08_052320_Kwalon3_langendijk
01-11-2005
12:16
Pagina 92
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
De kleine boodschap Een kwalitatief onderzoek naar teksten en tekeningen op het openbare toilet Ena Langendijk
Inleiding: Graffiti als uiting van cultuur en identiteit Al zolang de mensheid bestaat, wordt er op muren geschreven en getekend. Graffiti komen overal ter wereld voor en iedereen is er wel eens mee in aanraking gekomen. Bij graffiti denken de meeste mensen aan de tekeningen, die op muren zijn gespoten. De term omvat echter veel meer dan alleen deze spuitbusuitingen. Het woord graffiti is afgeleid van het Italiaanse werkwoord ‘graffiare’ wat krabben of krassen betekent. Ook het Griekse ‘grafo’ of schrijven is erin terug te vinden. Het enkelvoud is graffito en betekent letterlijk ‘kleine krabbel’ of ‘het ingekraste’. Onder graffiti kan alles verstaan worden wat in de vorm van teksten of tekeningen wordt neergeschreven op plaatsen waar dit eigenlijk niet mag (Vervoort & Lievens, 1989). In mijn onderzoek staan de uitingen die op openbare toiletten verschijnen centraal. Wat alle vormen van graffiti gemeen hebben, is dat ze op openbare plekken verschijnen en dat de makers ervan voor het grote publiek onbekend blijven. Deze anonimiteit wordt voor een groot deel veroorzaakt doordat het schrijven van graffiti in wezen een illegale praktijk is, omdat het bekladden van openbare bezittingen niet is toegestaan. Via graffiti kunnen minderheidsgroepen die geen toegang hebben tot andere legitieme media, hun (verboden) sociale en politieke gedachten uiten (Cole, 1992; Nwoye, 1993). Graffiti zijn een vorm van communicatie. Veel mensen zien de teksten en tekeningen en niemand weet precies wie de maker is. Dat maakt dat graffiti een aantrekkelijk expressiemiddel zijn voor de meest uiteenlopende onderwerpen, zonder dat er sprake is van sociale druk. Dit is in het bijzonder het geval bij toiletgraffiti, omdat de teksten geschreven worden in afsluitbare ruimtes, waar men ongestoord zijn gang kan gaan. Er is sprake van openbare communicatie, want in principe kan iedereen deze informatie ontvangen, de communicatie richt zich tot iedereen (Stappers, Reijnders & Möller, 1990). Graffiti laten zien wat de makers bezighoudt, ze zeggen iets over de publieke opinie. Er worden zaken naar voren gebracht waar men belang aan hecht en die vaak niet openlijk gezegd kunnen worden. De graffiti vormen culturele artefacten (Spradley, 1980). Het zijn zichtbare, door mensen gemaakte boodschappen. Ze blijven achter op muren en deuren als tekens van de cultuur waarbinnen we leven. Graffiti zijn naast culturele uitingen, ook uitingen van identiteit. De verspreide boodschappen zeggen niet alleen iets over de cultuur waarin ze geschreven zijn, maar ook iets over de makers. Peretti, Carter en McClinton (1977) beweren dat de schrijver, door graffiti te schrijven, bepaalde delen van zijn sociale en persoonlijke identiteit laat zien. Identiteit betekent letterlijk ‘dezelfde’ en kan omschreven worden als alles wat antwoord geeft op de vraag: ‘wie ben ik’ of ‘wie zijn wij’ (Zijderveld, 1987: 112). Het maken van graffiti kan een manier zijn om jezelf te onderscheiden van anderen. Men kan zich erin afzetten tegen individuen en groepen. Tegelijkertijd
92
De kleine boodschap
08_052320_Kwalon3_langendijk
01-11-2005
12:16
Pagina 93
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
is er een overeenkomst met anderen die ook graffiti maken. Het maken of lezen van graffiti kan leiden tot een gevoel van herkenning en verbondenheid met anderen. Mensen kunnen zich verbonden voelen met een groep mensen die ze nooit ontmoet hebben (imagined community: Anderson, 1996: 78-81). Identiteit is dan ook een meerdimensioneel begrip en de vorming van iemands identiteit is een dynamisch proces dat het hele leven doorgaat. Eén van de meest primaire zaken waarin onderscheid gemaakt wordt, is sekse (Jansen, 1987: 46). Het feit of iemand een man of vrouw is, maakt een belangrijk deel uit van diens identiteit. In de wetenschap is de term gender ingevoerd om aan te geven dat het bij sekse om meer gaat dan het biologische onderscheid tussen mensen. Met gender wordt aangeduid de naar tijd en plaats veranderende vorm van de sociale constructie van vrouwen en mannen, van mannelijkheid en vrouwelijkheid (Verloo & Hijmans, 1995: 17). Sekse en gender zijn van belang voor mijn onderzoek, omdat ik graffiti op openbare toiletten wil bestuderen. Deze toiletruimten zijn in de meeste gevallen gescheiden naar geslacht. Vergelijking tussen de uitingen van mannen en vrouwen is daardoor goed mogelijk. Bevindingen uit eerder onderzoek en probleemstelling
Alan Dundes was in 1966 de eerste onderzoeker die de teksten op toiletten serieus bestudeerde. Hij introduceerde de term ‘latrinalia’ om toiletgraffiti te onderscheiden van andere vormen van graffiti. Deze term is later door vele andere onderzoekers overgenomen (Abel & Buckley, 1977: 16). Dundes maakte gebruik van de psychoanalytische theorie van Freud en verklaarde de psychologische motivatie om latrinalia te schrijven uit het kinderlijke verlangen om met de eigen uitwerpselen te spelen en deze artistiek rond te smeren. Kinderen leren al op jonge leeftijd dat de eigen uitwerpselen vies zijn en dat ze hier niet mee mogen spelen. Veel latrinalia gaan over poepen en plassen en door vieze woorden op te schijven geven de schrijvers toe aan deze onbewuste smearing impulse. Deze zou bij iedereen aanwezig zijn, maar is