de start van de bouw mogelijk maakten. Begin 2012 is de bouw van start gegaan. Medio 2012 zal de supermarkt worden opgeleverd. Na de sloop van de oude supermarkt worden door de ontwikkelaar een slagerij en een bloemenkiosk gebouwd voor rekening en risico van een derde, met daarboven 4 appartementen. Daarvan zijn er 3 bedoeld voor verkoop. Mocht dat niet lukken, dan is de woningbouwvereniging ‘achtervang’. In dat geval zullen wij de woningen kopen tegen een vooraf overeengekomen prijs en de appartementen aanbieden in de huurmarkt. Dit met de bedoeling om op een later tijdstip, indien mogelijk, alsnog te verkopen.
25
Hoofdstuk 4 OMVANG EN KWALITEIT VAN HET WONINGBEZIT
• Miereakker Het winkelcentrum Miereakker is verouderd. Er zijn door een ontwikkelaar plannen opgesteld en goedgekeurd om dit centrum te slopen en op deze locatie een nieuw winkelcentrum te bouwen. Boven de winkels worden ook 30 appartementen gebouwd. Met de ontwikkelaars is overeengekomen dat wij gegarandeerd 12 woningen afnemen die in verhuur zullen worden genomen. Voor de overige 18 woningen zijn wij achtervang. Mocht de ontwikkelaar deze niet verkopen, dan nemen wij de niet verkochte woningen af tegen vooraf overeengekomen prijzen en zullen we deze in verhuur exploiteren. Bij de woningen hoort een parkeerplaats in de parkeerkelder. De oplevering zal naar verwachting twee jaar na de start van de nieuwbouw in 2012 plaatsvinden. • Raadhuisweg 51-53 In 2011 zijn deze woningen verkocht aan de gemeente. Wat de plannen van het College zijn, is niet bekend. Naast deze concrete plannen blijft de Woningbouwvereniging alert op andere mogelijkheden voor (ver)nieuwbouw. 4.3.1 Stichting Maatschappelijk Vastgoed De Wiericke In 2010 is stichting MFA de Wiericke opgericht. Deze stichting beheert maatschappelijk vastgoed, zoals scholen. De stichting heeft de MFA op de Oude Tol in Reeuwijk Brug in eigendom. Mogelijk zal in 2012 ook de Prins Willem-Alexanderschool in Waarder door de gemeente worden overgedragen aan de stichting. De woningbouwvereniging verzorgt het technisch vastgoedbeheer. 4.4 Verkoopbeleid Het verkoopbeleid bestaat uit twee afzonderlijke besluiten, met een tussenruimte van enige jaren. Er is in 2006 door de Algemene Ledenvergadering ingestemd met een besluit tot verkoop van 18 woningen: - 6 woningen aan de Nieuweweg en 4 aan het Kaagjesland in Reeuwijk Dorp - 4 aan de Prins Willem-Alexanderstraat en 1 aan de Kosterdijk in Waarder en - 3 aan de Doormanstraat in Driebruggen. Het bestaande besluit is in 2009 heroverwogen en uitgebreid met 76 woningen. Ook is toen besloten om de woningen, indien gewenst, aan te bieden volgens kopersvriendelijke regelingen. Dat betekent dat deze 76 woningen en de woningen uit het besluit van 2006 voor ‘zittende’ huurders te koop zijn met keuze uit: - kopen in volledig eigendom, tegen taxatiewaarde en vrij op naam - tegen taxatiewaarde met KoopGoedkoop - tegen taxatiewaarde met Koop Garant. De koper kan kiezen uit een korting tot 25%. Als bewoners de woning niet zelf kopen, wordt de woning pas verkocht als de zittende huurder de huur opzegt. De woning wordt dan via makelaars op de vrije markt aangeboden. Ook hier gelden de kopersvriendelijke regelingen. In 2011 zijn alle huurders van de voor verkoop gelabelde huurwoningen nog eens benaderd met een koopaanbod. Dit heeft tot nu toe geen extra verkopen opgeleverd.
26
Hoofdstuk 4 OMVANG EN KWALITEIT VAN HET WONINGBEZIT
Op basis van overheidsvoorschriften zijn de voorwaarden en criteria voor verkoop schriftelijk vastgelegd.
De verkopen bij mutatie zijn, ondanks de economische situatie, met name door succes in het eerste halfjaar van 2011 “goed” te noemen. Leeggekomen en getransporteerd in 2010
aantal
opbrengst erfpacht/korting
7
€ 1.126.000
€ 240.250
Leeggekomen en getransporteerd in 2011
7
€ 1.494.300
€ 58.500
Leeggekomen 2011 en transport 2012
1
€ 209.750
In totaal bedraagt de kasstroom ruim € 2,8 mln. Daarnaast is circa € 300.000 aan kortingen en grond in erfpacht uitgegeven. Overigens betreffen de bovengenoemde cijfers alleen de opbrengsten. Er is nog geen rekening gehouden met de boekwaarden op het moment van verkoop. Naast deze verkopen is door twee eigenaren van KoopGoedkoop woningen aan de Amaliastraat in Waarder de erfpacht afgekocht. De opbrengst daarvan bedraagt ruim € 140.000. De leegstaande en leeggekomen appartementen aan de Raadhuisweg 19 in Reeuwijk worden zowel in te huur als te koop aangeboden. Tot op heden zijn er nog geen kopers. 4.5 Verbeteringen op verzoek van huurders Huurdersinformatie en vernieuwingen/ verbeteringen in een woning Woningbouwvereniging Reeuwijk heeft een complete lijn folders over badkamer-, toilet- en keukenrenovatie, zowel in print als digitaal via de website. Hierin vindt de huurder alle benodigde informatie (voorwaarden en mogelijkheden) over vernieuwingen en verbeteringen in de woning. Dubbelglas Steeds meer huurders gaan bewust om met energie en comfort. Na een aantal jaren van veel aanvragen voor dubbelglas deden de huurders er dit jaar nog een schepje bovenop. Waar we in 2010 27 woningen van dubbelglas hebben laten voorzien (26 in 2009) is er in 2011 op 50 adressen dubbelglas aangebracht, bijna een verdubbeling! Twintig van deze 50 adressen betreffen het complex met de zogenoemde Om-en-Om woningen. Hier werd de woningverbetering op verzoek van huurders uitgevoerd tegen een huurverhoging. Er werd uitsluitend gewerkt met (minimaal) HR of HR++ beglazing, isolerend dubbelglas met een hoge warmte-isolatie. Inbraakwerkend hang- en sluitwerk Bij woningen die niet zijn voorzien van inbraakwerend hang- en sluitwerk, wordt dit standaard aangebracht als de woning een nieuwe huurder krijgt. Los van mutaties vroegen zeven zittende huurders ons om inbraakpreventief hang- en sluitwerk aan te brengen. Helaas vaak pas na een (poging tot) inbraak. Cv-installaties Op verzoek van huurders worden er nog steeds nieuwe cv-installaties door ons aangelegd. In 2011 zijn negen nieuwe cv-installaties aangebracht Daarnaast werd één cv-installatie overgenomen van een huurder.
27
Hoofdstuk 4 OMVANG EN KWALITEIT VAN HET WONINGBEZIT
Badkamers In de begroting voor 2011 zijn 35 badkamers van 25 jaar of ouder opgenomen, die in aanmerking kwamen voor vernieuwing. Wij renoveren de badkamers echter uitsluitend op verzoek van de huurder, bij technische gebreken of bij mutatie. Daarbij promoten we, als de ruimte daarvoor geschikt is of geschikt gemaakt kan worden, een tweede toilet in de badkamer. Dit stukje comfort wordt door huurder steeds meer gewaardeerd. Uiteindelijk werden in 2011 23 badkamers gerenoveerd, waarvan tien met een tweede toilet. (In 2010: 21 badkamers waarvan acht met tweede toilet.) Daarnaast zijn er zestien toiletten gerenoveerd (12 in 2010) Keukens Keukens komen na 20 jaar in aanmerking voor vervanging, eveneens na een verzoek van de bewoners. In 2011 waren 45 keukenrenovaties begroot. Hiervan zijn er 31 uitgevoerd. (In 2010: 14.) De bewoner kan ervoor kiezen om de keuken zelf te laten plaatsen, mits deze voldoet aan onze kwaliteitseisen. Als de bewoner daarvoor kiest, betalen wij -na technische goedkeuring door de opzichter- een vooraf vastgestelde bijdrage in de gemaakte kosten. Vaste trap Het aantal verzoeken om een vaste trap naar de zolderverdieping te maken, is al jaren laag. Net als in 2010 blijft de teller steken op twee. Zelf aangebrachte voorzieningen Eén van de folders voor huurders gaat over zelf aangebrachte voorzieningen (ZAV’s). In deze folder kan de huurder lezen welke mogelijkheden er zijn met bijbehorende voorwaarden en onder welke voorwaarden. Van het beleid om toestemming te weigeren voor alle aan- en uitbouwen van de woning is niet afgeweken. Incidenteel worden hierop uitzonderingen gemaakt voor een dakkapel of uitbouw van de keuken. Als een aangebrachte verbetering past binnen het beleid, kan bij mutatie een vergoeding aan de bewoner worden uitgekeerd. Dat gebeurt o.a. bij cv-installaties en vaste trappen. In alle andere gevallen, waarbij de aanpassing met onze toestemming is aangebracht, is het niet nodig om deze bij een mutatie ongedaan te maken. De aanpassing wordt dan zonder vergoeding overgenomen, waarna het onderhoud ten laste van onze vereniging komt. Duurzaam bouwen en energiebesparing Al jaren volgen we een consequent beleid voor duurzaam bouwen en energiebesparing. Uiteraard wordt dit beleid regelmatig bijgesteld. Het huidige beleid houdt in: - Indien noodzakelijk wordt de centrale verwarmingsketel vervangen door een hoogrendements-ketel, bij voorkeur met warmwatervoorziening. In 2011 zijn er 40 oude ketels vervangen door HR cv-ketels. - Bij breuk of beschadiging van (enkel)glas wordt dit vervangen door hoogrendementsglas (indien technisch mogelijk: HR++). Daarnaast stimuleren we de huurders om enkelglas te laten vervangen door HR++ glas. Hiervoor geldt wel een huurverhoging. - Bij vervanging van stortbakken in toiletten gebruiken we waterbesparende exemplaren. Dit geldt ook voor (waterbesparende) douchekoppen. - Vanuit het oogpunt van veiligheid en comfortverbetering worden douchekranen bij vervanging standaard uitgevoerd als thermostatische douchekraan.
28
Hoofdstuk 4 OMVANG EN KWALITEIT VAN HET WONINGBEZIT
- In woningen met vochtproblemen brengen we isolatie aan in de kruipruimtes, bijvoorbeeld een laag van schelpen of belbeton. Incidenteel wordt ook spouwmuurisolatie aangebracht. - De komende tijd zal er bij het vernieuwen van ons duurzaamheidsbeleid extra aandacht zijn voor na-isolatie door middel van spouwmuur- en vloerisolatie. - Al het gebruikte hout, zowel bij nieuwbouw als bij onderhoud, moet voorzien zijn van het FSC keurmerk. De volgende isolatiewerkzaamheden aan het casco zijn in 2011 uitgevoerd. De daken van de woningen in de Plesmanstraat 1 t/m 23 zijn gerenoveerd. Hierbij zijn de asbesthoudende boeiboorden gesaneerd en zijn de daken goed geïsoleerd. Tevens zijn er brandwerende voorzieningen getroffen tussen de woningen. Ook de daken van de A. Frankstraat 59 en 61 zijn gerenoveerd. Energielabel Sinds 2008 zijn woningcorporaties verplicht om hun woningen te laten voorzien van een energielabel wanneer deze opnieuw worden verhuurd of wordt verkocht. In december 2011 waren alle woningen van tien jaar en ouder voorzien van een energielabel. In 2012 staat de verdere uitwerking van het beleid voor het verbeteren van de energieprestaties van onze woningen op de agenda. Aanpassingen mindervaliden Sinds 2009 is het aantal voorzieningen die voorheen vanuit de WMO werden verstrekt, sterk verminderd. Om huurders tegemoet te komen, zijn wij ertoe over gegaan om de hoogte van een toilet in overleg met de bewoners te bepalen. De geringe meerkosten van deze aanpassingen zijn voor rekening van de woningbouwvereniging. 4.6 Instandhouding / Strategisch voorraadbeleid Het strategisch voorraadbeleid is -vrij vertaald- onze ambitie voor het woningbezit. In 2012 zullen we het strategisch voorraadbeleid opnieuw tegen het licht houden. Belangrijk blijft het streven om de kwaliteit van het woningbezit tenminste in stand te houden en waar mogelijk te mogelijk verbeteren. Daarbij kiezen we voor woningverbetering en inpandig onderhoud in een zoveel mogelijk individuele, klantgerichte en klantgestuurde benadering, uiteraard mits technisch verantwoord. Onze bewoners stellen deze benadering op prijs.
29
Hoofdstuk 4 OMVANG EN KWALITEIT VAN HET WONINGBEZIT
4.7 Onderhoud Totaaloverzicht van de onderhoudsuitgaven in 2011 in €: omschrijving
begroot 2011
gerealiseerd 2011
Te activeren/ door te berekenen
klachtenonderhoud
331.194
330.544
mutatieonderhoud
150.000
184.484
117.532
66.952
planmatig onderhoud
1.490.843
1.339.291
433.442
905.849
totaal
1.972.037 1.854.319
7.405
558.379
Ten laste van de exploitatie 323.139
1.295.940
Naast de niet-begrote gevelrenovatie aan de De Jongstraat en het vervangen van warmtemeters hebben we per saldo in 2011 minder geld uitgegeven dan was gereserveerd. De belangrijkste oorzaken van deze besparing zijn: - Schilderwerk: bijna al het schilderwerk is binnen het boekjaar uitgevoerd, doch bijna in alle gevallen tegen lagere kosten dan begroot. Bij inspecties, voorafgaand aan het schilderwerk, werd minder houtrot geconstateerd dan verwacht. Daardoor is minder geld is uitgeven aan herstel/vervangen van kozijnen, ramen en deuren. In 2011 is slechts 20% van de begrote kosten hieraan uitgegeven. - Renovaties: in de begroting van 2011 waren 45 keukens opgenomen. We ontvingen echter in 2011 niet meer dan 31 verzoeken voor keukenrenovatie. Hierdoor zijn er minder keukens vervangen. Ook voor renovatie van de badkamer kregen we minder aanvragen dan begroot. - Btw-tarief: van 1 oktober 2010 tot 1 juli 2011 was een tijdelijke belastingmaatregel van kracht, waarbij het arbeidsloon voor onderhoudswerkzaamheden werd belast met het lage btw-tarief. Dat heeft ons een belastingvoordeel opgeleverd van ongeveer € 65.000. (In 2010: ± € 50.000) - Activering: Om een beter beeld te krijgen van de onderhoudskosten is vanaf 2011 besloten bij grote mutaties (met een flinke huurharmonisatie als gevolg) de investeringskosten te activeren. 4.8 Waardering door huurders Sinds een aantal jaren vragen we vertrekkende huurders om een enquête in te vullen over hun ervaringen. Hieruit blijkt dat zowel de woningen als de prestaties van de woningbouwvereniging over het algemeen positief worden gewaardeerd. Ook de woonomgeving scoort goed. De waardering verschilt van jaar tot jaar. Huurders worden kritischer. Oudere huurders geven vaak zonder problemen alleen maar hoge cijfers, terwijl jongeren vaak lagere waarderingen geven. Bij het berekenen van gemiddelden laten we het hoogste en het laagste cijfer buiten beschouwing om het effect van uitschieters te beperken.
30
Hoofdstuk 4 OMVANG EN KWALITEIT VAN HET WONINGBEZIT
Van de uitgegeven tevredenheidenquêtes is 64% retour ontvangen. Minder dan verleden jaar geven mensen aan dat de woonlasten (huur of rente en aflossing) in de nieuwe woning hoger zijn (2010: 86% en 2011: 63%). In 50% van de gevallen is men verhuisd naar een koopwoning. De reden van verhuizing heeft voor 30% te maken met een verandering in de gezinssamenstelling, huwelijk of samenwonen. 30% vond de woning niet meer passend. De gemiddelde waardering voor de woning die men huurde varieert van een 6,1 voor de isolatie tot een 7,5 voor het woningtype. De prijs-/kwaliteitverhouding wordt hoog gewaardeerd: een 7,3. De staat van onderhoud scoort ruim voldoende, een 7,1. Nog steeds zien we dat het in 2009 ingezette beleid om woningen te isoleren, veel aanvragen oplevert, met name voor isolerende beglazing. De woonomgeving krijgt gemiddeld een 7,2 waar het gaat om winkelvoorzieningen en zelfs een 8 voor de bereikbaarheid daarvan. Aan de woonomgeving kunnen we in de regel niet veel veranderen of verbeteren. De contacten met Woningbouwvereniging Reeuwijk worden hoog gewaardeerd: van een 7,7 voor de openingstijden van ons kantoor tot een 8,1 voor de behandeling aan de telefoon. De afhandeling van aanvragen voor onderhoud scoort gelijk aan vorig jaar: een 7 voor de voorlichting bij groot onderhoud en een 7,9 voor de voor- en eindcontrole bij de verhuizing.
31
Hoofdstuk 5 ZORG VOOR DE LEEFBAARHEID VAN BUURTEN EN WIJKEN
,,Buurtbemiddeling is een advies- en hulpverleningsdienst die gratis beschikbaar is voor inwoners van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk.”
