AGENDA EN SAMENSTELLING ZITTINGEN CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR FEBRUARI 2016 (onder voorbehoud) FEBRUARI dinsdag 2 februari 2016 middag 13.00 C2015.317 klager / orthopedisch chirurg (ZH) 14.00 C2015.224 klaagster / orthopedisch chirurg (NB) 15.00 C2015.266 klagers / orthopedisch chirurg (UT)
Mr. C.H.M. van Altena Mr. L.F. Gerretsen-Visser Mr. drs. R. Prakke-Nieuwenhuizen Dr. R.M. Bloem Dr. W.J. Rijnberg Mr. M.D. Barendrecht-Deelen
C2015.317 Klacht: De klacht heeft betrekking op de behandeling van de vader van klager, patiënt, die op hoge leeftijd anderhalve maand na een door verweerder, orthopedisch chirurg, uitgevoerde heupoperatie is overleden. Klager verwijt verweerder dat: 1. Hij bij de operatie niet lege artis heeft gehandeld en een nieuwe experimentele techniek heeft toegepast; 2. Patiënt geen informed consent heeft gegeven voor de operatie; 3. Patiënt antibiotica zijn onthouden, ondanks dat hij longontsteking had; 4. Patiënt te weinig voedsel en vocht zijn toegediend; 5. Gemanipuleerd is met de sterftecijfers; 6. Zich veel complicaties hebben voorgedaan; 7. Hij heeft geweigerd het dossier van patiënt ter inzage af te geven althans daarmee te traag is geweest. RTG Den Haag: Klacht afgewezen. Gemachtigde orthopedisch chirug: mr. W.R. Kastelein, advocate te Zwolle
C2015.224 Klacht: Verweerder, orthopedisch chirurg, heeft op verzoek van de rechtbank een deskundigenbericht uitgebracht in het kader van een civiele procedure tussen klaagster en een ziekenhuis. De vraagstelling was onder andere of er op verweerders vakgebied sprake is geweest van verwijtbaar handelen. Klaagster verwijt verweerder dat hij: 1. Twee voor klaagster belangrijke aspecten wel met klaagster heeft besproken maar niet in zijn rapport heeft opgenomen; 2. Van de eerste rapportage slechts een kopie heeft gemaakt en klaagster hiervoor 500 Euro in rekening heeft gebracht; 3. Het deskundigenbericht zonder goedkeuring van klaagster naar de rechtbank heeft gestuurd. RTG Eindhoven: Klacht als kennelijk ongegrond afgewezen.
C2015.266 Klacht: klagers zijn de ouders van hun aan een longembolie overleden dochter. Patiënte is geopereerd naar aanleiding van klachten aan het hielbeen en de achillespees. Klagers verwijten de aangeklaagde orthopedisch chirurg dat zij tijdens de nacontroles onvoldoende naar de door de patiënte geuite klachten (moeheid, duizeligheid, flauwvallen en kramp in het been) heeft geluisterd. Als gevolg hiervan zijn maatregelen achterwege gebleven die een longembolie hadden kunnen voorkomen. RTG Amsterdam: Wijst de klacht zonder verder onderzoek in raadkamer af. Gemachtigde orthopedisch chirurg: mr. K. Mous, advocaat te Nijmegen
donderdag 4 februari 2016 ochtend 10.00 C2015.022 klager / verzekeringsarts (ZH) 11.00 C2015.227 bedrijfsarts/ klager (UT)
Mr. E.J. van Sandick Mr. J.P. Fokker Mr. E.F. Lagerwerf-Vergunst Drs. H.S. Boersma Drs. J.A.F. Leunisse-Walboomers Mr. M.W. van Beek
C2015.022 Klacht: klaagster is de dochter van patiënt. Patiënt is arbeidsgeschikt verklaard waartegen hij tevergeefs bezwaar, beroep en hoger beroep heeft ingesteld. Klaagster verwijt de aangeklaagde verzekeringsarts: 1. het niet serieus nemen van de medische klachten van patiënt en zijn medische voorgeschiedenis; 2. schoffering, onbehoorlijk gedrag en insinuatie tijdens de spreekuurcontacten; 3. dat de probleemanalyse/plan van aanpak onvolledig en onjuist is; 4. het niet serieus nemen van de medische expertise van de behandelend psychiaters van patiënt en het afdwingen van een psychiatrische expertise. RTG ’s-Gravenhage: Wijst de klacht zonder nader onderzoek in haar geheel als kennelijk ongegrond af. Gemachtigde klager: mr. M.M. Dezfoulie, advocaat te Den Haag Gemachtigde verzekeringsarts: mr. A.G. Jansen, advocaat te Amsterdam
C2015.227 Klacht: Verweerder, bedrijfsarts, heeft klager op enig moment volledig arbeidsgeschikt verklaard. Klager is in het kader van een bezwaar tegen dit oordeel onderzocht door een verzekeringsarts bezwaar en beroep bij het UWV die tot het oordeel is gekomen dat klager ten onrechte arbeidsgeschikt is verklaard voor het werk van hovenier. Klager verwijt verweerder onvoldoende zorg te hebben verleend door: 1. Hem arbeidsgeschikt te verklaren voor zijn werk als hovenier zonder hem te hebben onderzocht; 2. Hem arbeidsgeschikt te verklaren zonder informatie in te winnen bij zijn huisarts en 3. Zijn oordeel niet deugdelijk te onderbouwen. RTG Amsterdam: Alle onderdelen gegrond: berisping Gemachtigde bedrijfsarts: mr. C.J. van Weering, advocate te Utrecht
