‘Agressie loont niet’ - 25 april 2006
‘Agressie loont niet’ - 25 april 2006 Op dinsdag 25 april 2006 is het congres 'Agressie loont niet’ gehouden: een bijeenkomst over agressie en geweld tegen ambtenaren, publieke gezagsdragers en (politieke) ambtsdragers tijdens de arbeid. Het congres werd georganiseerd in opdracht van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid (ROP) en gehouden bij het Centrum Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP). De deelnemers waren afkomstig uit de sectoren overheid en onderwijs en belast met veiligheidsbeleid.
Doel van de bijeenkomst was een bijdrage te leveren aan het tegengaan van geweld tegen ambtenaren en te leren van elkaars ervaringen. De informatiemarkt bood praktische informatie en antwoord op directe “hulpvragen”. De workshops waren ingericht rond vier invalshoeken: bewustwording van het probleem; de wijze waarop het publiek duidelijk gemaakt wordt dat er grenzen zijn gesteld; de wijze waarop organisaties zich intern kunnen inrichten om het probleem te beteugelen of beheersbaar te houden en aspecten van nazorg.
Dagvoorzitter was R. (Ruurd) Reitsma, partner van Rijnconsult BV. Met “verwondering” gaf hij een bespiegeling op het thema: “Er is sprake van agressie tegen mensen die eigenlijk niets meer doen dan hen is opgedragen te doen. Heeft dit zo’n vlucht genomen, dat we er een congres over moeten houden? En àls het is toegenomen, ten opzichte van wanneer dan? En waarover hebben we het precies? Over de IK-cultuur, het wegvallen van sociale controle, het gemis aan normen en waarden? Of is er iets nieuws?
Proeft u het woord Agressie eens op uw tong en gaat u eens bij u zelf na wat dat voor u betekent. Wat hebt u ermee, is het van u zelf of van anderen? Als we er vandaag een congres over kunnen of moeten houden, dan moet het toch wel vrij algemeen zijn en is de kans groot dat we er allemaal op zijn minst wel eens mee geconfronteerd zijn. Ik hoop dat er na vandaag meer inzicht bestaat in het fenomeen, dat er richtingen worden getoond voor oplossingen en we zullen leren van elkaars ervaringen. Want als we ergens op voorhand van overtuigd zijn, is het het motto van vandaag: “Agressie loont niet”. Op die manier moet je niets kunnen bereiken”.
Dr. Frans Driessen, directeur van Bureau Driessen, deed in zijn inleiding verslag van door het bureau uitgevoerd grootschalig onderzoek naar geweld tegen werknemers werkzaam in de semi-openbare ruimte1 en naar geweld tegen gemeenteambtenaren in Amsterdam2. Dit onderzoek gaat onder meer in op de vraag welke individuele en situationele factoren een rol spelen bij het geweld tegen werknemers en staat stil bij de samenhang tussen verbaal geweld en fysiek geweld. Uit het onderzoek blijkt dat de werknemers het meest te maken krijgen met verbaal geweld, gevolgd door serieuze bedreigingen en fysiek geweld. Uitzonderingen hierop vormen de politieagenten, ziekenhuismedewerkers en taxichauffeurs. Zij worden vaker geconfronteerd met fysiek geweld dan met serieuze bedreigingen.
De vraag die bij onderzoeken naar agressie vaak wordt gesteld is òf en in welke mate agressie is toegenomen. Deze vraag kan eigenlijk niet precies beantwoord worden, maar de laatste jaren doet zich waarschijnlijk geen stijging meer voor. Maar het ìs momenteel wel omvangrijk en niet acceptabel. Wat moet er dan gebeuren om hiermee om te gaan? Er zijn verschillende strategieën, maar welke men ook kiest, het moet gaan om het terugdringen van het geweld in zijn algemeenheid als wijdverspreid maatschappelijk verschijnsel en zowel verbaal als fysiek geweld moeten worden aangepakt. Driessen besprak verschillende interventiestrategieën. Technisch preventieve maatregelen zijn maatregelen zoals een verhoogde balie, cameratoezicht en dergelijke. Bij organisatorische maatregelen gaat het om het afspreken van werkroutines, zoals een regel dat werknemers nooit alleen in één ruimte met klanten mogen zijn. Beide vormen maatregelen hebben betrekking op de werkomstandigheden van de werknemers. Het ligt 1
Geweld tegen werknemers in de semi-openbare ruimte. Onderzoek in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties en het ministerie van Justitie, Bureau Driessen, Utrecht 2001. 2
Agressie en geweld tegen ambtenaren van de gemeente Amsterdam (Raven J, Driessen FMHM) In opdracht van de
gemeente Amsterdam. 2004.
