Vrije Universiteit Brussel Pleinlaan 2 B-1050 Brussel
België - Belgique
Akademos
Redelijk eigenzinnig informatiemagazine
P.P / P.B. B-06
JG.14 • NR.3 JU NI - JULI 2011
vrije universiteit brussel
Vrijheid van wetenschappelijk onderzoek
Dummies voor studenten geneeskunde
Vijf eredoctoraten. Vier wetenschappers en een wielrenner, Eddy Merckx Prof. Karin Nys Opgravingen op Cyprus
2
wist u dat
••• een leerstoel Active Ageing is geïnstalleerd Gezondheidswetenschapper doctor Tinie Kardol wordt op 9 juni geïnstalleerd als professor aan de Vrije Universiteit Brussel. Tinie Kardol gaat de leerstoel Active Ageing bekleden, die gericht is op vraagstukken over actief ouder worden. De leerstoel Active Ageing wordt mogelijk gemaakt door de gelijknamige stichting uit het Nederlandse Vught. Oratie
Over een gerontologie van de hoop:
Active Ageing
Met het Europees jaar van de Active Ageing in 2012 voor de boeg, gaat Tinie Kardol zich bezig houden met verschillende onderzoeken naar ouderen. Elementair daarbij is het behoefte-onderzoek naar senioren, ontwikkeld door een onderzoeksgroep (Belgian Ageing Studies) van de Vrije Universiteit Brussel. In navolging daarvan vindt dit ook plaats in Nederlandse gemeenten. De resultaten leveren een schat aan informatie op, onder meer over de woon- en leefomgeving, de zorginfrastructuren en de sociale contacten. Onderzocht wordt bijvoorbeeld hoe een buurt of wijk aantrekkelijk kan worden gemaakt, zodat ouderen zich er veilig voelen en er willen blijven wonen. Ook wordt onderzocht hoe mensen met ernstige beperkingen door technologische voorzieningen (‘domotica’) en sociale media langer thuis kunnen wonen en hun sociale contacten beter kunnen onderhouden. M.J.M. Kardol
Kennis, inzichten en praktische aanbevelingen die de diverse onderzoeken opleveren, vormen een belangrijke bijdrage aan verdere technische en sociale ontwikkelingen of toepassingen. De zelfredzaamheid en deelname van ouderen aan de samenleving worden hiermee bevorderd. Het onderzoeken van de specifieke behoeften van de oudere inwoners van een gemeente, het verzamelen en benutten van hun kennis, en het actief betrekken van de ouderen is van belang om te komen tot een efficiënt en gelegitimeerd ouderenbeleid.
••• ••• een nieuwe specialisatie ‘Food History and Culture’ start Een boontje voor geschiedenis en al helemaal voor de geschiedenis van voeding en de culturele diversiteit van eetgewoonten? Dan kan je vanaf volgend academiejaar terecht bij de nieuwe specialisatie van de masteropleiding Geschiedenis: ‘Food History and Culture’. Deze specialisatie legt zich toe op de sociale, economische, culturele en politieke dimensie van voeding en eetgewoonten in de geschiedenis. De opleiding bekijkt voeding niet alleen als middel om te overleven, maar ook als een
expressie van identiteit, hierarchie, status... Food for thought! Deze specialisatie is een samenwerking tussen de Vrije Universiteit Brussel, de Université Libre de Bruxelles en een aantal buitenlandse universiteiten. Naast de verplichte opleidingsonderdelen kan je 28 credits kiezen binnen het veld van de voedingsgeschiedenis. Ook de Masterproef kan hierbij aansluiten.
••• steeds minder rusthuishuisbewoners overlijden in ziekenhuis Bewoners van rusthuizen sterven steeds vaker in de eigen vertrouwde omgeving. Dit is een positief teken, omdat mensen thuis een beter levenseinde hebben. Slechts een kleine minderheid van de terminale zieken wenst in een ziekenhuis te overlijden. De VUB-UGent Onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde onderzocht aan de hand van overlijdenscertificaten de plaats van overlijden in Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in de periode 1998-2007. De plaats waar iemand overlijdt, thuis of in het ziekenhuis, wordt beschouwd als een indicator voor de kwaliteit van het levenseinde en de levenseindezorg. Overlijden in een ziekenhuis lijdt dikwijls tot een minder vredig levenseinde en een langer en moeilijker rouwproces voor de nabestaanden. In de periode 1998-2007 overleden in Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 661.773 mensen. Het aandeel overlijdens in een ziekenhuis daalde van 55,1% in 1998 tot 51,7% in 2007 en dat in rusthuizen nam toe van 18,3% tot 22,6%. Het aandeel thuisoverlijdens daalde met 0,5%. Het aandeel overlijdens in ziekenhuizen daalde het sterkst voor rusthuisbewoners, van 31,0% tot
21,5%, en dat weerspiegelde zich in een toename van het aantal overlijdens van rusthuisbewoners in het rusthuis waar ze verbleven van 66,8% tot 75,3%. Voor de toekomst heeft dit belangrijke gevolgen. Als deze ontwikkeling zich doorzet dan zouden in 2038 meer mensen in rusthuizen overlijden dan in ziekenhuizen. Het aantal mensen dat thuis overlijdt, zou langzaam dalen. Rusthuizen worden in dat scenario de belangrijkste plek voor levenseindezorg. Er moeten daarom in de rusthuizen voldoende plaatsen worden aangeboden met aangepaste en kwaliteitsvolle levenseindezorg. Door de steeds grotere groep oudere terminale patiënten zal er moeten rekening worden gehouden met de financiële gevolgen hiervan.
••• onderzoekers in Actie blij zijn met investeringen Onderzoekers in Actie zijn verheugd dat de noodkreet van 6800 onderzoekers in Vlaanderen werd gehoord door de Vlaamse regering. De aangekondigde investeringen in onderzoek en innovatie zijn noodzakelijk om in 2020 tot de top 5 regio’s in Europa te behoren. De nieuwe investeringen maken de voorbije besparingen van de afgelopen twee jaar nagenoeg ongedaan. Onderzoekers in Actie zijn zeker ingenomen met de ondersteuning die jong onderzoekstalent daarmee krijgt. De onderzoekers zouden wel graag willen dat er meer geld gestoken werd
in het fundamenteel onderzoek waarvoor de wetenschapper zelf het initiatief neemt. Het ongeleide lange-termijn-onderzoek is de beste garantie voor welvaart en welzijn. Ook het meer toegepaste onderzoek aan de universiteiten op initiatief van de onderzoeker verdient meer aandacht. Onderzoekers in Actie beklemtonen dat alle vormen van onderzoek belangrijk zijn en volgens hun moet dat ook tot uiting komen in de verdeling van de middelen. De Onderzoekers in Actie zouden tenslotte graag willen dat de Vlaamse regering en het Vlaams
parlement een groeipad verankert tot 2020, het liefst via een breed akkoord tussen regeringspartijen en oppositie.
••• de 1000 km tegen kanker zijn volbracht Acht renners van de Vrije Universiteit Brussel namen van 2 tot 5 juni deel aan de 1000 kilometer van Kom Op Tegen Kanker. Het hele team kijkt zeer tevreden terug. Niet zozeer het sportieve leverde bevrediging, maar vooral het succes om de strijd tegen kanker onder de aandacht te brengen. Om te mogen starten, moest het team 10.000 euro ‘startgeld’ verzamelen. Dat bedrag werd volledig verzameld via sponsoring, giften en acties, waaronder een wielermaaltijd in het VUB-
restaurant. Er werden 1.118 wielermenu’s verkocht wat 560 euro voor het goede doel opleverde. Het totale bedrag dat door het VUB-team is verzameld zal pas de komende weken bekend zijn, maar nu al is duidelijk dat er meer dan 10.000 euro is binnengehaald. Al het ingezamelde geld wordt rechtstreeks gestort op de rekening van Kom op Tegen Kanker. Het geld zal worden besteedt aan onderzoek naar neveneffecten van kankerbehandelingen.
i nho u d
Eredoctoraten: academici over hun helden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Topwetenschapper Peter Tomba is directeur Vlaams Instituut Biotechnologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Official opening Karel van Miert building . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Kort nieuws.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Wie bouwt de zuinigste wagen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Dummies in het oefenlab van geneeskunde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 De leraar van morgen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Archeologie is high tech . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Open brief ‘Vrijheid van wetenschappelijk onderzoek’ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Pedagogisch coach gezocht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Personalia. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
AKADEMOS - JG.14 • NR3 • JUNI - JULI 2011
3
4
E r e d oc t o r a t en
Proximus Het begrip proximus is behoorlijk onbekend. Men denkt eerder aan een aanbieder van mobiele telefonie, dan aan een eerbiedwaardige universitaire traditie. Van oorsprong komt het woord uit de Romeinse klassieke oudheid, waar het woord ‘naaste academicus’ betekent.
