EEN KLEINE BUNDEL TEKSTEN
NIET ENKEL OM IN TE GRASDUINEN
MAAR VOORAL OM TE GEBRUIKEN.
ALS
IK GA, DAN GA IK.
ALS
IK GA, DAN GA IK.
2
Een man piekerde over zijn leven. Toen wendde hij zich tot een wijze monnik en vroeg hem hoe die leefde. De monnik antwoordde: `Als ik ga dan ga ik, als ik sta dan sta ik, als ik zit dan zit ik, als ik eet dan eet ik, als ik slaap dan slaap ik.’ `Is dat alles wat u mij te zeggen hebt,’ zei de man teleurgesteld. `Hebt u mijn vraag wel goed verstaan?’ Maar de monnik herhaalde: `Als ik ga dan ga ik, als ik sta dan sta ik, als ik zit dan zit ik, als ik eet dan eet ik, als ik slaap dan slaap ik.’ `Maar een mens doet toch niet anders, wat is daar voor bijzonders aan?’ Toen glimlachte de monnik. ‘Dat zeg je nu wel,’ zei hij, `maar als jij gaat dan sta je al, als je zit denk al aan eten, als je eet wil je al gaan slapen. Je bent zo opgejaagd bezig met alles wat je nog moet doen dat je niet meer ten volle doet wat je doet.’
BEZINNEN
BEZINNEN
3
Bezinnen is een stuk leven laten bezinken tot de zin ervan naar boven drijft. Is een woord, een reeks van woorden, laten smelten in je geest tot de zin ervan door osmose opgenomen wordt in je hart. Bezinnen is zelf zwijgen en luisteren naar wat achter de dingen, achter de oppervlakte aan ziel en ruimte leeft. Is kijken naar de tekenen van de tijd, is mensen en toestanden in je opnemen en gastvrij huisvesten.
BROEDERLIJK
DELEN
BROEDERLIJK
DELEN
4
We zullen pas broederlijk delen als we in staat zijn broederlijk te leven! Je bent mijn broeder niet als je alleen maar je overvloed geeft en ik nergens je hart voel kloppen, als ik in je gave geen vriendschap vind. Je bent mijn broeder niet als je van mij niets verwacht en ik je niets geven mag. Je bent mijn broeder niet als je denkt dat ik arm ben omdat ik de dingen niet heb die jij hebt. Als je denkt dat ik lui ben omdat ik jouw tempo niet volg. als je denkt dat ik gekluisterd lig omdat jij je eigen ketens niet ziet. Als je denkt dat ik onderontwikkeld ben omdat ik jouw diploma’s niet heb. Je kunt alleen mijn broeder zijn als ik je vader, je moeder, je kind, je broer en je zus mag zijn. Als ik je familie mag zijn.
DE
HEILIGE
RABBI
DE
HEILIGE
RABBI
5
De bewoners van een Pools dorpje spraken met trots over hun rabbi, die zij als een heilige beschouwden. Het verhaal verspreidde zich dat de rabbi elke morgen bij zijn ochtendgebed ten hemel steeg om zich met God zelf en met vader Abraham te onderhouden. De bewoners van het naburige dorp wilden dat verhaal echter niet geloven. Ze besloten dat een van hen de rabbi bij diens ochtendgebed zou gaan bespieden. De volgende morgen verschool die man zich dan ook bij het huis van de rabbi. Niet lang daarna zag hij hoe de achterdeur stilletjes openging en hoe de rabbijn, gehuld in een oude jas, op weg ging naar het bos. Daar aangekomen klopte de rabbi aan bij een vervallen hut. Een arme, zieke vrouw deed open. Even later kwam de rabbi weer naar buiten met een bijl in de hand en verdween in het bos. Na een tijdje bracht hij een grote bos hout naar binnen om het vuur in de haard aan te steken. En toen het hutje van de arme vrouw verwarmd was, ging de rabbi weer stilletjes naar huis. Toen de spion dat zag, keerde hij beschaamd terug naar zijn nieuwsgierige dorpsgenoten. `En,’ zeiden ze, `is de rabbi werkelijk ten hemel gestegen? ‘Ja,’ antwoordde de man, `het klopt. Hij was zelfs nog hoger dan de hemel.’
DE
KANS 6
DE
KANS
De kans grijpen om dingen te laten rijpen die doorbreken wat doodgewoon is geworden. De kans geven aan die vele godsdromen die anders alleen maar woorden blijven. De kans gebruiken om los te laten wat verhindert echt medemens te zijn. In die kans geloven 40 dagen lang, dat is vasten om te leven.
DE
KOSTBARE RING 7
DE
KOSTBARE RING
Toen men de wijze Nathan vroeg welke godsdienst de enige ware was, vertelde hij volgende gelijkenis. Een vader bezat een kostbare ring. Maar hij vroeg zich af hoe hij die bij zijn afscheid moest verdelen onder zijn drie zoons? Want hij hield van alledrie. Daarom ging hij naar een goudsmid en vroeg hem om nog twee zulke ringen te maken, die zich niet van de oorspronkelijke zouden onderscheiden. Daarna gaf de vader in het geheim aan elk van zijn zoons een ring. Na zijn dood beweerde ieder van hen dat zij de ene kostbare ring van hun vader bezaten. Maar wie de enige echte had kon niemand bewijzen. Daarom werd de zaak voor de rechter gebracht en die deed de volgende uitspraak: `Als je vader deze ring persoonlijk aan jou gegeven heeft, beschouw hem dan ook als echt. En ga nu heen en laat ieder van jullie zijn best doen om de echtheid van de ring te bewijzen in onderlinge verdraagzaamheid en liefde. Na duizend jaar daag ik jullie opnieuw voor de rechterstoel. En dan zal een rechter, wijzer dan ik, over de echtheid van je ring uitspraak doen.'
DE
MAN DIE ALTIJD HAAST HAD
DE
MAN DIE ALTIJD HAAST HAD
8
`Waar bent u toch voortdurend naar op zoek?' vroeg de rabbijn aan de man die altijd haast had. `Ik zoek succes en geluk', zei de man, `en beloning voor al mijn inspanningen.' `Dan begrijp ik waarom u zo doet,' antwoordde de rabbijn. `Als u er tenminste zeker van bent dat al die zegeningen zich ergens voor u bevinden. Maar denkt u wel eens aan de mogelijkheid dat zegeningen ook achter u kunnen liggen? Dat ze naar u op zoek zijn en dat het moeilijker voor ze wordt u te bereiken naarmate u harder loopt?’
DE
ZALIGHEDEN VAN DE LACH 9
Zalig zij die aandacht hebben voor de zorgen van anderen en zich niet onmisbaar wanen... Ze zullen zaaiers van vreugde zijn.