32
Hoofdstuk 5 ZORG VOOR DE LEEFBAARHEID VAN BUURTEN EN WIJKEN
5.1 Overleg met gemeente In de afgelopen jaren was het gebruikelijk dat er regelmatig overleg plaats vond tussen ambtenaren en medewerkers van de woningbouwvereniging en ook tussen bestuursleden en wethouders. Er werd gesproken over onderwerpen als nieuwbouw, projectontwikkeling, leefbaarheid, woningbouw in het algemeen, het ophogen en egaliseren van achterpaden, wegen en trottoirs, speelvoorzieningen voor kinderen en het onderhoud openbaar groen. Met de gemeentelijke samenvoeging is deze overlegstructuur enigszins aangepast. Na een overgangsfase wordt op bestuurlijk niveau meer over de strategische onderwerpen gesproken. Op ambtelijk niveau vindt afstemmend voorbereidings- of uitvoeringsoverleg plaats. De wensen en opmerkingen van de bewoners worden in het ambtelijke overleg ook regelmatig met de gemeente besproken. Uit exitenquêtes onder vertrekkende huurders blijkt dat het merendeel van de bewonerswensen op het gebied van leefbaarheid behoort tot de gemeentelijke taken. 5. 2 Buurtbemiddeling Ook in Reeuwijk bestaat er wel eens onbegrip over de leefwijze van de ander, worden gebeurtenissen ervaren als overlast, kortom: komen burenruzies voor. Burenruzies vallen onder het burgerlijk recht en zijn juridisch geen zaak voor een woningcorporatie. In extreme situaties, wanneer sprake is van ernstige aantasting van het woongenot, is het meestal wel mogelijk de veroorzakers juridisch aan te pakken. Omdat het in het kader van leefbaarheid belangrijk is om toch hulp te kunnen bieden bij het oplossen van burenruzies en overlast, hebben we in 2011 gebruik gemaakt van het project Buurtbemiddeling van Factor G. De voormalige gemeente Bodegraven en de eveneens in de nieuwe fusiegemeente actieve collega MozaïekWonen maakten geen gebruik van Buurtbemiddeling. In 2011 is samen met de nieuwe gemeente en MozaïekWonen besloten om per 2012 Buurtbemiddeling aan te bieden voor de hele gemeente. Getrainde vrijwilligers van Factor G proberen de conflictpartijen samen in gesprek te krijgen om zo zelf een oplossing voor het geschil te bereiken. De ervaringen zijn positief. Vanuit de bewoners blijkt een hoge bereidheid om op deze wijze het conflict bespreekbaar te maken met de buren. Eén keer per kwartaal is er een overleg met buurtbemiddeling, de gemeente en de wijkagent om lopende zaken te bespreken. In 2011 zijn er zes aanmeldingen geweest, waarvan er één ongeschikt was voor buurtbemiddeling. In twee gevallen hebben de buren de bemiddeling geweigerd. De overige drie conflicten zijn positief gekeerd na gesprekken met de bemiddelaars. Het aantal aanmeldingen is ten opzichte van 2010 overigens gehalveerd. 5. 3 Leefbaarheid Fonds Leefbaarheid De Woningbouwvereniging stelt jaarlijks € 5.000 (maximaal € 1.250 per project) beschikbaar voor ‘leefbaarheidsinitiatieven’. Bewoners en bewonersorganisaties, maar ook andere Reeuwijkse initiatiefnemers met een plan om de leefbaarheid te bevorderen, kunnen een sponsoringverzoek indienen. Verzoeken dienen te voldoen aan de uitgangspunten van het daartoe opgestelde reglement.
33
Hoofdstuk 5 ZORG VOOR DE LEEFBAARHEID VAN BUURTEN EN WIJKEN
In 2011 is in totaal € 3.453 toegezegd aan de volgende projecten: - De Oranjevereniging Driebruggen ontving € 750 voor de viering van het 75-jarig bestaan. - Gemengd koor Vivace ontving € 250 voor het 25- jaarjubileumconcert. - Muziekvereniging OBK kreeg een bijdrage van € 1.000 voor het concoursproject. - In het kader van de verlichte boerderijenroute werd het gemeentelijke monument Raadhuisweg 5/7, het voormalige gemeentehuis, verlicht. Kosten: € 205. - In de hal van de woningen aan de Maximalaan is een prikbord opgehangen: € 98. - De Lentesportweek, een initiatief om ouderen kennis te laten maken met sport, is gesponsord met een bedrag van € 500. - De muziek tijdens de intocht van Sinterklaas is gesponsord met € 50. - Het 40-jarig jubileum van de Reeuwijkse Ouderen Biljartvereniging is gesponsord met € 600. Overige activiteiten inzake leefbaarheid Naast bovengenoemde sponsoring is het faciliteren van Buurtbemiddeling in Reeuwijk een activiteit in het kader van de leefbaarheid. Hieraan werd € 5.414 uitgegeven. Het promoten en deels financieren van een aansluiting op de alarmering voor senioren scharen we onder leefbaarheid. In 2011 zijn geen nieuwe aansluitingen gerealiseerd. Het bestrijden van overlast door hangjongeren o.a. door cameratoezicht en het bestrijden van vervuiling van o.a. achterpaden en portieken valt ook onder leefbaarheid. Totale kosten hiervan: € 6.804. In totaal werd € 15.672 uitgegeven aan leefbaarheidsinitiatieven in 2011. Ook de inspanningen voor het realiseren van het Medisch Cluster, de winkel in Driebruggen en de Maxima locatie in Waarder, alhoewel niet in geld uit te drukken op dit moment, zijn activiteiten die de leefbaarheid zullen vergroten of op peil houden.
34
Hoofdstuk 6 WONEN EN ZORG
,,We doen het voor de senioren van nu en van de toekomst. Veel inwoners van Waarder en Driebruggen zijn hier geboren, naar school gegaan, verliefd geworden en getrouwd. Deze mensen wonen hier hun leven lang. Ze willen hier ook hun oude dag doorbrengen, in een levensvatbare omgeving, omringd door de zorg van familie, vrienden en professionals.’’
35
Hoofdstuk 6 WONEN EN ZORG
Zoals in heel Nederland zal ook in Reeuwijk de vergrijzing toenemen. De leeftijdsgroep ouder van 75 jaar zal in de komende tien jaar verdubbelen. Uiteraard heeft dat de nodige consequenties voor de ontwikkelingen op gebied van wonen en zorg. Een ontwikkeling waar wij vanuit onze doelstelling uiteraard rekening mee houden en waar het in onze taakopvatting valt, op inspelen. 6.1 Afspraken met derden Al jaren geleden hebben Woningbouwvereniging Reeuwijk en Zorgpartners Midden-Holland afspraken gemaakt over wonen in combinatie met zorg in de kernen Reeuwijk-Brug en Reeuwijk-Dorp. Zorgpartners is de gespecialiseerde leverancier van zorg. De woningbouwvereniging beperkt zich in deze kernen tot het bouwen en beheren van woningen voor senioren. Door de toenemende vergrijzing en de splitsing tussen wonen en zorg, zijn eind 2011 de contacten geïntensiveerd. Ook zijn de contacten met de andere grotere zorgleveranciers versterkt. Hen is ook nadrukkelijk gevraagd naar hun visie op de ontwikkelingen in de komende jaren en de rolverdeling daarin. Dit mede ten behoeve van ons nieuw op te stellen ondernemingsplan in 2012. Gemeente en woonzorgzones De gemeente heeft in samenwerking met de maatschappelijke partners een visie opgesteld, waarbij in Reeuwijk zogenoemde woonzorgzones zijn vastgesteld. In de zone Reeuwijk-Brug vormt het centrum van Zorgpartners daarbij het zogenoemde kruispunt. In de kernen Waarder en Driebruggen is als kruispunt de nieuw te ontwikkelen Maximalocatie ter vervanging van het huidige Kerverland benoemd. Onze vereniging heeft bij de realisering hiervan een belangrijke rol. E.e.a. zoals verderop in dit verslag beschreven. In samenspraak met de gemeente is op basis van het woonzorgzone-concept ook gekozen om enkele zorgfuncties te concentreren in Reeuwijk Brug. Woningbouwvereniging Reeuwijk heeft een voormalig schoolgebouw van de gemeente aangekocht, wat momenteel wordt omgebouwd tot medisch centrum. De gebruikers van dit centrum zijn o.a. de huisartsen, een priklab, een apotheek en de thuiszorgorganisatie Vierstroom. Dit alles is van groot belang om passend bij de toenemende vergrijzing te zorgen voor goed toegankelijke zorgdienstverlening. Kerverland In het Pact van Savelberg is Waarder/ Driebruggen destijds aangewezen als Woonzorgzone. Elders in dit verslag is uiteengezet welke ontwikkelingen op deze locatie mogelijk uitwerking zullen krijgen. De woningbouwvereniging werkt hierbij samen met de Stichting Protestants Christelijk Dienstverleningscentrum Kerverland. Het idee van een klein zorg- of verpleeghuis met ondersteuning voor zelfstandig wonende zorgvragenden is in de loop van de jaren aangepast naar een vorm van 24-uurs thuiszorg. Kerverland overlegt met Zorgpartners Midden-Holland over mogelijke vormen van (intensieve) thuiszorg. De zorg zal voornamelijk gericht zijn op somatiek en niet op psychogeriatrie. Voor de laatste vorm van zorg is de schaalgrootte in Waarder niet realistisch. Fase 1B met 8 appartementen zal in april 2012 worden opgeleverd. De fasen 2 en 3 zijn nog onderwerp van studie. Het einddoel is dat er nog 31 seniorenappartementen gerealiseerd zullen worden, waarbij de woningbouwvereniging vastgoedpartij wordt. Daarbij wordt ook een ouderen-welzijnsruimte ontwikkeld onder de naam ‘Huiskamer van Waarder’. Op deze wijze ontstaat een nieuw woon-, zorg- en welzijnscluster waarbij het huidige Kerverland zich zal omvormen tot welzijnsorganisatie voor senioren.
36
Hoofdstuk 6 WONEN EN ZORG
Professionele Alarmopvolging Al jaren bied Woningbouwvereniging Reeuwijk, in samenwerking met thuiszorgorganisatie Vierstroom Professionele Alarmopvolging aan. Op deze manier is langer zelfstandig wonen mogelijk, waarbij er toch in gevallen van nood snel hulp geboden kan worden. 6. 2 Levensloopbestendige woningen Alle nieuwbouw, typische starterwoningen uitgezonderd, moet voldoen aan de criteria die gelden voor ‘levensloopbestendig bouwen’. Bestaand woningbezit is lastig aan te passen aan al deze eisen. Om bewoners toch in staat te stellen om zo lang mogelijk thuis te wonen, kunnen soms kleine aanpassingen, zoals een tweede toilet op de slaapetage, al helpen. Mits technisch mogelijk, kunnen we dit verzorgen voor huurders, die daarvoor slechts een geringe huurverhoging betalen. Met de gemeente is overeengekomen dat, indien er kandidaten zijn, de eerste verdieping van de appartementen aan de Rietgors bereikbaar gemaakt zullen worden voor mindervaliden. Er zijn op dit moment geen huurders die hier behoefte aan hebben. In 2012 worden de beheerplannen voor ons woningbezit geactualiseerd. Daarbij zullen we uiteraard nadrukkelijk rekening houden met de leeftijdsontwikkeling van de inwoners en de behoefte aan wonen en zorg.
37
Hoofdstuk 7 VERHUREN VAN WONINGEN C.Q. HUISVESTEN VAN DOELGROEPEN
,,Gezien de sterk toenemende vergrijzing, vormen senioren een belangrijke doelgroep van beleid,. Specifiek voor hen, en uiteraard ook voor de andere inwoners, zijn goede zorg-, welzijns- en winkelvoorzieningen van belang voor een prettige, leefbare woonomgeving. Daarom investeerde de woningbouwvereniging in het afgelopen jaar niet alleen in woningen maar ook in nieuwbouw voor een dorpswinkel in Driebruggen en een Medisch centrum in Reeuwijk.’’
38
Hoofdstuk 7 VERHUREN VAN WONINGEN C.Q. HUISVESTEN VAN DOELGROEPEN
7.1 Verhuur Het verhuren van nieuwe en leegkomende woningen gebeurt op basis van het aanbodmodel: de woningen worden gepubliceerd op onze website en in Kijk op Reeuwijk, een huis-aan-huis krant in het werkgebied. Bij de toewijzing geldt de gemeentelijke huisvestingsverordening Ingezetenen of personen met een economische of sociale binding met de gemeente hebben gedurende een periode van vier weken voorrang op woningzoekenden uit de regio. De vraag naar huurwoningen door kandidaten volgens bovenstaande regeling is groot. Binnen de voorrangsperiode worden alle woningen dan ook probleemloos verhuurd. In verband met de fusie van de gemeenten Bodegraven en Reeuwijk zijn gesprekken gevoerd over de huidige huisvestingsverordeningen met de gemeente en MozaïekWonen. Er is besloten om de bestaande verordeningen te handhaven tot 1 januari 2013. Daarbij is een overeenkomst opgesteld met als doel om de uitvoering van nieuwe wet- en regelgeving te stroomlijnen en eventuele rechtsongelijkheid tussen inwoners van de voormalige gemeente Bodegraven en Reeuwijk op te heffen. Dit geldt met name voor de toewijzing van huurwoningen, voor de invloed van de EU-beschikking en de urgentiebehandeling. De eerder gemaakte prestatieafspraken met de gemeente Reeuwijk over de kernvoorraad van minimaal circa 600 woningen worden voorlopig gehandhaafd. Deze kernvoorraad is gedefinieerd als woningen met een huurprijs tot de aftoppingsgrens huurtoeslag één- en tweepersoonshuishoudens (2011: € 554) en woningen die gelabeld zijn voor bijzondere doelgroepen zoals gehandicapten en senioren. Eind 2011 bedraagt de kernvoorraad 977 woningen tot de aftoppingsgrens huurtoeslag. Per 1 januari 2013 moet een nieuwe huisvestingsverordening voor de gehele gemeente Bodegraven-Reeuwijk van kracht worden. De gesprekken hierover met de gemeente en MozaïekWonen zijn in het eerste kwartaal van 2012 gestart. 7.2 Urgentie Per 1 juli 2011 heeft de gemeente aan Woningbouwvereniging Reeuwijk gevraagd de zogenoemde intake gesprekken voor de behandeling van urgentieaanvragen, tegen een vergoeding, over te nemen. Mensen die dringend woonruimte zoeken en die dit niet kunnen realiseren via de reguliere woningtoewijzing, kunnen een aanvraag indienen voor een urgentieverklaring. Daarmee kunnen zij met voorrang een passende woning toegewezen krijgen. Na het indienen van de aanvraag, wordt de woningzoekende door ons uitgenodigd voor een intakegesprek. Aan de hand van de huisvestingsverordening en het urgentiebeleid van de gemeente wordt getoetst of een kandidaat binnen deze regels in aanmerking komt voor een urgentie. De definitieve beoordeling vindt plaats door de Stichting Kwadraad voor een sociale urgentie en door GGD Midden-Holland voor een medische urgentie. Als een urgentieverklaring wordt afgegeven, volgt daarna zo snel mogelijk toewijzing van een passende woning.
39
Hoofdstuk 7 VERHUREN VAN WONINGEN C.Q. HUISVESTEN VAN DOELGROEPEN
7.3 Woningtoewijzing tot een inkomen van € 33.614 Met ingang van 1 januari 2011 moeten woningcorporaties volgens de EU-beschikking minimaal 90% van de woningen toewijzen aan kandidaten met een inkomen tot maximaal € 33.614. Deze regeling heeft tot veel weerstand geleid. Woningzoekenden met een middeninkomens, € 33.614 tot € 42.000, dreigen buiten de boot te vallen. Er is geen alternatief; een woning kopen is vaak niet haalbaar omdat er geen hypotheek wordt verstrekt. Huurwoningen in de vrije sector in de prijs van € 652,52 tot € 850 zijn in ons werkgebeid niet voorradig. Niet aan de beschikking voldoen is geen optie, omdat dan de financiering van leningen via de WSW in gevaar komt. In 2011 is daarom ons beleid vastgesteld om duurdere woningen te labelen voor inkomens tot € 42.000. We moeten daarbij echter maandelijks monitoren en bewaken dat de woningtoewijzing binnen de gestelde regels blijft. Het resultaat is dat 5 woningen zijn gelabeld voor inkomens tot € 42.000 en dat ook 5 van de in totaal 55 mutatiewoningen zijn toegewezen aan kandidaten met een inkomen boven € 33.614. Per saldo hebben wij 91% toegewezen aan de doelgroep. 7.4 Huurverhoging Voor het huurbeleid is enkele jaren geleden een beleidsplan opgesteld. Daarin is vastgesteld dat de huren bij mutatie minimaal naar 70% van de maximaal redelijke huurprijs worden opgetrokken. Dit is de zogenoemde streefhuur. Voor een beperkt aantal complexen is de streefhuur op een hoger percentage vastgesteld; veelal 75% . De jaarlijkse maximale huurverhoging welke per 1 juli wordt doorgevoerd is gekoppeld aan de inflatieontwikkeling en wordt door de minister vastgesteld. De huurverhoging per 1-7-2011 heeft daarmee 1,3% bedragen, conform voorschriften en richtlijnen van het ministerie van VROM. Over de afgelopen jaren was de gemiddelde huurverhoging als volgt: Jaar Percentage 2011 1,3% 2010 1,2% 2009 2,5% 2008 1,6% 2007 1,1% 2006 2,5%
40
Hoofdstuk 7 VERHUREN VAN WONINGEN C.Q. HUISVESTEN VAN DOELGROEPEN
7.5 Mutaties Het aantal mutaties in de sociale huursector en de mutatiegraad over 2011 blijken uit onderstaand overzicht: jaar
aantal woningen in exploitatie aantal mutaties
mutaties in % van woningbezit
2006 1.040
67
6,4
2007 1.035
55
5,3
2008 1.035
56
5,5
2009 1.048
73
7,0
2010 1.041
48
4,6
2011 1.033
55
5,3
Het aantal mutaties (5,3%) is iets hoger dan in 2010 (4,6), maar nog altijd beduidend lager ten opzichte van andere jaren en de landelijke kengetallen (8,1%). Mogelijke oorzaken hiervoor zijn het ontbreken van probleemwijken, de relatief lage huren en het eenzijdige bezit. Circa 80% van het bezit bestaat uit eengezinswoningen. Startende stellen komen daardoor regelmatig in een eengezinswoning terecht. De noodzaak om een wooncarrière op te bouwen, ontbreekt dan ook vaak. Ook de bereidheid van huurders om door te stromen naar een betaalbare (nieuwbouw)koopwoning is gering. Daarnaast zijn er in 2011 nog drie woningen verhuurd in de vrije sector huurklasse > € 662.52. Onderstaand vindt u een specificatie van alle verhuringen, naar inkomensklasse en huurprijs. Daaruit blijkt dat wij naar inkomen en huurprijs passend hebben gehuisvest. 1. Aantallen eenpersoonshuishoudens waaraan is verhuurd in 2011. Totaal: 27
huurklasse
€ 361,66 > € 361,66 > € 517,64 leeftijd inkomen < € 517,64
< 65
< € 21.625,--* 11
5
2
> € 21.625,--* 0
1
1
> 65
< € 20.325,--* 2
1
1
> € 20.325,--* 0
1
2
41
Hoofdstuk 7 VERHUREN VAN WONINGEN C.Q. HUISVESTEN VAN DOELGROEPEN
2. Aantallen tweepersoonshuishoudens waaraan is verhuurd in 2011. Totaal: 10
huurklasse
€ 361,66 > € 361,66 > € 517,64 leeftijd inkomen < € 517,64
< 65
< € 29.350,--*
2
4
1
> € 29.350,--* 0
0
1
> 65
< € 27.750,--* 0
2
0
> € 27.750,--* 0
0
0
3. Aantallen drie- en meerpersoonshuishoudens waaraan is verhuurd in 2011. Totaal: 21
huurklasse
€ 361,66 > € 361,66 > € 554,76 leeftijd inkomen < € 554,76
< 65
< € 29.350,--*
0
8
4
> € 29.350,--* 0
3
6
> 65
< € 27.750,--* 0
0
0
> € 27.750,--* 0
0
0
* Conform de wet huurtoeslag
De inkomensgrenzen zijn: De huurgrenzen zijn: eenpersoons:
e 21.625,-- kwaliteitskortingsgrens: e 361,66
meerpersoon:
e 29.350,--
laagste aftoppingsgrens:
e 517,64
eenpersoonsouderen:
e 20.325,--
hoogste aftoppingsgrens:
e 554,76
meerpersoonsouderen:
e 27.750,--
7.6 Toewijzing per doelgroep In 2011 zijn 13 woningen toegewezen aan starters en 22 woningen aan gezin met kinderen, waarvan 4 doorstromers. 10 Woningen zijn toegewezen aan 55-plussers. 2 Woningen zijn via het COA verhuurd aan statushouders. Op basis van door de gemeente verstrekte urgentieverklaringen zijn er 7 woningen toegewezen. In de categorie toewijzingen in de huurklasse > € 554,76 en met een inkomen > € 29.350 zijn 3 huurovereenkomsten voor woningen boven de liberalisatiegrens van € 662,52. Hiervoor is het niet noodzakelijk huisvestingsvergunningen aan te vragen.
