Aftrek van btw en positieve herzieningen van de btw bij verkoop van vervoermiddelen Stefan Ruysschaert
Basisbegrippen • Het begrip “economische activiteit” (art. 4 W.BTW) • De notie “misbruik” (art. 1, §10 W.BTW) • Het “recht op aftrek” vormt het hart van het btw-stelsel
Recht op aftrek inzake btw? • De aankoop van een campingcar? • De aankoop van een zeiljacht? • De aankoop van een helikopter? • De btw-belastingplichtige in bijberoep?
Principes • Gebruiksprincipe (art. 45, §1 W.BTW) • Bestemmingsprincipe (art. 1 van KB nr. 3) • Gemengd gebruikte bedrijfsmiddelen (art. 45, §1quinquies W.BTW)
Toepassing op bedrijfsmiddelen • De vermoedelijke bestemming (intentioneel element) • Uitsluitingen of beperkingen van het recht op aftrek (doel en aard van de kost) • Al dan niet opname in het bedrijfsvermogen (vermogensetikettering)
Wijziging tijdens het gebruik van het bedrijfsmiddel • Begrip “bedrijfsmiddel” : “die bestemd zijn om op een duurzame wijze te worden gebruikt als werkinstrumenten of exploitatiemiddelen” (art. 6 van KB nr. 3) • Art. 45, §1quinquies W.BTW werd toegepast => herzieningen (KB nr. 3, Afdeling III) • Art. 45, §1quinquies W.BTW werd NIET toegepast => art. 19, §1 W.BTW => art. 33, §1, 2° W.BTW (gedane uitgaven)
Topic 1 : De advocaat • Verminderde maatstaf van heffing bij de (weder)verkoop door een advocaat van een personenwagen die hij vóór 1 januari 2014 voor beroepsdoeleinden heeft verworven?
Oplossing • De administratie aanvaardt echter dat in deze situatie bij latere verkoop van de wagen toepassing kan worden gemaakt van de 50 pcttolerantie.
Topic 2 : De advocaat-medewerker of advocaat-stagiair • (Weder)verkoop van een bedrijfsmiddel dat voor beroepsdoeleinden werd aangeschaft door een advocaat-medewerker of advocaatstagiair die heeft geopteerd voor de facultatieve bijzondere regeling. • Btw bij wederverkoop?
Oplossing • Rekening houdend met het feit dat de bijzondere regeling sterk afwijkt van de normale door het Btw-Wetboek bepaalde regels - en meer in het bijzonder voor wat betreft de uitsluiting van het recht op aftrek - kan de administratie aanvaarden dat de verkoop in casu niet aan de btw is onderworpen, zonder daarbij een onderscheid te maken of het goed al dan niet werd verkregen vóór 1 januari 2014.
Topic 3 : De btw bij aankoop was voor 50 % aftrekbaar • Aankoop van een wagen in 2013 voor 50 000 EUR + 10 500 btw. • De wagen wordt volledig opgenomen in het bedrijfspatrimonium. • In 2014 wordt de wagen verkocht voor 40 000 EUR, excl. btw.
Oplossing • De verkoop aan een derde kan gebeuren met btw over de helft van de maatstaf van heffing (Besl. Nr. E.T. 119.650 van 20.10.2011, punt 5.3). • 20 000 EUR + 4 200 btw. • De verkoopfactuur vermeldt : “Bijzondere maatstaf, toepassing beslissing nr. E.T. 119.650 van 20.10.2011” • Btw-aangifte : • R 00 : 20 000 • R 03 : 20 000 • R 54 : 4 200
Topic 4 : De btw bij aankoop was voor 35 % aftrekbaar of blijkt nadien voor minder dan 50 % aftrekbaar (methode 1 of 2) • Aankoop van een wagen in 2013 voor 50 000 EUR + 10 500 btw. • 35 % van de btw is aftrekbaar : • In 2014 wordt de wagen verkocht voor 40 000 EUR, excl. btw.
