„IL ^ L C - % ' C * '
%^#-
V 3 Tl Qf"Q t"P
Afdeling bestuursrechtspraak
Raad van de gemeente Bloemendaal Postbus 201 2050 AE OVERVEEN
Datum
Ons nummer
16 juli 2008
200705785/1 /R1
Uw kenmerk
Onderwerp
Behandelend ambtenaar
Bloemendaal Bp 'Duinlustpark'
C.J.M, van der Knaap-Bom 070-4264370
In de bovenvermelde zaak is uitspraak gedaan. Een afschrift van deze uitspraak treft u hierbij aan. Hoogachtend, de secretaris van de Raad van State, voor deze,
mr. H.H.C. Visser, directeur Bestuursrechtspraak
os
II oi
1460981 (CAO) Postbus 20019 - 2500 EA 's-Gravenhage - T 070 426 44 26 - F 070 365 13 80 - www.raadvanstate.nl Bij correspondentie de datum en het nummer van deze brief vermelden
Raad
vanState 200705785/1. Datum uitspraak: 16 juli 2008
AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen: 1. 2.
de stichting Stichting Schapenduinen, gevestigd te Bloemendaal, H. Stokvis en H.W. Stokvis-Brandsma, beiden wonend te Bloemendaal, appellanten, en het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland, verweerder.
200705785/1
1.
2
16 juli 2 0 0 8
Procesverloop
Bij besluit van 3 juli 2 0 0 7 , kenmerk 2 0 0 7 - 3 6 7 1 8 , heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland (hierna: het college) beslist over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Bloemendaal (hierna: de raad) bij besluit van 7 december 2 0 0 6 vastgestelde bestemmingsplan "Duinlustpark" (hierna: het plan). Tegen dit besluit hebben de stichting Stichting Schapenduinen (hierna: Stichting Schapenduinen) bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 14 augustus 2 0 0 7 , en H. Stokvis en H.W. Stokvis-Brandsma bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 21 augustus 2 0 0 7 , beroep ingesteld. De Stichting Schapenduinen heeft haar beroep aangevuld bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 12 september 2 0 0 7 . H. Stokvis en H.W. Stokvis-Brandsma hebben hun beroep aangevuld bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 18 september 2 0 0 7 . De Woningbouwvereniging Brederode, die in de gelegenheid is gesteld als partij aan het geding deel te nemen, heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven. Het college heeft een verweerschrift ingediend. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 13 juni 2 0 0 8 , waar het college, vertegenwoordigd door mr. Y . H . M . Huisman, ambtenaar in dienst van de provincie, is verschenen. Voorts zijn daar gehoord de raad, vertegenwoordigd door mr. M. Goosens en ing. K.H. Troost, ambtenaren in dienst van de gemeente, en de Woningbouwvereniging Brederode, vertegenwoordigd door haar directeur, L.J.G. Salman. 2.
Overwegingen
2.1. Het beroep van de Stichting Schapenduinen, voor zover gericht tegen de goedkeuring van het plandeel met de bestemming "Groenvoorzieningen (G)" ten zuiden van de C. Schulzlaan, steunt niet op een bij de raad naar voren gebrachte zienswijze. Ingevolge de artikelen 5 4 , tweede lid, aanhef en onder d, en 5 6 , eerste lid, gelezen in samenhang met artikel 27 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna: WRO) en artikel 6:13 van de Algemene w e t bestuursrecht (hierna: A w b ) , kan door een belanghebbende slechts beroep worden ingesteld tegen het besluit t o t goedkeuring van het college, voor zover dit beroep de goedkeuring van plandelen, voorschriften of aanduidingen betreft die de belanghebbende in een tegen het ontwerpplan bij de raad naar voren gebrachte zienswijze heeft bestreden. Dit is slechts anders voor zover de raad bij de vaststelling van het plan daarin wijzigingen heeft aangebracht ten opzichte van het ontwerp, dan wel indien een belanghebbende redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij ter zake geen zienswijze naar voren heeft gebracht. Geen van deze omstandigheden doet zich, voor zover voor het beroep van de Stichting Schapenduinen van belang, voor. Geen rechtvaardiging is gelegen in de
200705785/1
3
16 juli 2 0 0 8
stelling van de Stichting Schapenduinen dat het beroep, voor zover gericht tegen het voornoemde plandeel, in de zienswijze naar voren is gebracht in het kader van het pleidooi voor de bescherming van de aan het landgoed Schapenduinen grenzende gebieden, nu uit de zienswijze niet kan worden afgeleid dat de bezwaren van de Stichting Schapenduinen niet enkel zijn gericht op de in het plan opgenomen wijzigingsbevoegdheid maar ook zien op het voornoemde plandeel. Het beroep van de Stichting Schapenduinen is dan ook niet-ontvankelijk voor zover dit ziet op het plandeel met de bestemming "Groenvoorzieningen (G)" ten zuiden van de C. Schulzlaan. 2.2. Ingevolge artikel 2 8 , tweede lid, van de WRO, gelezen in samenhang met artikel 10:27 van de A w b , rust op het college de taak om in voorkomend geval mede op basis van de ingebrachte bedenkingen - te onderzoeken of het plan niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Daarbij dient hij rekening te houden met de aan de raad toekomende vrijheid om bestemmingen aan te wijzen en voorschriften te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. Daarnaast heeft het college er op toe te zien dat het plan en de totstandkoming daarvan niet in strijd zijn met het recht. 2.3. Het plan voorziet in een actuele planologische regeling voor het gebied tussen de dorpskern Bloemendaal en de dorpskern Santpoort-Zuid, gemeente Velsen. Het gebied wordt globaal begrensd door de Brederodelaan aan de noordwestzijde, de grens van de gemeente Velsen aan de noordoostzijde en het gebied Schapenduinen, dat onderdeel uitmaakt van het natuurgebied Kennemerland-Zuid, aan de zuidzijde. Het plan is hoofdzakelijk consoliderend van aard. Het college heeft het plan goedgekeurd. 2.4. H. Stokvis en H.W. Stokvis-Brandsma, die zich richten tegen de goedkeuring van de plandelen met de bestemmingen "Tuin (T)" en "Erf (E)" ter plaatse van hun perceel Pinellaan 10, stellen dat het college ten onrechte geen eigen belangenafweging heeft gemaakt, nu in het bestreden besluit slechts w o r d t verwezen naar stukken van het gemeentebestuur. Voorts heeft volgens H. Stokvis en H.W. Stokvis-Brandsma ten onrechte geen hoorzitting plaatsgevonden. 2.4.1. Zoals het college terecht heeft aangegeven, is per 1 juli 2 0 0 5 de hoorplicht ingevolge artikel 2 7 , derde lid, van de WRO komen te vervallen. Gelet op het feit dat het ontwerpplan na 1 juli 2 0 0 5 ter inzage is gelegd, was het college niet wettelijk verplicht om H. Stokvis en H.W. Stokvis-Brandsma te horen in het kader van de door hen in deze bestemmingsplanprocedure ingebrachte bedenkingen. Voorts is gesteld noch gebleken van bijzondere omstandigheden die tot een dergelijke hoorplicht zouden nopen. Voorts valt er geen rechtsregel aan te wijzen op basis waarvan zou moeten worden geoordeeld dat het het college niet vrijstaat om aan te sluiten bij het standpunt van de raad dan wel bij de stukken die het gemeentebestuur naar voren heeft gebracht.
200705785/1
4
16 juli 2 0 0 8
2.5. De Stichting Schapenduinen richt zich tegen de in artikel 14 van de planvoorschriften opgenomen wijzigingsbevoegdheid. Zij stelt in beroep dat een onderzoek naar de luchtkwaliteit ten onrechte niet ter inzage heeft gelegen. Voorts stelt zij dat het college de toename van de verkeersintensiteit te laag heeft ingeschat. Volgens de Stichting Schapenduinen is onvoldoende rekening gehouden met de verkeerstoename ten gevolge van de bouw van maximaal acht extra woningen mede bezien in het licht van ontwikkelingen in de omgeving. Dientengevolge is het onderzoek naar de luchtkwaliteit volgens de Stichting Schapenduinen ondeugdelijk. 2.5.1. Ingevolge artikel 14 van de planvoorschriften, voor zover thans van belang, is het college van burgemeester en wethouders bevoegd voor de op de plankaart aangewezen gronden I en II (het wijzigingsgebied) het plan overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 van de WRO als volgt te wijzigen: (...); 4 . het aantal woningen in wijzigingsgebied I en II tezamen mag met maximaal acht worden vermeerderd; (...). 2.5.2. In de plantoelichting is een paragraaf opgenomen waarin w o r d t ingegaan op de gevolgen van het plan voor de luchtkwaliteit. Daarbij wordt onder meer aangegeven welke aannames zijn gehanteerd ten aanzien van de verkeersintensiteiten en met behulp van welke methode is berekend of wordt voldaan aan de grenswaarden van het Besluit luchtkwaliteit 2 0 0 5 (hierna: Bik 2 0 0 5 ) . Onbestreden is dat de plantoelichting ter inzage heeft gelegen. Aan de berekeningen heeft geen apart rapport ten grondslag gelegen. Ter zitting heeft het college toegelicht dat, gelet op de kleinschalige ontwikkelingen die in het plan zijn voorzien, geen nader onderzoek naar de luchtkwaliteit heeft plaatsgevonden. 2.5.3. Naar het oordeel van de Afdeling heeft de Stichting Schapenduinen niet aannemelijk gemaakt dat het college in navolging van de raad is uitgegaan van te lage verkeersintensiteiten. Hierbij neemt de Afdeling in aanmerking dat het bestreden planonderdeel slechts voorziet in de bouw van maximaal acht extra woningen. Het college is in dit kader aangesloten bij de onderzoeken die zijn uitgevoerd ten behoeve van het bestemmingsplan "Meer en Berg" en heeft zich op het standpunt gesteld dat de aannames ten aanzien van de verkeersintensiteiten worden bevestigd door de resultaten van die onderzoeken. Onder verwijzing naar haar uitspraak van 31 oktober 2 0 0 7 , no. 2 0 0 6 0 7 3 2 0 / 1 (www.raadvanstate.nl), overweegt de Afdeling dat de Stichting Schapenduinen onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het college de gevolgen van de herinrichting van de Kennemerweg onjuist heeft ingeschat en voorts dat geen aanknopingspunt bestaat voor het oordeel dat het college is uitgegaan van een te lage toename van de verkeersintensiteit op de Brederodelaan vanwege Park Brederode. De Stichting Schapenduinen heeft geen gegevens overgelegd waaruit zou volgen dat het college thans niet ook van deze aannames heeft kunnen uitgaan.
200705785/1
5
1 6 juli 2 0 0 8
2.5.4. Bij zijn beoordeling is het college ervan uitgegaan dat, gelet op de resultaten van de luchtkwaliteitonderzoeken die zijn verricht in het kader van het bestemmingsplan "Meer en Berg", toepassing van de wijzigingsbevoegdheid uit het thans voorliggende plan niet zal leiden tot een overschrijding van de grenswaarden uit het Bik 2 0 0 5 en nader onderzoek naar de effecten van de bouw van maximaal acht extra woningen op de luchtkwaliteit achterwege kon blijven. Hierbij heeft het college zich in navolging van de raad op het standpunt gesteld dat, gelet op de omstandigheid dat het bestreden planonderdeel slechts mogelijk maakt dat wordt voorzien in de bouw van maximaal acht extra woningen, een juridisch relevante verslechtering van de luchtkwaliteit ter plaatse redelijkerwijs is uit te sluiten. De Afdeling ziet geen aanleiding dit standpunt voor onjuist te houden. 2.6. De Stichting Schapenduinen vreest voorts dat de verkeerstoename ten gevolge van de bouw van maximaal acht extra woningen leidt tot significante gevolgen voor het natuurgebied Kennemerland-Zuid ter hoogte van landgoed Schapenduinen. Volgens de Stichting Schapenduinen zijn deze gevolgen niet goed onderzocht en is de wijzigingsbevoegdheid derhalve niet uitvoerbaar. Ter onderbouwing wijst de Stichting Schapenduinen op twee rapporten van ecologisch adviesbureau Els & Linde en een briefrapport van adviesbureau Alterra over de depositie van stikstof. Voorts stelt de Stichting Schapenduinen dat een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet (hierna: Ffw) niet kan worden verleend. 2.6.1. Bij beschikking van 7 december 2 0 0 4 van de Europese Commissie (Pb L 387) is natuurgebied Kennemerland-Zuid geplaatst op de lijst van gebieden van communautair belang voor de Atlantische biogeografische regio. Zodra een gebied op deze lijst is geplaatst, gelden voor dat gebied op grond van artikel 4 , vijfde lid, van de Richtlijn 92/42/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en wilde flora en fauna (hierna: de Habitatrichtlijn) de bepalingen van artikel 6, tweede, derde en vierde lid, van deze richtlijn. Het gebied is vooralsnog niet aangewezen op grond van artikel 10a van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nbw 1998), noch voorlopig aangewezen als bedoeld in artikel 12, derde lid, van de Nbw 1 9 9 8 . Hieruit volgt dat artikel 19j van de Nbw 1998 in zoverre niet geldt voor dit gebied. De mogelijke effecten van het plan op het gebied Kennemerland-Zuid zullen moeten worden beoordeeld op grond van de rechtstreekse werking van artikel 6, derde lid, van de Habitatrichtlijn. 2.6.2. Natuurgebied Kennemerland-Zuid is aangemeld bij de Europese Commissie vanwege het voorkomen in dit gebied van de habitattypen embryonale wandelende duinen, wandelende duinen op de strandwal met Ammophila arenaria ('witte duinen'), vastgelegde kustduinen met kruidvegetatie ('grijze duinen'), Atlantische vastgelegde ontkalkte duinen (Calluno-Ulicetea), duinen met Hippophaë rhamnoides, duinen met Salix repens ssp. argentea (Salicion arenariae), beboste duinen van het Atlantische, continentale en boreale gebied en vochtige duinvalleien alsmede de habitatsoorten nauwe korfslak en groenknolorchis. Ter voldoening aan artikel 10a van de Nbw 1998 is het
200705785/1
6
1 6 juli 2 0 0 8
ontwerpaanwijzingsbesluit Kennemerland-Zuid vastgesteld en ter inzage gelegd. Ingevolge dit ontwerpbesluit heeft de instandhoudingsdoelstelling mede betrekking op de instandhouding van de gevlekte witsnuitlibel. 2.6.3. Vast staat dat de in het plan opgenomen wijzigingsbevoegdheid de bouw van acht extra woningen mogelijk maakt in een gebied waar reeds w o n i n g b o u w aanwezig is. Ter zitting is door de raad aangegeven dat geen wijzigingen zullen optreden aan de wegenstructuur. Het college stelt zich op het standpunt dat de toename van verkeer op de Brederodelaan ten gevolge van de in het plan opgenomen wijzigingsbevoegdheid zeer gering zal zijn en dat het plan niet tot significante gevolgen leidt voor het natuurgebied Kennemerland-Zuid. De Afdeling ziet in hetgeen de Stichting Schapenduinen heeft aangevoerd geen aanleiding voor het oordeel dat het college zich niet in redelijkheid op dit standpunt heeft kunnen stellen. Hierbij neemt de Afdeling in aanmerking dat het college bij zijn beoordeling is aangesloten bij de onderzoeken die zijn uitgevoerd ten behoeve van het bestemmingsplan "Meer en Berg" en dat de resultaten van deze onderzoeken de stelling van het college bevestigen. In haar voornoemde uitspraak van 31 oktober 2 0 0 7 heeft de Afdeling onder 2 . 8 . 1 5 . dienovereenkomstig geoordeeld: "Gezien het vorenstaande (...) ziet de Afdeling in hetgeen appellanten hebben aangevoerd geen aanleiding voor het oordeel dat verweerder zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de toename van de verkeersintensiteit op de Brederodelaan in zuidelijke richting geen significante gevolgen heeft voor natuurgebied Kennemerland-Zuid.". De Stichting Schapenduinen heeft niet aannemelijk gemaakt dat het college niet van deze onderzoeken heeft kunnen uitgaan. Voor zover de Stichting Schapenduinen stelt dat ten onrechte niet is onderzocht welke effecten de bouw van maximaal acht extra woningen heeft op de gevlekte witsnuitlibel overweegt de Afdeling dat ten behoeve van het bestemmingsplan "Meer en Berg" onderzoek is verricht naar het voorkomen van libellen in de omgeving van de Brederodelaan. Van onvoldoende onderzoek is niet gebleken. De Stichting Schapenduinen heeft niet aannemelijk gemaakt dat de uit dat onderzoek voortkomende conclusie dat in de omgeving van de Brederodelaan geen beschermde libellen voorkomen, onjuist is. Geconcludeerd moet daarom worden dat de Habitatrichtlijn in zoverre niet aan de wijzigingsbevoegdheid in de weg staat. 2.6.4. Ten aanzien van de Ffw overweegt de Afdeling het volgende. De vragen of voor de uitvoering van het plan een vrijstelling geldt, dan wel een ontheffing op grond van de Ffw nodig is en zo ja, of deze ontheffing kan worden verleend, komen in beginsel pas aan de orde in een procedure op grond van de Ffw. Dat doet er niet aan af dat het college geen goedkeuring aan de wijzigingsbevoegdheid had kunnen verlenen, indien en voor zover hij op voorhand in redelijkheid had moeten inzien dat de Ffw aan de uitvoerbaarheid van het plan in zoverre in de weg staat. 2.6.5. Onbestreden is dat het gemeentebestuur onderzoek heeft verricht naar de aanwezige beschermde en bedreigde soorten in het plangebied en de directe omgeving. Dit onderzoek, gedateerd 17 januari 2 0 0 6 , is neergelegd in bijlage 2 van de plantoelichting. Volgens deze bijlage zijn de effecten van
200705785/1
7
16 juli 2 0 0 8
het plan, gelet op het conserverende karakter ervan, op de gunstige staat van instandhouding van beschermde natuurwaarden beperkt. Ter zitting is door de raad en het college gesteld dat in het gebied waarop de wijzigingsbevoegdheid van toepassing is, geen beschermde soorten in de zin van de Ffw voorkomen hetgeen ter zitting is bevestigd door de Woningbouwvereniging Brederode die in het kader van een bouwplan onderzoek heeft laten verrichten naar de aanwezige natuurwaarden. Verder vinden geen ingrepen plaats aan de Brederodelaan. Ook anderszins is van mogelijke verstorende effecten niet gebleken. Ter zitting is gelet hierop door de raad en het college aangegeven dat voor de verwezenlijking van de acht extra woningen een ontheffing op grond van de Ffw niet is vereist. De Afdeling acht niet aannemelijk gemaakt dat dit standpunt onjuist is. In hetgeen de Stichting Schapenduinen heeft aangevoerd ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat het college zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de Ffw niet aan de uitvoerbaarheid van de wijzigingsbevoegdheid in de weg staat. 2.7. De conclusie is dat hetgeen de Stichting Schapenduinen heeft aangevoerd geen aanleiding geeft voor het oordeel dat het college zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de wijzigingsbevoegdheid niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. In het aangevoerde w o r d t evenmin aanleiding gevonden voor het oordeel dat het bestreden besluit op dit punt anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht. Het beroep van de Stichting Schapenduinen is, voor zover ontvankelijk, ongegrond. 2.8. H. Stokvis en H.W. Stokvis-Brandsma stellen dat het plan ten onrechte niet voorziet in een positieve bestemming voor een tuinberging aan de voorzijde van hun w o n i n g . 2.8.1. De gronden van H. Stokvis en H.W. Stokvis-Brandsma aan de voorzijde van hun woning hebben de bestemming "Tuin (T)". Ingevolge artikel 9, eerste lid, van de planvoorschriften zijn de op de plankaart als "Tuin (T)" aangewezen gronden bestemd voor tuin, alsmede voor water ten behoeve van de waterhuishouding. Ingevolge het tweede lid van dat artikel zijn op de gronden met de bestemming "Tuin (T)" in het bestemmingsvlak toegelaten: a. andere b o u w w e r k e n ; b. bij tussenwoningen zonder achterpad: fietsenberging; c. werken. Ingevolge artikel 1 , onder 3, w o r d t onder een ander bouwwerk verstaan een b o u w w e r k , geen gebouw zijnde. 2.8.2. Hoewel ter zitting is gebleken dat de in het beroepschrift aangehaalde tuinberging is afgebroken en is vervangen door een vergunningsvrij b o u w w e r k , vat de Afdeling het beroep van H. Stokvis en H.W. Stokvis-Brandsma zodanig op dat zij een grotere tuinberging wensen aan de voorzijde van hun woning dan het thans aanwezige bouwwerk. Onbestreden is dat de voorschriften voor de bestemming "Tuin (T)" de door H. Stokvis en H.W. Stokvis-Brandsma gewenste tuinberging niet toelaten.
200705785/1
8
1 6 juli 2 0 0 8
Gebleken is dat bij de vaststelling van het plan en meer specifiek bij de vaststelling van artikel 9 van de planvoorschriften de gemeentelijke nota 'Nota Erfregeling' als uitgangspunt heeft gegolden en dat is gekozen voor een invulling waarbij tuinbergingen niet zijn toegestaan binnen de bestemming "Tuin (T)". Niet in geschil is dat het door H. Stokvis en H.W. Stokvis-Brandsma voorheen opgerichte bouwwerk niet was toegestaan onder het vorige bestemmingsplan. Gelet hierop en op het gemeentelijke beleid dat als uitgangspunt bij de vaststelling van het nu voorliggende plan heeft gegolden heeft het college zich in navolging van de raad in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat geen aanleiding bestaat om de door H. Stokvis en H.W. Stokvis-Brandsma gewenste bouwmogelijkheden in het plan op te nemen. De op dit punt gewijzigde vaststelling van het plan is, gelet op het vorenstaande, door de raad voldoende gemotiveerd. 2.9. H. Stokvis en H.W. Stokvis-Brandsma stellen dat de bestemming "Erf (E)" ten onrechte niet t o t aan de voorgevel van hun woning is gelegd. Volgens H. Stokvis en H.W. Stokvis-Brandsma leidt de huidige bestemmingsregeling ertoe dat hun bebouwingsmogelijkheden door de vorm van het perceel zijn geconcentreerd op een relatief klein deel van hun gronden. H. Stokvis en H.W. Stokvis-Brandsma wensen een schuur naast het huis te plaatsen. 2.9.1. Bij de vaststelling van de bestemmingsregeling ten aanzien van de bestemming "Erf (E)" heeft de gemeentelijke nota 'Nota Erfregeling' als uitgangspunt gegolden. Niet in geschil is dat, gelet op deze nota, uitgangspunt is dat de bestemmingsgrens van de bestemming "Erf (E)" halverwege de zijgevel van woningen w o r d t gelegd. 2.9.2. Het college stelt zich in navolging van de raad op het standpunt dat de gronden van H. Stokvis en H.W. Stokvis-Brandsma waaraan de bestemming "Erf (E)" is toegekend, ruimte bieden voor de verwezenlijking van erfbebouwing en dat derhalve geen aanleiding bestaat t o t het verleggen van de bestemmingsgrens. Naar het oordeel van de Afdeling is, mede gelet op de plankaart, niet gebleken dat niet van de juistheid van deze stelling kan worden uitgegaan. Het college heeft zich dan ook in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de vorm van het perceel van H. Stokvis en H.W. Stokvis-Brandsma niet noopte tot het, in afwijking van het beleid, verleggen van de bestemmingsgrens t o t aan de voorgevel van de woning. 2.10. De conclusie is dat hetgeen H. Stokvis en H.W. Stokvis-Brandsma hebben aangevoerd geen aanleiding geeft voor het oordeel dat het college zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan in zoverre niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. In het aangevoerde w o r d t evenmin aanleiding gevonden voor het oordeel dat het bestreden besluit op deze punten anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht. Het beroep van H. Stokvis en H.W. Stokvis-Brandsma is ongegrond. 2.11.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
200705785/1
3.
9
16 juli 2 0 0 8
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: I.
II.
verklaart het beroep van de Stichting Schapenduinen niet-ontvankelijk voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Groenvoorzieningen (G)" ten zuiden van de C. Schulzlaan; verklaart het beroep van H. Stokvis en H.W. Stokvis-Brandsma geheel en het beroep van de Stichting Schapenduinen voor het overige ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. J . A . W . Scholten-Hinloopen, voorzitter, en mr. M.W.L. Simons-Vinckx en drs. W . J . Deetman, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Bechinka, ambtenaar van Staat.
w . g . Scholten-Hinloopen voorzitter
w . g . Bechinka ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 16 juli 2 0 0 8 371-500. Verzonden: 16 juli 2 0 0 8 Voor eensluidend afschrift, de secretaris van de Raad van State, voor deze.
mr. H.H.C. Visser, directeur Bestuursrechtspraak
•
Scheidingspagina Bijlage
Deze pagina is door Div toegevoegd aan het digitale exemplaar en maakt geen deel uit van het originele stuk. Team DIV, Gemeente Bloemendaal
Aldus vastgesteld in de vergadering van cfe gemeenteraad burgemeester en wej:faotffers van Bloernendaal, gehouden OD^ / ?
ctec. 2a* /
/
^ f/ y /
xi_Jsmmlieester
Goedkeuring£ttesta»van imóm nsd-t/rf-i. Gwteputeerde S t a t e d Noo&Htflntf
I
«ter
4.L- Borghoute
Gewijzigd doof;
Datum: -
Omschrijving;
Sector Grondgebied Broumrskotkveg 2 Postbus 201 2050 AE Overveen tel ; 023 - 5225555 fax- 023 - 5225715
GEMEENTE BLOEMENDAAL Ruimtelijke Ordening Onderwerp
Bestemmingsplan "DUINLUSTPARK" nr. BL.01 Status
A.V.d.W.
Schaal
:
1 : 1000
Datum
:
20-12-2006 Bestandsmam
Vastgesteld bestemmingsplan Voorontwerp: 25-04-2002 Ontwerp: 01-02-2006
Getekend:
Geraadpleegd
Aantal bladen: 1
Vervangt
Bladnummer
Code
Formaat
Tekerinawmmer : -
8453 - 6
1
3- M &£
Bestemmingsplan DUINLUSTPARK
(versie december 2006)
Gemeente Bloemendaal
Plannummer
: BI.01
Onderwerp Datum versie
: bestemmingsplan Duinlustpark : december 2006 ontwerp ter visie (versie januari 2006): 16 juni t/m 27 juli 2006
Gewijzigd:
:
Procedure:
: Raad: Gedeputeerde Staten: Afdeling bestuursrechtspraak:
Goedkeuring bij besluit van heden nr. & y- Haarlem, " 3 W i l / Holland Gedeputeerde Sti
voorzitter
H.C.J.L. Borghouts
provinciesecretaris
H.W.M. Oppenhuis de Jong
Toelichting
Inhoud van de toelichting
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Blz.
Inleiding 1.1. Aanleiding 1.2. Plangebied 1.3. Vervangen van juridische regelingen
2 2 3
Beschrijving van het plangebied 2.1. Historische geografische ligging 2.2. Bebossing 2.3. Geaccidenteerdheid 2.4. Bebouwing 2.5. Wegenpatroon 2.6. Groenvoorzieningen 2.7. Water
4 5 5 6 6 6 6
Juridische regeling 3.1. Algemeen 3.2. De afzonderlijke bestemmingen 3.3. De specifieke wijzigingsbevoegdheid 3.4. Aanlegvergunningstelsel 3.5. Nadere eisen in bestemmingsregeling
8 9 10 11 11
Milieu-aspecten 4.1. Geluid 4.2. Bodem 4.3. Duurzaam Bouwen en energiebesparing 4.4. Luchtkwaliteit 4.5. Externe veiligheid
12 12 12 13 14
Overleg ex artikel 10 B.R.O. 5.1. Wettelijk vooroverleg 5.2. Nagekomen reactie 5.3. PPC pre-advies 5.4. Wateradvies
15 16 17 17
Uitvoerbaarheid 6.1. Maatschappelijke uitvoerbaarheid 6.1.1. Algemeen 6.1.2. Inspraakbijeenkomst 6.1.3. Inspraakreacties en gemeentelijk commentaar 6.1.4. Grenscorrectie 6.2. Economische uitvoerbaarheid
19 19 19 21 26 27
Handhaving
28
BIJLAGEN: 1. Verricht onderzoek naar natuurwaarden en vraagstuk van openstelling van het Sleutelbos 2. Globaal rapport verspreiding beschermde en bedreigde dier- en plantensoorten 3. Verricht akoestisch onderzoek ten behoeve van op plankaart aangeduide wijzigingsgebied I en II
- bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) •
1.
INLEIDING
1.1. Aanleiding Aanleiding voor het opstellen van dit bestemmingsplan is de lappendeken van vigerende uit diverse perioden tot stand gekomen bestemmingsplannen te vervangen door een nieuw samenhangend plan, dat tevens voldoet aan de laatste inzichten van het ruimtelijk beleid In dit plangebied zijn de laatste in de gemeente Bloemendaal gelegen gronden opgenomen, waar nog de bebouwingsvoorschriften uit 1933 op van toepassing zijn Ook zijn er in dit plangebied gronden, waarop een herzieningsplicht op grond van artikel 30 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening van toepassing is Achterliggende gedachte bij het maken van een nieuw bestemmingsplan is het aantal buitenplanse vnjstellingsprocedures binnen de gemeente terug te brengen 1.2. Plangebied Dit bestemmingsplan regelt het gebruik van gronden die zijn gelegen tussen de dorpskern Bloemendaal in de gemeente Bloemendaal en de dorpskern Santpoort-zuid in de gemeente Velsen Het gebied wordt globaal begrensd door de Brederodelaan aan de noordwestzijde, de gemeentegrens met de gemeente Velsen aan de noordoostzijde en de Dumlustparkweg en het gebied Schapenduinen aan de zuidzijde Zie figuur 1 Het plangebied is afgestemd op de in 2004 in werking getreden grenscorrectie tussen de gemeente Velsen en Bloemendaal Toen is voor een aantal percelen de gemeentegrens gelijk getrokken met de eigendomsgrens Een aantal perceelsdelen is daarmee "overgeheveld" naar de gemeente Velsen, terwijl een aantal andere perceelsdelen toen juist naar de gemeente Bloemendaal zijn gegaan De in 2004 aan het plangebied toegevoegde perceelsdelen zijn Brederodelaan nr 1 (kadastraal bekend onder sectie F 8506), Conollyweg nr 1 (sectie F 2042), Vinkenbaan 54 (sectie F 2188) en Vinkenbaan 29 (sectie F 7183) Figuur 1 Plangebied
r
Secternmingoplan
0
NLu5TP^RK
>-
- bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006)
-4
1.3. Vervangen van juridische regelingen Voor het plangebied vigeert thans een aantal oude bestemmingsplannen. De volgende bestemmingsplannen en bouwvoorschriften worden geheel vervangen, te weten: • Schulzlaan,C. e.o., vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 15 april 1976 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten bij besluit van 24 augustus 1976, nr. 104; • Schulzlaan, C. e.o., 1 e herziening, vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 20 juni 1985 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten bij besluit van 10 december 1985, nr 8; • Schroeder van der Kolkweg, vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 19 september 1974 en geheel onthouden van goedkeuring door Gedeputeerde Staten bij besluit van 11 november 1975 en nadien gedeeltelijk goedgekeurd door de Kroon bij besluit van 17 juni 1980, nr. 95; • Bebouwingsvoorschriften, vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 19 oktober 1933 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten bij besluit van 27 december 1933. De volgende plannen worden gedeeltelijk vervangen: • Caprera/Provinciaal Ziekehuis, vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 22 oktober 1964 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten bij besluit van 14 september 1965 (het plandeel ten oosten van de Brederodelaan); • Wildhoef -Schapenduinen nieuw, vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 20 juni 1974 en gedeeltelijk goedgekeurd door Gedeputeerde Staten bij besluit van 5 augustus 1975 en door de Kroon op 28 september 1978 (klein plandeel grenzend aan de C. Schulzlaan); • Wildhoef-Schapenduinen nieuw, 1 e herziening, vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 17 januari 1980 en gedeeltelijk goedgekeurd door G.S. bij besluit van 8 juli 1980, nr. 507 (het plandeel grenzend aan de C. Schulzlaan / van Deventerlaan).
• bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) •
2.
BESCHRIJVING VAN HET PLANGEBIED Het plangebied ligt ingebed in het bosgebied van het Duinlustpark en strekt zich aan de westzijde voor een deel uit langs de hoofdontsluitingsweg (de Brederodelaan) ter hoogte van het (voormalig) Provinciaal Ziekenhuis. De oostzijde loopt over in de dorpskern van Santpoort-zuid. De Johannes Verhulstweg komt uiteindelijk op de Kennemerweg (hoofdontsluiting) uit. 2.1. Historische geografische ligging Het bestemmingsplangebied is gelegen in een gebied dat gevormd is door strandwallen en strandvlakten. Van circa 3000 v. Chr. tot enkele eeuwen voor onze jaartelling vond kustuitbreiding plaats. Zeestromen evenwijdig aan de kust voerden vanuit het zuiden zand aan, dat als zandbank op het strand afgezet werd. Zo ontstonden er zuidwest naar noordoost gerichte strandwallen die later bedekt werden met zgn. Oude Duinen. Tussen deze strandwallen waren laag gelegen strandvlakten. Toen de strandvlakten afgesloten raakten van de zee trad hier later veenvorming op. Op onderstaande kaart zijn de strandwallen en strandvlakten aangegeven. Figuur 2 Ligging strandwallen en strandvlakten
H
= strandvlakte = strandwal
W
- bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) -
De ligging van het plangebied op een (oude) strandwal is van grote betekenis in archeologisch opzicht. Archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat op de strandwal die in het plangebied aanwezig is bewoning in de Bronstijd (1500-700 v. Chr.) heeft plaatsgevonden. Tevens zijn er in de strandvlakten vondsten bekend uit de Ijzertijd (700-200 v. Chr.). De ligging van het plangebied op een (oude) strandwal is eveneens van grote betekenis in landschappelijk opzicht. De (oude) strandwal maakt deel uit van de noord-zuid gerichte ecologische hoofdstructuur van Nederland. Het is van belang dat de strandwal in zijn hoedanigheid behouden blijft, vanwege de ecologische verbinding uit de duinen naar de achterliggende (bos) gebieden. In het streekplan maakt dit plangebied deel uit van de provinciale ecologische hoofdstructuur (PEHS). Hoofddoel is het duurzame en samenhangende behoud, herstel, versterking en ontwikkeling van natuurlijke en landschappelijke verscheidenheid. De functies die worden toegeschreven aan de PEHS zijn: natuurgebied, recreatiegebied en agrarisch gebied van bijzondere betekenis voor natuur, landschap en bodem. Deze ecologische waardering blijkt ook uit de door LNV (voorgenomen) aanwijzing van Schapenduinen e.o. tot een zogenaamd Habitatgebied ingevolge de Natuurbeschermingswet. Op de door de provincie gepresenteerde cultuurhistorische waardenkaart (juni 2000) is het zuidelijk plandeel aangemerkt als een gebied met historisch geografische waarde. Gedoeld wordt op de historische buitenplaats Caprera/ Schapenduinen. De oorspronkelijke functie van historische buitenplaatsen was recreatie, maar thans heeft de voormalige buitenplaats het voorkomen van een (deels openbaar) wandelpark met particulier landhuis (niet in het plangebied gelegen landgoed Schapenduinen) en het voorkomen van een wel in het plangebied gelegen strak verkaveld woongebied (zie hierna onder bebouwing). De in het plangebied gelegen 'uitloper' van de voormalige buitenplaats wordt begrensd door het gebied dat is gelegen ten oosten van de Brederodelaan en ten zuiden van de Duinlustparkweg en ten westen van de Johan Verhulstweg. In de provinciale nota Cultuurhistorische regioprofielen Noord-Holland 2004-2007 (2003) is het plangebied gelegen in de basistructuur Kennemerzoom en is het regioprofiel strandwallen- en strandvlaktenlandschap Kennemerzoom van toepassing. Het bestemmingsplan houdt rekening met het behoud van de kernkwaliteiten benoemd in dit regioprofiel. 2.2.
Bebossing Het gebied wordt gekenmerkt door een bosachtig karakter. Deze bebossing is het gevolg van de ligging van het plangebied op een (oude) strandwal. De bosbeplanting uit zich in het centraal in het plangebied gelegen Duinlustpark, ook wel genoemd als "Sleutelbosje", het buiten het plangebied gelegen terrein van het klooster Huize Euphrasia (aan de zuidelijke plangrens), het buiten het plangebied gelegen Landgoed Schapenduinen (eveneens aan de zuidelijke plangrens), alsmede door bosranden, tuinen en bosachtige stukken openbaar groen. Het Sleutelbos is grotendeels bebost met loofhout van een gevarieerd sortiment. Dit terrein, dat een oppervlakte heeft van ca. 5 ha., is in eigendom van de provincie Noord-Holland. Tot 1 maart 1990 werd het bos beheerd door het Provinciaal ziekenhuis Meer en Berg. Sindsdien is het in beheer bij PWN. Het bos is niet meer toegankelijk voor publiek. Voorheen was voor een aantal omwonenden het bos toegankelijk middels een sleutel, die zij bezaten: vandaar de naam Sleutelbos. Het bos is een gesloten enclave in de omgeving (hoge hekwerken rondom en doodlopende wegen tegen het bos) en heeft uitsluitend een natuurfunctie. Het is aan de eigenaar, de provincie Noord-Holland, om met de beheerder PWN een eventuele beperkte openstelling van het bos te heroverwegen. Voordeel van openstelling is dat het bos dan meer ruimtelijk wordt opgenomen in de omliggende buurt en de gebruiks- en belevingswaarde van het bos voor de mens wordt vergroot. Daartegenover staat dat juist de geslotenheid van het bos de aanwezige natuurwaarden ten volle veilig stelt. Bijgevoegd is een onderzoeksrapportage van de eigenaar/beheerder inzake de vraagstelling of openstelling van het bos zich verdraagt met de aanwezige natuurwaarden (bijlage 1). Het vooral buiten het plangebied gelegen Landgoed Schapenduinen is in particulier bezit en is beperkt toegankelijk. Van de twee ingangen die in het plangebied zijn gelegen is de ingang aan de C. Schulzlaan niet voor publiek toegankelijk (particuliere oprit naar landhuis). De ingang aan de van Deventerlaan is wel toegankelijk op uitsluitend werkdagen. Zowel Landgoed Schapenduinen als het buiten het plangebied gelegen terrein van het klooster Huize Euphrasia (aan de zuidelijke plangrens) zijn opgenomen in de door LNV (voorgenomen) aanwijzing van Schapenduinen e.o. tot een zogenaamd Habitatgebied ingevolge de Natuurbeschermingswet. In bijlage 2 is hiertoe een globaal rapport opgenomen van de verspreiding beschermde en bedreigde dier- en plantensoorten, alsmede is in de juridische regeling hieraan extra aandacht besteed.
- bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) -
De bosbeplanting in de vorm van waardevolle bomen en boomgroepen dringt op verschillende plekken tot vrij ver in de voortuinen door. In sommige straten treft men laan- en straatbomen aan. Op het ogenblik nemen die nergens een structurele positie in, wel zijn ze op enkele plekken van belang voor het ruimtelijk beeld. 2.3. Geaccidenteerdheid Naast de aanwezige bebossing wordt het gebied gekenmerkt door hoogteverschillen. Deze geaccidenteerdheid is het gevolg van de ligging van het plangebied op een (oude) strandwal en dient behouden te blijven. 2.4. Bebouwing De bebouwing dateert van rond 1900 tot ver na de 2 e Wereldoorlog. Dit verklaart onder meer de diverse bebouwingstypen (van grote villa's tot kleine rijtjeshuizen). Het plangebied is verdeeld in een aantal vrij willekeurig, op elkaar aansluitende buurtjes en verkavelingen. De vroegste bebouwing is gelegen aan de zuid/oostzijde van het plangebied en wordt gekenmerkt door een woongebied met vooral vrijstaande villabebouwing op ruimer verkavelde gronden. Incidenteel komen ook twee onder één kap woningen voor. in dit gebied komen geen gestapelde woningen voor. De eigendom is in handen van particulieren. De latere bebouwing is gelegen aan de westzijde van het plangebied. Een belangrijk deel van deze latere woonbebouwing is opgericht voor het huisvesten van personeel van het voormalig Provinciaal Ziekenhuis, grenzend aan de westzijde van het gebied. Door de aankoop van een deel van het terrein Schapenduinen, aan de zuidzijde van het plangebied, is in 1932 de C. Schulzlaan aangelegd en zijn woningen gerealiseerd door woningbouwvereniging Bloemendaal-Noord (huidige naam: Brederode). Bij de realisatie van deze woningen is getracht zoveel mogelijk van de oorspronkelijke begroeiing intact te houden. De woonbebouwing wordt gekenmerkt door vooral aaneengesloten bebouwing op strak verkavelde gronden (voorheen de plangebieden C. Schulzlaan. e.o. en Schroeder van der Kolkweg). De aaneengesloten bebouwing varieert van twee tot meer dan vijf aaneengesloten woningen. Het merendeel van het woongebied betreft eengezinswoningen met gebruik van een eigen voor- en achtertuin. Op een enkele hoekkavei is een vrijstaande woning gesitueerd. Aan de Brederodelaan gelegen tussen de W. Noormanlaan en C. Schulzlaan komen gestapelde woningen voor. Deze zijn gerealiseerd in de periode van wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. De woningen zijn gebouwd als duplexwoningen, bedoeld om later omgebouwd te worden tot eengezinswoningen. Het grootste deel van het woningbestand is in eigendom van de Woningbouwvereniging Brederode en wordt verhuurd. Vanaf 1964 is getracht om in het Sleutelbosje woningen te realiseren voor de huisvesting van personeel van het Provinciaal Ziekenhuis. Tijdens de planvorming is toen de woningdichtheid van het bouwplan omhoog gebracht in verband met de betaalbaarheid van de woningen. Het bouwplan leidde tot veel weerstand van omwonenden wegens de aantasting van de natuurwaarden van het gebied. Uiteindelijk is door onthouding van goedkeuring door de Kroon dit plan niet doorgegaan. In het plangebied is één rijksmonument aanwezig en als zodanig op de plankaart aangeduid. Er zijn geen provinciale en gemeentelijke monumenten in het plangebied aanwezig. Ten tijde van het opstellen van dit bestemmingsplan is in onderzoek of het aantal gemeentelijke monumenten kan worden uitgebreid. In afwachting van de resultaten van dit onderzoek en de finale besluitvorming daaromtrent zijn de in het plangebied potentiële gemeentelijke monumenten niet op de plankaart aangeduid. 2.5. Wegenpatroon De Brederodelaan aan de westkant van het gebied is de hoofdontsluiting van het plangebied en vormt een verbinding tussen de kernen Bloemendaal en Santpoort-Zuid. De bochtige wegen in het plangebied dienen voor de ontsluiting van de woningen. De Duinlustparkweg geeft nog een verbinding tussen het plangebied en een woongebied in de gemeente Velsen, grenzend aan de oostgrens van het plangebied. 2.6. Groenvoorzieningen Het woongebied rondom de Schulzlaan kent openbaar groen in de vorm van kleine plantsoenen bij wegen en achterpaden.
• bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) •
2.7. Water In dit plangebied is van toepassing het waterbeleid van het hoogheemraadschap Rijnland, ten tijde van opstellen van dit bestemmingsplan geformuleerd in het Waterbeheersplan 20062009. Bij het hoogheemraadschap is een vergunningsplicht op grond van Rijnlands keur voor aanpassing van de waterhuishouding en van het Bouwstoffenbesluit, (zie voorts www.riinland.net. knop loket)
Grondwater Het maaiveld binnen het plangebied varieert ongeveer van 6 meter boven NAP in het westen tot 2 meter boven NAP in het oosten op de grens met de gemeente Velsen. Binnen het plangebied wordt op vier plaatsen de grondwaterstand regelmatig (twee maal per maand) gemeten. Uit de metingen blijkt dat de grondwaterstand in het hooggelegen deel van het plangebied (westzijde) varieert tussen 2 en 3,5 meter beneden het maaiveld. In het wat lager gelegen deel grenzend aan de gemeente Velsen varieert de grondwaterstand tussen 1 en 1,5 meter beneden het maaiveld. Binnen het plangebied zelf zijn geen voorzieningen getroffen om de grondwaterstand kunstmatig te beïnvloeden. Dit is ook niet nodig omdat de door de gemeente nagestreefde minimale drooglegging van 0,7 meter beneden het maaiveld overal binnen het plangebied aanwezig is. Er kan derhalve geconcludeerd worden dat nergens binnen het plangebied sprake is van grondwateroverlast. In het aangrenzende bebouwde gebied van zowel Bloemendaal (Alberdinck Thijmlaan en Schaepmanlaan) als Velsen, wordt de grondwaterstand met behulp van deepwellpompen kunstmatig op peil gehouden.
Riolering Binnen het plangebied is een zogenaamd gemengd rioleringsstelsel aanwezig. Dit houdt in dat het (huishoudelijke) afvalwater en het regenwater door dezelfde buis wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Het afkoppelen van schoon verhard oppervlak van de riolering is onder voorwaarden mogelijk. Het regenwater kan daarbij infiltreren in de bodem. Met hulp van het hoogheemraadschap wordt dit afkoppelen door gemeente en door particulieren in het gemeentelijk waterplan nader uitgewerkt. Het hoogheemraadschap geeft concreet betekenis aan wanneer en hoe je in de praktijk regenwater (schoon water) kan afkoppelen naar oppervlaktewater. Het schap heeft een praktische beslisboom opgesteld voor gemeenten en particulieren. Ter bestrijding en voorkoming van verontreiniging van oppervlaktewateren zijn lozingen gereguleerd in de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo). Oppervlaktewater Binnen het plangebied komt geen oppervlaktewater voor met uitzondering van een duinrei op de grens met de gemeente Velsen in de zuid-oosthoek van het plangebied. De duinrei ontspringt achter de woning aan de Vinkenbaan 37 en is door middel van een duiker verbonden met het vervolg van de duinrei achter Vinkenbaan 29. Het tracé loopt verder over het grondgebied van de gemeente Velsen achter de woningen aan de Bloemendaalsestraatweg, langs het parkeerterrein nabij de Dekamarkt en mondt uit in een duiker die in verbinding staat met de boezem, de Jan Gijzenvaart. Om voor de toekomst de mogelijkheid te bieden voor het creëren van extra oppervlaktewater indien hieraan behoefte gaat ontstaan, wordt "Water" als deelbestemming opgenomen bij de bestemmingen "Groenvoorzieningen", "Doeleinden voor natuur en landschap" en "Tuin".
• bestemmingsplan Dumlustpark (december 2006) •
3.
JURIDISCHE REGELING
I
3.1. Algemeen Het plan is overwegend conserverend van karakter. Dit betekent dat zoveel mogelijk bestemd wordt overeenkomstig de bestaande situatie. Hierbij wordt gekeken naar de feitelijke situatie middels veldwerk, alsmede worden de bestemmingsregelingen zoals die in de te vervangen plannen gelden weer opgenomen, voor zover deze nog voldoen aan de actuele ruimtelijke inzichten. De mogelijkheden voor erfbebouwing zijn aangepast aan het zogenaamde Model 1999 (december 1998). Dit Model is een interne richtlijn voor vrijstellingsaanvragen voor erfbebouwing. De bestemmingswijze verschilt van de oude bestemmingsplannen. Dit uit zich in andere bestemmingsaanduidingen en andere redactie en opbouw van de voorschriften.
\ \
Voor enkele plandelen is het onderliggend planregime niet meer gewenst om te handhaven. • In het Sleutelbosje is een onbenutte bouw- en weglocatie, opgenomen in het oude bestemmingsplan PZ/Caprera, nu komen te vervallen; ook worden de bospaden in het Sleutelbosje nu niet meer op de plankaart aangegeven; • Het pand aan de C. Schulzlaan nummer 62 wordt niet meer als kantoor bestemd, aangezien deze functie gewijzigd is tot wonen; • De panden aan de Duinweg zijn voor wat betreft het gebruik opnieuw geïnventariseerd (waren bestemd ais gemengde bebouwing) en overeenkomstig het huidig gebruik (wonen) bestemd; • Voormalige groenvoorzieningen en achterpaden die thans in eigendom zijn van particulieren en in gebruik zijn genomen als tuin bij de woning zijn nu als zodanig bestemd (met name bij de van Deventerlaan); • Voor de bouwblokken aan de Brederodelaan nummers 119 t/m 125 en nummers 79 t/m 85a en aan de W. Noormanlaan nummer 2 t/m 8a is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om middels sloop van de drie bouwblokken vervangende nieuwbouw met toename van 8 extra woningen mogelijk te maken. Hiertoe zijn in de wijzigingsbevoegdheid ruimtelijke randvoorwaarden gesteld, waaraan de nieuwbouw getoetst zal worden. Aanleiding voor deze wijzigingsbevoegdheid is de ingekomen inspraakreactie van de Woningbouwvereniging Brederode (zie verder in paragraaf 3.3. van dit hoofdstuk en paragraaf 6.1.3 onder f). Opbouw van de voorschriften De plan voorschriften kennen een opbouw van algemene bepalingen, bestemmingsbepalingen en overgangs- en slotbepalingen.
f |
j
p j ' f
i | , [ ••
j" i
De algemene bepalingen betreffen de begripsomschrijvingen, wijze van meten en kleine flexibiliteitsbepalingen, zoals overschrijding van bouwgrenzen en algemene vrijstellingsbevoegdheden. Ook de bevoegdheid om het plan op onderdelen te wijzigen en het algemeen procedurevoorschrift bij binnenplanse vrijstellingen (artikel 15 WRO) staan hier vermeld.
,
De afzonderlijke bestemmingsbepalingen regelen de op de grond neergelegde bestemming middels een doeleindenomschrijving en inrichting. De doeleindenomschrijving regelt de bestemming en het toegestane gebruik. Aanvullend op deze beschrijving is een apart gebruiksartikel opgenomen, waarin wordt beschreven wat in ieder geval wel en wat in ieder geval niet als strijdig gebruik wordt beschouwd binnen die algemene doeleindenomschrijving (artikel 16). In elke bestemmingsregeling wordt hiernaar verwezen. Ten aanzien van de inrichting gelden bebouwingsvoorschriften met vrijstellingsmogelijkheden en eventuele aanlegvoorschriften. De bebouwingsvoorschriften met vrijstellingsmogelijkheden verschillen per bestemming en zijn daarom per bestemming opgenomen. Voor specifieke bestemmingen is een aanlegvergunning vereist, waarnaar in de bestemmingsbepalingen wordt verwezen (artikel 15). In elke bestemmingsbepaling is de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen ten aanzien van deze inrichting opgenomen.
.
Ten aanzien van een op de kaart nader aangeduide locatie (gronden op en nabij de bouwblokken aan de Brederodelaan nummers 119 t/m 125 en nummers 79 t/m 85a en aan de W. Noormanlaan nummer 2 t/m 8a) is in artikel 14 een specifieke wijzigingsbevoegdheid neergelegd. Voor deze gronden kunnen de neergelegde bestemmingen Woondoeleinden (gestapeld), Erf en Tuin worden gewijzigd overeenkomstig de in dit artikel genoemde randvoorwaarden. In de overgangs- en slotbepalingen komen het overgangsrecht, de strafbepaling en de naamsaanduiding van dit bestemmingsplan aan de orde.
• bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) -
[ [
t t f
f >,
j i
3.2. De afzonderlijke bestemmingen (artikelen 7 t/m 13) Bestemming Woondoeleinden De bestemming Woondoeleinden omvat de regeling voor het hoofdgebouw op het perceel. De regeling is van kracht voor het bestaande hoofdgebouw, maar zal tevens als kader dienen voor nieuw op te richten bebouwing. De maatvoering van het hoofdgebouw is bepaald aan de hand van een bouwvlak, dat op de plankaart is opgetekend, gecombineerd met een maximale goothoogte op de plankaart. Het aantal woningen op een bouwperceel mag niet worden vermeerderd, tenzij op de plankaart anders is aangeduid. De huidige situatie is daarmee het uitgangspunt. Vermeerderen van het aantal woningen kan uitsluitend op grond van de splitsingsvrijstelling, die in de woonbestemming is opgenomen. Het moet dan echter om zeer grote vrijstaande panden gaan (zie hierna). Verminderen kan uitsluitend op grond van een woonontrekkingsvergunning, waarvan de regeling is opgenomen in de Huisvestingsverordening. De splitsingsvrijstelling maakt het mogelijk om grote bestaande vrijstaande woningen in maximaal twee woningen te splitsen. In het plangebied zijn deze grote panden met name gelegen in het villagebied in de omgeving van de Pinellaan, Johan Verhulstweg, Vinkenbaan, Conollyweg en Duinlustparkweg. De voorwaarden zijn ontleend aan de algemene splitsingsvrijstelling, die in 1986 zijn goedgekeurd en aan het rapport Evaluatie bestaande splitsingsvrijstelling (2000). Uit beide stukken blijkt dat het doel van de vrijstelling is om bij te dragen aan het behoud van de karakteristieke villa en behoud van de oorspronkelijke woonfunctie (respectievelijk een stedenbouwkundige en een functionele karakteristiek). Het verlenen van vrijstelling vereist een afweging per geval, waarbij de splitsingsvrijstelling met name nuttig is in geval van de wenselijkheid om karakteristieke (beeldbepalende) waarden aan het bestaande pand te behouden en waar (nog) geen ander instrument in het behoud van die waarden voorziet. Uitgangspunt is een verticale splitsing van het pand. Slechts in uitzonderlijke gevallen kunnen gedeeltelijk of geheel boven elkaar gelegen woningen ontstaan. Dan dient de bouwtechnische situatie (zoals geluidsisolatie, constructieve elementen en brandveiligheid) hiertoe aanleiding te geven. Het college van burgemeester en wethouders zal derhalve zeer selectief gebruik maken van de horizontale splitsingsvrijstelling. Tevens is een maximum van twee woningen uitgangspunt van de splitsingsvrijstelling. Dit aantal is gelimiteerd, omdat daarmee het beste wordt bijgedragen aan de doelstelling, te weten behoud van de oorspronkelijke stedenbouwkundige en functionele karakteristiek. De splitsingsvrijstelling is uitdrukkelijk niet bedoeld voor enkel het dienen van enig volkshuisvestelijk doel (courantheid, vermeerderen aantal woningen). Behalve het bouwvlak, de maximum goothoogte en het aantal woningen is de gestapelde woonvorm apart aangegeven middels een subbestemming Ws. Bestemmingen Tuin, Erf Complementair aan de bestemming Woondoeleinden zijn voor de omliggende gronden op één perceel de bestemmingen Tuin en Erf mogelijk. Ook de subbestemming landschappelijke tuin is mogelijk, maar de toelichting op die subbestemming komt hierna aan de orde onder de bestemming Doeleinden voor Natuur en landschap. De bestemmingen Tuin en Erf zijn bedoeld voor het reguleren van bij het hoofdgebouw behorende bebouwing, zoals bijgebouwen, aanbouwen en de zogenaamde 'andere bouwwerken' (bouwwerken, geen gebouwen zijnde). Aanlegwerkzaamheden zijn in de bestemming Erf niet gereguleerd, maar wel ten dele in de bestemming Tuin. Ten dele, omdat het om: één categorie aanlegactiviteiten gaat, namelijk afgraven en dergelijke; alleen gaat om de bestemming Tuin, gelegen in het villagebied (zie paragraaf 3.1). Het toegestaan gebruik is gekoppeld aan de bestemming van het hoofdgebouw. Dus als het hoofdgebouw bestemd is voor Woondoeleinden, dan is het gebruik (in brede zin, dus ook bebouwing en aanlegactiviteiten) op het erf (Tuin/ Erf) ten dienste van deze functie in het hoofdgebouw. De bestemming Erf laat aan- en bijgebouwen toe. Deze bestemming is doorgaans achter en zijwaarts tot halverwege de woning opgetekend. Dit om het aanblik vanuit de straatzijde open te houden, maar toch tegemoet te komen aan de behoefte om woningen zijwaarts te kunnen uitbreiden. Aan de voorzijde en zijwaarts tot halverwege de woning is de bestemming Tuin opgetekend, waarin slechts een beperkte oppervlakte aan specifieke bouwwerken mag worden opgericht. In het villagebied is bij het optekenen van de bestemming Erf tevens een afstand van 2,5 meter tot de zijdelingse en achterwaartse perceelgrenzen opgetekend. Deze tussenliggende gsuieden worden in de regs! als Tuin bestemd.
- bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) -
10 Bij hoekkavels, kleinere percelen of reeds aanwezige erfbebouwing is het Erf specifieker opgetekend naar de situatie ter plaatse.
I r
Bestemming Doeleinden voor Natuur en landschap (N) met de subbestemming landschappelijke tuin (Nlt) Het Sleutelbos en de beboste groengebieden aan de van Deventerlaan, grenzend aan Schapenduinen, worden bestemd voor Doeleinden voor Natuur en landschap (N). Het gaat om waardenvolle elementen vanuit oogpunt van bebossing (w.o. ook waardenvolle bomen) en/of geaccidenteerdheid.
j
l
f" {
De particuliere bosranden met waardenvolle bomen zijn gelegen in de ruimer verkavelde gebieden en zijn met de subbestemming Landschappelijke tuin (Nlt) aangegeven.
I
In deze bestemming en subbestemming zijn aanlegactiviteiten ten volle gereguleerd.
r
-
j Bestemming Groenvoorzieningen (G). De resterende groengebieden zijn bestemd als groenvoorzieningen. Door deze als zodanig te bestemmen blijft deze functie veilig gesteld, waarmee het straatbeeld behouden blijft. Bestemming Duinrei Deze bestemming beoogt de ecologische en afwateringsfunctie van de duinrei, die in het plangebied aanwezig is, te beschermen.
' f \
{
In deze bestemming en subbestemming zijn aanlegactiviteiten ten volle gereguleerd. Bestemming Verkeers- en verblijfdoeleinden (V) Met deze bestemming wordt de in het plangebied aanwezige verkeersvoorziening gereguleerd. Om bestaande van belang zijnde langzaam verkeer verbindingen veilig te stellen zijn ter plaatse van belangrijke paden subbestemmingen neergelegd. Het achterpad van de Schulzlaan naar de Noormanlaan heeft subbestemming voor voetpad (Vv), het pad van de Ewijckweg, Johan Verhulstweg richting Vinkenbaan in de gemeente Velsen heeft een subbestemming voor fiets- en of voetpad. (Vfv). 3.3. De specifieke wijzigingsbevoegdheid (artikel 14) Op de plankaart is een wijzigingsgebied I en II aangeduid. De gronden gelegen binnen dit gebied hebben de bestemmingen Woondoeleinden (gestapeld), Erf en Tuin. Deze bestemmingen kunnen worden gewijzigd overeenkomstig de wijze, zoals in het specifieke wijzigingsartikel staat genoemd. Dit is artikel 14. De opgenomen planwijziging maakt het mogelijk om bij de noodzakelijke sloop van de drie verouderde bouwblokken -in bezit van de Woningbouwvereniging Brederode- te voorzien in een flexibel kader voor situering en vormgeving van de nieuwbouw, alsmede het toevoegen daarbij van maximaal 8 extra gestapelde woningen. De noodzaak van deze extra woningen is door de Woningbouwvereniging gemotiveerd in haar inspraakreactie (zie paragraaf 6.1.3 onder f).
' f I
r
L
, j t
f i
In het wijzigingsartikel is het flexibele kader voor situering en vormgeving van de nieuwbouw echter wel ingeperkt door randvoorwaarden. Als ecologische randvoorwaarde geldt de wetgeving op grond van de Habitatrichtlijn, dewelke is ingebouwd in het wijzigingsartikel. Als ruimtelijke randvoorwaarden gelden de in acht te nemen afstanden tot de weg en achterpad, goot- en bouwhoogte, parkeren, bebouwingspercentage, bebouwingsdiepte van de nieuw te bouwen hoofdbebouwing. Naast deze ecologische en ruimtelijke randvoorwaarden kunnen vanuit de welstandsnota aanvullende eisen aan het ontwerp worden gesteld, waarbij o.a. rekening wordt gehouden met de inpassing van het ontwerp in haar omgeving (gebiedsgerichte criteria uit de welstandsnota). Omdat de wijzigingsbevoegdheid een mogelijkheid creëert voor extra nieuwe woningen in het plangebied, is de milieuvoorwaarde, te weten voldoet het aan de geluidsnormen, op voorhand onderzocht. Daartoe is een akoestisch onderzoek verricht en als bijlage 3 bijgevoegd. Zie Hoofdstuk 4. De bevoegdheid tot planwijziging is gebaseerd op artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Indien tot planwijziging wordt besloten dient daartoe een procedure te worden doorlopen, zoals staat geformuleerd in artikel 6 lid 1 van de planvoorschriften. Bij de planwijziging zal in ieder geval een gewijzigde plankaart moeten worden gevoegd, waarin de nieuwe situering van de bestemmingen Woondoeleinden gestapeld, Erf en Tuin zijn opgetekend. Tevens zal in ieder geval in het wijzigingsplan het aantal woningen moeten worden geformuleerd. Het wijzigingsplan
, t / ' { < ] ( j * i
- bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) -
11
dient vergezeld te gaan van een onderzoek op grond van de Europese Habitatrichtlijn (zie ook bijlage 2). Bij bodemingrepen met een diepte van meer dan 60 centimeter zal tevens een archeologisch onderzoek moeten worden overlegd (zie hierna op grond van artikel 15). 3.4. Aanlegvergunningstelsel (artikel 15) Het conserverend bestemmen heeft eveneens geleid tot het beschermen en versterken van de bestaande archeologische, natuurlijke- en landschappelijke waarden. Deze waarden worden beschermd door middel van een aanlegvergunningstelsel. Het aanlegvergunningstelsel is geformuleerd in artikel 15 van de planvoorschriften. Bebossing Het bestaande Sleutelbos, de beboste groengebieden aan de van Deventerlaan en de bosranden in de particuliere tuinen worden beschermd door een ruim aanlegvergunningstelsel. In artikel 10 zijn dit de gronden met de bestemmingen Doeleinden voor Natuur en Landschap en subbestemming landschappelijke tuin. Duinrei De in het zuid-oost hoek van het plangebied gelegen duinrei (artikel 12) wordt evenals de hiervoor genoemde beboste plandelen beschermd door ditzelfde ruime aanlegvergunningstelsel. Geaccidenteerdheid De geaccidenteerdheid in de voor- en zijtuinen van het villagebied wordt beschermd door een meer beperkte aanlegvergunningstelsel voor afgraven e.d. In artikel 14 zijn dit de gronden met de bestemming Tuin, voor zover gelegen in het villagebied. Onder het villagebied wordt verstaan de gronden gelegen aan de Pinellaan, Johan Verhulstweg, Vinkenbaan, Conollyweg nummer 1 en 3 en de Duinlustparkweg nummer 25 tot en met 31. Dit is gedefinieerd in artikel 1. Archeologie Ter bescherming van de archeologische waarden is op advies van de Provinciale Planologische Commissie van Noord-Holland, kerngroep van de subcommissie voor de gemeentelijke plannen en de stadsvernieuwing (zie paragraaf 5.3) een beschermende regeling opgenomen ten aanzien van ingrepen in de bodem. Dit is gereguleerd in een daartoe specifiek geformuleerd aanlegvergunningstelsel, waarbij archeologisch onderzoek vereist wordt voor bodemingrepen met een diepte van meer dan 60 centimeter op gronden in het Sleutelbos alsmede in de uitloopgebieden van Schapenduinen (allen bestemming Doeleinden voor Natuur en Landschap), alsmede in het op de plankaart aangeduide wijzigingsgebied (I en II). Hiermee wordt veiliggesteld dat bij bodemingrepen in deze gronden deze archeologisch begeleid worden. 3.5. Nadere eisen in bestemmingsregeling Naast het aanlegvergunningstelsel dat alleen geldt voor het verrichten van werken en werkzaamheden, geen bouwwerken zijnde, is er in vrijwel elke bestemming de mogelijkheid tot het stellen van nadere eisen opgenomen bij de plaatsing van bouwwerken en werken, indien de bestaande boombeplanting en/of geaccidenteerdheid van het terrein hier aanleiding toe geven. Hiermee krijgt het college van burgemeester en wethouders een instrument om de waardevolle bomen in het plangebied bij mogelijke aanleg- en bouwwerkzaamheden te sparen. Ter objectivering van deze bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen zijn kenmerken te onderscheiden wanneer een boom als waardevol gekwalificeerd wordt. Het gaat dan om: • de leeftijd van de boom: in het algemeen is een boom monumentaal als deze 50 jaar oud is en één van de hierna nog te noemen kenmerken heeft. Een aantal boomsoorten als iep, plataan, paardekastanje en beuk kan bij een leeftijdgrens van zo'n 70-80 jaar voor 'waardevol' worden aangemerkt; • de belevingswaarde: de uitstraling van een boom op zijn omgeving wordt wel aangeduid als esthetische waarde. Een bruine beuk, die solitair staat is waardevoller in zijn uitstraling dan een gewone groene beuk; • de cultuurhistorische waarde: dit betreft 'herdenkingsbomen', die zijn geplant ter gelegenheid van een landelijke of plaatselijke gebeurtenis; • de bijzonderheid in zijn soort: hiervan is sprake als we te maken hebben met een zeer weinig voorkomend geslacht, soort, variëteit of type. Een dendrologisch waardevolle wintergroene struik is bijvoorbeeld de Pipthathus labumufolius; • de natuurwetenschappelijke betekenis, zoals de betekenis van een boom als woonplaats voor (zeldzame) planten of dieren; • de zeldzaamheid van de soort in de streek, zoals de oudste, dikste, hoogste van de soort in CCM ÖUOt3l\.
- bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) •
12
4.
MILIEU-ASPECTEN (GELUIDHINDER) 4.1. Geluid De Wet geluidhinder heeft tot doel het voorkomen en beperken van geluidhinder om daarmee met name de mens te beschermen tegen schadelijke gevolgen van geluidsoverlast. Op basis hiervan kent de wet geluidzones toe aan o.a. wegen. Binnen deze zones treedt mogelijke geluidhinder op en dient aandacht geschonken te worden aan het akoestisch klimaat ter plaatse van zogenaamde geluidsgevoelige bestemmingen zoals woningen. De wet schrijft voor dat een akoestisch onderzoek naar de geluidsbelasting van de gevels van woningen en andere geluidsgevoelige objecten verplicht is voor objecten, die op het tijdstip van de vaststelling van het bestemmingsplan nog niet aanwezig of in aanbouw zijn (de zgn. nieuwe situaties).
|
!
C [ j I
Het bestemmingsplan voorziet middels de specifieke wijzigingsbevoegdheid in de mogelijkheid tot nieuwbouw van maximaal 8 extra woningen. Zie paragraaf 3.3.. Woningen kunnen worden aangemerkt als geluidsgevoelige objecten. Het is daarom dat ten aanzien van de wijzigingsbevoegdheid bij dit bestemmingsplan een akoestisch onderzoek is verricht. Deze is als bijlage 3 bijgevoegd.
r-( i
Uit de bijlage blijkt dat de voorkeursgrenswaarde met 7 dB(A) wordt overschreden. Ontheffing tot een hogere grenswaarde is voor deze woningen noodzakelijk. GS hebben bij besluit van 13 juli 2004 de hogere grenswaarden vastgesteld.
\
Het bestemmingsplan voorziet voorts in de mogelijkheid tot maximaal één extra woning aan de Brederodelaan, gelegen tussen nummer 43 en 47. Zie paragraaf 6.1.3. onder c. Omdat deze mogelijkheid is gebaseerd op een toekenning van een aanwezig bouwrecht op grond van het voorgaande bestemmingsplan, is hier juridisch sprake van een bestaande situatie ingevolge de wet Geluidhinder. Een akoestisch onderzoek is voor de toevoeging van deze woning dan ook niet vereist. 4.2. Bodem Afgezien van het gebruik van enkele ondergrondse olietanks bij particuliere woningen hebben, voor zover bekend, in het verleden geen activiteiten in het plangebied plaatsgevonden die mogelijkerwijs schadelijke gevolgen voor de bodemkwaliteit hebben gehad. In het plangebied zijn dan ook geen gevallen van ernstige bodemverontreiniging bekend. Aangezien geen nieuwe ontwikkelingen in het plangebied zijn voorzien, is geen aanvullend bodemonderzoek uitgevoerd.
[
f
[
4.3. Duurzaam Bouwen en energiebesparing Duurzaam Bouwen is afgeleid van het begrip Duurzame Ontwikkeling. Het is op een zodanige manier (ver)bouwen, dat aan de huidige vraag voldaan wordt zonder dat de mogelijkheden van andere volken en toekomstige generaties worden beperkt. Door Duurzaam Bouwen ontstaan zo min mogelijk milieuproblemen tijdens de bouw, tijdens het gebruik en bij de eventuele sloop van de bebouwde omgeving. Als beleid voor Duurzaam Bouwen in Bloemendaal geldt het Plan van Aanpak Duurzaam Bouwen van augustus 1998. Als uitvloeisel van dit plan is een "Intentieverklaring Duurzaam Bouwen ZuidKennemerland"afgesloten met partijen die betrokken zijn bij de uitvoering van Duurzaam Bouwen, zoals woningcorporaties. Het ambitieniveau sloot in 1998 aan op het toenmalige nationale beleid (de zogenaamde "Maatlat van Tommei"). Sindsdien heeft Duurzaam Bouwen een flinke stap voorwaarts gezet. Maatregelen die in 1998 nog geen algemeen goed waren zijn inmiddels in het Bouwbesluit opgenomen, of als vaste maatregel opgenomen in de diverse Nationale pakketten Duurzaam Bouwen. Hoewel het gemeentelijk beleid sinds 1998 niet is aangescherpt, geldt de intentie om de principes van Duurzaam Bouwen toe te passen onverminderd. Uitgangspunt hierbij is het actuele nationale beleid. De gemeente verwacht dan ook dat bij bouw en verbouw ten minste de vaste maatregelen uit de op dat moment geldende Nationale pakketten Duurzaam Bouwen worden toegepast. Duurzaam Bouwen blijft echter maatwerk. Bij ieder plan dient een specifiek pakket met maatregelen uitgezocht en toegepast te worden. Op grond van het in juni 2004 vastgestelde Plan van aanpak gemeentelijk uitvoeringsprogramma klimaatbeleid geldt voor nieuwbouw van woningen een inspanningsverplichting om een ten opzichte van de wettelijke norm met 10 procent verscherpte EPC te realiseren.
• bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) -
, J I r j !
f I , ^ [ [
13
4.4. Luchtkwaliteit Op 19 juli 2001 is het Besluit luchtkwaliteit in werking getreden (Staatsblad 2001, 269). Uiterlijk in 2010 dient de luchtkwaliteit in Nederland ingevolge het Besluit luchtkwaliteit in overeenstemming te zijn met een aantal grenswaarden. Ten aanzien van de luchtkwaliteit zijn met name de concentraties aan stikstofdioxide (N02) en fijn stof (PM10) van belang. Hiervoor gelden de volgende grenswaarden: 40 microgram per m3 als jaargemiddelde concentratie N02 ; 40 microgram per m3 als jaargemiddelde concentratie PM10; 50 microgram per m3 als 24-uursgemiddelde PM10 dat maximaal 35 keer per jaar mag worden overschreden Verder gelden er grenswaarden voor benzeen, zwaveldioxide, koolmonoxide en lood. De grenswaarden van deze stoffen worden echter nergens in de gemeente Bloemendaal overschreden en behoeven geen verdere aandacht. In Bloemendaal is het wegverkeer de belangrijkste (lokale) bron van luchtverontreiniging. Ter plaatse van het plangebied Duinlustpark wordt de luchtkwaliteit met name bepaald door de heersende achtergrondconcentraties. Het verkeer op de wegen in en nabij het plangebied leveren slechts een geringe bijdrage. Van deze wegen heeft de Brederodelaan verreweg de hoogste verkeersintensiteit. Met behulp van het computermodel CAR II 4.0 is berekend wat de luchtkwaliteit is langs deze weg. Als de luchtkwaliteit langs deze weg voldoet aan de normen van het Besluit luchtkwaliteit dan zal dit zeker ook gelden langs de overige wegen in het plangebied.Bij de berekening is rekening gehouden met een toename van het verkeer met 1.362 motorvoertuigen per etmaal vanwege de realisering van 350 woningen ter plaatse van het nabijgelegen Park Brederode (het terrein van het voormalige Provinciaal Ziekenhuis), en een autonome groei van het doorgaande verkeer met 2% per jaar. Gebaseerd op deze aannames is met de volgende etmaalintensiteiten gerekend: 4.317 motorvoertuigen in 2004; 5.604 motorvoertuigen in 2010; 6.046 motorvoertuigen in 2015. De luchtkwaliteit is berekend op een afstand van 6 meter van de weg-as van de Brederodelaan. De berekeningen geven het volgende resultaat: Jaar/ berekend resultaat Jaargemiddelde concentratie N0 2 jaargemiddelde concentratie PM10 overschrijdingen 24-uursgemiddelde PM 10
2004 31 ug/m* 28 pg/m^ 16 keer
2010 28 Mg/m'1 31 Mg/m1" 36 keer
2015 27 Mg/m* 31 Mg/m* 32 keer
Eind juli 2005 is het Besluit luchtkwaliteit 2005 van kracht geworden. Gelijktijdig trad de nieuwe Meetregeling luchtkwaliteit 2005 in werking. Aanleiding voor het nieuwe besluit en de meetregeling waren de vele recente uitspraken van de Raad van State waarbij diverse besluiten werden vernietigd, met name omdat niet werd voldaan aan de grenswaarden voor fijn stof, wegens ontoereikende onderbouwing. Tevens is de tweede Europese dochterrichtlijn geïmplementeerd. Een van de belangrijkste verschillen met het Besluit luchtkwaliteit 2001 is dat artikel 5 van het nieuwe besluit de mogelijkheid geeft van een aftrek voor dat deel van het fijn stof dat zich van nature in de lucht bevindt en dat niet schadelijk is voor de gezondheid. Het gaat hierbij met name om de concentraties aan zeezout in de lucht. Hoe de aftrek dient te geschieden is vastgelegd in de bijlage van de nieuwe Meetregeling. De op de gebruikelijke wijze bepaalde jaargemiddelde concentratie fijn stof dient gecorrigeerd te worden met een plaatsafhankelijke concentratie. Deze is voor Bloemendaal 7 ug/m3. Voor het voor zeezout gecorrigeerde aantal overschrijdingsdagen van de 24-uurgemiddelde grenswaarde van 50 pg/m3 geldt voor het gehele land een aftrek van 6 dagen. De op grond van het Besluit luchtkwaliteit 2005 en de Meetregeling luchtkwaliteit 2005 voor zeezout gecorrigeerde waarden bedragen derhalve langs de Brederodelaan: Jaar/berekend resultaat Jaargemiddelde concentratie N0 2 jaargemiddelde concentratie PM10 overschrijdingen 24-uursgemiddelde PM10
2004 31 Mp/rn^ 21 pg/m* 10 keer
2010 28 pg/m"1 24 Mg/m* 30 keer
• bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) •
2015 27 Mg/m* . 24 Mg/m* 26 keer
14
Uit de berekeningen en de correcties ingevolge het Besluit luchtkwaliteit 2005 en de Meetregeling luchtkwaliteit 2005 blijkt dat de grenswaarden voor luchtkwaliteit langs de Brederodelaan, en derhalve ter plaatse van het gehele plangebied Duinlustpark, niet werden overschreden in 2004. Ook in de jaren 2010 en 2015 zal worden voldaan aan de grenswaarden. De luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied vormt hiermee geen belemmering voor de vaststelling van het bestemmingsplan. 4.5. Externe veiligheid Externe veiligheid heeft betrekking op situaties waar iets mis zou kunnen gaan met gevaarlijke stoffen, waardoor mensen, die verder niets met de risicodragende activiteit te maken hebben, om het leven zouden kunnen komen. Voorbeelden van risicobronnen en risicodragende activiteiten zijn: • productie, gebruik of opslag van gevaarlijke stoffen (zoals LPG, munitie, vuurwerk); • transport van gevaarlijke stoffen (routes voor gevaarlijke stoffen, hoge druk aardgastransportleidingen, spoorwegemplacementen); • op- en overslag van gevaarlijke stoffen op bedrijventerreinen.
i r• >
r i
In kaart is gebracht welke risicovolle bronnen of activiteiten invloed kunnen hebben op de bouwlocatie. Op grond van deze inventarisatie kan gesteld worden dat: • in en in de omgeving van het plangebied geen inrichtingen zijn gesitueerd waarop het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI) van toepassing is; • dat geen van de wegen in of in de omgeving van het plangebied zijn aangewezen als route gevaarlijke stoffen en dat aangenomen wordt dat het vervoer van gevaarlijke stoffen over deze wegen dermate minimaal is en dat het Plaatsgebonden Risico ruimschoots voldoet aan de grenswaarde van 10-6 per jaar en dat de oriënterende warden voor het Groepsrisico niet in het geding zijn; • dat in en in de omgeving van het plangebied geen buisleidingen voor het transport van gevaarlijke stoffen aanwezig zijn waarvoor veiligheidszones gelden; • en dat op grond hiervan geconcludeerd wordt dat er vanuit het externe veiligheidsbeleid geen belemmeringen zijn voor de vaststelling van het bestemmingsplan.
L
- bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) -
15
5.
OVERLEG EX ARTIKEL 10 B.R.O. 5.1. Wettelijk vooroverleg In het kader van het overleg ex artikel 10 van het besluit op de Ruimtelijke Ordening is het voorontwerp van het bestemmingsplan aan de volgende personen en/of instanties toegezonden: Rijk 1. De Inspecteur van de Ruimtelijke Ordening West 2. Inspectie Milieuhygiëne, regio noord-west 3. Rijksdienst voor de Monumentenzorg 4. Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek Provincie 5. Gedeputeerde staten van Noord-Holland, afd. Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid Gemeente(n) 6. Gemeente Velsen Nutsbedrijven 7. De NV Nederlandse Gasunie, district West 8. N.V. P.W.N. Waterleidingbedrijf Noord-Holland 9. Nuon NV Adviescommissies 10. Vrouwen Advies Commissie Alle personen en/of instanties hebben gereageerd. Instantie onder 1 heeft mede namens instantie 2 (en de Inspectie Volkshuisvesting) gereageerd. Instantie onder 5 heeft mede namens instantie onder 4 gereageerd. De instanties onder 5 en 8 gaan inhoudelijk in op het plan, de overige instanties hebben geen inhoudelijke opmerkingen. Gedeputeerde staten van Noord-Holland, afd. Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid Gedeputeerde staten van Noord-Holland, afd. Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid constateren -mede namens alle afdelingen van de provincie, die bij dit plan betrokken zijn- in hun brief allereerst dat het plangebied is gelegen in het streekplan Kennemerland binnen de stedelijke contour. Het bestemmingsplan is conserverend van aard, waarbij de bestaande natuurlijke en landschappelijke waarden beschermd en versterkt worden. Het bestemmingsplan is in overeenstemming met het provinciale beleid ter zake. Ten aanzien van de planbeoordeling wordt ingestemd met het bestemmingsplan. Wel wordt opgemerkt dat uit de toelichting op het plan kan worden opgemaakt dat de openstelling van het Sleutelbos als een goede zaak wordt beschouwd vanuit het oogpunt van onderhoud en beleving. De provincie merkt op dat dit bosgebied in eigendom is van de provincie. Uit een oogpunt van het bevorderen van de mogelijkheden van recreatief medegebruik is ook de provincie voorstander van openstelling waarbij wel rekening gehouden dient te worden met de niet-recreatieve hoofdfunctie van het terrein. Over een vorm van openstelling van het bos zal overleg gevoerd dienen te worden tussen gemeente, provincie en de beheerder van het terrein, het PWN. De provincie zal daartoe het initiatief nemen. Ten slotte adviseert de provincie het plan bij afronding van het overleg voor te leggen aan de Subcommissie voor de gemeentelijke plannen en de stadsvernieuwing, wanneer de gemeente van haar bevoegdheid ex artikel 19 lid 2 van de wet op de Ruimtelijke Ordening gebruik wilt maken. De provincie verzoekt de gemeente om met de gemaakte opmerkingen rekening te houden en het plan voorts zelf te controleren op kleine onvolkomenheden als foutieve verwijzingen en dergelijke. Aanvullend is voorgaande reactie door de afdeling nog aangevuld met een opmerking over archeologie en landschap. De reactie luidt als volgt. Het duingebied met de strandwallen is sinds het laat-Neolithicum bewoond. De archeologische verwachting is dan ook groot. Omdat het plangebied op de strandwal ligt, zullen ingrepen in de bodem dan ook archeologische vindplaatsen aan het licht brengen. Om deze reden moeten ingrepen, zoals de aanleg van een zwembad, door een deskundig bureau archeologisch worden begeleid. Verzocht wordt deze voorwaarde aan de artikelen die betrekking hebben op ingrepen in de bodem te betrekken. De genoemde duinrei is niet op de plankaart aangegeven. Verzocht wordt dit alsnog te doen. Indien het gaat om het graven van een nieuwe duinrei wordt verzocht aan te geven hoe deze landschappelijk wordt ingepast.
- bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) -
16 Gemeentelijk commentaar Het toegezegde initiatief tot een overleg aangaande openstelling van het Sleutelbos wordt gewaardeerd.
i
Ook de gemeente erkent de archeologische betekenis van het plangebied, zoals in de toelichting onder paragraaf 2.1. staat vermeld. De betekenis wordt ontleend aan de ligging van het plangebied op een (oude) standwal, waarvan bewoning in de Bronstijd (1500-700 voor Christus) heeft plaatsgevonden. Om echter alleen op grond van deze algemene aanwijzing het gehele plangebied te voorzien van een aanlegvergunningstelsel voert te ver. Op de provinciale CHW kaart (oktober 2000), onderdeel archeologische kaartlaag, is het plangebied overigens niet als waardevol aangeduid. Wij zijn van mening dat bescherming via een aanlegvergunningstelsel alleen past op concrete vindplaatsen binnen het plangebied. Vooralsnog zijn binnen het plangebied dergelijke vindplaatsen ons niet bekend. De bescherming van de algemene waarden dient ons inziens op een andere wijze plaats te vinden, te weten via de archeologievergunning op grond van de Monumentenwet.
f | j I
De duinrei is op de plankaart te vinden in de uiterste zuidoosthoek van het plangebied. Het gaat dus niet om het graven van een nieuwe duinrel.
i ^
N.V. P.W.N. Waterleidingbedrijf Noord-Holland PWN had aanvankelijk niet gereageerd en bij telefonische navraag is aangegeven dat PWN geen op- en aanmerkingen heeft op het plan en eveneens kan instemmen met het door de provincie toegezegde initiatief tot een overleg aangaande openstelling van het Sleutelbos. In dat kader is door de gemeente alsnog aangedrongen op een schriftelijke reactie van PWN.
f |
In de schriftelijke reactie geeft PWN aan op welke wijze zij bereid is mee te werken aan het door de provincie toegezegde initiatief tot openstelling van het Sleutelbos. PWN zal zorgdragen voor een nader onderzoek over de natuurwaarden van met name de vegetatie en de broedvogelpopulatie. De waarden en de verwachte invloed op het landschap zullen bij de discussie over de gewenste vorm van eventuele openstelling van het Sleutelbos bepalend zijn. Het algemene beleid van PWN is gericht op "openstelling, tenzij", dit conform het beleid van de provincie Noord-Holland. Mocht gekozen worden voor een openstelling van het bedoelde gebied, dan zal PWN met de betrokken partijen, indien noodzakelijk, in overleg treden over financiële consequenties (investeringen, kosten beheer en toezicht etc.).
[ , ' f I
L
PWN geeft tevens aan dat een nevenbestemming voor recreatie prematuur is en dat vooralsnog de bestemming Doeleinden voor Natuur en landschap (N) juist is. Aan de voorschriften zou toegevoegd kunnen worden "paden of infrastructuur voor extensieve recreatie". Gemeentelijk commentaar De toegezegde afspraken door PWN aangaande openstelling van het Sleutelbos worden gewaardeerd. Resultaten op dit punt worden afgewacht. De gemeente deelt de mening dat een subbestemming voor extensieve recreatie prematuur is. De voorgestelde toevoeging wordt om die reden nu ook nog niet opgenomen. Het aanleggen van paden of infrastructuur ten behoeve van de natuurbestemming is overigens nu al mogelijk (werken). 5.2. Nagekomen reactie
L
L
f
In de reactie van het PWN wordt een opmerking gemaakt op de toelichting bij het bestemmingsplan. In het hoofdstuk over bebossing wordt aangegeven dat openstelling van het Sleutelbosje het bosonderhoud meer veilig zou stellen. Het PWN geeft aan dat het bosonderhoud niet persé te maken heeft met de openstelling van het bos. Er is gekozen voor een beheer van niets-doen mede omdat het bos niet toegankelijk is voor recreanten. Bij een eventuele (beperkte) openstelling dient het bos zodanig onderhouden te worden dat het veilig betreden kan worden. Voor de overige delen van het bos kan het beheer van niets-doen gehandhaafd blijven. Commentaar van Gemeente Bloemendaal: De bewuste passage is geschrapt en de passage over het Sleutelbos in de toelichting is aangepast. Inmiddels is gebleken op basis van het bijgevoegde natuurwaardenonderzoek dat het bestemmingsplan geen aanpassing behoeft. De bestemming blijft daarmee gericht op behoud en herstel van natuurwaarden van het bos. Het aanleggen van (al dan niet openbare) paden of infrastructuur ten behoeve van deze natuurbestemming blijft binnen deze bestemming mogelijk. De keuze hiertoe is aan de eigenaar/beheerder.
• bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) •
j ! f
j i [ l t
17
5.3. PPC pre-advies Ter afronding van het artikel 10 Bro vooroverleg is het plan voorgelegd aan Provinciale Planologische Commissie van Noord-Holland, kerngroep van de subcommissie voor de gemeentelijke plannen en de stadsvernieuwing: het zogenaamde PPC pre-advies. De PPC is van mening dat ingrepen in de bodem archeologisch begeleid dienen te worden door een deskundig bureau en onderschrijft het gemeentelijk standpunt niet. Op de CHW-kaart zijn alleen de bekende archeologische waarden ingekleurd. Als er sprake is van witte plekken dan betekent dat niet dat deze gebieden niet waardevol zijn, maar dat de waarde onbekend is. Juist in het strandwallengebied is de kans op archeologische vindplaatsen groot. Als de betreffende voorwaarde niet aan bodemingrepen wordt gesteld worden de archeologische waarden niet beschermd. De Monumentenwet, die volgens u deze bescherming zou moeten bieden, is bij archeologie niet aan de orde. De archeologievergunning is de commissie niet bekend. De commissie verzoekt dan ook een voorwaarde ter bescherming van de archeologische waarden in de betreffende planvoorschriften op te nemen. De commissie adviseert om met de gemaakte opmerkingen in de verdere planprocedure rekening te houden. Commentaar van de gemeente Bloemendaal: Inmiddels is meer duidelijk geworden omtrent de nieuwe wetgeving op grond van het Verdrag van Malta. In het bestemmingsplan kunnen archeologische waarden worden beschermd middels een aanlegvergunning. Het plan is hierop aangepast. De aanpassing is terug te vinden in een toegevoegde passage in paragraaf 3.4 van deze toelichting, alsmede in de planvoorschriften in artikel 15 onder lid 1, 4 en 5, alsmede in de begripsomschrijving (artikel 1). Bij de selectie van gronden is gekeken naar de omvang van het plandeel (zoals het Sleutelbos), naar de kans op beroering binnen de plantermijn (wijzigingsgebied), naar de mate waarin de gronden reeds in het verleden zijn beroerd (woonbebouwing en verkeerswegen) en naar wie de eigenaar is in verband met een redelijke uitleg van het principe "de bodemverstoorder betaalt". Dit heeft tot consequentie dat op de gronden op perceelsniveau (Erf, Tuin en landschappelijke tuin) geen 'archeologisch' aanlegvergunningstelsel rust. Een redactie waarbij over het gehele plangebied archeologische bescherming in het bestemmingsplan is neergelegd voert te ver. 5.4. Wateradvies Per 1 november 2003 is in het gewijzigde Besluit op de Ruimtelijke Ordening (Bro) voor o.a. bestemmingsplannen verplicht gesteld om een "beschrijving van de wijze waarop rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding" op te nemen. Deze beschrijving wordt ook wel 'de waterparagraaf" genoemd. Ten behoeve van het ontwerp is daartoe alsnog een wateradvies gevraagd aan het hoogheemraadschap van Rijnland. Het Hoogheemraadschap Rijnland is de verantwoordelijk waterschapsbestuurder voor het plangebied. Het advies is op 8 juni 2004 ingekomen en omvat de volgende opmerkingen. In de toelichting dient een beschrijving te worden opgenomen van het aanwezige rioleringssysteem en moet aangegeven worden op welke wijze de in het plangebied gelegen duinrei in verbinding staat met het boezem water. Tevens het verzoek om een beschrijving te geven van de grondwaterstanden binnen het gebied en aan te geven of er sprake is van grondwateroverlast. Verzocht wordt om binnen de bestemmingen "Groenvoorzieningen", "Doeleinden voor natuur en landschap" en 'Tuin" ook water als deelbestemming op te nemen. Op deze wijze wordt in ieder geval de mogelijkheid geboden voor het graven van open water mocht zich hier in de toekomst een kans voordoen. Rijnland stimuleert het afkoppelen van verharde oppervlakken. Dit draagt bij aan de doelstellingen, zoals die zijn gesteld in het Waterbeheer 21e eeuw (vasthouden-bergen-afvoeren). Verzocht wordt om voor de wijzigingsgebieden , waarbinnen de mogelijkheid wordt geboden voor woningtoename, de voorwaarde te stellen dat regenwater van schoon verhard oppervlak wordt geïnfiltreerd in de bodem. Aandacht wordt gevraagd voor het aspect Duurzaam Bouwen. Diffuse verontreiniging van het oppervlaktewater door bouwmaterialen moet worden voorkomen. Dit kan onder meer door het maken van geschikte materiaalkeuzes bij bouwactiviteiten. In relatie tot de waterkwaliteit dient de toepassing van uitloogbare bouwmaterialen , zoals koper, zink en lood, voor dakbedekking, gevelbekleding, regenwaterafvoer of drinkwaterleidingen en straatmeubilair, voorkomen te worden. Gemeentelijk commentaar Paragraaf 2.7. is uitgebreid met de gevraagde beschrijvingen omtrent oppervlaktewater (w.o. de duinrei), grondwater en riolering.
• bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) •
De doeleindenomschrijving in de voorschriften van de bestemmingen "Groenvoorzieningen", "Doeleinden voor natuur en landschap" en 'Tuin" zijn uitgebreid met "water". In artikel 14 (voor de wijzigingsgebieden , waarbinnen de mogelijkheid wordt geboden voor woningtoename) is een extra voorwaarde opgenomen te stellen dat regenwater van schoon verhard oppervlak wordt geïnfiltreerd in de bodem. De gemeente Bloemendaal onderschrijft het belang van duurzaam bouwen, ook in relatie tot behoud van de waterkwaliteit, zoals door het hoogheemraadschap bedoeld. In het bestemmingsplan kunnen echter geen Dubo maatregelen op gebouwniveau worden geregeld, zoals dwingende bepalingen over het toepassen, of liever gezegd het verbieden, van uitloogbare bouwmaterialen. In de toelichting is paragraaf 4.3. toegevoegd, dat specifieker ingaat op het aspect Duurzaam Bouwen.
r' !
C"
r
j !
r !
L:
- bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) -
i
19
6.
UITVOERBAARHEID 6.1. Maatschappelijke uitvoerbaarheid 6.1.1. Algemeen Na het overleg ex artikel 10 van het besluit op de Ruimtelijke Ordening is de inspraak gestart overeenkomstig de inspraakverordening (1993) en de daaraan gehechte inspraakprocedure voor ontwerp-bestemmingsplannen (1990). Bekendmaking Aangezien dit plan voornamelijk conserverend is, is volstaan met bekendmaking op de gebruikelijke wijze: publicatie in huis-aan-huis blad Het Weekblad op 16 mei 2002, de gemeentelijke website en op het publicatiebord bij het gemeentehuis. Gezien de aanwezigheid van een wijkraad in het plangebied, is het bestemmingsplan tevens gestuurd naar de Wijkraad Bloemendaal-Noord. De bewoners zijn geïnformeerd via een in het plangebied verstrekte huis-aanhuis brief. Inzage De inzagetermijn bedroeg vier weken met ingang van 17 mei 2002 tot en met 13 juni 2002. Gedurende deze termijn is gelegenheid geboden voor een ieder bij het college van burgemeester en wethouders schriftelijke inspraakreacties in te dienen. Gedurende deze termijn is eveneens gelegenheid geboden tot het indienen van mondelinge inspraakreacties. Hiertoe is het voorontwerp in een informatie-bijeenkomst d.d. 21 mei 2002 aan de bevolking voorgelegd. Gedurende de inspraaktermijn zijn 11 schriftelijke inspraakreacties binnengekomen. 6.1.2. Inspraakbijeenkomst De informatiebijeenkomst Het verslag van de bijeenkomst luidt als volgt: Inspraak- en informatiebijeenkomst Inzake voorontwerp-bestemmingsplan Duinlustpark Gehouden op 21 mei 2002 om 19.30 uur in het gemeentehuis Aanwezig
De heer mr. V.H. Bruins Slot De heer mr. J.C.M, van Hooft Mevrouw drs. C.M.M. Meyer Mevrouw drs. A. Brandenburg De heer ing. K. Troost 18 belangstellenden.
(wethouder); (sectorhoofd Grondgebied); (taakgroep RO); (taakgroep RO); (taakgroep RO);
1. Inleiding De heer Bruins Slot opent de bijeenkomst en heet de aanwezigen van harte welkom. Hij geeft een overzicht van het programma van de avond. 2. Toelichting op het plan Mevrouw Meyer geeft een inhoudelijke toelichting op het bestemmingsplan. Met betrekking tot het Sleutelbosje merkt mevrouw Meyer op dat de provincie als eigenaar onderzoek laat doen naar beperkte openstelling. PWN voert het onderzoek in opdracht van de provincie uit. Er is nog geen resultaat bekend van dit onderzoek. Vanuit de zaal wordt gevraagd hoe een dergelijke openstelling zal plaatsvinden. Mevrouw Meyer antwoordt dat dat op dit moment nog niet bekend is, maar dat het waarschijnlijk om een zeer beperkte openstelling zal gaan. 3. Toelichting op de planprocedure De heer Van Hooft geeft een toelichting op de te volgen bestemmingsplanprocedure. Hij merkt daarbij op dat degenen die een inspraakreactie hebben ingediend, het antwoord daarop van het college van burgemeester en wethouders krijgen thuisgestuurd met het vervolg van de procedure. Degenen die geen reactie hebben gegeven kunnen het vervolg van de procedure volgen via de publicaties in het Weekblad. 4. Algemene vragen en reacties De heer Bruins Slot geeft de aanwezigen in de zaal de gelegenheid tot het stellen van vragen.
• bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006)
20
Mevrouw van de Burgt heeft in de toelichting van het plan gelezen dat er binnen het plangebied 1 rijksmonument aanwezig is. Zij vraagt welk pand het betreft. Verder vraagt mevrouw van de Burgt wat met de diepte van een bouwblok wordt bedoeld. De heer Van Hooft antwoordt dat het rijksmonument is gelegen op het perceel Johan Verhuistweg 70. Met betrekking tot de diepte van het bouwblok merkt hij op dat bedoeld wordt de afstand tussen de vooren achtergevel.
'
I l
r Mevrouw Ketting merkt op dat zij langs het voetpad naar het Sleutelbosje woont. Zij wil graag weten hoe ze op de hoogte blijft van een eventuele openstelling van het Sleutelbosje en hoe die openstelling dan zal plaatsvinden. Zo waren er vroeger 3 ingangen tot het Sleutelbosje. Mevrouw Ketting vraagt of de gemeente betrokken wordt bij een eventuele toegangsregeling. Mevrouw Meyer antwoordt dat de provincie de taak heeft om hierover te communiceren met de omwonenden. Contactpersoon bij de provincie is mevrouw van Ravenhorst. De heer Van Hooft merkt op dat het bestemmingsplan geen privaatrechtelijk aspecten regelt. De eigenaar regelt de toegankelijkheid van het gebied. In het bestemmingsplan wordt slechts de bestemming geregeld met de bijbehorende voorschriften. De eventuele openstelling zou hoogstens tot gevolg kunnen hebben dat er aan de bestemming Natuur (N), de subbestemming recreatie (r) wordt toegevoegd om aan te geven dat recreatief medegebruik toelaatbaar is. Mevrouw Fuchs, eveneens wonend nabij het Sleutelbosje, merkt op dat vroeger jongeren met brommers en honden veel schade hebben aangericht aan het bos. Zij is van mening dat openstelling ditzelfde effect kan hebben indien er geen toezicht wordt gehouden. De heer Bruins Slot merkt op dat de afweging met betrekking tot de openstelling gemaakt zal worden door de provincie. De provincie krijgt een exemplaar van het verslag, zodat zij op de hoogte is van de zorgen van de omwonenden. De heer Bouwman vraagt of er in het plan gemeentelijke monumenten aanwezig zijn. Tevens wil hij weten wat het beleid is met betrekking tot aanwijzing tot gemeentelijk monument. Hij geeft aan dat er binnen het plangebied 2 woningen zijn gelegen van architect Lindeman. Hij acht deze woningen van bijzondere cultuurhistorische waarde. De heer Bruins Slot geeft aan dat de gemeente Bloemendaal een beperkte gemeentelijke monumentenlijst heeft. Op dit moment wordt gewerkt aan een inventarisatie van panden voor een eventuele uitbreiding van de gemeentelijke monumentenlijst. De heer Bouwman vraagt of er in het kader van dit bestemmingsplan ook is gekeken naar aangrenzende gebieden, zoals Santpoort-Zuid en het PZ-terrein. De heer Van Hooft licht toe dat de gemeente Velsen in het kader van het wettelijk vooroverleg een exemplaar heeft ontvangen van het bestemmingsplan Duinlustpark met de mogelijkheid op het plan te reageren. De gemeente Bloemendaal krijgt op haar beurt ook bestemmingsplannen van de gemeente Velsen. De heer Van Hooft merkt op dat het trekken van bestemmingsplangrenzen altijd arbitrair is. Het PZterrein betreft een lokatie waar een functieverandering zal plaatsvinden. Voor dat gebied wordt een afzonderlijk bestemmingsplan opgesteld. Doorgaans wordt een verkeersader, zoals in dit geval de Brederodelaan aan de westzijde van het plangebied, als grens gekozen.
j ' f i ' f |
f I
[
r
r
r
i
[
De heer De Korte van Woningbouwvereniging Brederode vraagt waarom het zuidelijke gedeelte van de Duinlustparkweg niet in het bestemmingsplan ligt. Tevens vraagt hij of de splitsingsvrijstelling zoals opgenomen in dit bestemmingsplan beleid wordt voor de gehele gemeente aangezien de woningbouwvereniging voornemens is een aantal panden aan te kopen voor de huisvesting van jongeren. De heer Van Hooft merkt op dat het zuidelijke gedeelte van de Duinlustparkweg in het bestemmingsplan Veen en Duin ligt. Dit is een bestemmingsplan uit het begin van de jaren 90 met een moderne systematiek. Dit bestemmingsplan is nog niet aan herziening toe. De heer Bruins Slot merkt op dat de vraag van de heer de Korte niet relevant is voor het bestemmingsplangebied. De heer Verdam vraagt of het bestemmingsplan niet achterhaald wordt door de toekomstige wijziging in de Woningwet. De heer Van Hooft meldt dat de wijziging van de Woningwet naar verwachting op 1 januari 2003 in werking zal treden, waarbij de categorie vergunningvrije bouwwerken wordt verruimd. Deze categorie bouwwerken zal niet getoetst worden aan het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan wordt niet achterhaald door deze ontwikkeling. De heer Bruins Slot merkt op dat dit bestemmingsplan actueel is op basis van de nu geldende wetten. Mevrouw Ketting vraagt wat er gebeurt als je nu een bouwaanvraag indient en wanneer het meest gunstige moment is om een bouwaanvraag in te dienen.
bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) -
j
' j.
f j
j [ [ [
| 1
21 De heer Van Hooft meldt dat nu nog getoetst wordt aan het vigerende bestemmingsplan. Als het ontwerp-bestemmingsplan ter inzage wordt gelegd rust er van rechtswege een beschermende werking op het gebied. Tevens geeft de heer Van Hooft aan dat het van de individuele situatie afhangt wanneer het meest gunstige moment is om een bouwaanvraag in te dienen. De heer De Bruin meldt dat in het oude bestemmingsplan aan de Duinweg een strook was opgenomen met de bestemming GB2. Hij kan deze niet terug vinden in het nieuwe bestemmingsplan. De heer Van Hooft merkt op dat in principe geen oude rechten wegbestemd worden. De genoemde lokatie zal nader bekeken worden. Mevrouw Fuchs vraagt wat er gebeurt met schuurtjes die in het verleden gedoogd zijn en die mogelijkerwijs in de toekomst vervangen moeten worden. In een inventarisatie uit 1975 zijn bepaalde bouwwerken vastgelegd en is gemeld dat deze bouwwerken gedoogd zouden worden. De heer Van Hooft merkt op dat de aanwezige bebouwing in principe opgenomen is in het bestemmingsplan. Bebouwing die in strijd is met zowel het oude als het nieuwe bestemmingsplan kan niet vervangen worden. De heer Bruins Slot dankt de aanwezigen voor hun komst en sluit om 20.45 uur de bijeenkomst. 6.1.3. Inspraakreacties en gemeentelijk commentaar In deze paragraaf treft u de schriftelijke inspraakreacties aan met gemeentelijk commentaar. Inspraakreacties zijn ingekomen op: a. een eventuele openstelling van het Sleutelbosje (5x) b. samenhang met PZ terrein (1x) c. (bouw)rechten handhaven (5x) d. goothoogte van woningen corrigeren (1x) e. erfbestemming en erfbebouwing (5x) f. noodzakelijke sloop-nieuwbouw voor sociale woningbouw blokken (1 x) Van de 11 insprekers hebben er 4 een meervoudige reactie gegeven. Van de 11 insprekers zijn er 9 particulieren (bewoner/eigenaar) en 2 instanties, te weten Stichting Duinbehoud en Woningbouwvereniging Brederode.
a. een eventueie openstelling van het Sleutelbosje Insprekers: Mevrouw Van Duijn-Hultrop, Johan Verhulstweg 67, 2061 LJ Bloemendaal; De heer T.P.F. Hubrecht en mevrouw H.J. Hubrecht-Helms, Vinkenbaan 34, 2082 ER Santpoort-Zuid; Mevrouw E. E. Fuchs-Jansen, Johan Verhulstweg 72, 2061 LL Bloemendaal; De heer W.A.M. Koch, Vinkenbaan 62, 2061 LR Bloemendaal Stichting Duinbehoud Bezwaar wordt gemaakt tegen een eventuele openstelling van het Sleutelbosje. Gevreesd wordt dat als gevolg van de openstelling de natuurlijke waarden van het Sleutelbosje zullen worden aangetast. Tevens wordt gevreesd voor overlast van rondhangende jongeren en eventuele schade aan het Sleutelbosje als gevolg daarvan. De Stichting Duinbehoud pleit er voor het Sleutelbosje gesloten te houden, vanwege geomorfoiogische en ecologische waarden. Bij openstelling dreigt erosie. Door sluiting van het Sleutelbos enige jaren geleden is het bosje nog in maagdelijke staat. Het Sleutelbosje is daarmee behoed voor dreigende aftakeling. De Stichting kan zich echter goed voorstellen dat het publiek het bosje zou willen bezoeken. De Stichting stelt voor in deze behoefte te voorzien door zo nu en dan een rondleiding te organiseren. De Stichting Duinbehoud is bereid in deze serviceverlening bij te dragen. Commentaar van de gemeente Bloemendaal: De provincie Noord-Holland is eigenaar van het Sleutelbosje en bepaalt daarom de toegankelijkheid van het gebied. Het PWN heeft in opdracht van de provincie onderzoek gedaan naar de gevolgen van een beperkte openstelling voor de aanwezige natuurwaarden (bijgevoegd). Blijkens het verrichte onderzoek zijn twee aspecten van de natuurwaarden opvallend aanwezig: de voorjaarsflora en de broedvogels. Gesteld wordt dat openstellen niet ongunstig hoeft te zijn voor de voorjaarsflora. Voor de vogelbevolking is echter rust in het broedseizoen en ontoegankelijkheid van struiken van groot belang. Het PWN adviseert de provincie een beperkte openstelling met belanghebbenden nader uit te werken. Er wordt bijvoorbeeld gedacht aan openstelling voor bezoek met boswachter of andere excursieleider op 1 dag per maand. - bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) -
22
Het bestemmingsplan biedt alleen het toekomstig planologisch kader voor de eigenaar, waarbij het de gebruiksmogelijkheden zoals de PWN heeft voorgesteld niet op voorhand onmogelijk wil maken. Het was ter herbezinning op de toekomstige functie van het Sleutelbos van belang om het onderzoek te doen gelijktijdig met de bestemmingsplanvorming, opdat de wensen van de eigenaar afgestemd konden worden met de nieuwe bestemmingsregeling. Op grond van de uitkomsten van het verrichte onderzoek is de bestemming Doeleinden voor Natuur en landschap (N) gehandhaafd. (Openbare) paden blijven mogelijk, maar dienen te passen in de natuurbestemming.