gesublimeerd naar meer geaccepteerde uitingen zoals het zeggen of opschrijven van ‘vieze’ woorden. Met andere woorden, graffiti laten zien wat onderdrukt wordt in de samenleving. Dit komt ook uit ander onderzoek naar voren. Zo concluderen Gonos, Mulkern en Poushinsky (1976) dat graffiti niet het dominante waardenpatroon reflecteren, maar juist in tegengestelde richting werken. Er zullen meer graffiti komen over issues die niet (meer) openlijk geuit mogen worden. Een belangrijk contextueel aspect van latrinalia is dat ze geschreven worden in een seksespecifieke situatie. De meeste openbare toiletten zijn gescheiden naar sekse, waardoor de makers en lezers van de aanwezige teksten meestal van hetzelfde geslacht zijn. Veel onderzoekers hebben zich dan ook gericht op de verschillen tussen de latrinalia van mannen en vrouwen. Twee resultaten kwamen uit dit onderzoek naar voren. Ten eerste wordt op mannentoiletten meer geschreven dan op die van vrouwen (Wales & Brewer, 1976). Ten tweede verschilt de inhoud (Bruner & Kelso, 1980). De graffiti van vrouwen1 zijn interpersoonlijk, terwijl de graffiti van mannen meer zelfgericht en competitief zijn. Ze maken veel vijandige of agressieve opmerkingen over andere groeperingen. Vrouwen stellen serieuze vragen over onderwerpen als liefde, omgaan met seks en relaties. Ze geven en vragen advies, delen ervaringen en schrijven over het omgaan met problemen. Mannelijke graffiti zijn individualistisch en gaan vaak over geïsoleerde seksuele handelingen en organen. Erotiek speelt een belangrijke rol, terwijl vrouwen over het algemeen meer romantische teksten schrijven.
KWALON 30 (2005, jaargang 10, nr. 3)
93
08_052320_Kwalon3_langendijk
01-11-2005
12:16
Pagina 94
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
In de literatuur zijn verschillende verklaringen geopperd voor de gevonden verschillen. Sommige onderzoekers zijn van mening dat de uitingsvormen van de seksen verschillen, omdat mannen en vrouwen in biologisch opzicht anders zijn. De meeste onderzoekers beweren echter dat de verschillen van culturele aard zijn. De wijze waarop mannen en vrouwen worden gesocialiseerd, is van invloed op de manier waarop zij zich uiten (Wales & Brewer, 1976). Bruner en Kelso (1980) wijzen erop, dat graffiti de posities van de makers in de samenleving reflecteren. Mannen bijvoorbeeld bevestigen hun dominante positie door in graffiti vrouwen weer te geven als een minderheid of lager staande groep. Vrouwen schrijven graffiti waarin ze advies geven en vragen stellen over relaties met mannen, waarmee zij ook weer die ondergeschikte positie uitdrukken. In enkele onderzoeken is gekeken naar de wijze waarop sociale verandering tot uiting komt in latrinalia. Arluke, Kutakoff en Leving (1987) vergeleken latrinalia uit de jaren zestig met latrinalia uit de jaren zeventig om de invloed van het opkomende feminisme te meten. Er bleek nog niet zoveel veranderd te zijn. Mannen schreven nog steeds meer seksuele graffiti en vrouwen hielden in hun taalgebruik meer rekening met sociale normen dan mannen. De onderzoekers concluderen hieruit dat de jaren zeventig nauwelijks invloed hebben gehad op het patroon van genderverschillen in latrinalia. Wellicht is deze conclusie wat voorbarig. Het kan zijn dat er meer tijd overheen gaat, voordat veranderingen zichtbaar worden. Zo kwam uit hetzelfde onderzoek naar voren, dat vrouwen meer over politiek waren gaan schrijven, wat kan worden gezien als een mogelijke verandering in de rol van vrouwen. Andere onderzoekers hebben het verband onderzocht tussen sekse en sociaal economische status (SES), oftewel de positie die men inneemt op de maatschappelijke ladder (Wales & Brewer, 1976; Otta & Santana, 1996). Bij een hogere SES bleken de verschillen tussen de seksen kleiner wat betreft de omvang en inhoud van de latrinalia. Zo schreven hoog opgeleide vrouwen meer seksuele graffiti dan lager opgeleide vrouwen en de hoeveelheid was vergelijkbaar met die van de mannen. Daarnaast produceerden vrouwen met een hoge SES niet alleen meer expliciet seksueel materiaal, maar ook meer politieke, morele en religieuze graffiti. Hoger opgeleide vrouwen lijken in hun expressie meer op mannen. Daarnaast hebben onderzoekers de samenhang onderzocht tussen de bevolkingssamenstelling en het voorkomen van racistische graffiti. In homogene populaties komen minder racistische graffiti voor dan in heterogene populaties. In een populatie met een grote verscheidenheid, komen meer graffiti voor en een groot aandeel daarvan is racistisch van aard. Een verklaring hiervoor is, dat individuen en groepen zich bedreigd voelen door de outgroups en de behoefte voelen om zich vijandig te uiten (Schreer & Strichartz, 1997). Bovendien is de kans dat de aangevallen groep de graffiti leest groot, wat het aantrekkelijk maakt om teksten achter te laten die tegen hen gericht zijn (Wales & Brewer, 1976). Arluke, Kutakoff & Lewin (1987) beweren op grond van hun onderzoek dat mannen beledigende graffiti schrijven over vrouwen, omdat zij zich door veranderende machtsverhoudingen bedreigd zouden voelen. De doelstelling van mijn onderzoek naar graffiti op openbare toiletten is explorerend. Allereerst wil ik nagaan in hoeverre latrinalia in Nederland overeenkomen met die van eerdere studies. Daarnaast wil ik onderzoeken welke verschillen zijn aan te wijzen tussen de latrinalia van mannen en vrouwen. De onderzoeksvragen luiden als volgt: 1 Wat zijn de karakteristieken (vorm en inhoud) van Nederlandse latrinalia?
