1
15 februari 15 maart 2013
Eerste verkoop Solmates
UT-spin-off moet wereld tonen dat zijn depositieproces stabiel is
Agro & Food • Van potrozen tot Starbucks • Koppel hightech met agrotech • Robots pakken zestigduizend repen per uur
VAF Instruments
Schepen varen zuiniger met Dordtse opto-elektronische sensoriek
Techwatch organises the third edition of the
M
24 AND 25
MODEL DRIVEN DEVELOPMENT DAYS MDD, a two-day seminar on model-driven development
APRIL
Modeling and simulation are of increasing importance in the product development process. The tooling is advancing fast and approaches physical reality. In fact, it is possible to skip physical models or prototypes in many cases and develop a product or machine first time right. At MDD technicians, technical managers and decision makers learn the latest news, share experiences and exchange ideas about organising and managing their development flows.
KLOKGEBOUW
The conference will offer presentations on finite elements, multi-body dynamics, multi-physics development methods and simulation as well as model-based software and system development and testing.
2013 EINDHOVEN
The Netherlands
Registration open You can now register for High-Tech Systems 2013. Entrance to the exhibition and conference programme is free of charge when you register before 19 April 2013. www.hightech-events.nl/mdd
Parallel to the Model-Driven Development Days 2013, High-Tech Systems 2013 will be held in the Klokgebouw, Eindhoven, as well.
www.hightech-events.nl/mdd
COLUMN
Kruisbestuiving
N
Alexander Pil is hoofdredacteur van Mechatronica&Machinebouw.
ederland is een klein, dichtbevolkt land en we moeten elke vierkante meter dus nuttig besteden. Ik vraag me daarom wel eens af of Nederland wel een goede plek is voor landbouw en veeteelt. Natuurlijk, in het buitenland staan de Nederlanders bekend om exportsymbolen zoals kaas en tulpen, maar hebben we er wel genoeg ruimte voor? Hoewel Nederland zeker nog niet vol is, merken we aan de files elke dag opnieuw dat het langzaam dichtslibt. Met bijna zeventien miljoen landgenoten kunnen we de beperkte ruimte toch zeker wel beter gebruiken dan om graan te verbouwen of om koeien te laten grazen? Is het niet efficiënter om dat soort commodity’s te importeren uit bijvoorbeeld Duitsland, Frankrijk of desnoods Oekraïne? Waarom zouden we onze kostbare grond eraan opofferen? Onlangs kreeg ik een rapport van ABN Amro voor mijn neus dat me anders naar de zaak deed kijken. In het document (een samenvatting vindt u op pagina 34 van deze Mechatronica&Machinebouw) hebben de auteurs Wilbert Hilkens en David Kemps een grafiekje opgenomen over productie-efficiency. Wat blijkt? Nederland haalt een gemiddelde toegevoegde waarde per hectare van 4248 euro, waar het Europees gemiddelde op een schamele 867 euro ligt (cijfers 2005). Dat scheelt bijna een factor vijf! En dat ligt niet alleen aan Oost-Europa want landen zoals Duitsland en Frankrijk presteren allebei heel gemiddeld (België doet het met ongeveer 1600 euro goed). Nederlandse boeren steken met kop en schouders boven hun Europese collega’s uit. Ook als je kijkt naar de toegevoegde waarde per FTE zitten ze dik vier keer boven het gemiddelde. Als je het wat breder trekt naar de topsector Agro & Food, wordt het helemaal leuk. Die industrie genereert jaarlijks zo’n 48 miljard euro aan toegevoegde waarde, aldus een rapport van het bijbehorende topteam. Daarvan komt 29 miljard direct door de primaire productie, verwerkingsindustrie en toeleveranciers (de rest is handel, retail en horeca). Met een marktaandeel van 7,5 procent is Nederland na de Verenigde Staten het grootste exportland voor agro- en foodproducten. Neem even een momentje om dat op u te laten inwerken. De op een na grootste exporteur ter wereld. Let wel: absoluut gezien, niet geschaald naar oppervlakte of aantal inwoners.
Die positie kan Nederland niet alleen te danken hebben aan vruchtbare grond. De topsector Agro & Food groeit door handelsgeest, kennis en innovatie. Veel agrotechnische systemen zouden niet mogelijk zijn geweest zonder mechatronica. Een zeer hechte samenwerking met de topsector Hightech Systemen & Materialen – waar ik voor het gemak het grootste deel van u onder schaar – is dus een no-brainer. Zoals de ABN Amro-analisten zich terecht afvragen: ‘Kunnen systeembouwers voor vleeskuikenproductie als Vencomatic dankzij de snelgroeiende Chinese markt voor kippenvlees toeleveranciers zoals NTS aan een stabiele eindmarkt helpen? Kan het enorme marktpotentieel van Fancom, bouwer van stalbeheersingssystemen, ervoor zorgen dat toeleveranciers minder afhankelijk worden van Philips Healthcare of Fei?’ Het antwoord is natuurlijk volmondig: ‘Ja!’ Het kan zelfs andersom. De sensorkennis die is opgedaan in bijvoorbeeld robotstofzuigers is ook interessant voor ontwikkelaars van autonoom navigerende tractors. En wellicht hebben toeleveranciers van ASML technieken in huis om verse groentes langer houdbaar te maken. Of kan de solarindustrie helpen bij de ontwikkeling van materiaal dat alleen de fotosynthetisch actieve straling in de kas toelaat, en niet de warmte. Zoek elkaar dus op. Behalve een zakelijk gewin zit er ook een morele verplichting aan de koppeling van Agro & Food en Hightech Systemen & Materialen. Innovaties zijn keihard nodig de komende decennia. Bedenk dat de wereldbevolking in 2050 naar grofweg negen miljard is gegroeid. Dat betekent twee miljard monden extra om te voeden, terwijl er nu al een miljard mensen chronisch honger lijden. Duurzame productiviteitsverhoging is dus van levensbelang. En laat Nederland daar nu net expert in zijn.
Nederland is de op een na grootste exporteur ter wereld van agro- en foodproducten
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
3
1
10
Nieuws
Eerste klant lakmoesproef voor Solmates
Eind vorige maand ging de eerste machine van UT-spin-off Solmates op transport. Het Noorse Sintef kocht een Piezoflare 1200, die met gepulste lasers piëzo-elektrische lagen kan aanbrengen.
Word ook abonnee Mechatronica&Machinebouw is hét magazine voor de machine- en systeembouw in Nederland en België. In dit vakblad staan nieuws, trends en achtergronden over mechatronische systemen en machinebouw centraal. Wilt u ook niets missen op dit gebied? Dan mag een abonnement op het blad Mechatronica&Machinebouw en/of de nieuwsbrief niet ontbreken. Voor meer informatie en aanmelden gaat u naar www.mechatronicamachinebouw.nl/abonneren.
4
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
28
Thema
Voedselproducenten vinden weg naar tuinbouwspecialist Crea-Tech
Tuinbouw was jarenlang de onbetwiste thuismarkt voor Crea-Tech. De crisis maakte dat de machinebouwer uit Ter Aar zijn horizon verbreedde naar food. Via via scoorde het een opdracht voor Starbucks.
INHOUD
34
Thema
De perfecte fit tussen hightech en agrotech
Mede op initiatief van Nevat en Federatie Agrotechniek onderzocht ABN Amro de combinatie van de topsectoren Agro & Food en Hightech Systemen & Materialen. De kansen zijn levensgroot.
OPINIE 3
Kruisbestuiving - Alexander Pil
15 Hoe vertel ik het een ander? - Jaco Friedrich 21 Stilte voor de storm - Rolf Grouve 25 Start-up kan professioneler - Dennis Schipper 65 2013 - Rob Hommersen
NIEUWS 9
Kort nieuws
10 Eerste klant lakmoesproef voor Solmates 13 Maakindustrie ís de toekomst 16 VAF Instruments laat schepen zuiniger varen 22 Aftrap van spannend hightechevent met Europese allure
THEMA AGRO&FOOD 28 Voedselproducenten vinden weg naar tuinbouwspecialist Crea-Tech 34 De perfecte fit tussen hightech en agrotech 38 Definieer, voer uit en analyseer (en niet meer dan dat) 40 Snelle deltarobots verwerken zestigduizend mueslirepen per uur
IN BEELD 44 Van boer naar boer met Leievoeders-veevoer
FOCUS 48 Esa onderzoekt AM-componenten Layerwise voor satellietmotoren
40
Thema
Snelle deltarobots verwerken zestigduizend mueslirepen per uur
Industriële bakkerij Ravensbergen schakelde machinebouwer Overveld in voor een systeem dat zijn nieuwe krokante mueslirepen kon verwerken. Het resultaat is inmiddels naar tevredenheid geïnstalleerd.
50 De onstuitbare opmars van digital manufacturing 52 Effectief kabeldesign op basis van mechanica 54 Productnieuws
EN VERDER 6
Foto: Barge Master
56 Agenda 61 High-Tech Institute 62 Fedactueel 66 Kompas 67 Colofon
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
5
6
MECHATRONICA 2
Bevoorradingsschepen voor bijvoorbeeld boorplatforms hebben er vaak mee te kampen: golfslag. Verdraaiingen van een paar graden zorgen er al voor dat de top van de laadkraan 4 tot 5 meter heen en weer beweegt. Behalve dat het daardoor lastig is om de lading op de goede plek neer te zetten, ontstaan er ook gevaarlijke situaties voor het personeel. Het Schiedamse Barge Master had een idee om dit probleem op te lossen. Proeven bij maritiem onderzoeksinstituut Marin lieten zien dat het concept werkte. Op de Noordzee testte de startup het systeem vervolgens in de praktijk. En eind vorig jaar kon Barge Master zijn golfcompensatieplatform lanceren. De hydraulisch gestuurde oplossing – ook Barge Master geheten – kan 95 procent van de deining compenseren, waardoor de last nog maar een paar centimeter schommelt. Golven tot een meter of vier vormen geen bedreiging meer. Hoe werkt het? Er zijn zes vrijheidsgraden die moeten worden gecompenseerd om een bevoorradingsplatform te stabiliseren. Door het platform bijvoorbeeld te verankeren aan het booreiland vallen er drie weg: de lineaire bewegingen in het horizontale vlak en de rotatie om de z-as. De verstoringen in de andere drie richtingen vangt de Barge Master op met drie hydraulische actuatoren van Bosch Rexroth. Met motion reference units bepaalt het systeem de grootte en de richting van de afwijking. Dat wordt vertaald naar een tegenbeweging die de cilinders overbrengen op het witte driehoekige platform waarop de kraan of de last ligt.
MECHATRONICA 2
7
ZIE HET ALS... WERKEN IN EEN UITDAGENDE OMGEVING TMC Mechatronics heeft continu behoefte aan pro-actieve, ondernemende specialisten die zich willen blijven ontwikkelen, flexibel opstellen en tot de top van het vak willen behoren. Wij boeien onze mensen onder andere door uitdagende projecten, persoonlijke groei en inspraak in ons beleid binnen de organisatie. Bezoek onze website voor meer informatie en de meest actuele vacatures. WWW.TMC.NL
KORT NIEUWS
Solar
Metaal
Solaytec verkoopt eerste productiemachine KMWE lanceert Solaytec verscheept nog dit kwartaal zijn eerste ALD-productiemachine en denkt er prototypingtak dit jaar nog eens vier te kunnen verkopen. Dat zegt manager marketing en sales
Logistiek
VDL scoort miljoenenorder voor nieuwe AGV’s De Eindhovense VDL Groep heeft een miljoenenorder ontvangen voor de levering van 22 automatisch gestuurde voertuigen voor de Rotterdamse ECT Delta Terminal. De AGV’s worden ingezet bij het transport van zeecontainers in haventerminals. Vanaf oktober zal VDL de eerste voertuigen opleveren. ECT heeft een optie genomen op nog eens 62 AGV’s. Op verzoek van ECT heeft VDL in twaalf maanden een nieuwe generatie elektrisch aangedreven dieselhybride AGV’s ontwikkeld en geproduceerd. Het modulaire ontwerp zorgt er volgens de VDL voor dat bij een defect of slijtage van technische componenten alleen het betreffende component vervangen hoeft te worden. Het nieuwe voertuig is zo gebouwd dat ook nieuwe technieken zoals inductie en waterstofaandrijvingen of GPS-navigatie zonder grote aanpassingen kunnen worden ingebouwd. AP
Halfgeleidermachines
EUV-voortgang stemt ASML hoopvol voor 2013 2013 zal een trage start kennen, met een omzet van 850 miljoen euro in het eerste kwartaal, maar vervolgens zal de business aantrekken, zodat de verkopen netto op hetzelfde niveau zullen uitkomen als in 2012. Dat is de verwachting van ASML-CEO Eric Meurice. Als drijvende kracht achter het herstel ziet de Veldhovense topman twee ontwikkelingen: de groeiende behoefte aan 14-tot-20-nm-capaciteit bij halfgeleiderfabrikanten voor de volgende generatie draagbare producten en de levering van de eerste NXE:3300B in K2. Doel is om dit jaar elf van deze EUV-systemen te verschepen, resulterend in een omzet van ongeveer zevenhonderd miljoen euro. De laatste EUV-ontwikkelingen bij zijn bedrijf stemmen Meurice hoopvol dat ASML dit target gaat halen. ‘We hebben reeds een stabiele 40 W lichtbron gedemonstreerd en het eerste NXE:3300Bsysteem levert een goede overlay en goede beeldvormende prestaties.’ PvG
KMWE Projects, zo heet de nieuwe divisie van de Eindhovense hightechtoeleverancier KMWE. Het bedrijf zegt hiermee zijn engineering-, projectmanagement- en prototypingactiviteiten beter te kunnen positioneren. Met KMWE Projects komt KMWE tegemoet aan klantenvragen rondom early supplier involvement en value engineering. Enerzijds heeft de nieuwe activiteit als doel de klant te ondersteunen op het gebied van engineering van onderdelen, modules en systemen met de beste total cost of ownership tijdens de hele levensduur. Anderzijds staat ze internationaal opgesteld ter ondersteuning van de operationele units van KMWE Components en KMWE Systems. AP
Halfgeleidermachines
Intel toont eerste volle 450 mm wafer Op het Semi Industry Strategy Symposium in januari heeft Intel ’s werelds eerste volledig bedrukte 450 millimeter wafer getoond. De processormaker gebruikte voor de lithografie een machine van Molecular Imprints, een Amerikaanse firma die nano-imprintlithografie (NIL) naar voren probeert te schuiven als alternatief voor optische litho. Bij gebrek aan optische machines die met het grotere waferformaat overweg kunnen, wordt momenteel NIL gebruikt bij de ontwikkeling van 450-millimetertechnologie. Volgens Molecular Imprint kunnen zijn machines 24-nanometerpatronen neerleggen met een line edge roughness van 2 nanometer (3 sigma) en een critical dimension uniformity van 1,2 nanometer (3 sigma). Over de overlayprestaties – een bekend probleempunt van NIL – geeft het bedrijf geen data. PvG
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
9
Foto: Intel
Roger Görtzen in Link Magazine. Directeur Huib Heezen rekent uiteindelijk op een marktaandeel van dertig procent in een markt van naar schatting tweehonderd machines. ‘Er is vraag naar kostenbesparende en rendementsverhogende technologie, en die leveren wij. En het is een markt die weer aantrekt, want steeds meer Aziatische klanten vragen ons om demo’s te doen’, aldus Heezen. De technologie van Solaytec valt in de smaak omdat ze met relatief weinig investeringen het rendement van zonnecellen verhoogt. Ook in een door overproductie geplaagde markt leveren die fabrikanten meer geld op. PvG
NIEUWS
Eerste klant lakmoesproef voor Solmates Eind vorige maand ging de eerste machine van Solmates op transport. Het Noorse onderzoekscentrum Sintef is de eerste klant van de UT-spin-off. De Piezoflare 1200 is een machine die met een gepulste laser piëzo-elektrische lagen kan aanbrengen. De verkoop is belangrijk voor Solmates, omdat het nu aan de buitenwereld kan laten zien dat het een stabiel proces heeft voor pulsed laser deposition. Voorlopig mikt het Enschedese bedrijf op piëzo-Mems maar andere toepassingsgebieden liggen binnen handbereik. Alexander Pil
P
iëzotechnologie is niet nieuw. Al jaren wordt geprofiteerd van de eigenschap van sommige materialen dat ze uitzetten als je er een spanning op zet, of omgekeerd: dat ze een spanning afgeven als je ze indrukt of oprekt. PbZrTiO3, beter bekend als PZT, is een van de meest gebruikte piëzomaterialen. De kop van een echoscopiesysteem bevat bijvoorbeeld een brokje PZT dat in trilling wordt gebracht met een elektrisch veld. In mobieltjes wordt PZT gebruikt bij de filtering van de juiste frequentie. Het nadeel van deze PZT-toepassingen is dat het gaat om bulkkristallen. Zo’n blokje piëzomateriaal is al snel een paar
millimeter dik. Mobieltjesbouwers willen het graag integreren in een chip. Dat zou de deur openen naar nieuwe oplossingen zoals betere RF-Mems-technieken, gyroscopen en picoprojectoren. Door het te koppelen aan siliciumtechnologie zou bovendien de prijs naar beneden gaan. Makkelijker gezegd dan gedaan. PZT is namelijk een lastig materiaal om te laten groeien. Het lukt alleen als de omgevingscondities precies goed zijn. Heb je net de verkeerde kristalgroeifase te pakken, dan doet het materiaal niets. Op dit moment zijn er drie technieken om dunne piëzolagen te produceren. Sputteren is de meest bekende en meest ge-
Van consultancy naar een eigen product Solmates ontsproot in 2006 aan de vakgroep van Dave Blank en Guus Rijnders aan de Universiteit Twente. Die groep richt zich op materiaalontwikkeling, onder meer via pulsed laser deposition (PLD). ‘Er kwamen veel vragen uit het bedrijfsleven over materiaalkunde’, vertelt Solmates-CEO Arjen Janssens. ‘Of we naar een coating wilden kijken of een analyse wilden doen. Een universiteit is niet ideaal ingericht om aan dergelijke verzoeken gehoor te geven, dus startten we Solmates, ‘solution material science’.’ De start-up was oorspronkelijk ingericht als consultancybureau. ‘Maar we hielden vanaf het begin goed onze oren en ogen open of er ergens een kans lag om naar een eigen product te gaan. Dat was onze wens’, zegt Janssens. Solmates kwam snel in aanraking met de Almelose opticaspecialist Sumipro. ‘Dat ging over het direct deponeren van een antireflectielaag op kunststofoptiek. Daar kon PLD echt iets unieks.’ Het bleef bij een one-off-testmachine, maar bij Janssens en co begon het langzaam te broeden. De doorbraak kwam even later toen Océ in Enschede aanklopte. De Venlonaren hadden een dunne piëzolaag nodig voor in hun printkoppen. De gekozen methode – Sol-gel – voldeed niet helemaal. Janssens: ‘Dat betekende de start van het Point-One-project Fluïde. Daar hebben we ons eerste R&D-systeem gebouwd en zo is het gaan rollen.’ Inmiddels heeft Solmates zijn consultancywerk vrijwel volledig afgebouwd. Alleen op het gebied van piëzo-Mems wil het twintigkoppige bedrijf nog advies geven. De focus ligt op de ontwikkeling van de eigen machine. ‘Dat kost veel geld’, heeft Janssens ervaren. ‘Zo’n ontwikkeling duurt altijd langer dan je plant en het gaat ook nooit de eerste keer goed. Dat is nu eenmaal de praktijk.’ Al vrij snel moest Solmates op zoek naar investeerders. In mei 2011 kon het bekendmaken dat PPM Oost en Twente Technology Fund samen twee miljoen euro in het bedrijfje investeerden. Dat was voldoende voor de ontwikkeling van de bètaversie van de Piezoflare 1200.
10
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
bruikte. Met een plasma schiet je dan een deel van het materiaal los en dat laat je neerslaan op het substraat. Op zich werkt dit redelijk goed, maar de betrouwbaarheid is niet al te hoog en de prestaties van het resultaat zijn niet al te goed. Het alternatief is Sol-gel. Op een wafer spincoat je een oplossing met PZT erin. Dat stop je in een oven waar de vloeistof verdampt en het PZT blijft liggen. Door het resultaat vervolgens extreem te verhitten, ontstaat een mooie kristalstructuur. Het is een vrij simpele techniek maar het nadeel is dat zo’n laag erg dun is. Je moet het zeker tien keer herhalen voordat je de gewenste dikte van ongeveer een micrometer hebt bereikt. Een bewerkelijk proces dus, waarbij ook de betrouwbaarheid te wensen overlaat. Dat komt doordat er zo veel stappen nodig zijn. Als de yield van elke stap bijvoorbeeld 95 procent is, zit je na tien herhalingen al met een behoorlijke uitval van functionaliteit. UT-spin-off Solmates (zie kader) is aanhanger van de derde methode: pulsed laser deposition (PLD). ‘Dat werkt met een 248-nm-eximeerlaser’, legt medeoprichter en CEO Arjen Janssens uit. ‘Daarmee schiet je korte pulsjes uv-licht op de PZT-target. Het is een flits van hooguit tien nanoseconden, maar het licht is zo intens dat de temperatuur oploopt tot boven de tienduizend graden. Je krijgt dan instantane verdamping. Ablatie heet dat. Dat zorgt voor een plasmawolk waarin precies alle componenten zitten uit de target. Die wolk laat je neerslaan op je wafer.’ Minpuntje is dat de wolk ongeveer de grootte heeft van een tennisbal. Daarmee kun je een oppervlakte van grofweg een vierkante centimeter bewerken. Voor een pure R&D-omgeving zoals de Universiteit Twente waar de technologie
De Piezoflare 1200 is een preproductiemachine met een doorvoer van een wafer per uur. Solmates werkt aan een opvolger die geschikt is voor productieaantallen.
zijn roots heeft, is dat ruim voldoende, maar als je 6 of 8 inch wafers wilt produceren – de standaard maten in de Mems-markt – schiet PLD tekort. Of beter: schoot tekort want Solmates heeft het opgelost door een scanbeweging te introduceren, waarover Janssens niet al te veel kwijt wil. ‘Dat is concurrentiegevoelige informatie’, aldus de CEO. Een andere uitdaging is dat de laser niet alleen een plasmawolk genereert, maar ook allerlei brokstukken en droplets. Die troep mag natuurlijk niet op de wafer komen. Solmates heeft een ingenieuze filter ontwikkeld die de splinters en druppeltjes tegenhoudt en het gas doorlaat. ‘Dat maakt ons systeem vrij uniek’, vindt Janssens, die zijn lippen op elkaar houdt over de werking van de filter. Onlangs wist Solmates het Noorse onderzoeksinstituut Sintef te overtuigen van de mogelijkheden van zijn PLD-proces. Eind vorige maand vertrok de eerste Piezoflare 1200-machine naar Oslo. Het is een belangrijke deal voor Solmates omdat het nu aan de buitenwereld kan laten zien dat het een stabiel proces heeft voor PLD. ‘Wat dat betreft, zijn we bezig met onze grootste marketingcampagne ooit’, realiseert Janssens zich. ‘We zien nu al dat de Sintef-deal voor andere bedrijven de drempel verlaagt. Ze zien het nu eerder als een interessante optie. Hoewel het nog niet direct heeft geleid tot een bestelling, verwachten we wel een groeiende stroom orders. Dit jaar zullen we ongetwijfeld nog een paar machines verkopen.’
Puppy
Solmates richt zich met zijn piëzolagen in eerste instantie op micro-elektromechanische systemen (Mems). ‘Maar net als bij de sputtertechniek is onze tool ook geschikt voor andere processen’,
zegt Janssens, die onder meer denkt aan magnetische lagen en transparent conducting oxides die je terugvindt in displays en zonnecellen. ‘Met sputteren kun je al veel, dus wanneer kies je voor PLD? Bij nieuwe materialen die veel elementen bevatten. Met sputtermachines is het heel lastig om de juiste verhoudingen te houden en alles in de juiste positie te deponeren. Door de heftige ablatie kunnen we met PLD een een-op-eentransfer van het materiaal garanderen. Bovendien kunnen wij op gevoelige oppervlaktes deponeren. Dat is weer interessant voor plastic elektronica of leds. Ik hoop snel het tweede proces openbaar te kunnen maken waar we nu aan werken.’
‘We zijn bezig met onze grootste marketingcampagne ooit’ ‘Dat is ook het mooie van de Sintefdeal’, gaat Janssens verder. ‘Samen met hen kunnen we aan nieuwe applicaties werken. Er is meer potentie voor het systeem dan alleen piëzo-Mems; dat horen we ook uit de markt. Mensen investeren niet zomaar in jouw machine. Zeker niet als het systeem alleen nog bij ons staat. Bij Sintef moeten we nu het proces bewijzen. PZT is een van de lastigste materialen, dus als we dat kunnen ...’ Ondanks alles is de Piezoflare 1200 nog grotendeels een onderzoeksplatform en preproductieoplossing met zijn doorvoer van een wafer per uur. Solmates is intern echter al druk bezig met de overstap naar echte productiemachines. ‘Daar zitten we bovenop. We zijn in gesprek met productiepartijen omdat we echt die
kant op willen’, verzekert Janssens. ‘Een R&D-club zoals Sintef moet ook aan zijn klant kunnen laten zien dat het proces niet alleen in het lab werkt maar dat het kan worden opgeschaald naar productieaantallen. Die link moeten we aantonen.’ Dat betekent dat er nog een paar technische aanpassingen nodig zijn zoals een snellere laser om de doorvoer te verhogen, of een robot die alles automatiseert. De Solmates-ontwikkelaars werken daar al aan. ‘In de verdere toekomst kun je ook denken aan clustertools, dus meerdere reactors per laser, zodat je de doorvoer nog verder verhoogt.’ Productiepartijen beseffen dat ze nu betrokken moeten zijn bij de ontwikkeling. ‘Kijk’, begint Janssens. ‘Onze eerste machine was een puppy. De alfamachine was ook nog een klein tijgertje, maar de bètaversie is al jong volwassen. De productietool wordt een volwassen tijger en die leer je slecht nog nieuwe trucjes. Als productiepartijen iets willen implementeren, moeten ze nu aansluiten. Dat snappen ze ook.’
Commentaar
Net als andere Nederlandse machinebouwers maakt Solmates veel gebruik van hightechtoeleveranciers. Janssens: ‘We zitten in een heel mooi land waar toeleveranciers makkelijk kunnen schakelen. In het buitenland zijn ze dat niet helemaal gewend. Als ze hier op bezoek komen en vragen waar de freesbanken en slijpmachines staan, neem ik ze mee naar onze toeleveranciers hier in de buurt om de productie te laten zien. Dan kan ik gelijk aantonen dat we de capaciteit hebben om op te schalen als dat nodig is.’ Solmates reserveert een groot deel van zijn resources nu voor het belangrijkste criterium: een stabiel proces. ‘Dat is mis-
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
11
NIEUWS
stap maken, dat we het proces nog beter in de vingers hebben.’ Een laatste aandachtspunt is de service. Tot Sintef had Solmates dat nog niet nodig, maar nu is het tijd om daar kritisch naar te kijken. ‘Het zou naïef zijn om te
‘Als er geen problemen zijn, gebruikt niemand de tool’
Solmates-CEO Arjen Janssens: ‘Productiepartijen beseffen dat ze nu moeten aansluiten. Een volwassen tijger leer je slecht nog nieuwe trucjes.’
schien wel de grootste uitdaging: hoe garandeer ik stabiliteit?’, zegt Janssens. ‘Hoe zorg je ervoor dat alle wafers hetzelfde zijn of op z’n minst binnen een bepaalde bandbreedte liggen? Dat betekent dat je het systeem waarschijnlijk adaptief moet gaan aansturen omdat je het bij de eerste wafer anders moet regelen dan bij de duizendste. Drift, slijtage, dat moet je allemaal onder controle hebben. Klanten zeggen wel eens: ‘Het maakt me nog niets eens zo veel uit wat er uit de tool komt. Het belangrijkste is hoe controleerbaar hij is.’ Met andere woorden: als ik aan een knop draai en het proces verander, ben ik dan weer terug bij het oude proces als ik de knop weer terugdraai?’ ‘In de software hebben we die variatie wel ingebouwd. Maar of iets goed is of niet, dat bepaalt de klant. Daarom is het ook zo belangrijk dat onze machine straks ook bij
12
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
een externe partij staat. Van het commentaar van Sintef gaan we heel veel leren. Hoe vaak moet je bijvoorbeeld de filter schoonmaken? Hoe gaat de laser zich in de praktijk gedragen? En zitten er eventueel nog vervuilingen in het systeem?’