DE
ZALIGHEDEN VAN DE LACH
Zalig zij die kunnen glimlachen bij een menselijke stommiteit, en weten dat het hun ook kan overkomen. Zalig zij die verstandig genoeg zijn om zichzelf niet al te ernstig te nemen. Zalig zij die kunnen lachen met hun onhandigheden, want eenvoud siert hen. Zalig die slappe lach, want die is aanstekelijk. Lachen is gratis, wees er gul mee. Zalig zij die lachen omdat anderen lachen, hun hart laat de vreugde binnen. Zalig zij die lachen zonder echt te weten waarom, God weet het.
DE
ZIN VAN DE LEEGTE 10
De wagenmaker maakt dertig spaken in de naaf van het wiel, maar de leegte ertussen maakt de wagen bruikbaar.
DE
ZIN VAN DE LEEGTE
De pottenbakker bouwt klei op en maakt vaten, maar de leegte die omsloten wordt maakt de vaten bruikbaar. De timmerman maakt ramen en deuren in het huis, maar de leegte die zij omsluiten maakt het huis bruikbaar. Het maken van iets geeft voordeel, maar de leegte die ontstaat geeft waarde.
EEN
BLOK MARMER
EEN
BLOK MARMER
11
Een klein meisje bezocht regelmatig een beeldhouwer in zijn atelier. Op een dag bracht een grote vrachtwagen een ruw vierkant blok marmer aan. De kunstenaar begon erin te kappen, dagenlang. En elke dag kwam het kind geduldig kijken, gefascineerd door de kracht en de vaardigheid van de beeldhouwer. Nadat hij wekenlang intensief had gewerkt, werd de gave vorm van een vrouwenlichaam zichtbaar. Toen vroeg de kleine meid aan de kunstenaar; `Hoe wist jij toen ze die steen brachten, dat er zo'n mooie mevrouw in verborgen zat?'
EEN GESCHENK DAT OVER JE WAAKT
EEN
GESCHENK DAT OVER JE WAAKT
12
Een koning gaf een rabbi een kostbare edelsteen als geschenk. Als blijk van zijn dank schonk de rabbi op zijn beurt een geschenk aan de koning. Het bestond uit een kleine houder, waarin een opgerold stukje perkament was geplaatst, met een Schrifttekst erop. Het was een mezoesa om aan de deurpost te bevestigen. De koning verbaasde zich over dat geschenk en zei tot de rabbi: `Ik heb jou een kostbare edelsteen geschonken en nu geef jij mij iets dat niets waard is.' Toen antwoordde de rabbi: `Mijn geschenk en dat van jou zijn niet met elkaar te vergelijken. Jij hebt mij iets gegeven waar ik over moet waken, maar ik geef je een geschenk dat over jou zal waken.'
EEN
LANGE WEG 13
EEN
LANGE WEG
Het is een lange weg die we moeten gaan naar vrede en geborgenheid. Maar… zolang ik jouw hand mag vasthouden en jij de mijne zolang we stappen horen om ons heen, zolang mensen ons volgen en wij de schouders zien van anderen voorop, zolang zal de weg nooit te lang zijn om te gaan.
EEN
MOEDER
EEN
MOEDER
14
Een moeder voelt of het wel veilig is, en doet koud water bij het warme - voor alle zekerheid. Ze wikt haar kind en weet dat het water het lichter maakt. Ze wast het, houdt het vast en laat het niet gaan. Een moeder praat zacht, zingt tegen de pijn en wrijft haar kind droog. Ze legt het weg voor het donker, doet de ogen dicht en laat de deur op een kier - een hemelsbreed verschil als het licht op de gang blijft branden. Een moeder wacht. Haar handen blijven de hele nacht van verlangen wagenwijd openstaan.
EEN
PRACHTIGE GEDACHTE 15
EEN
PRACHTIGE GEDACHTE
Ik schep voor jou de duisternis waarin jij je eigen klaarte kunt ervaren. Jij schept voor mij de kilte waarin ik me aan mijn vuur kan warmen. We scheppen voor elkaar de stilte waarin we elk ons eigen lied kunnen horen. Zo haal ik jou uit de kou en jij mij uit de nacht. We zingen ons lied met gebundelde kracht.
EEUWIGHEID 16
Eén na één doe ik alle geluiden rondom mij uit en leg de wereld naast me neer. Luisterend hoe de ruimte stilte zuigt en hoe langzaam licht zich verspreidt. Vouw ik me open en word heel even een deeltje eeuwigheid.
EEUWIGHEID
Hélène Claeys (14 jaar)
FIJNGEVOELIGHEID 17
Zien hoe er vandaag al een hele nieuwe samenleving groeit in kleine dingen...
FIJNGEVOELIGHEID
Voelen waardoor mensen gedreven worden om in hun eigen omgeving aan het werk te gaan... De sfeer opsnuiven op die plaatsen waar echt gemeenschap gevormd wordt... Verhalen willen horen van mensen die uit diepe dalen zijn omhooggeklommen, dwars tegen alle onrecht en verdrukking in... De smaak vinden om in dit soort leven mee in te stappen... Fijngevoeligheid groeit door oefening. "Moge je liefde steeds rijker worden aan inzicht en fijngevoeligheid in alles, om te kunnen onderscheiden waar het op aankomt!" Fil. 1,9-10
GEDULDIG
WACHTEN 18
Wij die zo vaak de belofte vergeten en de droom uit het oog verliezen,
GEDULDIG
WACHTEN
wij die zo vaak tasten naar een verte en niet duidelijk zien en bewegen, wij hebben broodnodig: wat meer geduld en vertrouwen, dat komen zal wat komen kan, wat meer energie en daadkracht om te doen wat gedaan kan worden, wat meer hoop en toekomst om uit te kijken en te kunnen wachten. Omdat wij maar zijn wie we zijn, kijk naar ons God, en wees van ons geduld de duurzaamheid, van onze energie de blijvende kracht en van onze hoop de uiteindelijke vervulling.
GEEF
ONS KENNIS 19
Geef ons kennis en inzicht, de kracht ook om te ondernemen en niet aan de kant te blijven staan. Maak ons los van vooroordelen, roddel en uiterlijke schijn en laat ons de zwaksten geven waar ze recht op hebben. Onrecht moeten we bestrijden.
GEEF
ONS KENNIS
Wie kwaad spreekt de mond snoeren. Gerechtigheid is onze leidraad. Dan zullen stap voor stap hier en daar onrecht en ongelijkheid verdwijnen. Dan bouwen we aan een wereld waar ieder zich thuis in voelt.
HERBOREN
HERBOREN
20
Als alles anders wordt, kan het dan nog wel weer anders worden...? Als het nooit meer wordt zoals het was, hoe wordt het dan... ? Als ik nooit meer word zoals ik was, wie zal ik dan worden...? Kan ik herboren worden met een litteken in mijn hart, toch weer gelovend in de toekomst en - gehavend toch gegroeid in mens-zijn?