middag 13.00 C2015.068 14.00 C2015.291 15.00 C2015.140 16.00 C2015.152
klager / bedrijfsarts (ZH) klager / bedrijfsarts (ZH) verzekeringsarts / klager (UT) klager / verzekeringsarts (UT)
Mr. E.J. van Sandick Mr. J.P. Fokker Mr. E.F. Lagerwerf-Vergunst Drs. H.S. Boersma Drs. J.A.F. Leunisse-Walboomers Mr. drs. E.E. Rippen
C2015.068 Klacht: klager heeft zich medio maart ziek gemeld wegens rugklachten en hoofd- en oogpijn. Klager heeft een visuele beperking waardoor hij hulpmiddelen nodig heeft voor lees- en schrijftaken. Begin april heeft de aangeklaagde bedrijfsarts klager op zijn spreekuur gezien en onderzocht. Klager verwijt de bedrijfsarts dat hij: 1. tijdens het consult in april geen excuses aan klager heeft aangeboden voor het feit dat hij te laat aanwezig was; 2. meteen na aanvang van het consult, en zonder te vragen naar de medische gegevens, een oordeel heeft uitgesproken, inhoudende dat klager voor meer dan 100% arbeidsgeschikt was en dat hij direct zijn werkzaamheden diende te hervatten; 3. een onduidelijke, ongemotiveerde en onvolledige probleemanalyse aan de werkgever heeft verstrekt, welk verslag afweek van hetgeen de bedrijfsarts mondeling aan klager had medegedeeld. RTG Amsterdam: Wijst de klacht als kennelijk ongegrond zonder verder onderzoek in raadkamer af. Gemachtigde bedrijfsarts: mr. C.J. van Weering, advocate te Utrecht
C2015.291 Klacht: Verweerder, bedrijfsarts, heeft klager in het kader van de Wet verbetering Poortwachter beoordeeld, een rapportage opgesteld en geschikt geacht om werkzaamheden uit te oefenen. Klager kon zich hier aanvankelijk in vinden maar heeft toch bezwaar gemaakt tegen de hersteld verklaring. Door de bezwaarafdeling is, na ontvangst van medische informatie van de afdeling psychiatrie van het ziekenhuis waar klager eerder was beoordeeld, vervolgens een verzoek tot herziening gedaan. Klager is ter gelegenheid van deze herziening arbeidsongeschikt geacht en met terugwerkende kracht toegelaten tot de ziektewet. Klager verwijt verweerder, zakelijk weergegeven, dat hij geen acht heeft geslagen op de stukken van het ziekenhuis, dat hij geen goede diagnose heeft gesteld en dat hij klager onheus heeft bejegend. RTG Den Haag: Klacht afgewezen.
C2015.140 Klacht: BMA zaak. Klager is van Irakese nationaliteit en lijdt aan epilepsie, een depressie en een posttraumatische stressstoornis. Het gaat in casu om de verlenging van zijn verblijfsvergunning voor medische behandeling. Naar aanleiding van de adviezen van de aangeklaagde verzekeringsarts is de aanvraag tot verlenging afgewezen. Klager verwijt de aangeklaagde verzekeringsarts het volgende: 1. de adviezen van 2013 en 2014 voldoen niet aan de daaraan te stellen eisen. De verzekeringsarts heeft niet voldoende onderzoek gedaan om tot een medisch verantwoord en goed gemotiveerd onafhankelijk advies te komen, in het bijzonder waar het gaat om de beschikbaarheid van de benodigde medicatie; 2. de verzekeringsarts heeft klagers gezondheid in gevaar gebracht door, als gevolg van onvoldoende
vakinhoudelijke kennis en grove onzorgvuldigheid, uit te gaan van de beschikbaarheid van de benodigde medicatie in het land van herkomst ter voorkoming van het ontstaan van een medische noodsituatie, terwijl dat niet het geval was. RTG Amsterdam: Verklaart de klacht gegrond voor zover die betrekking heeft op de motivering en onderbouwing van de conclusie en legt de verzekeringsarts de maatregel van waarschuwing op. Gemachtigde klager: mr. K.T.B. Salomons, advocate te Den Haag Gemachtigde verzekeringsarts: mr. M.F. van der Mersch, advocate Den Haag