Filosofie
Ook op kostprijs denkt Janssens nog winst te kunnen halen. ‘In de machinebouw kan alles, maar er hangt wel een prijskaartje aan. We starten nu projecten om sommige submodules goedkoper te maken. Kan het simpeler? Kan het met minder bewegende onderdelen? Werkt het ook met een reactorkamer die minder lang op de freesbank hoeft te staan? Bij de alfamachine was dat geen issue, maar het wordt nu wel belangrijk. Als ik zie dat het simpeler wordt, dan word ik blij. Dat betekent namelijk dat we een
denken dat er helemaal geen problemen komen. Natuurlijk kun je voor een deel anticiperen op mogelijke problemen en alvast aan technische verbeteringen werken. Mijn filosofie is echter: als er geen problemen zijn, gebruikt niemand de tool’, stelt Janssens resoluut. ‘Een klant waardeert je vooral door hoe je met die zaken omgaat. Met Sintef hebben we één machine in het veld staan. Dat lukt nog wel. Maar als het er straks meer worden, staat de telefoon hier roodgloeiend. Op dit moment kunnen we dat nog niet behappen. Daarin moeten we nog een slag maken. We moeten dus voorzichtig te werk gaan in de markt.’ ‘Ons voordeel is dat we op een veel gunstiger punt in ons ontwikkeltraject zitten dan sputteren. Die technologie bestaat al zo lang, daar is de rek langzaam wel uit. Onze machine kan zich nu al meten met sputtertools terwijl we nog door de hele S-curve moeten. We kunnen de depositiesnelheid nog verbeteren en nog andere materialen gebruiken. Bedrijven zien de potentie van PLD’, ziet Janssens. ‘Als we bij Sintef het bewijs leveren dat we een stabiel proces kunnen bieden en een volwassen serviceorganisatie hebben, zal dat heel veel bedrijven over de streep trekken. Daar ben ik van overtuigd.’
NIEUWS
Maakindustrie ís de toekomst De maakindustrie is de toekomst, ook in Nederland. Dat is de vaste overtuiging van FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming-Bluemink. Nederland heeft op het gebied van technologie en proceskennis een grote voorsprong en rijkdom. Die op de juiste manier met elkaar laten samengaan en inzetten, daar gaat het volgens haar om. Janet Kooren
O
p het gebied van agro en food is Nederland wereldwijd het tweede exportland. Dit is een niet te onderschatten grote markt die vaak zwaar onderbelicht blijft. Met Vision2020 wil FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming-Bluemink dit voor het voetlicht brengen én verder vergroten. ‘We kunnen dat marktaandeel vergroten door samenwerking’, aldus Dezentjé. ‘Binnen het FME behartigen we met 120 brancheverenigingen de belangen van tweeënhalfduizend bedrijven in de industrie. En veel van die bedrijven schuiven pas in een veel te laat stadium bij elkaar aan tafel als het gaat om samenwerken. Dat zou veel eerder moeten en kunnen. Maar daarvoor is een mentaliteit nodig die moed en bereidheid voor samenwerking als belangrijkste kenmerken toont.’ ‘Bovendien is het in zo dat al die verenigingen met een eigen stem hun belangen proberen te behartigen in de richting van de politiek’, gaat de FME-voorzitter verder. ‘Je kunt je voorstellen dat één stem namens al die verenigingen en dus al die bedrijven iets meer gewicht in de schaal legt dan een paar afzonderlijke stemmen. We vertegenwoordigen in zijn totaliteit een omzet van zestig miljard euro.’ ‘Begin 2012, na mijn aantreden, ben ik gaan inventariseren waar de behoefte van de markt ligt en wat onze leden nodig hebben om toekomstbestendig te worden’, vertelt Dezentjé. ‘Wat ik merkte, is dat er in veel van onze verenigingen gelijksoortige vragen moeten worden beantwoord en dat bovendien in veel verenigingen dezelfde markten worden bediend. Eigenlijk zit iedere vereniging op een ander stukje in de keten. En hoe bedien je die markt, die keten, nu het best? Door te kijken naar wat de opdrachtgevers beweegt, waar zij zich mee bezighouden en welke onderwerpen bij hen leven. Als je die keten dan eens geclusterd kunt benaderen, in plaats van gesegmenteerd, dan kun je grote stappen zetten. Dat vraagt wel iets van onze leden. Dat vraagt een commitment en ver-
Ineke Dezentjé HammingBluemink: ‘We weten inmiddels dat we het in Nederland niet moeten hebben van financiele producten en andere dienstverlening. De verdienkracht van Nederland zit in de maakindustrie en in de bedenkindustrie; creativiteit verbinden met technologie.’
trouwen in elkaar. ‘Delen is het nieuwe hebben’ is mijn persoonlijke motto. Mijn medewerkers worden er zo langzamerhand al een beetje dol van, maar ik geloof daar heilig in. Nederland moet het hebben van zijn kennis en ervaring en we moeten het verschil blijven maken ten opzichte van de opkomende markten. Die halen ons in voor we er erg in hebben. En samenwerken is in mijn ogen dé manier. Samenwerken en één stem, dat is de nieuwe kracht.’ ‘En dat we ons in de samenwerking richten op export, dat is wat mij betreft de grootste stap. Nederland moet het hebben van de export. Onze eigen markt is te
klein en juist in de export kan samenwerking hét verschil maken. En export is de motor van alle industrieën.’ ‘In 2012 zijn we clusters gaan benoemen, geordend naar maatschappelijke kwesties. In totaal zijn er negen clusters en we zijn met drie clusters gestart in pilots. In die pilots is actief gewerkt aan samenwerking op projecten en aan gezamenlijke marktbewerking, onder meer in buitenlandse handelsmissies. Als je bijvoorbeeld kijkt naar het onderwerp Metropolitan Food Security, dan maken we ons sterk voor lokale productie. En niet met valse sentimenten de werkelijke problemen ontkennen, maar onder ogen zien
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
13
NIEUWS
waar een lokale markt echt behoefte aan heeft en die behoefte met lokale middelen vervullen. Met techniek en kennis van Nederlandse bedrijven de lokale productie mogelijk maken op een niveau dat het verschil maakt. Lokaal willen we een compleet ecosysteem opzetten, dus alle belangrijke toelevering zoals bijvoorbeeld water en energie ook lokaal verzorgen.’ ‘In deze pilots hebben we getoetst of we op het goede spoor zitten en of de bereidheid er in de praktijk ook echt is. En met name voor het mkb willen we het verschil maken. Daar zitten veel nichespelers die elkaar kunnen versterken als ze samenwerken. FME wil daarin een katalysatorrol vervullen’, aldus Dezentjé. ‘Die pilots zijn inmiddels met succes afgesloten en in 2013 zullen we in alle clusters actief gaan worden in het organiseren van activiteiten. De basis is gelegd. We hebben in de pilots bijeenkomsten naar ecosysteem belegd en een meer geïntegreerd geluid naar Den Haag gebracht.’ ‘Wat we in ieder geval helder hebben, is dat samenwerken absoluut mogelijk is. Per
cluster zal er maatwerk moeten worden toegepast want de bestaande structuren liggen in elk cluster weer anders. Kennis delen zorgt voor versnelde ontwikkeling en dat is precies wat we nodig hebben. Er is
‘Delen is het nieuwe hebben’ zo veel kennis in ons land! Die voorsprong moeten we gebruiken. En de overheid moet zich ook sterk maken voor behoud en ontwikkeling van kennis’, besluit Dezentjé. Wat betekent dat alles voor Feda? Arthur Vernooij, programmamanager binnen FME legt uit: ‘Voor het cluster Metropolitan Food Security geldt dat binnen Feda veel kennis voorhanden is die van onschatbare waarde is voor de wereldvoedselvoorziening. Intelligente aandrijftechnieken verhogen de zekerheid in de voedselketen, om maar niet te vergeten welke voorsprong we hebben op het gebied van procesbesturing en –controle,
tracking en tracing en robotica. Als we die voorsprong op de juiste manier inzetten, dan kunnen we die snel verder uitbouwen en behouden we een onderscheidende marktpositie.’ Dezentjé vervolgt: ‘We weten inmiddels dat we het in Nederland niet moeten hebben van financiële producten en andere dienstverlening. De verdienkracht van Nederland zit in de maakindustrie en in de bedenkindustrie; creativiteit verbinden met technologie. Nederland heeft op dat gebied talloze prachtige bedrijven die zich wereldwijd marktleider mogen noemen. Bedrijven waar de meeste Nederlanders nog nooit van hebben gehoord. Dat vind ik te zot voor woorden. We moeten techniek weer actief promoten. Laat de jeugd ook zien wat een geweldige dingen we met techniek realiseren. Technische scholing staat nu ook eindelijk weer op de politieke agenda en daar blijf ik me hard voor maken.’ Freelance journalist Janet Kooren schreef dit artikel namens Feda.
Onze visie: één oplossing, één compleet systeem!
Betrouwbare automatiseringsoplossingen Heeft u een productieprobleem of wilt u uw productie optimaliseren en betere kansen op de markt krijgen? Pilz levert complete automatiseringsoplossingen die bewezen zijn in de markt. Pilz kan uw professionele partner zijn die met u mee denkt in concepten. Hierin wordt standaard en veilige functies meegenomen in relatie tot de weten regelgeving die van toepassing is.
Met zekerheid succesvol.
14
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
Het meest complete automatiseringssysteem (PSS 4000).
www.pilz.nl
COLUMN DE COMMUNICATIETRAINER
Hoe vertel ik het een ander? Een senior engineer vraagt:
Jaco Friedrich is senior trainer en cursusleider bij het High Tech Institute. Als softskillstrainer biedt hij cursisten concrete oplossingen voor veel voorkomende uitdagingen op het gebied van communicatie en leiderschap.
[email protected]
Ik stuur een team engineers inhoudelijk aan en daarbij loop ik nogal eens vast. Ik vind bijvoorbeeld dat een van mijn engineers dingen anders moet doen, maar ik dring met mijn kritiek niet tot hem door. Ik maak me zorgen dat ik straks het werk over moet doen. Hoe krijg ik voor elkaar dat de engineer wél naar mijn kritiek luistert? Ook heb ik een collega van wie ik informatie nodig heb. Ik heb hem al een paar keer achter de broek gezeten maar het schiet niet op. Ik baal ervan. Door die irritatie ben ik bang dat als ik er iets van zeg het er niet ‘lekker’ uit komt. Hoe pak ik dit aan?
De communicatietrainer antwoordt:
Om het gedrag van de collega effectief te beinvloeden en je feedback te laten landen, zijn vier stappen nodig. De stappen zijn allemaal noodzakelijk en je zet ze een voor een. Stap 1: Kondig aan dat je iets wilt zeggen over het werk of de samenwerking (duik dus niet meteen de inhoud in). De ander weet dan dat hij even moet opletten. Zeg bijvoorbeeld: ‘Ik wil met je praten over wat me is opgevallen (of wat me dwarszit).’ Stap 2: Benoem in concrete en feitelijke bewoordingen wat het gedrag is van de ander en wat daar het effect van is op jou en/of op het werk (dit kan ook best een emotie zijn). Dus niet: ‘Je pakt het verkeerd aan.’ Dit is niet duidelijk. Zeg: ‘Ik zie dat je voor de derde keer je werk later aflevert dan we hebben afgesproken (gedrag van de ander). Ik raak daardoor achterop met mijn werk en heb zo te weinig tijd om het goed te doen (effect op het werk). Ik ben bang dat ik vastloop en ik maak me daar ongerust over. Bovendien irriteert het me dat je je niet aan onze afspraak houdt (effect op mij).’ Let op, het effect op jezelf vergeten we vaak en dat maakt dat de boodschap net niet overkomt. Stap 3: Doe een stap terug en laat de ander reageren. Dit doe je door een vraag te stellen. Zeg bijvoorbeeld: ‘Herken je dit?’ of ‘Wat vind je hiervan?’ en wacht dan op antwoord (een stilte van minimaal vier seconden stimuleert de ander te reageren). Dit kan voor de ander even ongemakkelijk zijn. Als dat zo is, betekent het dat je boodschap doordringt. Het is belangrijk om dit even zo te laten en niet te snel door te willen naar de oplossing. Stap 4: Kwartje gevallen? Zoek gezamenlijk naar een oplossing. Goed feedback kunnen geven is geen garantie voor succes. Het geeft je wel het gereedschap in handen waarmee je het gros van de situaties positief kunt beïnvloeden.
Je zegt het immers om de situatie te verbeteren, om de ander te helpen te verbeteren
In beide situaties draait het om feedback geven. Oftewel: iemand vertellen wat je ervan vindt, met als doel het gedrag te verbeteren. Dit is een lastige soft skill, vooral als het gaat om negatieve kritiek. Hier spelen twee valkuilen: je draait eromheen, waardoor de boodschap niet overkomt, of je bent te bot, waardoor de relatie beschadigt. Vaak kiezen we ervoor om deze valkuilen te omzeilen door maar niks te zeggen. Uiteraard is het probleem daarmee niet weg. Sterker nog: het wordt erger. Het is zelfs zo dat als je na lang uitstellen je mond opendoet, je opgekropte kritiek er inderdaad te ongenuanceerd uit komt. Dus wat je wilde voorkomen, ontstaat dan juist wel, namelijk een discussie die nergens toe leidt. Als je niet uitkijkt, trek je de conclusie dat ‘er iets van zeggen’ de volgende keer ook geen goed idee is. De drempel om feedback te geven, wordt zo hoger. Dat is slecht nieuws want als mens kunnen we alleen maar leren door het ontvangen van feedback. Als we ons niet bewust zijn van wat we doen en wat het effect daarvan is, kunnen we ons gedrag niet aanpassen aan wat er nodig is. Kortom: als je je wilt ontwikkelen, heb je feedback nodig van je omgeving. Of dit nou leuk is of niet. Dit geldt dus ook voor je collega. Met deze intentie wordt het al gemakkelijker om iets te gaan zeggen. Je zegt het immers om de situatie te verbeteren, om de ander te helpen te verbeteren.
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
15
NIEUWS
VAF Instruments laat schepen zuiniger varen In steeds meer tankers, containerreuzen, cruiseschepen en ferry’s zit apparatuur van VAF Instruments uit Dordrecht. Want bij een verbruik van veertien ton/uur en meer dan twintig miljoen dollar per jaar aan brandstofkosten levert elke procent efficiencywinst natuurlijk serieuze besparingen op, zowel qua kosten als milieubelasting. Vlaggenschip is de optoelektronische TT-Sense, die het actuele motorkoppel en de stuwkracht meet. Frank Senteur
‘V
racht- en containerschepen worden nog steeds groter’, leidt Douwe Vellinga, technisch manager van VAF Instruments, het onderwerp brandstofbesparing in. ‘Zo lag half december het grootste containerschip ter wereld in de Europahaven van de Rotterdamse Maasvlakte. De Marco Polo is 396 meter lang, 54 meter breed en heeft een 14 cilinder Wärtsila/Sulzer-hoofdmotor met cilinderdiameters van circa een meter. Die kolossale motor levert tachtigduizend kW en verbruikt zo’n veertien ton zware olie per uur. Daarmee haalt dit schip, waar zestienduizend containers op kunnen, een snelheid van bijna 40 km/uur. Als je dan weet dat een ton zware olie momenteel zo’n zes- à zevenhonderd dollar kost, is het geen verrassing dat de eigenaar van dat schip per jaar meer dan twintig miljoen dollar kwijt is aan brandstof.’ Het kan nog extremer: in de loop van dit jaar neemt Maersk de eerste van een nieuwe generatie nog grotere containerschepen in de vaart. Op dat schip is plaats voor meer dan achttienduizend twintigvoets containers. Het verbruik van dat schip zal dus nog hoger zijn en hoewel dit natuurlijk extreme schepen zijn en niet elk schip zo veel olie verstookt, is het om meerdere redenen altijd interessant om het brandstofverbruik te minimalise-
16
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
ren. Dit ook omdat alle zeeschepen boven vierhonderd ton sinds 1 januari een Ship Energy Efficiency Management Plan aan boord moeten hebben. Daarin moet staan hoe ze het energieverbruik omlaag gaan brengen. De Energy Efficiency Operational Indicator is de bijbehorende monitoringtool waarmee de efficiency in kaart wordt gebracht en het effect van operationele wijzigingen direct meetbaar is. Vellinga: ‘Wij spelen goed op die ontwikkeling in want met onze systemen kun je de energie-efficiency van een schip per onderdeel meten en optimaliseren. De investering in de benodigde instrumenten en systemen wordt door de kostenbespa-
ring op brandstof binnen enkele maanden tot anderhalf jaar terugverdiend, dus vandaar dat steeds meer schepen hiermee zijn en worden uitgerust.’ VAF zette een filmpje op Youtube over de toepassing van zijn T-Sense op een ferryschip van P&O dat tussen Nederland en Engeland vaart. ‘Per overtocht bespaart P&O door ons systeem zo’n vijfhonderd dollar’, weet Vellinga. ‘Dat vertaalt zich in een besparing van negentigduizend dollar per schip per jaar.’
Rekstrookjes
Om het brandstofverbruik van een schip terug te dringen, zul je over een aantal
Door met de optische sensoren ook de axiale lengteverandering van de schroefas te meten, ontstond het TT-Sense-systeem, waarmee naast het koppel ook de stuwkracht kan worden bepaald.
actuele waarden moeten beschikken zodat je de afstelling kunt optimaliseren. Zo is de brandstofflow een belangrijk gegeven. Maar ook het koppel dat de motor levert via de hoofdas en de daadwerkelijke stuwkracht van de schroef moeten bekend zijn. Om te beginnen, biedt VAF hiervoor een scala aan flowmeters. Hoewel verschillende technieken mogelijk zijn, valt de PD-flowmeter van VAF op door zijn nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Behuizingen, maar ook de inwendige mechanische componenten van de flowmeters, worden op moderne CNC-machines nauwkeurig bewerkt, wat resulteert in een groot en precies meetbereik. De PD-flowmeters worden gekalibreerd op een nauwkeurigheid van 0,2 procent over een groot meetbereik en dat is met geen enkel ander flowmeetprincipe haalbaar, claimt VAF. Bovendien zijn de flowmeters van VAF ongevoelig voor veranderende vloeistofeigenschappen en aansluitend leidingwerk. Wat de schroef uiteindelijk aan stuwkracht genereert, kan worden berekend aan de hand van een aantal formules. Zo levert koppel x toerental het asvermogen op en stuwkracht x rompsnelheid is het stuwvermogen. Als je die twee zaken op elkaar deelt, heb je het schroefrendement. ‘Waar het de kapitein en de rederij om te doen is, is te weten waar en waardoor ze rendement kwijtraken en wat de effecten zijn van ingrepen, hetzij operationeel, hetzij door onderhoud, om het rendement te verhogen. Daarbij moet je denken aan een andere schroef, de bestaande schroef polijsten, de scheepshuid reinigen of coaten, of een andere trimafstelling’, weet Vellinga. ‘Daarvoor moet je precies weten hoeveel brandstof de motor verbruikt, wat dat aan motorvermogen oplevert en welk effectief schroefrendement dit geeft.’ ‘Over de flowmeters hebben we het al gehad. Het meten van askoppel en stuwkracht is een ander verhaal. Hoe meet je die? In feite is het principe simpel: als je de torsie van de scheepsas meet, dan is dat een maat voor het koppel dat de motor levert. Meet je daarentegen de ‘indrukking’ van de as, dan is dat een maat voor de stuwkracht die de schroef op het schip uitoefent’, legt Vellinga uit. ‘De grote uitdaging was nu om die fysieke veranderingen in de as aan boord te meten. Rekstrookjes liggen voor de hand want daarmee kun je kleine verplaatsingen meten. Ze zijn alleen niet nauwkeurig genoeg en bovendien kan
de klant ze niet zelf aanbrengen op de as of tussenas. Onze sensorsystemen T-Sense – alleen koppel – en TT-Sense – koppel en stuwkracht - kan de klant wel zelf monteren. Deze systemen meten bovendien met licht en dat is vele malen nauwkeuriger dan meten met rekstrookjes.’
Baardgroei
De T-Sense en TT-Sense van VAF bestaan uit twee nauwkeurig op maat geproduceerde metalen ringen die om de tussenas of schroefas van het schip worden geklemd. Aan elke ring worden één (T-Sense) tot vier (TT-Sense) ‘armpjes’ bevestigd. De armpjes aan de eerste ring bevatten de ledjes die een smal lichtstraaltje produceren, terwijl de armpjes aan de tweede ring een grote en zeer gevoelige lichtsensor bevatten. De armpjes zijn vlak boven elkaar gemonteerd waarbij het lichtpuntje in de beginstand precies op het midden van de sensor valt. De elektronica voor voeding, besturing en communicatie is ook aan de ringen bevestigd. De signaaloverdracht verloopt draadloos via een Bluetooth-achtige verbinding naar een vaste controle-unit die bijvoorbeeld aan de wand van de machinekamer wordt bevestigd. De unit beschikt over een display en is via een digitaal netwerk, bussysteem of internet gekoppeld aan het controlesysteem op de brug, zodat kop-
VAF ontwikkelt en produceert ook PD-flowmeters in verschillende uitvoeringen, met meetbereiken van 1 liter/uur tot bijna 1 miljoen liter/uur.
pel en ook stuwkracht daar direct zijn af te lezen. De benodigde voedingsspanning voor de TT-Sense op de schroefas wordt eveneens contactloos gegenereerd via inductie, waarbij de ‘vaste componenten’ zijn ondergebracht in een kolom naast de unit op de as. Door de veranderingen in de onderlinge positie van de twee ringen viervoudig te meten is het optische meetsysteem in staat om asverdraaiingen en lineaire verplaatsingen te meten met een nauwkeurigheid van 25 nanometer. Dat komt overeen met vijf seconden baardgroei. De verplaatsingen die moeten worden gemeten voor het uitrekenen van de stuwkracht zijn een factor tien tot vijftien keer kleiner
De wereldspeler VAF Instruments VAF Instruments startte in 1938 met de ontwikkeling en productie van elektrische benzinepompen. Toen de vraag hiernaar in de oorlog scherp daalde, stortte het bedrijf zich na 1945 vooral op nauwkeurige meetinstrumenten zoals flowmeters voor de melkindustrie. Geleidelijk werd het marktterrein uitgebreid en leverde VAF steeds meer meetsystemen aan de procesindustrie en de maritieme wereld. In 1960 startte het met de levering van viscositeitsmeters voor de scheepvaart, die het ontwikkelde in samenwerking met Shell. Deze Viscothermsystemen groeiden uit tot een ‘wereldstandaard’ en tot op de dag van vandaag zijn er meer dan twintigduizend van verkocht. In 1963 leidde dit tot een joint venture met het Amerikaanse bedrijf Conoflow, gespecialiseerd in afsluiters en regelkleppen, waarna een overname door ITT volgde in 1966. In de jaren tachtig besloot ITT zich vooral op telecom te focussen, wat in 1988 leidde tot een managementbuy-out door het managementteam van VAF, dat tot op de dag van vandaag het bedrijf leidt. De afgelopen decennia is VAF gestaag doorgegaan met ontwikkelen. Momenteel verkoopt het viscositeitmeters, mechanische (volume)flowmeters, opto-elektronische koppelmeters en voortstuwingskrachtmeters voor scheepsaandrijvingen, maar ook ‘olie-in-water’monitors, alarmunits en klantspecifieke olieblend- en afleverunits. In 2009 sloeg het noodlot toe en brandde de vestiging van VAF in Dordrecht tot de grond toe af. Het bedrijf wist zijn productie ‘in de lucht’ te houden terwijl de fabriek opnieuw werd opgebouwd met state-of-the-art productiefaciliteiten. In de loop van 2011 kon er weer volop worden geproduceerd. Omdat ook de scheepvaart in deze economisch zwakke tijd goed op de centjes moet letten.
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
17
ZIE HET ALS... WERKEN IN EEN UITDAGENDE OMGEVING TMC Mechatronics heeft continu behoefte aan pro-actieve, ondernemende specialisten die zich willen blijven ontwikkelen, flexibel opstellen en tot de top van het vak willen behoren. Wij boeien onze mensen onder andere door uitdagende projecten, persoonlijke groei en inspraak in ons beleid binnen de organisatie. Bezoek onze website voor meer informatie en de meest actuele vacatures. WWW.TMC.NL
NIEUWS
dan de verplaatsingen die worden gemeten om het koppel te berekenen. Vandaar dat zeer gevoelige optische sensoren worden toegepast en vandaar dat het systeem in een stofdichte omkasting is ondergebracht. De ringen die op de schroefas worden gemonteerd, zijn van hetzelfde materiaal als de schroefas zodat er geen verschillen zijn in uitzettingscoëfficiënt en andere dynamische eigenschappen. Daardoor meet het systeem uitsluitend de geometrische veranderingen van de schroefas zelf en worden andere nadelige effecten uitgesloten.
Manarm
Het fraaie van het concept van de TTSense is dat techneuten op het schip dit systeem zelf kunnen installeren. ‘We leveren er een uitgebreide montagehandleiding bij’, zegt Vellinga. ‘En we hebben filmpjes gemaakt waarin de werking van de TT-Sense wordt uitgelegd en waarop je stap voor stap kunt zien hoe je hem installeert om de schroefas. De ringen en dus ook de geïsoleerde omkasting worden exact op maat gemaakt voor de diameter van de schroefas. Voor de fabricage beschikken we over een uitgebreid machinepark, waaronder veel machines die onbemand kunnen functioneren. Langdurige bewerkingen en grotere se-
De Viscosense-viscositeitsmeter registreert zowel de instantane viscositeit als de temperatuur van de brandstof. Hij doet dat met piëzoelementen.
ries kunnen we op die manier heel rendabel produceren, waarmee we onze concurrentiepositie versterken.’ VAF Instruments levert internationaal, heeft zo’n negentig medewerkers en is in ongeveer 65 havens wereldwijd vertegenwoordigd. Vellinga: ‘Met de meeste producten zijn we mondiaal marktleider en omdat we qua knowhow vooroplopen, zal daar niet snel verandering in komen. Alle producten worden in Dordrecht ontwikkeld en geproduceerd. Dat zullen we niet snel verplaatsen naar het buitenland omdat we hier de kennis en ervaring hebben. Door bovendien rendabel en zo veel mogelijk manarm te produceren met een modern machinepark kun je de kosten beperken en concurreren met iedere aanbieder waar ook ter wereld. Wij verkopen efficiency, want met onze systemen kunnen rederijen miljoenen verdienen. We leveren niet alleen sen-
Na de desastreuze brand in 2009 is de productieafdeling opnieuw opgebouwd waarbij de nieuwste CNC-bewerkingsmachines zijn geïnstalleerd. Een aantal daarvan is uitgerust met laad/losrobot en geschikt voor onbemande productie.
soren maar oplossingen. Daarin gaan we erg ver en dat weet de markt inmiddels. Dit jaar bestaat VAF vijfenzeventig jaar, dus die reputatie is niet van het ene op het andere moment ontstaan. Die is zorgvuldig opgebouwd.’
Piëzotechniek
Tot slot namen we nog even een kijkje bij de Viscosense. Dit is een gecombineerd instrument dat de instantane viscositeit en de temperatuur van de brandstof meet. Dit wordt gedaan om de optimale viscositeit van de brandstof voor inspuiting in de motor te kunnen bereiken, ondanks sterk wisselende kwaliteiten in aangeboden brandstof. Hiervoor ontwikkelde VAF een gepatenteerd meetprincipe dat het gebruikmaakt van een rotatietrilling geïnitieerd door piëzo-elektrische elementen. Door op verschillende frequenties, door veranderende fases van aandrijven, metingen te verrichten en daar de verschillen uit te berekenen, kan de viscositeit nauwkeurig worden vastgesteld. Qua hoekverdraaiingen praat je in dit geval over microradialen en ook dat vereist tot op een honderdste millimeter nauwkeurig geproduceerde componenten. Momenteel werkt VAF aan de derde generatie van deze sensoren waarbij naast de eerder gemelde functionaliteit ook de dichtheid van de vloeistof direct kan worden bepaald. Door de verschillende meetsystemen van VAF op een schip te combineren – flowmeters, koppel/stuwkrachtmeters, viscositeitsmeters – kan het brandstofverbruik zonder in te boeten op vaarsnelheid met zeker drie tot vijf procent en soms zelfs met bijna tien procent worden verlaagd. Daarmee zorgt VAF niet alleen voor een hoger rendement en dus meer brutowinst voor de rederij, maar ook voor een beter milieu doordat een lager brandstofverbruik ook minder uitstoot van schadelijke stoffen betekent. Frank Senteur is freelance journalist.
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
19
Projectmanagement Masterclass Succesvol ondernemen betekent doelstellingen realiseren. Ook in moeilijke omstandigheden. Daarom besteedt deze masterclass naast gedegen theoretische kennis ook veel aandacht aan toepassing in de dagelijkse, vaak weerbarstige praktijk. Leer hoe u als projectmanager of als lid van een projectteam tot effectief gedrag komt.
