Inleiding Het is bekend dat jongeren stevig worden geraakt door de gevolgen van de economische crisis. Voor hen is de kans op betaald werk dat aansluit bij de opleidingsrichting klein. Het aantal baanopeningen is afgenomen, onder andere omdat werkgevers er vaak voor kiezen om ervaren personeel zo lang mogelijk te behouden. Voor ondersteuning komen jongeren vaak niet in aanmerking: omdat zij geen of slechts weinig werkervaring hebben is er geen recht op WW. En als er al recht op WW is dan heeft UWV geen re-integratiemiddelen beschikbaar omdat uitsluitend geïnvesteerd wordt in langdurig werklozen. De toegang tot het laatste vangnet, de bijstand, is met ingang van 2012 aangescherpt. Dit maakt dat jongeren vaak ook niet op ondersteuning van de gemeente kunnen rekenen.
Afbeelding 1: geïndexeerde ontwikkeling Jeugdwerkloosheid (januari 2008=100).
Kijkend naar de ontwikkeling van het aantal ingeschreven werkloos werkzoekenden <27 jaar over de periode 2008-2012 dan valt op dat, na een periode waarin het in de Drechtsteden aanmerkelijk slechter ging dan in het geheel van Nederland, inmiddels de ontwikkeling redelijk gelijk loopt.
Afbeelding 2: Aantal NWW <27 jaar in de Drechtsteden periode 2011-2012 Nota bene: uit de meest recente arbeidsmarktinformatie van 21 februari 2013 blijkt dat het aantal bij UWV ingeschreven niet werkend werkzoekenden tot 65 jaar (NWW) in januari 2013 is opgelopen van 6.792 naar 7.327, een stijging van 9%. Een cijfer over de Jeugdwerkloosheid per januari 2013 is bij de indieners van deze nota nog niet bekend. Dit cijfer is niettemin alarmerend, juist omdat we weten dat jongeren relatief zwaar geraakt worden in de werkloosheidscijfers.
Kijkend naar het absolute aantal werkloze jongeren valt op dat na een daling in 2011, het aantal werkloos werkzoekenden ultimo 2012 op hetzelfde niveau komt als per januari 2011. Belangrijk is om te beseffen dat het NWW-bestand echter een onderschatting vormt van de werkelijke jeugdwerkloosheid. De aanscherping van de WWB per 1 januari 2012 maakt dat veel jongeren niet meer in aanmerking komen voor ondersteuning op het terrein van werk en inkomen. Werkzoekende jongeren die geen recht hebben op ondersteuning zijn niet verplicht om zich als werkzoekende in te schrijven en zullen dat ook niet doen (zij gaan 'underground'). Het werkelijk aantal werkloze jongeren is dus (veel) groter dan uit deze cijfers blijkt. Het aantal jongeren dat 'underground' gaat zal in 2012 bovendien ook nog eens groter zijn dan in 2011 omdat de wetgeving per 2012 is aangescherpt. Vernietiging van 'human capital' Toen de economische crisis eind 2008 de kop op stak werd door een alliantie bestaande uit de rijksoverheid, lokale overheden, scholen en sociale partners in de vorm van de regionale actieplannen Jeugdwerkloosheid ingezet op het voorkomen en terugdringen van jeugdwerkloosheid. Deze plannen en onderliggende financiering liepen af in 2012 en op dit moment is geen zicht op nieuwe plannen van vergelijkbare omvang. Tegelijkertijd moeten we vaststellen dat de economische crisis voortduurt en de jeugdwerkloosheid zowel landelijk als in Europees niveau alarmerend is. We verwachten dat op termijn het absorptievermogen van de arbeidsmarkt zal stijgen ten gevolge van de vergrijzing (vervangingsvraag). We hebben straks iedereen nodig om de economische vitaliteit van onze regio te behouden. We zien echter ook dat werkgevers op dit moment vooral bezig zijn met het overleven van de economische crisis en nog beperkt bezig zijn