ADHD
WAT IS ADHD? ADHD is een aandachts- en concentratiestoornis waarvan de oorzaak gelegen kan zijn in een kleine hersenbeschadiging of een kleine hersendysfunctie. Geen enkel kind is het zelfde en ook kinderen met ADHD kunnen sterk van elkaar verschillen. Er zijn ADHD'ers die al vanaf hun geboorte impulsief en hyperactief zijn. Het kan voorkomen dat een kind met ADHD geen last heeft van een aandachtsstoornis, terwijl anderen juist weer wel concentratieproblemen vertonen, maar niet bijzonder actief of impulsief zijn. De oorzaak van ADHD is nog niet geheel duidelijk. Psychologisch onderzoek en hersenonderzoek wijzen op een neurobiologische stoornis in de hersenen. ADHD is voor ongeveer 80% erfelijk, maar er zijn ook psychiaters die uitgaan van de volle 100%. Volgens professor Jan Buitelaar als kinderpsycholoog verbonden aan het Academisch Ziekenhuis Utrecht spreekt het voor zich dat als voor een kind een rommelige opvoeding of een chaotische gezinssituatie niet rustgevend is zo'n situatie dat al helemaal niet is voor een ADHD-kind. ADHD gaat vaak samen met problemen zoals depressie, angsten of agressief gedrag. Het is een groot misverstand te denken dat ADHD'ers dom zijn, er zijn er zelfs hoogbegaafd. Kenmerken Volgens een door psychiaters opgestelde catalogus zijn de criteria voor de diagnose van het ADHD-syndroom de volgende: Gebrekkige aandacht en concentratie tenminste die van de volgende: Werkt niet af waar hij mee begint. Lijkt dikwijls niet te luisteren of the horen Is gemakkelijk verstrooid en afgeleid. Heeft moeite met concentratie. Hyperactiviteit tenminste twee van de volgende: Rent overmatig rond en klimpt overal op. Kan moeilijk stilzitten of frutselt voortdurend. Kan moeilijk op een stoel blijven zitten. Beweegt overmatig gedurende de slaap. Is altijd als door een motor aangedreven bezig. Impulsiviteit tenminste drie van de volgende:
1/7
ADHD
Handelt onnadenkend. Springt van de ene activiteit in de andere. Kan werk moeilijk organiseren (geen gevolg van gebrek aan intelligentie) Heeft heel veel supervisie/controle nodig. Antwoord dikwijls in de klas zonder gevraagd te zijn. Heeft moeite met het wachten op de beurt in spel- of groepssituaties. Is begonnen voor de leeftijd van zeven jaar. Duurt tenminste zeven maanden voort. Is niet het gevolg van schizofrenie, een affectieve stoornis of mentale achterstand. Aandachtsen concentratiestoornissen Kinderen met ADHD kunnen hun gedachten vaak niet bij een onderwerp houden. Ze worden steeds vlug afgeleid door hun omgeving. Sommige ADHD'ers kunnen zich ook zonder enige vorm van afleiding niet concentreren op een onderwerp. Deze stoornissen veroorzaken vooral op school moeilijkheden, die nog kunnen worden verzwaard indien het kind moeite heeft de belangrijke zaken te onderscheiden van de minder belangrijke hetgeen als een leerstoornis kan worden gezien. Andersom kan het zijn dat een leerling zo gefocust is op een onderwerp dat zijn gedachten daar niet meer vanaf te brengen zijn. Het is "alles" met "Niets" vaakals uitkomst. De aandachts- en concentratiestiirnissen zijn een belangrijk onderdeel van het ADHD-syndroom, sommige onderzoekers zien het als de kern van het gehele ADHD-probleem. Auditieve waarnemingsstoornissen Bij kinderen met ADHD hebben de hersenen vaak moeite om te verwerken wat er wordt gehoort. Net zoals bij visuele waarnemenigsstoornissen kan het zijn dat het ADHD-kind nauwelijks onderscheid weet te maken tussen bijvoorbeeld, boek, roek, zoek en doek, dak en bak. Een dergelijk stoornis wordt ook wel auditatieve discriminatiestoornis genoemd. In een drukbezochte ruimte kunt u horen wat uw gesprekspartner (belangrijk) zegt ondanks het feit dat er naast muziek veel andere gesprekken (onbelangrijk) in uw directe omgeving worden gevoerd, iets wat u als geheel vanzelfsprekend aanneemt. Een ADHD-kind kost dat tien- tot honderdmaal meer inspanning. In een onrustige klas met veel geroezemoes heeft het ADHD-kind derhalve zeer veel moeite om te verstaan wat de de leraar zegt. Bewegen
2/7
ADHD