HET
VERHAAL VAN EEN STEEN
HET
VERHAAL VAN EEN STEEN
21
Er was eens een steen van buiten mooi maar van binnen hard en koud. Niet dat die steen dat zelf wou. Eigenlijk wou hij het wel wat warmer hebben, wou hij meer omgeven zijn door zachtheid. Maar de omstandigheden hadden hem zo gemaakt. Jarenlang zat hij namelijk zo pijnlijk verdrukt tussen duizenden andere stenen dat zijn zachte, warme kern helemaal hard was geworden. Diep in hem leefde de herinnering aan die warme zachtheid nog. Maar het leek erop dat hij gedoemd was alleen nog de harde buitenkant te zijn die je van hem ziet. Tot iemand op een dag de steen opraapte en zijn schoonheid bewonderde. De hand was teder en warm en koesterde de steen. Hij omknelde hem niet, maar liet hem vrij wentelen in de ruimte van de handpalm, zodat alle kanten van de steen zichtbaar werden, ook de kanten die zolang verborgen waren geweest. En in dat wentelen in die warme hand voelde de steen zich warmer en warmer worden. De warmte van de hand herinnerde hem aan de warmte in zijn binnenste en daardoor flakkerde zijn gloed weer op. De hand beroerde zijn diepste kern, waardoor die opnieuw ging stralen. De steen wist dat er in zijn binnenste wat gebeurde. Aanvankelijk kon hij het niet geloven: het was ook al zo lang geleden dat hij dat had gevoeld. Toen wou hij het niet geloven: hij was al zo gewend geraakt aan zijn harde kille leven. Maar geleidelijk aan durfde hij te geloven dat deze hand hem opnieuw het leven kon geven. De steen begon te stralen van vreugde. Zodanig zelfs dat hij, zowel vanbuiten als vanbinnen al maar mooier werd.
IK
WENS JE
... 22
Sterke schouders om de zorgen van vandaag en morgen te dragen en om de pijn te ondersteunen die je voelt. Alerte oren om de roepstem van je hart te horen en om de noden van je buren te herkennen.
...
Open handen om wat mensen je in vertrouwen bieden te ontvangen en om je eigen overvloed te delen.
IK
Stralende ogen om het mooie in de Schepping te zien en om God in de mens naast je te ontmoeten.
WENS JE
Onvermoeibare voeten om je eigen levensweg te stappen en om de mens die je verwacht te bezoeken.
Een glimlach om je grote en kleine zorgen te relativeren en om wie stil langs de weg blijft zitten aan te moedigen. Een kloppend hart om biddend te danken in de geborgenheid van God. Een hart, ruim genoeg voor wie er even wil schuilen.
INDIEN 23
Indien de noot zou zeggen; een noot kan geen muziek maken, er zou geen symfonie zijn. Indien de steen zou zeggen; een steen kan geen muur optrekken, er zou geen huis zijn. Indien de druppel zou zeggen; een waterdruppel kan geen rivier vormen, er zou geen oceaan zijn.
INDIEN
Indien de graankorrel zou zeggen; de graankorrel kan geen veld bezaaien, er zou geen oogst zijn. Indien de mens zou zeggen; solidariteit kan de wereld niet redden, nooit zou er gerechtigheid, noch vrede, noch getrouwheid, noch waardigheid in de wereld van de mensen komen. Zoals de symfonie elke noot nodig heeft, het huis elke steen, de oceaan elke waterdruppel, de oogst elke graankorrel, zo heeft de hele mensheid nood aan jou daar waar je bent.
JE
MAG ER ZIJN 24
Je mag er zijn dat weet je toch, of zei ik het te weinig? Je mag er zijn dat merk je toch, of toonde ik het te weinig?
JE
MAG ER ZIJN
Je mag er zijn dat voel je toch aan heel veel kleine dingen. Je mag er zijn, zoals je bent, zo mag je zijn, je hoeft niet meer, niet groter, niet beter en niet anders te zijn. Je mag er zijn op je eigen manier, met je eigen mogelijkheden, je mag er zijn, je mag helemaal jezelf zijn.
KOORDDANSER 25
KOORDDANSER
Ik ben een koorddanser, hoog in de top, varend naar de overkant. Ik zit vol dromen en verwachtingen. De draad is strak gespannen onder mijn voeten. Ik voel me sterk en tot alles in staat. Soms krijg ik de kriebel om eens lekker gek te doen, op één been staan zwaaien... Mensen kijken naar me op. Een luid applaus. Ik durf! Ik ben een koorddanser hoog in de top. Het circus kijkt ademloos toe. Hoe ver is de overkant? Hoe sterk is de draad? Soms voel ik me heel alleen en onzeker. Wat verwachten ze van mij? Kan ik het wel aan? Voetje voor voetje schuifel ik verder, steeds verder door het vermoeiende applaus, opgejaagd door het ritme van elke dag, verblind door blikvangers om me heen. Ik voel hoogtevrees. Wat gaat er in mij om? Ik ben een koorddanser, hoog in de top, op zoek naar evenwicht.
NIEUWJAARSWENSEN 26
NIEUWJAARSWENSEN
Ik zou je willen wensen dat de zon iedere dag voor je schijnt, dat wie je liefheeft dat ook iedere dag zal doen, dat je volle vervulling vindt in je werk, dat je iedere dag tevreden mag zijn over jezelf, dat je je goed mag voelen in je vel, dat je vergiffenis krijgt wanneer je ze vraagt, dat je... Ik weet echter dat in het nieuwe jaar de regen weer van de partij zal zijn, de liefde niet altijd koesterend zal zijn, je werk soms zwaar en vervelend is, je zelfbeeld moeizaam om dragen en vergiffenis je niet steeds geschonken wordt... Daarom wens ik je dat je het leven mag nemen zoals het komt en in zijn wel en wee een gelukkig mens mag worden.
OM
ELK UUR VOLUIT TE LEVEN 27
Geloof zo in jezelf dat je falen je niet onmoedigt om het vandaag beter te doen.
OM
ELK UUR VOLUIT TE LEVEN
Houd zo van de mensen dat jouw pijn je niet belet met het verdriet van anderen mee te leven. Blijf zo eenvoudig dat jouw succes je de ogen niet doet sluiten voor de onmacht van anderen. Neem je voor om zo sterk te zijn dat de angst voor morgen vandaag de vrede niet doodt in je hart. Wees zo streng voor jezelf dat je van anderen nooit eist wat je zelf niet aankunt. Blijf zo eerlijk dat je niet blind wordt voor eigen fouten. Houd zo van het leven dat je geen uur in humeurigheid verloren laat gaan. Besef dat je zo kwetsbaar bent dat ook jij nood hebt aan vriendschap en aan de trouw van God.
OVER
ZAND EN STEEN 28
OVER
ZAND EN STEEN
Een verhaal vertelt over twee vrienden die door de woestijn liepen. Op een moeilijk moment tijdens de reis kregen ze ruzie en de ene vriend sloeg de ander in het gezicht. Degene die geslagen werd, was gekwetst. Maar zonder iets te zeggen schreef hij in het zand: "Vandaag sloeg mijn beste vriend mij in het gezicht." Ze liepen verder totdat zij een oase vonden, waar ze besloten een bad te nemen. Degene die geslagen was, raakte vast in de modder en dreigde te verdrinken. Maar de vriend redde hem. Nadat hij was bijgekomen, schreef de eerstgenoemde op een steen: "Vandaag redde mijn beste vriend mijn leven." De vriend die had geslagen en zijn beste vriend gered had, vroeg hem: `Nadat ik je geslagen had, schreef je in het zand. En nu, nu schrijf je op een steen. Waarom?" Zijn vriend antwoordde hem: "Als iemand ons pijn doet, moeten we het in het zand schrijven, waar de wind van vergeving het kan uitwissen. Maar als iemand iets goeds voor ons doet, moeten we het in steen graveren, waar geen wind het ooit kan uitwissen.”