Een proximus in onze tijd stelt voor een eredoctoraat aan een bepaald persoon toe te kennen. Een proximus is een mede-academicus die de eredoctor zo voorbeeldig en excellent acht, dat hij geëerd moet worden. Eigenlijk zegt de proximus, kijk, dit is mijn held. Tijdens
de uitreiking van de eredoctoraten aan de Universiteit van Brussel legden vijf aanzienlijke wetenschappers uit waarom ze de gelauwerden zo bewonderen.
Uitreiking eredoctoraten 2011
Academici over hun helden Vicerector onderwijs Yvette Michotte over gynaecologe en politica Marleen Temmerman Een excellent voorbeeld “Ik had ook naar Afrika gewild om daar vrouwen te helpen. Maar ik heb dat niet gedaan. Marleen Temmerman wel en dat vind ik een voorbeeldfunctie.” Vicerector Yvette Michotte spreekt vol bewondering over gynaecologe en politica Marleen Temmerman, die op woensdag 25 mei samen met nog vier andere inspirerende en uitblinkende mensen, een eredoctoraat aan de Vrije Universiteit Brussel kregen uitgereikt. Marleen Temmerman heeft een schitterende academi-
sche carrière, waarin ze honderden publicaties op haar naam heeft staan en vooraanstaande wetenschappelijke posities bekleed. Maar haar maatschappelijke betrokkenheid spreekt proximus Michotte evenzeer aan. ‘Ze heeft een hele reeks projecten in Afrika waarbij ze zelf in het veld werkt; ze helpt vooral zwangere vrouwen en bij bevallingen. Er is ontzettend veel moeder- en kindersterfte in die landen.” “Enkele van de waarden die we in ons onderwijs
Marleen Temmerman (rechts) in gesprek met Yvette Michotte.
aan de Vrije Universiteit Brussel willen vertalen zijn maatschappelijk engagement en internationalisering. Zij is daar een excellent voorbeeld van. Dat ze haar voordragen voor de leiding van een departement van de Verenigde Naties betekent ook dat ze internationaal impact heeft.” “Al die elementen bij elkaar: de academische, de medische, de maatschappelijke betrokkenheid; zij is het grote voorbeeld dat je zoekt voor een eredoctoraat.”
Eddy Merckx was de grote aandachtstrekker bij de pers.
Rector Paul De Knop over topsporter Eddy Merkckx Wielergod “Als kind volgde ik natuurlijk het wielrennen. Ik herinner me nog zeer levendig dat we op een uitstap naar zee wielrenwedstrijden hielden in het zand. Op onze zelfgemaakte baan met wielrenfiguurtjes en knikkers, was in onze kinderfantasie Eddy Merckx ook aanwezig. In de wedstrijden die wij hielden, won Eddy Merckx vaak. Ook in ons spel” Rector Paul De Knop is fan van wielrennen en idolaat van Eddy Merckx.
In zijn wielercarrière won Merckx maar liefst 525 wedstrijden. Hij wordt door vele liefhebbers beschouwd als de grootste wielrenner aller tijden. Hij won de ronde van Frankrijk en de Giro d’Italia beide vijf keer, won bijna alle wielerklassiekers en was wereldkampioen. ‘Om in een klein land het verschil te maken, moet je excellentie na streven. Hij wilde alles winnen. Ze noemden hem de kannibaal. Daarom willen
we hem eren. Maar zijn bereidheid om zich in te zetten voor het goede doel - kanker, asbestpatienten, polio - was ook één van de redenen voor ons om hem een eredoctoraat uit te reiken.” “In de academische wereld wordt sport serieuzer genomen dan vroeger. Het is de eerste keer ter wereld dat een sportman omwille van zijn sportieve carrière op deze manier geëerd wordt.”
5
6
INTERVIEW
Fysici Jan Danckaert en Irina Veretennicoff over pionier Costas Soukoulis Uitvinder van metamateriaal Sommige toverkunsten uit de boeken over Harry Potter zijn echt mogelijk. “Costa Souloulis is een pionier, die dat mogelijk maakt.” Fysici Irina Veretennicoff en Jan Danckaert beschouwen professor Souloulis als een wetenschappelijke magiër. Met behulp van nanotechnologie legoën met moleculen - maakt hij materialen met compleet nieuwe eigenschappen. Al aan het einde van de jaren zestig waren er theorieën dat sommige materialen anders op licht zouden reageren dan in de natuur mogelijk was. Pas aan
het begin van de 21e eeuw zijn wetenschappers er in geslaagd zulk materiaal te maken. Costas Soukoulis is het gelukt materiaal te maken dat een negatieve brekingsindex heeft voor zichtbaar licht. Dat is totaal onnatuurlijk, maar biedt onvoorstelbare mogelijkheden. ”De mogelijkheden voor smartphones zijn groot. Je zou daarvoor mini-antennes kunnen maken met een enorm bereik.” Maar het zou ook kunnen leiden tot superlenzen met een onvoorstelbare scherpte. Eén toepassing is eigenlijk al gereali-
seerd. Wetenschappers hebben bekend gemaakt dat ze met Soulousis’ techniek een schitterende camouflage hebben gevonden: onzichtbaarheid. Militairen zullen veel interesse hebben in deze toverachtige ontdekking. “Costa Souloulis is een voorbeeld voor de jeugd om toe te treden tot de wereld van wetenschap en techniek. Hij heeft de klassieke optica heruitgevonden.”
Medicus Kris Thielemans over toponderzoeker Ronald Levy De vader van de antilichaamkankertherapie “Ik heb de kans gehad om een aantal jaren in Ronald Levy’s laboratorium te werken. Professioneel waren dat mijn beste jaren. Ik heb veel aan hem te danken. Wat ik daar heb geleerd, heeft geresulteerd in het werk wat ik nu doe.” Medicus Kris Thielemans is zijn carrière bij Ronald Levy begonnen. Wat hij probeert te doen, is ons eigen immuunsysteem – ons afweersysteem – te laten vechten tegen kanker. Hij legde de basis voor hedendaagse, nieuwe behandelmethode. Het is geen vaccin, daarom noemen
we het passieve immuuntherapie.” Ronald Levy bracht tumorcellen van een kankerpatiënt in bij een muis die daardoor antilichamen ging produceren. Deze werden geïsoleerd en weer gebruikt bij de patiënt. Zo kreeg elke patiënt antilichamen op maat. Dit was nog maar een wetenschappelijk experiment, maar later ontwikkelde Ronald Levy een ander antilichaam dat bij veel meer patiënten te gebruiken was: Rituximab. Deze therapie was een grote stap vooruit in de behandeling van lymfklier-
kanker. Het was de eerste therapie op basis van antilichamen die goed gekeurd werd door de Amerikaanse gezondheidsautoriteiten en die veel mensen hun leven heeft veranderd. “Alle hedendaagse en toekomstige kankertherapieën waar antilichamen voor worden gebruikt bouwen voort op zijn werk.”
Politicoloog Bruno Coppieters over polemoloog Donald L. Horowitz Dromen van vrede Etnische conflicten roepen nare beelden op: Hutu’s en Tutsi’s, Armeniërs, Joegoslaven, en ga zo maar door. Ook in België worden de ideeën over etnische conflicten angstvallig gevolgd. Gelukkig zegt Horowitz dat lang niet alle etnische conflicten tot geweld leiden. “België zal niet snel uiteenvallen” Politicoloog Bruno Coppieters roemt de inzichten van de eredoctor. “Horowitz heeft een grote impact gehad op het denken over etnische conflicten. ”Onderzoek naar conlicten gaat meest-
al case voor case - Rwanda, Joegoslavië. Hoe kun je dan iets zinnigs zeggen wat algemeen geldt? “Dat is erg moeilijk omdat je dan tientallen cases moet doornemen en daar de lijnen van zien. Elk conflict heeft weer zijn typische verschijnselen. Maar in de jaren tachtig heeft Horowitz het boek Ethnic Groups in Conflict gepubliceerd. Hij was in staat generalisaties te maken waarmee we weer verder konden discussiëren.” Coppieters noemt een voorbeeld: in de jaren
negentig werd er gediscussieerd om machtsopvolging in een land wettelijk te regelen. Horowitz toonde aan dat de nadelen daarvan veel groter waren, dan de voordelen. Afblijven dus. De vasthoudende interesse naar het ontstaan van etnische conflicten, heeft bij Horowitz een hele grote drijfveer. Hij wil antwoord op die ene vraag: “Wat zijn de mogelijke wettelijke en andere technieken om het conflict te verminderen?”
