KERK IN KLEINE DORPEN Een korte verkenning (Bijdrage Classis Utrecht van de Protestantse Kerk15 januari 2015 – Cor van Dis) Eind januari 2013 werd ik als dienstdoend predikant bevestigd in de Hervormde Gemeente ’t Waal en Honswijk (Tull en ’t Waal) en begin februari 2013 in de Hervormde Gemeente Schalkwijk en ’t Goy. Voor het eerst in de geschiedenis van beide zelfstandige gemeenten is er sprake van intensieve samenwerking die startte met het beroepen van één dienstdoend predikant omdat er in 2012 gelijktijdig twee predikantsvacatures waren in beide gemeenten. Wat zijn de kansen voor de Kerk in kleine dorpen, waar liggen de grenzen en wat kunnen deze twee gemeenten leren van ervaringen van anderen? In een korte verkenning proberen we daarover met elkaar in gesprek te zijn.
1.
mission statement
Vertrekpunt voor mijn werk en een bezinning daarover is de liefde van God als enige en unieke kracht om te leven (Johannes 3, 16). Als die er niet was zou ik zelf nooit zijn gaan geloven en zou de Kerk me niet of nauwelijks interesseren en ik zou me er niet druk om kunnen maken. Voor mijn dienst in de Kerk is de zendingsopdracht van Jezus Christus bron van blijvende inspiratie, vooral in de weergave daarvan in het Matteüsevangelie: 16 De elf leerlingen gingen naar Galilea. Ze gingen naar de berg die Jezus genoemd had. 17 Toen ze Jezus zagen, knielden ze voor hem. Maar sommige leerlingen twijfelden. 18 Jezus kwam dichterbij en zei tegen de leerlingen: ‘God heeft mij alle macht gegeven, in de hemel en op de aarde. 19 Jullie moeten naar alle volken gaan, zodat iedereen mijn leerling kan worden. Jullie moeten de mensen dopen in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige Geest. 20 Leer de mensen om zich te houden aan alles wat ik jullie verteld heb. En vergeet nooit: ik ben altijd bij jullie, totdat de nieuwe wereld komt.’ (Matteüs 28, 16 – 20).
De Kerk die we geloven valt niet samen met enig concreet kerkgenootschap zoals wij die nu kennen, die echter wel gestalten zijn van de geloofde Kerk. Lidmaatschap van een bestaande kerk of van een kerkelijke gemeenschap valt niet automatisch samen met het deelhebben aan de Kerk die wij als levend Lichaam van de Heer geloven, maar commitment aan een concrete kerk en gemeente is wel een noodzakelijke vorm om het christelijk geloof samen met anderen te beleven. Op deze manier is de Protestante Kerk mijn kerk die ik graag wil dienen en met inzet van wat ik ontving ook metterdaad dien, in een diep besef van gebreken in de kerk die ik liefheb en ook in verbondenheid met zoveel andere christenen ver weg of dichtbij. Ik denk dat ik dat besef van huis uit heb meegekregen en dat dit is versterkt doordat ik van 1985 – 2012 docent was aan de Evangelische Hogeschool. Één van de dingen die ik daar deed was het vak Kerkelijke Kaart van Nederland en als ik ergens heb gemerkt dat jongeren niets hebben met de organisatie van een instituut dat zich als kerk presenteert is het daar geweest. Ik merkte er grote liefde voor de kerk waarin jongeren waren opgegroeid en meteen een vanzelfsprekende openheid voor de geloofsbeleving van anderen. Dat merkten we tijdens lessen en werkgroepen waar studenten verslag deden van een bezoek aan een andere gemeente dan waar ze zelf deel van uitmaakten. 1
De Kerk die je gelooft bepaalt in hoge mate de manier waarop je in de kerk staat, en stempelt je visie op wat de relevante betekenis van de kerk zou kunnen zijn in de samenleving. Daarom zijn voor mijn besef gemeenteopbouw en geloofsgroei aan de ene kant en missionaire aanwezigheid in de samenleving twee kanten van de ene kerk zoals de Heer die bedoelt. Van 1996 – 2013 mocht ik samen met veel anderen in de Hervormde Gemeente Vreeswijk Nieuwegein vorm geven aan missionaire gemeenteopbouw, met als belangrijk leerpunt dat relaties belangrijker zijn dan activiteiten. Die zijn van belang want zonder verbondenheid in relaties staan activiteiten missionaire gemeenteopbouw eerder in de weg omdat gemeenteopbouw en missionaire presentie twee kanten van één en dezelfde gemeente zullen zijn. Vanaf 2013 probeer ik deze geloofsvisie opnieuw samen met anderen vorm te geven in Protestantse kerken van het Eiland van Schalkwijk met daarin de dorpskerken van Tull en ’t Waal en Schalkwijk met als mission-statement Groeien om te dienen. Ik ga nu niet expliciet in op theologische verantwoording of cultuurhistorische achtergronden die wel impliciet meekomen in deze korte verkenning. In plaats daarvan zet ik eenvoudig een aantal vraagtekens en uitroeptekens waarna een paar gespreksvragen volgen om in kleinere kring verder over door te praten.
2
vraagtekens
Je visie en roeping als gemeentepredikant om in te zetten op missionaire gemeenteopbouw mag dan niet veranderen, de setting waarbinnen je dat mag vormgeven was echt nieuw voor mij en voorzien van een flink aantal vraagtekens. Op een rij: 1. Twee dorpsgemeenten die los van elkaar leefden in één woon – en leefgebied met over en weer allerlei familiebanden, zijn in 2013 een proces gestart van intensieve samenwerking. Hoe werkt dat concreet tijdens verjaardagsvisites met allerlei oude banden en herinneringen uit het verleden toen de Hervormde Gemeenten Tull en ’t Waal, Schalkwijk en de Pleinkerk van Houten samen nog één Kerkblad uitgaven? Gaat zo ’n samenwerking wel lukken op den duur?
