Afwezig: De heer F. Ossel - Gemeente Amsterdam (lid)

Verslag van de openbare vergadering van het algemeen bestuur van het Recreatieschap Spaarnwoude, gehouden op 7 juli 2010 in het Beheersbureau aan de Genieweg 46 te Velsen-Zuid. Aanwezig: De heer R. Meerhof Mevrouw A.V. Baerveldt De heer H.B. Bruijn De heer P.R. van Doorn De heer J.J. Nobel De heer A.P. de Ron De heer J.L. Hylkema De heer J.W. Nieuwenhuis De heer M. Omvlee De heer H. Wijkhuisen De heer J. Beekhoven (punt 11) Mevrouw H.N. Janssen-Van Delden

- Provincie Noord-Holland (voorzitter) - Gemeente Velsen (vicevoorzitter) - Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude (lid) - Gemeente Haarlem (lid) - Gemeente Haarlemmermeer (lid) - Provincie Noord-Holland (ambtelijke ondersteuning) - RNH (directeur) - RNH (manager bestuursadvisering) - RNH (hoofd gebiedsbeheer) - RNH (medewerker bestuursadvisering) - RNH (junior medewerker bestuursadvisering) (verslaglegging)

Afwezig: De heer F. Ossel

- Gemeente Amsterdam

(lid)

Insprekers (bij agendapunt 3) Mevrouw J. de Jongh (Stichting Vrienden van de Forten van Spaarndam) Mevrouw C. Degeling (bewoner Velserbroek) De heer H. Rozenstraten (bewoner Zijkanaal B) Mevrouw W. Toppen (Dorpsraad Spaarndam) De heer H. van Leeuwen (bewoner Spaarndam-Oost) 0. OPENING De voorzitter opent de vergadering om 15.00 uur en heet de aanwezigen welkom. Er is bericht van verhindering ontvangen van de heer Ossel van de gemeente Amsterdam. Er zijn vijf insprekers bij agendapunt 3, die aan het bestuur hun zorgen ten aanzien van de ontwikkeling van Fort Benoorden Spaarndam kenbaar willen maken (zie verdere verslaglegging bij punt 3). Er is voor agendapunt 3 tevens een groot aantal toehoorders aanwezig. De voorzitter geeft de insprekers aan het begin van de vergadering het woord. 1. SAMENSTELLING BESTUUR, BENOEMING LEDEN DAGELIJKS BESTUUR, AANWIJZING VICEVOORZITTER EN AFGEVAARDIGDE BESTUUR RECREATIESCHAP IN BESTUUR STICHTING KERS Het algemeen bestuur besluit: 1. Kennis te nemen van de nieuwe samenstelling van het algemeen bestuur; 2. De voorgedragen leden te benoemen in het dagelijks bestuur; 3. Mevrouw Ir. A.W. Baerveldt te benoemen als vicevoorzitter; 4. Mevrouw Ir. A.W. Baerveldt af te vaardigen als vertegenwoordiger van het algemeen bestuur in het bestuur van de Stichting KerS. 2. CONCEPTVERSLAG OPENBARE VERGADERING D.D. 28 APRIL 2010 Het algemeen bestuur besluit het verslag vast te stellen. Er zijn geen opmerkingen naar aanleiding van het verslag.

