Notulen van de openbare vergadering van de Raad der gemeente Sint Anthonis, gehouden op 17 december 2001 om 19.30 uur in het gemeentehuis te Sint Anthonis. Aanwezig: Voorzitter: J.M.J. Verbeeten, burgemeester Secretaris: T.F. Peters De leden: J.J.M. Aben, P.H. Reijnen, R.A.P.F. Verhofstad, C. Derks, A.J.M. Ketelaars, W.G.M. van Erp, , R. Aben-Bellemakers, H.A.M.M. van Heijster, wethouder A.Th. van der Laan-Krijnen, wethouder J. van de Kolk en wethouder P.M.J.H. Bos. Afwezig: C.M.M. Arts-Kuppens, E.J.J. Teurlinx, E.C.M. Arts-van Mil en P.T.G.M. van Heijster.
1. Opening en trekking stemmingsnummer. De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom. Het stemmingsnummer vermeldt de naam van mevrouw R. Aben-Bellemakers bij wie een eventuele stemming zal beginnen. 2. Vaststellen notulen van de openbare vergadering van 7 mei, 5 november en 12 november 2001. De heer Verhofstad (C.D.A.) zegt dat de samensteller van de notulen van 7 mei misschien een vooruitziende blik heeft gehad. Op bladzijde 7 staat “fractie P. van Heijster” maar dat was toen nog niet het geval. De voorzitter zegt dat de notulen van 7 mei 2001 met deze wijziging zijn vastgesteld en stelt vervolgens de notulen van 5 november 2001 aan de orde. Mevrouw Aben-Bellemakers (Samen Welzijn) zegt dat haar fractie middels een motie inzake het asielbeleid een dringend beroep op het College en de Raad heeft gedaan om invulling te geven aan de problematiek die ontstaat na uitzetting uit het AZC. Deze motie is tot frustratie van haar fractie toen door niemand overgenomen. Vanaf toen tot nu toe is er wel het een en ander gebeurd. Er is een uitzetting geweest waarbij gebleken is dat je het als gemeente vanuit menselijk oogpunt eigenlijk niet kunt veroorloven om te zeggen dat dit de verantwoordelijkheid van het rijk is en de gemeente daar dus niets mee kan. Samen
2 Welzijn is blij dat in dit geval in goede samenwerking met het College, de afdeling Sociale Zaken en het comité dat zich met dit soort zaken bemoeit, er een goede invulling is gegeven. Haar is bekend dat er binnen afzienbare tijd nog meer uitzettingen op stapel staan en zij denkt daarom dat er twee dingen moeten gebeuren. De gemeente zal moeten erkennen dat er sommige gevallen zijn waar de gemeente als vangnet moet fungeren en omdat blijkt dat het rijksbeleid niet waterdicht is zal de gemeente dit signaal richting rijk moeten laten horen. De voorzitter zegt dat dit punt op de agenda van het College van 18 december a.s. staat. De casus die zich heeft voorgedaan zal besproken worden om te bezien of daar wat van geleerd kan worden en of er elementen in zitten waarbij in de toekomst rekening moet worden gehouden. In de eerstvolgende commissievergadering Bestuurszaken op 7 januari 2002 zal dit eveneens onderwerp van gesprek zijn. Mevrouw Aben-Bellemakers (Samen Welzijn) zegt dat op bladzijde 58 wordt gesproken over afspraken met de gemeente Boxmeer omtrent decentrale opvang. Wethouder Bos was daar toen niet van op de hoogte maar heeft toegezegd dit na te zullen gaan. Zij vraagt of dit inmiddels gebeurd is en of die afspraken inderdaad gemaakt zijn. De voorzitter zegt toe dat het antwoord in de eerstvolgende commissievergadering gegeven zal worden. De notulen van 5 november 2001 worden conform ontwerp vastgesteld. Hij stelt vervolgens de notulen van 12 november 2001 aan de orde. Deze worden eveneens conform ontwerp vastgesteld. Zonder hoofdelijke stemming worden de notulen van 7 mei 2001 met bovenstaande wijziging en de notulen van 5 november en 12 november 2001 conform ontwerp vastgesteld. 3. Mededelingen en ingekomen stukken. De voorzitter deelt mede dat de agendapunten 6, 7, 11, 12, 14, 18 en 21 geen bespreking behoeven en derhalve bij hamerslag aangenomen zijn. De heer Aben (C.D.A.) vraagt of de brief van de stichting Cleanergy te Wanroij nu meegenomen kan worden of dat hierop in de rondvraag teruggekomen kan worden. De voorzitter stelt voor om hierop bij de rondvraag terug te komen. Er is een schrijven aan de Raad gestuurd waarin staat dat een aantal voorstellen van de raadsagenda is afgevoerd. Daar is ook het agendapunt bij over de principeafspraak inzake het aangaan van een samenwerkingsovereenkomst met Rabo-Vastgoed in verband met ontwikkelingen rond het Masterplan. Afgelopen dinsdag heeft het college zich beraden over het standpunt van de commissie VROM en datgene wat het College in aansluiting daarop verstandig achtte. De conclusie daarvan is dat het College besloten heeft om op korte termijn een voorstel tot aankoop van het terrein voor te leggen.
3 Zonder verdere op- of aanmerkingen worden de mededelingen en ingekomen stukken voor kennisgeving aangenomen. 4. Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van de “Startnotitie beeldende kunst gemeente Sint Anthonis”. Mevrouw Aben-Bellemakers (Samen Welzijn) zegt dat in dit voorstel gebeurt wat haar fractie op andere beleidsterreinen ook bepleit heeft, de opstart naar een samenhangend integraal beleid. Kunstzaken toetsen en vragen beantwoorden aan de hand van een beleid zodat er geen ad hoc-invullingen hoeven te komen. Een beleidsmedewerker zoals wordt voorgesteld is prima want deze zal invulling aan een en ander moeten geven. Zonder deze medewerker zul je in het ad hoc-beleid blijven hangen en dat staat Samen Welzijn niet voor. Zij vergelijkt dit met de jongerenwerker die kan meehelpen met het opzetten van integraal beleid. Zij hoopt dat bij de kunst een en ander sneller gerealiseerd zal worden dan bij het jongerenwerk. Haar fractie is er mee eens dat er eerst een beleidsmedewerker komt en er kaders worden uitgezet en daarna liefst op korte termijn integraal beleid komt waarin dan ook andere aspecten zoals muziek en toneel betrokken worden. Voorgesteld wordt om in de adviescommissie met enige regelmaat nieuwe mensen op te nemen. Dat lijkt een goede zaak waarmee een bepaalde starheid of richting wordt voorkomen en alles flexibel en gevarieerd wordt gehouden. Het is ook prima dat alle openbare ruimtes zoals het MFC en de bibliotheek daarin betrokken worden. Daarmee worden naar verwachting meer mensen bereikt. Er moet ook gekeken worden hoe de jongeren als doelgroep bereikt kunnen worden. Ook het via de scholen op jonge leeftijd kinderen met kunst en cultuur kennis laten maken is een goede zaak. Er heeft onlangs in het kader van cultureel erfgoed een gesprek plaats gevonden over de molen in Wanroij en zij denkt dat dit heel serieus genomen moet worden zodat deze molenbiotoop volledig tot zijn recht kan komen. Daar zijn richtlijnen en regels voor. Voorkomen moet worden dat dit met het tegenoverliggende industrieterrein gaat botsen. De heer Verhofstad (C.D.A.) zegt dat met de voorliggende startnotitie een start wordt gemaakt met het vastleggen van een gemeentelijk beeldende kunstbeleid. Dit sluit aan bij het beleidsvoornemen om in het kader van de toeristische ontwikkeling te komen tot het profileren van de gemeente tot een culturele pleisterplaats. De afgelopen jaren hebben er al diverse activiteiten met veel succes plaatsgevonden. Daarom vindt het CDA het een goede zaak dat het gemeentelijk cultuurbeleid in een goede beleidsnotitie met daarbij een financiële vertaling vastgelegd gaat worden. De fractie kan daarom met de startnotitie instemmen en met het voorshands voteren van het benodigde budget waaruit de beleidsmedewerker op basis van 0,25 FTE gefinancierd gaat worden. Te zijner tijd zal op grond van een definitieve beleidsnotitie inclusief financieringsplaatje beoordeeld kunnen worden hoeveel middelen exact voor een goed kunstbeleid inclusief de beleidsmedewerker nodig zijn. De heer Derks (W.V.I.) zegt dat landelijke, provinciale en locale overheden zich altijd hebben opgeworpen als trekkers in kunst, of dit nu abstract of beeldend is en of het economische tij dit wel of niet toeliet. De overheid heeft altijd kunst in de brede zin
4 van het woord gesteund. Wat is een land zonder kunst en kunstenaars, zonder orkesten en operettes. Een land slechts van werkers met een culturele leegte. Kunst laat zich leiden in de tijd. De gemeente Sint Anthonis heeft kunst en cultuur pas sinds enkele jaren tot de hare gemaakt. Er zijn al vele jaren beoefenaars van kunst min of meer landelijk bekend. Ook dit is een deelgebied waarbij een bijdrage wordt geleverd aan de bekendheid van de gemeente waardoor mensen de gemeente gaan bezoeken. W.V.I. stemt in met de notitie waarin ad hoc samengesmeed wordt tot een samenhangend geheel. De heer Van Erp (Nieuwe Samenwerking) zegt dat zijn fractie absoluut niet tegen kunstbeleid is maar tijdens de begroting wel kritische geluiden ten aanzien van dit onderwerp naar voren heeft gebracht. Nieuwe Samenwerking gaat niet met de startnotitie akkoord. Niet zozeer omdat het gepresenteerde verhaal niet goed is maar omdat dit moet passen in het financiële plaatje van de gemeente. Het is daarom niet prioriteit nummer één en de fractie zou dit graag op een lagere plaats willen. Wethouder Van der Laan-Krijnen zegt blij te zijn met de positieve geluiden over de startnotitie beeldende kunst. Het is een opstart om te komen tot een samenhangend integraal beleid op het gebied van kunst en cultuur. De gemeente heeft kunst en cultuur al enkele jaren als speerpunt van beleid. Het is een startnotitie en dit betekent dat hierna zo snel mogelijk wordt verdergegaan met een plan van aanpak en het benoemen van een kunstcommissie. In het plan van aanpak wordt opgenomen hoe lang men deel kan uitmaken van de kunstcommissie. Ook zal daarin aandacht worden besteed aan muziek en toneel om op de duur te komen tot een totaal integraal beleid voor kunst en cultuur. Tot nu toe moest er op de vele aanvragen ad hoc worden beslist en dit is voor het College aanleiding geweest om deze startnotitie zo spoedig mogelijk aan de Raad voor te leggen. Er is ook aandacht voor om de scholen hierin te betrekken. In de startnotitie is uitgegaan van 0,25 FTE voor de beleidsmedewerker. Dit zal verder worden uitgewerkt in het plan van aanpak. Zij is blij dat de fractie Nieuwe Samenwerking niet tegen een kunstbeleid is maar dat dit voor de fractie eigenlijk vanwege de financiën een lagere prioriteit heeft. Zij blijft van mening dat als de gemeente zich op het gebied van kunst en cultuur wil profileren de financiële kaders daarbij aangegeven moeten worden omdat je anders afhankelijk bent van hetgeen er jaarlijks beschikbaar wordt gesteld. Het is juist belangrijk om daar een financiële paragraaf aan te wijden zodat er geld beschikbaar is om het beleid op poten te zetten. Zonder hoofdelijke stemming, maar met de aantekening dat de fractie Nieuwe Samenwerking geacht wordt te hebben tegen gestemd, wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot vaststelling van de “Startnotitie beeldende kunst gemeente Sint Anthonis. 5. Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling “Verordening op het correctief raadgevend referendum Sint Anthonis 2002”. Mevrouw Aben-Bellemakers (Samen Welzijn) zegt dat er in eerste instantie alleen iets op papier stond vanuit het rijk waarmee je alle kanten op zou kunnen gaan. Dat betekent dat je er ook de goede kant mee op kunt.