C2015.152 Klacht: BMA zaak. Klager is van Nigeriaanse nationaliteit en met HIV besmet. Klager heeft de IND verzocht om uitstel van vertrek omdat het gelet op de gezondheidstoestand van klager niet verantwoord is te reizen. De verzekeringsarts heeft in dit kader adviezen uitgebracht aan de IND. De verzekeringsarts heeft onder meer aangegeven dat behandeling in Nigeria kan worden gegeven. Klager verwijt de verzekeringsarts zijn zorgplicht jegens klager te hebben geschonden : 1. door (meermaals) gebruik te maken van informatie, terwijl er aanleiding was om aan de juistheid van die informatie te twijfelen; 2. door ten onrechte het begrip “beschikbaarheid” (van medicatie) uit te breiden (zelfs op aan te sturen) tot het op individueel verzoek van patiënt importeren van medicatie die niet in Nigeria aanwezig is. Daarbij heeft de verzekeringsarts bovendien nagelaten onderzoek te verrichten naar het systeem van parallelimport in Nigeria waardoor het niet zeker is of dit wel is toegestaan en (dus) of de medicatie daadwerkelijk beschikbaar is in Nigeria. RTG Amsterdam: Wijst de klacht in al haar onderdelen af. Gemachtigde klager: mr. B. Wegelin, advocate te Amsterdam Gemachtigde verzekeringsarts: mr. M.F. van der Mersch, advocate Den Haag
dinsdag 9 februari 2016 ochtend 10.30 C2014.466 klager / kno-arts (NH) C2014.467 zelfde klager / kno-arts (NH) C2014.468 zelfde klager / kno-arts (NH)
Mr. K.E. Mollema Prof. mr. J. Legemaate Mr. A.R.O. Mooy Dr. C.J. Brenkman Prof. dr. A. Vissink Mr. M. van Esveld
C2014.466 Klacht: De klacht betreft de mogelijke oorzaak van de malaiseklachten van klager. Klager stelt dat in zijn kaakholte een onnatuurlijk bultje zit, vrijwel zeker gevuld met palladiummateriaal afkomstig van een eerdere zenuwbehandeling. Een streptococcen bacterie in het bultje zou telkens groen snot veroorzaken. Klager wijt zijn malaiseklachten aan dit bultje. Klager verwijt de aangeklaagde KNO-arts het stellen van een verkeerde diagnose. Hij had beter onderzoek moeten doen en het bultje moeten verwijderen. Voorts heeft de KNO-arts zonder toestemming van klager klagers huisarts gebeld. RTG Amsterdam: Wijst de klacht geheel als kennelijk ongegrond zonder verder onderzoek in raadkamer af.
C2014.467 Klacht: De klacht betreft de mogelijke oorzaak van de malaiseklachten van klager. Klager stelt dat in zijn kaakholte een onnatuurlijk bultje zit, vrijwel zeker gevuld met palladiummateriaal afkomstig van een eerdere zenuwbehandeling. Een streptococcen bacterie in het bultje zou telkens groen snot veroorzaken. Klager wijt zijn malaiseklachten aan dit bultje. Klager verwijt de aangeklaagde KNO-arts dat zij ontkent dat er een bultje zou bestaan en onnodig – al eerder verricht – bloedonderzoek heeft laten doen. RTG Amsterdam: Wijst de klacht geheel als kennelijk ongegrond zonder verder onderzoek in raadkamer af.
C2014.468 Klacht: De klacht betreft de mogelijke oorzaak van de malaiseklachten van klager. Klager stelt dat in zijn kaakholte een onnatuurlijk bultje zit, vrijwel zeker gevuld met palladiummateriaal afkomstig van een eerdere zenuwbehandeling. Een streptococcen bacterie in het bultje zou telkens groen snot veroorzaken. Klager wijt zijn malaiseklachten aan dit bultje. Klager verwijt de aangeklaagde KNO-arts dat zij ontkent dat er een bultje zou bestaan en dat zij niet is ingegaan op klagers wens om het bultje operatief te verwijderen. Het door de KNO arts voorgestelde spoelen van de neus acht klager geen oplossing voor het verwijderen van een onnatuurlijk bultje. RTG Amsterdam: Wijst de klacht geheel als kennelijk ongegrond zonder verder onderzoek in raadkamer af. Gemachtigde kno-arts: mr. A.V. Rijneke, advocate te Utrecht
10.30 C2014.469
klager / kaakchirurg (NH)
Mr. K.E. Mollema Prof. mr. J. Legemaate Mr. A.R.O. Mooy Prof. dr. A. Vissink Drs. M. Fokke Mr. M. van Esveld
C2014.469 Klacht: de klacht betreft de mogelijke oorzaak van de malaiseklachten van klager. Klager stelt dat in zijn kaakholte een onnatuurlijk bultje zit, vrijwel zeker gevuld met palladiummateriaal afkomstig van een eerdere zenuwbehandeling. Een streptococcen bacterie in het bultje zou telkens groen snot veroorzaken. Klager wijt zijn malaiseklachten aan dit bultje. Klager verwijt de aangeklaagde kaakchirurg dat zij ontkent dat er een bultje te zien zou zijn op het orthopantogram (OPG) terwijl dit, zo stelt klager, wel te zien is op het in haar ziekenhuis gemaakte OPG. RTG Amsterdam: Wijst de klacht geheel als kennelijk ongegrond zonder verder onderzoek in raadkamer af.