Kinderen met ADHD zijn vaak zeer bewegelijk hetgeen ernstige problemen kan veroorzaken. Zij draven altijd maar door en zijn zelden eens "langere" tijd rustig met het zelfde bezig. Zelfs als ze zijn gemaand stil te zitten, en zij dat doen, bewegen zij hun vingers, voeten en gezicht. Bij oudere kinderen welke hun beweeglijkheid enigzins onder controle hebben valt nog steeds de ingehouden onrust op. Binnen het gezin weten zich velen aan te passen aan de beweeglijkheid van het ADHD kind. Dat gaat vaak niet op voor een ADHD kind in een klas met zo'n 28 kinderen waarbij het ADHD kind zorg draagt voor een niet te benijden taakverzwaring van de leerkracht. Een leerkracht die er in slaagt een ADHD kind onderwijs te geven in een drukke en grote klas verdiend het om een super-leraar genoemd te worden. ADHD kinderen kunnen ook erg onrustig zijn in impulsieve doeloze bewegingen, ze zijn dan altijd aam het firemelen en prutsen. Oudere ADHD kinderen maken vaak gewag van het feit dat hun gedachten overbeweeglijk zijn, waarbij zij ook zonder afleiding van de hak op de tak kunnen springen. Sommige ADHD kinderen kunnen zich voor kortere tijd. soms zelfs dagen achtereen rustig houden indien de structuur binnen een groep strak is. Met een minder strakke structuur (zoals op het schoolplein) komt hun beweeglijkheid weer snel naar boven. Emotioneel Hoewel een ADHD-kind veel verstandiger kan zijn dan vele van zijn klasgenootjes kan het toch meer moeite hebben met het eigenlijke leren. Een dergelijk "verstanding" ADHD-kind beseft zich terdege hoe "dom"of hoe "onhandig" het is, hetgeen kan leiden tot neerslachtigheid, depressiviteit en een minderwaardigheidscomplex. Er gaat altijd van alles mis, en ze worden vaak "terechtgewezen" slechts zelden horen ze een positief geluid. Voor ADHD-kinderen is dat kwetsender dan bijvoorbeeld voor geestelijk gehandicapten omdat zij zich vaak in tegenstelling tot laatsgenoemde groep terdege bewust zijn van hun "falen". Zij verschuilen zich daarom vaak achter een masker, zij hangen voordurend de paljas uit of gedragen zich "stoer" maar soms vertonen zij ook agressief en deliquent gedrag. Achter zo'n masker schuilt echter een erg onzeker kind met een negatief zelfbeeld. Impulsiviteit Kinderen met ADHD kunnen de gevolgen van hun daden moeilijk overzien, ze handelen vaak ondoordacht. Zodra er iets in hun hoofd opkomt willen zij het uitvoeren. Deze impulsiviteit kan mede een gevolg zijn van het niet goed sequentiel kunnen denken, of van het onvermogen scheiding te maken tussen wat belangrijk is en wat niet. Sommige onderzoekers beweren dat deze impulsiviteit een gevolg is van een minimale
3/7
ADHD
afwijking in het deel van de hersenen dat zorgt voor inhibitie, het afremmen en dempen. Deze afwijking kan net groot genoeg zijn om de remmen bij een ADHD kind niet op tijd te laten werken zodat er letterlijk sprake is van een "ongeremd" kind. Onderwijs Zodra kinderen op de basisschool komen wordt van hen verlangd dat ze hun gedrag aanpassen aan de eisen van hun nieuwe omgeving, zij hebben zich dus te houden aan de regels binnen de klas. Zo moeten zij bijvoorbeeld stil zitten, luisteren naar wat de leerkracht verteld, hun hand opsteken, netjes schrijven en nog veel meer. Voor een ADHD-kind is dat allemaal heel erg moeilijk. Het is geen kwestie van wel of niet willen, ADHD-kinderen zijn simpelweg biologisch gezien minder in staat de vereiste motivatie op te brengen. Bij ADHD-kinderen is sprake van een regulatiestoornis in bepaalde delen van de hersenen waardoor er een onderactiviteit onstaat met betrekking tot het reguleren (tijdig activeren/afremmen) van de aandacht, planning, organisatie en motivatie. Naast geduld, humor en creativiteit zal de leerkracht kennis moeten hebben over de invloed van ADHD op het leerproces en zicht dienen te hebben op de zwakke en sterke kanten van het kind. Verder is een goede organisatie binnen de klas van groot belang. Basiskennis van gedragstherapeutische techniekenen en een goede relatie met ouders en hulpverleners zijn eveneens noodzakelijk. Uiteraard dient er ook voldoende ondersteuning binnen het schoolteam aanwezig te zijn wat zich kan uiten in een overleg tussen de leerkrachten over te nemen maatregelen en een eenduidig beleid op bijvoorbeeld het schoolplein. Informatie komt onze hersenen binnen via onze zintuigen, oren, ogen, tast, neus en tong. Na het waarnemen volgt de verwerking. Tijdens het leerproces dienen afzonderlijke informatiebronnen te worden gecombineerd. In alle onderdelen van dit