voor de hand hier veel van te verwachten, maar uit onderzoek komen slechts zeer kleine effecten naar voren en soms werken dergelijke maatregelen zelfs helemaal niet. Maatregelen kunnen ook liggen op het terrein van training van werknemers. De filosofie hierachter zoekt de oorzaak van agressie eerder bij de ontvanger van de agressie dan bij de dader. Het slachtoffer wordt dan gezien als sociaal ‘onhandig’, waardoor hij zichzelf nodeloos in de problemen kan brengen. Er is geen hard bewijs dat dergelijke trainingen op de lange duur effectief zijn. Driessen adviseerde de aanwezigen op de eerste plaats niet alles tegelijk te willen doen maar een selectie te maken uit de ter beschikking staande instrumenten. Verder wees hij er op dat veel geweld instrumenteel is, de dader wil wat voor elkaar krijgen, bijvoorbeeld een speciale behandeling, aandacht, een recept van de dokter of een treinreis zonder kaartje. Ook blijkt uit het onderzoek dat er heel vaak aan geweld wordt toegegeven. Agressie levert dus vaak wat op en zolang dat het geval is kan er van preventieve maatregelen niet zo heel veel verwacht worden. Neem daarom als algemeen uitgangspunt "agressie loont niet” en zorg er door maatwerk in “arrangementen” op het werk voor dat agressie niets oplevert. Deze arrangementen moeten medewerkers in staat stellen “hun rug recht te kunnen houden”. Zij moeten zich flink kunnen voordoen, maar hoeven het niet te zijn, want je kunt niet van werknemers verlangen dat ze een serieus risico lopen. En het is de organisatie die hen daarin kan steunen door voorzieningen te treffen die hen in staat stellen “nee te verkopen”, door te zorgen voor werkomstandigheden waarin werknemers het zich kunnen veroorloven om ‘flink’ te zijn. Welke voorziening ook wordt getroffen, het moet voor iedereen duidelijk zijn dat aan agressief gedrag geen positieve uitkomsten verbonden zijn. Inlichtingen: dr. F.M.H.M. Driessen Bureau Driessen Sociaal Wetenschappelijk Onderzoek T 030 - 23347779 www.bureaudriessen.nl;
[email protected]
Aan de workshops, ingedeeld rond de invalshoeken ‘bewustwording’, ‘extern’, ‘intern’ en ‘nazorg’, werkten mee: (Bewustwording) Vervangingsfonds en Participatiefonds (VO / PO) ‘Intermediair agressie en geweld PO en VO’ – pilottraject van Vf/Pf. Onder andere: “Hoe zorg je dat het onderwerp permanent op de agenda blijft?”. Geconstateerd was dat op beleidsniveau voldoende was ontwikkeld maar dat beleid niet altijd de juiste prioriteit kreeg (grote verschillen in PO en VO), terwijl het vooral de medewerkers zelf waren die aangaven behoefte te hebben aan concrete ondersteuning. Vandaar dat gekozen is voor een oplossing die kan worden toegepast op de werkvloer: collega’s die als speciaal aandachtsgebied agressie en geweld tegen hun collega’s in hun pakket hebben. Er is een training ontwikkeld die opleidt tot ‘intermediair agressie en geweld’. Hoewel de verschillen tussen PO en VO groot waren, is al gebleken dat de deelnemers aan de eerste pilot aan de gang zijn gegaan met het intern bewustmaken, ontwikkelen van verdere instrumenten. Volgende stap is te zorgen voor inbedding en nazorg. Doel is organisaties continue te ‘voeden’ met ondersteuning. De eerste uitkomsten van het onderzoek laten onder meer zien dat er beter inzicht en betere registratie is en meer voorlichting over preventie en effectief ingrijpen. Tijdens de workshop werd benadrukt dat het goed is om klein te beginnen, maar verwachtingen wel te managen. Voor inbedding en bewustwording werd geadviseerd met name ook de OR in te schakelen en instrumenten zoals de RI&E te gebruiken. Door het opleiden van de intermediairs ontstaat een ‘kanaal’ voor nieuwe informatie, waardoor het onderwerp op de agenda blijft. Gebleken is dat de aanpak en aandacht voor het onderwerp een positief effect heeft: het werkt enthousiasmerend met veel vervolgactiviteiten vandien. Inlichtingen: Vervangingsfonds en Participatiefonds Marcel Touw, T 010 2177640