r j ' f j
b. samenhang met het PZ terrein Inspreker: De heer W.A.M. Koen, Vinkenbaan 62, 2061 LR Bloemendaal Opgemerkt wordt dat een integrale visie in samenhang met het PZ-terrein ontbreekt. Commentaar van de gemeente Bloemendaal Voor wat betreft het ontbreken van een integrale visie tussen het bestemmingsplan Duinlustpark en het PZ-terrein wordt het volgende opgemerkt. Het bestemmingsplan Duinlustpark is een conserverend bestemmingsplan. Dat betekent dat zoveel mogelijk bestemd wordt overeenkomstig de bestaande situatie. Voor de grens van een bestemmingsplan wordt doorgaans een verkeersader gekozen, in dit geval de Brederodelaan. Het PZ-terrein is een terrein waar een functieverandering plaatsvindt. Dat gebied heeft een ander karakter dan Duinlustpark en wordt daarom opgenomen in een ander bestemmingsplan. c. (bouw)rechten handhaven Inspreker: De heer T.P.F. Hubrecht en mevrouw H.J. Hubrecht-Helms, Vinkenbaan 34, 2082 ER Santpoort Zuid De inspreker verzoekt voor de percelen kadastraal bekend sectie F 738 en sectie F 7964 op de bestemmingsplankaart de maximaal bebouwbare oppervlakte in te tekenen. In de koopovereenkomst tussen de toenmalige eigenaar de provincie en de inspreker is als voorwaarde gesteld dat de betreffende percelen 10 jaar niet zouden mogen worden bebouwd. Deze termijn is inmiddels verstreken. Commentaar van de gemeente Bloemendaal: Met betrekking tot het perceel kadastraal bekend nr. 7964 wordt opgemerkt dat deze niet in het bestemmingsplangebied ligt, maar in de gemeente Velsen. Met betrekking tot de bestemming van het perceel kadastraal bekend sectie F 738 wordt opgemerkt dat dit perceel naar verwachting bij de thans in procedure zijnde grenscorrectie zal gaan behoren tot het grondgebied van de gemeente Velsen. Bij het opstellen van dit bestemmingsplan heeft afstemming plaatsgehad met de gemeente Velsen inzake het opstellen van het bestemmingsplan Santpoort-zuid. Het perceel 7964 is aldaar bestemd als boserf. Het perceel 7961 is vanaf halverwege de woning bestemd tot Erven, alwaar reeds erfbebouwing mogelijk is. Om ook zijwaartse erfbebouwing nabij de woning mogelijk te maken, is op Bloemendaals grondgebied op het perceel 738 eveneens vanaf halverwege de zijgevel een bestemming Erf neergelegd. Voor de rest heeft dit perceel de bestemming Natuur en Landschap met de subbestemming landschappelijke tuin (Nlt) gekregen. De gronden met deze bestemming zijn over het algemeen particuliere bosranden met waardevolle bomen. Op deze bestemming mogen geen gebouwen worden opgericht. Het betreffende perceel heeft deze bestemming gekregen omdat het grenst aan het Sleutelbosje. Op deze manier wordt een ecologische zone in stand gehouden en een buffer gecreëerd tussen het natuurgebied en de bestemming Erf. Vanuit dat oogpunt wordt het niet wenselijk geacht aan het perceel een andere bestemming te geven. Inspreker: De heer HA. Bouman, Vinkenbaan 29, 2061 LN Bloemendaal/ Santpoort-Zuid De inspreker vraagt om een nadere motivering voor de bestemming Natuur en Landschap met de nadere aanduiding landschappelijke tuin (Nlt) op het perceel nr. 563 naast Vinkenbaan 29. De inspreker maakt bezwaar tegen een bestemming zonder bouwmogelijkheden, mede gezien de huisnummering en de grootte van het perceel. Commentaar van de gemeente Bloemendaal Het perceel nr. 563 is een groot perceel waarop tevens de woning Vinkenbaan 29 is gelegen. Er is geen sprake van twee afzonderlijke percelen. Het perceel heeft overeenkomstig het beleid de bestemmingen Woondoeleinden, Erf en Tuin gekregen. Het overige deel van het perceel heeft de bestemming Landschappelijke tuin (Nlt) gekregen, om waardevol groen te behouden. Het wordt - bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) -
( '<• ! | I , '
ï |
i | •-
j [ (
i
l
I l i , *-
23
niet wenselijk geacht deze gronden bouwmogelijkheden te geven. Bij de bouw van de villa's is aanvankelijk uitsluitend een wijkindeling gehanteerd. De huisnummering is rond begin jaren 20 van de vorige eeuw aangebracht en dateert van voor de Bebouwingsvoorschriften. Aan de feitelijk aangebrachte huisnummering kunnen geen rechten worden ontleend. Inspreker: De heer W.AM Koch, Vinkenbaan 62, 2061 LR Bloemendaal Bezwaar wordt gemaakt tegen bestemming Nlt op perceel nr. 469. Gepleit wordt voor gebruikmaking door de gemeenteraad van de dispensatiemogelijkheid in de Bebouwingsvoorschriften op grond van rechtsgelijkheid. Immers ook bij omliggende percelen, zoals Vinkenbaan 56 en Pinellaan 9 zijn de genoemde afstanden uit de bebouwingsvoorschriften (zijnde 20 meter zijwaarts en 15 meter achterwaarts) niet in acht genomen. Een eventuele planschadeclaim wordt aangekondigd. Commentaar van de gemeente Bloemendaal Voor wat betreft het bezwaar tegen de bestemming Landschappelijke tuin op het perceel nr. 469 wordt het volgende opgemerkt. Het ruimtelijk beleid is er op gericht om verdere verdichting middels afsplitsen van kavels ten behoeve van de bouw van nieuwe villa's tegen te gaan. In het verleden heeft de gemeenteraad hiertoe een ander beleid gevoerd, hetgeen de verschillen met de omgeving verklaart. Het beroepen op het gelijkheidsbeginsel is bij gewijzigd beleid niet aan de orde. De bebouwingswijze en het karakter van de omgeving worden gekenmerkt door een villagebied dat langs de wegen en tussen de percelen wordt omgeven met landschappelijk groen (o.a. ook schuin aan de overzijde van bedoeld perceel). Het is geenszins het streefbeeld om in dit onregelmatig gevormde villagebied een strak regelmatig verkaveld patroon te bewerkstelligen. Het landschappelijke karakter van het villagebied dient te worden veiliggesteld. De landschappelijke tuingedeelten bepalen de kwaliteit van het woongebied, dragen bij aan de privacy en hebben een functie voor de vogels en overige fauna in het gebied. Inspreker: Woningbouwvereniging Brederode, Postbus 44, 2060 AA Bloemendaal Verzocht wordt de oude bestemming woondoeleinden op het perceel tussen Brederodelaan 43 en 47 te handhaven. Commentaar van de gemeente Bloemendaal Met betrekking tot de bestemming tussen Brederodelaan 43 en 47 wordt het volgende opgemerkt. In het bestemmingsplan Schroeder van der Kolkweg heeft het betreffende perceel een woonbestemming. Het bouwrecht is gezien de planvoorschriften van dat plan, als volgt te duiden: een zelfstandig bouwrecht voor perceel 772 voor 1 vrijstaande woning, dan wel een bouwrecht in combinatie met de percelen 258 en 259 voor 2 aaneengesloten woningen voor een nieuw blok van in totaal 4. In het voorontwerp-bestemmingsplan Duinlustpark is de bouwmogelijkheid wegbestemd aangezien op het betreffende perceel in die planperiode geen woning gerealiseerd is en de bestaande situatie het uitgangspunt is. Aangezien het echter tevens gemeentelijk beleid is om bestaande rechten te handhaven en het realistisch wordt geacht dat de Woningbouwvereniging de woonbestemming binnen de planperiode realiseert, wordt deze beperking hersteld. In het ontwerpbestemmingsplan Duinlustpark wordt de bestemming Woondoeleinden opnieuw opgenomen. De plankaart is hierop aangepast, alsmede de bestemming Woondoeleinden voor wat betreft het aantal en de milieuparagraaf. Inspreker: De heerJ.J. de Bruin, Duinweg 41, 2061 KX, Bloemendaal Opgemerkt wordt dat het perceel Duinweg 14 in het vigerende bestemmingsplan de bestemming Gemengde bebouwing in ten hoogste twee lagen (GB2) heeft en in het voorontwerpbestemmingsplan Duinlustpark de bestemming Woondoeleinden (W6). De inspreker wil bestaande rechten handhaven. Commentaar van de gemeente Bloemendaal: In navolging van het toegezegde op de inspraakavond is specifiek naar de reeds op dit perceel rustende rechten gekeken. Het perceel heeft in vigerende bestemmingsplan Schroeder van der Kolkweg de bestemming Gemengde bebouwing in ten hoogste twee lagen met bijbehorende erven. Gronden met deze bestemming zijn bedoeld voor woningen, winkels met woningen en verzorgende bedrijven met woningen, alsmede rust- en verzorgingstehuizen. Het perceel heeft in het bestemmingsplan Duinlustpark de bestemming Woondoeleinden gekregen. Dat betekent een beperking van de gebruiksmogelijkheden. In principe geldt als beleid dat bestaande rechten
• bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) •
24
behouden blijven voor zover het realistisch wordt geacht dat deze rechten binnen de planperiode zullen worden gerealiseerd. Voor het opnieuw opvoeren van de gemengde bestemming betekent dit dat het hoofdgebouw, waar thans in gewoond wordt binnen de planperiode (gedeeltelijk) zal worden omgezet naar winkel, verzorgend bedrijf of rust- of verzorgingstehuis. Hiertoe zijn geen concrete aanwijzingen bij de gemeente bekend. De vorm van het bouwvlak is in het voorontwerpbestemmingsplan Duinlustpark strak getrokken rondom het hoofdgebouw van het perceel. In het bestemmingsplan Schroeder van der Kolkweg is een bouwstrook gelegen. De voorschriften van dat bestemmingsplan schrijven voor dat de breedte van ieder hoofdgebouw ten hoogste 12 meter mag bedragen er slechts 1 hoofdgebouw op een bouwperceel aanwezig mag zijn. Aangezien het bestaande hoofdgebouw op het perceel reeds een breedte van ca.12 meter heeft, is er geen sprake van beperking van bouwrecht. d. goothoogte van woningen corrigeren Inspreker: De heer G.C. Paarlberg, Duinlustparkweg 29, 2061 LA Bloemendaal Opgemerkt wordt dat het perceel de bestemming Woondoeleinden met een goothoogte van 7 meter heeft gekregen (W7). De hoogste goothoogte van de woning ligt echter op 8,3 m. De inspreker verzoekt daarom een maximale goothoogte van 8,5 of 9 meter op te nemen. Commentaar van de gemeente Bloemendaal: inderdaad ligt de hoogste goot op ca. 8 meter. Bij het opstellen van het bestemmingsplan is echter niet uitgegaan van de hoogste goot. Wanneer uitgegaan zou worden van de hoogste goot, betekent dit dat bij sloop-nieuwbouw een aanzienlijke verhoging van het nieuw op te richten hoofdgebouw bij recht mogelijk wordt. Omwonenden kunnen dan geen zienswijzen hieromtrent indienen. Zo'n verhoging bij recht past niet binnen de doelstelling conserverend bestemmen. Het bestaande hoofdgebouw kent een variatie aan goothoogten. Naast de goothoogte van 8 meter is bijvoorbeeld -gezien de doorgetrokken daklijn- ook een goothoogte van ca. 5 meter gemeten. Een goothoogte van 7 meter voor het gehele bouwvlak is -gezien de mogelijkheid hierbinnen om twee volwaardige bouwlagen te continueren- derhalve meer dan redelijk. e. erfbestemming en erfbebouwing Inspreker: Mevrouw Ten Cate, Johan Verhulstweg 70 (aantekening informatiebijeenkomst) De situering van een bestaande schuur is niet volgens de bestaande situatie. Tevens wordt aangegeven dat het perceel met kadastraal nr. 310 ook bij de bestemming Erf zou moeten horen. Commentaar van de gemeente Bloemendaal: De gegevens van de ondergrond zijn gebaseerd op een aan de gemeente geleverde zogenaamde 'grootschalige basiskaart'. Deze wordt regelmatig geactualiseerd. De op de plankaart ingetekende ondergrond heeft overigens geen planologisch-juridische betekenis. Er is geen streven naar een volledige juist weergeven op de plankaart ervan. Dit zou te ver voeren met het controleren van alle bestaande bijgebouwen etc. voor het gehele plangebied. Bij het indienen van een bouwaanvraag is een situatieschets vereist, waarop de dan aanwezige bestaande bebouwing op het perceel dient te worden opgetekend. Na bezichtiging is gebleken dat er thans geen sprake is van een schuur in de betekenis van een gebouw, gezien de beperkte hoogte ervan. Het bouwwerk is gelegen op perceel 310 op de bestemming Landschappelijke tuin (Nlt). De plankaart behoeft geen aanpassing. Op de plankaart lopen de eigendomsgrenzen lopen niet parallel met de bestemmingsgrenzen. Het perceel met kadastraal nr. 310 heeft de bestemming Landschappelijke tuin (Nlt) gekregen. Het betreffende perceel maakt onderdeel uit van een groenzone tussen de woningen aan de Vinkenbaan enerzijds en de woningen aan de Johan Verhulstweg en de Pinellaan anderzijds. Indien het perceel nr. 310 de bestemming Erf zou krijgen zou deze groenzone mogelijk onderbroken kunnen worden door erfbebouwing. Dit wordt onwenselijk geacht. Inspreker: Mevrouw E.E. Fuchs-Jansen, Johan Verhulstweg 72, 2061 IL Bloemendaal Opgemerkt wordt dat op perceel nr. 227 een tuinhuisje grenzend aan perceel 228 niet is ingetekend op de plankaart. Tevens wordt opgemerkt dat op perceel nr. 732 een garage en fietsenschuur niet zijn ingetekend op de plankaart. Commentaar van de gemeente Bloemendaal Inzake het belang van de juistheid van gegevens van de ondergrond op de plankaart wordt jiiw n o l iia.cn i H O I v U u i . L/CÏ a a n u c etui n o r Z i j u c ; v a i i u o w ü i ih l y y c y i c y c i i y a i a y c d i
• bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) -
25
fietsenschuur op perceel nr. 732 zijn tegen de perceelsgrens met perceel nr. 229 gelegen: reden om de bestaande erfbebouwing alsnog op te nemen in de bestemming Erf. De plankaart is hierop gewijzigd. Het aan de voorzijde gelegen tuinhuisje op perceel nr. 227 is qua omvang beperkt en is gelegen voor de voorgevelrooilijn, waardoor het de voorkeur verdient om de bestemming Tuin hier te handhaven. Het tuinhuisje behoeft gezien het ondergeschikte belang ervan niet te worden ingetekend op de plankaart. Inspreker: De heer W.A.M. Koch, Vinkenbaan 62, 2061 LR Bloemendaal Opgemerkt wordt dat niet op alle percelen de huidige situatie goed is weergegeven op de plankaart, zoals bijvoorbeeld Vinkenbaan 56 en Pinellaan 9. Gevraagd wordt of voor deze percelen dispensatie is verleend op grond van de Bebouwingsvoorschriften. Commentaar van de gemeente Bloemendaal Voor Vinkenbaan 56 geldt dat dispensatie is verleend van de bebouwingsvoorschriften en vervolgens bouwvergunning verleend. Het bouwplan is echter niet uitgevoerd conform de verleende bouwvergunning. Voor Pinellaan 9 geldt dat het perceel is gelegen in het bestemmingsplan Schroeder van der Kolkweg. De bedoelde uitbreiding van de woning was in strijd met dit bestemmingsplan. Het plan was echter in overeenstemming met het geldende beleid voor erfbebouwing zoals opgenomen in Model 1999. Om die reden is vrijstelling verleend van het bestemmingsplan middels een artikel 19 WRO procedure. Inspreker: Ir. J.L. Min, Duinlustparkweg 25, 2061 LA Bloemendaal Verzocht wordt de bestemming Erf door te trekken tot de perceelsgrens. Bij de Pinellaan 2 is dit namelijk wel het geval. Commentaar van de gemeente Bloemendaal De optekening van de bestemming Erf op de plankaart is gebaseerd op de uitgangspunten van het erfbeleid: het Model 1999, zoals in de Toelichting in paragraaf 3.2. staat verwoord. Voor perceel Pinellaan 2 is de 2,5 meter grens niet opgenomen, omdat het hier om een hoekperceel gaat in combinatie met reeds aanwezige erfbebouwing. Wel wordt in het verlengde hiervan ambtshalve de bestemming Erf op perceel Pinellaan 4 alsnog gewijzigd opgetekend gezien het reeds aanwezige bijgebouw. Zie in dit verband ook het gemeentelijk commentaar op de inspraakreactie van Mevrouw E.E. Fuchs-Jansen, Johan Verhulstweg 72, 2061 LL Bloemendaal. Inspreker: Woningbouwvereniging Brederode, Postbus 44, 2060 AA Bloemendaal De woningbouwvereniging heeft bezwaar tegen het stallen van een kampeerauto of tourcaravan op het erf gedurende het gehele jaar. In samenhang met het doel de landschappelijke waarde van het gebied te versterken, wordt dit niet wenselijk geacht. Commentaar van de gemeente Bloemendaal: De regeling is 'ais standaard' overgenomen uit het bestemmingsplan Landelijk Gebied, evenals een aantal andere regelingen omtrent strijdig gebruik en aanlegvoorschriften. Bij nalezing is gemeend dat deze regeling (en een aantal andere regelingen) expliciet van toepassing is voor het Landelijk Gebied en niet voor alle plangebieden in Bloemendaal, dus ook niet voor Duinlustpark. De bewuste regeling (en een aantal andere regelingen ambtshalve) is daarom nu geschrapt. f.
noodzakelijke sloop-nieuwbouw voor sociale woningbouw blokken
Inspreker: Woningbouwvereniging Brederode, Postbus 44, 2060 AA Bloemendaal De woningbouwvereniging wil 20 duplexwoningen aan de W. Noormanlaan en Brederodelaan slopen. De 20 betreffende woningen zijn zogenaamde duplexwoningen, in eigendom van de woningbouwvereniging, en dateren uit de vijftiger jaren. De woningen zijn erg gehorig en voldoen qua oppervlakte niet meer aan de eisen van deze tijd.
• bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) -
26
Tevens wil de woningbouwvereniging bij de nieuwbouw de bouwblokken herschikken en 8 extra gestapelde woningen ter plaatse van de W. Noormanlaan en Brederodelaan terugbouwen, o.a. door verlenging en verdraaiing van de bouwblokken, overeenkomstig ingediende schetsen. De aanleiding voor dit verzoek is de onvermijdelijke sloop van het (buiten het plangebied gelegen) Boshofje. De eenkamerwoningen van het Boshofje voldoen qua oppervlakte niet meer aan de eisen van deze tijd en zijn bouwtechnisch verouderd. De woningen van het Boshofje hebben bovendien een ongunstige ruimtelijke ligging: ze bevinden zich in een achteraf situatie en zijn oorspronkelijk gebouwd als garages van het toenmalige Provinciaal Electriciteitsbedrijf NoordHolland. Vervangende nieuwbouw ter plaatse van het Boshofje stuit op ruimtelijke, bouwtechnische en milieukundige bezwaren. Uitbreiding van het aantal gestapelde woningen ter plaatse van de inmiddels sterk verouderde bouwblokken aan de W. Noormanlaan en Brederodelaan (de zogenaamde duplex woningen) zou voor deze problemen een oplossing bieden, omdat de ligging mooier is. Tevens is het grondoppervlak er ruimer en kan deze efficiënter worden benut. In samenhang met het voorgenoemde verzoek wenst de woningbouwvereniging stukjes grond met bestemming Groen te bestemmen als Erf. Het betreft het groen tussen de woningen C. Schulzlaan 42 t/m 54, W. Noormanlaan 2 t/m 8a en Brederodelaan 79a t/m 85a. Tevens wordt de verdeling tussen de bestemmingen Erf en Tuin bij Brederodelaan 123/125 beperkend geacht. Verzocht wordt de grenzen gelijk te leggen met die van Brederodelaan 119/121. Commentaar van de gemeente Bloemendaal Het voor-ontwerp, waarop is ingesproken (versie 25-04-2002) is reeds voorzien in de mogelijkheid tot sloop-nieuwbouw van de 20 duplexwoningen met de geboden mogelijkheid tot verdiepen van de bouwblokken tot een diepte van 10 meter. Ten aanzien van het verzoek om bij de sloop-nieuwbouw tevens 8 extra woningen te willen toevoegen het volgende. In het voorontwerp (versie 25-04-2002) is eerdere besluitvorming verwerkt, zo ook van voorliggend verzoek van de woningbouwvereniging om bij de sloopnieuwbouw 8 extra woningen te willen realiseren (PU 01004). Op dit principeverzoek is negatief besloten ten aanzien van het uitbreiden van het woningaantal met 8 extra woningen vanuit de reden dat het beginsel van conserverend bestemmen (in de betekenis, dat er geen nieuwe woningen in het plangebied worden toegevoegd, om hiermee verdichting tegen te gaan) ook opgaat voor een woningbouwvereniging. Inmiddels wordt met de inspraakreactie vanuit de WBV aangedrongen om mee te denken voor een oplossing van het Boshofje. Dit meedenken resulteert in een te rechtvaardigen aanpassing van het bestemmingsplan op dit punt. Gezien de specifiek maatschappelijke functie van de Woningbouwvereniging en de steeds beperktere uitbreidingsmogelijkheden voor nieuwbouw binnen de gemeente, is een positieve gemeentelijke principebereidheid gepast. Wel dienen -vanuit het principe van conserverend bestemmen- de aanwezige waarden in het gebied te worden veiliggesteld. Hiertoe is in artikel 14 een wijzigingsmogelijkheid neergelegd met geformuleerde ecologische en ruimtelijke randvoorwaarden, die de ter plaatse de aanwezige waarden beschermen (w.o. groen). Tevens is in artikel 15 geregeld dat voor het wijzigingsgebied een aanlegvergunning vereist is ten behoeve van onderzoek naar de archeologische waarden. Het wijzigingsgebied (deel I en deel II) is op de plankaart aangegeven. Aan het verzoek om de bestemming Groen te bestemmen als Erf wordt niet tegemoetgekomen. De stukken, groen met waardenvolle bomen dienen gehandhaafd te blijven vanwege de functie van ecologische corridor van het gebied vanuit de duinen. De bosachtige verkavelingstructuur dient behouden te blijven. De ingediende schetsen staan niet ter beoordeling in het kader van dit bestemmingsplan. Doordat er nu een wijzigingsmogelijkheid is opgenomen in het plan, is er voldoende flexibiliteit voor een passend ontwerp binnen de ruimtelijk gestelde randvoorwaarden. Naast de in dit plan geformuleerde ruimtelijke randvoorwaarden ter beoordeling van het wijzigingsplan, behoeft de beoordeling van een concreet ontwerp o.a. ook een beoordeling vanuit welstand op grond van de criteria uit de gemeentelijke welstandsnota. 6.1.4. Grenscorrectie In paragraaf 1.2. is aangegeven dat het plangebied in 2004 is aangepast aan de grenscorrectie tussen gemeente Bloemendaal en Velsen. Afgezien is om ten aanzien van de toegevoegde perceelsdelen extra inspraak toe te passen, omdat de perceelsdelen toehoren aan eigenaren/bewoners, die reeds benaderd zijn in de inspraak voor dit bestemmingsplan. Bij de bekendmaking van het ontwerp-ter inzage ex artikel 23 WRO zijn de eigenaren/bewoners van de
• bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) •
27
betrokken percelen middels een aparte brief extra gewezen op deze wijziging van het plangebied ten gevolge van de grenscorrectie. Het betreft de eigenaren/bewoners van de volgende adressen: Brederodelaan nr 1 (kadastraal bekend onder sectie F 8506); Conollyweg nr 1 (sectie F 2042); Vinkenbaan 54 (sectie F 2188) Vinkenbaan 29 (alleen perceelsdeel sectie F 7183). Ten aanzien van de betrokken perceelsdelen hebben eigenaren/bewoners eerder inspraak mogen leveren op het aangrenzende bestemmingsplan Santpoort-zuid, dat op 17 juni 2004 door de gemeenteraad van Velsen is vastgesteld. Bij het optekenen van de bestemmingen voor deze nieuwe perceelsdelen in dit bestemmingsplan is aansluiting gezocht bij de planinhoud van het bestemmingplan Santpoort-zuid. 6.2. Economische uitvoerbaarheid Het plan heeft een conserverend karakter. De realisatie ervan is in handen van particulieren of de woningbouwvereniging. De economische uitvoerbaarheid is in het kader van de bestemmingsplanprocedure derhalve niet in het geding.
- bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) •
28
7.
HANDHAVING
Ingevolge de planvoorschriften is het handelen in strijd met de bestemmingen verboden. Indien zich strijdige en ongewenste ontwikkelingen of activiteiten voordoen, staat ten behoeve van de handhaving van het verbod in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een aantal bevoegdheden ter bevordering van de naleving van de planvoorschriften ter beschikking, zoals het toepassen van bestuursdwang of het opleggen van een dwangsom. Bij het toepassen van deze bevoegdheden wordt gebruik gemaakt van een opgesteld draaiboek. De controle op de naleving van het bestemmingsplan wordt uitgevoerd door de taakgroep Bouw- en Woningtoezicht en de taakgroep Milieu. Nadat een feit is geconstateerd zal ingevolge het draaiboek, behoudens spoedeisende gevallen, eerst de overtreder worden benaderd aan de overtreding een einde te maken. Dit kan door middel van het staken en het opheffen van de strijdigheid. Indien de strijdigheid niet wordt beëindigd, zal aan het dagelijks bestuur van de gemeente worden voorgelegd om met het middel van bestuursdwang of door het opleggen van een dwangsom te bevorderen dat de situatie in overeenstemming wordt gebracht met het bestemmingsplan. Daartoe zal aan de overtreder een schriftelijke waarschuwing worden verzonden waarin is vermeid binnen welke termijn de overtreding moet worden beëindigd. Tevens staat in de waarschuwing vermeld welke actie vanwege de gemeente kan worden verwacht indien de strijdigheid niet wordt beëindigd. De kosten van deze handhaving worden verhaald op de overtreder.
• bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) -
Bijlage 1 Onderzoek natuurwaarden Sleutelbos
MEMO voor C D . van Ravenhorst (Provincie), A. Brandenburg (Bioemendaal), P. Todirio (Bloemendaal), P. Veel (PWN), K.v.d. Bijl (PWN) uw nummer uw datum 12-11-02
van Marieke Kuipers/PWN
toestel 0251-661036
ons nummer
datum 12-11-2002
onderwerp Natuurwaarden Sleutelbosje
Beste mensen, Hierbij een verslag van de natuurwaarden van het Sleutelbosje, zoals deze in 2002 door PWN zijn geïnventariseerd, in het kader van de vraag van gemeente Bloemendaal aan de Provincie over de bereidheid tot openstelling van het Sleutelbosje; dit in het kader van de bestemmingsplanprocedure Duinlustpark. De hoofdlijnen van het rapport zijn de volgende: Het Sleutelbosje is ca. 4 ha groot, en bestaat uit loofbos op een geaccidenteerde bodem. Eigenaar is de Provincie Noord-Holland en het beheer wordt gevoerd door de N.V. PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland (PWN). In het kader van de vraag van de gemeente Bloemendaal aan de provincie over haar bereidheid tot openstelling, heeft PWN als beheerder van het bos in 2002 een inventarisatie laten uitvoeren van de huidige natuurwaarden van het Sleutelbosje. De voornaamste natuurwaarden van het Sleutelbosje zijn als volgt samen te vatten: • fraaie vermoedelijk middeleeuwse geomorfologie « goed ontwikkelde voorjaarsflora met veel stinzenplanten • grote broedvogeldichtheid, met een soortensamenstelling die vooral lijkt op die van villawijken • habitat voor zes soorten van de Rode lijst, beschermde soorten en/of doelsoorten, waaronder de wijngaardslak (bijlage 6) Twee aspecten van de natuurwaarden van het Sleutelbosje zijn opvallend aanwezig: de voorjaarsflora en de broedvogels. Het natuurbeheer zou zich kunnen richten op behoud en versterking van deze natuurwaarden. Sleutelbegrippen bij het beheer van stinzenbos is het kleinschalig behouden of creëren van openheid (licht), oppervlakkige beroering van de bodem en lichte bemesting. Richtingen voor het bijpassende natuurbeheer zijn helder, maar dienen nog verder uitgewerkt worden. De rijkdom aan vogels in stinzenbos hangt vooral samen met het voorkomen van oude bomen, rust en de variatie in vegetatiestructuur, boomsoorten en ondergroei. Voor struik- en grondbroeders is het van belang dat er plekken blijven met veel struiken en jonge bomen die niet goed toegankelijk zijn voor spelende kinderen en honden. Tijdens het broedseizoen is zoveel mogelijk rust noodzakelijk. Ten aanzien van openstelling van het bos kan worden gesteld dat het openstellen in een of andere vorm voor de recreant zeker niet ongunstig hoeft te zijn voor de voorjaarsflora. Van belang is vooral de intensiteit van de recreatie. Te uitgebreide recreatieve activiteiten zoals intensieve betreding, plattrappen, plukken of uitgraven van planten moeten echter worden voorkomen, zeker in het voorjaar wanneer de planten bovengronds zijn. Voor de vogelbevolking is rust in het broedseizoen en ontoegankelijkheid van struiken van groot belang. Acties PWN Op basis van de huidige natuurwaarden en mogelijkheden tot beheren van natuur- en recreatiewaarden van het Sleutelbosje stelt PWN voor om een beperkte openstelling met belanghebbenden nader uit te werken. PWN zal hiertoe binnenkort met een Plan van Aanpak komen. Bij beperkte openstelling kan men bijvoorbeeld denken aan openstelling voor bezoek met boswachter of andere excursieleider, openstelling van 1 dag per maand, vergroting van de beleefbaarheid door de hekken visueel weg te werken c.q. wat naar binnen te verplaatsen, een pad aan de noordzijde om de Brederodelaan met oostelijk gelegen paden te verbinden, etc.
Natuurwaarden van het Sleutelbosje Hubert Kivit, oktober 2002
Voorjaarsflora, 5 april 2002
Samenvatting In 2002 heeft een inventarisatie plaatsgevonden van defloristischeen vogelkundige waarden van het Sleutelbosje, gelegen in de gemeente Bloemendaal en in beheer bij PWN. Deze inventarisatie dient als ondersteuning voor een evt. beslissing het bos open te stellen voor het publiek. De voornaamste natuurwaarden van het Sleutelbosje zijn. • fraaie vermoedelijk middeleeuwse geomorfologie • goed ontwikkelde voorjaarsflora met veel stinzenplanten • hoge broedvogeldichtheid, met een soortensamenstelling die vooral lijkt op die van villawijken • habitat voor zes soorten van de Rode lijst, beschermde soorten en/of doelsoorten, waaronder de wijngaardslak (zie bijlage 6)
Doel van deze notitie Het Sleutelbosje ligt in de gemeente Bloemendaal. ten oosten van de Brederodelaan ter hoogte van de ingang van het voormalige Provinciaal Ziekenhuis (bijlage 1). Het bos is (volgens de PWN-bedrijfskaart) 4.42 ha groot, en bestaat uit loofbos op een geaccidenteerde bodem. Eigenaar is de Provincie Noord-Holland; het beheer wordt gevoerd door de N.V. PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland (PWN). Gemeente Bloemendaal heeft in het kader van de bestemmingsplanprocedure Dninlustpark aan de Provincie gevraagd of zij bereid is tot openstelling. Als beheerder van het bos is PWN betrokken bij de discussie hierover. Als basis voor de diskussie over openstelling heeft PWN een inventarisatie laten uitvoeren van de huidige floristische en avifaunistische waarden van het Sleutelbosje. Deze notitie doet verslag van de uitgevoerde inventarisatie. Onderzoeksmethode In 2002 is het Sleutelbosje onderzocht op de aspecten broedvogels en hogere planten. Gegevens van andere soortengroepen zijn alleen terloops tijdens het veldwerk verzameld. Daarnaast zijn de (weinige) gegevens uit het PWN-archief bekeken. De broedvogels zijn geïnventariseerd door W.T. de Nobel en H.A. Kivit volgens de SOVON-methodiek (van Dijk 1996). Na een veldbezoek voor de broedvogels door laatstgenoemde is steeds het bos doorkaüst op voorkomende planten. Een aantal soorten zijn gekarteerd. Landschappelijke ligging, geomorfologie en geschiedenis Het Sleutelbosje ligt op de westrand van de strandwal waarop ook Bloemendaal en Santpoort liggen (bijlage 1). Het is het noordelijkste bos van een serie parken en landgoederen op deze strandwal; zuidelijker liggen o a. Schapenduinen, Wildhoef, Bloemendaalse bos, Tlüjsse's Hof en Lindenheuvel. Landgoed Meer en Berg ligt in de voormalige strandvlakte aan de westzijde van het Sleutelbosje. De strandwal waarop het Sleutelbosje ligt in de loop van de afgelopen eeuwen grotendeels afgegraven of geëgaliseerd; slechts kleine delen ervan hebben nog een meer oorspronkelijke geomorfologie (Bakker et al. 1979). Naar het aanwezige reliëf te oordelen heeft ook het Sleutelbosie een meer natuurlijke geomorfologie. Het meest reliëfrijke deel van het Sleutelbos is het deel ten oosten van het afgesloten pad; het deel ten westen van dit pad is vrij vlak. Het reliëfrijke deel kent flinke hoogteverschillen (tot een meter of vijf) over korte afstand en is daarmee bijzonder; in de omliggende villawijk resteert daarvan niets meer. Op de strandwallen heeft van oorsprong bos gestaan. In de Middeleeuwen zijn deze door de mens grotendeels gekapt en ontgonnen danwei beweid. Hierdoor en door intensieve exploitatie zijn delen van het strandwallenlandschap in verstuiving gegaan. Vermoedelijk is het huidige reliëf van het Sleutelbosje toen ontstaan. Nadien zijn delen weer bebost om het achterland tegen stuivend zand te behoeden (Geelhoed et al 1998). Op de landschapsecologische kaart van Doing (1988) wordt het vlak waarin het bos ligt gecodeerd met Wwe: een droge standwal met kenmerken van een vochtige strandwal of-vlakte. Op de topografische kaart 1:50.000 van 1850 staat het gebied (en ook de omgeving) als bos opgegeven, op een klein stuk in het zuiden na (bijlage 2); op de topografische kaart van 1876 is het hele gebied bos (bijlage 3). Op die kaart staat een spoorlijn aangegeven van de stoomtram naar Meer en Berg, die langs de noordrand van het bos loopt. Het spoor is er niet meer, maar het tracé is in het bos nog herkenbaar. Ten zuidoosten van het bos staat op de topkaart van 1850 de naam Duinlust wellicht een landgoed waar het Sleutelbos deel van uitmaakte. Op de kaart van 1876 wordt aangegeven dat Duinlust een hotel is. Op de wandel- enfietskaartvan Zuid-Kennemerland (uitgave 1997) staat het Sleutelbosje genoemd onder de naam Duinlustpark. Tot 1 maart 1990 werd het bos beheerd door het Provinciaal ziekenhuis Meer en Berg. Sindsdien is het in beheer bij PWN. In de huidige situatie wordt het bos aan alle kanten begrensd door infrastructuur of bebouwing (bijlage 1). Langs de westgrens loopt de Brederodelaan, langs de zuidgrens de van Ewijckweg en de Pinellaan. In het oosten en noorden grenst het aan de turnen van de Evertslaan en de Brederodelaan Een wandel/fietspad loopt aan de zuidzijde voor een klein deel door het bos en verder langs de oostzijde door het bos. Verder loopt door het bos een niet-openbaar en niet onderhouden pad van zuid naar noord. Dit pad heeft in het middendeel een kunstmatig talud. Hier is waarschijnlijk in hel verleden grond opgebracht. Dit pad is reeds aanwezig op de kaart van 1850. Beide delen van het bos (het grote deel ten noordwesten en het kleine deel ten zuiden van het wandel/fietspad) zijn omgeven door een ca. 1.5 m hoog hekwerk. In het hekwerk bevinden zich drie toegangen, één in het zuidelijk deel en twee in het noordelijk deel die aansluiten op het niet-toegankelijke noord-zuidpad. Tevens hebben diverse bewoners van aangrenzende tuinen een privé-toegangshek naar het bos.
bosanemoon en daslook, 5 april 2002
Bodem en grondwater De in het Sleutelbosje voorkomende plantensoorten indiceren een zwak zuur tot zwak basisch milieu (Ellenbergwaarde gem. 6.2). Omdat geen historische vegetatiegegevens beschikbaar zijn is niet bekend of er bodemverzuring plaatsvindt en zo ja hoe snel. Voor de stinzenflora is verzuring niet gunstig, o.a. omdat de afbraak van organische stof dan trager gaat verlopen. Er zijn geen tekenen in de vegetatie te vinden die erop wijzen dat het grondwater dicht onder het bodemoppervlak ligt Wel bevat het bodemprofiel waarschijnlijk vrij veel hangwater waar de vegetatie van kan profiteren. De indicatiewaarde van de vegetatie (Ellenbergwaarde 5.5) wijst op licht vochtige omstandigheden. In het verleden is de strandvlakte ten westen van het Sleutelbosje veel natter geweest dan nu het geval is. De vijver die bij het landhuis Meer en Berg ligt is het restant van een vrij groot meer met moeras dat daar tot de 17e eeuw gelegen moet hebben. Vanwege de ligging aan de rand van de strandvlakte is het Sleutelbosje toen ook vochtiger geweest. Wellicht was er toen ook sprake van kwel uit de Brederodeberg e.o. De stikstofindicatiewaarde van de vegetatie (Ellenbergwaarde 6.2) wijst op een matig stikstofrijke bodem. Flora en vegetatie In het sleutelbosje zijn bij de inventarisatie van 2002 (die zich voornamelijk op het voorjaarsaspect concentreerde) zo'n 60 plantensoorten gevonden (bijlage 4). Het Sleutelbosje bestaat geheel uit vrij hoog opgaand loofbos. De boom- en struiklaag zijn goed ontwikkeld. De kruidlaag is pleksgewijs ontwikkeld, vooral langs de randea Een moslaag is alleen hier en daar bij boomvoeten te vinden. De boomlaag wordt gedomineerd door beuk en zomereik. Er zijn enkele oude dikke beuken aanwezig. De meeste eiken zijn enkelstammig en hoog opgaand, maar in het noodelijk deel staan ook enkele meerstamige eiken, vermoedelijk ontstaan uit stoven. In het deel ten zuiden van het fietspad staan wat minder beuken. De meeste bomen zijn vermoedelijk minder dan een eeuw oud; enkele beuken en eiken zullen ouder zijn. Hier en daar komen gewone esdoorn, noordse esdoorn en es in de boomlaag voor. De struiklaag bestaat voornamelijk uit hulst en gewone vogelkers, in mindere mate uit gewone esdoorn. In het westelijk deel staat zoveel hulst dat het bos daar nauwelijks toegankelijk is. Het meeste hulstblad is gaafrandig, hetgeen wijst op een relatief hoge ouderdom van de bomen (Weeda et al., 1987). Vogelkers is het meest
algemeen in het noordelijk deel van het bos. Opvallend is dat veel bomen daar practisch liggen. De oorzaak is niet bekend; wellicht heeft een van de aangrenzende bewoners recentelijk een aantal bomen omgetrokken In de struiklaag zijn ook jonge beuken aanwezig; eikenzaailingen zijn niet geziea Er staan veel zaailingen van gewone, en in mindere mate van noordse esdoorn in het bos. Deze zijn waarschijnlijk afkomstig van enkele volwassen bomen in het bos. De kruidlaag wordt pleksgewijs gedomineerd door klimop, vooral in het noordelijk deel. Ook de bomen zijn flink met deze soort begroeid. Verder is in grote delen van het bos geen uitgebreide kruidlaag aanwezig; door de gesloten kroonlaag met de vele beuken is het daar te donker voor. Langs de randen van het gebied komen soorten voor van voedserijke zomen;fluitenkruid,grote brandnetel, kleefkruid, gewone vlier, zevenblad, gewone en reuzenbereklauw. Enkele bijzondere planten die zijn gevonden zijn donkere ooievaarsbek, rode kamperfoelie, gevlekte dovenetel en alpenbes. Tijdens de Provinciale milieuinventarisatie in 1982 zijn verder ook kruipend zenegroen, hondsviooltje, duinsalomonszegel, brede eikvaren en kruisbes gevonden. Er komen enkele soorten voor die indicatief zijn voor oude bosgroeiplaatsen: muskuskruid, bosanemoon en lelietje-van-dalen (Koop & v/d Werf 1995). De vegetatie van het Sleutelbosje behoort tot de klasse der eiken-beukenbossen op betrekkelijk voedselrijke bodem, en binnen deze klasse tot het essen-iepenbos (Stortelder et al. 1999). Het essen-iepenbos is kenmerkend voor oude landgoederen met een nog niet ontkalkte bodem en een hoge bodembiologische activiteit, en valt op door zijn fraaie voorjaarsflora met veel stinzenplanten. Kenmerkende soorten van dit bostype die in het Sleutelbosje zijn aangetroffen zijn o.a. donkere ooievaarsbek en aalbes. Vooriaarsflora en stinzenplanten Het meest opvallende en bijzondere vegetatieaspect in het Sleutelbos is de voorjaarsflora. Deze wordt bepaald door soorten als speenkruid, daslook, vingerhelmbloen, krokus, muskuskruid, bosanamoon, sneeuwklokje, bonte gele dovenetel, vroege en oosterse sterhyacint,wilde hyacint en lelietje-der-dalen. De laatstgenoemde soort is een ware krachtpatser die bij de stoep langs de Pinellaan door het plaveisel brak! Deze voorjaarsflora, die voor een groot deel uit zgn. stinzenplanten bestaat, is overal in het bos te vinden, maar concentreert zich vooral langs de randen en langs het afgesloten pad (zie onderstaande figuur).
/
'%
r^I t f
xv X
V*1
\
J
^
\ \
Figuur. Vindplaatsen van stinzensoorten (categoriën r en e, zie bijlage 4) in het Sleutelbosje, voorjaar 2002 (t.g.v. Heine onnauwkeurigheden in de lokatiebepaling tn,b.v. Garmin GPS liggen sommige waarnemingspunten buiten de terreingrens)
Hoge bomen vangen niet alleen veel wind maar ook veel licht. Het gevolg is dat de bosbodem van een zomers bos in de regel koel en donker is. Geen ideaal milieu voor de ontwikkeling van kruiden en lage struiken. Toch hebben veel kleine bosplanten een strategie ontwikkeld om zich hier te kunnen handhaven. Die strategie bestaat eruit om vóórdat de bomen vol in blad staan en het bos donker wordt de levenscyclus (groei, bloei, vruchtzetting en aanmaken reservevoedsel) voltooid te hebben. Deze strategie wordt toegepast door de voorjaarsflora van de meeste bossen op de wat voedselrijkere gronden, bijv. speenkruid, bosanemoon en klimopereprijs die alle drie in het Sleutelbosje voorkomen. Als de bomen in blad staan zijn deze soorten bovengronds al afgestorven. De aantrekkelijkheid van deze vaak uitbundig bloeiende voorjaarsflora maakte haar ook gewenst in buitenplaatsen, kloostertuinen, parken e.d. Er werd een beheer gevoerd dat speciaal lüerop gericht was, en de oorspronkelijke soorten werden aangevuld met diverse van nature ter plaatse niet voorkomende en zelfs uitheemse soorten (veelal bos- en knolgewassen), zoals sneeuwklokje, donkere ooievaarsbek en sterhyacint. Het beheer bestond (en bestaat) vooral uit het enigszins open houden van het bos en periodieke grondbewerking in de vorm van schoffelen, harken en bemsten. Op deze wijze zijn het stinzenrailieu en de stinzenflora ontstaan. Van veel stinzenplanten is nu niet meer te zeggen of ze ooit zijn aangevoerd of niet, bijv. daslook en vingerhelmbloem. De stinzenflora bestaat dus zowel uit soorten die buiten het specifieke door de mens gecreëerde stinzenmilieu niet voorkomen alsook uit soorten die van oorsprong in voedselrijke bossen inheems zijn en zich in het stinzenmilieu gevestigd hebben. Het ideale stinzenmilieu in Nederland ligt op het grensgebied van hoog naar laag, van droog naar nat De bodem is zandig en luchtig, en relatief voedselrijk. De binnenduinrand is één van de rijkste gebieden voor stinzenplanten in ons land (Bakker & Boeve 1985), en daarbinnen is vooral de omgeving van Haarlem met zijn lint aan (voormalige) buitenplaatsen (het 'Zegenpralent Kennemerlant') rijk aan stinzenmilieu's. Het Sleutelbosje, gelegen op een lage strandwal aan de rand van een voormalige strandvlakte, is dan ook een uitstekende locatie voor een stinzenflora. Zoogdieren Op 27 mei 1999 is een rosse vleermuis waargenomen aan de zuidwestkant van het bos. Dit is een bekende soort rninA. ö-ri Aa ]*\r*r\rfr>>aA\\f-\c
Ata
\rr<\'\-m\rr\\r\t\:ta.c-
Tiaofi- it-i /-» o
-LCU.1V4. WXI \X\J t O l . l u g U V U l / V / O Ö ' - ' i L , U I V XiJL«CU.i.Ijtvt/JI\JIUVÖ U W L U l 11.1 \J.Cl.
P i n r o i v i art C/-»lv V,Cl|JAVA£i v i l
UOJ.1I
AVr CIJ.X or
Aerschot et al. 2001). Vanwege het grote aantal holen is het goed mogelijk dat deze soort zich ook in het Sleutelbosje voortplant. Op 18 juni 1993 is een gewone dwergvleermuis gezien aan de zuidkant van het bos (bron: archief NOZOS). Tijdens de broedvogelinventarisaue in 2002 is een hol gevonden, mogelijk van een vos. Broedvogels De broedvogels zijn geïnventariseerd in 1996 (Veenstra 1996) en in 2002 (bijlage 5). Het aantal soorten broedvogels dat is vastgesteld was in 1996 29 en m 2002 23. Het totale aantal territoria was in beide jaren 86 resp. 81. Enkele bijzondere soorten zijn sperwer (1 paar), holenduif (2 paar),bosuil (1 paar), groene specht (Rode lijstsoort, 1 paar), boomklever (2 paar) en appelvink (1 paar). Voor een klein gebied als het Sleutelbosje is de vogeldichtheid erg hoog. Omgerekend per 100 ha betekent het een dichtheid van ca 1800-2000 territoria. In het strandwallen- en landgoedlandschap van Zuid-Kennemerland bedraagt de dichtheid aan broedvogels gemiddeld zo', 6 tot 700 territoria per 100 ha (Geelhoed et al. 1998). Zelfs als het Sleutelbosje wordt vergeleken met de broedvogeldichtheid van een (gemiddelde) villawijk in ZuidKennemerland (ca 1400 terr./ha) is het rijk te noemen. Vanwege de ligging langs villatuinen en het feit dat het een klein gebied is is het logisch dat de vogeldichtheid ook veel lijkt op die van een villawijk. Veel broedvogels van het bos behoren tot de holen- en spletenbroeders: koolmees, pimpelmees, glanskop, grote bonte specht, groene specht, boomkruiper, boomklever, roodborst, bosuil en holenduif. Daarnaast zijn er uiteraard veel boombroeders, sperwer, houtduif, gaai, ekster, kraai, vink en appelvink. Ook struikbroeders komen voor: merel, zanglijster, zwartkop en staartmees. Er leeft slechts één grondbroeder, de tjiftjaf. Ook in de verdeling van de broedvogels naar nestlocatie vertoont de vogelbevolking van het Sleutelbosje de meeste verwantschap met die van een villawijk. Als vogelgemeenschap kan de broedvogelbevolking van het Sleutelbosje tot het boomkleverrijk bosvogelgezelschap gerekend worden, met hoge dichtheid aan holenbroeders en relatief weinig soorten van open bos en bosranden. Slakken Naar slakken is met specifiek gezocht; alleen toevallige waarnemingen zijn genoteerd. De volgende soorten zijn waargenomen: heesterslak (Arianta arbustorum), gewone tuinslak (Cepaea nemoralis), het hoorntje vale clausilia (Clausiha bidentata) en de Wijngaardslak (Helix pomatias). Laatstgenoemde wettelijk beschermde soort is goed bekend uit de omgeving van Bloemendaal (Butot 1972) en is algemeen in het bos. De wijngaardslak kan een typische bewoner van het stinzenmilieu genoemd worden. Van oorsprong inheems in Zuid-Limburg, is deze soort om o.a. culinaire redenen ingevoerd in o.a kloostertuinen en buitenplaatsen. Op
veel van deze plaatsen houdt de wijngaardslak samen met de stinzenflora stand, en kan daarom met recht tot de "stuizenfauna' gerekend worden (Leys 1979).
vmgerhelmbloem, S april 2002
Beheer Twee aspecten van de natuurwaarden van het Sleutelbosje zijn opvallend aanwezig: de voorjaarsflora en de broedvogels. Het beheer zou zich kunnen richten op behoud en versterking van deze natuurwaarden. Sleutelbegrippen bij het beheer van stinzenbos is het behouden of creëren van openheid (licht), oppervlakkige beroering van de bodem en lichte bemesting (Bakker & Boeve 1985). Het stinzenbos is gekenmerkt door een open structuur, met overgangen van licht naar donker. Van belang is dat de bomen enige onderlinge afstand houden en dat er open plekken in de struiklaag aanwezig blijven Veel licht doorlatende soorten als eik en es zijn gunstiger dan schaduw gevense soorten als beuk, esdoorn, hulst en taxus. Omdat er al jaren geen actief beheer meer wordt gevoerd is het bos vermoedelijk steeds dichter aan het worden. Dit is ongunstig voor de stinzenflora. Zo komt de hulst door het hele bos voor en vormt plaatselijk (vooral in het westelijk deel) practisch ondoordringbare struwelen. Een andere soort die zich aan het uitbreiden is is de esdoorn. Omdat een goed stinzenmilieu altijd enigszins dynamisch is zal deze soort zich hierin altijd thuisvoelen en is dus moeilijk te bestrijden. Misschien kunnen (m.b.v. vrijwillige buurtbewoners?) enkele plekken esdoornvrij gemaakt worden. Er zijn enkele grote zaadverspreidende exemplaren aanwezig. Deze zouden geringd of omgezaagd kunnen worden. Uitslepen van gezaagde bomen leidt tot enige bodemwoeling, maar voor de stinzenflora is dit juist gunstig. Een kleinschalige variatie in licht- en voedselomstandigheden creëren (het aanwezige reliëf draagt hier al in flinke mate aan bij) is het gunstigst voor de voorjaarsflora. In veel stinzenmilieus wordt zelfs geregeld bemest met stalmest of gecomposteerd blad. en soms wordt er zelfs bekalkt om de mineralisatie van organische stof te bevorderen. De oude eiken en beuken zijn heel kenmerkend voor het stinzenmilieu en ook belangrijk voor veel planten- en diersoorten zoals paddestoelen, mossen, insecten, holenbroeders en vleermuizen Stinzenplanten hebben een vrij voedselrijke en luchtige kalkhoudende bodem nodig. Gevallen blad moet snel verteerd kunnen worden en een milde humus opleveren. Het is opvallend dat de soorten van het stinzenmilieu zich concentreren rond de randen van het bos en langs het (afgesloten) pad door het bos (zie het kaartje).
Duidelijk is te zien dat langs de randen verrijking plaatsvindt door o.a. weggeworpen tuinafval. Ook de grotere hoeveelheid licht langs de randen is gunstig. De combinatie van verrijking met organisch materiaal en het ontbreken van betreding zorgt voor een luchtige bodem met een hoge biologische activiteit. Openstelling van het bos in een of andere vorm voor de recreant, mits het bos niet onder de voet gelopen wordt hoeft zeker niet ongunstig voor de voorjaarsflora te zijn. Betreding, graven en woelen door kinderen en honden, wegwerpen van etensresten e.d. geven enige dynamiek en zorgen voor gradiënten, waar stinzensoorten gebaat bij zijn. Te uitgebreide recreatieve activiteiten zoals intensieve betreding, plattrappen, plukken of uitgraven van planten moeten echter worden voorkomen, zeker in het voorjaar wanneer de planten bovengronds zijn. Bij aanleg van paden kunnen schelpen gebruikt worden als verhardingsmateriaal. Het stinzenbos kan ook rijk aan vogels zijn. Vooral het voorkomen van oude veel zaad producerende bomen met holen en spleten zijn gunstig voor broedende en overwinterende vogels, evenals variatie in vegetatiestructuur, boomsoorten en ondergroef Voor struik- en grondbroeders is het van belang dat er plekken blijven met veel struiken en jonge bomen die niet goed toegankelijk zijn voor spelende kinderen en honden. Tijdens het broedseizoen moet er uiteraard zoveel mogelijk rust zijn, zodat schuwe vogels als de sperwer tot broeden kunnen komen. Literatuur • Aerschot, R.P. van, H.P.J. van Bakel, P.J.B.A. de Natris, B.J Oosterop, R.J. Prins & H. Wijkhuisen, 2001. Waardenrapport over hel landgoed Meer en Berg. Ver. Beh. landgoed Meer en Berg 8 Bakker, P. & E. Boeve, 1985. Stinzenplanten. Ver. tot Beh. van Natuurmonumenten in Ned., 'sGraveland a Bakker, T.W.M., J.A. Klijn & F.J. van Zadelhof, 1979. Duinen en duinvalleien. Een landschapsecologische studie van het nederlandse duingebied. Pudoc, Wageningen • Butot, L.J.M., 1972. De geschiedenis en de verspreiding van de wijngaardslak langs de duinzoom. De Levende Natuur 75(2): 29-40 • Dijk, A.J. van, 1996. Broedvogels inventariseren in proefvlakken. Handleiding broedvogel monitoring project (BMP). SOVON, Beek-Ubbergen • Doing, H. 1988. Landschapsecologie van de nederlandse kust. St. Duinbehoud, Leiden • Geelhoed, • Koop, H. & S. v/d Werf, 1995. Natuurlijke bosgemeenschappen. A-locaties en boscomplexen. JJBNDLO rap. 162 • Leys, H.N., 1979. Stinsemilieus. In: Rijks Instituut voor Natuurbeheer: Natuurbeheer in Nederland; levensgemeenschappen. Pudoc, Wageningen » Stortelder, A.H.F., J.H.J. Schaminée & P.F.W.M. Hommel, 1999 De vegetatie van Nederland. Deel 5. Plantengemeenschappen van ruigten, struwelen en bossen. Opulus press, Uppsala ® Veenstra, B. 1996. Broedvogelinventarisatie van de door PWN beheerde gebieden in ZuidKennemerland 1996. PWN, Bloemendaal • Weeda, E.J., R. Westra, Ch. Westra & T. Westra, 1985-94. Nederlandse oecologische flora. Wilde planten en hun relaties. IW/VARA/VEWIN
Bijlage 1 Ligging Sleutelbosje in de gemeente Bloemendaal
493(300
m *****
A N
Bijlage 2 Globale ligging Sleutelbosje ten opzichte van topografische kaart van ca 1850
Bijlage 3 Globale ligging Sleutelbosje ten opzichte van topografische kaart van ca 1876
—,
Bijlage 4. In voorjaar 2002 waargenomen planten in het Sleutelbosje
H
•O
H
•
Naam Spaanse aak Noordse esdoorn Gewone esdoorn Muskuskruid Zevenblad Look-zonder-look Slangelook Daslook Kraai look Bosanemoon Fluitekruid Gevlekte aronskelk bamboe Aucuba Castanea sativa Lelietje-van-dalen Vingerhelmbloem Eenstijlige meidoorn Bonte krokus Brede stekelvaren Wilde kardinaalsmuts Beuk Gewone es Gewoon sneeuwklokje Kleefkruid Donkere ooievaarsbek Geel nagelkruid Klimop Reuzenbereklauw Gewone bereklauw Hulst Klein springzaad Bonte gele dovenetel Gevlekte dovenetel Gewone kamperfoelie Tartaarse kamperfoelie Rode kamperfoelie Tuinjudaspenning Gewoon sterremos Wilde narcis s.l. Gewone eikvaren Fraai haarmos Witte abeel Gewone vogelkers Laurierkers Zomereik Speenkruid Alpenbes Aalbes Gewone braam Ridderzuring Gewone vlier Vroege sterhyacint Wilde hyacint Oosterse sterhyacint Dagkoekoeksbloem Lijsterbes Bosandoorn Taxus Zomerlinde toorts (rozet) Klimopereprijs
Wetjiaam Acer campestre Acer platanoides Acer pseudoplatanus Adoxa moschateliina Aegopodium podagraria Alliaria petiolata Allium scorodoprasum Allium ursinum Allium vineale Anemone nemorosa Anthriscus sylvestris Arum maculatum Arundinaria sp. Aucuba japonica Tamme kastanje Convallaria majalis Corydalis soiida Crataegus monogyna Crocus vernus Dryopteris dilatata Euonymus europaeus Fagus sylvatica Fraxinus excelsior Galanthus nivalis Galium aparine Geranium phaeum Geum urbanum Hedera helix Heracleum mantegazzianum Heracleum sphondylium Ilex aquifolium Impatiens parviflora Lamiastrum galeobdolon cv. 'Florentinum' Lamium maculatum Lonicera periclimenum Lonicera tatarica Lonicera xylosteum Lunaria annua Mnium hornum Narcissus pseudonarcissus Polypodium vulgare Polytrichum formosum Populus alba Prunus padus Prunus laurocerasus Quercus robur Ranunculus ficaria Ribes alnjnum Ribes rubrum Rubus fruticosus Rumex obtusifolius Sambucus nigra Scilla bifolia Scilla non-scripta Scilla siberica Silene dioica Sorbus aucuparia Stachys sylvatica Taxus baccata Tilia piatyphyllos Verbascum sp. Veronica hederifolia
Stinzenplanten (aanduiding volg. Bakker & Boeve 1985): b = begeleidende stinzenplant r = regionale stinzenplant e = exotische stinzenplant
Stinzenplant
b b r b b b
r r e
e e b
b
e r?
b e
b
e r e b
b
Bijlage 5. Aantal territoria van broedvogels in 1996 en 2002 in het Sleutelbosje naam Appelvink Boom klever Boomkruiper Bosuil Ekster Fitis Glanskop Goudvink Grauwe Vliegenvanger Groene Specht Groenling Grote Bonte Specht Heggemus Holeduif Houtduif Koolmees Merel Pimpelmees Roodborst Sperwer Spreeuw v-suCïui Li i i v v ^ y
Tjiftjaf Tuinfluiter Turkse Tortel Vink Vlaamse Gaai Winterkoning Zanglijster Zwarte Kraai Zwartkop
1996 1 3 1 1 1 2 2 2 1 1 2 1 1 6 9 13 7 9
2002 1 2 2 1 1 2
1 3 2 5 7 13 5 15 1
2 1 i
2 1 1 3 2 5 /i —r
1 5
1 1
5 2 8 2 1 1
Bijlage 6 In 2002 in het Sleutelbosje waargenomen soorten met een bijzondere status Soort Rosse vleermuis Groene specht Wijngaardslak Donkere ooievaarsbek Daslook Rode kamperfoelie
Rode lijst
Hab itatrichtlijn
NB-wet
FF-wet
Bijlage 4
X
Bijlage 5
X
X
X
X
X X
NB-wet = Natxiurbeschenningswet FF-wet = Flora- en Faunawet Doelsoort = doelsoort volgens het handboek natuurdoeltypen in Nederland, editie 1995
o
RL NoordHolland X X
doe/soort
X X X X
Bijlage 2 Globaal rapport verspreiding beschermde en bedreigde dier- en plantensoorten
Soortenbescherming Naast speciaal aangewezen gebieden worden ook diverse planten- en diersoorten beschermd op basis van Europese en Nederlandse wet- en regelgeving. In de bijlagen bij de EU-Habitatrichtlijn zijn diverse beschermde dier- en plantensoorten aangewezen. Dit soortbeschermingsregime is op nationaal niveau geïmplementeerd in de Flora- en Faunawet. Naast de op Europees niveau beschermde soorten worden in deze wet ook een aantal soorten genoemd, die alleen op nationaal niveau beschermd zijn. Voor de groep bedreigde en ernstig bedreigde diersoorten en soorten die worden vermeld in bijlage IV van de Europese Habitatrichtlijn geldt het meest strikte beschermingsregime. Voor de meer algemeen voorkomende flora- en faunasoorten zijn de afwijkingscriteria minder streng. Per 1 april 2002 is de Flora- en faunawet in werking getreden. Binnen deze wet heeft een groot aantal planten- en diersoorten een beschermde status. Op grond van de Flora- en faunawet is het verboden activiteiten te verrichten die leiden tot aantasting van deze soorten en van hun voortplantings-, vaste rust- of verblijfsplaats. Als er sprake zal zijn van aantasting, is het uitvoeren van een dergelijke activiteit alleen toegestaan met een ontheffing van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Voor de meest strikt beschermde soorten kan ontheffing worden verleend indien er geen andere bevredigende oplossing bestaat, dwingende redenen van groot openbaar belang (met inbegrip van redenen van sociale of economische aard) dan wel het milieu met de activiteit worden gediend en er geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort. Ten aanzien van de meer algemeen voorkomende soorten kan ontheffing worden verleend indien geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de desbetreffende soort. Hieronder treft u een globaal overzicht aan van de aanwezige beschermde en bedreigde soorten in het plangebied en de directe omgeving, ontleend aan de website www.natuurloket.nj (bezoekdatum 17 januari 2006). c3ü»iaa» ' a o p o t we-sa* e i c i o g ö e s t n e r i v i d e e '
aeJiaocasoo"1?'
