2 februari 2010
Jaarverslag Burgemeester en Wethouders
Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Venray 2009
Jaarverslag Burgemeester en Wethouders
Gemeente Venray Postbus 500 5800 AM Venray
Samengesteld door Ir. D. Danckaert
Jaarverslag Burgemeester en Wethouders
Inhoud 1. 2. 3. 4.
Inleiding Achtergrond Verplichte evaluatieonderwerpen Nieuw beleid en ontwikkelingen
4 5 6 9
Jaarverslag Burgemeester en Wethouders
1 Inleiding Het meest recente Venrayse welstandsbeleid is op 27 maart 2007 door de gemeenteraad vastgelegd in de Nota Ruimtelijke Kwaliteit in Venray. In deze nota heeft de gemeenteraad bepaald aan welke criteria (redelijke eisen van welstand) het Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit (ARK) bouwplannen in Venray moet toetsen en begeleiden. De nota vormt een stelsel van beleidsregels waarbinnen het college van burgemeester en wethouders (het college) het welstandstoezicht moet uitvoeren. Het college heeft een eigen verantwoordelijkheid voor het welstandsoordeel, dat tot stand komt aan de hand van de in de nota opgenomen criteria. Het advies van het onafhankelijke en deskundige ARK speelt daarbij een belangrijke rol. Sinds 27 maart 2007 hanteert het Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit de nota bij haar advies of bouwplannen voldoen aan de redelijke eisen van welstand. De werking van de “Welstandsnota” dient jaarlijks in de gemeenteraad te worden geëvalueerd. Deze evaluatie heeft betrekking op 2009 en is ingevolge artikel 12c Woningwet wettelijk verplicht. Naar aanleiding hiervan kan de gemeenteraad besluiten dat aanpassing van het welstandsbeleid noodzakelijk is.
In deze nota informeert het college de gemeenteraad over deze wijze, waarop zij in 2009 uitvoering heeft gegeven aan het welstandsbeleid binnen de gemeente Venray. Tot slot informeert het college op welke wijze zij uitvoering gaat geven aan haar uitvoeringstaken. Het Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit (ARK) heeft tevens een jaarverslag 2009 opgesteld. Het jaarverslag van het ARK 2009 maakt onderdeel uit van deze nota. In dit jaarverslag informeert het adviesbureau de gemeenteraad over haar werkzaamheden in het jaar 2009.
Deze nota heeft tot doel de politieke verantwoordelijkheid voor de uitoefening van het welstandsbeleid te verstevigen en de betrokkenheid van de gemeenteraad bij de welstandszorg te vergroten.
Jaarverslag Burgemeester en Wethouders
4
Jaarverslag Burgemeester en Wethouders
2 Achtergrond Artikel 12c Woningwet bepaalt dat het college de gemeenteraad ten minste over de navolgende onderwerpen dient te informeren:
Op welke wijze het college is omgegaan met de adviezen van het Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit;
In welke categorieën van gevallen het college de aanvraag voor een lichte bouwvergunning niet aan het ARK heeft voorgelegd en op welke wijze het college in die gevallen zelf toepassing heeft gegeven aan de criteria, bedoeld in artikel 12a, eerste lid onderdeel a Woningwet;
In welke categorieën van gevallen:
Het college tot aanschrijving op grond van artikel 19 Woningwet is overgegaan en daarbij de keuze heeft gelaten tussen ofwel het uitvoeren van de aanschrijving, ofwel het slopen van het bouwwerk of de standplaats binnen de door hen te bepalen termijn;
Het college bij of na een aanschrijving op grond van artikel 19 Woningwet is overgegaan tot toepassing van bestuursdwang op grond van artikel 26 Woningwet.
In
hoofdstuk
3
wordt
bovenstaande
onderwerpen
in
de
paragrafen
3.1.
Afwijken
welstandsadvies, 3.2. Lichte bouwvergunning en 3.3. Handhaving nader uitgewerkt.
Jaarverslag Burgemeester en Wethouders
5
Jaarverslag Burgemeester en Wethouders
3 Verplichte evaluatieonderwerpen 3.1. Afwijken welstandsadvies Het college heeft de mogelijkheid om bij strijd van een bouwplan met redelijke eisen van welstand, toch de bouwvergunning te verlenen indien zij van oordeel zijn dat daarvoor zwaarwegende redenen zijn bijvoorbeeld van economische of maatschappelijke aard (artikel 44 lid 1 sub d Woningwet ). In 2009 is het college geen enkele maal het advies van het ARK afgeweken.