leerproces kunnen haperingen optreden, soms zijn deze haperingen zo klein dat wij ze niet opmerken, een leerling zal automatisch een manier zoeken om de zwakke punten te compenseren. Er zijn natuurlijk bij ieder kind sterke en zwakke punten, de een leert beter door informatie te horen terwijl de ander die informatie liever ziet. Indien er sprake is van een onderdeel binnen de informatieverwerking dat ernstig wordt verstoord kan er sprake zijn van een leerstoornis. Zo is dislexie een gevolg van een hapering tussen de koppeling van klanken en tekens. ADHD komt vaak voor in combinatie met een leerstoornis. De leerkracht kan om een zwakke aandachtsregulatie te begeleiden het kind vooraan in de klas zetten zodat deze minder afleidende prikkels ontvangt binnen zijn blikveld. Gerereld oogcantact maken en de taken (een tegelijk) opdelen in kleinere deeltaken waarbij het kind voor ieder gemaakte deeltaak een compliment ontvangt dragen ook bij aan het welslagen van het ADHD-kind binnen de schoolgemeenschap. De leerkracht dient altijd slechts een opdracht per keer te geven en de instructies dienen kort, duidelijk en concreet te zijn, dan nog dient aan het kind gevraagd te worden of het de instructies (liefst nogmaals herhaald) begrijpt.
4/7
ADHD
Bij een hoge impulsiviteit is het van belang afspraken te maken over gewenst gedrag, zeg daarbij niet alleen wat niet mag, maar vooral hoe het wel moet. Wees consequent met beloningen en straf. Help het kind situaties te herkennen en vergeet vooral niet het te complimeteren indien het goed gaat. Bij motorische onrust is het van belang het ADHD-kind regereld toe te staan om even uit de bank op te staan of even te rennen, maak duidelijk wanneer motorische onrust niet is gewenst en wijs het kind daarop indien nodig. Een korte pauze tussen de opdrachten waarin motorische activiteit wordt toegestaan dient zeker aanwezig te zijn. Een lage motivatie kan worden bestreden door geregelde aanmoedigingen van positief gedrag, er dienen duidelijk concrete eisen te worden gesteld aan de werkhouding, en wordt vooral nooit boos, maar leg uit welk gedrag als gewenst wordt beschouwd. Let ook op of het kind vermoeid ofgefrustreerd raakt, het kan zijndat de gegeven taak misschien op dat moment e zwaar was. Verwoord de emoties van het kind (agressie, angst, verdriet) daarmee geeft u erkenning en begrip. En vertel het kind hoe het kan aangeven dat het zich boos of gefrustreerd voelt. Indien het kind moeite heeft met zelfstandig werken dient het kind te worden geholpen zichzelf te structureren, uiteraard spreekt het voor zich dat er binnen de klas een duidelijke structuur aanwezig is. Werk bij voorkeur met een agende en/of rooster en geeft hetkin voldoende tijd om zijn werk netjes te kunnen verzorgen. Geef geen complexe opdrachten maar steeds een opdracht tegelijk. Geef indien aan taak volbracht is een compliment, e zoek compensatie voor bijvoorbeeld zwakke fijne motoriek door te werken met een computer. Wanneer een ADHD-kind moeite heeft met het sociaal functioneren dient het kind bijvoorbeeld na een ruzie te worden uitgelegd wat er mis ging zodat het daarvan lering kan trekken. Voor het kind zelf is het vaak heel lastig zelfstandig na te gaan wat precies de oorzaak van de ruzie was. Geef complimenten voor een geslaagde interactie en laat het weten wat anderen verwachten. Probeer vrije situaties voor het kind te structereren. Onhandig Bij ADHD-kinderen schort het vaak aan de coördinatie tussen de spieren en spiergroepen onderling en tussen de spieren en de zintuigen waardoor zij zich vaak onhandig bewegen. Hun spieren en zintuigen zijn meestal prima in orde, maar men mag niet vergeten dat de samenwerking tussen de spieren en de zintuigen worden begeleid door de hersenen die de spieren aansturen en ervoor zorgdraagt dat zij goed samenwerken. ADHD-kinderen zijn vaak niet in staat de verschillende afzonderlijke zintuigelijke informatie gelijktijding en juist te verwerken. Soms is er iets mis met de aansturing van de grote spieren, wat grove motoriek wordt genoemd, een andere keer is er iets meer met de coördinatie van de kleine spieren, bijvoorbeeld die van de handen, hetgeen fijne motoriek wordt genoemd. Het is ook mogelijk dat zowel de grove als de fijne motoriek haperingen vertonen.