Samenstelling: 17-1-2006 Let op: Aan deze gegevens kunnen geen rechten worden ontleend. Lees ook de afwijzing van Da"s,3
* Legenda FF = Flca- en faunawet
lijst 1 / lijst 2-c3 H/V = HabitstHcr-titjr (alleen bijlage 1 en 2) of Vogelncrtlijr
RL = Rode Lijst (#} - tevens
_-(
. -1-
-
verzameld. Volledigheid onderzoek: Hiermee wordt aangegever cf op basis van de gebrachte bezoeken een volledig cve^icht is te verwachten var de soorten van de betreffence soortgroep. Een toelichting 00 deze categorieër kunt L vinden onderaar deze rapportage, Actualiteit: per greep is aangegeven uit weke penode de gegevens zijn opgenomer. niet var toepassing
BIJLAGE 2 Externe werking Europees Habitatrichtlijn Algemeen Het wettelijk kader maakt onderscheid tussen enerzijds de gebiedsbeschermende wet- en regelgeving en anderzijds de soortbeschermende wet- en regelgeving. Beide stelsels kunnen onderverdeeld worden in een Europese en Nederlandse component. Voor wat betreft de gebiedbescherming gelden op Europees niveau de Habitatrichtlijn en de Vogelrichtlijn. De EU Vogelrichtlijn beschermt vogels in bepaalde beschermingszones. Daarnaast zijn op nationaal niveau in het kader van de Natuurbeschermingswet van 1967 bepaalde Natuurmonumenten beschermd. In de nieuwe Natuurbeschermingswet zijn de EU-Habitatrichtlijn en de EUVogelrichtlijn omgezet in Nederlandse wetgeving. Qua soortbescherming zijn op Europees niveau via de aanwijzing van beschermde gebieden ook de soortbeschermende bepalingen van toepassing. Op nationaal niveau zijn deze bepalingen grotendeels verwoord in de Flora- en Faunawet. Gebiedsbescherming In het kader van de Europese Habitatrichtlijn worden voor bepaalde habitats (natuurgebieden) en habitats van soorten (leefgebieden) speciale beschermingszones aangewezen (de zogenaamde Natura 2000 gebieden). Het Landgoed Schapenduinen, gelegen aan de zuidzijde het plangebied, waarvan een klein deel in het plangebied zijn gelegen, valt binnen deze speciale beschermingszone in het kader van de Habitatrichtlijn. Begrenzing van het Habitatrichtliingebied en ligging plangebied.
Het Ministerie LNV start in het voorjaar 2006 de aanwijzingsprocedure voor de definitieve begrenzing van de Natura 2000 gebieden. De precieze begrenzing van het Europees habitatgebied kan in het kader van die procedure dus nog wijzigen. Op de website van het ministerie zijn de meest actuele gegevens te vinden over deze procedure en het daarbij behorende begrenzingsvoorstel. Ingrepen in het landschap dienen getoetst te worden op eventuele effecten op de speciale beschermingszones. Dat is niet uitsluitend beperkt tot eventuele effecten van plannen of projecten binnen de betrokken SBZ-H, zij betreffen eveneens het toetsen van plannen en projecten in de omgeving die significante effecten kunnen hebben op de beschermde natuurwaarden in de SBZ-H hoewel zij zich daarbuiten afspelen (de zogenaamde 'externe werking'). De provincie NoordHolland kan ontheffing verlenen voor plannen en projecten. Daarbij kan ontheffing worden verleend indien er geen negatieve effecten op de natuur zijn, geen andere bevredigende oplossing bestaat en dwingende redenen van groot openbaar belang (met inbegrip van redenen van sociale of economische aard) aanwezig zijn.
Soortsroep
FF*
FF23'
HA'*
RL*
Vofledicte'd*
Detail*
Actuahte.f
f^"%#rV
WË* -fife*- ü Ü'ÊËÈÊÊÊÈ$&-: * * * •
IWI * *
i*»t#,-
Landefrjks vegstatiedatabank:
Soortgroep
F R
«
FF23*
HA'*
t.
RL*
Volledighe-d*
DetaP
Act-ahte*'
«$k '
SM
51-100% 15
199*-20C* Landelijks vegetatieüatabank:
Uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan In het kader van het bestemmingsplan kan geen ontheffing worden verleend. Pas voor het ingrijpen in het landschap, dus bijvoorbeeld in de bouwfase kan ontheffing worden aangevraagd en verleend. Echter moet al in de fase van het bestemmingsplan rekening worden gehouden met eventuele effecten in uitvoeringsfase. In het kader van het bestemmingsplan moet dus worden aangetoond dat het bestemmingsplan uitvoerbaar is. Het bestemmingsplan Duinlustpark heeft een conserverend karakter. Ingrepen worden slechts beperkt toegestaan. Dat houdt in dat naar verwachting de effecten op de gunstige staat van instandhouding van beschermde natuurwaarden ook beperkt zullen zijn. Wanneer in de wijze van de planning en bij wijze van uitvoering voldoende rekening wordt gehouden met het ontzien van beschermde soorten, zal een ontheffing voor de uitvoering (waarschijnlijk) kunnen worden afgegeven. Gezien de aard van de mogelijke ingrepen en de aanwezige beschermde natuurwaarden is het bestemmingsplan uitvoerbaar. Voor het wijzigingsgebied is een aanvullend onderzoek hiernaar als vereiste gesteld (artikel 14 lid 5 onder a). Uitvoerbaarheid van ingrepen Voor de uitvoering van de ingrepen is wel een onderzoek naar de lokaal aanwezige beschermde soorten en de effecten op deze soorten noodzakelijk. Afhankelijk van de geplande ingreep kan het vaak al voldoende zijn om de inventarisatie te beperken op de aanwezige biotopen en de in deze biotopen na verwachting voorkomende soorten. Tevens moeten de effecten op dit Habitatrichtlijngebied worden aangegeven. Effecten worden aan hetzelfde toetsingsschema onderworpen als de strikt beschermde soorten.
Bijlage 3 Akoestisch onderzoek voor wijzigingsgebied I en II op plankaart
Gemeente Bloemendaal
GELUI0MEETDIEN8T BLOEMENDAAL Project: Akoestisch Onderzoek ontwerp - bestemmingsplan Duinlustpark
Sector Grondgebied Brouwerskolkweg 2 2051 ED OVERVEEN
0303 pag. 2
Rapportnummer:
0303
Onderwerp:
Akoestisch onderzoek ten behoeve van het ontwerp - bestemmingsplan Duinlustpark.
Opdrachtgever:
Burgemeester en wethouders van Bloemendaal.
Uitvoering:
Geluidmeetdienst Bloemendaal, sector Grondgebied.
Auteur:
Ing. H.P. Kranendonk
Augustus 2003
Akoestisch onderzoek ontwerp - bestemmingsplan Duinlustpark
0303 pag. 3
INLEIDING EN SAMENVATTING In verband met de relatie die er bestaat tussen de Wet Geluidhinder (Wgh) en de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) heeft een onderzoek plaats gevonden naar het akoestische klimaat binnen het ontwerp - bestemmingsplan Duinlustpark. In het plangebied dient rekening te worden gehouden met mogelijke geluidhinder vanwege het wegverkeer. Op grond van hoofdstuk IV van de Wet Geluidhinder (Wgh), dat op 1 januari 1982 in werking is getreden, is voor bestemmingsplannen die na die datum zullen worden vastgesteld en betrekking hebben op gronden behorende tot een geluidszone van een weg, een akoestisch onderzoek vereist. Tevens geldt deze eis voor artikel 19 WRO-procedures. Omdat het ontwerp - bestemmingsplan Duinlustpark (hierna te noemen het plan) niet voorziet in de reconstructie van een weg, kan op grond van artikel 76 lid 2 Wgh, volstaan worden met een akoestisch onderzoek naar de belasting van de gevels van woningen en andere geluidsgevoelige objecten, die op het tijdstip van vaststelling van het bestemmingsplan nog niet aanwezig of in aanbouw zullen zijn, dan wel in het vigerende bestemmingsplan geen geluidsgevoelige bestemming hadden. Voor de gevels van woningen geldt in beginsel een hoogst toelaatbare geluidsbelasting van 50 dB(A) (voorkeursgrenswaarde). Indien het niet mogelijk is door het treffen van geluidbeperkende maatregelen aan de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) te voldoen, kunnen Gedeputeerde Staten een hogere grenswaarde vaststellen. In dergelijke gevallen dient door middel van onder meer gevelisolatie een binnengrenswaarde van 35 dB(A) te worden gewaarborgd. In het ontwerp -bestemmingsplan Duinlustpark is in artikel 16 een specifieke wijzigingsbevoegdheid opgenomen tot nieuwbouw van 28 gestapelde woningen ter plaatse van drie bestaande bouwblokken aan de Brederodelaan met in totaal 20 woningen. Het aantal woningen mag dus met 8 worden vermeerderd. Ten aanzien van de situering van de woningen is onder andere bepaald dat de afstand tussen de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw en de bestem mingsgrens van de op de plankaart aangewezen bestemming "Verkeersdoeleinden" minimaal 5 meter dient te bedragen. Concreet betekent dit dat bij eventuele sloop en nieuwbouw de (mogelijke) afstand tussen de weg-as en de nieuwe woningen iets kleiner kan worden dan in de huidige situatie het geval is. De maximaal mogelijke voorgevelrooilijn is in rood aangegeven op de situatietekening op pagina 9. Bij maximaal gebruik van de wijzigingsbevoegdheid bedraagt de afstand tussen de voorgevelrooilijn van de woningen en de weg-as 14,5 tot 16 meter. In het kader van de Wgh is er sprake van een nieuwe situatie. Door de milieudienst Umond is berekend wat de geluidsbelasting vanwege het verkeer van de Brederodelaan is op 14,5 en 16 meter uit de weg-as. De berekende geluidsbelasting (na aftrek van 5 dB(A) conform artikel 103 Wgh) voor het peiljaar 2013 bedraagt:
Waarneempunt 14,5 meter uit weg-as 16 meter uit weg-as
Geluidsbelasting In dB(A) 57,0 56,5
Overschrijding Voorkeu rsqrenswaarde 7,0 6,5
Afgerond bedraagt de geluidsbelasting op zowel 14,5 als 16 meter 57 dB(A) en wordt de voorkeursgrenswaarde bij de woningen met 7 dB(A) overschreden. Ontheffing tot een hogere grenswaarde is voor deze woningen dus noodzakelijk.
Akoestisch onderzoek ontwerp - bestemmingsplan Duinlustpark
0303 pag 4
2.
AKOESTISCHE BEGRIPPEN EN NORMSTELLING
2.1.
AKOESTISCHE BEGRIPPEN. Om de betekenis van opgegeven geluidniveaus en van geluidsnormen te verduidelijken, worden in het navolgende enige eigenschappen en eenheden van geluid behandeld. De sterkte van een geluid met geluiddruk p wordt uitgedrukt in een decibelmaat (dB), een logaritmische verhouding tussen de geluidsdruk p en een referentie-geluidsdruk po = 2.10-5N/m2. Voorbeelden van geluidsniveaus: 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140
dB dB dB dB dB dB dB dB dB dB dB dB Db Db Db
gehoordrempel bij 1000 Hz stille tuin zwak bladergeritsel zeer zwakke woninggeluiden fluisteren op 1 m goede stofzuiger, kantoor zonder machines gesprek op 1 m radio; rumoer op straat orkest fortissimo; druk verkeerspunt autociaxon op korte afstand Machinekamer vliegtuigmotoren op korte afstand mitrailleur op korte afstand Pijngrens Proefstand straalmotoren
Geluid kan verschillende toonhoogten (frequenties) hebben. De verschillende frequenties worden door het menselijk oor, bij een gelijk aantal decibel, niet als even luid of als even hinderlijk ervaren. Lage frequenties (500 Hz en lager) worden als minder luid ervaren dan hogere (tot ca. 10.000 Hz) bij een gelijk aantal decibel per frequentieband. In het algemeen zijn in geluid vele toonhoogten vertegenwoordigd. Wanneer men nu de sterkte van geluid, waarin alle frequenties waarvoor het menselijk oor gevoelig is (ca. 20 tot 20.000 Hz) vertegenwoordigd zijn, in één maat wil weergeven, kan men een zogenaamd (elektronisch) A-filter bij het meetinstrument inbouwen waarmee de frequentiecomponenten van het geluid op ongeveer dezelfde wijze ten opzichte van elkaar gewaardeerd worden als door het menselijk oor. Men noemt dit een A-gewogen geluidsniveau; ook wel een dB(A)-niveau genoemd. Aangezien de decibel een logaritmische maat is, dienen de geluidsbijdragen van twee bronnen logaritmisch opgeteld te worden om het totale geluidsniveau te vinden. Zo geven twee onafhankelijke bronnen van 60 dB elk, samen geen 120 dB maar "slechts" 63 dB. Verkeerslawaai en spoorweglawaai onderscheiden zich van veel andere soorten geluid (bijvoorbeeld van vele machines) door het sterk wisselende karakter. Om nu toch de mate van hinder van een in de tijd fluctuerend geluidsniveau in één waarde te kunnen uitdrukken, wordt het equivalente geluidsniveau Leq ingevoerd. Het Leq is het gemiddelde geluidsniveau van de afwisselende niveaus van het ter plaatse in de loop van een bepaalde periode optredend geluid.
Akoestisch onderzoek ontwerp - bestemmingsplan Duinlustpark
r
'f j J '• i [ j t i
0303 pag. 5
2.2.
NORMSTELLING WEGVERKEERSLAWAAI In de Wet Geluidhinder wordt een systeem van geluidszones langs wegen gehanteerd. Dit houdt in dat alle wegen aan weerszijden een geluidszone hebben, waarvan de breedte afhankelijk is van het aantal rijstroken en van de situering (in stedelijk- of buitenstedelijk gebied) van de weg. Schema zonebreedte langs wegen
aantal rijstroken
stedelijk
aantal meters aan weerszijden van de weg buitenstedelijk
3 of meer 1 of 2 5 of meer 3 of 4 1of2
350 200 600 400 250
Een weg heeft geen geluidszone: a) indien de weg gelegen is binnen een als woonerf aangeduid gebied; b) indien voor de weg een maximum snelheid van 30 km per uur geldt; c) indien op grond van een door de gemeenteraad vastgestelde geluidsniveaukaart vaststaat dat de geluidsbelasting op 10 meter uit de as van de meest nabij gelegen rijstrook 50 dB(A) of minder bedraagt. Binnen geluidszones gelden wettelijke normen voor de geluidbelasting van de gevels van geluidsgevoelige objecten en dient in "nieuwe situaties" een akoestisch onderzoek te worden ingesteld naar: a. de te verwachten geluidsbelasting voor woningen en andere geluidsgevoelige objecten; b. de doeltreffendheid van maatregelen in het overdrachtsgebied. Ingevolge hoofdstuk VI, afdeling 2 van de Wet Geluidhinder is er sprake van een "nieuwe situatie". De woningen liggen binnen de geluidszone van 200 meter van de Brederodelaan. Voor de gevels van woningen geldt in beginsel een hoogst toelaatbare geluidsbelasting van 50 dB(A) (voorkeursgrenswaarde). Op grond van de verwachting dat de geluidsproductie van motorvoertuigen in de toekomst zal afnemen kunnen de berekende waarden van de geluidsbelasting op de gevels verminderd worden conform artikel 103 Wgh. Op grond van het Reken- en meetvoorschrift wegverkeerslawaai 2002 geldt voor 'wegen waarvoor de representatieve snelheid van het verkeer 70 km/uur of meer bedraagt een aftrek van 2 dB(A). Voor de overige wegen geldt een aftrek van 5 dB(A). Voor de bepaling van de geluidwering van de gevels mag de voornoemde correctie niet worden toegepast. Indien het niet mogelijk is door het treffen van geluidsbeperkende maatregelen aan de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) te voldoen, kunnen Gedeputeerde Staten een hogere grenswaarde vaststellen. In dergelijke gevallen dient door middel van onder meer gevelisolatie een binnengrenswaarde van 35 dB(A) te worden gewaarborgd.
Akoestisch onderzoek ontwerp - bestemmingsplan Duinlustpark
0303 pag 6
3. BEREKENDE GELUIDSNIVEAUS 3.1
UITGANGSPUNTEN Situatie conform figuur 1, pagina 9. Hoogte maaiveld is peil. Berekening conform het Reken- en meetvoorschrift wegverkeerslawaai 2002. Dicht asfaltbeton op de Brederodelaan. Hoogte wegdek is peil. Dagperiode is maatgevend. Onderstaande intensiteiten zijn gebaseerd op de prognoses van Royal Haskoning ten behoeve van het ontwerp bestemmingsplan Meer en Berg. In de prognoses is rekening gehouden met een toename van het verkeer vanwege de realisering van 350 woningen op het voormalige PZ-terrein en een autonome groei van het verkeer van 2%.
Verkeersintensiteiten Brederodelaan Proqnose voor 2013 Totaal Lichte motorvoertuigen Middelzware motorvoertuigen Zware motorvoertuigen
3.2
96,4% 2,4% 1,2%
Daguur 07-19 410 395 10 5
Nachtuur 23-07
Etmaal 29
5.858
BEREKENDE GELUIDSBELASTING VANWEGE HET WEGVERKEER. De geluidsberekeningen zijn uitgevoerd door de Milieudienst Umond. standaardrekenmethode I. De berekeningen zijn opgenomen in bijlage 1. De berekende waarden zijn verminderd met 5 dB(A) conform artikel 103 Wgh. Waarneempunt 14,5 meter uit weg-as 16 meter uit weg-as
Geluidsbelasting In dB(A)
Akoestisch onderzoek ontwerp - bestemmingsplan Dumlustpark
57,0 56,5
Gehanteerd
Overschrijding Voorkeursqrenswaarde 7,0 6,5
is
0303 pag. 7
VERZOEK OM VASTSTELLING VAN EEN HOGERE GRENSWAARDE Geluidreducerende voorzieningen, zoals schermen of wallen, ontmoeten bezwaren van stedebouwkundige, landschappelijke en/of financiële_aard. Het bestemmingsplan voorziet verder niet in verkeersremmende maatregelen. Voor de woningen is derhalve een verzoek aan Gedeputeerde Staten van Noord-Holland vereist om hogere grenswaarden vast te stellen. De procedure voor het verkrijgen van de hogere grenswaarden dient te zijn afgerond voor een nieuw of herzien bestemmingsplan door de Raad wordt vastgesteld. De woningen zijn gesitueerd binnen de bebouwde kom vastgesteld krachtens de Wegenverkeerswet 1994 en dus binnen stedelijk gebied. Gedeputeerde Staten kunnen op grond van artikel 83 Wgh en het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen een hogere waarde dan 50 dB(A) voor woningen vaststellen. Conform artikel 2 van het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen kunnen GS voor woningen in binnenstedelijk gebied slechts een hogere waarden vaststellen indien het gaat om nog niet geprojecteerde woningen die: 1. 2. 3. 4. 5.
in een dorps- of stadsvemieuwingspan worden opgenomen, of door de gekozen situering of bouwvorm een doelmatige akoestisch afschermende functie gaan vervullen voor andere woningen of voor andere gebouwen of geluidsgevoelige objecten, of ter plaatse noodzakelijk zijn om redenen van grond- of bedrijfsgebondenheid, of; door de gekozen situering een open plaats tussen aanwezige bebouwing opvullen, of; ter plaatse gesitueerd worden als vervanging van bestaande bebouwing.
Op grond van artikel 83 geldt voor de ontheffingsgronden 1 tot en met 4 een maximale ontheffingswaarde van 65 dB(A); voor ontheffingsgronden 5 kan onder voorwaarden zelfs een hogere waarde worden vastgesteld tot 70 dB(A). Voor de nieuwe woningen aan de Brederodelaan kunnen GS gebruik maken van ontheffingsgrond 4 en of 5. Indien een hogere grenswaarde is vastgesteld dient de gemeenteraad maatregelen te treffen met betrekking tot de geluidwering van de gevel om te bevorderen dat de geluidsbelasting vanwege de weg binnen de geluidsgevoelige ruimten van de woning een niveau van 35 dB(A) niet overschrijdt. Tot de geluidsgevoelige vertrekken in een woning behoren de woonkamer, slaapkamer, werk- of studeerkamer en eetkeuken. Om aan een geluidweringseis tot 25 dB(A) te voldoen, behoeven over het algemeen geen speciale voorzieningen te worden getroffen aan de buitengevel van traditionele woningen. Voor een geluidwering van 26 tot 40 dB(A) kan onderscheid worden gemaakt in drie categorieën: - geluidweringscategorie 1 (26-30 dB(A)) - geluidweringscategorie 2 (31-35 dB(A)) - geluidweringscategorie 3 (36-40 dB(A)) Welke voorzieningen per geluidweringscategorie aan de gevel moeten worden getroffen om aan de desbetreffende geluidwering te voldoen zijn in schema in de brochure "Woningontwerp en geluid" van het Ministerie van V.R.O.M. weergegeven:
Akoestisch onderzoek ontwerp - bestemmingsplan Dwnlustpark
0303 pag. 8
GELUIDWERINGSCATEGORIEEN GELU1DWERINGSCATEGORIE GELUIDWERING in dB(A) GELUIDBELASTING op de qevel GLAS
1 26-30 61-65
2 31-35 66-70
3 36-40 71-76
Enkel dik glas of dubbel glas met 12 mm spouw
Dubbel glas met 20 tot 70 mm spouw al dan niet gasgevuld
DAGLICHTOPENING
Weinig beperkingen
Glas oppervlak voor zover mogelijk beperken
KIEREN
Enkele kierdichting
Dubbele kierdichting, knevelende driepuntssluitingen
VENTILATIE VOORZIENINGEN
Volledige ventilatie mogelijk met een eenvoudige suskast
Volledige ventilatie mogelijk met goede suskast
PANELEN
Enkele plaat of dubbelwandige panelen, met een massa van minstens 15kq/m2 Geen beperkingen
Dubbelwandig, tenminste 50 mm spouw met minerale wolvulling, massa tenminste 20 kg/m2
Dubbele ramen met spouw van meer dan 70 mm of speciale samengestelde dubbele beqlazing Glas oppervlak dimensioneren op de daqlichteis Dubbele kierdichting, minimaliseren kierlengte door draaibare delen te vermijden, knevelende driepuntssluitinqen Zware suskast zonodig gedimensioneerd op gehalveerde luchtverversingseis en bij voorkeur met mechanisch afzuiqinq Dubbelwandig, tenminste 100 mm spouw met minerale wolvulling, massa tenminste 25 kg/m2
GEVELSTRUCTUUR
Geen inpandige balkons, erkerachtige geveloplossingen vermijden
Geen balkons en erkers toepassen
Bij de bepaling van de benodigde geluidwering van een gevel dient de aftrek conform art. 103 van de Wgh, van de berekende geluidsbelasting buiten beschouwing te blijven. De ongecorrigeerde geluidsbelasting van de voorgevels van de nieuwbouwwoningen aan de Brederodelaan bedraagt maximaal 62 dB(A). De benodigde geluidwering is dus 27 dB(A) (geluidweringscategorie 1).
Akoestisch onderzoek ontwerp - bestemmingsplan Duinlustpark
0303 pag. 9
Situatie, schaal 1:1000 Akoestisch onderzoek ontwerp - bestemmingsplan Duinlustpark
Voorschriften
Inhoud van de voorschriften
Hoofdstuk 1 Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3. Artikel 4. Artikel 5. Artikel 6.
Algemene bepalingen Begripsbepalingen Wijze van meten Dubbeltelbepaling Overschrijding van bouwgrenzen Algemene vrijstellingsbevoegdheden Algemeen procedurevoorschrift
Hoofdstuk II Artikel 7. Artikel 8. Artikel 9. Artikel 10. Artikel 11. Artikel 12. Artikel 13. Artikel 14. Artikel 15. Artikel 16.
Bestemmingen: bouwen, aanleggen en gebruik Woondoeleinden (W) Erf (E) Tuin (T) Doeleinden voor Natuur en Landschap (N) Groenvoorzieningen (G) Duinrei Verkeers- en verblijfsdoeleinden (V) Specifieke wijzigingsbevoegdheid ex artikel 11 WRO Aanlegvergunning Gebruik van grond en bouwwerken
Hoofdstuk III Artikel 17. Artikel 18. Artikel 19. Artikel 20.
Overgangs- en slotbepalingen Gebruik in strijd met het plan Bouwen in strijd met het plan Strafbepaling Naam
- bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006)
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1
Begripsbepalingen
In deze voorschriften wordt verstaan onder: 1. aan huis verbonden beroep een dienstverlenend beroep, dat in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is 2. aanbouw een aangebouwd gebouw behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw 3. ander bouwwerk een bouwwerk, geen gebouw zijnde 4. archeologische waarde ten gevolge van door vroeger cultuur- of levenspatronen ontstane, in de bodem van het terrein waarneembare, vormen die hetzij van waarde zijn voor de wetenschap, hetzij een andere zeldzaamheidswaarde bezitten 5. bebouwing één of meer gebouwen en/of andere bouwwerken 6. bestaand gebruik c.q. bouwwerk een gebruik of een bouwwerk, dat aanwezig is op het moment van het van kracht worden van het plan, respectievelijk op het moment van ter inzage legging van het ontwerp van het plan 7. bestemmingsgrens een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bestemmingsvlak 8. bestemmingsvlak een op de plankaart aangegeven vlak met een zelfde bestemming 9. bijgebouw een vrijstaand gebouw behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw 10. bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk 11. bouwgrens een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bouwvlak 12. bouwlaag een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van souterrain of zolder 13. bouwperceel een aaneengesloten terreinoppervlak, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan 14. bouwvlak een op de plankaart aangegeven vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waarop gebouwen zijn toegelaten 15. bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond - bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) -
16. detailhandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten behoeve van de verkoop, het verkopen en / of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit 17. duinrei veelal lijnvormige (al dan niet gegraven) en meestal vrij stromende waterloop welke gevoed wordt door drangwater vanuit de duinen 18. escortbedrijf de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend 19. gebied met mogelijke archeologische waarde gebied waar naar verwachting relatief veel terreinen met waardevolle archeologische resten voorkomen 20. gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt 21. groot vee runderen en paarden 22. hoofdgebouw een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken 23. landschappelijke waarde de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, dat wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van (niet levende en levende) natuur 24. maaiveld de gemiddelde hoogte van het terrein, grenzende aan de gevels, op het tijdstip van de aanvraag om bouwvergunning 25. monument aangewezen onroerend goed als bedoeld in artikel 3 van de Monumentenwet 1988, zoals deze luidt op het tijdstip van het in ontwerp ter inzage leggen van het ontwerp van dit plan 26. natuurlijke waarde de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang 27. peil a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang aan de weg grenst de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang; b. in andere gevallen: het aansluitende maaiveld 28. plan het bestemmingsplan Duinlustpark en omgeving van de gemeente Bloemendaal zoals vervat in de sub 29 bedoelde plankaart en deze voorschriften 29. plankaart de kaart, plannummer Bl.01, tekeningnummer 8453-6, met bijbehorende verklaring, waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangewezen 30. prostitutie degene die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding
- bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) -
31. ruiter- en /of mensport activiteit waarbij men ten behoeve van sport en/of recreatie te paard of aangespannen rijdt 32. seksinrichting een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte (hieronder wordt mede verstaan een voer- of vaartuig) waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan een (raam)prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een seksclub, een privé-huis, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar 33. villagebied de in het plangebied gelegen gronden aan de Pinellaan, Johan Verhulstweg, Vinkenbaan, Conollyweg nr. 1 en 3 en de Duinlustparkweg nummer 25 tot en met 31 34. woning een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding
ij
r y
t.
L
• bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) •
Artikel 2 1.
2.
Wijze van meten
De hoogten van bebouwing wordt als volgt gemeten: a.
goothoogte van een gebouw: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot of daarmee gelijk te stellen constructiedeel, waaronder een boeiboorddeel. De goothoogte wordt gemeten daar waar de goot het hoogst ligt. Indien zich op enige zijde van een gebouw één of meer dakkapellen bevinden, waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50% van de gevelbreedte, wordt de goothoogte van de dakkapel als goothoogte.
b.
bouwhoogte van een gebouw: vanaf het peil tot aan het hoogste punt, ondergeschikte bouwdelen zoals antennes, schoorstenen, liftkokers, trappenhuizen en dakkapellen niet meegerekend;
c.
De bouwhoogte van een ander bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt.
De in dit plan aangegeven goot- of bouwhoogten van gebouwen mogen worden overschreden door hellende dakvlakken, topgevels en ondergeschikte bouwdelen zoals antennes, schoorstenen, liftkokers, trappenhuizen en dakkapellen, tenzij anders is bepaald.
Artikel 3
Dubbeltelbepaling
De gronden die in aanmerking moeten worden genomen bij een te verlenen bouwvergunning dan wel een melding, in geval het een meldingsplichtig bouwwerk betreft, mogen, behoudens bij intrekking van de bouwvergunning c.q. melding, niet nog eens bij een nieuwe aanvraag voor het verkrijgen van een bouwvergunning c.q. melding in aanmerking worden genomen.
Artikel 4
Overschrijding van bouwgrenzen
De bouwgrenzen mogen in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk II uitsluitend worden overschreden door tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers mits de overschrijding niet meer dan 1.50 meter bedraagt en andere onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 1.00 meter bedraagt.
• bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) -
Artikel 5
Algemene vrijstellingsbevoegdheden
1.
Burgemeester en wethouders kunnen van de bepalingen van het plan vrijstelling verlenen: a. voor het bouwen van niet voor bewoning bestemde gebouwen van openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, gasdrukregel- en meetstations, telefooncellen en wachthuisjes voor verkeersdiensten, mits deze niet groter zijn dan 50 m3 en de goothoogte niet meer bedraagt dan 3.00 meter; b. voor het oprichten van voorzieningen ten dienste van de telecommunicatie of het ontvangen en zenden van radio- en televisiesignalen, voor zover deze voorzieningen van geringe horizontale afmetingen zijn en mits de hoogte niet meer bedraagt dan 12.00 meter; c. voor de op de kaart dan wel in de voorschriften aangegeven maten en getallen, voor zover deze afwijking niet meer dan 10% bedraagt; d. overschrijding van bouw- en bestemmingsgrenzen; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 1.00 meter bedragen en geen vergroting van bestemmings- of bouwvlakken inhouden anders dan bedoeld onder c.
2.
Bij de beoordeling van een verzoek om vrijstelling wordt rekening gehouden met eerder verleende vrijstellingen op basis van dit artikel, om te beoordelen of maximale vrijstellingsmogelijkheden al dan niet worden overschreden.
3. a. De in lid 1 genoemde vrijstellingen mogen slechts worden verleend, indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, b. De in lid 1 onder (c) en (d) genoemde vrijstellingen mogen voorts slechts worden verleend, indien zulks in het belang is voor een technisch of esthetisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein, en hierdoor: (1) de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad; (2) de structurele opzet van het plan hierdoor niet aanmerkelijk wordt aangetast; (3) het karakter van de bebouwing niet aanmerkelijk wordt aangetast; (4) de natuur- en/of landschappelijke waarden niet onevenredig worden aangetast.
Artikel 6
Algemeen procedurevoorschrift
1. Op de voorbereiding van besluiten, dan wel beschikkingen, betrekking hebbende op wijzigingen van bestemmingsplannen, tot stand gebracht met toepassing van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, is de in Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing. 2. Het ontwerp van een besluit waarbij toepassing wordt gegeven aan artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening ligt met de bijbehorende stukken gedurende twee weken voor een ieder ter inzage. 3. De ter inzage legging in het kader van artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening wordt van tevoren op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt in het plaatselijke huis-aan-huis-blad. 4. Gedurende de termijn als genoemd in lid 2 kunnen belanghebbenden schriftelijk zienswijzen indienen bij Burgemeester en wethouders.
- bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) •
7
Hoofdstuk !i
Artikel 7
Bestemmingen en Gebruik
Woondoeleinden (W)
Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen, a. alsmede voor gestapeld wonen ter plaatse van de subbestemming Ws. b. alsmede voor een fysiotherapiepraktijk op de begane grond ter plaatse van het pand Duinweg 43. Inrichting 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemming zijn in het bestemmingsvlak toegelaten: a. hoofdgebouw(en); b. aanbouwen c. andere bouwwerken d. werken Bebouwingsvoorschriften 3. De bouwwerken als bedoeld in lid 2 onder a tot en met c mogen uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de op de plankaart en de hierna gegeven aanwijzingen: a. de goothoogte van het hoofdgebouw bedraagt maximaal de op de plankaart aangegeven goothoogte; b. het aantal woningen op een bouwperceel dat aanwezig is ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp-plan mag niet worden vermeerderd, met uitzondering van de op de plankaart aangeduide locaties; c. de bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 3.00 meter. Splitsingsvrijstelling 4. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in de lid 3 onder b, zulks t.b.v. het vermeerderen van het aantal woningen in de hoofdgebouwen, met dien verstande dat: a. de vrijstelling uitsluitend van toepassing is op bestaande vrijstaande woningen; b. het creëren van woningen naast elkaar uitgangspunt dient te zijn, met dien verstande dat burgemeester en wethouders in uitzonderlijke gevallen kunnen toestaan dat geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen ontstaan; c. de inhoud van een te splitsen vrijstaande woning als bedoeld onder a tenminste 1400 m3 bedraagt, gemeten vanaf het maaiveld; d. het aantal woningen per te splitsen vrijstaande woning na vrijstelling maximaal 2 mag bedragen; e. de inhoud van elke nieuwe woning tenminste 500 m3 zal bedragen, gemeten conform het gestelde onder c; f. het maximaal toelaatbaar gezamenlijk grondoppervlak van aan- en bijgebouwen niet meer bedraagt dan het bepaalde in artikel 8 lid 3 onder f, met dien verstande dat in dit artikel "per woning" moet worden gelezen als " per een te splitsen vrijstaande woning"; g. het maximaal toelaatbaar gezamenlijk grondoppervlak van andere bouwwerken niet meer bedraagt dan het bepaalde in artikel 8 lid 3 onder j en artikel 9 lid 3 onder a met dien verstande dat in dit artikel "per woning" moet worden gelezen als "per een te splitsen vrijstaande woning"; h. de vrijstellingen onder artikel 8 en 9 van overeenkomstige toepassing zijn met dien verstande dat in de bedoelde artikelen "per woning" en "bij het woonhuis behorende perceel" moet worden gelezen als "per een te splitsen vrijstaande woning" en "bij het te splitsen woonhuis behorende perceel"; i. de ingevolge sub f en g toegestane bebouwing niet mag worden meegeteld bij het bepalen van de inhoud van de nieuwe woning bedoeld in sub e; j. per woning op het terrein behorende bij de te splitsen vrijstaande woning dient te worden voldaan aan een parkeernorm van 1,5 parkeerplaats per woning; de aan te leggen parkeerplaatsen mogen slechts op 4.00 meter achter de voorgevelbouwgrens c.q. grenzen van de te splitsen vrijstaande woning zijn gelegen; genoemde maat van 4.00 meter is niet van toepassing indien de voorgevelbouwgrens c.q. -grenzen meer dan 20.00 meter vanaf de weg is gelegen.
• bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) •
8 Nadere eisen 5. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen t.a.v. de plaatsing van de bebouwing en werken als bedoeld in lid 2, indien de bestaande boombeplanting en/of de geaccidenteerdheid van het terrein hier aanleiding toe geven. Gebruik 6. Bij het gebruik van de in lid 1 bedoelde gronden moeten de in artikel 16 gegeven aanwijzingen mede in acht worden genomen.
• bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) -
Artikel 8
Erf (E)
Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor erven ten dienste van het daarbijbehorende hoofdgebouw op hetzelfde bouwperceel. Inrichting 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemming zijn in het bestemmingsvlak toegelaten: a. aanbouwen b. bijgebouwen c. andere bouwwerken d. werken Bebouwingsvoorschriften 3. De bouwwerken als bedoeld in lid 2 onder a tot en met c mogen slechts worden gebouwd met inachtneming van de op de plankaart en de hierna gegeven aanwijzingen: a. de goothoogte van de aanbouwen, met uitzondering van aanbouwen aan tussenwoningen, mag niet meer dan 3.00 meter of indien de hoogte van de eerste bouwlaag hoger is dan 3.00 meter niet meer dan de hoogte van de eerste bouwlaag bedragen; b. de bouwhoogte van aanbouwen van tussenwoningen mag niet meer dan 3.00 meter of indien de hoogte van de eerste bouwlaag hoger is dan 3.00 meter niet meer dan de hoogte van de eerste bouwlaag bedragen; c. de goothoogte van bijgebouwen mag niet meer dan 3.00 meter bedragen; voor zover gelegen in het villagebied en op een afstand van 2,5 meter of minder tot de perceelsgrens mag de goothoogte van bijgebouwen niet meer bedragen dan de bestaande bijgebouwen ter plaatse (d.w.z. in nabijheid van 3 meter of minder) en indien geen bestaande bijgebouwen ter plaatse maximaal 2,5 meter; d. de bouwhoogte van bijgebouwen behorende bij drie of meer aaneengesloten woningen mag niet meer dan 5.00 meter bedragen; e. de achterwaartse bebouwingsdiepte van aanbouwen van drie of meer aaneengesloten woningen mag niet meer bedragen dan 2.50 meter, gemeten vanaf het op de plankaart aangegeven bestemmingsvlak voor het hoofdgebouw; f. het maximaal toelaatbaar gezamenlijke grondoppervlak van de in lid 2 bedoelde bebouwing per woning mag niet meer dan 40 % van de in lid 1 bedoelde bestemming met een maximum van de op de plankaart aangegeven grondoppervlakte bedragen; g. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag ten hoogste 2.00 meter bedragen; h. de bouwhoogte van de overige andere bouwwerken mag ten hoogste 3.00 meter bedragen; Vrijstelling voor oprichten openlucht - of overdekt zwembad 4. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 3: a. Onder f en j ten behoeve van het vergroten van het maximaal toelaatbaar gezamenlijk grondoppervlak voor het oprichten van een zwembad, waarbij het maximaal toelaatbaar gezamenlijk grondoppervlak ten behoeve van een zwembad ten hoogste 4% van de oppervlakte van het bij een woonhuis behorende perceel mag bedragen met een maximum van 45 m2 voor een zwembad met overkapping en met een maximum van 80 m2 voor een zwembad zonder overkapping, onder dien verstande dat: (1) per woning maximaal één zwembad op het bij het woonhuis behorende perceel aanwezig mag zijn; (2) het zwembad dient te worden gebouwd achter de naar de weg gekeerde bouwgrenzen, maar minimaal op 15.00 meter uit de grens van de weg; (3) een zwembad met overkapping dient te worden aangebouwd aan de woning; (4) voor zwembaden met overkapping de afstand tot de perceelsgrens ten minste 5.00 meter bedraagt; (5) voor zwembaden zonder overkapping met een zwembadoppervlakte tot 70m2 de afstand tot de perceelsgrens ten minste 5.00 meter bedraagt en vanaf 70m2 bedraagt de afstand tot de perceelsgrens ten minste 10.00 meter bedraagt; (6) bij een zwembad zonder overkapping de onder (5) bedoelde afstand tussen het zwembad en de erfgrens met een groenbuffer dient te worden ingeplant;
- bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) •
10 Nadere eisen 5. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de plaatsing van de bebouwing en werken als bedoeld in lid 2 indien de bestaande boombeplanting en/of de geaccidenteerdheid van het terrein hier aanleiding toe geven Gebruik 6. Bij het gebruik van de in lid 1 bedoelde gronden moeten de in artikel 16 gegeven aanwijzingen mede in acht worden genomen.
- bestemmingsplan Dumlustpark (december 2006) -
11 Artikel 9
Tuin (T)
Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor tuin, alsmede voor water ten behoeve van de waterhuishouding. Inrichting 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemming zijn in het bestemmingsvlak toegelaten; a. andere bouwwerken b. bij tussenwoningen zonder achterpad: fietsenberging c. werken Bebouwingsvoorschriften 3. De bouwwerken als bedoeld in lid 2 mogen slechts worden gebouwd met inachtneming van de op de plankaart en de hierna gegeven aanwijzingen: - andere bouwwerken a. het maximaal toelaatbaar gezamenlijk grondoppervlak van de in lid 2 onder a genoemde bouwwerken mag per woning -gestapelde woningen die niet gelegen zijn aan het aansluitende maaiveld hiervan uitgezonderd- niet meer dan 10 m2 bedragen; bij het bepalen van het gezamenlijk grondoppervlak moet de bebouwing onder artikel 8 lid 3 sub f worden meegerekend; b. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag ten hoogste 1.00 meter bedragen; c. de bouwhoogte van de overige andere bouwwerken mag ten hoogste 3.00 meter bedragen. - Fietsenberging bij tussenwoningen zonder achterpad d. het maximaal toelaatbaar gezamenlijk grondoppervlak van de in lid 2 onder b genoemde fietsenberging mag per woning -gestapelde woningen die niet gelegen zijn aan het aansluitende maaiveld hiervan uitgezonderd- niet meer dan 5 m2 bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 1,5 meter; e. de afstand tot de aan de weg gelegen perceelsgrens dient ten minste 0,5 meter te bedragen f. de onder e bedoelde afstand dient met een groenbuffer te worden ingeplant.
Vrijstelling voor oprichten hogere erfafscheiding en voor oprichten van openlucht zwembad 4. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen: a. van het bepaalde in lid 3 onder b ten behoeve van de bouw van een erfafscheiding met een bouwhoogte van ten hoogste 1.80 meter, met dien verstande dat de bebouwingskarakteristiek van de omgeving niet wordt geschaad; b. van het bepaalde in lid 3 onder a ten behoeve van het vergroten van het grondoppervlak voor het oprichten van een zwembad, waarbij het maximaal toelaatbaar grondoppervlak ten behoeve van een zwembad ten hoogste 4% van de oppervlakte van het bij een woonhuis behorende perceel mag bedragen met een maximum van 80 m2 voor een zwembad zonder overkapping onder dien verstande dat: (1) per woning maximaal één zwembad op het bij het woonhuis behorende perceel aanwezig mag zijn; (2) het zwembad dient te worden gebouwd achter de naar de weg gekeerde bouwgrenzen, maar minimaal op 15.00 meter uit de grens van de weg; (3) voor zwembaden zonder overkapping met een zwembadoppervlakte tot 70m2 de afstand tot de perceelsgrens ten minste 5.00 meter bedraagt en vanaf 70m2 bedraagt de afstand tot de perceelsgrens ten minste 10.00 meter bedraagt; (4) bij een zwembad zonder overkapping de onder (3) bedoelde afstand tussen het zwembad en de erfgrens met een groenbuffer dient te worden ingeplant; Aanlegvoorschriften 5. De werken als bedoeld in lid 2 onder c mogen uitsluitend worden verricht met inachtneming van de in artikel 15 gegeven aanwijzingen.
• bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) •
12 Nadere eisen 6. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen te stellen ten aanzien van: a. de plaatsing van de bebouwing en werken als bedoeld in lid 2 indien de bestaande boombeplanting en/of de geaccidenteerdheid van het terrein hier aanleiding toe geven b. de plaatsing van een erfafscheiding, met dien verstande dat kan worden geëist, dat de erfafscheiding op een afstand van ten hoogste 1.00 meter uit de perceelsgrenzen wordt geplaatst Gebruik 7. Bij het gebruik van de in lid 1 bedoelde gronden moeten de in artikel 16 gegeven aanwijzingen mede in acht worden genomen.
• bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) •
13 Artikel 10
Doeleinden voor Natuur en landschap (N)
Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor en gericht op het behoud, versterking en/of herstel van de aanwezige natuurlijke en landschappelijke waarden, die worden bepaald door beplantingselementen; a. alsmede voor landschappelijke tuin ter plaatse van de subbestemming N It. b. alsmede bestemd voor water ten behoeve van de waterhuishouding Inrichting 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemming zijn in het bestemmingsvlak toegelaten: a. andere bouwwerken b. werken Bebouwingsvoorschriften 3. De andere bouwwerken als bedoeld in lid 2 onder a mogen slechts worden gebouwd met inachtneming van de op de plankaart en de hierna gegeven aanwijzingen: a. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag ten hoogste 1.00 meter bedragen; b. de bouwhoogte van de overige andere bouwwerken mag ten hoogste 1.50 meter bedragen Vrijstelling hoogte erfafscheiding 4. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 3: a. Onder a ten behoeve van de bouw van een erfafscheiding met een bouwhoogte van ten hoogste 1.80 meter, met dien verstande dat de bebouwingskarakteristiek van de omgeving niet wordt geschaad; Aanlegvoorschriften 5. De werken als bedoeld in lid 2 onder b mogen uitsluitend worden verricht met inachtneming van de in artikel 15 gegeven aanwijzingen. Nadere eisen 6. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen te stellen ten aanzien van: a. de plaatsing van de bebouwing en werken als bedoeld in lid 2 indien de bestaande boombeplanting en/of de geaccidenteerdheid van het terrein hier aanleiding toe geven b. de plaatsing van een erfafscheiding, met dien verstande dat kan worden geëist, dat de erfafscheiding op een afstand van ten hoogste 1.00 meter uit de perceelsgrenzen wordt geplaatst; Gebruik 7. Bij het gebruik van de in lid 1 bedoelde gronden moeten de in artikel 16 gegeven aanwijzingen mede in acht worden genomen.
- bestemmingsplan Dulnlustpark (december 2006)
14 Artikel 11
Groenvoorzieningen (G)
f i
Doeleindenomschrijving en gebruik 1. De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor groenvoorzieningen alsmede voor water ten behoeve van de waterhuishouding.
r
t t
Inrichting 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemming zijn in het bestemmingsvlak toegelaten: a. andere bouwwerken b. werken Bebouwingsvoorschriften 3. De andere bouwwerken als bedoeld in lid 2 onder a mogen slechts worden gebouwd met inachtneming van de op de plankaart en de hierna gegeven aanwijzingen: a. de bouwhoogte van lichtmasten mag ten hoogste 6.00 meter bedragen; b. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken mag ten hoogste 3.00 meter bedragen Nadere eisen 4. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen te stellen ten aanzien van: a. de plaatsing van de bebouwing en werken als bedoeld in lid 2 indien de bestaande boombeplanting en/of de geaccidenteerdheid van het terrein hier aanleiding toe geven b. De plaatsing van andere bouwwerken, met dien verstande dat kan worden geëist, dat deze op een afstand van ten hoogste 1.00 meter uit de perceelsgrenzen wordt geplaatst; Gebruik 5. Bij het gebruik van de in lid 1 bedoelde gronden moeten de in artikel 16 gegeven aanwijzingen mede in acht worden genomen.
j { r j s ' f [
|
j [ r L
L
• bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) •
15 Artikel 12
Duinrei
Doeleindenomschrijving en gebruik 1. De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor duinrei ten behoeve van het behoud, herstel en versterking van de aan de betreffende gronden eigen zijnde landschappelijke en natuurlijke waarden, alsmede voor waterlopen ten behoeve van de waterhuishouding. Inrichting 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemming zijn in het bestemmingsvlak toegelaten: a. andere bouwwerken b. werken Bebouwingsvoorschriften 3. De bouwwerken als bedoeld in lid 2 onder a mogen slechts worden gebouwd met inachtneming van de op de plankaart en de hierna gegeven aanwijzingen: a. De bouwhoogte van andere bouwwerken mag ten hoogste 1.20 meter bedragen Aanlegvoorschriften 4. De werken als bedoeld in lid 2 onder b mogen uitsluitend worden verricht met inachtneming van de in artikel 15 gegeven aanwijzingen. Nadere eisen 5. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen te stellen ten aanzien van de plaatsing van de bebouwing en werken als bedoeld in lid 2 indien de bestaande boombeplanting en/of de geaccidenteerdheid van het terrein hier aanleiding toe geven Gebruik 6. Bij het gebruik van de in lid 1 bedoelde gronden moeten de in artikel 16 gegeven aanwijzingen mede in acht worden genomen.
- bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) •
16 Artikel 13
Verkeers- en verblijfsdoeleinden (V)
Doeleindenomschrijving en gebruik 1. De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor wegen, parkeerplaatsen, fiets-, voet- en ruiterpaden, pleinen, voetgangersgebieden, a. uitsluitend voor voetpaden ter plaatse van de subbestemming V v: voetpad; b. uitsluitend voor fiets- en voet- en ruiterpaden ter plaatse van de subbestemming V fv: fiets-, voetpad; en bijbehorende groenvoorzieningen. Inrichting 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemming zijn in het bestemmingsvlak toegelaten: a. gebouwen b. andere bouwwerken c. werken. Bebouwingsvoorschriften 3. De bouwwerken als bedoeld in lid 2 onder a en b mogen slechts worden gebouwd met inachtneming van de op de plankaart en de hierna gegeven aanwijzingen: a. de bouwhoogte van de gebouwen mag ten hoogste 3.00 meter bedragen b. het maximaal toelaatbaar oppervlak per gebouw mag ten hoogste 10m2 bedragen; c. de bouwhoogte van lichtmasten mag ten hoogste 9.00 meter bedragen; d. de bouwhoogte van de overige andere bouwwerken mag ten hoogste 3.00 meter bedragen Nadere eisen 4. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen te stellen ten aanzien van: a. de plaatsing van de bebouwing en werken als bedoeld in lid 2 indien de bestaande boombeplanting en/of de geaccidenteerdheid van het terrein hier aanleiding toe geven b. De plaatsing van andere bouwwerken, met dien verstande dat kan worden geëist, dat deze op een afstand van ten hoogste 1.00 meter uit de perceelsgrenzen wordt geplaatst; Gebruik 5. Bij het gebruik van de in lid 1 bedoelde gronden moeten de in artikel 16 gegeven aanwijzingen mede in acht worden genomen.
bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) •
17 Artikel 14 Specifieke wijzigingsbevoegdheid ex artikel 11 WRO Voor de op de plankaart aangewezen gronden I en II (het wijzigingsgebied) zijn burgemeester en wethouders bevoegd het plan overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening als volgt te wijzigen: 1.
De bestemmingsvlakken Woondoeleinden gestapeld mogen uitsluitend in wijzigingsgebied I worden gewijzigd in aantal, met dien verstande dat a. Het gebied ten minste 1 en ten hoogste 3 bouwvlakken bedraagt;
2.
De bestemmingsvlakken Woondoeleinden, gestapeld mogen worden gewijzigd in situering, met dien verstande dat: a. de afstand tussen de voorgevelrooilijn van het nieuwe bouwvlak (c.q -vlakken) en de bestemmingsgrens van de op de plankaart aangewezen bestemming "Verkeersdoeleinden" minimaal 5 meter bedraagt; b. de afstand tussen het nieuwe bouwvlak (c.q -vlakken) en de subbestemming "Verkeersdoeleinden: voetpad" minimaal 6 meter bedraagt;
3.
De bestemmingsvlakken Woondoeleinden, gestapeld mogen worden gewijzigd in maatvoering met dien verstande dat a. De diepte van het bouwvlak maximaal 10 meter diep bedraagt; b. De goothoogte van het bouwvlak aan de voorzijde maximaal 6 meter bedraagt; c. De bouwhoogte van het bouwvlak maximaal 9 meter bedraagt; d. De totale grondoppervlakte van de nieuwe bouwvlakken in wijzigingsgebied I en II tezamen met ten hoogste 25 % mag toenemen;
4.
Het aantal woningen in wijzigingsgebied I en II tezamen met maximaal 8 mag worden vermeerderd;
5.
De onder lid 1 t/m 4 bedoelde wijzigingen mogen alleen plaatsvinden, indien a.
Uit onderzoek is gebleken dat het wijzigingsplan uitvoerbaar is op grond van de Europese Habitatrichtlijn en daaruit voortvloeiende regelgeving; b. voldaan wordt aan de gebruikelijke parkeernormering, waarbij -indien parkeren op eigen terrein geen optie is, toch in ieder geval voldoende parkeerplaatsen op de openbare weg beschikbaar zullen zijn; c. advies is ingewonnen van de taakgroep Civiele Techniek van de gemeente Bloemendaal inzake de mogelijkheid tot het infiltreren van regenwater van schoon verhard oppervlak in de bodem d. de bestemmingsvlakken Erf en Tuin tengevolge van het bedoelde onder 1 t/m 4 aangebrachte wijzigingen opnieuw worden opgetekend, waarbij de bestemming Erf op een minimale afstand van 3 meter met de subbestemming "Verkeersdoeleinden: voetpad" is gelegen en voor het overige de artikelen 7,8 en 9 van toepassing blijven 6.
Voor het overige de planvoorschriften van dit bestemmingsplan van kracht blijven
• bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) •
18 Artikel 15
Aanlegvergunning
Verbodsbepalingen 1. Het is verboden voor de in het op de plankaart aangeduide wijzigingsgebied I en II, alsmede in de gronden gelegen in de bestemmingen Doeleinden voor Natuur en landschap (artikel 10), de subbestemming Nlt hieronder niet begrepen- zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. het ontginnen, afgraven of bodemverlagen van de grond, waarbij in de grond dieper dan 60 cm wordt geroerd.
' f { f
2.
Het is verboden op of in de gronden gelegen in de bestemmingen Doeleinden voor Natuur en landschap (artikel 10) -de subbestemming hieronder mede begrepen- en Duinrei (artikel 12) zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen of verharden van wegen, paden, parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen; b. het ontginnen, bodemverlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de grond, voor zover de Ontgrondingenwet en de daarop gebaseerde verordeningen niet van toepassing zijn; c. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen of aanlegplaatsen; d. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande waterlopen; e. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur op of in gronden gelegen buiten het bebouwingsvlak; f. het vellen, rooien of beschadigen van houtgewas voor zover de Boswet of de Algemene Plaatselijke Verordening niet van toepassing zijn; g. het verrichten van exploratie- en exploitatieboringen ten behoeve van het winnen van delfstoffen; h. het aanleggen van inrichtingen ten behoeve van aan de bestemming ondergeschikte recreatieve voorzieningen;
J
,'
r
' f [
f
3.
Het is verboden op of in de gronden gelegen in de bestemming Tuin (artikel 9) op percelen gelegen in het villagebied, zoals bepaald in artikel 1 sub 32, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. het ontginnen, bodemverlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de grond, voor zover de Ontgrondingenwet en de daarop gebaseerde verordeningen niet van toepassing zijn;
Uitzonderingen op de verbodsbepalingen 4. Het verbod als bedoeld in de leden 1, 2 en 3 zijn niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a. het normaal onderhoud betreffen; b. noodzakelijk zijn in verband met het op de bestemming gerichte beheer of gebruik van de grond; c. reeds in uitvoering waren op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; d. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een al verleende vergunning; e. uitgevoerd worden in een beschermd natuurmonument in de zin van de Natuurbeschermingswet en handelingen opleveren, waarvoor ingevolge artikel 12 van die wet een vergunning is vereist, dan wel handelingen, welke zijn voorzien in een beheersplan zoals bedoeld in artikel 14 van die wet.
• bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) •
l
i i [ l
'> I i J
19 Toelaatbaarheid 5. De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover deze geen onevenredige schade toebrengen aan de mogelijk archeologische waarden van deze gronden. Hiertoe dient op basis van archeologisch onderzoek uitgevoerd conform de normen voor de archeologische beroepsgroep te zijn gebleken, dat a. is vastgesteld dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn; b. is vastgesteld dat aan de archeologische waarden van deze gronden in voldoende mate zijn zeker gesteld; c. is vastgesteld op basis van onderzoek, waardering en selectie conform de normen voor de archeologische beroepsgroep dat de archeologische waarden al dan niet onder nader te stellen voorwaarden, mogen worden verstoord. 6.
De werken of werkzaamheden als bedoeld in de leden 2 en 3 zijn slechts toelaatbaar, indien en voor zover deze geen onevenredige schade toebrengen aan de landschappelijke en natuurlijke waarden van deze gronden.
• bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006)
20 Artikel 16 1.
Gebruik van gronden en bouwwerken
Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken, op een wijze of tot een doel in strijd met de daaraan bij het plan gegeven bestemming.
2. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan: a. het gebruik van grond en bouwwerken voor detailhandelsdoeleinden; b. het gebruik van grond en bouwwerken voor de uitoefening van een seksinrichting of escortbedrijf; c. het gebruik van grond en bouwwerken in de bestemmingen Doeleinden voor Natuur en landschap (artikel 10), Groenvoorzieningen (artikel 11), Duinrei (artikel 12), Verkeers- en Verblijfsdoeleinden (artikel 13) - de subbestemmingen hieronder mede begrepen- voor zwembaden en tennisbanen; d. het gebruik van bij de woning behorende bebouwing voor het houden van groot vee; e. het duurzaam gebruik van onbebouwde gronden als afvalstortplaats of opslagterrein, met dien verstande dat hieronder niet wordt verstaan het gebruik van de gronden ten behoeve van opslag voor nutsvoorzieningen; f. het toepassen van meststoffen, chemische en biologische bestrijdingsmiddelen op gronden met de bestemming Duinrei (artikel 12); 3. Onder strijdig gebruik wordt niet verstaan: a. het gebruik van gedeelten van de woning en bij de woning behorende bebouwing gelegen op de bestemmingen Woondoeleinden (artikel 7) -de subbestemming hieronder mede begrepen- en Erf (artikel 8) ten behoeve van een aan huis verbonden beroep met uitsluiting van een seksinrichting of een escortbedrijf indien en voor zover: (1) het vloeroppervlak van het aan huis verbonden beroep niet groter is dan 30% van het vloeroppervlak van de woning en de daarbij behorende bebouwing, met een maximum van 60m2; (2) ten behoeve van het aan huis verbonden beroep kan worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid; b. het gebruik van gedeelten van bij de woning behorende bebouwing gelegen op de bestemming Erf (artikel 8) voor zover gelegen op percelen gelegen in het villagebied, zoals bepaald in artikel 1 sub 32, als stalling van paarden die worden gehouden ter beoefening van de ruitersport en/of mensport, indien en voor zover: (1) de ruitersport en/of mensport als hobby wordt beoefend; (2) het grondoppervlak van de stal niet meer bedraagt dan 20m2 4.
Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in het eerste lid, indien strikte toepassing zou leiden tot een niet door dringende redenen te rechtvaardigen beperking van het meest doelmatige gebruik. De hier bedoelde vrijstelling mag niet leiden tot een ingrijpende en /of onomkeerbare wijziging van en inbreuk op de bestemming.
- bestemmingsplan Dumlustpark (december 2006) •
! l
f ( r l
r
I i
[ '
r
t-
t
21
Hoofdstuk IN Artikel 17
Overgangs- en slotbepalingen
Gebruik in strijd met het plan
1.
Het gebruik van gronden en bouwwerken dat afwijkt van het plan op het tijdstip, waarop dit plan rechtskracht verkrijgt, mag worden voortgezet, mits dit gebruik niet reeds in strijd was met de gebruiksvoorschriften van een bestemmingsplan dan wel bij gebreke daaraan niet reeds in strijd was met de gebruiksbepalingen in de Bouwverordening.
2.
Indien het in lid 1 bedoelde gebruik gedurende een ononderbroken tijdvak van 3 jaar gestaakt is geweest, is het verboden dit gebruik te hervatten.
3.
Het in lid 1 bedoelde gebruik mag worden gewijzigd in een minder van het plan afwijkend gebruik.
4.
Het is verboden het gebruik te wijzigen, indien daardoor de bestaande afwijkingen van het plan naar aard en/ of intensiteit zouden worden vergroot.
5.
Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in de leden 2 en 4 indien strikte toepassing zou leiden tot een niet door dringende redenen te rechtvaardigen beperking van het meest doelmatige gebruik.
Artikel 18
Bouwen in strijd met het plan
1.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van het ter inzage leggen van het ontwerp van het plan bestond of nadien legaal is of kan worden gebouwd en dat afwijkt van het plan, mag, mits de bestaande afwijkingen naar hun aard niet zullen worden vergroot: a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd, zulks met een maximum van 10% van de bestaande inhoud, verminderd met de mate van vernieuwing of verandering die reeds eerder krachtens dit sublid heeft plaatsgevonden; b. geheel worden vernieuwd, indien het bouwwerk door een calamiteit teniet is gegaan, zulks met inachtneming van de bouwgrenzen, tenzij herbouw in dat geval niet mogelijk is en onverminderd de bevoegdheid tot onteigening overeenkomstig de wet; een en ander mits de bouwvergunning is aangevraagd binnen 3 jaar nadat het bouwwerk teniet is gegaan.
2.
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 1 ten behoeve van vergrotingen van horizontale afmetingen, zulks tot maximaal 10% van de oppervlakte van het bouwwerk, verminderd met de mate van uitbreiding die reeds eerder krachtens dit lid heeft plaatsgevonden.
3.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de termijn genoemd in lid 1 onder b, voor zover dit vanwege een ter zake dienende civielrechtelijke procedure noodzakelijk is.
Artikel 19
Strafbepaling
Overtreding van het verbod gesteld in de artikelen 15 leden 1 , 2 en 3,16 lid 1 en 17 leden 2 en 4 is een strafbaar feit in de zin van artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Artikel 20
Naam
Dit plan kan worden aangehaald ondef de na%n "bestemmingsplan Duinlustpark".
I /ff // I
/
/////>
__AJdjjs=vas'tgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Bloemendaal, gehouden op 7 december 2006. W. de Gelder, voorzitter H. de Vries, griffier
• bestemmingsplan Duinlustpark (december 2006) •
Plankaart
I
—
LP+t
86
Gemeente Bloemendaal Aan de Gemeenteraad Raadsvergadering Nummer Commissie Portefeuillehouder Afdeling Opsteller Productiedatum Vaststellingsdatum b&w Registratienummer Reg.nrs(s) bijlage(n) /"*"•, V.
Onderwerp
7 december 2006 86 Commissie Grondgebied wethouder mr. V.H. Bruins Slot II -Bouwen en Wonen C.M.M. Meyer 13 november 2006 7 november 2006 2006015175 J - B&W besluit van 7 november 2006: 2006015983 - het bestemmingsplan, bestaande uit de volgende onderdelen: voorschriften: 2006008813 toelichting: 2006008811 bijlage 1 toelichting: ALG001178 bijlage 2 toelichting: 2006008814 bijlage 3 toelichting: 2006008823 plankaart:ALG001187 - notitie wethouder: 2006008511 - uittreksels raads- en commissieverslagen: 2006008512 vaststelling bestemmingsplan Duinlustpark Korte inhoud voorstel
Wij stellen u voor het best*smmingsplan Duinlustpark gewijzigd vast te stellen. 1.
Aanleidinq Dit raadsvoorstel richt zich op de vaststelling van bestemmingsplan Duinlustpark. Daartoe komen aan de orde een stukje voorgeschiedenis van de planvorming, de doelstelling van het plan, de ingekomen zienswijzen op het ontwerp, de aan het plan gerelateerde bouwaanvragen, het voorstel tot besluit en de vervolgprocedure.
2.
Probleem- en doelstellinq/oplossinqen/effecten Voorgeschiedenis van de planvorming Voor het gebied Duinlustpark e.o. is in 2001 reeds een bestemmingsplan opgesteld omdat alleen in dit deel van de gemeente nog de bebouwingsvoorschriften uit 1933 gelden. De voorbereidingsfase en inspraakfase zijn geheel afgerond. Het ontwerp heeft van 16 juni tot en met 27 juli 2006 ter inzage gelegen. Er zijn 10 zienswijzen bij u binnengekomen. Doelstelling Procedureel doel is de verouderde bebouwingsvoorschriften te vervangen door een modern bestemmingsplan. Dit voorliggend bestemmingsplan dient in de toekomst dan als toetsingskader voor bouwactiviteiten, aanlegactiviteiten en toegestaan gebruik op de in dit plangebied gelegen gronden Inhoudelijk doel is een conserverend bestemmingsplan op te stellen, passend bij het bestaande woongebied en overeenkomstig de beleidsuitgangspunten van gemeente Bloemendaal. Dit komt tot uitdrukking in de plankaart, voorschriften en toelichting van het plan. Ingekomen zienswijzen op het ontwerp Aan het raadsvoorstel is aangehecht de "Nota ven beantwoording op ingekomen zienswijzen ontwerpDuinlustpark".
-2-
In deze nota kunt u de ingekomen zienswijzen nader lezen en het gemeentelijk commentaar erop. Bestemmingsplanaanpassinp In een enkel geval is in deze aangehechte nota geoordeeld het bestemmingsplan te moeten aanpassen. Het betreft: -+ Positief bestemmen van de fysiotherapiepraktijk op de begane grond Duinweg 43 naar aanleiding van inspreker nummer 8 zoals genoemd in de "Nota ven beantwoording op ingekomen zienswijzen ontwerp-Duinlustpark" middels het toevoegen van artikel 7 (Woondoeleinden) lid 1 sub b + aanduiding op de plankaart —• Opnemen commentaar van inspreker nummer 10 (het Hoogheemraadschap) middels extra tekst in paragraaf 2.7 van de toelichting. Deze wijzigingen zijn nu in het plan verwerkt. Voor het overige staat in de "Nota ven beantwoording op ingekomen zienswijzen ontwerp-Duinlustpark" dat het bestemmingsplan geen aanpassing behoeft. Hierbij hebben wij echter een aantal veronderstellingen gehanteerd. De eerste veronderstelling is dat het bestemmingsplan de Nota Erfregeling volgt en deze nota zelf inhoudelijk niet ter discussie staat. Dit is een formele veronderstelling. Door de ingekomen zienswijzen is echter nu aan de orde in hoeverre u de Nota Erfregeling voor het onderdeel "bouwen in de voortuin" wilt openbreken naar aanleiding van de indieners van zienswijzen nummer 1 versus 2 t/m 6. Indien u dit wilt openbreken, zal zowel de Nota Erfregeling als dit bestemmingsplan wél op dat onderdeel moeten worden aangepast.
("'"}
Voorts hebben wij verondersteld dat u kunt instemmen met de separate notitie van de wethouder inzake de plannen van de woningbouwvereniging. De notitie heeft overeenkomstig de wens van de commissie Grondgebied bij de tervisielegging van het ontwerp ter inzage gelegen voor een ieder (zie voor de notitie van de wethouder registratienummer 2006008511 en voor uw eerdere beraadslagingen registratienummer 2006008512). Voorts veronderstellen wij dat u kunt instemmen met de juridische toelichting op het wegvallen van bouwen gebruiksrechten. Ambtshalve aanpassingen —> Origineel klein en vergund bijgebouwtje op adres Johan Verhulstweg 72 is op de plankaart in bestemming Erf getrokken (lag in Tuin); —• Het Planvoorschrift Erf\s aangescherpt n.a.v. het planologische advies op bouwaanvraag Johan Verhulstweg 72: Indien in het villagebied binnen 2,5 meter zone gebouwd wordt op bestemming Erf, dan dient de goothoogte van het bijgebouw niet hoger te zijn dan het bestaande bijgebouw dan wei 2,5 meter; (ingevoegd bij artikel 8 lid 3 sub c) -> De in Bloemendaal gebruikelijke vrijstelling voor hogere erfafscheidingen is in het planvoorschrift voor de bestemming Tuin (tot 1.80 meter) nu opgenomen (artikel 9 lid 4 sub a ingevoegd).
^ s Qj
Voorstel tot besluit Aan de orde is nu de afronding van de vasfstellingsfase. In deze fase konden zienswijzen richting de raad worden gestuurd. De vaststelling van het bestemmingsplan - met het meewegen van de ingekomen zienswijzen- is een raadsbevoegdheid. Zie voor voorstel tot besluit onder 4. Vervolgprocedure Na uw vaststelling behoeft het bestemmingsplan nog goedkeuring door de provincie, alvorens het in werking treedt. 3.
Financiële aspecten/risico's Twee indieners van zienswijzen zijn van mening dat hun rechten worden weggenomen en dreigen met planschade. Volgens vaste jurisprudentie is er echter niet in elk geval recht op planschade. In de aangehechte Nota van beantwoording op ingekomen zienswijzen ontwerp-Duinlustpark onder 7 en 8 staat dat de gemeente geen financieel risico loopt.
4.
Voorstel Wij stellen u voor het ontwerp bestemmingsplan tengevolge van zienswijzen nummer 8 en 10 uit de aangehechte "Nota ven beantwoording op ingekomen zienswijzen ontwerp-Duinlustpark" en tengevolge van ambtshalve inbreng gewijzigd vast te stellen en wel op de volgende onderdelen:
f
5.
wijziging Positief bestemmen van de fysiotherapiepraktijk op de begane grond Duinweg 43 naar aanleiding van inspreker nummer 8 zoals genoemd in de "Nota ven beantwoording op ingekomen zienswijzen ontwerp-Duinlustpark" Opnemen commentaar van inspreker nummer 10 (het Hoogheemraadschap Rijnland)
kaart aanduiding op de plankaart
Origineel klein bijgebouwtje op adres Johan Verhulstweg 72 is in bestemming Erf getrokken (lag in Tuin) (naar aanleiding van planologisch advies over bouwaanvraag Johan Verhulstweg 72); Indien in het villagebied binnen 2,5 meter zone gebouwd wordt op Erfbestemming, dan dient de hoogte van het bijgebouw niet hoger te zijn dan het bestaande bijgebouw (naar aanleiding van planologisch advies over bouwaanvraag Johan Verhulstweg 72); De in Bloemendaal gebruikelijke vrijstelling voor hogere erfafscheidingen in de bestemming Tuin (tot 1.80 meter) is nu opgenomen
plankaart
voorschrift toevoegen artikel 7 (Wonen) lid 1 sub b
toelichting
extra tekst in paragraaf 2.7 van de toelichting.
Toevoegen artikel 8 (Erf) lid 3 sub c
toevoeging artikel 9 (Tuin) lid 4 sub a
Uitvoering Na het raadsbesluit zullen wij de planprocedure vervolgen.
Burgemeester en wethouders van Bloemendaal,
W.H. de Gelder
A.Ph. van der Wees
, burgemeester.
secretaris.
Advies Commissie De commissie heeft het voorstel besproken. Het wordt een bespreekpunt
De raad stemt in conform het voorstel, met in achtneming van een amendement van de W D , dat zonder hoofdelijke stemming werd aangenomen. ^
Gemeente Bloemendaal 86
De raad der gemeente Bloemendaal; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 november 2006; overwegende, dat voor het plangebied, gelegen in Bloemendaal, dat in het noorden begrensd wordt door de Brederodelaan aan de noordwestzijde, de gemeentegrens met de gemeente Velsen aan de noordoostzijde en de Duinlustparkweg en het gebied Schapenduinen aan de zuidzijde, zoals ingetekend op de plankaart nr. 8453-6, een herziening van de vigerende bestemmingsplannen/ bebouwingsvoorschriften gewenst is en dat het gewenst is deze te vervangen door één nieuw bestemmingsplan; dat gelegenheid tot inspraak op het voorontwerp-bestemmingsplan Duinlustpark is geboden overeenkomstig artikel 6a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; dat voor het voorontwerp-bestemmingsplan Duinlustpark het overleg als bedoeld in artikel 10 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening is gevoerd; dat het ontwerp-bestemmingsplan Duinlustpark voor een ieder ter inzage heeft gelegen in de periode van 16 juni 2006 tot en met 27 juli 2006; dat gedurende deze periode tien zienswijzen zijn ingediend door:
\**J
1.
d e heer H. Stokvis,
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
mevrouw F. van Putten en mevrouw J. Dijkgraaf, Pinellaan 4 en 2 (reg.nr. 2006011057) mevrouw A. Smit-Schoorl, Johan Verhulstweg 68 (reg. nr. 2006010975) de heer W.J. Westerlaken, Johan Verhulstweg 69 (reg. nr. 2006011134) mevrouw F.N. ten Cate-Kaag, Johan Verhulstweg 70 (reg.nr. 2006010502) mevrouw E.E. Fuchs-Jansen, Johan Verhulstweg 72 (reg.nr. 2006010304) de heerJ.J. de Bruin,Duinweg 41 (reg.nr. 2006011218 + 2006011855) de heer R.M.P.M. Castenmiller, Duinweg 43 (reg.nr. 2006012131 + 2006012507 + 2006013221) de heer J.C. de Jong, Stichting Schapenduinen, Brederodelaan 145 (reg. nr. 2006011188) Hoogheemraadschap Rijnland, verwerking van de watertoets (reg. nr. 2006011138)
Pinellaan
10 (registratienummers 2006011255 (post) + 2006011194 (fax));
dat deze zienswijzen tijdig zijn ingediend en ontvankelijk dienen te worden verklaard; gelezen de aangehechte "Nota van beantwoording op ingekomen zienswijzen ontwerp-Duinlustpark", waarmee hij kan instemmen; gelet op de artikelen 10, 15, 23, 26 en 28 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;
besluit:
1.
de zienswijzen van de indieners onder 1 tot en met 10 ontvankelijk te verklaren;
2.
de zienswijzen van de indieners onder 1, 2 t/m 6, 7, 9 ongegrond te verklaren;
3. de zienswijzen van de indieners onder 8 gedeeltelijk ongegrond en gedeeltelijk gegrond te verklaren en dientengevolge de planvoorschriften en de plankaart als volgt te wijzigen: a. artikel 7 lid 1 sub b toevoegen: "alsmede vooreen fysiotherapiepraktijk op de begane grond ter plaatse van het pand Duinweg 43"
b.
c
-2plankaart (8453-6, d.d. 31-10-2006) bij de legenda onder Aanduidingen toe te voegen een driehoeksmarkering "fysiotherapiepraktijk op begane grond toegestaan (Duinweg 43)", alsmede deze driehoeksmarkering in te tekenen in het bouwvlak;
de zienswijze van de indiener onder 10 gegrond te verklaren en dientengevolge de plantoelichting als volgt te wijzigen: a. in paragraaf 2.7. van de toelichting extra tekst toe te voegen, luidende " In dit plangebied is van toepassing het waterbeleid van het hoogheemraadschap Rijnland, ten tijde van opstellen van dit bestemmingsplan geformuleerd in het Waterbeheersplan 2006-2009. Bij het hoogheemraadschap is een vergunningsplicht op grond van Rijnlands keur voor aanpassing van de waterhuishouding en van het Bouwstoffenbesluit, (zie voorts www.rimland net, knop loket)"; "Met hulp van het hoogheemraadschap wordt dit afkoppelen door gemeente en door particulieren in het gemeentelijk waterplan nader uitgewerkt";. "Het hoogheemraadschap geeft concreet betekenis aan wanneer en hoe je in de praktijk regenwater (schoon water) kan afkoppelen naar oppervlaktewater. Het schap heeft een praktische beslisboom opgesteld voor gemeenten en particulieren. Ter bestrijding en voorkoming van verontreiniging van oppervlaktewateren zijn lozingen gereguleerd in de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo)."; voorts de volgende ambtshalve wijzigingen aan te brengen en dientengevolge de planvoorschriften en de plankaart als volgt te wijzigen: a. aan artikel 8 lid 3 sub c inzake de regeling dat de goothoogte van bijgebouwen niet meer mag bedragen dan 3.00 meter toevoegen: "voor zover gelegen in het villagebied en op een afstand van 2,5 meter of minder tot de perceelsgrens mag de goothoogte van bijgebouwen niet meer bedragen dan de bestaande bijgebouwen ter plaatse (d.w.z. in nabijheid van 3 meter of minder) en indien geen bestaande bijgebouwen ter plaatse maximaal 2,5 meter"; b. aan artikel 9 lid 4 inzake de vrijstellingsbevoegdheid een nieuw sublid a invoegen, luidende "van het bepaalde in lid 3 onder c ten behoeve van de bouw van een erfafscheiding met een bouwhoogte van ten hoogste 1.80 meter, met dien verstande dat de bebouwingskarakteristiek van de omgeving niet wordt geschaad', en voorts het oude sublid a tot sublid b vernummeren. c. op de plankaart het origineel kleine bijgebouwtje op adres Johan Verhulstweg 72 in de bestemming Erf te trekken (lag in Tuin); het bestemmingsplan Duinlustpark gewijzigd vast te stellen overeenkomstig de bij dit besluit behorende plankaart met nummer" 8453-6" en datum "31-10-2006", en de daarbij behorende voorschriften en toelichting.
o
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Bloeme/idaal, gehouden op 7 december 2006.
oorzitter
griffier
-3-
NOTA van BEANTWOORDING OP INGEKOMEN ZIENSWIJZEN ONTWERP-DUINLUSTPARK Gemeente Bloemendaal, Afdeling Ruimte en Bouwen, oktober 2006 Procedureel Het ontwerp heeft ter visie gelegen van 16 juni t/m 27 juli 2006. Bekendmaking heeft plaatsgehad via een algemene kennisgeving in het Weekblad d.d. 15 juni 2006 (bij de Bloemendaalse wekelijkse publicatie), de Staatscourant en gemeentelijke website en via verzending van brieven aan de diverse insprekers, alsmede aan de bij de grenswijziging betrokken percelen.
O
Inhoudelijk Er zijn 10 zienswijzen tegen het ontwerp ingediend: 9 van inwoners uit het gebied en 1 van een instantie. Eén betreft een pleidooi voor verruiming van de erfbebouwing in de voortuin. Vijf zienswijzen zijn gelijkluidend en betreft juist een pleidooi voor het vrijwaren van erfbebouwing in de voortuin. Voorts zijn er twee zienswijzen ingediend die pleiten voor het behoud van hun oude rechten uit het vorige bestemmingsplan en voelen zich verongelijkt behandeld ten opzichte van de woningbouwvereniging. Eén inwoner heeft moeite met de extra nieuwbouw, die in dit conserverende bestemmingsplan wordt toegelaten voor de woningbouwvereniging. Het hoogheemraadschap Rijnland heeft als betrokken instantie bij de watertoets nog enkele aanvullende opmerkingen. I. Bouwen in voortuin I I . ofe heer Stokvis, Pinellaan 10 (2006011255 (post) + 2006011194 (fax)) NB. er ligt nog een bouwaanvraag, die nu niet past in ontwerp i.v.m. strijdig gebruik (corsa 2005001900 + 2005017352) 12. van Putten en Dijkgraaf, Pinellaan 4 en 2 (2006011057) 13. Smit-Schoorl, Johan Verhulstweg 68 (2006010975) 14. Westehaken, Johan Verhulstweg 69 (2006011134) 15. ten Cate, Johan Verhulstweg 70 (2006010502) 16. Fuchs, Johan Verhulstweg 72(2006010304) NB. er ligt een bouwaanvraag erfbebouwing in achtertuin, die wel past in ontwerp II. Beperking bouw- en gebruiksrecht 17. de Bruin,Duinweg 41 (2006011218 + 2006011855), 18. Castenmiller, Duinweg 43 (2006012131+ 2006012507 + 2006013221) III. Toegekende extra bebouwingsmogelijkheden voor de woningbouwvereniging Brederode 19. de Jong, Stichting Schapenduinen, Brederodelaan 145 (2006011188) IV. Verwerking van de watertoets 20. Rijnland, verwerking van de watertoets (2006011138)
-4-
I. Bouwen in voortuin 1. de heer Stokvis, Pinellaan 10 (2006011255 (post) + 2006011194 (fax)) NB. er ligt nog een bouwaanvraag, die nu niet past in ontwerp i.v.m. strijdig gebruik (corsa 2005001900 + 2005017352)
De bestemming Erf ligt te veel naar achteren en zou gezien de vorm van de huizen in het verlengde van de voorgevel gelegd moeten worden. Het erf wordt verkleind ten gunste van tuin en hierdoor is het niet langer mogelijk een bouwwerk, bijvoorbeeld schuur, naast het huis te plaatsen.
Het plaatsen van een schuur naast het huis was ook in de bebouwingsvoorschriften niet direct mogelijk, alleen bij dispensatie door de raad. Dit betekent dat er afhankelijkheid is van de beleidsinzichten op dat moment (tijdsgeest, discretionaire bevoegdheid). Beleidsinzichten zijn aan verandering onderhevig. Op dit moment is de Nota Erfregeling uitgangspunt voor optekenen van de bestemming Erf, waarbij halverwege de zijgevel het uitgangspunt is. Overigens biedt vergunningvrij bouwen van onder meer aan- en bijgebouwen nog extra mogelijkheden, waarbij -onder voorwaarden 1 meter van achter de voorgevel uitgangspunt is. Bovendien is er nog - zij het beperkt- een mogelijkheid van bebouwing in de voortuin.
Niet ingestemd kan worden met de in het ontwerp neergelegde beperking voor het bouwen in de voortuin (bestemming Tuin). Waar het voorontwerp en concept-ontwerp nog uitging van "bijgebouwen", gaat het huidige plan uit van een functionele omschrijving "plantenkassen en dierenverblijven". Niet de functionaliteit moet voorop staan, maar het ontwerp en gebruikte materialen (afmeting, bouwwijze, materialen, uiterlijk). Voorgesteld wordt dit te vervangen door het ruimere begrip "bijgebouwen".
Conclusie: Het perceel biedt nog voldoende ruimte voor realiseren van erfbebouwing. Aanpassing van de bestemmingsgrens is niet op zijn plaats. Het voorontwerp en concept-ontwerp kende een redactie, dat inderdaad uitging van uitsluitend de stedenbouwkundige benadering. Deze redactie is een vrijere vertaling van het bestemmingsplanvoorschrift Tuin uit AerdenhoutBentveld, dat als laatste voorbeeldplan genomen is bij opstelling van de planvoorschriften. In dat plan is wel nog een functionele benadering genoemd, maar waren ook tuinhuisjes mogelijk. Het terugbrengen van het planvoorschrift naar weer een functionele benadering is gedaan als uitvloeisel van de nieuwe Nota Erfregeling 0'anuari 2006), waarin weer gekozen is voor de functionele benadering en nu zonder tuinhuisjes. Conclusie: Het bestemmingsplan wil in dit opzicht volgend zijn aan de Nota Erfregeling.
-52. 3. 4. 5. 6.
van Putten en Dijkgraaf, Pinellaan 4 en 2 (2006011057) Smit-Schoorl, Johan Verhulstweg 68 (2006010975) Westerlaken, Johan Verhulstweg 69 (2006011134) Fuchs, Johan Verhulstweg 72 (2006010304) ten Cate, Johan Verhulstweg 70 (2006010502)
NB. er ligt een bouwaanvraag erfbebouwing in achtertuin, die past wel in het bestemmingsplan
Niet ingestemd kan worden met de in het plan geboden mogelijkheid voor het oprichten van dierenverblijven of plantenkassen of fietsenbergingen in de bestemming Tuin bij percelen groter dan 500m2. De percelen in dit gebied (Johan Verhulstweg, Pinellaan, Vinkenbaan) hebben op de erven voldoende ruimte om deze bouwwerken daar te plaatsen. Voorgesteld wordt -bij percelen met voldoende ruimte op het erf- deze bouwwerken slechts toe te staan in bestemming Erf en dus niet in Tuin, waardoor het landelijke karakter van Duinlustpark zo goed mogelijk wordt beschermd.
c
De redactie van dit artikel is ontleend aan de richtlijn, zoals is opgenomen in de Nota Erfregeling. Conclusie: Het bestemmingsplan wil in dit opzicht volgend zijn aan de Nota Erfregeling.
II. Beperking bouw- en gebruiksrecht 7. de Bruin, Duinweg 41 (2006011218 + 2006011855) Er is sprake van een inperking ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan Schroeder van der Kolk. De GB2 bebouwingsstrook (artikel 9) is vervallen en vervangen door: o Strak bouwvlak om bestaande hoofdgebouw (was bebouwingsstrook) o Woonbestemming (was GB= gemengde bestemming: woningen, winkels met woningen en verzorgende bedrijven met woningen, alsmede rust- en verzorgingstehuizen). E.e.a. wordt als volgt nader onderbouwd: A. Beperking van gebruiksmogelijkheden B. Rechtsongelijkheid C. Bouwplannen binnen de planperiode A. Beperking van gebruiksmogelijkheden De ontwikkeling van het voormalig PZ terrein tot nieuwe woonkern en de ligging aan een verbindingsroute richting NS station en winkelgebied bij de Dekamarkt maakt het exploiteren van een winkel commercieel interessant. (= gebruik)
Planologisch uitgangspunt is het concentreren van winkelvoorzieningen in de dorpskernen. Dit sluit overigens ook aan op he^ beleid van de gemeente Velsen.
Ingevolge een binnenplanse vrijstelling kan een hoofdgebouw 15 meter breed worden opgericht i.p.v. 12 meter (=bouwen)
Binnenplanse vrijstellingen zijn geen recht.
De bebouwingsstrook biedt meer vrije zoekruimte dan een strak bouwvlak bij sloopnieuwbouw van het pand (het huidige pand is tegen het buurhuis aangebouwd).
Het opnemen van een flexibele bouwstrook in het bestemmingsplan is alleen van nut als verwacht mag worden dat binnen de plantermijn het pand gesloopt zal worden en verschuiving gewenst is. Het opnemen van een strak bouwvlak in het bestemmingsplan is juist van nut als die
-6verwachting er niet is en er dus meer rechtszekerheid voor buren is bij een "niet wandelend' vlak. Voorts is de meeste bebouwing in dit plangebied van goede bouwkundige - en beeldkwaliteit, met een hoge courantheid, waarbij sloop helemaal niet gewenst is. Om het stimuleren van sloop tegen te gaan wordt daarom mede voor het strakke bouwvlak gekozen. B. Rechtsongelijkheid Het bouwrecht aan de Brederodelaan tussen de nummers 43 en 47 wordt wel gehandhaafd, omdat het hier een perceel van de Woningbouwvereniging betreft. Dit wordt ervaren als het "meten met twee maten".
De bebouwingsmogelijkheid aan de Brederodelaan tussen de nummers 43 en 47 ligt in het verlengde van de hier bewust gekozen uitzonderingspositie voor de woningbouwvereniging, waardoor ter plaatse tot een andere afweging is gekomen. Zie verder commentaar onder inspreker 9.
Verwijzing naar bestemmingsplan Bloemendaalse Park&Duin en Daal. De gemeenteraad heeft bij de vaststelling van dat plan de bestaande bouwrechten van particulieren wel gehonoreerd, terwijl deze in het ontwerp waren geschrapt. Dit zou dus ook nu voor Duinlustpark zo moeten gelden.
Het van geval tot geval op basis van de merites van dat geval in het bestemmingsplan Bloemendaalse Park/ Duin en Daal alsnog af te wegen of bouwrechten honorering moeten krijgen is door de gemeenteraad gedaan. Het is aan de gemeenteraad in hoeverre zij dat voor de navolgende nog vast te stellen bestemmingsplannen eveneens zo zal besluiten. Op elk geval inzake (vermeende) bouwrechten zal derhalve een zelfstandige afweging moeten worden gemaakt.
C. Bouwplannen binnen de planperiode In het gemeentelijk commentaar op de inspraakreactie wordt verwezen naar het ontbreken van concrete initiatieven of aanwijzingen, die bij de gemeente kenbaar zijn, dat binnen de planperiode gebruik zal worden gemaakt van de mogelijkheden op grond van de GB bestemming met bijbehorende bebouwingsstrook (zie ook onder A). Dit komt vreemd over omdat de huidige of toekomstige eigenaar juist in die periode alsnog gebruik zou willen maken van de mogelijkheden, die nu worden weggenomen.
Bij de beoordeling of er nog sprake is van een bouwrecht is het blijkens jurisprudentie van belang of er concrete initiatieven of aanwijzingen zijn geweest tot realisering. Het gaat dus niet om wat er nu of straks in de planperiode nog allemaal zou kunnen gebeuren en eventueel zou willen, maar meer in hoeverre er tot op heden pogingen tot realisering daartoe zijn ondernomen. Die pogingen zijn ons niet gebleken.
Conclusie , Er is sprake van planschade door het laten vervallen van de bestemming en bebouwingsstrook GB2 en er is sprake van rechtsongelijkheid door het "meten met twee maten".
Conclusie De gemeente is van mening dat noch om planologische noch om juridische redenen de vigerende bestemming opnieuw opgetekend moet worden. De planologische bestemmingswijziging is meer passend in het huidige ruimtelijk beleid en is juridisch verantwoord. Er is in dit geval immers sprake van de zogenaamde risico-aanvaarding. De door de indiener veel aangevoerde argumenten zijn juridisch niet steekhoudend genoeg om zich te beroepen op planschade. Voor het aspect van rechtsongelijkheid en willekeur zie het commentaar onder inspreker 9.
-78. Castenmiller, Duinweg 43 (2006012131 + 2006012507) Voorgestaan wordt een ruimer gebruik zoals in het oude bestemmingsplan was voorzien, waaronder detailhandel. Dit ruime gebruik moet voor de toekomst mogelijk blijven;
Artikel 26 (de gebruiksvoorschriften) gaat uit van een vloeroppervlakte van maximaal 60 m2, terwijl in de huidige situatie over de totale benedenverdieping een oppervlakte van 140 m2 wordt beschikt (inclusief oefenruimte, sanitaire voorzieningen, kantoor e.d.) Verzocht wordt de maatvoering van 60 m2 te wijzigen in 140 m2.
Uitgangspunt is het bestemmen overeenkomstig de feitelijke situatie met inachtneming van bestaande rechten (juridisch). Voorzover de gebruiksmogelijkheden uit het oude bestemmingsplan onbenut zijn gebleven, is sprake van zogenaamde risicoaanvaarding. Een ruime bestemming met o.a. detailhandel past naar hedendaagse inzichten niet meer ter plaatse, waardoor het opnemen om planologische redenen evenmin te verdedigen is. Bedoeling van dit bestemmingsplan is dat de fysiotherapie praktijk kan worden voortgezet. Tot op heden is gedacht dat dit veiliggesteld was onder de specifieke gebruiksvoorschriften (artikel 16 lid 3 onder a). Na onderzoek is gebleken dat de praktijk meer dan 30 % vloeroppervlakte in beslag neemt en daardoor buiten de regeling valt. Wij stellen daarom voor een aparte regeling te treffen om het gebruik van de fysiotherapiepraktijk positief te bestemmen door een extra aanduiding op de plankaart en toevoeging in het plan voorschrift Woondoeleinden: * tevens gebruik begane grond voor fysiotherapiepraktijk (toegestaan ter plaatse van Duinweg 43).
Voorgesteld wordt de bestemming Tuin aan de voorzijde te wijzigen in Erf, zodat dit nu en in de toekomst aangewend kan worden voor de stalling van fietsen etc. Voorts wordt medegedeeld dat de ligging van dit adres nabij de gemeentegrens van Velsen van oudsher altijd een veelal "vergeten adres is in de bezorging van het huis-aan-huis blad, waardoor relevante informatie van de gemeente via de algemene publicatie worden gemist. Dit is ook de reden dat niet eerder een reactie is ingekomen van de eigenaar.
Ook in het oude bestemmingsplan waren de gronden aan de voorzijde bestemd voor "Vooren zijtuin, open erf". Het stallen van fietsen en parkeren op eigen terrein past binnen deze bestemming. De bezorging van het huis-aan-huis blad dient uiteraard onder alle bewoners van Bloemendaal gegarandeerd te zijn. Dit behoeft dus opnieuw aandacht. Het is overigens ook mogelijk zich via email op te geven voor de digitale verzending van de wekelijkse gemeentelijke publicatie. Voor de onderhavige planprocedure is de zienswijze tijdig ingekomen en dus verder geen probleem.
-8-
III. Toegekende extra bebouwingsmogelijkheden voor de woningbouwvereniging Brederode 9. de Jong, Stichting Schapenduinen, Brederodelaan 145 (2006011188)
/"-^
De Stichting verzet zich tegen de extra wooneenheden, die in dit plangebied worden toegelaten. Dit is een extra verstedelijking, die zich niet verdraagt met het karakter van dit plangebied (tegenover ingang van Nationaal Park), de hogere beschermende wetgeving (SBZ/ Habitatrichtlijn) en de in het verleden gemaakte verkoopvoorwaarden (toen in 1929 Schapenduinen werd verkocht aan de Woningbouwvereniging). De ingenomen uitzonderingspositie voor de Woningbouwvereniging is onvoldoende onderbouwd en kan leiden tot onwenselijke en verstrekkende consequenties elders in de gemeente. Het probleem van het Boshofje wordt afgewenteld op een kwetsbaar en natuurrijk gebied.
Inderdaad is sprake van extra verstedelijking in het plangebied door opname van de twee wijzigingsvlekken, zij het in zeer beperkte mate en op een aanvaardbare manier, die ook passend is bij het gedachtegoed van de grond verkoop uit 1923 (zie blz. 23 uit het boekje "75 jaar woningbouwvereniging Bloemendaalnoord, Uit de huizen blijft het licht stralen", J. Keesom, 1993). De mogelijkheden voor de nieuwbouw zijn in dit bestemmingsplan immers begrensd door de natuurwetgeving en de aanwezige landschappelijke waarden. De initiatiefnemer (de woningbouwvereniging) dient een habitatonderzoek aan te leveren (in het wijzigingsvoorschrift) en de wijzigingsvlekken zijn op de plankaart begrensd door de bestemmingen groenvoorzieningen (waar ofwel waardevolle bomen zijn, ofwel entree voor wandelpaden zijn gerespecteerd). De bouwhoogte zal niet hoger worden dan de huidige bouwhoogte, alleen de goothoogte zal uitsluitend aan de achterzijde omhooggetrokken kunnen worden om wooneenheden op deze laag te kunnen creëren en levensloopbestendige woningen te kunnen realiseren. Deze ophoging is stedenbouwkundig verantwoord. Conclusie: Er is geen sprake van willekeur, maar juist van een door het bestuur expliciet kenbaar gemaakte uitzonderingspositie om redenen van een aan de woningbouwvereniging specifieke maatschappelijke doelstelling.
1
IV. Verwerking van de watertoets 10. Hoogheemraadschap Rijnland, verwerking van de watertoets (2006011138) Verzocht wordt te verwijzen naar het beleid van Rijnland, te weten het waterbeheersplan 20062009, dat momenteel ter goedkeuring ligt bij de provincie Zuid-Holland en Noord-Holland. Voorts geeft het hoogheemraadschap concreet betekenis aan hun richtlijn geformuleerd in de beslisboom Aan- en afkoppelen verharde oppervlakken van de werkgroep Riolering WestNederland voor dit plangebied. Het hoogheemraadschap is verheugd omtrent het voornemen tot afkoppelen en stelt dat voor de concrete uitvoering en voorwaarden een verwijzing naar het Waterplan Bloemendaal nuttig is. Voorts wijst het hoogheemraadschap op de vergunningplicht op grond van Rijnlands keur voor aanpassing van de waterhuishouding en van het Bouwstoffenbesluit. Een aanvraagformulier is te downloaden op de website www.rijnland.net onder de knop loket.
In paragraaf 2.7 van de toelichting is de verwijzing naar het Waterbeheersplan 20062009 opgenomen, alsmede zijn de vergunningenplicht en de beslisboom genoemd. De concrete betekenis van de beslisboom strekt echter verder dan alleen dit plangebied en zal daarom voor zover het de gemeente betreft bij het gemeentelijk waterplan worden getrokken en voor zover het particulieren betreft bij planinformatie door het Bouw- en Woningtoezicht worden meegenomen. De vergunningenplicht van een ander overheidsorgaan is voorts een aandachtspunt bij het binnen de overheid gaande stroomlijningproces van benodigde vergunningen en publiekrechtelijke informatievoorziening (o.a. Wabo en Wet Puber).
Amendement De raad van de gemeente Bloemendaal, in vergadering bijeen op 7 december 2006 Gelezen het voorstel vna B&W inzake het bestemmingsplan Duinlustpark Overwegende dat: - we straks toe zullen werken naar 1 bestemmingsplan per kern - het daarvoor alleen al nodig is dat de moderne bestemmingsplannen voor de gemeente Bloemendaal zoveel mogelijk uitgaan van de zelfde regelgeving - de voortuin regeling van duinlustpark nu tHeNaaiferm ia met heriSatste
Besluit -
h?+irn11rgy nptprfninn ^
i
' " * r r i p - o ^ p ^ KJ» m-t J .. m, iiim nr|ir^ai»nTn^inp.iT1
do woortuin a kr Duin on tfanl te bivngfrl>
«* |J
En gaat over tot de orde van de dag.
„
_
-* tv
K
*s ** .
*» ~
S?6 U-öü c*WFH*n £tjU4<2>£_ Bloemendaal 7 december 2006
f
/-C
M-^Ww-w
AMENDEMENT
ixl^sf
ü
^*-&zprULX+sïl
uÓt
y V t ^ A , JU^
De fractie van de W D uit de gemeenteraad van Bloemendaal stelt - gehoord de discussie in de commissie Grondgebied van 28 november 2006 en de gemeenteraad van 7 december 2006 ter zake de vaststelling van het bestemmingsplan Duinlustpark - met betrekking tot de bebouwingsvoorschriften in de bestemming tuin het volgende amendement voor:
'Artikel 9
Tuin (T)
Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart ais zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor tuin, alsmede voor water ten behoeve van de waterhuishouding. Inrichting 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemming zijn in het bestemmingsvlak toegelaten: a. bouwwerken geen gebouwen zijnde b. bij tussenwoningen zonder achterpad: fietsenberging c. werken
c
Bebouwingsvoorschriften 3. De bouwwerken als bedoeld in lid 2 mogen slechts worden gebouwd met inachtneming van de op de plankaart en de hierna gegeven aanwijzingen: ' i I ; | |
bouwwerken, geen gebouwen zijnde a. het maximaal toelaatbaar gezamenlijk grondoppervlak van de in lid 2 onder a genoemde bouwwerken mag per woning -gestapelde woningen die niet gelegen zijn aan het aansluitende maaiveld hiervan uitgezonderd- niet meer dan 10 m2 bedragen; bij het bepalen van het gezamenlijk grondoppervlak moet de bebouwing onder artikel 8 lid 3 sub f worden meegerekend; b. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag ten hoogste 1.00 meter bedragen; c. de bouwhoogte van de overige andere bouwwerken mag ten hoogste 3.00 meter bedragen. fietsenberging bij tussenwoningen zonder achterpad d. het maximaal toelaatbaar gezamenlijk grondoppervlak van de in lid 2 onder b genoemde fietsenberging mag per woning -gestapelde woningen die niet gelegen zijn aan het aansluitende maaiveld hiervan uitgezonderd- niet meer dan 5 m2 bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 1,5 meter; e. de afstand tot de aan de weg gelegen perceelsgrens dient ten minste 0,5 meter te bedragen f. de onder f bedoelde afstand dient met een groenbuffer te worden ingeplant.
O
Vrijstelling voor oprichten hogere erfafscheiding en voor oprichten van openlucht zwembad 4. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen: a. van het bepaalde in lid 3 onder b ten behoeve van de bouw van een erfafscheiding met een bouwhoogte van ten hoogste 1.80 meter, met dien verstande dat de bebouwingskarakteristiek van de omgeving niet wordt geschaad; b. van het bepaalde in lid 3 onder'a ten behoeve van het vergroten van het grondoppervlak voor het oprichten van een zwembad, waarbij het maximaal toelaatbaar grondoppervlak ten behoeve van een zwembad ten hoogste 4% van de oppervlakte van het bij een woonhuis behorende perceel mag bedragen met een maximum van 80 m2 voor een zwembad zonder overkapping onder dien verstande dat: (1) per woning maximaal één zwembad op het bij het woonhuis behorende perceel aanwezig mag zijn; (2) het zwembad dient te worden gebouwd achter de naar de weg gekeerde bouwgrenzen, maar minimaal op 15.00 meter uit de grens van de weg; (3) voor zwembaden zonder overkapping met een zwembadoppervlakte tot 70m2 de afstand tot de perceelsgrens ten minste 5.00 meter bedraagt en vanaf 70m2 bedraagt de afstand tot de perceelsgrens ten minste 10.00 meter bedraagt; (4) bij een zwembad zonder overkapping de onder (3) bedoelde afstand tussen het zwembad en de erfgrens met een groenbuffer dient te worden ingeplant;
f
Amendement De raad van de gemeente Bloemendaal, in vergadering bijeen op 7 december 2006 Gelezen het voorstel vna B&W inzake het bestemmingsplan Duinlustpark Overwegende dat: - we straks toe zullen werken naar 1 bestemmingsplan per kern - het daarvoor alleen al nodig is dat de moderne bestemmingsplannen voor de gemeente Bloemendaal zoveel mogelijk uitgaan van de zelfde regelgeving - de voortuin regeling van duinlustpark nu Haet=««feim lo met hetiSatstg
^estëSSSSpi^^
4/jLr i t
Besluit do v o o r t u i n a la D u i n on daal te brcnggïT>
En gaat over tot de orde van de dag.
<*•
*"'
*
C
Sic U-ê|0 OSWiRftn. G|^U46£„
Bloemendaal 7 december 2006
r _y"C
M.te^L%^
O ^ l e* KvJ^ U/V
\J
j
/; *
'Artikel 9
Tuin (T)
Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor tuin, alsmede voor water ten behoeve van de waterhuishouding. Inrichting 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemming zijn in het bestemmingsvlak toegelaten: a. bouwwerken geen gebouwen zijnde b. bij tussenwoningen zonder achterpad: fietsenberging c. werken Bebouwingsvoorschriften 3. De bouwwerken als bedoeld in lid 2 mogen slechts worden gebouwd met inachtneming van de op de plankaart en de hierna gegeven aanwijzingen:
Vw'
bouwwerken, geen gebouwen zijnde a. het maximaal toelaatbaar gezamenlijk grondoppervlak van de in lid 2 onder a genoemde bouwwerken mag per woning -gestapelde woningen die niet gelegen zijn aan het aansluitende maaiveld hiervan uitgezonderd- niet meer dan 10 m2 bedragen; bij het bepalen van het gezamenlijk grondoppervlak moet de bebouwing onder artikel 8 lid 3 sub f worden meegerekend; b. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag ten hoogste 1.00 meter bedragen; c. de bouwhoogte van de overige andere bouwwerken mag ten hoogste 3.00 meter bedragen. fietsenberging bij tussenwoningen zonder achterpad d. het maximaal toelaatbaar gezamenlijk grondoppervlak van de in lid 2 onder b genoemde fietsenberging mag per woning -gestapelde woningen die niet gelegen zijn aan het aansluitende maaiveld hiervan uitgezonderd- niet meer dan 5 m2 bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 1,5 meter; e. de afstand tot de aan de weg gelegen perceelsgrens dient ten minste 0,5 meter te bedragen f. de onder f bedoelde afstand dient met een groenbuffer te worden ingeplant.
"}
Vrijstelling voor oprichten hogere erfafscheiding en voor oprichten van openlucht zwembad 4. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen: a. van het bepaalde in lid 3 onder b ten behoeve van de bouw van een erfafscheiding met een bouwhoogte van ten hoogste 1.80 meter, met dien verstande dat de bebouwingskarakteristiek van de omgeving niet wordt geschaad; b. van het bepaalde in lid 3 onder a ten behoeve van het vergroten van het grondoppervlak voor het oprichten van een zwembad, waarbij het maximaal toelaatbaar grondoppervlak ten behoeve van een zwembad ten hoogste 4% van de oppervlakte van het bij een woonhuis behorende perceel mag bedragen met een maximum van 80 m2 voor een zwembad zonder overkapping onder dien verstande dat: (1) per woning maximaal één zwembad op het bij het woonhuis behorende perceel aanwezig mag zijn; (2) het zwembad dient te worden gebouwd achter de naar de weg gekeerde bouwgrenzen, maar minimaal op 15.00 meter uit de grens van de weg; ' (3) voor zwembaden zonder overkapping met een zwembadoppervlakte tot 70m2 de afstand tot de perceelsgrens ten minste 5.00 meter bedraagt en vanaf 70m2 bedraagt de afstand tot de perceelsgrens ten minste 10.00 meter bedraagt; (4) bij een zwembad zonder overkapping de onder (3) bedoelde afstand tussen het zwembad en de erfgrens met een groenbuffer dient te worden ingeplant; Aanlegvoorschriften 5. De werken als bedoeld in lid 2 onder c mogen uitsluitend worden verricht met inachtneming van de in artikel 15 gegeven aanwijzingen. Nadere eisen 6. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen te stellen ten aanzien van:
a***"
a. de plaatsing van de bebouwing en werken als bedoeld in lid 2 indien de bestaande boom beplanting en/of de geaccidenteerdheid van het terrein hier aanleiding toe geven b. de plaatsing van een erfafscheiding, met dien verstande dat kan worden geëist, dat de erfafscheiding op een afstand van ten hoogste 1.00 meter uit de perceelsgrenzen wordt geplaatst Gebruik 7. Bij het gebruik van de in lid 1 bedoelde gronden moeten de in artikel 16 gegeven aanwijzingen mede in acht worden genomen.'
C
c-*"
:ycLI*eJ GROENLINKS Hoort bij raadsvoorstel 2006015175 / d d 7-12-06
AMENDEMENT 1 BESTEMMINGSPLAN DUINLUSTPARK De raad van de gemeente Bloemendaal, in vergadering bijeen op 7 december 2006 gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van Bloemendaal inzake het bestemmingsplan Duinlustpark (2006015175) overwegende: AA. het conserverend karakter van het plan (conform het beleid van de gemeente om verdere bebouwingsverdichting in de gemeente tegen te gaan), hetgeen o.a. betekent dat zoveel mogelijk wordt bestemd overeenkomstig de bestaande situatie; A.2. het voorstel om ten behoeve van de sociale woningbouw in de gemeente toch uitbreiding van bebouwingsmogelijkheden te realiseren in wijzigingsgebied I en II van het plangebied; alsmede B.1. dat ten aanzien van de bestemming tussen Brederodelaan 43 en 47 wordt afgeweken van het voorontwerp waarin de oude bouwrechten (1974) zijn weg bestemd, terwijl de argumentatie in dat voorontwerp voor het wegbestemmen (bouwrechten zijn inmiddels achterhaald) nog steeds valide is en bovendien B.2. na het realisatie van de nieuwe uitgang van Park Brederode (voor voetgangers en fietsers) het onbebouwd laten van deze locatie de oost-west zichtlijn (over het meertje van) Park Brederode, alsmede de oost-west natuurcorridor kan versterken en , J
B.3. door het niet-bebouwen van deze locatie er een betere mogelijkheid bestaat om te zijner tijd - bij een eventuele openstelling van het Sleutelbosje - een voetpad door te trekken van het Park Brederode gebied naar Santpoort Zuid;
spreekt uit de toename van de bebouwingsmogelijkheden in het onder A genoemde wijzigingsgebied te willen compenseren met het (conform het voorontwerp) niet langer handhaven van de hehnnwingsmogelijkheid fusspn Rrpriprnriplaan 4.? pn 47 pn besluit tot
gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan Duinlustpark, waarbij de zienswijzen nr's. 7 en 9 gedeeltelijk (namelijk ten aanzien van de bebouwingsmogelijkheid tussen Brederodelaan 43 en 47) gegrond worden verklaard en waarbij de bestemming tussen Brederodelaan 43 en 47 geheel Tuin wordt. J. Krant Fractievoorzitter GrL
M.J.M. van der Burgt raadslid GrL
\^bütyp£vü f~h>yd^C L p - SfcZAn GROENLINKS Hoort bij raadsvoorstel 2006015175/dd 7-112-06
AMENDEMENT 2 BESTEMMINGSPLAN DUINLUSTPARK
s~*^
* De raad van de gemeente Bloemendaal, in vergadering bijeen op 7 december 2006 | gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van Bloemendaal inzake het bestemmingsplan Duinlustpark (2006015175) en in het bijzonder het wijzigen van de huidige bestemming GB in Wvoor de objecten Duinweg nr's. 41 en 43, overwegende: A. dat er geen dringende reden of noodzaak is om de bestaande rechten ten aanzien van het gebruik van de betreffende objecten(eigenaren) te beperken; B. dat de behoefte aan winkelvoorzieningen in het gebied zal toenemen als gevolg van de bebouwing van het voormalig PZ-terrein; C. dat het uitgangspunt van het bestemmen overeenkomstig de feitelijke situatie vooral betrekking heeft op de direct zichtbare verschijnselen als bebouwingsoppervlakten en -hoogten; D. dat het argument om winkelvoorzieningen in de dorpskernen te concentreren in dit geval minder sterk is vanwege de (loop)afstand tussen Santpoort Zuid en de dorpskern van Bloemendaal; E. rond de locaties Duinweg 41 en 43 in het plangebied relatief goede kortparkeermogelijkheden zijn voor fietsen en auto's;
O
bes|uit tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan Duinlustpark, waarbij de zienswijzen nr's. 7 en 8 gedeeltelijk (namelijk ten aanzien van de gebruiksmogelijkheden voor Duinweg 41 en 43) gegrond worden verklaard en waarbij de gebruiksbestemming van deze objecten GB blijft.
J. Krant Fractievoorzitter GrL
M J M. van der Burgt raadslid GrL
VVD Amendement De raad van de gemeente Bloemendaal, in vergadering bijeen op 7 december 2006 Gelezen het voorstel van B&W inzake het Bestemmingsplan Duinlustpark
Overwegende dat: we straks zullen werken naar 1 bestemmingsplan per kern het daarvoor alleen nodig is dat de moderne bestemmingsplannen van de Gemeente Bloemendaal zoveel mogelijk uitgaan van dezelfde regelgeving hij de voortuin regeling van Duinlustpark nu afwijst
^
Besluit artikel 9 gewijzigd vast te stellen conform bijlage, en gaat over tot de orde van de dag
Bloemendaal, 7 december 2006
H. Pieterson
A.J. Zoetmulder-Sanders
L-
Het amendement werd zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
'Artikel 9
Tuin (T)
Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor tuin, alsmede voor water ten behoeve van de waterhuishouding. Inrichting 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemming zijn in het bestemmingsvlak toegelaten: a. bouwwerken geen gebouwen zijnde b. bij tussenwoningen zonder achterpad: fietsenberging c. werken Bebouwingsvoorschriften 3. De bouwwerken als bedoeld in lid 2 mogen slechts worden gebouwd met inachtneming van de op de plankaart en de hierna gegeven aanwijzingen: bouwwerken, geen gebouwen zijnde a. het maximaal toelaatbaar gezamenlijk grondoppervlak van de in lid 2 onder a genoemde bouwwerken mag per woning -gestapelde woningen die niet gelegen zijn aan het aansluitende maaiveld hiervan uitgezonderd- niet meer dan 10 m2 bedragen; bij het bepalen van het gezamenlijk grondoppervlak moet de bebouwing onder artikel 8 lid 3 sub f worden meegerekend; b. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag ten hoogste 1.00 meter bedragen; c. de bouwhoogte van de overige andere bouwwerken mag ten hoogste 3.00 meter bedragen. fietsenberging bij tussenwoningen zonder achterpad d. het maximaal toelaatbaar gezamenlijk grondoppervlak van de in lid 2 onder b genoemde fietsenberging mag per woning -gestapelde woningen die niet gelegen zijn aan het aansluitende maaiveld hiervan uitgezonderd- niet meer dan 5 m2 bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 1,5 meter; e. de afstand tot de aan de weg gelegen perceelsgrens dient ten minste 0,5 meter te bedragen f. de onder f bedoelde afstand dient met een groenbuffer te worden ingeplant.
