Zorg – juni 2010
Afspraken over OK‐personeel tussen ziekenhuizen niet toegestaan Het Gerechtshof ’s‐Hertogenbosch heeft onlangs geoordeeld dat 13 ziekenhuizen in Zuid‐ Nederland de onderlinge concurrentie hebben beperkt door in een convenant afspraken te maken over het aanname‐ en beloningsbeleid van OK‐personeel. beroepsverenigingen hebben tegen dit vonnis Vanwege het tekort aan gekwalificeerd OK‐ hoger beroep ingesteld. personeel hadden ziekenhuizen in Zuid‐ Nederland een convenant gesloten onder de naam ‘Samenwerken, samen opleiden’. In dit Het Gerechtshof ’s‐Hertogenbosch oordeelde convenant zijn afspraken vastgelegd met anders. Het Hof overwoog dat twee hiervoor betrekking tot opleiden, arbeidsvoorwaarden, genoemde afspraken tot gevolg hadden dat detacheringsbureaus en functiedifferentiatie de onderlinge concurrentie op de Zuid‐ van anesthesiemedewerkers en operatie‐ Nederlandse arbeidsmarkt van anesthesieme‐ assistenten. Het convenant bevatte onder dewerkers en operatieassistenten werd meer de afspraak dat niet langer een beperkt. Anesthesiemedewerkers en operatie‐ maandelijkse toeslag zou worden betaald en assistenten werden volgens het Hof immers de afspraak dat zzp’ers gedurende 12 beperkt in hun mogelijkheden op de maanden geen aanbod zouden krijgen om arbeidsmarkt. Naar het oordeel van het Hof (tegen een hogere vergoeding) werkzaam te hadden de ziekenhuizen niet voldoende zijn in het ziekenhuis waar ze voorheen in onderbouwd dat wordt voldaan aan de loondienst waren. De beroepsverenigingen voorwaarden om voor een vrijstelling van het van anesthesiemedewerkers en operatieas‐ kartelverbod in aanmerking te komen. Deze sistenten hebben in kort geding schorsing van voorwaarden zijn dat de beperking nood‐ deze afspraken geëist. Deze afspraken zouden de concurrentie tussen de ziekenhuizen (om INHOUD op de arbeidsmarkt als werkgever aantrek‐ Afspraken over OK‐personeel tussen kelijker te zijn) op ongeoorloofde wijze ziekenhuizen niet toegestaan 1 beperken. Dienen Gemeenten de inkoop van WMO diensten Europees aan te besteden? 2 De voorzieningenrechter had in eerste aanleg Eerste Kamer stemt in met uitbreiding overwogen dat de onderlinge mededinging bestuurlijke handhavingsinstrumenten tussen de ziekenhuizen op de Zuid‐ wetgeving volksgezondheid. 3 Nederlandse arbeidsmarkt inderdaad werd Hulp voor Orbis geen staatssteun 4 beperkt. Volgens de rechter was het echter Liever een coöperatie dan een niet onaannemelijk dat voor het handelen van maatschappelijke onderneming 5 de ziekenhuizen een objectieve rechtvaar‐ De Zorggroep van Boekel De Nerée 6 diging bestond. De rechter achtte het convenant daarom op voorhand geoorloofd en had de vorderingen afgewezen. De
zakelijk is voor het behalen van kwaliteits‐ of efficiencyvoordelen, de voordelen ten goede komen aan de afnemers en er sprake is van voldoende restconcurrentie. Door deze af‐ spraken te maken, handelden de ziekenhuizen dus in strijd met het kartelverbod. De zieken‐ huizen zijn gelast deze twee afspraken op te
schorten. Klik hier voor de uitspraak van het Hof. Sophie de Boer
[email protected] EU & Competition
