VEELGESTELDE VRAGEN OVER WMO EN JEUGDHULP Vanaf 2015 krijgt de gemeente er zorgtaken bij. Een deel van de zorg die nu via het zorgkantoor vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) loopt, gaat volgend jaar via de gemeente. Er komt een nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) en een nieuwe Jeugdwet die de huidige wetten vervangen. De gemeenteraad besluit naar verwachting op 1 oktober 2014 over nieuwe regels voor Amstelveense zorggebruikers.
ALGEMEEN Wat zijn belangrijke mijlpalen in de overgang van AWBZ naar Wmo? De belangrijkste datum is 1 januari 2015. Vanaf dan zijn gemeenten verantwoordelijk voor de maatschappelijke ondersteuning. Gemeenten moeten voor 1 november 2014 een plan vaststellen. Wie regelt nu welke zorg of ondersteuning? Voor ondersteuning kunt u terecht bij uw gemeente. Vanaf 2015 kunt u voor zorg terecht bij uw zorgverzekeraar. Het gaat dan om geneeskundige zorg. Of een hoog risico daarop. De gemeente wil de zorg zo goed mogelijk organiseren. Hiervoor maakt ze afspraken met zorgverzekeraars. Welke zorgtaken gaan vanaf 1 januari 2015 naar de gemeente? De extramurale AWBZ verandert. Met extramuraal bedoelen we bijvoorbeeld thuiszorg. Vanaf 2015 regelt de gemeente ondersteuning, begeleiding en dagbesteding. Dit moet volgens de wet. Ook is de gemeente verantwoordelijk voor extramurale dagbesteding, in Amstelveen dagstructurering genaamd. Dit betekent niet dat op 1 januari 2015 alles verandert. 2015 is een overgangsjaar. Heeft u voor 2015 nog een geldige indicatie? Dan loopt deze gewoon door. Hoe geeft de gemeente invulling aan de veranderingen in de AWBZ/WMO? De gemeente werkt aan een werkwijze waarbij de zorg en ondersteuning dichtbij wordt georganiseerd. We kijken eerst wat u zelf kan, met eventueel hulp van uw naaste omgeving. Daarnaast kijken we wat mogelijk is vanuit algemene voorzieningen. Denk hierbij aan bijvoorbeeld een buurthuis, het openbaar vervoer, een maaltijdservice et cetera. Als laatste bekijken we of er een individuele maatwerkvoorziening nodig is. Dit zijn voorzieningen die speciaal voor u worden georganiseerd of gemaakt, zoals huishoudelijke hulp of een woningaanpassing. Hierbij vindt de gemeente het belangrijk dat er maatwerk wordt geleverd.
WMO Voor wie is de Wmo 2015 bedoeld? De Wmo 2015 is er voor mensen die hulp nodig hebben om thuis te kunnen blijven wonen. Die hulp is nodig omdat het alleen of met hulp van de omgeving niet (meer) lukt. De Wmo 2015 is er ook voor mensen die hulp nodig hebben om mee te doen aan de samenleving. Ook deze hulp is nodig omdat het alleen of met hulp van de omgeving niet lukt. Welke vormen van hulp regelt de Wmo 2015? De hulp bij het huishouden was al onderdeel van de Wmo. In 2015 wordt de Wmo uitgebreid. Dan krijgen gemeenten meer verantwoordelijkheden. Gemeenten moeten bijvoorbeeld zorgen dat u zo
lang mogelijk thuis kunt blijven wonen. En dat u andere mensen kunt blijven ontmoeten. De gemeente bekijkt samen met u welke ondersteuning u precies nodig heeft. De gemeente kan u een algemene voorziening of een maatwerkvoorziening aanbieden. Ook kan de gemeente een persoonsgebonden budget (pgb) geven. Een algemene voorziening is er voor alle inwoners. Een maatwerkvoorziening is afgestemd op één persoon. Voorbeelden zijn een scootmobiel of begeleiding bij de administratie. Welke criteria gelden voor ondersteuning uit de Wmo 2015? U kunt niet (meer) meedoen aan de samenleving. Of u kunt niet (meer) zonder ondersteuning thuis blijven wonen. Dan kunt u gebruikmaken van de Wmo 2015. De gemeente voert de Wmo 2015 uit. De gemeente bekijkt samen met u en uw omgeving welke hulp nodig is. Eerst kijkt de gemeente wat u zelf nog kan. Dan kijkt de gemeente hoe uw omgeving u kan helpen. Is deze hulp niet genoeg? Dan kan de gemeente u hulp bieden. Dat heet een voorziening. Er zijn algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen. Hiervoor kan de gemeente een eigen bijdrage vragen. Een algemene voorziening is er voor alle inwoners. Een maatwerkvoorziening is afgestemd op één persoon. Voorbeelden zijn een scootmobiel, een aangepaste rolstoel of begeleiding bij de administratie. Wat zijn de belangrijkste veranderingen vanaf 1 januari 2015? De belangrijkste verandering is dat de huidige AWBZ verdwijnt. Voor ondersteuning, begeleiding en dagbesteding die nu nog onder de AWBZ vallen, moet u vanaf 2015 bij de gemeente zijn. Dit betekent niet dat op 1 januari 2015 alles anders wordt. 2015 is een overgangsjaar.