3. FORT BENOORDEN SPAARNDAM Na een korte inleiding geeft de voorzitter de insprekers het woord. Mevrouw De Jongh spreekt in namens verontruste Spaarndammers en de stichting Vrienden van de Forten van Spaarndam en geeft aan dat zij de plannen voor een bungalowpark bij Fort Benoorden Spaarndam een “niet gewenste ontwikkeling" vinden. Volgens mevrouw De Jongh is het niet te verwachten dat Esbibouw in overleg met bewoners- en milieugroeperingen tot een goede oplossing voor de bezwaren tegen het plan zal komen. Mevrouw De Jongh wijst het bestuur nogmaals op de eerder naar voren gebrachte bezwaren tegen het plan en wil weten hoe het bestuur hiermee wil omgaan. Tevens brengt mevrouw De Jongh naar voren dat het volgens haar en de stichting mogelijk is om het Fort Benoorden Spaarndam op vergelijkbare wijze als het Fort Bezuiden Spaarndam met behulp van subsidiegelden op te knappen. Hierbij zou volgens mevrouw De Jongh de authenticiteit van het fort behouden worden en kan het fort met meer diepgang voor cultuur- en natuurwaarden, in samenhang met het Hekslootgebied worden opgeknapt. Mevrouw De Jongh wijst het bestuur erop dat er geen sprake van een intentieverklaring van het recreatieschap richting Esbibouw. Het bestuur hoeft zich volgens mevrouw De Jongh daarom niet van de wijs te laten brengen door intimiderende geluiden van Esbibouw. De tweede inspreker is mevrouw Degeling. Zij spreekt in als bewoonster van Velserbroek en geeft aan dat zij het van het grootste belang vindt, dat het college van B&W van de gemeente Velsen duidelijk en open is in de communicatie met haar burgers. Volgens mevrouw Degeling zouden burgers, bij een dergelijke ontwikkeling als die van een bungalowpark bij Fort Benoorden Spaarndam, al in de beginfase inspraak moeten hebben. Mevrouw Degeling merkt op dat burgers tot nu toe onvoldoende betrokken zijn bij het proces. Door gebrek aan kennis is er volgens mevrouw Degeling in Velserbroek weinig oog voor de consequenties van het plan. Met name bij ontsluiting van het gebied via Velserbroek wordt gevreesd voor negatieve consequenties. Tevens wijst mevrouw Degeling het bestuur erop dat de gemeente Velsen bij de opening van de Dammersboog in 2009 heeft toegezegd dat de Dammersboog niet gebruikt zou worden voor nieuwe doelgroepen. Mevrouw Degeling verzoekt de voorzitter van het recreatieschap om duidelijkheid te geven ten aanzien van het stadium van de besluitvorming en de eventuele ruimte om andere plannen alsnog in overweging te nemen. Tevens informeert mevrouw Degeling naar de positie van burgers in de besluitvorming en de acties die het recreatieschap gaat ondernemen om de burgers te informeren over de ontwikkelingen omtrent het fort. De heer Rozenstraten laat als derde inspreker weten dat het zijn humeur geen goed deed toen hij vernam dat in de vergadering van vandaag een motie van de gemeenteraad van Velsen zou worden ingebracht. De motie van de gemeente Velsen is volgens de heer Rozenstraten een reactie op de motie van de gemeente Haarlem tegen de planontwikkeling bij het fort. De heer Rozenstraten merkt op dat de motie van de gemeente Haarlem na uitgebreid overleg en met grote betrokkenheid van raadsleden tot stand is gekomen. Volgens de heer Rozenstraten is dit niet het geval geweest bij de motie van de gemeente Velsen. De heer Rozenstraten roept het bestuur op om bij besluitvorming omtrent de moties, rekening te houden met de betrokkenheid en ongerustheid van grote groepen bewoners en van belangenverenigingen. Mevrouw Toppen is de vierde inspreker en brengt nogmaals de kritiekpunten van de Dorpsraad Spaarndam tegen de plannen naar voren, zoals zij die ook in de bestuursvergadering van 28 april 2010 heeft aangegeven. Mevrouw Toppen laat weten dat de Dorpsraad na de vorige vergadering met Esbibouw heeft gesproken over het door de Dorpsraad verwachte verkeersprobleem. Dit heeft echter vooralsnog niet tot een voor de Dorpsraad bevredigende oplossing geleid. Mevrouw Toppen merkt op dat de betrokken bestuurders naar haar mening onvoldoende naar de bezwaren tegen het plan luisteren en onvoldoende oog hebben voor de belangen van de bewoners van Spaarndam. De heer Van Leeuwen biedt als vijfde inspreker aan het bestuur de resultaten aan, van een onderzoek naar de kosten van het opknappen van het fort. Volgens de heer Van Leeuwen bedragen de kosten van het repareren van het fort minder dan € 1.000.000,- en niet

Verslag openbare vergadering AB Recreatieschap Spaarnwoude 07 07 2010 - pag. 2 van 8