5/7
ADHD
Relationeel Door hun stoornissen kan het omgaan met anderen voor ADHD-kinderen erg lastig zijn. Vooral de relaties binnen het gezin staan vaak onder een immense druk. De overbeweeglijkheid van het ADHD-kind is van grote invloed op die relaties, vaak gaat het al vroeg mis met de ouder-kind relatie. Er wordt van de ouders maar ook van de overige gezinsleden heel veel gevergd. Op school kunnen de relaties tussen het ADHD-kind, de leerkracht en de overige kinderen al snel uit de hand lopen. Van het ADHD-kind wordt binnen de klas gevraagd stil te zitten, op te letten, de beurt af te wachten en bijvoorbeeld netjes te schrijven, zaken waarvoor een heel goede perceptie en coördinatie een vereiste zijn. Tengevolge van die druk gaat een ADHD-kind hier snel aan onderdoor. In de loop van de tijd zullen dientengevolge emotionele en gedrachsproblemen ontstaan. Ouders krijgen vaak meer beschuldigen te verwerken dan daadwerkelijke hulp. De beste stuurlui staan als immer aan wal. Door al die "wijze raad" van derden onstaan vaak conflicten tussen de ouders over de wijze van opvoeding, hetgeen weer tot gevolg heeft dat de leefomgeving van het ADHD-kind er niet stabieler op wordt, en dat terwijl een vaste structuur voor een ADHD-kind van levensbelang is. Want in een gespannen en chaotische situatie wordt het ADHD-kind alleen maar problematischer. Des te groter de chaos en hoe radelozer de ouders zijn, des te chaotischer en onhandelbaarder wordt het kind, deze negatieve spiraal leidt soms tot erntige explosies, en helaas gaan veel huwelijken hier aan onderdoor. ADHD-kinderen hebben vaak moeite om te gaan met leeftijdsgenootjes, zij kunnen zich moeilijk inleven in andermans gevoelens omdat zij het belangrijke niet van het onbelangrijke kunnen onderscheiden. Vaak gaat het daardoor andere kinderen mijden en beperkt het zich tot het veel gemakkelijker omgaan met jongere kinderen. Sequentiel denken Kinderen met ADHD hebben vaak moeite om in stapjes te denken, dus om vooruit te denken. Aktie en gevolg kunnen niet worden overzien. Voor dit sequentiel denken is het noodzakelijk dat informatie die via verschillende zintuigen worden aangereikt in een logische volgorde kunnen worden geordend. ADHD-kinderen kunnen hierdoor vaak niet planmatig werken, hetgeen zijn sporen nalaat bij bijvoorbeeld het rekenen. Verder draagt het bij aan impulsief gedrag. Ze denken niet verder dan hun eerste gedachte, daardoor wordt soms de indruk gewekt dat deze kinderen een slecht ontwikkeld geweten hebben. Ze krijgen wel spijt van hun daden als ze de gevolgen (straf) van hun handelen onder ogen zien. Ze kunnen dan boos zijn opzichzelf en zich heel schuldig voelen, vervolgens wordt echter weer even ondoordacht gehandeld.
6/7
ADHD
Visuele waarnemingstoornissen Bij kinderen met ADHD hebben de hersenen vaak moeite om te verwerken wat er wordt gezien. Een ADHD-kind heeft vaak moeite met het onderscheid tussen links en rechts, en boven en onder, derhalve kan het nauwelijks onderscheid maken tussen bijvoorbeeld de b en de p. Het kind kan dan letterlijk door de bomen het bos niet meer zien. Een dergelijk stoornis wordt ook wel visuele discriminatiestoornis genoemd. Een ADHD-kind kan hinder ondervinden bij het onderscheiden van de voor- en achtergrond, het geheel en de onderdelen. Normaal gesproken zult u geen moeite hebben het rode verkeerslicht (belangrijk) te onderscheiden van de omgeving, de winkels, auto's reclameborden enz. maar stelt u zich eens voor dat u rijdt in een u onbekende straat vol neonverlichting en andere lichtbronnen terwijl de regen neergutst. In een dergelijk situatie is het voor u veel lastiger het rode stoplicht te onderscheiden. Sommige ADHD-kinderen hebben dat probleem continue, voortdurend hebben ze iets "niet gezien" omdat ze het niet goed kunnen onderscheiden van de achtergrond, van al dat andere dat er te zien valt. In de klas zien ze niet alleen de juf, maar ook de strepen op de trui van een medeleerling, de tekening op het schoolbord en de opgezette vogel op de kast. Daarnaast is het voor een dergelijk ADHD-kind moeilijk onderscheid te maken tussen al die woorden, tekens en illustraties die in zijn boek staan.
7/7