OVERGANGSREGELING Wat staat er in de overgangsregeling? Er is een overgangsregeling. Deze geldt voor cliënten met een AWBZ-indicatie die op 1 januari 2015 nog geldig is. Het gaat om indicaties voor begeleiding, kortdurend verblijf of beschermd wonen (ZZP-C). Deze cliënten houden aanspraak op AWBZ-zorg. Tot de gemeente een besluit neemt over ondersteuning vanuit de Wmo 2015. Dit doet de gemeente uiteraard samen met de cliënt. De aanspraak op AWBZ-zorg blijft maximaal 1 jaar geldig. De aanspraak op beschermd wonen blijft ten minste 5 jaar geldig. Behalve wanneer de indicatie van de cliënt eerder afloopt. Tijdens het overgangsrecht ondersteunt de gemeente volgens dezelfde voorwaarden als nu in 2014. Dat is dus tot uiterlijk eind december 2015. Voor wie is de overgangsregeling? De overgangsregeling geldt voor u als: - U een indicatiebesluit van het CIZ heeft voor een AWBZ-functie - Deze AWBZ-functie op 1 januari 2015 vervalt - Het indicatiebesluit op 1 januari 2015 nog wel geldig is
OVERDRACHT PERSOONLIJKE GEGEVENS Krijgt de gemeente mijn gegevens en moet ik daarvoor toestemming geven?
Ja. De gemeente ontvangt uw gegevens van de Rijksoverheid. Dit gaat via het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg) en zorgkantoren. Wisselt de gemeente mijn persoonlijke gegevens ook uit met vrijwilligers? Nee. U geeft eerst toestemming aan de gemeente. Deze krijgt dan inzicht in uw gegevens. Alleen uw zorgverlener en het Centraal Administratie Kantoor (CAK) krijgen hier toegang tot. Heeft u een persoonsgebonden budget (pgb)? Alleen de Sociale Verzekeringsbank (SVB) krijgt hier inzicht in. Vraagt de gemeente mij toestemming om persoonlijke gegevens uit te wisselen? Ja. Wil de gemeente uw gegevens delen? Dan heeft ze uw toestemming nodig. Dat is volgens de wet bepaald.
INDICATIE EN VERWIJZING Is de gemeente wel in staat om te indiceren? De gemeente voert al een aantal jaren de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) uit. De werknemers van het nieuwe Wmo Loket, het Amstelveenloket worden hiervoor speciaal opgeleid. Zij voeren gesprekken met Wmo-klanten, onderzoeken vragen en problemen en zoeken een passende oplossing. Word ik straks opnieuw geïndiceerd? Voor de AWBZ-zorg zal dit zeker gebeuren; voor de WMO-voorzieningen bij het aflopen van de huidige indicatie. Wie gaat indiceren? Uw situatie zal door de medewerkers van het nieuwe Wmo loket, het Amstelveenloket, mogelijk (opnieuw) bekeken worden. Daarvoor vindt er een gesprek plaats, waarin met u wordt gekeken welke oplossing het beste is voor uw vraag of probleem. We noemen het dan geen indicatie, zoals in de AWBZ, maar gaan kijken naar een mogelijke maatwerkoplossing.
EIGEN BIJDRAGE Wat betekent de nieuwe WMO voor de Eigen bijdrage? Of er iets verandert in uw eigen bijdrage hangt af van uw situatie. Betaalt u op dit moment een eigen bijdrage? Dan blijft u de eigen bijdrage betalen, zoals deze ook nu door het Centraal Administratie Kantoor (CAK) wordt berekend. Betaalt u op dit moment geen eigen bijdrage? Op 1 oktober besluit de gemeenteraad of u vanaf juli 2015 een inkomensafhankelijke bijdrage gaat betalen. Voor een rolstoel of voorziening voor uw kind(eren) wordt geen eigen bijdrage gevraagd. De eigen bijdrage wordt achteraf berekend door het Centraal Administratiekantoor (CAK) op basis van uw inkomen. U kunt een proefberekening maken op www.hetcak.nl. Hier kunt u ook terecht voor meer informatie over de eigen bijdrage. Als u een eigen bijdrage gaat betalen wordt u hierover geïnformeerd door het CAK.