Na de generale repetitie voor de uitreiking werd er uitgebreid geluncht.
Op de voorste rij van links naar rechts de eredoctors: Costas Soukoulis (metamaterialen), Donald L. Horowitz (etnische conflicten), Ronald Levy (kankerbestrijding), Marleen Temmerman (gynaecologie) en Eddy Merckx (topwielrenner). Daarachter hun proximi: Jan Danckaert, Bruno Coppieters, Kris Thielemans, Yvette Michotte en Paul De Knop.
7
8
Wetenschappelijke topper Peter Tompa naar Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) en Vrije Universiteit Brussel Op 11 mei was Vlaams minister van Innovatie Ingrid Lieten op de VUB-campus om de Hongaar Peter Tompa voor te stellen aan de pers. Tompa is een internationale topwetenschapper die met zijn werk over de wanorde bij eiwitten een centraal dogma uit de biologie onderuit haalt. Hij volgt Lode Wyns op als directeur van het VIB Departement voor Structuurbiologie aan de Vrije Universiteit Brussel. Universiteiten en wetenschappelijke instituten van over de hele wereld zijn in een voortdurende strijd om wetenschappelijk talent verwikkeld – nog het best te vergelijken met de transfers in de sport. Enkel door de sterkst mogelijke teams samen te stellen, kunnen wetenschappelijke instellingen de internationale competitie aangaan. Die competitie gaat over wetenschappelijke ontdekkingen en publicaties, maar ook over het opstarten van nieuwe bedrijven en over samenwerking opstarten met bestaande bedrijven. Sterke, competitieve wetenschappelijke instellingen zijn dus een noodzaak voor het uitbouwen van de kenniseconomie. Na het terughalen van een aantal succesvolle Vlaamse wetenschappers naar Vlaamse instellingen (reverse brain drain), is er nu een volgende fase aangebroken. Ook buitenlandse topweten-
schappers vinden nu de weg naar de Vlaamse wetenschappelijke instellingen. Minister Lieten, VIB en Vrije Universiteit Brussel zijn er dan ook bijzonder trots op dat Peter Tompa ervoor heeft gekozen zijn carrière verder uit te bouwen in Vlaanderen. Het bewijst dat Vlaanderen een sterke wetenschappelijke reputatie heeft opgebouwd in het buitenland. Peter Tompa heeft een indrukwekkend internationaal parcours afgelegd. Hij werkte onder meer aan the Institute of Enzymology (Hongarije), The Weissman Institute (Israël), ECUST University (China), Tokyo University (Japan), St. Jude Children’s Hospital (VS) en de Universidad Autonoma, (Spanje). Met zijn werk over ongeordende eiwitten (intrinsically disordered proteins) heeft Tompa een dogma
© VIB - Lieven Dirckx
in de biologie aan diggelen geslagen. Tot goed vijf jaar geleden werd algemeen aangenomen dat de structuur van een eiwit bepalend is voor de functie ervan. Dat blijkt slechts gedeeltelijk waar te zijn. Bij goed een derde van alle eiwitten is net het ontbreken van structuur cruciaal voor de werking ervan. Deze ongeordende eiwitten blijken net heel flexibel te zijn en dienen in de cel als scharnier, als plooibare sleutel, als grijparm,… Eiwitten zijn de belangrijkste bouwstenen van alle leven. Ze zijn de armen, benen, voeten, mond, ogen en oren van onze cellen. DNA, de meest gekende molecule in de biologie, is net van belang omdat ze de informatie bevat om eiwitten te maken. Dat de cellen in ons lichaam van elkaar verschillen, is voornamelijk te wijten aan het feit dat ze bestaan uit verschillende mengsels van eiwitten.
Brainstormen in Brussel
Honderd jaar Solvay Raden Fysica
Een interactieve tentoonstelling voor jongeren en groot publiek Een boeiend avontuur dat veel bijdroeg tot de verandering van onze wereld!
Organisator Locatie
Internationale Solvay Instituten Paleis van de Academieën te Brussel
Meer informatie Henri Eisendrath
[email protected]
Van 14 oktober tot 22 december 2011 In 2012 in de Vlaamse provincies
vanaf september 2011: http://www.solvayinstitutes.be
Karel Van Miert Building Gives Fresh Momentum to Internationalization of VUB Friday 27 May was the official opening of the Karel Van Miert Building of the Vrije Universiteit Brussel. The building is situated at 5 Pleinlaan, opposite the Etterbeek campus. The commemorative plaque was unveiled in the presence of Flemish Education Minister Pascal Smet, the President of the Brussels University Alliance Baron Buysse, and Carla Galle, partner of the late politician Karel Van Miert. The Karel Van Miert Building has more than 10,000m² office space and brings together everyone at the Vrije Universiteit Brussel who is concerned with internationalization. “The building is meant to become the link between the Vrije Universiteit Brussel and the world”, says VUB Rector Paul De Knop. The new building accommodates the International Relations and Mobility Office (IRMO), the Institute for European Studies (IES), the Brussels Institute of Contemporary China Studies (BICCS) and the Vesalius College.
The Sociology and Political Sciences Research Groups, the University Centre for Overseas Development (UCOS) and Close The Gap have also moved to 5 Pleinlaan, as did the department of Applied Linguistics of association partner Erasmus University College Brussels. The Vrije Universiteit Brussel purchased the building last year for more than 22 million euros with the support of the Flemish Government. The building is named after the politician and former European Commissioner Karel Van Miert, who died in 2009 and who had close ties with the Vrije Universiteit Brussel. In the nineteen seventies, Karel Van Miert was an assistant to Prof. Frans De Pauw at the Law Faculty. In the nineteen eighties until 2001, Karel Van Miert lectured at the Vrije Universiteit Brussel on such subjects as the Origin and Development of the European Communities and Special Issues of the Substantive Law of the European Union.
Op vrijdag 27 mei vond de officiële opening plaats van het Karel Van Miert gebouw van de Vrije Universiteit Brussel. De gedenkplaat werd onthuld in aanwezigheid van Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet, voorzitter van de Brussels University Alliance baron Buysse en Carla Galle, partner van de overleden politicus Karel Van Miert. Het Karel Van Miert gebouw telt ruim 10.000 m² kantoorruimte en laat toe om iedereen die aan de Vrije Universiteit Brussel met internationalisering bezig is onder een dak te brengen. “Het gebouw moet het bindteken worden tussen de Vrije Universiteit Brussel en de wereld”, stelt VUB-rector Paul De Knop. Het nieuwe gebouw biedt o.m. onderdak aan het International Relations and Mobility Office (IRMO), het Institute for European Studies (IES ), het Brussels Institute of Contemporary China Studies (BICCS) en het Vesalius College. Ook de vakgroepen Sociologie en Politieke Wetenschappen, het Universitair Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking (UCOS) en Close The Gap zijn naar Pleinlaan 5 verhuisd, net als het departement Toegepaste Taalkunde van associatiepartner Erasmushogeschool Brussel. Het gebouw ligt aan de Pleinlaan 5, tegenover campus Etterbeek.
European Trade Commissioner Karel De Gucht was one of the guests at the opening of the Karel Van Miert Building. foto’s Kelly Langenus
AKADEMOS - JG.14 • NR3 • JUNI - JULI 2011
9
10
K O RT N I E UWS
Loop mee voor het Centrum voor Reproductieve Geneeskunde Op zondag 2 oktober lopen de Vrije Universiteit Brussel en het Universitair Ziekenhuis Brussel mee met de Brussels Marathon & Half Marathon. Deelnemers kunnen kiezen tussen een van de vier schitterende parcours dwars doorheen Brussel: 4km, de halve marathon en de marathon. Alle giften van de deelnemers gaan integraal naar het wetenschappelijk onderzoek van het Centrum voor Reproductieve Geneeskunde
(CRG). Deelnemers ontvangen een goodiebag met onder andere een technisch loopshirt. Vorig jaar verzamelden een kleine honderd fervente VUB- en UZ-lopers, samen met de corporate sponsors, een bedrag van 12.000 euro voor het CRG. Dit jaar streven we er naar om met meer dan honderd lopers aan de start te verschijnen en zo het CRG een cheque van 15.000 euro te kunnen overhandigen voor het levensbelangrijk onderzoek dat zij verrichten. Meer informatie en de link naar het inschrijvingsformulier vind je op: http://www.vub.ac.be/ brussels-marathon/
FWO DANSFEEST FWO DANSFEEST MET MUZIEK DOOR DANNY WUYTS MET MUZIEK DOOR DANNY WUYTS
BAND DANNYMALS BAND DANNYMALS
KAARTEN: 5€ RESERVEREN VIA
[email protected] KAARTEN: 5€ RESERVEREN VIA
[email protected] WAAR? WAAR?