met de toekomstige vraag naar personeel. Dit geldt nog sterker voor het MKB en dat is bijzonder ernstig omdat juist het MKB de banenmotor van Nederland zou moeten zijn. Het is die toekomstige vraag naar gekwalificeerd personeel die maakt dat alles op alles gezet moet worden om te voorkomen dat kansrijke jongeren van vandaag terecht komen in een situatie van inactiviteit: we weten uit onderzoek dat de afstand tot de arbeidsmarkt zeer snel groter wordt naarmate de werkloosheid langer duurt. Niet investeren in human capital van morgen betekent dus simpelweg vernietiging van dat kapitaal. Toch constateren we dat er op het schaakbord, genaamd de arbeidsmarkt, sprake is van een patstelling waarin werkgevers en overheid wachten wie de eerste zet doet. We kunnen het ons niet permitteren om deze patsstelling te laten voortduren en daarom is de (tijdelijke) inzet van pragmatische en innovatieve instrumenten noodzakelijk. Het instellen van een Startersbeurs Arbeidsmarkt voor jongeren is zo’n instrument. Het voorstel: Startersbeurs Arbeidsmarkt voor jongeren Het concept Startersbeurs is bedacht door de hoogleraar arbeidsmarkt Ton Wilthagen en de jongerenafdelingen van de vakbonden CNV en FNV. Bedoeling was om jongeren een 'kickstart' te geven op de arbeidsmarkt en daarmee de jeugdwerkloosheid aan te pakken. Verschillende gemeenten (Rotterdam, Den Bosch, Nijmegen, Groningen, Almelo) hebben interesse getoond in dit concept. De gemeente Tilburg echter is de eerste gemeente die het concept al heeft weten door te ontwikkelen tot een instrument dat ook daadwerkelijk inzetbaar is. Den Bosch en Rotterdam hebben inmiddels besloten om het concept zoals dit in Tilburg is opgezet ook daadwerkelijk over te nemen. De Startersbeurs is een financiele regeling die jongeren tot 27 jaar die van school komen, met weinig tot geen relevante werkervaring en door de beroerde situatie op de arbeidsmarkt geen reguliere baan weten te vinden, de mogelijkheid biedt om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten en te verbeteren. De starter kan 6 maanden lang in het bedrijfsleven additionele werkzaamheden verrichten en daarmee werken aan competenties en vaardigheden die belangrijk zijn op de arbeidsmarkt én die aansluiten bij zijn of haar opleidingsniveau. De beurs: compensatie van de ‘loon’kosten en een budget van de werkgever voor bijscholing
Tijdens deze periode ontvangt de starter van de werkgever een tegemoetkoming van netto 500 euro per maand. Deze tegemoetkoming komt in plaats van een eventuele uitkering (of studiebeurs). Dit bedrag wordt, verhoogd met de reguliere werkgeverslasten, door de gemeente aan de werkgever gecompenseerd. Voor de werkgever is de starter in ieder geval wat betreft de vergoeding dus ‘gratis’ (overigens dient de werkgever wel te voorzien in adequate begeleiding en dat kost uiteraard personele capaciteit). Toch vraagt de Startersbeurs ook van werkgevers een financieel commitment: voor iedere maand die de jongere bij het bedrijf in het kader van de Startersbeurs werkt, bouwt de jongere bij de werkgever een ‘trekkingsrecht’ van € 100,- op, in te zetten voor bij- en opscholing . Na 6 maanden is er dus een spaarpot van € 600,- waarmee de starter bijvoorbeeld een arbeidsmarktrelevante cursus kan volgen (denk aan VCA蜉 maar ook een presentatietraining of een andere arbeidsmarktrelevante vorm van bijscholing) of wordt een bijdrage geleverd aan het lesgeld indien de starter besluit om toch door te leren. Hiermee wordt de kennis van de Starter