Werken met afbeeldingen in het examenprogramma maatschappijleer havo/vwo OPDRACHTEN 1. De afbeelding als motivator
EXAMENPROGRAMMA Politieke besluitvorming, Massamedia, Criminaliteit en rechtsstaat, Mens en werk, Multiculturele samenleving, Milieu en beleid, Ontwikkelingssamenwerking Informatievaardigheden: verschillende typen vragen herkennen en zelfstandig formuleren
2. Een afbeelding interpreteren
Informatievaardigheden: een beredeneerde conclusie trekken Een maatschappelijk vraagstuk kunnen analyseren en daarbij aangeven of belangrijke waarden in het geding zijn Politieke besluitvorming, Massamedia, Criminaliteit en rechtsstaat, Mens en werk, Multiculturele samenleving, Milieu en beleid, Ontwikkelingssamenwerking Concrete maatschappelijke vraagstukken en ontwikkelingen analyseren en daarbij gebruik maken van de benaderingswijzen van maatschappijleer
3. Ordenen van afbeeldingen
Politieke besluitvorming, Massamedia, Criminaliteit en rechtsstaat, Mens en werk, Multiculturele samenleving, Milieu en beleid, Ontwikkelingssamenwerking
4. Vergelijken van afbeeldingen
Een maatschappelijk vraagstuk kunnen analyseren en daarbij gebruikmaken van de vergelijkende benaderingswijze
5. Beoordelen van afbeeldingen
Informatievaardigheden: een stelling kunnen nuanceren, verdedigen en bestrijden Informatievaardigheden: voor een vraag bruikbaar
Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken Amsterdam
FUNCTIE AFBEELDING Nieuwsgierig maken / motiveren voor een maatschappelijk vraagstuk / maatschappelijke ontwikkeling Oefenen in het stellen van vragen over een maatschappelijk vraagstuk/maatschappelijke ontwikkeling Oefenen in het trekken van een beredeneerde conclusie Oefenen met het herkennen van meningen, interpretaties en waarden in afbeeldingen Een (aspect van een) ontwikkeling of vraagstuk verduidelijken Oefenen in het toepassen van de politiekjuridische, socaal-economische, sociaalculturele, veranderings- en vergelijkende benaderingswijze Voorbeelden herkennen van basisbegrippen (bv. repressief en preventief beleid, standpunten van verschillende politieke partijen, verzorgingsstaat) Oefenen in het onderscheiden en benoemen van (soorten) oorzaken en gevolgen (bv. van criminaliteit, vorming van de EU) Oefenen in het vergelijken van landen, opvattingen, interpretaties en waarden van betrokken groepen Oefenen in het nuanceren, verdedigen en bestrijden van een stelling Oefenen in het beoordelen van de bruikbaarheid
1
OPDRACHTEN
6. Afbeelding zoeken
7. Afbeeldingen als informatiebron gebruiken in een onderzoek
EXAMENPROGRAMMA bronnenmateriaal verwerven en er gegevens uit selecteren Informatievaardigheden: de betrouwbaarheid en validiteit van informatie vaststellen Een maatschappelijk vraagstuk kunnen analyseren en daarbij aangeven of belangrijke waarden in het geding zijn Informatievaardigheden: voor een vraag bruikbaar bronnenmateriaal verwerven en er gegevens uit selecteren Politieke besluitvorming, Massamedia, Criminaliteit en rechtsstaat, Mens en werk, Multiculturele samenleving, Milieu en beleid, Ontwikkelingssamenwerking Onderzoeksvaardigheden: een eenvoudig sociaalwetenschappelijk onderzoek opzetten en uitvoeren over een concreet maatschappelijk vraagstuk en daarbij de benaderingswijzen maatschappijleer toepassen
Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken Amsterdam
FUNCTIE AFBEELDING van een afbeelding voor een gegeven vraag Oefenen in het beoordelen van de betrouwbaarheid en validiteit van informatie Oefenen met het herkennen van meningen, interpretaties en waarden in afbeeldingen Oefenen in het zoeken en selecteren van bruikbaar bronnenmateriaal voor een vraag Oefenen van het herkennen van voorbeelden van basisbegrippen Oefenen in het onderzoeken van een concreet maatschappelijk vraagstuk