42
Hoofdstuk 7 VERHUREN VAN WONINGEN C.Q. HUISVESTEN VAN DOELGROEPEN
7.7 Huurtoeslag Met ingang van 1 januari 2006 is de verwerking van Huurtoeslag in handen gekomen van de belastingdienst. Huurtoeslag wordt toegekend over een kalender-jaar. De verwerking is in handen van de belastingdienst. De Huurtoeslag wordt op verzoek van een deel van de betreffende huurders, circa 200, rechtstreeks door de belastingdienst aan de woningbouwvereniging uitbetaald. Wij verrekenen dan de toeslag met de maandelijkse huur. Andere huurders hebben gekozen om zelf de huurtoeslag te ontvangen. De woningbouwvereniging wijst haar huurders op de mogelijkheid van huurtoeslag via de huurkrant bij aanzegging van een huurverhoging en door middel van een artikel in het bewonersblad. 7.8 Huurprijzen en samenstelling bezit De huurprijzen en de samenstelling van het bezit per 31 december 2011 kunnen, conform de huur-toeslaggrenzen, als volgt worden gecategoriseerd: Aantal %
Goedkoop
netto huurprijzen tot e 357,37
Betaalbaar
netto huurprijzen tussen e 357,37 en e 548,18 657 63,6
Duur
netto huurprijzen tussen e 548,18 en e 647,53 50 4,8
Vrije sector
netto huurprijzen boven e 647,53
319 30,8
7
0,6
1.034 100,0
Één woning wordt verhuurd als psysiotherapiepraktijk. De samenstelling van het bezit naar woninggrootte is als volgt:
Aantal %
- eengezinswoningen, 6 kamers
1
0,10
- eengezinswoningen, 5 kamers
220
21,29
- eengezinswoningen, 4 kamers
533
51,59
- eengezinswoningen, 3 kamers
8
0,77
- eengezinswoningen, 2 kamers - aanpasbare woningen (minimaal 2 kamers)
3
0,29
46
4,45
- bejaardenwoningen (minimaal 2 kamers)
32
3,09
- 1-kamerwoningen gestapeld
22
2,12
- 2-kamerwoningen gestapeld
74
7,16
- 3-kamerwoningen gestapeld
37
3,58
57
5,51
- 4-kamerwoningen gestapeld
1.034 100,0
43
Hoofdstuk 7 VERHUREN VAN WONINGEN C.Q. HUISVESTEN VAN DOELGROEPEN
7.9 Incassobeleid In 2010 is het incassobeleid aangescherpt. Het doel van dit beleid is om huurachterstanden te beperken en om tijdig met huurders te zoeken naar een passende betalingsregeling als er betalingsproblemen zijn. Door deze aanpak is het aantal bewoners met huurachterstanden gedaald en zijn de huurachterstanden verminderd. Dit beleid is met succes doorgezet in 2011. Huisuitzettingen Het strenge incassobeleid heeft ertoe geleid dat er in 2011 geen huisuitzettingen hebben plaatsgevonden.
44
Hoofdstuk 8 BETREKKEN VAN BEWONERS BIJ BELEID EN BEHEER
,,In 2011 besteedde de woningbouwvereniging € 15.672 aan leefbaarheidsprojecten. Het betreft onder andere uitgaven voor achterpadverlichting, buurtbemiddeling en ondersteuning van bewonersinitiatieven’
45
Hoofdstuk 8 BETREKKEN VAN BEWONERS BIJ BELEID EN BEHEER
8.1 Algemene Ledenvergaderingen In 2011 zijn er meer dan de gebruikelijke twee statutair verplichte vergaderingen gehouden met de leden en de bewoners. Ook is de leden naar hun mening gevraagd over de nieuwe statuten en de nieuwe tweelaagse bestuursstructuur. Op 30 maart zijn de uitkomsten en aanbevelingen uit de visitatie gepresenteerd. Op 15 juni werd de jaarrekening behandeld. Ook werd in deze vergadering de huurverhoging toegelicht, werd het concept reglement huurders en bewonersinvloed ter goedkeuring aan de vergadering voorgelegd. Op 28 augustus werd het definitieve concept van de statuten voorgelegd en door de vergadering goedgekeurd. De begroting werd behandeld in de vergadering van 23 november. Hier heeft ook de nieuwe directeurbestuurder zichzelf voorgesteld en zijn twee nieuwe leden voor de raad van toezicht voorgedragen en benoemd. 8.2 Geschillencommissie Bestuursbesluiten en dagelijkse beslissingen die in de werkorganisatie worden genomen op basis van het beleid, kunnen door bewoners als onrechtvaardig worden ervaren. Het gevolg kan zijn dat de huurder de beslissing onafhankelijk wil laten toetsen. Dat is een taak voor de geschillencommissie. Het Besluit Beheer Sociale Huurwoningen (BBSH) eist dat de Vereniging beschikt over een geschillencommissie. Deze geschillencommissie is in de ledenvergadering van juni 2009 benoemd en bestaat uit de volgende leden: - de heer J. H. Heij, gekozen uit en door de huurders; - de heer H. G. N. Koemans, voorzitter, gekozen uit en door de huurders; - mevrouw ir. M. J. de Jong, secretaris, benoemd uit en door het bestuur. Door de statutenwijziging zijn het regelement en de bezetting van de geschillencommissie niet meer passend. In 2012 is een nieuw regelement opgesteld en voor de Algemene Ledenvergadering van juni zullen nieuwe leden worden gezocht en benoemd. De commissie verricht haar werkzaamheden op basis van een regelement. In 2011 zijn er geen geschillen voorgelegd. 8.3 Bewonersblad Tweemaal per jaar, voorafgaand aan de Algemene Ledenvergaderingen verspreiden we het bewonersblad ‘Onder Dak’. In Onder Dak bespreken we actuele onderwerpen zoals nieuwbouw, de begroting of de jaarrekening, huurverhoging en huurtoeslag.
46
Hoofdstuk 8 BETREKKEN VAN BEWONERS BIJ BELEID EN BEHEER
8.4 Huurdersorganisatie Sociale verhuurders zijn verplicht om minimaal eens per jaar een vergadering uit te schrijven voor overleg met hun huurdersorganisatie(s). Bij de invoering van deze overlegplicht heeft de woningbouwvereniging zich ingespannen om de oprichting van één of meer huurdersorganisaties te stimuleren. Omdat slechts vier huurders zich hiervoor aanmeldden, is er nooit een huurdersorganisatie opgericht. In 2012 zullen we nogmaals een poging doen om een huurdersorganisatie in te stellen.
47
Hoofdstuk 9 FINANCiën
48
Hoofdstuk 9 FINANCIËN
Een aantal op handen zijnde veranderingen op financieel administratief gebied is uitgewerkt en doorgevoerd. Er is veel tijd besteed aan het verbeteren van de kwaliteit van kwartaalrapportages, de begroting, de meerjarenbegroting en de projectadministratie. 2011 was een enerverend jaar. 9.1 Wijziging waarderingsgrondslagen Vanaf dit verslagjaar zijn we overgestapt van het waarderen van de activa op basis van historische kostprijs naar waardering op basis van actuele waarde. Bij de waardering naar actuele waarde is zoveel mogelijk rekening gehouden met de vanaf het verslagjaar 2012 gewijzigde Richtlijn 645. Voor de effecten van deze stelselwijziging verwijzen we naar de jaarrekening . De begroting 2012 en de financiële meerjarenbegroting zijn ook op basis van actuele waarde opgesteld. In het kader van de integratie Beschikking Europese Commissie d.d. 15 december 2009 is ons bezit gesplitst in DAEB en niet-DAEB (Diensten van Algemeen Economisch Belang). Deze splitsing heeft onder meer als gevolg dat de woningen van complex 32 ( Raadhuisweg) als niet-DAEB zijn aangemerkt. De huur is hier hoger dan € 652 per maand. Daarnaast zijn twee projecten in ontwikkeling aangemerkt als niet-DAEB: het Medisch Centrum in Reeuwijk-Brug en de dorpswinkel in Driebruggen. Voor de financiering van deze projecten kunnen we daardoor niet meer terugvallen op borging van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. We zijn benieuwd tot welk bedrag de banken het niet-DAEB willen financieren. 9.2 Kredietwaardigheid en faciliteringsvolume WSW Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) beoordeelt jaarlijks onze kredietwaardigheid en faciliteringsvolume. In oktober 2011 zijn de kredietwaardigheid en het faciliteringsvolume beoordeeld en vastgesteld aan de hand van de DPI 2011, de cijfer uit de begroting 2012 en de meerjarenraming. De beoordeling was positief: wij zijn wederom kredietwaardig bevonden, wat inhoudt dat we wederom gebruik kunnen maken van de borgingsfaciliteiten van het Waarborgfonds bij het aantrekken van leningen. Het faciliteringsvolume op basis van onze prognose in de DPI is vastgesteld op € 12,3 miljoen. Hiervan is door het WSW € 10,8 miljoen vrijgegeven. Met dit bedrag kunnen we de voorgenomen investeringen, voor zover DAEB, tot en met 2013 financieren.
9.3 Administratieve organisatie en interne controle Eind 2011 is besloten om de administratieve organisatie en interne controle opnieuw te beschrijven. Voor het beschrijven is begin 2012 een software pakket aangeschaft. Daarmee zijn we voornemens om de belangrijkste processen in 2012 te beschrijven. Gelijktijdig met deze beschrijvingen zullen we ook de planning en controle cyclus onder handen nemen en herschrijven. In 2013 moeten de beschrijvingen compleet zijn.
49
Hoofdstuk 9 FINANCIËN
Resultaat Het resultaat over 2011 kan als volgt worden samengevat en vergeleken met de prognose 2011 enerzijds en de werkelijkheid 2010 anderzijds (x € 1.000,-):
Werkelijk
2010 2011
BEDRIJFSOPBRENGSTEN
1. Huren
5.075
2. Vergoedingen
118
3. Verkoop onroerende goederen
1.008
4. Overige bedrijfsopbrengsten
20
6.214
BEDRIJFSLASTEN
85 1.374
13
5.162
6.641
5. Afschrijvingen op materiële vaste activa
1.232
1.222
-448
6.901
382
398
8. Sociale lasten
53
54
9. Pensioenlasten
69
73
6. Overige waardeveranderingen van
materiële vaste activa
7. Lonen en salarissen
10. Kosten onderhoud 11. Overige bedrijfslasten
1.298
945
1008
3.517 10.954
1.285
BEDRIJFSRESULTAAT
2.697 -4.313
FINANCIELE BATEN EN LASTEN
12. Rentebaten
17
62
13. Rentelasten
751
676
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING VOOR BELASTINGEN
1.963
14. Vennootschapsbelasting
3
-4.927 -
JAARRESULTAAT
1.960 -4.927
Voor vergelijkingsdoeleinden zijn de vergoeding voor servicekosten en de servicekosten onder voornoemde posten opgenomen.
50
Hoofdstuk 9 FINANCIËN
Het verschil tussen de prognose 2011 en de realisatie 2011 van € 5.924.000 negatief is als volgt te analyseren: In de jaarrekening 2011 is een voorziening gevormd voor een bedrag ad € 6.258.800,00 voor de te verwachten onrendabele toppen van projecten in ontwikkeling ultimo 2011. De afschrijvingen wijken behoorlijk af. Bij het opstellen van de jaarrekening 2011 is overgegaan op lineaire afschrijvingen e.a. conform de nieuwe Richtlijn 645. In onderstaande tabel geven we de ontwikkeling van het jaarresultaat en het vermogen op basis van de nieuwe Richtlijn 645. De gegevens zijn afgeleid uit de meerjarenbegroting 2012 tot en met 2021. Het eigen vermogen is gebaseerd op de waardering van het onroerend goed op actuele waarde.
Omschrijving
2012 2013 2014 2015 2016
Jaarresultaat voor VPB (x € 1.000)
144 -3.165 -2.656
VPB (x € 1.000)
-270 -433 -291 -271 -289
Jaarresultaat na VPB (x € 1.000)
-126 -3.598 -2.947
Eigen vermogen (x € 1.000) Solvabiliteit %
512 625 241 336
25.038 22.068 19.919 20.852 21.553 54,92 44,37 42,36 44,11 45,22
Operationele kasstroom (x € 1.000) – 2% aflossingsfictie
1.218
838
-7
719
700
Aflossingsfictie leningen (x € 1.000) 281 379 514 505 492
Op grond van bovenstaande gegevens kan geconcludeerd worden dat de financiële continuiteit van de vereniging is gewaarborgd. Waarderingsgrondslagen De jaarrekening 2011 is opgesteld volgens de nieuwe richtlijn 645. De Materiele vaste activa worden gewaardeerd tegen actuele waarde in plaats van de boekwaarde. De vergelijkende cijfers over 2010 zijn aangepast.
51
Hoofdstuk 10 overige activiteiten
52
Hoofdstuk 10 OVERIGE ACTIVITEITEN
De wijze van beleggen van geldmiddelen was vastgelegd in een treasurystatuut dat eind 2003 door de raad van toezicht is goedgekeurd. In november 2011 heeft de directeur-bestuurder een nieuw treasurystatuut opgesteld. Dit statuut is goedgekeurd door de raad van toezicht Zowel volgens het oude als het nieuwe statuut is het beleid om maximaal gebruik te maken van de mogelijkheden van interne financiering, gezien de relatief lage rentevergoeding op de geldmarkt. In 2011 is een treasurycommissie opgericht. In de eerste bijeenkomsten is besloten om te onderzoeken of leningen met een depositofaciliteit tijdig voorziene liquiditeitsrisico’s kunnen afdekken. Het betalingsverkeer is in 2011 geoptimaliseerd. De BNG (Bank Nederlandse Gemeenten) is gekozen als huisbankier. Daarnaast is een rekening geopend bij de Rabobank. We hebben afscheid genomen van de ING. Per 2012 nemen we afscheid van ABN AMRO (betaalrekening en rekening voor huurontvangsten). Ook is afscheid genomen van de SNS (spaarrekening voor overtollige middelen) omdat de rating van deze bank lager was dan de minimale rating volgens ons treasurystatuut. De vereniging neemt niet deel in en is geen verbintenissen aangegaan met andere rechtspersonen en/of vennootschappen. Wel is er sinds 2010 een Vereniging van Eigenaren opgericht voor fase 1 van de Maxima locatie. Dit gebouw is een verzameling van koop- en huurwoningen en een school, die inmiddels eigendom is van de gemeente.
53
Hoofdstuk 11 TOEKOMSTIGE ONTWIKKELINGEN
54
Hoofdstuk 11 TOEKOMSTIGE ONTWIKKELINGEN
De woningmarkt en de sociale sector De woningmarkt zit op slot. Daarover zijn alle partijen het eens. De toenemende druk op de huursector is groot. Er zijn vele adviezen om de woningmarkt weer vlot te trekken. De kasstromen van de corporaties staan onder druk. De diverse maatregelen in de afgelopen jaren hebben de kasstroom ingeperkt. In 2012 krijgt onze vereniging op basis van de gemeentelijke harmonisatie te maken met een extra rioolheffing ad. € 250.000 en in 2014 wordt door de rijksoverheid naar verwachting een heffing geïntroduceerd waarmee de corporaties moeten bijdragen aan de huurtoeslag. Hervormingen zijn vaak nodig, zeker in deze economische tijden. Maar een waarschuwing is op zijn plaats. Landelijk gezien is op termijn een krimp van de sociale voorraad mogelijk, waarbij er dan wel o.a. voldoende woningen voor de middeninkomensbeschikbaar moeten zijn. Maar ons motto is “ kies voor een heldere maar geleidelijke hervorming”. De sociale sector is in de afgelopen jaren een belangrijke succesfactor geweest voor een gezond (volks)huis-vestingsklimaat in Nederland. Laten we niet dit “kind” met het badwater willen weggooien. Ontwikkelingen bij onze vereniging Naast de dagelijkse actualiteit zal in 2012 een aantal zaken bijzondere aandacht krijgen. De belangrijkste onderwerpen zijn: - het herijken en implementeren van het strategisch voorraadbeleid en de voorraadbeheerplannen; - het opstellen van een nieuw ondernemingsplan; - het verder uitbouwen en versterken van de (administratieve) organisatie; - het versterken van de relatie met onze stakeholders; - het versterken van ons imago door heldere communicatie; - de verdere ontwikkeling van de (kwaliteit van) onze projectportefeuille.