Dienen Gemeenten de inkoop van WMO diensten Europees aan te besteden? Recentelijk is de discussie opgelaaid of gemeenten gehouden zijn om de inkoop van Wmo‐diensten Europees aan te besteden. Aanleiding daarvoor was enerzijds de initiatiefwet van SP‐Kamerlid Agnes Kant, waarmee de aanbestedingsplicht voor thuiszorgdiensten zou komen te vervallen en anderzijds een recente brief van ambtenaren van de dienst mededinging van de Europese Commissie, waaruit zou volgen dat gemeenten de inkoop van thuiszorgdiensten in de meeste gevallen wel Europees zouden moeten aanbesteden. De discussie over de aanbestedingsplicht voor Deze discussie is niet nieuw. Op grond van de thuiszorg ziet op de vraag volgens welk regime Richtlijn (en dus ook het Bao) dienen deze diensten ‐ die zowel elementen van II A overheidsopdrachten voor werken, leveringen diensten als II B diensten bevatten ‐ moeten en diensten Europees (dat wil zeggen: op basis worden aanbesteed. Schoonmaakdiensten van de in de richtlijn neergelegde procedure‐ worden in dat kader aangemerkt als II A regels) te worden aanbesteed, wanneer de diensten en zorgdiensten als II B diensten. In waarde van dergelijke opdrachten een het geval van gemengde opdrachten bepaalt bepaalde drempelwaarde overstijgt. Voor de Richtlijn dat van ieder van de diensten de diensten is die drempelwaarde op dit moment relatieve waarde dient te worden bepaald en € 193.000,‐ exclusief BTW. dat de dienst met de hoogste waarde door‐ Ten aanzien van overheidsopdrachten voor slaggevend is voor het toepasselijke aan‐ diensten maakt de Richtlijn onderscheid bestedingsregime. tussen zogenaamde 'Bijlage II A' diensten en 'Bijlage II B' diensten. Voor het verstrekken van opdrachten voor diensten in de zin van Het probleem met thuiszorg is echter dat de Bijlage II A gelden procedureregels. Voor het relatieve waarde van de II A diensten en II B verstrekken van opdrachten in de zin van diensten vooraf moeilijk is vast te stellen, Bijlage II B geldt een beperkt regime. Dit waardoor het toepasselijke aanbestedings‐ beperkte regime staat vrijwel gelijk met een regime ook niet eenvoudig is vast te stellen. onderhandse gunning. De vaststelling van de relatieve waarde van de elementen van de opdracht blijft tot op heden echter het meest concrete criterium. Valt de
2
opdracht op grond van dat criterium onder het beperkte regime voor II B diensten, dan bestaat uitsluitend nog een verplichting tot openbaarmaking van de opdracht indien de opdracht een duidelijk grensoverschrijdend
belang vertoont. Ook dat zal afzonderlijk per opdracht moeten worden bepaald. Ferdinand Rameau
[email protected] Vastgoed
Eerste Kamer stemt in met uitbreiding bestuurlijke handhavingsinstrumenten wetgeving volksgezondheid Op 13 april 2010 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel Uitbreiding van de bestuurlijke handhavingsinstrumenten in de wetgeving op het gebied van de volksgezondheid (Wet uitbreiding bestuurlijke handhaving volksgezondheidswetgeving, hierna: ‘Wubhv’). De Wubhv treedt in werking de dag na publicatie in het Staatsblad. Tot op heden heeft nog geen publicatie in het Staatsblad plaatsgevonden. De wet is dus nog niet in werking getreden. krachtens artikel 3 Wet klachtrecht cliënten De Wubhv breidt in een negental wetten de zorgsector kan na inwerkingtreding van de handhavingsmogelijkheden van de minister Wubhv een bestuurlijke boete van ten van Volksgezondheid, Welzijn en Sport uit op hoogste EUR 6.700,‐ worden opgelegd. het gebied van de volksgezondheid met de bevoegdheid tot het opleggen van bestuurlijke boetes. De bevoegdheid tot het opleggen van Naast de bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete in de zorgsector een bestuurlijke boete wordt met de bestond hiervoor nog niet. De bestuurlijke inwerkingtreding van de Wubhv in enkele boetes die door de minister kunnen worden wetten eveneens de mogelijkheid gecreëerd opgelegd variëren in hoogte van ten hoogste voor de minister om een last onder dwangsom EUR 6.700,‐ (bijvoorbeeld: Wet op de (bijvoorbeeld: Wet bijzondere opnemingen in beroepen in de individuele gezondheidszorg psychiatrische ziekenhuizen, Wet klachtrecht en Wet klachtrecht cliënten zorgsector) tot cliënten