Project Veiligezorg® - Stichting Arbeidsmarkt Ziekenhuizen - StAZ Veiligezorg® begint bij jezelf! Een ziekenhuis hoort een veilige plek te zijn, voor iedereen. Of u nou patiënt, bezoeker of medewerker bent. De praktijk is anders: tachtig procent van de artsen en verpleegkundigen in Nederlandse ziekenhuizen wordt wel eens geconfronteerd met verbaal geweld, fysiek geweld of ernstige bedreigingen. In het project Veiligezorg® werken ziekenhuizen, gemeenten, politie en justitie samen om dit soort agressie terug te dringen, door het opstellen van duidelijke gedragsregels, treffen van concrete maatregelen en het maken van heldere afspraken tussen ziekenhuizen, gemeenten, politie en justitie. Ieder agressie-incident wordt vastgelegd in het Ziekenhuis Incident Registratiesysteem (ZIR). Het ZIR helpt om inzicht te krijgen in het soort incidenten en hun gevolgen. Op die manier kunnen effectievere maatregelen genomen worden. De medewerker staat centraal in een bottom-up benadering. In juni 2005 is de DVD ‘Spoedeisende Hulp, de dagelijkse praktijk’ onderscheiden. De DVD legt uit wat de procedures op de afdeling Spoedeisende Hulp zijn en waarom men soms langer moet wachten dan verwacht. De DVD is daarmee een effectief communicatiemiddel om agressie op de Spoedeisende Hulp te voorkomen. Een van de inzichten die de deelnemers tijdens de workshop verkregen, is dat de filosofie zowel intern als extern uitgelegd moet worden en dat het voeren van een lik-op-stuk-beleid van belang is. Medewerkers moeten verantwoordelijk worden gesteld voor de oplossingen, maar ook voor het toepassen daarvan. Door klein te beginnen, op de werkvloer, ontstaat een vliegwieleffect. Veiligezorg ondersteunt dit door een continue cyclus van intentieverklaring van alle betrokken partijen, probleemanalyse, plan van aanpak, melding en registratiesysteem, convenant met alle betrokken partijen om het uit te voeren, verbreding, verankering en evaluatie. Door deze cyclus wordt het onderwerp op de agenda gehouden! Inlichtingen: Peter Peerdeman, projectleider, P/a Centrum Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP), Lange Voorhout 9-13, Postbus 556, 2501 CN Den Haag, T 070 3765 701
[email protected]
Politie Haaglanden Politiekorps Haaglanden heeft in samenwerking met TNO Kwaliteit van Leven PAGAM ontwikkeld: de Politie Agressie- en Geweldsincidenten Analyse Methodiek. De workshop gaf een toelichting op de achtergrond van deze methodiek die inzicht biedt in de oorzaken van incidenten tijdens werksituaties en elf basisrisicofactoren benoemt waarvoor beheersmaatregelen te bedenken zijn die ervoor moeten zorgen dat het risico zo klein mogelijk wordt. PAGAM zoekt daarbij naar structurele verbeterpunten voor preventie aan de kant van a. Het politiewerkproces, b. De beïnvloeding van de burger en c. De beheersing van gevolgen van agressie zoals nazorg. Doel van de methodiek is het verbeteren van kwantitatieve en kwalitatieve informatie over agressie- en geweldsincidenten door burgers tegen politiepersoneel. Op basis van deze informatie kan beleid inzake agressie en geweld periodiek worden geëvalueerd en bijgesteld en maatregelen worden getroffen voor preventie, interventie en nazorg. Uit de praktijk van de pilot is gebleken dat van de 25 PAGAM-waardige