BRUSSELS EVENT BREWERY NV
BRUSSELS EVENT BREWERY NV RUE DELAUNOYSTRAAT 58 B, 1080 BRUSSELS (SILOS VAN DE OUDE BOTTELARIJ VAN DE VROEGERE BROUWERIJ BELLEVUE) RUE DELAUNOYSTRAAT 58 B, 1080 BRUSSELS
(SILOS VAN DE OUDE BOTTELARIJ VAN DE VROEGERE BROUWERIJ BELLEVUE) PARKING VOORZIEN OP 850 METER VAN DE LOCATIE MET SHUTTLE VERBINDING
Eerste dag van de doctorandi in Jette Op 5 april vond de eerste Dag van de Doctorandi van de faculteit Geneeskunde en Farmacie en de Doctoral School of Life Sciences and Medicine plaats op de medische campus in Jette. Deze dag kwam tot stand door en voor PhD-studenten, onder het motto ‘research unlimited’. Er kwamen bijna 140 deelnemers op af, van wie 73 PhD-studenten een abstract inzonden. Daarvan werden uiteindelijk 12 studenten geselecteerd om een presentatie te houden.
Wie bouwt de zuinigste wagen?
EcoTeam behaalt knappe 8e plaats Studenten van de VUB en de Erasmus Hogeschool deden mee de Shell Eco-marathon. De Europese finale vond plaats in het Oostduitse Lausitz. De toekomstige ingenieurs uit Brussel hielden een dagboek bij. Dinsdag 24 mei Eén uur ‘s nachts: de bestelwagens worden vertrekklaar gemaakt. Iedereen wurmt zich tussen auto-onderdelen en bagage om een slaapplekje in de wagens te vinden. Gelukkig zijn de meesten nog doodmoe van het vele avond- en nachtwerk aan de auto, dus de slaap vatten vormt geen probleem. We schrikken wakker en zijn al op 200 kilometer van Lausitz, onze bestemming! Eenmaal aangekomen schrijven we ons snel in en vertrekken naar de camping. Daar zijn ondertussen al heel wat andere teams toegekomen, maar we vinden nog een plekje om onze tenten op te zetten. Na het lange en vermoeiende reizen werd het hoog tijd om de dorst te lessen en de honger te stillen. We wisten allemaal dat er nog vrij veel werk was aan de wagen, maar een VUB student blijft een VUB student en dus stapten we een lokaal restaurantje binnen. De arme man had zelden zoveel volk in zijn zaak gezien… We hielden de bestelling dan ook eenvoudig: iedereen Steak Hubertus (inderdaad, de grootste vleesschotel van de hele kaart) en een Weissbier (inderdaad, eveneens het grootste glas van de hele kaart). Na de maaltijd verder werken. Er was nog enige onzekerheid over onze batterij. Er was een poging ondernomen om zelf een battery-pack te maken. De functionaliteit moest echter nog getest worden. Ontlaadweerstanden voor grote vermogens waren echter niet voorhanden… Redelijk eigenzinnig hebben we het opgelost: alle kabels die we bij ons hadden, werden mooi uitgespreid en verbonden. De batterij kon worden ontladen. Uiteindelijk werd de wagen nog snel even getest. De wagen reageerde vlot en zo kon het team zich om 2u ‘s nachts tevreden terugtrekken op de camping, klaar voor de technische keuring van de volgende dag. Woensdag 25 mei Voor de technische keuring moesten we nog een klein obstakel overwinnen. Er was niet genoeg remkracht om de auto op de vereiste helling te laten stilstaan. Na het nodige sleutelwerk waren
de auto nu dus eindelijk echt klaar voor de eerste officiële run! Na de succesvolle technische controle en de testritten viel een groot deel van de druk weg. Het was tijd voor ontspanning. Met het stralende weer was een beslissing snel genomen: het was BBQ-tijd. Met dank aan de Studentenraad VUB voor de sponsoring hiervan was er voldoende eten en drank voor iedereen, en eindigde de avond in een zeer goede stemming. Voor sommigen duurde het feestje zelfs tot in de vroege uurtjes. we dan toch klaar om aan de keuring te beginnen. We moesten na de keuring maar één aanpassing doorvoeren in de vorm van enkele extra verluchtingsgaten, maar voorts werd de controle met glans doorstaan. Hierna kon het testen van de wagen echt beginnen. Jan, die tot reserverijder was gebombardeerd, zou de testritten voor zijn rekening nemen. Na in de rij aangeschoven te hebben, was het dan zover: de echte Eco-marathon kon beginnen voor het VUB-EhB EcoTeam! In totaal werden drie maal drie testrondes afgelegd. Met de nodige hulp van de pitcrew en de rest van het team op de tribunes, ging alles zeer vlot, ondanks het feit dat de walkie-talkies nog niet optimaal werkten. Op enkele, kleine aanpassingen na, was
“Voor sommigen duurde het feestje zelfs tot in de vroege uurtjes”
Donderdag 26 mei Een paar dapperen schoven de volgende ochtend vroeg al aan bij het circuit. Een aantal andere teams hadden blijkbaar hetzelfde idee, want bij de eerste officiële rit was het al redelijk druk op en om de baan. Hierdoor was het niet altijd mogelijk om een perfecte lijn te volgen op het parcours en onze bestuurder moest zelfs een keer remmen om een botsing te vermijden, wat het energieverbruik natuurlijk niet ten goede kwam. Na deze eerste rit waren we aangenaam verrast over het verbruik, maar we waren ervan overtuigd dat er nog verbetering mogelijk was. Daarom werd in de loop van de namiddag een tweede rit gemaakt, waarvoor de bandendruk verhoogd werd. Bovendien was het bij deze tweede rit minder druk op het parcours en kon een idealere lijn gereden worden. Bij het binnenrijden van de pits hebben we meteen zelf ons verbruik bekeken op de joulemeter en deze gaf een 15% lagere waarde aan tegenover onze vorige poging! Lichtelijk euforisch verdrongen we ons dus even later voor het scherm waarop live de resultaten verschenen. We stonden op een mooie vierde plaats met een resultaat van 344 km/kWh, omgerekend is dit ongeveer 3000 km voor 1 liter brandstof. Daags nadien kwamen nog meer teams in actie waardoor we uiteindelijk eindigden op een verdienstelijke achtste stek. De laatste avond hebben we ons onverhoopt succes gevierd in een plaatselijk Grieks restaurantje. Enkele glazen ouzo later eindigde de avond in de tenten met een verdiende nachtrust.
AKADEMOS - JG.14 • NR3 • JUNI - JULI 2011
11
12
Sk i ll s lab
VUB opent Skillslab met levensechte ‘patiënten’ Studenten geneeskunde kunnen weleens een beginnersfout maken bij de behandeling van een patiënt. Maar in het gloednieuwe Skillslab van de Vrije Universiteit Brussel zal de patiënt daar alvast niet onder lijden. Want het Skillslab van de faculteit Geneeskunde en Farmacie bestaat uit hoogtechnologische modellen die op handelingen van studenten reageren zoals een echte patiënt. Via simulatie en training kunnen studenten competenties en vaardigheden preklinisch aanleren en optimaliseren. Het gaat zowel om cognitieve en motorische vaardigheden voor lichamelijk onderzoek en procedures, als om beroepshouding, communicatievaardigheden en gesprekstechnieken. Als studenten vergissingen en beginnersfouten maken, dan kunnen die fouten rechtgezet worden zonder effect op de patiënt. De studenten worden in kleine groepen met heel concrete beroepssituaties geconfronteerd, waaronder basic life support en verstikking bij volwassenen en kinderen, blaascatheterisatie bij de man en de vrouw, maagsondeplaatsing, puncties, de polsslag voelen en beoordelen, enz. Daarnaast gaat er veel aandacht naar communicatievaardigheden en consultatievoering bij simulatiepatiënten (met een rollenspel en video-opnames). Het skillslab is duidelijk veel meer dan een verzameling gesofistikeerde poppen, het staat inderdaad voor een sterk pedagogisch concept. Het “Clinical Skills and Simulation Center” of kortweg Skillslab bevindt zich in de gebouwen van de faculteit Geneeskunde en Farmacie en maakt integraal deel uit van het “Geïntegreerd Begeleidingslandschap Medische Campus Jette”. De studenten geneeskunde krijgen aan de VUB al in een vroeg stadium van hun opleiding essentiële vaardigheden en competenties aangeleerd. Dat is overigens één van de aspecten waarmee de artsenopleiding zich onderscheidt. In het skillslab is de patiënt een gesofistikeerde pop. De student die erop oefent, wordt vanop afstand geobserveerd en de begeleider kan de pop zelfs doen reageren en spreken. In een ander lokaal kan de actie worden gevolgd. Na de oefening kan de student op DVD de opname meekrijgen zodat hij/zij ze kan herbekijken en evalueren. Scenario’s en leerdoelen zijn per werkstation uitgeschreven in een syllabus en ook beschikbaar op video/DVD.