middag 12.30 C2015.335 13.30 C2015.325 C2015.326
klager / verpleegkundige (FL) verpleegkundige/ klager (LB) verpleegkundige/ zelfde klager (LB)
Mr. K.E. Mollema Prof. mr. J. Legemaate Mr. A.R.O. Mooy P. Nieuwenhuizen-Berkovits P. van der Zee Mr. M. van Esveld
C2015.335 Klacht: Verweerder is werkzaam als sociaal psychiatrisch verpleegkundige bij een instelling van het leger de Heils waar klager verblijft. Er waren spanningen opgetreden tussen klager en anderen. Op enig moment werd aan klager een sanctie opgelegd. Klagers klacht houdt in dat er op 16 december 2014 twee medewerkers voor klagers kamerdeur stonden, onder wie verweerder. Klager werd verteld dat hij het gebouw diende te verlaten voor een bepaalde tijd. Deze maatregel was bedoeld als sanctie voor iets waar klager naar zijn eigen mening niet schuldig aan was. Klager vond de sanctie dan ook niet terecht en deelde dat mee aan de medewerkers. Hij wilde vervolgens zijn deur weer sluiten, wat niet mogelijk was omdat verweerder – die onmiddellijk na het openen van de deur zijn voet al over de drempel had geplaatst – zijn voet tussen de deur en de deurpost hield. Klager verwijt verweerder deze uiting van fysiek geweld en dit in zijn beleving intimiderende gedrag. RTG Groningen: Kennelijk ongegrond. Klacht afgewezen. Gemachtigde verpleegkundige: mr. C. Grondsma, advocate te Leeuwarden C2015.325 Klacht: Klacht tegen verpleegkundige. Klager is de ex-schoonvader van patiënte. Patiënte is op enig moment in behandeling geweest bij een instelling voor geestelijke gezondheidszorg, waar verweerder als verpleegkundige betrokken is geweest bij de zorgverlener aan patiënte. Verweerder is voorts gedurende een korte periode behandelcoördinator van patiënte geweest. Patiënte heeft op enig moment aangifte gedaan van een zedenmisdrijf door haar ex-schoonvader jegens haar dochter, klagers kleindochter. Verweerder heeft in dit verband bij de politie een verklaring afgelegd over uitspraken van patiënte. Klager heeft de volgende klachtonderdelen naar voren gebracht: 1. Verweerder heeft zijn medisch beroepsgeheim doorbroken en geschonden en klager op onrechtvaardige wijze en zonder aanwijsbare gronden verdachte gemaakt van een zedendelict; 2. Verweerder heeft artikel 10 van de Grondwet jegens klager geschonden door persoons- en informatiegegevens te registreren die herleidbaar zouden zijn naar klager. RTG Eindhoven: Klager is ontvankelijk in de klacht. Ad 1: gegrond; Ad 2: ongegrond. Berisping. Gemachtigde verpleegkundige: mr. L.A.P. Arends, advocaat te Nijmegen C2015.326 Klacht: Klacht tegen verpleegkundige. Klager is de ex-schoonvader van patiënte. Patiënte is op enig moment in behandeling geweest bij een instelling voor geestelijke gezondheidszorg, waar verweerster als verpleegkundige betrokken is geweest bij de zorgverlener aan patiënte. Patiënte heeft op enig moment aangifte gedaan van een zedenmisdrijf door haar ex-schoonvader jegens haar dochter, klagers kleindochter. Verweerster heeft in dit verband bij de politie een verklaring afgelegd over uitspraken van patiënte. Klager heeft de volgende klachtonderdelen naar voren gebracht:
1. Verweerster heeft haar medisch beroepsgeheim doorbroken en geschonden en klager op onrechtvaardige wijze en zonder aanwijsbare gronden verdachte gemaakt van een zedendelict; 2. Verweerster heeft artikel 10 van de Grondwet jegens klager geschonden door persoons- en informatiegegevens te registreren die herleidbaar zouden zijn naar klager. 3. Verweerster zou hebben toegelaten dat “ongenuanceerde informatie” tijdens de groepssessies werd gedeeld met de overige groepsleden van patiënte. RTG Eindhoven: Klager is ontvankelijk in de klacht. Ad 1: gegrond; Ad 2 en 3: ongegrond. Berisping. Gemachtigde verpleegkundige: mr. L.A.P. Arends, advocaat te Nijmegen
donderdag 11 februari 2016 ochtend 11.00 C2015.256
klager / psychiater (ZH)
Mr. J.M. Rowel-van der Linde Mr. G.P.M. van den Dungen Mr. M. Wigleven Drs. M. Drost Prof. dr. P.P.G. Hodiamont
C2015.256 Klacht: klager is opgenomen in een TBS-kliniek in het kader van de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde straf en behandeling. Voor niet-psychiatrische klachten is er in deze kliniek een medische dienst aanwezig. Klager heeft zich hier regelmatig met lichamelijke klachten waaronder artrose klachten aan zijn heup gemeld. Klager verwijt de aangeklaagde psychiater dat hij een ziekenhuisconsult bij een specialist alsmede een second opinion heeft geweigerd, hoewel dat wegens zijn artrose noodzakelijk was en klager veel pijnklachten had die tot de dood kunnen leiden. RTG Den Haag: Wijst de klacht zonder nader onderzoek in raadkamer als kennelijk ongegrond af. Gemachtigde psychiater: mr. P.A. de Zeeuw, advocaat te Amsterdam Gemachtigde klager: mr. D.W.H.M. Wolters, advocaat te Hoofddorp
middag 13.00 C2015.252 C2015.253 14.30 C2015.246 15.30 C2015.025