zaken er 21 daadwerkelijk volgens de methodiek zijn afgehandeld. Tijdens de workshop is deelnemers gebleken dat PAGAM een waardevol instrument is voor een systematische ongevallenanalyse. Het is bovendien systematisch breder toepasbaar te maken, ook buiten de politie. Noodzakelijke voorwaarde voor een effectief gebruik is voldoende draagvlak binnen de organisatie en collega’s moeten zich gesteund weten. De inzet van de (hogere) leidinggevenden heeft grote invloed op de kwaliteit van preventie en nazorg van agressie en geweld. Als er voldoende draagvlak is, sluit het als systematiek goed aan op de managementbehoefte. Inlichtingen: Arbodienst Politie Haaglanden Frans van Dort, T 070 42 42 239 TNO Seth van den Bossche, T 023 554 99 37
(Extern) A+O fonds Gemeenten / Dienst Werk en Inkomen, CWI en UWV Gepresenteerd werden de achtergrond en praktijk van het E-learning programma over lokaal veiligheidsbeleid, ketenaanpak van agressie bij sociale zekerheid in bedrijfsverzamelgebouwen en een visie op agressie en aanpak. De inzichten die de deelnemers aan de workshop opdeden zijn: Interne duidelijkheid over de norm is de basis voor externe duidelijkheid; toch moeten de medewerkers de ruimte krijgen de normen nader in te vullen / toe te passen. Sommige dingen mag je best centraal neerzetten / regelen (zoals “zwartrijden mag niet” of “agressie accepteren we niet”). De organisatie bepaalt de norm. Maak duidelijk wat je van elkaar
verwacht. Zorg dat je je professioneel blijft gedragen. De organisatie moet je daar natuurlijk wel toe in staat stellen door de randvoorwaarden te scheppen en je eventueel te oefenen in hoe je je professioneel moet (blijven) opstellen en in waar je een grens kan / moet stellen. Het Elearningprogramma laat medewerkers eerst kennis maken met het hanteren van diverse vormen van emotioneel en agressief gedrag. Na het maken van een toets volgt de vaardigheidstraining met acteurs over het hanteren van de norm van de organisatie. Inlichtingen: Frans van der Kroft,
[email protected] /
[email protected]
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Aanvalsplan Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer (SVOV) Aanleiding voor het opstellen van het aanvalsplan zijn onder meer enkele vervelende incidenten met personeel in het openbaar vervoer in 2000/2001; de reiziger durft soms het OV niet meer in; de urgentie werd gevoeld, het politieke klimaat was er rijp voor en het Kabinetsbeleid werkte toe naar een veiliger samenleving als gevolg waarvan het een politiek item werd. In het aanvalsplan trekken V&W, BZK en Justitie samen op. Het doel is het verbeteren van het veiligheidsgevoel van reizigers en personeel, het verminderen van het aantal incidenten en het verminderen van het percentage zwartrijden. Maatregelen kunnen worden getroffen op operationeel (bv invoering chipkaart, meer toezichthouders), tactisch (o.a. handreiking veiligheidsarrangementen OV) en strategisch (bv
meerjarenplannen en monitoring) gebied. De evaluatie van de huidige fase loopt en wordt in juni afgerond. De tot nu toe bereikte resultaten zijn dat reizigers en personeel zich veiliger voelen, het aantal incidenten verandert niet veel, het zwartrijden neemt af. De kennis over de gewenste aanpak is vergroot en men is in staat snel en effectief te reageren op probleemsituaties. Adviezen zijn onder meer: maak het bespreekbaar; zorg voor politieke urgentie en steun; zorg voor betrokkenheid en draagvlak personeel; zorg voor kennisuitwisseling; laat verantwoordelijkheid waar die hoort en steun en stimuleer waar gewenst. Inlichtingen: www.kenniscentrumsv.nl of Abel Zomerman, T 070 351 62