Integratie met het Product Creatie Proces In deze masterclass is een volledig overzicht van het projectmanagementvak gegarandeerd, er wordt uitgegaan van de IPMA competentie baseline NCB 3*. Waardevolle aanvulling hierop is de koppeling met het Product Creatie Proces. De masterclass is daarom bijzonder geschikt voor mensen die in de techniek en/of productontwikkeling werkzaam zijn én die willen begrijpen hoe projectmanagement wordt toegepast in combinatie met system
agement an m ct je ro P ss la rc te as M mei • 6 juni
engineering, quality management, process improvement, reliability engineering en supply chain management.
14 12 maar t • 11 april •
nd-innova Aanmelden: w w w.holla Business Case
Specificatie
tive.nl
Definitie
* De masterclass voldoet aan de IPMA competentie baseline NCB 3 (IPMA C & IPMA D niveau).
Ontwerp
Implementatie
Verificatie
Nazorg
Leiderschap en gedrag: de ‘factor 10’
In deze masterclass wordt deze ‘factor 10’ integraal
Het beheersen van methoden en technieken is belangrijk,
behandeld bij alle onderwerpen. Daarnaast wordt een
maar om deze effectief in te zetten en altijd te komen tot
volledige dagmodule besteed aan leiderschap, motivatie,
resultaat is leiderschap en het juiste gedrag vaak
communicatie, teamwork, conflictbeheersing en andere
doorslaggevend.
gedragscompetenties.
Het Holland Innovative Huis:
High Tech Campus 9 β-Technology Center 5656 AE Eindhoven
De kern
De resultaten
Round Table Meetings
Executive Events
Holland Innovative BV:
Reliability
Product- en Procesontwikkeling
Project Management
Trainingen en Seminars
User Groups
Resultaten
De enablers
T +31 40 85 14 611 E
[email protected] W www.holland-innovative.nl
• Voor oplossingen in projectmanagement, procesverbetering en productbetrouwbaarheid • 30 Professionals met ervaringsniveau van meer dan 20 jaar • Marktgebieden: HighTech & Automotive, Solar&Energy, Zorg, Agro&Food
Focus on complex business processes
COLUMN
Stilte voor de storm
W
Rolf Grouve is managing director van subsidieadviesbureau Innovation Connect.
at gaat het subsidiejaar 2013 ons brengen? In het regeerakkoord van het nieuwe kabinet worden namelijk flinke bezuinigingen aangekondigd op het gebied van ondernemerssubsidies. De meeste regelingen worden dit jaar nog even met rust gelaten, maar vanaf 2014 slaat de versobering in subsidieland hard toe. Zelfs heilige huisjes zoals de WBSO moeten het dan ontgelden. Het is al jaren onrustig op het gebied van subsidies en fiscale regelingen. De politiek wil stapsgewijs af van de klassieke overheidssubsidies voor ondernemend Nederland en wil dat meer wordt gebruikgemaakt van andere financieringsbronnen zoals fiscale voordeelregelingen, gunstige kredietvormen en durfkapitaal. Hoewel dus al langere tijd grootse veranderingen worden aangekondigd, lijkt het ná 2013 niet meer alleen bij woorden te blijven. Zo wordt er in 2014 in totaal 93 miljoen euro bezuinigd op de Research & Developmentaftrek (RDA), de innovatiebox en de WBSO. In 2015 loopt dit bedrag zelfs op tot 160 miljoen euro. Ook kleine ondernemers en zzp’ers krijgen het zwaar. De regering zal snijden in de fiscale voordelen die deze groepen hebben. Met de 500 miljoen euro besparing wordt de schatkist gespekt. De Afdrachtvermindering Onderwijs ontspringt de dans ook niet. Er staat een vervangende regeling in de steigers, maar het budget wordt wel gehalveerd. Het is niet alleen maar kommer, kwel en bezuinigingen. Er wordt ook geïnvesteerd. Zo wordt er jaarlijks 110 miljoen euro extra vrijgemaakt voor de Topsectoren en komen er elk jaar tien publiek-private doorbraakprojecten. Deze richten zich onder meer op het vergroten van het gebruik en de kennis van ICT door het middenen kleinbedrijf, in de topsectoren en in sectoren als onderwijs en zorg. Als ondernemer doe je er verstandig aan om te proberen met innovatieve projecten en ontwikkelingen aansluiting te vinden bij initiatieven vanuit de Topsectoren, alleen dan kun je meedelen met het geld uit die pot. Ook gaat Nederland net als andere landen in Europa investeren in het nieuwe Europese subsidieprogramma Horizon 2020, waarin 80 miljard euro zit. Het is nog niet bekend hoe deze
miljarden gaan worden verdeeld, wel worden in 2014 de eerste openstellingen voor de nieuwe subsidies verwacht. De lidstaten zullen 2013 gebruiken om energie te steken in de ontwikkeling van de Horizon-stimuleringsprogramma’s, dus ook op Europees niveau blijft het op het gebied van subsidies dit jaar nog even rustig. De Nederlandse overheid zal dus gaan toewerken naar meer alternatieve financieringsmogelijkheden voor bedrijven en steeds minder inzetten op subsidies. Ook hierin zullen het komende jaar voorzichtig de eerste stappen worden gezet. Zo wordt – om ondernemingen ondanks alle bezuinigingen toch te laten groeien – de krediet- en kapitaalverschaffing versoepeld en kunnen kleine ondernemers via Qredits een microkrediet krijgen tot 150 duizend euro. Dat is een verdriedubbeling van het bedrag dat nu nog wordt toegekend. De belangrijkste subsidies blijven dit jaar, op een aantal kleine wijzigingen na, ongewijzigd. De energie- en milieuregelingen zoals de Energie-investeringsaftrek (EIA), Milieuinvesteringsaftrek (MIA) en de Vamil blijven in 2013 onaangetast. Voor de populaire WBSO is wel een aantal aanpassingen aangekondigd. Zo gaat er een 100 procent meldingsplicht gelden en wordt de bovengrens van de eerste loonschijf verhoogd van 110 duizend naar 200 duizend euro. Het percentage van de afdrachtvermindering wordt voor die eerste schrijf weer verlaagd van 42 naar 38 procent. Voor starters wordt het percentage van de afdracht met 10 procent verminderd. Voor de rest blijft de regeling hetzelfde als in 2012. Voor 2013 weten de meeste ondernemers dus wel waar zij op het gebied van subsidies aan toe zijn. Vanaf 2014 worden flink wat subsidiekansen behoorlijk uitgekleed. Bovendien is het nog niet bekend hoe de alternatieve regelingen en Europese programma’s zoals Horizon 2020 eruit gaan zien. Een jaar in de luwte dus, de stilte voor de storm. Maar iedereen weet dat het verstandig is die storm niet af te wachten en dat het nuttig is alvast voorbereidingen te treffen om die te kunnen trotseren.
Vanaf 2014 worden flink wat subsidiekansen behoorlijk uitgekleed. Zelfs de WBSO
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
21
NIEUWS
Aftrap van spannend hightechevent met Europese allure Eind april is het Klokgebouw op het industrieel-historische Strijp-S-complex in Eindhoven het toneel voor de eerste internationale conferentie die specifiek is gericht op geavanceerde systeemontwikkeling, mechatronica en hoge precisie. Dit tweedaagse event past bij het unieke hightechecosysteem dat de afgelopen decennia in Nederland en de ons omringende landen is ontstaan. Joost Backus
D
e conferentie en beurs High-Tech Systems 2013 is een initiatief van vijf prominente onafhankelijk technologie-organisaties: Brainport Industries, DSPE (Dutch Society for Precision Engineering), Syntens (Enterprise Europe Network), FMTC (Flanders Mechatronics Technology Centre) en Techwatch. Deze partijen hebben de ambitie om in de komende vijf jaar het event uit te laten groeien tot een conferentie met internationale allure en een wereldwijd potentieel. ‘We focussen op een evenement dat ieder jaar meer en meer internationale bezoekers en partijen aantrekt’, aldus René Raaijmakers, directeur van uitvoerende organisatie Techwatch. ‘We investeren in een sterk platform dat van vitaal belang is voor de verdere ontwikkeling en innovatie in de hightechindustrie.’ De spil van HTS 2013 is een excellent lezingenprogramma rond geavanceerde mechatronica, precisietechnologie en systeemengineering. Focus ligt dit jaar op de sectoren: halfgeleidertechnologie,
22
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
automotive, medische systemen en agro & food. HTS 2013 legt daarbij ook een speciaal accent op conceptuele engineering. Dat betekent aandacht voor modelgebaseerde ontwikkeling in het parallelle event Model-Driven Development Days op dezelfde locatie. Daartoe behoren speciale lezingentracks over computerondersteunde ontwikkeling, fysische modellering en simulatie/test en de toepassing van eindige-elementenmethoden. Voor beslissers en technisch managers heeft HTS 2013 op 24 april een aparte track gewijd aan internationale samenwerking. Onder meer ASML, Zeiss, Mapper, Philips Researchs en Süss Microtec zullen hun ervaringen delen rond internationale samenwerking en hightech systeemrealisatie. Buiten het algemene programma heeft HTS 2013 diverse side events die worden ingevuld door vrienden en partners van HTS 2013. Zo zal het Applied Piezoplatform zijn eindsymposium organiseren rond het nu afgesloten vijfjarige Smartpie-researchprogramma. De lezingenses-
High-Tech Systems 2013 High-Tech Systems 2013 is een nieuw internationaal top-event rond geavanceerde systeemontwikkeling, mechatronica en precisietechnologie. Lezingen van hoge kwaliteit (peer reviewed), voldoende tijd om te netwerken op de beurs, een internationaal zakelijk kennismakingsprogramma en niet in de laatste plaats spectaculair pre-event tours bij veel spannende spelers in het Belgische en Nederlandse hightechecosysteem. Juist voor studenten en starters in de technische sector is er op HTS 2013 een spannende banenbeurs. Studenten zijn zeer welkom bij de lezingen.
sie van Smartpie focust op geavanceerde toepassingen voor de integratie van piëzotechnologie in hightech systemen.
Matchmaking
De HTS-organisatoren willen een krachtige impuls geven aan het hightechecosysteem in Vlaanderen, Duitsland en Nederland. Deze intentie vindt gerede weerklank in de markt en er is een directe en hartverwarmende ondersteuning van vele organisaties in Nederland en daarbuiten. De Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (Bom), Dutch Precision Technology, Feda, High Tech NL (voorheen High-Tech Systems Platform en Point-One), Nevat, Oost NV, Roboned, het topteam HTSM, Holland High Tech, maar ook de Duitse VDE, NRW Produktion, Spectaris en In|Die Regionruhr, en het Belgische FMTC steunen actief het HTS-initiatief. De organisatie is zeer verheugd met de steun van de gemeente Eindhoven die gedurende twee weken HTS 2013-banieren zal ophangen op het Strijp-terrein.
De organisatoren willen hun ambitie stap voor stap vormgeven en laten groeien. Als eerste stap ligt de focus voor 2013 op de ons direct omringende landen, België en Duitsland. Dat er behoefte is aan het HTS-event werd direct duidelijk uit de ondersteuning die HTS kreeg uit bovengenoemde landen. In de afgelopen maanden hebben de eerder genoemde buitenlandse netwerken HTS als event omarmd en ondersteund. Ook de consulaten en NBSO’s ondersteunen het event via hun relaties, netwerken en in hun pr. Additioneel zal het Enterprise Europe Network HTS ondersteunen met een matchmakingservice voor bedrijven. Om een bezoek aan High-Tech Systems vooral voor buitenlandse bezoekers nog interessanter te maken is er een speciaal, bijzonder spannend, tourprogramma opgezet op 23 april. Daar kunnen bezoekers
Brainport Industries, DSPE, FMTC, Syntens en Techwatch leggen lat hoog door te starten met een internationaal hightechevent in Brainport Eindhoven. en gasten deelnemen aan een bezoek bij verschillend hightechbedrijven in de regio. Daarbij komen ASML, FMTC, Frencken, Holst Centre, Imec, Mutracx, NTS, NXP, Omniradar, Philips, Shapeways, Sorama, VDL-
ETG, Xpress en de High-Tech Campus aan bod. De tour eindigt met een netwerkdiner, een prachtige mogelijkheid om elkaar te ontmoeten.
Mediakrachten
De eerste ideeën voor hightechevent ontstonden in 2011. Brainport Industries, DSPE, FMTC en Syntens keken naar Techwatch voor de organisatorische expertise bij het opzetten van een meerdaags internationaal event voor een hoogwaardig technische publiek. Dat idee is nu gerealiseerd als High-Tech Systems. Het event is de directe opvolger van Hightech Mechatronica dat Techwatch sinds 2007 organiseert. De samenwerking met DSPE geeft een mooie mogelijkheid mediakrachten te bundelen en het event via print, web en mail-nieuwsbrieven van Bits&Chips, Mechatronica&Machinebouw en Mikroniek onder de aandacht te brengen. Begin 2012 werden ook alle activiteiten van de externe publicatie Machinebouw binnen Techwatch geïntegreerd. De branchevereniging Feda (driehonderd leveranciers in aandrijf- en besturingstechnologie en eveneens partner van HTS 2013) maakte begin 2012 afspraken met Techwatch om zijn publicatie Fedactueel te integreren met Mechatronica&Machinebouw, waardoor Techwatch de verspreiding van dit blad aanmerkelijk kon verhogen. Deze marketingmogelijkheden, samen met de hulp en ondersteuning van vele netwerk- en sectororganisaties, de vele beursdeelnemers, het excellente programma, de spannende tours en de internationale matchmaking vormen een stevige basis voor een succesvolle beurs.
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
23
COLUMN
Start-up kan professioneler
O
Dennis Schipper is CEO van Demcon.
p het gevaar af in herhaling te vallen, wil ik de ervaringen delen die Demcon onlangs tijdens een studiereis in de VS opdeed. Het blijft fascinerend om te horen en te zien hoe professioneel ze daar de start van een onderneming aanpakken. Dit keer bericht uit de regio Boston, met het MIT, Harvard en talloze andere instituten en ondernemingen actief in onder meer medische systemen en robotica, gebieden waar wij ons ook op bewegen. Een leerzaam verhaal over het bekende traject van idee naar markt vind ik het Center for Integration of Medicine and Innovative Technology (Cimit). Dat centrum gaat over de selectie van ideeën van clinici en researchers die de potentie in zich hebben tot een succesvol product uit te groeien. Onder meer in de verschillende researchziekenhuizen lopen site miners rond die ideeën spotten. Zij hebben tot wel vijftienhonderd contacten per jaar en daaruit rollen zo’n driehonderd voorstellen (elk op twee A4’tjes). Uiteindelijk komen er vijfentwintig tot dertig in aanmerking voor een innovation grant (een ton in dollars). Die worden uitgewerkt tot businessplannen die worden onderworpen aan een gedegen, internationale review vanuit drie invalshoeken: medisch, technisch en commercieel. Opbrengst van deze strenge selectie: per jaar een tot drie ondernemingen die worden opgericht om het oorspronkelijke idee te commercialiseren. Dit model staat haaks op het Nederlandse ‘laat duizend bloemen bloeien’. Belangrijkste verschil is dat in ons land vaak de onderzoeker, uitvinder of bedenker zelf gaat ondernemen om zijn idee uit te werken tot marktrijp product. Vaak ontbreekt het echter aan ondernemerschapservaring en managementkwaliteiten, met als gevolg dat veel starters alsnog sneuvelen dan wel in uurtje-factuurtje blijven hangen omdat er toch brood op de plank moet. In de VS staat het te commercialiseren idee centraal en daar wordt capabel management bij gezocht. In Nederland lijkt dit model – het idee ‘afpakken’
van zijn bedenker – onbespreekbaar. Hier sturen we meer op het aantal dan op het succes van de spin-offs. Maar overleven is geen goede maat voor succes; relatief weinig start-ups komen tot volwassenheid. Een universitaire spin-off met vijf of tien medewerkers geeft hun een mooie broodwinning. Vanuit de bv Nederland bekeken, levert het echter geen multiplier op, geen bijdrage aan het ecosysteem. In Nederland zijn de toelatingseisen tot de markt voor een nieuwe onderneming laag, terwijl in het Amerikaanse model zoals van Cimit juist sprake is van een streng examen. Heeft het idee (niet de ondernemer) eenmaal die strenge selectie doorstaan, dan komt er management en ruim voldoende kapitaal beschikbaar om het in korte tijd tot een succes te kunnen maken. Een mooi voorbeeld vormt een van de spin-offs van het Cimit-programma, een medisch bedrijf dat in het najaar van 2009 officieel van start ging en een jaar later al 33 miljoen dollar aan kapitaal had binnengehaald. Het bedrijf telt nu vijftig medewerkers (volgend jaar 75) en heeft een indrukwekkend team samengesteld, met uiterst ervaren managers (gemiddeld twintig jaar ervaring, dus niks jonge ondernemer), een board of directors (waarin de kapitaalschieters zijn vertegenwoordigd), een respectabele clinical advisory board en een technology advisory board (met daarin de uitvinders van de technologie, dus op gepaste afstand van de dagelijkse gang van zaken). Ik weet het, niet elke Amerikaanse start-up loopt zo voorbeeldig, maar als we hier tot nieuwe, grote OEM’s willen komen, pleit ik ervoor om dit Cimit-model naar ons land te vertalen en te zorgen dat voldoende publiek-private middelen beschikbaar blijven voor innovation grants. Grote vraag: past dit in het Nederlandse klimaat?
In Nederland sturen we meer op het aantal dan op het succes van de spin-offs
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
25
24 and 25 April 2013 Klokgebouw Eindhoven, NL
Fotoshoot-out High-Tech Systems 2013
Foto: Assembleon
Foto: Frencken
Op welke innovatieve machine bent u het meest trots? De mooiste foto’s verschijnen in Mechatronica&Machinebouw editie 3 en zijn uitvergroot zichtbaar op High-Tech Systems op 24 en 25 april 2013. Stuur uw foto uiterlijk 15 maart 2013 o.v.v. ‘Fotoshoot-out High-Tech Systems’ naar
[email protected] en let hierbij op het volgende: > Toon geen plaatwerk, maar juist de technologie: de foto moet de kern van de technische uitdaging vangen > De foto mag in kleur of zwart-wit worden aangeleverd > De foto moet van goede kwaliteit zijn (minimaal 200 dpi)
Met het insturen van een foto geeft u automatisch toestemming aan Techwatch om deze foto te gebruiken voor promotionele doeleinden. Voor meer informatie neem contact op met de organisatie.
w w w.hi ghte c hsy ste m s.e u #HTS13
De wereldwijde markt voor agrorobots groeit in de periode 2012-2016 met gemiddeld 14,5 procent per jaar. Dat voorspelt onderzoeksbureau Technavio. Een belangrijke impuls voor deze stijging is de groeiende belangstelling die overheden hebben in agrarische robotica. Ook speelt mee dat boeren hun productiviteit moeten opschroeven. Nederland is daar goed in. Uit een rapport van de topsector Agro & Food blijkt dat Nederlandse boeren gemiddeld vijf keer meer toegevoegde waarde van een hectare halen dan hun Europees collega’s. Dat lukt alleen met technische innovaties. In deze editie van Mechatronica&Machinebouw kunt u lezen over mooie praktijkcases bij tuinbouwspecialist Crea-Tech en mueslireepproducent Ravensbergen. Verder een samenvatting van het rapport van ABN Amro, dat de koppeling tussen de topsectoren Agro & Food en Hightech Systemen & Materialen onderzocht, een researchproject rondom meten in de agro en een beeldreportage bij veevoermenger Leievoeders.
DIEPGANG
MECHATRONICA 2
25
THEMA AGRO & FOOD
Voedselproducenten vinden weg naar tuinbouwspecialist Crea-Tech Tuinbouw was jarenlang de onbetwiste thuismarkt voor Crea-Tech. De crisis maakte echter duidelijk dat de machinebouwer uit Ter Aar zijn horizon moest verbreden. Via via scoorde het kleine bedrijfje een opdracht voor koffiegrootheid Starbucks. De no-nonsenseaanpak van oprichter en directeur Paul van der Laan lijkt ook in de foodindustrie aan te slaan. Alexander Pil
C
rea-Tech uit Ter Aar heeft een lastige periode achter de rug. De machinebouwer maakte verlies, met 2009 als financieel dieptepunt. ‘Na dat rampjaar was het direct duidelijk dat het zo niet verder kon’, vertelt oprichter en directeur Paul van der Laan. ‘De tuinbouw is onze corebusiness maar eigenlijk doen we gewoon product handling. We kunnen dus net zo goed oplossingen verzinnen voor andere industrieën. Food lag voor de hand omdat we toch al veel met roestvrij staal werken.’
> Crea-Tech uit Ter Aar is van oudsher gespecialiseerd in machines voor het verpakken van planten. Voor de beoordeling van bijvoorbeeld deze potrozen werkt het bedrijf nauw samen met de Eindhovense visionspecialist Aris.
28
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
Een eerste klant vond Crea-Tech via A. Hagoort Besturingstechniek uit Anna Paulowna. ‘Dat bedrijf doet werk voor ons maar maakt ook besturingen voor grote bakkerijen zoals Bakkerij Kamstra uit Wolvega. Daar produceren ze voorgesneden en belegde broodjes voor de horeca’, zegt Van der Laan. ‘Het logistieke proces lijkt heel erg op wat we in de tuinbouw gewoon zijn. Als de broodjes zijn gebakken, worden ze direct ingevroren tot -40 graden Celsius. Een heftruckchauffeur in
een eskimopak rijdt op en neer tussen de oven en de vriescel. Slechts dertig procent van die cel was beschikbaar voor de opslag omdat de heftruck de rest nodig had om te kunnen manoeuvreren. We hebben daar eenzelfde autonome trein geïnstalleerd als we ook vaak doen in kassen. Die rijdt de broodjes in de cel en haalt ze er ook weer uit. Zo konden we het omdraaien naar negentig procent opslagcapaciteit en niemand meer in de cel.’ Prestigieuzer is de opdracht voor een toeleverancier van Starbucks. Van der Laan: ‘We hadden een Amerikaanse klant die kruiden produceerde. Dat bedrijf ging failliet en werd overgenomen door een heel grote partij, Rocket Farms, voor wie kruiden een van de vele businessunits is. De CEO kwam hier langs en ik deed mijn verhaaltje. Zo’n kwekerij met honderdvijftig man, dat vond hij niet spannend. ‘Ik heb een bakkerij waar 2500 mensen werken. Ga daar maar eens kijken.’’ Van der Laan trok naar Denver, waar Rocket Farms zo’n twee miljoen cakelolly’s per week maakt voor Starbucks. De basis is een balletje cake. Die wordt gedraaid door een machine en kun je al gelijk eten. Starbucks wil hem als lolly verkopen bij een kopje koffie. Je prikt de cake dus op een steeltje dat in de chocolade is gedoopt. Het geheel laat je twee uur koelen zodat het vastzit. Vervolgens doop je de cakelolly in de warme chocolade en strooi je er wat versiersels op. ‘Ik liep er rond met de board’, herinnert Van der Laan zich. ‘‘Zo’n werkplek hier kost toch vijftigduizend dollar’, zei ik, waarop ik hartelijk werd uitgelachen omdat het in Amerika veel goedkoper zou zijn. Dus ik reken ze voor: de mensen verdienen zo’n tien dollar per uur, de plek is twintig uur per dag bezet, dus dat is tweehonderd dollar per dag, duizend
‘Als er al een goede machine op de markt is, moet je die niet zelf uitvinden’ dollar per week en vijftigduizend dollar per jaar. Dat was wel even een eyeopener voor ze. Als ik met een machine vier stoelen kan vervangen, bespaarden ze dus tweehonderdduizend dollar per jaar.’ Uiteindelijk focuste Crea-Tech zich op een deel van de productie: de stap waarbij de steeltjes in de chocola worden gedoopt en daarna in de cake worden gestoken. Van der Laan had wel een idee hoe hij dat kon automatiseren. Vanuit de tuinbouw had hij al ervaring met het dispenseren van stokjes. Een begonia heeft namelijk ook twee stokjes nodig om langs te groeien. ‘We hadden zo’n systeem nog niet zelf gemaakt maar ik kende wel een bedrijf dat het maakte. Helaas bleek de snelheid te laag. Ik
had het erover met een ander contact en die vertelde dat hij iemand in dienst had die bij Loréal had gewerkt. Bij de productie van mascarastokjes bood het systeem steeds negen stokjes tegelijk aan. Dat paste goed bij de eisen van de cakelolly’s. We hebben toen een dispenser gebouwd waarin je aan de bovenkant tienduizend stokjes kunt gooien. Een robotarm met negen grijpers doopt tegelijk negen stokjes in de chocola en steekt ze daarna tegelijk in de cake. Door dat ritmisch te doen, halen we een capaciteit van tienduizend lolly’s per uur. Met acht man konden ze dat bijna. Nu staat
er in Denver één lijn met acht man en één lijn met onze machine en één operator, beide met dezelfde output.’
Buitenstaander
‘Je moet het proces zien’, vat Van der Laan samen waar het bij automatisering om draait. ‘In Denver hadden ze bijvoorbeeld al een eigen machientje staan voor het dopen van de cakeballetjes. Een operator moet daar drie lolly’s in steken en iemand anders haalt ze er weer uit. Als je honderd miljoen lolly’s per jaar moet doen, heb je een hele straat van die machientjes nodig. Nu gebeurt dat
> Grote ketens als Intratuin kopen tegenwoordig vaak rechtstreeks bij de kwekerij. ‘Dat betekent dat er een mooi hoesje omheen moet en dat de pot een speciaal stickertje moet kunnen krijgen. Of zo’n bedrijf wil een gemengd traytje met verschillende kleuren rozen. Wij springen in op die trend’, zegt Crea-Tech-directeur Paul van der Laan.
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
29
Software engineering in Automation Studio 4.
Automation redefined Automation
` Investment security through openness and full compatibility ` Shorter development times through parallel and modular software engineering
Software Engineering in Automation Studio 4.
` Reduced development costs through software reusability
` A single, fully integrated tool throughout the entire life cycle of the system
www.br-automation.com/automationstudio
Perfection in Automation
www.br-automation.com
THEMA AGRO & FOOD
< Crea-Tech is merktrouw: robotarmen komen van Fanuc, PLC’s van Omron en motoren van Lenze. ‘De prijs is goed, het spul gaat niet stuk, dus klaar.’
in twee lijnen waar zestien personen werken. Dat kost dus achthonderdduizend dollar per jaar aan salaris alleen. Ik kan ze niet allemaal wegautomatiseren, maar een besparing van zeven ton per jaar moet kunnen. Ze wilden er nog even over nadenken. ‘Prima’, zei ik, ‘maar elke eerste van de maand als je de wc doortrekt, moet je zeggen: ‘Weer honderdduizend dollar weg.’’ Drie weken later kreeg ik een mail: ‘I can’t shit anymore, come over here’’, lacht Van der Laan. De deal was daarna snel beklonken. Crea-Tech had echter weinig kaas gegeten van chocolade. ‘Mijn truc is dan: zoek een bedrijf dat er wel verstand van heeft’, bekent Van der Laan. ‘Dat vond ik in België: Prefamac. Dat bedrijf is gespecialiseerd in chocoladeverwerkende apparatuur. Omdat ik als buitenstaander neutraal naar hun oplossing kan kijken, zag ik nog wel een verbeterpunt. Ze pompten de chocola naar de dompelbak, maar dat moest zo vaak dat die pomp elke minuut zo’n twintig seconde moest draaien. Dat gaat die pomp niet lang volhouden: na een paar weken is hij kapot. Mijn voorstel was om continu te blijven pompen en de overloop terug te leiden naar de tank. Dat kost wel wat meer stroom, maar de Amerikanen geven daar niet zo veel om. Bovendien gaat de pomp een paar jaar mee.’ De machinebouwer uit Ter Aar ontwikkelt nu hard aan deze nieuwe machine voor het dompelproces. Binnen drie maanden hoopt Crea-Tech die te
kunnen opleveren. Ook is het bezig het decoreren te automatiseren. Mogelijk kan een samenwerking met een Zwitserse specialist op dat gebied tot een goede oplossing leiden.
Merktrouw
Paul van der Laan werkte in de jaren negentig als technicus en programmeur voor Hawe, een bedrijf dat zich richt op intern transport in de tuinbouw. Vijftien jaar geleden besloot hij de sprong te wagen en richtte Van der Laan zijn eigen bedrijf op: Crea-Tech. Door zijn nieuwe rol kreeg hij
‘Crea-Tech kijkt niet wat het kost, we kijken wat er nodig is’ een andere kijk op de tuinbouwwereld. ‘In die markt draait het allemaal om de aanschafprijs’, merkte Van der Laan. ‘Daar wordt over onderhandeld maar niemand heeft het over reservemotoren, een backuplijn of een gebruikersvriendelijke machine. Dat verbaasde me wel. Ik vind dat ze zouden moeten kijken naar het rendement van de machine. Lekker spannend als je een goedkopere machine hebt maar twee keer per dag moet ombouwen naar een andere maat. Dat moet gewoon met een druk op de knop gebeuren.’