zorgsector, Wet inzake bloedvoor‐ ten hoogste EUR 900.000,‐ (bijvoorbeeld: Wet ziening) op te leggen of een last onder op de medische hulpmiddelen en Wet bestuursdwang (bijvoorbeeld: Wet op de veiligheid en kwaliteit lichaamsmateriaal). beroepen in de individuele gezondheidszorg) Gedacht kan worden aan de situatie waarin de toe te passen. Daar waar het opleggen van eisen die gelden voor het afbreken van een een bestuurlijke boete een bestraffende zwangerschap op grond van de Wet afbreking sanctie is, is het toepassen van een last onder zwangerschap niet worden nageleefd waar‐ bestuursdwang of het opleggen van een last voor een bestuurlijke boete van ten hoogste onder dwangsom een herstelsanctie. EUR 33.500,‐ kan worden opgelegd. Voor het niet opvolgen van een aanwijzing gegeven
3
Door de minister de mogelijkheid te bieden om een last onder dwangsom op te leggen, een last onder bestuursdwang toe te passen of een bestuurlijke boete op te leggen kan adequater worden opgetreden tegen overtre‐ ders van de diverse (zorg)wetten. Belast met het toezicht in de zorgsector zijn de ambtenaren van de Inspectie voor de Gezond‐ heidszorg (hierna: ‘IGZ’). Door de aan haar toekomende handhavingsbevoegdheden te mandateren zal ook de IGZ bevoegd zijn hiervan gebruik te maken. Hiermee wordt het toezicht door de IGZ eenvoudiger en doel‐
matiger. Indien door de minister/ IGZ gebruik wordt gemaakt van haar nieuwe handhavings‐ bevoegdheden dan staat tegen deze besluiten voor de overtreder en mogelijk ook andere belanghebbenden de mogelijkheid van bezwaar en beroep open. Fleur Spijker
[email protected] Vastgoed/Bestuursrecht Valentijn Leijh
[email protected] Vastgoed /Bestuursrecht
Hulp voor Orbis geen staatssteun De provincie Limburg en de gemeente Sittard‐Geleen hebben geen verboden staatssteun aan het Orbis medisch zorgconcern verleend door garant te staan voor de terugbetaling van een lening. Dat is de conclusie van de voorzieningenrechter in Maastricht naar aanleiding van een kort geding dat was aangespannen door het Academisch Ziekenhuis Maastricht. Orbis verkeerde de afgelopen jaren in financieel zwaar weer. Om deze reden heeft Orbis een reorganisatie doorgevoerd waarvoor (extra) financiering nodig was. De banken hebben in deze financiering voorzien op voorwaarde dat de provincie Limburg en de gemeente Sittard‐Geleen zich garant stelden. Het AZM was van mening dat de garantstelling staatssteun omvat die de concurrentie tussen de ziekenhuizen in de regio vervalst. Hiertoe voerde het AZM aan dat de garantie niet voldoet aan de Mededeling van de Europese Commissie betreffende staatssteun in de vorm van garanties. Deze Mededeling bepaalt dat een garantie door een overheid aan een (private) onderneming aan een aantal voor‐
waarden moet voldoen. De twee belangrijkste voorwaarden zijn dat de begunstigde onder‐ neming niet in financiële moeilijkheden ver‐ keert en dat een marktconforme vergoeding moet worden betaald voor de garantie. Indien niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, is er sprake van staatssteun die (vooraf) moet wor‐ den goedgekeurd door de Europese Com‐ missie. De voorzieningenrechter was echter van oordeel dat het AZM niet voldoende had gemotiveerd dat Orbis op het moment van de garantstelling (medio december 2009) daadwerkelijk in financiële moeilijkheden verkeerde. Daarnaast was de voorzieningen‐ rechter van oordeel dat Orbis een markt‐
4
conforme vergoeding zou betalen voor de garantstelling aan de provincie en gemeente. De garantstelling van de provincie en gemeente kon daarom niet worden gekwalificeerd als staatssteun die vooraf had moeten worden goedgekeurd door de Europese Commissie.