OVERVOLLE
TREINEN 29
OVERVOLLE
TREINEN
De treinen waren overvol, ‘t was een gedrang en een gehol, ze kwamen van heinde en ver, de burgers en de militairen, ze lachten met elkaar of praatten van kerstverlof -een hele week het kon niet op! `t Geheel leek een bonte stoet van kermisklanten, belust op nog wat jaarrestanten. En toen de trein op tijd vertrok, was `t barstensvol tot aan de nok. Hoe moeilijk sommigen ook stonden, waren ze blij dat ze reizen konden naar wintersport, Parijs of Londen, hun zakken vol met euro’s en ponden. Maar onder hen, haast niet te zien, was ook een knaap van een jaar of tien. Geheel alleen was hij gekomen en stond wat voor zich uit te dromen. De conducteur die zag het kind en vroeg: `Waar is de reis heen, mijn vriend?' `t Kind schrok en zei met zachte stem: `Ik wil zo graag naar Betlehem, ik heb mijn spaarpot meegebracht.' Toen werd het stil, o stille nacht, niet één had daar nog aan gedacht.
PROBEER
HET MAAR EENS 30
Probeer het eens: anders om te gaan me je tijd. Tijdrovende dingen afbouwen om tijd vrij te hebben voor wat zolang al bleef liggen.
PROBEER
HET MAAR EENS
Probeer het eens: anders om te gaan met je geld. Geldopslorpende dingen loslaten om geld vrij te hebben voor wat je meer mens maakt. Probeer het eens: anders om te gaan met God. Godverwensende woorden afbouwen om woorden te spreken die vertrouwen geven. Misschien zal je na 40 dagen een houvast vinden om hiermee verder te gaan. Probeer het toch eens!
TIJDSBESPARING
TIJDSBESPARING
31
`Goedendag,' zei de kleine prins. `Goedendag,' zei de koopman. Hij verkocht uitstekende dorstlessende pillen. Men slikt eens in de week een pil en men voelt nooit nog de behoefte om te drinken. `Waarom verkoop je die?' vroeg het prinsje. `Het is een grote tijdsbesparing,' zei de koopman. `De geleerden hebben het uitgerekend. Je spaart drieenvijftig minuten in de week.' `En wat doe je dan met die drieenvijftig minuten? ' Daar doe je mee wat je wilt.' `Als ik drieenvijftig minuten over had,' dacht het prinsje bij zichzelf, `dan liep ik heel rustig naar een bron’.
TOEN 32
Toen, in een huis waar deuren noch vensters sloten, werd een Kind geboren. Herders zonder huis hoorden het, kwamen erop af en mochten binnen.
TOEN
Wijzen ver van huis zagen het, kwamen erop af en mochten binnen. Vandaag aan onze huizen waar deuren en vensters goed sluiten en wij binnen Kerstmis vieren, kloppen nog steeds mensen aan die zonder huis of ver van huis hopen dat ze net als toen binnen mogen.
VAN
DAG TOT DAG 33
De herders zijn teruggekeerd naar hun schapen. Maar hun hart was hetzelfde niet meer. En in hun ogen blinkt nog na de glimlach van het Kind. De wijzen zijn teruggekeerd naar hun verre Oosten. Maar hun weg was dezelfde niet meer. En in hun hart glinstert nog steeds de glimlach van het Kind.
VAN
DAG TOT DAG
Wij treden weer in het alledaagse en ons leven herneemt zijn loop. Ook wij zijn dezelfde niet meer, want in ons blijft glinsteren de glimlach van het Kind.
VERWACHTEN 34
“Van jou had ik niet meer verwacht!” Ze boog haar hoofd en kneep haar vuisten samen. Een jaar verknoeid. Alweer een kansje minder. "Van jou had ik meer verwacht! " Ze zijn weer niet tevreden. Nooit is het goed voor hen. Alweer eens niet geslaagd.
VERWACHTEN
"Ik verwacht veel van je! " Een wereld gaat open. Er is weer toekomst en uitzicht. Misschien nog eens proberen. "Ik verwacht je! " Er is iemand die om me geeft,voor wie ik meetel. Ik groei. Het gaat maar om nuanceverschillen, zeker?
WAT
IS WATER
...? 35
WAT
IS WATER
...?
Twee vissen zwemmen in de Maas. `Wat is water?', vraagt de één aan de ander. Het is een vraag die iets existentieels heeft voor een vis. De leraar-vis en evenmin de professor-vis kunnen een ant-'woord' geven. De vissen zijn moedeloos: het zwemmen langs stromen en kanalen lijkt tevergeefs en zinloos. Maar als ultieme poging doet professor-vis een voorstel: ga naar de Noordzee! Daar is een oude wijze vis. Die ziet de dingen soms anders. Van stromen en kanalen naar een zee zwemmen is als een woestijntocht voor die vissen. Tegenstroom en tegenwind, veel moeite om waarheid te vinden. Halverwege de tocht ziet een van de vissen het niet meer zitten. Hij wil terugzwemmen naar de vertrouwde rivier. De andere overtuigt hem echter: `hou vol'... `vat moed'... `heb geen angst'...'recht je vinnen en zwem'... De wijze vis op de zandbank vraagt: `Mag ik er zijn voor jullie... waarmee kan ik helpen?' 'Wat is water?', vragen ze. `Dat' zegt de wijze vis, `kan ik niet ver-woorden. Het enige dat ik kan zeggen is: zonder water kan je als vis niet leven'.
VOOR
DE KINDEREN 36
VOOR
DE KINDEREN
Ik vraag u niet mijn kinderen verdriet en tranen te besparen, een mens sterft niet van tranen en verdriet, ze horen bij het leven, niemand die er onderuit kan, dat is dus de kwestie niet. De kwestie is: maak de kinderen niet vroegtijdig moedeloos, gun ze de tijd om vaste grond onder de voeten te krijgen. Zorg er mee voor dat ze zich gewapend weten. Moffel de vreugde niet weg, spreek, als je het over de nacht hebt, ook over de schittering van de sterren. Spreek, als je het over de woestijn hebt, ook over de wonderlijke tekeningen die de wind in het zand heeft geblazen. Ik bedoel: onthou ze geen informatie over agressie en oorlog en uitbuiting, maar laat ze hun dromen behouden, sla niks definitief aan scherven vooraleer ze tot interpreteren in staat zijn.
