FLASH Nr. 31 - 25/05/2016
LONEN, WEDDEN EN VERGOEDINGEN VANAF 01.05.2016 (PC226) AANPASSING VAN DE LONEN EN VERGOEDINGEN VANAF 1 MEI 2016: Voor de bedienden, ten gevolge van de verhoging van 15€/maand geacteerd in het protocolakkoord van de PC 226 (z. flash Nr.41 van 24/06/2015). Ter herinnering, voor de arbeiders (rijdend personeel, niet rijdend personeel en garagepersoneel (PC 140.03): Eenmalige jaarlijkse indexering van de lonen, ARAB- vergoeding, verblijfsvergoedingen en de anciënniteitsvergoedingen met 0,39% (01/01/2016).
A. Lonen Arbeiders (PC 140.03) I.
RIJDEND PERSONEEL 01.01.2016 Arbeidstijd (100 %)
Beschikbaarheidstijd Boot of
Basis = 38 uur/week
Handlanger-begeleider Chauffeur in opleiding Chauffeur voertuig nuttig laadvermogen van – 7T Chauffeur voertuig nuttig laadvermogen van 7>15T Chauffeur voertuig nuttig laadvermogen >=15T. Chauffeur geleed voertuig Chauffeur erkend ADR en koelvoertuig Besteldiensten : chauffeur-6 m. anc.in sector Besteldiensten : chauffeur>=6 m.anc.in sector Koerierdienst
Week
10,3630 10,3630 10,7640 11,0055 11,3910 11,3910 11,3910 10,7640 11,0055 11,3910
Zondagen + feestdagen + 100% + 100% + 100% + 100% + 100% + 100% + 100% + 100% + 100% + 100% + 100%
Week
Trein
Zondagen + feestdagen
(99%)
(90 %)
+ 50%
10,2595 10,2595 10,6565 10,8955 11,2770 11,2770 11,2770 10,6565 10,8955 11,2770
9,3265 9,3265 9,6875 9,9050 10,2520 10,2520 10,2520 9,6875 9,9050 10,2520
15,3890 15,3890 15,9845 16,3430 16,9155 16,9155 16,9155 15,9845 16,3430 16,9155
VERBLIJFSVERGOEDINGEN 01.01.2016 1.
2.
3.
Een forfaitaire verblijfsvergoeding van 36,2675 EURO wordt per schijf van 24 uren toegekend aan de arbeiders, wanneer zij uit noodzaak van de dienst verplicht zijn om hun dagelijkse en/of wekelijkse rust, zoals voorzien in de Sociale verordening EG nr. 561/2006, te nemen buiten hun woonplaats of buiten de in hun arbeidsovereenkomst. Nochtans wordt het bedrag van de forfaitaire verblijfsvergoeding beperkt tot 14,7010 EURO in de twee volgende gevallen: a. Voor de eerst dagelijkse rust zoals bepaald onder 1. wanneer de samengestelde arbeids- en beschikbaarheidstijden voorafgaand aan bedoelde rust minder dan 8 uren bedragen en voor zover ze geen deel uitmaakt van een meerdaagse reis; b. Wanneer de afwezigheid minder bedraagt dan 24 uren en het slechts 1 enkele dagelijkse rust betreft zoals bedoeld onder 1. Ingeval van vast verblijf in België of in het buitenland, wordt aan de vergoeding zoals bedoeld onder 1. een bijkomende forfaitaire vergoeding toegevoegd van 9,8605 EURO. Tevens wordt in voorkomend geval, een forfaitair loon (ond. aan Rsz en Bv) toegekend overeenstemmend met acht arbeidsuren.
Geen RSZ en geen bedrijfsvoorheffing op deze vergoedingen.
ARAB-VERGOEDING 01.01.2016 Per arbeids- en/of beschikbaarheidsuur, wordt aan het rijdend personeel een ARAB-vergoeding toegekend van 1,3765 EURO. Daartoe worden de aanwezigheidsuren of gedeelten ervan per betaalperiode getotaliseerd en indien de som ervan een decimaal getal is, wordt per betaalperiode steeds afgerond naar de hogere eenheid.