94
De kleine boodschap
08_052320_Kwalon3_langendijk
01-11-2005
12:16
Pagina 95
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
2 Zijn er verschillen tussen mannen- en vrouwentoiletten en wat zeggen de graffiti over de sociale en culturele constructie van gender?
Methode van onderzoek In mijn onderzoek maak ik gebruik van de kwalitatieve inhoudsanalyse. Krippendorff (1980: 21) hanteert de volgende definitie van inhoudsanalyse: Content analysis is a research technique for making replicable and valid inferences from data to their context. Bij inhoudsanalyse interpreteert de onderzoeker boodschappen om uitspraken te doen over de context waarin deze tot stand zijn gekomen of functioneren. Door nauwkeurig de inhoud van bepaalde communicatieve uitingen te bestuderen, kan de onderzoeker op indirecte wijze iets te weten komen over het onderzoeksobject. De inhoud van een communicatieproduct vormt dus als het ware een indicator voor iets dat buiten het materiaal ligt. Zo bestudeer ik graffiti in openbare toiletten om meer te weten te komen over identiteiten die met gender te maken hebben. De meeste onderzoekers van latrinalia gebruiken kwantitatieve inhoudsanalyse. Grote hoeveelheden tekst worden verzameld en ingedeeld in van tevoren vastgestelde categorieën. Onderwerpen worden benoemd en geteld zonder verder in te gaan op de diversiteit binnen de categorieën. De indeling in codes lijkt soms nogal willekeurig te zijn en elke uiting wordt slechts bij één categorie ingedeeld. In mijn ogen is dit een beperking, omdat een uitspraak meerdere onderwerpen kan bevatten. Het grootste bezwaar dat ik bij de aanpak van eerdere kwantitatieve onderzoeken heb, is dat elke uiting gezien wordt als losse eenheid. Hierdoor is het niet mogelijk aandacht te besteden aan interactie. Vaak hebben latrinalia een stroom van reacties tot gevolg. Mijn uitgangspunt is de bijdragen met reacties niet als losse elementen te analyseren, maar als een geheel. Daarom kies ik voor een kwalitatieve inhoudsanalyse. Kwalitatief onderzoek wordt gekenmerkt door een meer open benadering, waardoor de interpretatiemogelijkheden minder ingeperkt worden. De probleemstelling, de onderzoeksvragen en de relatie tussen de begrippen en gegevens, liggen op voorhand niet vast. Het onderzoeksinstrument wordt tijdens het onderzoek ontwikkeld en er vindt een continue aaneenschakeling plaats van waarneming, analyse en reflectie. Hierdoor kan de theorie steeds verder ingevuld worden aan de hand van empirische gegevens (Wester, 1995). Locatie en gegevensverzameling
Ik heb mijn onderzoek uitgevoerd in verschillende gebouwen van de sociale faculteit van de Katholieke Universiteit Nijmegen. Zowel op de mannen- als op de vrouwentoiletten waren daar voldoende latrinalia aanwezig om een vergelijking tussen de seksen mogelijk te maken. Op andere locaties, zoals onderwijsinstellingen en uitgaansgelegenheden, bleek dit niet mogelijk. De uiteindelijke steekproef bestond uit 64 toiletten, waarvan 29 herentoiletten, 32 damestoiletten en 3 gemengde toiletten. In totaal vond ik 2175 latrinalia. Ik werkte elk toilet systematisch af en schreef alle teksten letterlijk over, inclusief eventuele spelfouten. Ik lette erop of het om een zelfstandige bijdrage ging of dat bijdragen bij elkaar hoorden. Bij het overschrijven van de latrinalia maakte ik geen enkele selectie, behalve dat ze leesbaar moesten zijn. Half leesbare teksten schreef ik soms wel op, als er een duidelijk thema in naar voren kwam, zoals homoseksualiteit of racisme. Tekeningen en symbolen omschreef ik en in sommige gevallen maakte ik een foto.
KWALON 30 (2005, jaargang 10, nr. 3)
95
08_052320_Kwalon3_langendijk
01-11-2005
12:16
Pagina 96
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
Data-analyse
Bij de analyse van het materiaal maakte ik gebruik van het computerprogramma Kwalitan (Peters, 2000). Ik voerde de teksten op verschillende manieren in en koos uiteindelijk voor een indeling, waarbij de dames- en herentoiletten en de gemengde toiletten gemakkelijk te vergelijken waren. Elke zelfstandige bijdrage vormde een segment, bijdragen met bijbehorende reacties plaatste ik samen in een segment. Aan elk segment kende ik codewoorden toe. Een van de belangrijkste codes was ‘scheldwoord’. Bij een eerste codering kwam ik tot 131 verschillende codes. Dit aantal bracht ik later terug tot 95. Om het geheel overzichtelijker te maken, bracht ik de codes samen in dertien categorieën. Na analyse van deze categorieën besloot ik het materiaal opnieuw te ordenen in Kwalitan en daarbij een duidelijke scheiding te maken tussen vormkenmerken en inhoudelijke kenmerken. De codes die te maken hadden met inhoud deelde ik in zeven verschillende categorieën in, die de belangrijkste onderwerpen reflecteerden. Codes die niet ingedeeld werden in één van de categorieën hadden te maken met de manier waarop deze onderwerpen aan bod kwamen. Deze indeling vormt de basis voor de beschrijving van mijn onderzoeksresultaten.