klager / psychiater (NH) zelfde klager / psychiater (NH) klager /psychiater (ZH) klaagster / psychiater (NB)
Mr. J.M. Rowel-van der Linde Mr. G.P.M. van den Dungen Mr. M. Wigleven Drs. M. Drost Prof. dr. P.P.G. Hodiamont Mr. B.J. Broekema-Engelen
C2015.252 Klacht: Klager is naar de aangeklaagde psychiater verwezen met de vraag of er mogelijk sprake was van ADHD. De psychiater heeft in het onderling contact gebruik gemaakt van het email adres van haar echtgenoot die werkzaam is bij de politie. Klager heeft per email aan de psychiater laten weten dat hij zijn vuurwapens kwijt was vanwege een melding door een anonieme melder. Klager heeft aan de psychiater gevraagd om een verklaring waarmee hij zou kunnen aantonen dat het bezit van vuurwapens wel aan klager
kon worden toevertrouwd. De psychiater heeft per email laten weten dat zij de gevraagde verklaring niet kon afgeven. Klager verwijt de aangeklaagde psychiater dat zij : 1. haar beroepsgeheim en het vertrouwen van klager heeft geschonden omdat zij gebruik heeft gemaakt van het e-mailadres van een politiebeambte; 2. een onjuiste diagnose heeft gesteld; 3. de diagnose heeft geantedateerd; 4. heeft geweigerd informatie door te sturen aan de politie; 5. het UWV verkeerd heeft geïnformeerd; 6. buiten klager om stukken heeft gestuurd naar de Centrale Raad van Beroep. RTG Amsterdam: Wijst de klacht in al haar onderdelen als kennelijk ongegrond en zonder verder onderzoek in raadkamer af. Gemachtigde psychiater: mr. S.F. Tiems, advocate te Utrecht
C2015.253 Klacht: klager verwijt de aangeklaagde psychiater dat hij : 1. ondanks herhaalde verzoeken geen behandelplan heeft opgesteld; 2. leugens en valsheid in geschrifte heeft gepleegd met betrekking tot een doorverwijzing naar een bepaalde andere instelling; 3. bepaalde documenten van het UWV uit de dossiermap heeft verwijderd; 4. niet heeft ingevuld en verzonden een formulier voor het Fonds Bijzondere Noden; 5. ten aanzien van de hulpverlening heeft nagelaten goede zorg te verlenen, hetgeen heeft geresulteerd in gederfde inkomsten van 1000 euro; 6. het behandeldossier niet tijdig heeft verzonden; 7. klager heeft gevraagd bij hem thuis te komen douchen. RTG Amsterdam: Wijst de klacht in al haar onderdelen als kennelijk ongegrond en zonder verder onderzoek in raadkamer af.
C2015.246 Klacht: de aangeklaagde psychiater is lid van de Raad van Bestuur werkzaam voor de GGZ. Klager is tweemaal gedwongen opgenomen met een inbewaringstelling. De gevorderde voortzetting van de IBS is tweemaal door de rechter afgewezen. Klager verwijt de psychiater: 1. de tweede onterechte inbewaringstelling waartoe hij aanvoert niet aan een stoornis te lijden; 2. dat zij twee deskundigen rapportages waaruit zou blijken dat er bij klager geen sprake is van een psychische stoornis en die klager aan zijn dossier toegevoegd wenst te zien, niet wil accepteren c.q. erkennen; 3. dat er ten onrechte een declaratie is ingediend bij de zorgverzekeraar van klager voor de tweede onrechtmatige inbewaringstelling. RTG Den Haag: Wijst de klacht zonder nader onderzoek als kennelijk ongegrond af. Gemachtigde psychiater: mr. A.A. Rijsdijk, advocate te Delft
C2015.025 Klacht: In het kader van een echtscheidingsprocedure heeft verweerster, psychiater, klaagster in opdracht van de rechtbank psychiatrisch onderzocht. Zij heeft daarvan een rapport opgesteld. Klaagster verwijt verweerster het volgende: 1. De rapportage van verweerster heeft geen deugdelijke grondslag; 2. Verweerster trekt subjectieve, onjuiste en negatieve conclusies over personen, die zij niet heeft onderzocht en baseert daarop haar ondeugdelijke advies dat diep ingrijpt in de levenssfeer; 3. De rapportage van verweerster, die op ondeugdelijke gronden is gebaseerd, tast de niet onderhandelbare rechten en autonomie van klaagsters zoon en haarzelf aan; 4. Verweerster doet de waarheid geweld aan; dit is in strijd met de gedragsregels voor artsen, de beroepscode voor psychiaters, de kernwaarden van de gerechtelijke deskundigen en de richtlijn psychiatrische rapportage; 5. Verweerster heeft de fundamentele rechtsregel ‘hoor en wederhoor’ geschonden; 6. Verweerster declareert onterecht ruim uren en reiskosten voor werk dat volstrekt geen toegevoegde waarde heeft, de waarheid geweld aan doet, cruciale feiten loochent en die zij ook niet in detail verwoordt. RTG Eindhoven: Klacht afgewezen Gemachtigde psychiater: mr. C.J. van Weering, advocate te Utrecht
dinsdag 16 februari 2016 ochtend 11.00 C2014.444 cardioloog/ klaagster (NB) 12.00 C2015.138 klager / cardioloog (ZL) C2015.139 zelfde klager/ cardioloog (ZL)
Mr. C.H.M. van Altena Mr. A. Smeeïng-van Hees Mr. R. Veldhuisen Prof. dr. R.J.M. Klautz Dr. A.A. de Rotte Mr. D. Brommer