uitgebreid en geborgd. Zijn kansen en concurrentiepositie op de arbeidsmarkt worden in feite versterkt door middel van een budget dat hij zelf heeft verdiend door zichzelf daar voor in te zetten. Ontwikkelen en overbruggen De financiële compensatie voor de ‘loon’kosten die de Startersbeurs aan werkgevers biedt maakt het voor werkgevers haalbaar om ook in de huidige financieel krappe tijd, jongeren in het bedrijf op te nemen. In het gunstigste geval neemt het bedrijf de jongere, na 6 maanden alsnog in dienst. Of zet de werkgever zijn eigen netwerk in om de starter te introduceren bij een ander bedrijf. Dat is natuurlijk mooi maar is niet per se het doel. Er wordt nadrukkelijk niet gevraagd om een baangarantie. Het doel lijkt bescheiden maar is in dit economisch tijdsgewricht essentieel: jongeren die nu klaar zijn voor de arbeidsmarkt in staat stellen om die arbeidsmarkt ook daadwerkelijk nu te betreden. Voorkomen dat ze ‘wegzakken’ in passiviteit. De Startersbeurs vormt daarmee enerzijds een instrument dat jongeren faciliteert en uitdaagt zich te ontwikkelen en anderzijds is het een pragmatisch instrument om de huidige problemen op de arbeidsmarkt te kunnen overbruggen. De Startersbeurs helpt jongeren om werkervaring op te doen in de huidige krappe arbeidsmarkt en voorkomt stilstand en uitkeringsafhankelijkheid. De Startersbeurs is dan ook een preventief instrument. Juist dat preventieve karakter maakt dat de Startersbeurs beschikbaar wordt gesteld aan jongeren ‘zonder aanziens des regeling’ : ook jongeren die niet in aanmerking komen voor een bijstandsuitkering gebruik van kunnen maken. Hoe werkt de Startersbeurs in de praktijk NB deze procesbeschrijving is gebaseerd op de Tilburgse uitwerking waar nu in ieder geval al Den Bosch en Rotterdam op aanhaken en waarop verschillende gemeenten zich thans oriënteren. De VVD vindt dit een aantrekkelijk uitvoeringsmodel omdat hiermee bureaucratie en de inzet van ambtelijke capaciteit zeer beperkt is. Het overnemen van een bestaand uitvoeringsmodel betekent bovendien dat de ontwikkelkosten beperkt kunnen blijven. Hierdoor slaat een groter deel van het budget direct neer in de ondersteuning van de doelgroep in plaats van te ‘verdwijnen in organisatiekosten’. Een ander voordeel is, zeker in de huidige arbeidsmarkt, dat snel gestart kan worden. Het Tilburgse uitvoeringsmodel voorziet in een website die in opdracht van de gemeente Tilburg in samenwerking met de Universiteit van Tilburg is ontwikkeld door een commerciele partij. Deze website faciliteert het samenkomen van vraag en aanbod (werkgevers en starters) en zorgt voor de financiele afhandeling van de startersbeurs. De geleverde diensten zijn primair aan te merken als arbeidsbemiddeling. De afhandeling van de Startersbeurs vindt volledig digitaal plaats via een website die begin april gelanceerd wordt (www.startersbeurs.nu). Hierdoor is het mogelijk om bureaucratie tot een minimum te beperken. De starter legt zelf contact met een bedrijf waar hij of zij aan de slag kan. De website ondersteunt de jongere hierin met een informatiepakket en door ‘startersbeurs-vacatures’ te presenteren. Als een bedrijf heeft bevestigd bereid te zijn de jongere een plek te bieden worden de afspraken tussen starter en bedrijf met een simpel inschrijfformulier op de website verwerkt tot een digitale leerwerkovereenkomst en kan de starter aan de slag