5 Dit voorstel heeft een tijdelijk karakter omdat de grondwetswijziging in voorbereiding is die referenda met een bindend karakter mogelijk moet maken. Deze tijdelijke referendumwet geeft naar haar mening een mooie gelegenheid om ervaring op te doen. En waarom zouden wij dat niet doen, waar zijn wij bang voor? Er zijn voldoende waarborgen ingebouwd om te voorkomen dat de gemeente wordt overspoeld met aanvragen. 85 Mensen zijn al nodig voor een inleidend verzoek en wil dat leiden tot een definitief verzoek dat is dat aantal 850. Het zal dus echt niet zo zijn dat de gemeente hiermee dagelijks wordt geconfronteerd. Samen Welzijn wil wel gebruik maken van de mogelijkheden die de wet biedt als het gaat om zaken die in aanmerking komen maar niet zoals door het College wordt voorgesteld, besluiten uitzonderen van referendabiliteit. Als de verordening van de gemeente wordt vergeleken met de modelverordening van de VNG, waarmee niet gezegd is dat altijd de modelverordening overgenomen moet worden, blijkt dat de gemeente wel erg weinig heeft geregeld. Middels de verordening wordt niet uitgestraald dat de gemeente er echt iets mee wil. Er is zeer beknopt iets opgenomen over het budget en er is niets opgenomen over advies door de referendumcommissie, waarvan toch wel namen op papier hebben gestaan. Zij vraagt wat die commissie in de gemeente gaat doen. Als het gaat over het meer betrekken van burgers bij de gemeentepolitiek, een item waarvan iedereen de mond vol heeft, zou dit daar een onderdeel van kunnen zijn. Samen Welzijn is er voorstander van om de mogelijkheden die aangereikt worden ook inderdaad te gaan benutten. De heer Ketelaars (W.V.I.) zegt dit als een verdere stap te zien op de weg om burgers meer mogelijkheden te geven een oordeel te vellen over de politieke besluitvorming en het politieke handelen van de gemeenteraad. Het zal in het begin zeker niet storm lopen met aanvragen voor referenda. Het is een vrij onbekend fenomeen en zal zijn waarde nog moeten bewijzen maar dat zal op termijn zeker gebeuren. Voor W.V.I. is dit een reden om naast de qua tijd verruimde mogelijkheden om te gaan stemmen aan het College te vragen om eens serieus na te denken over de aanschaf van stemmachines. De voorzitter zegt dat de gemeente nergens bang voor is. Er is het praktische probleem geweest dat de Kadernota en in aansluiting daarop de begroting al een heel eind klaar waren. De wetgever zelf heeft ook lang geworsteld met het fenomeen referendum. Het uiteindelijke resultaat is in zijn visie redelijk wat waterverf geworden. Voor het College was het de vraag of er in het eerste jaar al hard gewerkt zou moeten worden om van alles van de grond te krijgen. Bovendien zijn er nogal wat kanalen vanuit de gemeente naar de burger, zoals de dorpsraden. Er wordt uitgebreid gebruik gemaakt van de mogelijkheden van inspraak en voorlichting aan burgers bij de plannen die gemaakt worden. Dat alles leidt tot de conclusie dat de gemeente vooralsnog even rustig aan doet. Bij de nota van aanbieding voor de volgende begroting zal bekeken worden of er uitbreiding moet worden gegeven aan de zuinige aanpak zoals die nu in het voorstel is gegeven. Hij verwacht dat de gemeente op dat moment ook verder is met het opzetten van een interactieve website. Het onderwerp stemmachines is onlangs binnen het College aan de orde geweest en er is nog geen aanleiding gevonden om van het goede gebruik van handmatig tellen af te stappen. Als het om andere redenen zoals referenda die met enige regelmaat
6 mensen naar het stembureau laten komen, zal bekeken moeten worden of de techniek daar op aangepast moet worden. Mevrouw Aben-Bellemakers (Samen Welzijn) zegt dat de voorzitter tot de conclusie komt dat het in de voorgeschiedenis van heel veel eigenlijk niet veel is geworden. Zij is het daarmee niet helemaal oneens maar denkt dat de gemeente voldoende creativiteit in huis heeft om daar dan nog iets van te maken. Zij betwijfelt dat dit enorm veel werk voor de gemeente zou betekenen. De gemeente moet zorgen voor voorlichting en voorwaarden zodat er invulling aan kan worden gegeven op het moment dat dit aan de orde is. Zij zegt dat haar vraag over de taak van de commissie onvoldoende beantwoord is. Er zijn 3 namen van personen op papier gezet. Zij wil weten of de commissie vervalt met het aannemen van dit voorstel of hieraan toch een invulling wordt gegeven. De argumenten van haar fractie zoals in eerste termijn verwoord staan nog steeds overeind. Zij handhaaft het standpunt dat de gemeente dit best maximaal in kan vullen. De fractie stemt dan ook tegen het voorstel om zaken uit te sluiten.
De voorzitter zegt dat in de begeleidende stukken van de VNG als raadzaam wordt aangegeven dat het goed is om een soort plan van aanpak door een projectgroep te laten maken waarin wordt geformuleerd wat de spelregels zouden kunnen zijn in het geval het referendum zich als fenomeen voor zou kunnen doen. In het verlengde daarvan zullen er allerlei praktische vragen komen zoals: indien het zich voordoet, hoe wordt een aanvrager gefaciliteerd, is het in een groep van mensen in verenigingsverband of is het een vraag voortkomend uit een individueel probleem. Moet dit met geld worden gefaciliteerd zodat men het referendum kan organiseren? Zo zijn er nog tal van vragen die om een uitwerking vragen. Daarom is vooreerst gekozen om rustig aan te doen en het niet de hoogste prioriteit te geven. Hij stelt voor dit in de eerstvolgende commissie Bestuurszaken nog eens inhoudelijk te bekijken. Mevrouw Aben-Bellemakers (Samen Welzijn) zegt haar standpunt te handhaven en graag op dit onderwerp in de commissie Bestuurszaken terug te willen komen. Naar haar mening is bijvoorbeeld het budget geregeld en is dat volgens artikel 105 van de wet verplicht. De voorzitter zegt dat dit inderdaad in de wet staat maar het onduidelijk is waarover het gaat in de praktijk van de gemeente Sint Anthonis. Er zal dan ook een bedrag genoemd moeten worden. Hij vindt het niet correct om dit in de risicoparagraaf te laten belanden. Hij stelt daarom voor om dit eerst uit te werken en te bekijken op welke wijze er vorm aan kan worden gegeven inclusief het bijbehorende budget. Zonder hoofdelijke stemming, maar met de aantekening dat de fractie Samen Welzijn geacht wordt te hebben tegen gestemd, wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot vaststelling “Verordening op het correctief raadgevend referendum Sint Anthonis 2002”. 6. Voorstel van burgemeester en wethouders tot aanpassing van de verordeningen aan de invoering van de Euro.
7 Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot aanpassing van de verordeningen aan de invoering van de Euro. 7. Voorstel van burgemeester en wethouders tot nemen van een besluit tot opheffing en liquidatie van de gemeenschappelijke regeling Streekgewest Brabant-Noordoost. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot nemen van een besluit tot opheffing en liquidatie van de gemeenschappelijke regeling Streekgewest Brabant-Noordoost. 8. Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van het plaatsingsbeleid voor windturbines. De heer H. van Heijster (Samen Welzijn) zegt dat het hanteren van het begrip turbine in plaats van molen terecht is. Het begrip windenergie is terecht van het geitenwollen-sokken-imago bevrijd. Windenergie is een gewone vorm van energie opwekken die geen of veel minder een beroep doet op fossiele brandstoffen. De milieuvoordelen van windenergie zijn intussen wel discutabel geworden. Ook vanuit de milieu- en natuurbeweging worden vraagtekens gezet bij de feitelijke verdiensten en de positieve effecten. Het energierendement van het opgesteld vermogen en vooral het afgenomen vermogen, afgezet tegen de investering in financiële zin maar ook de aanslag die wordt gepleegd op natuurwaarden en de milieubelasting, geeft aanleiding tot discussie. Bovendien moet worden vastgesteld, dat waar alternatieve energiebronnen in beeld zijn gekomen omdat wij dreigden door de voorraad fossiele brandstoffen te geraken wij de noodzaak hebben vergroot om beter te kijken naar die alternatieve bronnen. Vanuit de milieubeweging werd met name windenergie als mogelijkheid aangedragen om op kleinschalige wijze aan energievoorziening te doen. Wat er zich de laatste jaren met name heeft aangediend is het opstellen van grote parken die op grootschalige wijze proberen daar wat aan te doen. Op dat gebied worden er door de milieubeweging kanttekeningen geplaatst, omdat gezegd wordt dat het plaatsen van energie-opwekkers in een klein en dichtbevolkt gebied als Nederland toch wat bezwaren oproept. Er zijn ook nog andere mogelijkheden van energie opwekken zoals getijdenstroom en dergelijke. Deze maken minder aanspraak op de hoeveelheid ruimte. Dit alles betekent dat er met enige reserves naar het fenomeen windenergie gekeken moet worden. Waarover weinig gesproken wordt is de besparing door het terugdringen van het gebruik. Nu wordt er veel aandacht besteed aan de mogelijkheden om energie op te wekken, goedkope levering, groene energie, enz. Hiervoor wordt onder andere atoomstroom van elders geïmporteerd. Naar deze zaken moet nog eens goed worden gekeken bij het milieuvoordeel van windenergie. Een ander aspect waar bij het plaatsen van molens naar moet worden gekeken is de natuurwaarde die in het gedrang gebracht zou kunnen worden. Deze nota maakt in elk geval een terechte keuze voor een locatie na afweging van een aantal belangen. In die zin is het een goede notitie. Deze schiet echter wel enigszins uit de bocht als gesuggereerd wordt dat er van een landschappelijke versterking sprake is. Naar aanleiding van zijn opmerking hierover in de commissie had hij verwacht dat het College dit zou corrigeren. Een windmolen is immers geen versterking van het landschap. In dit geval doet hij er bij de aanwezige hoogspanningsleidingen nog een schepje bovenop met een lengte van ruim 100 meter inclusief de wieken. Een
8 kerktoren zoals in Sint Anthonis valt daarbij eigenlijk in het niet. Hij vindt dat er een discussie zou moeten worden gevoerd als er nog meer windmolens geplaatst gaan worden. De fractie Samen Welzijn zal niet tegen het voorstel stemmen maar wil met het College spreken als er sprake is van het werkelijk plaatsen van die molens, ook als die afzonderlijke aanvragen voor die solitaire molens die dan eventueel geclusterd zouden worden aan de orde komen. De heer Ketelaars (W.V.I.) zegt dat zijn fractie zich kan vinden in de aanbevolen locaties en ook bij de realisering nog met het College in overleg wil. W.V.I. is tegen versnippering en solitaire wondmolens. Des te meer bevreemd het dat onder punt 4 onder solitaire windmachines geschreven wordt: Het van toepassing zijnde bestemmingsplan biedt nog geen mogelijkheden tot medewerking aan de oprichting van windturbines. Deze zin is voor hem niet duidelijk. Slaat deze op de vier solitaire windturbines of op het totale plan op locatie 2 of locatie 5. Hij wil daar graag van tevoren een duidelijk antwoord op hebben. Ook vraagt hij of het College er belangstelling voor heeft om te onderzoeken of er mede wordt geparticipeerd in bouw en exploitatie van deze windturbines. De heer Aben (C.D.A.) zegt dat de nationale overheid windenergie hoog in het vaandel heeft staan. In de vijfde nota Ruimtelijke Ordening is opgenomen dat er in 2010 1.500 megawatt beschikbaar moet zijn. Het CDA is blij met dit voorstel omdat de gemeente daar een stimulerende rol in krijgt. Door het RMB is een quik scan windenergie gemaakt. Er komen vijf gebieden in beeld waarbij twee gebieden de voorkeur krijgen. Destijds is een afvaardiging van de Raad op excursie geweest naar Limburg en Duitsland. Door Joop Thijssen is enorm veel voorwerk gedaan over windenergie. Jammer genoeg kan hij het niet meer afmaken omdat hij overleden is. Toen is gebleken dat het met de hoogte van de windturbines wel mee zal vallen. Er is planologisch naar gekeken en naar de landschappelijke inpasbaarheid. Bij locatie 4 zou het landschappelijk ook wel inpasbaar zijn in het coulissenlandschap. De groene hoofdstructuur en het bosgebied vallen af. Het CDA kan met het voorstel instemmen. De heer Van Erp (Nieuwe Samenwerking) zegt dat zijn fractie met het voorstel kan instemmen. De afweging die is gemaakt met betrekking tot de gebieden om te komen tot criteria of het wel of niet past wordt in grote mate onderschreven. Het blijft een kwestie van inschatting in het landschap. De noodzaak om te komen tot deze windturbines is duidelijk. Hij vraagt hoe hij het terughoudende beleid ten aanzien van solitaire molens moet zien. Is dit nee, of is dit ja mits? Afsluitend zegt hij zijn bedenkingen te hebben bij de manier waarop agrariërs in commercials naar voren worden gebracht. Wethouder Bos zegt dat de fractie Samen Welzijn middels de inbreng van de heer Van Heijster terecht een zijpaadje is ingewandeld door na te denken over het gebruik van energie. Terugblikkend naar de jaren 70 toen er een noodzaak was om na te denken over het gebruik van energie zegt hij dat er toen aandacht werd gevraagd voor alles wat met energie te maken heeft en het jammer te vinden dat dit ondertussen helemaal vervlakt is. Integendeel, het kan allemaal weer niet op en dat is te betreuren. Dat