€ 2.600.000,- zoals door het recreatieschap geraamd is. De heer Van Leeuwen is van mening dat Esbibouw met het huidige voorstel een aanzienlijke winst maakt. De heer Van Leeuwen adviseert het bestuur om een contra-expertise uit te laten voeren, waarbij de verwachte kosten van het conserveren van het fort nogmaals worden berekend. Tevens adviseert de heer Van Leeuwen om de conservering van het fort los te koppelen van de locatieontwikkeling. De voorzitter dankt de insprekers voor hun inbreng en neemt daarna kort de brief van de gemeente Amsterdam met betrekking tot dit agendapunt met het algemeen bestuur door. Vervolgens geeft voorzitter de leden van het algemeen bestuur de gelegenheid om te reageren op de verschillende inspraakreacties. De heer Bruijn merkt op dat hij, zoals ook in de vorige bestuursvergadering aangegeven, van mening is dat het recreatiegebied er niet alleen is voor de inwoners van de omliggende gemeenten, maar ook voor burgers uit de regio daaromheen. De heer Bruijn merkt tevens op dat het van belang is dat het recreatieschap blijft komen tot een evenwichtige afweging van de verschillende waarden van het gebied, zijnde natuur, groen en recreatie. De heer Bruijn vindt het cynisch en ironisch om tegelijkertijd te constateren dat het recreatieschap duidelijk een belangrijke functie heeft, maar dat de middelen om het gebied te beheren als sneeuw voor de zon aan het verdwijnen zijn en er ook nog door participanten van het recreatieschap bezuinigingen op de financiële bijdragen aan het schap worden aangekondigd. De heer Bruijn laat in dit verband weten dat de raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude voorlopig nog niet van plan is om haar bijdrage aan het recreatieschap te verlagen. De heer Bruijn merkt ten aanzien het proces van planontwikkeling bij het fort op, dat vanaf het begin af aan duidelijke voorbehouden richting initiatiefnemers gemaakt zijn met betrekking tot de planologische en (verkeers)technische inpassing. De heer Bruijn laat weten dat ook in de afgelopen commissie- en raadsvergadering van de gemeente gesproken is over de huidige commotie omtrent de planontwikkeling voor het fort. De gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude staat uiterst kritisch en sceptisch ten aanzien van de ontwikkeling en constateert dat er nu sprake is van een tussenstand. De uiteindelijke afweging zal de gemeente pas maken op het moment dat het eindvoorstel er ligt. De heer Van Doorn laat weten dat de gemeenteraad van Haarlem unaniem een motie heeft aangenomen, waarin zij aangeeft tegen de voorgenomen ontwikkeling van het fort, met de huisjes, op deze plaats en in deze omvang, te zijn. De gemeenteraad is zich ervan bewust dat de gemeente Haarlem in het verleden heeft ingestemd met de planontwikkeling voor deze locatie en dat er ook sprake dient te zijn van bestuurlijke continuïteit. Echter, de huidige samenstelling en visie van de gemeenteraad, is duidelijk anders dan die van de vorige raad. De gemeenteraad van Haarlem vindt het, gezien de huidige (politieke) onrust over het voorstel, beter om ten aanzien van de planontwikkeling pas op de plaats te maken. De gemeenteraad vraagt zich tevens af in hoeverre recreatieve ontwikkeling van het fort, werkelijk zal bijdragen aan de beoogde instandhouding van het fort en aan verbetering van de financiële positie van het recreatieschap. Ook maakt de gemeenteraad zich zorgen over de verkeersafwikkeling, met name via Spaarndam. Daarbij geeft de gemeenteraad aan het dorpsgezicht van Spaarndam onaangetast te willen houden. De heer Van Doorn wijst de voorzitter erop dat ook de Tweede Kamer en de minister zich zorgen maken over de ontwikkelingsplannen voor het fort. De heer Van Doorn roept het algemeen bestuur op om pas op de plaats te maken ten aanzien van de planontwikkeling en na te gaan of het in de relatie met Esbibouw mogelijk is om de afspraken zodanig aan te passen dat er meer wordt geluisterd naar de maatschappelijke bezwaren tegen het plan. Ook vindt de heer Van Doorn het van belang dat de participanten van het schap met elkaar delen hoe zij staan ten opzichte van de ontwikkeling van het fort en gezamenlijk naar een oplossing zoeken, die wederzijdse instemming heeft, persoonlijke integriteit in stand houdt, rekening houdt met de financiële reservepositie van het schap en de ongerustheid van de burgers wegneemt. Mevrouw Baerveldt merkt op dat het recreatiegebied een mooi en spannend gebied is, dat jaarlijks veel bezoekers trekt. Het is volgens mevrouw Baerveldt een uitdaging om het gebied met een gezond, goed en betaalbaar beheer in stand te houden, waarbij de natuur- en recreatiewaarden gewaardeerd worden en waarbij de cultuur(historie) tot zijn recht komt.