Competenties De Starter wordt uitgenodigd om binnen een maand na aanvang op de website door middel van een competentietest in kaart te brengen hoe zijn of haar competenties zich verhouden ten opzichte van zijn opleidingsniveau. Deze test belicht de 25 competenties die ook gebruikt worden in de SHLkwalificatiestructuren van het regulier onderwijs en spiegelt deze aan concrete werksituaties. Het resultaat is een advies aan de starter over die competenties waaraan hij binnen zijn leerwerktraject aandacht aan zou kunnen besteden. Tijdens de 6 maanden van de Startersbeurs vindt nog twee maal deze test plaats. Echter dan vult niet alleen de Starter maar ook de werkgever de test in. Deze tussentijdse beoordelingen vormen de basis voor voortgangs- en begeleidingsgesprekken tussen werkgever en starter. Als na 6 maanden uit de eindevaluatie blijkt dat de starter zich voldoende heeft ontwikkeld, krijgt hij of zij een certificaat en een referentiebrief van de werkgever. Via de website startersbeurs nu wordt het aanbod aan opleidingen en cursussen in de loop van 2013 bekendgemaakt. De jongere kan bijvoorbeeld met de ervaringen en inzichten die hij tijdens zijn periode bij het bedrijf heeft opgedaan een gerichte vervolgcursus volgen. Dat kan een lichte vorm van een EVC-procedure (erkenning van verworven competenties) zijn, maar bijvoorbeeld ook een cursus presentatietechniek, gesprekstechniek, of sollicitatietechniek. Startersbeurs interessant voor werkgevers Voor werkgevers betekent de Startersbeurs de mogelijkheid om op een laagdrempelige manier kennis te maken met potentieel nieuw personeel. De werkgever krijgt van de gemeente een compensatie die net zo hoog is als de vergoeding die de werkgever aan de starter betaalt. De kosten voor de werkgever zijn daarom zeer beperkt. Ook trekt de Startersbeurs, gezien de voorwaarde dat de starter zelf een bedrijf zoekt, met name actieve en ambitieuze jongeren aan. Een doelgroep die voor veel werkgevers aantrekkelijk is. De regeling zelf vraagt een minimale administratieve belasting van de werkgever. Dat de Startersbeurs voor werkgevers een interessant instrument is blijkt wel uit het feit dat de gemeente Tilburg momenteel dagelijks benaderd wordt door werkgevers met interesse, terwijl de regeling zelf nog niet eens is gestart maar alleen nog maar is aangekondigd. Inkoop en aanbesteding Natuurlijk heeft de GRD als publieke organisatie te maken met aanbestedingsregels. Onderzocht moet daarom worden of het wel mogelijk is om ‘eenvoudig’ aan te sluiten bij de Tilburgse uitvoeringspraktijk. Dit geeft immers het voordeel dat er snel kan worden gestart en er bovendien niet of nauwelijks sprake is van ontwikkelkosten. Gelet op de beperkte waarde van de opdracht is het niet nodig om Europees aan te besteden. Subsidiar merken we op dat het hier primair gaat om de dienst arbeidsbemiddeling (niet zijnde arbeidsovereenkomsten, want er is sprake van een leerwerkovereenkomst) en daarom is er sprake van een 2b-dienst zoals beschreven in Bao. Dit betekent dat een directe gunning, zonder een aanbestedingsprocedure mogelijk is. Voor de juridische onderbouwing verwijzen we naar de memo van portefeuillehouder van de Burgt dd. 24 november 2011 waarin wordt onderbouwd waarom het niet nodig was om voor Baanbrekend Drechtsteden een aanbestedingsprocedure te starten. Startersbeurs in relatie tot overige regelingen De Startersbeurs is een aanvulling op de ondersteunende regelingen voor jonge werkzoekenden. Omdat de Startersbeurs wordt uitgevoerd buiten de regels van de Wet Werk en Bijstand (WWB), gaat het om een preventief instrument. De Startersbeurs is voor jongeren die ervoor kiezen om geen uitkering aan te vragen. Daarmee bereikt de gemeente ook jongeren die eerder zijn 'afgehaakt' bij de aanvraag van een uitkering en die daardoor uit beeld zijn geraakt. Kosten van de regeling