9 neemt niet weg dat het goed is om na te denken over de vormen van energie die er zijn en die gebruikt kunnen worden. Er is verzet geweest tegen allerlei vormen van kernenergie en de daar bijbehorende consequenties. Steeds weer moet nagedacht worden waar komen de energieelementen vandaan en wat is dan wijs. Op zichzelf zijn dat zijsporen. Bij dit voorstel gaat het om het plaatsingsbeleid van windturbines: waar worden deze in de gemeente neergezet als ze er komen. Er is een aantal plekken bekeken en de gemaakte keuzes voor locatie 2 en locatie 5 worden door de Raad onderstreept. Dit zal vervolgens met de provincie worden besproken. Het bestemmingsplan Buitengebied gaf geen ruimte ten aanzien van het plaatsen van windmolens. De verzoeken die er liggen voldoen ook niet aan de gegevens zoals die nu zijn voorgelegd. Het antwoord op deze verzoeken is dus met en zonder deze notitie afwijzend. Daar komt nog bij dat ook de provinciaal ambtenaar van mening is dat het plaatsen van solitaire windmolens absoluut niet aan de orde is voor gemeenten als Sint Anthonis. Daar is men tegenstander van. Het woord terughoudend kan dus in nee worden vertaald. De heer Ketelaars (W.V.I.) vraagt of hij het goed begrepen heeft dat alleen voor locatie 2 en 5 het bestemmingsplan aangepast moet worden. Wethouder Bos antwoordt dat dit correct is. Er is alleen sprake van clustering of lintinvulling. Een groep van 3 kan beschouwd worden als een cluster maar ook dan zal bekeken moeten worden of dat op die plek en onder die omstandigheden gewenst is. Of de gemeente hierin participeert zal niet vanuit het College ingevuld gaan worden. Hij is er persoonlijk geen voorstander van omdat er nog teveel vraagtekens zijn. De heer Ketelaars (W.V.I.) zegt dat hij alleen heeft gevraagd naar het onderzoeken van en niet naar het participeren. Wethouder Bos zegt te hopen dat dit bij de concretisering van dit voorstel aan de orde komt. Er zijn echter nog meer zaken die hierbij een rol spelen. Door de Raad is onder andere genoemd dat er nauwelijks milieuvoordelen zijn en het financieel veel consequenties met zich mee brengt. Dat kan uiteindelijk leiden tot de constatering dat er wel een plaatsingsbeleid is maar er niet tot plaatsing wordt overgegaan. Dat lijkt een merkwaardige volgorde maar het is wel van belang om te kijken naar waar mogelijkheden zijn en naar de inhoudelijke elementen, die mogelijk zoveel beperkingen kennen dat het niet zou moeten gebeuren. Een onderzoek of de gemeente inzake de aansturing daar een rol in zou kunnen spelen, zou daarin een rol kunnen spelen. Hij is blij te kunnen constateren dat de Raad kan instemmen met de aanpak van windturbines. Hij hoopt dat dit niet alleen in de gemeente zelf zo gebeurt maar in het gehele Land van Cuijk omdat een bepaald draagvlak in de regio hiervoor wenselijk is. Dat maakt de kans op succes in ieder geval groter. De heer H. van Heijster (Samen Welzijn) zegt ingenomen te zijn met de reactie van wethouder Bos. Met name omdat het aspect reserve daarvan een belangrijk onderdeel uitmaakt. Er wordt wel een locatie bepaald maar de condities waaronder eventueel tot plaatsing wordt overgegaan moeten nog nader besproken worden. Dat is ook de
10 strekking van zijn inbreng in eerste termijn geweest. Het is niet minister Jorritsma die dat bepaalt. Dat doet de Raad zelf bijvoorbeeld als het om de toegelaten hoogte gaat. Niet ten onrechte zijn in het bestemmingsplan Buitengebied beperkingen aangegeven aan de hoogte van objecten die daar geplaatst kunnen worden. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot vaststelling van het plaatsingsbeleid voor windturbines. 9. Voorstel van burgemeester en wethouders tot - vaststelling van een beleidsnota inzake vrij van (erf)pacht en in eigendom van de gemeente zijnde landbouwgronden. - ongewijzigde handhaving van een eerder vastgestelde notitie inzake erfpacht en melkquotum. De heer Ketelaars (W.V.I.) zegt dat het jammer is dat deze twee notities ontzettend lang op zich hebben laten wachten. Zeker gezien het feit dat zij maar heel beperkt gewijzigd zijn. Deze notities en de evaluatie van de notitie melkquotum is heel vaak gevraagd. Het feit dat er in geen van de twee notities iets gewijzigd is bewijst eigenlijk dat de andere twee behoorlijk goed doordacht en een redelijk compromis waren vanuit het vorige College. Een van de redenen destijds om de Pachtwet te wijzigen was om het te behalen rendement voor grondeigenaren naar een wat meer aanvaardbaar niveau van ongeveer 2% te brengen. Vanwege het tempo waarmee grondprijzen thans stijgen zal hier echter voorlopig geen resultaat uit voortkomen. Dit hoeft en mag echter voor de gemeente geen hoofddoel te zijn. Goed beheer heeft ook zijn prijs. Ook het niet wijzigen van de uitgangspunten van het melkquotum wordt door de fractie WVI ondersteund. WVI heeft zich destijds samen met Samen Welzijn sterk gemaakt voor een rechtvaardige verdeling van 50-50% bij de afrekening van melkquotum. Daar is uiteindelijk het compromis 42,5-57,5% als resultaat uitgekomen. WVI heeft zich daar destijds in moeten schikken en doet dat nu nog. Hij is blij dat deze notities nu ongewijzigd zijn gebleven. De heer Aben (C.D.A.) zegt dat het eigenlijk een evaluatie van de grondnotitie is. Er is inderdaad niet veel gewijzigd en er is lang op gewacht maar als iets goed is hoeft het ook niet zo snel veranderd te worden. Het geeft ook aan dat de erfpachter een aparte contractuele rechtsrelatie heeft. In deze notitie wordt eigenlijk alleen maar gesproken over gronden die helemaal vrij zijn en er geen enkele morele verplichting is met erfpachters of anderen. Hij is blij dat er vorige week donderdag de loting is geweest van de 75 hectare landbouwgrond die vrij is van pacht en erfpacht. In de toekomst zal er nog veel grond nodig zijn. Het landschapsbeleidsplan, de ecologische verbindingszones en biologische landbouw komen nog allemaal aan de orde. In deze notitie wordt gesproken over het erfpachtbeleid in de voormalige gemeente Oploo c.a. dat contractueel was vastgelegd op 26 jaar. Wanneer man of vrouw aan de criteria voldoen van scholing kunnen zij zo verder. Bij ophouding kan het gewoon in pacht teruggenomen worden. Ten aanzien van de wettelijke norm van de erfpacht voor canons in de voormalige gemeente Wanroij waar een eeuwigdurende overeenkomst is, wordt gesproken van 4% van de verkeerswaarde. Hij herinnert er aan dat in de contracten ingevuld wordt,
11 naar rato van redelijkheid en billijkheid. In de laatste jaren zijn de pachtnormen goed aangepast en dit hoort ook zo. Alle gronden die de gemeente terug krijgt, en dat kunnen er in de toekomst meer zijn dan verwacht wordt. Dezelfde grond mag maar 12 jaar worden uitgegeven. Hij vraagt hoe de wethouder denkt in de toekomst al deze losse grond in te kunnen vullen. De heer H. van Heijster (Samen Welzijn) zegt dat de fractie Samen Welzijn destijds, zij het met grote aarzeling, akkoord is gegaan met de verdeling van een gemeentelijk quota-aandeel en een aandeel van de pachters. Dat akkoord wil de fractie handhaven omdat het College dat hier ook doet. De notitie erfpacht is een verdere uitwerking van hetgeen eerder al is vastgesteld en zal dan bij de fractie ook geen bezwaren ontmoeten. Hij is blij dat er, zij het beperkt, een kleine verwijzing wordt gemaakt naar het op stapel staande en door het College als speerpunt van beleid aangemerkte beleid inzake biologische landbouw. De fractie ziet de ontwikkelingen op dat gebied met vertrouwen tegemoet omdat de biologische landbouw een grote toekomst heeft. Hij hoopt dat dit ook bij de agrariërs steeds meer door wil dringen. De heer Van Erp (Nieuwe Samenwerking) zegt eveneens dat het lang heeft geduurd voordat deze evaluatienotitie er is gekomen. De conclusie van het verhaal is dat bijna alles ongewijzigd wordt overgenomen. Het is een proces van een aantal partijen geweest om tot een compromis te komen. Het CDA wilde destijds een andere invulling van de melkquota. Hij vraagt of de wethouder het verschil kan verklaren dat er zou zitten tussen pacht en erfpacht en hoe de gemeente daar mee om gaat. Hij denkt dat het goed is om nu te kiezen voor de uitgifte van eenjarige pacht. Door de heer Aben is terecht opgemerkt dat de gemeente straks richting 12 jaar gaat. Er komen echter nogal wat wijzigingen in de Pachtwet. Hij is er voorstander van om zodra de wijzigingen in de Pachtwet bekend zijn te bespreken hoe er met vrijkomende landbouwgronden wordt omgegaan. Wethouder Bos zegt dat aan de orde is het ongewijzigd handhaven van de eerder vastgestelde notitie inzake erfpacht en melkquotum en een beleidsnota inzake vrijkomende erfpachtgronden.
In de vorige raadsperiode zijn er twee notities op tafel gekomen die uiteindelijk tot een compromis hebben geleid. Bij aanvang van deze bestuursperiode in 1998 heeft het hem enorm verrast dat er een conceptnotitie lag die al een aanzet zou kunnen geven voor nieuwe ontwikkelingen. Die notitie heeft hij aan de Raad voorgelegd in twee commissievergaderingen. Daar is uitvoerig over gesproken en geconstateerd werd dat er vier fracties waren die alle vier op zichzelf te billijken inzichten hadden ten aanzien van deze onderwerpen. Hij heeft toen ondervonden dat de praktijk van alledag in feite veel beter werkte dan de discussie in de Raad. Die leverden alleen maar vier verschillende inzichten op. Dan zijn er twee mogelijkheden. Opnieuw aan tafel gaan zitten om tot een compromis te komen. Het had in zijn ogen geen enkele zin om dat via een raadsmeerderheid van bijvoorbeeld twee coalitiepartners gedaan te krijgen. Dat zou onrecht gedaan hebben aan de eerdere inbreng die ten aanzien van dit onderwerp geleverd was. Daarom is hij mogelijk in de commissievergadering ook wat fel geweest tegen de heer Van Erp.
12 Uiteindelijk is het naar zijn mening wijs geweest om de voordelen van datgene wat vastgesteld was te benutten voor de voortgang van de komende jaren. Alleen, en dat is niet onbelangrijk geweest, de Pachtwet heeft de gemeente meer ruimte gegeven. In het verleden was er alleen de keus tussen erfpacht en 6-jarenpacht. Maar met name nu losse grond 12 jaar verpacht mag worden biedt dit ruimte. In de vragen die door de Raad gesteld zijn is de ruimte nu aantrekkelijker dan over 6 of 7 jaar als er korter bij de periode van 12 jaar uitgekomen wordt. Maar er zijn op bladzijde 4 van het voorstel ook een aantal elementen verwoord waarom het College van mening is dat de gemeente de grond tussen nu en dat moment op veel strategisch verantwoorde plekken nodig heeft, of dat dan voor woningbouw, biologische landbouw of realisering van de reconstructie is. Wat betreft melkquotum erfpacht en pacht zegt hij er van uit te gaan dat er geen jurisprudentie of wetgeving zal zijn die anders is en zolang die er niet is vast te houden aan de koers die middels deze notitie is uitgezet. Het doet hem deugd dat veel agrariërs in de afgelopen jaren op een correcte manier invulling hebben gegeven aan de nota. Naar zijn mening hoeft de heer Ketelaars niet zo’n spijt te hebben van de 7,5% omdat het uiteindelijk in goede samenwerking met de inwoners te komen tot het afhandelen van dergelijke zaken in financiële zin maar ook in de zin van relaties prettiger is dan te moeten gaan vechten om 50% binnen te halen. Het zal altijd vanuit bepaalde onderdelen zijn kanttekeningen blijven behouden. De heer Ketelaars (W.V.I.) zegt zorg gehoord te hebben over de inzetbaarheid van grond. Dat lijkt hem niet omdat grond een schaars goed is en zal blijven. De gemeente kan ook nog grond gebruiken voor het landschapsbeleidsplan. Als de wethouder spijt gehoord heeft in zijn verhaal over de 42,5 en 57,5% dan spijt hem dat zeer want dat zat er niet in. De heer H. van Heijster (Samen Welzijn) zegt het jammer te vinden dat de wethouder de 7,5% nodig vindt om als een soort smeerolie te dienen in onderhandelingen en bij het tot stand brengen van goede verhoudingen. Bij deze percentages wordt nog altijd gesproken over een afwijking van een algemeen als redelijk ervaren verdelingsverhouding van 50-50%. Die 7,5% is gemeenschapsgeld en daar moeten wij altijd heel voorzichtig mee zijn, ook als overheid en dagelijks bestuurder. Hij had deze opmerking in eerste termijn bewust weg willen laten maar de woorden van de wethouder brengen hem er toe deze opmerking nu toch te plaatsen. De heer Van Erp (Nieuwe Samenwerking) zegt de eerdere discussie niet te willen herhalen maar het niet met de heer Van Heijster eens te zijn over de motivatie van 50-50%. Hij denkt dat het nu genoemde percentage goed is en hij is het absoluut niet eens met de opmerking dat dit als smeerolie zou dienen. De heer H. van Heijster (Samen Welzijn) interrumpeert en zegt dat dit niet zijn opmerking was maar een interpretatie van de inbreng van wethouder Bos.
13 De heer Van Erp (Nieuwe Samenwerking) zegt dat hem die interpretatie ontgaan is. Hij zegt er van uit te gaan dat als de 12 jaar wordt genaderd bij eenjarige pacht er concrete stappen worden gezet. De heer Aben (C.D.A.) zegt eveneens niet in herhaling te willen vallen maar te constateren dat er nog helemaal niets was toen deze melkquotumnotitie werd aangenomen. Het onderwerp lag ontzettend gevoelig. De rechter heeft uitspraken gedaan en van daaruit is beleid gemaakt. De heer Van Erp heeft het CDA toen ondersteund. Het antwoord van wethouder Bos op de vraag van de heer Van Erp over het melkquotum op de erfpacht is hem niet helemaal duidelijk. Wethouder Bos zegt er van uit te gaan dat bij niet veranderde nieuwe gegevens zowel bij pacht als bij erfpacht deze uitwerking van toepassing is en blijft. De heer Aben (C.D.A.) vraagt of er dan geen verschil is tussen de erfpacht van de voormalige gemeente Oploo c.a. met 26 jaar en eeuwigdurende erfpacht. Wethouder Bos antwoordt dat hierin geen verschil is. Destijds zijn er moverende argumenten geweest om te komen tot het compromis van 42,5-57,5%. Hij heeft alleen maar kenbaar willen maken dat het College dit volgens het genomen raadsbesluit wil blijven doen. Mogelijkerwijs heeft hij de heer Ketelaars zwaarder vertaald dan nodig was maar hij zegt in eerste instantie uit zijn woorden begrepen te hebben dat hij als vertegenwoordiger van WVI indertijd geworsteld heeft met de vraag of hij dit wel of niet zou moeten doen. Er is voor gekozen en het College houdt deze lijn vast. Hij herhaalt dat dit op zichzelf goed is omdat ervaren wordt dat het goed werkt. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot: - vaststelling van een beleidsnota inzake vrij van (erf)pacht en in eigendom van de gemeente zijnde landbouwgronden. - ongewijzigde handhaving van een eerder vastgestelde notitie inzake erfpacht en melkquotum. 10. Voorstel van burgemeester en wethouders tot verkoop overhoeken aan diverse personen. De heer Reijnen (C.D.A.) zegt dat in 2001 in een notitie is vastgelegd welke gronden als restperceel of overhoeken gezien mochten worden en derhalve tegen bouwgrondprijs overgedragen mochten worden aan de inwoners. Percelen beneden een oppervlakte van 100 vierkante meter kunnen op basis van eerder genoemde notitie worden afgewerkt zonder behandeling in de Raad. Hij heeft zich bij de behandeling van die notitie toen al afgevraagd waar die 100 vierkante meter vandaan kwam en wat het verschil was tussen boven of onder die 100 vierkante meter en hij vraagt zich dat nog steeds af. Waarom moet dit soort voorstellen in de Raad worden behandeld? De uitgangspunten zijn bekend. Hij stelt dus voor om het College dit te laten afhandelen.