Omdat het bestuur zich bewust is van de kwetsbaarheid van het gebied, zijn er vanaf het begin af aan randvoorwaarden gesteld aan ontwikkeling van het gebied. Er is eerst een natuurtoets uitgevoerd en er was ook vanaf het begin af aan aandacht voor de verkeersafwikkeling. Mevrouw Baerveldt merkt op dat de locatie in het huidige bestemmingsplan niet wordt aangemerkt als groenlocatie maar dat het (verblijfs)recreatie als bestemming heeft. Volgens mevrouw Baerveldt mogen er nu al 375 kampeermiddelen op de locatie staan, die alleen in de winter niet bewoond mogen worden. Dat is ook de reden dat er een bestemmingsplanwijziging nodig is. Mevrouw Baerveldt wijst erop dat het bestuur alleen een principebesluit heeft genomen en dat het plan nu wordt uitgewerkt. De gemeenteraad van Velsen heeft mevrouw Baerveldt een motie meegegeven, waarin de raad aangeeft dat zij de ontwikkeling van het fort wel wenselijk vindt. Mevrouw Baerveldt geeft aan dat zij de raad heeft geadviseerd om het de uitwerkte plan kritisch te bezien en pas dan een definitief besluit te nemen ten aanzien van de wenselijkheid van de ontwikkeling. De heer Nobel merkt op dat naar zijn mening het recreatieschap het afstemmings- en informatieproces richting de burgers voor haar rekening zou moeten nemen en dit niet zou moeten overlaten aan een projectontwikkelaar. Tevens is de heer Nobel van mening dat het schapbestuur zich ook moet houden aan afspraken die zij met initiatiefnemers maakt. De heer Nobel stelt voor om in het proces pas op de plaats te maken en het zomerreces te benutten om zowel de juridische positie van het recreatieschap, als ook de financiële situatie van het schap nader te bezien en daarbij na te gaan welke gevolgen de aangekondigde bezuinigingen van enkele participanten voor het schap zullen hebben. De heer Nobel laat weten dat de gemeente Haarlemmermeer, in tegenstelling tot andere participanten van het schap, nog geen keuzes heeft gemaakt ten aanzien van de posten waarop zij wil bezuinigen. De heer Nobel merkt hierbij op dat de gemeente in ieder geval niet bereid is om, in geval van een schadeclaim van de initiatiefnemer vanwege bestuurlijke keuzes in het proces, hiervoor een extra financiële bijdrage te leveren. De heer Nobel verzoekt de voorzitter om de participanten in het zomerreces helder aan te geven waar in het (besluitvormings)proces het recreatieschap zich nu bevindt, hoe de verantwoordelijkheden verdeeld zijn en op basis daarvan afspraken te maken over het vervolg. De voorzitter laat namens de provincie Noord-Holland weten dat voor de provincie het belang van het werelderfgoed centraal staat, waarvoor de provincie als “siteholder" verantwoordelijk is. De provincie is verantwoordelijk voor de Stelling van Amsterdam en voor instandhouding van de rijksbufferzone. Volgens de voorzitter is het dan ook evident dat er ten aanzien van deze locatie zorgvuldig gehandeld dient te worden. Ten aanzien van de doorlopen procedure merkt de voorzitter op dat het programma van eisen voor de ontwikkeling van het fort door het bestuur van het recreatieschap in de openbaarheid is vastgesteld. Vervolgens is het programma van eisen op brede wijze uitgezet en is er aan partijen en organisaties gevraagd om te komen met initiatieven voor de locatie. De ingediende ideeën zijn vervolgens door een commissie beoordeeld en in de openbaarheid is door het bestuur besloten over nadere uitwerking hiervan. Er is door het bestuur besloten om een initiatiefnemer zijn plan, binnen de gestelde randvoorwaarden ten aanzien van onder meer de ruimtelijke ordening en het bufferzonebeleid, verder te laten uitwerken. De voorzitter merkt op dat het uitwerkte plan ook op basis van de gestelde randvoorwaarden door het bestuur zal worden beoordeeld. Naast beoordeling door het bestuur zullen ook de daartoe bevoegde gemeenten het plan conform de geldende ruimtelijke ordeningsprocedures beoordelen, waarbij ook inspraak van burgers mogelijk is. De voorzitter steunt het voorstel om het zomerreces te benutten om de juridische positie van het recreatieschap duidelijk te krijgen. De voorzitter merkt op dat het overleg met VROM over het plan gewoon door kan gaan en dat de initiatiefnemer waarschijnlijk ook door zal gaan met de uitwerking van zijn plan. Als na de zomer de juridische positie van het recreatieschap helder is kan het bestuur dan besluiten over het vervolg. De heer Van Doorn merkt op dat de gemeente Haarlem net als de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude het proces uiterst sceptisch volgt en wil weten hoe de andere participanten het proces volgen. De heer Nobel laat weten dat de gemeente Haarlemmer-