Geen RSZ en geen bedrijfsvoorheffing op deze vergoedingen.
NACHTVERGOEDINGEN 01.01.2016 Hebben recht op een vergoeding voor nachtarbeid, de werklieden die: hetzij in de loop van een kalendermaand gedurende minimum 5 opeenvolgende arbeidsdagen tewerkgesteld zijn in een arbeidsregeling met nachtprestaties; - hetzij in de loop van de kalendermaand gedurende minstens de helft van de gewerkte dagen tewerkgesteld zijn in een arbeidsregeling met nachtprestaties, dit vanaf de eerste volledige gewerkte maand. - hetzij tewerkgesteld zijn in een gestructureerd ploegenstelsel. In dit geval wordt deze financiële vergoeding enkel toegekend aan de werknemers van wie de arbeid nachtprestaties omvat. -
Onder "nachtprestaties" wordt verstaan: de prestaties tussen 20 uur en 6 uur. Bovendien moeten deze werklieden tussen 20 uur en 6 uur meer dan vijf uren arbeids- of beschikbaarheidstijd gepresteerd hebben. Deze vergoeding bedraagt 1,1435 EURO per uur voor arbeiders jonger dan 50 jaar en 1,4290 EURO per uur voor arbeiders ouder dan 50 jaar.
RSZ en bedrijfsvoorheffing op deze vergoedingen.
II. NIET-RIJDEND PERSONEEL NIET RIJDEND PERSONEEL Klasse 1 2 2 2 2 2 3 3
Functie Magazijnmedewerker type 1 Klusjesman (m/v) Magazijnmedewerker type 2 Magazijnmedewerker type 3 Magazijnmedewerker type 5 Schoonmaker Magazijnmedewerker type 4 Magazijnmedewerker type 6
01.01.2016
Bruto uurloon (38u effectief) 11,5365 12,0730 12,0730 12,0730 12,0730 12,0730 12,3890 12,3890
3 4 4 5 5 6
Magazijnmedewerker type 7 Magazijnmedewerker type 8 Superviserende magazijnfunctie type 1 Kwaliteitscontroleur Superviserende magazijnfunctie type 2 Superviserende magazijnfunctie type 3 Superviserende magazijnfunctie type 4
8
12,3890
GARAGEPERSONEEL Hulpwerkman « service » – Niveau A Hulpwerkman « service » 10 j. anc. - Niveau A.1 Hulpwerkman « service » 20 j. anc. - Niveau A.1 Hulpwerkman - Niveau A.2 Hulpwerkman 10 j. anc. - Niveau A.2 Hulpwerkman 20 j. anc. - Niveau A.2 Geoefende hulpwerkman - niveau B Geschoolde 2de categorie - niveau C Geschoolde 1ste categorie - niveau D Buiten categorie - Niveau E
12,7060 12,7060 13,0230 13,0230 13,2915 13,5600 01.01.2016 (bruto uurloon: 38u effectief) 11,9720 12,5165 13,1465 12,5165 13,1465 13,7655 13,7655 15,2720 16,0190 17,1510
MAGAZIJN- EN KAAIVERGOEDINGEN Enkel voor het niet rijdend personeel. Voor de uren wachttijd zal het basisuurloon worden betaald. Indien de arbeidsuren en de uren wachttijd samen meer dan 8 uren per dag bedragen, wordt er een aanvullende vergoeding van 1,2395 EURO per uur boven het 8ste uur toegekend.
Geen RSZ en geen bedrijfsvoorheffing op deze vergoedingen.