Resultaten Toiletten zijn afsluitbare ruimtes waarin mensen ongestoord hun gang kunnen gaan. Dit is van invloed op zowel de vorm als de inhoud van de latrinalia. De hoge mate van anonimiteit biedt een grote vrijheid aan de schrijvers. Ze kunnen zijn wie ze willen zijn en zeggen wat ze willen. Het geschrevene hoeft niet overeen te komen met de werkelijkheid: – Ik wil zeer jonge meisjes (14 jaar) neuken. Wie weet wat? – Toevallig ben ik een meisje van 14 jaar. Wil je me? Afspraak 10-12-’99 14:00 Ontmaagd me! (Spinoza wcpark, herentoilet)
Mensen kunnen hun mening uiten zonder daar direct op aangesproken te worden. Hierdoor komen onderwerpen aan bod, die men normaal gesproken niet zo snel in het openbaar zal tegenkomen. Latrinalia lenen zich buitengewoon goed voor het doorbreken van taboes. Zo wordt er in het bovenstaande voorbeeld gesproken over seks met minderjarigen. Niet alle onderwerpen die aan bod komen in latrinalia zijn normoverschrijdend, er komen regelmatig teksten voor over sport en over gevoelens als liefde en eenzaamheid. Maar omdat het bekladden van openbare bezittingen niet is toegestaan, overschrijden in principe alle latrinalia een norm. Vormkenmerken
Een opvallend vormaspect van latrinalia is de grote mate van interactie en de wijze waarop deze plaatsvindt. Zo kan er onderscheid worden gemaakt in losse bijdragen en discussies. Elke tekst of tekening met één of meer reacties valt onder de categorie ‘discussie’. Het kan om uitgebreide gesprekken gaan tussen verschillende schrijvers, maar ook om kort commentaar bijvoorbeeld in de vorm van een scheldwoord. Van de 2175 gevonden latrinalia, bestonden er 1000 oftewel 46 procent uit losse bijdragen. De overige 1175 behoorden tot discussies.
96
De kleine boodschap
08_052320_Kwalon3_langendijk
01-11-2005
12:16
Pagina 97
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
Daarvan waren 332 (15 procent) initiaties en 843 (39 procent) reacties. Elke losse bijdrage is in potentie het begin van een discussie, omdat het reacties op kan roepen van andere schrijvers. Teksten over controversiële onderwerpen leiden vaak tot commentaar, maar ook minder controversiële onderwerpen, zoals sport, roepen veel discussies op. Op latrinalia waarin bewust naar contact gezocht wordt, volgt vaak een stroom van reacties: – Ik wil hem zo graag, ik denk alleen maar aan hem, ik hou van hem, wat moet ik doen? Please geef mij advies! – Grijp hem gewoon – Zeg het hem (Thomas van Aquino 4, damestoilet)
Het komt vaak voor dat om raad wordt gevraagd bij de andere bezoekers van het toilet. Latrinalia zijn een manier om anoniem advies te vragen of de meningen van anderen te peilen. Men kan het zien als een soort forum waaraan iedereen anoniem zijn bijdrage en mening kan leveren. De interactie op de toiletten is zeer dynamisch en continu in ontwikkeling. Als de tijd verstrijkt, verschijnen prikkelende stellingen en nieuwe discussies. Een ander opvallend vormaspect van de latrinalia is dat veel teksten aanvallend of negatief zijn. Beledigingen komen regelmatig voor. Een groot deel van de uitingen is denigrerend, agressief of competitief ten opzichte van anderen. Er zijn veel scheldwoorden. Dit zijn niet alleen de losse, voor de hand liggende scheldwoorden, zoals ‘klootzak’ en ‘trut’, maar ook opmerkingen die in meer of mindere mate een negatieve lading hebben. Schelden is een vorm van normoverschrijdend gedrag en richt zich altijd op anderen. Door te schelden plaatst de schrijver zich als individu of lid van een groep, tegenover andere individuen of groepen. Tot slot kwamen in bijna elk toilet niet-talige uitingen voor, meestal in combinatie met tekst. Omdat tekeningen en symbolen meer opvallen dan geschreven teksten, brengen ze de boodschap soms beter over. Van het hakenkruis bijvoorbeeld, weet iedereen wat het betekent en waar het mee geassocieerd wordt. Tekeningen met expliciet seksuele inhoud kunnen meer provoceren dan woorden. De aangetroffen tekeningen variëren in complexiteit, van simpele harkpoppetjes tot in detail uitgewerkte hoofden. Ze trekken de aandacht door hun formaat (van zeer bescheiden tot groot) en lokken dan ook vaak reacties uit. Inhoudelijke kenmerken
In mijn onderzoek onderscheid ik zes inhoudscategorieën. In volgorde van frequentie zijn dat: namen, seksualiteit, emoties en waarden, politiek, sport, en latrinalia die inspelen op de situatie waarin ze geschreven worden. Overige onderwerpen kwamen relatief weinig voor en plaatste ik samen in een zevende categorie. Hieronder worden ze achtereenvolgens behandeld.