meer in principe nog steeds staat achter het proces zoals dit doorlopen is, maar graag eerst duidelijkheid wil over juridische positie van het recreatieschap wil alvorens afspraken te maken over het vervolg. Het algemeen bestuur besluit tijdens het zomerreces de juridische en financiële aspecten van de ontwikkelingen bij het Fort Benoorden Spaarndam in beeld te brengen in relatie tot de aangekondigde bezuinigingen. Het algemeen bestuur zal op basis van de gestelde randvoorwaarden het ingediende plan voor het Fort Benoorden Spaarndam beoordelen. 3a. OPHEFFEN VERTROUWELIJKHEID VAN BESLUITVORMING ALGEMEEN BESTUUR ROND FORT BENOORDEN SPAARNDAM Het algemeen bestuur besluit de besluitvorming in het algemeen bestuur van het Recreatieschap Spaarnwoude rond Fort Benoorden Spaarndam, voor zover genomen in besloten vergaderingen, vrij te geven door de beslotenheid op te heffen, e.e.a. met inachtneming van de beperkingen die gelden voor bedrijfsgegevens, conform de WOB. 4. INGEKOMEN STUKKEN Het algemeen bestuur besluit het overzicht van ingekomen stukken voor kennisgeving aan te nemen. 5. JAARREKENING 2009 Het algemeen bestuur de jaarrekening Spaarnwoude 2009 definitief vast te stellen. 6. BEGROTINGSWIJZIGING 2010 Het algemeen bestuur besluit de begrotingswijziging 2010 definitief vast te stellen. 7. OFFERTEWIJZIGINGEN OP BASIS VAN BEGROTINGSWIJZIGINGEN Het algemeen bestuur besluit RNH opdracht te verlenen voor de in de “Gewijzigde offerte werkzaamheden Recreatieschap Spaarnwoude 2010", de “Gewijzigde offerte werkzaamheden Recreatieschap Spaarnwoude SGP 2010" en de “Gewijzigde offerte werkzaamheden Recreatieschap Spaarnwoude 2010 SMG" aangeboden werkzaamheden. 8. PROGRAMMABEGROTING 2011 De voorzitter laat namens de provincie Noord-Holland weten dat de provincie als gevolg van bezuinigingen door het Rijk een bezuinigingstaakstelling van € 63 miljoen heeft. Voor de recreatieschappen betekent dit dat de provincie haar participantenbijdrage al met ingang van het begrotingsjaar 2011 wil verlagen met 10%. De provincie zou graag zien dat het algemeen bestuur het dagelijks bestuur de opdracht geeft om aan te geven hoe deze bezuinigingstaakstelling met de begrotingswijziging 2011 gerealiseerd kan worden. De heer Van Doorn merkt naar aanleiding hiervan op dat ook de gemeente Haarlem zich aan het beraden is op de consequenties van de aankomende bezuinigingen van de gemeente van € 35 miljoen op jaarbasis. De heer Van Doorn verwacht dat deze bezuinigingen ook consequenties zullen hebben voor de participantenbijdrage van de gemeente aan het recreatieschap. De heer Nobel roept het algemeen bestuur op om bij bezuinigingen goed na te denken in hoeverre het wenselijk is om deze te laten vallen op uitvoeringsorganisaties. Tevens merkt