‘Niemand doet aan preventief onderhoud’, gaat Van der Laan verder. ‘Ze hebben wel een dikke BMW voor de deur staan die ze netjes naar de garage brengen als het instructieboekje zegt dat het tijd is voor een controlebeurt. Dat vinden ze heel normaal, maar met hun machines gaan ze heel anders om. Dat vind ik vreemd. Als je acht miljoen planten per jaar produceert, dan ben je geen kwekerij meer maar een fabriek. En daar horen industriële machines bij van industriële kwaliteit. Daarom lijkt het soms of onze machines te luxe zijn voor de tuinbouw. Crea-Tech kijkt echter niet wat het kost, we kijken wat er nodig is. Gelukkig krijgen de grote bedrijven dat een beetje door en hebben ze het geld ervoor over.’ Van der Laan gelooft heilig in specialismen. ‘Als we een probleem hebben om de juiste motor te vinden voor een trein, rijden we naar Den Bosch, naar Lenze. Daar zit iemand die continu dat soort vragen krijgt, dus weet je dat je het beste antwoord krijgt. Dat is dan misschien achthonderd euro duurder maar die motor draait nu al twaalf jaar zonder storingen terwijl de oude elk half jaar moest worden vervangen.’ De Crea-Tech-directeur zegt erg merktrouw te zijn. ‘Robotarmen betrekken we altijd bij Fanuc. Heel veel slechte merken heb je niet; Kuka of ABB zijn ook prima. Wij hebben ooit gekozen voor Fanuc en dan stap je daar niet zo makkelijk meer van af. Als de kwaliteit uit de pas gaat lopen, is het natuurlijk een ander verhaal. Dan stop-
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
31
Het nieuwe unieke positioneringsysteem van Festo! De compacte kostenefficiënte oplossing voor lineaire positionering van producten.
product design award
2012
Value-engineering
Het nieuwe kostenefficiënte “closed loop” positioneringsysteem van Festo is één unit die is opgebouwd uit een elektrische cilinder (EPCO), een geïntegreerde motor (EMMS-ST) en een compacte motorcontroller (CMMO-ST). Het complete systeem is onder één artikelnummer te bestellen! Zowel de cilinder als de controller zijn bijzonder compact uitgevoerd, hebben een relatief laag gewicht en zijn eenvoudig in gebruik. Daarbij is het systeem makkelijk naar wens te configureren via een webbrowser. Gemak en eenvoud dienen de mens! De voordelen van het unieke positioneringsysteem de EPCO: Een compleet afgestemd systeem met één artikelcode resulteert naast bestelgemak in een hoge betrouwbaarheid en optimale functionaliteit. De opname in een LAN-netwerk en de configureerbaarheid met een webbrowser zorgen voor een snelle installatie en service mogelijkheid op elke locatie. De vrije keuze in mechanica (tandriem, spindel, geleiding, bouwvorm) en de configureerbaarheid met de gratis FCT-software,dragen bij aan een maximale functionaliteit tegen een zeer aantrekkelijke prijs. Tijd en geld besparen met een bekroond product – Simply Festo
Festo BV Schieweg 62 2627 AN Delft Tel. +31(0) 15 251 88 07 Fax +31(0) 15 251 88 67 www.festo.nl
[email protected]
THEMA AGRO & FOOD
pen we ermee. Maar verder kost het gewoon heel veel geld om over te stappen naar een andere servo-unit.’ Op dezelfde manier koopt Crea-Tech zijn PLC’s bij Omron. ‘De prijs is goed, het spul gaat niet stuk, dus klaar’, luidt de nuchtere uitleg.
Lachertje
Ook in het designproces hanteert Crea-Tech een no-nonsenseaanpak. ‘Vroeger werkte ik zelf met Autocad, maar daar ben ik mee gestopt. Ik werk nu met balpencad’, lacht Van der Laan. ‘Met m’n balpen maak ik een schets en daarmee loop ik langs bij een van mijn ontwerpers. Je denkt in de moderne tijd dat je alles designt op de computer. 3D, geweldig, maar het moet nog wel even werken in de praktijk. Wij knutselen eerst een prototype in elkaar, lekker amateuristisch. Dan draaien we met het product en pas als het werkt, zetten we het op papier. De omgekeerde wereld eigenlijk.’ Onbeslagen komen de Crea-Tech-ontwerpers niet ten ijs omdat ze kunnen terugvallen op een bibliotheek aan eerdere designs. In de praktijk leren ze wat er wel werkt en wat niet. ‘Het zou een mooi succesverhaal zijn, maar helaas zitten we er ook wel eens naast’, geeft Van der Laan toe. ‘Dat komt doordat we met levende producten werken. De grootte van de plantjes is bijvoorbeeld afhankelijk van het seizoen. Dat kun je nauwelijks modelleren. Wat dat betreft, zijn die lollystokjes eigenlijk een lachertje.’ Van der Laan haalt nog een voorbeeld aan. Voor een Engelse klant bouwde CreaTech onlangs een machine om basilicumplantjes in te pakken. Dat kruid blijkt een heel gevoelig blad te hebben. Voordat de basilicum bij de inpaklijn komt, heeft hij
> Crea-Tech levert ook consultancy. Met een cameraatje neemt Paul van der Laan dan het proces op, waarna hij advies geeft over mogelijke automatiseringsstappen. Soms komt dan boven water dat een klant een deel van het proces wil aanpakken waar nauwelijks winst te halen is.
al een paar klappen gekregen. De laatste optater als het plantje in zijn hoesje valt, blijkt fataal. Crea-Tech had nog wel andere oplossingen in zijn bibliotheek om de klap wat te verzachten, maar helemaal schokloos? Nee, daarvoor moesten de Ter Aarse ontwerpers terug naar de tekentafel. Op dit moment sleutelen ze aan een alternatief. Het concept werkt al, nu volgt nog een testfase van een maand.
Eerlijk
Een ander stokpaardje van Van der Laan is samenwerking. ‘Ik kijk altijd eerst wat er op de markt is. Als dat goed is, moet je zo’n machine niet zelf verzinnen. Voor een Deense klant hebben we pas een inpakstation gemaakt voor snackworteltjes. Vrij rechttoe rechtaan voor ons, maar om de puntzak moest een klipje
met een datum komen. In Duitsland vonden we een goede partij, Hartmann, die precies zulke machines levert. Prima, dan hoeven wij die echt niet zelf uit te vinden. Dan koop je zoiets in. Dat doen we bijvoorbeeld ook met labelaars.’ Het moet wel eerlijke samenwerking zijn. Van der Laan heeft ervaren dat je niet iedereen zomaar kunt vertrouwen. ‘Voor een deel van een lijn schakelde ik een bedrijf in omdat dat precies de aanvullende machines had. Het project was succesvol, maar die partner verkocht daarna nog zo’n lijn zonder ons daarin te betrekken. Helaas zie je dat vaker. Ik ben dan snel klaar met je. Het mooie is dat wij nog vier van zulke lijnen hebben verkocht samen met een andere partij en er veel meer aan hebben verdiend’, zegt Van der Laan met een grote glimlach op z’n gezicht.
< Omdat Crea-Tech werkt met levende producten is het lastig een machine vooraf uitentreuren te modelleren. Het bedrijf knutselt daarom eerst een prototype in elkaar. Pas als het werkt, komt het ontwerp op papier.
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
33
THEMA AGRO & FOOD
De perfecte fit tussen hightech en agrotech Onkruidplukrobots bestaan al maar de allerbeste vergissen zich nog in vijftien procent van de gevallen. Autonome oogstrobots in kassen rijden op accu’s die sprekend lijken op de lithiumioncellen in elektrische auto’s. Zomaar twee voorbeelden hoe de hightechindustrie problemen in de agro & food kan verhelpen. Mede op initiatief van brancheorganisaties Nevat en de Federatie Agrotechniek onderzocht ABN Amro de kansen. Een samenvatting van het eindrapport ‘Hightech agrosystems – Made in Holland in het kwadraat’. Wilbert Hilkens David Kemps
I
s de sensortechnologie in robotstofzuigers ook toepasbaar in autonoom navigerende tractors? Welke technieken hebben toeleveranciers van ASML in huis om verse groenten langer houdbaar te maken? Kan de solarindustrie helpen bij de ontwikkeling van materiaal dat alleen de fotosynthetisch actieve straling in de kas toelaat, en niet de warmte? En andersom: kunnen bouwers van systemen voor vleeskuikenproductie als Vencomatic dankzij de snelgroeiende Chinese markt voor kippenvlees toeleveranciers zoals NTS of Cortexon aan een stabiele eindmarkt helpen? Kan het enorme internationale marktpotentieel van Fancom, bouwer van stalbeheersingssystemen, ervoor zorgen dat toeleveranciers minder afhankelijk worden van Philips Healthcare of Fei? Deze vragen hielden de beleidsmakers van de brancheorganisaties Nevat en Federatie Agrotechniek en van ABN Amro bezig. Kan het onderling verbinden van de topsectoren Agro & Food en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen enerzijds en Hightech Systemen & Materialen (HTSM) anderzijds resulteren in een verdere versterking van de concurrentiepositie van deze sectoren? Na vele gesprekken en onderzoek is onze conclusie dat de combinatie van de superieure competenties en R&D-capaciteiten in HTSM en de enorme groeipotentie, het marktleiderschap en de diversiteit aan
34
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
toepassingsgebieden binnen de andere twee sectoren zullen leiden tot Nederlandse ‘sterkte in het kwadraat’. De gebundelde kracht kan leiden tot meer innovatie, grotere concurrentiekracht, lagere afhankelijkheid, minder schommelingen in omzet en winst, en verhoogde financiële weerbaarheid van zowel de agrotechnische bedrijven als de HTSM-toeleveranciers. Het ultieme doel
De toevoegde waarde per hectare is in Nederland bijna vijf keer hoger dan het Europees gemiddelde van het rapport ‘Hightech agrosystems – Made in Holland in het kwadraat’ is dan ook om agrotechnische en HTSM-ondernemers te inspireren en te stimuleren die stap te maken naar die voor hen nog vaak onbekende groep van bedrijven en daar aan te kloppen met hun vraag of aanbod.
Vernuft
Nederland heeft de ambitie om in 2020 in de mondiale top vijf van kenniseconomieën te blijven. Het Topsectorenbeleid ondersteunt die ambitie door de bedrijfstakken waarin ons land op het
wereldtoneel vandaag uitblinkt extra te versterken. Het beleid is erop gericht dat bedrijfsleven, kennisinstituten en overheid op deze terreinen nauwer dan ooit samenwerken aan kennisontwikkeling en (product)innovatie. De overheid stimuleert dat, onder meer met lagere regeldruk, betere toegang tot kennis, aantrekkelijke fiscale regelingen en subsidiegelden. De feitelijke samenwerking vindt plaats in Topconsortia voor Kennis & Innovatie (TKI’s). Daarvoor is tot 2015 een budget beschikbaar van ruim vijfhonderd miljoen euro; veertig procent daarvan komt voor rekening van het bedrijfsleven. Het belang van Agro & Food en van Tuinbouw & Uitgangsmaterialen voor de economie staat buiten kijf: in 2011 brachten die samen 72,8 miljard euro aan exportinkomsten binnen, aldus het CBS. Nederland is daarmee de tweede voedselexporterende natie ter wereld. De productiviteit is hoger dan waar ook. Dat is niet alleen te danken aan factoren als vruchtbare grond, groeizaam klimaat, gunstige ligging en goede infrastructuur, maar ook aan goed ondernemerschap, kennis van de wereldmarkt en – niet in de laatste plaats – technologisch vernuft. Rondom Wageningen Universiteit & Research Centre is in de loop der jaren een uniek, niet eenvoudig te kopiëren ecosysteem ontstaan. Daarin wordt voortdurend kennis gegenereerd en omgezet in nieuwe of betere me-
Investeringsbereidheid stijgt en daalt met de melkprijs
De innovatie in de tuinbouw verloopt in te kleine stapjes en gaat daardoor te langzaam, vindt Thomas Pehrson, directeur van Festo Nederland. Die traagheid is terug te voeren op de geringe marges. Daardoor is er te weinig geld voor investeringen in nieuwe ontwikkelingen. ‘In tijden dat de melkprijs boven de dertig eurocent per liter staat, zie je die bereidheid nog wel’, aldus Pehrson. ‘Maar zakt die eronder, dan heeft de sector gewoonweg te weinig middelen om te innoveren. Hier ligt een opdracht voor de overheid. Delen van de financiering die beschikbaar is gesteld binnen de topsectoren Agro & Food en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen zouden ten goede moeten komen aan deze vernieuwingstrajecten. Want de melkveehouderij en de tuinbouw willen echt wel: ze behoren niet voor niets tot de meest innovatieve ter wereld.’ Festo is al decennia actief in de agro maar leverde lange tijd alleen standaardcomponenten. Pas de laatste tien jaar is het bedrijf, op basis van in-huis ontwikkelde competenties, op ‘functies’ gaan toeleveren. Pehrson: ‘Dat begint nu op gang te komen. Vergeet niet, de industrialisatie van de agro is nog jong. Maar je ziet al wel een groeiende bereidheid om verder te kijken – niet alleen naar mechanica, maar ook naar mechatronica en motion control. Bijvoorbeeld om die in te zetten voor de bouw van geïntegreerde systemen die individuele planten door het gehele teeltproces volgen. Het begrip total cost of ownership begint in de sector te landen.’
woord (zie Figuur). Vele hebben een (in) directe meerwaarde voor Agro & Food en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen. Naast de bestaande ecosystemen introduceert het rapport een zevende: hightech agrosystemen, met de Wageningse universiteit als belangrijk onderzoeksinstituut.
Microben
Dankzij onder meer de agrotechnische industrie is de Nederlandse land- en tuinbouw de meest efficiënte ter wereld. Door de snelgroeiende internationale foodmarkt groeit echter de behoefte aan een nog veel efficiëntere voedselproductie. Dit vergroot de technologische complexiteit en stelt de agrotechnische bedrijven voor een strategische keuze: óf zich specialiseren in het leveren van onderdelen/modules en eindproducten/processen óf zich verbreden tot systeemintegrator. In beide gevallen kan de veeleisende klant niet meer alleen worden bediend met de disciplines waarin de agrotechnische sector zijn oorsprong heeft: werktuigbouwkunde en landbouwtechniek. Duidelijk is dat ook kennis nodig is van zaken zoals de mechatronica, vision, embedded-softwareontwikkeling en sensor- en lichttechnologie. Deze kennis zit veelal niet meer binnen één bedrijf. Veel zal moeten worden ontwikkeld samen met en worden ingekocht bij strategisch gekozen leveranciers. Binnen de sector HTSM nemen first- en second-tier suppliers cruciale posities in. Bij die toeleveranciers zit veel (hightech) kennis waar de agrotechnologie iets mee kan. Zo hebben ze plasmatechnieken in huis waarmee ook verse groenten van microben kunnen worden ontdaan zodat die langer houdbaar blijven. En verstand van draadloze sensornetwerken die producten door het gehele ketenproces kunnen
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
35
Automotive Automotive
Luchtvaart
Ruimtevaart
gezorgd dat de Nederlandse land- en tuinbouw de meest efficiënte ter wereld is. Per hectare scoort Nederland gemiddeld een toegevoegde waarde van 4248 euro. Dat is bijna vijf keer hoger dan het Europees gemiddelde van 867 euro. Dat is mooi, maar het kan nog beter. Vanwege de nadruk op productiviteit gaat het vaak om inflexibele systemen die nauwelijks kunnen meebewegen op veranderingen in de vraag van klanten. Daardoor is er sprake van een fikse overcapaciteit en zijn de marges laag. Het besef dat het anders moet, begint te groeien in de sector. Het nauwer verbinden van de agrosector aan de HTSM-sector kan daarin een versterkende rol spelen, denkt business developer Jan Vorstermans van Fresh Park Venlo, waar zo’n 350 groentetelers hun waren laten verpakken en distribueren. ‘Binnen de hightech heb je een groot aantal uiteenlopende disciplines die – vaak ongedacht – kunnen bijdragen aan het verhogen van die toegevoegde waarde’, aldus Vorstermans. Als er een sector ijzersterk is in enabling technologieën en open innovatie, dan is het HTSM. Rondom grote OEM’s zoals ASML, Fei, Océ-Canon, Paccar-Daf, Philips en Vanderlande is een groot toelevernetwerk ontstaan. Van partijen die van wanten weten, omdat die OEM’s zich steeds meer focussen op de ontwikkeling van productconcepten en op eindklanten, en alles daarbuiten steeds meer bij hun toeleveranciers neerleggen. Daardoor hebben de toeleveranciers in het HTSM-ecosysteem kennis opgebouwd in onder meer embedded systemen, nanotechnologie, mechatronica, beeldverwerking en vision, en sensortechnologie. Kennis die minimaal on par is met wat concurrenten elders in de wereld te bieden hebben. Dat is belangrijk want OEM’s shoppen wereldwijd. HTSM legt de lat hoog: in 2020 wil deze topsector voor 77 miljard euro exporteren, twee keer zo veel als in 2009. Alleen als bedrijven, kennisinstituten, onderwijsinstellingen en overheden intensief samenwerken, heeft dat kans van slagen. Vandaar het Innovatiecontract HTSM 2012 waarin de partners hun gezamenlijke ambities in een aantal routekaarten hebben ver-
Nanotechnologie
Veiligheid
Nanotechnologie
Healthcare
Componenten/circuits
Hightech agrosystemen
Solar
Mechatronica
Verlichting
Fotonica
Ruimtevaart
Embedded systemen
Printing
De land- en tuinbouw is van oudsher echter sterk gericht op efficiency en kostprijs: één type product zo veel mogelijk produceren tegen zo laag mogelijke kosten. Veel agrotechnische innovaties mikken op schaalvergroting door productieautomatisering en -optimalisering, zodat met minder mensen en middelen meer eieren, vlees, groenten of bloemen kunnen worden geproduceerd. Die focus op hoogproductieve systemen heeft ervoor
Embedded systemen
Hightech systemen
On par
Hightech materialen
Halfgeleiderapparatuur
thodes om land- en tuinbouw, veeteelt en aanverwante disciplines te bedrijven.
Hightech materialen
Kom en ZIE de kansen voor High-Tech ondernemers in Zuid-Holland
Zuid-Holland Instrumentation Event 2013 Datum, tijd en locatie
Programma
— Donderdag 7 maart — 13.30-18.30 uur — Aula TU Delft
13.30 Inloop. 14.00 Welkom en inleiding door Cor Heijwegen, voorzitter van Holland Instrumentation en directeur van Hittech. 14.20 Sessie 1 – Kennis van achter de hoge muren Binnen universiteiten en instituten wordt veel technologie en instrumentatie ontwikkeld die moeilijk toegankelijk is. Doel is om een tipje van de sluier op te lichten van een aantal spannende ontwikkelingen. Sprekers zijn Theun Baller, decaan 3ME bij TU Delft en Alex Vernooij die producten voor de klinische praktijk ontwikkelt aan de LUMC. 15.00 HI-tea met een kleine surprise. 15.30 Sessie 2 – Lobbyen voor financiën in barre tijden Banken en overheden lijken steeds zuiniger op hun geld. Toch zijn er wel degelijk nieuwe mogelijkheden voor het ondersteunen van productontwikkeling, hopelijk via een regionale ontwikkelingsmaatschappij voor Zuid-Holland, de topsectoren (nieuwe MKB-regeling) en gemeentes. Sprekers zijn Willem Trommels, oprichter van Science Port Holland; Paul d’Hond van Syntens en Pieter Guldemond, wethouder te Delft. 16.20 HI-tea met een kleine surprise. 16.50 Sessie 3 – Succes en mislukking bij samenwerking Een nieuw bedrijf oprichten is bepaald niet eenvoudig. Wat moet je voor elkaar hebben om de kans op succes zo groot mogelijk te maken? Naast een paar succesverhalen horen we ook enkele mislukkingen of narrow escapes, want daar leert een mens meer van. Sprekers zijn Victor Elsendoorn, die bij TNO Bedrijven tientallen ondernemingen heeft helpen starten en Bert-Jan Kampherbeek die Mapper op de kaart heeft gezet. 17.30 Afsluiting door de dagvoorzitter. 17.40 Borrel.
Elke ondernemer weet dat voor geslaagde innovatie drie dingen nodig zijn: een goed plan; voldoende financiën; en een goede vent (m/v). Maar vind die plannen, euro’s en ondernemers maar eens! Holland Instrumentation helpt met zoeken door op 7 maart het Zuid-Holland Instrumentation Event, ZIE 2013, te organiseren in samenwerking met Syntens. In lezingen en op posters komen spannende productideeën aan de orde. Een tweede sessie gaat in op kersverse (!) financieringsmogelijkheden vanuit lokale en landelijke overheden. En tot slot komen twee succesvolle ondernemers vertellen wat er nodig om een nieuw bedrijf of product te laten slagen. Wilt u meer weten, deelnemen of zelf een productidee lanceren? Stuur een e-mail naar
[email protected] voor meer informatie of ga naar www.hollandinstrumentation.nl en meld u meteen aan.
THEMA AGRO & FOOD
volgen waardoor de koelketen (en dus de kwaliteit) kan worden geborgd.
Meedenken
Natuurlijk zijn er binnen de agrotech al bedrijven die de weg naar andere sectoren en ketenoptimalisatie hebben gevonden. Veelal grotere, exporterende bedrijven hebben de stap gezet omdat hun grote Russische of Chinese klant erom vroeg. Om hun maaiers, melkrobots, teeltsensoren, bewaar- en beheerssystemen en zo meer in de markt te zetten, werken zij nauw samen met strategische leveranciers. Stuk voor stuk bedrijven met technologieën en processen die hun uitbesteders zelf niet – of niet meer – in huis hebben. Deze koplopers zijn ondernemingen die ooit sterk verticaal geïntegreerd waren maar in de laatste vijf tot tien jaar kop-staartbedrijven zijn geworden en alle hardware – standaard of klantspecifiek – inkopen bij sleuteltoeleveranciers. Ze zijn systeemintegratoren geworden, leggen zich toe op één kerntechnologie – niet zelden de besturingssoftware. Verder ontwikkelen ze het klantspecifieke ontwerp van hun systemen, hebben ze dikwijls de eindassemblage van de elektronica in huis en dragen ze zorg voor het complete logistieke proces. En ze hebben een taak in het nauwgezet volgen van de ontwikkelingen in de markt aan de hand van eindklantcontacten. De rest van de activiteiten laten ze graag over aan hun strategische toeleveranciers: de servomotoren, koelingen, ventilatoren, voersilo’s, de omkastingen inclusief de printplaten. Ook de transportbanden, rollerbanen en andere interne logistieke systemen als kranen, liften en robots in de tuinbouw krijgen ze in hun geheel of in modules aangeleverd via toeleveranciers. Die partijen worden geacht niet slechts op specificatie te leveren, maar ook mee te denken en mee te ontwikkelen. Daartoe worden ze vroeg bij de klantvraag betrokken. Ze worden verondersteld zelf – proactief – met de nieuwste technologie te komen. De motorenleverancier die zelf met een energiezuinige variant komt en samen met zijn klant onderzoekt hoe die kan worden geintegreerd in het grotere geheel. Veel vooroplopende systeemintegratoren hechten sterk aan dit uitbestedingsmodel. Zij zitten immers in een markt voor kleine series. Als ze jaarlijks twintigduizend elektromotoren van een bepaald type nodig hebben, is dat veel. Dus kun je die motor beter betrekken van een speci-
De wereldbevolking groeit snel, van 7 miljard eind 2011 naar 9,2 miljard in 2050. De voedselproductie moet de komende decennia dus fors omhoog en de verspilling omlaag. Dat vraagt om nieuwe, technologische oplossingen. De investeringen in agrarische apparaten stijgt naar verwachting met 6,7 procent per jaar, tot 173 miljard dollar in 2016. Vooral door investeringen in de opkomende landen, omdat daar het verschil kan worden gemaakt.
alist die méér klanten heeft en er daarom een miljoen produceert, waardoor hij ook de schaalgrootte heeft om zijn kennis van motoren up-to-date te houden.
Pincode
Het aantal koplopers is echter nog beperkt. De agrotech bestaat voor een groot deel uit werktuigbouwers en systeemleveranciers die problemen zo veel mogelijk binnenshuis oplossen. Vaak met beperkte werktuigbouwkundige middelen. In hun algemeenheid staan de ketenintegratie en -optimalisatie in de agrotechnische keten nog in de kinderschoenen.
Koplopers in agrotech zijn kop-staartbedrijven geworden met een netwerk aan toeleveranciers Dat heeft veel te maken met angst om de regie over innovatietrajecten te verliezen, om afhankelijk te worden. Worden toeleveranciers ingezet voor iets dat de opdrachtgevers tot nog toe zelf hebben gecoverd, dan ontstaat snel het gevoel van ‘maar mijn pincode geef ik niet af’. Er zijn nog een heleboel bedrijven die zelf veel metaalbewerking doen, daar kostbare apparatuur voor in huis hebben, terwijl een gespecialiseerde metaalbewerker dat beter, sneller en goedkoper kan.
Samenwerken tussen ondernemingen uit de HTSM-sector en de agrotechniek kan zeer zinvol zijn, maar vergt dikwijls enig doorzettingsvermogen. ‘Tell me and I will forget. Show me and I will remember. Involve me and I will understand.’ Cocreatie, daar gaat het om. En het heeft nut. Onderzoek wijst uit dat de terugverdientijd van innovatieve agrotechniek varieert van een tot vijf jaar. Nog belangrijker dan korte terugverdientijden en winstgroei is dat innovaties in deze sectoren een antwoord geven op de vraag naar gezonder en veiliger voedsel, geproduceerd met minder middelen voor het voeden van meer monden. De agrotechnische industrie laat al decennia zien in staat te zijn dat antwoord te geven. Door de groeiende voedselbehoefte en concurrentie is echter een innovatieversnelling noodzakelijk. Daarvoor zijn ketenoptimalisatie en versteviging van de band met de HTSM-toeleveranciers dringend gewenst. Wilbert Hilkens is sectormanager dierlijke productie bij ABN Amro. David Kemps is sectorbankier industrie, ook bij ABN Amro. Hun rapport ‘Hightech agrosystems – Made in Holland in het kwadraat’ is te downloaden op www.abnamro.nl/sectoren. Op 13 maart vindt er in Wageningen een matchmakingevent plaats voor ondernemers uit de hightech en de agrotech. Aanmelden kan via:
[email protected]. Samenvatting: Alexander Pil
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
37
THEMA AGRO & FOOD
Definieer, voer uit en analyseer (en niet meer dan dat) Meten is weten. Goed meten is echter heel tijdrovend en dus per definitie duur. Hoe kunnen bedrijven op die kosten besparen zonder dat het ten koste gaat van de kwaliteit? Tom Coen van het Leuvense Induct geeft antwoord, aan de hand van voorbeelden uit de agro-industrie. Tom Coen
D
e voorbije jaren hebben we bij Induct heel wat meetcampagnes opgezet in de agro-industrie, onder meer voor Case New Holland. We werden daarbij geconfronteerd met diverse uitdagingen zoals heel wat verschillende databronnen waaronder Can-bus, analoge en digitale acquisitie, verschillende bemonsteringssnelheden en moeilijke omgevingsomstandigheden met elektrische stoorbronnen, trillingen, variabele en hoge temperaturen, en stof. Verder moest iedereen zonder enige vooropleiding de meetapparatuur kunnen bedienen. Out of the box dataloggers die aan deze ruime specificaties voldoen, bleken niet te bestaan. Bovendien wilden we eigenlijk meer dan een datalogger; we wilden ook de mogelijkheid om controlealgoritmes te testen met deze opstelling. Aangezien we deze problematiek bij heel wat klanten tegenkwamen, stelden we ons de meer algemene vraag: hoe kunnen we de totale kost voor metingen in een R&Dtraject reduceren zonder in te boeten op kwaliteit? Hiervoor kunnen we zowel ingrijpen langs de kostzijde als de opbrengstzijde. De kost van een meting bevat vele elementen: kostprijs van de apparatuur, voorbereidingskost (bekabelen, programmeren en debuggen), herhalen van metingen (elektrische storingen, programmeerfouten, verlies van data of metadata) en de meettijd zelf. Aan de opbrengstzijde zien we vooral opportuniteiten in de herbruikbaarheid van eerder vergaarde meetdata. Vaak worden de metadata zoals het sensortype of de structuur van de logfiles met de tijd onbetrouwbaar of gaan de data zelfs
> Sinds de invoering van zelfontwikkelde front-ends is filtering op de meetsignalen bij Induct quasi overbodig geworden.
38
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
verloren. Gevolg? Opnieuw uitvoeren van dezelfde meting die u een paar jaar eerder al eens hebt betaald. De kostprijs van meetcampagnes reduceren kan mits er een goed huwelijk is tussen hardware en software. De hardware moet flexibel en configureerbaar zijn om verschillende signaaltypes te ondersteunen. De software moet de gebruiker in staat stellen om zijn meetcampagne te configureren zonder enige kennis van Labview, Matlab of gelijk welke programmeertaal. Bovendien moet de programmatuur het mogelijk maken om de meetdata rechtstreeks op te slaan en toegankelijk te maken via bijvoorbeeld een webserver. Alle stappen in de dataverwerking die veel tijd kosten en maar weinig toegevoegde waarde opleveren, moeten worden geautomatiseerd. De enige interactie van de gebruiker is het bepalen van de configuratie, op start en stop drukken en de data analyseren.