KWALON 30 (2005, jaargang 10, nr. 3)
97
08_052320_Kwalon3_langendijk
01-11-2005
12:16
Pagina 98
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
Tabel 1 Soorten naamsaanduidingen typen namen eigen namen namen individuen namen groepen geografisch
totaal
specificatie 66 (12,1%) 158 (28,9%) 215 (39,3%) 108 (19,7%)
–
–
beroemd persoon
73
directe omgeving
85
voetbalclubs
138
overig
77
plaats
68
land
31
provincie
9
547 (100%)
Namen
Namen komen zeer veel voor en ze spelen een belangrijke rol in de latrinalia. In bijna de helft van de eenheden (1332) kwam één of meer namen voor. Er valt over te twisten of namen een inhoudelijk kenmerk of een vormkenmerk zijn. Meestal maken namen deel uit van bepaalde uitspraken en vormen ze geen onderwerp op zich. Toch worden ze hier benoemd als inhoudscategorie, omdat ik ze in mijn analyse geordend heb naar soort, oftewel inhoud. Ik heb onderscheid gemaakt tussen de namen van de schrijvers, namen van individuen, groepen en locaties en daarbinnen heb ik een meer gedetailleerde indeling aangebracht. Het resultaat daarvan is te zien in tabel 1. Seksualiteit
Seks is een onderwerp dat veel voorkomt in de latrinalia. Sommige seksuele graffiti zijn duidelijk bedoeld om te provoceren, zoals teksten over pedofilie, incest, verkrachting en bestialiteit. Het normoverschrijdende aspect komt in deze latrinalia duidelijk naar voren. Er worden veelvuldig tekeningen bij gemaakt. Binnen de categorie seksualiteit komt homoseksualiteit het meest voor. Het gaat dan om seksuele opmerkingen en om teksten waarin seksueel contact gezocht wordt. Er zijn ook latrinalia waarin advies wordt gevraagd over homoseksualiteit: – Ik wil een keer met een meisje kussen. Waar in Nijmegen ontmoet ik een leuk meisje die dat ook wil?? (Spinoza wcpark, damestoilet) Emoties en waarden
Emoties en waarden maken een even groot deel uit van het materiaal als seksualiteit. Onder deze categorie vallen alle latrinalia die te maken hebben met gevoelens, zoals angst, vreugde en verliefdheid, en met zaken waar men belang aan hecht, zoals vrijheid, geluk en zekerheid.
98
De kleine boodschap
08_052320_Kwalon3_langendijk
01-11-2005
12:16
Pagina 99
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
Emoties en waarden zijn in de graffiti vaak onlosmakelijk met elkaar verbonden en ze worden veel samen genoemd. Dat is in de volgende uitspraak over liefde goed te zien: –
Verwikkelt in een stroom van liefde, Je bent nabij, je bent van mij Ik wil geen pijn, ik wil geluk Met jou, ik wil er voor vechten (Spinoza wcpark, damestoilet) Politiek
In de latrinalia komen uiteenlopende politieke onderwerpen aan bod. Er zijn teksten over politieke systemen, zoals democratie en communisme, over verschillende politici en politieke partijen, en er zijn anarchistische teksten aangetroffen. De politieke situatie in verschillende landen wordt onder de loep genomen, zoals de apartheid in Zuid-Afrika, het aanhoudende conflict in Israël en de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Ook teksten over het milieu en het welzijn van dieren komen voor. Het meest opvallend in deze categorie waren de vele racistische en nationalistische opmerkingen in de toiletten. De teksten hebben een sterk provocerend karakter, zoals blijkt uit de vele reacties die er vaak volgen op politieke teksten en het ontstaan van discussies, zoals in het volgende voorbeeld is te zien: – VOL = VOL – Ga dan – Met auto’s? – Beste racist sterf! (Spinoza trappenhuis, herentoilet) Sport
Sport is de vijfde inhoudscategorie. Bijna alle latrinalia over sport gaan over voetbal. Complete voetbalopstellingen staan op de deur getekend, spelers en coaches worden uitgebreid besproken en supporters schrijven hun club op de muur, daarbij concurrerende clubs uitscheldend en doorkrassend. Competitie komt duidelijk naar voren in de latrinalia over sport. Het volgende gedeelte uit een discussie laat dat goed zien: – VITESSE RULES – NEC moordt die homo’s uit! – 4-2-2001 → > 20 Arnhemmers berooft en mishandelt in hun eigen stad door NEC-ers. Haha homo’s! – Vitesse Ren-front Remember Monnikehuizen Rennen in je eigen stad. Schijtbakken (Spinoza wcpark, herentoilet)
KWALON 30 (2005, jaargang 10, nr. 3)
99
08_052320_Kwalon3_langendijk
01-11-2005
12:16
Pagina 100
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
Situatie
Veel latrinalia spelen in op de situatie waarin men schrijft of tekent. Teksten over plassen en poepen komen regelmatig voor, er wordt veel commentaar gegeven op de schoonmaak van het toilet en het verwijderen van oude latrinalia, en er zijn teksten over het schrijven en tekenen zelf: – Hebben jullie niks beters te doen dan op de muur schrijven? Schijten ofzo? (Thomas van Aquino, herentoilet) Overig
Er zijn nog enkele onderwerpen die minder vaak voorkomen, maar wel een rol spelen in het materiaal. Zo komt de context van de schrijvers duidelijk terug in teksten die te maken hebben met studeren of student zijn. Daarnaast komen verwijzingen naar popmuziek voor met het noemen van bands en artiesten, en verwijzingen naar moderne cultuur en aspecten daaruit, zoals internet en e-mail. Religie komt een enkele keer voor: – Jezus redt!!! (Thomas van Aquino, herentoilet)