Oplossing
• De verkoop aan een derde kan gebeuren met btw over de helft van de maatstaf van heffing (Besl. Nr. E.T. 119.650 van 20.10.2011, punt 5.3). • 20 000 EUR + 4 200 btw. • De verkoopfactuur vermeldt : “Bijzondere maatstaf, toepassing beslissing nr. E.T. 119.650 van 20.10.2011” • Er is bovendien een herziening in voordeel. • Btw-aangifte : • R 00 : 20 000 • R 03 : 20 000 • R 54 : 4 200 • R 62 : 1 260 (10 500 x 15 % x 4/5) • (herziening in voordeel in één keer in vijfden art. 11, §3 van KB nr. 3, beperkt tot het bedrag van de btw die bij de verkoop werd aangerekend aan de koper (art. 10, §1, lid 2 van KB nr. 3)
Topic 5 : De btw bij aankoop was voor 85 % aftrekbaar (lichte vracht, methode 4) • Aankoop van een lichte vracht in 2013 voor 50 000 EUR + 10 500 btw. • 85 % van de btw is aftrekbaar : 8 925 EUR • In 2014 wordt de wagen verkocht voor 40 000 EUR, excl. btw.
Oplossing • De verkoop aan een derde moet gebeuren over de volledige verkoopprijs. • 40 000 EUR + 8 400 btw. • Er is bovendien een herziening in voordeel. • Btw-aangifte : • R 03 : 40 000 • R 54 : 8 400 • R 62 : 1 260 (10 500 x 15 % x 4/5) • (herziening in voordeel in één keer in vijfden art. 11, §3 van KB nr. 3)
Topic 6 : De verkoop van een wagen (onderworpen aan art. 45, §2 W.BTW) gebeurt aan een persoon waarmee een verbonden relatie bestaat • Art. 33, §2 W.BTW • Minimum maatstaf van heffing!
Normale waarde • Art. 33, § 2 W.BTW stelt een minimum maatstaf van heffing in : • “In afwijking van artikel 26 is de maatstaf van heffing voor de levering van goederen of de diensten de normale waarde zoals die overeenkomstig artikel 32 is bepaald indien : • 1° de tegenprestatie lager is dan de normale waarde; • 2° de afnemer van de levering van goederen of de dienst geen volledig recht op aftrek heeft van de verschuldigde belasting; • 3° de afnemer verbonden is met de leverancier van de goederen of de dienstverrichter : •ingevolge een arbeidsovereenkomst, met inbegrip van hun familieleden tot in de vierde graad; •als vennoot, lid of bestuurder van de vennootschap of rechtspersoon, met inbegrip van hun familieleden tot in de vierde graad.”
Voorbeeld • Aankoop van een wagen in 2013 voor 50 000 EUR + 10 500 btw. • De wagen is onderworpen aan art. 45, §2 W.BTW. • De wagen wordt in 2014 verkocht aan een personeelslid voor 10 000 EUR + btw. • De normale waarde van de wagen bedraagt in 2014 : 40 000 EUR. • De btw is in principe verschuldigd over een minimum maatstaf van heffing van 40 000 EUR! • De verkoop kan ook hier met btw over de helft van de maatstaf van heffing.
Topic 7 : Vermogensetikettering • Een btw-belastingplichtige (NP) koopt een wagen onder de margeregeling en neemt hem niet op in zijn bedrijfsvermogen. • Was er recht op aftrek bij aankoop? • Hij gebruikt de wagen voor zijn economische activiteit en trekt de btw af op onderhoud, herstellingen, brandstof, … • Wat bij verkoop?
vervolg • En wat als de wagen wél was opgenomen in het bedrijfspatrimonium?