Verbluffend
Succesvol een meetcampagne opzetten gaat verder dan alleen de selectie en programmering van de apparatuur. De kwaliteit van een meetcampagne staat of valt met de kwaliteit van de bekabeling. Cruciaal hierbij is connectiviteit van het meetsysteem en standaardisatie van de bekabeling. Standaardisatie drukt de kost omdat hergebruik mogelijk is en laat toe om snel eventuele defecten te herstellen. Met een goede connectiviteit kun je elk signaal inpluggen zonder toevoeging van elektronica of maatwerk. Uiteraard is dit enkel mogelijk met standaard bekabeling.
Essentieel voor de meetkwaliteit is ook correcte shielding. Bij veel multifunctionele meetapparatuur is dit bijzonder moeilijk. Vaak word je verplicht om je sensorkabel uit te splitsen om apart te koppelen aan de sensorvoeding en de meetapparatuur. Bij R&D-opstellingen hebben we geregeld tot drie verschillende voedingsspanningen nodig, wat het niet eenvoudiger maakt om het geheel netjes te bekabelen. Bovendien, en dat is vanuit een kostenoogpunt misschien nog belangrijker, kost dergelijke bekabeling enorm veel tijd. We kunnen de impact van goede shielding best illustreren aan de hand van een voorbeeld. Op een opstelling op een landbouwmachine hebben we gedurende meerdere jaren elke zomer meetcampagnes uitgevoerd. De metingen waren zeer divers. Ze omvatten onder meer rekstrookjes, loadcellen, accelerometers, druksensoren en digitale sensoren. Op zo’n machine zijn er heel wat storingsinvloeden aanwezig. Bovendien werd het meetsysteem gevoed met een elektrische groep en hadden we dus ook te maken met AC-invloeden. In het eerste jaar van de meetcyclus liep de signaalkabel van de sensor naar een klemmenstrook in een elektrische kast, van waar we hem hadden doorgelust naar het front-end van het meetsysteem. Die klemmenstrook was een essentiële tussenstap om de sensor voeding te kunnen geven. In het tweede jaar maakten we gebruik van zelfontwikkelde front-ends waar er voor elk kanaal een connector was voorzien. Per kanaal konden we de gewenste voedingsspanning selecteren. De
Akoestische eiertester
connector was afgeschermd en verbonden aan de behuizing van het front-end en aan de shielding van de kabel. Op die manier konden we de shielding van het signaal intact houden vanaf de versterker tot in de meetapparatuur. Het resultaat was ronduit verbluffend. Sinds de invoering van de front-ends is filtering op de meetsignalen quasi overbodig geworden. Flexibele hardware is op langere termijn ook meestal goedkopere hardware. Een concreet voorbeeld. In de landbouwwereld wordt er vaak gebruikgemaakt van inductieve Namur-sensoren. Dit zijn tweedraadssensoren met een digitale uitgang die bijvoorbeeld schakelt tussen 3 en 7 V. We gebruiken zulke sensoren onder meer om snelheden van draaiende onderdelen op te meten. Een hoge bemonsteringssnelheid is dus vereist. Doordat het geen TTL-signaal is, is de eenvoudigste oplossing om ze te behandelen als een analoog signaal. Gecombineerd met de hoge sampling rate genereert deze aanpak dus veel overbodige data en kost het bovendien (dure) analoge ingangen. Onze huidige flexibele digitale frontends laten toe een dergelijk digitaal signaal om te zetten in TTL en digitaal te loggen.
Webtool
Hebt u al eens data bekeken van een meting die enkele jaren eerder is uitgevoerd? Vaak komen daarbij heel wat vragen boven: in welke omstandigheden is dit gemeten? Welke sensoren zijn gebruikt? Of zelfs: wat is de structuur van de logfile? U ziet meteen hoe de geïnvesteerde middelen in de meting in rook opgaan. De kost van metingen drukken betekent de kost van de uitvoering drukken en het hergebruik van de data maximaliseren. Automatische annotatie van logfiles met informatie over de meetcampagne en structuur van de file (inclusief namen van variabelen) is essentieel voor een professionele aanpak van meetcampagnes. De laatste fase van de meetcampagne is de analyse. Hoe gaan we deze data verwerken? Typisch zijn er heel wat verschillende datastromen zoals een of meerdere Can-bussen en analoge en digitale acquisitie op verschillende bemonsterinsgssnelheden. Deze fysische realiteit is echter niet relevant voor de ingenieur die de data moet interpreteren. Hij wil toegang hebben tot de data alsof ze allemaal zijn gelogd op een en dezelfde frequentie. We stelden vast dat dit deel van de verwerking vaak veel te veel tijd in beslag nam. Eerst dienden we in het logboek te bepalen welke meetdata nodig waren om een gegeven onderzoeksvraag te beantwoor-
De Acoustic Egg Tester (AET) is een toestel bedacht door onderzoekers van de divisie Mebios van de KU Leuven. Induct staat in voor de re-engineering van het toestel – van prototype naar product – en voor de verdere commercialisatie. De AET voert niet-destructieve kwaliteitsmetingen uit op eieren: breukdetectie en bepaling van de eischaalsterkte. Het toestel is bedoeld voor gebruik in commerciële De Acoustic Egg en academische labs. De meting is geTester berekent de schaalsterkte baseerd op een gepatenteerde techniek. aan de hand van Het ei wordt aangetikt en het geluid van kleine tikjes deze tik wordt geanalyseerd. Zo kan de op het ei. eischaalsterkte worden berekend. Deze meting wordt vervolgens meerdere keren herhaald om ook breukjes te kunnen detecteren. Bij scheurtjes in de schaal – hoe klein ook – is de schaalsterkte namelijk niet constant over de omtrek van het ei. De AET is het enige labtoestel dat de eischaalsterkte niet-destructief kan bepalen. Breukdetectie kan ook manueel gebeuren maar vraagt wel wat ervaring en veel tijd. Deze AET is er een typisch voorbeeld van hoe de ontwikkeling van een maatoplossing de kost van een meetcampagne kan reduceren. Dit is uiteraard enkel mogelijk indien de meetcampagne doorlopend is, en indien er voldoende vraag is naar de meetopstelling. De kost wordt gereduceerd door automatisering en door het gebruiken van low-level applicatiespecifieke hardware. De automatisering bespaart tijd doordat er meerdere metingen tegelijk worden uitgevoerd. Het ei wordt niet alleen aangetikt, maar ook gewogen. In de volgende versie zullen ook de kleureigenschappen van het ei automatisch worden opgemeten.
den. Vervolgens moesten we al deze data omzetten in een verwerkbare vorm. Dit betekende interpoleren van de data om alle metingen op dezelfde samplingfrequentie te brengen, evenals het omzetten van Canboodschappen in variabelen op basis van een Can-definitiefile (zoals DBC). Wij hebben ervoor gekozen om de datavoorbereiding en -opslag – bewaren van oudere logfiles is immers essentieel voor hergebruik van data – te combineren in één webgebaseerde tool. Deze aanpak laat immers ook meteen toe om samen te werken, zelfs verspreid over meerdere locaties. We zijn zelfs zo ver gegaan om de meetapparatuur automatisch te linken aan deze tool. De rol van de ingenieur wordt op die manier echt beperkt tot definitie van de meting, uitvoering van de meting en analyse van de resultaten.
complex apparaat niet echt rendeert. Het kost de gebruiker immers meer tijd om de apparatuur in te stellen en te programmeren. In de ideale wereld heb je een meetopstelling die plug-and-play is, bediend via een intuïtieve gebruikersinterface. In de moderne bedrijfscontext moet dezelfde persoon zeer diverse taken vervullen en is een intensief leertraject tot testingenieur helemaal niet gewenst. De kernvraag is: kan ik de apparatuur voldoende benutten om rendabel te zijn? Zelfs voor zeer grote bedrijven is het antwoord hierop niet steeds ja. Vaak, zeker in het geval van kortlopende campagnes, is het verstandig een meetopstelling geheel of gedeeltelijk te huren. Op die manier kunt u werken met de meest geschikte apparatuur en kunt u de engineeringtijd voor de opstelling tot bijna nul herleiden.
Huren
Tom Coen is managing director bij Induct in Leuven. Hij heeft bijna tien jaar ervaring in meet- en regeltechniek. De missie van zijn bedrijf is het faciliteren van R&D-projecten, onder meer door het aanbieden van flexibele test- en meetoplossingen. Hiertoe ontwerpt en vermarkt het hardware en software. Induct voert ook contractonderzoek uit voor machinebouwers.
Belangrijk in het drukken van de apparatuurkosten is een weloverwogen investeringspolitiek. Het lijkt misschien interessant om multifunctionele meetapparatuur aan te schaffen aangezien die flexibel inzetbaar is. Het rendement is echter waar het echt om gaat. Als je de som berekent van de afschrijving van de apparatuur en de engineeringkosten voor een meetcampagne, blijkt in veel omgevingen dat zo’n
Redactie Alexander Pil
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
39
THEMA AGRO & FOOD
Snelle deltarobots verwerken zestigduizend mueslirepen per uur Toen industriële bakkerij Ravensbergen in Sassenheim het plan lanceerde om een nieuwe krokante mueslireep te ontwikkelen, schakelde het machinebouwer Overveld uit Hoogerheide in om mee te denken over een nieuw machineconcept. De lat lag hoog want deze markt wordt nu eenmaal beheerst door grote aantallen. Wat te denken van zestigduizend mueslirepen per uur, krokant, breekbaar, kruimelig? Hoe meng je die, hoe bak je die, hoe sorteer je die, hoe pak je die op, hoe ga je die met bijna zeventien stuks per seconde verpakken? Frank Senteur
R
avensbergen is een van de grootste producenten van mueslirepen in Europa. De producten worden behalve onder het eigen merk in meer dan zestig private labels geproduceerd. Dit voor bekende supermarkten waaronder C1000, Jumbo, Plus en in het buitenland Aldi (D), Auchan en Conad (F), Asda en Sainsbury’s (GB) en het Finse Eldorado. Ook de vezelrijke mueslirepen van Kruidvat worden door Ravensbergen gemaakt. Het bedrijf produceert per jaar zo’n 210 miljoen muesli- en graanrepen. Daarnaast verlaten ook indrukwekkende aantallen (gevulde) koeken de fabriek in Sassenheim. Het heeft een goed geoutilleerd ontwikkel- en testlaboratorium waar alle producten worden bedacht en dat een belangrijke functie vervult op het gebied van productverbetering en kwaliteitsbewaking. Ravensbergen is enkele jaren geleden overgenomen door de investeerders Hans Wilkes en Ton Kléberg. Het bedrijf is goed vertegenwoordigd in de markt van zachte, vezelrijke muesli- en graanrepen maar de nieuwe eigenaren wilden meer. Want niet iedereen houdt van zachte repen, dus moest er een krokante mueslireep komen. De ontwikkeling en
40
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
productie daarvan bleek echter verre van eenvoudig. Productie is immers alleen rendabel als het in grote aantallen met hoge snelheden is te realiseren. Om dit voor elkaar te krijgen, is er met hulp van Overveld Machines meer dan een jaar aan de ontwikkeling van zowel de repen zelf als de daarvoor benodigde productielijn gewerkt. ‘Wij zijn als machinebouwers al een aantal jaren betrokken bij Ravensbergen’, vertelt Johan van Overveld, directeur van Overveld Machines. Dit bedrijf uit Hoogerheide is in 1963 opgericht door zijn vader en gespecialiseerd in het ontwikkelen, produceren en installeren van machines en installaties op het gebied van verpakken en intern transport. Tot het productenpakket behoren onder meer verpakkings-, weeg- en palletiseermachines, palletiseerrobots en paken-plaatsunits. Daarnaast produceert Overveld complete transportbanden, rollenbanen, kettingbanen, dozen-opzetmachines en verpakkingslijnen voor de chemie, voedingsmiddelenindustrie en transportoverslagbedrijven. De totale organisatie in Hoogerheide telt op dit moment zo’n 120 medewerkers.
Homogeen deeg
Een krokante mueslireep bestaat voor een groot deel uit haver, waaraan ingrediënten worden toegevoegd die de uiteindelijke smaak bepalen, zoals honing of chocolade. Het mengen, bakken en verpakken is geen sinecure. ‘De receptuur is bijzonder kritisch’, zegt Overveld erover. ‘De textuur en het uiterlijk moeten goed zijn. Er moet een bepaalde crunch zijn als je erin bijt. En uiteraard mag de reep dan niet in kruimels uit elkaar vallen. De geur moet goed zijn, de kleur moet goed zijn, de smaak moet goed zijn. Kortom: dat is niet eenvoudig. Bovendien verschillen de smaken per land, dus zul je een heel goed compromis moeten zien te vinden om niet voor elk land een andere reep te moeten ontwikkelen.’ Samen met de productontwikkelaars van Ravensbergen deed Overveld veel tests op zowel productie- als consumentenniveau totdat het de juiste mix te pakken had. ‘Let wel, je kunt het maar één keer doen en dat moet je goed doen want ook de markt voor krokante mueslirepen is een regelrechte vechtmarkt’, waarschuwt Van Overveld. ‘Kijk maar eens wat er in de winkels aan producten ligt. Daar kun je alleen tussen komen
als je heel goed bent. Nu scoren de zachte mueslirepen van Ravensbergen goed tot zeer goed en verdienen ze geregeld de titel ‘beste koop’ in tests van de Consumentenbond, dus met de kwaliteit van die producten zit het wel goed. Dat betekent niet automatisch dat je dan ook zomaar binnendringt in de internationale markt van krokante mueslirepen, die overigens qua aantallen minstens net zo groot is als die van de zachte mueslirepen. Ravensbergen heeft nu een aantal krokante mueslirepen ontwikkeld die beter zijn dan die van de grootste concurrent.’ Krokante mueslirepen smelten niet, zodat deze in tegenstelling tot de zachte repen ook goed in warme landen kunnen worden verkocht. Het productieproces is daardoor ook heel anders. Zachte mueslirepen worden immers niet gebakken, maar harden uit nadat ze bij kamertemperatuur zijn gemengd en gevormd. Krokante mueslirepen moet je in een oven bakken en dat vereiste dus de ontwikkeling van een compleet nieuwe productielijn. ‘Dat begint al na het mengen en uitrollen van het deeg’, vertelt Van Overveld. ‘Je hebt het immers over een krokante reep en dus kun je niet te veel plakkerige componenten in het deegmengsel verwerken. Dit is bovendien heel vezelrijk omdat het redelijk grove havervlokken bevat. Zie dat dus maar eens als homogeen deeg uit de mengmachine te krijgen. Dat was de eerste grote uitdaging.’ Vervolgens moet het deeg vrij dun worden uitgerold voordat het via een trans-
Drie Yaskawa Motoman MPP3-deltarobots werken nauw samen om per uur zo’n zestigduizend mueslirepen als set van twee op de transportband richting de flowpacker te sturen die ze verpakt in folie.
portband integraal door de oven gaat. Van Overveld: ‘Het overbrengen van het deeg uit de rolvormen naar de transportband die door de oven loopt, vereist zeer exact op elkaar afgestemde bewegingen. Hiervoor passen we master/slave-servosystemen toe zodat alle componenten dezelfde snelheid hebben en het deeg niet scheurt. Zodra de plak uit de oven komt, is het deeg nog redelijk soepel en wordt het door middel van roterende messen in stroken gesneden die vervolgens weer in repen worden gesneden. Aan het eind van de band zijn de
repen afgekoeld en gedroogd en klaar om te worden verpakt. Het aardige van deze lijn is dat er zowel mueslirepen als gevulde koeken op kunnen worden geproduceerd, waarmee Ravensbergen een flexibele productiecapaciteit heeft. Voor de gevulde koeken hebben we een aparte add-on ontwikkeld omdat de afmeting en vorm verschilt van die van de mueslirepen. We gebruiken uiteraard dezelfde oven maar daarna gaan de mueslirepen rechtsaf – via een schietband – en de gevulde koeken rechtdoor. Het is dus als het ware een duomachine geworden waarin de duurste component, de oven, een spilfunctie vervult.’
Kruimels
Speciale aandacht vergden de vacuümgrijpers die de mueslireep met zeer hoge snelheid oppakken van de band.
Nadat de muesliplak in stroken en repen is gesneden, komen de mueslirepen met hoge snelheid richting de verpakkingsmachine. ‘Zestigduizend repen per uur is veel, heel veel’, benadrukt Van Overveld. ‘Het gaat heel snel. Bovendien liggen die stukjes niet allemaal recht en in een regelmatig patroon op de band. Dus we moesten iets verzinnen om ze allemaal heel snel in de juiste positie op de band te krijgen die ze naar de verpakkingsmachine voert. Als extra moeilijkheid moest dit geïntegreerd worden met een kwaliteitscontrole. Er mogen immers absoluut geen beschadigde of gebroken mueslirepen worden verpakt, want daarna kun je daar niet meer op controleren.’ De eindcontrole moet dus plaatsvinden voor het verpakken en dan met snelheden van bijna zeventien stuks per seconde. ‘De mens kan dat niet, dus kwamen we al snel
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
41
Software
Object-oriented analysis and design - fast track This is a comprehensive training for those who work in a software environment where object-oriented software development is applied or will be applied. In lectures the typical OO approach for requirements analysis and design and the development of a complete analysis model in UML will be explained. Several practical exercises will help in the understanding and benefits of the OO approach compared to the more traditional (functional) approach. The course also gives insight in how a detailed design can be implemented in a programming language like C++ or JAVA. The training is intended for software developers, software engineers, project leaders and software managers who work in an environment where object-oriented software development is (going to be) applied. Course code: Location: Course price: Duration: Dates:
OOAD Eindhoven 2,400 euros excl. VAT 4 days in a period of 1 month commences 5th March 2013
Software
Design of real-time software - workshop The development of real-time software requires special methods and techniques. In this intensive 5-day course participants will learn design aspects of real-time (embedded) programs, in particular timeliness and concurrency. This course is developed for hardware and software engineers, system analysts and designers who develop realtime software in the area of embedded systems, CAM, laboratories, etc. Prerequisites are experience in software development, knowledge of the fundamentals of computing science and knowledge of general operating system policies and mechanisms. The training is a mixture of lectures, discussions and exercises. On the last day there is an intensive interactive workshop to practice presented techniques. Course code: Location: Course price: Duration: Dates:
DRTS/WS Eindhoven 2,400 euros excl. VAT 5 consecutive days 18th - 22nd March 2013
Mechatronics
Summer school Opto-mechatronics Summer school is the place to be if you are working in the field of precision engineering and if you want to learn and experience from expert designers how to design opto-mechatronical instruments that are actively controlled, operating in the non-perfect environment. This intensive hands-on training of five days is taught by excellent Dutch professors and scientists in the field of precision technology, that work at TNO, TU Delft, TU/e, ASML, Philips, ESO and The High Tech Institute. Summer school is intented for engineers working at academic level with a background in physics, mechanics, electrical or control engineering. Engineers that are experiencing the limits of their discipline and want to learn more about designing a complete optomechatronical system. To encourage contacts with your international course members, social meet-and-greet events will be organised in the evening. Course code: Location: Course price: Duration: Date:
SSOM Eindhoven 2,995 euros excl. VAT 5 days 24th - 28th June 2013
www.hightechinstitute.nl
THEMA AGRO & FOOD
uit op vision. Voordat de repen de robotruimte in komen, worden ze met camera’s gecontroleerd op vorm, breuk en positie op de band. Drie Yaskawa Motoman MPP3-deltarobots pakken vervolgens met behulp van speciaal ontwikkelde vacuumgrippers elke mueslireep van de band en leggen ze per twee stuks in de transportgoot die ze naar de verpakkingsunit voert’, beschrijft Van Overveld het proces. ‘Die vacuümgrippers waren nog een verhaal apart, want ten eerste hebben niet alle mueslirepen dezelfde oppervlaktestructuur en ten tweede is die structuur nu eenmaal per definitie vezelig en korrelig. Behalve dat je voldoende grip moet hebben om de repen heel snel zonder kans op beschadiging en breuk te positioneren en te verplaatsen, zuig je met het vacuümsysteem ook kruimels op. Naast vrij zachte food-grade zuignappen hebben we dus ook een adequate filterinstallatie achter elke robot gezet zodat er geen kruimels in de centrale vacuümpomp kunnen komen.’
Stapelen
In iedere verpakking komen twee mueslirepen. Met behulp van een halfautomatische stapeling worden de repen in doos-
> Een visionsysteem controleert de repen op kwaliteit en positie op de band, waarna de robots ze oppakken, roteren, in de juiste positie stapelen en per twee stuks op de aanvoerband van de verpakkingslijn leggen.
De mueslirepen worden per twee stuks in bedrukte kunststoffolie verpakt door snelle flowpackers.
jes verpakt, op gewicht gecontroleerd en momenteel nog handmatig in omdozen verpakt die op pallets worden gestapeld. Daarna zijn ze klaar voor transport. Er zijn plannen om ook die laatste twee fasen –
in omdozen verpakken en palletiseren – te automatiseren met robots. ‘Technisch gezien is dit geen enkel probleem’, zegt Van Overveld. ‘In Hoogerheide zijn we op dit moment voor een andere klant een systeem aan het bouwen met een zesarmige Yaskawa-robot waarmee doosjes in omdozen worden gelegd, de dozen worden dichtgeplakt met tape en op pallets worden gestapeld. Zoiets zouden we ook voor Ravensbergen kunnen bouwen maar we kunnen ons voorstellen dat ze eerst even willen afwachten hoe hun nieuwe krokante mueslirepen in de markt aanslaan. De voortekenen zijn gunstig, want het is een prachtig product dat zeer goed uit consumentenpaneltests is gekomen. Wij staan er klaar voor en hebben alles in huis om de productie bij Ravensbergen verder te automatiseren.’ Zowel de mechanische engineering als de besturing inclusief de software worden door Overvelds engineeringafdeling in Hoogerheide ontwikkeld. ‘Vervolgens produceren we componenten en bouwen we alles samen in onze productie- en assemblageafdeling’, aldus directeur Van Overveld. ‘Zo’n tachtig procent van alles dat we engineeren en bouwen gaat overigens naar het buitenland, wat al aangeeft dat je als Nederlandse machinebouwer breed en vooral internationaal moet denken. Dan heb je ook een stuk minder last van conjuncturele schommelingen.’ Frank Senteur is freelance journalist.
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
43
IN BEELD LEIEVOEDERS
Van boer naar boer met Leievoeders-veevoer Leievoeders mengt en perst voeding voor pluimvee, rundvee en varkens. Omdat het uit kostenoverwegingen zijn productiesite in Buggenhout wil overhevelen naar hoofdvestiging Waregem, moest de capaciteit daar flink worden opgeschroefd. Met de hulp van onder meer automatiseerder Actemium zette het een nieuwe plant naast de bestaande lijn, waarmee de Waregemse productie dit jaar moet groeien van 130 naar 200 duizend ton. Mechatronica&Machinebouw kreeg een rondleiding op een van de laatste testdagen voor de definitieve opstart. Alexander Pil
> Basisgrondstoffen zoals graan, tarwe en soja komen in bulk per vrachtwagen of per schip aan in Waregem, waar veevoerproducent Leievoeders ze eerst opslaat in grote silo’s. Daar worden ze per batch in de goede verhoudingen afgewogen. Dat gebeurt in de bovenste bak op de foto. Daarna valt de grondstof in de onderste bak, waar een ketting met schoepen het wegschuift naar de lift.
44
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
Bovenaan de lift zijn er twee opties: rechtstreeks naar de wachtbak boven het mengvat of eerst naar de hamermolen. Grondstoffen zoals graan bevatten immers vliesjes die het vee niet kan verteren. Die moeten dus eerst worden gemalen voordat ze even behapbaar zijn als de zogenaamde voormengsels met onder meer voedingsstoffen en medicatie.
De lift brengt alles in kleine bakjes zo’n veertig meter omhoog. Omdat energieverbruik een steeds belangrijkere factor is in de industrie, wil Leievoeders zo hoog mogelijk. Het profiteert dan namelijk maximaal van de zwaartekracht: de grondstoffen vallen als het ware door de fabriek heen. Verdere rendementsverbeteringen in het hele proces verwezenlijkt automatiseerder Actemium onder meer met frequentiegeregelde motoren en reductie van de stilstandtijd.
> De ‘hamers’ in de hamermolen zijn niet meer dan metalen plaatjes. Als de trommel gaat draaien (tot drieduizend toeren), dwingt de centrifugale kracht de plaatjes naar buiten. Zo verpulveren ze het graan en scheiden ze direct het kaf van het koren door het eetbare deel door een zeef naar buiten te slaan. Dat voegt zich bij de rest van de ingrediënten in de wachtbak boven de mengtrommel.
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
45
IN BEELD LEIEVOEDERS
> Na het mengen is het veevoer klaar. Met een bakjeslift wordt het opnieuw naar boven in de fabriek getakeld en opgeslagen in een serie silo’s. Daaronder rijdt een snelle belader. Die brengt zijn last van maximaal vijf ton naar een van de twintig afvoerbakken die twee aan twee zijn gekoppeld aan de tien slurven die boven in de vrachtwagen worden gestoken. Door die constructie kan Leievoeders elke slurf continu bevoorraad houden. Onder meer daardoor is de wachttijd van de chauffeurs teruggelopen van anderhalf uur naar een minuutje of tien.
Mark your calendar
April
2013
Wk 14 15 16 17 18
Sat 6 13 20 27
High-Tech Systems welcomes their latest partners 46
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
Mon Tue Wed Thu Fri 1 2 3 4 5 8 9 10 11 12 15 16 17 18 19 22 23 24 25 26 29 30
Sun 7 14 21 28
< Sommige boeren willen hun vee graag brokjes voeren. Daarin voorziet Leievoeders ook. Als het meel weer boven is na het mengvat, kan de fabrikant er ook voor kiezen om het naar de perslijn te transfereren. Het meel wordt hier eerst verwarmd zodat het een beetje plakkerig wordt. Daarna persen twee wielen het met kracht door een zeef waarna een draaiend mes de staafjes op de juiste lengte afsnijdt.
> De aansturing en automatisering van het productieproces werd verzorgd door Actemium dat een speciale bedrijfstak heeft rond veevoer Via het Scada-systeem kunnen operators vanuit de controlekamer de hele fabriek in de gaten houden. Na de testfase zijn twee man voldoende om de hele fabriek draaiend te houden.
> xxx
< Sinds de dioxinecrisis van 1999 is het in België bij wet verplicht om ook in veevoerproductie tracking en tracing te doen. De fabriek van Leievoeders hangt dus vol met allerlei sensoren om tot op de gram te achterhalen waar het product vandaan komt. Door alles goed te registreren en op te slaan, is het een kwestie van de goede query uitvoeren om een mogelijk probleem boven water te krijgen. Zo voorkomt Leievoeders dat schadelijke stoffen via veevoer en het vee in de voedselketen van de mens terechtkomen.
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
47
FOCUS ADDITIEVE PRODUCTIE
Esa onderzoekt AM-componenten Layerwise voor satellietmotoren Samen met het Europese ruimtevaartagentschap Esa heeft Layerwise drie motoronderdelen vervaardigd via additive manufacturing (AM). Het gaat om studieobjecten voor motoren die communicatiesatellieten aandrijven in de ruimte. Met deze proefonderdelen evalueert Esa het potentieel dat AM biedt om de fabricage van zijn huidige ontwerpen in de toekomst verder te verbeteren. De techniek biedt besparingen op gewicht, vereenvoudigt de montage, versnelt de productie en maakt aanpassingen tot in een laat stadium van het ontwerp mogelijk. Rob Snoeijs
C
ommunicatiesatellieten zorgen onder meer voor mobiel internet en beveiligde financiële communicatie tussen banken, rechtstreekse tv-uitzendingen en aardobservatie ten behoeve van weervoorspellingen. Een van taken van het Europese ruimtevaartagentschap Esa is toezicht houden op de ontwikkeling van satellietmotortechnologie. Als onderdeel van een intern gefinancierd programma onderzoekt het de huidige stand van additive manufacturing (AM) bij metaal, waarbij het potentieel en de evolutie van de technologie worden bekeken in het licht van de toekomstige ontwikkelingen op het gebied van motoren. Als onderdeel van het onderzoeksprogramma koos Esa voor een samenwerking met Layerwise vanwege de ervaring van dit Leuvense bedrijf met AM-technologie. Layerwise ontwierp injectoren, verbrandingskamers en uitstroomstraalpijpen met AM en bood alternatieve functionele ontwerpvarianten die alleen door het gebruik van AM mogelijk zijn. Esa vroeg de Leuvenaren om de ontwerpen via AM naar best vermogen te produceren, zonder opgave van specificaties op het vlak van nauwkeurigheden. Het idee van Esa is om de ruwe bouwkwaliteit van de AM-componenten te
Het injectorontwerp is een compromis tussen de doorstroomconditionering van de drijfgassen en van de thermische isolatie.