55
Hoofdstuk 12 GOVERNANCECODE WONINGCORPORATIES
56
Hoofdstuk 12 GOVERNANCECODE WONINGCORPORATIES
Inleiding Woningbouwvereniging Reeuwijk onderschrijft het belang van een deugdelijk ondernemingsbesturing en het toezicht daarop, waaronder begrepen integer en transparant handelen van het bestuur en het afleggen van verantwoording over het gevoerde beleid en het uitgevoerde toezicht. De Governancecode Woningcorporaties is daarbij leidend voor de inrichting van het ondernemingsbestuur. In 2011 is de Governancecode Woningcorporaties door een speciaal daarvoor samengestelde commissie geëvalueerd en op enkele onderdelen aangepast. Het principe ‘pas toe of leg uit’ is nog steeds van kracht, maar met de wijziging zijn drie bepalingen als dwingend opgenomen, te weten: - het toepassen van de Sectorbrede Beloningscode voor bestuurder; - de honorering van commissarissen of toezichthouders; - de zittingstermijn voor de leden van de raad van toezicht (RvT). Deze dwingende principes passen wij zonder meer toe. Voor onderstaande verantwoording hebben wij de aangepaste code als uitgangspunt gehanteerd. Waar van toepassing geven wij aan dat wij de code toepassen en anders geven wij uitleg waarom we daarvan afwijken. PRINCIPES EN UITWERKINGEN I. Naleving en handhaving van de code Principe: Het bestuur en de raad van toezicht zijn verantwoordelijk voor de inrichting en toepassing van de governance van de woningcorporatie en de naleving van de Governancecode Woningcorporaties. Uitwerking I.1 De hoofdlijnen van de governancestructuur van de woningcorporatie worden, mede aan de hand van de principes die in deze code zijn genoemd, in een apart hoofdstuk in het jaarverslag uiteengezet. Indien zich geen ingrijpende wijzigingen in de governance hebben voorgedaan ten opzichte van het voorgaande verslagjaar wordt volstaan met het beschrijven van de wijzigingen. De actuele volledige governancestructuur wordt op de website van de woningcorporatie geplaatst.  Dit wordt onderschreven en toegepast.  I.2 Bij de beschrijving van de governancestructuur geeft de woningcorporatie aan in hoeverre zij de in deze Governancecode opgenomen uitwerking opvolgt en zo niet, om welke redenen en wat de door de woningcorporatie gekozen uitwerking is. Dit geldt echter niet voor de principes cq. bepalingen over toepassing van de Sectorbrede Beloningscode voor bestuurders (principe II.2), de honorering van commissarissen (principe III.7) en de zittingstermijnen van commissarissen (III.3.5).  Dit wordt onderschreven en toegepast. 
57
Hoofdstuk 12 GOVERNANCECODE WONINGCORPORATIES
I.3 Elke verandering in de governancestructuur van de woningcorporatie en in de naleving van de code wordt onder een apart agendapunt ter goedkeuring aan de raad van commissarissen voorgelegd.  Dit wordt onderschreven en vanaf 2012 toegepast.  II. Het bestuur II.1 Taak en werkwijze Principe: Het bestuur is belast met het besturen van de woningcorporatie, wat onder meer inhoudt dat het bestuur verantwoordelijk is voor de realisatie van de doelstellingen van de woningcorporatie, de strategie, de financiering en het beleid en de daaruit voortvloeiende resultatenontwikkeling en het beleid ten aanzien van deelnemingen van de corporatie. Het bestuur legt hierover verantwoording af aan de raad van commissarissen. Het bestuur richt zich bij de vervulling van zijn taak naar het belang van de woningcorporatie in het licht van haar volkshuisvestelijke en maatschappelijke doelstelling en weegt daartoe de in aanmerking komende belangen van bij de woningcorporatie betrokkenen af. Het bestuur verschaft de raad van commissarissen tijdig de informatie die nodig is voor de uitoefening van de taak van de raad van commissarissen. Het bestuur is verantwoordelijk voor de naleving van alle relevante wet- en regelgeving en voor het beheersen van de risico’s verbonden aan de activiteiten van de woningcorporatie. Het bestuur rapporteert hierover aan en bespreekt de interne risicobeheersing- en controlesystemen met de raad van commissarissen en zijn auditcommissie, indien ingesteld. Uitwerking II.1.1 Het bestuur legt vooraf ter goedkeuring voor aan de raad van commissarissen: a) de volkshuisvestelijke en maatschappelijke doelstellingen van de woningcorporatie; b) de operationele en financiële doelstellingen van de woningcorporatie; c) de strategie die moet leiden tot het realiseren van de doelstellingen; d de randvoorwaarden die bij de strategie worden gehanteerd; e) de wijze waarop de principes van horizontale verantwoording als beschreven in hoofdstuk V van deze code worden vormgegeven; f) indien aanwezig het reglement waarin de werkwijze van het bestuur wordt geregeld. De hoofdzaken hiervan worden vermeld in het jaarverslag.  Dit wordt onderschreven en zoals vastgelegd in de statuten toegepast.  II.1.2 Het bestuur legt ter goedkeuring aan de raad van commissarissen voor het jaarverslag, de jaarrekening en de begroting van de woningcorporatie, alsmede vooraf, de uitoefening van stemrecht over de in deze bepaling en in II.1.3 met uitzondering van g. bedoelde aangelegenheden in deelnemingen waarin de corporatie overwegende zeggenschap uitoefent.  Dit wordt onderschreven en toegepast.
58
Hoofdstuk 12 GOVERNANCECODE WONINGCORPORATIES
II.1.3 Het bestuur legt ten minste de volgende majeure besluiten vooraf ter goedkeuring voor aan de raad van commissarissen: a) het aangaan en verbreken van duurzame samenwerking van de woningcorporatie met een andere rechtspersoon, indien deze samenwerking of verbreking van ingrijpende betekenis is voor de corporatie; b) een voorstel tot wijziging van de statuten; c) een voorstel tot ontbinding van de woningcorporatie; d) aangifte van faillissement en aanvraag van surseance van betaling; e) beëindiging van de arbeidsovereenkomst van een aanmerkelijk aantal werknemers tegelijkertijd of binnen een kort tijdsbestek van de woningcorporatie; f) ingrijpende wijziging van de arbeidsomstandigheden van een aanmerkelijk aantal werknemers van de woningcorporatie; g) de opdracht tot het uitvoeren van visitatie bij de woningcorporatie en de wijze van uitvoering van en verslaggeving over de visitatie zoals voorzien in V.3.5; h) vaststelling van een toetsingskader voor verbindingen of investeringen.  Dit wordt onderschreven en toegepast. Verbindingen onder h) zijn niet van toepassing.  II.1.4 In de woningcorporatie is een op de woningcorporatie en haar bedrijfsvoering toegesneden intern risicobeheersing- en controlesysteem aanwezig. Als instrumenten van het interne risicobeheersing- en controlesysteem hanteert de woningcorporatie in ieder geval: a) risicoanalyses van de operationele en financiële doelstellingen van de woningcorporatie; b) een integriteitscode die in ieder geval op de website van de woningcorporatie wordt geplaatst; c) kwaliteitszorg en zelfevaluatie met het oog op visitatie als bedoeld in hoofdstuk V; d) handleidingen voor de inrichting van de financiële verslaggeving, alsmede de voor de opstelling daarvan te volgen procedures; e) een systeem van periodieke monitoring en rapportering; f) een toetsingskader (in geval van verbindingen) waarin wordt vastgelegd welke criteria er worden gehanteerd bij het aangaan en beëindigen van verbindingen; g) een toetsingskader waarin wordt vastgelegd welke criteria worden gehanteerd bij het doen van investeringen.  Dit wordt onderschreven met dien verstande dat punt f) niet van toepassing is. De overige punten worden toegepast, waarvan punt g) vanaf 2012. De rapportering onder punt e) is in 2011 geoptimaliseerd .  II.1.5 In het jaarverslag geeft het bestuur inzicht in de interne risicobeheersing- en controlesystemen en de werking hiervan. Specifiek gaat het daarbij in op de wijze waarop het risicomanagement en de interne beheersing van verbindingen, inclusief het aangaan van majeure transacties daarbinnen, is geregeld.  Dit wordt onderschreven. In 2012 worden de belangrijke processen opnieuw beschreven en de P&C cyclus opgesteld. 
59
Hoofdstuk 12 GOVERNANCECODE WONINGCORPORATIES
II.1.6 Het bestuur draagt er zorg voor dat werknemers zonder gevaar voor hun rechtspositie de mogelijkheid hebben te rapporteren over vermeende onregelmatigheden van algemene, operationele en financiële aard binnen de woningcorporatie aan het bestuur of aan een door hem aangewezen functionaris. Vermeende onregelmatigheden die het functioneren van leden van het bestuur betreffen worden gerapporteerd aan de voorzitter van de raad van commissarissen. Dit wordt geregeld in een klokkenluidersregeling, die in ieder geval op de website van de woningcorporatie wordt geplaatst. Dit wordt onderschreven en toegepast.  II.1.7 Het bestuur stelt een toetsingskader voor verbindingen alsmede een toetsingskader voor investeringen vast. De raad van commissarissen keurt deze toetsingskaders goed en ziet toe op de naleving van uitgangspunten hierin.  Dit wordt onderschreven en toegepast met dien verstande dat verbindingen niet van toepassing zijn.  II.1.8 Het bestuur doet ten minste eenmaal per jaar verslag aan de raad van commissarissen over werkzaamheden van de klachtencommissie in de zin van artikel 16 BBSH en maakt hiervan melding in het jaarverslag van de woningcorporatie.  Dit wordt onderschreven en toegepast.  II.2 Rechtspositie en bezoldiging bestuur Principe: De raad van commissarissen stelt het bezoldigingsbeleid voor het bestuur vast. De raad van commissarissen bepaalt de bezoldiging van individuele bestuurders binnen het kader van het bezoldigingsbeleid. Het bezoldigingsbeleid wordt vastgesteld met inachtneming van de Sectorbrede Beloningscode Bestuurders Woningcorporaties, en met inachtneming van de toepasselijke wet- en regelgeving. Het jaarverslag bevat de hoofdlijnen van het remuneratierapport van de raad van commissarissen waarin zijn opgenomen het bezoldigingsbeleid van de woningcorporatie en de wijze waarop dit in het afgelopen boekjaar in de praktijk is gebracht. De toelichting op de jaarrekening bevat in ieder geval een vermelding van de hoogte en de structuur van de bezoldiging van de individuele leden van het bestuur volgens de Sectorbrede Beloningscode Bestuurders Woningcorporaties. Uitwerking II.2.1 Onverlet de arbeidsrechtelijke positie wordt een lid van het bestuur benoemd voor een periode van maximaal vier jaar. Herbenoeming kan voor een periode van maximaal vier jaar plaatsvinden. De raad van commissarissen beoordeelt jaarlijks het functioneren van iedere bestuurder.  Dit wordt onderschreven en toegepast. 
60
Hoofdstuk 12 GOVERNANCECODE WONINGCORPORATIES
II.2.2 De woningcorporatie verstrekt aan de leden van het bestuur geen persoonlijke leningen, garanties, en dergelijke.  Dit wordt onderschreven en toegepast.  II.2.3 Het remuneratierapport van de raad van commissarissen bevat een verslag van de wijze waarop het beoordelings- en bezoldigingsbeleid in het afgelopen boekjaar in de praktijk is gebracht. In het geval dat gedurende het boekjaar aan een (voormalig) lid van het bestuur een bijzondere vergoeding is betaald of toegezegd, wordt deze in het remuneratierapport vermeld en van een toelichting voorzien. Het remuneratierapport bevat tevens een overzicht van het bezoldigingsbeleid dat het komende boekjaar en de daaropvolgende jaren door de raad wordt voorzien.  Dit wordt onderschreven. Het remuneratierapport is onderdeel van het verslag van de raad van toezicht, opgenomen in het jaarverslag.  II.2.4 Het overzicht dat in het voorgaande lid is bedoeld bevat in elk geval bepalingen over de verhouding tussen vaste en variabele beloningscomponenten, het beleid ten aanzien van de duur van contracten van leden van het bestuur en de geldende opzegtermijnen en afvloeiingsregelingen, overige arbeidsvoorwaarden en de regeling en financiering van de pensioentoezeggingen.  Dit wordt onderschreven en toegepast zoals onder II.2.3. beschreven.  II.2.5 De hoofdlijnen van het remuneratierapport van de raad van commissarissen worden in ieder geval op de website van de woningcorporatie geplaatst.  Dit wordt onderschreven en vanaf 2012 toegepast. Zie II.2.3. Het jaarverslag wordt jaarlijks gepubliceerd op de webiste.  II.3 Tegenstrijdige belangen en nevenfuncties Principe: Elke vorm en schijn van belangenverstrengeling tussen de woningcorporatie en leden van het bestuur wordt vermeden. Besluiten tot het aangaan van transacties waarbij tegenstrijdige belangen van leden van het bestuur kunnen spelen die van materiële betekenis zijn voor de woningcorporatie en/of voor de betreffende leden van het bestuur, behoeven de goedkeuring van de raad van commissarissen. Het door een lid van het bestuur aanvaarden van een nevenfunctie die gezien aard of tijdsbeslag van betekenis is voor de uitoefening van de taak van bestuurder behoeft voorafgaande goedkeuring van de raad van commissarissen.
61
Hoofdstuk 12 GOVERNANCECODE WONINGCORPORATIES
Uitwerking II.3.1 Een bestuurder zal: a) niet in concurrentie treden met de woningcorporatie; b) geen substantiële schenkingen vragen of aannemen van de corporatie of van een voor de corporatie relevante derde voor zichzelf, zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel, pleegkind, bloed- of aanverwant tot in de tweede graad; c) ten laste van de woningcorporatie derden geen ongerechtvaardigde voordelen verschaffen; d) geen zakelijke kansen die aan de woningcorporatie toekomen voor zichzelf of zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel, pleegkind, bloed of aanverwant tot in de tweede graad benutten.  Dit wordt onderschreven en toegepast.  II.3.2 Een lid van het bestuur meldt een (potentieel) tegenstrijdig belang dat van betekenis is voor de woningcorporatie en/of voor het betreffende lid van het bestuur terstond aan de voorzitter van de raad van commissarissen en aan de overige leden van het bestuur en verschaft daarover alle relevante informatie, inclusief de voor de situatie relevante informatie inzake zijn echtgenoot, geregistreerde partner of een andere levensgezel, pleegkind en bloed- en aanverwanten tot in de tweede graad. De raad van commissarissen besluit buiten aanwezigheid van het betrokken lid van het bestuur of sprake is van een tegenstrijdig belang.  Dit wordt onderschreven en toegepast.  II.3.3 Een lid van het bestuur neemt niet deel aan de discussie en de besluitvorming over een onderwerp of transactie waarbij het lid van het bestuur (potentieel) een tegenstrijdig belang heeft.  Dit wordt onderschreven en toegepast.
II.3.4 Besluiten tot het aangaan van transacties waarbij tegenstrijdige belangen van leden van het bestuur spelen die van materiële betekenis zijn voor de woningcorporatie en/of voor de betreffende leden van het bestuur behoeven goedkeuring van de raad van commissarissen. Dergelijke transacties worden gepubliceerd in het jaarverslag met vermelding van het tegenstrijdig belang en de verklaring dat de bepalingen II.3.2 tot en met II.3.4 zijn toegepast.  Dit wordt onderschreven en toegepast.
62
Hoofdstuk 12 GOVERNANCECODE WONINGCORPORATIES
II.3.5 Een lid van het bestuur is niet in de vijf jaar voorafgaand aan de benoeming tot bestuurder lid geweest van de raad van commissarissen van de woningcorporatie.  Dit wordt onderschreven en toegepast.  III. Raad van commissarissen III.1 Taak en werkwijze Principe: De raad van commissarissen heeft tot taak toezicht te houden op het bestuur en op de algemene gang van zaken in de woningcorporatie en de met haar verbonden onderneming en staat het bestuur met raad ter zijde. De raad van commissarissen richt zich bij de vervulling van zijn taak naar het belang van de woning-corporatie en weegt daartoe de in aanmerking komende belangen van bij de woningcorporatie betrokkenen af. De raad van commissarissen is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn eigen functioneren. De raad van commissarissen beslist over benoeming, beoordeling, beloning, schorsing en ontslag van bestuurders. Uitwerking III.1.1 De taakverdeling van de raad van commissarissen, alsmede zijn werkwijze worden neergelegd in een reglement. De raad van commissarissen neemt in het reglement een passage op voor zijn omgang met het bestuur en de ondernemingsraad. Het reglement wordt in ieder geval op de website van de woningcorporatie geplaatst.  Dit wordt onderschreven en toegepast. Een ondernemingsraad is niet van toepassing.  III.1.2 Van de jaarstukken van de woningcorporatie maakt deel uit een verslag van de raad van commissarissen, waarin de raad van commissarissen verslag doet van zijn werkzaamheden in het boekjaar en de specifieke opgaven en vermeldingen opneemt die de bepalingen van deze code verlangen.  Dit wordt onderschreven en toegepast.  III.1.3 Van elk lid van de raad van commissarissen wordt in het verslag van de raad van commissarissen opgave gedaan van: a) geslacht; b) leeftijd; c) hoofdfunctie; d) nevenfuncties voor zover deze relevant zijn voor de vervulling van de taak als lid van de raad van commissarissen, waaronder in ieder geval andere toezichthoudende taken; e) tijdstip van eerste benoeming en eventueel herbenoeming; f) de lopende termijn waarvoor hij is benoemd; g) het lidmaatschap van een kerncommissie van de raad van commissarissen als bedoeld in principe III.5; h) de vaststelling of het lid onafhankelijk is in de zin van bepaling III.2.2.  Dit wordt onderschreven en toegepast.