de heer Nobel op dat het bij bezuinigingen van dergelijke omvang van belang is dat het bestuur ook duiding geeft van de richting van de bezuinigingen. De heer Nobel stelt voor om de pijn van de bezuinigingen vooral neer te leggen bij ontwikkelingen die niet geheel aansluiten bij de ambities en doelstellingen van het recreatieschap. In navolging hierop stelt de heer Nobel voor om de directie van RNH te vragen aan te geven welke zaken/lasten, gezien de doelstelling van het recreatieschap, niet direct bij het recreatieschap thuishoren. De heer Bruijn laat weten het in belangrijke mate eens te zijn met de door de heer Nobel naar voren gebrachte punten. De heer Bruijn laat tevens weten dat de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude naar aanleiding van de aankomende bezuinigingen heeft aangegeven uit te gaan van een gemiddelde korting op haar (financiële) bijdrage aan samenwerkingsverbanden van 5%. Hierbij is het mogelijk is dat deze gemiddelde korting gebaseerd zal zijn op enerzijds een korting voor sommige samenwerkingsverbanden van wellicht meer dan 10% en anderzijds een korting voor andere samenwerkingsverbanden van 0%. De heer Bruijn geeft aan dat er indicatoren zijn die erop wijzen dat de korting van de bijdrage van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude aan het recreatieschap mogelijk uitkomt in de richting 0%. Mevrouw Baerveldt laat weten dat de gemeente Velsen wel kan instemmen met de begroting voor 2011, maar niet met de voorgestelde indexering van de participantenbijdrage. De reden hiervoor is dat de gemeente Velsen besloten heeft ten aanzien van indexering de nullijn te hanteren. Mevrouw Baerveldt merkt op dat ook zij van mening is dat het bestuur van het recreatieschap ten aanzien van een eventuele bezuinigingstaakstelling voor het schap een eenduidige richting dient aan te geven. De heer Van Doorn stelt voor om de zomermaanden te benutten om als participanten van het schap op een lijn te komen ten aanzien van de bezuinigingstaakstelling voor het recreatieschap voor 2011 en de daaropvolgende periode. Het algemeen bestuur stemt hiermee in. De voorzitter stelt voor om het dagelijks bestuur op te dragen om, met het oog op de wensen van een aantal participanten van het schap om de financiële bijdrage aan het schap te verminderen, scenario’s te ontwikkelen met betrekking tot bezuinigingen, die al bij de begrotingswijziging 2011 kunnen worden doorgevoerd en waarmee invulling wordt gegeven aan die wensen. De heer Van Doorn pleit ervoor dat de participanten een eenduidig beleid hanteren ten aanzien van verlaging van de participantenbijdrage. Mevrouw Van Baerveldt stelt voor om een duidelijk onderscheid te maken ten aanzien van de begroting voor 2011 en voor de jaren daarna en merkt op dat het algemeen bestuur van het recreatieschap bij meerderheid van stemmen kan besluiten om niet akkoord te gaan met de bezuinigingstaakstelling van de provincie van 10%. Tevens merkt mevrouw Baerveldt op dat bij het ontwikkelen van bezuinigingsscenario’s rekening dient te worden gehouden met het financieel meerjarenperspectief van het recreatieschap. De heer Hylkema merkt op dat de eerstvolgende vergadering van het algemeen bestuur gepland is op 15 december 2010 en wijst het bestuur op de tijd die nodig is om (aanzienlijke) bezuinigingen op bijvoorbeeld personele lasten te effectueren. De voorzitter laat weten dat het dagelijks bestuur tijdig aan de beheerorganisatie zal aangeven in welke richting de bezuinigingsscenario’s zich ontwikkelen. Het algemeen bestuur besluit: 1. De programmabegroting 2011 definitief vast te stellen; 2. Kennis te nemen van de provinciale aankondiging waarin wordt aangegeven dat de provincie haar bijdrage aan de recreatieschappen wenst te verlagen met 10%; 3. Het dagelijks bestuur opdracht te geven scenario’s te ontwikkelen met betrekking tot bezuinigingen, die al bij de begrotingswijziging 2011 kunnen worden doorgevoerd en waarmee invulling wordt gegeven aan de wens van enkele participanten om de participantenbijdrage te verlagen;