^H
p
Vrijstelling voor oprichten hogere erfafscheiding en voor oprichten van openluchtzwembad 4. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen: a. van het bepaalde in lid 3 onder b ten behoeve van de bouw van een erfafscheiding met een bouwhoogte van ten hoogste 1.80 meter, met dien verstande dat de bebouwingskarakteristiek van de omgeving niet wordt geschaad; b. van het bepaalde in lid 3 onder a ten behoeve van het vergroten van het grondoppervlak voor het oprichten van een zwembad, waarbij het maximaal toelaatbaar grondoppervlak ten behoeve van een zwembad ten hoogste 4% van de oppervlakte van het bij een woonhuis behorende perceel mag bedragen met een maximum van 80 m2 voor een zwembad zonder overkapping onder dien verstande dat: (1) per woning maximaal één zwembad op het bij het woonhuis behorende perceel aanwezig mag zijn; (2) het zwembad dient te worden gebouwd achter de naar de weg gekeerde bouwgrenzen, maar minimaal op 15.00 meter uit de grens van de weg; (3) voor zwembaden zonder overkapping met een zwembadoppervlakte tot 70m2 de afstand tot de perceelsgrens ten minste 5.00 meter bedraagt en vanaf 70m2 bedraagt de afstand tot de perceelsgrens ten minste 10.00 meter bedraagt; (4) bij een zwembad zonder overkapping de onder (3) bedoelde afstand tussen het zwembad en de erfgrens met een groenbuffer dient te worden ingeplant; Aanlegvoorschriften 5. De werken als bedoeld in lid 2 onder c mogen uitsluitend worden verricht met inachtneming van de in artikel 15 gegeven aanwijzingen. Nadere eisen 6. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen te stellen ten aanzien van:
CO.^Cpp4/ C^ 11£^ O
J_
-
a. de plaatsing van de bebouwing en werken als bedoeld in lid 2 indien de bestaande boom beplanting en/of de geaccidenteerdheid van het terrein hier aanleiding toe geven b. de plaatsing van een erfafscheiding, met dien verstande dat kan worden geëist, dat de erfafscheid ing op een afstand van ten hoogste 1.00 meter uit de perceelsgrenzen wordt geplaatst Gebruik 7. Bij het gebruik van de in lid 1 bedoelde gronden moeten de in artikel 16 gegeven aanwijzingen mede in acht worden genomen.'
Aan burgemeester en wethouders
k p ^ 1
vbt - wethouder mr. V.H. Bruins Slot H-Bouwen en Wonen - mw. C. Meyer 07. Ruimtelijke ordening/Volkshuisvesting 07.1 Bestemmingsplannen vaststelling bestemmingsplan Duinlustpark
Portefeuillehouder Afdeling Product Subproduct Onderwerp Overveen Registratienummer Registratienummers bijlagen
31-10-2006 2006015983 2006015175
BESLUIT genomen door B & W d.d.
0 7 MOV.
imSjéh,
vaststelling bestemmingsplan Duinlustpark het college besluit het raadsvoorstel en ontwerp raadsbesluit vast te stellen en voor te leggen aan commissie en raad. i
Fatale datum en reden
Intern/extern advies ingewonnen
neen, termijn van orde.
neen
Bevoegdheid
Raad
Afschriften aan:-
Bespreken in B&W:
ja
Procedurevoorstel:
Advisering/besluitvor ming
Cie.
28/11/2006
Raad.
7/12/2006
Besluit openbaar
Voorlichting
Bestu ursplanner
ja
n.v.t.
Ja, aanpassen
-2-
1.
Aanleiding Voor de aanleiding verwijs ik u naar het bijgaande raadsvoorstel (2006015175)
2.
De probleemstelling Voor de probleemstelling verwijs ik u naar het bijgaande raadsvoorstel.
3.
De doelstelling Voor de doelstelling verwijs ik u naar het bijgaande raadsvoorstel.
4.
De oplossingen Voor de oplossingen verwijs ik u naar het bijgevoegde raadsvoorstel.
5.
De effecten Voor de effecten verwijs ik u naar het bijgaande raadsvoorstel.
6.
Milieu-aspecten Voor de milieuaspecten verwijs ik u naar het bestemmingsplan zelf (hoofdstuk 4 van de toelichting van het bestemmingsplan, zijnde bijlage 2006008811 bij het raadsvoorstel).
7.
Communicatieaspecten Voor de communicatieaspecten is van toepassing de gebruikelijke procedure in kader van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en de Algemene Wet Bestuursrecht.
8.
Financiële aspecten/risico's Voor de financiële risico's verwijs ik naar het bijgaande raadsvoorstel en de aangehechte Nota van beantwoording zienswijzen (zijnde bijlage 2006015092 van het raadsvoorstel). Conclusie inzake mogelijke planschadeclaims is in die nota dat er geen financieel risico is omdat bouwrechten juridisch gezien niet ten onrechte zijn wegbestemd.
9.
Voorstel Het college besluit het raadsvoorstel en ontwerp raadsbesluit voor te leggen aan de raad
10. Uitvoering Het voorstel- en ontwerp raadsbesluit voor te leggen in de raadsvergadering van 7 december 2006. Om indieners de gelegenheid te geven tot het mondeling toelichten van hun ingediende zienswijze ten overstaan van raadsleden is behandeling in de raadscommissie 28 november gewenst.
"*S=»
Mr A.H van Zetten hoofd afdeling Bouwen en Wonen
i> yvww.bloemendaal.nl
Postbus 201,2050 AE Overveen. Tel: (023) 522 55 55, Fax: (023) 522 55 66, E-mail: [email protected]
\lle informatie over gemeentezaken kunt u ezen op onze website vww.bloemendaal.nl. U vindt daar onder neer informatie over: openingstijden van gemeentehuisBloemendaalsewegi58, locatie Brouwerskolkweg 2 en de milieustraat
Datum van publicatie: 15 juni 2006
loemendaal
spreekuren collegeleden (let op: spreekuur wethouder Bruins Slot vervalt in juni) spreekuren raadsfracties agenda's commissies en raad werk aan de weg inzameling huisvuil publicatie wekelijkse advertentie (onder rubriek Bloemendaal actueel) • exposities (18 juni t/m 9 juli: Theo Besemer, Peter Schelvis, Jack Prins) • Muzenforum
Bijeenkomst 'Park Tetrode' Maandag 12 juni 2006 was het gemeentehuis van Bloemendaal gastlocatie voor BAM Vastgoed. Omwonenden zijn deze avond "uitgebreid geïnformeerd over de plannen voor het terrein van het voormalig Marinehospitaal. BAM Vastgoed en architect Bert Verwey hebben die avond-gezorgd voor een gedetailleerde maquette en aanvullend beeldmateriaal. De maquette en de artist impressions_blijven nog minimaal twee weken in het gemeentehuis staan. Wilt u komen kijken, dan kunt u terecht tijdens de normale openingstijden van het gemeentehuis, dagelijks van 8.30 12.30 uur, woensdag doorlopend tot 16.00 uur en donderdag ook van 16.00 - 20.ocf*uur.
BEKENDMAKINGEN
ï), sectie F 2188 (behoort bij Vinkenbaan 54) en sectie F 7183 (behoort bij Vinkenbaan 29).
Raads- en Commissievergaderingen in het gemeentehuis Raadsvergadering (raadszaal): op donderdag 15 juni 2006 om 19.30 uur. Op de agenda staan onder meer de volgende punten: Raadsvoorstel Archiefverordening Bloemendaal 2006; Raadsvoorstel gemeenschappelijke regeling samenwerking leerplicht / regionaal registratie en coördinatiemeldpunt; Raadsvoorstel Afvalverwerking Zuid-Kennemerland (AZK) jaarrekening 2005 en begroting 2007; Cemeenterekening 2005; Raadsvoorstel Voorjaarsnota 2006; Raadsvoorstel Beleidsnota Huishoudelijke verzorging.
Bouwaanvragen 20060169: Heuvelweg n , plaatsen dakkapellen en wijzigen dakbedekking 20060185: Schulpwegs, plaatsen dakkapel (westgevel) 20060186: Sparrenlaan 1, veranderen woning 20060187: Parkweg 1, blokhut 20060189: Parkweg iB, tuinhuis 20060190: Teylingerweg 8i, veranderen erfafscheiding 20060191: Westerduinweg tegenover nr. 6, bouwen woning 20060193: Zomerzorgerlaan i , plaatsen twee dakkapellen 20060194: Vogelenzangseweg 16, plaatsen bijgebouw Het bovenstaande betekent niet dat een bouwvergunning is of zal worden verleend. Hiervoor geldt een afzonderlijke procedure. Voor een aantal bouwplannen is bijvoorbeeld ook een planologische vrijstellmgsprocedure noodzakelijk. In het kader van een dergelijke procedure vindt nog een afzonderlijke publicatie plaats, waarbij dan zienswijzen kunnen worden geuit tegen de planologische aspecten van het bouwplan. Eventuele bouwvergunningen zullen voorts te zijner tijd worden gepubliceerd, waarna u bezwaren kunt indienen. Voor informatie kunt u bellen met (023) 522 57 38
of 522 56 63. Beleidsregel subsidie vrijwilligersorganisaties 2006 Het spreekuur van wethouder Bruins Slot vervalt op 8 juni, 15 juni, 22 juni en 29 juni a.s.
Gemeentegids 2006-2007 Als het goed is, hseft u inmiddels de nieuwe Gemeentegids 2006-2007 ontvangen. Als dit niet het geval is, wilt u dan even bellen met 023-5225574 ? U krijgt hem dan per omgaande toegestuurd.
Toezending advertentie per e-mail Indien u deze advertentie per e-mail wenst te ontvangen, kunt u een e-mail sturen aan voorlichting® bloemendaal. nl
Behalve de grenscorrectie is het ontwerp ook op andere onderdelen aangepast. Dit naar aanleiding van de ingekomen inspraakreacties, opmerkingen van adviesinstanties, beraadslagingen van de commissie Grondgebied, alsmede ambtshalve aanpassingen. Een overzicht van deze aanpassingen ten opzichte van het voorontwerp treft u bij de inzagestukken aan (zogenaamde wijzigingslijst). Inzage Het ontwerpbestemmingsplan Duinlustpark kan gedurende de inzagetermijn worden ingezien op het Gemeentehuis, Locatie Brouwerskolk, Brouwerskolkweg 2 te Overveen en in de Openbare Bibliotheek Bloemendaal, Korte Kleverlaan 9 te Bloemendaal. Tevens kunt u het ontwerpbestemmingsplan gedurende dezelfde periode inzien via de website van de gemeente Bloemendaal: www.bloemendaal.nl. Zienswijze Gedurende de inzagetermijn kan een ieder schriftelijk zienswijzen tegen dit ontwerpbestemmingsplan indienen. Deze zienswijze dient u te richten aan de gemeenteraad vanTBloemendaal, Postbus 201, 2050 AE Overveen. Op de brief dient u duidelijk uw naam, adres en postcode aan te geven. Desgewenst kan de zienswijze ook mondeling worden ingediend. Daarvoor dient afzonderlijk een afspraak te worden gemaakt. Degenen die een zienswijze hebben ingediend krijgen de mogelijkheid (voorafgaand aan de vaststelling) die mondeling toe te lichten ten overstaan van de raadscommissie Grondgebied. Daarna stelt de gemeenteraad het bestemmingsplan na afweging van alle belangen, al dan niet gewijzigd, vast. Indien u geen zienswijze indient binnen de gestelde termijn, heeft dit tot gevolg dat u in de verdere planprocedure geen bedenking meer mag indienen, tenzij een planonderdeel zich wijzigt of u redelijkerwijs niet in staat bent geweest om een zienswijze in te dienen. Informatie Mocht u een mondelinge zienswijze willen indienen, of naar aanleiding van deze publicatie of ter toelichting op de inzagestukken nog vragen hebben, dan kunt u in de ochtenduren met uitzondering van vrijdag contact opnemen met mevrouw C. Meyer van het Team Ruimtelijke Ordening, tel. 023-5225740, lokatie Brouwerskolkweg.
Op 6 juni 2006 hebben burgemeester en wethouders in aansluiting op de Algemene Subsidieverordening Bloemendaal 2005 de Beleidsregel subsidie vrijwilligersorganisaties 2006 vastgesteld. Het betreft hier vrijwilligersorganisaties uit de sectoren zorg, sport en welzijn. De beleidsregel heeft betrekking op het jaar 2006 en bevat Wet milieubeheer/Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen o.a. een subsidieplafond. Als dat plafond is bereikt, worden verdere subsidieverzoeken afgewezen. Subsidieverzoeken voor het jaar 2006 moeten vóór 1 december 2006 milieubeheer Op 4 mei 2006 is een melding ontvangen ingevolge het Besluit horeca-, sport- en bij burgemeester en wethouders zijn ingediend. Per verzoek is maximaal 4.450 recreatie-inrichtingen milieubeheer van Dumlust BV te Overveen, voor het verandebeschikbaar. De beleidsregel ligt ter inzage bij de receptie van het gemeentehuis en ren van de werkwijze in het vitality resort, Duinlustweg 16 te Overveen. De inrichtreedt in werking op 23 juni 2006. De Beleidsregel subsidie vrijwilligersorganisaties ting omvat spa-faciliteiten, een health dub, een medical centre, horecafaciliteiten en 2005 is op 6 juni 2006 ingetrokken. een conferentieaccommodatie. Ook worden er evenementen en bruiloften gehouden. Voor de wijziging is geen milieuvergunning nodig; de voorschriften van het Ontwerpbestemmingsplan Duinlustpark genoemde besluit blijven van kracht. Burgemeester en wethouders van Bloemendaal maken ingevolge het bepaalde in artikel 23 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bekend dat het ontwerpbestemOpheffing gemeenschappelijke regeling mingsplan Duinlustpark met ingang van vrijdag 16 juni tot en met donderdag 27 juli Op 12 april 2006 heeft de gemeenteraad besloten in te stemmen met de opheffing 2006 ter inzage zal liggen. van de gemeenschappelijke regeling Regionaal Indicatieorgaan Zuid-Kennemerland (RIO). De werkzaamheden van het RIO zijn met ingang van januari 2005 overgenoPlangebied men door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Het besluit ligt ter inzage bij de Het plan omvat het gebied dat in grote lijnen begrensd wordt door de receptie van het gemeentehuis. Duinlustparkweg en het gebied Schapenduinen aan de zuidzijde, de Brederodelaan aan de noordwestzijde en de gemeentegrens met gemeente Velsen aan de noordoostzijde.
Mandaatbesluit
Planwijzigingen Het plangebied is ten opzichte van het voorontwerp aangepast aan de in januari 2004 in werking getreden grenscorrectie met gemeente Velsen. De door de grenscorrectie aan het plangebied toegevoegde perceelsdelen zijn kadastraal bekend als sectie F 8506 (behoort bij Brederodelaan nr 1), sectie F 2042 (behoort bij Conollyweg nr
Op 16 mei 2006 hebben burgemeester en wethouders en de burgemeester het Besluit mandatering bevoegdheid tot het verlenen van uitstel rn.b.t. de beoordeling van aanvragen met een spoedeisend karakter Bloemendaal 2006 vastgesteld. Het betreft verzoeken om spoedige aanpassing van scholen als bedoeld in de Verordening huisvesting onderwijs. Het besluit ligt ter inzage bij de receptie van het gemeentehuis en treedt in werking op 23 juni 2006.
Burgemeester en wethouders maken ingevolge de Algemene wet bestuursrecht bekend dat de volgende besluiten zijn genomen (achter de besluiten staat tussen haakjes de verzenddatum vermeld).
Vergunningen/ontheffingen:
Haren (afd. KWW) (6/6).
Ontheffing geluidhinder: om met een drumband muziek ten gehore te brengen in verband met de intocht van de Avondvierdaagse in Vogelenzang, op donderdag 15 juni 2006 tussen 18.00 en 19.30 uur (6/6).
Ontheffing sluitingstijd: van 24.00 tot 01.00 uur in de nacht van donderdag 22 juni op vrijdag 23 juni 2006, BLM 9 Bloemendaal aan Zee (bevoegdheid burgemeester, 7/6).
Evenementenvergunning: voor het ten gehore brengen van muziek in de openlucht op vrijdag 23 juni 2006 van 14.30 tot 17.00 uur op het schoolplein van het Kennemer Lyceum te Overveen (bevoegdheid burgemeester, 6/6). Ontheffing berijden strand categorie C: voor de periode van 29 mei tot 1 oktober 2006, Rijksinstituut voor Kust en Zee
Werkterreinvergunning: voor het plaatsen van 3 opslagcontainers en een schaftwagen van in totaal 461112, van 7 juni t/m 21 juli 2006 aan de Veldhof ït/m 9 (6/6); voor het plaatsen van een Ecotoilet en een opslagcontainer van in totaal 71T12, van 23 mei t/m 28 juli 2006 aan de Prof. Van Vlotenweg (12/6); voor het plaatsen van een bouwwagen van 6m2, van 22 mei t/m 30 juni 2006 aan
de Lonbar Petrilaan (12/6); voor het plaatsen van een afvalcontainer van 6m2, van 5 juni t/m 30 juni 2006 aan de Schaepmanlaan 20 (12/6). Verkeersbesluit: door middel van het plaatsen van verkeersborden model Eoi wordt een parkeerverbod ingesteld voor de noordzijde van het Kerkplein te Bloemendaal (tussen de Kennemerweg en het Kerkplein-West) voor beide zijden van de rijbaan. Bouwvergunning: Zuidlaan 6, wijzigen voorgevel en plaatsen dakkapel (9/6).
Derde-belanghebbenden kunnen zedurende zes weken na verzendda-
tum (bij verkeersbesluit publicatiedatum) tegen deze besluiten schriftelijk en gemotiveerd bezwaar maken bij burgemeester en wethouders. Indien het een bevoegdheid van de burgemeester betreft: bij de burgemeester. Tevens kan de indiener van een bezwaarschrift een voorlopige voorziening, zoals schorsing, vragen bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Haarlem, sector bestuursrecht, postbus %6, 2003 RZ Haarlem. Celet op de betrokken belangen en bij onverwijlde spoed kan de rechter een voorlopige voorziening treffen.
pagina 1 van 1
Gemeente BJoemendaat ONTWERPDESTEMMiNGSPLAN DUINLUSTPARK Burgemeester en wethaucfe» van Bbemendaal maken ingevolge het bepaakfe in artikel zj ran 3e Wet op dig Rufmteiijke Ordening bekend dat htï ietnmlngSfrfaR Duinlustperk _:i©ioottstenme*dewfenÉïg ay följ ao©6 ter inzage *al ligger». Het plan omvat het gebied dat in grote lijnen begrensd werdt doer de Dyinlwstpartawêg m het gebied SchspenduEnen aam de wuïdsi|de, de Brederedeiun aars de iroordw-estójdiï en de gemeent*-
Velsert san de
Het plangebied 1$ ten opjdchte van h*t voorontwerp aangepast «ars de in januari 2004 in werking getreden g»enseerr eette rnet gemeente Velsen. Dé doar de grenseorrecti* aan het pïanpbied tot* gevoegde perceeltdelen zijn kadastraal lekend als sect» ¥ 8506 fbeboart bij Srederedetam nr. 1), sectie F acNja £b*h««rt bij Conoflyweg nr. 1), sacli* F s t i l fbeheeit bij ¥in&»ba»n 54I en F 718j {Nfaottt brj V«nfcer»bïan i f j , Behalve de grenscorrectie is het ontwerp eok op andere onderdelen aan» tepast Dit mwr aanleiding van de in§e> jmen inspraakreaefies, opmerkingen van adviesinstanties, befaadsliglngen van de commissie Grondgebied, al*> mede ambtshalve aanpassingen. Een oirerzielit van dew aanpassingen ten opzichte van het vs&rssniwerp treft w bij de inzage stukken aan {zogenaamde wljzigirtgslijst}, tf®a§§ Het ontwerpbe^rnmingspfoffl Duin lust* park kan gedurende de Instap termijn worden lng«&sn op fret Gemeentehuis, beate Brouwerskolk, Brouwerskoifc<m& 2 te Owerveen én in de Opsnb&re Bibliotheek SbemendBsI, Korte Öeverton f te BtoemendeaL Tewns tont u hst orrtwrobesteromingsplan gedurende dezelfde psrïqdg inaen via de website van de gemeente SloemendaaJ; wmtiÉoemmdamLA Zienswijze Gedurende de Inxage termijn fctn eenieder schriftelijk wenswijafi tegen dit üfiter«fpb«st#menin|spbn infl*ntn. fee ïien^wljse dient H te richten aan ét gsmmnUmté mts SftMmwHfaa?, Postbus 2@% aojo M Ommen, Op de brief dient u duidelijk uvi naam, adres §« postcode aan te gewen. Desgewenst kan d« xienswïjee oeft mondeling worden ingediend, Dxtrvoor dient afeoidêrlijk een afspraak te toerden {gemaakt. Dismi stelt de gemeenteraad het bestemmingsplan na afweging- van ate belangen, i l dan niet gewijzigd,, vast, Indien u geen sienswij» indltnt tónnern dtr gestalde tentiijn, beeft dit tot gevolg dat Ö fn de verdere planprocedure geen bedeatóng meer mag indienen, tens ij «SÉB piannndBrded zich wqxigt of U redelijkerwijs niet 'm staat bent gevneest om een zienswijze In Ie dienen. Imferm&tie Mocht a een mondelinge zienswijze willen indienen, of naar aar»l«td*ng van dese publicatie «f ter toelichting op ds fiiseage ituÉken neg wagen hebben, dan kunt u "m da ochtenduren met uteondering vars vrfdag contact opnemen met mevrouw C. Meyer vsn het team Ruimtelijke Ord«nl«g. « I (oaj) jax 5? 4s, locatie flrouwefsfcölkweg. Ovenaten, 15 juni 2006. De burgemeester woraoenid,
W.H. de Gelder.
http://www.sdu.nl/staatscourant/sc20060615/Bloemendaal_l 5Juni_2006.GIF
10-9-2007
6
www.bloemendaal.nl
Postbus 201, 2050 AE Overveen. Tel: (023) 522 55 55, Fax: (023) 522 55 66, E-mail: [email protected]
Alle informatie over gemeentezaken kunt u lezen op onze website www.bloemendaal.nl. U vindt daar onder meer informatie over - openingstijden van gemeentehuis Bioemendaalseweg 158, locatie Brouwerskolkweg 2 en de miheustraat - spreekuren collegeleden - spreekuren raadsfracties - agenda's commissies en raad - werk aan ae weg inzameling nuisvuii (vesvangende ophaaidagen i.v.m. de feestdagen) - pubhcatie wekelijkse adverten tie (onder rubriek Bïoemendaal actueel) - exposmes - Muzenfotum Openingstijden locaties gemeente Op woensdag 27 december donderdag 28 december en vrijdag 29 december is burgerzaken geopend van 10 00 tot 12 00 uur, de andere afdelingen van het gemeentehuis en de Brouwerskolk zijn op deze dagen gesloten De avondopenstelling van Burgerzaken op donderdag 28 december komt te vervallen De loketten van Burgerzaken zijn op 27, 28 en 29 december te berei ken via de achterzijde van het gemeentehuis Burgerzaken is op deze dagen telefonisch te bereiken van 10 00 12 00 uur op het nummer 023 5225666, de andere afdelingen van het gemeentehuis en de Brouwerskolk zijn op deze dagen telefonisch niet te bereiken De Miheustraat is deze dagen gewoon geopend van 08 00 uur tot 12 00 uur
Maandag 2 januari is de gemeente op beide locaties [Bloemendaalse-weg (gemeentehuis) en Brouwerskolkweg, inclusief de Milieustraat op de gemeentewerf) gesloten voor publiek tot 10.30 uur
Datum van publicatie: 21 december 2006
BEKENDMAKINGEN Bouwaanvragen 20060403 2007) 20060404 20060406 20060407
Tedingvan Berkhoutlaan 20, tijdelijk ophangen spandoek (voor het jaar Pieter Keijiaan 5, plaatsen dakkapel (voorzijde) Zwarteweg 8, veranderen en vergroten woning Kleverlaan 6A, vernieuwen ondergrondse brandstoftank
Het bovenstaande betekent niet dat een bouwvergunning is of zal wor-den verleend Hiervoor geldt een afzonderlijke proceduie Voor een aantal bouwplannen is bijvoorbeeld ook een planologische vnjstellmgsprocedure noodzakelijk In het kader van een dergelijke procedure vindt nog een afzonderlijke publicatie plaats, waarbij dan zienswijzen kunnen worden geuit tegen de planologische aspecten van het bouwplan Eventuele bouwvergunningen zullen voorts te zijner tijd worden gepubliceerd, waarna u bezwaren kunt indienen Voor informatie kunt u bellen met (023) 522 57 38 0/522 56 63
Beleidsregels Burgemeesterjm wethouders hebben op 19 december 2006 vastgesteld de Beleidsregels subsidiering leges APV-vergunningen Bïoemendaal 2007 (reg nr20o6oi8598) ZIJ beogen met die beleidsregels initiatieven van algemeen nut niet onnodig te belasten met leges Daarom bevatten deze beleidsregels normen voor de gevallen waarin zij de verschuldigde leges voor APV-vergunningen compenseren met subsidie ter hoogte van die leges Op 19 december 2006 hebben burgemeester en wethouders tevens vastgesteld de Beleidsregels indieningsvereisten aanvragen bouwvergunningen gebouwen op het strand Bïoemendaal 2007 (reg nr 2006019074) Die beleidsregels geven aan welke gegevens dienen te worden overgelegd bij het aanvragen van bouwvergunningen voor strandgebouwen, met name uit een oogpunt van brandveiligheid Deze beleid:, regels zijn van kracht voor aanvragen om bouwvergunning voor strandgebouwen die na i januari 2007 voor het eerst gebouwd zullen worden en voor alle strandgebou wen die na 1 januari 2008 gebouwd zullen worden Beide beleidsregels treden in werking op 1 januari 2007 en liggen ter inzage bij ae receptie van het gemeentehuis
Verlenging inspraaktermijn perceel Westerduinweg De inspraaktermijn van het bouwplan voor het bouwen van een woning op het perceel Westerduinweg tegenover nummer 6 te Aerdenhout wordt een week wordt verlengd tot en met maandag vier januari 2007 De inspraak voor dit project vindt plaats in het kader van de zelfstandige projectprocedure ex artikel 19, lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening Reden voor het verlengen van de oorspronkelijke termijn (van 1 t/m 28 december 2006) is het feit dat de afdeling Bouwen en Wonen van 25 december tot en met 29 december 2006 gesloten is voor publiek Het bouwplan ligt voor iedereen ter inzage bij de afdeling Bouwen en Wonen, Brouwerskolkweg 2, Overveen Gedurende deze termijn kan iedereen een inspraak reactie schriftelijk bij het college van burgemeester en wethouders kenbaar maken Op de locatie Brouwerskolk is het tevens mogelijk mondeling een inspraakreactie te geven op werkdagen tussen 8 30 en 12 30 uur
Vastgesteld bestemmingsplan Duinlustpark Op zeven december 2006 heeft de gemeenteraad van Bïoemendaal het bestemmingsplan Duinlustpark gewijzigd vastgesteld Het bestemmingsplan "Duinlustpark" richt zich op het gebied dat in grote lijnen begrensd wordt door de Duinlustparkweg en het gebied Schapenduinen aan de zuid zijde, de Brederodelaan aan de noordwestzijde en de gemeentegrens met gemeente Veisen aan de noordoostzijde Doel van het plan is te komen tot een actuele planologische regeling voor dit gebied De wijzigingen ten opzichte van het ontwerp betreffen in de voorschriften a artikel 7 lid 1 sub b toegevoegd "alsmede voor een fysiotherapiepraktijk op de begane grond ter plaatse van het pand Duinweg 43"
b aan artmel 8 lid 3 sub c inzake de tegel mg dai de gooi hoogte van bijgebouwen niet meer mag bedragen aan 3 00 metet toegevoegd "voor zover gelegen ir het villa geüiea en op een afstand van 2 3 meiei ofmmaer tot dt ceelsgrsni mag de goothoogte van bijgebouwen niet meer bedragen aan de bestaanae bijgebouwen ter plaatse (dwz in nabijheid van 3 meter ofmmaer) en indien geen bestaande bijgebouwen tei plaatse maximaal 2,5 meter" c aan artikel 9 lid 4 inzake de vnjstellmgsbevoegdheid een nieuw subha a ingevoegd, luidende "van het bepaalde in lid 3 onder c ten behoeve van de bouw van een eifafscheidmg met een bouwhoogte van ten hoogste 1 80 meter, met dien verstande dat de bebouwingskarakteristiek van de omgeving niet wordt geschaad", en voorts het oude sublid a tot sublid b vernummeren d in artikel 9 is lid 2 onder a en lid 3 onder b geschrapt (regeling tot bouwen dieren verblijven en plantenkassen in de voortuin) en zijn vervolgens de vernummerin gen aangepast in lid 2, lid 3 onder f, lid 4 onder a (aangenomen VVD amende ment), op de plankaart (8453 6) e bij de legenda onder Aanduidingen toegevoegd een driehoeksmarkering "fysiotherapiepraktijk op begane grond toegestaan (Duinweg 43)", alsme de deze driehoeksmarkering ingetekend m het bouwvlak, f het origineel kleine bijgebouwtje op adres Johan Verhulstweg 72 in de bestemming Erf getrokken (lag in Tuin), in de toelichting g in paragraaf 2 7 van de toelichting extra tekst toegevoegd, luidende - " In dit plangebied is van toepassing het waterbeleid van het hoog heemraadschap Rijnland, ten tijde van opstellen van dit bestemmings plan geformuleerd in het Waterbeheersplan 2006 2009 BIJ het hoog heemraadschap is een vergunningsplicht op grond van Rijnlands keur voor aanpassing van de waterhuishouding en van het Bouwstoffenbesluit (zie voorts www.njnland.net, knop loket) " , - "Mei hulp van het hoogheemraadschap wordt dit afkoppelen door gemeente en door particulieren in het gemeentelijk waterplan nader uitgewerkt", - "Het hoogheemraadschap geeft concreei betekenis aan wanneer en hoe je m de praktijk regenwater (schoon water) kan afkoppelen naar oppervlaktewater Het schap heeft een praktische beslisboom opgesteld voor gemeenten en particulieren Ter bestrijding en voorkoming van verontreiniging van oppervlaktewateren zijn lozingen gereguleerd in de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) " ,
.
•
Met ingang van dinsdag 2 januari tot en met maandag 12 febiuan 2007 ligt het bestemmingsplan voor iedereen ter inzage op afdeling Bouwen en Wonen, Brouwerskolkweg 2 te Overveen en in de bibliotheek aan de Korte Kieverlaan 9 Bïoemendaal Het vastgestelde exemplaar (inclusief de wijzigingen) is ook in te zien via de gemeentelijke website fwwwbïoemendaal nl) onder http //www bloemen daal nl/digitale-dienstverlemng/online-bestemmingsplannen/ Gedurende deze termijn kan tegen het bestemmingsplan naar keuze schriftelijk en mondeling bedenkingen worden ingediend door • degene die tijdig zijn zienswijze bij de gemeenteraad heeft kenbaar gemaakt, • een belanghebbende die kan aantonen dat hij redelijkerwijs niet in staat is geweest zich tijdig tot de gemeenteraad te wenden, • iedereen, die bedenkingen heeft tegen de wijzigingen De bedenkingen tegen het bestemmingsplan kunt u schriftelijk indienen bij Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, Postbus 123, 2000 MD, Haarlem Degene die mondeling bedenkingen wenst in te brengen tegen het bestemmingsplan kan daartoe vóór de laatste dag van de tervisielegging bij Gedeputeerde Staten van Noord-Holland een verzoek indienen Degene die van deze mogelijkheid gebruik wil maken kan telefonisch contact opnemen met de behandelend provinciaal ambtenaar van de Directie Subsidies, Handhaving en Vergunningen de heerT Oortman Gerlings, telefoon 023-5144680
Burgemeester en wethouders maken ingevolge de Algemene wet bestuursrecht bekend dat de volgende besluiten zijn genomen (achter de besluiten staat tussen haakjes de verzenddatum vermeld)
Vergunningen/ontheffingen: Zondagopenstelling: op zondag 24 en zondag 31 december 2006 van 10 00 uur tot 17 00 uur, voor alle winkels in de gemeente Bïoemendaal, Wmkeliers-vere nigmg Bïoemendaal (14/12) Ontheffing verstoring zondagsrust: op zondag 24 en zondag 31 december 2006 ten behoeve van de koopzondagen, Winkeliersvereniging Bïoemendaal (bevoegdheid burgemeester, 14/12) Verkoopveigunning vuurwerk, op 28, 29 en 30 december 2006, Goed Speel Goed (H/12)
Ontheffing kerstbomenverbranding: op 6 januari 2007 vanaf 16 30 uur op het speelterrem op de hoek Gravin Sophialaan en Gravin Jacobahof (14/12) Ontheffing sluitingstijd: tot oi 00 uur in de nacht van zaterdag 16 december op zondag 17 december 2006, Sportvereniging Vogelenzang (bevoegd heid burgemeester, 12/12)
Werkterreinvergunning: voor laadbakken (vuilcontainers) op de openbare weg in de gemeente Bïoemendaal, van 1 januari 2007 t/m 31 december 2007 (12/12), voor een afvalcontainer van 6m2 aan de Cearalaan 1, van 3 december t/m 22 december 2006 (13/12) Lichte bouwvergunning: Bioemendaalseweg 227, veranderen indeling souteram (15/12)
Kapvergunnmg met herplant: gemeente Bïoemendaal, 32 bomen van de kap- en rooihjst en bomenplantlijst 2006/2007 (zie schema) (15/12)
Regulieie bouwvergunning. Kleverlaan 6A, vernieuwen ondergiondse brandstof tank (18/12)
Kabelwerkzaamheden: Zeeweg 78, N V
Derde-belanghebbenden
kunnen
turn (bij verkeersbesluit publicatiedatum) tegen deze besluiten schriftelijk en gemotiveerd bezwaar maken bij burgemeester en wethouders indien het een bevoegdheid van de burgemeester betreft bij de burgemeester Tevens kan de indie ner van een bezwaarschrift een voorlopige voorziening, zoals schor smg, vragen bij de voorzieningen rechter van de Rechtbank Haarlem, sector bestuursrecht Postbus 1621 2003 BR Haarlem Gelet op de betrokken belangen en bij onverwij! de spoed kan de rechter een voorlopige voorziening treffen
pagina 1 van 1
Gemeente BJoemondaal VASTGESTELD BESTEMMINGSPLAN DU1NLUSTPARK De buresmsesier van Bbsmendaal maakt Stijgend, tsn tftte wra opstékn mn 5 het bastartrioiinisptan piitm opgnoad mn Rijnlands mi?m&? Duinlustparfe gewijzigd hs*ft vastgesteld. öüwpasspf mn de wtnerkufckaudmg <m W«i het BowwtojpHfaslHtt. /«Jf wrts B««Rn|if»lawd.ns*,few^j/ebtj"; Hit bestemrrwngsplar! *Duinluslpaffc° richt - **Mg£ Ati^rranhet iisóghmiïm&éschtijt zkh op hst gebied dal in grote lijnen wondt dfc ajkeptitim é&orgsmêmtê m i»gr«isd wordt deerde- Duinlu&tparicweg daar pettisuiksrair m het gemeeitttdijk en liet gebied SchapendWnen aan de zuidwetemhn «sder utgswurh"; ^ gijdt, de Breder adelaan aar» de noordwesttijde «n de gsmeeniegrens met gemeente - "Het hoaffa&nmadxhap ge^l mmw$i Wmn sm de noordoostzijde. Doet vin het beteksms aan wurmssrm Jhoe/« in de plan Is te komen tot een actuate plartotepraktijk regenwater (sdtom water) kan gisciie. regeling voor dit pbfed (tftopptftm «flaroj^JervferfclavBfsr. H*É schap te«P *sw ptekkaehe besSsbaem Ds wijdgüTgErs len apzfchte van het aai' opgesteid mor mmsmiten in ftaitkutie* rs«. Tér b«str|f3fVtg «w p«wrfejmwif wan wtrp bttrgfïfen; twnmfnsïfflf^g w»fi opjpRn/laileuviww in ds voorschriften: a p laihijgen geregukeré inrf#W*l vetg. artiM 7 lid ï sub b b&eggvaegé "aftGHUtfiriigmgQppem&kleivsittmn (Wvo)*9 m$d$ H>sf « fpkézmpkptakt}k up de h®$ftmgf$tid$$fpia&H$ MM fetj?arirf Mst Ingang van dinsdag ï jarsuars tot en b. san ertfel 8 bd j syb e iriöks de rege- met maandag 12 ftbmari zo©7 lipt het ling dal de gopfchaogte van bpgebou- bestefinmingspfgn goortedaieenter In^ap wen niet meer mag bedragen din 3.00 op arfitellng Boüwan en %flen» Brouwersmeter toegevoegd; " w » w r gsfegm kolk^et 3 te Ov#rve-en, alsmede m m fet vtffagB&fea en ap mrt sfiiatsd WÏFI du bibliotheek te Bbemendaal, Kcste 2,5 meter of mindertotsfe ^*wBE%f«ws ld«verla^n 9- Hsi vastgastside exemplaar n-iHg de goöKfeMg» WJS biftpboumm « JÊI (inclastef de wfsiflngen} is levaiis- te meer bmwgm Htm 4efortssnsfeMg#- t# ïfef» ¥18 de gemeentelijke website bmm'sn ter plaste (du>,z, ia nsbfiieid(wv»«stblo«m«ndmnlï onder Digitale b«st«nwriiHgsmm j meter nfmm&et) «r ïrsdkn gsm dfefistwrienïttf^Ortlinê plann«n, bestaande bijgebouwen ierplaatse mammast 2,5 tneïst"; c aan artikel 9 Nd 4 inzake da wpteings- Cedu rende dese termijn kan tegen bet bawsegdbeid een nieuw subltd a inge- bestemminppbn nsar keyae schriftelijk voegd, luidende "Vaw te bepastide tn en mo lidding bedsntaiêC! warden IrtgeSki 3 wdsr e («1 l»fioswf twi de boy»» diend door. i*ui een mfaficheiéiag met eet? touw- - degene die ijdlg zijn zimswjte bij ds gemeanteraad heeft kenbaar gemaakt; Jraogte «w ten feopï^ 1.S0 fMden w«* d/éfi perciand* daï d* behatwH~ng%k&rtsk- een belanghebbende die kan aantonen tmistfck mn de- ®m&t&mg niet wordt dat hij redelijkerwijs met in staat k fescfwsi/", en voorts het oyde sub! id a geweest ach tijdig tot de gemeenteraad tot sublsd b vernummeren te wenden; d. In arftei 9 is Wd a onder * en lid 3 ond«r - «nfëdeiv die bedenkingen hee-ft tegen b geschr3.pt (regeling te* bouwen dieren- de wüstelngeti* vesblfwn en plantenkassentode voor- Oe bedentogen tegen het bestemmingstuin} en zijn wvalgens de «mumme- plan kummi schrtraljk warden ing«dl*nd ««fen aangepast in lid 2, lid 3 e>od*r f, bij Gedeputoteide S*Bten van AtoenWraSiflrtft ltd 4 ander a {aangenomen WD amen- Postbus tsj, 3000 MD Haarlem, Etegsne dte dementj; mondeiini bedenkingen wsnst in te brenop d§ planfcisart P4SHS ; gsn tegai hefc btstwnmirtgsplarii kan daar&. bsj de legenda onder Aanduidingen toe- toe vóór de laatste dag van de teryisieieg» « g a ew driehp^smariwnng "fish- fjng bij Gedeputeerde Staten ivan Noord» tttwapfcpietiljk op begam gmna teeg* Holarsd een v«noek indSenenJ Degene dfe sitmn (Dainweg 43} , abnitde deae vm deze «rogeftjlïbsjd gsbruik vriT maken drfeboeksmtrfcefbg' ingetekend in h«t fean telefonisch contact opnemen met de botmfvlak; behandelend provincies! ambtenaar v^n f. het <sfigin«el kleine bijgebouwde op de Directie Subsidies, Handhaving en \feridres Jöhan Verhulstweg jê 'm de gunningen, de beert, Oortrrian Gerlings, bestemming Erfgetrokken (lag in Tmn); tetefocsi (0*3)1514 4 ! So, inde toelichting: g, ir» paragrasf 3,7, vm da toelichting Overaeen, 21 december 200B, De burgêrneeste* voornoemd, satrateksttoegevoegd,luidende W,H.d« Celder
http://www.staatscourant.nl/vandaag/Bloemendaal 21 december 200.GIF
22-12-2006
www.bloemendaal.nl Alle informatie over gemeentezaken kunt u lezen op onze website www.bloemendaai.nl. U vindt daar onder meer informatie over: - openingstijden van gemeenteh'uis Bloemendaalsewegi58, locatie Brouwerskolkweg 2 en de milieustraat - spreekuren collegeleden (Let op: op afspraak) - spreekuren raadsfracties - agenda's commissies en raad - werk aan de weg - inzameling huisvuil - publicatie wekelijkse advertentie (onder rubriek Bloemendaal actueel) - exposities Achter de Zuilen: vrijdag 13 juli t/m zondag 2 september 2007, Groeten uit Duin en
Daal Nieuwe plattegrond gemeente Bloemendaal De nieuwe plattegrond van de gemeente Bloemendaal (17e editie) ontvangt u deze week in de brievenbus. Het is een uitgave van Rijnland Plattegronden in samenwerking met de gemeente. Mocht u zijn overgeslagen, dan kunt u uw bezorgklacht mailen naar [email protected] of bellen met 041262 88 86. Spreekuren collegeleden op afspraak Tijdens het zomerreces, van 9 juli tot 20 augustus, houden de collegeleden geen spreekuur, wilt u hen toch spreken, dan kunt u bellen voor een afspraak met het secretariaat, tel. 023-5225 569.
Postbus 201, 2050 AE Overveen. Tel: (023} 522 55 55, Fax: (023) 522 55 66, E-mail: [email protected] Datum van publicatie: 12 juli 2007
gemeente BEKENDMAKINGEN Vestiging voorkeursrecht Burgemeester en wethouders van de gemeente Bloemendaal maken op grond van artikel 4 lid 1 van de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) bekend dat de raad van de gemeente Bloemendaal op 5 juli 2007 ingevolge het bepaalde in artikel 8 Wvg heeft besloten gronden die gelegen zijn in het gebied genaamd Vogelenzang NoordOost aan te wijzen als gronden waarop de artikelen 10 tot en met 24, 26 en 27 Wvg van toepassing zijn.
Het beroep kan worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2 5°o EA 'sGravenhage. Meer informatie staat op de website van de Raad van State: www.raadvanstate.nl Het besluit van Gedeputeerde Staten treedt in werking daags na afloop van de hierboven genoemde beroepstermijn. Binnen deze beroepstermijn kan tevens een verzoek tot voorlopige voorziening bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State worden ingediend, waardoor het besluit niet in werking treedt, voordat op het verzoek is beslist.
Gedoogbeschikking Het besluit van de gemeenteraad ligt met de bijbehorende bijlagen, bevattende de kadastrale kaart en een lijst met daarop de aangewezen percelen, de namen van de eigenaren casu quo de rechthebbenden alsmede overige relevante gegevens, met ingang van 7 juli 2007 bij de publieksbalie van het gemeentehuis van Bloemendaal, Bloemendaalseweg 158 te Overveen voor een ieder kosteloos ter inzage.
Burgemeester en wethouders maken bekend dat zij hebben besloten te gedogen gedurende het strandseizoen van 2007: - het tijdelijk plaatsen van 3 units op het strand ten noorden van Parnassia te Overveen;
Het besluit is op 6 juli 2007 gepubliceerd in de Staatscourant. Het besluit van de gemeenteraad treedt in werking één dag na publicatie in de Staatscourant.
Tegen dit besluit kan ingevolge de Algemene wet bestuursrecht gedurende zes weken na de dag van verzending (26 juni 2007) bezwaar worden gemaakt door het indienen van een schriftelijk en gemotiveerd bezwaarschrift bij burgemeester en wethouders van Bloemendaal * * *
Met dit raadsbesluit is de aanwijzing, waartoe burgemeester en wethouders ingevol-
Tevens kan een voorlopige voorziening, zoals schorsing, worden gevraagd bij de
ge het bepaalde in artikel 8a, eerste lid Wvg op 22 mei 2007 hebben besloten,
Voorzieningenrechter van de Rechtbank Haarlem, sector bestuursrecht, Postbus
binnen de wettelijke termijn van 8 weken bestendigd.
1621,2003 BR Haarlem. Deze kan de voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed dat vereist, gelet op de betrokken belangen.
Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden gedurende een termijn van zes weken ingaande de dag na dagtekening van deze bekendmaking, een bezwaarschrift indienen bij de raad van de gemeente Bloemendaal, Postbus 201, 2050 AE OVERVEEN. Indien belanghebbenden een bezwaarschrift hebben ingediend kunnen zij tevens een verzoek om voorlopige voorziening indienen bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank te Haarlem, sector Bestuursrecht, Postbus 1621,2003 BR HAARLEM.
Ontwerp vrijstellingsbesluiten Burgemeester en wethouders maken op grond van artikel 3:18 Algemene wet bestuursrecht (Awb) bekend dat geen zienswijzen zijn ingediend tegen de volgende ontwerpbesluiten: - het veranderen en vergroten van de woning op het perceel Disteliaan 30 te Aerdenhout; - het uitbreiden van de woning Dr. J. van Deventerlaan 11 te Bloemendaal. De ontwerpbesluiten hebben ter inzage gelegen in het kader van een vrijstellings-
Diegenen, die tegen het besluit van burgemeester en wethouders van 22 mei 2007 betreffende het vestigen van het voorkeursrecht in het gebied Vogelenzang NoordOost, reeds een bezwaarschrift hebben ingediend, hoeven niet opnieuw een bezwaarschrift in te dienen. Een bezwaar, dat tegen bovengenoemd besluit van burgemeester en wethouders gericht was, wordt thans geacht te zijn gericht tegen het raadsbesluit.
Goedgekeurd bestemmingsplan Duinlustpark Burgemeester & wethouders van Bloemendaal maken ex artikel 28 lid 6 WRO
procedure ex artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Mandaat- en machtigingsbesluiten Burgemeester en wethouders hebben op 19 juni 2007 vastgesteld het Mandaat- en machtigingsbesluit intern WKPB Bloemendaal 2007 en het Mandaat- en machtigingsbesluit extern WKPB Bloemendaal 2007. Het betreft hier werkzaamheden voortvloeiend uit de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen op onroerende zaken. Beide besluiten liggen ter inzage bij de receptie van het gemeentehuis en treden in werking op 1 juli 2007.
bekend, dat Gedeputeerde Staten van Noord-Holland bij besluit van 3 juli 2007, het bestemmingsplan Duinlustpark geheel hebben goedgekeurd. Het plangebied omvat
Beleidsregels individuele verstrekkingen WMO Bloemendaal 2007
het gebied dat begrensd wordt door de Duinlustparkweg en het gebied
Burgemeester en wethouders hebben op 19 juni 2007 vastgesteld de Beleidsregels
Schapenduinen aan de zuidzijde, de Brederodelaan aan de noordwestzijde en de
individuele verstrekkingen WMO Bloemendaal 2007. De beleidsregels geven verde-
gemeentegrens met gemeente Velsen aan de noordoostzijde. Doel van het plan is te
re invulling aan het beleid zoals dat is vastgelegd in de Verordening voorzieningen
komen tot een actuele planologische regeling voor dit gebied.
maatschappelijke ondersteuning Bloemendaal 2007 en het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Bloemendaal.
Met ingang van 13 juli tot en met 23 augustus 2007 liggen het besluit van Gedeputeerde Staten en het bestemmingsplan voor een ieder ter inzage bij de afdeling Bouwen en Wonen** en in de bibliotheek aan de Korte Kleverlaan 9, Bloemendaal. Het goedgekeurde exemplaar is ook in te zien via www.bloemendaal.nl/digitale-dienstverlening/bestemmingsplannen/. Gedurende bovengenoemde termijn kan tegen dit besluit tot goedkeuring beroep worden ingesteld door:
Deze beleidsregels betreffen onder meer woonvoorzieningen, hulp bij het huishouden, lokaal verplaatsen per vervoermiddel en verplaatsen in en rond de woning (rolstoel). De beleidsregels liggen ter inzage bij de receptie van het gemeentehuis en treden met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2007. * * Brouwerskolkweg 2 te Overveen, elke werkdag geopend van 8.30-12.30 uur. * * * Het college van burgemeesteren wethouders, Postbus 201, 2050 AE Overveen
- degene die tijdig zijn schriftelijke bedenkingen bij Gedeputeerde Staten heeft kenbaar gemaakt; - door een belanghebbende die kan aantonen dat hij redelijkerwijs niet in staat is geweest zijn schriftelijke bedenkingen bij Gedeputeerde Staten kenbaar te maken. Toezending advertentie per e-mail indien u deze advertentie per e-mail wenst te ontvangen, 'kunt u een e-mail sturen aan vaorlichtwolfthlnr.me.ndaal.nl
Burgemeester en wethouders maken ingevolge de Algemene wet bestuursrecht bekend dat de volgende besluiten zijn genomen (achter de besluiten staat tussen haakjes de verzenddatum vermeld).
Vergunningen/ontheffingen: Kapvergunning direct geldig: één eik, Spechtlaan t.h.v. nr. 17 (10/07); één kastanje, lepenlaan t.o. nr. 34 (10/07).
toilet van totaal 9m2 aan de Oranje Nassaulaan 131 van 13 augustus t/m 5 oktober 2007 (09/07). Sloopvergunning: Brederodelaan 54,
slopen PMT/keuken/trafo i/technische Werkterreinvergunning: voor een schaftwagen van 9012 aan de C. Schulzlaan dienst/entreegebouw (gebouwnrs. 34, van 11 juni t/m 1 augustus 2007 (05/07); 35, 49, 50,107) (06/07). vooreen schaftwagen en een chemisch toilet van totaariom2 aan de Zwarteweg Lichte bouwvergunning: plaatsen hekvan 18 juni t/m 18 juli 2007 (05/07); werk, Lage Duin en Daalseweg 17
^^^^ (04/07); plaatsen jacuzzi, Blekersveld 17 (04/07). Derdebelanghebbenden kunnen gedurende zes weken na verzenddatum (bij verkeersbesluit publicatiedatum) tegen deze besluiten schriftelijk en gemotiveerd bezwaar maken bij burgemeester en wethouders. Indien het een bevoegdheid van de burgemeester betreft: bij de
ner van een bezwaarschrift een voorlopige voorziening, zoals schorsing, vragen bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Haarlem, sector bestuursrecht, Postbus i6n, 2003 BR Haarlem. Gelet op de betrokken belangen en bij onverwijlde spoed kan de rechter een voorlopige voorziening treffen.
Gemeente Bloemendaal GOEDGEKEURD BESTEMMINGSPLAN DUINLUSTPARK Burgemeester &. wethouders van Bloemendaal maken ex artikel 28 lid 6 WRO bekend, dat Gedeputeerde Staten van Noord-Holland bij besluit van 3 juli 2007, het bestemmingsplan Duinlustpark geheel hebben goedgekeurd. Het plangebied omvat het gebied dat begrensd wordt door de Duinlustparkwegen het gebied Schapenduinen aan de zuidzijde, de Brederodelaan aan de noordwestzijde en de gemeentegrens met gemeente Velsen aan de noordoostzijde. Doel van het plan is te komen tot een actuele planologische regeling voor dit gebied. Van 13 juli tot en met 23 augustus 2007 liggen het besluit van Gedeputeerde Staten en het bestemmingsplan voor eenieder ter inzage bij de afdeling Bouwen en Wonen, Brouwerskolkweg 2 te Overveen en in de bibliotheek aan de Korte Kleverlaan 9, Bloemendaal. Het goedgekeurde exemplaar is ook in te zien via de gemeentelijke website onder digitale dienstverlening > bestemmingsplannen. Gedurende bovengenoemde termijn kan tegen dit besluit tot goedkeuring beroep worden ingesteld door: - degene die tijdig zijn schriftelijke bedenkingen bij Gedeputeerde Staten heeft kenbaar gemaakt; - dooreen belanghebbende die kan aantonen dat hij redelijkerwijs niet in staat is geweest zijn schriftelijke bedenkingen bij Gedeputeerde Staten kenbaar te maken. Het beroep kan worden ingesteld bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 2ooig, 2500 EA 's-Cravenhage. Meer informatie staat op de website van de Raad van State: www.raadvanstate.nl. Het besluit van Gedeputeerde Staten treedt in werking daags na afloop van de hierboven genoemde beroepstermijn. Binnen deze beroepstermijn kan tevens een verzoek tot voorlopige voorziening bij de voorzitter van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State worden ingediend, waardoor het besluit niet in werking treedt, voordat op het verzoek is beslist. Overveen, 12 juli 2007 De burgemeester voornoemd, W. de Gelder
Gemeente Bloemendaa
RETOUR ARCHIEF EN REGIS71OT1E te"»* —
•
\e>
QW. WR
gson baantwoonfng
—
* * * * * * aljah
Provincie Noord-Holland Gedeputeerde Staten van Noord-Holl; nd A&R Directie Subsidies, Handhaving en Vef-gnmstngelT 1 0 Postbus 3007
aco
2001 DA HAARLEM
Ingekomen: Diroctie:
Uw brief van:
Postadres: "Pt)5lbua201, 2050 AE Overveen www.Blqemendaal.nl Telefoorj (023) 522 55 55 Telefax 023) 522 55 66 e-mail: [email protected]
2 > CEC, 2003 5 U t /
Onderdeel: v / f , / ö M
A
Uw kenmerk:
-Datum 22-1^-2006 Verzonden:
2 2 DEC. 2006
Onderwerp:
Behandeld door:
Doorkiesnummer:
vastgesteld bestemmingsplan Duinlustpark
mw.drs.C.M.M. Meyer
023-5225740
Geacht college, Bij deze bieden wij u ter goedkeuring aan in 5 voud een vastgesteld bestemmingsplan Duinlustpark en raadsvoorstel en -besluit. Ingevolge uw procedurele richtlijnen bieden wij tevens aan de vereiste publicaties en verzonden brieven. Voorts ontvangt u uiteraard de bij de raad ingekomen zienswijzen en situeringskaartje. Wij hebben geen separate hoorzitting gehouden, omdat deze wettelijke verplichting is vervailen. Bij de reguliere commissievergadering van 28 november j.l. zijn de indieners van zienswijzen in de gelegenheid gesteld om in te spreken. Daartoe is aan hen een persoonlijke uitnodigingsbrief verzonden. Veel van deze stukken zijn bij ons digitaal beschikbaar. Indien u dat wenst, kunt u digitale versies ontvangen. Wij vragen u na goedkeuring 4 getekende exemplaren retour te sturen. Mocht u nog vragen hebben of aanvullende informatie nodig hebben, dan kunt u contact opnemen met ondergetekende. Wij vertrouwen er op u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd, namens het college van burgemeester en wethouders van Bloemendaal,
mw. drs. C.M.M. Meyer, Afdeling II, Team Ruimtelijke Ordening.