48
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
evalueren. Samen met Layerwise worden hieruit lessen getrokken om samen op termijn te komen tot verbeterde motoronderdelen voor satellieten. Door verregaande controle over het AM-productieproces bereikt Layerwise een homogene microstructuur met een relatieve dichtheid tot 99,98 procent. Hierdoor komen de materiaaleigenschappen van een AM-onderdeel nagenoeg overeen met hetzelfde ontwerp dat uit een blok van dezelfde legering conventioneel zou zijn vervaardigd. Het injectorgedeelte van een satellietmotor brengt op een gecontroleerde manier twee drijfgassen samen waardoor dit gasmengsel spontaan ontbrandt. De venturi-vormige verbrandingskamer versnelt de chemische uitlaatgassen en levert hierbij het vermogen dat nodig is om de satelliet in de ruimte naar zijn juiste baan te brengen. Het expansiemondstuk beïnvloedt de bewegingskarakteristieken door de gasdoorstroming verderop in de stroom te regelen.
Titaniumlegering
‘AM maakt het mogelijk om innovatieve manifolding te realiseren om de doorstroming van de drijfgasregelklep naar de
Innovatief gebruik van AM maakt een geoptimaliseerde doorstroming van de drijfgassen mogelijk van de toevoerkleppen naar de verbrandingskamer.
verbrandingskamer te optimaliseren’, zegt Simon Hyde, propulsion engineering-specialist bij Esa. Met de ontwerpvrijheid die AM biedt, kan Esa het aantal onderdelen van de injectorsamenstelling terugbrengen tot een. Bij conventionele fabricage zijn dit er vijf. AM maakt veel afdichtingslassen overbodig die bij de traditionele werkwijze zorgen voor het betrouwbaar hydraulisch inspuiten. Dit drukt de kosten en verlaagt het risico op lekkages. AM is ook geschikt voor de fabricage van een thermisch injectorontwerp dat voorkomt dat warmte wordt teruggezogen naar de warmtegevoelige brandstoftoevoerkleppen en naar het ruimtevaartuig zelf. Met AM hoeft er geen rekening te worden gehouden met het feit dat productiemachines toegang moeten hebben tot de plaatsen waar moet worden gefreesd of geboord. Daardoor kon een verbeterde thermische scheiding worden gerealiseerd in het monolitische injectorontwerp. Met de meshing-mogelijkheden van AM kan de thermische geleiding en het gewicht van de injector nog verder worden verlaagd. Het injectorontwerp – gebouwd uit een ruimtebestendige titaniumlegering (Ti6Al4V) – benadert de producteisen van de
Te oordelen aan röntgenbeelden met 130-micronresolutie is AM een praktisch haalbare benadering voor de productie van injectoren.
< De verbrandingskamer met de mesh eromheen is op traditionele wijze moeilijk of onmogelijk te realiseren, maar met AM is het relatief eenvoudig.
kamer open en toegankelijk is, en porositeit is minder van tel omdat de mechanische stress in de component eerder laag is. Metingen gaven aan dat de platheid van de montageflens voldoende was, evenals de positionering van de montagegaten.
Flexibiliteit
laagt AM het gewicht van de verbrandingskamer en verbetert het de structurele veiligheidsmarges. De AM-demoverbrandingskamer werd ook vervaardigd in Ti6Al4V-materiaal. Het uiteindelijke materiaal voor de verbrandingskamer moet een legering zijn (bijvoorbeeld op basis van niobium, molybdeen, tantaal, wolfraam of rhenium) die de extreme verbrandingswarmte kan
Bijkomend onderzochten Esa-ingenieurs AM voor het vervaardigen van een expansiemondstuk met een uitgangsdiameter van bijna vijftig centimeter. Dit is waarschijnlijk het grootste AM-onderdeel dat ooit werd gebouwd. Het grootste AMvolume dat Layerwise kan produceren, is een onderdeel waarvan de geometrie past in een prisma van 275 bij 275 bij 450 mm. De spanning in het mondstuk is verhoudingsgewijs laag en door het minimaliseren van de overhangende massa wordt een betere marge op het cantilevermotorontwerp verkregen. Layerwise produceerde ook het AM-expansiemondstuk in Ti6Al4V, dat grotendeels voldoet aan de mechanische en thermische vereisten die Esa stelt aan het expansiemondstuk. Volgens Hyde biedt AM fabricagevoordelen ten opzichte van traditionele spinvorming van metalen plaatmateriaal, dat weinig ontwerpflexibiliteit toelaat. Met
Het splitsen van de verbrandingskamerfuncties in delen die de operationele en niet-operationele belastingen opvangen, vertaalt zich in strutwerkribben die de dunne wand van de motorverbrandingskamer ondersteunen.
De ontwerpvrijheid die AM biedt, leidde tot gaaswerk met een lage dichtheid tegen de verbrandingskamer die de dunne wand meer homogeen ondersteunt.
De AM-mesh met twaalf procent volumetrische dichtheid zorgt voor een gewichtsafname van de verbrandingskamer.
ruimtevaartsector en de designbehoeftes van de raketmotorontwerper. De AM-injectorontwerpen uit één stuk zorgen voor optimale kanaalvormen voor de brandstoftoevoer, waardoor de verbranding prima wordt voorbereid. De nadelen tot dusver ondervonden verhinderen geenszins het dieper onderzoeken van AM voor deze toepassing. Aandachtspunten bij de AMinjectorcomponenten zijn nabehandeling van de oppervlakte en het zuiver maken van de fijne, inwendige brandstofkanalen. Inspecties uitgevoerd met een coördinaatmeetmachine en een industrieel röntgentoestel geven aan dat de kritieke maten binnen de verwachtingen liggen.
AM biedt de mogelijkheid om meshes met een lage dichtheid te bouwen, een functionaliteit die inmiddels standaard zit ingebouwd in AMsoftware.
Mesh
De verbrandingskamers van compacte satellietmotoren bestaan doorgaans uit een convergent-divergent mondstuk met een niet-ondersteunde uitgang. De drijfgasreacties gaan nog door in de convergente sectie, voordat de uitstromende gassen door de smalle opening naar de divergente sectie stromen, waar ze supersonisch uitzetten. De bestaande kamers hebben een dikke wand zodat ze de extreme belastingen tijdens de lancering kunnen weerstaan. Zo’n wand is alleen nodig om de niet-operationele, tijdelijke belastingen het hoofd te bieden. Eenmaal onderweg en operationeel kan het met minder materiaal. Simon Hyde zegt dat AM het toeliet om de kamerfuncties te scheiden tussen operationele en niet-operationele belastingen. Intuïtief vertaalt zich dit in strutwerkribben die de dunne verbrandingskamerwand en de gelaste flens voor de bevestiging van het expansiemondstuk ondersteunen. In plaats van het ruwe strutwerk produceerde Layerwise de draagstructuur als een AM-mesh met lage dichtheid. Omdat de volumetrische dichtheid slechts twaalf procent is, ver-
weerstaan. Nader onderzoek van dit alternatieve ontwerp omvat de studie van de isotropie van het AM-gaaswerk in het stressveld en de gedetailleerde thermische impact ervan. Deze mesh zal de effectieve oppervlakte-emissiviteit verhogen maar beïnvloedt de warmtefluxen rondom de kamer en vereist verder onderzoek. Veel van de typische aandachtspunten rond AM zijn niet van toepassing op of spelen geen kritieke rol bij verbrandingskamers. Het oppervlak glad en zuiver maken is geen probleem omdat de verbrandings-
AM kunnen de motorprestaties worden aangepast aan klantspecifieke voortstuwingsprofielen waarmee veel ontwerpopties tot laat in het productieproces openblijven. Een AM-aandachtspunt is het produceren van een grote vorm met een kleine wanddikte, zonder te hoge geometrische afwijkingen. Ook het AM-expansiemondstuk werd onderworpen aan gedetailleerde metingen met een CMM en een industrieel röntgentoestel. Rob Snoeijs is technisch schrijver.
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
49
FOCUS ADDITIEVE PRODUCTIE
De onstuitbare opmars van digital manufacturing Rapid prototyping, rapid manufacturing, digital printing, 3D-printing, termen die allemaal naar hetzelfde fenomeen verwijzen: het proces waarbij je rechtstreeks van de elektronische digitale voorstelling van een onderdeel naar het afgewerkte product gaat via additive manufacturing. Geen hype meer maar een bestaande methode die een enorme impact zal hebben op heel de verwerkende industrie. Frans Godden
W
ohlers Report, de bijbel van 3Dprinting en additive manufacturing (AM), laat er in zijn jongste editie van 2012 geen twijfel over bestaan: AM zit nog steeds in de lift. De gemiddelde jaarlijkse groei bedroeg in 2011 29,4 procent en de verwachting is dat die groei met dubbele cijfers nog vele jaren zal aanhouden. Wohlers Associates voorspelt dat de verkoop van AMproducten en -diensten tegen 2015 al goed zal zijn voor 3,7 miljard dollar en vier jaar later zelfs al meer dan 6,5 miljard zal vertegenwoordigen. Ter herinnering: additive manufacturing is het proces waarbij, vertrekkende van een digitaal model, een driedimensionaal voorwerp wordt gecreëerd met printers die opeenvolgende lagen van een poedermateriaal (kunststof, metaal, enzovoort) afdrukken. De technologie staat bij het grote publiek vooral bekend als 3D-printing, maar het is eigenlijk een digitale maaktechniek waarvoor ook andere technologieën worden gebruikt die niet allemaal echt op printen lijken. Analisten stellen dat je het moet zien als een onderdeel van een grotere stroming waarbij hele industrieën complete transformaties doormaken door de digitalisering van maaktechnieken, een beetje zoals de muziekindustrie die sedert de komst van MP3 volledig is veranderd of de fotografie met de doorbraak van digitale camera’s. In zijn jongste jaarlijks Hype Cyclerapport plaatst marktonderzoeker Gartner 3D-printing op de top van de hypecyclus, maar industriekenners wijzen erop dat het eigenlijk al lang helemaal geen hype meer is. Het is door de jaren heen gewoon gestaag gegroeid, ondanks de economische recessie. Vandaag is
50
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
digitaal printen een 1,8 miljard dollar grote business. Overigens er is nog een ander cijfer dat aantoont dat digitaal printen nog een grote toekomst tegemoet gaat: van de totale printingindustrie is nog geen tien procent vandaag digitaal – een enorm groeipotentieel voor het digitale luik dus.
Amazon
In een recente presentatie tijdens een TTC-workshop ‘Industrial printing & additive manufacturing’ wees Marcel Slot, directeur Technology Planning & Partnerships bij Océ, erop dat de opkomst van 3D-printing eigenlijk een logische stap is in de evolutie van printen naar digitale fabricage. In een eerste fase zijn
tie in het Verre Oosten inclusief transport en lokale distributiecentra evolueren we dan naar digitale fabricage hier ter plaatse, en van een pushmodel naar production-on-demand. Volgens Slot moet je 3D-printing zien als een onderdeel van een transformatie die in de hele verwerkende industrie plaatsvindt, met kortere runtijden en een flexibilisering van de productie, met een design dat wereldwijd wordt en de productie lokaal. We weten dat we sneller moeten ontwerpen en produceren, sneller moeten reageren met kortere series, kortere doorlooptijden. Dat kun je volgens Marcel Slot alleen maar doen met digitale technieken. Hij verwijst daarbij naar het voorbeeld van Amazon,
< Zoals dat gaat bij aanstormende technologieën zijn er behoorlijk wat wilde ideeën over de mogelijkheden van 3D-printers. Een knie-implantaat ontwikkelen aan de hand van een MRIscan lijkt niet zo ingewikkeld. Dat doen op basis van stamcellen is misschien nog wat te hoog gegrepen.
we van grafisch drukken (op papier) naar industrieel drukken gegaan (op alles en nog wat), terwijl we in de tweede fase de stap hebben gezet van industrieel printen naar manufacturing en vervolgens met 3D-printing van digitaal design naar het eindproduct zijn gegaan. Hij voorspelt dan ook dramatische verschuivingen in het fabricagelandschap. Het gaat hier immers niet enkel over het 3D printen van voorwerpen maar om het digitaal fabriceren van foto’s, boeken, posters, textiel, keramische tegels, noem maar op. Van de klassieke massaproduc-
waar je via de website een boek kunt bestellen dat je dan binnen 48 uur krijgt thuisbezorgd. Welnu, ongeveer de helft van die boeken zijn niet op voorraad maar worden on demand geprint met digitale apparatuur. Hier gaat het volgens hem niet alleen om een vervanging van de ene technologie door de andere, maar is het ook een omwenteling in de productieketen – zeer snel reageren en kleine series maken. Het lijdt voor Slot geen twijfel: alle vooraanstaande bedrijven maken vandaag al gebruik van technologieën als
< In zijn jongste jaarlijks Hype Cycle-rapport plaatst marktonderzoeker Gartner 3D-printing op de top van de hypecyclus, maar industriekenners wijzen erop dat het allang helemaal geen hype meer is. Het is door de jaren heen gewoon gestaag gegroeid, ondanks de economische recessie.
3D-printing omdat het een hoop voordelen geeft. Je kunt prototypes maken, zelfs als die nog niet volledig functioneel zijn, als visualisatiemodel om even iets voor te stellen of iets te passen, bijvoorbeeld een dashboard in een wagen waar je even wilt nagaan of de kabels bij de montage wel op hun plaats zitten, of hoe lang het in de productie duurt voor een montagemonteur. Zoiets kun je niet maken met spuitgietmallen. Dat is veel te duur en het kost te veel tijd. Dan hebben we het alleen nog maar over prototyping, maar als je overstapt naar kleine series afgewerkte producten, dan praten we over rapid manufacturing waarbij je de producten die je maakt ook effectief kunt gebruiken. Die nieuwe markt is volgens Marcel Slot nog maar een klein deeltje van de totale 3D-printingmarkt, maar dat deeltje groeit wel het snelst binnen de hele sector en het houdt ook de grootste beloften in.
CT-scan
In zijn presentatie besteedde Slot opvallend veel aandacht aan de workflow die met digital printing gepaard gaat, want die wordt vaak nog onderschat. Hij citeerde daarbij het voorbeeld van de moderne gehoorapparaten, de in-eartoestelletjes. De kwaliteit daarvan is de afgelopen tien jaar met sprongen vooruitgegaan. Tot voor kort werd minder dan tien procent gemaakt met een digitaal 3D-printingprocedé, nu is dat honderd procent. Er is geen nieuwe fabricagetechniek aan te pas gekomen maar de workflow – van design tot een oplossing voor de klant – is drastisch veranderd. Het Leuvense Materialise, een van de belangrijkste serviceproviders op dit vlak in de Benelux, heeft in samenwer-
king met enkele andere partijen een nieuwe aanpak uitgewerkt. Vroeger liet je een scan maken van hoe je oor er aan de binnenkant uitzag, en dat bepaalde de vormgeving van de buitenkant van je gehoorapparaatje. Sinds kort kun je ook bepalen hoe de binnenkant van dat apparaatje eruit moet zien, zeg maar de kanaaltjes waarlangs het geluid zich moet verplaatsen, en dat is voor elk oor verschillend: afhankelijk van de vorm van je oor heb je ook een andere binnenkant nodig. Nu zijn precies die kanalen aan de binnenkant heel belangrijk voor de akoestiek, en dankzij 3D-printing kan elk gehoorapparaatje zowel aan de buitenals aan de binnenkant helemaal uniek zijn, perfect afgestemd op de individuele gebruiker. Daarmee heb je volgens Slot twee dingen bereikt: je kunt in heel korte tijd snel van een scan naar een product gaan dat precies past, een perfecte workflow dus, en de prestaties van die apparaatjes zijn er met sprongen op vooruitgegaan. Nog een ander prachtig voorbeeld is volgens Slot wat Materialise nu ontwikkelt: de zogenaamde drill guides of boormallen, snij- en zaagmallen voor operaties. Complexe operaties zijn echt handwerk. Chirurgen moeten zoeken naar de juiste plaatsen waar ze moeten boren of zagen. Vandaar dat ze nu steeds vaker een beroep doen op met 3D-printing vervaardigde mallen in kunststof die precies op de botdelen passen met uitsparingen die aangeven waar de chirurg moet zagen of boren en ook exact hoe diep, inclusief de juiste uitsparingen voor de schroeven. Dankzij het samenspel van CT-scans en 3D-printing kunnen die mallen perfect op maat gemaakt worden voor elke patiënt.
Op zijn kop
Tijdens de workshop werd ruiterlijk toegegeven dat er aan 3D-printing ook nadelen zitten. Een minpunt is dat additive manufacturing nog erg langzaam is en dat de materialen die worden gebruikt vaak van gespecialiseerde leveranciers komen die van hun sterke marktpositie een monopolie hebben gemaakt en daardoor de materialen erg duur kunnen houden. Pas wanneer de tonnages van de grondstoffen oplopen, zal het voor grote chemische bedrijven interessant worden om dat soort materialen ook in grote hoeveelheden te gaan maken, en dan gaat de prijs natuurlijk dalen. Een tweede belangrijke kostenpost waar gebruikers over klagen, is dat het gamma materialen waaruit je kunt kiezen toch nog vrij beperkt is in vergelijking met gewone, klassieke productiemethodes. Aangezien ook de eigenschappen van de producten verschillen al naargelang de productiemethode, zullen ingenieurs niet zo snel geneigd zijn op andere normen en standaarden over te stappen voor een ander materiaal of een andere maaktechniek. Over één zaak zijn zowel fabrikanten als gebruikers en marktonderzoekers het roerend eens: 3D-printing en additive manufacturing zullen het klassieke fabricagemodel op zijn kop zetten. Er komt geen tooling meer bij kijken. Je hebt quasi geen productieafval meer. Je kunt ook kleine series maken, on demand, heel snel en milieuvriendelijk, zonder voorraden en met een heel korte logistieke keten. De natte droom van elke vooruitstrevende fabrikant. Frans Godden is freelance journalist.
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
51
FOCUS ELEKTRONICAONTWERP
Effectief kabeldesign op basis van mechanica De samenwerking tussen elektrische en mechanische constructeurs bij de ontwikkeling van kabelbomen maakt een efficiënter en hoogwaardiger productdesign mogelijk. De resultaten van die parallelle ontwikkeling zijn een betere kwaliteit, een kortere ontwikkeltijd en lagere kosten. Patrick Hackney van Zuken bespreekt vijf punten waarover de twee disciplines samen moeten nadenken. Patrick Hackney
O
m fouten in de kabelboomontwikkeling over de hele levensduur van een product te minimaliseren, is het voor bedrijven van centraal belang om vanaf het begin een effectief proces vast te leggen dat probleemloos kan worden uitgevoerd en verifieerbaar is. De beste manier om zo’n oplossing te bereiken, ligt in de samenwerking tussen de elektronica- en de mechanicaontwikkelaars. Op die manier is verzekerd dat al bij de eerste tests zowel rekening wordt gehouden met de logische wereld van de elektrotechni-
cus als met de fysische 3D-wereld van de constructeur. Het reduceert wijzigingen na het prototypestadium tot een minimum waardoor er sneller een kwalitatief hoogwaardiger product ontstaat. Bij de ontwikkeling van elektrische systemen zijn er vijf functionele aspecten die de elektrotechnicus en de werktuigbouwkundige samen dienen te beschouwen.
Dimensies kabels
Het risico dat motoren of kabels door een overschrijding van de toegelaten
stroomsterkte worden overbelast of zelfs beschadigd, dienen ontwikkelaars zeer ernstig te nemen. Het gaat hierbij niet alleen om de betrouwbare werking maar ook om de veiligheid van een product. Het is van essentieel belang dat een kabel exact en in overeenstemming met de vereisten wordt gedimensioneerd. Als dit al in het beginstadium van het ontwikkelproces samen met de mechanische afdeling gebeurt, dan kunnen de elektronici veel tijd besparen. Nabewerking wordt zo veel mogelijk vermeden.
www.yaskawa.eu.com
BUILT TO PERFORM IN YOUR INDUSTRY ONTDEK NIEUWE MOGELIJKHEDEN VOOR EFFICIENCY VERBETERING IN AGRO EN FOOD YASKAWA biedt uitgebreide mogelijkheden voor belangrijke efficiency verbeteringen in uw productie proces. Wij bieden branche specifieke frequentieregelingen, hoogwaardige multi-as servobesturingen en industriële robotsystemen voor packing&palletising vraagstukken. Bent u benieuwd naar de mogelijke voordelen die wij u kunnen bieden? Neem dan contact met ons op voor een vrijblijvend advies voor uw specifieke situatie.
YASKAWA Benelux BV Science Park Eindhoven, 5692 EB Son Tel. 040 289 5500
[email protected] www.yaskawa.eu.com
52
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
YASKAWA. Masters of Robotics & Motion Control.
Als de elektro-ingenieur fysische informatie heeft over het 3D-design, dan kan hij bijvoorbeeld snel herkennen of een kabel eventueel te groot is voor een stekker. Hij kan bovendien vaststellen of de kabel lang genoeg is om bijvoorbeeld door een scheidingswand te passen om mechanische hindernissen te passeren.
Keuze accessoires
De plaatsing van een systeem in de ruimte heeft een aanzienlijke invloed op de accessoires die bij een kabeldesign worden gekozen en gebruikt. Of het nu om een stekker, een bus, een stekkerbehuizing of een distributieklem gaat, elk onderdeel moet compatibel zijn met de kabel en de aan-
Een voorbeeld. De elektro-ingenieur voert het kabeldesign in een mechanisch Cad-systeem in en stelt bij de kabelrouting vast dat er een hindernis zit tussen het bedieningspaneel en een sensor. Normaliter zou de kabel rond de plaat worden geleid. Dat maakt de kabel echter langer en dus duurder. Bovendien
< Als elektronicaen mechanicaontwikkelaars samenwerken, voorkomen ze designfouten in de kabelboomontwikkeling.
Zonder de lengte-informatie van de kabel (en daarmee de weerstand) kan hij de benodigde plaats slechts schatten of op een later tijdstip, in het prototypestadium, bepalen.
Berekening buigradius
De aan de binnenkant van de kabel gemeten buigradius is de kleinste radius waarmee een kabel kan worden gebogen zonder hem te knikken of te beschadigen en de levensduur te verkorten. De elektronicus staat daarbij voor het probleem dat zijn logisch georiënteerde CAE-systeem de buigradius niet kan weergeven. Deze fysische informatie wordt bij mechanische Cad-systemen gecontroleerd. Als je beide systemen combineert, kun je niet alleen vooraf de buigradius bepalen; het is ook mogelijk een waarschuwing te geven wanneer een buigradius te klein is. Komt dit in een vroege fase van de ontwikkeling boven water, dan vermijdt dat mogelijke problemen in latere stadium. Het alternatief is te wachten tot het prototypestadium bereikt is en dan de reële buigradius te meten.
sluiting. Zonder de 3D-weergave kan het design alleen als 2D-tekening op schaal worden ontwikkeld. Hier worden normaliter rechte stekkerbehuizingen getekend. In de realiteit kan het door de beschikbare plaats nodig zijn een 45- of 90-gradenstekkerbehuizing te gebruiken. Door op tijd af te stemmen, kunnen wijzigingen aan het prototype worden voorkomen.
Optimalisatie leidingtrajecten
De elektrotechnicus ontwikkelt in de logische wereld en verbindt simpel gezegd de ene stekker met de andere. Als op voorhand geen samenwerking met de machinebouwingenieur plaatsvindt, heeft hij slechts beperkte mogelijkheden om rekening te houden met het werkelijke verloop van een kabel door de ruimte. Eventueel moet daarbij worden uitgeweken voor hindernissen of zijn er extra componenten zoals tussenstekkers of aansluitdozen nodig. Alleen als de mechanische opbouw bekend is, kan hij een gefundeerde beslissing nemen over het kabeldesign of optimalisatievoorstellen doen aan het mechanicateam.
zou het risico op ruis en interferenties in het systeem stijgen. In plaats daarvan wendt hij zich nu tot de constructeur met de vraag of de plaat een dragende functie heeft. Een eenvoudig boorgaatje lost het probleem namelijk beter en voordeliger op.