VOOR
ELKE TOCHT 37
VOOR ELKE TOCHT
Voor elke tocht is er een ster, een woord, een teken, een weg, een uitweg, een terugweg als het moet. Voor elke tocht is er een ster, een vriend, een hand, een huis, een thuis, een boek, een beeld, een lied misschien. Voor elke tocht is er een ster, voor ieder mens, voor oud en jong die wijs wil heten, voor iedereen die zoekt naar redding en naar recht. Voor elke tocht is er een ster, die wijzen brengen zal waar het wonder van het leven in eenvoud wordt getoond, waar Gods liefdevol geven in kinderogen woont. Voor elke tocht is er een ster.
VREDEWENS 38
Alleen die rijst die we samen delen, voedt. Alleen het water dat we samen drinken, lest onze dorst. Alleen de strijd die we samen voeren, brengt bevrijding. Alleen die kleren die we samen delen, maken mooi.
VREDEWENS
Alleen de woorden die we samen vinden, zijn verstaanbaar. Alleen de weg die we samen gaan, heeft een doel. Alleen het doel dat we samen stellen, is bereikbaar. Alleen de vrede die we zelf maken, wordt wereldwijd.
VREUGDE
VINDEN 39
Wie even de problemen durft opzij te zetten, vindt het geduld en de moed om ze juister en sterker aan te pakken. Er is kans dat de kramp hem verlaat, dat er licht door de reten valt, dat hij vreugde vindt.
VREUGDE
VINDEN
Vreugde is een bron van kracht. Ze belet hem te panikeren, ondergedompeld te worden in een uitzichtloze nacht, wanhopig te worden bij het oproeien tegen de stroom in. Om die vreugde te vinden moet men de tijd nemen om rustig te worden, zodat iemand kan binnenkomen die tijd neemt en inspiratie en hoop geeft. We hebben het bidden verleerd en zijn er alleen maar armer door geworden. We hebben een rijkdom van problemen aan te bieden maar problemen worden maar opgelost door rijkdom van hart en geest.
VRIJWILLIGER
ZIJN 40
VRIJWILLIGER
ZIJN
Voor jou wil ik vrij zijn, me vrij maken en mijn tijd delen, je mijn aandacht en mijn zorg schenken. Ik mag je verhaal beluisteren en samen stappen, wel een eind dezelfde richting uit. Zo kom ook jij binnen in mijn verhaal. Voor jou sta ik vrijwillig op de bres en wil graag een stut zijn, een anker, een herkenningspunt, een lotgenoot... Je leert me vrijwillig en ongevraagd te geven. Zo maak je me rijker, laat je me groeien en de kiem die ieder in zich draagt, en deugd beleven aan mijn inzet voor jou. En gaandeweg wordt vrij-blijvend vrij-willig. Geven wordt ontvangen. Opdracht wordt geschenk. Delen wordt rijkdom. Je doet me ervaren hoe gelukkig het maakt samen met zoveel anderen te mogen bouwen aan een stukje wereld waar God handen en voeten krijgt. Daarom bid ik dat de andere steeds mijn wegwijzer mag zijn die mij leidt naar het mysterie in elk van ons. Want in ieders gelaat, God, mag ik u ontdekken als kern en zin van mijn bestaan
WIJ
HOPEN 41
WIJ
HOPEN
Wij hopen dat alle herders en engelen onder ons zich uit de vleugels blijven werken om onze wereld een beetje menselijk te houden. Wij hopen, deprimerende nieuwsberichten ten spijt, op een menswaardige toekomst voor onze kinderen. Laten we elkaar ook volgend jaar op handen dragen. Niet alleen de kerstlammekes, ook het zwarte schaap, niet alleen de vedetten, ook de stille en vergeten mensen, niet alleen tijdens deze feestperiode, maar ook elke doodgewone dag van het gezegend nieuwe jaar.
WOORDEN 42
Als je zegt dat je iets belangrijk vindt en waardevol, maar in je dagelijks leven maak je geen tijd om hetgeen je zegt belangrijk te vinden, is het duidelijk dat je het eigenlijk niet belangrijk vindt.
WOORDEN
In werkelijkheid heeft alleen dat waar je je tijd aan geeft, waarde in jouw ogen. De rest zijn woorden.
ZOALS
VOGELS 43
ZOALS
VOGELS
Zoals vogels hun nest vlechten en spinnen hun web rijgen, zoals vissers hun netten boeten en bomen zich vastwortelen, zo zoekt een mens mens te worden in een netwerk van verbondenheid. Vasten: je isolement doorbreken, levensdraden aanhalen, weer aarden in de levenskring, breuken van onrecht overbruggen, grenzen verbreken, zielsgenoten worden en je verankeren in het stille, onuitsprekelijke mysterie. Het verbond vernieuwen met wat je niet loslaten mag.
NEEM
JE TIJD 44
Neem je tijd, om wijsheid te halen uit de fouten die je gisteren bedreef, om je de goede dingen te herinneren die je in lengte van jaren blijdschap kunnen geven,
NEEM
JE TIJD
om schoon schip te maken met wat je vandaag nodeloze zorgen geeft, om de schaarse momenten van zorgeloos genieten wat langer te laten duren, om precies te doen waarin je zin hebt en om af en toe zalig niets te doen, om geen enkele kans om gelukkig te zijn zomaar over te slaan en begin daarmee vandaag.
VANDAAG 45
VANDAAG
Door bezig te zijn met gisteren en morgen gaat veel vandaag verloren.
IK
WENS JE 46
Ik wens je veel geduld met je fouten en besef maar dat ook anderen last hebben van minstens drie gebreken die ze moeilijk kwijtraken,
IK
WENS JE
veel moed om je pijn te verduren en vergeet maar niet dat de tijd ook zijn werk doet en alle wonden zal helen, veel begrip voor anderen en denk daarbij dat ieder zoals jij het recht heeft om op zijn ritme te leven, vertrouwen in de toekomst omdat je weet dat de tijd van God is die ook het kwade ten goede keert.
VAKANTIE 47
VAKANTIE
God, geef mij een hart dat vakantie kan nemen, zich even kan losmaken uit het gareel van de zorg en verantwoordelijkheid, dat, los en vrij, de aarde kan proeven en ruiken, en de lucht en het water en de mensen erbij. Geef mij een hart, God, dat klein als een kind, de verrassing beleeft van elke nieuwe morgen en elke nieuwe horizon dat zich laat drijven op de wolken en rusten in een ondergaande zon. Geef mij een hart dat nog op de uitkijk staat naar vreemde mensen en andere dingen en gelukkig zijn om hun anders-zijn. Geef mij een hart, dat nog kan spelen en alles kan vergeten bij een bal in het water of een kind in het zand. God, geef mij een hart dat vakantie kan nemen zoals Gij, op die zevende dag, toen alles weer goed was, wat Gij had gemaakt.
FEEST 48
Wie geen tijd heeft en wie geen tijd te verliezen heeft, kan niet feesten. Feesten is wandelen tot ver in de herinnering tot daar, waar we elkaar al eerder hebben ontmoet.