14 Het CDA is dus voor het voorstel. Hij merkt op dat in voorstel 1 over BTW wordt gesproken, bij voorstel 2 en 3 ontbreekt de BTW. Hij gaat er van uit dat dit een verschrijving is. De heer H. van Heijster (Samen Welzijn) zegt dat, als zijn fractie dit voorstel bekijkt, hij de opmerking maakt die in zijn fractie doorklonk: “zo snel hebben wij nog nooit gelijk gekregen”. Dat klinkt misschien wat cryptisch maar de invulling van de notitie die door een meerderheid van de Raad is vastgesteld (Samen Welzijn was tegen) is uiteindelijk neergekomen op een voorstel voor een drietal verkopen. Een vierde voorstel is afgevoerd en dat niet ten onrechte en daar was een goede reden voor. Het College kwam hier pas na de commissievergadering achter. Immers, tijdens de commissievergadering werden twee voorstellen voorgelegd. Een voorstel had betrekking op De Peppels in Wanroij, het andere op Sint Anthonis. De twee andere voorstellen zijn weliswaar in de commissie mondeling toegelicht maar later toegevoegd. Het vierde voorstel over het Zandseveld is teruggenomen omdat intussen is gebleken dat de invulling die het Zandseveld in nieuwe versie nodig heeft het bezit van die grond zo ontzettend belangrijk maakt. Hij zegt indertijd al betoogd te hebben dat mensen die bezig waren met het maken van een bestemmingsplan, ook in de jaren zeventig toen het Zandseveld aan de orde kwam, daar wel degelijk over nagedacht hebben. Dat is gebeurd met de blik van toen en men heeft daar een bepaalde visie bij gehad. Die visie wordt natuurlijk niet altijd meer gedragen maar hij zegt zich te kunnen herinneren dat er op ’t Hoogveld een stukje speelterrein werd verkocht omdat het onwenselijk zou liggen. Er zijn aan de Burgemeester Goossensstraat speelterreinen verkocht omdat die wat ongunstig zouden liggen. Maar na jaren moet geconstateerd worden dat er in een aantal wijken gewoon geen speelterreinen meer zijn, niet voor en niet achter de huizen. Dat is buitengewoon lastig. Wat je als gemeente het beste met grond kunt doen behalve verkopen – dat kan maar één keer, is ruilen. Dat had bij het Zandseveld ook kunnen gebeuren. Het College heeft daartoe net de kans gekregen, het voorstel er uit gehaald en de zaak is nog net gered. Het is jammer dat zit zo gebeurt. Om die reden is Samen Welzijn tegenstander van de verkoop van overhoeken. Hiermee moet veel zorgvuldiger worden omgegaan. Als het toch gebeurt, moet er creatiever mee om worden gegaan en geprobeerd worden de grond op een andere wijze uit te geven. Het is ontzettend lastig om oeverloze discussies aan te moeten gaan over een streepje grond dat nodig blijkt te zijn bij de invulling van een nieuw plan. Samen Welzijn was om die reden al tegen het voorstel en vanwege de praktijk blijft dit ook zo. Het nee-schudden van de wethouder zal buitengewoon bloemrijk vertaald moeten worden om de mening van de fractie te herzien. Hij vraagt tenslotte aan de wethouder hoe het staat met de lijst waar hij in de commissie naar gevraagd heeft van verkochte terreinen onder de 100 vierkante meter. De heer Ketelaars (W.V.I.) vraagt hoe het met de eigendomsverhoudingen zit met betrekking tot het perceel gelegen tussen de Kerkstraat en het te verkopen perceel in Landhorst en wat de functie van de gemeente is als de dorpsraad in Westerbeek te zijner tijd met het verzoek komt om een nieuw schaatsbaantje te maken.
15 De heer Van Erp (Nieuwe Samenwerking) zegt dat zijn fractie met het voorstel in kan stemmen. Hij is in principe niet tegen het verkopen van overhoeken mits er een goede afweging met betrekking tot het voldoen aan de criteria is gemaakt. Het voorstel Zandseveld is teruggenomen na opmerkingen van zijn fractie over een voet- en fietspad. Hij is benieuwd naar de reden van het terugnemen van dit voorstel. Wethouder Bos zegt op dit moment geen antwoord te kunnen geven op de vraag van de heer Ketelaars omdat dit andere gronden betreft dan in het voorstel zijn genoemd. Het staat hem bij dat er al eerder voor een alternatieve plek voor een schaatsbaantje is gekozen omdat de plek aan de Koehardstraat te ver uit het dorp lag. Over het teruggenomen voorstel Zandseveld zegt hij dat er gekeken is naar allerlei gegevens zoals veiligheid, verlichting en ontsluiting. Ten aanzien van een van de gebieden is kenbaar gemaakt dat men van mening is dat steden-bouwkundig gezien er bij deze locatie een heel andere invulling gerealiseerd had mogen worden en de vraag is of dit alsnog gerealiseerd kan worden. Omdat in de commissievergadering door de fractie Nieuwe Samenwerking werd gesproken over het al of niet verbreden van het pad, maar vervolgens in een nabespreking het voor hem nieuwe element van stedenbouwkundige inrichting aan de orde kwam, heeft het College gemeend er goed aan te doen om de zaak vanuit die insteek aandacht te geven. Dat zal hoogstwaarschijnlijk niet tot aanpassing leiden maar het was niet mogelijk om dat nu nog in dit voorstel aan de Raad voor te leggen. Dit onderwerp zal voor de eerstkomende raadsvergadering worden geagendeerd. Dan zal de discussie breder worden gevoerd en heeft dan niet meer te maken met alleen het strookje grond maar veel meer met de stedenbouwkundige inrichting van de daar aanwezige woningen voor ouderen. Dat is qua ligging een zorg die vanuit de werkgroep Zandseveld kenbaar is gemaakt en waar de stedenbouwkundige opnieuw naar gekeken heeft. Het nee-schudden was vooral ingegeven omdat de heer Van Heijster de indruk wekte alsof het alleen maar zou gaan om een gegeven dat een beperking kent in het afhandelen van dergelijke stroken. Het College heeft alvorens tot de daadwerkelijke afhandeling van verkoop van stroken wordt overgegaan gekozen voor een beleidsuitgangspunt van welke gronden daarvoor in aanmerking komen. Daar zijn criteria voor opgesteld en dit gebeuren is daar op getoetst en het College wil dat in die zin ook afhandelen. Het is destijds de keuze van de commissie VROM geweest om een grens te trekken. Beneden de 100 vierkante meter mag door het College worden afgehandeld, daarboven gebeurt dit door de Raad. Als er vanuit de Raad een concrete aanpak komt om dat te veranderen dan wil hij dat als verantwoordelijk portefeuillehouder wel overnemen. Hij zegt toe met ambtenaar Van Duijnhoven te zullen bespreken of de gevraagde lijst zo spoedig mogelijk, liefst nog voor 1 januari 2002, aan de leden van de Raad kan worden voorgelegd. Wethouder Van der Laan-Krijnen zegt dat voorstel 1 onderdeel uitmaakt van het grondbedrijf. Het grondbedrijf is BTW-plichtig en daarom wordt daar BTW over berekend. Er is dus geen sprake van een misverstand. De voorzitter komt terug op de beantwoording van de vraag van de heer Ketelaars over het stukje grond in Landhorst. Daar staat inmiddels al een woning op.
16
De heer H. van Heijster (Samen Welzijn) zegt de bijdrage van wethouder Bos niet bloemrijk genoeg te vinden. Er zaten volgens hem zelfs nog heel verwelkte bloemen in. De wethouder zegt dat stedenbouwkundige argumenten aanleiding zijn om het voorstel terug te nemen. De essentie van zijn betoog was echter dat, als het op de manier wordt gedaan zoals dit nu door het College gebeurt, er niets meer is om terug te nemen. Dan is de grond namelijk al verkocht. Dat is iets waar Samen Welzijn altijd ontzettend huiverig voor is geweest. Er is een keer een planning gemaakt bij een afweging van openbaar gebied en privé gebied. Daar wringt de schoen. De mogelijkheid om beleid te maken om dat ruimtelijk in te vullen wordt op de manier zoals het College dat doet voor een belangrijk deel uit handen gegeven. Hij kan de verkoop van 425 vierkante meter geen overhoek meer noemen. Dat is een bouwkavel en dat moet dan ook zo genoemd worden en ook moet de vraag worden gesteld of het dan nog gewenst is om dit te verkopen. Het schaatsbaantje lag nu buiten de bebouwde kom van Westerbeek. Wie weet echter wat de toekomst brengt. Misschien is het straks wel prettig om een baantje wat verder buiten de bebouwde kom te hebben liggen. Er komt nog een voorstel in de Raad over het plaatsen van vier noodlokalen. Die locatie zou ook een overhoek genoemd kunnen worden. Er is al een keer geprobeerd om die te verkopen. Gelukkig is dat nooit gelukt want dan had het College die lokalen daar nooit neer kunnen zetten. Hoe Samen Welzijn dat ziet, daar zal straks over gesproken worden. Wethouder Bos zegt al opgemerkt te hebben dat de stedenbouwkundige argumenten bekeken zijn. Dat leidde er echter niet toe dat het College organisatorisch in staat was om dit onderwerp nog tijdig te agenderen. Dit zal dus de volgende keer gebeuren. Zonder hoofdelijke stemming, maar met de aantekening dat de fractie Samen Welzijn geacht wordt te hebben tegen gestemd, wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot verkoop overhoeken aan diverse personen.
11. Voorstel van burgemeester en wethouders tot verkoop bouwkavel in Oploo aan familie Deriet, Bosweg 36 te Sint Anthonis. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot verkoop bouwkavel in Oploo aan de familie Deriet, Bosweg 36 te Sint Anthonis.
12. Voorstel van burgemeester en wethouders tot verkoop in erfpacht uitgegeven huisperceel Boekelsebaan 2 aan de heer W.H. Geurts, Boekelsebaan 2 te Landhorst.
17 Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot verkoop in erfpacht uitgegeven huisperceel Boekelsebaan 2 aan de heer W.H. Geurts, Boekelsebaan 2 te Landhorst.
13. Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling Beldeidsplan Werk, Inkomen en Zorg. Mevrouw Aben-Bellemakers (Samen Welzijn) zegt dat haar fractie in de commissie Openbare Werken/Sociale Zaken uitgebreid is ingegaan op de inhoudelijke kant van dit beleidsplan. Het is een belangrijk stuk dat de nodige aandacht verdient.
Samen Welzijn vindt het om twee redenen een goed plan. Op de eerste plaats is het een heel goed leesbaar plan. Dat lijkt logisch maar op dit beleidsterrein heb je te maken met ontzettend veel wet- en regelgeving en heel veel terminologie. Als leek zie je door de bomen bijna het bos niet meer. Als er dan een goed leesbaar plan wordt voorgelegd waar een samenvatting bij zit die je op weg helpt, dan is dat een groot pluspunt. De andere reden dat Samen Welzijn dit een heel goed plan vindt, is dat het plan uitstraalt dat er groot belang wordt gehecht aan de autonomie van de gemeente op het terrein van werk, inkomen en zorg. In het verleden toen er nog sprake was van mogelijk vergaande samenwerking die als consequentie zou kunnen hebben dat er taken weggezet zouden gaan worden was de fractie daar een felle tegenstander van. Dat is gelukkig allemaal op niets uitgelopen en is de afdeling Sociale Zaken in staat en bereid om wat de gemeente zelf mag uitvoeren ook daadwerkelijk uit te gaan voeren. Daar hoort natuurlijk ook een adequate personele bezetting bij. Daar wordt middels 1 extra Fte invulling aan gegeven. De vinger moet echter aan de pols worden gehouden, omdat er steeds meer taken op het gebied van sociaal beleid naar de gemeente toe komen. Afgezet tegen een vergelijkbare gemeente als Mill is de personele bezetting van Sint Anthonis daar ruim onder. Als blijkt dat er meer personeel nodig is, zal dit opnieuw besproken moeten worden. Op verschillende terreinen vindt afstemming plaats met andere gemeenten in het Land van Cuijk. Daar is niets op tegen. Je hoeft niet allemaal zelf het wiel uit te gaan vinden. Duidelijk moet echter zijn dat het beleid dat je binnen bestaande bandbreedtes mag maken ook binnenshuis wordt gemaakt en uitgevoerd. In het deelplan Zorg is de norm waarbij mensen tot de doelgroep van de minima worden gerekend opgetrokken naar 115% van de bijstandnorm. Die doelgroep is 12% van het totale aantal huishoudens binnen de gemeente. Op papier heeft de gemeente een heel goed minimabeleid. In de praktijk blijkt echter dat er slechts 1 op de 20 huishoudens gebruik maakt van de Contributieregeling, 1 op de 8 van de kwijtscheldingsregeling voor gemeentelijke belastingen en 1 op de 6 gebruik maakt van de regelingen in de bijzondere bijstand. De insteek voor het komende jaar zal dan ook voorlichting moeten zijn. De voorlichting die in de Peelrandwijzer is verzorgd blijkt niet voldoende. Wij zullen ons daarom moeten beraden over hoe die mensen bereikt kunnen worden zodat zij rechtens krijgen wat hen toekomt. Met een minimabeleid dat er alleen op papier heel goed uitziet zijn die mensen niet gebaat. Zij pleit er voor om daar veel aandacht aan te besteden en hoopt dat de cijfers bij de volgende evaluatie beduidend beter zijn.