Productie kabelboom
Optimale productie met het oog op de kosten vereist ook zorgvuldig materiaalbeheer. Bij de ontwikkeling van kabelbomen gaat het meestal om de exacte lengte. Als de kabels en draden te kort zijn, zijn ze onbruikbaar. Zulke productiefouten kosten tijd en geld. Te lange kabels en draden veroorzaken juist weer onnodige materiaalkosten, vereisen te veel plaats en hebben een hoger gewicht. De benodigde ruimte en lengte kunnen beide ontwikkelafdelingen samen in een virtueel prototype bepalen. Patrick Hackney is senior technisch marketingmanager van Zukens E³-serie. Redactie Alexander Pil
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
53
PRODUCTNIEUWS Besturingen
Aandrijftechniek
Automatiseringssysteem Pilz bestuurt decentraal
Contollerfamilie Siemens voor gemiddelde en hoge prestaties
Pilz heeft een nieuw automatiseringssysteem uitgebracht. Met de PSS 4000 kunnen gebruikers de voordelen van een decentrale besturingsstructuur benutten, zonder de daaraan doorgaans verbonden hogere complexiteit op de koop toe te hoeven nemen die bij een verdeling van de programma’s over verschillende besturingen zou ontstaan, aldus de fabrikant. Terwijl bij de traditionele automatisering een enkele, centrale PLC-besturing de machine of installatie bewaakt en alle signalen verwerkt, zorgt het automatiseringssysteem PSS 4000 voor een consequente verdeling van besturingsfuncties in de periferie. Proces- en besturingsgegevens, failsafe-data en diagnose-informatie worden via Ethernet uitgewisseld en gesynchroniseerd. Hierbij speelt het voor de besturingsfunctie geen rol waar het bijbehorende programmaonderdeel wordt afgewerkt. In plaats van een centrale besturing beschikt de gebruiker over een over de looptijd verdeeld gebruikersprogramma in een centraal project. Via dit centrale project worden alle netwerkdeelnemers geconfigureerd, geprogrammeerd en gediagnosticeerd. Zo is een eenvoudig, uniform gebruik binnen het totale project mogelijk, zegt Pilz. AP www.pilz.nl
Met de Simatic S7-1500 introduceert Siemens Industry Automation een serie controllers voor het gemiddelde en high-end bereik van de machine- en installatie-automatisering. Volgens de fabrikant kenmerkt de nieuwe generatie zich door de goede systeemprestaties, een hoge efficiency en een scala aan functies die standaard zijn geïntegreerd, waaronder motion-control, security voor maximale installatiebeveiliging, en safety voor eenvoudig te realiseren veiligheidstoepassingen. Siemens brengt de Simatic S7-1500-controllerreeks gefaseerd op de markt. In
Motoren Weg lanceert driefase-IE4-motor
Met zijn W22 Super Premium zegt Weg een doorbraak te hebben gemaakt in energieefficiëntie. De elektrische motor overtreft de IE4-regels, die nog niet eens van kracht zijn. De W22 Super Premium heeft een bereik van 3 tot 355 kW en heeft veertig procent minder verliezen dan eerdere modellen. Met eigenschappen zoals een aerodynamisch frame, een herontworpen koelsysteem en verbeterde isolatie is de nieuwe motorserie stiller, betrouwbaarder en onderhoudsvriendelijker, aldus Weg. Het bedrijf heeft de motor zo ontworpen dat de werkingstemperatuur laag blijft. Dat verlengt de isolatietijd en de levensduur. Weg mikt met de W22 Super Premium op industriële toepassingen zoals ventilatoren, blazers, pompen en compressoren. De IE4-motor is ongeveer een vijfde duurder dan een IE3-motor, waardoor de terugverdientijd afhankelijk van de toepassing ongeveer anderhalf jaar is, schat Weg. AP www.weg.net/nl
glijlagers
Kennis 54
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
eerste instantie zal het portfolio bestaan uit drie CPU-types voor gemiddelde prestatieniveaus, de 1511, 1513 en 1516, elk ook verkrijgbaar als failsafe-variant. Ze zijn voorzien van features die kunnen verschillen in het aantal interfaces, de bitperformance en de omvang van display en geheugen. Afhankelijk van de automatiseringstaak kunnen de CPU’s in de centrale configuratie met maximaal 32 modules worden uitgebreid, bijvoorbeeld met communicatie- en technologiemodules of met I/O-modules, compatibel met de Simatic ET 200MP van Siemens. AP www.siemens.nl/simatic
lineair lagers
Kunde
Kracht
magneetlagers T 070 387 68 00 F 070 386 38 85
E
[email protected] W www.kracht.nl
Systeemontwerp Lenze-tool helpt machinebouwers bij realisatie besturingssoftware
Met de applicatietemplate- en kant-en-klare softwaremodules binnen het Fast-pakket ondersteunt Lenze machinebouwers bij de efficiënte realisatie van modulaire besturingssoftware. Fast stelt programmeurs in staat om tot tachtig procent van de software-engineering door standaard machinemodules snel en betrouwbaar te laten uitvoeren, claimt de fabrikant. Vooral het programmeren met beschikbare en geteste functie- en technologiemodules is interessant. Bij het gebruik van standaard en herbruikbare modules is er meer tijd voor de uitwerking en het testen van de bijzondere kenmerken van een machine. Er wordt steeds vaker geroepen om een aanzienlijke verlaging van de softwareontwikkeltijd. In de machinebouw is dat mogelijk door gebruik te maken van standaardsoftware. Ervaring wijst uit dat ongeveer tachtig procent van de software in nieuwe machines kan worden gegenereerd met behulp van codes die al voor eerdere generaties zijn ontwikkeld of die systeempartners in de vorm van kant-en-klare modules ter beschikking stellen. De Application Template van Lenze vergemakkelijkt deze stap omdat hij belangrijke structuren zoals het verhelpen van fouten, statemachines voor het omstellen van de machinetoestanden en communicatie-interfaces bevat en daardoor zorgt voor standaardisatie. Uitgewerkte modules kunnen vervolgens makkelijk als bouwstenen worden gecombineerd, zijn makkelijker te begrijpen en herbruikbaar. AP www.lenze.com
Sigmatek vergroot functionaliteit Lasal-pakket
Het objectgeoriënteerde engineeringpakket Lasal van Sigmatek is uitgebreid met nieuwe functies die de efficiëntie bij het implementeren van machineapplicaties nog meer vergroten, zegt distributeur Sigmacontrol. Met de Lasal Class Variant Editor kunnen projectvarianten duidelijker worden gemanaged en met een enkele muisklik worden geactiveerd of gedeactiveerd. Hiermee worden bijvoorbeeld de connecties, initialisatiewaardes en de I/O-lay-out eenvoudiger gewijzigd. Omdat iedere variant een onafhankelijk bestand is, wordt de compileerstap overgeslagen. Inladen in de besturing is de enige voorwaarde. De initiële start-up en diagnose van aandrijfcomponenten vermindert Sigmatek met de Motion Diagnostic View. Assen kunnen worden geparametriseerd
Ansys geeft ontwerptooling update
Voortbouwend op zijn aanbod van geavanceerde simulatieoplossingen voor multifysicatoepassingen introduceert Ansys versie 14.5 van zijn gelijknamige ontwerppakket. De update biedt ondersteuning voor een geïntegreerde en vereenvoudigde aanpak van ontwerpanalyse en de ontwikkeling van complete virtuele prototypes. Nieuwe multifysicamogelijkheden vallen samen in het Ansys Workbench-platform om de productiviteit en het technische innovatievermogen van productontwikkelaars te vergroten, legt Ansys uit. Ansys 14.5 biedt ondersteuning voor krachtige ontwerpanalyses door de parametrische simulatietechnologie van Workbench te combineren met verbeterd taakbeheer en een nieuwe HPC-licentieoplossing die garant staat voor schaalbare verwerkingscapaciteit. Meer in het bijzonder zorgt het nieuwe HPC Parametric Pack voor een uitbreiding van de beschikbare licenties voor afzonderlijke toepassingen (voorverwerking, meshing, solven, HPC, naverwerking). Hierdoor kunnen gebruikers gelijktijdig simulaties van verschillende ontwerppunten uitvoeren op basis van één licentiepakket. Gebruikers van Ansys 14.5 kunnen nu sneller hoogwaardige simulatieresultaten verkrijgen. Binnen de Ansys Fluent-omgeving in versie 14.5 zijn Ansys TGrid-functies opgenomen die de voorverwerktijd verder reduceren. Daarnaast heeft Ansys Cad-readers en nieuwe, geavanceerde meshing-mogelijkheden in een en dezelfde gebruiksomgeving geïntegreerd. Gebruikers kunnen op deze manier hoogwaardiger modellen met hexahedrale elementen creëren, wat resulteert in een kleinere probleemomvang en kortere oplossingstijden. Met versie 14.5 introduceert Ansys ook uitgebreide mogelijkheden voor thermische en vloeistofsimulaties zoals tweewegkoppelingen tussen vloeistofsimulaties in Ansys Fluent en simulaties van elektromagnetische velden in Ansys Maxwell. Het Ansys Workbench-platform biedt ondersteuning voor een efficiënte koppeling van uiteenlopende multifysicamodellen. In combinatie met deze nieuwe functie kunnen gebruikers snel en nauwkeurig verliezen voorspellen en inzicht krijgen in de invloed van de temperatuur op de materiaalprestaties binnen elektromagnetische apparatuur zoals motoren en transformators. AP www.ansys.com
en gestart. Daarnaast is het versturen van commando’s en troubleshooting vereenvoudigd. De grafische weergave biedt extra comfort en duidelijkheid, vindt de fabrikant. Met de Modeless Version van de Lasal Screen Editor zijn dialogen onnodig: de Editor wordt bediend met behulp van treeen property-browsers zoals in Lasal Class. De Lasal Safety Designer biedt ook een nieuwe functie: de Safety-data van twee onafhankelijke Safety-projecten kunnen worden uitgewisseld. Een voorbeeld: een spuitgietmachine en een handlingrobot, beide met hun eigen Sigmatek-standaard en Safety-besturing, worden gekoppeld en kunnen Safety-relevante data uitwisselen via een Varan Coupler Module. In dit voorbeeld kan de spuitgietmachine het noodstopsignaal van de robot lezen. AP www.sigmatek-automation.com
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
55
AGENDA EVENTS FEBRUARI 2013 20th Annual Robotics Industry Forum 20 - 22 februari, Orlando, Verenigde Staten www.robotics.org Rapidpro 2013 26 en 27 februari, Veldhoven www.rapidpro.nl Embedded World 2013 26 - 28 februari, Neurenberg, Duitsland www.embedded-world.de
MAART 2013 EMV 2013 5 - 7 maart, Stuttgart, Duitsland www.mesago.de/de/emv Metaal Expo 5 - 7 maart, ’s-Hertogenbosch www.metaalexpo.nl Automatiseren in de agro & food 6 maart, Bleiswijk www.mikrocentrum.nl Automotive goes PLM 12 maart, Essen, Duitsland www.plmxpert.nl Smart systems integration 2013 13 en 14 maart, Amsterdam www.mesago.de/en/ssi
Transport & Logistics 2013 13 en 14 maart, Rotterdam www.easyfairs.com
Mocon 2013 17 en 18 april, ’s-Hertogenbosch www.easyfairs.com/mocon-nl
Rail-Tech Europe 2013 19 - 21 maart, Amsterdam www.railtech-europe.com
Technische Vakbeurs 23 - 25 april, Goes www.technischevakbeurs.nl
Maintenance Brussels 2013 20 en 21 maart, Brussel www.easyfairs.com/maintenance-be Holland High Tech Event 21 maart, Utrecht www.htsm.nl On- & Offshore 2013 26 - 28 maart, Gorinchem www.evenementenhal.nl Empack 2013 27 en 28 maart, ’s-Hertogenbosch www.easyfairs.com/empack-nl
Hannover Messe 8 - 12 april, Hannover, Duitsland www.hannovermesse.de
Indumation 24 - 26 april, Kortrijk www.indumation.be
Maintenance Next 2013 16 - 18 april, Rotterdam www.maintenancenext.nl
MEI 2013
Technische Industriële Vakbeurs 16 - 18 april, Gorinchem www.evenementenhal.nl
International Conference and Exhibition on Mechatronics and Precision Technology This year Hightech Mechatronica will continue with an enhanced formula and a new name: High-Tech Systems. The conference and exhibition is aiming at an international audience, with a location at the heart of the high tech region Brainport and with an explicit focus on international collaboration in high tech research, development and product engineering. Since collaboration and farm-out are key characteristics of Brainport, the conference program of High-Tech Systems has a special session around this theme. We are honoured that ASML and Zeiss, and Philips and Süss Microtec will give an insight in how their partnerships work. Furthermore, there will be technical presentations about semiconductor technology, agro & food, automotive and medical systems. Contributions will come from, amongst others, ASML, Daf, Demcon, FMTC, Lely, Mapper, TU Delft and TU Eindhoven. For more information and the latest news on High-Tech Systems, please visit the website.
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
MODEL DRIVEN DEVELOPMENT DAYS
APRIL 2013
High-Tech Systems 2013
56
M
Model-Driven Development Days 24 en 25 april, Eindhoven Info:
[email protected] www.hightech-events.nl/mdd
24 and 25 April 2013 Eindhoven
www.hightechsystems.nl
High-Tech Systems 2013 24 en 25 april, Eindhoven Info:
[email protected] www.hightechsystems.nl
PCIM 2013 14 - 16 mei, Neurenberg, Duitsland www.pcim.de Sensor + Test 2013 14 - 16 mei, Neurenberg, Duitsland www.sensor-test.de Foodtech 2013 15 en 16 mei, Rosmalen www.easyfairs.com/foodtech-nl SPS/IPC/Drives Italia 2013 21 - 23 mei, Parma, Italië www.sps-italia.net Vision & Robotics 2013 22 en 23 mei, Veldhoven www.vision-robotics.nl Electronics & Automation 28 - 30 mei, Utrecht www.fhi.nl
JUNI Materials 2013 4 en 5 juni, Veldhoven www.materialenbeurs.nl Automotive Congres.NL 11 juni, Eindhoven www.automotivecongress.nl
Bits&Chips Hardware Conference 2013 12 juni, ’s-Hertogenbosch Info:
[email protected] www.hardwareconference.nl VIV Turkey 13 - 15 juni, Istanboel, Turkije www.vivturkey.com Rematec 2013 16 - 18 juni, Amsterdam www.rematecnews.com
SEPTEMBER Health & Technology 2013 17 en 18 september, Arnhem www.hat-event.com Elektrotechniek 2013 30 september - 4 oktober, Utrecht www.elektrotechniek-online.nl
OKTOBER Empack Brussels 2013 2 en 3 oktober, Brussel www.easyfairs.com/empack-be Pumps & Valves 2013 2 en 3 oktober, Rotterdam www.easyfairs.com
NOVEMBER Europort 5 - 8 november, Rotterdam www.europort.nl Bits&Chips 2013
EMBEDDED SYSTEMS Bits&Chips 2013 Embedded Systems 7 november, ’s-Hertogenbosch Info:
[email protected] www.embedded-systems.nl SPS/IPC/Drives 2013 26 - 28 november, Neurenberg, Duitsland www.mesago.de
DECEMBER Precisiebeurs 2013 3 en 4 december, Veldhoven www.precisiebeurs.nl
AGENDA TRAININGEN Pneumatische basistraining 25 en 26 februari, Boxtel Hydraulische onderhoudstechniek 4 en 5 maart, Boxtel Basistraining elektrische aandrijftechniek 6 - 8 maart, Boxtel Motion logic drive-based (basis) 11 en 12 maart, Boxtel Proportionele techniek – analoog/digitaal 11 - 13 maart, Boxtel Motion logic drive-based (vervolg) 13 maart, Boxtel Vervolgtraining PLC-techniek 21 en 22 maart, Boxtel Pompregelingen/Loadsensing 28 en 29 maart, Boxtel Basistraining hydrauliek 8 -10 april, Boxtel Basistaining PLC-techniek 18 en 19 april, Boxtel Mechatronica vervolgtraining 22 en 23 april, Boxtel Hydraulische systeemtechniek 24 en 25 april, Boxtel www.boschrexroth.com Transport phenomena & chemical reactions 6 maart, Zoetermeer Comsol Multiphysics intensive training 18 en 19 maart, Leuven 15 en 16 april, Zoetermeer 13 en 14 mei, Zoetermeer 10 en 11 juni, Leuven AC/DC modeling 20 maart, Zoetermeer Electrochemistry: deposition & corrosion 17 april, Zoetermeer Structural mechanics modeling 15 mei, Zoetermeer Heat transfer 29 mei, Zoetermeer Acoustics & structural vibrations 12 juni, Zoetermeer www.comsol.nl Basistraining Solidworks Start 1 maart, Bruchem Start 5 maart, Bruchem Start 6 maart, Erembodegem Start 7 maart, Bruchem Start 2 april, Bruchem Start 10 april, Erembodegem Solidworks professional Start 5 maart, Bruchem Start 2 april, Bruchem Solidworks simulation Start 6 maart, Bruchem Start 21 maart, Erembodegem Start 5 april, Bruchem Solidworks applicatie 16 en 19 maart, Bruchem 17 en 24 april, Bruchem 23 en 24 april, Erembodegem Solidworks routing 27 maart, Bruchem 16 april, Bruchem 30 april, Erembodegem www.designsolutions.nl Codesys 20 februari, Delft Energie-efficiënt ontwerpen van een pneumatische systeem 21 februari, Delft
Hydrauliek voor docenten 5 en 12 maart, Delft Inleiding in de pneumatiek Start 12 maart, Delft Pneumatiek voor docenten 8 en 15 maart, Delft Inleiding in de PLC-techniek IEC61131-3 Codesys 11 en 12 april, Raamsdonksveer Programmeren volgens IEC61131-3 Codesys 17 - 19 april, Raamsdonksveer Elektrische aandrijvingen 18 april, Delft Elektrisch positioneren 19 april, Delft www.festo.nl Energy harvesting 28 februari, Zürich, Zwitserland Reliability and test 11 maart, Neuchâtel, Zwitserland Basic introduction to CMos image sensors 14 en 15 maart, Neuchâtel, Zwitserland Wafer bonding 22 maart, Lausanne, Zwitserland Electron microscopy 12 april, Neuchâtel, Zwitserland Non-silicon materials for microsystem technologies 15 april, Karlsruhe, Duitsland Polymer microfabrication 16 en 17 april, Karlsruhe, Duitsland Smart materials in robotics and microtechnology 22 en 23 april, Zürich, Zwitserland Microsystems in biomedical engineering and medical products 3 en 4 juni, Zürich, Zwitserland RF Mems and Nems 18 juni, Lausanne, Zwitserland www.fsrm.ch
Introduction in ultra high and ultra clean vacuum Start 4 maart, Eindhoven Mechatronics system design – part 2 Start 4 maart, Eindhoven Object-oriented analysis and design - fast track Start 5 maart, Eindhoven Iterative learning control Start 13 maart, Eindhoven Machine vision for mechatronic systems Start 21 maart, Eindhoven Design for ultra high and ultra clean vacuum Start 8 april, Eindhoven Experimental techniques in mechatronics Start 9 april, Eindhoven Level 2: Test designer Start 11 april, Eindhoven Motion control tuning Start 17 april, Eindhoven Electromagnetic compatibility – design techniques Start 22 april, Eindhoven How to deal with the 7 biggest communication challenges in innovation and technology Start 13 mei, Eindhoven Six thinking hats Start 13 mei, Eindhoven
Lateral thinking Start 16 mei, Eindhoven Design principles basics Start 29 mei, Eindhoven Programming in Labview 2 Start 3 juni, Eindhoven www.hightechinstitute.nl Matlab fundamentals 26 - 28 februari, Mechelen 5 - 7 maart, Eindhoven 9 - 11 april, Eindhoven 16 - 18 april, Mechelen Matlab programming techniques 12 en 13 maart, Eindhoven Signal processing with Matlab 19 en 20 maart, Amsterdam Simulink for system and algorithm modeling 19 en 20 maart, Eindhoven Matlab to C with Matlab Coder 21 en 22 maart, Amsterdam Statistical methods in Matlab 26 en 27 maart, Eindhoven Image processing with Matlab 23 en 24 april, Eindhoven www.mathworks.nl
Labview Real-time 4 en 5 maart, Woerden Labview FPGA 6 en 8 maart, Woerden Labview core 1 11 - 13 maart, Zaventem 15 - 17 april, Woerden
Labview core 2 14 en 15 maart, Zaventem 18 en 19 april, Woerden Labview core 3 19 - 21 maart, Woerden Teststand I - test development 25 - 27 maart, Zaventem Labview Daq and signal conditioning 28 - 29 maart, Zaventem www.ni.com/netherlands Introduction in ultra high and ultra clean vacuum Start 4 maart, Eindhoven Mechatronics system design – part 2 Start 4 maart, Eindhoven Thermal effects in mechatronic systems Start 11 maart, Eindhoven Iterative learning control 13 maart, Eindhoven Kunststofcomposieten: basismodule Mechanica Start 14 maart, Delft Machine vision for mechatronic systems Start 21 maart, Eindhoven Design for ultra high and ultra clean vacuum Start 8 april, Eindhoven Experimental techniques in mechatronics Start 9 april, Eindhoven Motion control tuning Start 17 april, Eindhoven Configuratiemanagement Start 23 mei, Delft cursus.paotechniek.nl
Commences 13th May 2013 Eindhoven
Training
How to deal with the 7 biggest communication challenges in innovation and technology Do colleagues say you are too critical or black and white in sending the message? Is motivating your team taking an awful lot of energy plus time? Do you wish to increase your influence by communicating more effectively? Creating technical solutions is about making the right technical choices. However, being successful as a technician is much more dependent on being able to handle the 7 biggest communication challenges you face. This course is 100 percent practical and hands-on because we will work with cases directly coming from your personal work. It will be intense: you will sweat, but you will be challenged and will quickly learn how to motivate and communicate more successfully to your colleagues and others. Duration: 4 days + 2 evenings Course price: 2,990 euros excl. VAT
www.hightechinstitute.nl
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
57
Electronics Signal integrity - workshop (SI-WS) Bits on chips - an introduction (BoC) Design of analog electronics - embedded analog 1 (DAE-AE1) Electromagnetic compatibility – design techniques (EMC-DT) Nanometer CMOS ICs basics (CMOS-Basic) Cooling of electronics (CoE) Discrete-time signal processing (DTSP)
Start 5 March 2013 (3 afternoons) 8 March 2013 (1 day) Start 12 March 2013 (8 days) 22 - 26 April 2013 (5 days) 27 - 29 May 2013 (3 days) 29 - 31 May 2013 (3 days) Start 9 September 2013 (17 evening sessions)
Mechatronics Mechatronics system design - part 2 (Metron2) Introduction in ultra high and ultra clean vacuum (UHV1) Iterative learning control (ILC) Machine vision for mechatronic systems (MVMS) Design for ultra high and ultra clean vacuum (UHV2) Experimental techniques in mechatronics (ETM) Motion control tuning (MCT) Design principles basics (DPB) Mechatronics system design - part 1 (Metron1) Summer school Opto-mechatronics (SSOM) Actuation and power electronics (APE) Advanced motion control (AMC) Metrology and calibration of mechatronic systems (MCMS) Dynamics and modelling (DAM)
4 - 8 March Start 4 March 13 and 14 March 21 and 22 March Start 8 April 9 - 11 April Start 17 April Start 29 May 10 - 14 June 24 - 28 June 23 - 25 September 7 - 11 October 18 and 19 November 25 - 27 November
2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013
(5 (4 (2 (2 (4 (3 (6 (5 (5 (5 (3 (5 (2 (3
days) days) days) days) days) days) days) days) days) days) days) days) days) days)
Optics Modern optics for optical designers (CMOP) Applied optics (AP-OPT)
Start 13 September 2013 (28 morning sessions) Start 29 October 2013 (15 morning sessions)
Software Object-oriented analysis and design - fast track (OOAD) Design of real-time software - workshop (DRTS/WS)
Start 5 March 2013 (4 days) 18 - 22 March 2013 (5 days)
System System architect(ing) (Sysarch) Level 2: Test designer (STE2) Level 1: System test engineer (STE)
11 - 15 March 2013 (5 days) Start 22 April 2013 (10 sessions) Start 2 September 2013 (10 sessions)
Tools Labview: introduction in language and programming 1 (Labview) Programming in Labview 2 (Labprog)
Spring 2013 (3 days) 3 and 4 June 2013 (2 days)
Leadership & Communication Networking (NETW) How to deal with the 7 biggest communication challenges in innovation and technology (COMC) Six thinking hats (6-Hats) Lateral thinking (LATH) Time and work pressure management in innovation (TWP) The art of reviewing (TAR)
All training courses take place in Eindhoven (area)
15 April 2013 (1 day) Start 9 May 2013 (4 days + 2 evenings) 13 and 14 May 2013 (2 days) 16 and 17 May 2013 (2 days) 30 and 31 May 2013 (2 days + 1 evening) 17 - 19 June 2013 (3 days + 1 evening)
Mechatronics
Introduction in ultra high and ultra clean vacuum During 4 days, participants will acquire the basic knowledge of how to create, measure and maintain vacuum. Vacuum has properties unknown in our daily surroundings, i.e., there is no standard reference in daily life for people not involved in vacuum technique. Many exercises and calculations will be done during this course, in order to develop the required level of perception and understanding. The course ‘Introduction to ultra high and ultra clean vacuum’ is developed for employees with a BSc/MSc degree who are responsible for any type of constructions in ultra clean vacuum. These employees may be in research and development, (production) engineering, and purchase management. Course code: Location: Price: Duration: Days:
UHV1 Eindhoven 1,595 euros excl. VAT 4 days in a period of 4 weeks commences on 4th March 2013
Mechatronics
Motion control tuning Starting with the time domain, the complete basis of control is repeated, placed in a modern framework, validated experimentally and applied to mechanical servo systems. During the course all aspects of ‘motion control’ are covered, including the use of feedforward steering. This course is targeted at engineers that are involved in controlled mechanical servo systems who want to gain more insight into the possibilities and limitations of servo control in an industrial setting. Participants will have a BSc/MSc degree in electrical or mechanical engineering, mechatronics, physics or equivalent practical experience, and some basic understanding of servo control. Course code: Location: Price: Duration: Dates:
MCT Eindhoven 4,495 euros excl. VAT 6 days in a period of 2 weeks commences on 17th April 2013
Mechatronics
Design principles basics How can you develop a product or skillful means of production? ´Design principles basics´ is an introductory course for designers, working in mechanical or precision engineering. Various topics will be covered such as designing for stiffness, the avoidance of backlash, designs based on elastic deformation, controlling degrees of freedom, friction and hysteresis. After the course, the participant will have an insight into the conceptual approach to mechanical designs and on the basis of that insight, will be able to identify problem areas, identify alternatives and make choices. The prerequisite is a BSc/MSc engineering. Some knowledge of dynamics and control theory is also required. Course code: Location: Price: Duration: Dates:
DPB Eindhoven 2,495 euros excl. VAT 5 days in a period of 2-5 weeks commences on 29th May 2013
www.hightechinstitute.nl
Marketing & Sales medewerker B&R Industriële Automatisering
Contactpersoon: Piet Tak E
[email protected] T +31 76 5715303
Junior field service engineer IAI industrial systems
Contactpersoon: Carla Lavrijsen E
[email protected] T +31 40 2542445
System architect high precision systems - job id 005616 Philips Innovation Services
Contactpersoon: Joeri van der Rhee E
[email protected] T +31 6 52751738
Software engineer PROMEXX
Contactpersoon: Suzanne van Dijck E
[email protected] T +31 40 2676867
Sr. Software engineer / (sr.) software designer PROMEXX
Contactpersoon: Suzanne van Dijck E
[email protected] T +31 40 2676867
Ga naar www.hightechbanen.nl voor vacatures van onder andere: AAE A.L.S.I. ALTEN Mechatronics Assembléon B&R Industriële Automatisering Bosch Rexroth Bronkhorst High-tech COMSOL De Haagse Hogeschool DEMCON advanced mechatronics ERIKS Aandrijftechniek Festo Frencken IAI industrial systems IBS Precision Engineering Jentjens Machinefabriek Levitech NXP Océ-Technologies OMRON Philips Innovation Services PROMEXX Quintech Renishaw SEGULA Technologies Sentech Sensor Technology Sigma Control TEVEL Components TMC Mechatronics VDL ETG Westmore
Wilt u uw vacatures ook op laten vallen in een van de Hightech Banen advertenties? Bekijk de mogelijkheden op de website of neem contact op via
[email protected].
www.hightechbanen.nl
@HightechBanen
ILC-training volledig vernieuwd en uitgebreid Bij Iterative learning control (ILC) en Repetitive control (RC) gaat het om slimme algoritmes die leren van hun fouten. ‘Deze technieken kun je gebruiken voor systemen die telkens vrijwel dezelfde handelingen uitvoeren zoals robots, bepaalde motionsystemen en printers’, legt onderzoeker Tom Oomen uit. ‘In de onderzoeksgroep van professor Maarten Steinbuch aan de TU Eindhoven doen ze baanbrekend onderzoek naar deze technieken. Dit onderzoek heeft reeds geleid tot zeer succesvolle industriële toepassingen.’ Bij de volledig vernieuwde en uitgebreide ILC-training wordt naast de meest recente theorie ook en vooral de praktijk behandeld. Deelnemers krijgen volop de kans om ervaring op te doen met het ontwikkelen van ‘zelflerende’ controllers, hun toepassing in
industriële mechanische positioneersystemen en prestatieanalyses. ‘De praktische toepasbaarheid staat dus voorop. De training is erop gericht om het echt in de vingers te krijgen, zodat cursisten de technieken ook daadwerkelijk kunnen gebruiken in hun eigen werkomgeving’, aldus Oomen. Hetzelfde geldt voor de populaire trainingen ‘Motion control tuning’ en ‘Advanced motion control’. ‘De docenten komen deels uit de industrie. Onder de docenten zijn ook promovendi, die de allerlaatste ontwikkelingen en vernieuwingen inbrengen, zelfs voordat ze in de vakliteratuur zijn gepubliceerd. Deze uitwisseling van kennis is zeer belangrijk in de hightechindustrie. Uit de uitstekende evaluaties blijkt ook deze balans tussen theorie en praktijk door de deelnemers hoog wordt gewaardeerd’, stelt Oomen.
Populaire Sysarch-training ook dit jaar Systeemarchitecten, senior ontwikkelaars en projectleiders waarderen de vijfdaagse training ’System architect(ing)’ al jaren. Enkele oordelen over de meest recente editie: ‘erg nuttig, ook aan te raden voor mensen die werken met of leiding geven aan systeemarchitecten’ en ‘de training heeft mijn verwachting overtroffen’. De Sysarch-training is binnen Philips Research ontwikkeld door Gerrit Müller, momenteel hoogleraar Systems Engineering
Ger Schoeber
op de Noorse Buskerud University College en senior researchfellow van het Embedded Systems Institute. De huidige docenten zijn Jan Dobbelsteen (Buro Dobbelsteen) en Ger Schoeber (Hotraco iSolutions), beiden uitermate goed ingevoerd in de materie. Schoeber geeft de training ook internationaal, zoals onlangs bij Nokia in Finland: ‘Leuk en uitdagend om te doen en een verrijking om een andere cultuur te leren
kennen. Systeemarchitecten opereren regelmatig in internationale teams en dan is het goed om te weten hoe je het verschil in werkwijze kunt overbruggen, zodat je optimaal kunt samenwerken.’ Volgens Schoeber is de training Sysarchtraining uniek. ‘Het deelnemersveld bestaat uit front runners met uiteenlopende technische achtergronden. Dé uitdaging voor een systeemarchitect is om zijn gemêleerde technische team mee te krijgen met zijn ideeën en tegelijkertijd het eigen management én dat van de klant te overtuigen van de winstgevendheid van nieuwe producten. Dat lukt alleen door goede communicatie en overtuigingskracht. Je leert dat tijdens deze training.’ Schoeber vindt het belangrijk dat de cursisten volop kunnen oefenen. ‘Theorie is belangrijk, maar praktijk nog meer. Gewoon ermee bezig zijn, het hoeft niet meteen perfect. Ik breng ook graag mijn eigen ervaring in. De cursisten kunnen daar vervolgens zelf mee aan de slag. Daarnaast daag ik ze uit om hun eigen ondervindingen met de groep te delen. Zo leert iedereen van elkaar.’ Dat wordt bevestigd door de deelnemers. Zij zeggen: ‘Ik heb van het studiemateriaal geleerd, maar ook heel veel van de interactie met andere deelnemers’ en ‘Ik ben nu in staat verdere stappen te maken’. Ook dit jaar staat de Sysarch-training weer op het programma bij The High Tech Institute. De eerste cursus start in maart in Eindhoven. Wees er snel bij; er kunnen maximaal zestien mensen deelnemen.