C2014.444 Klacht: klaagsters klacht heeft betrekking op de geneeskundige behandeling van hun inmiddels overleden zus. De zus is op verwijzing van de huisarts gezien op de Eerste Hart Hulp door de arts assistent . De aangeklaagde cardioloog had tijdens de avonddienst achterwacht en was supervisor. Zij verwijten de cardioloog dat hij als superviserend cardioloog onzorgvuldig heeft gehandeld. Zij heeft zich te veel laten leiden door resultaten van uit 2006 en 2007 daterend onderzoek. Zij had tot de bodem moeten onderzoeken of er cardiale oorzaken waren. Er is onvoldoende gedaan om de oorzaak van de klachten te achterhalen en zij heeft de klachten onvoldoende serieus genomen. De patiënte had ter observatie kunnen worden opgenomen of kunnen worden doorverwezen naar een cardioloog. Ook de huisarts is op het verkeerde been gezet. RTG Eindhoven: Oordeelt de klacht gegrond en legt de cardioloog de maatregel van berisping op. Gemachtigde cardioloog: mr. O.L. Nunes, advocaat te Utrecht
C2015.138 Klacht: Klager is als cardioloog werkzaam geweest in het ziekenhuis waar de aangeklaagde cardioloog nog altijd werkzaam is. Klager verwijt de aangeklaagde cardioloog dat hij een patiënt een hartinfarct heeft laten doormaken waardoor deze patiënt is overleden. RTG Den Haag: Verklaart klager niet-ontvankelijk in de klacht met publicatie na onherroepelijk worden. Gemachtigde cardioloog: mr. T.A.M. van der Ende, advocate te Zwolle
C2015.139 Klacht: Klager is als cardioloog werkzaam geweest in een bepaald ziekenhuis. De aangeklaagde cardioloog is als cardioloog nog steeds werkzaam in datzelfde ziekenhuis. Klager verwijt de aangeklaagde cardioloog dat hij een patiënt geen (gerichte) behandeling heeft gegeven voor zijn hartinfarct, waardoor de patiënt is komen te overlijden. RTG Den Haag: Verklaart klager niet-ontvankelijk in de klacht.
middag 14.00 C2015.026 15.00 C2015.046 C2015.047
klager / cardioloog (NB) klaagster /cardioloog (NH) zelfde klaagster / cardioloog (NH)
Mr. C.H.M. van Altena Mr. A. Smeeïng-van Hees Mr. R. Veldhuisen Prof. dr. R.J.M. Klautz Dr. A.A. de Rotte Mr. R. Blokker
C2015.026 Klacht: Klager heeft in 1999 een voorwandinfarct gehad en is destijds behandeld met thrombolyse. Na een consult in 2010 heeft de aangeklaagde cardioloog voorgesteld om een afspraak te maken over een jaar. Klager heeft hier geen genoegen mee genomen, heeft het medisch dossier opgevraagd en is naar een ander ziekenhuis gegaan. Klager verwijt de cardioloog dat hij : 1. ten onrechte heeft geoordeeld dat nader onderzoek niet geïndiceerd was; 2. ten onrechte heeft geoordeeld dat een operatieve ingreep niet geïndiceerd was; 3. ten onrechte heeft gemeend dat volstaan kon worden met een hercontrole een jaar later en 4. niet adequaat heeft gereageerd op de ingediende klacht. RTG Eindhoven: Wijst de klacht af. Gemachtigde cardioloog: mr. O.L. Nunes, advocaat te Utrecht
C2015.046 Klacht: Klaagster heeft een klacht ingediend over haar inmiddels overleden dochter (patiënte). De patiënte leed aan ernstige gedilateerde cardiomyopathie en kwam in aanmerking voor een harttransplantatie. Voorts was er bij patiënte sprake van psychiatrische problematiek (depressie en verschillende tentamens suicidii). Klaagster verwijt de aangeklaagde cardioloog dat hij in strijd heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die hij jegens patiënte en klaagster behoorde te betrachten door: 1. de klachten van patiënte onvoldoende serieus te nemen vanwege haar psychiatrische problematiek;
2. patiënte niet direct, althans niet tijdig door te verwijzen naar het Universitair Medisch Centrum te Utrecht; 3. verkeerde medicatie, waaronder Selokeen voor te schrijven en een te hoge dosis Tildiem; 4. een verkeerde katheter te (laten) plaatsen bij patiënte, namelijk een tesiokatheter in plaats van een portha-cath; 5. tekort schieten in de communicatie met klaagster door informatie over de behandeling van patiënte ten opzichte van klaagster te verzwijgen en het dossier niet goed bij te houden. RTG Amsterdam: Wijst de klacht als kennelijk ongegrond en zonder verder onderzoek in raadkamer af. Gemachtigde cardioloog: mr. W.R. Kastelein, advocate te Zwolle
C2015.047 Klacht: Klaagster heeft een klacht ingediend over haar inmiddels overleden dochter (patiënte). De patiënte leed aan ernstige gedilateerde cardiomyopathie en kwam in aanmerking voor een harttransplantatie. Voorts was er bij patiënte sprake van psychiatrische problematiek (depressie en verschillende tentamens suicidii). Klaagster verwijt de aangeklaagde cardioloog dat hij in strijd heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die hij jegens patiënte en klaagster behoorde te betrachten door: 1. de klachten van patiënte onvoldoende serieus te nemen vanwege haar psychiatrische problematiek; 2. patiënte niet direct, althans niet tijdig door te verwijzen naar het Universitair Medisch Centrum te Utrecht; 3. verkeerde medicatie, waaronder Selokeen voor te schrijven en een te hoge dosis Tildiem; 4. een verkeerde katheter te (laten) plaatsen bij patiënte, namelijk een tesiokatheter in plaats van een porth-acath. 5. Tekort schieten in de communicatie met klaagster door informatie over de behandeling van patiënte ten opzichte van klaagster te verzwijgen en het dossier niet goed bij te houden. RTG Amsterdam: Wijst de klacht als kennelijk ongegrond en zonder verder onderzoek in raadkamer af. Gemachtigde cardioloog: mr. W.R. Kastelein, advocate te Zwolle