Het “Clinical Skills and Simulation Center” wordt gecoördineerd en gestuurd vanuit de vakgroep Kritische Zorgen, meer bepaald door de titularissen en de lesgevers van de opleidingsonderdelen Medische Vaardigheden. Verschillende lesgevers (huisartsen, neurologen, ...) van andere disciplines zijn eveneens bij het skillslab betrokken. Het Skillslab richt zich tot de opleiding basisarts, tot voortgezette opleidingen (master na master Huisartsgeneeskunde en Ziekenhuisgeneeskunde) en tot ‘levenslang leren’ (o.m. aanbrengen nieuwe richtlijnen bij zorgverleners). Ook studenten verpleeg- en vroedkunde van de Erasmushogeschool en medewerkers van het UZ Brussel (om bijv. richtlijnen opnieuw op te frissen), maar ook mensen uit de industrie (bijv. ventilatieworkshops) kunnen oefenen in het skillslab.
De leraar van morgen
Prof. Evert Zinzen en prof. Nini Vrijens van het Interfacultair Departement Lerarenopleiding (IDLO)
Het Interfacultair Departement LerarenOpleiding, kortweg IDLO, wil toekomstige leraars grondig voorbereiden op de complexe omgeving waarin ze hun uitdagende beroep zullen uitoefenen. “De leraar van morgen moet kunnen omgaan met de diversiteit en de taalproblematiek in een grootstedelijke context”, zegt prof. Evert Zinzen. Hij neemt weldra de fakkel over van prof. Nini Vrijens als IDLO-voorzitter. IDLO organiseerde in mei nog een studie- en ontmoetingsdag met als titel: “Samen werken aan de leraar van morgen”. Wie morgen voor de klas wil staan, moet grondig voorbereid zijn. Studenten die leraar willen worden, kunnen hiervoor terecht bij het IDLO. “Vorig jaar in maart hebben we de belangrijke stap gezet van een interdisciplinaire vakgroep binnen de faculteit Psychologie & Educatiewetenschappen naar een zelfstandig en volwaardig Interfacultair Departement LerarenOpleiding”, zegt Nini Vrijens.
Vakdidactiek Een zestigtal professoren en academische personeelsleden is nauw betrokken bij het IDLO. De academische lerarenopleiding onderscheidt zich van deze van de CVO’s doordat voor elke masteropleiding een specifieke vakdidactiek wordt ingericht..“Wiskunde geven bijvoorbeeld vraagt een andere didactische aanpak dan informatica of aardrijkskunde”, zegt Evert Zinzen. “Er is niet alleen de grondige reorganisatie van het IDLO binnen de universiteit geweest. Even ingrijpend was de decretale uitbreiding van de opleidingsprogramma’s van 30 naar 60 studiepunten, zodat kwalitatief volwaardige programma’s uitgebouwd konden worden. Deze werden met veel enthousiasme vertaald in 9 nieuwe aangepaste programma’s, zegt Nini Vrijens. “Verder werden ook de verschillende mogelijkheden van indalingen in de masteropleidingen toegejuicht en goedgekeurd. De studenten van de academische lerarenopleiding krijgen nu een sterk praktijkgerichte opleiding met evenveel praktijk als theorielessen. Hierbij worden van bij de start praktijkopdrachten in de lessen geïntegreerd en wordt reeds na enkele weken met het werkveld kennis gemaakt. Het eindpunt is dat je nog tijdens je lerarenopleiding zelfstandig voor de klas staat zodat de overgang tot beginnend leraar geleidelijker gebeurt”
niet zomaar iets dat je er even bij doet.” De opleiding is veelzijdiger geworden. Vooral de diversiteit van de schoolgaande jeugd maakt het beroep van leraar behoorlijk complex”, zegt Evert Zinzen. “Daarom gaat veel aandacht naar taalgericht vakonderwijs: elke leraar moet ook een taalleerkracht zijn.
Grootstad De lerarenopleiding aan de Vrije Universiteit Brussel is gericht op een grootstedelijke context. “We maken deel uit van BEO, het Brussels Expertisenetwerk Onderwijs, waar de Erasmushogeschool Brussel en de Centra voor Volwassenenonderwijs (CVO’s) deel van uitmaken. We onderscheiden ons als universiteit van de hogescholen door ons vakdidactisch onderzoek. De resultaten van dat onderzoek geven we door via nascholingen”, zegt Nini Vrijens. “Hierbij is er aandacht voor de fysieke en mentale gezondheid van de leraar”, voegt Evert Zinzen eraan toe. “Onze studenten krijgen een volledige module over het voorkomen van stemproblemen door een specialist terzake. Dit is uniek in Vlaanderen,”
Tekort In Brussel zal de nood aan leraars de volgende jaren uitzonderlijk groot zijn. Door de demografische groei moeten in het hoofdstedelijk gewest in snel tempo nieuwe scholen worden gebouwd of bestaande scholen uitgebreid. “Logisch dat er dan veel meer leraars nodig zijn. Alleen zijn die momenteel onvoldoende voorhanden”, stelt Evert Zinzen vast. “Vandaar mijn boodschap aan de studenten: word leraar!” Dankzij een aantal flexibele opleidingstrajecten aan het IDLO kan je na je masteropleiding na 6 maanden als leraar afstuderen!”, zegt Nini Vrijens. Alle info vind je op onze website: http://www. vub.ac.be/IDLO
Op de jongste studie- en ontmoetingsdag van IDLO konden de deelnemers tal van interessante workshops volgen
Vroeger was de lerarenopleiding (of aggregaat) minder belastend. “Een lerarenopleiding volgen vergt nu eenmaal meer inspanning dan vroeger”, zegt Evert. “Onze SLO studenten zijn nu meer gemotiveerd om leraar te worden, want het is
AKADEMOS - JG.14 • NR3 • JUNI - JULI 2011 13
14
ONDERZOEK
Archeologie is high tech “Archeologie in de eenentwintigste eeuw is absoluut een multidisciplinaire wetenschap”, zegt prof. Karin Nys. Ze kan het weten, want samen met exacte wetenschappers en ingenieurs werpt de archeologe een nieuw licht op de late bronstijd in het oostelijke Mediterrane Bekken dankzij eigentijdse methoden als isotopenanalyse en spectroscopisch onderzoek. Karin Nys pendelt voortdurend tussen de Vrije Universiteit Brussel en Cyprus, waar ze belangrijke archeologische opgravingen leidt. Haar werk op Cyprus en de nieuwste archeologische technieken komen nu ook samen in het netwerk NARNIA, wat staat voor New Archaelogical Research Network for Integrating Approaches to Ancient Material Studies. De Vrije Universiteit Brussel vormt een belangrijke pijler van dat internationale netwerk dat steun krijgt van de Europese Commissie via het prestigieuze Marie Curie-programma.
Prof. Nys geeft een rondleiding op de site uit de late bronstijd ‘Hala Sultan Tekke’ voor de Belgische ambassadeur Guy Sevrin en leden van het Cyprus American Archaeological Research Institute
“Alles is begonnen met mijn archeologisch onderzoek in Hala Sultan Tekke, een havenstad op Cyprus”, vertelt prof. Nys. “Het gaat om een site uit de late bronstijd (c. 1600 – 1050 v.o.t.). Ik was er eerst assistent-director van een Zweeds-Belgische missie, tot het Department of Antiquities van Cyprus me in 2009 aanstelde als verantwoordelijke van het project.”