Ook het simpelweg groeten van de lezers kwam ik een paar maal tegen. Tot slot waren er nog enkele normoverschrijdende latrinalia met onderwerpen als drank, drugs, geweld en dood. Sekseverschillen in vorm
In de literatuur over latrinalia komt steeds naar voren dat mannen meer schrijven dan vrouwen. Ook in mijn onderzoek blijkt dit zo te zijn. Op de herentoiletten telde ik ruim drie keer zoveel bijdragen als op de vrouwentoiletten. Niet alleen schrijven mannen meer dan vrouwen, ze doen ook meer moeite om teksten te schrijven en nemen hierbij meer risico om betrapt te worden. Zo kwam ik teksten tegen op de buitenkant van de toiletdeuren. Mannen zijn wat dit betreft meer normoverschrijdend dan vrouwen. In tabel 2 is het aantal bijdragen op de heren- en damestoiletten en de gemende toiletten weergegeven. Tabel 2 Aantal bijdragen in de toiletten naar locatie locatie aantal toiletten totaal aantal bijdragen gemiddeld aantal per toilet
100
herentoilet
damestoilet
gemengd toilet
29
32
3
1562
518
95
54
16
32
De kleine boodschap
08_052320_Kwalon3_langendijk
01-11-2005
12:16
Pagina 101
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
Niet alleen de hoeveelheid, maar ook de wijze van communiceren verschilt. Waar mannen meer kortaf zijn en direct, voeren vrouwen vaker discussies die lijken op echte gesprekken met lange volzinnen. Daarnaast bestaat een discussie op de damestoiletten gemiddeld uit meer bijdragen dan op de herentoiletten. In tabel 3 heb ik het gemiddelde aantal bijdragen per discussie weergegeven op de verschillende locaties. Het sekseverschil is duidelijk te zien. Tevens is de verhouding vermeld tussen losse bijdragen en bijdragen in discussies. Hieruit blijkt dat op de damestoiletten een relatief groot deel van de bijdragen deel uitmaakt van een discussie. Tabel 3 Aantal losse bijdragen en discussies naar locatie locatie toiletten
heren
dames
losse bijdragen
756,(48,4%)
discussies
248,
aantal bijdragen in discussies
806,(51,6%)
gem. aantal per discussie totaal aantal bijdragen
3,25 1562,(100%)
gemengd
alle,
211,(40,7%)
33,(34,7%)
1000,(46,0%)
66,
18,
307,(59,3%) 4,65 518,(100%)
62,(65,3%) 3,44 95,(100%)
332, 1175,(54,0%) 3,54 2175,(100%)
Wanneer men kijkt naar de interactie, lijken vrouwen meer op elkaar gericht te zijn dan mannen. Hun discussies zijn langer, ze reageren uitgebreider, ze zijn op zoek naar meningen en wisselen deze uit. Ook uit het taalgebruik blijkt dat. Latrinalia op de herentoiletten zijn niet alleen korter, maar worden veelal gekenmerkt door een agressieve, negatieve of competitieve toon, terwijl dit op de damestoiletten veel minder het geval is. Een voorbeeld daarvan is het gebruik van scheldwoorden. Bij de mannen is aan 19 procent van de segmenten de code ‘scheldwoord’ toegekend, terwijl dit bij de vrouwen 6 procent is. Scheldwoorden richten zich in negatieve zin op anderen. Naar aanleiding van deze uitkomsten zou men kunnen concluderen dat mannen zich in hun latrinalia niet tot elkaar maar tegen elkaar richten. Meningen worden gespuid met gebruikmaking van expliciete, provocerende woorden. Het expliciete karakter van de mannelijke latrinalia komt ook naar voren in tekeningen. Mannen maken veel meer gebruik van tekeningen dan vrouwen. Ze leven zich daarbij uit in uitgebreide en complexe tekeningen. Symbolen komen zowel bij de mannen als de vrouwen veelvuldig voor. Het viel op dat het soort symbolen verschilt naar geslacht. Op de damestoiletten komt het hartje veelvuldig voor in liefdesverklaringen. Op de herentoiletten komen meer provocerende symbolen voor, zoals het hakenkruis. Sekseverschillen in inhoud
Niet alleen de vorm, ook de inhoud van latrinalia op heren- en damestoiletten is anders. In tabel 4 is te zien dat de verdeling van de inhoudscategorieën aanzienlijk verschilt. De getallen tussen haakjes geven de volgorde in grootte van de categorieën aan.
KWALON 30 (2005, jaargang 10, nr. 3)
101
08_052320_Kwalon3_langendijk
01-11-2005
12:16
Pagina 102
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
Tabel 4 Het voorkomen van inhoudscategorieën naar locatie inhoudscategorie
herentoiletten
damestoiletten
33,9% (1)
30,1% (2)
seksualiteit
15,5% (2)
10,7% (3)
sport
11,0% (3)
0,0% (6)
politiek
10,0% (4)
2,7% (5)
7,5% (5)
38,8% (1)
situatie
7,1 (6)
6,5% (4)
overig
15,0%
11,3%
totaal
100% (N = 1562)
100% (N = 518)
namen
emoties en waarden
Het grootste verschil is te zien bij de categorie ‘emoties en waarden’. Deze blijkt op de damestoiletten het meest voor te komen en neemt bij de mannen een vijfde plaats in. Zo houden vrouwen zich in de latrinalia veel meer bezig met de liefde. Op de herentoiletten vond ik slechts 20 latrinalia die als ‘liefde’ werden bestempeld, terwijl dit er op de damestoiletten 80 waren, precies vier keer zoveel dus. Waar vrouwen over liefde praten, hebben mannen het meer over seks. Zo beschrijven ze meer expliciet seksuele handelingen (148 coderingen tegenover 22 bij de vrouwen) en geslachtsdelen (63 tegenover 2). Daarnaast zijn de latrinalia over seks op de herentoiletten vaak provocerend. Men kan hierbij denken aan teksten over pedofilie, incest en bestialiteit. Op de damestoiletten kwamen deze niet voor. Uitspraken over