donderdag 18 februari 2016 ochtend 10.00 C2015.304 klager / patholoog (ZH) 11.00 C2015.117 klager / internist (NB) C2015.118 zelfde klager / arts (NB)
Mr. J.M. Rowel-van der Linde Mr. J.P. Balkema Mr. M.W. Zandbergen Dr. H.E. Sluiter Dr. T.J.M. Tobé Mr. M.D. Barendrecht-Deelen
C2015.304 Klacht: Na het overlijden van de moeder van klager is op verzoek van een van de behandelend artsen obductie op haar lichaam verricht. Weefselstukjes van de hersenen van patiënte zijn gearchiveerd. Klager verwijt de aangeklaagde patholoog dat hij : 1. de familie van patiënte niet heeft ingelicht over het feit dat er hersenweefsel van patiënte bij de afdeling van het betreffende ziekenhuis is bewaard; 2. de familie geen toestemming heeft gevraagd om het weefsel te bewaren;
3. heeft geweigerd het weefsel aan de familie te overhandigen, ondanks het verzoek daartoe. Klager stelt dat indien de familie had geweten dat de hersenen niet teruggeplaatst zouden worden in het lichaam, zij nooit had toegestemd tot de obductie. RTG Den Haag: Wijst de klacht in zijn geheel zonder nader onderzoek als kennelijk ongegrond af. Gemachtigde patholoog: mr. W.R. Kastelein, advocate te Zwolle C2015.117 Klacht: Vanwege koorts en hoesten werd klager door zijn huisarts verwezen naar de afdeling Spoed Eisende Hulp van het ziekenhuis waar verweerster werkzaam is als internist-endocrinoloog. Klager is gezien door de dienstdoende arts-assistent die klager lichamelijk heeft onderzocht, bloed bij klager heeft afgenomen en röntgenfoto’s heeft laten maken. De arts-assistent heeft klager – die niet opgenomen wenste te worden – een recept meegegeven waarna klager het ziekenhuis heeft verlaten. Een en ander is overlegd met verweerster. De zorgverzekeraar heeft daarna een bedrag van € 297,27 aan eigen risico bij klager gedeclareerd. Klager is het niet eens met de declaratie die hij van zijn zorgverzekeraar heeft ontvangen aangezien deze op een onjuiste DBC is gebaseerd. Er was geen sprake van een pneumonie want klager is zonder gebruik van de voorgeschreven antibiotica weer opgeknapt. In verband daarmee verwijt klager verweerster nalatigheid, onverschilligheid, het stellen van verkeerde diagnoses alsmede tendentieuze opstelling van rapporten. RTG Eindhoven: Kennelijk ongegrond. Klacht afgewezen. Gemachtigde internist: mr. E.J.C. de Jong, advocaat te Utrecht C2015.118 Klacht: Vanwege koorts en hoesten werd klager door zijn huisarts verwezen naar de afdeling Spoed Eisende Hulp van het ziekenhuis waar verweerster als arts-assistent werkzaam is. Verweerster heeft klager lichamelijk onderzocht, bloed bij klager afgenomen en röntgenfoto’s laten maken. Verweerster heeft klager – die niet opgenomen wenste te worden – een recept meegegeven waarna klager het ziekenhuis heeft verlaten. Een en ander is overlegd met haar supervisor (C2015.117). De zorgverzekeraar heeft daarna een bedrag van € 297,27 aan eigen risico bij klager gedeclareerd. Klager is het niet eens met de declaratie die hij van zijn zorgverzekeraar heeft ontvangen aangezien deze op een onjuiste DBC is gebaseerd. Er was geen sprake van een pneumonie want klager is zonder gebruik van de voorgeschreven antibiotica weer opgeknapt. In verband daarmee verwijt klager verweerster nalatigheid, onverschilligheid, het stellen van verkeerde diagnoses alsmede tendentieuze opstelling van rapporten. RTG Eindhoven: Kennelijk ongegrond. Klacht afgewezen. Gemachtigde internist: mr. L. Fedder advocate te Utrecht middag 13.00 C2015.219 14.00 C2015.220 C2015.221 C2015.222 C2015.223
mdl-arts / klaagster (LB) klager / klinisch geriater (NH) zelfde klager / uroloog (NH) zelfde klager / internist (NH) zelfde klager/ internist (NH)
Mr. J.M. Rowel-van der Linde Mr. J.P. Balkema Mr. M.W. Zandbergen Prof. dr. R.C.M. Pelger Dr. T.J.M. Tobé Mr. A. Mul
C2015.219 Klacht: Klaagster verwijt verweerster dat zij ten onrechte ‘een langdurig psychiatrische opname’ van klaagster in het medisch dossier heeft genoteerd, hetgeen het medisch dossier een sterk verwrongen ziektebeeld heeft gegeven en ook een grote impact heeft gehad. Klaagster wijst er in dit verband op dat in de loop der tijd tal van andere artsen zich van klaagster hebben afgekeerd en de klachten van klaagster onjuist hebben beoordeeld vanuit de gedachte dat het bij klaagster “tussen de oren zou zitten”. RTG Eindhoven: De juistheid van de inhoud van het medisch dossier mag niet ter discussie staan. Verweerster heeft gegevens uit het dossier van klaagster onjuist geïnterpreteerd en nagelaten haar interpretatie te toetsen in de van klaagster afgenomen anamnese. Waarschuwing. Gemachtigde mdl-arts: mr. L. Beij, advocate te Utrecht