18 Afsluitend zegt zij het een goed plan te vinden en blij te zijn met het optrekken van de normering. Dat geldt ook voor de bijzondere bijstand. Dit hoeft dan ook niet meer apart besproken te worden omdat het er in feite als apart plan is uitgehaald. Behalve het optrekken van de norm is er in feite niets in gewijzigd. Wethouder Van de Kolk zegt dat in de commissievergadering al lof over het beleidsplan is uitgesproken. De autonomie van de gemeente staat vast. In de afgelopen jaren is er een onderzoek geweest om te bekijken of de gemeenten in het Land van Cuijk zouden kunnen gaan samenwerken. Dat is niet van de grond gekomen. De gemeente Sint Anthonis was binnen het Land van Cuijk daar de grootste tegenstander van. Anderzijds wordt er wel goed samengewerkt tussen de ambtenaren van deze gemeenten. Hij vindt dat een sociale gemeente als Sint Anthonis het zich mag veroorloven om de normgrens op te trekken naar 115%. Hij is er zich van bewust dat er slechts een klein percentage gebruik maakt van de aanwezige mogelijkheden. Er is inmiddels een conceptbrief gemaakt die aan instellingen in de gemeente verzonden gaat worden waarvan verwacht wordt dat deze contact hebben met gezinsleden uit de doelgroep om zodoende die gezinnen te bereiken. Alle basisscholen zullen worden aangeschreven om op die manier zaken als de Contributieregeling bekend te maken. De scholen en andere organisaties kunnen, als zij signalen daartoe opvangen, de mensen er op attenderen en voorlichtingsmateriaal meegeven zodat zij bij de gemeente terecht kunnen en weten waar zij recht op hebben. De regeling is er tenslotte niet voor niets en het is zelfs de bedoeling om deze in de toekomst uit te breiden. Binnen 3 maanden zal de voorlichtingsactie worden opgezet. Mevrouw Aben-Bellemakers (Samen Welzijn) zegt zich bij de benadering van de scholen niet zo veel voor te kunnen stellen. Wat zij zich wel kan voorstellen is dat op plekken waar mensen komen, zoals een bibliotheek, het MFC, alle openbare ruimtes en op scholen tussen het andere materiaal, zich dit voorlichtingsmateriaal zou kunnen bevinden. Wie er dan in geïnteresseerd is kan het dan meenemen. Zij vindt het een positief punt dat hierover in elk geval wordt nagedacht. Via de commissie zal daar regelmatig over moeten worden bijgepraat zodat daar op korte termijn een goede invulling aan kan worden gegeven. Wethouder Van de Kolk zegt altijd op te staan voor aanvullende ideeën. Het is niet zo dat het ei van Columbus door hem is uitgevonden. Een van de middelen om mensen te bereiken is dit te doen via organisaties en scholen. Als daar een MFC en de bibliotheek toe bij kan dragen zal hiervan gebruik worden gemaakt. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot vaststelling Beleidsplan Werk, Inkomen en Zorg.
14. Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van de nota Bijzondere bijstand 2001. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot vaststelling van de nota Bijzondere bijstand 2001.
19 De heer Aben (C.D.A.) verzoekt om een korte schorsing. De commissie VROM is voorafgaande aan deze vergadering om 18.30 uur begonnen. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering.
15. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging van de Deelverordening "Gecoördineerd Ouderenwerk”. Mevrouw Aben-Bellemakers (Samen Welzijn) zegt met het voorstel in te stemmen. Op bladzijde 3 wordt terecht opgemerkt dat gelet op de financiële draagkracht door met name een betere pensioenregeling en dergelijke van de gemiddelde oudere een verhoogde eigen bijdrage niet als een overwegend bezwaar wordt gezien. Bij het voorgaande agendapunt heeft Samen Welzijn al aangegeven dat er heel goede regelingen zijn voor mensen waarvoor dit wel een bezwaar is. Vanuit de zaal werd meteen de suggestie inzake de voorlichting gedaan dat bijvoorbeeld scholen en besturen van sportverenigingen kunnen worden aangeschreven. Scholen geven regelmatig een info uit, sportverenigingen hebben nieuwsbrieven of boekjes. Hierin kan nadrukkelijk aandacht worden gegeven aan bijvoorbeeld de contributieregeling waardoor de mensen die het aangaat ook inderdaad bereikt kunnen worden. De heer Verhofstad (C.D.A.) zegt bij dit agendapunt ook te willen reageren ten aanzien van agendapunt 16 omdat dit nauw verband hiermee houdt. Het mag voor iedereen duidelijk zijn dat er sprake is van een toenemende vergrijzing en dientengevolge moet het ouderenbeleid actueel zijn. In het kader van de Algemene Beschouwingen heeft het C.D.A. daar ruimschoots aandacht aan besteed en drie groepen ouderen aan de orde gesteld, de vitale 65-plussers, de meer afhankelijke groep ouderen en de groep die volledig op de professionele zorg is aangewezen. Agendapunt 15 en 16 hebben met name betrekking op de eerste twee groepen. De wijziging van de deelverordening "Gecoördineerd Ouderenwerk” is voornamelijk gericht op de subsidiëring van het ouderenwerk, of beter gezegd, het beheersbaar houden van het subsidiëren van de activiteiten van de vitale ouderen. Tot nu toe werden alle activiteiten voor ongeveer 50 procent gesubsidieerd. Gelet op de grote toename van de ouderen en van de activiteiten stijgen de kosten steeds meer. In goed overleg met SWOSA, die hierin een behoorlijke sleutelrol vertegenwoordigt, is er met voorliggend voorstel een oplossing gevonden om de kosten enigszins beheersbaar te houden. Feitelijk wordt nu voortaan het principe van het profijtbeginsel toegepast. Het CDA kan dit besluit toejuichen temeer daar de gemeente daarnaast een goede contributieregeling kent waaraan de nodige aandacht zal worden besteed. Wat betreft agendapunt 16 zegt hij dat met het aangaan van de subsidieovereenkomst met stichting Welzijnswerk Boxmeer van harte kan worden ingestemd. Hiermee wordt besloten dat er enerzijds een fulltime ouderenwerker ter beschikking is en anderzijds is er de verzekering van continuïteit, afstemming en goede samenwerking in regionaal verband. Bij het vaststellen van de ouderenbeleidsnotitie is reeds aangegeven dat voorlopig voor 20 uur een ouderenwerker noodzakelijk was. Voortschrijdend inzicht heeft
20 echter duidelijk gemaakt dat een fulltime ouderenwerker een hogere prioriteit dient te krijgen. Maar gelet op het feit dat ouderen steeds meer prefereren om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen en ook het overheidsbeleid daar steeds meer op gericht is krijgen de gemeenten in het kader van integrale zorg voor ouderen dienstverlening en welzijnsverlening een steeds grotere functie. In dit geheel zal de ouderenwerker een steeds meer toenemende beleidsmatige motorfunctie en een grotere intermediale rol moeten vervullen. Daarom kan de CDA-fractie de afweging die het College in overleg met SWOSA heeft gemaakt om tot voorliggend besluit te komen, met name de subsidieovereenkomst met de SWB inclusief de financiering, van harte ondersteunen. Het CDA hoopt door het nemen van deze besluiten de ouderen op een goede manier van dienst te kunnen zijn. Afsluitend vraagt hij wanneer een evaluatie en zonodig een actualisatie van het gemeentelijk ouderenbeleid verwacht kan worden. Wethouder Van der Laan-Krijnen zegt dat de gemeente net als het hele land te maken heeft met een sterke toenemende vergrijzing maar ook is geconstateerd dat met de toename van de vergrijzing ouderen veel beter voor hun eigen oude dag hebben kunnen zorgen. In die geest is met SWOSA een overeenkomst afgesloten om afspraken te maken over het betalen van grotere bijdragen door de ouderen in de activiteiten. Doordat er een goed sociaal beleid is kunnen er met deze budgetsubsidiëring goede afspraken worden gemaakt. Ouderen kunnen ook in aanmerking komen voor de contributieregeling. Dit beleid kan voor de toekomst gewaarborgd blijven. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot wijziging van de Deelverordening "Gecoördineerd Ouderenwerk”. 16. Voorstel van burgemeester en wethouders tot aangaan subsidieovereenkomst met de Stichting Welzijnswerk Boxmeer (SWB) inzake de uitvoering van het ouderenwerk in de gemeente Sint Anthonis. De heer Derks (W.V.I.) zegt dat er met name over de taken en het aantal uren van de ouderenwerker al veel is gediscussieerd. Vanwege het feit dat de regio vergrijst en hulpverlening en ondersteuning van de ouderenwerker een taak is van de gemeente, kan de fractie WVI instemmen met het voorstel. Mevrouw Aben-Bellemakers (Samen Welzijn) zegt dat er sprake is van toenemende vergrijzing. Maar toenemende vergrijzing is niet hetzelfde als toenemende afhankelijkheid van de ouderen. Er wordt al geteld vanaf 55 jaar. Er wordt enigszins gesuggereerd dat die mensen hulpbehoevend zouden zijn of dat daar van alles voor geregeld moet worden. Er zijn echter voldoende mensen die zeer sterk hechten aan hun onafhankelijkheid en een eigen invulling kiezen voor hun activiteiten. Het aangaan van de subsidieovereenkomst met SWB behelst meteen een uitbreiding van het aantal uren van de ouderenwerker naar 32. Het College zegt daar van dat met het aangaan van die overeenkomst de gemeente zich vooral zal dienen te richten op het voeren van beleid op hoofdlijnen en door middel van de budgetafspraken van sturen op afstand.
21 Dat mag volgens Samen Welzijn niet inhouden dat daarmee de vinger aan de pols wordt losgelaten. Zij vraagt daarom of er structureel overleg plaats vindt met de portefeuillehouder en of er sprake is van overleg tussen de gemeenten Boxmeer en Sint Anthonis omdat zij vindt dat de beleidsvorming in evenwicht moet zijn en de gemeente Sint Anthonis in de aansturing nog wel degelijk een taak moet hebben. De taken van de ouderenwerker zijn in dit stuk goed neergelegd. Er wordt ook gezegd dat er een groot beroep op de ouderenwerker wordt gedaan. Zij is het daar mee eens maar vindt wel dat erg moet worden opgelet wat de taken van de ouderenwerker zijn en wat de taken van de ouderenadviseurs zijn. De eerstelijnszorg zal door de ouderenwerker in principe moten worden gedelegeerd. Zij haalt als voorbeeld een krantenartikel aan dat gaat over een uitstapje dat is georganiseerd voor mensen boven de 55 jaar. Aanmeldingen kunnen gebeuren bij de ouderenwerker via haar telefoonnummer op het gemeentehuis. Zij denkt niet dat dit de bedoeling moet zijn. Daar is SWOSA voor en er zijn ouderenadviseurs. Samenvattend zegt zij dat haar fractie geen bezwaren heeft tegen de uitbreiding van het aantal uren maar wel de taken duidelijk wil afbakenen. De heer Van Erp (Nieuwe Samenwerking) zegt dat zijn fractie in kan stemmen met het voorliggende agendapunt. Wethouder Van der Laan-Krijnen zegt dat er inderdaad verschillende soorten ouderen zijn. In dat kader wil zij aangeven wat de taak van de ouderenwerker is. Mensen die vitaal grijs zijn hebben absoluut geen behoefte aan een ouderenwerker maar in deze groep zijn wel heel veel mensen als vrijwilliger actief, juist voor de ouderen die daar wel behoefte aan hebben en meer afhankelijk zijn. De vitaal grijze mensen die zich inzetten via het vrijwilligerswerk voelen wel degelijk het belang om op de achtergrond een professionele ondersteuning te krijgen als terugkoppeling voor het werk dat zij voor de ouderen doen. De ouderenwerker kan met haar collega’s die binnen de SWB actief zijn problemen terugkoppelen en bespreken. Aan de andere kant maakt de gemeente met de SWB afspraken wat de gemeente van de ouderenwerker verlangt en welke taken worden toebedeeld. Dat is duidelijk op papier gezet en wordt regelmatig teruggekoppeld en besproken. Los daarvan heeft de portefeuillehouder regelmatig contact met de ouderenwerker om het beleid en het werk dat door de ouderenwerker wordt gedaan door te praten. Naast het beleid wordt de ondersteuning van de mensen die zich inzetten naar de ouderen als een taak gezien. De gemeente geeft het beleid aan. De ouderenwerker kan duidelijk aangeven wat zij signaleert en dit kan vervolgens weer door de gemeente worden vertaald. Mevrouw Aben-Bellemakers zegt dat de ondersteuning door de ouderenwerker geen enkel probleem voor haar fractie is. Dat is ook duidelijk een van de taken. Het ging er haar echter om dat er wel op het goede moment en bij de goede zaken gedelegeerd moet worden en voorkomen moet worden dat de ouderenwerker taken op zich neemt die door anderen moeten worden uitgevoerd. Wethouder Van der Laan-Krijnen zegt dat die terugkoppeling plaats vindt en in overleg regelmatig aan de orde komt.