Wat bij onttrekking? • “§ 1. Met een levering onder bezwarende titel wordt gelijkgesteld : 1° het door een belastingplichtige aan zijn bedrijf onttrekken van een roerend goed voor zijn privé-doeleinden of voor de privé-doeleinden van zijn personeel en, meer algemeen, voor andere doeleinden dan die van zijn economische activiteit, wanneer voor dat goed of de bestanddelen ervan recht op volledige of gedeeltelijke aftrek van de belasting is ontstaan;”
… of de bestanddelen • Dezelfde wagen wordt voorzien van een nieuwe airco, een nieuwe motor en dure velgen. • Er volgt een onttrekking voor privé-doeleinden. • Fisher & Brandenstein, HvJ, C-311/99 en 323/99
23
Topic 8 : Aankoop wagen privé, kosten gefactureerd op de vennootschap • Een zaakvoerder of bestuurder koopt een wagen aan op persoonlijke naam en rekent een kilometervergoeding aan aan de vennootschap. • De facturen voor onderhoud en herstelling worden gefactureerd op de vennootschap die 35 % in aftrek neemt.
Analyse • Geen aftrek voor de onderhoudskosten. => verwerping bij controle • De wagen is geen bedrijfsmiddel. • Wat indien er een huurcontract werd afgesloten tussen bestuurder en vennootschap? • Wat bij bruikleen?
Topic 9 : Motoren • De btw is aftrekbaar voor het beroepsgedeelte. Het beroepsgebruik dient aangetoond te worden met één van de drie methodes : het bijhouden van een rittenadministratie, de semi-forfaitaire methode en het forfait van 35 %. Deze methodes gelden immers voor alle vervoermiddelen met een vermogen van meer dan 48 cc. • Uiteraard speelt de aftrekbeperking van artikel 45, §2 W.BTW niet in dit geval. Bijgevolg is via methode 1 of 2 een beroepsgebruik van bv. 80 % perfect mogelijk en dan bedraagt de btw-aftrek ook 80 %. Kiest men echter voor methode 3 dan is de aftrek beperkt tot 35 %. Deze laatste methode heeft als voordeel dat er geen herziening dient te gebeuren. De methode moet echter minstens vier jaar worden aangehouden.
vervolg • Een auto én een motor werden gekocht via de vennootschap en worden gemengd gebruikt.
• Methode 2 voor de auto => methode 1 voor de motor
Oplossing • We merken op dat de aftrek ook toegepast dient te worden op de annexe kosten (verbruik, herstellingen, …) m.b.t. de motor. • Indien men zowel een motor als een auto gemengd gebruikt dient men goed na te denken welke bewijsmethode men toepast. Kiest men voor de auto voor de methode 2 dan dient men voor de motor methode 1 (rittenadministratie) toe te passen wil men niet geconfronteerd worden met de lage 35 % aftrek van methode 3. Methode 2 mag immers maar voor één voertuig per gebruiker toegepast worden
Topic 10 : Tankkaarten en btw • Bij de terbeschikkingstelling van een firmawagen wordt de werknemer belast op een voordeel van alle aard. Daarom kan in sommige gevallen in overleg met de werknemer geopteerd worden om de eigen wagen te gebruiken en een tankkaart te vragen aan de werkgever. • De vraag is dan hoe het zit met de btw-aftrek. Heeft de werkgever hier ook de keuze tussen één van de toegestane methodes?
Firmawagen en tankkaart • Worden een auto én een tankkaart ter beschikking gesteld, dan geldt het beroepsgebruik voor de auto, meteen ook voor de brandstofkosten. Die tankkaart maakt in dat geval als het ware deel uit van de kosten van het “voertuig”.
Enkel tankkaart • In het geval enkel een tankkaart ter beschikking gesteld, dan geldt ook hier de regel dat de btw alleen aftrekbaar is in de mate van het beroepsgebruik, maar het beroepsgebruik kan dan niet via één van de drie methodes vastgesteld worden. Die gelden immers alleen voor “voertuigen”. • Beslissing E.T. 119.650/4, 09.09.2013, nrs. 28 en 33. • Het aantal privé-kilometers zal bij controle eventueel tot discussie kunnen leiden als men niet aan de hand van een gedetailleerde lijst de beroepsverplaatsingen heeft bijgehouden. • De btw-aftrek is trouwens voor een tankkaart op naam van de werkgever voor een personenwagen in ieder geval maximaal beperkt tot 50 %. Voor een lichte vracht of een moto die men als werknemer zou gebruiken voor beroepsverplaatsingen geldt die beperking niet.
Dank u voor uw aandacht Vragen?