Isotopenanalyse Hala Sultan Tekke was in de late bronstijd een internationale havenstad die in contact stond met de grootmachten van toen: Egypte, de Mykeense wereld en het Hittitische rijk. In 1100 voor onze tijdrekening werd de site plots verlaten. Verzanding van de haven was wellicht de oorzaak. “Ik wilde de verhouding onderzoeken tussen mens en natuur, tussen mens en omgeving”, vertelt prof. Nys. Maar om hier greep op te krijgen, moest ze een beroep doen op nieuwe wetenschappelijke technieken uit andere disciplines. Haar contacten met geoloog en VUB-professor Philippe Claeys hebben geleid tot een multidisciplinair onderzoeksproject met twee doctoraatsstudenten, een uit de archeologie (Jan Coenaerts) en een uit de geologie (Virginie Renson). Hun onderzoek
heeft betrekking op isotopenanalyse, toegespitst op keramiek. “Dat is bijna nog nooit gedaan”, zegt prof. Nys. “We willen met lood- en strontiumisotopen de fingerprint nagaan van keramiek om zo te weten te komen waar de klei precies vandaan komt, het zogeheten bronmateriaal. Normaal is het heel erg moeilijk om de link te leggen tussen keramiek en de herkomst van de klei, onder meer omdat de pottenbakker het materiaal grondig bewerkt heeft. Met isotopenanalyse is het wel mogelijk om die herkomst vast te stellen.” En dat kan dan meteen leiden tot nieuwe inzichten. “We hebben op Cyprus geen geschreven bronnen die we kunnen lezen, maar buiten Cyprus zijn er wel tabletten gevonden die over Alashiya spreken. De meeste onderzoekers zijn het erover eens dat Alashiya op Cyprus moet gezocht worden, maar wordt Cyprus als geheel of misschien alleen de stad Enkomi bedoeld? Wij willen met ons onderzoek uittesten hoe de interne verhouding op Cyprus was: nam Enkomi een dominante positie in op het eiland of waren misschien verschillende steden even actief in het internationale netwerk met de omliggende grootmachten? Als we bijvoorbeeld de fingerprint van Enkomi kunnen vinden in de Cyprische keramiek die naar Egypte en het Nabije Oosten geëxporteerd was, dan hebben we harde bewijzen die de hypothetische dominantie van Enkomi ondersteunen. Zo kunnen we archeologische of historische vragen beantwoorden dankzij eigentijdse technieken en archeometrie.”
je het tegen het licht houdt, merk je dat het glas bijvoorbeeld amber of groen is.” Prof. Nys trok naar B-Phot, de Fotonica-onderzoeksgroep van prof. Hugo Thienpont en ook hier bleek de exacte wetenschap soelaas te bieden. “Met spectroscopisch onderzoek kunnen we immers objectief de kleur van glas bepalen ” Daarenboven toonden verdere testen aan dat optische spectroscopie tot veel meer in staat is dan louter een kleurbepaling van glasartefacten. Een nieuw multidisciplinair onderzoeksproject was geboren. Onderzoek in het kader van de horizontale onderzoeksactie ‘Niet-destructieve Optische analyse van Cultureel Erfgoed Materialen (NOCEM)’ toonde ondertussen aan dat absorptie- en Raman-spectroscopie twee aanvullende technieken zijn waarmee men op een snelle en niet-destructieve manier informatie kan vergaren over de samenstelling en herkomst van glasartefacten. “We werken eraan met het team van prof. Hugo Thienpont en dr. Wendy Meulebroeck van de onderzoeksgroep B-Phot (Brussels Photonics Team) en met het team van prof. Herman Terryn en Kitty Baert van de onderzoeksgroep SURF (Electrochemical and Surface engineering).” Een extra belangrijk voordeel van deze technieken is dat de meettoestellen beschikbaar zijn in een draagbare versie. Dit maakt dat de metingen ter plaatse kunnen worden uitgevoerd. Hierdoor
Glas Keramiek is belangrijk binnen het Mediterranean Archaeological Research Institute (MARI), de VUB-onderzoeksgroep van prof. Nys. Een andere belangrijke pijler is glas. “Peter Cosyns maakt zijn doctoraat over zwart Romeins glas. Een van de problemen hierbij is: wat is zwart? Want als Onderzoekers Jan Coenaerts en Virginie Renson prospecteren potentiële kleibronnen op Cyprus
kan een groter aantal materialen worden onderzocht. Dankzij de steun van de VUB (IOF-POC funding) werd een draagbare spectrofotometer aangekocht en de toepasbaarheid van absorptiespectroscopie in ‘on-site’ onderzoek uitgetest. Hiermee werd aangetoond dat deze techniek niet enkel valorisatiepotentieel bezit in de archeologiewereld, maar ook bijzonder nuttig kan zijn voor museumconservators.
NARNIA De verwevenheid van archeologie en de nieuwste technieken en de samenwerking tussen de onderzoeksgroepen MARI, B-Phot, SURF en GEOL komt ook tot uiting in het New Archaelogical Research Network for Integrating Approaches to Ancient Material Studies of kortweg NARNIA. De University of Cyprus nam het initiatief om dit consortium van universiteiten en instituten op te richten. Prof. Nys en haar multidisciplinair team zijn daarbij verantwoordelijk voor de coördinatie van het onderzoeksonderdeel ‘Glass production and trade in the Eastern Mediterranean’ en ze participeren ook in ‘The study of ceramic artefacts from the Eastern Mediterranean’. “NARNIA moet jonge onderzoekers de mogelijkheid geven om verschillende analytische competenties te vervolmaken”, zegt prof. Nys. “We bie-
Onderzoekster Hilde Wouters aan het werk met de draagbare optische spectrofotometer in het museumdepot in Nicosia (Cyprus).
den ingenieurs ook een kader om nieuwe dingen te ontwikkelen die nuttig kunnen zijn in andere domeinen.” Ze is er trots op dat de eerste workshop van NARNIA aan de Vrije Universiteit Brussel plaatsvindt, van 20 tot 24 juni. “De belangstelling is enorm, niet alleen vanuit het NARNIA-netwerk zelf, maar onderzoekers vanuit heel Europa hebben ons gevraagd om te mogen participeren in de workshop. De deelnemers krijgen van topspecialisten een introductie in optische en chemische technieken om eeuwenoud glas te analyseren. Ze mogen ook eigen materiaal meebrengen om te oefenen.” De archeologie van de eenentwintigste eeuw mag dan multidisciplinair zijn, toch is het niet altijd evident om onderzoekers uit de humane weten-
schappen met ingenieurs en exacte wetenschappers te doen samenwerken. “Het is nu eenmaal een andere onderzoeksfilosofie”, zegt prof. Nys. “Maar met collega’s als Philippe Claeys, Hugo Thienpont en Herman Terryn klikt het gelukkig wonderwel.” Prof. Nys benadrukt dat NARNIA vooral ook een heel stevig netwerk wil worden voor alles wat met de oudheid in het oostelijke mediterrane gebied te maken heeft. Zelf brengt ze zo veel mogelijk tijd op Cyprus door. “Ik heb een zware onderwijsbelasting, maar dat belet me niet om meermaals per jaar gedurende enkele weken op Cyprus te zijn. Ik logeer dan meestal in het Cyprus American Archeological Research Institute, waar archeologen thuis zijn.”