22 De heer Verhofstad (C.D.A.) zegt in de eerdere inbreng gewezen te hebben op de beleidsmatige motorfunctie van de ouderwerker en de intermediaire rol die deze heeft. Hij wil de woorden van mevrouw Aben-Bellemakers onderstrepen met betrekking tot de uit te voeren taken. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot aangaan subsidieovereenkomst met de Stichting Welzijnswerk Boxmeer (SWB) inzake de uitvoering van het ouderenwerk in de gemeente Sint Anthonis. 17. Voorstel van burgemeester en wethouders tot beschikbaarstelling van een aanvullend krediet ten behoeve van de aankoop van vier noodlokalen voor de Berg- en Beekschool. De heer H. van Heijster (Samen Welzijn) zegt een motie te willen aanreiken aan het einde van zijn eerste termijn en hij vraagt de vergadering daarna te schorsen om de overige fracties van de inhoud van de motie kennis te laten nemen. Voor Samen Welzijn hangt de toekomst van wat de ruimtelijke en de gebouwelijke invulling van de Berg- en Beekschool betreft nauw samen met het Masterplan. Dat is niet omdat Samen Welzijn dit wil maar omdat het College dit kennelijk ooit gewild heeft. Samen Welzijn is weinig enthousiast over het Masterplan en heeft al bij herhaling gezegd dat dit plan nooit aan de kiezers is voorgelegd, nooit in enig programma is opgenomen, de afgelopen vier jaar weliswaar veel pennen in beweging heeft gebracht en veel uren heeft gevuld, maar nog geen of vrijwel geen concreet resultaat heeft opgeleverd. Over de sporthal en de woningbouw wil hij het nu niet hebben maar om de school kan hij niet heen. Die school is, zoals al drie jaar aan de Raad wordt voorgehouden, hard aan renovatie toe, daar is hard nieuwbouw voor nodig, de huisvesting is erbarmelijk. Intussen blijkt ook de kinderdagopvang in het gedrang te komen. Al die zaken zouden door het College met het Masterplan worden opgelost. Maar, dat duurt minstens nog een aantal jaren. Als de jaren er bij worden opgeteld waarin hierover is gepraat hebben wij al ongeveer één schoolgeneratie gemist. Dat is jammer en kan eigenlijk helemaal niet. Voor Samen Welzijn is het dan ook absoluut noodzakelijk dat het College met voortvarende spoed invulling geeft aan een adequate huisvesting van de schoolvoorzieningen, van alles wat het College in de brede school bij elkaar zou willen doen en voortvarend begint met het invullen van een school op een locatie die daarvoor wel in aanmerking komt, ook ruimtelijk gezien. Dat is de locatie waar de school nu al staat en de locatie die daar vlak tegenaan ligt. Tussen de Kleine Beekstraat in zuidwestelijke richting en de Peter Zuidstraat in noordoostelijke richting is de grond bijna volledig in het bezit van de gemeente en daar staan op dit moment twee schoolgebouwen. Deze kunnen ruimtelijk gezien zonder problemen aan elkaar worden gekoppeld en zou nieuwbouw het beste en snelste invulling kunnen krijgen, onder andere in het belang van het onderwijs, in het belang van de ruimtelijke structuur van het dorp Sint Anthonis. Het getreuzel en geaarzel rond de Berg- en Beekschool maakt duidelijk dat het Masterplan, hoe mooi ook op papier, in de praktijk een heiloze weg is die absoluut geen enkele snelheid kent. Dat kan de onderwijsvoorziening absoluut niet meer verdragen. De laatste grap die is uitgehaald is blijkbaar dat voor de geventileerde
23 nood bij Bolke weer een noodoplossing wordt gezocht die ook weer een streep haalt door de opmerkingen van zijn fractiegenoot. Samen Welzijn wil dat het College erkent dat het nog minstens vier jaar gaat duren alvorens de Berg- en Beekschool zijn intrek in nieuwe huisvesting kan nemen, dat het College ook in deze vergadering erkent dat in het Masterplan waar alle ruimte was ingevuld, behalve de centrale open plek, er daar behalve een gewone permanente school nog vier noodlokalen moeten staan vanwege de Brede school die er moet komen en dit gewoon niet kan. Het College zegt namelijk in het voorstel dat de vier noodlokalen permanent gehandhaafd moeten worden. Dat worden een soort semi-permanente gebouwen. Het blijkt dus dat het College meteen al een streep haalt door de Brede school waarbij de gebouwelijke integratie zo ontzettend belangrijk is door daar vier noodlokalen tegenaan te zetten. Hij vindt dat merkwaardig en laat daarbij in het midden waar die noodlokalen op de Masterplanlocatie geplaatst zouden moeten komen. Waarschijnlijk zullen ze blijven staan op de plek waar ze nu gedacht zijn. Dat levert dislocatie op en dat schijnt ontzettend nadelig voor het onderwijs te zijn. Dat heeft het College hem altijd voorgehouden. De door het College geschetste realiteit van vier jaar worden gelet op de afgelopen ontwikkelingen steeds discutabeler. Blijkbaar heeft het College de semi-permanente huisvesting geaccepteerd en daarmee is één van de pijlers van de Brede school en het Masterplan al ontvallen. Samen Welzijn vindt dat er nog eens serieus naar de gemaakte plannen moet worden gekeken in zijn algemeenheid maar ook wat de onderwijsvoorzieningen betreft. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. De strekking van de motie is dat het College wordt opgedragen om in overleg met de Raad de nieuwbouwplannen van de Berg- en Beekschool te heroverwegen en vervolgens in combinatie met de vier noodlokalen te komen tot een snelle en voortvarend uitgevoerd bouw- dan wel verbouwplan voor de Berg- en Beekschool. Hij is er stellig van overtuigd dat als er met creativiteit en voortvarendheid aan wordt gewerkt zoals in de afgelopen jaren aan het Masterplan er binnen die vier jaar tot realisatie kan worden gekomen. Hij verzoekt het College om op die manier die noodlokalen daar te plannen en daarover in overleg te treden met de stichting Goser.
Hij overhandigt de motie aan het College en gezien de strekking van de motie vraagt hij om de motie voor de stemming over het voorstel in behandeling te brengen, omdat de uitslag van de stemming over de motie voor Samen Welzijn bepalend is voor het bepalen van de houding van het voorstel. De voorzitter leest de tekst van de ingediende motie voor. Deze luidt als volgt: De Raad van de gemeente Sint Anthonis, in openbare vergadering bijeen op maandag 17 december 2001 beraadslagende over agendapunt 17: Beschikbaarstelling van een aanvullend krediet ten behoeve van de aanschaf van vier noodlokalen voor de Berg- en Beekschool, in aanmerking nemende: -
dat ook het College nu kennelijk uitgaat van de realiteit dat het nog zeker 4 jaar zal duren voordat de Berg- en Beekschool zijn intrek kan nemen in een
24 nieuwe huisvesting; dat het College bij nieuwbouw van de Berg- en Beekschool nu reeds lijkt te willen kiezen voor deels permanente huisvesting en voor een aantal groepen tijdelijks huisvesting, overwegende: -
-
dat de in het raadsvoorstel geschetste realiteit van nog 4 jaar zeer onzeker is;
-
dat de semi-permanente huisvesting ook onder de vlag van het zogeheten “Masterplan” blijkbaar een geaccepteerd fenomeen is,
spreekt als zijn mening uit: -
dat de overwegingen voldoende basis bieden om de eerder gehanteerde visie op ruimtelijke en onderwijskundige ontwikkelingen opnieuw te bezien en aldus zowel in tijd als ruimte adequaat te reageren op de huidige huisvestingsproblemen van de Berg- en Beekschool,
draagt het College op: in overleg met de Raad de nieuwbouwplannen te heroverwegen en vervolgens in combinatie met het tot stand brengen van de 4 noodlokalen een (ver)bouwplan te ontwikkelen en uit te voeren op de huidige locatie van de Berg- en Beekschool, waar nodig uitgebreid richting voormalige LAS-locatie; -
over deze locatie in overleg te treden met de Stichting Goser,
en gaat over tot de orde van de dag. De heer Ketelaars (W.V.I.) zegt dat het duidelijk mag zijn dat er bij de Berg- en Beekschool de behoefte aan (nood-)lokalen aanwezig is. Samen Welzijn roept op om het hele Masterplan opnieuw te overwegen. De fractie WVI vindt het belang van de combinatie school –sporthal-MFC als een hele ideale vorm waarin dit is gegoten en op grond daarvan wil de fractie de beslissing nu niet herzien. Hij voorziet op termijn bij andere scholen ook de behoefte aan noodlokalen. Deze lokalen zullen op termijn zeker bij andere scholen ingezet gaan worden. Hij gaat er niet van uit dat bij de realisering in de toekomst gewerkt zal worden met noodlokalen. De heer H. van Heijster (Samen Welzijn) interrumpeert en verwijst naar het voorstel van het College waarin dit staat. De heer Ketelaars (W.V.I.) zegt dat in het voorstel staat dat ook na realisatie van de nieuwbouw noodlokalen nodig zijn waarvoor deze lokalen ingezet kunnen worden. Hij leest hieruit niet dat dit perse bij de Berg- en Beekschool is. Hij hoopt dat de wethouder dit gaat bevestigen. De heer H. van Heijster (Samen Welzijn) zegt dat de heer Ketelaars een en ander uit het verband rukt.
25 De heer Ketelaars (W.V.I.) zegt er van uit te gaan dat deze lokalen op termijn elders ingezet gaan worden en dat er na de realisatie van de Berg- en Beekschool daar niet met noodlokalen gewerkt gaat worden. Zijn fractie kan zich in het collegevoorstel vinden. Als de termijn verkort kan worden zal dit zeer welkom zijn. De heer Van Erp (Nieuwe Samenwerking) zegt een splitsing te willen maken tussen de oplossing op korte termijn en de oplossing naar de toekomst toe. Ook zijn fractie krijgt soms twijfels over de voortvarendheid en de snelheid. Ook bij dit voorstel kan de vraag worden gesteld waarom dit nu pas komt, kijkend naar de toezeggingen die gedaan zijn. Men wist op een gegeven moment wat er moest gebeuren. Hij koppelt hier de vraag aan hoe het probleem van het kinderdagverblijf op korte termijn opgelost kan worden. Het is voor hem duidelijk dat er voor vier noodlokalen gekozen moet worden. Hij geeft de fractie Samen Welzijn gelijk dat het klinkt alsof er in het Masterplan een kleinere school gebouwd gaat worden, dat daar een paar noodlokalen aan worden vastgeplakt of dat er op twee locaties gewerkt gaat worden. De redenatie bij het Masterplan was echter om alles onder één dak te brengen. Bij de formulering zoals die er nu staat heeft zijn fractie grote bedenkingen. Het is belangrijk dat er zo snel mogelijke een realisatie van de nieuwe school op een goede locatie komt. Er moet dan echter ook echt begonnen worden en hij vraagt het College wanneer daadwerkelijk de handen uit de mouwen worden gestoken. De heer Reijnen (C.D.A.) zegt dat het al geruime tijd bekend is dat er behoefte is aan meer lokalen voor de Berg- en Beekschool. Mede ook gelet op berichten in de Peelrandwijzer inzake de problemen van Bolke en op het feit dat de realisering van het Masterplan nog wel enige tijd zal vergen is de noodzaak van dit voorstel voor het CDA duidelijk. Op dit moment moet in het kader van goed onderwijs de tijdelijke huisvesting worden gerealiseerd. Hij vindt het niet juist om de tegenzin die Samen Welzijn tegen het Masterplan heeft hierin te betrekken. De heer H. van Heijster (Samen Welzijn) zegt dat het College deze combinatie bedacht heeft. Samen Welzijn heeft dit in de wildste dromen nog niet bedacht. De voorzitter schorst de vergadering voor overleg over de motie. De voorzitter heropent de vergadering. Hij zegt dat het College het voorstel van orde van de heer H. van Heijster om de motie te behandelen vóór het voorstel niet overneemt. Het College is van mening dat het gedane voorstel ordentelijk is voorgelegd en ziet geen aanleiding om de motie daaraan vooraf te laten gaan. Wethouder Van der Laan-Krijnen zegt dat Bolke gevraagd heeft om een extra voorziening omdat in het verleden gezegd is dat zij per 1 januari gebruik zouden kunnen maken van de lokalen in de landbouwschool. Dit jaar had de school recht op twee lokalen en daar is in voorzien door het vestigen in één lokaal in de landbouwschool. In de loop van het jaar bleek dat niet alleen deze twee lokalen moesten worden gerealiseerd maar dat er voor het komende jaar nog eens twee extra lokalen nodig waren. Dan is er ook sprake van een plaats om die plaatsing van vier noodlokalen te realiseren. Er is tijd nodig om te bekijken waar die vier lokalen in
26 de buurt van de school kunnen worden gerealiseerd. Dat heeft vertraging met zich mee gebracht. De heer Van Erp (Nieuwe Samenwerking) interrumpeert en vraagt of de wethouder voor de twee noodlokalen al wel een plaats had. Wethouder Van der Laan-Krijnen zegt dat er één lokaal in de landbouwschool was en er sprake van was dat er achter de landbouwschool eventueel nog twee lokalen geplaatst zouden kunnen worden. Voor vier lokalen was geen ruimte. Er is voor gekozen om de vier lokalen in één keer te realiseren op een plaats waar dit het beste in totaliteit kan gebeuren. Dit is in overleg gebeurd met stichting Goser, degene die eigenlijk bouwheer is en de lokalen moet bestellen en moet realiseren. De heer H. van Heijster (Samen Welzijn) interrumpeert en vraagt of de lokalen al besteld zijn. Wethouder Van der Laan-Krijnen zegt dat de lokalen nog niet besteld zijn omdat hierover eerst nog een beslissing moet worden genomen. Er is uitgerekend wat het verschil is tussen het huren en het kopen van een lokaal. Als een lokaal drie jaar wordt gebruikt is het voordeliger om het te kopen. Gezien het feit dat het zeker drie jaar duurt alvorens er een nieuwe school gebouwd is, heeft het College er voor gekozen om de lokalen te kopen met daarbij in het achterhoofd dat er in de toekomst in alle kernen meer lokalen nodig zullen zijn. De prognose is dat de behoefte in totaliteit na 2010-2015 af zal nemen. Daar komt bij dat in het verleden gezegd is dat als er gebouwd gaat worden er zoveel mogelijk in permanente vorm gerealiseerd gaat worden. Daarover zijn met Goser afspraken gemaakt en de prijzen zijn daar op aangepast. Goser kon niet uit de voeten met de indicatiebedragen die daarvoor afgesproken waren. Geconstateerd werd dat dit niet werkbaar was en Goser heeft er voor gekozen om volgens de verordening zoals die door de VNG wordt voorgestaan de normbedragen voor permanente en niet-permanente lokalen in de verordening op te nemen. Als dat in de verordening zo wordt opgenomen is het heel begrijpelijk dat dan tegen het schoolbestuur wordt gezegd: Als dit jullie uitgangspunt is betekent dat ook dat als daarvoor wordt gekozen ook in dat kader gebouwd wordt of in elk geval het geld beschikbaar stelt voor die grootte van locatie. Daarom is in het voorstel opgenomen dat als een nieuwbouwplan wordt gerealiseerd er op dat moment wordt gekeken wat er op die locatie nodig is. Het feit dat je een Brede school gaat realiseren, met peuterspeelzalen en kinderdagopvang, betekent al dat met de uitwisseling van lokalen een veel betere voorziening kan worden gerealiseerd. Bovendien zou je er dan ook rekening mee gaan houden dat als er nog een lokaal voor twee jaar nodig is, dit niet als permanent lokaal aan de school wordt gerealiseerd maar voor een noodlokaal kiest. De heer H. van Heijster (Samen Welzijn) interrumpeert en zegt dat altijd voorgehouden is dat het Masterplan de Brede school zou kunnen huisvesten. Hij vraagt of de wethouder uit kan leggen hoe de permanente en semi-permanente lokalen in het Masterplan denkt in te vullen.