63
Hoofdstuk 12 GOVERNANCECODE WONINGCORPORATIES
III.1.4 Indien leden van de raad van commissarissen frequent afwezig zijn bij vergaderingen van de raad van commissarissen, worden zij daarop aangesproken.  Dit wordt onderschreven en toegepast.  III.1.5 Een lid van de raad van commissarissen treedt tussentijds af bij onvoldoende functioneren, structurele onverenigbaarheid van belangen of wanneer dit anderszins naar het oordeel van de raad van commissarissen is geboden.  Dit wordt onderschreven en toegepast.  III.1.6 Het toezicht van de raad van commissarissen op het bestuur omvat in ieder geval: a) de realisatie van de doelstellingen van de woningcorporatie; b) de strategie en de risico’s verbonden aan de activiteiten van de woningcorporatie; c) de opzet en de werking van de interne risicobeheersing- en controlesystemen; d) het kwaliteitsbeleid; e) de kwaliteit van de maatschappelijke verantwoording als voorzien in hoofdstuk V; f) het financiële verslaggevingsproces; g) de naleving van toepasselijke wet- en regelgeving; g) Het risicomanagement en de interne beheersing van verbindingen.  Dit wordt onderschreven en toegepast, waarbij in 2012 de belangrijke processen opnieuw beschreven worden alsook de P&C cyclus.  III.1.7 De raad van commissarissen bespreekt ten minste eenmaal per jaar buiten aanwezigheid van het bestuur zowel zijn eigen functioneren als dat van de individuele leden van de raad van commissarissen en de conclusies die hieraan moeten worden verbonden. De raad van commissarissen vraagt hiertoe uitdrukkelijk de visie van het bestuur ter zake en betrekt deze in de bespreking. Tevens wordt het gewenste profiel en de samenstelling en competentie van de raad van commissarissen besproken alsmede de conclusies die hieraan moeten worden verbonden. De raad van commissarissen bespreekt voorts ten minste eenmaal per jaar buiten aanwezigheid van het bestuur zowel het functioneren van het bestuur als college als dat van de individuele leden van het bestuur, en de conclusies die hieraan moeten worden verbonden en bespreekt deze conclusie met het bestuur en de bestuurders.  Dit wordt onderschreven en toegepast.  III.1.8 De raad van commissarissen en de leden van de raad van commissarissen afzonderlijk hebben een eigen verantwoordelijkheid om van het bestuur en de externe accountant de informatie te verlangen die de raad van commissarissen behoeft om zijn taak als toezichthoudend orgaan goed te kunnen uitoefenen. Indien de raad van commissarissen dit geboden acht kan hij informatie inwinnen van functionarissen en externe
64
Hoofdstuk 12 GOVERNANCECODE WONINGCORPORATIES
adviseurs van de woningcorporatie. De woningcorporatie stelt hiertoe de nodige middelen ter beschikking. De raad van commissarissen kan verlangen dat bepaalde functionarissen en externe adviseurs bij zijn vergaderingen aanwezig zijn.  Dit wordt onderschreven en toegepast.  III.2 Onafhankelijkheid Principe: Ieder lid van de raad van commissarissen heeft de verantwoordelijkheid onafhankelijk en kritisch bij te dragen aan de besluitvorming zodanig dat de raad van commissarissen de in aanmerking komende belangen op evenwichtige wijze kan afwegen. De raad van commissarissen is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, het bestuur en welk deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. Uitwerking III.2.1 De raad van commissarissen waakt ervoor dat de leden van de raad van commissarissen naar zijn oordeel in formele zin onafhankelijk zijn in het licht van de in bepaling III.2.2 aangeduide criteria. De raad van commissarissen maakt hiervan melding in het jaarverslag.  Dit wordt onderschreven en toegepast.  III.2.2 De raad van commissarissen stelt ten aanzien van iedere commissaris vast of deze in een zodanige relatie tot de corporatie staat of heeft gestaan dat hij geacht kan worden onafhankelijk te zijn, waarbij de raad van commissarissen ten minste de hieronder genoemde onafhankelijkheidcriteria in zijn beoordeling betrekt. De verantwoordelijkheid voor een onafhankelijke en kritische bijdrage aan de besluitvorming binnen de raad van commissarissen rust ook op commissarissen waarvan de raad van commissarissen vaststelt dat zij in formele zin niet onafhankelijk zijn. Bedoelde afhankelijkheidscriteria zijn dat het betrokken lid van de raad van commissarissen, dan wel zijn echtgenoot, geregistreerde partner of een andere levensgezel, pleegkind of bloed- of aanverwant tot in de tweede graad: a) in de vijf jaar voorafgaande aan de benoeming werknemer of lid van het bestuur van de woningcorporatie (inclusief gelieerde rechtspersonen) is geweest; b) een persoonlijke financiële vergoeding van de woningcorporatie of van een aan haar gelieerde rechtspersoon ontvangt, anders dan de vergoeding die voor de als lid van de raad van commissarissen verrichte werkzaamheden wordt ontvangen en voor zover zij niet past in de normale uitoefening van bedrijf; c) bestuurslid is van een vennootschap dan wel rechtspersoon waarin een lid van het bestuur van de woningcorporatie lid van de raad van commissarissen is; d) in de vijf jaar voorafgaand aan de benoeming een belangrijke zakelijke relatie met de woningcorporatie of een aan haar gelieerde rechtspersoon heeft of in de vijf jaar voorafgaand aan de benoeming heeft gehad. Daaronder wordt in ieder geval begrepen het geval dat de commissaris, of een kantoor waarvan hij aandeelhouder, vennoot, medewerker of adviseur is, is opgetreden als adviseur van de woningcorporatie en het geval dat de commissaris bestuurder of medewerker is van een bankinstelling waarmee de woningcorporatie een duurzame en significante relatie onderhoudt;
65
Hoofdstuk 12 GOVERNANCECODE WONINGCORPORATIES
e) lid is van de gemeenteraad of Provinciale Staten van een gemeente of provincie waar de woningcorporatie feitelijk werkzaam is dan wel in dienst is van een zodanige gemeente of provincie en feitelijk betrokken bij volkshuisvestingsaangelegenheden; f) werkzaam is bij het ministerie waaronder de zorg voor de volkshuisvesting ressorteert, of bij het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting, het Waarborgfonds Sociale Woningbouw of voor de volkshuisvesting relevante belangenbehartigingsorganisaties en feitelijk betrokken is bij volkshuisvestingsaangelegenheden; g) lid is van het management, het bestuur of de raad van commissarissen van een woningcorporatie die binnen hetzelfde werkgebied werkzaam is; h) aandelen houdt, of bestuurder of commissaris van een rechtspersoon is die aandelen houdt, in een aan de woningcorporatie gelieerde vennootschap, of vennoot is dan wel bestuurder of commissaris is van een vennoot in een contractuele vennootschap waarin ook de woningcorporatie vennoot is; i) gedurende de voorgaande twaalf maanden tijdelijk heeft voorzien in het bestuur bij belet en ontstentenis van bestuurders.  Dit wordt onderschreven en toegepast.  III.3 Deskundigheid en samenstelling Principe: Elk lid van de raad van commissarissen dient in staat te zijn om de hoofdlijnen van het totale beleid te beoordelen. Elk lid van de raad van commissarissen beschikt over de specifieke deskundigheid die noodzakelijk is voor de vervulling van zijn taak, binnen zijn rol in het kader van de profielschets van de raad. Ook leden die op voordracht zijn benoemd dienen aan dit profiel te voldoen. De raad streeft naar een gemengde en uitgebalanceerde samenstelling onder meer qua geslacht, leeftijd, beroepsgroepen, kennis en expertise, etnische afkomst en persoonlijkheidskenmerken. Ieder lid van de raad heeft voldoende tijd voor de vervulling van zijn functie zodat een goede taakverdeling gewaarborgd is. De raad van commissarissen dient zodanig te zijn samengesteld dat hij zijn taak naar behoren kan vervullen. Een herbenoeming van een lid van de raad van commissarissen vindt slechts plaats na zorgvuldige overweging. Ook bij een herbenoeming wordt de hiervoor genoemde profielschets in acht genomen. Uitwerking III.3.1 De raad van commissarissen stelt een profielschets voor zijn omvang en samenstelling op, rekeninghoudend met de aard van de woningcorporatie, haar activiteiten en de gewenste deskundigheid en achtergrond van de leden van de raad van commissarissen. In de profielschets wordt ingegaan op de voor de woningcorporatie relevante aspecten van diversiteit in de samenstelling van de raad en wordt vermeld welke concrete kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen de raad ten aanzien van diversiteit hanteert. Onder diversiteit wordt verstaan de verscheidenheid in geslacht, leeftijd, beroepsgroepen, kennis en expertise, etnische afkomst en persoonlijkheidskenmerken. Voor zover de bestaande situatie afwijkt van de doelstelling legt de raad van commissarissen hierover verantwoording af in het jaarverslag en geeft hij tevens aan op welke termijn hij verwacht de doelstelling te realiseren. De profielschets wordt algemeen verkrijgbaar gesteld en wordt in ieder geval op de website van de woningcorporatie geplaatst. De leden van de raad van commissarissen worden op openbare wijze geworven.  Dit wordt onderschreven en toegepast. 
66
Hoofdstuk 12 GOVERNANCECODE WONINGCORPORATIES
III.3.2 Minimaal één lid van de raad van commissarissen heeft ervaring in volkshuisvestingsaangelegenheden.  Dit wordt onderschreven en toegepast.  III.3.3 Minimaal één lid van de raad van commissarissen is een zogenoemde financieel expert, wat inhoudt dat deze persoon relevante kennis en ervaring heeft opgedaan in de financiële bedrijfsvoering bij naar omvang gelijkwaardige rechtspersonen.  Dit wordt onderschreven en toegepast.  III.3.4 Alle commissarissen volgen na benoeming een introductieprogramma, waarin in ieder geval aandacht wordt besteed aan algemene financiële en juridische zaken, de financiële verslaggeving door de woningcorporatie, de specifieke aspecten die eigen zijn aan de betreffende corporatie en haar activiteiten en de verantwoordelijkheden van een commissaris. De raad van commissarissen beoordeelt jaarlijks op welke onderdelen leden van de raad van commissarissen gedurende hun benoemingsperiode behoefte hebben aan nadere introductie of opleiding. Het bestuur speelt hierin een faciliterende rol.  Dit wordt onderschreven en toegepast.  III.3.5 Een lid van de raad van commissarissen kan maximaal tweemaal voor een periode van vier jaar zitting hebben in de raad van commissarissen.  Dit wordt onderschreven en toegepast.  III.3.6 De raad van commissarissen stelt een rooster van aftreden vast om zo veel mogelijk te voorkomen dat veel leden van de raad van commissarissen tegelijk aftreden. Het rooster van aftreden wordt in ieder geval op de website van de woningcorporatie geplaatst.  Dit wordt onderschreven ent toegepast.  III.4 Rol van de voorzitter van de raad van commissarissen Principe: De voorzitter van de raad van commissarissen bereidt de agenda van de vergadering voor en leidt de vergaderingen van de raad, ziet toe op het goed functioneren van de raad en zijn commissies, draagt zorg voor een adequate informatievoorziening aan de leden van de raad, zorgt ervoor dat voldoende tijd bestaat voor de besluitvorming, draagt zorg voor een adequate introductie, is namens de raad van commissarissen het voornaamste aanspreekpunt voor het bestuur, en initieert de evaluatie van het functioneren van de raad van commissarissen en van het functioneren van het bestuur. De woningcorporatie draagt zorg voor een adequate ondersteuning van de voorzitter van de raad van commissarissen (informatie, agendering, evaluatie, introductie nieuwe leden, etc.)
67
Hoofdstuk 12 GOVERNANCECODE WONINGCORPORATIES
Uitwerking III.4.1 De voorzitter van de raad van commissarissen ziet erop toe dat: a) de leden van de raad van commissarissen tijdig de informatie ontvangen die nodig is voor de goede uitoefening van hun taak; b) voldoende tijd bestaat voor de beraadslaging en besluitvorming door de raad van commissarissen; c) de commissies van de raad van commissarissen naar behoren functioneren; d) de leden van het bestuur en de leden van de raad van commissarissen ten minste jaarlijks worden beoordeeld op hun functioneren; e) de contacten van de raad van commissarissen met het bestuur en ondernemingsraad (n.v.t. bij Woningbouwvereniging Reeuwijk) naar behoren verlopen; f) de commissarissen hun introductie- en opleidings- of trainingsprogramma volgen.  Dit wordt onderschreven en toegepast.  III.4.2 De voorzitter van de raad van commissarissen is geen voormalig bestuurder van de woningcorporatie.  Dit wordt onderschreven en toegepast.  III.5 Samenstelling en rol van twee kerncommissies van de raad van commissarissen Principe: De raad van commissarissen kan uit zijn midden een auditcommissie en een selectie-/remuneratiecommissie, dan wel andere commissies instellen. De taak van de commissies is om de besluitvorming van de raad van commissarissen voor te bereiden. Indien de raad van commissarissen besluit tot het niet instellen van een audit, en/of selectie-/remuneratiecommissie, dan geldt de van toepassing zijnde uitwerking in III.5.4, III.5.5, III.5.8, III.5.9, III.5.10, IV.1.2, IV.2.3 en IV.3.1 ten aanzien van de gehele raad van commissarissen. In het jaarverslag van de woningcorporatie doet de raad van commissarissen verslag van de uitvoering van de taakopdracht van de commissies in het boekjaar. Uitwerking III.5.1 De raad van commissarissen stelt voor iedere commissie een reglement op. Het reglement geeft aan wat de rol en verantwoordelijkheid van de betreffende commissie is, haar samenstelling en op welke wijze zij haar taak uitoefent.  Dit wordt onderschreven en toegepast.  III.5.2 De raad van commissarissen vermeldt in het jaarverslag de samenstelling van de afzonderlijke commissies, het aantal vergaderingen van de commissies, alsmede de belangrijkste onderwerpen die aan de orde zijn gekomen.  Dit wordt onderschreven en toegepast. 
68
Hoofdstuk 12 GOVERNANCECODE WONINGCORPORATIES
III.5.3 De raad van commissarissen ontvangt van elk van de commissies een verslag van de beraadslagingen en bevindingen. Dit wordt onderschreven en toegepast.  Auditcommissie III.5.4 De auditcommissie richt zich in ieder geval op het toezicht op het bestuur ten aanzien van: a) de werking van de interne risicobeheersing- en controlesystemen, waaronder het toezicht op de naleving van de relevante wet- en regelgeving en het toezicht op de werking van de integriteitscode; b) de financiële informatieverschaffing door de woningcorporatie (keuze van accountingpolicies, toepassing en beoordeling van effecten van nieuwe regels, prognoses, werk van in- en externe accountants ter zake, etc.); c) de naleving van aanbevelingen en opvolging van opmerkingen van in- en externe accountants; d) de voorgeschreven financiële informatieverschaffing aan de externe toezichthouder.  Er is besloten vooralsnog, gezien de omvang van de corporatie en de raad van toezicht, geen afzonderlijke auditcommissie te vormen. Op de overige artikelen onder III.5 is dit ook de van toepassing zijnde uitleg.  III.5.5 De auditcommissie is het eerste aanspreekpunt van de externe accountant wanneer deze onregelmatigheden constateert in de inhoud van de financiële berichten of in de gevolgde procedures ten behoeve van de financiële verslaggeving.
III.5.6 Het voorzitterschap van de auditcommissie wordt niet vervuld door een voormalig lid van het bestuur van de woningcorporatie.
III.5.7 Van de auditcommissie maakt ten minste een financieel expert in de zin van uitwerking III.3.3 deel uit.
III.5.8 De auditcommissie bepaalt of en wanneer de voorzitter, het lid van het bestuur verantwoordelijk voor financiële zaken en/of de externe accountant bij de vergadering van de commissie aanwezig zijn.
III.5.9 De auditcommissie overlegt zo vaak als zij dit noodzakelijk acht, doch ten minste éénmaal per jaar buiten aanwezigheid van leden van het bestuur met de externe accountant.
69
Hoofdstuk 12 GOVERNANCECODE WONINGCORPORATIES
Selectie- en remuneratiecommissie III.5.10 De selectie- en remuneratiecommissie heeft in ieder geval de volgende taken: a) het doen van een voorstel voor selectiecriteria en benoemingsprocedure inzake de leden van de raad van commissarissen en leden van het bestuur; b) het doen van een voorstel voor een profielschets van de raad van commissarissen; c) het werven, selecteren en voordragen van leden van de raad van commissarissen ter benoeming door de raad van commissarissen; d) het doen van een voorstel aan de raad van commissarissen betreffende het te voeren bezoldigingsbeleid; e) het doen van een voorstel inzake de bezoldiging van de individuele leden van het bestuur ter vaststelling door de raad van commissarissen; en f) het opmaken van het remuneratierapport als bedoeld in Uitwerking II.2.3. Dit wordt onderschreven en toegepast. Voor de toepassing van het remunerartierapport wordt gehandeld conform hetgeen onder II.2.3 is beschreven.  III.5.11 Het voorzitterschap van de selectie- en remuneratiecommissie wordt niet vervuld door een voormalig lid van het bestuur van de woningcorporatie.  Dit wordt onderschreven en toegepast.  III.6 Tegenstrijdige belangen Principe: Elke vorm en schijn van belangenverstrengeling tussen de woningcorporatie en leden van de raad van commissarissen wordt vermeden. Besluiten tot het aangaan van transacties door de woningcorporatie waarbij tegenstrijdige belangen van leden van de raad van commissarissen kunnen spelen, die van materiële betekenis zijn voor de woningcorporatie en/of voor de betreffende leden van de raad van commissarissen, behoeven de goedkeuring van de raad van commissarissen. De raad van commissarissen is verantwoordelijk voor de besluitvorming over de omgang met tegenstrijdige belangen bij leden van het bestuur, leden van de raad van commissarissen en de externe accountant in relatie tot de woningcorporatie. Het door een lid van de raad van commissarissen aanvaarden van een nevenfunctie die gezien aard of tijdsbeslag van betekenis is voor de uitoefening van de taak van commissaris behoeft voorafgaande goedkeuring van de raad van commissarissen. Uitwerking III.6.1 Een lid van de raad van commissarissen meldt een (potentieel) tegenstrijdig belang dat van betekenis is voor de woningcorporatie en/of voor het betreffende lid van de raad van commissarissen terstond aan de voorzitter van de raad van commissarissen en verschaft daarover alle relevante informatie, inclusief de relevante informatie inzake zijn echtgenoot, geregistreerde partner of een andere levensgezel, pleegkind en bloed- en aanverwanten tot in de tweede graad. Indien de voorzitter van de raad van commissarissen een
70
Hoofdstuk 12 GOVERNANCECODE WONINGCORPORATIES
(potentieel) tegenstrijdig belang heeft dat van materiële betekenis is voor de woningcorporatie en/of voor zichzelf, meldt hij dit terstond aan de vice-voorzitter van de raad van commissarissen en verschaft daarover alle relevante informatie, inclusief de relevante informatie inzake zijn echtgenoot, geregistreerde partner of een andere levensgezel, pleegkind en bloed- en aanverwanten tot in de tweede graad. Aan de beoordeling van de raad van commissarissen of sprake is van een tegenstrijdig belang neemt het betreffende lid van de raad van commissarissen niet deel.  Dit wordt onderschreven en toegepast.  III.6.2 Een lid van de raad van commissarissen neemt niet deel aan de discussie en de besluitvorming over een onderwerp of transactie waarbij dit lid van de raad van commissarissen een tegenstrijdig belang heeft.  Dit wordt onderschreven en toegepast.  III.6.3 Besluiten tot het aangaan van transacties waarbij tegenstrijdige belangen van leden van de raad van commissarissen spelen die van materiële betekenis zijn voor de woningcorporatie en/of voor de betreffende leden van de raad van commissarissen behoeven goedkeuring van de raad van commissarissen. Dergelijke transacties worden gepubliceerd in het jaarverslag van de woningcorporatie met vermelding van het tegenstrijdig belang en de verklaring dat de bepalingen III.6.1 tot en met III.6.3 zijn nageleefd.  Dit wordt onderschreven en toegepast.  III.6.4 Het reglement van de raad van commissarissen bevat regels ten aanzien van de omgang met (potentieel) tegenstrijdige belangen bij leden van het bestuur, leden van de raad van commissarissen en de externe accountant in relatie tot de woningcorporatie, en voor welke transacties goedkeuring van de raad van commissarissen nodig is.  Dit wordt onderschreven en toegepast.  III.6.5 Een gedelegeerd lid van de raad van commissarissen is een lid van de raad van commissarissen met een bijzondere taak. De delegatie kan niet verder gaan dan de taken die de raad van commissarissen zelf heeft en omvat niet het besturen van de woningcorporatie. Zij strekt tot intensiever toezicht en advies en meer geregeld overleg met het bestuur. De delegatie is slechts van tijdelijke aard. De delegatie kan niet de taak en bevoegdheid van de raad van commissarissen wegnemen. Het gedelegeerd lid van de raad van commissarissen blijft lid van de raad van commissarissen  Dit wordt onderschreven en toegepast. 