Prof. Karin Nys
AKADEMOS - JG.14 • NR3 • JUNI - JULI 2011 15
16
O P E N B RI E F
Vrijheid van wetenschappelijk onderzoek OPEN BRIEF
Een aanval op de wetenschap De vernietigingsactie van Field Liberation Movement tegen de veldproef met aardappelen is een onaanvaardbare aanval op onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek en een aanfluiting van de principes van de rechtsstaat, zeggen Mark Waer (K.U.Leuven), Luc De Schepper (UHasselt), Alain Verschoren (Universiteit Antwerpen), Paul Van Cauwenberge (UGent) en Paul De Knop (Vrije Universiteit Brussel). De vernietiging van een veldproef met genetisch gewijzigde aardappelen was geen protestactie van bezorgde burgers, maar een gerichte aanval op vrije wetenschapsbeoefening en een miskenning van democratisch tot stand gekomen beslissingen. Wij betreuren en veroordelen dat de actievoerders geweld verkiezen boven het open debat. Wetenschappers staan ten allen tijde open voor kritisch debat op basis van wetenschappelijke, ethische en maatschappelijke overwegingen. Hetzelfde geldt voor democraten. Argumentatie en tegenargumentatie zijn wezenskenmerken van goede wetenschapsbeoefening en van democratie. Universiteit en rechtsstaat leven van debat, argumentatie en tegenspraak. De actievoerders van Field Liberation Movement hebben het anders begrepen. Zij mijden de argumentatie en het debat. Ze verschillen daarin sterk van die andere groep van 350 onderzoekers die zondag ook in Wetteren waren en deelnamen aan de actie ‘Save our Science’. Zij betoonden hun steun aan onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek en wilden met hun initiatief het onderzoek toelichten en de discussie met de actievoerders aangaan. Tevergeefs, FLM koos voor de vernietiging. Vernietiging met een rode neus en een strikje, maar niettemin vernietiging. Field Liberation Movement zet zich daarmee buiten het debat, zowel wetenschappelijk als maatschappelijk. Wetenschappelijk werden in de betrokken veldproef genetisch gemodificeerde aardappelen getest om na te gaan of ze bestand zouden zijn tegen de aardappelziekte, een schimmel die bij ons de belangrijkste bedreiging vormt voor de aardappelteelt. De veldproef zou nagaan of deze genetisch gewijzigde aardappelen aan de verwachtingen voldoen en of ze bijgevolg minder of helemaal niet meer bespoten zouden moeten worden. Door dit experiment te vernietigen voor de resultaten bekend zijn, ontneemt FLM de wetenschap de vrijheid om de voor- en nadelen van deze nieuwe aardappelen in kaart te brengen en veegt ze de wetenschappelijke argumenten bij voorbaat letterlijk en botweg van tafel. Daarmee zet FLM zichzelf ook maatschappelijk buitenspel. Een democratie leeft van de confrontatie van meningen. Iedereen heeft het recht om voor zijn mening uit te komen en ervoor te strijden, ook FLM. De universiteiten willen dat debat graag aangaan, maar wel met legale middelen. Dat hoort zo in een democratie. Alleen zo kunnen we de vrijheid van onderzoek en de academische vrijheid, die wettelijk verankerd is, vrijwaren. Alleen zo kan de samenleving als geheel beredeneerde en beargumenteerde keuzes maken. Dat was net de bedoeling van de veldproef in Wetteren. Argumenten aandragen om die keuzes te kunnen maken. Daarvoor had de overheid na democratische besluitvorming het kader bepaald. De veldproef voldeed en voldoet aan strikte criteria inzake veiligheid, volksgezondheid en milieu. De aanvraag werd grondig onderzocht door de Bioveiligheidsraad en kreeg op basis van strenge criteria de goedkeuring van de bevoegde ministers Paul Magnette en Laurette Onkelinx. Op basis daarvan moet ze ook kunnen doorgaan. Het baart ons dan ook grote zorgen dat FLM zowel de wetenschappelijke methode als de democratische besluitvorming verwerpt en naar geweld grijpt om een overtuiging op te leggen aan de samenleving, die net via een democratisch proces de ruimte heeft geschapen voor wetenschappelijk onderzoek. FLM blijft zich dogmatisch verzetten tegen de invoer van genetisch gewijzigde gewassen in onze landbouw. Dat is hun goed recht. Maar het werk van onderzoekers vernietigen en de democratische besluitvorming negeren, dat is een brug te ver.
De slag om het aardappelveld Actievoerders van het Field Liberation Movement hebben op zondag 29 mei een proefveld in Wetteren vernield. Op het proefveld stonden genetisch gemodificeerde aardappelen waar wetenschappelijk onderzoek naar werd gedaan. Over deze actie ontstond een grote controverse binnen de academische wereld. De universitaire leiding veroordeelde in een open brief het optreden van de milieuactivisten. Ze wezen op de wetten waarbinnen het onderzoek naar de gemodificeerde aardappelen werd gedaan en het recht op vrijheid van wetenschappelijk onderzoek. Ook onderzoekers zelf veroordeelden de vernieling en wezen op het ondemocratische karakter ervan. Maar tegelijkertijd bevonden zich onder de actievoerders verschillende wetenschappers van Vlaamse universiteiten. De KULeuven zag zich zelfs genoodzaakt een medewerker te ontslaan die als woordvoerster van het Field Liberation Movement had opgetreden. Andere wetenschappers die niet hadden deelgenomen aan de aanval op het aardappelveld, vonden ook dat dergelijk onderzoek niet gedaan zou mogen worden. Ook binnen de universiteit heb je voor- en tegenstanders van genetische modificatie. Weer anderen vonden de verontwaardiging over de actie selectief. Ze vonden dat de rol van het bedrijfsleven in dergelijk onderzoek aan een veel kritischer blik zou moeten worden onderworpen. Tientallen collega’s hebben een protest aangetekend tegen het ontslag van de Leuvense wetenschapster. Er is dus nog veel onenigheid en discussie over het recht op vrijheid van wetenschappelijk onderzoek en de democratische wetten waarbinnen dat gebeurt.
AKADEMOS - JG.14 • NR3 • JUNI - JULI 2011 17
18
E r a s m u s hoge s chool B r u s s el
Pedagogisch coach m/v gezocht In de naschoolse opvang De Buiteling in hartje Brussel werd eind mei de nieuwe opleiding ‘Pedagogie van het Jonge Kind’ van de Erasmushogeschool Brussel voorgesteld. Dit is een volledig nieuwe opleiding die gericht is op een job die bij wijze van spreken nog gecreëerd moet worden, namelijk de pedagogisch coach. kers, zoals die in vele andere landen al is doorgevoerd, te realiseren en er voor te zorgen dat onze jongste kinderen de ontwikkelingskansen krijgen waarop ze recht hebben.”
Uiteraard komt de opleiding niet uit het niets. Het is het ‘werkveld’ dat vragende partij was voor deze nieuwe functie. Waar gaat het over? Een pedagogisch coach werkt in de buitenschoolse kinderopvang en combineert daar een aantal taken die op dit moment eigenlijk niet ingevuld worden of worden opgevangen door medewerkers die er niet voor zijn opgeleid. De pedagogisch coach staat in voor het begeleiden van het kind, maar ook - en vooral - voor het coachen en inhoudelijk sturen van kindbegeleiders. Daarnaast wordt ook veel belang gehecht aan de ondersteuning van de ouders, met respect voor de diversiteit tussen gezinnen. Deze veelzijdigheid maakt de nieuwe opleiding grensverleggend: voor het eerst worden pedagogische competenties gecombineerd met coachvaardigheden en leiding geven. De job is nodig in diverse vormen van de kinderopvang van 0 tot 12 jaar: crèches, buitenschoolse opvang, opvoedingsondersteuning, jeugdwerk, monitorenwerking, cultuureducatieve centra, enzovoort. Jan Peeters, directeur van het Expertisecentrum voor Opvoeding & Kinderopvang (VBJK), stond mee aan de wieg van de opleiding: “De vraag naar een hogere opleiding dateert al van 1973 en werd met de regelmaat van de klok herhaald door onderzoekers die de kinderopvang doorlichtten. Na meer dan 38 jaar is ze er dus en daar zijn we bijzonder blij mee. De opleiding zal zonder twijfel een belangrijke schakel zijn om de noodzakelijke verhoging van de kwalificatie van de medewer-
Ook Kind&Gezin was betrokken bij de opstart van deze opleiding. Els Pauels, stafmedewerker Kwaliteit bij de afdeling Kinderopvang noemde het een mijlpaal. “Wij stellen inderdaad vast dat er in de kinderopvang een competentieversterking nodig is. Het zullen deze afgestudeerden zijn die de rol van facilitator opnemen ten aanzien van de begeleiders en de ouders. Als coach kunnen ze de globale ontwikkeling van jonge kinderen samen met hen ondersteunen.” Cultuureducatie als weg tot gelijkekansenbeleid De nieuwe opleiding van de Erasmushogeschool Brussel geeft bijzonder veel aandacht aan cultuureducatie. Els Pauels beaamt het belang hiervan: “Kind & Gezin heeft haar schouders hieronder gezet omdat cultuureducatie heel belangrijk is. Het leidt tot eigen cultuuraanvaarding. Een kind tot drie jaar maakt een zeer gevoelige periode door die essentieel is voor het latere leven. De ervaringen die het kind opdoet, bepaalt hoe hij als volwassene reageert. Daarom hebben mensen die werken met kinderen en hun ouders een belangrijke taak.” Walentina Cool, departementshoofd van Campus Jette en doctor in de Psychologische Wetenschappen legt de link tussen cultuureducatie en Brussel. “Cultuureducatie is een weg tot een gelijkekansenbeleid”, zei ze op de persconferentie. “Om uit te groeien tot een ‘krachtig’ kind heeft het een rijke omgeving nodig, die uitnodigt tot verkenning en onderzoek.” Daarom brengt de opleiding Pedagogie van het Jonge Kind via kunstuitingen allerhande leerprocessen in beeld. Talrijke Brusselse initiatieven en sociaal-culturele