FEEST
Feesten is luisteren en vertellen mekaars pijn genezen met het eten gisteren verteren met humor erger bezweren. Feesten is dankbaar genieten van de vreugde van het samenzijn en thuis achterlaten alle wrok en elke vijandigheid. Feesten is gulhartig zijn schenken uit ‘t beste vat en goedmoedig vergeten alle krenterigheid. Feesten is het leven vieren in zijn grillige en opwindende vormen. Feesten is spelen als een kind. Feesten is het hart heffen en het glas nog luider dan alle muziek. Feesten is klinken op morgen.
DON BOSCO -
ALS WE MOE ZIJN 49
DON BOSCO -
ALS WE MOE ZIJN
Als wij moe zijn, van leeftijd en werk, als wij meer bewogen worden dan bewegen, als wij opzien tegen de taak en de opdracht aan ons toevertrouwd, zeg ons dan, don Bosco, waar gij die vreugde blijft halen. Als het geloof in de zinvolheid van ons werk afzwakt, als we uitgekeken geraken op jonge mensen van vandaag, zeg dan in ons don Bosco, een nieuw alfabet van bewogenheid. Als we onze aandacht te veel richten op organisatie en structuren en het contact verliezen met de jonge mensen om wie het toch gaat, zeg ons dan, don Bosco, waar gij uw vreugde blijft halen. Als wij telkens opnieuw geloven in don Bosco's manier van opvoeden, als wij aandachtig en gevoelig blijven om hierin te groeien, leg dan in ons, don Bosco, een nieuw alfabet van bewogenheid. Als wij wegen zoeken om ons ook vandaag nog te laten aanspreken door don Bosco's geest en levensstijl, als wij hardnekkig werk maken van een eigentijdse invulling van zijn erfgoed, zeg ons dan, don Bosco, waar gij uw vreugde en enthousiasme zijt blijven halen.
DON BOSCO - DE
DROMER 50
Neen, Jan was geen dagdromer. Geen 'zwever' die met zijn hoofd in de wolken leefde.
DON BOSCO - DE DROMER
Hij was wel een man met idealen. Idealen, die hij haalde uit zijn geloof en zijn dromen. Op 9-jarige leeftijd de eerste en de voornaamste droom. Later kreeg hij al dromend nog vele aanmoedigingen en oproepen om zijn werk verder te zetten. Voor hem waren dromen geen bedrog. Integendeel. En Jan had nog andere dromen: die vertelde hij in zijn avondwoordjes aan zijn jongens: de droom van het reddingsvlot, van de rozen, van de olifanten, van zijn missies in Patagonie. Zovele jongens werden persoonlijk aangesproken omdat don Bosco hen herkend had in zijn dromen. Jan Bosco liet zich leiden door zijn dromen. Hij zag daarin een vingerwijzing van God.
DON BOSCO - 1 51
Don Bosco een naam die verwijst naar inzet voor jongeren, naar scholen en jeugdwerking.
DON BOSCO - 1
Een naam die een werkwijze typeert waar hartelijkheid, waar geduldig luisteren en begrijpend spreken, waar geloof en vertrouwen centraal staan. Een naam die herinnert aan een leven vol creativiteit, durf en vriendschap, aan soberheid en hard werk, aan vreugde en samen gelukkig zijn, aan doorzetten en volhouden in een totale gave van zichzelf voor jongeren in nood.
DON BOSCO - 2 52
Een foto aan de muur, een foto van een man met een troep jongens om zich heen, een man met een stralende glimlach, een glimlach vol vreugde en geluk. Een man in een stad vol ellende, een stad met joelende jongens rond een vrolijke man op een plein ergens in Turijn.
DON BOSCO - 2
Een weekend man voor een oud huis, een oud huis dat een thuis voor jongens werd, jongens van de straat, bandietjes die geluk vinden bij een gelukkig man. Een biddend man bij zijn moeder, een moeder die hem altijd heeft bijgestaan. Haar wens: blijf steeds arm om de armen de weg te wijzen, werd gehoord door een arme man. Een oude man tussen twee ruziënde jongens die later als salesiaan vertrokken naar een andere stad vol ellende met de ene naam van die ene man: Jan Bosco.
DON BOSCO - 3 53
DON BOSCO - 3
Jij was een man die van mensen hield, van jonge mensen vooral, en jij deed dat zo dat velen konden zeggen: hij hield van mij alsof ik er alleen was. Dit kwam omdat je nooit iemand in de steek liet, omdat je ook je laatste stuk brood kon delen, je huis, je kamer, je matras, je zetel, je kon het allemaal afstaan als het om jonge mensen ging. Je liefde was geen vroom gebaar, geen ver evangelie, geen gezochte naastenliefde maar een warm hart, echte ontroering en doorleefde aandacht in de vorm van je laatste stuk brood. Liefde, we dragen ze allen in ons vaandel, verpakken ze gemakkelijk in mooie woorden, maar wij kijken weg, over de schouders heen van wie geen brood, geen vriend, geen huis, geen toekomst heeft. Ook vandaag zouden mensen van ons zeggen: 'Hij hield heel veel van mij' als we begonnen met een stuk brood en een warme vraag van interesse, als we handelden zoals don Bosco handelde.
DON BOSCO - 4 54
DON BOSCO - 4
Ook vandaag nog is het de moeite waard te kiezen voor wie klein en weerloos is, tot bevrijding te brengen wie bedreigd en doelloos door het leven loopt. Ook vandaag nog is het de moeite waard met hartelijkheid en redelijkheid mensen te benaderen, meer te kiezen voor overleg dan voor autoriteit, meer te steunen op kwetsbare nabijheid dan op een veilige afstandigheid. Ook vandaag nog is het de moeite waard te opteren voor de langzame weg van iets uit te bouwen samen met jonge mensen, liever dan te lopen langs de vlugge baan waar je alles alleen en beter doet. Ook vandaag nog is het de moeite waard om zich te laten boeien en inspireren door don Bosco die ons hierin is voorgegaan.
DON BOSCO - 5 55
DON BOSCO - 5
Bij Don Bosco wist eenvoudigweg iedereen dat hij ernstig genomen en bemind werd. Op een of andere manier hadden ze dat allemaal aan den lijve ondervonden. Zoals die leerling in het kapperssalon: hij had nog geen client onder handen gehad, toen Don Bosco binnenkwam en geschoren wilde worden, maar "door die leerjongen!" "U weet niet wat U te wachten staat, eerwaarde" viel de kapper in, "de jongen heeft nog geen scheermes gehanteerd". Hij moet toch eenmaal beginnen, niet ? Kom op, niet getalmd en getreuzeld. Alleen mijn neus moet je laten staan. Onder de bezorgde blik van de baas en heel behoedzaam begon de knaap Don Bosco in te zepen en te scheren. Nu ja, een paar onbeduidende schrammetjes zag je wel. Maar Don Bosco's lof was eerlijk en verdiend. Zo won Don Bosco vrienden en kon hij helpen. Want vaak kwam het voor dat zo'n jongen noch vader noch moeder had en vertrouwen heel hard nodig had.