71
Hoofdstuk 12 GOVERNANCECODE WONINGCORPORATIES
III.6.6 Het lid van de raad van commissarissen dat tijdelijk voorziet in het bestuur bij belet en ontstentenis van leden van het bestuur treedt voor deze periode uit de raad van commissarissen om de bestuurstaak op zich te nemen.  Dit wordt onderschreven en toegepast.  III.7 Bezoldiging raad van commissarissen Principe: De raad van commissarissen stelt de bezoldiging van de leden van de raad van commissarissen vast met inachtneming van de Honoreringscode commissarissen van de VTW. De bezoldiging van een lid van de raad van commissarissen is niet afhankelijk van de resultaten van de woningcorporatie. De toelichting op de jaarrekening bevat in ieder geval informatie over de hoogte en de structuur van de bezoldiging van de individuele leden van de raad van commissarissen. Uitwerking III.7.1 De woningcorporatie verstrekt aan de leden van de raad van commissarissen geen persoonlijke leningen of garanties. Dit wordt onderschreven en toegepast.  IV. De audit van de financiële verslaggeving en de positie van de interne-controlfunctie en van de externe accountant. IV.1 Financiële verslaggeving Principe: Het bestuur is verantwoordelijk voor de kwaliteit en de volledigheid van de openbaar gemaakte financiële berichten. De raad van commissarissen ziet erop toe dat het bestuur deze verantwoordelijkheid vervult. Uitwerking IV.1.1 Het opstellen en de publicatie van het jaarverslag, de jaarrekening en andere financiële berichten die worden gepubliceerd vergen zorgvuldige interne procedures. De raad van commissarissen houdt toezicht op het volgen van deze procedures.  Dit wordt onderschreven en toegepast.  IV.1.2 De raad van commissarissen beoordeelt of en hoe de externe accountant wordt betrokken bij de inhoud en publicatie van financiële berichten, anders dan de jaarrekening.  Dit wordt onderschreven en toegepast.
72
Hoofdstuk 12 GOVERNANCECODE WONINGCORPORATIES
IV.1.3 Het bestuur is verantwoordelijk voor het instellen en handhaven van interne procedures die ervoor zorgen dat alle belangrijke financiële informatie bij het bestuur bekend is, zodat de tijdigheid, volledigheid en juistheid van de interne en externe financiële verslaggeving worden gewaarborgd. Vanuit dit oogpunt zorgt het bestuur ervoor dat de financiële informatie aangaande ondernemingen waarover de woningcorporatie overwegende zeggenschap uitoefent, rechtstreeks aan hem wordt gerapporteerd. De raad van commissarissen houdt toezicht op de instelling en handhaving van deze interne procedures.  Dit wordt onderschreven en toegepast waarbij opgemerkt dat de dat de belangrijke procedures in 2012 geactualiseerd worden.
IV.2 Rol, benoeming, beloning en beoordeling van het functioneren van de externe accountant. Principe: De raad van commissarissen benoemt de externe accountant en stelt de beloning van de externe accountant vast. De raad van commissarissen laat zich daartoe door het bestuur adviseren. Uitwerking IV.2.1 De externe accountant kan over zijn verklaring omtrent de getrouwheid van de jaarrekening worden bevraagd door de raad van commissarissen. Dit wordt onderschreven en toegepast.  IV.2.2 Het bestuur en de auditcommissie rapporteren jaarlijks afzonderlijk aan de raad van commissarissen over de ontwikkelingen in de relatie met de externe accountant, waaronder in het bijzonder zijn onafhankelijkheid (met inbegrip van de wenselijkheid van het verrichten van niet-controlewerkzaamheden voor de woningcorporatie verricht door hetzelfde kantoor). Mede op grond hiervan bepaalt de raad van commissarissen zijn benoeming van een externe accountant.  Dit wordt onderschreven en toegepast. Er is geen auditcommissie gevormd.  IV.2.3 De externe accountant wordt benoemd voor een periode van maximaal vier jaar waarbij herbenoeming telkens voor een periode van maximaal vier jaar kan plaatsvinden. Het bestuur en de auditcommissie maken ieder ten minste éénmaal in de vier jaar een grondige beoordeling van het functioneren van de externe accountant in de diverse entiteiten en capaciteiten waarin de externe accountant fungeert. De beoordeling wordt besproken in de raad van commissarissen. De raad maakt van zijn belangrijkste bevindingen melding in het jaarverslag van de woningcorporatie. Dit wordt onderschreven, waarbij de grondige beoordeling in 2012 wordt toegepast.  IV.2.4 De opdrachtverlening tot en de bezoldiging van het uitvoeren van niet-controlewerkzaamheden door de externe accountant worden, na overleg met het bestuur, goedgekeurd door de raad van commissarissen  Dit wordt onderschreven en toegepast.
73
Hoofdstuk 12 GOVERNANCECODE WONINGCORPORATIES
IV.3 Interne-controlefunctie Principe: De interne accountant c.q. controller, die een belangrijke rol kan spelen in het beoordelen en toetsen van interne risicobeheersing- en controlesystemen, functioneert onder de verantwoordelijkheid van het bestuur. Indien aan een woningcorporatie geen interne accountant c.q. controller is verbonden is dit principe en daaruit afgeleide uitwerking van overeenkomstige toepassing op de financieel verantwoordelijke van de woningcorporatie. Uitwerking IV.3.1 De externe accountant en de auditcommissie worden betrokken bij het opstellen van het werkplan van de interne accountant. Zij nemen ook kennis van de bevindingen van de interne accountant c.q. controller. De raad van commissarissen beoordeelt of en in hoeverre de externe accountant wordt gevraagd zijn bevindingen ter zake aan de raad van commissarissen te rapporteren.  Dit wordt onderschreven, Woningbouwvereniging Reeuwijk kent geen intern accountant. Voor het overige wordt het toegepast.  IV.4 Relatie en communicatie van de externe accountant met de organen van de woningcorporatie Principe: De externe accountant woont in ieder geval de vergadering van de raad van commissarissen bij waarin over de vaststelling van de jaarrekening wordt besloten. De externe accountant rapporteert zijn bevindingen betreffende het onderzoek naar de jaarrekening gelijktijdig en op dezelfde wijze aan het bestuur en de raad van commissarissen. Uitwerking IV.4.1 Het verslag van de externe accountant ingevolge artikel 2:393 lid 4 BW bevat datgene wat de externe accountant met betrekking tot de controle van de jaarrekening en de daaraan gerelateerde controles onder de aandacht van het bestuur en de raad van commissarissen wil brengen. Daarbij komen ten minste de volgende onderwerpen aan de orde: A. Met betrekking tot de accountantscontrole: - informatie over zaken die van belang zijn voor de beoordeling van de onafhankelijkheid van de externe accountant; - informatie over de gang van zaken tijdens de controle als ook de samenwerking met interne accountants en eventueel andere externe accountants, discussiepunten met het bestuur, een overzicht van niet-aangepaste correcties, etc. B. Met betrekking tot de financiële cijfers: - analyses van ontwikkelingen van het vermogen en resultaat, die niet in te publiceren cijfers voorkomen en die naar de mening van de externe accountant bijdragen aan het inzicht in de financiële positie en resultaten van de woningcorporatie; - commentaar op de verwerking van eenmalige posten, de effecten van schattingen en de wijze waarop deze tot stand zijn gekomen, de keuze van accountingpolicies wanneer ook andere keuzes mogelijk waren, alsmede bijzondere effecten als gevolg daarvan; - opmerkingen over de kwaliteit van prognoses en budgetten.
74
Hoofdstuk 12 GOVERNANCECODE WONINGCORPORATIES
C. Met betrekking tot de werking van de interne risicobeheersing- en controlesystemen (inclusief betrouwbaarheid en continuïteit van de geautomatiseerde gegevensverwerking) en de kwaliteit van de interne informatievoorziening: - verbeterpunten, geconstateerde leemten en kwaliteitsbeoordelingen; - opmerkingen over bedreigingen en risico’s voor de woningcorporatie en de wijze waarop daarover in te publiceren gegevens gerapporteerd dient te worden; - naleving van statuten, instructies, regelgeving, vereisten van externe toezichthouders, etc.  Dit wordt onderschreven en toegepast.
V. Maatschappelijke verantwoording en beleidsbeïnvloeding door belanghebbenden V.1 Principe: Het bestuur hanteert een visie op de maatschappelijke positie van de woningcorporatie als uitgangspunt voor zijn beleid. Het bestuur vertaalt die visie in een missie en beleidsdoelstellingen. Het bestuur betrekt belanghebbenden bij beleidsvorming en voert met hen een dialoog over de uitvoering van het beleid. Het bestuur geeft inzicht in de realisatie van de beleidsdoelstellingen en communiceert hierover met relevante belanghebbenden. Uitwerking V.1.1 Het bestuur betrekt de in zijn ogen relevante belanghebbenden bij het beleid en onderzoekt periodiek of zij nog wel met de meest relevante belanghebbenden in gesprek is.  Dit wordt onderschreven en toegepast.  V.1.2 Het bestuur maakt in zijn verantwoording zichtbaar met wie en hoe de belanghebbendendialoog is gevoerd en tot welke aanpassingen in het beleid de dialoog aanleiding heeft gegeven.  Dit wordt onderschreven en toegepast.  V.1.3 Het bestuur verantwoordt zich aan de raad van commissarissen over wat onder V.1.1 en V.1.2 staat vermeld.  Dit wordt onderschreven en toegepast.  V.2 Principe: De woningcorporatie laat zich een keer per vier jaar visiteren waarbij een gestructureerd oordeel wordt gegeven over het volkshuisvestelijk en maatschappelijk presteren. Visitatie is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van bestuur en raad van commissarissen.
75
Hoofdstuk 12 GOVERNANCECODE WONINGCORPORATIES
V.2.1 Visitatie heeft betrekking op het volkshuisvestelijk en maatschappelijk presteren, op de wijze waarop belanghebbenden in de gelegenheid zijn gesteld invloed uit te oefenen op het beleid en op de kwaliteit van de governance.  Dit wordt onderschreven en toegepast.  V.2.2 Het visitatierapport, alsmede het standpunt terzake van bestuur en raad van commissarissen, wordt op de website van de woningcorporatie geplaatst.  Dit wordt onderschreven. De toepassing heeft als volgt plaatsgevonden. Het visitatierapport is op de website geplaatst. Vanaf de eerstvolgende visitatie wordt ook het standpunt van het bestuur en de raad van toezicht op de website geplaatst.  V.2.3 Het visitatierapport wordt besproken in het overleg met belanghebbenden op basis van het standpunt van bestuur en raad van commissarissen.  Dit wordt onderschreven en vanaf de eerstvolgende visitatie toegepast. 
76
Hoofdstuk 13 SLOT
Het bestuur bedankt allen die in 2011 hebben meegewerkt om de doelstelling van de Woningbouwvereniging Reeuwijk te realiseren: werken aan goed wonen in leefbare kernen in Reeuwijk. Reeuwijk, 10 mei 2012 Vincent van Luit directeur-bestuurder
77
kengetallen
omschrijving
2011 2010 2009 2008 2007
Aantal verhuureenheden Woningen/woongebouwen
1033 1.041 1.048 1.035 1.035
Balans en winst- en verliesrekening in e Eigen vermogen/woning Onderhoudskosten/woning
19.607
18.939
4.968
4.394
4.148
1.257 1.234 2.114 2.330 1.334
Bedrijfskosten incl. personeelskosten excl. servicekosten/woning Jaarresultaat/woning
1.379
1.278
875
-4.770 -1.883
932
628
849
246 -1.358
Materiële vaste activa per woning
36.004
30.755
19.850
17.292
Lang vreemd vermogen per woning
13.610
14.726
15.605
14.175
13.460
208.187
211.427
211.427
206.369
199.443
35.336
31.114
31.187
21.924
21.265
Economische waarde (WOZ) per woning Bedrijfswaarde per woning
18.335
Financiële continuïteit Solvabiliteit (EV/TV) in %
49,91
53,6
22,1
21,1
Liquiditeit (vl activa/vl passiva) Rentabiliteit eigen vermogen (winst/EV) in %
20,4
0,84
1,14
0,94
1,6
3,1
-24,33
9,9
12,6
5,9
-24,7
4,6
4,95
4,8
4,8
5,0
-10,48
7,4
6,2
4,4
-3,2
Rente vreemd vermogen (rente/gem. schuldrest) in % Rentabiliteit totaal vermogen (winst + bet. rente/TV) in % Interne financiering/woning (x e 1)
24.397 18.638 5.222 3.125 4.886
Huren Gemiddeld per maand per woning per 30 juni: • sociale huursector
415
396
383
378
370
• vrije huursector
1.025
1.018
1.005
927
902
Gemiddelde woningwaardering in punten*
141,6
136
141
139,7
Gemiddelde huurprijs per punt in e*
139,2
2,93 2,91 2,72 2,71 2,66
Gemiddelde huurverhoging per 1 juli in %: • sociale huurwoningen
1,3
1,2
2,5
1,6
1,1
• vrije huursector
1,3
1,2
2,5
2,0
2,7
Huurachterstand in % bruto jaarhuur
0,24
0,29
0,50
0,76
0,84
Huurderving in % bruto jaarhuur
1,01
1,01
0,78
0,17
0,18
55
46
73
54
Aantal mutaties (per 1000 woningen)
51
Woningvoorraad goedkoop**
319 354 356 389 390
betaalbaar**
657 641 643 506 505
duur**
50 39 42 133 133
vrije sector**
*
7 7 7 7 7
exclusief appartementen in vrije huursector
** voor een nadere definiëring wordt verwezen naar het jaarverslag De kerngetallen 2011 en 2012 zijn gebaseerd op de stelselwijziging. De kerngetallen 2007 t/m 2009 zijn hierop niet aangepast.
78
79
Balans per 31 december 2011 (en 2010) in €
ACTIVA
31 december
31 december
2011 2010 E
E
E
34.979.174
30.945.348
1.807.016
691.119
VASTE ACTIVA Materiële vaste activa • Sociaal vastgoed • Onroerende zaken in ontwikkeling • Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie
405.956
379.820
Vastgoedbeleggingen
37.192.146
32.016.287
1.780.000 1.444.442
38.972.146
33.460.729
VLOTTENDE ACTIVA Vorderingen • Huurdebiteuren
9.827
4.456
• Overige vorderingen
6.055
5.805
• Overlopende activa
252.572
1.842.326
268.454
1.852.587
1.336.270
1.441.299
1.604.724
3.293.886
LIQUIDE MIDDELEN TOTAAL
80
40.576.870 36.754.615
Balans per 31 december 2011 (en 2010) in €
PASSIVA
31 december
31 december
2011 2010
E
E
E
EIGEN VERMOGEN • Overige reserves
20.253.914
19.715.460
VOORZIENINGEN • Voorziening latente belastingverplichting
35.416
35.416
• Voorziening onrendabele investering nieuwbouw
4.612.332
59.105
4.647.748
94.521
LANGLOPENDE SCHULDEN • Leningen kredietinstellingen
13.769.865
14.058.635
38.671.527
33.868.616
KORTLOPENDE SCHULDEN • Schulden aan kredietinstellingen
288.770
1.271.294
• Schulden aan leveranciers
778.535
483.789
premies sociale verzekeringen
275.859
491.141
• Overlopende passiva
562.179
639.775
• Belastingen en
1.905.343
2.885.999
TOTAAL
81
40.576.870 36.754.615
Winst- en verliesrekening over 2011 (en 2010) in €
OMSCHRIJVING BEGROOT WERKELIJK WERKELIJK
2011 2011 2010
€
€
€
BEDRIJFSOPBRENGSTEN Huren
5.374.000 5.161.521 5.075.288
Vergoedingen Verkoop onroerende zaken
132.000 1.136.000
1.374.074
1.007.824
9.000
19.775
12.818
Overige opbrengsten TOTAAL OPBRENGSTEN
85.482 118.441
6.651.000 6.640.852 6.214.371
BEDRIJFSLASTEN Afschrijvingen op materiële vaste activa
705.000
1.221.416
1.231.583
Overige waardeveranderingen van materiële vaste activa
1.913.000
6.901.024
-448.269
378.000
398.421
381.100
50.000
54.018
52.995
Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten
74.000 73.126 69.160
Lasten onderhoud
1.943.000
1.298.495
1.284.836
Overige bedrijfslasten
1.195.000
1.007.790
945.015
TOTAAL LASTEN
6.258.000 10.954.290 3.516.420
BEDRIJFSRESULTAAT
393.000 -4.313.438 2.697.951
Financiële baten en lasten Rentebaten
17.000 61.991 17.095
Rentelasten
748.000 675.863 750.780
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFS- UITOEFENING voor belastingen
-338.000 -4.927.310 1.964.266
Belastingen JAARRESULTAAT
358.000
0 3.576
-696.000 -4.927.310 1.960.690
82
WAARDERINGSGRONDSLAGEN
1 Algemeen Met ingang van 2011 worden de materiele vaste activa in exploitatie niet meer gewaardeerd op basis van historische kostprijs/lagere bedrijfswaarde maar op basis van actuele waarde. Als actuele waarde is de bedrijfswaarde respectievelijk taxatie waarde gekozen overeenkomstig de nieuwe Richtlijn 645 Toegelaten instellingen volkshuisvesting ( RJ 645). De reden voor de stelselwijziging is dat de waardering tegen actuele waarde een beter inzicht geeft in de effecten van de door woningbouwvereniging Reeuwijk vastgestelde beleidskeuzes op het gebeid van huren, investeringen, onderhoud en verkoop. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de huidige Richtlijn 645 Toegelaten instellingen zijn: • het classificeren en kwalificeren van onroerende zaken in exploitatie in sociaal of commercieel vastgoed. • het aanscherpen van het actuele waardebegrip van sociaal en commercieel vastgoed. • het opnemen van een passage over afschrijvingen • de verwerking van opbrengsten van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden • het opnemen van aangepaste modellen voor de balans en winst- en verliesrekening • het opnemen van een passage over de verwerking van de vennootschapsbelasting. Stelselwijziging en aanpassing vergelijkende cijfers. Kenmerkend voor een stelselwijziging zoals hiervoor is beschreven, is dat de vergelijkende cijfers van het voorgaande jaar aangepast moeten worden alsof het nieuwe stelsel al zou zijn toegepast. Het effect van de stelselwijziging op het vermogen per 1-1- 2010 bedraagt € 11.905.723,-- en is als volgt weer te geven.