(Intern) Pluryn Werkenrode Groep – “Een pantser tegen het onvermijdelijke” PWG ondersteunt mensen met een handicap bij wonen, werken, leren en vrije tijd. Een bijdrage over de impact van agressie op het werk, onder de titel “Een pantser tegen het onvermijdelijke” – als agressie niet helemaal te vermijden is, hoe wapenen wij onszelf dan? De feitelijke doelstelling van het project is het implementeren van instrumenten met als doel uitval en uitstroom als gevolg van agressie en geweld en schokkende gebeurtenissen te voorkomen. De instrumenten zijn het thematiseren van het onderwerp op team- en instellings-/organisatieniveau, het bespreekbaar maken van het thema binnen de teams, opvang door collega’s en leidinggevenden, opstellen van een protocol rondom agressie en geweld, het oprichten van een traumaopvangteam, het ontwikkelen van een brochure voor alle medewerkers waarin wordt uitgelegd wat georganiseerd is door de organisatie rondom het thema (zoals het traumaopvangteam). Het PWG-project bevat de onderdelen interviews, nulmeting en effectmeting, training van teams, traumaopvangteam en een brochure. Als succesfactoren worden omschreven commitment van het management, de aanwezigheid van een professionele functionaris voor projectcoördinatie en uitvoering, communicatie, tijd en subsidie. Van belang is dat lang wordt stilgestaan bij de vraag waarom men er iets aan wil doen. Cruciaal
is het verankeren aan de top: begin niet zonder commitment van het management. Aandacht dient te worden besteed aan het gedrag van de cliënt, zodat je agressie ziet aankomen. Hierbij wordt aangetekend dat de fase van bewustwording heel lang duurt. Het kan een tijd duren voordat gedragsverandering optreedt. Een ander aandachtspunt is om de projectkar te laten trekken door mensen die daarvoor minimaal drie jaar beschikbaar zijn. En ga niet voor de mensen denken wat zij na een incident nodig hebben, maar vraag het hen zelf! Verder dient voorkomen te worden dat mensen vereenzamen na een incident. Ervaringen uit de projecten moeten betrokken worden bij de beroepsopleidingen. Ook bij dit project geldt dat agressie een blijvend punt van aandacht moet zijn in het team. De nulmeting en effectmeting tonen aan dat het implementeren van deze instrumenten werkt. Uitval en uitstroom nemen af, het aantal incidenten neemt af en het verzuim als gevolg van agressie en geweld neemt eveneens af. Inlichtingen: Pluryn Werkenrode Groep, Winkelsteegseweg 99, 6534 AP Nijmegen, T 024 352 62 06 Tom van Bolderen, (Arbo, verzuim- en reïntegratie) AVR-adviseur,
[email protected] en Marieke Janssen, onderzoeker / adviseur Instituut voor Psychotrauma.
Algemene Onderwijsbond – Veilig Onderwijs – het Schoolveiligheidsplan De Aob presenteerde het Schoolveiligheidsplan, alle kennis en ervaring samengebracht in één plan. Welke manieren zijn er om onderwijs veiliger te maken? Voor veilig onderwijs bestaat geen algemeen recept. Wat het team van de ene school aanspreekt, vindt het team van de andere school onwerkbaar. Daarom is kern van de zaak dat het schoolbeleid door de personeelsleden gedragen wordt. Het schoolveiligheidsplan legt de eerste verantwoordelijkheid voor een veilig klimaat bij de school zelf. Iedere school dient een schoolveiligheidsplan te maken, als praktische uitwerking van de verantwoordelijkheid van de werkgever voor een goed arbeidsomstandighedenbeleid. Werkgevers en werknemers maken in de CAO afspraken over het invoeren hiervan in de CAO. De medezeggenschapsraad oefent de controle uit en kan worden ingeschakeld als het plan uitblijft.