Bijlage(n): divers
Bezoekadressen: Brouwerskolkweg 2, Overveen Afdeling I Gemeentewerken Afdeling II Bouwen en Wonen Telefax (023) 522 57 45
Bloemendaalseweg 158 (Gemeentehuis) Afdeling III Publiekszaken Afdeling IV Financiën en Facilitaire zaken Afdeling V Bedrijfsbureau
BNG bank 28.50.01.205
2006012131 + 2006012507
2006010975 2006011134 2006010502 2006010304
2006011138 2006011057
Castenmiller
WBV nieuw toegekend bouwrecht
Brederodelaan 145
de Jong Stichting Schapenduinen Rijnland van Putten en Dijkgraaf Smit-Schoorl Westerlaken ten Cate Fuchs Verhulstweg 68 Verhulstweg 69 Verhulstweg 70 Verhulstweg 72
Duinweg 43
Johan Johan Johan Johan
Pinellaan 4 en 2 in voortuin in voortuin in voortuin in voortuin
bouw- en gebruiksrecht
bouwen bouwen bouwen bouwen
verwerking van de watertoets bouwen in voortuin
bouw- en gebruiksrecht
Duinweg 41
de Bruin
2006011218 + 2006011855 2006011188
onderwerp bouwen in voortuin
adres Pinellaan 10
afzender Stokvis
IS»
corsanummer 2006011255 (post) + 2006011194 (fax)
i
er ligt een bouwaanvraag erfbebouwing in achtertuin
extra er ligt nog een bouwaanvraag, die nu niet past in ontwerp i.v.m. strijdig gebruik (corsa 2005001900 + 2005017352)
28/07
' 0 6 WUK 1 5 : UU i-'AA 0 7 3 3 4 0 2 6 6 4
LLZ.ZOETERMEER '£U(JQ(J
f 'S SU*-§
y\]
FACSIMILE Aan:
Gemccnteraa.d'ran.Bloemfiiidflal
Van:
II. Stokvis
Pagina's: 3
Pax:
023 549 0885 '
Datum: 26-7-2006
Tel:
023 549 0084 '.
Bcttcffc Ontweipbestermriingspjan Duinlustpark
CC:
023 5262736
LS, Hierbij stuur ik u per fax mijn zienswijze tegen het ontwerpbestoxarringspkn Duinlustpark met het vcrafcek dit aan de juiste gremia door te geleiden, ik saai het heden ook per post aan u toest
H. stokvis
yiOOl
j6 WOE IS:02 FAX 0793462664
_@Ö02_
LLZ.ZOETERMEER
Jtok"is, internist - MBA üèlkan '10 4361IJ-' ftloemendaal TcL: 023 549 0884 Fax: 023 549 0885 E-mail; hylke.stokvis@xs4alLnl
Bloemendaal, 26 juli 2006
JUU de Gemeenteraad van Bloemendaal Postbus 201 :;050AKOrerveen
Geachte kden van de Raad,
I lierbij dien ik mijn zienswijze in tegen liet ontwerpbesterruningsplan Duinlustpark otndat Ik van Eiening ben dat het plan voor mijn woning aan de Hnèlkan 10 ongewenste en ten dele onredelijke gevolgen kan hebben. Het betreft de volgende zaken: 1.
Ik maak bezwaar tegen de gebruikte methode om de scheiding tussen erf co tuin vast te stellen. Voor zover uit de plankaart (plannummcr Bl.01, tekenmgnuunrriet^SS-é, xnet bijbehorende verklaring) is op te waken wordt bij het vaststellen hiervan uitgegaan van een lijn parallel aan de voordeur van de woning. In het gebied dai: ia het ontwerpbesteromingsplan wordt aangeduid als "villagebicd" leidt dit door de vorm van de huizen tot onredelijke resultaten. Bij mijn woning is de voordeur naar achteren, ongeveer in het midden van de zijkant, van het huis gelokaliseerd. Dit is de oorspronkelijke positie en wordt niet veroorzaakt door latere wijzigingen aan het huis. In het voorliggende pkn wordt hierdoor het erf verkleind ten gunste van de tuin. Hierdoor is het niet langer mogelijk een bouwwerk, bijvoorbeeld een schuur, naast het huis te plaatsen. Ik verzoek u dan ook in elk geval voor mijn woning de scheiding tussen erf en tuin te laten bepalen door een lijn parallel aan en in het verlengde van de voorgevel.
2,
hi het ontwexpbesternmingsplan woedt bebouwing in de als tuin bestempelde delen van het kavel beperkt tot "plantenkassen en dierenverblijven". Het is mij niet duidelijk -waarom alleen bouwwerken met de genoemde functies toegestaan worden. Naar mijn mening moet niet de functionaliteit voorop staan maar moet de nadruk liggen op ontwerp en gebruikte materialen. Er ts immers geen redelijk argument om verschil te maken tussen een tuinhuis, cen fietsensermur een dierenverblijf of een plantenkas wanneer die bouwwerken voldoen aan
, WOE 15:03 FAX 0793462664
LLZ.ZOETERMEER
^.vis, internist - MBA mm 10 i LH Bloemendaal
dezelfde (bouwvoorschriften (afmeting, bouwwijze, materklen etc.) ca uiterlijk identiek zijn. Ik ben dan ook van mening dat het ontwetpbestemmingsplaa zou moeten worden gewijzigd doot in artikel 9 lid 2 under a van de voorschriften de functionele omschrijving "plantenkassen en dierenverblijven" te vervangen door het ruimere begrip "bijgebouwen ". Ook het vootontwerpbesteiruxiiagspkn en het concept-ontwerpbestemmingsplan kenden deze omschrijving. ïs. ga ei van uit mijn zienswijze op en opmerkingen bij het ontwerpbestemmingspkn hiermede v okloende te hebben toegelicht en ben uiteraard bereid desgewenst nadere uitleg te geven c.q. gehoord ie worden. Graag ontvang ik een ontvangstbevestiging van deze brie£ Ta de verwachting van een positief besluit ten aanzien van de doet mij ingebrachte punten verbHjfJk, £ let vriendelijke groeten,
@Q03
TX7UUTFTTZT5 H. Stokvis, internist - MBA Pmellaan 10 2061 LH Bloemendaal Tel: 023 549 0884 Fax: 023 549 0885 E-mail: [email protected]
Bloemendaal, 26 juli 2006
Per post en per fax
Aan de Gemeenteraad van Bloemendaal Postbus 201 2050 AE Overveen
Geachte leden van de Raad,
Hierbij dien ik mijn zienswijze in tegen het ontwerpbestemmingsplan Duinlustpark omdat ik van mening ben dat het plan voor mijn woning aan de Pinèllaan 10 ongewenste en ten dele onredelijke gevolgen kan hebben. Het betreft de volgende zaken: 1.
Ik maak bezwaar tegen de gebruikte methode om de scheiding tussen erf en tuin vast te stellen. Voor zover uit de plankaart (plannummer Bl.01, tekeningnummer 8453-6, met bijbehorende verklaring) is op te maken wordt bij het vaststellen hiervan uitgegaan van een lijn parallel aan de voordeur van de woning. In het gebied dat in het ontwerpbestemmingsplan wordt aangeduid als "villagebied" leidt dit door de vorm van de huizen tot onredelijke resultaten. Bij mijn woning is de voordeur naar achteren, ongeveer in het midden van de zijkant, van het huis gelokaliseerd. Dit is de oorspronkelijke positie en wordt niet veroorzaakt door latere wijzigingen aan het huis. In het voorliggende plan wordt hierdoor het erf verkleind ten gunste van de tuin. Hierdoor is het niet langer mogelijk een bouwwerk, bijvoorbeeld een schuur, naast het huis te plaatsen. Ik verzoek u dan ook in elk geval voor mijn woning de scheiding tussen erf en tuin te laten bepalen door een lijn parallel aan en in het verlengde van de voorgevel.
2.
In het ontwerpbestemmingsplan wordt bebouwing in de als tuin bestempelde delen van het kavel beperkt tot "plantenkassen en dierenverblijven". Het is mij niet duidelijk waarom alleen bouwwerken met de genoemde functies toegestaan worden. Naar mijn mening moet niet de functionaliteit voorop staan maar moet de nadruk liggen op ontwerp en gebruikte materialen. Er is immers geen redelijk argument om verschil te maken tussen een tuinhuis, een fietsenschuur een dierenverblijf of een plantenkas wanneer die bouwwerken voldoen aan
J-I. Stokvis, internist - MBA Pinèllaan 10 2061 LH Bloemendaal
dezelfde (bouwvoorschriften (afmeting, bouwwijze, materialen etc.) en uiterlijk identiek zijn. Ik ben dan ook van mening dat het ontwerpbestemmingsplan zou moeten worden gewijzigd door in artikel 9 lid 2 onder a van de voorschriften de functionele omschrijving "plantenkassen en dierenverblijven" te vervangen door het ruimere begrip "bijgebouwen ". Ook het voorontwerpbestemmingsplan en het concept-ontwerpbestemmingsplan kenden deze omschrijving. Ik ga er van uit mijn zienswijze op en opmerkingen bij het ontwerpbestemmingsplan hiermede voldoende te hebben toegelicht en ben uiteraard bereid desgewenst nadere uitleg te geven c.q. gehoord te worden. Graag ontvang ik een ontvangstbevestiging van deze brief, In de verwachting van een positief besluit ten aanzien van de door mij ingebrachte punten verbli* ik, Met/rwiendelijke groeten,
\
100601121$ J 8 9 gemeente [ © Bioemendaal oi i.'a .yslbevestigmg afgegeven
Aai* £ö5o A£
Betreft :
perceel
Överveeta
Oufcu/er^ - Ee9t&ti«^iwq9^1an
Z^K-iwu/e^ 4 4.
re
Du>Vtlusfc|>aurk
BlöewuencActcuL
De in (i0ud«l^Ue
Zienswijzen
CCL. fw>ee lAJeU&u
voardavt
zuJfeu
over
iwiqecUevcel..
3 . 3 , de B^K-i^
tel; 0£3.5"3S3 2 g £
*<*
2006077?SÏ "BltfeiviencLctrtJ
3 cue<wèus
looC
V
paraaf:
__J22£L-
fc.a.w. Hev/fou,w C- He^er-Wo*"W\boer Postbu-5 Zo't Aö 5"o A £ D \jeruee-h •
Betre-f-b: Qvtfcw^p-'Besten/iwtift^sptaM
'Du'uA^frpark
t e BtoÊwewcU-al. aU VJfcrvtokj o^> bn"e.f gaeter vtr looLóiiii
&
TfiM aa.H^e.1/» Van Ue-t Vte5tevtt»»uviaSpta.n SaW^tdier VO.IA c\e*" Kolk ve\rboon,t k e t Öwtvoe-ikp-oesbei*iiMCni3&b>lix*t ''.Dlu vil u*b p a r k * wiet b e / t ^ k k i w ^ -to-fc ke.fc toe^teel 3)w-l^^eci of DuiveisWavt 4 4 (kada5tnotcJ Bloeivieuvdcuxi V 3>5i) een aaw-
1. De ÏIA tïe-T ke5tlcxi4 ScUrüe-der v a n d e r Kolk ö ^ q e ^ovneui bek ouuuu<3 s t r o o k ( } B 2 . Cz.ie. avb\ S.) \s ko *AQM -te. vervallen. 2,, De- tou^wuioukörenj (pawd ^ e t r o U U e m .
too^U
str
3. £fB 2. ^rovideh ZI^H b e s t e u i 4 stoor voowiHQe^i; «/oiukeU tuet" ^oviiwöe^w e n verzorgende b e d e l e n w*et ^»vi(vu>eH , a U Dexe. bas ten-tvc»* "><3 wemelt v/er^nderd in \A,\b<,\ui\reM.A
Vé
be>~c.ae.l e\r\Asfc"ta S s e z w o a r
1. W o n i n g we-lr w i k k e l
a-a-w
^ Z „Ter ir e via eevi v t i c u ^ c - wj©e?w~
Oe\r€-cdis-e.eir^ Wi
e.evt w i n k e l co w t i M e ^ c i e e i XmiMers
d e oaxv\ae-w;£-z.e.vi ve.y V>twelt'v\a Scx-iAt^ocrt-Zi^-Vci
So£>ir'b - Z u ^ c l
^ ' U'bbr&tdUwa Vc?l<^evi5 HA ede
«^ievessavt-t - .
4e- DuuvttA/e** - e,vt &e(c w\r A4. _v/o(riA*t v/e>£>v deze
bewoners Stzk&iovt
vue-V O I M td.e
k x r t . ^ } U d U } (cd < b , U 4 2 b )
NM. £f> be-b vJc?orïMa-Uct U&ri/t Zcd W o r d e n
ew
l<4
en
wwe^r fae-fc" N S -
b e t \Aa^T«>r<»ivi^$ o&,b i-e-d
£i-e. I)electwicirkt )
be-5-êciavidi lg.od(-cl^ebou.u;. (of-fcS .licU,l»cl 4 ^ ,|{4 l a )
% cu köM/\ ü c t v i d e
ïv\ U d
( <sj «3evi.oe.vvi.de
br&ex>lie- MCUA. be-V Uoofci^ebc»u.vw VOLVI
a-fftê-w-^U.Ê.vi
^rot
wia,>c. \d5 w\
$ { j s>c>ob e>i wieu,vobouw
t Z "H
ka«A Ue^t U o o ^ - d a e b o u v u
, zoci<%M e*&r\ v r - u s k a ^ u A c l
wöi/itnoe-vtöeboutW
UCUA
wt>rde,v\
^cuAdbtr-ee-dfce •
Wortievi bmu-evi 4 e op d e p l o u w b c t c j - t <5ta.v\cfec>eve>t ïit
wtO-ici -
öpaericb-è be-boM-w.
b c x v i d <&r HAOÖX -
u / e r d e v i a<2.re<st.U5«.e-'rcL É c u e n
<xwolev b i v w e w de. vc?or w^ou^devi ^dve- t va ar"b. 3 • IA> o \rde~\A, qe, noevvielXnelr viuiAta*.
b a w d 19 fe-ae-t* beut bu^u-vWou's AXXK »
cjfc i?0 u w d ) .
'i
By
a o w k o o b V O M keAr ^erc-eeA/po-Hcl
is ev-ojo «ie. v u o ^ e -
l i j k k e d & w ,dCe. k e k l o e s f r e v n ^ v ^ ^ c a ' » S c W ö e d e v - \jc*n d e r ^ ö l K D è o r de maal
qeM.eja.i^te-aiArtU'tevactar f K r . v a n D r C e l ) 15 cLit Twee-
i/tileicLckUelïJk
evi n o a e*-vts
b u de, cto,vwr-ou*5} v/&<.r <&»* o a T e ^ ö , / s e l a u , u < " J
De- koopprCTs Door
wu
d e bou,VAjvl<xkcoitfcrou,r
BevaouWiwa
s'tfa.W OM* Ue-t
k&e>£<=iöeJoc>u.\A; t e *i"AtekUeii , worelfc de. ujcxaircie.
^ö-fc y^avict é b e r k
Uerkopp
^e.WseercL
UeJr Jperce.e-1 «ie. s\ak%A.<> Cjè-wue^öcle
"te oi/t.-tmevviev* & n Van
W e d e . ki<2~roj?
IAJCLS
«xctn
be-9fcrcuxndt
t e v e s t i ^ c l . (e.e.n wvtctai no». a a ^ U o ^ f
rtacJeAïo
ioeTi'wwtoed) k e / t c * e e n
b<^
- t o t a<=«M •z.t'e.vt IJUjUe- \plecvi sckoc.de. Ve>CcH:.
B '• R e e k E'S o t/t get M j k W i c i .
X\n k e t
önfci^exp'W&ee\44VM,ino5{>l<xw> ^u,ii/ilu.s4|00i.t>k
wór^fc
he-t böU-vorec-Wt oto UoJt We.rc.eeJ acu/t c i e " B r e c i e ^ o c k VOrOiH Ws$ew\ ole h ^ Van d e
HSew^i?
cjeWa/Vi
WoiAtvtakouu>ve./ev\i^ivuï
ViCttu- Ï5 v«avi d ï t
»a«. be.-z.wct.cnr
JB^exAe^ocU. , d t e
e.uje-
jpe.rce-e.1, Wpevi WeJc vje^xaUew uou< d i t
ioo U.U/ Y^ea-kt, ftuyi
iae^WctAr
5-trook
teöe-vi k e i vervct/llev» vctvi d e beUou-wÊn^s -
£J8 2, op H^tjw p e r c e e l wtx/d-t vue-t ^ e - k o n p t r e ^ u - c l ,
dU/tc^t" laaa/r de #
H/teiAtt/tg v<%vt ele. vuextUou.«de-r
^ \A?e>onoeHo-t WO,«A e e n "Zow. "Zxin dcw\
(pac<Wauiier
\reckte.iA
1£r erecode.- 2T»e k»«.rve>or
VOM
he.-t
eev\ cxwdtexe o r d e
\)<Xvi ©te. Wo\MvtAke>Ltw> vjevewiömcj 4e. cloo** de. vwe-tUou-der
<3^ui
dort cAe v^omvt^tapu^ve/w/ufliH^ 'Bvede^oele v/ou ou-d$Uer eö« specüaAe boSttia. b i n n e n oi-tte, <3en*eenke. 'jtiwe^1*!"^, ^ a a / p»y 2u Ö-U eew {partner- ae^ven Uavt vAjordew ju dfce re<*£ie. zocds wij cUs. Uier c^,zAM4,&\n\iAi. (aekWn a c ^ ^ ^ d e e v ^ - l voordo. Soc.ia.W- vuoVtivtoWoU-kj * lLv\ &*& tz&t ^e.s&UouA*' iW de. fcöt^wv/eret/uaiwu^
mefc qeXï^
a U een
WOVUVWJ-
paxèCcutJieir 7
dft oilier A be^cWevevr gelat-iA-ilcs w»o«^2.t^UUeJew d e KcL.
Ida be-ic^e oe-UaJleu (%*eAe-rot u-fb^o^e-velowi^ u«,vt p'cut
ie-w K)eAioe.v/e
E*" 1*6 duu ©lel uit 2" Blo^J'uewqgu^U XIA
UCUA
$vroka fra-tU
«dte. u/omUA Wxcwv/e-irev»-Ci
'M Hie-t 4ivee- Hake-*
£)u.in e v t j ^ a t
Ue/t öw/fcwefp, |>e$-èewi»vuj*tl<*M '' l3u.in e *
"DÖA.1
v^<*r«.^
övoder dru.U u o n vUio,$$öJe. brcte.6-ire.vt uct-u d e d ^ a r e u ieqen «e^ skr&M t?wi dl*, ard^ou^e-vi treXd<-e*t M&AA d e . de- W^ö-oundd fioww tec-Uttvt a i s ^ c » "Vé- WavtdUctve**.- 414
By Ue>t ou/tv've*Ke-vt gcxu t>e&ta.ctwol b e? a-w ree. Mr v a n ee.ua «5 00U WCer tae--fc Kt-Wvi vM,e.V 4wee_ H<5^të,v* O-CUA. d e . of-de &V7 foelo\oe*» vo^ £& wviaUevi vn-^-'t '"' K e.CXIXTSJPivatX*ichead* l>ïviVkeH d efieMA,e-&-vi.V«_ö io e>vie.v» do^sd • ^*<^U d©£ ooit k e ^ «evctA Cs je^nvtevi Ue--t baS^e^uvvtivA.^s.pla.v*
^ ' ^°^^^QrW«^eKi b'm^evt de. Tt&tvtfeWode-
v/erwc?or-d tudev\s d é Ivisp^cxoJUavov^d ^ d f £4 ***«-!? jLöO>L (sdaHf-WluL bevfi-^ttö^ o p 3 o vue)i %ov>X en v\o^ ee.w$ 4-öe.öé-(icl*t ft?cAevi5 de. CovuvuC^^i^vc-v-^csccAeirCuo VaK j'tciAi 2oo-4 &-* cds bwia^e H e ö t v o e ^ c ) ) we>u-ctfc in d e taofc-i-kiV VCM* icxviu-ctr-'i, £00 £ ^es^eldi d a / t e-r ww- cieew coueïre"^CU>vviA'ui.i'vioe-n 1>« de. qeviAe-evtfe-e be.k«.v\d z^ 1 * &ajc b^wevi de. blo^-Utoev-vode qeW"i^vU "ZaX \*/t>tcke\\ a^jA^o^aXtJc vexu de. lM.pöeiHk-We©tavi d*"e- de. \oeloüu.wi^<3$s^ f '^^ £& A bi-e-dt"
Het f*3 uCtrevst" v r e c u t d «iou* *vie.u pt{ e e n nerz.» ©. IA £K^ vooi cd oc^te-vHivi^^ plcx-w» al c-o\Acrek& a a v i w ^ i i n ^ vvtoeJr
yam k e t lAööfdoaloouuj
c*£clu.\re.wcle. de ^«xvupen'ode
(,4o, 2.0, 3o \o-<xt 1) De (nwvdiae.
o f toeUovus-hcte elaevvoo-r
Wcvn tin d i e IperCoJe-
x«e\r w e i a e b v u i U voilleM vviaWev» va*t de. wicx^eltjUWede-i* ue>t<3«n$ dia- l&e^a-l\iAQ€.w» v/o/W cx*4.3 £Q B 2.) v a w totinqitoicwi
ke^
bt^em-
Sc,Uiro«-oer vctvi d e r K o l U .
Co^ciu<5ie, O m ^edevie-w
vervooord
•b-Ueu 'iU e r v i ^ b i a
owcAex d e b i ^ t e x
be'ZiA'aar
cuxvi
l e n v a w de. b e - k o u u ^ n i A ^ s ^ t r ö ö W D u i n w e g tf-t Duvve-^slctccw 4-t Ue-t bbr~a,U Tovi4 b e t
1
ft,
B «At C
-fe^evt k e - b Vairtu uervjcxlC,6 2 o p U e * |perc«,el
^ k a d . B'o&u/te-vvdcLoa ~* 3 5"4 j
et/i
k t o ö f d c ^ b o U W 'W-eUUfi'H va,v\ d e l o o t u ^ -
Opke?fiv\Q vcxvt d e bebeu-wvV^ss-fcirooW
Q&2. en de. <3&QC~
by beylaccv.de- aebruaU$uv4,t>Q£l«3UUede.tl«,vi 5eb 1-ooxier Vcxvv cier VColU ) \e. Cdt \ok
C*,CWT.Ce\A ( ^ K e
neoWvt «aü-S c i o ö r Ue4: ovttb r eb.evi Wiervcxn b>C{ be-b b-e^ode-f v/ett* d e v e r k o o p p r t T ^ v^on* Web jpexceei. 5/ H 2 ^ WAe-fce^ w t e t bwje.e- \AA.CÖÏM »Cj k o 6 u d W * . u ï n ^ u c w b e . SfevöHAcle, b o u ^ r e c - l v t ^ u
bö^e,We*»V
KecUfr^on
V£>or b e l a ^ ^ e l ö b e M d e H .
' 3.3, P C BruJvi .
0'
Vc
BtjUoe.
>?H Zien5to^ze
Lj
"dot. 9.^.2.00^
6w£M.*-tA^(iacJl.
O^OUA OU
eau-
&JLA*AswtJt
U^JJLL
(
fy.T.Zfi
) &UL J&X
beu** ZH, ll.2^t?5
(WirL«>U-
4
UAMA,
M*t
/HJU<
&SUAA
2J>v4.
Ackh*\£L.~
/t/atx>U^oiUjd~ö<€fi-w.
ckkfc
tn^?^-
fi>ov>
tut
\\
UAWC
tlh)i
fit
IMMSU*.
Ü^WU^JLU.
- ^ i A e ^ U / w v i A ^ / t ^ & ^ w ^ ^ A/oou^
-
/T?^
VaLtr,
Q)
nUn^d /tauK^yi- /wei Ut^ 4 * ^ °^ > ^ vtnn M^J^'
A/J-itfVVVC eXvVlMJ ^MXM^CAHA^
/VWA M/OP
qZXvAkA*
AtdAA- jaö^c
iM^Mf^tctufc* , V * A J U ^ ^ ~ +&GB5 l* , ^
M\oL.
(SA*a\r &C*M—
TeUfl^- oX e*M~ \tu&h
1.0&A KX
P>UciMei4effect/»
verzonden per de email: [email protected] Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Bloemendaal
26 juli 2006 betreft: bezwaarschrift bestemmingsplan Duinlustpark Geacht College, De Stichting Schapenduinen maakt bezwaar tegen het bestemmingsplan Duinlustpark om de volgende redenen: -Het Duinlustpark, zoals de naam al aangeeft is gelegen in de binnenduinen.Zowel lokaal, provinciaal, nationaal als europees is er strikte wetgeving die een conserverend beleid voorschrijft voor de binnenduinzoom. Extra woonheden en extra verstedelijking, zoals voorgesteld in dit bestemingsplan, staan haaks op deze wetgeving. -De duplex woningen(2 verdiepingen) langs de Brederodelaan, die vervangen gaan worden door nieuwbouw appartementen (met 3 verdiepingen) zijn gelegen langs een belangrijke noord-zuid corridor in de Bloemendaals-Santpoortse vallei. Deze bouwlokatie is zeer beeldbepalend. Hoogbouw is ongewenst nabij de entree van het Nationaal Park, wat ter hoogte van de Schapenduinen slechts enkele meters is verwijderd van de beoogde hoogbouw. -In 1929 heeft onze rechtsvoorganger enkele hectaren natuurterrein (noordelijke Schapenduinen) verkocht aan de woningbouwvereniging Bloemendaal-Noord ondere stringente voorwaarden. Het beoogde, verruimde bestemmingsplan omvat o.a. de hierboven omschreven noordelijke Schapenduinen. Het ter visie liggende bestemmingplan biedt verstedelijkingsmogelijkheden, die tot significante schending van oude afspraken zouden kunnen leiden. -De Schapenduinen liggen binnen de begrenzing van het Nationaal Park Zuid-Kennemerland, wat weer in zijn geheel binnen de Europese Habitat Contour ligt. Er mag geen aantasting plaatsvinden van de aangrenzende gebieden, de zogeheten externe werking. De beoogde verstedelijking is in strijd met deze wetgeving. -Extra woningen zal leiden tot extra verkeer over de Brederodelaan daar waar deze deel uitmaakt van de SBZ , Wetenschappelijk onderzoek verricht in opdracht van de Stichting Schapenduinen toont aan dat daar waar de Brederodelaan onderdeel uitmaakt van de SBZ deze wordt overgestoken door o.a. de Hazelworm.Zandhagedis.Rugstreeppad,Franjestaart en de Boommarter. Door dit extra verkeer zullen deze dieren worden doodgereden,hiervoor is ontheffing onder de Flora & Fauna wet nodig, daar er geen wetenschappelijk onderzoek gedaan is door de gemeente in het kader van dit bestemmingsplan naar de invloeden van dit extra verkeer op de SBZ daar waar de Brederodelaan onderdeel uitmaakt van de SBZ ,en er geen onderzoek heeft plaatsgevonden naar alternatieven of mitigerende maatregelen zoals bijvoorbeeld het omleiden van het (extra) verkeer ( middels afsluiten/autoluw maken daar waar de Brederodelaan de SBZ doorkruist) daar waar de Brederodelaan deel uitmaakt van de SBZ.kan goekeuring aan het bestemmingsplan om die reden niet worden verleend. -Deze noodgreep, om een uitzonderingspositie(privilege) te maken de woningbouwvereniging, is ingegeven door willekeur en kan leiden tot onwenselijke en verstrekkende consequenties elders in de Gemeente. Het probleem van dorpsverniewing (nieuwbouw/renovatie Zonnehof eo) wordt afgewenteld op een kwetsbaar en natuurrijk gebied met een conserverend bestemmingsplan. -Bij een eerdere behandeling van het betemmingsplan is er een toezegging gedaan door de wethouder Ruimtelijke Ordening om eerst de beoogde uitzonderingspositie middels onderzoek te onderbouwen en te bespreken in de gemeenteraads commissie. Aan deze toezegging is niet voldaan, mede waardoor belanghebbenden op het verkeerde been zijn gezet.
De Stichting Schapenduinen eist dat dit bestemmingsplan per onmiddelijk wordt ingetrokken en uw goedkeuring onthouden wordt en wordt aangepast op de hierboven vermelde knelpunten. hoogachtend, J.C.deJong Voorzitter Stichting Schapenduinen Brederodelaan 145 2061 JR Bloemendaal
No virus found in this incoming message. Checked by AVG Free Edition. Version: 7.1.394 / Virus Database: 268.10.4/399 - Release Date: 25/07/2006
No virus found in this outgoing message. Checked by AVG Free Edition. Version: 7.1.394 / Virus Database: 268.10.4/399 - Release Date: 25/07/2006
lOQ&OfJflg
m
Hoogheemraadschap
van
Rijnland Aan de Gemeenteraad van Gemeente Bloemendaal Postbus 201 2050 AE Overveen
uw kenmerk:
2006009215
uw brief van:
15 juni 2006
ons kenmerk:
06.18231
bijlagen.
-
inlichtingen:
Mevr. W. Sprokholt
doorkiesnummer:
071-306 3469
onderwerp:
Zienswijze ontwerpbestemmingsplan Duinlustpark
Leiden,
2 6 JULI 2006
Geachte gemeenteraad, Hierbij reageren wij op de ons in het kader van de bestemmingsplanprocedure toegezonden stukken m.b.t ontwerp-bestemmingsplan Duinlustpark (brief d.d. 15 juni 2006, Uw kenmerk 2006009215). Het beleid van Rijnland is beschreven in het Waterbeheersplan 2006-2009 dat momenteel bij de provincie Zuid-Holland en Noord-Holland ter goedkeuring ligt. Wij verzoeken u te verwijzen naar het beleid van Rijnland. Voor het afkoppelen van wegen en daken hanteert Rijnland de Ueslisboom aan- en afkoppelen verharde oppervlakken' van de Werkgroep Riolering West-Nederland als richtlijn. Voor deze beslisboom is de kwaliteit van afstromend regenwater van verschillende oppervlakken bepaald en op basis van deze metingen zijn de verharde oppervlakken opgedeeld in verschillende categorieën. In uw geval heeft deze nieuwe indeling de volgende consequenties: • Het regenwater van daken en gevels mag direct afgekoppeld worden, mits er geen zinken dakgoten aanwezig zijn en er geen excessieve toepassing van iood en koper heeft plaatsgevonden. Indien er wel (veel) gebruik gemaakt is van deze materialen dienen deze materialen vervangen of behandeld (gecoat) te worden. Als dit niet gebeurt, mag er niet afgekoppeld worden. • Voor licht verontreinigde oppervlakken, zoals vrijliggende langzaamverkeerspaden en schoolpleinen, is afkoppelen toegestaan. • Ook voor matig verontreinigde oppervlakken (onder andere wijkontsluitings- en doorgaande wegen, parkeerterreinen, woonerven en winkelstraten) is afkoppelen toegestaan, hierbij is het aanleggen van aanvullende zuiveringstechnieken (zand- en slibafvang, bodempassage) echter wel verplicht. Bij parkeerterreinen met een hoge wisselfrequentie en parkeerterreinen voor vrachtwagens is verder het aanbrengen van een olieafscheider verplicht. • (Zwaar) verontreinigde oppervlakken, zoals bedrijfsterreinen, busstations, marktplaatsen en trambanen, mogen niet worden afgekoppeld. Deze oppervlakken dienen op een verbeterd gescheiden stelsel of gelijkwaardige voorziening aangesloten te worden. Wij zijn verheugd met uw voornemen om af te koppelen. U kunt een verwijzing opnemen dat de uitvoering en voorwaarden uitgewerkt zijn in het Waterplan Bloemendaal. Archimedesweg 1 postadres: postbus 156 2300 AD Leiden telefoon (071) 3 063 063 telefax (071) 5 123 916
internet: www.rijnland.net
e-mail: [email protected]
-2 Hoogheemraadschap
van
Rijnland
Tot slot wijzen wij u er op dat voor aanpassing van de waterhuishouding een vergunning moet worden aangevraagd op grond van Rijnlands Keur, evenals op grond van het Bouwstoffenbesluit. Een aanvraagformulier voor een vergunning kan u downloaden van onze website www.riinland.net onder de knop loket. Wij verzoeken u rekening te houden met bovenstaande opmerkingen en deze mee te nemen in de verdere uitwerking van het plan. Graag ontvangen wij te zijner tijd de samenvatting van de binnengekomen zienswijzen en de beantwoording daarvan, alsmede een exemplaar van het bestemmingsplan met de daarbij behorende vervolgprocedure. Mocht u naar aanleiding van deze brief nog vragen hebben dan kan u contact opnemen met Willeke Sprokholt.
Hoogachtend, Namens dijkgraaf en hoogheemraden,
hoofd afdeling Planvorming
Archt medesweg 1 postadres postbus 156 2300 AD Leiden telefoon (071) 3 063 063 telefax (071) 5 123 916
internet www rijnland net
e-mail post@njniand net
?0O6O770S%
Geachte Gemeenteraad, Betreffende bestemmingsplan Duinlustpark, wil ik het volgende opmerken: In artikel 9 Tuin, staat vermeld dat in tuinen bij percelen groter dan 500 m2 het toegestaan is dierenverblijven of plantenkassen te plaatsen. Hiertegen wil ik bezwaar aantekenen. In het Duinlustpark, een lommerijk gebied met vele bomen, bevinden zich percelen, b.v. op de Johan Verhulstweg, de Pmellaan, en de Vinkenbaan waarvan de erven voldoende ruimte bieden om dierenverblijven of plantenkassen te plaatsen. Ik zou willen bepleiten dat het oprichten van dierenverblijven en plantenkassen op percelen M ^ t S ^ ^ 1 ^ * met voldoende ruimte op het erf, slechts toegestaan is op dat erf en derhalve niet in de tuin. Met dit voorstel hoop ik te bereiken dat het landelijke karakter van het Duinlustpark zo goed mogelijk wordt beschermd. Met, vriendelijke groet.
ho 6/ e// /S^U^a^^^v-
f
2oo6ofoyj$
J J JlJli^Ooh Geachte Gemeenteraad,
Betreffende bestemmingsplan Duinlustpark, wil ik het volgende opmerken: In artikel 9 Tuin, staat vermeld dat in tuinen bij percelen groter dan 500 val het toegestaan is dierenverblijven of plantenkassen te plaatsen. Hiertegen wil ik bezwaar aantekenen. In het Duinlustpark, een lommerijk gebied met vele bomen, bevinden zich percelen, b.v. op de Johan Verhulstweg, de Pinellaan, en de Vinkenbaan waarvan de erven voldoende ruimte bieden om dierenverblijven of plantenkassen te plaatsen. Ik zou willen bepleiten dat het oprichten van dierenverblijven en plantenkassen op percelen met voldoende ruimte op het erf, slechts toegestaan is op dat erf en derhalve niet in de tuin. Met dit voorstel hoop ik te bereiken dat het landelijke karakter van het Duinlustpark zo goed mogelijk wordt beschermd.
Met vriendelijke groet.
—
AVOböinJk
W.J.Westerlaken Johan Verhulstweg 69 2061 LJ BLOEMENDAAL
Gemeente Bloemendaal T.a.v. De Gemeenteraad Postbus 201 2050 AE OVERVEEN Bloemendaal, 24 juli 2006
Geachte Gemeenteraad,
Betreffende het bestemmingsplan Duinlustpark, wil ik het volgende opmerken: In artikel 9 Tuin, staat vermeld dat in tuinen bij percelen groter dan 500m2 het toegestaan is dierenverblijven of plantenkassen te plaatsen. Hiertegen wil ik bezwaar aantekenen. In het Duinlustpark, een lommerrijk gebied met vele bomen, bevinden zich percelen, bijvoorbeeld op de Johan Verhulstweg, de Pinellaan en de Vinkenbaan waarvan de erven voldoende ruimte bieden om dierenverblijven of plantenkassen te plaatsen. Ik zou willen bepleiten dat het oprichten van dierenverblijven en plantenkassen - en overigens ook fietsenbergingen - op percelen met voldoende ruimte op het erf, slechts toegestaan is op dat erf en derhalve niet in de tuin. Met dit voorstel hoop ik te bereiken dat het landelijke karakter van het Duinlustpark zo goed mogelijk wordt beschermd.
Met vriendelijke groetj. k
^ t ö O . Mfesterlaken
1oo6o 10902.
^ y C ex
S^e^vvj^jz^^Ax^v cv cv
j S ^ l ^ d . ^ i > t O - W w dULv-
^ ^ - C ^
AJöA-cloc^vC^
<^C^VV
4X*>tX
i
^ - ^ ^ CtJOt^K
AAx,c^WvAÜt
AP<-^AJ2-V^
ry~^-erz> «-&<
A3 A A A /\>Cwv d ^
O - W -
d-c-£ A-*-^.
A>£A.
>^c^ &>/\,&~CLAA^>^
T~\XAL
l-occ
X»tA_
A^CUC
O X S
d~<~*_
C^OO^y^^Üt
_
*2oc6< Geachte Gemeenteraad, Betreffende bestemmingsplan Duinlustpark, wil ik het volgende opmerken: In artikel 9 Tuin, staat vermeld dat in tuinen bij percelen groter dan 500 m2 het toegestaan is dierenverblijven of plantenkassen te plaatsen. Hiertegen wil ik bezwaar aantekenen. In het Duinlustpark, een lommerijk gebied met vele bomen, bevinden zich percelen, b.v. op de Johan Verhulstweg, de Pinellaan, en de Vinkenbaan waarvan de erven voldoende ruimte bieden om dierenverblijven of plantenkassen te plaatsen. Ik zou willen bepleiten dat het oprichten van dierenverblijven en plantenkassen - en overigens ook fietsenbergingen - op percelen met voldoende ruimte op het erf, slechts toegestaan is op dat erf en derhalve niet in de tuin. Met dit voorstel hoop ik te bereiken dat het landelijke karakter van het Duinlustpark zo goed mogelijk wordt beschermd. Met vriendelijke groet, E.E.Fuchs-Jansen
(^2~-
^ \
E.E.Fuchs- Jansen Johan Verhulstweg 72 2061 LL bloemendaal
5 Juli 2006
WPWl1 W^V^fcUMMEaw^'Ji-" •"" ' ' -I' V
Retinoid M.P.M. CastenmiJler Fysiotherapie
Acupunctuur
Massage
Duinweg of Duivelslaan 43 2061 KX Bloemendaal tel: 0 2 3 538 23 eo
D e gemeente
Bloemendaal
Mevrouw C. Meyer-Wortelboer Postbus 201 2050 AE Overveen
Betreft; Bezwaar tegen ontwerp bestemmingsplan duinlustpark
Bloemendaal, 27 juli 2006 Geachte mevrouw Meyer, Bij deze wil ik te elfder ure bezwaar aantekenen tegen het ontwerp bestemmingsplan Duinlustpark. Van mijn buurman heb ik pas op het laatste moment vernomen, dat de in de planning opgenomen wijzigingen voor mijn pand en tevens mijn bedrijf grove financiële schade zal opleveren. Waarom worden dit soort belangrijke veranderingen niet per brief aan persoonlijk betrokkenen medegedeeld, net als uw afdeling gemeentewerken dat doet met hun brief over de plannen voor inrichten 30 km-zone duinlustpark (01-06-2006). Voor wat ik heb begrepen is de in het bestemmingsplan duinlustpark voorgenomen wijziging voor mij vele malen ingHjpender en dan moet ik de publicatie, dat de stukken ter inzage liggen, uit een zeer onregelmatig bezorgde krant vernemen, wat de betrouwbaarheid van goede en duidelijke informatievoorziening naar uw inwoners dapig verstoord. Allereerst ga ik op vakantie, waarna ik mij met u in verbinding zal stellen voor de verdere afhandeling van deze zaak. Voor het formuleren en de uitwerking van de bezwaren met daarbij ook de verdere gevolgen v©or mij en mijn bedrijf zal ik mij dan in verbinding stellen met mijn rechtsbijstandsverzekering. Hierbij hoop ik u vooralsnog voldoende te hebben geïnformeerd, vriendelijke groeten. Hoogach
Reynold m.p.m. Castenmiller Duinweg of duivelslaan 43 2061 KX Bloemendaal
P.S. Kunt u na ontvangst van deze brief mij een bevestiging van ontvangst toezenden, bij voorbaat hartelijk bedankt
'JLoo6oiZ$0^
Reynold m.p.m. Castenmiller, Duinweg of Duivelslaan 43, 2061 KX Bloemendaal. tel.: 023 5382380. bank: 49.52.00.972. email: r.castemmller.fvsioff^wanadoo.nl
Aan Burgemeesters en Wethouders van de gemeente Bloemendaal, Postbus 201, 2050 AE Overveeen. Onderwerp: Duinlustpark. Uw brief d.d. 27.07.06, nr. 2006012131.
Geacht college,
Bij brief d.d. 27 juli j.1. tekende ik formeel bezwaar aan tegen het ontwerp bestemmingsplan Duinlustpark. Ik deelde in het bezwaarschrift mede, dat ik na mijn vakantie en na overleg met mijn rechtsbijstandverzekering mijn bezwaarschrift met argumenten zou beleggen. Bestudering van hetgeen in de openbare bibliotheek ter inzage was gelegd en wat op internet beschikbaar is, roepen bij mij een aantal vragen op wegens onduidelijkheden. Alvorens verder te kunnen wil ik gaarne contact hebben met mevr. Meijer, doch informatie op het gemeentehuis leerde mij, dat mevr. Meijer en de haar in deze assisterende medewerkster beiden tot 5 september a.s. afwezig zijn. In een telefoongesprek van hedenmorgen met uw heer Schaapman werd mij medegedeeld, dat het nu al maken van een afspraak met haar niet mogelijk was. Eerst na 5 september a.s. kan ik dus verder. Het leek mij goed u van deze ontwikkeling in kennis te stellen, zodat u er rekening mede kan houden, dat de onderbouwing van mijn bezwaarschrift eerst later in de maand september bij u zal worden ingezonden.
(Reynold m.p.m. Castenmiller).
UI
-P
V
Ui
1
•o
c o
<$ie£
a #
m m rN fN
o o
Q. 1>
O
X x a. rs
o
O
(O
o
•=
Z
£
9D
o? CD
CD 2> JS Ö
£- O) m
w
%
MM -C
§
CD
<ë C
—" -
Suip!3[a§aa
CQ
CÜ
Ü ^
n
g
„.sik ha
Afylke & Jet Stokvis pinèllaan 10 2061 LH Bloemendaal
provincie Noord-Hotlanü A&R
't J 3 3 f '
tel: (023) 549 0884 e-mail: [email protected]
to?]/ etoz
•Ingekomen:
" 0 FEE. 2007
!__
lirectie:
Aan de gedeputeerde Staten van Noord-Holland
Hierbij willen wij , bewoners van Pinèllaan 10 te Bloemendaal, schriftelijk bezwaar aantekenen tegen het bestemmingsplan Duinlustpark Onze bezwaren zijn Ten eerste vinden wij dat met dit nieuwe bestemmingsplan, waar geen enkele bebouwing in de voortuin meer wordt toegestaan, geen rekening wordt gehouden met de specifieke situatie van huizen en tuinen van de kavels. U zult weten dat er in Bloemendaal een grote verscheidenheid is aan huizen en ook tuinen,niet alleen qua grootte, maar ook qua vorm Sommige tuinen hebben door hun ligging hun grootste oppervlak in de voortuin, anderen hebben door hun specifieke vorm en ligging meer ruimte voor bebouwing in de voortuin zonder schade te doen aan de natuur en de omgeving, zoals ook in ons geval Daarbij komt dat wij wonen in een "beschermd" duingebied met geaccentueerd terrein, waardoor in ons geval bebouwing in de achtertuin leidt tot verstoring van dit duingebied Dit zal ook zeker voor andere kavels gelden. Wij vinden dat door alle bebouwing in de voortuin te verbieden geen rekening meer kan worden gehouden met de specifieke eigenschappen van de huizen en tuinen Beperkte bouw moet daarom volgens ons een optie blijven. Ten tweede wijzen wij erop dat in het nieuwe bestemmingsplan de scheiding tussen (zij)erf en tuin niet overal op gelijke wijze is vastgesteld Zo wordt bij ons kavel in overeenstemming met de nota erfregeling uitgegaan van het midden van het woonhuis, maar loopt deze scheiding bij andere kavels (ondermeer Johan Verhulstweg 69 en 72, Pinèllaan 7 en 14) verder naar voren tot zelfs helemaal langs de voorkant van het huis Er bestaat dus een rechtongelijkheid tussen de panden en in ons geval waar de scheidslijn relatief ver naar achteren loopt, is bebouwing aan de zijkant van het huis nauwelijks meer een optie Wij hopen dat u ons standpunt wilt bezien en zijn altijd bereid dit toe te lichten of op lokatie aan te wijzen Met vriendelijke groeten, Hylke en Jet Stokvis ^ ! Bewoners van de Pinèllaan 10 te Blbenier I
[P-hc-,-._ öeeT^ïn;
f T l . 1 ' " . J.an
0 o
"O
c o
u
O i m <
m m
3 rt in O O d O O
'S 3
E! c
nZ
SS
> O tt a.
^
O
"H
o
o o
z
o T3
i w
ta
v
f :§ E •i
E
er i
3
<
13 c ^-
=
E c ui
O O
Suipiajasag
pobf-. f?
fm.im
Stichting Schapenduinen
Provincie Noord-Ho- and A&R
Jaar
Bloemendaal, 2007 februari 7 Gedeputeerde Staten van Noord-Holland Postbus 123 2000 MD Haarlem
tngeton:
1 3 FEB. 2DB7
[Onderdeel: i Dossiernr.: n Betreft: Bezwaarschrift in tweede termijn bij het vastgesfc Duinlustpark gemeente Bloemendaal. Geacht college, Hierbij delen wij u mede onze bezwaren tegen het bestemmingsplan Duinlustpark gemeente Bloemendaal te handhaven. Deze bezwaren zijn in eerste instantie in de bestemmingsplanprocedure ingebracht bij het college van B&W gemeente Bloemendaal. Dit college heeft de bezwaren echter afgewezen. Hierbij lichten wij nogmaals onze bezwaren toe. 1. De stichting Schapenduinen verzet zich tegen de extra wooneenheden, die in dit plangebied, hoek Brederodelaan - W.Noormanlaan, worden toegelaten. Op steenworp afstand wordt binnenkort een groot woningbouwproject gerealiseerd, Meer en Berg, dat de noodzaak van verdichting op deze locatie overbodig maakt. Het optrekken van de goothoogte aan de achterzijde tot de bestaande nokhoogte betekent ook dat de voorgevel opgetrokken gaat worden, zodat op de bovenste verdieping een woonlaag kan worden gecreëerd. Terwijl deze woonwijk nog een zo'n aantrekkelijk landelijk karakter draagt, neemt met deze volumevergroting van de te bouwen eenheden de verstedelijking in snel tempo toe. Onzer inziens is dat strijdig met het beleidsvoornemen dat dit bestemmingsplan een conserverend karakter moet hebben. Ten tijde van de verkoop van de betreffende gronden door landgoed Schapenduinen aan de Woningbouwvereniging zijn verkoopvoorwaarden opgenomen. Deze betroffen beperkingen met betrekking tot de te bouwen wooneenheden. Deze sluipenderwijs voortgaande verstedelijking ervaart de Stichting Schapenduinen als een aantasting van de landschappelijke- en natuurwaarden van de omgeving en van het landgoed Schapenduinen in het bijzonder. 2. Het tweede bezwaar betreft de bestemming van het natuurterrein op de hoek van de Brederodelaan en de C.Schulzlaan. Deze is in het bestemmingsplan bestemd als art.11 Groenvoorzieningen (G). Naar onze mening verdient hier de bestemming art. 10 Doeleinden voor Natuur en Landschap (N) de voorkeur. Immers dit gebied ligt binnen de begrenzing van de SBZ/Habitatrichtlijngebied 088 Kennemerland-Zuld (zie bijgaand kaartje). Bovendien sluit deze bestemming aan bij het aangrenzende landgoed Schapenduinen. Dit betreft het habitattype H2180 Beboste duinen van het Atlantische, continentale en boreale gebied, hier met kenmerken van stinzenplantenvegetatie. Wij verzoeken u welwillend over onze bezwaren te beschikken. Hoogach
J.JcJ, ,J
V-
Brederodelaan 135 2061 JR Bloemendaal
Stichting Schapenduinen
Bijlage: 1
Uitsnede uit kaart 01 van Natura 2000 gebied 088 Kennemerland-Zuid.
Brederodelaan 135 2061JR Bloemenciaal
O
•o
c
I'
9
D
^at
X
S E
<
Q
o o
X X Q_ IN
0
"O O
o
o 1° o
1 s
<9 ^
^£
T3
S: O
O
fI
^5
CD * ] ^ l
V
p o
I X
m
fN O
HO
13
.=
e
w g
-o <
E c O O Q
SuipppSag
XG^^\^CP •-~>
LA
RECHTSBIJSTAND
ARAG Rechtsbijstand, Postbus 230. 3830 AE Leusden
het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland Postbus 123 2000 MD HAARLEM Tevens per telefax: 023- 514 40 40
ARAG - Nederland Algemene Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N V. Kastanjelaan 2, 3833 AN Leusden
Bezoekadres Behandeld door
mr. L.P. Berg
Doorkiesnummer
033 43 42 572
Faxnummer
033 43 42 187
E-mail
[email protected]
Uw kenmerk 4/106-56083/523
Ons kenmerk
]
b".ü-. r \ . ; o \ i -
j
&&• r
Onderwerp: Bedenkingen ex artikel 27 WRO bestemmingsplan Duinlustparit^emr-Bteemendaal--
Leusden, 23 januari 2007
Geacht college,
H
Incekomen:
L ; Pi-eerie:
0 l.
«AJ<
'""
7
*DHt/
; Onderdre! \/ O /QJU Q
De heer J.J. de Bruin, wonende op de Duinweg 41 (2061 KX) te Bloemeridalf/wendde zich tot mij met het verzoek zijn belangen te behartigen. Namens cliënt vraag ik uw aandacht voor het volgende. Blijkens de publicatie van de gemeente Bloemendaal is het mogelijk om tot en met 12 februari 2007 schriftelijk bedenkingen bij u kenbaar te maken tegen het vastgestelde bestemmingsplan "Duinlustpark" dat door de gemeenteraad van de genoemde gemeente is vastgesteld. Namens cliënt maak ik hierbij zijn bedenkingen ex artikel 27 WRO aan u kenbaar. Deze luiden als volgt. Zoals cliënt in de eerdere fase van deze bestemmingsplanprocedure reeds heeft aangegeven is er wat de volgende punten betreft sprake van een beperking van de gebruiks- en bebouwingsmogeiijkheden van het perceel van cliënt. a.
b.
c.
op basis van het thans nog vigerende bestemmingsplan "Schroeder van der Kolkweg" rust op het perceel van cliënt de bestemming "Gemengde bebouwing in ten hoogste twee lagen met bijbehorende erven (GB2)". Hieronder viel niet alleen het gebruik als woning, maar ook het gebruik als winkel met woning en als verzorgend bedrijf met woning, alsmede het gebruik als rusten verzorgingshuis. Op grond van het nieuwe bestemmingsplan worden de gebruiksmogelijkheden van dit perceel versmald tot "wonen". in het nieuwe plan is het bouwvlak strak om de thans bestaande bebouwing getrokken. Dat betekent dat bij sloop en nieuwbouw er veel van de huidige beschikbare bouwoppervlakte komt te vervallen. in het nieuwe bestemmingsplan is het niet meer mogelijk om via een binnenplanse vrijstelling de breedte van het hoofdgebouw te vergroten tot 15 m.
Bankrelaties
Rabobank 38.52.84 438 ABN-AMRO 45.80 09.253 Postbank 607793
BTWnr. NL0019.24.72ZS.01 Kamer van Koophandel Amersfoort nr. 31028303
Blad
2
Brief d.d.
23 januari 2007
Aan
het college van gedeputeerde staten
RECHTSBIJSTAND
In de "Nota van beantwoording op ingekomen zienswijzen ontwerp-Duinlustpark" stelt de gemeente wederom -kort samengevat- dat het behoud van deze mogelijkheden niet past in haar planologische beleid en dat cliënt hier geen recht op zou hebben. Hiermee wordt miskend dat cliënt wel degelijk in een nadeligere positie zal komen te verkeren als gevolg van de drie genoemde wijzigingen in het planologische regime. Niet alleen worden zijn eigen mogelijkheden drastisch beperkt, maar ook wordt het perceel hierdoor aanmerkelijk minderwaard bij een eventuele toekomstige verkoop. Het is voor cliënt tevens onduidelijk op grond waarvan de gemeente als criterium gebruikt dat er aanwijzingen moeten zijn dat binnen de komende planperiode de huidige extra bouw- en gebruiksmogelijkheden alsnog zullen worden benut. Voorts zij in dit kader opgemerkt dat het ontnemen van deze extra mogelijkheden ook niet past binnen het conserverende karakter van het nieuwe bestemmingsplan. Ook is dit niet te rijmen met het feit dat in het nieuwe plan aan de woningbouwvereniging Brederode voor het perceel tussen Brederodelaan 43 en 47 de gelegenheid wordt geboden te bouwen. De gemeente geeft als enige reden van deze ongelijke behandeling dat de woningbouwvereniging, anders dan een particulier, een bijzondere positie inneemt in de verwezenlijking van de volkshuisvestingsdoelsteiling van de gemeente. Deze motivering overtuigt cliënt echter niet, omdat deze niets zegt over het planologische uitgangspunt van de gemeente bij dit plan dat de bebouwing in deze omgeving een ruime opzet dient te hebben. Ook wil cliënt in dit kader erop wijzen dat de gemeente Bloemendaal zich bij de recente procedure tot vaststelling van een ander bestemmingsplan "Bloemendaalse Park/Duin en DaaT aanmerkelijk soepeler heeft opgesteld ten aanzien van bezwaren die ook betrekking hadden op een voorgenomen ontneming van bouwmogelijkheden. Ter illustratie hiervan heb ik een gedeelte van de Nota beantwoording zienswijzen betreffende het laatstgenoemde bestemmingsplan als bijlage gevoegd, waarbij ik met name wijs op zienswijze b en de beoordeling daarvan. Cliënt vraagt zich dan ook af, waarom de gemeente deze soepelheid niet heeft betracht jegens hem in het kader van de onderhavige bestemmingsplanprocedure. Gelet op het bovenstaande verzoek ik u namens cliënt deze bedenkingen gegrond te verklaren en uw goedkeuring aan de desbetreffende gedeelten van het plan te onthouden. In afwachting van uw berichten. Hoogachtend, ARAG Rechtsbijstand
Een bouwwerk, dat op het tijdstip van het ter inzage leggen van het ontwerpbesternmingspian bestond of nadien legaal is of kan worden gebouwd en dat afwijkt van het plan, mag daarnaast onder bepaalde voorwaarden gedeeltelijk of geheel worden vernieuwd. Bestaande voorzieningen mogen blijven staan, mits de bestaande afwijkingen naar hun aard niet zullen vergroot. Het kan echter zo zijn dat de in de zienswijze genoemde voorzieningen op grond van het ontwerpbesternmingspian mogelijk zijn. In dat geval is het overgangsrecht niet van toepassing.