relaties zijn nauwelijks aanwezig bij de mannen. In de meeste gevallen gaat het om seksuele opmerkingen, waarin vrouwen worden omschreven als lustobject. Homoseksualiteit komt zowel bij de mannen als bij de vrouwen regelmatig naar voren. Dit verklaart ook waarom de percentages van de categorie ‘seksualiteit’ niet zover uit elkaar liggen als bij ‘emoties en waarden’ het geval is. Opvallend hierbij is dat homoseksualiteit op de herentoiletten vaak verbonden wordt met niet-mannelijk zijn. Het woord ‘homo’ en aanverwante termen (zoals mietje of flikker) worden vooral als scheldwoorden gebruikt. Bij vrouwen wordt minder het idee geopperd dat lesbiennes geen echte vrouwen zouden zijn, maar gaat het om advies en meningen over het onderwerp. Een duidelijk sekseverschil is dat ‘sport’ op de damestoiletten niet voorkomt, terwijl het op de herentoiletten een van de grootste categorieën is. Ook politieke latrinalia komen veel meer voor bij de mannen. Daarbij valt vooral de grote hoeveelheid racistische graffiti op. Op de damestoiletten kwam ik geen enkele tekst of tekening tegen die ik kon classificeren als racistisch, nationalistisch of fascistisch. Al deze opmerkingen werden op de mannentoiletten geschreven. Op de damestoiletten waren alleen enkele opmerkingen over de (inter)nationale politiek opgeschreven en over het milieu. Latrinalia over de situatie, komen relatief gezien ongeveer evenveel voor bij de seksen. Wat betreft het gebruik van namen doet zich een aantal opvallende verschillen voor. Vrouwen
102
De kleine boodschap
08_052320_Kwalon3_langendijk
01-11-2005
12:16
Pagina 103
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
schrijven over hun eigen leven, over liefde en relaties. Ze gebruiken in hun latrinalia namen van individuen uit hun omgeving en verwijzen naar het andere geslacht. Groepsnamen komen nauwelijks voor. Mannen daarentegen schrijven minder over zichzelf en ze gebruiken namen van beroemde personen, als sporters, politici en artiesten. Daarnaast speelt het competitieve element bij hen een veel grotere rol en verwijzen ze meer naar groepen dan naar individuen. In tegenstelling tot de latrinalia van vrouwen, verwijzen mannen nauwelijks naar het andere geslacht. Zij richten zich tot andere mannen en ook hierbij speelt competitie een grote rol. Concluderend kan gezegd worden, dat de latrinalia van mannen op meerdere manieren meer normoverschrijdend zijn dan die van vrouwen. Er komen meer provocerende onderwerpen voor, zoals extreemrechtse uitingen, expliciete seks en geweld. Daarnaast speelt competitie bij hen een grote rol. Dit komt duidelijk naar voren in de latrinalia over sport, maar ook in de manier waarop andere onderwerpen besproken worden, zoals seksuele prestaties en de grootte van het geslachtsdeel. Zij richten zich daarbij meer op groepen, bijvoorbeeld op voetbalclubs, dan op individuen. Waar mannen zich afzetten tegen anderen en de maatschappij in het algemeen, lijken vrouwen zich meer te conformeren. Veel latrinalia gaan over emoties en waarden en daarbij proberen zij overeenstemming te vinden met andere schrijvers. De latrinalia van vrouwen gaan veelal over hun persoonlijke gevoelsleven waarbij zij zich richten op individuen.
Discussie In de meeste onderzoeken naar latrinalia wordt geen onderscheid aangebracht tussen inhouds- en vormkenmerken. Men onderscheidt een variërend aantal inhoudscategorieën en bespreekt gelijk hoe die aan bod komen. Van de vormkenmerken komen vooral toon en taalgebruik naar voren. Genoemd wordt het expliciete en normoverschrijdend taalgebruik en de negatieve, competitieve toon die veel latrinalia kenmerkt. Interactie wordt in bijna alle gevallen genegeerd, omdat men de latrinalia als losse bijdragen codeert en niet ingaat op het verloop van discussies. In drie onderzoeken richt men zich wel nadrukkelijk op interactie (Anderson & Verplanck, 1983; Cole, 1991; Nwoye, 1993). Mijn bevindingen bevestigen die uitkomsten. Zo kwamen Anderson en Verplanck (1983) uit op een percentage van 39,6 procent losse reacties en telde ik 39 procent. Het gebruik van tekeningen en symbolen wordt in de onderzoeken vrijwel niet genoemd, of zelfs bewust overgeslagen in de analyse. In hoofdlijnen sluiten de uitkomsten van mijn onderzoek aan bij wat al bekend is uit de onderzoeksliteratuur. De door mij geformuleerde inhoudscategorieën komen in eerder uitgevoerd onderzoek naar voren, zij het onder iets andere benamingen of opgesplitst in kleinere categorieën. Namen worden slechts in één ander onderzoek als inhoudscategorie beschouwd (Vervoort & Lievens, 1989). Dat is niet verbazend, omdat veel onderzoekers deze categorie als een vormkenmerk beschouwen. Met name seks en liefde komen naar voren als belangrijke inhoudelijke elementen in latrinalia. Deze komen overeen met de hier gebruikte categorieën ‘seksualiteit’ en ‘emoties en waarden’. In sommige studies zorgt een specifieke context ervoor dat andere onderwerpen relatief meer voorkomen. Zo spelen politieke opmerkingen een grote rol in Nigeria, een land met een moeilijke politieke situatie (Nwoye, 1993) en spelen in een onderzoek bij sportcentra teksten over sport een relatief grote rol (Vervoort & Lievens, 1989).