Verschillende inzichten uit de workshop: Veiligheid staat niet op zichzelf, men zoekt naar de samenhang met andere terreinen zoals personeelsbeleid, arbo en onderwijsinhoud. Concierges spelen een belangrijke rol in de vertrouwensrelatie met de leerlingen en de leraren, zij signaleren onveilige situaties. Afgesproken regels moeten consequent worden nageleefd. Inlichtingen: Algemene Onderwijsbond, G. Willemsen, T 0900 463 62 62
(Nazorg) Voedsel- en Warenautoriteit De Voedsel- en Warenautoriteit heeft veel en intensief klantcontact. Van belang daarbij zijn het verbeteren van meldingen en het sturen daarop. De VWA hanteert het in 2004 opgestelde ‘Protocol omgaan met agressie en geweld’: een systeem van interne bedrijfsopvang en nazorg, voor en door de directe collega’s, door middel van het Bedrijfsopvangteam (BOT). Opvang is het belangrijkste doel van het protocol. Uitgangspunt is dat geweld nooit wordt geaccepteerd en er altijd een reactie volgt. Het BOT heeft tot taken: opvang van een collega; bevorderen / mobiliseren van de sociale hulp door de eigen omgeving en het in overleg met de getroffen medewerker doorverwijzen naar de bedrijfsarts of psycholoog. Vrijwilligers worden begeleid bij opvang en nazorg en het doen van aangifte. Basisprincipes zijn dat er altijd melding moet worden gedaan bij de leidinggevende of dienst plaatsvervanger en dat betrokkenen onvoorwaardelijke steun van de organisatie moeten ervaren. Kern van de aanpak is de interne opvang in het BOT-team door collega’s die weten hoe het er op de ‘werkvloer’ aan toe gaat. Er wordt altijd een gesprek aangeboden. Het BOT is samengesteld uit alle buitendienstdisciplines van de organisatie. Mensen voelen zich gesteund, zij kunnen binnen 24 uur hun verhaal kwijt zodat het incident snel een ‘herinnering’ wordt. De gevolgde procedures zijn: Juridische aspecten van geweld, agressie en omkoping; Melding van agressie; Actie en opvang na een ingrijpende gebeurtenis. Communiceren met elkaar en vooral ook over de omgevingsfactoren is van vitaal belang. Het zgn ‘veiligheidsvinkje’ (waardoor collega’s weten welke organisaties al een “reputatie” hebben opgebouwd, zodat zij daarmee rekening kunnen
houden bij hun inspectie) werkt preventief. Steun van de organisatie en van elkaar is onmisbaar. De VWA heeft de indruk dat deze aanpak uiteindelijk leidt tot minder geweld. Inlichtingen: Voedsel- en Waren Autoriteit, Hans Wulterkens, T 020 52 44 600.
Instituut voor Psychotrauma “Stepped care”, een presentatie over opvang na schokkende gebeurtenissen en deskundigheidsbevordering op het gebied van weerbaarheid, onveiligheid en agressie. “Stepped Care” gaat er van uit dat je niet meer moet inzetten dan op het moment zelf nodig is: bouw de psychosociale zorg gelaagd op. De vragen daarbij zijn: wat doe je, wanneer, in welke fase en door wie? De kern van de aanpak is om direct na een incident niet te veel te focussen op emoties maar wel op termijn te monitoren of betrokkene ten gevolge van klachten beperkingen ervaart. Onderschat het gebeurde niet, maar zie de situatie niet te snel als probleemsituatie, de eerste reacties zijn normale reactie op een abnormale gebeurtenis, een normaal menselijk proces. Laat betrokkene niet te snel thuisblijven. De soms heftige emoties na een agressie-incident zeggen nog niet zoveel over de mate waarin hij later eventueel problemen ervaart. Erkenning, regelen van praktische zaken, informatie en herstel van normale situatie zijn belangrijke elementen voor de eerste “psychische EHBO”. Mensen moeten zich gesteund weten, dus zorg dat de randvoorwaarden goed geregeld zijn: regel in de eerste 24 uur de basale dingen goed (het doen van aangifte, in overleg met betrokkene afspraken maken over bijvoorbeeld het werk). Dat start bij de leidinggevende: hij moet alle do’s en don’ts kennen. Het is een belangrijke werkgeverstaak om te zorgen voor een goed (veilig) werkklimaat (dat werkt preventief). Mensen moeten zich vooral gehoord en gesteund voelen. Wat dat betreft ligt er in deze aanpak een duidelijke regierol bij leidinggevenden. Wat betreft de attitude richting betrokkene: erkenning is prettig, meehuilen niet! Investeer in nazorg, maar maak het niet te ingewikkeld. Geadviseerd wordt ook maatregelen niet alleen te richten op agressie die van buiten komt, maar ook op de interne agressie, die is blijkens onderzoek