27 Wethouder Van der Laan-Krijnen zegt dat in het Masterplan wordt gekeken naar de behoefte aan locaties van de school, de kinderopvang en de peuterspeelzaal. Daar zal de hele Brede school op gerealiseerd worden. De heer H. van Heijster (Samen Welzijn) interrumpeert en zegt dat dit betekent dat de Brede school smaller is geworden. Hij heeft ook begrepen dat de 20 lokalen die destijds zijn voorgespiegeld aan de school zijn teruggebracht naar 16 lokalen. Wethouder Van der Laan-Krijnen zegt dat hierover nog geen enkele beslissing is genomen. De heer H. van Heijster (Samen Welzijn) zegt de 4 noodlokalen van de 20 lokalen af te trekken omdat deze flexibel moeten worden ingezet. Wethouder Van der Laan-Krijnen zegt duidelijk te hebben willen maken dat er voor gekozen is om in de toekomst weer meer naar permanente en noodlokalen te gaan kijken. Omdat daar door Goser voor gekozen is wil dat nog niet zeggen dat alles als noodlokaal wordt gerealiseerd maar dat heeft te maken met het beschikbaar stellen van geld dat voor een Brede school wordt uitgetrokken. Op het moment dat er gebouwd gaat worden zal gekeken worden wat permanent nodig is. Als er een paar lokalen nodig zijn voor de duur van een paar jaar dan moet dat gebouwelijk niet als een permanente locatie gerealiseerd worden. In het voorjaar komen er nieuwe gegevens en deze zullen worden meegenomen in het Masterplan. De heer H. van Heijster (Samen Welzijn) zegt te vrezen dat het Masterplan nog wel heel lang op realisering zal laten wachten. De voorzitter zegt voldoende denigrerends over het Masterplan te hebben gehoord. Wethouder Van der Laan-Krijnen zegt dat de noodzaak van de lokalen voldoende is aangegeven. Het Masterplan is een totaal apart plan. Het is nog niet zeker hoe de lokalen na realisering van de nieuwbouw worden gebruikt. Door deze aan te kopen is er echter de mogelijkheid om deze ook daarna nog te gebruiken. De heer H. van Heijster (Samen Welzijn) zegt begrepen te hebben dat het College niet bereid is om de motie van zijn fractie over te nemen. Hij wil echter nogmaals aangeven waar de fractie op uit is. Samen Welzijn wil graag een adequate huisvesting van de school en dat daar in het belang van het onderwijs voortvarend aan begonnen wordt. Hij constateert dat in het kader van het Masterplan de sporthal nog steeds niet gebouwd is, de woningbouw stagneert. Wethouder Bos interrumpeert en zegt dat dit hier absoluut niets mee te maken heeft. Dat is al enkele keren uitgelegd maar wordt er door de heer Van Heijster telkens weer bij gesleept. Op deze manier wordt er geen recht gedaan aan het elkaar overtuigen. Hij vraagt met argumenten te komen en dat op een fatsoenlijke manier te doen. Deze passages passen niet en helpen niet om de Raad te overtuigen voor een andere aanpak te kiezen.
28 De heer H. van Heijster (Samen Welzijn) zegt dat het vanavond gaat over het Masterplan en de huisvesting van de school in noodlokalen. De heer Reijnen (C.D.A.) interrumpeert en zegt dat dit voorstel niet over het Masterplan gaat. De heer H. van Heijster (Samen Welzijn) zegt dat het voorstel gaat over de vier noodlokalen waar het College zelf het Masterplan bij betrokken heeft als het gaat over de permanente dan wel semi-permanente huisvesting van scholen in klassen. Met die vier noodlokalen waarvoor vanavond een krediet wordt aangenomen zou Samen Welzijn best in willen stemmen, maar over de locatie waar deze lokalen worden neergezet heeft Samen Welzijn andere gedachten dan het College. Gevreesd wordt, dat als de lokalen op de door het College gedachte plaats worden neergezet, dat een locatie wordt waar deze lokalen nog 20 jaar blijven staan. Die noodlokalen zijn helemaal niet zo slecht en kunnen lange tijd mee. Dat betekent ook een doorkruising van de door het College als ruggengraat van het Masterplan geventileerde plannen zoals de Brede school. Hij constateert dat er van de Brede school steeds minder duidelijk wordt. Het alles onder één dak wordt onduidelijk en door de wethouder wordt gezegd dat er nog met Goser over een aantal zaken overlegd moet worden. Hij constateert ook dat er over het plaatsen van deze noodlokalen heel weinig overleg is geweest met Goser. Wethouder Van der Laan-Krijnen interrumpeert en zegt dat zoiets niet gezegd moet worden als je niet weet waar je over praat. Er is wel degelijk regelmatig overleg met Goser geweest en ook over deze vier lokalen. De heer H. van Heijster (Samen Welzijn) zegt dat het Masterplan al een tijdje draait en daar speelde de huisvesting van de school een heel belangrijke rol in en daarover is heel weinig gecommuniceerd. Wethouder Van der Laan-Krijnen interrumpeert en vraagt waar de heer Van Heijster de conclusie vandaan haalt dat er weinig is gecommuniceerd. De heer H. van Heijster (Samen Welzijn) zegt dat dit de laatste tijd misschien wel zo is maar in de periode dat er over het Masterplan werd gesproken is er maar weinig met de school gecommuniceerd. In elk geval veel te weinig om te laten zien dat dit Masterplan wordt ingevuld met de huisvesting van de school op een bepaalde locatie. Er wordt een tijdelijke huisvesting neergezet op een locatie die helemaal niets met het Masterplan in verbinding valt te brengen. Hij vindt dat heel slecht want dat brengt ook het Masterplan, voor zover het al een wenselijk iets is, in het gedrang. Dat is een heel slechte ontwikkeling, voor allerlei ontwikkelingen ruimtelijk gezien voor het dorp Sint Anthonis en voor het onderwijs in het bijzonder. Tegen het beschikbaar stellen van een krediet voor de lokalen verzet de fractie zich niet want deze hecht aan goede huisvesting voor het onderwijs. Op deze wijze wordt echter de feitelijke realisering van een fatsoenlijke schoolvoorziening veel te lang uitgesteld, te veel versnipperd en te veel op de lange baan geschoven. Hij is hier buitengewoon teleurgesteld over. Hij hoopt met zijn inbreng aan te hebben kunnen geven dat het vrijwel onmogelijk is om het voorstel te splitsen zoals de fractie Nieuwe Samenwerking wil omdat de locatie waar de voorzieningen worden gerealiseerd heel essentieel is om überhaupt nog een keer van een geïntegreerde vorm van
29 schoolvoorziening te kunnen praten. Samen Welzijn pleit er voor om de huidige locatie te verbeteren door te slopen, te verbouwen of te verbeteren, door er lokalen bij te zetten maar niet op een locatie die nog helemaal niet gekend is en waarvan nog niet is aan te geven hoe deze zich gaat ontwikkelen. Hij pleit er voor om minimaal het voorstel aan te houden en als er vanavond iets wordt besloten alleen het krediet aan te nemen en nog eens te gaan praten over de invulling. Dat is de strekking van de ingediende motie. Bij het overleg met Goser zou in het kader van de Brede school ook Bolke en de Lepelaar betrokken kunnen worden. De heer Van Erp (Nieuwe Samenwerking) zegt in eerste termijn gezegd te hebben dat er eerst naar een oplossing op korte termijn gekeken moet worden. De door hem naar voren gebrachte kritiek op de passage over koppeling van de lokalen aan de nieuwbouw vindt hij wat ongelukkig gekozen in het voorstel. Dat was met name de reden om in eerste termijn wat bedenkingen te hebben. Nieuwe Samenwerking gaat er van uit dat deze vier noodlokalen nooit en te nimmer een soort sluitpost op het hele gebeuren gaan worden. Als dat het geval is wordt er vanavond een verkeerde beslissing genomen. Hij heeft het zo geïnterpreteerd dat de vier lokalen als tijdelijk instrument worden ingezet. De locatie moet in het hele gebeuren ook absoluut niet ter zake doen. Er is nu gekozen voor een locatie die qua afstand past bij deze invulling. Als hij de toezegging krijgt dat dit absoluut geen nadelige werking heeft op het hele gebeuren dan kan zijn fractie instemmen met het voorstel. Hij herhaalt te blijven hopen dat er aan het tempo wordt gedacht. De heer Reijnen (C.D.A.) zegt dat zijn fractie het voorstel ondersteunt. Hij zegt zich niet aan de indruk te kunnen onttrekken dat Samen Welzijn dit voorstel weer aangegrepen heeft als signaalmiddel om duidelijk te maken dat de fractie tegen het Masterplan is. Hij vindt dat niet zuiver. De heer Ketelaars (W.V.I.) zegt dat de behoefte aan lokalen wordt gestuurd door leerlingenprognoses. En leerlingenprognoses lopen na 2010-2015 terug. Mocht op termijn blijken dat dit anders is dan is dat maar zo. Nu worden wij gestuurd door hetgeen wij nu weten. Goser heeft de keuze gemaakt voor de normbedragen en als consequentie daarvan is ook de keuze tussen permanente dan wel semi-permanente lokalen gemaakt. Hier is voor semi-permanente lokalen gekozen. W.V.I. kan zich in het voorstel vinden omdat de behoefte aan lokalen duidelijk aanwezig is en de lokalen zullen op korte termijn besteld en geplaatst moeten gaan worden. Wethouder Van der Laan-Krijnen zegt de opmerking van de fractie Nieuwe Samenwerking te kunnen onderschrijven dat de lokalen later absoluut geen sluitpost worden. Als er een Brede school wordt gerealiseerd moet dit in een goede vorm worden gegoten en moet er voor een goede locatie worden gezorgd. Het feit is dat er op korte termijn voor tijdelijk lokalen nodig zijn. In een telefoongesprek vandaag heeft Goser aangegeven te hopen dat de lokalen na aanname van dit voorstel nog deze week besteld kunnen worden. De heer H. van Heijster (Samen Welzijn) vraagt om schorsing van de vergadering voor overleg. De voorzitter schorst de vergadering.
30
De voorzitter heropent de vergadering. De heer H. van Heijster (Samen Welzijn) legt een stemverklaring af. In tweede termijn heeft hij de strekking van de motie nog eens toegespitst op het verzoek om vanavond te besluiten alleen het krediet aan te nemen en in een snel overleg met Goser tot een adequate invulling te komen waarbij ook de door zijn fractie ingebrachte elementen worden betrokken. De portefeuillehouder is daar met geen woord op ingegaan. Hij zegt dat hem dan weinig meer rest dan tegen het voorstel te stemmen. Zonder hoofdelijke stemming, maar met de aantekening dat de fractie Samen Welzijn geacht wordt te hebben tegen gestemd, wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot beschikbaarstelling van een aanvullend krediet ten behoeve van de aanschaf van vier noodlokalen voor de Berg- en Beekschool. De voorzitter brengt vervolgens de motie in stemming. Zonder hoofdelijke stemming, maar met de aantekening dat de fractie Samen Welzijn voor en de overige fracties tegen zijn is de motie verworpen. 18. Voorstel van burgemeester en wethouders tot beschikbaarstelling krediet voor aanpassing bewegwijzering gemeentelijke objecten. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot beschikbaarstelling krediet voor aanpassing bewegwijzering gemeentelijke objecten.
19. Voorstel van burgemeester en wethouders tot beschikbaarstelling krediet voor sanering en herinrichting bijzondere begraafplaats te Wanroij. De heer Derks (W.V.I.) zegt het met het College eens te zijn dat het hoog tijd wordt om met de werkelijke sanering een begin te maken. De sanering kent een lang en intensief voortraject. De benodigde investering is fors maar wordt door WVI toch wel billijk geacht en daarom wordt met het voorstel ingestemd. Wethouder Van de Kolk is blij dat er met het voorstel wordt ingestemd. In de komende maanden komt hij met een aanvullend voorstel zodat met het opgraven en herkavelen van het kerkhof kan worden begonnen. De heer Ketelaars (W.V.I.) vraagt uitleg over het aanvullend voorstel. Wethouder Van de Kolk verwijst naar het raadsvoorstel waarin dit verwoord is. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot beschikbaarstelling krediet voor sanering en herinrichting bijzondere begraafplaats te Wanroij.