Twee nieuwe mechatronicatrainingen HTI biedt in Eindhoven twee nieuwe trainingen aan voor ontwerpers, architecten en systeemingenieurs op het gebied van mechatronica. De tweedaagse cursus ‘Thermal effects in mechatronic systems’ (TEMS) richt zich op de invloed van thermische effecten op mechatronische systemen. De tweedaagse training ‘Metrology and calibration of mechatronic systems’ (MCMS) geeft cursisten de benodigde kennis en kunde om betrouwbare precisiemodules en -systemen te kunnen bouwen. Beide cursussen maken deel uit van het Certified Precision Engineer-programma van de Dutch Society for Precision Engineering (DSPE). HTI in Saoedi-Arabië Marcel van Doorn, docent bij HTI, heeft in december 2012 een tweedaagse training ‘Electromagnetic compatibility - design techniques’ (EMC) gegeven aan ontwerpers van Advanced Electronics Company (AEC). Dit bedrijf is opgericht in 1988 en gevestigd in Riyad, de hoofdstad van Saoedi-Arabië. Het
ontwerpt, ontwikkelt en fabriceert elektronische producten en systemen voor regionale, nationale en internationale klanten in de militaire, industriële en telecomwereld. AEC koos voor HTI vanwege de goede naam en faam opgebouwd door trainers die voorheen via het Centre for Technical Training (CTT) van Philips werkten. Nieuwsbrief HTI The High Tech Institute gaat nieuws en informatie over trainingen verspreiden via een speciale nieuwsbrief. Deze nieuwsbrief vormt een aanvulling op de informatie in Mechatronica&Machinebouw en de website (www.hightechinstitute.nl). De nieuwsbrief bevat de startdata voor cursussen en fungeert als handige herinnering. Inschrijven kan via de QRcode hiernaast.
www.hightechinstitute.nl
Nieuws
Green Deal stimuleert besparen
Moderne aandrijfsystemen kunnen grote energiebesparingen opleveren. En toch is de industrie enorm terughoudend met het aanschaffen ervan. Daarom is in oktober een Green Deal gesloten tussen de overheid, Uneto-VNI en Feda om de aanschaf van nieuwe aandrijfsystemen te bevorderen. In die Green Deal is het streven om in de komende tijd 35 projecten te voorzien van energiezuinige aandrijvingen. Daarnaast gaan de initiatiefnemers trainingen opzetten om industriële afnemers bewust te maken van de besparingsmogelijkheden en willen ze mogelijke knelpunten bij de financiering wegnemen. De Green Deal heeft een looptijd tot eind 2015. In de voorlichtingsfilm die Agentschap NL heeft gemaakt, is te zien hoe een moutdrogerij gefaseerd de aandrijving energiezuiniger maakt. En zelfs na de eerste fase al dertig procent energiebesparing heeft gerealiseerd. Terugverdientijd? Eén jaar! Ook Schiphol komt daarin uitgebreid naar voren en de besparingen daar lopen bij sommige toepassingen op tot tachtig procent.
Veel bedrijven stellen het vervangen van de aandrijvingen in de processen vaak uit tot er nieuw wordt gebouwd. Maar de besparingen zijn zo groot dat alle betrokken Green Deal-partijen zich inspannen voor tussentijdse vervanging. De terugverdientijd is kort; vaak is al binnen een paar jaar de investering terugverdiend. Bedrijven die vervanging uitstellen, laten daardoor kansen liggen om hun concurrentiepositie te versterken. En niet alleen de energiekosten dalen met de toepassing van de nieuwe aandrijfsystemen, ook de onderhoudskosten dalen en er is minder slijtage door nauwkeurige frequentieregeling. De totale levensduur van installaties wordt daarmee ook nog eens langer. Machinebouwer Stork Marel zegt dat het eigenlijk vanzelfsprekend is. Klanten verwachten dat dit onderwerp geen issue is. Net als veiligheid en hygiëne moet duurzaamheid een vanzelfsprekend aandachtspunt zijn bij de bouw. Bovendien gaan de machines jaren mee en zullen ze in hun levenscyclus een
aantal malen worden gereviseerd. Hoe eerder de machinebouwer op de nieuwste aandrijvingen overgaat, hoe kleiner de problemen die de klant tijdens de levensduur tegenkomt, omdat hij bijvoorbeeld niet meer aan de verouderde aandrijvingen kan komen. Sinds juni 2011 is de nieuwe Europese richtlijn, die strengere eisen stelt aan de energiezuinigheid van elektromotoren, al van kracht. Veel bedrijven zijn daarvan echter niet of nauwelijks op de hoogte. Met deze Green Deal willen de verschillende partijen dan ook extra de nieuwe generatie energiezuinige aandrijfsystemen onder de aandacht te brengen van industriële klanten. De overheid speelt een belangrijke voortrekkersrol. Ze gaat de toepassing van energiezuinige aandrijftechniek in de publieke sector zoals bij waterschappen, waterleidingbedrijven, zwembaden en overheidsgebouwen stimuleren en fungeren als aanjager in contacten met industriële eindgebruikers. Goed voorbeeld doet goed volgen.
Nieuws
Omron: groei begint met keuzes De technische trends in de tuinbouw verschillen uiteindelijk niet heel veel van die in andere industrieën. Verdere integratie van systemen, meer hergebruik van code, gebruik van snel aan te leren systemen waarmee in minder tijd efficiëntere besturingen zijn op te zetten, spelen zeker ook in de tuinbouw. Maar wat vooral kansen biedt voor de toekomst – en dat is voor de technische bedrijven in de agro- en foodsector van belang – is de toename in de omvang van agrarische bedrijven. Een trend die buiten Nederland in Europa en wereldwijd ook zeer duidelijk zichtbaar is. Een noodzakelijke schaalvergroting, veroorzaakt door de smalle marges als gevolg van overcapaciteit en de grote invloed van de retail in de keten. In opkomende economieën zet deze schaalvergroting nog stevig door, veelal gestuurd door de overheid of investeerders. Door een groeiende bevolking en stijgende welvaart groeit de wereldmarkt voor voeding, wat op zijn beurt een snelle ontwikkeling van de landbouwsector afdwingt. Hoewel schaalvergroting en efficiency wereldwijd spelen, zijn er wel duidelijk verschillen tussen de ontwikkelde en opkomende economieën. Waar Europese bedrijven veelal steeds
efficiënter gaan werken om met minder mensen, middelen en kosten meer en vooral goedkoper te produceren, is de focus voor opkomende economieën vaak meer gericht op het verhogen van de productie op het beschikbare areaal. Naarmate markten zich ontwikkelen, veranderen de regels van het spel. Omron wil meer in strategische markten gaan investeren, in plaats van zich achteraf aan te passen aan veranderende regels. In de komende jaren gaat het bedrijf zich meer en meer concentreren op zijn kerntaak: machineautomatisering, waarmee het met zijn oplossingen nog beter wil aansluiten op zijn strategische markten. Dit is een versnelde evolutie waarbij Omron vaart zet achter zijn concept van één automatiseringsplatform waarin het zijn competenties bundelt op het gebied van detectie, vision, veiligheid, besturingen en motionoplossingen en tegelijkertijd op grote schaal investeren in zijn mensen en dienstverlening. Beter samenwerken met zijn partners binnen de keten zorgt ervoor dat Omron samen met zijn partners succesvol wordt. De klanten vragen om één oplossing voor hun installaties en Omron is van plan om daarin te voorzien.
> Feda-systeemintegratoren bepalen roadmap voor de toekomst in strategiemeeting > Hitma vult high-endprogramma aan met kogelkranen van
62
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
Nieuws
Deltarobots voor hetzelfde geld nu ook hygiënisch
De echte ondernemersgeest kenmerkt zich door proactief ontwikkelingen te starten en dat niet achterwege te laten als het in de economie niet meezit. Jolanda de Bie van Electro Abi vertelt over de keuzes die haar bedrijf heeft gemaakt bij de ontwikkeling van het Abiflexx Modular Handling System. Een van de mogelijke toepassingen is een deltarobot die ontworpen is om aan alle FDA- en EHEDG-eisen en -standaarden te voldoen. Een ontwikkeling die Electro Abi is gestart omdat het zag dat daar behoefte en ruimte voor was in de markt. ‘De kernwoorden bij de ontwikkeling van Abiflexx waren ‘modulair’, ‘hygiënisch’ en ‘mooi’’, vertelt Jolanda de Bie, managing director van Electro Abi. ‘En wat eruit is gekomen, is een doordacht ontworpen set basiscomponenten die tot in de details klopt. Zelfs het C-frame waarop de beursdemo is bevestigd, oogst veel lof.’ ‘Je ziet dat er vanaf de basis is ontworManaging director Jolanda de Bie en sales- en marketingverantwoordelijke Peter Paul de Bie: ‘Total cost of pen, in samenwerking met een industri- ownership gaat steeds belangrijker worden. Opdrachtgevers zullen daar echt veel meer op gaan letten en eel ontwerpbureau, én dat er de tijd voor dan moeten ook machinebouwers daar meer en meer mee aan de slag gaan.’ is genomen’, vervolgt De Bie. ‘Er was veel aandacht voor de materiaalkeuze en met reinigen en water moet er bijvoorbeeld bolkopmoeren. Tot en met de materiaalhet Abiflexx Modular Handling System is niet op kunnen blijven liggen. Dus het keuze van de sluitringen moet je er rekeeen handlingsysteem nu eens echt vol- ontwerp van de verschillende componen- ning mee houden. De modulaire bouwledig modulair op te bouwen. Als je een ten is ook van belang. Naast de materiaal- wijze maakt hem traploos aanpasbaar; systeem voor in foodindustrie wilt ont- keuze voor de grotere delen – onder meer klantspecifiek is dus geen enkel probleem.’ werpen, waarvoor we het echt hebben be- titanium en geanodiseerd aluminium De reacties, vooral uit het buitenland, dacht, dan moet al je materiaal afgiftevrij – zijn ook de kleinere onderdelen belang- zijn bijzonder positief. De demorobot is zijn. Alle onderdelen moet je goed kunnen rijk. We gebruiken bijvoorbeeld uitsluitend net terug van de drukbezochte SPS/IPC/ Drives in Neurenberg en daar liep het storm. ‘De meerwaarde van alle aspecten van het ontwerp zijn dan ook zó onmiskenbaar. Je ziet dat er echt is gedacht aan optimalisatie op alle fronten, bijvoorbeeld de eenvoudige integratie in de productielijn, ook dankzij het C-frame. En prijstechnisch concurreren we met een Abiflexxdeltarobot ‘gewoon’ met niet-hygiënische deltarobots’, aldus De Bie. ‘We hebben op het gebied van hygiëne bijvoorbeeld al wel langer een programma met rvs-motoren, maar Abiflexx is een echt nieuwe ontwikkeling’, stelt De Bie. ‘TCO gaat steeds belangrijker worden. Opdrachtgevers zullen daar echt veel meer op gaan letten en dan moeten ook machinebouwers daar meer en meer mee aan de slag gaan. Wij zien de toekomst dan Ook een bericht voor ‘Goed bezig!’? Meldt het ons! ook met optimisme tegemoet.’
Goed bezig
Feda had al ‘techniekboxen’. Tweede Kamerleden willen nu ook aandacht voor technisch onderwijs op de basisscholen. Lenze rijdt mee in de Artic Challenge. Ze vragen daarmee aandacht voor technisch onderwijs en schenken de opbrengst aan Cliniclowns. Oversluizen doneert voor het derde jaar op rij aan drie goede doelen in plaats van kerstkaarten te versturen.
Habonim > Vision2020 – FME klaar voor de toekomst door maatschappelijke clustering > Pro-Fa betrekt nieuw pand in ’s-Hertogenbosch >
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
63
Pneumatiek
Groot in lucht
Hoewel je het ook ziet bij positioneren en verplaatsen wordt pneumatiek in agro en food van oudsher vooral gebruikt voor picken en verpakken. Waar de aandacht steeds meer naartoe gaat, is het verhogen van flexibiliteit en het verlagen van luchtverbruik. Koos de Vink, directeur van Pneu/Tec, vertelt over zijn bedrijf en de toepassingen van de producten. ‘Bij nieuwe ontwikkelingen zitten we liefst zo vroeg mogelijk om tafel met de ontwerpers. Wij weten namelijk precies wat de mogelijkheden zijn, maar ook waar de haken en ogen zitten. En als je dat al vroeg incalculeert, dan kun je dus optimaal ontwikkelen. Alleen zo profiteer je het meeste van wat er kan. Waar wij ons bijvoorbeeld uitentreuren in hebben gespecialiseerd, is het gedrag van een product in beweging. Want vervoer je een chipszakje of een vloeistofgevuld zakje, zelfs als het gewicht gelijk zou zijn, dan is het gedrag van het product in beweging totaal verschillend. De expertise van onze specialisten doet mij vaak nog versteld staan.’ ‘We blijven ons ontwikkelen op het gebied van stroming en beweging. Onze klanten willen een korte time-to-market realiseren. Wij spelen in op deze trend en ontwikkelen bijvoorbeeld snel specials met de nieuwste technologie. En dat kunnen we in Nederland. De automatiseerders die ooit begonnen met bollen tellen, hebben hun producten zo ver doorontwikkeld
Pneu/Tec-directeur Koos de Vink: ‘De automatiseerders die ooit begonnen met bollen tellen, hebben hun producten zo ver doorontwikkeld dat ze nu bijvoorbeeld voor de farmacie grote meerwaarde bieden.’
dat ze nu bijvoorbeeld voor de farmacie grote meerwaarde bieden. De bedrijfsmatige ontwikkeling is van oudsher groot in de tuinsector en Nederland vervult daarin wereldwijd een voortrekkersrol.’ ‘De huidige trend is dat we steeds vaker subassembly’s maken voor onze opdrachtgever. We onderscheiden ons door de kenmerken ‘flexibel’, ‘korte omsteltijden’, ‘FDAapproved’ en hogere productiviteit van de
machines van onze klanten. Daarnaast zijn we een onafhankelijk Nederlands bedrijf, dat samenwerking met specialisten in de keten niet uit de weg gaat. We hebben kennis van de markt, onze voeten in de Hollandse bodem en snappen wat er nodig is. De Nederlandse bedrijven hebben wereldwijd grote kansen: agro en food is een groeimarkt en de technologische voorsprong is van grote waarde.’
Hydrauliek
De voordelen van water
Het afgelopen jaar stond het Hydrauliek Symposium in het teken van waterhydrauliek. Je kon haast geen vakblad openslaan of er werd wel iets verhaald over de geschiedenis en de toepassingen van deze tak van sport. Hoewel water bijna – maar niet helemaal – is verdrongen door andere hydraulische vloeistoffen, wegen zijn eigenschappen inmiddels steeds meer in zijn voordeel. De voedselindustrie past het al langer toe maar ook in andere industrieën worden de milieu- en kostenaspecten steeds meer een reden om (weer) te kijken naar water. Veel onderdelen moeten echter specifiek voor waterhydrauliek worden ontwikkeld omdat de specifieke eigenschappen zoals smering, corrosie en de hogere dampdruk om andere materialen vragen dan bij toepassing van olie. En steeds meer bedrijven houden zich daarmee bezig. Een groeimarkt dus? Nergens neemt de ontwikkeling op dit gebied zo’n hoge vlucht als in Japan. Maar de kennis is in Nederland wel degelijk uitgebreid aanwezig. Op het Hydrauliek Symposium werden in ieder geval de nieuwste ontwikkelingen en toepassingen getoond in een uitgebreid programma met nationale en internationale sprekers. Zelfs de organisatoren bleken verrast door de mogelijkheden van waterhydrauliek. Olie zal voor bepaalde toepassingen nodig blijven, maar de stand der techniek lijkt steeds meer rijp voor een brede toepassing van water. Hoe dan ook, de verwachtingen zijn hooggespannen.
> KTR360º: de eerste editie van het KTR-jaarboek ziet het licht > Holland High Tech-collectief op Hannover Messe
64
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
COLUMN
2013
2
Rob Hommersen is voorzitter van Feda en CEO van Endress+Hauser Nederland.
013 wordt aangekondigd als een jaar waarin de economie geen wind in de zeilen van de industrie zal brengen. Er wordt op vele fronten bezuinigd, er is verlies aan koopkracht en verlies aan optimisme. Het gevaar en de gevolgen van een negatieve ontwikkeling houden ons dagelijks bezig. Om hun business te behouden, of beter nog: om enige groei met een redelijke marge te realiseren, zullen vrijwel alle bedrijven vanuit hun eigen kracht en vindingrijkheid op zoek moeten naar nieuwe kansen en mogelijkheden. Branchefederatie Feda vormt een platform waar gelijksoortige bedrijven elkaar kunnen ontmoeten en samenwerken. Dat samenwerken kan soms wat gevoelig liggen. We zijn tenslotte op eigen kracht geworden tot wat we vandaag zijn en dat kan samenwerken met collega-bedrijven, die op sommige vlakken meer of minder concurrerend zijn, behoorlijk in de weg staan. Juist daarin kan Feda een belangrijke rol spelen. Niet alleen door de leden samen te brengen maar ook door een brugfunctie te vervullen door de leden, zowel binnen de secties als over de secties heen, een werkveld te bieden waar nieuwe samenwerkingsverbanden kunnen ontstaan. We moeten ons realiseren dat klanten steeds minder tijd en resources beschikbaar hebben om producten en diensten bijeen te brengen, te engineeren en te integreren voor de rendements- of kwaliteitsverbetering waar ze continu naar op zoek zijn. Dan lijkt meer
samenwerken een logisch gevolg. Dit zal de complexiteit in ons dagelijks leven echter niet verminderen. Wij zijn gewend om vanuit ons eigen kennen en kunnen en onze eigen producten en diensten te redeneren. Het zal om ondernemersgeest vragen om over deze gewoontegrenzen heen te stappen. Natuurlijk zal de traditionele onderlinge concurrentie blijven, maar als het besef groeit dat de taart groter kan worden gemaakt door samen te werken, dan is dat mogelijk een belangrijk nieuw vertrekpunt. Tenslotte betekent het behouden van een marktaandeel in een grotere markt ook groei en wie wil dat niet? Ambitieus? Jazeker! Als nieuwe Feda-voorzitter wil ik graag aan dit proces bijdragen. Het zal niet vanzelf gaan en het zal niet op een presenteerblad worden aangereikt. Het zal van alle partijen om nieuwe initiatieven, verbeterde vertrouwensbanden en vooral een actieve bijdrage vragen. In de industriële wereld weten de Nederlandse ondernemers zich regelmatig te onderscheiden door hun creativiteit en ondernemersgeest. Wellicht kunnen we ook iets daarvan inzetten om meer gestalte te geven aan deze gedachte. Is dit niet gelijk een mooie uitdaging aan ons allen voor 2013?
Het zal om ondernemersgeest vragen om over deze gewoontegrenzen heen te stappen
Agenda Themamiddag sectie Hydrauliek – meten is weten 5 maart, Ede www.feda.nl
Colofon Redactie & tekst: Janet Kooren, Puntnet Tekst en advies – Karin van Reijn, secretariaat Feda – Marcel van Haren, branchemanager Feda Correspondentie en aanleveren nieuws: Secretariaat Feda –
[email protected] Alle artikelen in Fedactueel vallen onder de verantwoordelijkheid van Feda. www.feda.nl
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
65
BEDRIJVENKOMPAS Dienstverlening | Distributie | Projectbureau | Toelevering | Tools
Dienstverlening
Distributie
Alten Mechatronics Beukenlaan 44 5651 CD Eindhoven Tel +31 40 2563080 Linie 544 7325 DZ Apeldoorn Tel +31 55 5486200 Rivium 1e straat 85 2909 LE Capelle aan den IJssel Tel +31 10 4637700
[email protected] www.alten.nl
ENTER BV Science Park 5001 5692 EB Son Tel +31 40 2141020
[email protected] www.enter-group.nl
Nspyre Postbus 85066 3508 AB Utrecht Tel +31 88 8275000 Fax +31 88 8275099
[email protected] www.nspyre.nl
Projectbureau
TMC Group
Technical Software Tel +31 40 2677100 (Zuid-Nederland) Tel +31 88 7468928 (Midden- en NoordNederland) Tel +32 14 848718 (België)
Remote Solutions Tel +31 40 2677100
Technolution B.V. Zuidelijk Halfrond 1 P.O. Box 2013 2800 BD Gouda Tel +31 182 594000
[email protected] www.technolution.eu
Electronics Tel +31 495 633221 Industrial Mathematics Tel +31 40 7516116
Frencken Europe Hurksestraat 16 5652 AJ Eindhoven Tel +31 40 2507507 Fax +31 40 2507518
[email protected] (algemene informatie)
[email protected] (verkoop) www.frencken.nl
Tools
The MathWorks BV Dr. Holtroplaan 5b 5652 XR Eindhoven Tel +31 40 2156700 Fax +31 40 2156710
[email protected] www.mathworks.nl
66
Regio Midden/West Herculesplein 44 3584 AA Utrecht Tel +31 30 8200518
[email protected] www.tmc.nl
Adverteren
Toelevering
Festo BV Schieweg 62 2627 AN Delft Tel +31 15 2518890 Fax +31 15 2518867
[email protected] www.festo.nl
Regio Zuid Flight Forum 107 5657 DC Eindhoven Tel +31 40 2392260
National Instruments Netherlands BV Pompmolenlaan 10 3447 GX Woerden Tel +31 348 433466 Fax +31 348 430673
[email protected] netherlands.ni.com
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
Ook in het kompas? Het kompas geeft informatie over bedrijven die actief zijn in de markt voor systeem- en machinebouw. Vermelding is op jaarbasis. Voor meer informatie en reserveringen, neem contact op met de afdeling sales,
[email protected].
RS Components Bingerweg 19 2031 AZ Haarlem www.rsonline.nl www.rsonline.be
COLOFON
VOLGENDE KEER IN
Mechatronica&Machinebouw is een onafhankelijk technisch tijdschrift voor mensen die werken in de systeem- en machinebouw. Mechatronica&Machinebouw is een publicatie van Techwatch bv in Nijmegen.
Snelliusstraat 6 – 6533 NV Nijmegen tel +31 24 3503532 – fax +31 24 3503533
[email protected] – www.techwatch.nl Redactie Alexander Pil – hoofdredacteur tel +31 24 3504580 –
[email protected] René Raaijmakers – redacteur tel +31 24 3503065 –
[email protected] Nieke Roos – redacteur tel +31 24 3503534 –
[email protected] Pieter Edelman – redacteur tel +31 24 3503534 –
[email protected] Paul van Gerven – redacteur tel +31 24 3504580 –
[email protected] Joost Backus – redacteur tel +31 24 3505028 –
[email protected] Vormgeving Justin López – vormgever tel +31 24 3503532 –
[email protected] Marketing en events Daniëlle Jacobs – marketingmanager tel +31 24 3505195 –
[email protected] Kim Huijing – salesmanager tel +31 24 3505195 –
[email protected] Marjolein Vissers – sales- en eventcoördinator tel +31 24 3505544 –
[email protected] Simone Straten – marketing- en eventcoördinator tel +31 24 3505544 –
[email protected] Ellen Lely – coördinator trainingen tel +31 24 8455169 –
[email protected] Katja Hofman – medewerker sales en trainingen tel +31 24 8455169 –
[email protected] Abonnementenadministratie Leonie Ceelen – officemanager tel +31 24 3503532 –
[email protected] Advertenties Afdeling sales tel +31 24 3505544 –
[email protected] Medewerkers Linda Berends, Ann-Kathrin Falkenberg, Julie Frijstein, Teresa Klawitter, Sofie van Koningsbruggen, Omar Martina, Imke Okkerman, Leanne Robbertsen, Kitty Stam, Lisette de Vries
Nummer 2 | 7 maart | Tooling
Modellering en simulatie zijn steeds belangrijker in het productontwikkelproces. De tooling wordt steeds sneller en benadert stilaan de fysische werkelijkheid. Sterker nog: in sommige gevallen is het mogelijk fysieke modellen en prototypes te skippen en een product of machine first time right te ontwikkelen. In deze Mechatronica&Machinebouw interessante voorbeelden en trends.
Columnisten en externe auteurs Tom Coen, Jaco Friedrich, Frans Godden, Rolf Grouve, Patrick Hackney, Wilbert Hilkens, Rob Hommersen, David Kemps, Janet Kooren, Dennis Schipper, Frank Senteur, Rob Snoeijs Uitgever René Raaijmakers tel +31 24 3503065 –
[email protected] ISSN: 2213-8498 Verantwoordelijk uitgever voor België René Raaijmakers Biesheuvelstraat 1 2370 Arendonk, België Drukkerij Senefelder Misset, Doetinchem Abonneren Een abonnement op Mechatronica&Machinebouw kost 154 euro op een bedrijfsadres en 99 euro op een privéadres. Vraag een abonnement aan via
[email protected]. Adverteren Advertentietarieven staan vermeld op www.techwatch.nl. Wanneer u op de hoogte gehouden wilt worden van komende thema’s en specials of voor het reserveren van advertenties, neem contact op met de afdeling sales,
[email protected], tel +31 24 3505544. Copyright Alle rechten voorbehouden. (c) 2013 Techwatch bv. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Disclaimer Uitgever en redactie betrachten uiterste zorgvuldigheid bij het maken, samenstellen en verspreiden van de informatie in Mechatronica&Machinebouw, maar kunnen op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en redactie aanvaarden geen aansprakelijkheid voor schade die zou kunnen ontstaan als gevolg van de publicatie van informatie in Mechatronica&Machinebouw. Columnisten en externe medewerkers schrijven op persoonlijke titel. Reacties van lezers vallen buiten de verantwoordelijkheid van uitgever en redactie. Uitgever en redactie aanvaarden geen aansprakelijkheid met betrekking tot de inhoud en ondertekening van reacties van lezers. De redactie behoudt zich het recht voor reacties niet of gedeeltelijk te plaatsen of te bewerken. Fotografie Productfoto’s zijn van fabrikanten, overige foto’s zijn van Techwatch bv (c), tenzij anders vermeld.
Nummer 2 | 7 maart | Leapfrog
Afgelopen maart zag het bedrijf pas het levenslicht maar toch heeft Leapfrog al zijn duizendste 3D-printer verkocht. De spin-off van de TU Delft ziet zijn systemen de deur uit vliegen, vooral naar de Verenigde Staten. Het bedrijf uit Alphen van den Rijn richt zich met zijn Creatr op betaalbare systemen met een groot printoppervlak. Dit jaar moet een 3D-printer voor professionele toepassingen op de markt verschijnen.
Interessante bijdrage?
[email protected] | Adverteren in dit nummer?
[email protected]
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 1
67
24 and 25 April 2013 Klokgebouw Eindhoven, NL
Sponsors Exhibitors AAE Alten Mechatronics ASML Bakker Fijnmetaal Beckhoff.nl / IAL BKL Engineering Brainport Industries CCM Centre for Concepts in Mechatronics Ceratec Technical Ceramics Claytex Services Controllab Products DEMCON advanced mechatronics DSPE Dutch Precision Technology Eltromat Enterprise Europe Network / Syntens Festo Framo Morat Frencken Europe GDO Greentech Engineering HEIDENHAIN Hittech Group Holland High Tech IAI industrial systems IBS Precision Engineering Irmato Industrial Solutions Janssen Precision Engineering KMWE Precisie Eindhoven KU Leuven LEMO Connectors Benelux Masévon Technology MathWorks maxon motor benelux MTA MTSA Technopower National Instruments Nijdra Group Nobleo Technology Norma Groep NTS-Group Océ-Technologies Philips Innovation Services PM-Bearings Prodrive Produktion NRW Reden Settels Savenije van Amelsvoort Sorama Technologiestichting STW Tecnotion Telerex TEVEL Components The High Tech Institute TMC Group TNO Topic Embedded Systems Variass Vernooy Vacuüm Engineering Yacht Yaskawa Benelux Yokogawa
ww w.hig hte c h s y s te m s . e u #HTS13
Exhibition and Conference on Mechatronics and Precision Technology
Also at High-Tech Systems:
On 24 and 25 April 2013 Brainport Industries, DSPE, FMTC, Syntens and Techwatch organise the exhibition and conference High-Tech Systems (successor of Hightech Mechatronica).
End symposium research programme SmartPie
This event focusses on designers, technical managers and developers of mechatronic systems.
Model-Driven Development Days
Themes technical conference programme: • Agro & food • Medical systems • Automotive • Semicon • International collaboration (management)
Registration open
You can now register for High-Tech Systems 2013. Entrance to the exhibition and conference programme is free of charge when you register before 19 April 2013. www.hightechsystems.eu/visitors.
High-Tech Systems is the result of a collaboration between Brainport Industries, Dutch Society for Precision Engineering, Syntens Innovatiecentrum, FMTC and Techwatch, publisher of Bits&Chips and Mechatronica&Machinebouw
High-Tech Systems 2013 is supported by
End symposium research programme SmartPie, provided by the foundation Applied Piezo. Parallel to High-Tech Systems, Techwatch organises their annual Model-Driven Development Days with an interesting conference programme on finite elements, multi-body dynamics, multi-physics development methods and simulation as well as model-based software and system development and testing.
Programme international guests
Invite your international relations to participate on 23 April (prior to High-Tech Systems) in one of the four unique tours along high-tech companies and institutes in the regions Eindhoven and Leuven. The guests can visit companies and institutes like ASML, FMTC, Frencken, Holst Centre, MuTracx, Shapeways, imec, KU Leuven, NTS, NXP, Philips Innovation Services, TNO and VDL-ETG. www.hightechsystems.eu/programme