zorgwekkend hoog en is als cultuuraspect een groter taboe dan externe agressie. Krijg het boven tafel en maak het bespreekbaar, bijvoorbeeld in het werkoverleg of het managementteam. Inlichtingen: Instituut voor Psychotrauma Peter van Loon, T 0418 683 434
Aan de informatiemarkt werkten mee:
Project Veiligezorg® Veiligezorg® begint bij jezelf! (zie ook de workshop) Een integraal ziekenhuisregistratiesysteem ten behoeve van de Stichting Arbeidsmarkt Ziekenhuizen (StAZ). Inlichtingen: Peter Peerdeman, projectleider, P/a Centrum Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP), Lange Voorhout 9-13, Postbus 556, 2501 CN Den Haag, T 070 3765 701
[email protected]
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directie Politie Handreiking voor “Protocol geweld tegen de Politie”. Met de uitvoering van de handreiking wordt het gezag van de politie geoptimaliseerd, doordat er een duidelijk signaal wordt afgegeven dat geweld en agressie jegens de politie niet worden getolereerd. Met de handreiking wordt een stuk kwaliteit aan de personeelszorg toegevoegd. Inlichtingen: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, directie Politie, T 070 426 6686
[email protected]
TNO Kwaliteit van Leven / Arbeid - “Met PAGAM leren van ongevallen” TNO heeft in samenwerking met het Politiekorps Haaglanden de Politie Agressie- en
Geweldsincidenten Analyse Methodiek (PAGAM) ontwikkeld. Het instrument is ontwikkeld om de kwantitatieve en kwalitatieve informatie over agressie- en geweldsongevallen tegen politiepersoneel te verbeteren. Met deze methodiek kan een politiekorps haar beleid evalueren en bijstellen en een succesvolle aanpak opstellen voor preventie, interventie en nazorg. Inlichtingen: Ir. Johan K.J. van der Vorm, Senior adviseur veiligheids- en arbomanagement Polarisavenue 151, Postbus 718, 2130 AS Hoofddorp, T 023 554 94 28
[email protected] Frans van Dort, Arbodienst politie Haaglanden, T 070 42 42 239. TNO Kennis voor zaken – “Tegengaan van ongewenst gedrag op de werkvloer” Goed werkgeverschap vraagt om een goed HRbeleid met aandacht voor ‘omgangsvormen’, zowel intern als extern. TNO stelt vast dat goede omgangsvormen en een prettige werksfeer bijdragen aan betere bedrijfsresultaten, blijvend gezonde en gemotiveerde medewerkers met een hoge productiviteit, tevreden klanten, een laag verzuim en geen ongewenste uitstroom. TNO heeft een integrale aanpak sociale veiligheid opgesteld. Inlichtingen: Dr. Sjiera de Vries, T 023 554 9522,
[email protected]
Stichting STO(M)P – “Lovely Rita” Stichting STO(M)P toonde de “videoprimeur” van de theaterproductie “Lovely Rita” over vier personages die we dagelijks tegenkomen binnen groepsprocessen op ons werk: een leidinggevende, een pester, een gepeste en een meeloper. Uit de productie blijkt hoe lastig wij het vinden elkaar aan te spreken op de inhoud. STO(M)P brengt de theaterproductie in combinatie met een coachingstraject en begeleidt organisaties bij het implementeren van veiligheidsplannen of arboconvenanten. Inspanning vanaf Bestuurlijk/Directie-en Managementniveau is van essentieel belang om een “veilige en integere” bedrijfscultuur te ontwikkelen. Thema’s als het aangeven van je eigen grens, inzicht krijgen in groepsprocessen, elkaar aanspreken, met behoud van een goede relatie, “hoe doe je dat”, en het erkennen en herkennen van ongewenst gedrag zijn een