KWALON 30 (2005, jaargang 10, nr. 3)
103
08_052320_Kwalon3_langendijk
01-11-2005
12:16
Pagina 104
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
De tweede onderzoeksvraag gaat in op de verschillen tussen mannen en vrouwen en wat deze verschillen zeggen over de sociale en culturele constructie van identiteit, meer in het bijzonder van genderidentiteit. De uitkomsten van mijn onderzoek geven een traditioneel beeld weer van mannelijkheid en vrouwelijkheid. Een belangrijk verschil tussen de seksen, uit mijn eigen onderzoek en dat van anderen, is dat mannen in hun latrinalia meer normoverschrijdend zijn dan vrouwen. Niet alleen in onderzoek naar latrinalia komt naar voren dat normovertreding bij mannen een grotere rol speelt, ook uit andere studies blijkt dit. Zo heeft een aantal empirische studies aangetoond, dat mannelijke taal grover is dan vrouwelijke taal. Ook het gebruik van taboes in taalgebruik wordt als typisch mannelijk beschouwd (Preston & Stanley, 1987), evenals het openlijk schelden en beledigen (Cheshire, 2000). Volgens Corsaro en Eder (1990) kan verzet tegen regels en autoriteit een gevoel van controle en autonomie geven. Op basis hiervan zou men geneigd zijn te zeggen dat mannen minder sterk gesocialiseerd worden dan vrouwen, omdat zij zich minder aan de maatschappelijke regels houden. Dat is te voorbarig: mannen overschrijden weliswaar de norm, maar zij laten daarmee tegelijkertijd zien, dat ze deze wel kennen. Men kan zich niet afzetten tegen iets, waarvan men het bestaan niet kent. Door middel van deviant gedrag kunnen zij hun mannelijkheid en autonomie bewijzen (Milkie, 1994; Corsaro & Eder, 1990). Gender, oftewel de culturele verwachtingen naar sekse, is hierbij van grote invloed. Ook in de huidige tijd, waarin sterk de nadruk wordt gelegd op gelijkheid van mannen en vrouwen, spelen deze verwachtingen een rol. Van mannen wordt vaak een actierol verwacht waardoor ze de druk voelen om zich te bewijzen. Latrinalia zijn door mij in dit onderzoek opgevat als uitingen van (gender-)identiteit. De gevonden sekseverschillen zeggen iets over de wijze waarop mannen en vrouwen zich plaatsen ten opzichte van anderen. In de literatuur wordt beweerd dat vrouwen meer sociaal gericht en mannen meer zelfgericht zijn. Mijn bevindingen wijzen meer in de richting dat mannen zich evenzeer tot anderen richten als vrouwen, maar dat ze dit op een andere manier doen. Veel latrinalia op de herentoiletten gaan over presteren, over jezelf bewijzen als ‘echte’ man en over jezelf onderscheiden. Competitie speelt een belangrijke rol. Vrouwen daarentegen lijken er meer op uit te zijn om overeenkomsten te zoeken met anderen. Zij richten zich meer tot elkaar dan tegen elkaar. Discussies lijken op echte gesprekken waarbij men meningen vraagt aan anderen en de inhoud op elkaar afstemt. Het taalgebruik is minder negatief en aanvallend dan op de herentoiletten. Competitie speelt nauwelijks een rol. Vrouwen presenteren zich daarmee eerder als lid van een groter geheel, dan als autonoom individu. Mannen verwijzen in hun latrinalia voornamelijk naar groepen, terwijl vrouwen meer op individuen gericht zijn. Mannen gaan uit van het collectief en willen zich daarbinnen een plek verwerven door zich te onderscheiden als autonoom individu. Vrouwen plaatsen hun eigen identiteit ten opzichte van individuen en zoeken eerder overeenkomst en gelijkheid dan verschil. Deze uitkomst kwam ik in geen enkel ander onderzoek naar latrinalia tegen, maar in ander onderzoek naar gender komen wel soortgelijke resultaten naar voren. Zo stelt Cheshire (2000) dat voor jongens groepslidmaatschap en het creëren van een groepsidentiteit erg belangrijk is, terwijl meisjes zichzelf meer met individuen relateren. Ook in het taalgebruik is gebleken dat mannen verschil zoeken, terwijl vrouwen zoeken naar connectie en solidariteit. Volgens Gilligan (1982) zien vrouwen zichzelf en anderen als zijnde in een web van rela-
104
De kleine boodschap
08_052320_Kwalon3_langendijk
01-11-2005
12:16
Pagina 105
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
ties. Iedereen is met elkaar verbonden en iedereen is gelijkwaardig. Mannen daarentegen zien eerder een hiërarchie van relaties, waarbij individualiteit en onderscheiding erg belangrijk zijn. Kort samengevat gaan vrouwen uit van verbondenheid en mannen van separatie. Al het geanalyseerde materiaal is afkomstig van toiletten van de sociale faculteit van de Katholieke Universiteit Nijmegen en mijn onderzoekspopulatie had een hoge sociaal-economische status. Ik ben mij ervan bewust dat mijn steekproef niet representatief is voor de gehele Nederlandse bevolking. Met vervolgonderzoek op andere locaties en tijdstippen zou een vollediger beeld verkregen kunnen worden van de Nederlandse latrinalia. Opvallend is dat mijn resultaten sterk overeenkomen met de resultaten van eerdere studies uit de jaren zeventig. Uit eerder onderzoek naar latrinalia is gebleken dat sekseverschillen samenhangen met sociaal-economische status en dat een lagere sociaal-economische status samenhangt met grotere sekseverschillen. Het zou interessant zijn om een onderzoek te doen naar latrinalia op lagere onderwijsinstellingen. Daarnaast zou er meer onderzoek gedaan kunnen worden naar latrinalia buiten het onderwijs, bijvoorbeeld in uitgaansgelegenheden.
Noten 1
Om omslachtige formuleringen te vermijden ga ik ervan uit dat de schrijvers vrouwen zijn als het gaat om vrouwentoiletten en mannen bij mannentoiletten
KWALON 30 (2005, jaargang 10, nr. 3)
105