31
20. Voorstel van burgemeester en wethouders tot beschikbaarstelling krediet voor het opknappen van het pand Breestraat 22 te Sint Anthonis en het realiseren van een tijdelijke jongerenontmoetingsruimte. Mevrouw Aben-Bellemakers (Samen Welzijn) zegt dat haar fractie erg blij is met dit voorstel. Tot het laatst toe is geprobeerd de Hoefslag hiervoor te behouden omdat Samen Welzijn van mening is dat er een ontmoetingsruimte voor jongeren in Sint Anthonis moet zijn. Dat is toen niet gelukt en vervolgens is er weer enige tijd overheen gegaan. Zij hoopt dat de ruimte er na vanavond kan komen. Zij vraagt wel ruimte om in overleg met de werkgroep de ruimtes die benut kunnen worden te bespreken. Er ligt een brief van de werkgroep waaruit blijkt dat deze nog een aantal wensen heeft. Zij vindt dat dit op zijn minst te bespreken moet zijn. De heer Derks (W.V.I.) zegt dat de ontmoetingsruimte voor jongeren al langere tijd op het verlanglijstje van de Raad staat. De behoefte is er vanuit de jeugd. In het voorstel staat dat voor het gebruiksklaar maken een bedrag van f 50.000,00 beschikbaar wordt gesteld. Op de tweede pagina staat dat f 50.000,00 beschikbaar wordt gesteld voor de inrichting. Dat is voor hem wel een verschil. Hij vraagt of hierover uitleg kan worden gegeven. De heer Verhofstad (C.D.A.) zegt dat zijn fractie er ook van overtuigd is dat de jongeren in Sint Anthonis een goed onderkomen moeten hebben. Het CDA kan dan ook instemmen met het voornemen om de jeugd tijdelijk in afwachting van eventuele definitieve huisvesting te huisvesten in het pand Breestraat 22. Hij vraagt of er over het voorste gedeelte inmiddels meer duidelijkheid verschaft kan worden en of daar eventueel inkomsten uit te genereren zijn. Daarnaast vraagt hij of er over de inrichting ook met de jongeren gesproken wordt over hoe dit gaat gebeuren. Met zelfwerkzaamheid is er misschien nog meer te realiseren. De heer Van Erp (Nieuwe Samenwerking) zegt dat zijn fractie eveneens met het voorstel instemt. Het blijft echter een vrij dure oplossing voor een tijdelijke huisvesting. De financiën zijn niet het belangrijkste. Dat is dat er voor de jongeren een goede ruimte is en zaken voor de komende jaren goed gaan lopen. Er moet wel een vinger aan de pols gehouden worden of de ruimte goed wordt benut. Hij bedoelt dit niet negatief maar de zaak moet gewoon kritisch gevolgd worden. Als dat gebeurt heeft Nieuwe Samenwerking geen enkele moeite met deze ontmoetingsruimte voor de jeugd. Wethouder Van der Laan-Krijnen zegt dat het gebouw waar nu de jongerenruimte in gehuisvest wordt in zo’n staat is, dat wil je er iets in gaan realiseren, het so-wie-so een opknapbeurt nodig heeft. Als daar niets aan zou gebeuren zou dit voor de hele locatie funest zijn. Het huis is nu niet bewoonbaar en er moet in elk geval voor worden gezorgd dat dit wel bewoonbaar wordt voordat de jeugd daar in komt. Daarom is er een splitsing gemaakt tussen het opknappen van het huis en de huisvesting van de jeugd. De vraag van de jeugd is of niet het hele huis gebruikt kan worden. Daarmee zou het huis omgebouwd kunnen worden tot een ontmoetingsruimte voor de hele gemeente waar onder andere met computers gewerkt kan worden en een spreekruimte is.
32 Omdat nog niet bekend is hoe dit huis in de toekomst gebruikt gaat worden kiest het College er voor dat er een ontmoetingsruimte is op de plek waar nu het zwembad is. Er moet in ieder geval voor gezorgd worden dat er een keuken is, de jeugd een goed onderdak heeft en daarna wordt bekeken hoe een en ander verder gestalte kan worden gegeven. Daarvoor is in elk geval noodzakelijk dat het zwembad wordt gedicht. Het bedrag voor inrichtingskosten is niet alleen bestemd voor inrichting van het pand maar ook om de stichting in oprichting de gelegenheid te geven om activiteiten te gaan realiseren zodat er een goede invulling voor de jeugd komt. Het is hun honk, hun ontmoetingsruimte en het beste is dan ook dat zij voor de inrichting zorgen. Dat zal in totaliteit door zelfwerkzaamheid moeten gebeuren. Er zal aan de achterkant een ontsluitingsweg moeten komen en er zullen fietsenrekken moeten zijn. Dat valt allemaal onder het beschikbaar gestelde budget. Verder zullen er door de stichting in oprichting nog fondsen worden aangeschreven om meer geld voor de inrichting te krijgen. De heer Derks (W.V.I.) zegt vanuit de ervaring die hij heeft met het jeugd- en jongerenwerk in Wanroij dat het belangrijk is dat de gemeente de zelfwerkzaamheid daar waar dit kan ook laat gebeuren. Zodra die ruimte al vanuit de gemeente ingevuld gaat worden, zal dat niet tot een succes leiden. Mevrouw Aben-Bellemakers (Samen Welzijn) zegt in de eerste termijn aangegeven te hebben dat op zijn minst de vraag die er ligt bespreekbaar zou moeten zijn om ook andere ruimtes te mogen benutten. Uit het antwoord van de wethouder heeft zij niet geconcludeerd dat het helemaal onbespreekbaar zou zijn maar dat de insteek is dat er voorlopig nu zo begonnen wordt. Zij zegt er van uit te gaan dat in goed overleg en met goede ideeën er best een voor beide partijen aanvaardbare oplossing uit kan rollen. Wethouder Van der Laan-Krijnen zegt dat het ook de insteek van het College is dat, wil het een honk van de jeugd worden, er voor gezorgd zal moeten worden dat zij zichzelf kunnen zijn. Zelfwerkzaamheid en het zelf zoeken naar sponsors en subsidies zijn daarbij belangrijk. Het is belangrijk dat er nu begonnen kan worden. Naar de stichting in oprichting is duidelijk gemaakt dat zolang de invulling van het pand niet gereed is er geen toezeggingen gedaan kunnen worden. Er zullen echter constant gesprekken worden gevoerd om de verdere ontwikkelingen te bespreken. De heer Verhofstad (C.D.A.) zegt dat hij uit de beantwoording van zijn vraag wat er met het voorste gedeelte gebeurt concludeert , dat dit voorlopig nog wordt open gelaten. De voorzitter zegt dat dit een terechte constatering is. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot beschikbaarstelling krediet voor het opknappen van het pand Breestraat 22 te Sint Anthonis en het realiseren van een tijdelijke jongerenontmoetingsruimte.
33 21. Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling 2e algemene wijziging begroting 2001. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot vaststelling 2e algemene wijziging begroting 2001.
22. Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling begrotingswijzigingen, voorvloeiende uit voorgaande agendapunten. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot vaststelling begrotingswijzigingen, voortvloeiende uit voorgaande agendapunten.
23. Rondvraag en sluiting. De heer H. van Heijster (Samen Welzijn) zegt dat er aan de vooravond van Kerstmis een fakkelwacht wordt gehouden op De Brink voor het gemeentehuis. Hij nodigt het College, de raadsleden en alle aanwezigen en toehoorders uit om op die avond aanwezig te zijn. Naar zijn overtuiging zijn oproepen om na te denken over racisme en geweld alleszins op zijn plaats. De heer Van Erp (Nieuwe Samenwerking) zegt dat er van de Stichting Clean Energy in Wanroij een brief ontvangen is waarin een aantal zaken opgesomd is inzake hun plannen en wat er zou kunnen gebeuren als die plannen vertraging zouden oplopen. Hij vraagt de wethouder naar de stand van zaken in deze en wat de inschatting is wat betreft het tijdstip waarop tot realisering van die plannen kan worden overgegaan. Wethouder Bos zegt dat dit onderwerp deel uitmaakt van de realisering van het bedrijventerrein Molenveld fase 2. In januari zal de tervisielegging plaats vinden van Molenveld fase 2. Van daaruit zullen alle vervolgstappen gezet gaan worden. Hij kan nu dus geen antwoord gegeven op de vraag wanneer de 8 gedachtenstreepjes worden uitgevoerd. Hij beseft dat het voor betrokkene belangrijk is om 1 januari 2003 concreet invulling te hebben van de mestverwerkingsinstallatie maar de regelgeving en de procedures moeten daarbij gevolgd worden. Toen destijds vanuit de provincie nadrukkelijk gezegd werd dat mestverwerking en mestbewerking een zaak zou zijn die het beste thuis zou horen op een bedrijventerrein, heeft hij als wethouder dat meteen opgepakt heeft om dit in een agrarische gemeente in te vullen. Daarnaast constateert hij dat zulke processen een tijdspad van 1 of 2 jaar vragen. Hij wil er moeite voor doen om in overleg met de betreffende ambtenaar in de commissievergadering van 7 januari 2002 te proberen de gedachtenstreepjes van tijdelementen kunnen worden voorzien. De heer Aben (C.D.A.) zegt dat zijn vraag hiermee inmiddels beantwoord is. Hij wijst de overige raadsleden er op dat er in de kastjes in de visiekamer nog een uitnodiging ligt.
34 Hij zegt zijn kastje leeg te hebben gemaakt maar daarin niet de informatie over de jongeren gevonden die daar volgens wethouder Van der Laan-Krijnen zou liggen. Mevrouw Aben-Bellemakers (Samen Welzijn) zegt dat niet de wethouder maar zij zelf dit gezegd heeft omdat zij van mensen van de werkgroep begrepen had dat zij die informatie bij iedereen in het kastje gelegd zouden hebben. Het kan zijn dat dit beperkt is tot de kastjes van de fractievoorzitters. De heer Reijnen (C.D.A.) zegt dat in de besluitenlijst van burgemeester en wethouders van 20 november 2001 staat dat de subsidiëring van LIW voor het College duidelijk is. Hij vraagt zich af waarom dit niet in de commissie Financiën/Welzijn is gebracht. Wethouder Van der Laan-Krijnen zegt dat dit de volgende keer aan de orde komt omdat dan ook het beleid waaraan dit ten grondslag op de agenda komt. De heer Reijnen (C.D.A.) zegt dat hij blij is dat de deur dicht gegaan is. In tegenstelling tot hetgeen de wethouder zegt vindt hij dat er zeker niet kwistig met energie in het gemeentehuis omgegaan wordt. De heer Ketelaars (W.V.I.)zegt evenals de andere raadsleden een brief van de buurtbewoners van de Steeg en de Ham te hebben gekregen met betrekking tot de stappen die zij gaan ondernemen. Hij vindt het jammer dat het College een meerderheidsbesluit genomen heeft en deze mensen gebruik gaan maken van het recht dat zij hebben en een voorlopige voorziening aangevraagd hebben bij de President van de Rechtbank. De fractie W.V.I. kan in elk geval volledig achter de inhoud van deze brief staan en blijft van mening dat het niet nodig is dat de straat en de huisnummering op een dusdanige manier door elkaar wordt gegooid zoals dat nu gebeurt. Mevrouw Aben-Bellemakers (Samen Welzijn) zegt via de voorzitter aan de heer Ketelaars een vraag te willen stellen. De heer Ketelaars zegt dat het College een meerderheidsbesluit heeft genomen. Zij is van mening dat dit altijd zo gebeurt. Het College vraagt de mening van de fracties. Als de meerderheid adviseert, in dit geval zijn dat de fracties CDA en Samen Welzijn, het advies van het College te volgen is het een kwestie van uitvoering van hetgeen de Raad adviseert. Zij begrijpt de opmerking van de heer Ketelaars daarom niet. De heer Ketelaars (W.V.I) zegt dat de Raad een advies aan het College heeft gegeven. Het College is niet altijd gehouden om zich daar aan te houden maar dient wel verantwoording aan de Raad af te leggen wanneer hiervan wordt afgeweken. In dit geval was er zelfs binnen het College geen volledige overeenstemming over. Vandaar zijn opmerking dat het hem spijt dat het College in meerderheid besloten heeft deze straatnamen en de huisnummering te wijzigen. Mevrouw Aben-Bellemakers (Samen Welzijn) zegt dat het antwoord haar wel duidelijk is maar dat het verder niet duidelijk is. Wethouder Bos zegt dat de commissie middels de fracties Samen Welzijn en CDA kenbaar gemaakt zich te kunnen vinden in het Collegevoorstel.
35
De heer Ketelaars (W.V.I.) interrumpeert en zegt dit geluid van het CDA niet gehoord te hebben. Wethouder Bos zegt dat afgesproken was dat dit nadien op een nette manier kenbaar gemaakt zou worden. Het College is daarna op basis van de advisering tot een keuze gekomen. Voor zover hem bekend is dit de eerste keer dat er in meerderheid door het College een besluit is genomen. Het waren niet de wethouders Van der Laan-Krijnen en Van de Kolk maar de voorzitter en wethouder Bos die voor deze besluitvorming gekozen hebben. In de gemeenschap Wanroij wordt voortdurend beweerd dat wethouder Van de Kolk in deze een rol in het geheel heeft gespeeld. Dit is echter absoluut niet aan de orde. De heer Ketelaars (W.V.I.) zegt niet te hopen dat de wethouder de suggestie wil wekken dat hij voeding geeft aan de laatste opmerking van de wethouder over de positie van wethouder Van de Kolk. De voorzitter zegt hier zeker niet van uit te gaan. Dit lijkt hem ook niet erg voor de hand liggend. Hij vindt het wel goed dat dit opgemerkt is, alleen al om te voorkomen dat er iets achter schuil gaat. Hij wenst iedereen fijne feestdagen en een plezierige jaarwisseling.
Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter onder dankzegging voor eenieders inbreng de vergadering.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de Raad der gemeente Sint Anthonis, gehouden op De Raad voornoemd, de secretaris, de burgemeester,