organisaties verlenen met workshops hun medewerking aan deze processen. Zo worden kinderen uit de opvang uitgenodigd voor activiteiten op de campus en leren de studenten met tentoonstellingen om reflectie en discussie te stimuleren. Door op zoek te gaan naar verrijkende activiteiten die kunnen dienen om de dialoog te bevorderen met de medewerkers, de ouders en de kinderen, spelen ze in op de grootstedelijke context. Ook Brigitte Grouwels, VGC-collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid en Gezin, beseft het belang voor de sector in de hoofdstad: “De Nederlandstalige kinderopvang in Brussel ervaart steeds meer moeilijkheden in het vinden van geschikt personeel. De ondersteuning door een coach van nieuwe, weinig ervaren medewerkers bij het leren in de praktijk kan daarbij helpen. Vooral voor het komen tot een gedragen beleid rond moeilijke thema’s zoals opnamebeleid, taalbeleid, ouderbeleid en opvoedingsondersteuning kan een goede coach – een coach die zich niet opstelt als de eigenaar van de kennis, maar als een steunende, sturende kracht – van essentieel belang zijn.“ Een sector op zoek naar mannen In de opvoedingssector zijn meestal vrouwen aan het werk. Voor de ontwikkeling van het kind zijn echter mannelijke rolmodellen nodig en is er dus een behoefte aan mannelijke kindbegeleiders. Door gebruik te maken van good practices en innovatieve samenwerking met mannelijke medewerkers uit de sector zal de opleiding Pedagogie van het Jonge Kind van de EhB ook een bijdrage leveren aan het manvriendelijk maken van de kinderopvang. Ze hopen dus om in september heel wat mannen te kunnen verwelkomen! Luc Van de Velde
19
P e r s onal i a
Prof. dr. Ellen Goossens van de vakgroep Embryologie en Genetica (EMGE), onderzoeksgroep Biologie van de Testis (BITE), wint dit jaar de prijs Dr. Luc Broeckaert en Mevr. Annie Depreeuw van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België met de publicatie ‘Preventie van onvruchtbaarheid na chemo- en radiotherapie.’ Op 19 november 2011 krijgt ze de prijs ter waarde van 5.000 euro overhandigd. Prof. dr Luc Deliens, voorzitter van de VUB-UGent onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde, werd in mei op de jaarlijkse conferentie van de European Association of Palliative Care (EAPC) benoemd tot Co-Chair van het EAPC Research Network. Prof. Micheline Volders en Ilse Decordier zullen dit jaar allebei in juli een award ontvangen op de jaarlijkse meeting van de European Environmental Mutagen Society (EEMS) in Barcelona. Micheline Volders zal de ‘Frits Sobels Award’ krijgen die wordt uitgereikt voor de uitmuntende bijdrage in het domein van ‘omgevingsmutagenese’. Deze prijs kan beschouwd worden als een ‘lifetime accomplishment’ award. Ilse Decordier zal de ‘EEMS Young Scientist Award’ in ontvangst mogen nemen. Het is uitzonderlijk dat beide awards naar twee personen van hetzelfde lab gaan. Prof. dr. Antoon Van den Braembussche, docent Kunstkritiek bij de vakgroep Kunstwetenschappen en Archeologie (SKAR) en auteur van het standaardwerk ‘Denken over Kunst’ (Coutinho, 2009) en editor van het spraakmakende ‘Intercultural Aesthetics ‘ (Springer, 2008) is benoemd tot voorzitter van de School voor Comparatieve Filosofie Antwerpen. Hij volgt hiermee prof. dr. Ulrich Libbrecht op die de school 22 jaar gelden heeft opgericht. Jan De Muylder (alumnus Toegepaste Economische Wetenschappen 2010) en momenteel mandaatassistent bij de vakgroep Accountancy, Auditing and Corporate Finance (ACCO) behaalde de eerste prijs van het Beroepsinstituut van Erkende Boekhouders en Fiscalisten (BIBF) met zijn masterproef over ‘Opinion-shopping: illusie of realiteit? Een case voor de Belgische auditmarkt’. De prijs heeft een bedrag van 1.250 euro. VUB studenten Pieter Jan Schouppe, Arno Michiels en Sebastiaan Fennis wonnen afgelopen vrijdag in Amsterdam de Belgische finale van de l’Oréal Brandstorm 2011, waaraan in het kader van het vak “Internationaal Marketing Project” onder leiding van Prof. Malaika Brengman werd deelgenomen. Ze maakten een prijswinnende campagne om mannen naar de professionele kapper te lokken. Dennis Diederix heeft de prestigieuze prijs van de Belgian Physics Society gewonnen. In 2010 heeft Dennis Diederix (een student uit Utrecht) met het
Erasmus uitwisselingsprogramma aan de VUB zijn masterthesis onderzoek gedaan, waarbij prof. Nick van Eijndhoven (VUB, Fysica van de Elementaire Deeltjes) optrad als zijn promotor. Dit resulteerde in de prijswinnende thesis ‘Model Independent Search for Neutrinos from Gamma Ray Bursts with the IceCube detector’. Bart Legein wint publieksprijs op Maastricht Medical Students Research Conference Elk jaar nemen de studenten uit de tweede master Biomedische Wetenschappen deel aan het studentencongres ‘Maastricht Medical Students Research Conference’. Dit jaar vond het congres plaats op 27 april. Op dit internationale congres krijgen (bio)medische studenten de mogelijkheid om hun eigen wetenschappelijk onderzoek voor te stellen met een poster en orale presentatie. De auteurs met de beste ingezonden abstracts krijgen de mogelijkheid tot een orale presentatie en de andere auteurs stellen hun onderzoek voor met een poster presentatie. Bart Legein behaalde dit jaar de publieksprijs voor de beste posterpresentatie. Twee VUB-ingenieurs zijn geselecteerd voor de Conti4x4Trophy. Jürgen Van Erps (Burgerlijk Ingenieur VUB, 2003; Doctor in de
Ingenieurswetenschappen VUB, 2008), momenteel werkzaam als post-doctoraal onderzoeker aan de vakgroep TONA (Toegepaste Natuurkunde en Fotonica, faculteit Ingenieurswetenschappen) werd samen met Bart Verbeeren (Burgerlijk Ingenieur VUB, 2003) geselecteerd voor de Conti4x4Trophy, die jaarlijks wordt georganiseerd door Continental. De Conti4x4Trophy is een zesdaags avontuur door Marokko, waarbij 14 teams in een Hummer H3 een 1000 km lang parcours afleggen door het Atlasgebergte en het stoffige zand van de Sahara. Michael Van Damme van de Robotics & Multibody Mechanics Research Group (R&MM) heeft een speciale vermelding gekregen voor zijn doctoraatsthesis. Zijn thesis ‘Towards Safe Control of a Compliant Manipulator Powered by Pneumatic Muscles’ (promoters Dirk Lefeber and Frank Daerden) was een van de drie finalisten van de tiende EURON George Giralt PdH Award Presentation. Het European Robotics Research Network (EURON) brengt Europese onderzoeksgroepen, industrie en onderwijsdisciplines in het veld van robotica samen. Jaarlijks reikt deze organisatie een prijs uit voor de beste doctoraatsthesis op dit vlak.
COLOFON Redactie: Sicco Wittermans, Chantal Verelst, Andrea Luyckx, Bram Esposito, Heleen van Schooneveld, Peter Van Rompaey Eindredactie: Peter Van Rompaey en Sicco Wittermans Medewerkers: Danny Vileyn, Valéry De Smet, Veerle Magits Foto’s: Saskia Vanderstichele, Bernadette Mergaerts, Chantal Verelst, Marie-Noëlle Cruysmans, Benny De Vos Opmaak: Gekko Publiciteit Druk: Albe De Coker Gedrukt met plantaardige inkten op milieuvriendelijk papier Redactiesecretariaat: Myriam De Pelseneer, Ingrid Knaepen Dienst Interne en Externe Communicatie Pleinlaan 2 - B-1050 Brussel [T] +32 (0)2 629 21 34 [F] +32 (0)2 629 12 10 [E]
[email protected] [E] www.vub.ac.be Wenst u Akademos thuis te ontvangen, laat ons iets weten. Verantwoordelijke uitgever: Prof. dr. Paul De Knop Rector Vrije Universiteit Brussel Pleinlaan 2 - B-1050 Brussel
Sponsor De Toekomst
Giften, legaten, schenkingen, sponsoring +32 (0)2 629 12 46 of
[email protected]
Meer info:
www.vub.ac.be/infoover/fundraising Vanaf 40 euro fiscaal aftrekbaar
Het minimale bedrag om giften voor goede doelen fiscaal aftrekbaar te maken, bedraagt intussen 40 euro in plaats van 30 euro.
AKADEMOS - JG.14 • NR3 • JUNI - JULI 2011 19
l e s s u r #B R E E D U ST ! E LIV
N
GE N I V J I R SCH
/09 3 0 G A INFOD
IN
-4
-4 -4
INSCHRIJVINGEN
30 juni - 15 juli & 16 augustus - 23 september van 10u00 tot 16u00
www.vub.be/infodag