2
1. De afbeelding als motivator – voorbeeld maatschappijleer Voorbeeld I: Maatschappelijk probleem of niet?
Bij het vak maatschappijleer analyseer je maatschappelijke problemen 1. Welke van de afbeeldingen laten een maatschappelijk probleem zien? Benoem deze. 2. Leg uit waarom dit volgens jou een maatschappelijk probleem is. 3. Vergelijk je antwoorden met je buurman / -vrouw. Komen de antwoorden overeen? Leg aan elkaar uit waarom je denkt dat dit wel / niet een maatschappelijk probleem is. 4. Pak nu je boek erbij een lees de tekst over de kenmerken van een maatschappelijk probleem. Vergelijk deze met je eigen antwoorden. Komt het overeen? Pas zonodig je antwoord aan. Voorbeeld II: 1. Kies twee verschillende typen mensen uit de onderstaande plaatjes.
Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken Amsterdam
3
De twee mensen die jullie hebben uitgekozen, zijn criminelen. 2. Beschrijf hoe de twee personen eruit zien en bedenk op welke manier hij of zij de wet heeft overtreden. - Bedenk wat voor een soort delict het is geweest. - Bedenk onder welke omstandigheden hij of zij dit heeft gedaan. - Bedenk of hij of zij dit criminele gedrag alleen of samen met anderen heeft vertoond. - Bedenk waarom hij of zij dit delict heeft gepleegd. 3. Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken Amsterdam
4
a. Behoort het criminele gedrag dat je hebt beschreven van de twee criminelen tot de “overtredingen” of onder de “misdrijven”? En als het tot de misdrijven behoort, denk je dat het behoort tot de zware of de lichte misdrijven? b. Wat is volgens jou het verschil tussen een misdrijf en een overtreding? Probeer twee verschillen aan te geven. 4. Moet het criminele gedrag volgens jou bestraft worden en moet het voorkomen bij een rechter? Waarom wel / niet? Wat zou de straf moeten zijn? 5. Lees bij vraag 1 terug waarom de personen in kwestie het criminele gedrag hebben vertoond. Zoek nu in je boek naar de theorieën die crimineel gedrag verklaren. Welke theorie(ën) past/passen het best bij het verhaal van ‘jouw crimineel/criminelen’? 6. Vertel kort aan de klas wat ‘jouw criminelen’ hebben gedaan, waarom ze dit hebben gedaan en welke theorieën over de oorzaken van criminaliteit volgens jou het best bij de plaatjes passen.
2. Een afbeelding interpreteren – voorbeeld maatschappijleer Voorbeeld I: Interpreteren van spotprenten
Bron: NRC-Handelsblad. De tekenaar is Patrick Chappate De geallieerden brengen democratie. De eerste ervaringen daarmee zijn niet hoopgevend! 1. Beschrijf wat je ziet in de spotprent. 2. Over welk land gaat de spotprent en waaraan zie je dat?
Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken Amsterdam
5
3. Wat zou tekenaar Patrick Chappate met deze spotprent willen zeggen? Betrek de elementen uit de spotprent in je antwoord. Voorbeeld II:
Bron:www.tomjanssen.net 1. Beschrijf wat je ziet in de spotprent. 2. Welke interpretatie past het beste bij de spotprent? Licht je antwoord toe. A Door de komst van de grondwet krijgen moslims minder vrijheden. B De Islam laat zich moeilijk verenigen met een democratisch stelsel. C De VS moeten langer in Irak blijven, omdat alleen het invoeren van een grondwet onvoldoende is. D Het geloof heeft meer invloed op het dagelijks leven dan democratische instituties, zoals de grondwet. Voorbeeld III:
Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken Amsterdam
6
Bron: http://www.tomjanssen.net/ 1. Beschrijf wat je ziet in de spotprent. 2. In bovenstaande spotprent brengt Tom Janssen het dilemma van de rechtsstaat in beeld. Interpreteer de spotprent en betrek in je interpretatie het dilemma van de rechtsstaat. Voorbeeld IV:
Welke gezichtsuitdrukkingen herken je?