2011 2010 € € Eigen vermogen 1 januari
19.715.460
5.206.091
Correctie eigen vermogen per 1-1-2010 (cumulatieve effect)
0,00
11.905.723
Herrekend eigen vermogen 1 januari 19.715.460 17.111.814 Resultaat boekjaar: Jaarresultaat -4.927.310 1.960.000 Mutatie actuele waarde bij positieve herwaardering
5.465.764
642.956
Resultaat boekjaar na stelselwijziging
538.454
2.603.646
Eigen vermogen 31 december
20.253.914 19.715.460
2 Complexindeling Met ingang van 2011 is de complexindeling omgezet in een indeling op basis van woonkernen.
83
WAARDERINGSGRONDSLAGEN
3 Balanswaardering Materiele vaste activa Sociaal vastgoed in exploitatie Naar typologie zijn conform de nieuwe RJ 645 (2012) de materiele vaste activa onderverdeeld in sociaal vastgoed en vastgoedbeleggingen. Het sociaal vastgoed omvat de huurwoningen waarvan de huurprijs beneden de grens voor de huurtoeslag ligt (2012: € 652,--) en het maatschappelijk vastgoed dat voldoet aan de definitie-eisen uit de bijlage van de Europese Commissie d.d. 15 december 2009. Het overige vastgoed is getypeerd als belegging. Het sociaal vastgoed kan gekwalificeerd worden als bedrijfsmiddel of belegging. Van belegging is sprake indien de corporatie o.a. een exploitatiebeleid voert dat gericht is op het behalen van een zo hoog mogelijk rendement (maximaliseren van de huuropbrengsten en/of minimaliseren van de kosten). Het huidige beleid is niet gericht op het behalen van een maximaal rendement op de sociale huurwoningen. Derhalve is dit deel van het bezit gekwalificeerd als bedrijfsmiddel en gewaardeerd op actuele waarde. Het commercieel vastgoed (vastgoedbelegging) is gewaardeerd op taxatiewaarde. De indeling naar kasstroomgenererende eenheid is gedefinieerd op complexniveau. Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de eigen exploitatie De onroerende zaken in ontwikkeling zijn gewaardeerd tegen de op balansdatum bestede kosten. Met betrekking tot de in aanbouw zijnde complexen huurwoningen is de geraamde onrendabele top in mindering gebracht op de geactiveerde kosten. Onroerende zaken ten dienste van de exploitatie De onroerende zaken ten dienste van de exploitatie zijn gewaardeerd tegen de (lagere) taxatiewaarde in 2002 ten opzichte van de historische kostprijs, met daarop in mindering de afschrijving gebaseerd op de verwachte levensduur.
Vastgoedbeleggingen Onder vastgoedbeleggingen zijn de huurwoningen met huurprijs boven de grens voor de huurtoeslag opgenomen. De vastgoedbeleggingen zijn gewaardeerd op taxatiewaarde.
Vlottende activa Vorderingen Deze zijn berekend en opgenomen tegen de nominale waarde. De verwachting is dat deze posten in het begin van 2012 worden geïnd. De looptijd van de vorderingen bedraagt minder dan een jaar. Liquide middelen De banksaldi zijn direct opeisbaar en staan ter vrij beschikking van de de Woningbouwvereniging Reeuwijk.
84
WAARDERINGSGRONDSLAGEN
Voorzieningen Voorziening onrendabele toppen nieuwbouw Voor de per balansdatum aangegane verplichtingen voor de projecten in ontwikkeling is een voorziening gevormd. Voor het verschil tussen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en de bedrijfswaarde is een voorziening gevormd. De voorziening wordt gevormd indien het plan zicht in de definitieve ontwerpfase bevindt.
Langlopende schulden Leningen kredietinstellingen Deze zijn opgenomen voor de restant schuld per ultimo boekjaar.
Overige passiva Voor zover in het voorgaande niet anders is aangegeven, worden de overige passiva gewaardeerd op de nominale waarde.
4 Resultaatbepaling Algemeen Als baten worden die bedragen verantwoord die op de balansdatum geïnd of invorderbaar waren; als lasten die bedragen die op de balansdatum betaald of verschuldigd waren. De waarderingsmethoden ter bepaling van het resultaat zijn gelijk aan die welke voor de samenstelling van de balans worden toegepast.
Huren Het betreft de te ontvangen netto huren, exclusief de vergoedingen voor leveringen van diensten en onder aftrek van huurderving wegens leegstand en oninbaarheid.
Verkoop onroerende goederen Dit betreft net (netto)resultaat van verkochte woningen en het resultaat op projecten voor koopwoningen.
Vergoedingen Betreft van huurders ontvangen vergoedingen voor leveringen en diensten.
Overige bedrijfsopbrengsten Hieronder worden de opbrengsten en overige dienstverlening aan derden verantwoord.
85
WAARDERINGSGRONDSLAGEN
Afschrijvingen De afschrijvingen op het sociaal vastgoed zijn gebaseerd op actuele waarde van het sociaal vastgoed aan het begin van het verslagjaar. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de geschatte economische levensduur. De onroerende zaken ten dienste van de exploitatie zijn gewaardeerd tegen de (lagere) taxatiewaarde in 2002 ten opzichte van de historische kostprijs, met daarop in mindering de afschrijving gebaseerd op de verwachte levensduur. De afschrijvingstermijnen bedragen: • Kantoorpand:
50 jaar
• Inventarissen:
3/4/5/10 jaar
• Belettering:
15 jaar
Overige waardeveranderingen materiële vaste activa Indien ultimo van het jaar de stand van de herwaarderingsreserve negatief is vindt via een dotatie ten laste van het jaarresultaat aanvulling plaats tot het negatieve bedrag. Verder vindt via deze post terugname plaats van in het verleden afgeboekte onrendabele toppen Ook worden onder deze post dotaties aan de voorziening voor onrendabele toppen verantwoord voor toekomstige nieuwbouwprojecten.
Kosten onderhoud Hieronder worden de uitgaven van het planmatig en het strategisch onderhoud verantwoord, alsmede de kosten in verband met het klachten- en mutatieonderhoud.
Lonen en salarissen Hieronder zijn de brutosalarissen opgenomen.
Sociale lasten Hieronder zijn de sociale lasten opgenomen.
Pensioenlasten De pensioenregeling is ondergebracht bij de Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties (SPW) en is naar zijn aard een toegezegde pensioenregeling. De corporatie heeft in het geval van een tekort bij het SPW geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen anders dan hogere toekomstige premies.
Overige bedrijfslasten Hieronder worden de overige kosten verantwoord die zijn gemaakt in het kader van de gewone bedrijfsvoering, zoals huisvesting, bestuurskosten, algemene kosten, overige personeelskosten, belastingen, verzekeringen en servicekosten.
86
WAARDERINGSGRONDSLAGEN
Rentebaten Dit betreft de ontvangen rente op bij banken aangehouden rekeningen en de bijschrijving van de rente op de nog te vorderen BWS-subsidies.
Rentelasten Dit betreft de ten laste van het verslagjaar komende rente op leningen.
Belastingen In RJ 272.306 is geregeld dat voor alle verrekenbare tijdelijke verschillen tussen de fiscale en commerciële waardering een latente belastingpost dient te worden gevormd tot het bedrag dat het waarschijnlijk is dat er fiscale winst beschikbaar zal zijn voor verrekening. De waardering van latente belastingverplichtingen en latente belastingvorderingen is gebaseerd op de fiscale gevolgen van de per balansdatum voorgenomen wijze van realisatie of afwikkeling van de activa, voorzieningen, schulden of overlopende passiva. De voorgenomen wijze van realisatie of afwikkeling is gebaseerd op het strategisch voorraadbeleid. De horizon voor toetsing bedraagt derhalve een periode tussen de vijf tot maximaal tien jaren. Om deze reden is ten aanzien van de waarderingsverschillen uit hoofde van het bezit (onder andere openingsbalans materiële vaste activa per 1 januari 2008) geen latenties in de jaarrekening verwerkt. De berekening van de latente belastingvorderingen en -verplichtingen geschiedt tegen de belastingtarieven die op het einde van het verslagjaar gelden, of tegen de tarieven die in de komende jaren gelden, voor zover deze al bij wet zijn vastgesteld. Latente belastingvorderingen uit hoofde van verrekenbare verschillen en beschikbare voorwaartse verliescompensatie worden opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee verliezen kunnen worden gecompenseerd en verrekeningsmogelijkheden kunnen worden benut. Latente belastingvorderingen zijn opgenomen onder de financiële vaste activa indien de verwachte looptijd > 1 jaar, latente belastingverplichtingen zijn opgenomen onder de voorzieningen. Ten aanzien van de acute belastinglast en belastinglatenties in de jaarrekening zijn een aantal standpunten ingenomen die eerst bij afwerking van de aangifte over de verslagjaren 2006 tot en met 2011 door de fiscus zullen worden getoetst. Dientengevolge kan de fiscale last over 2011 en voorgaande jaren nog wijzigingen ondergaan.
5 Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld in overeenstemming met de indirecte methode.
87
Toelichting op balans en winst - en verliesrekening
ACTIVA 31-12-2011 31-12-2010
MATERIELE VASTE ACTIVA Sociaal vastgoed Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie Totaal
€
€
34.979.174
30.945.348
1.807.016
691.119
405.956
379.820
37.192.146
32.016.287
30.945.348
18.552.877
Sociaal vastgoed Saldo per 1 januari • Waardeverandering ivm negatieve herwaardering per 1-1-2010
-
• Waardeverandering ivm positieve herwaardering per 1-1-2010
-
Sociaal vastgoed op basis van actuele waarde per 1 januari
640.13612.606.134
30.945.348 30.518.875
Voorraadmutaties in het boekjaar: • Investeringen
348.261
728.078
• Desinvesteringen
-169.235
-136.125
• Verbeteringen
550.126
178.987
• Afschrijvingen
-1.132.477
• Overige waardeveranderingen
4.437.151
Mutatie actuele waarde
4.033.826 426.473
-1.165.286 820.819
Saldo per 31 december
34.979.174 30.945.348
Van de woningen en woongebouwen in exploitatie zijn 18 + 76 woningen geselecteerd voor verkoop. In 2010 en 2011 zijn respectievelijk 7 en 8 woningen verkocht.
88
Toelichting op balans en winst - en verliesrekening
Zekerheden: Er zijn geen activa als zekerheid gesteld voor de aangetrokken geldleningen. Verzekering: De vaste activa zijn verzekerd voor brand-, bliksem-, ontploffing-, storm- en vliegtuigschade. Alle woningen zijn verzekerd zonder opname van een verzekerd bedrag. In geval van schade zal de verzekeraar geen beroep doen op onderverzekering. Uitgangspunten actuele waardeberekening 2011 2010
Disconteringsvoet
5,25% 5,25%
Nieuwe leningen/herfinanciering
5,25%
5,25%
Stijging beheerskosten
3%
3%
Stijging onderhoudskosten
3%
3%
Huurverhoging: • 1e jaar
2%
1,30%
• vanaf 2e jaar
2%
2%
Harmonisatie Huurderving
0,25%
0,25%
Bedrijfskosten
jaarbegroting 2012
jaarbegroting 2011
meerjaren onderhoudsbegroting
meerjaren onderhoudsbegroting
oorspronkelijke aanschafprijs
oorspronkelijke aanschafprijs
Onderhoud Waarde grond
Verkopen
2 0
Minimale exploitatieperiode
10 jr
89
10 jr
Toelichting op balans en winst - en verliesrekening
31-12-2011 31-12-2010
Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling
€
Saldo per 1 januari
691.119
€ 761.512
Mutaties: • Investeringen in nieuwbouw
3.131.068
657.685
• Bijkomende kosten 18 woningen Langs de Lijn
344.502
• Doorberekende kosten 18 woningen Langs de Lijn
-409.163
• Resultaat ontwikkeling 18 woningen Langs de Lijn
0
64.661
• In exploitatie genomen grond erfpacht WDS-locatie
0
-728.078
-348.261
0
-450.860
0
projecten in ontwikkeling
-1.216.050
0
Saldo per 31 december
1.807.016 691.119
• Overgeboekt naar activa in exploitatie BSO • Afgeboekt tlv verlies en winstrekening Maxima fase 1A en 18 won. langs de Lijn Af: Dotatie aan de voorziening onrendabele investeringen
De specificatie van de onroerende en roerende zaken in ontwikkeling is als volgt weer te geven:
€
€
Wollegras balkonuitbouw
3.570
0
Grond WDS locatie
33.252
0
Kosten BSO (afgeboekt tlv resultaat)
0
348.261
Maximalocatie (afgeboekt tlv resultaat)
0
269.769
Maxima fase 1b 1.168.266
0
Maxima fase 2
56.802
0
Winkelcentrum Driebruggen/twee appartementen
32.473
Westveen
21.997
Miereakker 100.198 Locatie politiebureau Reeuwijk - Brug
0 0
0
66.921
Medisch Cluster 1.606.508
5.081
Moerweide 0
1.087
3.023.066
691.119
Af: Dotatie voorziening onrendabele investeringen -1.216.050 0
projecten in ontwikkeling Saldo
1.807.016 691.119
De onroerende en roerende zaken in ontwikkeling zijn opgenomen voor de feitelijk tot de balansdatum uitgegeven bedragen, onder aftrek van de geraamde onrendabele top.
90
Toelichting op balans en winst - en verliesrekening
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie
31-12-2011 31-12-2010
Saldo per 1 januari:
€
€
• Aanschafwaarde
630.052
619.205
• Cumulatieve afschrijvingen inclusief waardeveranderingen
250.232
214.609
Boekwaarde per 1 januari
379.820 404.596
Mutaties in het boekjaar: • Investeringen
67.017
11.596
• Desinvesteringen
-910
-749
• Afschrijvingen
-39.971
-36.372
• Correctie afschrijvingen
749
Totaal mutaties
26.136 -24.776
Saldo per 31 december: • Aanschaffingswaarde
696.159
630.052
• Cumulatieve afschrijvingen inclusief waardeveranderingen
290.203
250.232
Boekwaarde per 31 december
405.956 379.820
Verzekering De onroerende zaken ten dienste van de exploitatie zijn ultimo boekjaar voor € 1.189.000,00 verzekerd. In dit verzekerde bedrag zijn tevens de twee boven het kantoor gelegen woningen begrepen. De roerende zaken ten dienste van de exploitatie zijn ultimo boekjaar voor € 113.000,00 verzekerd. De specificatie van de verzekeringen van de onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie is als volgt: kantoorpand
Uitgebreide gevaren
inventarissen
Uitgebreide gevaren
Actuele Waarde De waarde van de onroerende zaken ten dienste van de exploitatie bedraagt op basis van de waarde welke gehanteerd wordt voor de onroerende zaak belasting (waardepeildatum 1 januari 2009, toestandspeildatum
1 januari 2011) € 208.000. Vastgoedbeleggingen De vastgoedleggingen hebben betrekking op de 7 woningen aan de Raadhuisweg.
31-12-2011 31-12-2010
€
€
Saldo per 1 januari:
1.444.442
1.083.367
-
60.275-
• Afschrijvingen
32.203-
29.127-
• Verbeteringen
-
51.580
367.761
398.897
Waardeverandering ivm negatieve herwaardering per 1-1-2010 Mutaties in het verslagjaar:
• Overge waardeveranderingen saldo 31 december
1.780.000 1.444.442
91
Toelichting op balans en winst - en verliesrekening
VLOTTENDE ACTIVA
31-12-2011
Vorderingen
31-12-2010
€
€
Huurdebiteuren
9.827 4.456
Overige vorderingen
6.055
5.805
Overlopende activa
252.572
1.842.326
Totaal
268.454 1.852.587
Huurdebiteuren
€
€
2 (3) (ex) huurders ter incasso bij de deurwaarder
3.292
4.712
4 (4) huurders, procedure schuldsanering/schuldhulpverlening
1.044
2.223
3 (7) huurders met een betalingsregeling
1.050
1.363
3 (0) gemaand/deurwaarder
3.698
12 (7) huurders met 1 maand of minder
0
5.743
2.958
14.827 11.256
af: voorziening dubieuze debiteuren
5.000
6.800
9.827 4.456
De huurachterstand in een percentage van de te incasseren jaarhuur bedraagt per 31 december 2011 0,29%. Op 31 december 2010 was dit 0,22%. Overige vorderingen
€
€
Overige debiteuren
6.055
12.305
af: voorziening dubieuze overige vorderingen
0
6.500
6.055 5.805
Overlopende activa €
€
Nog te ontvangen bedragen Maximalocatie fase 1A
227.084
1.799.461
Vooruitbetaalde verzekeringspremies
14.938
12.332
Verkoopkosten
0 24.006
Overige overlopende activa
10.550
6.527
252.572 1.842.326
Liquide middelen
€
Kas Banken (rekening - courant)
€
981 954
1.335.289
34.845
Banken (ondernemersdeposito)
1.405.500
1.336.270 1.441.299
De liquide middelen staan ter vrije beschikking van de Woningbouwvereniging Reeuwijk.
92
Toelichting op balans en winst - en verliesrekening
PASSIVA Eigen vermogen
31-12-2011 31-12-2010 €
€
Overige reserves 20.253.914 19.715.460 Stand per 1 januari
19.715.460 5.206.091
Correctie eigen vermogen i.v.m negatieve herwaarding per 1-1-2010
-700.411
Ongerealiseerde herwaardering ivm stelselwijziging per 1-1-2010
12.606.134
Gecorrigeerd eigen vermogen per 1 januari
17.111.814
19.715.460
Mutatie actuele waarde bij positieve herwaardering
5.465.764
642.956
Resultaat boekjaar
-4.927.310
1.960.690
Stand per 31 december
20.253.914 19.715.460
In het eigen vermogen ultimo van het jaar is een ongerealiseerd herwaardering opgenomen. Het verloop van de ongerealiseerde herwaardering kan als volgt weergegeven worden: Ongerealiseerde herwaardering per 1-1
13.249.090 12.606.134
overige waardeveranderingen
4.582.697
1.219.716
Af/Bij: via het resultaat verantwoorde terugnames van eerder afgeboekte bedragen en dotatie aan negatieve herwaardering Ongerealiseerd herwaardering per 31-12
660.853
-576.760
18.492.640
13.249.090
€ € Voorzieningen Latente belastingverplichtingen
35.416 35.416
Voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw
4.612.332 59.105
4.647.748 94.521
De latente belastingverplichtingen is gevormd voor belastbare tijdelijke verschillen in de waardering van de leningen o/g (fiscaal disagio).