DON BOSCO - 6 56
Mensen kunnen andere mensen tot inspiratie zijn, tot voorbeeld en tot kracht, een licht op hun weg.
DON BOSCO - 6
Mensen kunnen hun dromen herkennen in de dromen van anderen, zichzelf terugvinden in de levensstijl en idealen die anderen, naast en voor hen, beleefd en verwoord hebben. Mensen staan altijd in een geschiedenis van ideeën en verwachtingen die anderen ontwikkeld en gedroomd hebben. Zo delen wij in de traditie van Don Bosco en leven, bewust soms, vaak onbewust en zelfs vanzelfsprekend, in een erfgoed van gewoonten en waarden, van woorden en stijlelementen die ons dagelijks leven, ons doen en laten klank en kleur geven. Gods aanwezigheid in ons midden krijgt steeds het gelaat van concrete mensen. Vandaag krijgt ze gestalte in de figuur van Don Bosco. Omwille van hem zijn wij hier aanwezig om te danken en te vieren alles wat ons samenbrengt en samenhoudt in zijn naam. Laten wij dan met hart en ziel erbij zijn.
DON BOSCO - 7 57
DON BOSCO - 7
Wat Don Bosco ons vandaag van harte toewenst is dat je het leven aandurft. Durf sterk te leven, vrees de hellingen en de bergen niet. Beklim ze, overwin ze. Blijf niet futloos slenteren in het dal. Vergaap je niet aan waardeloze dingen. Zorg dat er morgen, door jou toedoen meer gerechtigheid, meer solidariteit, meer vrede mag groeien op onze, op Gods aarde.
DON BOSCO - 8 58
DON BOSCO 8
Don Bosco, we kennen je als een verhaal uit het verleden, jaren terug gelezen in het stripverhaal of gehoord tijdens een les of een bezinning. Er is - na zovele jaren wel iets blijven hangen: het verhaal van de hond, die grijze, die je op de meest onmogelijke momenten ter hulp kwam; of je goocheltrukken, of je grote bezorgdheid voor je jongens; iets is zelfs blijven hangen van de dingen die je verricht hebt: scholen gebouwd, boeken geschreven, reizen naar Rome, Spanje, Frankrijk; en wat ongelovig hebben we zelfs geluisterd naar vele wondere dingen die je deed. Je bent voor ons geen vreemde meer. En toch, wat weten wij van je tenzij een hele serie uitwendigheden, dingen die je deed, die je verricht hebt? Wat weten we van je dromen? Van je diepste bedoelingen? Je bent toch wel een toffe kerel geweest, maar als ze vertellen hoe diep gelovig je was, hoe je vasthield aan God, dan begint je verhaal wat minder boeiend te worden, dan kijken wij de andere kant uit. Nochtans heb je gezegd - weten we dat ook? - "Geef me zielen, houd de rest".
DON BOSCO - EEN
DOORZETTER 59
Heel zijn leven was voor Jan Bosco een doorzetten. Zowel toen hij klein was als toen hij bij zijn jongens stond was zijn leuze: volhouden, het niet opgeven.
DON BOSCO - EEN
DOORZETTER
Volharden om te kunnen studeren, om priester te worden, om een plaats te vinden voor zijn jongens. Volhouden tegen allen die hem en zijn jongens tegenwerkten. Hij werd weggejaagd, voor zot verklaard. Hij kende tegenslagen allerhande: armoede, ziekte, storm, overvallen... Toch gaf hij het niet op. Hij had de kracht om het vol te houden. Ook als het moeilijk werd. Heel moeilijk zelfs. Jan was een taaie doorzetter.
DON BOSCO - EEN
LEEG BEELD 60
Don Bosco heeft een groot nadeel; wij hebben hem pas leren kennen toen hij reeds alles had gerealiseerd, waarvan hij eenmaal had gedroomd.
DON BOSCO - EEN
LEEG BEELD
Wij horen zijn naam, en denken onmiddellijk aan een tehuis of een school, aan een congregatie, mannen en vrouwen die zijn ideaal verder dragen, aan een heilige, een volmaakte maar verre figuur. Maar achter dat alles gaat eigenlijk een boeiende figuur schuil, een rijkgevuld leven, een speelse jongen, die heel wat moeilijkheden moest verwerken, een vitale jonge kerel die van aanpakken wist, een doorbijter, een man die op mensen durfde rekenen omdat hij van hen hield, een diepgelovige priester. Zou hij ook voor ons niet méér gaan betekenen als we hem zo eens bekeken?
DON BOSCO -
EEN MAN DIE NIEMAND WEGSTUURDE 61
DON BOSCO - EEN
MAN DIE NIEMAND WEGSTUURDE
Hij stuurde nooit iemand weg, nooit, als men een beroep op hem deed. Buiten, de straat en de eenzame nacht waren vijanden waaraan hij geen mens overleverde. Hij stuurde niemand weg maar deed zijn deur altijd open voor een verkleumde jongen van vijftien, voor een woedende vader, voor een ontmoedigd man en een berouwvolle zondaar, voor een controlerende politieagent en een statige bisschop, maar toch het liefst voor een verkleumde jongen van vijftien. Hij stuurde echt niemand weg die als een eenzame aan zijn deur kwam kloppen. Vandaag nog dolen mensen door de straten van ons eigen leven en kloppen aan de deur van ons hart. Het kan een vriend zijn of een vreemde; ook nu nog komt er warmte en vrede als we zeggen kunnen: Kom binnen. We hebben je gezien. Wij sturen nooit iemand weg. Ook nu kunnen wij mensen gelukkig maken en hun houvast bieden als we doen zoals don Bosco.
DON BOSCO - EEN
MAN DIE VAN MENSEN HIELD
DON BOSCO - EEN
MAN DIE VAN MENSEN HIELD
62
Don Bosco was een man die van mensen hield, van jonge mensen vooral, en hij deed dat zo dat velen konden zeggen: hij hield van mij alsof ik er alleen was. Dit kwam omdat hij nooit iemand in de steek liet, omdat hij ook zijn laatste stuk brood kon delen. Zijn huis, zijn kamer, zijn matras, zijn zetel ... Hij kon het allemaal afstaan als het om jonge mensen ging. Zijn liefde was geen vroom gebaar, geen ver evangelie, geen gezochte naastenliefde, maar een warm hart, echte ontroering en doorleefde aandacht in de vorm van zijn laatste stuk brood.