PLOEGENPREMIE 01.07.2007 Deze premie bedraagt 7,5 % van het barema-uurloon indien het normale uurrooster aanvangt vóór 7 uur of eindigt na 19 uur en indien er met meer dan één uurrooster wordt gewerkt. Deze ploegenpremie is niet cumuleerbaar met de financiële vergoeding voor nachtarbeid, zoals voorzien in de CAO van 28 juni 2007 of met eender welke andere gelijkwaardige vergoeding voor nachtarbeid. RSZ en bedrijfsvoorheffing op deze vergoeding.
NACHTPREMIE 01.07.2007 Hebben recht op een premie voor nachtarbeid, de werklieden die: hetzij in de loop van een kalendermaand gedurende minimum 5 opeenvolgende arbeidsdagen tewerkgesteld zijn in een arbeidsregeling met nachtprestaties; - hetzij tewerkgesteld zijn in een gestructureerd ploegenstelsel. In dit geval wordt deze financiële vergoeding enkel toegekend aan de werknemers van wie de arbeid nachtprestaties omvat. Onder "nachtprestaties" wordt verstaan: "de prestaties tussen 20 uur en 6 uur. Bovendien moeten deze werklieden tussen 20 uur en 6 uur meer dan vijf uren arbeids- of beschikbaarheidstijd gepresteerd hebben. Deze vergoeding bedraagt 12,5 % van het barema-uurloon per uur zowel voor arbeiders jonger dan 50 jaar als voor arbeiders ouder dan 50 jaar. -
RSZ en bedrijfsvoorheffing op deze vergoedingen.
III. VERGOEDINGEN EN TOESLAGEN VOOR RIJDEND, NIET-RIJDEND PERSONEEL EN GARAGE PERSONEEL ANCIËNNITEITSTOESLAG RIJDEND EN NIET RIJDEND PERSONEEL Een anciënniteitstoeslag wordt toegekend voor het rijdende personeel en het niet rijdend personeel dat een bepaalde anciënniteit in het bedrijf bereikt heeft: (onafgebroken en in dezelfde onderneming) Na 1 jaar dienst: + 0,0515 EURO/bruto/uur Na 3 jaar dienst: + 0,1055 EURO/bruto/uur Na 5 jaar dienst: + 0,1595 EURO /bruto/uur Na 8 jaar dienst: + 0,2135 EURO /bruto/uur Na 10 jaar dienst: + 0,2675 EURO/bruto/uur Na 15 jaar dienst: + 0,3215 EURO/bruto/uur Na 20 jaar dienst: + 0,3755 EURO/bruto/uur Deze anciënniteitstoeslag wordt betaald voor alle uren (arbeidsuren en beschikbaarheidsuren/wachturen), vanaf de maand waarin de vereiste anciënniteit wordt verworven en staat apart vermeld op de loonstrook. RSZ en bedrijfsvoorheffing op deze vergoedingen.
ANCIËNNITEITSTOESLAG GARAGE PERSONEEL Een anciënniteitstoeslag van + 0,0515 EURO/bruto/uur wordt toegekend op het loon van het garagepersoneel nadat hij/zij 1 jaar onafgebroken anciënniteit heeft opgebouwd binnen de onderneming. Deze anciënniteitstoeslag wordt betaald voor alle uren (arbeidsuren en beschikbaarheidsuren/wachturen), vanaf de maand waarin de vereiste anciënniteit wordt verworven en staat apart vermeld op de loonstrook. RSZ en bedrijfsvoorheffing op deze vergoedingen.
TOESLAGEN INGEVOLGE OVERSCHRIJDING VAN DE DIENSTTIJD Vanaf 1.1.2009 Op basis van een gemiddelde wekelijkse diensttijd berekend over een periode van één maand: -
boven de 60 u diensttijd is een toeslag van 50% verschuldigd Deze diensttijdgrens wordt per maand als volgt berekend (in een 5-dagenstelsel): De maximum maandelijkse diensttijd van 260 uur wordt verminderd met 12 uur per gelijkgestelde dag of vast verblijf tijdens de werkweek. Deze diensttijdgrens wordt per maand als volgt berekend (in een 6-dagenstelsel): De maximum maandelijkse diensttijd van 260 u wordt verminderd met 10 u per gelijkgestelde dag of vast verblijf tijdens de werkweek. Met “gelijkgestelde dag” wordt in dit verband bedoeld: de gelijkgestelde dagen zoals bepaald in de vakantiewetgeving (bijvoorbeeld de eerste twaalf maanden arbeidsongeschiktheid wegens ziekte, arbeidsongeschiktheid wegens arbeidsongeval of beroepsziekte, tijdelijke economische werkloosheid, …), met uitzondering van recuperatiedagen of inhaalrust wegens overuren, op voorwaarde dat deze dagen in volledige dagen worden opgenomen.