Ik ben het niet eens met de eigen bijdrage. Kan ik hiertegen bezwaar maken? U kunt bezwaar maken tegen de beschikking waarin een individuele Wmovoorziening aan u wordt toegekend. Hierin wordt ook de eigen bijdrage genoemd als het gaat om een vervangende of nieuwe voorziening. In de beschikking staat beschreven hoe u bezwaar kunt maken. Het is goed om altijd eerst contact op te nemen met het Amstelveenloket om over uw bezwaren te praten. Ik moet een eigen bijdrage betalen. Betaal ik deze aan de gemeente Amstelveen? Nee, u betaalt de eigen bijdrage niet aan de gemeente Amstelveen maar aan het CAK. Het CAK berekent en int de eigen bijdrage. Hiervoor ontvangt u van hen een rekening. De eigen bijdrage betaalt u rechtstreeks aan het CAK. Het CAK maakt periodiek alle eigen bijdragen van inwoners van Amstelveen over aan de gemeente. Hoe lang moet ik een eigen bijdrage betalen? U betaalt een eigen bijdrage zolang u de voorziening gebruikt. Uitzonderingen zijn de roerende woonvoorzieningen die in eigendom worden verstrekt en de bouwkundige/woontechnische aanpassingen aan de eigen woning. Ik kan de eigen bijdrage niet betalen, wat moet ik doen? De overheid gaat ervan uit dat iedereen een eigen bijdrage kan betalen. Op basis van uw persoonlijke omstandigheden stelt het CAK een maximale periodebijdrage vast. De hoogte van uw eigen bijdrage is afhankelijk van uw inkomen, uw leeftijd, de samenstelling van uw huishouden en de waarde van de Wmovoorziening. U betaalt per periode van vier weken nooit meer dan de maximale periodebijdrage. Ook niet als u meerdere voorzieningen, hulp of zorg ontvangt. De gemeenteraad van Amstelveen besluit naar verwachting 1 oktober of inwoners met een laag inkomen vanaf volgend jaar gebruik kunnen maken van een collectieve ziektekostenverzekering, waarbij de eigen bijdrage vergoed wordt. Indien er meer eigen bijdragen zijn dan alleen die van de Wmo, kunt u ook bijzondere bijstand aanvragen. Wanneer moet ik voor het eerst een eigen bijdrage betalen? U krijgt de rekening van het CAK. Het CAK moet binnen 24 maanden na toekenning van een voorziening de eigen bijdrage innen. De gemeente kan niet aangeven wanneer de eerste rekening komt. Als u bijvoorbeeld in januari een voorziening toegekend krijgt en het CAK stuurt in april de eerste rekening, dan wordt op die eerste rekening ook de eigen bijdrage over de periode januari – april in rekening gebracht. Moet ik straks meer gaan betalen? Aan wie? Dat kan. Dit hangt af van uw situatie (van uw inkomen en evt. vermogen, en van de zorg die u nodig heeft). Ook in de nieuwe Wmo gelden de regels voor de eigen bijdragen. Net als in de huidige situatie is er kans dat u meer moet betalen, wanneer er in uw situatie iets verandert. Ook kan het zijn dat u voor bepaalde voorzieningen niet meer gedurende een periode betaalt, maar dat u de voorziening volledig moet afbetalen. Daarnaast kan de gemeente ervoor kiezen om over meer voorzieningen dan nu een eigen bijdrage te heffen. Behoud ik mijn pgb (persoons gebonden budget)? In de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning, dat per 1 januari 2015 van kracht is, blijft de mogelijkheid voor een pgb bestaan. Wel is het zo dat het pgb rechtstreeks wordt uitbetaald aan de zorgverlener door de Sociale Verzekeringsbank en dus niet aan de klant.
Hulp bij het huishouden Wat gaat er veranderen in de huishoudelijke hulp? De hulp bij het huishouden blijft volgend jaar onveranderd.
Ga ik volgend jaar meer betalen? Dat kan. De eigen bijdrage is afhankelijk van uw inkomen, vermogen en gezinssamenstelling. Het Centraal Administratie Kantoor (CAK) stelt de eigen bijdrage vast. De gemeenteraad stelt de regels daarvoor vast in het najaar. Houd ik mijn persoonsgebonden budget? Als u nu een persoonsgebonden budget (PGB) heeft, dan kunt u deze behouden. Er gaat wel wat veranderen in de financieringswijze. U, of uw vertegenwoordiger, ontvangt het geld niet meer op uw eigen rekening. In plaats daarvan wordt vanaf volgend jaar het budget gestort op de rekening van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De SVB betaalt uw zorgverlener. Wie bepaalt welke ondersteuning ik nodig heb? Vanaf 2015 beoordelen de medewerkers van het Amstelveenloket welke ondersteuning u nodig heeft. Hierbij is het uitgangspunt wat u wél kunt, in plaats van wat u niet kunt. Ook gaat het om wie of wat u kan helpen om problemen op te lossen. Denkt u dan aan hulp van familie, vrienden, vrijwilligers of buurtgenoten. Of hulp van diensten in de buurt zoals een boodschappenservice. Pas wanneer deze mogelijkheden er voor u niet zijn, komt u in aanmerking voor ondersteuning via de gemeente.