EEN
MAN DIE VERTROUWEN SCHONK 63
EEN
MAN DIE VERTROUWEN SCHONK
Vertrouwen geven, dat kon don Bosco, onverhoeds, onverwachts, vermetel soms; mensen oproepen en uitdagen en zeggen: jij kunt het! Ik weet dat jij het kunt! Jonge mensen opnemen in zijn eigen enthousiasme en overtuiging en hen verwarmen met zijn eigen dromen, deelgenoot maken van zijn plannen. Er werd iets wakker in hen, verbazing werd zekerheid, twijfel werd kunde. Aanstekelijk werkte het op die jonge handen en harten. Want dat was het wonder: zij begonnen in hun eigen kunnen te geloven en groeiden boven zichzelf uit en deden ongehoorde dingen. Zij werden don Bosco's armen op andere plaatsen, een verlengstuk van zijn liefde. Vertrouwen geven, niet uitkijken naar jaren, niet luisteren naar het ongeloof van de buitenstaander maar zijn mensen in de ogen kijken en fascineren met zijn plannen, dat deed don Bosco.
DON BOSCO - EEN
MAN MET WERELDWIJDE AANDACHT 64
DON BOSCO - EEN
MAN MET WERELDWIJDE AANDACHT
Zijn aandacht bleef niet beperkt tot mensen en dingen in de buurt. Hij wist, verderop, nog een wereld aanwezig. En die wereld was meer voor hem dan een onverschillig persbericht: er leefden mensen, mannen en vrouwen, hele volken, jongeren vooral die de kans niet kregen te groeien tot mens, die in verdrukking leefden, uitgebuit, in de hoek geduwd. Ook naar hen ging zijn aandacht, zijn priesterlijke bewogenheid. Hij kon dromen, jong en enthousiast, en zijn mensen bezielen om ver in de vreemde kansen en bevrijding te bieden, missionaris te zijn. Dat is ook vandaag mogelijk als onze aandacht verder gaat dan onze eigen kring; als een TV-beeld over honger en uitbuiting niet het zoveelste beeld in de rij is maar ons hart raakt tot in de diepte.
DON BOSCO - EEN
MAN VAN EDELMOEDIGE INZET
DON BOSCO - EEN
MAN VAN EDELMOEDIGE INZET
65
Inzet. Zich inzetten. lets doen voor anderen. Dat allemaal was don Bosco niet vreemd. Wanneer het voor zijn jongens was, was niets hem teveel. Dag en nacht zette hij zich in. Werken tot hij ziek werd of erbij in slaap viel. Hij had tijd te weinig tijd om alles te doen. Zoveel plannen had hij. Deze onvoorwaardelijke inzet had hij geleerd toen hij kleine jongen was. Toen reeds zette hij zich bij zijn kameraden in om hen gelukkig te maken: vertellen, koorddansen, goochelen. Heel zijn leven door dacht hij aan de anderen, nooit aan zichzelf. Is het dan te verwonderen dat de dokter op 't einde van zijn leven over don Bosco zei dat hij zo versleten was als het oude kleed dat hij droeg.
DON BOSCO - EEN
MAN VOL VERTROUWEN 66
Een man vol vertrouwen die durfde doorgaan ook als er geen uitzicht was, die stappen durfde zetten ook als er nog geen weg gebaand was.
DON BOSCO - EEN
MAN VOL VERTROUWEN
Een man vol vertrouwen die zich durfde engageren ook als hij geen zekerheid had, die verder deed ook al had hij niet alle touwtjes in handen. Een man vol vertrouwen die niet opgaf als iets tegensloeg, die niet altijd beredeneerde of hij zijn vingers niet zou verbranden, die zich niet liet leiden door angst of twijfel. Een man vol vertrouwen die niet vroeg: zal het gemakkelijk gaan, maar die risico's durfde nemen vertrouwend op de goedheid van mensen en op die van God. Een man van vertrouwen! Hoe zou het leven zijn, hoeveel vriendschap zou er groeien, hoeveel toekomst ontluiken als wij zo waren!
DON BOSCO - EEN
WEGWIJZER 67
Don Bosco, een wegwijzer. Hij voelde jonge mensen aan en gaf hen een houvast in hun zoeken.
DON BOSCO - EEN
WEGWIJZER
Don Bosco, een wegwijzer. Hij gaf en wekte vertrouwen en riep mensen op, zodat onverschilligheid bewogenheid werd. Don Bosco, een wegwijzer. Zijn deur stond altijd open en hij zond niemand weg. Don Bosco, een wegwijzer. Zijn hart kon luisteren naar groot en klein verdriet, naar verhalen van vreugde en toewijding. Don Bosco, een wegwijzer. Hij was een teken van hoop en dramatiseerde geen enkele situatie. Don Bosco, een wegwijzer. Hij wist zijn kennis over te dragen en had steeds oog voor de gehele mens. Don Bosco, een wegwijzer. Hij beleefde en toonde dat God zich laat ontmoeten in mensen die wegwijzers zijn.
DON BOSCO - EEN
MAN DIE KON LUISTEREN 68
DON BOSCO - EEN
MAN DIE KON LUISTEREN
Naar mensen luisteren, naar hun klein en groot verdriet, dat kon don Bosco. Uren lang, rustig en bedachtzaam, oor en hart zijn voor velen, getuige van wondermooie dingen en ook van diep menselijk leed. Luisteren, gewoon gekluisterd zitten op zijn stoel en horen in dit volgend verhaal hoe mensen proberen te leven, en in een nieuw verhaal hoe mensen verdrukt en vernederd worden. Luisteren en een hele wereld van zonde en onmacht, van ruzie en twijfel, van vreugde ook en toewijding in zich opnemen: even het leven delen van zovele mensen en ze dan weer uit handen geven met de pijn niet alles te kunnen oplossen en met de vreugde even aandacht en liefde te zijn geweest. Luisteren en gelukkig zijn om iedere glimlach waarmee een mens buiten ging en verdrietig zijn om ieder vloek waarmee de deur werd dichtgegooid. Luisteren en tijd maken voor mensen, het doet ook ons gelijken op don Bosco, het doet ook ons mensen hun glimlach teruggeven.
DE
GESCHIEDENIS AAN HET WOORD
DE
GESCHIEDENIS AAN HET WOORD
69
Een avond in mei 1867. Het regent pijpestelen. Een jongen van 15, doodmoe en verkleumd, staat op de deur te bonken. Don Bosco laat hem binnen, geeft wat te eten en laat de jongen zich warmen en drogen aan het vuur in de keuken. En dan? De jongen heeft geen thuis, geen geld, geen onderkomen. De vorige weken had Don Bosco nog enkele jongens in huis opgenomen. Ze waren met dekens en al wat ze vonden en konden dragen, vertrokken. Hij kijkt naar de schamele jongen. Wat te doen? De jongen snikt zachtjes: “Stuur me niet weg.” Don Bosco haalt zijn matras van zijn bed, legt ze op enkele stenen voor het vuur en zegt: “Je mag hier blijven, zolang als het nodig is. Don Bosco zal je nooit wegsturen.” Het is zijn eerste intern. Op het einde van het jaar zijn het er zeven. Het zullen er duizenden worden.
TER
AFSLUITING VAN DE BUNDEL 70
HET IS NIET OMDAT DINGEN MOEILIJK ZIJN, DAT WE NIET DURVEN,
TER
AFSLUITING VAN DEZE BUNDEL
MAAR ZE ZIJN MOEILIJK OMDAT WE NIET DURVEN.