LANGLOPENDE SCHULDEN Leningen kredietinstellingen
31-12-2011
31-12-2010
Het verloop van de pot leningen kredietinstellingen is als volgt:
€
€
Saldo per 1 januari
15.329.929
16.354.315
Mutaties in het boekjaar: Nieuwe leningen o/g Contractuele aflossingen
271.294
322.022
Aflossingen vervallen leningen o/g (einde looptijd)
1.000.000
702.364
Saldo per 31 december 14.058.635 15.329.929 Af: Binnen het jaar vervallend, derhalve kortlopend Saldo per 31 december op lange termijn
93
288.770
1.271.294
13.769.865 14.058.635
Toelichting op balans en winst - en verliesrekening
31-12-2011 31-12-2010
Leningen gesplitst naar soort: Annuïtaire leningen
€
3.558.635
€ 3.829.929
Fixeleningen 10.500.000 11.500.000
14.058.635 15.329.929
Leningen gespitst naar restant looptijd: Korter dan 1 jaar
35.861
1.000.000
Van 1 tot 5 jaar
6.500.000
6.569.392
Van 5 tot 10 jaar
2.882.510
3.026.015
Van 10 tot 15 jaar
711.341
763.738
3.928.923
3.970.784
Langer dan 20 jaren
14.058.635 15.329.929
Rentevoet en aflossingssysteem: De gemiddelde rentevoet van de opgenomen leningen kredietinstellingen bedraagt in het boekjaar 4,6% (voorgaand boekjaar 4,95%). De leningen kredietinstellingen worden afgelost op basis van annuïteiten- of fixemethodiek (hoofdsom ineens geheel aflosbaar ultimo looptijd). Zekerheden Er zijn geen complexen hypothecair bezwaard. De rente en aflossing van alle leningen o/g wordt gegarandeerd door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Disagio Het disagio komt ten laste van het jaar waarin de nieuwe leningen ontvangen zijn. In 2011 is een roll-overlening met deposito fasciliteit afgesloten voor een bedrag ad € 2.000.000,00 Ultimo 2011 is van voornoemde lening nog geen geld opgenomen. Met ingang van 5 september 2012 wordt deze lening omgezet in een fixe lening. De lening heeft een looptijd van 7 jaar. Het rentepercentage voor de fixe periode bedraagt 2,94 %. KORTLOPENDE SCHULDEN 31-12-2011 31-12-2010
€
€ 1.271.294
Schulden aan kredietinstellingen
288.770
Schulden aan leveranciers
778.536
483.789
Belastingen en premies sociale verzekeringen
275.859
491.141
562.179
639.775
Overlopende passiva
1.905.344 2.885.999
94
Toelichting op balans en winst - en verliesrekening
31-12-2011
Schulden aan kredietinstellingen Kortlopende gedeelte van de langlopende leningen o/g
31-12-2010
€
€
288.770
1.271.294
Krediet in rekening-courant 288.770 1.271.294
De maximale kredietfaciliteit bedraagt € 1.500.000,00; er zijn geen zekerheden en verklaringen verstrekt ter zekerheid. Schulden aan leveranciers
778.536 483.789
Belastingen en premies sociale verzekeringen
€
Loonheffing en premies sociale verzekeringen
€
28.179
Pensioenpremie
19.659
215 6.746
Omzetbelasting
238.619 455.890
Vennootschapsbelasting
8.846 8.846
Overlopende passiva Niet vervallen rente
275.859 491.141 €
€
247.006
290.990
Vooruitontvangen huur
25.195
39.525
Nog te verrekenen servicekosten/glasfonds
72.253
67.971
Raming bouwkosten
140.000
Overige overlopende passiva
77.725
140.000 101.289
562.179 639.775
Niet uit de balans blijkende verplichtingen en risico’s Obligo waarborgfonds Obligo ten gunste van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) i.v.m. borgstelling leningen (3,85% van het schuldrestant
599.007 590.202
ultimo boekjaar) Koopovereenkomst grond Oude Tol met de gemeente
Plan Reeuwijk-Brug, overeenkomst d.d. 24-7-2006, 3.971 m² grond en 458 m² ondergrond van water, totaal ten bedrage van € 272.268 k.k. De akte van levering zal worden verleden binnen één maand na de datum van het besluit van burgemeester en wethouders van Reeuwijk tot verkoop van de onderhavige grond. Garantiestelling Kosterdijk 9 te Waarder De vereniging staat voor 1/3 deel garant in het eventuele verlies bij verkoop door de gemeente van bovengenoemde woning. Derivaten De roll-overlening welke is afgesloten per 5 september 2011 bevat geen onderliggende derivaten.
95
Toelichting op balans en winst - en verliesrekening
Achtervang verkopen ontwikkelaars Voor 2 projecten is de vereniging achtervang bij tegenvallende verkopen van woningen door de ontwikkelaars. De ontwikkelaars brengen de woningen in de verkoop, mocht de verkoop tegenvallen, dan zijn er afspraken over de overname van de niet verkochte woningen door de vereniging tegen vooraf overeengekomen prijzen. Bij de Miereakker is de afspraak dat de vereniging maximaal 18 woningen overneemt tegen een vooraf overeengekomen koopsom van € 215.000,-- inclusief een parkeerplaats. Bij de winkel in Driebruggen is de afspraak dat de vereniging maximaal 3 woningen overneemt tegen een vooraf overeengekomen koopsom van € 210.000,-- per woning.
96
Toelichting op balans en winst - en verliesrekening
BEDRIJFSOPBRENGSTEN 2011 2010
Huuropbrengsten
€
€
5.198.592
5.113.786
Te ontvangen huur: Woningen in eigendom Woningen in beheer
0
-282
Vergoeding erfpacht
15.481
6.489
5.214.073 5.119.993
af: Huurderving wegens leegstand
50.215
43.844
2.337
861
Huurderving wegens oninbaarheid
52.552 44.705
5.161.521 5.075.288
Totaal huuropbrengsten
De ‘te ontvangen huur’ is gewijzigd ten opzichte van vorig jaar als gevolg van: - de jaarlijkse huurverhoging per 1 juli 2011 van 1,3% (en de doorwerking van de jaarlijkse huurverhoging per 1 juli 2010 van 1,2%); - aanpassingen van de huur als gevolg van woningverbetering (in 2011 en 2010). De huurderving bedroeg in het boekjaar 1,09% van de te ontvangen huur (vorig boekjaar 1,01%). Vergoedingen Te ontvangen vergoeding overige goederen, leveringen en diensten af: te verrekenen met huurders
€
€
93.797
131.088
7.270
11.803
86.527 119.285
Contributies
957 1.065 87.484 120.350
af: Vergoedingsderving wegens leegstand Vergoedingsderving wegens oninbaarheid
2.002
1.909
0
0
2.002 1.909
85.482 118.441
Totaal vergoedingen
De vergoedingen betreffen de bijdragen, die de huurders boven de netto-huur betalen wegens stookkosten centrale verwarming (blokverwarming), tuinonderhoud, glazenwassen, water, schoonmaken gemeenschappelijke ruimtes, stroomverbruik en glasverzekering. De vergoedingen zijn gebaseerd op geraamde kosten en worden, indien noodzakelijk, jaarlijks aangepast. De stookkosten centrale verwarming worden per stookseizoen op basis van de werkelijke kosten met de huur-
ders afgerekend.
97
Toelichting op balans en winst - en verliesrekening
2011
Verkoop onroerende zaken Opbrengst verkoop huurwoning
2010
€
€
1.651.500
1.141.300
Kosten: • Boekwaarde
219.391
• Direct toerekenbare kosten
58.035
277.426
135.328 35.998 171.326
1.374.074 969.974
Netto-opbrengst verkochte huurwoningen Het in het boekjaar aantal verkochte woningen bedraagt De gemiddelde netto-opbrengst per verkochte woning bedraagt: Netto-opbrengst verkochte huurwoningen Taxatiekosten bestaand woningbestand Resultaat verkoop 18 woningen Langs de Lijn
8 7 154.131
138.568
1.374.074
969.974
0
-26.811
0
64.661
1.374.074 1.007.824
Overige opbrengsten
€
€
Behandelingskosten huurcontracten/woonvergunning/servicekosten
5.718
5.493
Bijdrage gemeente inzake woonruimteverdeling/urgenties
1.011
3.107
Bijdrage MFA de Wiericke
9.887
3.500
Diverse opbrengsten
3.159
718
19.775 12.818
BEDRIJFSLASTEN 2011 2010
Afschrijvingen op materiële vaste activa
€
Afschrijvingen op sociaal vastgoed Vrijval afschrijvingen op sociaal vastgoed ivm doorexploitatie Woningen en woongebouwen (correctie afschr cpl 60 en 1)
1.319.381
-181.729
-124.968
16.765
797
1.181.445
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie
€
1.346.409
39.971
1.195.210 36.373
1.221.416 1.231.583
98
Toelichting op balans en winst - en verliesrekening
2011
Overige waardeveranderingen materiële vaste activa
2010
€
€
660.853
-576.760
Dotatie negatieve herwaardering en vrijval eerder afgeboekte negatieve herwaarderingen
Mutatie voorziening onrendabele investeringen projecten in ontwikkeling 5.828.382 Maximalocatie, fase 1a (14 woningen)
0
0
128.491
391.755
0
20.034
0
Afboeking nagekomen kosten Maxima fase 1A en 18 woningen Langs de Lijn Afrekening kosten infrastructuur Maxima fase 1A
6.901.024 -448.269
De mutatie in de voorziening onrendabele investeringen projecten in ontwikkeling is opgebouwd uit de volgende posten: • Winkel en 2 appartementen Driebruggen
724.000
• Westveen 23 huurwoningen
2.353.000
• Miereakker 12 huurwoningen
1.690.000
• Maxima fase 1B 4 koop en 4 huur
391.582
• Medisch Cluster
670.800 5.828.382
De dotatie is al volgt verwerkt: • In mindering gebracht op de activa in ontwikkeling
1.216.050
• Toegevoegd aan de voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw
4.612.332
5.828.382
Lonen, salarissen, pensioen- en sociale lasten
€
Bruto salarissen
398.421
Pensioenlasten
€ 381.100
73.126 69.160
Sociale lasten
54.018
52.995
525.565 503.255
De bezoldiging aan de directeur-bestuurder bedroeg in 2011 € 35.831 (v.a. 1 september). Het gemiddeld aantal vaste medewerkers in dienst van de vereniging, herrekend naar fulltimebasis en uitgesplitst naar activiteiten bedroeg ultimo 2011: Directie
1,00 0,00
Beleidsmedewerker
1,00 1,00
Financiële administratie
0,89
1,91
Verhuur en balie
1,19
1,19 2,94
Technische Dienst
2,94
Huishoudelijk
0,11 0,11
7,13 7,15
99
Toelichting op balans en winst - en verliesrekening
Aan werknemers is een pensioen toegezegd. Deze pensioenregeling mag in de administratie worden verwerkt als een toegezegde bijdrageregeling, omdat de woningbouwvereniging Reeuwijk is aangesloten bij de bedrijfstakpensioenfonds SPW en tezamen met andere woningcorporaties dezelfde regeling toepast. Woningbouwvereniging Reeuwijk heeft geen verpichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen anders dan eventueel hogere toekomstige premies. In de jaarrekening worden derhalve alleen de verschuldigde premies verantwoord. Als gevolg van de kredietcrisis heeft ook het SPW te maken met een (te) lage dekkingsgraad. Hierdoor zullen de premies in de komende jaren stijgen.
2011
Kosten onderhoud Niet-planmatig onderhoud (kortcyclisch) Planmatig onderhoud (cyclisch)
2010
€
€
388.942
434.183
909.553
850.653
1.298.495 1.284.836
Overige bedrijfslasten
€
€
Overige personeelskosten
33.830
49.650
Huisvestingskosten
13.392 12.683
Toezichtskosten/Bestuurskosten
64.649 47.945
Algemene kosten
443.301
Belastingen
253.078 267.076
Verzekeringen
362.511
20.410 20.385
Servicekosten
108.538 117.594
Bijdrage projectsteun wijkaanpak
70.592
67.171
1.007.790 945.015
In de post ‘Toezichtskosten’ zijn o.a. de volgende vergoedingen begrepen: • Leden voormalig bestuur totaal € 20,549 (2010: € 27.177) • Leden Raad van Toezicht totaal € 12.481 (2010: € 7.571) • Jubileum en afscheid bestuur € 25.000 De onder de algemene kosten verantwoorde kosten van BDO-Accountants kunnen als volgt gespecificeerd worden: 2011 BDO BDO Netwerk- Totaal Omschrijving Accountants organisatie Netwerk Wettelijke controle boekjaar Wettelijke controle voorgaand boekjaar Andere controle opdrachten
9.574
9.574
10.035
10.035
2.240
2.240
Fiscale adviesdiensten
14.099
Totaal
14.099 33.708
21.849
14.099
2010 BDO BDO Netwerk- Totaal Omschrijving Accountants organisatie Netwerk Wettelijke controle boekjaar Wettelijke controle voorgaand boekjaar
27.000
27.000
9.756
9.756
Fiscale adviesdiensten
13.745
Totaal
13.745 50.501
36.756
100
13.745
Toelichting op balans en winst - en verliesrekening
FINANCIËLE BATEN EN LASTEN 2011 2010
Rentebaten
€
€
Rente op overige vorderingen
51.363
6.700
Overige renteopbrengsten
10.628 10.395
Totaal rentebaten
61.991 17.095
Rentelasten
€
€
Langlopende schulden: • Rente leningen institutionele beleggers
675.741
746.944
• Rente schulden aan kredietinstellingen
122
3.836
Totaal rentelasten
675.863 750.780
0 3.576
Vennootschapsbelasting
De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst- en verliesrekening, rekeninghoudend met beschikbaar fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van nietaftrekbare kosten. Tevens wordt rekeninggehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. Het gemiddelde wettelijk belastingtarief bedraagt 25,5%. De lagere effectieve belastingdruk wordt veroorzaakt door het benutten van fiscale verliescompensatie, de waardering van latenties en fiscaal vrijgestelde winstbestanddelen. De berekening van de belastingplicht is als volgt opgebouwd: Commercieel resultaat conform de winst- en verliesrekening 2011 bij: fiscaal geen waardeverandering
niet aftrekbare lasten
bijdrageheffing Centraal Fonds
fiscaal lagere afschrijvingen
aanwending herbestedingsreserve
-5.357.728
7.322.539 4.300 70.592 1.194.807 900.855
9.493.093
4.135.365
af: fiscaal lagere verkoopwinst
1.033.570
fiscaal hogere kosten onderhoud
319.422
fiscaal lagere waarde leningen kredietinstellingen
toevoeging aan herbestedingsreserve
18.116 1.854.059
herbestedingsreserve
900.855
investeringsaftrek
9.343
4.135.365
saldo -0 af: compensabel verlies
0
Belastbaar bedrag
0
101
KASSTROOMOVERZICHT
2011 2010 E E E E E E Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat na belastingen -4.313.438 2.697.951 Aanpassingen wegens: - afschrijvingen 1.221.416 1.231.583 - waardeverandering vaste activa 6.901.024 -448.269 Verandering in werkkapitaal: - mutatie voorraden 0 - mutatie vorderingen 1.584.133 906.397 - mutatie kortlopende schulden -980.656 -47.158 Geldstroom uit bedrijfsoperaties 603.477 859.239 Kasstroom uit bedrijfsoperaties 4.412.479 4.340.504 Ontvangen rente 61.991 17.095 Betaalde rente -675.863 -750.780 Vennootschapsbelasting 0 -3.576 -613.872 -737.261 Kasstroom uit operationele activiteiten 3.798.607 3.603.243 Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa -4.133.271 -1.091.109 overboeking van onderhanden werk 348.261 0 Vrijval voorziening onrendebele investerringen 59.105 0 Dotatie voorziening onrendabele investeringen -4.612.332 0 Desinvestering in materiële vaste activa 170.145 198.098 Afname financiële vaste activa 0 0 Kasstroom uit investeringen -8.168.092 -893.011 Kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie voorziening latente belastingverplichting 0 -4.620 Mutatie onrendabele investeringen nieuwbouw 4.553.227 0 Mutatie langlopende schulden -288.770 -1.271.294 Kasstroom uit financieringsactiviteiten 4.264.457 -1.275.914 Netto kasstroom -105.028 1.434.318 Verloop liquide middelen Liquide middelen begin boekjaar 1.441.299 6.982 Netto kasstroom boekjaar -105.028 1.434.317 Liquide middelen einde boekjaar 1.336.271 1.441.299
102
Bestemming resultaat 2011
Het nadelig resultaat 2011 ten bedrage van € 4.927.310 is opgenomen in de balans per 31 december 2011 ter toevoeging aan het eigen vermogen per 1 januari 2012.
103
ACCOUNTANTSVERKLARING
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: de Raad van toezicht van Woningbouwvereniging Reeuwijk Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2011 van Woningbouwvereniging Reeuwijk te Reeuwijk gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2011 en de winst-en-verliesrekening over 2011 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de toegelaten instelling is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de bepalingen inzake de jaarrekening en het jaarverslag als opgenomen in artikel 26, eerste lid, van het Besluit beheer sociale-huursector, richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving en de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens. Het bestuur van de toegelaten instelling is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het controleprotocol in rubriek A van Bijlage III bij het Besluit beheer sociale-huursector. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de toegelaten instelling. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de toegelaten instelling gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
104
ACCOUNTANTSVERKLARING
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Woningbouwvereniging Reeuwijk per 31 december 2011 en van het resultaat over 2011 in overeenstemming met artikel 26, eerste lid, van het Besluit beheer sociale-huursector, richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving en de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 28, sub a van het Besluit beheer sociale-huursector, melden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de van toepassing zijnde bepalingen van Titel 9 BW 2 is opgesteld, en of de in artikel 2: 392 lid 1 onder g bedoelde gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 391, vierde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Verder vermelden wij dat is voldaan aan de verplichting tot vermelding in het jaarverslag van financiële ondersteuning aan buitenlandse instellingen zoals bedoeld in de MG 2005-04, MG 2008-03, MG 2010-03 en MG 2011-02, alsmede aan de verplichting tot vermelding in het jaarverslag van grondaankopen zoals bedoeld in de MG 2001-26 en de verplichting tot vermelding in het jaarverslag van sponsoractiviteiten zoals bedoeld in MG 2006-04.
Tilburg, 10 mei 2012 BDO Audit & Assurance B.V namens deze,
was getekend L.A. Bijl RA
105
2810 AA Reeuwijk Kon. Wilhelminahof 6 2811 SZ Reeuwijk
[email protected]