onderdeel van coaching en trainingen op verschillende niveau’s binnen de organisatie. Een intern veilige organisatie is beter opgewassen tegen agressie van buitenaf. STO(M)P kan u ook ondersteunen met specifieke agressiedeskundigen. Inlichtingen: J.B.H.M. (Ans) Bosgoed, bestuurslid Stichting STO(M)P, projectontwikkelaar / adviseur. Nieuwstraat 37, 7311 HZ Apeldoorn, T 055 578 9007,
[email protected] www.stichtingstomp.nl
Instituut voor Psychotrauma / Schouten & Nelissen Deskundigheidsbevordering op het gebied van weerbaarheid, onveiligheid en agressie, onder meer door de training “Omgaan met intimidatie en agressie”, bedoeld voor mensen die regelmatig in aanraking komen met agressieve personen of het risico lopen agressief bejegend te worden. Na deze training hebben de deelnemers inzicht in de oorzaken van agressief gedrag, kennen zij de factoren die agressief gedrag kunnen versterken en weten zij hoe agressie te verminderen. De training leert hoe organisaties een goede incidentregistratie kunnen opzetten. Andere voorbeelden: “Basistraining collegiale opvang”, “Crisismanagement en opvang door leidinggevenden”, “Voorbereiding op calamiteiten” en “Crisisondersteuning”. Inlichtingen: Over trainingen en “Tips bij opvang na schokkende gebeurtenissen”: Instituut voor Psychotrauma, het expertisecentrum voor traumazorg, Van HeemstrawegWest 5, postbus 266, 5300 AG Zaltbommel, T 0418 680 800 Drs. Marieke Janssen, onderzoeker / adviseur,
[email protected]
GGZ Oost-Brabant - “Koplopers” in de Geestelijke Gezondheidszorg Informatie over het werkpakket “Agressie en onveiligheid” en het proefproject “Onveiligheid in de crisisdienst”. Als de medewerker onveiligheid inschat, wat moet hij / zij dan doen? Hiertoe is onder meer een methodiek (een ‘voorspellende lijst’) ontwikkeld.
Inlichtingen: De heer E.J.M. Penterman, GGZ Oost-Brabant, T 0413 846 800
A+O fonds Gemeenten – gezond werken in Gemeenten Informatie over onder meer de subsidies van het A+O fonds Gemeenten, bijvoorbeeld voor training in het omgaan met agressie en geweld. De Werkmap Agressiebeleid als onderdeel van de Arbomonitor Gezond Werk – aanpak van agressie en geweld als één van de vier arbeidsrisico’s uit het Arboconvenant Gemeenten. De preventiemedewerker op maat van gemeenten: handreiking voor invoering van preventietaken voor de alledaagse zorg voor veiligheid en gezondheid naar aanleiding van de wijziging Arbowet juli 2005. Inlichtingen: Stichting A+O fonds Gemeenten, Nassaulaan 15, postbus 30435, 2500 GK Den Haag, T 070 373 88 22, www.aeno.nl.
Achmea Arbo RI&E en de agressiescan: aanpak van agressierisico’s. Onder meer informatie over “ArboFlex, ieder verzuim zijn eigen aanpak”. Hierin staat flexibiliteit per verzuimende medewerker centraal. Er zijn vijf begeleidingstrajecten ontwikkeld om de medewerker snel weer aan het werk te helpen. Inlichtingen: Achmea Arbo BV, Prof. J.H. Bavincklaan 5, 1183 AT Amstelveen, postbus 130, T 020 543 72 22 / 055 579 33 93.
Belastingdienst / FIOD-ECD “Als u een schokkende gebeurtenis meemaakt” Als medewerker van de Belastingdienst kunt u een schokkende gebeurtenis meemaken. U kunt in uw werk geconfronteerd worden met een ongeval, (verbaal) geweld, bedreiging, een schietincident of een collega die plotseling onwel wordt. Ieder mens reageert daar anders op. Wat te doen als u terechtkomt in zo’n situatie? Praten is de beste remedie – Traumateam voor opvang
binnen 24 uur: “De lat moet worden gelegd bij de beleving van het slachtoffer”. Inlichtingen: Belastingdienst / FIOD-ECD (Rob Janssen / Wietske Visser), Bernadottelaan 13-15, 3527 GA Utrecht, T 030 295 76 00.
Noten: Congresontwikkeling en inlichtingen: Centrum Arbeidsverhoudingen voor Overheidspersoneel (CAOP), Loes Spaans,
[email protected], 070 3765 711. Dit verslag, inclusief integrale presentaties van diverse workshops, is te raadplegen op www.caop.nl en http://www.rop.caop.nl/. • • • • • • •
presentatie presentatie presentatie presentatie presentatie presentatie presentatie
Franx (pdf, 2 MB) Touw (pdf, 961 K) van Bolderen (pdf, 195 K) van Loon (pdf, 2 MB) v. d. Vorm (pdf, 913 K) Wulterkens (pdf, 63 K) Zomerman (pdf, 303 K)