*
Conclusie Aan de zienswijze kan gedeeltelijk worden tegemoet gekomen. Op de plankaart zal de bebouwing (bijgebouwen) worden ingetekend. De overige onderdelen van de zienswijze geven geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerpbesternmingspian.
33. C S . Pias-Fabius, Midden Duin en Daalseweg 24, 2061 AS, Bloemendaal Zienswijze a. Het huis is op een duinhelling gebouwd, waarvoor andere regels moeten gelden. b. Onbekend is hoe het onderhoud van wat "groen" moet blijven gefinancierd moet worden. Gevraagd wordt of bijvoorbeeld assistentie van de gemeentelijke groenvoorziening ingeroepen kan worden. Beoordeling a. In het plangebied zijn vele woningen op duinhellingen gebouwd. Niet is duidelijk op welke regels in de zienswijze wordt gedoeld. Het gaat in dit geval om een woning waarvan de goothoogte 7 en de bouwhoogte 11 meter mag bedragen. Dit wordt gemeten vanaf het maaiveld aan de zijde van de weg, waaraan de woning ligt. Of er nu een oplopende of aflopende duinhelling achter de woning aanwezig is, deze meetwijze blijft gelden. Ook wat de erfbebouwing betreft is er geen verschil met een woning op een vlak terrein. Naast de waarden voor natuur en landschap gaat het immers ook om een aanvaardbaar woonklimaat en woonkwaliteit. b.
Een bestemmingsplan houdt zich niet bezig met groenonderhoud, maar zegt iets over het gebruik van de grond en de opstallen en het bepaalt de bouwmogelijkheden van de grond. Bovendien is voor het onderhouden van privé-percelen geen gemeentelijk taak weggelegd.
Conclusie Deze zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerpbesternmingspian.
34, ML Meijer, Lage Duin en Daalseweg 1 1 , 2061 BA, Bloemendaal
-^
Zienswijze a. Bezwaar wordt gemaakt tegen het uitsluiten van de mogelijkheid de woning te kunnen voorzien van een kap. b. Voorts bestaat bezwaar tegen de reductie van het bouwvlak met ongeveer 50% c. Daarnaast passen in de minimale erfbebouwing niet de bestaande keuken en garage. d. Indien voornoemde punten niet in het bestemmingsplan worden gewijzigd, zal een planschadeverzoek worden ingediend. Beoordeling a. Woningen uit de jaren na 1940 (algemeen) In de Toelichting bij het besluit tot aanwijzing van het beschermd dorpsgezicht Bloemendaalse Park/Duin en Daal (verder te noemen: het aanwijzingsbesluit) zijn de volgende nadere typeringen van de te beschermen waarden opgenomen (deze te beschermen waarden zijn ook opgenomen in de beschrijving in hoofdlijnen, genoemd in artikel 8 van de planvoorschriften). Daarbij gaat het om: Het lommerrijke karakter van het gebied, in hoofdzaak bepaald door het particulier groen (volwassen bomen en heesters) in de zeer ruime tuinen van de villa's;
30
De hoofdopzet van gebogen en hellende wegen in een geaccidenteerd terrein. Opmerkelijk zijn de twee sterk stijgende voetpaden als dwarsverbindingen tussen de Midden- en Hoge Duin en Daalseweg; De open vallei met weiland en waterpartij als hoofdonderdeel van het villapark Duin en Daai, De extensieve bebouwing, merendeels vrijstaand op ruime kavels en overwegend bestaande uit twee bouwlagen met kap; Het grote aantal panden van hoge cultuurhistorische waarde, die een representatief beeld geven van de ontwikkeling van de Nederlandse villabouw in de periode 1880-1920; De landschappelijke waarde van het villagebied in relatie tot het Bloemendaalse Bos en het aangrenzende nationaal park De Kennemerduinen; Het primaat van de woonfunctie. Daarnaast is (in het kader van het Monumenten Inventarisatie Project) de stedenbouw uit de periode 1850 - 1940 landelijk geïnventariseerd. Het besluit om het dorpsgezicht Bloemendaalse Park / Duin en Daal in Bloemendaal aan te wijzen als beschermd dorpsgezicht vloeit voort uit die inventarisatie. Uit het voorgaande blijkt, dat het in het plangebied niet gaat om bescherming c.q. conservering van naoorlogse panden. Wat wel van belang is, is de structuur van het villagebied en de situering van de woningen in het groen. Op dit punt is het bestemmingsplan wel op conservering gericht. De naoorlogse woningen bestaan veelal uit één laag maar sommige woningen hebben ook wel twee bouwlagen. Het gaat meestal om woningen met een platte afdekking, een lessenaarsdak of een kap met een zeer flauwe dakhelling. Om de kwaliteit van de naoorlogse woningen te kunnen verbeteren zullen de goot- en / of bouwhoogten in het bestemmingsplan, waar stedenbouwkundig verantwoord, worden aangepast. Op deze wijze komt er meer architectonische vrijheid en kunnen de woningen ook van kappen worden voorzien, waarbij aansluiting zal worden gezocht bij de woningen in de directe omgeving.
/•l
Lage Duin en Daalseweg 11 De huidige goot- boeiboord- c.q. bouwhoogte van de woning ligt op 5,65 meter (plat dak). In het geldende bestemmingsplan is een goothoogte van 6 en een nokhoogte van 11 meter toegestaan. De woning dateert uit 1958 en heeft derhalve geen historische waarde in de zin van het besluit tot aanwijzing beschermd dorpsgezicht. Gelet op de situering in de omgeving en de hoogte van de omliggende bebouwing ontmoet het geen bezwaar op dit pand een kap toe te staan. Op de plankaart zal daarom in plaats van 7/7 in de matrix een goothoogte van 6 en een bouwhoogte van 10 worden ingetekend. ^
b.
In de binnen het beschermd dorpsgezicht gelegen (verouderde) bestemmingsplannen zijn woningen en veelal ook andere gebouwen tot dusver bestemd door middel van een met maten vastgelegd betrekkelijk ruim bouwvlak, begrensde goot- en nokhoogten en een gemaximaliseerde inhoudsmaat. In 1999 is het gemeentelijk ruimtelijk beleid op dit punt geëvalueerd, onder andere in verband met de door de politiek geuite wens om de (te) ruime bebouwingsmogelijkheden, die tot dan op veel percelen mogelijk waren, aan banden te leggen. In zogenaamde moderne en nieuw op te stellen bestemmingsplannen, geen beschermd dorpsgezicht zijnde, wordt geen inhoudsmaat meer opgenomen ter bepaling van de omvang van de woning, maar slechts een bouwvlak met een maximale goothoogte. Het bouwvlak is hierbij in tegenstelling tot de voorafgaande methodiek wel strak om de bestaande bebouwing heen getekend. De bouwhoogte blijft daarbij in wezen vrij, maar door een begrensde goothoogte c.q. boei- boordhoogte kan daarboven nog in beperkte mate bouwvolume worden toegevoegd in de vorm van een kap of vergelijkbare dakconstructie. De ontwerper behoudt daarbij de nodige architectonische vrijheid om binnen redelijke eisen van welstand een acceptabel bouwvolume te ontwikkelen. Het bestemmingsplan voor het beschermd dorpsgezicht kent naast het "strakke" bouwvlak en de goot- hoogte ook een maximale bouwhoogte alsmede voorgeschreven dakhellingen. Deze methodiek komt overeen met de landelijk gebruikelijke methodiek zoals weergegeven in "Op de digitale leest" van het NIROV.
31
f Omdat het hier een woning van zeer geringe afmetingen betreft, zal het bouwviak aan de oost- en j de zuidzijde iets worden verruimd, zodat een kleine uitbreiding in de toekomst mogelijk wordt. c. De keuken en de garage vallen onder het begrip erfbebouwing (aanbouwen en bijgebouwen in één laag), die in principe niet in het bouwviak worden opgenomen. Gebleken is echter, dat het op de piankaart aangegeven maximum oppervlak aan erfbebouwing reeds wordt overschreden door bestaande bebouwing. Dit zal worden opgelost door het bouwviak te verruimen, zodat ook aan dat bezwaar (zie onder b) tegemoet gekomen wordt. d. Deze zienswijze wordt voor kennisgeving aangenomen. Conclusie Aan deze zienswijze kan gedeeltelijk tegemoet worden gekomen. Op de piankaart zullen de volgende wijzigingen worden doorgevoerd: 1. In de matrix wordt een goothoogte van 6 meter en een bouwhoogte van 10 meter opgenomen; 2. Het bouwviak wordt aan de oost- en de zuidzijde verruimd. De overige onderdelen van de zienswijze geven geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerp bestemmingsplan. 35. J.W. Herman de Groot en V. Herman de Groot-Boon, Potgieterweg 5, 2061 CS, Bloemendaa! Zienswijze Vanwege de 'merkwaardige" ligging van de woning op het perceel, in combinatie met de ongunstige projectie van de demarcatielijn groen/geel in het ontwerpbestemmingsplan, is er geen bouwruimte toewijsbaar. De woning is nogal excentrisch op het perceel gelegen, waardoor nummer 5 met de punt van de keuken en met de achter-buitenhoek van de woning op, respectievelijk zeer nabij, de erfgrens ligt. Ruimte voor een vergroting van de (afgesplitste) woning kan alleen gevonden worden aan de zijgeve! in de zijtuin. in de achtertuin is daarvoor onvoldoende (aan)bouwruimte in verband met de erfgrenzen. Beoordeling In 2001 is het plangebied aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Doel daarvan is de karakteristieke structuur, die verwijst naar de historische ontwikkeling en de ruimtelijke kwaliteit van het gebied, als zwaarwegend belang te laten gelden bij verdere ontwikkelingen in het gebied. Ook het geldende bestemmingsplan staat geen uitbreiding aan de zijgevel toe. Het gaat hier om bescherming van de waardevolle historisch-ruimteiijke karakteristieken van het te beschermen dorpsgezicht, waaronder ook de tuinen bij de villa's vallen. Zeker aan de voorzijde (vanaf de weg zichtbaar) is nieuwbouw niet wenselijk, mede gezien het feit dat de woning is aangewezen als cultuurhistorische bebouwing met hoge ensemble- en situationele waarde. Conclusie Deze zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan. 36. Collo restauratie en architectuur B.V., postbus 98, 2080 AB, Santpoort-Zuid Zienswijze De zienswijze komt inhoudelijk overeen met de zienswijze genoemd onder nummer 35. Beoordeling Voor de beoordeling van deze zienswijze kan worden verwezen naar hetgeen is vermeld onder nummer 35. Conclusie Deze zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan.
32
inzake dsi Yvxond^Xthop inaecüGnda A.
Zienswüzan
n . V.K
i
\7.
/4dui>5 van dst ?PC aan
colboe Vön
Gebeld Wuirouer
QS
1Ö/^/O^
Cfi5T~
"W3Y\«ef Archiefexemplaar
Gemeente Bloemendaal
overeenkomstig onginse
?.
Gedeputeerde Staten van Provincie Noord-Holland t.a.v. Directie SHV/ VG/ OMG/ heer T. Geriings Postbus 3007 2001 DA HAARLEM
Uw brief van:
Ons kenmerk:
30-01-07/12-02-07/15-02-07
2007005002
Uw kenmerk:
J
Postadres: Postbus 201, 2050 AE Overveen www.BIoemendaal.nl Telefoon (023) 522 55 55 Telefax (023) 522 55 66 e-mail: [email protected]
Datum:
29-03-2007 Verzonden:
{
0 ^ APR. 2007
Onderwerp:
Behandeld door:
Doorkiesnummer:
advisering inzake bedenkingen tegen bestemmingsplan Duinlustpark
mw.drs. C.M.M. Meyer
023-5225740
Geachte college, Op respectievelijk 31 januari, 13 februari en 16 februari ontvingen wij van u een begeleidend schrijven en afschriften van de bedenkingen, ingediend tegen het op 7 december 2006 vastgestelde bestemmingsplan Duinlustpark. Daarbij zijn wij in de gelegenheid gesteld te adviseren over de voornoemde bedenkingen. Onze reactie treft u bijgaand aan. Ingediende bedenkingen Gedurende de termijn dat het bestemmingsplan Duinlustpark ter inzage heeft gelegen (2 januari t/m 12 februari) zijn bij uw college drie bedenkingen ingediend. Deze bedenkingen zijn in de bijgevoegde adviesnota per indiener weergegeven en afzonderlijk van commentaar voorzien.
Conclusie Op grond van de bijgevoegde adviesnota verzoeken wij uw college de ingediende bedenkingen ongegrond te verklaren dan wel buiten beschouwing te laten en het bestemmingsplan Duinlustpark goed te keuren. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Bloemendaal,
mr. A.
.H. de Gelder
burgemeester
r**t"
secretaris
k 9>
«- \ f- !••
V. C i : i i
f,"2ï Wil
MM?
1
Bijlage(n):
1. de gemeentelijke adviesnota inzake bedenkingen Duinlustpark (ons registratienummer 2007005030)
Bezoekadressen: Brouwerskolkweg 2, Overveen Afdeling I Gemeentewerken Afdeling II Bouwen en Wonen Telefax (023) 522 57 45
Bloemendaalseweg 158 (Gemeentehuis) Afdeling III Pubhekszaken Afdeling IV Financiën en Facilitaire zaken Afdeling V Bedrijfsbureau
BNG bank 28 50 01.205
Gemeentelijke adviesnota inzake de bij de provincie ingebrachte bedenkingen op vastgesteld bestemmingsplan Duinlustpark (registratienummer 2007005030)V Drie bedenkingen zijn ingediend, te weten: 1. ARAG Rechtsbijstand, Postbus 230, 3830 AE Leusden namens cliënt de heer J.J. de Bruin, wonende op de Duinweg of Duivelslaan 41,2061 KX, Bloemendaal (ons registratienummer 2007002029); 2. De heer en mevrouw Stokvis, Pinellaan 10, 2061 LH Bloemendaal (ons registratienummer 2007002798); 3. Stichting Schapenduinen, de heerJ. de Jong, Brederodelaan 135, 2061 JR Bloemendaal (ons registratienummer 2007003051)
1. ARAG Rechtsbijstand, Postbus 230, 3830 AE Leusden namens de heer J.J. de Bruin, wonende op de Duinweg 41,2061 KX, Bloemendaal (ons registratienummer 2007002029) Commentaar gemeente Inhoud Er is sprake van een beperking van de gebruiksen bebouwingsmogelijkheden van het perceel, te weten: a. de gebruiksmogelijkheden van de oude Gb bestemmingen worden versmald tot uitsluitend wonen (gebruik als winkel of verzorgend bedrijf of rust- en verzorgingshuis vervallen) b. het bouwvlak is strak om het bestaande gebouw getrokken, waardoor veel van de beschikbare bouwoppervlakte komt te vervallen c. de binnenplanse vrijsteHingsmogelijkheid om de breedte van het hoofdgebouw te vergroten tot 15 meter is vervallen De wijzigingen in het planologisch regime leiden tot nadeel: zowel voor de inperking van eigen mogelijkheden, maar ook tot waardevermindering bij een eventuele verkoop. Onduidelijk is waarom de gemeente als criterium Dit is een gebruikelijk criterium uit de in haar nota van beantwoording op de zienswijzen jurisprudentie. stelt dat er aanwijzingen moeten zijn dat binnen de komende planperiode de huidige extra bouwen gebruiksmogelijkheden alsnog zullen worden benut. Het wegnemen van mogelijkheden past niet in het Juist de instandhouding van de mogelijkheden conserverende karakter van het vinden wij niet conserverend. bestemmingsplan. Stedenbouwkundig gezien zou bij instandhouding van de mogelijkheden het mogelijk blijven om het hoofdgebouw te verschuiven met behoud van de voorgevelbreedte van 12 meter. Het bestaande hoofdgebouw zou dan gesloopt moeten worden, hetgeen wij niet wenselijk achten. Functioneel vinden wij het conserverend, wanneer uitgegaan wordt van het bestaande feitelijke qebruik = woonfunctie. Evenmin is dit wegnemen te rijmen met het Het betreft daar een nog niet bebouwd perceel. Er opnemen van een bouwmogelijkheid op perceel is daar geen sprake van een bestaand te gelegen tussen de Brederodelaan 43 en 47. De respecteren hoofdgebouw. Dat de bebouwing in overweging dat de WBV een andere positie heeft deze omgeving een ruime opzet dient te hebben dan een particulier, overtuigt niet, want hiermee is is overigens niet door ons als planologisch
geen planologisch argument genoemd, dat de bebouwing in deze omgeving een ruime opzet dient te hebben. Bij het vaststellen van bestemmingsplan Bloemendaalse Park/ Duin en Daal heeft de gemeente zich aanmerkelijk soepeler opgesteld ten aanzien van het wegnemen van bouwmogelijkheden, Bijgevoegd is een deel van de Nota beantwoording zienswijzen, zienswijze nummer 34 aldaar onder b (aangaande reductie van bouwvlak met 50 %).
argument genoemd, noch in het bestemmingsplan, noch in onze reactie op ingebrachte inspraakreacties of zienswijzen. Het verdient de voorkeur zeer voorzichtig te zijn met een vergelijking met andere gevallen, temeer gelegen in een ander plangebied met een ander regime te weten die van een beschermd dorpsgezicht. in het geval van Duinweg 41 is er geen sprake van het ontbreken van enige groeiruimte. Bovendien kent het oude pian bij recht geen stedenbouwkundige groeiruimte voor het hoofdgebouw, maar alleen een verplaatsing (uitgaande van de voorgevelbreedte van 12 meter), hetgeen betekent dat het bestaande hoofdgebouw gesloopt zou moeten worden. Dit wordt stedenbouwkundig onwenselijk geacht.
2.
De heer en mevrouw Stokvis, Pinellaan 10, 2061 LH Bloemendaal (ons registratienummer 2007002798) inhoud Commentaar gemeente 1. Het bestemmingsplan laat geen enkele Het bestemmingsplan is op 7 december 2006 bebouwing in de voortuin toe en houdt geen gewijzigd vastgesteld door de raad op dit rekening met de specifieke situatie van tuinen onderdeel. In eerdere versies van het en kavels qua grootte en qua vorm. Beperkte bestemmingsplan was nog enige bouw moet een optie blijven. Zo hebben bebouwingsmogelijkheid opgenomen ontleend sommige tuinen grotere voortuinen dan aan de zogenaamde kleine bijgebouwenregeling achtertuinen of situering in voortuin is in Bloemendaal. gunstiger, omdat bebouwing in de achtertuin leidt tot verstoring van het beschermde Het perceel is bekeken op 14 februari 2007. Het duingebied met geaccidenteerd terrein. achtererf loopt ten opzichte van het hoofdgebouw naar beneden af, maar niet op het zijerf. Bebouwing op het achtererf en zijerf is niet onmogelijk - hoewel ongewenst door reclamant. Wij zien voor dit perceel geen reden om de bestemming Erf ter plaatse anders te leggen ofwel enige bebouwing in de voortuin nodig te achten. Het waardevolle duingebied is overigens in de bestemming NIt gelegd, waar geen bebouwing wordt toegelaten.
2. In het bestemmingsplan is de scheiding tussen (zij)Erf en Tuin niet overal gelijk. Op andere percelen (Johan Verhulstweg 69,72, Pinellaan 7 en 14) is de grens verder naar voren of helemaal naar voren gelegd. Er is sprake van rechtsongelijkheid.
De beleidslijn is de bestemmingsgrens van Tuin en Erf op halverwege de zijgevel te leggen. De genoemde uitzonderingen hebben specifieke redenen. In de meeste gevallen staat er reeds een (vergund) bijgebouw, waardoor deze in de bestemming Erf is meegenomen en/of de perceelssituatie is zo klein dat het -met de aansluiting op de bestemming Erf van het buurperceel- redelijk is het Erf anders te trekken.
3. Stichting Schapenduinen, de heerJ. de Jong, Brederodelaan 135, 2061 JR Bloemendaal (ons registratienummer 2007003051) Commentaar gemeente inhoud Niet ingestemd kan worden met de extra Zie het gestelde in onze Nota van Beantwoording wooneenheden in de wijzigingsgebieden. De op ingekomen zienswijzen ontwerp Duinlustpark. noodzaak van verdichting is overbodig gezien de nabije ligging van het omvangrijke De noodzaak van verdichting is gelegen in het woningbouwproject Meer en Berg. oplossen van "het probleem Boshofje", zoals de woningbouwvereniging dat heeft. Omdat de Niet ingestemd kan worden met het optrekken van betreffende bebouwing in het wijzigingsgebied naar de mening van de Woningbouwvereniging de goothoogte aan de achterzijde tot de slooprijp wordt geacht, wordt om die reden bij bestaande nokhoogte, waardoor op de bovenste laag een woonlaag kan komen. Het impliceert dat deze vervanging ook enige verdichting als kans voor vernieuwing benut. ook de voorgevel opgetrokken gaat worden. i
De toename zal leiden tot verstedelijking van deze Bij het optrekken van de goothoogte aan de landelijk opgezette woonwijk, hetgeen niet achterzijde is het niet de bedoeling de voorgevel passend is in het beleidsvoornemen van dit omhoog te gaan trekken. Het gehele plan zal ook bestemmingsplan. aan de geldende welstandscriteria moeten voldoen, die in het bijzonder waakt over passende Bij de verkoop van de gronden door Landgoed kapvormen. Schapenduinen aan de Woningbouwvereniging zijn verkoopvoorwaarden opgenomen met Wij vinden de verdichting met 25 % uitbreiding betrekking tot de te bouwen wooneenheden. van het grondoppervlakte van de nieuwe bouwvlakken acceptabel, temeer gezien ook de vele andere gestelde voorwaarden. De verstedelijking betreft een aantasting van de landschappelijke- en natuurwaarden van de omgeving en van het landgoed Schapenduinen in De verkoopvoorwaarden zijn ons niet bekend: in het bijzonder. 2004 is de erfpachtovereenkomst beëindigd en is het eigendom overgedragen aan de Woningbouwvereniging. Bij die overdracht zijn geen specifieke voorwaarden gesteld. Ook bij de erfpachtovereenkomst, die dateert van begin jaren '50, golden geen specifieke voorwaarden. Wij menen dat de verdichting -gezien het beperkte extra te bouwen grondoppervlakte en de vele randvoorwaarden- geen aantasting zullen zijn van de landschappelijke en natuurwaarden van de omgeving en in het bijzonder van het landgoed Schapenduinen. Het verdient de voorkeur de bestemming Dit betreft een nieuwe opmerking, die niet in de Groenvoorziening (G) op de hoek van de zienswijze naar voren is gebracht. Evenmin heeft Brederodelaan en de C. Schulzlaan te veranderen het betrekking op een gewijzigd plandeei. Dit in de bestemming Doeleinden voor Natuur en onderdeel dient dus buiten beschouwing te , landschap (N). worden gelaten. Het gebied is immers gelegen binnen de begrenzing van het SBZ/HR gebied 088 Kennemerland -zuid. Deze bestemming sluit ook beter aan bij het aangrenzende landgoed. Het betreft hier het habitattype H2180 Beboste duinen van het Atlantische continentale en boreale gebied, hier met kenmerken van stinzenplantenvegetatie.
2oodoo8S{\ Notitie van de wethouder n.a.v. de commissie behandeling 7 september, raadsbehandeling 23 september en 5 oktober 2004 inzake ontwerpbestemmingsplan Duinlustpark Aanleiding De wethouder zegt toe dat bij de tervisie legging van het ontwerp bestemmingsplan Duinlustpark het verslag van de commissiebehandeling zal worden gevoegd, alsmede een notitie ter extra onderbouwing ten aanzien van de in het plan voorziene vervangings- en uitbreidingsoperatie van de woningbouwvereniging, alsmede ter verheldering van het in de commissiebehandeling ontstane misverstand omtrent het juiste uitbreidingspercentage. Explicatie opgenomen wijzigingsgebieden I en II Wijzigingsgebieden I en II zijn naar aanleiding van de inspraakreactie van de Woningbouwvereniging Brederode in het ontwerp opgenomen. Het maakt daarmee een vervanging- en uitbreidingsoperatie van de woningbouwvereniging Brederode ter plaatse mogelijk. Behalve de arcering op de plankaart en het daartoe opgenomen voorschrift artikel 14, is met name in de Toelichting van het bestemmingsplan gemotiveerd waarom positief op dit voornemen van de Woningbouwvereniging Brederode is ingegaan. Zie Paragraaf 6.1.3 onder f en paragraaf 3.3. van de toelichting. In de commissie is gebleken dat partijen moeite hebben met het de rechtvaardiging van de afwijking van het beginsel conserverend bestemmen voor een partij als de Woningbouwvereniging. Alsmede is de opmerking gemaakt dat deze rechtvaardiging enkel zou rusten op een "ambtelijke werkafspraak" en er onvoldoende relatie gelegd zou zijn met het Boshofje. Als wethouder Volkshuisvesting ben ik van mening dat de Woningbouwvereniging Brederode van oudsher een speciale positie binnen onze gemeente inneemt, waarbij zij als een partner gezien kan worden in de realisatie van onze volkshuisvestingsdoelstelling, in het bijzonder zoals wij die hier gezamenlijk hebben geformuleerd voor de sociale woningbouw. In die zin beschouw ik de Woningbouwvereniging niet gelijk als een particulier, die opkomt voor eigen particulier woongenot. In tegenstelling tot vroeger zijn de mogelijkheden om te komen tot extra locaties voor sociale woningbouw aanzienlijk gereduceerd door toenemend restrictief beleid vanuit de ruimtelijke ordening, waarbij onder andere de natuurbelangen steeds zwaarder zijn gaan wegen. Voorheen werd nog gedacht aan het bebouwen van het Sleutelbos, hetgeen in de huidige tijdsgeest gelukkig ondenkbaar is geworden. Geheel in de lijn van nu hebben we aan dit bos nu de Natuurbestemming toegekend en zijn dit soort grootschalige verdichtingen voorgoed van tafel. Alleen op onze zogenaamde projectlocaties (voormalig PZ terrein, voormalig Marinehospitaalterrein) kan de sociale woningbouwdoelstelling in voldoende omvang nog gestalte krijgen. Voor het overige zijn er geen of nauwelijks mogelijkheden meer, omdat we terecht veel waarde hechten aan het behouden van de aanwezige (groen) waarden binnen onze gemeente, het tegengaan van verdere verkaveling van percelen en het onbedoeld te ver doorsplitsen van karakteristieke panden ten nutte van uitsluitend de volkshuisvestingsdoelstelling of uit oogmerk van winstbejag. Echter voor zover de gronden reeds in bezit zijn van de Woningbouwvereniging en tevens door de WBV geconstateerd is dat binnen de plantermijn de woningen bouwkundig zijn afgeschreven en de Woningbouwvereniging daarom over zal gaan tot sloop-nieuwbouw binnen de plantermijn, is het moment daar — zeker als een nieuw bestemmingsplan voor dat gebied wordt opgesteld- om ter plaatse te beoordelen of er sprake is van een vernieuwingskans uit hoofde van de sociale woningbouwdoelstelling. Voor de opgenomen wijzigingsgebieden I en II in bestemmingsplan heb ik geoordeeld dat er sprake is van zo'n vernieuwingskans in tweeërlei opzicht: 1. Bij nieuwbouw kunnen de woningen voldoen aan de normen van de huidige tijd door een bebouwingsdiepte van 8 meter naar 10 meter mogelijk te maken. Dit is in dit bestemmingsplan bij recht geregeld; 2. Bij nieuwbouw kan de verouderde woonsituatie aan het Boshofje worden opgeheven. Daartoe biedt het bestemmingsplan de mogelijkheid om maximaal 8 woningen hier extra te realiseren. Dit is bij wijzigingsmogelijkheid ex artikel 11 WRO geregeld. Daarbij is eerst uiteraard gekeken naar de aanwezige te behouden waarden op het terrein. Voor zover er waarden zijn, is daarmee in het wijzigingsvoorschrift rekening gehouden. Met de Woningbouwvereniging zal ik afspraken maken om daadwerkelijk zorg te dragen voor beëindiging van de achterhaalde woonsituatie op het Boshofje.
*K
Correctie bebouwingspercentage Na precieze berekening is gebleken dat het bebouwingspercentage van 60 % in het concept-ontwerp (versie augustus 2004) niet overeenstemt met de bedoeling van de Woningbouwvereniging en dat derhalve dit percentage niet correct is. Hiertoe is contact geweest tussen de gemeente en de WBV Brederode. Conclusie daarvan was dat het percentage van 60 %, zoals opgenomen in het bestemmingsplanvoorschrift moet worden gewijzigd in 25 %! Het ontwerp, zoals dat ter visie gaat, is hierop aangepast. Motivering De reden van de verkeerde redactie is gelegen in een (technische) spraakverwarring tussen WBV en gemeente in het jaar 2003 en daardoor een misverstaan. In 2003 is er een fax uitgegaan van de gemeente met een concept tekst van het wijzigingsartikel. In die fax werd gevraagd om alleen het benodigde percentage in te vullen. Het wijzigingsartikel ging toen uit van "totale grondoppervlakte van het nieuwe bestemmingsvlak (= bouwvlak) c.q. vlakken mag ten hoogste met.... m2/ ..% toenemen" (dit getal in te vullen door de WBV). De WBV had in haar reactie hierop geantwoord dat het om 60 % ging (van 600m2 naar 960 m , een groei van 60%). Dit is daarna door de gemeente als zodanig ingevuld in het voorschrift. Naar nu blijkt is echter de 60 % van de WBV gebaseerd op bebouwd grondoppervlak (feitelijk wat er nu staat in m ), terwijl de redactie van het bestemmingsplan is gebaseerd op bouwvlak. Dat is een wezenlijk verschil, want de bouwvlakken op de plankaart zijn ruimer opgetekend dan de bebouwde oppervlakte nu bedraagt. Ruimer in die zin dat de diepte van 10 meter (i.p.v. de huidige 8 meter diepte) al bij recht is toegestaan (dit was ook zo in het voorontwerp, vandaar bij recht). Voorts berekende de WBV ook de bergingen e.d. erbij, terwijl de gemeente redeneert van alleen de hoofdbebouwing. Aldus de verschillen in schema: WBV Bebouwd oppervlak Feitelijk Incl. erfbebouwing (bergingen) 8 meter diepte
Gemeente bouwvlak x planologisch Exclusief erfbebouwing: alleen hoofdbebouwing 10 meter diepte
De WBV had de 60 % dus gebaseerd op de toename ten opzichte van het bebouwde oppervlak. Vanuit de redactie van het bestemmingsplan dat uitgaat van een (ruimer) bouwvlak, betekent dit voor de redactie vanzelfsprekend een verkleining van het op te nemen percentage. Omgerekend: totale grondoppervlakte van de drie bouwvlakken op de plankaart bedraagt 2x (24x 10) + lx (12 x 10) = 600 m2 Dit stel je op 100 %. 1 % is dus 6 m2 De WBV geeft op grond van haar berekening (wensen) aan dat zij buiten dit bouwvlak nog 141 m 2 nodig heeft. Dit is een toename van 24 %. Afgerond wordt het dan 25 % in het bestemmingsplan. Ik kom daartoe tot een noodzakelijk aanpassingsvoorstel: de redactie van het bestemmingsplanvoorschrift artikel 14 lid 3 onder d te wijzigen door "60 %" te vervangen door "25 %", uitgaande van de op de plankaart opgetekende bouwvlakken (uitgaande van woningbreedte 6 meter): 2x (24x 10) + lx (12 x 10) 600 mz
Mr. V^fTBruins Slot wethouder Grondzaken en Ouderenbeleid gemeente Bloemendaal 1
definitie bouwvlak = een op de plankaart aangegeven vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waarop gebouwen zijn oege a en.
'lOObUVUOlZ.
"""
Verslag raadscommissie Grondgebied Gehouden op 7 september 2004
Voorzitter: de heer E. W. van Hasselt Aanwezige leden: mevrouw G.M.J. Lankamp-van Riet (WD), de heer L.G. van Schie (PvdA), de heer ing. A.J.G. Burger (CDA), G.C. Metselaar (LB), mevrouw C.E. van Dullemen (GL), mevrouw A.J. Zoetmulder-Sanders (WD), mevrouw A.J. Jeltes (PB) Commissiegriffier: de heer H.W. de Vries Mede aanwezig: de heer mr. A.J.H.G. Goote (wethouder), mr. V.H. Bruins Slot (wethouder), de heer drs. R.R. van den Heuvel (wethouder), de heren A.H. van Zetten, ing. G.P.A. van Driel en mr.drs. M. Huisman Notulist: mevrouw E.A. van der Giessen (De Secretaresse) Afwezig met bericht: de heren mr. L.J.L. Heukels (LB) en A.H. Oude Weernink (PvdA)
6. Ter visie legging ontwerp-bestemmingsplan Duinlustpark De heer Verdam heeft zich aangemeld als inspreker. De heer Verdam: "In het ontwerp-bestemmingsplan Duinlustpark zijn twee wijzigingsgebieden opgenomen om vervanging van oude sociale woningen mogelijk te maken. Terwijl het een conserverend bestemmingsplan is, wordt er voor deze twee gebieden ruimte gemaakt om de bebouwing 60% te vergroten. Nu er in Bloemendaal democratisch besloten is om villa-gebieden niet verder te verdichten, zou dit ook van toepassing moeten zijn op de sociale woningbouw. Verdichting is niet wenselijk uit ruimtelijk en sociaal oogpunt. De argumentatie voor deze verdichting en speciale behandeling van de woningbouwvereniging is gezocht in het feit dat hiervoor een ambtelijke werkafspraak is gemaakt. Vervolgens staat er: 'de principiële instemming van deze gerechtvaardigde inconsistentie is een fundamentele politieke keuze'. Dit begrip is onderstreept, maar is dat wel zo? Want de politieke discussie en besluitvorming hierover moet nog plaatsvinden. De constatering is onjuist en voorbarig. Laat de raad hierover maar beslissen." De heer Metselaar is teleurgesteld omdat de eerdere suggesties die gedaan zijn door de commissie voor planwijzigingen niet zijn overgenomen. Wethouder Bruins Slot geeft aan niet bij die bespreking aanwezig te zijn geweest en dat de opmerkingen hem niet bereikt hebben. De heer Metselaar geeft aan dat mevrouw Elias tegen inconsistentie was, tegen sloop van de woningen in de Brederodelaan en tegen verdichting. De indruk bestaat dat de gemeente wel instemt met een aanvraag van de woningbouwvereniging tot verdichting, maar niet instemt met soortgelijke aanvragen van particulieren. Dit is inconsistent beleid. Wethouder Bruins Slot vindt dit een incorrecte opmerking. Mevrouw Jeltes geeft aan dat de politieke keuze is om niet verder te verdichten, dus ook niet door de woningbouwvereniging. Tevens merkt zij op dat het bouwrecht meer dan 20 jaar niet is gebruikt en hiermee komt te vervallen. Mevrouw Jeltes is ter ore gekomen dat de woningbouwvereniging de bewoners geen terugkeergarantie geeft en vraagt of de gemeente hierop invloed kan uitoefenen. i
Mevrouw Lankamp sluit zich aan bij de reeds gemaakte opmerkingen en benadrukt dat de WD-fractie tegen verdichting en toename van het bouwvolume is. Wethouder Bruins Slot beroept zich op het gelijkheidsbeginsel en meldt dat de aanvragen van particulieren op eenzelfde manier worden behandeld als de aanvraag van de woningbouwvereniging. Voor wat betreft de verdichting merkt de wethouder op dat het gaat om vervanging van duplexwoningen die net na de oorlog zijn gebouwd en de vervangende woningen worden aangepast aan de huidige eisen. De heer Van Zetten voegt hieraan toe dat de woningen voldoen aan het bouwbesluit 2003. Dit houdt in dat de plafonds een halve meter worden verhoogd en ook de oppervlakte en indeling van de woningen zullen moeten voldoen aan de nieuwe eisen. Hierdoor is er toename van bouwvolume en zullen er op de plaats van 4 woningen, 3 woningen terugkomen. Mevrouw Lankamp geeft aan met bouwvolume te bedoelen de toename van het aantal woningen. Wethouder Bruins Slot meldt dat er maximaal 8 woningen bijkomen. Acht "halve" woningen worden zes "hele" woningen.
De heer Van Zetten voegt hieraan toe dat de vervangingsoperatie voor de woningbouwvereniging mogelijk is als dit financieel haalbaar is. Na verdere discussie constateert de voorzitter dat de bezwaren vanuit de commissie tegen verdichting en toename van bouwvolume c.q. aantal woningen blijven staan. Hij stelt voor dat het college met een degelijke planologische onderbouwing komt. Wethouder Bruins Slot zegt dit toe. De heer De Jonge heeft zich aangemeld als inspreker en geeft aan dat tijdens de vorige discussie d.d. 1 juni jl. is gevraagd om in te gaan op de werkelijke situatie inzake zijn garage aan de Brederodelaan 47. Hij signaleert dat dit niet opgenomen is in voorliggend plan. Tevens vraagt de heer De Jonge zich af hoe het mogelijk is dat 3 jaar geleden de woningen nog in goede staat verkeerden en nu kennelijk slooprijp zijn. Daaraan voegt hij toe dat de zijgevel van vervangende woningen grenzen aan zijn ramen en of het de bedoeling is dat deze worden dichtgemetseld De heer De Jonge vraagt het oordeel van de commissie, ook over de optie van sloop van zijn woning en geeft aan dat bouwrechten na 20 jaar door de rechter nietig worden verklaard. De heer Metselaar voegt hieraan toe dat onduidelijk is hoe de bouwlijnen nu lopen aangezien deze over andere woningen zijn getekend. Hierdoor behoort de optie sloop tot één van de mogelijkheden. Wethouder Bruins Slot geeft aan dat sloop als optie wordt genoemd, maar niet de voorkeur heeft. Voor wat betreft de bouwlijnen geeft hij aan dat het gaat om de mogelijkheid dat bebouwing gerealiseerd kan worden. De heer Metselaar merkt op dat de plek waar het huis van de heer De Jonge staat een mooie beeldbepalende plek is en dat verstedelijking en verdichting daar niet gewenst zijn. Mevrouw Lankamp sluit zich hierbij aan en mevrouw Jeltes merkt op dat het lijkt alsof er een blok met huizen tegen de woning van de heer De Jonge komt te staan. Wethouder Bruins Slot zal om alle onduidelijkheid weg te nemen met een tekstwijziging komen. De plankaart zal ter plaatse van de betrokken percelen worden aangepast om tot uitdrukking te brengen dat er geen bouwblokje van 4 woningen zal komen. De commissie stemt hiermee in. De voorzitter bedankt de insprekers voor hun bijdrage. De bovengenoemde opmerkingen van de commissie zullen kenbaar worden gemaakt aan B&W. De meerderheid van de commissie kan nu wel akkoord gaan met tervisielegging.
Raadsverslag 23 september 2004 Verslag van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bloemendaal, gehouden op donderdag 23 september 2004 om 19.30 uur in het gemeentehuis (betreft voortzetting vergadering van donderdag 16 september 2004). Aanwezig: Voorzitter: de heer E.W. van Hasselt (WD) Griffier: de heer H.W. de Vries ' Raadsleden: de dames mr. A.M. Jeltes (PB), G.M.J. Lankamp-van Riet (VVD), mr. A.M. Soeteman-Wolf (CDA), drs. Th.H.M. Wolf mpa (PvdA), drs. A.J. Zoetmulder-Sanders (VVD) en de heren A. Bruggeman (CDA), F.W. van den Berg (WD), ing. A.J.G. Burger (CDA), E.W. van Hasselt (VVD), mr. L.J.L. Heukels (LB), dr. G.C. Metselaar (LB), J.C. Krant (GrLi), M.V.R. Raasveld (WD), en L.G. van Schie (PvdA) Wethouders: de heren mr. V.H. Bruins Slot (CDA), mr. A.J.H.G. Goote (LB), drs. R.R. van den Heuvel (VVD) Afwezig: de dames L.A. Snoeck-Schuller (burgemeester), drs. M.M. De Kleermaeker (PB) en de heren J. Grobben (LB) en H. Pieterson (VVD) Notulist: mw. E.A. van der Giessen (De Secretaresse) 7. TERVISIELEGGING ONTWERP-BESTEMMINGSPLAN DUINLUSTPARK. De heer HEUKELS geeft aan dat de commissie Grondgebied ten opzichte van het stuk dat de inspraak inging, een afwijkende mening had. Toen is de wethouder verzocht het verslag van de commissievergadering erbij te voegen. De wethouder had dit toegezegd. Het commissieverslag is in dit geval nog niet goedgekeurd en vastgesteld. De indruk bestaat dat de commissieleden een afwijkende mening hebben van het college. De heer Heukels vraagt de wethouder om het verslag van de commissievergadering Grondgebied, waarin dit stuk aan de orde is geweest, nadat het is vastgesteld, bij het plan te
jen. De reden is dat de burger die niet bij die commissievergadering is geweest en het plan krijgt, weet wat de commissie ervan vindt. Het punt is het geven van volledige informatie aan de burger van de stukken die de raad behandelt. De heer VAN SCHIE geeft aan dat het vastgestelde verslag ook op internet te lezen is en dus toegankelijk is voor alle burgers. De heer BURGER sluit zich aan bij de vorige spreker en geeft aan dat na vaststelling van het verslag dit bij de tervisielegging kan worden gevoegd. De VOORZITTER meldt dat in het verslag staat dat de meerderheid het eens is met de tervisielegging. Wethouder BRUINS SLOT antwoordt op de vraag van de heer Heukels dat het verslag mede ter inzage wordt gelegd bij de tervisielegging. In de discussie in de commissie hebben de heer Metselaar en de wethouder elkaar niet goed begrepen, bleek na afloop van de vergadering. De heer Metselaar had in een belangrijk deel gelijk met betrekking tot de renovatie van een tweetal flats aan de Brederodelaan. Dat zal in de eerstvolgende commissievergadering schriftelijk worden rechtgezet en bij de terinzagelegging gevoegd worden. De heer VAN SCHIE informeert of dat niet op een ambtelijke wijze kan worden hersteld. Wethouder BRUINS SLOT meldt dat het op ambtelijke wijze kan worden hersteld, maar waarheidsgetrouw moet deze toevoeging bij het verslag worden gelegd bij de tervisielegging. De heer VAN SCHIE deelt deze mening.
Verslag raadscommissie Grondgebied Gehouden op 5 oktober 2004 Voorzitter: de heer E. W. van Hasselt Aanwezige leden: de heer F.W. van den Berg (VVD), de heer ing. A.J.G. Burger (CDA), mevrouw C E . van Dullemen (GL), mevrouw M.M. de Kleermaeker (PB), de heer G.C. Metselaar (LB), de heer A.H. Oude Weernink (PvdA), de heer L.G. van Schie (PvdA), mevrouw A.J. Zoetmulder-Sanders (WD) Commissiegriffier: de heer drs. S.H. van den Berg (plaatsvervangend griffier) Mede aanwezig: de heer mr. A.J.H.G. Goote (wethouder), mr. V.H. Bruins Slot (wethouder), de heer mr. J.C.M, van Hooft, (hoofd sector Grondgebied) Notulist: mevrouw E.A. van der Giessen (De Secretaresse) 1. Opening, mededelingen en vaststellen van de agenda Mededelingen - Wethouder Bruins Slot meldt dat hij in de gemeenteraad heeft toegezegd in de eerstvolgende commissie Grondgebied terug te komen op het ontwerpbestemmingsplan Duinlustpark. De wethouder geeft aan dat na de kritische discussie bleek dat er verschillende uitbreidingspercentages zijn gehanteerd. De wethouder heeft hierover een notitie geschreven, zodat iedereen op de hoogte is en kan zijn over wat er feitelijk bedoeld wordt. De wethouder verzoekt de commissie om haar goedkeuring voor de ter inzage legging. De commissie gaat akkoord met de ter inzage legging met toevoeging aan het dossier van de schriftelijke notitie van de wethouder.
^L Provinciale Planologische Commissie van Noord-Hol land kerngroep van de Subcommissie voor de gemeentelijke plannen en de stadsvernieuwing
BESLUITENLIJST van de Kerngroepvergadering van 26 juni 2007
1 . Anticipatieprocedures c a . : be op bijgaande lijsten vermelde anticipatieprocedures ca en onthef f ingsverzoeken Wet geluidhinder.
2. Bestemmingsplannen c a . : - Duinlustpark, gem. Bloemendaal, behandelend ambtenaar dhr. T. Gerlings (akkoord) - Obdam-Hensbroek 2006, gem. Koggenland, beh. ambtenaar dhr. J . van Turen (akkoord)
De voorzitter,
A. Brakkee Unitmanager Vergunningen Omgeving
* PROVINCIALE PLANOLOGISCHE COMMISSIE van NOORD-HOLLAND Kerngroep van de Subcommissie voor de gemeentelijke plannen en de stadsvernieuwing Opgesteld door: S.Jansmal Voorbereid met T. Gerlings
Akkoord
Ja
Nee
'/?
$
"
%
Datum Unitmanager
Paraaf
¥fó-\fi
VOORBLAD ADVIES KERNGROEP VAN DE SUBCOMMISSIE Vastgesteld bestemmingsplan Gemeente Te behandelen in vergadering van Agendapunt nummer Uiterste verzenddatum GS-besluit
: "Duinlustpark" : Bloemendaal : 26 juni 2007 :2 : 12 augustus 2007
Beknopte planomschrijving Het bestemmingsplan voorziet in de actualisering van het juridisch-planologisch kader voor het gebied gelegen tussen de dorpskernen Bloemendaal, gemeente Bloemendaal en Santpoort-zuid, gemeente Velsen. Het gebied wordt globaal begrensd door de Brederodelaan aan de noordwestzijde, de gemeentegrens met de gemeente Velsen aan de noordoostzijde en de Duinlustparkweg en het gebied Schapenduinen aan de zuidzijde. Het bestemmingsplan is grotendeels conserverend van aard met mogelijkheden voor kleine ontwikkelingen (wijzigingsbevoegdheden voor woningen).
Aandachtspunten Geen.
PROVINCIALE PLANOLOGISCHE COMMISSIE van NOORD-HOLLAND Kerngroep van de Subcommissie voor de gemeentelijke plannen en de stadsvernieuwing Advies kerngroep De Kerngroep van de subcommissie voor gemeentelijke plannen en de standvernieuwing adviseert u: 1. het bestemmingsplan "Duinlustpark" goed te keuren; 2. reclamant genoemd onder 1 mee te delen, dat de bedenkingen gedeeltelijk in de overwegingen zijn betrokken; 3. reclamanten genoemd onder 2 en 3 mee te delen, dat hun bedenkingen in de overwegingen zijn betrokken; 4. reclamanten genoemd onder 1, 2 en 3 mee te delen, dat hun bedenkingen geen aanleiding hebben gegeven tot onthouding van goedkeuring aan enig plandeel;
Hoogachtend, namens de kerngroep van de subcommissie voor de gemeentelijke plannen en de stadsvernieuwing van de Provinciale Planologische Commissie, de voorzitter,
A.G. Brakkee
Gedeputeerde Staten
Ons kenmerk
Datum
2007-36718
Onderwerp Beslissing omtrent goedkeuring bestemmingsplan "Duinlustpark" te Bloemendaal
Bezoekadres Houtplein 33 Haarlem
Raad van de gemeente Bloemendaal Postbus 201 2050 AE OVERVEEN
Postadres Postbus 3007 2001 DA Haarlem
Tel (023)514 3143 Fax (023)514 3030
concept Directie Subsidies, Handhaving en Vergunningen Behandeld door
E-maii
S. J a n s m a
Telefoon
(023) 514 3592
Bijlage(n)
Uw kenmerk
div.
2006019214
[email protected] Geachte Raad, Burgemeester en wethouders van u w gemeente hebben ons bij brief van 22 december 2006 verzocht het bestemmingsplan "Duinlustpark" goed te keuren. U hebt dit plan vastgesteld op 7 december 2006. Wij hebben dit plan beoordeeld aan de hand van de volgende onderdelen: Formele aspecten; Planinhoud; Ambtelijk overleg; Bedenkingen; Hoorzitting; Beoordeling bestemmingsplan; Beoordeling van de bedenkingen. 1. Formele aspecten Voor onze beoordeling hebben wij ons gebaseerd op de Wet op de Ruimtelijke Ordening en de Algemene wet bestuursrecht. Het ontwerp van het bestemmingsplan en het vastgestelde bestemmingsplan hebben respectievelijk ingaande 16 juni 2006 en 2 januari 2007 gedurende 6 weken voor een ieder ter inzage gelegen. De tervisieleggingen hebben overeenkomstig de wet plaatsgevonden. De gemeenteraad heeft het plan niet binnen vier maanden na afloop van de periode dat het ontwerp daarvan ter visie heeft gelegen, derhalve niet tijdig, gewijzigd vastgesteld.
Internet: www.noord-holland.nl Email: [email protected]
Pagina 2
Ons kenmerk
2007-36718
Het bestemmingsplan is overeenkomstig artikel 28, lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke ordening binnen vier weken na dagtekening van het raadsbesluit aan ons toegezonden. Tegen het bestemmingsplan zijn schriftelijke bedenkingen ingebracht. Wij moeten onze beslissing uiterlijk 12 augustus 2007 bekend maken. De Kerngroep van de Subcommissie voor de gemeentelijke plannen en de stadsvernieuwing van de Provinciale Planologische Commissie heeft op 26 juni 2007 over dit plan advies uitgebracht. 2. Planinhoud Het bestemmingsplan voorziet in de actualisering van het juridisch-planologisch kader voor het gebied gelegen russen de dorpskernen Bloemendaal, gemeente Bloemendaal en Santpoort-zuid, gemeente Velsen. Het gebied wordt globaal begrensd door de Brederodelaan aan de noordwestzijde, de gemeentegrens met de gemeente Velsen aan de noordoostzijde en de Duinlustparkweg en het gebied Schapenduinen aan de zuidzijde. Het bestemmingsplan is grotendeels conserverend van aard met mogelijkheden voor kleine ontwikkelingen (wijzigingsbevoegdheden voor woningen). 3. Ambtelijk overleg Over dit plan is overleg gevoerd als bedoeld in artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985. De gemaakte opmerkingen zijn op adequate wijze verwerkt. 4. Bedenkingen Tegen het vastgestelde bestemmingsplan zijn bij ons bedenkingen ingebracht door: 1. Stichting Schapenduinen, vertegenwoordigd door J. de Jong, Brederodelaan 135, 2061 JR Bloemendaal; 2. J.J. de Bruin, vertegenwoordigd door ARAG rechtsbijstand, mr. L.P. Berg, Postbus 230, 3830 AE Leusden; 3. De heer en mevrouw Stokvis, Pinellaan 10, 2061 LH Bloemendaal Reclamant genoemd onder 1 heeft tijdig zienswijzen bij de gemeenteraad kenbaar gemaakt en bedenkingen bij ons ingebracht. De bedenkingen komen niet geheel overeen met de zienswijzen. De bedenkingen die overeen komen met de zienswijzen kunnen in de beschouwingen worden betrokken. De aangevoerde
Internet www.noord-holland.nl E-mail [email protected]
Pagina 3
Ons kenmerk
2007-36718
bedenkingen omtrent het wijzigen van de bestemming 'Groenvoorziening7 in de bestemming 'Doeleinden voor Natuur en landschap' (N) zijn niet eerder in de procedure naar voren gebracht en betreffen geen gewijzigd plandeel. Deze bedenkingen zullen wij derhalve niet in de overwegingen betrekken. Reclamanten genoemd onder 2 en 3 hebben tijdig zienswijzen bij de gemeenteraad kenbaar gemaakt en bedenkingen bij ons ingebracht. De bedenkingen kunnen daarom in de beschouwingen worden betrokken. Zakelijke weergave van de bedenkingen Voor een zakelijke weergave van de bedenken en de reactie van het gemeentebestuur verwijzen wij naar de brief van burgemeester en wethouders van 4 april 2007. Deze brief is aangehecht en door ons overwogen. 5. Hoorzitting Uit de inhoud van de ingediende bedenkingen hebben wij, mede gelet op de van het gemeentebestuur ontvangen informatie, een voldoende duidelijk beeld gekregen van de grieven van reclamanten. Wij hebben daarom afgezien van het houden van een hoorzitting. 6. Beoordeling van bestemmingsplan Wij kunnen ons verenigen met de uitgangspunten en doelstellingen van het bestemmingsplan. Het plangebied is in het streekplan Noord-Holland Zuid aangeduid als 'stedelijk gebied' en gelegen binnen de rode contouren. Het bestemmingsplan is hiermee in overeenstemming. Artikel 14 bevat een wijzigingsbevoegdheid. Tegen dit onderdeel bestaan bij ons geen bezwaren. De besluiten tot wijziging behoeven dan ook niet onze goedkeuring, tenzij tegen die wijziging zienswijzen zijn ingediend. 7. Beoordeling van de ingebrachte bedenkingen Wij zijn van mening dat het gemeentebestuur een adequate reactie heeft gegeven op de ingebrachte bedenkingen. Wij sluiten ons hierbij aan en maken de overwegingen van het gemeentebestuur tot de onze.
Internet www.noord-holland.nl E-mail [email protected]
Pagina 4
Ons kenmerk
2007-36718
Wij zijn van oordeel dat de ingebrachte bedenkingen niet van zodanig gewicht zijn, dat deze aanleiding behoren te geven tot onthouding van goedkeuring aan enig plandeel. 9. Conclusie De door reclamanten bij ons ingediende bedenkingen geven geen aanleiding om aan het bestemmingsplan geheel of gedeeltelijk de goedkeuring te onthouden. Het bestemmingsplan is in overeenstemming met het ruimtelijk relevante beleid. Het plan voldoet aan het vereiste van een goede ruimtelijke ordening. 10. Beslissing Wij besluiten: 1. het bestemmingsplan "Duinlustpark" goed te keuren; 2. reclamant genoemd onder 1 mee te delen, dat de bedenkingen gedeeltelijk in de overwegingen zijn betrokken; 3. reclamanten genoemd onder 2 en 3 mee te delen, dat hun bedenkingen in de overwegingen zijn betrokken; 4.. reclamanten genoemd onder 1, 2 en 3 mee te delen, dat hun bedenkingen geen aanleiding hebben gegeven tot onthouding van goedkeuring aan enig plandeel;
Internet www.noord-holland.nl E-mail [email protected]
»
Pagina 5
Ons kenmerk
2007-36718
5. in verband met artikel 11 lid 7 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening te verklaren dat de besluiten tot wijziging zoals bedoeld in 14 van de voorschriften niet ter goedkeuring behoeven te worden aangeboden, tenzij tegen het voornemen tot uitwerking of wijziging één of meer zienswijzen zijn ingediend.
Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
provinciesecretaris
voorzitter
Beroep kan worden ingesteld door belanghebbenden die tijdig op grond van artikel 27 eerste of tweede lid van de WRO bedenkingen bij Gedeputeerde Staten hebben ingediend, alsmede door belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten geen bedenkingen overeenkomstig artikel 27 eerste of tweede lid van de WRO naar voren te hebben gebracht. Het gemeentebestuur legt dit besluit met het bestemmingsplan met in achtneming van artikel 29 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening op het gemeentehuis gedurende zes weken ter inzage. Tijdens deze termijn kan het beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019,2500 EA Den Haag. Meer informatie staat op de website van de Raad van State: www.raadvanstate.nl.
Internet www noord-holland.nl E-mail [email protected]