?
?
?
?
?
?
Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken Amsterdam
7
1. Gaat het om nature of nurture? A Nature, want B Nurture, want 2. Omcirkel of het om nature of nurture gaat: * niezen * huilen van een baby om eten * huilen bij een kleuter om een snoepje * homofilie * crimineel gedrag
nature / nurture nature / nurture nature / nurture nature / nurture nature / nurture
3. Probeer in je eigen woorden uit te leggen wat de begrippen nature en nurture betekenen en wat er wordt bedoeld met het nature-nurture-debat.
Bron: http://www.usu.edu/psycho101/lectures/chp1history/cartoon_ensemble.gif 4. Hoe komt het nature-nurture-debat in bovenstaande cartoon terug? 5. Verzin een onderschrift bij dit plaatje:
3. Ordenen van afbeeldingen – voorbeeld maatschappijleer Inleiding De onderstaande affices van verschillende politieke partijen zijn gemaakt rond en na de Tweede Wereldoorlog. Niet alle partijen die je hier onder ziet staan, zijn nog vertegenwoordigd in de huidige politiek. Daar gaan de volgende vragen over. 1. Gebruik het internet om antwoord te zoeken op de vragen. a) Welke twee partijen zijn aan het einde van de vorige eeuw opgegaan in Groen Links? b) Zoek op waar de afkortingen van de CPN, KVP, PSP en de VVD voor staan. c) Wat betekent een ‘Christen-democratiesch appèl? d) Welke partijen zijn op dit moment niet meer actief in de landelijke politiek? 1.
2.
3.
Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken Amsterdam
4.
8
5.
6.
7.
Bron: Geheugen van Nederland 2. Plaats de volgende uitspraken / standpunten bij de juiste politieke partij. A. Tot het einde van de jaren zestig was deze partij voorstander van een krachtig zedelijk beleid, onder meer ten aanzien van cultuur, gezinsleven, echtscheiding en recreatie. B. Deze partij zegt een "groene", "sociale" en "tolerante" politiek te willen nastreven. C. Vanaf de oprichting van deze partij eind jaren ’40 van de vorige eeuw plaatsten zij zich ideologisch van meet af aan in de liberale traditie, met de grote nadruk die zij legde op de vrijheid van het individu. D. De koers van de partij werd gekenmerkt door een nadruk op democratie, vredespolitiek (in het bijzonder het verzet tegen kernwapens) en socialistische economische politiek. Gedurende de jaren '70 werden homo- en vrouwenemancipatie en milieu steeds belangrijker voor de partij. E. Deze partij is van mening dat het recht op (nog ongeboren) leven beschermd moet worden. Daarom pleit zij voor het terugdringen van het abortuscijfer. F. De gezondheid en het welzijn van werknemers zijn voor deze partij vanzelfsprekend van groot belang. G. Deze partij zag tijdens de financiële crisis in 2008 weer een mogelijkheid om een oproep te doen aan het volk om het ‘kapitalisme’ te bekritiseren.
4. Vergelijken van afbeeldingen – voorbeeld maatschappijleer Bekijk onderstaande afbeeldingen. Afbeelding 1:
Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken Amsterdam
9
Afbeelding 2:
Beide afbeeldingen gaan over Guantanamo Bay. 1. Wat zie je op afbeelding 1 en wat is je indruk van deze gevangenis als je naar afbeelding 1 kijkt? 2. Wat zie je op afbeelding 2 en wat is je indruk van deze gevangenis als je naar afbeelding 1 kijkt? 3. Bedenk op wat voor een soort website afbeelding 1 zou kunnen staan? Waarom denk je dat? Wat voor een belang zouden de mensen hebben die Guantanomo Bay als op afbeelding 1 willen presenteren? 4. Bedenk op wat voor een soort website afbeelding 2 zou kunnen staan? Waarom denk je dat? Wat voor een belang zouden de mensen hebben die Guantanomo Bay als op afbeelding 1 willen presenteren? 5. Bij welke afbeelding past de term “rechtshandhaving” het best? En bij welke afbeelding past de term “rechtsbescherming” het best? Licht je antwoord toe. Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken Amsterdam
10
5. Beoordelen van afbeeldingen – voorbeeld maatschappijleer Voorbeeld I:
Bescherming of bedreiging? NRC Handelsblad: onontkoombaar voor wie de nuance zoekt.
Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken Amsterdam
11
Idealist of terrorist? NRC Handelsblad: onontkoombaar voor wie de nuance zoekt. 1. 2.
Wat is de boodschap die NRC Handelsblad wil afgeven? Waaraan zie je dat? Leg uit aan de hand van bovenstaande plaatjes de volgende stelling uit: “Volledige objectiviteit is onmogelijk”.
Voorbeeld II:
[1948-2002] Pim Fortuyn Controversiële politicus, werd in korte tijd ongekend populair. Vermoord terwijl hij afstevende op een verkiezingsoverwinning. De ster van Fortuyn straalde maar Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken Amsterdam
12
kort; een paar maanden in de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2002. Zijn impact was echter zo groot dat hij nu in de verkiezing van De Grootste Nederlander nog steeds grote groepen mensen weet te motiveren. Uitzending: Woensdag 20 Oktober
Kijk naar (een stuk van) de speech van Pim Fortuyn op You Tube: http://nl.youtube.com/watch?v=VitAx1EpYV4 1. Vind jij het terecht dat Pim Fortuyn is uitgeroepen tot de Grootste Nederlander in het KROprogramma? Licht je antwoord toe. 2. Wat vind jij van het optreden van Pim Fortuyn en wat vind je van zijn standpunten? Betrek minstens twee standpunten in je antwoord. 3. Wat vonden je ouders van hem? Ben je in je mening over Pim Fortuyn door je ouders beïnvloed?
6. Afbeelding zoeken – voorbeeld maatschappijleer Inleiding Wij krijgen dagelijks te maken met dilemma’s in ons leven. Een voorbeeld: Koop ik dat nieuwe shirtje of doneer ik toch maar aan een goed doel? Als ik het shirtje koop, dan kan ik daar morgen mee pronken op school (handeling) en krijg ik vast heel veel leuke reacties. Als ik geld doneer, dan help ik kinderen aan eten. Achter iedere keuze schuilen waarden. Achter keuze 1 zou je kunnen zeggen dat de waarde schoonheid tegenover de waarden betrokkenheid en hulpvaardigheid staat. a) Bedenk 3 morele dilemma’s die je herkent in je eigen leven. b) Zoek voor alle drie de dilemma’s een passende afbeelding op het internet. c) Welke keuzemogelijkheden heb je bij deze dilemma’s? d) Welke waarden horen bij deze keuzes? Je kunt de lijst met waarden gebruiken als hulpmiddel. e) Welke keuze maak je en licht deze toe.
7. Afbeeldingen als informatiebron gebruiken in een onderzoek – voorbeeld maatschappijleer Inleiding Over de oorzaken van criminaliteit bestaan verschillende theorieën. Lombroso was een wetenschapper uit de 19e eeuw die dacht dat criminaliteit biologisch bepaald was. Je kon aan het uiterlijk van iemand zien of hij crimineel was. Andere wetenschappers vinden dat criminaliteit ‘een normaal maatschappelijke verschijnsel is’. Daar gaan de volgende vragen over.
Boris Boef uit de Donald Duck 1. Bij welke theorie over de oorzaken van criminaliteit sluit de uitspraak ‘criminaliteit is een normaal maatschappelijke verschijnsel’ het meest aan? 2. De onderstaande afbeeldingen geven allemaal een maatschappelijk verschijnsel aan. Bepaal per afbeelding 1) over welk verschijnsel het gaat en 2) hoe ze criminaliteit kunnen verklaren.
Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken Amsterdam
13
1. Deze afbeelding gaat over het verschijnsel: 2. Verklaring van criminaliteit:
1) Deze afbeelding gaat over het verschijnsel: 2) Verklaring van criminaliteit:
1) Deze afbeelding gaat over het verschijnsel: 2) Verklaring van criminaliteit:
1) Verschijnsel: 2) Verklaring van criminaliteit:
Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken Amsterdam
14