Jaarverslag Burgemeester en Wethouders
6
Jaarverslag Burgemeester en Wethouders
Lichte bouwvergunningen Van plannen die binnenkomen bij de gemeente is allereerst beoordeeld of het een bouwwerk betreft, waarvoor een bouwvergunning nodig is. Is dit het geval dan wordt onderscheid gemaakt tussen de licht vergunningsplichtige en regulier vergunningsplichtige plannen. Bij licht vergunningsplichtige plannen is het college in tegenstelling tot regulier vergunningsplichtige plannen niet verplicht het ARK om advies te vragen. In 2009 is ten aanzien van licht vergunningsplichtige plannen daarom de volgende werkwijze gehanteerd. De secretaris van het ARK toetst of licht vergunningsplichtige plannen voldoen aan de ‘sneltoetscriteria’ uit de Nota Ruimtelijke Kwaliteit. Voldoet een licht vergunningsplichtig plan aan de sneltoetscriteria dan is het plan niet in strijd met de redelijke eisen van welstand (ex artikel 12a, lid 1 sub a Woningwet). In geval van twijfel wordt het bouwplan als nog aan het ARK voorgelegd. Wijkt het licht vergunningsplichtige plan af van de sneltoetscriteria dan wordt het bouwplan voor advies aan het ARK voorgelegd. Het ARK baseert haar advies op de sneltoetscriteria en de gebiedsgerichte criteria. Zij bekijken dan of het bouwplan - ondanks dat het bouwplan in strijd is met de sneltoetscriteria – toch past in haar omgeving. Schematisch ziet bovenstaande er als volgt uit.
Bouwplan
Vergunningsvrij
Geen bouwvergunning
Licht
Regulier
vergunningsplichtige
vergunningsplichtige
Voldoet aan
Voldoet niet aan
sneltoetscriteria
sneltoetscriteria
Positief welstandsadvies
Behandeling in het
nodig; geen
Adviesbureau
welstandstoets
Ruimtelijke Kwaliteit
Stroomschema huidige welstandstoets
Jaarverslag Burgemeester en Wethouders
7
Jaarverslag Burgemeester en Wethouders
3.3
Handhaving
Het college vraagt het ARK ook in de twee volgende situaties om advies. Ten eerste bij constatering dat een bouwwerk zonder of in afwijking van de bouwvergunning is uitgevoerd. De zaak wordt vaak eerst aan het ARK voorgelegd om te toetsen of het illegale bouwwerk voldoet aan de redelijke eisen van welstand. Voldoet het bouwplan hieraan en het college ziet een redelijke kans van slagen dat een bouwvergunning verleend kan worden, dan pas wordt de overtreder verzocht een bouwvergunning aan te vragen. Indien het niet mogelijk is een bouwvergunning te verlenen dan is het college bevoegd – op grond van artikel 40 Woningwet - handhavend hiertegen op te treden. Ten tweede kan het college indien het uiterlijk van een bouwwerk of standplaats, niet zijnde een bouwwerk (ex artikel 45, eerste lid Woningwet) in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand (artikel 12a, eerste lid, onderdeel b) - op grond van artikel 19 Woningwet aanschrijven tot het opheffen van die strijdigheid.
In 2009 zijn in totaal 23 “handhavingszaken” aan het ARK voor een welstandsadvies voorgelegd. Deze zaken hebben echter niet tot een aanschrijving op grond van artikel 19 van de Woningwet geleid. Het betreffen in hoofdzaak zaken die in afwijking van de verleende bouwvergunning of zonder noodzakelijke bouwvergunning ten uitvoering zijn gebracht.
Jaarverslag Burgemeester en Wethouders
8
Jaarverslag Burgemeester en Wethouders
4 Nieuw beleid Het jaar 2009 is het tweede volledige jaar geweest waarin de nieuwe leden van het ARK gefunctioneerd hebben. Conform het beleid en de nieuwe werkwijze worden vele bouwplannen niet meer door het gehele ARK beoordeeld en begeleid. Veel plannen worden geheel dan wel gedeeltelijk behandeld door gemandateerde leden. Deze gemandateerde leden hebben de bevoegdheid gekregen om geheel zelfstandig in de geest van het ARK plannen de beoordelen, waardoor enerzijds een kortere doorlooptijd bereikt kan worden maar waardoor ook een meer persoonlijke begeleiding en coaching mogelijk is. Om de samenhang van de gehele commissie te bewaken zal regelmatig een terugkoppeling van de leden plaatsvinden. Zowel vanuit de samenleving als vanuit de professionele partijen worden positieve reacties gegeven omtrent deze nieuwe bredere beoordeling en coaching van bouwplannen. In 2009 is ook veel aandacht en energie gestoken in een goede samenwerking en communicatie tussen de leden van het ARK en de afdeling Ruimtelijke Ordening, omdat immers de gemeente Venray voor de leden een nieuwe werkomgeving is, waarvan zij zo veel mogelijk kennis dienen te vergaren. Consequent licht de afdeling stedenbouw belangrijke projecten en ontwikkelingen toe in de vergadering van het ARK. Op deze wijze worden de leden op structurele wijze ingelicht over hetgeen dat speelt in Venray en worden zij betrokken bij nieuwe geplande ontwikkelingen. Daarnaast worden de leden van het ARK ook nauw betrokken bij grootschalige projecten, waarbij zij een belangrijke coachende functie hebben, die zichtbaar bijdraagt aan de kwaliteit van de ontwerpen. De leden van het ARK hebben een grote bijdrage geleverd aan onder meer de totstandkoming van het beeldkwaliteitplan “De Hulst 2” en het beeldkwaliteitplan “Buitengebied”. De gemeente Venray ziet de verdere samenwerking met het adviesbureau met veel vertrouwen tegemoet en wenst hen zeer veel succes en wijsheid toe bij het uitvoeren van deze belangrijke functie.
Jaarverslag Burgemeester en Wethouders
9