De kosten van een startersbeurs hangen uiteraard af van de wijze waarop de regeling wordt uitgevoerd. In Tilburg zijn deze kosten per beurs van 6 maanden nog geen € 3.750,-. Dit bedrag is als volgt opgebouwd: Compensatie vergoeding € 500,- netto inclusief vakantiegeld (37,88) x 6 maanden: €3.000,Compensatie Werkgeverslasten: premie Zvw en loonheffing ca 50,- x 6 maanden €300,Handelingskosten variabel €125,Vaste kosten (bij 200 beurzen) €120,Totaal: €3.545 Uitgaande van deze berekening en de financiele opzet van Tilburg zou voor een bedrag van € 400.000,- 112 jongeren een half jaar lang aan de slag kunnen. Om de regeling ook onder de aandacht van jongeren en werkgevers te brengen is ook een werkbudget noodzakelijk voor communicatie. Dit bedrag moet in verhouding zijn tot de directe kosten van de regeling en daarom stellen we voor om dit bedrag te baseren op 5%, dus € 20.000,-. Dit betekent dus dat het totale benodigde budget voor de regeling € 420.000,- bedraagt. We wijzen daarnaast nadrukkelijk op de mogelijkheid om deze regeling in te brengen voor 40% cofinanciering vanuit het ESF, actie A. Dekking In de programmabegroting 2013 van de GRD wordt een positief saldo geraamd op het product Inkomensondersteuning (SDD) van € 480.000,-. Dit bedrag is gelet op de situatie op de arbeidsmarkt en vooruitzichten daarvan toegevoegd aan de reserve Inkomensondersteuning. De VVD vindt participatie op de arbeidsmarkt de beste manier van inkomensondersteuning die er is. Door deel uit te maken van die arbeidsmarkt kan een individu zich ontplooien en daarmee zijn of haar zelfredzaamheid, zowel in sociaal-maatschappelijke als in economische zin duurzaam versterken. Bovendien vindt de VVD de situatie op de arbeidsmarkt nu dermate urgent dat het vastzetten van middelen in een reserve Inkomensondersteuning ongewenst is. Daarom stellen wij voor om deze reserve in te zetten als dekking voor de Startersbeurs. Meer informatie: 1. Flyer Startersbeurs Tilburg (bijlage) 2. Website (vanaf 28 februari): www.startersbeurs.nu/tilburg 3. Facebook: http://www.facebook.com/StartersbeursTilburg 4. Twitter: @startersbeurs 5. Uitzending RTL Nieuws over de Tilburgse Startersbeurs: bit.ly/13ulljT 6. NRC: http://www.nrc.nl/carriere/2013/02/04/beurs-van-gemeente-voor-werkloze-jongeren-intilburg/ 7. Collegenota, raadsvoorstel en uitvoeringsplan Startersbeurs Tilburg: http://bis.tilburg.nl/besluitenlijst.aspx?lemmaid=48415&zk=startersbeurs#48415
De Drechtraad besluit: 1. In te stemmen met het initiatiefvoorstel van de regiofractie VVD en daarmee specifiek: a) De Startersbeurs in te voeren voor afgestudeerde jongeren tot 27 jaar die niet werken, niet leren en geen uitkering ontvangen. b) Maximaal € 420.000,- beschikbaar te stellen voor de uitvoering van deze regeling en deze kosten ten laste te brengen van het product Inkomensondersteuning SDD. 2. Het bestuur opdracht te geven om: a) de Startersbeurs inhoudelijk nader te verkennen, uit te werken en ten uitvoering te brengen, vooralsnog voor een periode van 1 jaar, waarbij de Startersbeurs uiterlijk 1 oktober 2013 ook daadwerkelijk voor Starters en Werkgevers beschikbaar is. b) De Drechtraad te informeren over de uitvoering van de regeling, voor 1 oktober 2013 (voortgang) en 1 oktober 2014 (evaluatie)