FEESTDAGLOON 1. Klassiek arbeidsregime Voor de bedrijven die geen nieuwe arbeidsregelingen toepassen, voorziet het K.B. van 28.01.2005 (B.S. 10.02.2005) in een gedetailleerde berekeningswijze van een gemiddeld dagloon. In functie hiervan wordt het gemiddelde dagloon bekomen door alle aan RSZ onderworpen loon-bestanddelen voor de laatste zes maanden, uitgezonderd het gelijkgestelde loon, te delen door het aantal bruto bezoldigde dagen, uitgezonderd alweer de gelijkgestelde dagen. Dit gemiddelde dagloon wordt vermenigvuldigd met het aantal gewerkte dagen in een trimester (65 dagen in de 5-dagenweek en 78 dagen in de 6-dagenweek), en vervolgens gedeeld door 13 weken. Dit levert het gemiddelde weekloon op. Het gemiddelde weekloon wordt gedeeld door 38 uur (voltijdse tewerkstelling) of door de arbeidsduur van de werknemer, vermeld in zijn/haar arbeidscontract (deeltijdse tewerkstelling). Zo bekomt men het gemiddelde uurloon. Dit gemiddelde uurloon wordt vermenigvuldigd met het aantal verloren arbeidsuren, zoals vermeld in de uurregeling opgenomen in het arbeidsreglement. Ter verduidelijking wordt bedoeld met: a) b) c)
“bruto bezoldigde dagen”: de dagen waarop normale werkelijke arbeid werd verricht de dagen inhaalrust “de laatste zes maanden”: de zes laatste kalendermaanden, voorafgaand aan de maand waarin de betrokken feestdag valt “alle aan de RSZ onderworpen bestanddelen” alle vormen voor arbeid, inclusief overloon de vergoeding voor de overbruggingstijd / beschikbaarheidstijd alle bruto premies, uitgezonderd de eindejaarspremie
2. Flexibel arbeidsregime Aangezien de wet van 17 maart 1987 betreffende de nieuwe arbeidsregelingen voorziet in een eigen berekeningswijze van het feestdagloon zonder dat deze wet de mogelijkheid biedt om hiervan bij K.B. af te wijken, geldt deze eigen berekeningswijze nog steeds in de ondernemingen die nieuwe arbeidsregelingen toepassen, namelijk: “Het loon voor een feestdag is gelijk aan 1/5de of 1/6de van het loon van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van de betrokken werknemer.” Er dient in functie hiervan geen rekening gehouden worden met de overbruggingsuren / beschikbaarheidstijd. Het feestdagloon is dus eenvoudigweg 1/5 van 38 uur of 7,6 uur in de vijfdagenweek en 1/6 van 38 uur of 6,33 uur in de zesdagenweek. Bijkomende toelage feestdagloon in het flexibele arbeidsregime: Om gelijkschakeling te bekomen tussen werknemers in een klassiek dan wel in een flexibel arbeidsregime, zal voor de werknemers die tewerkgesteld zijn in een onderneming die nieuwe arbeidsregelingen toepast, het verschil tussen het feestdagloon zoals berekend voor de arbeiders die tewerkgesteld zijn in een klassiek arbeidsregime, en het feestdagloon zoals voor hen berekend (zijnde tewerkgesteld in een flexibel arbeidsregime), door de werkgever berekend en als toelage bijbetaald worden.