PERSOONSGEBONDEN BUDGET (PGB) Wat verandert er met mijn PGB in het overgangsjaar 2015? U houdt uw PGB, maar er gaat wel wat veranderen. Uw PGB komt in 2015 niet meer op uw rekening te staan maar op een bankrekening bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Dit wordt het trekkingsrecht genoemd. De rekeningen van de zorgaanbieders stuurt u naar de SVB. Zij controleren of het om de verzekerde zorg gaat en betalen de rekening. Via een digitaal systeem krijgt u inzage in uw budget. Heeft u nu een PGB voor huishoudelijke hulp? Dan ontvangt u hierover een brief van de SVB.
INDIVIDUELE BEGELEIDING Wat betekent de nieuwe wet voor inwoners die nu al individuele begeleiding ontvangen? Dat hangt af van de einddatum van de indicatie(s). Deze einddatum is te vinden in de beschikking van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Loopt de indicatie door na 2015? Dan houdt u recht op deze zorg tot en met 31 december 2015. Twee maanden voor 31 december 2015 kunt u een nieuwe aanvraag doen bij de gemeente. U wordt dan uitgenodigd voor een gesprek waarin de gemeente gaat kijken wat u nog zelf kunt, wat uw omgeving voor u kan betekenen en welke ondersteuning de gemeente kan bieden. Loopt uw indicatie af in 2014 of 2015? U houdt recht op deze zorg tot uw indicatie afloopt. Twee maanden voordat uw indicatie af loopt kunt u een nieuwe aanvraag doen bij de gemeente. U wordt dan uitgenodigd voor een gesprek waarin de gemeente gaat kijken wat u nog zelf kunt, wat uw omgeving voor u kan betekenen en welke ondersteuning de gemeente kan bieden.
JEUGDHULP
Hoe gaat de toegang tot jeugdzorg werken? Het bieden van hulp en ondersteuning aan gezinnen organiseren we volgens het uitgangspunt ‘één gezin, één plan, één regisseur’. Dat betekent dat elk gezin dat hulp en ondersteuning nodig heeft, te maken krijgt met één vaste contactpersoon: de regisseur. De regisseur bekijkt met u wat u(w gezin) nodig heeft en wat u en anderen in uw omgeving kunnen doen bij het oplossen van problemen. Welke jeugdzorgtaken gaan vanaf 2015 naar de gemeente? Per 1 januari 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor: - alle vormen van jeugdhulp, inclusief specialistische hulp, zoals jeugd-vb (jongeren met een verstandelijke beperking), jeugd-ggz (geestelijke gezondheidszorg) en jeugdzorgPlus (gesloten jeugdzorg); - de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen; - de uitvoering van de jeugdreclassering; - advies en verwerking van meldingen over huiselijk geweld en kindermishandeling Deze verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in de nieuwe Jeugdwet.
Als ik een indicatie heb tot en met 2015, blijft deze dan geldig? Ja, voor gezinnen die nu jeugdhulp ontvangen verandert er niets. Wat gebeurt er als mijn huidige indicatie in 2015 afloopt? Als de indicatie afloopt in 2015, geeft de gemeente een nieuwe indicatie af op basis van een gesprek. In dit gesprek wordt gekeken of de zorg die het gezin ontvangt, nog wel de juiste zorg is Wat gebeurt er als er voor het eerst jeugdhulp nodig is? We kijken gezamenlijk welke zorg het beste past en zal werken. Daar wordt dan een plan voor gemaakt. Verandert er iets bij de pleegzorg? Nee kinderen die pleegzorg hebben, blijven deze zorg ontvangen. Zij hoeven niet opnieuw geïndiceerd te worden.
SOCIALE TEAMS
Wat is een sociaal team? In een sociaal team kunnen naast een medewerker van de gemeente een wijkverpleegkundige, een huisarts, een maatschappelijk werker, een jeugdhulpverlener, een psycholoog of een andere deskundige deelnemen. De samenstelling is afhankelijk van de hulpvraag die u heeft. U krijgt één hulpverlener als aanspreekpunt.
Wat wordt bedoeld met 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur? Als er meerdere problemen in een gezin zijn, dan moeten we deze in samenhang aanpakken. Samen met het gezin maakt het sociale team een plan van aanpak. Binnen het sociale team is één regisseur de contactpersoon voor het gezin. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat één kind binnen een gezin een probleem heeft. Ook in deze situatie maakt het sociale team een plan van aanpak. Voor het oplossen of hanteerbaar maken van dat probleem kan het zijn dat ouders en broertjes of zusjes ondersteuning nodig hebben.