De vordering van het AZM werd dus afgewezen. Jan Schreuder
[email protected] EU & Competition
Liever een coöperatie dan een maatschappelijke onderneming Het beeld dat de rechtsvorm coöperatie alleen wordt gebruikt in de agrarische sector en als inkoopcombinatie is achterhaald. De coöperatie is een uitstekende vorm voor zakelijke samenwerking bij een zorgonderneming. Toch lijkt deze vorm aan de neus van de zorg‐ en woningsector voorbij te gaan, verdrongen door de nieuwe vorm van ondernemen ‘in het maatschappelijk belang’. Coöp heeft de voordelen van een B.V. … Het is een vereniging die winst aan haar leden mag uitkeren. De coöperatie werkt als “verlengstuk” van haar leden. Door haar vrije vorm kan een coöperatie zo worden ingericht dat aan vigerende eisen van governance, mededinging en allerlei sectorale regelgeving wordt voldaan. Maatwerk maar niet ingewik‐ keld. en de voordelen van een vereniging of een stichting … De betrokkenheid van leden (bijvoorbeeld ouders die garant staan voor de bouw van een stuk van een school, de Volkskrant schreef hierover op 4 mei 2010) wordt statutair of met overeen‐komsten geregeld. Het bestuur functioneert als bij een stichting (een zorginstelling bijvoorbeeld) waar hij de
betrokken belangen afweegt tegen het doel van de samenwerking. Handelingen van het bestuur worden getoetst door een raad van toezicht, aangewezen door ledenraad en (eventueel) andere betrok‐kenen. … onder bepaalde voorwaarden De coöperatie moet als doel hebben in ‘stoffelijke behoeften van haar leden’ te voorzien. Is het woord “stoffelijk” wel juist bij het doel ‘zorgverlening als maatschappelijk belang’? Zorgverlening heeft niet als doel winst te behalen; maar om goede zorg te verlenen is een goed lopende onderneming nodig. Het goed laten lopen van de onderneming is een stoffelijke behoefte van de daarbij betrokkenen. De coöperatie is dus op haar plaats. Maar! Wij schreven al [klik hier voor vorig artikel] dat de Minister komt met een alternatief voor ondernemen in het maatschappelijk belang: de ‘stichting of vereniging tot instandhouding van een maatschappelijke onderneming’ alias
5
de maatschappelijke onderneming (MO). De MO mag onder omstandigheden winst uitkeren. Belanghebbenden krijgen binnen de MO een wettelijk verankerde positie. Men is er zo blij mee dat ze als vorm misschien verplicht wordt gesteld. Waarom vinden wij de MO minder geschikt dan de coöperatie? Omdat de MO niet de beloofde simpele vorm is voor de vereisten en behoeften van de praktijk. De MO (op papier al) is een slecht bestuurbaar samenraapsel van rechten en bevoegdheden. De voorgestelde “belanghebbendenvertegenwoordiging” komt bijvoorbeeld naast al bestaande raden en organen en krijgt extra bevoegdheden. Vriend en vijand zijn het erover eens dat de besluitvorming onaanvaardbaar wordt ver‐
traagd. De winstbewijshouder, daarentegen, zal lijdzaam toezien hoe het project dat hij medefinanciert mogelijk ten onder gaat in de belangenstrijd. Beoogde toezichthouders krij‐ gen machtige banen en kiezen zichzelf net als commissarissen uit het bedrijfsleven, maar worden niet in toom gehouden door de tucht van de markt. Onze conclusie is: de MO is een creatief resultaat van de juridische tekentafel. Laten we die creativiteit gebruiken om de goede oude coöperatie op de ondernemende zorg toe te snijden! Marein Smits
[email protected] Corporate/M&A
De Zorggroep van Boekel De Nerée De zorggroep van Boekel De Nerée wordt gevormd door specialisten uit de diverse disciplines. Deze groep heeft zich gespecialiseerd op een aantal gebieden waaronder zorgvastgoed en samenwerkings‐ verbanden in de zorg. U kunt contact opnemen met de volgende juristen: Hester Uhlenbroek Voorzitter; Gezondheidsrecht Sonja van der Kamp Vastgoed, Civiel Frederieke Leeflang EU & Competition Marein Smits Corporate/M&A Boudewijn Waaijer Notariaat Hanneke Klinckhamers Arbeidsrecht Fleur Spijker Vastgoed, Bestuursrecht
6
Voorzitter Zorggroep Hester Uhlenbroek T 020 795 32 37 F 020 517 92 40 E
[email protected]
Contactgegevens Boekel De Nerée N.V. Gustav Mahlerplein 2 1082 MA, Amsterdam Postbus 75510 1070 AM, Amsterdam T +31 20 795 39 53 F +31 20 795 39 00 E
[email protected] www.boekeldeneree.com
7