4. Het dagelijks bestuur op te dragen om bij de ontwikkeling van bezuinigingsscenario’s rekening te houden met de doelstelling en het financieel meerjarenperspectief van het recreatieschap. 9. BEWERKING ARCHIEF SPAARNWOUDE PERIODE 1970-1998 Het algemeen bestuur besluit kennis te nemen van de bewerking van het archief van het Recreatieschap Spaarnwoude over de periode 1970-1998 en de kosten die daaraan verbonden zijn. 10. HERIJKING NATUURVISIE Het algemeen bestuur besluit: 1. Kennis te nemen van de Natuurvisie 2010 en deze visie als één van de bouwstenen te gebruiken voor het integrale beheer van Spaarnwoude en voor de natuurdoelstelling in het bijzonder; 2. De in de oplegnotitie genoemde quick wins in principe binnen het reguliere beheer te realiseren. VOORSTEL VAN ORDE: De heer Wijkhuisen stelt voor om agendapunt 11 na agendapunt 12 te behandelen. Het algemeen bestuur stemt hiermee in. De heer Nobel stelt voor om agendapunt 13 door te schuiven naar de extra vergadering van het algemeen bestuur na de zomer, waarin de juridische positie van het recreatieschap met betrekking tot ontwikkeling van Fort Benoorden Spaarndam zal worden besproken. 11. RECREATIEMONITOR 2009 De heer Beekhoven licht aan de hand van een presentatie de uitkomsten van de recreatiemonitor 2009 toe. Naar aanleiding van de presentatie merkt de heer Bruijn op dat bij de recreatiemonitor niet alleen naar het feitelijke beheersgebied van de gemeenschappelijke regeling zou moeten worden gekeken, maar naar het totale gebied dat door recreanten als recreatiegebied Spaarnwoude wordt beschouwd. De heer Bruijn geeft aan graag met RNH in overleg te willen treden over de reikwijdte van de recreatiemonitor. Het algemeen bestuur besluit de recreatiemonitor 2009 vast te stellen en deze ter kennisname te verzenden naar de participanten. 12. BESLUITVORMING ROND EEN AANTAL ONDERERFPACHTCONTRACTEN 12a. Uitgifte in ondererfpacht Houtrakkerweg 62 Halfweg Het algemeen bestuur besluit: 1. In te stemmen met de uitgifte in ondererfpacht; 2. De directeur van RNH te mandateren om de ondererfpachtovereenkomst te ondertekenen namens het recreatieschap. 12b. Uitgifte in ondererfpacht Houtrakkerweg 64-66 Halfweg Het algemeen bestuur besluit: 1. In te stemmen met de uitgifte in ondererfpacht; 2. De directeur van RNH te mandateren om de ondererfpachtovereenkomst te ondertekenen namens het recreatieschap.


12c. Uitgifte in ondererfpacht Penningsveer 5 AB Haarlemmerliede Het algemeen bestuur besluit: 1. In te stemmen met de uitgifte in ondererfpacht; 2. De directeur van RNH te mandateren om de ondererfpachtovereenkomst te ondertekenen namens het recreatieschap. 12d. Verkoop Spaarndammerweg 3 Velsen-Zuid Het algemeen bestuur besluit: 1. In te stemmen met de verkoop; 2. De directeur van RNH te mandateren om de verkoopovereenkomst te ondertekenen namens het recreatieschap. 12e. Verkoop Lagedijk 9 Haarlemmerliede Het algemeen bestuur besluit: 1. In te stemmen met de verkoop; 2. De directeur van RNH te mandateren om de verkoopovereenkomst te ondertekenen namens het recreatieschap. 13. FINANCIEEL MEERJARENPERSPECTIEF De behandeling van dit agendapunt wordt doorgeschoven naar de extra ingelaste vergadering van het dagelijks bestuur in september/oktober 2010. 14. RONDVRAAG EN SLUITING Mevrouw Baerveldt laat namens de kunstcommissie KerS het algemeen bestuur weten dat zij van harte welkom zijn om op vrijdag 9 juli 2010 de opening van een drietal kunstvoorwerpen bij te wonen. De voorzitter sluit de vergadering om 17.00 uur. Vastgesteld tijdens de openbare vergadering van het algemeen bestuur van het Recreatieschap Spaarnwoude op 15 december 2010 te Velsen-Zuid. De voorzitter,

R. Meerhof


Afwezig: De heer F. Ossel - Gemeente Amsterdam (lid)

Recommend Documents