B.
Wedden bedienden (PC 226) (vanaf 01.05.2016) I.
Anc 0 maand 1 jaar 3 jaar 6 jaar 9 jaar 12 jaar 15 jaar 18 jaar 21 jaar 25 jaar 30 jaar 35 jaar 40 jaar 42 jaar 45 jaar
Lonen Klasse 1 1.889,21 1.923,93 1.958,46 1.993,00 2.027,88 2.062,42 2.085,03 2.107.47 2.130,09 2.152,53 2.175,13 2.201,10 2.227,18 2.237,73 2.253,59
Klasse 2 2.062,42 2.097,13 2.131,83 2.166,53 2.242,79 2.371,09 2.469,94 2.575,48 2.667,49 2.766,54 2.865,21 2.964,08 3.062,79 3.103,59 3.164,82
Klasse 3 2.176,73 2.211,44 2.253,14 2.305,33 2.392,12 2.495,88 2.620,88 2.714,27 2.807,90 2.901,67 2.995,15 3.102,74 3.210,20 3.254,68 3.321,40
Klasse 4 2.291,17 2.325,89 2.367,75 2.419,64 2.506,41 2.610,21 2.735,00 2.828,77 2.922,36 3.015,96 3.109,73 3.206,66 3.303,65 3.343,63 3.403,61
Klasse 5 2.405,80 2.440,52 2.482,20 2.533,96 2.620,88 2.728,16 2.856,47 2.946,58 3.036,81 3.126,94 3.217,04 3.310,81 3.404,55 3.443,13 3.500,97
Klasse 6 2.520,12 2.554,94 2.631,05 2.683,09 2.769,88 2.884,16 3.029,81 3.119,96 3.210,20 3.300,46 3.390,38 3.518,84 3.647,32 3.700,57 3.780,51
Klasse 7 2.634,54 2.686,42 2.756,00 2.825,44 2.929,37 3.085,39 3.296,94 3.387,04 3.477,15 3.567,40 3.657,53 3.761,60 3.865,59 3.908,34 3.972,50
klasse 8 2.756,00 2.894,67 3.033,48 3.172,13 3.331,48 3.491,00 3.598,60 3.706,06 3.813,54 3.921,13 4.028,60 4.143,05 4.257,19 4.304,13 4.374,50
II. OVERNAME VAN ANCIENNITEIT Voor de bedienden van ten minste 21 jaar is de minimumweddeschaal gebaseerd op de anciënniteit in de onderneming. Wanneer de bediende voorheen tewerkgesteld is geweest als bediende in een of meerdere ondernemingen van de sector wordt die anciënniteit overgenomen ten belope van 50 % vanaf de 10de maand als volgt: a. tot en met de 9de maand te rekenen vanaf de eerste dag van de maand van de indiensttreding geldt een anciënniteit van 0 jaar; b. vanaf de 10de maand te rekenen vanaf de eerste dag van de maand van de indiensttreding wordt de anciënniteit verworven door vorige tewerkstelling als bediende in de sector overgenomen ten belope van 50 %. Bedoelde anciënniteit wordt berekend in volledige maanden, per betrokken onderneming en nadien getotaliseerd - vervolgens gedeeld door 12 en afgerond op het lagere aantal jaren. Vanaf de 10de maand wordt aldus een fictieve barema-anciënniteit vastgesteld op 9 maanden vermeerderd met de overgenomen anciënniteit. het begrip "sector" is als volgt bepaald: - de ondernemingen die voor hun bedienden tot 31 december 1997 ressorteerden onder het Paritair Comité voor import, export, doorvoer en buitenlandse handel en voor de maritieme en expeditiekantoren (P.C. 213) en die vanaf 1 januari 1998 ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken (P.C. 226); - vanaf 1 januari 1999: de ondernemingen die voor hun bedienden tot 31 december 1997 ressorteerden onder het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de Bedienden (P.C. 218) en vanaf 1 januari 1998 ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken (P.C. 226);