C2015.220 Klacht: De klacht heeft betrekking op de inmiddels overleden vader van klager, hierna patiënt. Patiënt is, na meerdere operaties gevolgd door een gecompliceerd en moeizaam herstel, gedurende twee perioden opgenomen geweest op de afdeling geriatrie in het gasthuis waar verweerder als klinisch geriater werkzaam is. Patiënt is uiteindelijk op verzoek van de familie overplaatst naar een ziekenhuis waar met een CT-scan metastasen van blaaskanker is aangetoond. Ca. twee weken nadien is patiënt in het ziekenhuis overleden. Klager verwijt verweerder dat hij heeft gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid die hij jegens patiënt behoorde te betrachten door: 1. Niet in staat te zijn een juiste diagnose te stellen, ondanks duidelijke symptomen en ziekte in het verleden; 2. Patiënt ziek en zwak te ontslaan uit behandeling en controle; 3. Onderzoeken noodzakelijk in verband met het risico van uitzaaiingen achterwege te laten; 4. De kennis en ervaring te missen om de juiste onderzoeken te doen en de oorzaak van de klachten te achterhalen. RTG Amsterdam: Klacht als kennelijk ongegrond afgewezen Gemachtigde klinisch geriater: mr. R. van de Graaf, advocate te Utrecht
C2015.221 Klacht: De klacht heeft betrekking op de inmiddels overleden vader van klager, hierna patiënt. Patiënt was sedert 1997 bij verweerder, uroloog, onder behandeling. Verweerder heeft tweemaal een transurethrale resectie verricht. De tweede keer is daarbij tumorweefsel gevonden. Chemotherapie werd voor patiënt te belastend geoordeeld en er is besloten patiënt te opereren. Na deze operatie volgde een gecompliceerd en moeizaam herstel. Uiteindelijk is patiënt overdragen aan de geriater. Ca. 3,5 maand later is patiënt overleden. Klager verwijt verweerder dat hij heeft gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid die hij jegens patiënt behoorde te betrachten omdat hij: 1. Noodzakelijk onderzoek – gezien het grote risico op uitzaaiingen – achterwege heeft gelaten na de (derde) operatie; 2. Hierdoor patiënt aan zijn lot heeft overgelaten, waardoor zijn overlijden te vroeg en met veel pijn en ellende gepaard is gegaan; 3. Patiënt uit het ziekenhuis heeft ontslagen zonder nacontrole en niet heeft doorverwezen naar een medisch centrum waar noodzakelijk onderzoek wel had kunnen worden uitgevoerd;
4. Noch de patiënt, noch de familie heeft ingelicht over de bestaande kans op uitzaaiingen. RTG Amsterdam: Klacht als kennelijk ongegrond afgewezen Gemachtigde uroloog: mr. M.J. de groot, advocate te Utrecht
C2015.222 Klacht: De klacht heeft betrekking op de inmiddels overleden vader van klager, hierna patiënt. Patiënt is, na meerdere operaties gevolgd door een gecompliceerd en moeizaam herstel, gedurende twee perioden opgenomen geweest op de afdeling interne in het ziekenhuis waar verweerder, internist, gedurende de tweede periode, als vervangend supervisor van een arts assistent bij de behandeling van patiënt betrokken is geweest. Klager verwijt verweerder dat hij heeft gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid die hij jegens patiënt behoorde te betrachten omdat hij: 1. De medische klachten van patiënt niet serieus heeft genomen; 2. Niet in staat was de juiste diagnose te stellen; 3. Geen onderzoek heeft gedaan om de oorzaak van de klachten te achterhalen; 4. Patiënt in zijn slechte conditie heeft ontslagen, zonder verdere controles; 5. Niet onderzocht heeft en niet heeft vastgesteld dat er uitzaaiingen waren van de blaaskanker. RTG Amsterdam: Klacht als kennelijk ongegrond afgewezen Gemachtigde internist: mr. L. Beij, advocate te Utrecht
C2015.223 Klacht: De klacht heeft betrekking op de inmiddels overleden vader van klager, hierna patiënt. Patiënt is, na meerdere operaties gevolgd door een gecompliceerd en moeizaam herstel, gedurende twee perioden opgenomen geweest op de afdeling interne in het ziekenhuis waar verweerder, internist, gedurende de eerste periode, als supervisor bij de behandeling van patiënt betrokken is geweest. Klager verwijt verweerder dat hij heeft gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid die hij jegens patiënt behoorde te betrachten omdat hij: 1. De medische klachten van patiënt niet serieus heeft genomen; 2. Niet in staat was de juiste diagnose te stellen; 3. Geen onderzoek heeft gedaan om de oorzaak van de klachten te achterhalen; 4. Patiënt in zijn slechte conditie heeft ontslagen, zonder verdere controles; 5. Niet onderzocht heeft en niet heeft vastgesteld dat er uitzaaiingen waren van de blaaskanker. RTG Amsterdam: Klacht als kennelijk ongegrond afgewezen Gemachtigde internist: mr. L. Beij, advocate te Utrecht