- de ondernemingen die voor hun bedienden ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken (P.C. 226) en die slechts na 31 december 1997 voor de eerste maal één of meerdere bedienden tewerkstellen. Wanneer de bediende voorheen tewerkgesteld is geweest als bediende in een onderneming van dezelfde groep, wordt de anciënniteit verworven bij die onderneming, uitgedrukt in volledige maanden, overgenomen vanaf de 10de maand volgend op de eerste dag van de maand van de indiensttreding indien gelijktijdig aan volgende voorwaarden is voldaan: - de onderneming van dezelfde groep behoort tot dezelfde sector als de onderneming waar de bediende in dienst treedt; - het einde van de tewerkstelling bij de onderneming van dezelfde groep situeert zich binnen de 12 maanden voorafgaand aan de indiensttreding. Indien de betrokken bedienden op 1 januari 1998 werden ingeschaald in de weddeschaal bij toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 oktober 1997 betreffende de bezoldigingsvoorwaarden, gesloten in het Paritair Comité voor import, export, doorvoer en buitenlandse handel en voor de maritieme en expeditiekantoren, wordt de fictieve barema-anciënniteit overgenomen. In geval van aansluitende tewerkstelling loopt de verworven anciënniteit of fictieve barema-anciënniteit, al naargelang het geval, verder. Met "onderneming van dezelfde groep" wordt bedoeld de onderneming die behoort tot een groep van ondernemingen waarvoor de verplichting geldt om een geconsolideerde jaarrekening op te stellen krachtens de wetgeving ter zake. Met tewerkstelling via een uitzendbureau of in het kader van een arbeidsovereenkomst voor studenten wordt voor de overname van anciënniteit geen rekening gehouden. De bediende die aanspraak maakt op de gedeeltelijke of gehele overname van anciënniteit, dient hiervan de werkgever, op diens vraag, in te lichten tijdens de aanwervingsprocedure. Bij de aanwerving heeft de werkgever het recht het bewijs te vragen i.v.m. de overname van de anciënniteit. In dat geval moet de bediende dat bewijs leveren binnen de 3 maanden, te rekenen vanaf de indiensttreding, met elk mogelijk rechtsmiddel met uitzondering van het getuigenis; zo niet wordt geen rekening gehouden met die vorige tewerkstelling. De barema-anciënniteit waarvan sprake is uitsluitend dienstig voor de inschaling in de weddeschaal en de verdere progressie in die weddeschaal.
III.
PROMOTIEREGELING
Deze regeling bestaat uit een overgang in verschillende stappen naar het wedde niveau van de nieuwe hogere functie indien die ten minste twee klassen hoger ligt. Concreet betekent dit dat een bediende die een nieuwe functie krijgt die bijvoorbeeld 3 klassen hoger ligt dan zijn oorspronkelijke klasse niet onmiddellijk het loon zal moeten ontvangen van de nieuwe klasse maar dat de wedde verhoging trapsgewijs zal gebeuren. De overgang naar een hogere klassen verloopt als volgt : Promotie met Toepassing nieuwe klasse 1 klasse Onmiddellijke toepassing 2 klassen Na 1 jaar, in twee stappen 3 klassen Na 2 jaar, in drie stappen 4 klassen Na 3 jaar, in vier stappen 5 klassen en meer Na 4 jaar, in vijf stappen Tijdens de overgangsperiode gelden de wedden van de tussenliggende klassen.
Dit flashbericht bevat een niet exhaustieve lijst van de belangrijkste loonsvoorwaarden die in voege zijn in onze sector. UPTR kan niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele onjuistheden die deze flash zou kunnen bevatten. Enkel de sociale regelgeving en de Collectieve Arbeidsovereenkomsten hebben kracht van wet.
In samenwerking met:
www.paycover.be
[email protected]
PayCover vzw is het sociaal secretariaat, gespecialiseerd in de transport en logistieke sector.