1
2
In Tull en ’t Waal is de Protestantse Kerk vanouds de volkskerk omdat de bevolking overwegend protestants is, in Schalkwijk is de RKK vanouds de volkskerk omdat de bevolking voor meer dan 85 % rooms-katholiek is (voor ’t Goy geldt hetzelfde). Hoe verhouden wij ons? Hoe zijn wij kerk binnen onze dorpen?
3
De protestantse kerken op het Eiland van Schalkwijk zijn heel erg klein ( Tull en ’t Waal: 253 geregistreerden, Schalkwijk en ’t Goy 177 geregistreerden) en beide dorpen zijn ook erg klein: Tull en ’t Waal heeft ongeveer 600 inwoners, Schalkwijk ruim 1900 en ’t Goy 400. 1 Hoe ga je om met de beperkte mogelijkheden van bemensing in een kleine gemeente met een relatief groot aantal ouderen (in Tull en ’t Waal en Schalkwijk) en weinig kinderen en jongeren (in Schalkwijk).
4
Op het Eiland van Schalkwijk wonen en leven verschillende protestanten die in andere kerken meeleven of in de achterliggende jaren elders mee zijn gaan leven – al blijven sommigen geregistreerd in de kerken van Schalkwijk of Tull en ’t Waal.
Zie Bijlage bladzijde 7
2
Te denken is dan vooral aan de Hersteld Hervormde Kerk van Houten en aan de Nederlands Gereformeerde Kerk van Houten (De Lichtboog). Kunnen deze christenen worden gemotiveerd om aan te haken bij de missionaire gemeenteopbouw van de Protestantse Kerk op het Eiland van Schalkwijk – het gebied waar zij zelf wonen en/of werken – ook wanneer ze meelevend lid blijven van hun keuzekerk? 5
3
Een groot vraagteken blijft tot nog toe de kwetsbare financiële situatie van kleine gemeenten in de Protestantse Kerk sedert het gelijktrekken van traktement regelingen voor alle gemeenten, terwijl in 2015 de tegemoetkoming voor kleine gemeenten stopt en pas in 2016 de evaluatie van de nieuwe regelingen eraan komt. In de bezinning daarover is veel energie gaan zitten in teksten als Partners in beweging (2006), Werk in de wijngaard (2007), De wissel voorbij: het spoor en de bielzen (2008) en De hand aan de ploeg (2009). Een rode draad door deze discussies was en is de vraag of schaalvergroting nog wel een passende oplossing kan zijn omdat het voorbij ziet aan de (potentiele) vitaliteit van plaatselijke gemeenschappen (a) en van de predikant een professional maakt die tekort doet aan de pastorale roeping die bij het predikant schap behoort (b). Dezelfde klacht hoor ik ook vanuit de Rooms-katholieke geloofsgemeenschap St. Michaël in Schalkwijk, alsof de pastorale nabijheid binnen lokale geloofsgemeenschappen geholpen is met van hogerhand en bureaucratisch vastgestelde schaalvergroting. De vraag is dus of de lokale gemeenschappen van de protestantse kerken op het Eiland van Schalkwijk kunnen worden gerevitaliseerd zonder ondermijning door financiële overdruk.
uitroeptekens
Toen in 2012 de vraag kwam om dominee in dit nieuwe samenwerkingsverband te worden zag ik ook een aantal motiverende uitroeptekens die sterker werden naarmate ik me erin ben gaan verdiepen. Missionaire gemeenteopbouw staat sinds een aantal decennia hoog op de kerkelijke agenda en aanvankelijk waren daarbij de grootstedelijke gebieden het meest in beeld omdat daar de kerkverlating het eerst zichtbaar werd. De laatste jaren kwam de plaats van dorpskerken op het platteland meer in beeld wat vooral begonnen is met brede bezinning binnen de Anglicaanse kerk op de plaats van de kerk op het platteland die ook impulsen opleverden voor bijvoorbeeld wijkkerken in grote steden. In de Protestantse Kerk is een vergelijkbare bezinning op zijn plaats en lijkt deze ook op gang te komen. Wat zijn de uitroeptekens? 1. Allereerst de motivatie om de missionaire opdracht van Jezus vorm te geven in het eigen woon – en leefgebied. Het is begrijpelijk als jonge gezinnen en hoger opgeleiden zich graag aansluiten bij een keuzekerk met veel dynamiek. Anderzijds zijn daar ook wel kritische kanttekeningen bij te maken. Ik geef als voorbeeld een aantal ingrijpende gesprekken die ik met jongeren op de Evangelische Hogeschool had. Zij zagen dat hun vrienden de kerk waarin zij waren opgegroeid verlieten en vertrokken naar grote gemeenten in de buurt (bijvoorbeeld de Bethelkerk in Drachten, de CGK in Zwolle en de Lichtboog in Houten). Zij voelden er de pijn van omdat zij trouw op locatie wilden blijven. Ik heb hen altijd bemoedigd om vol te houden in de gemeente waar zij vernieuwend bezig waren – uiteraard met alle vrijheid om ook elders mee te doen. Dorpskerken worden door mega-kerken leeggezogen en dat kan toch niet de bedoeling zijn. 3
Het risico van de keuzekerk is te blijven hangen in een prettige comfortzone waar het vooral erg gezellig is, terwijl de missionaire roeping in de eigen buurt en vriendenkring – die zoals we weten helemaal niet eenvoudig is – te weinig in beeld is. Hoe moeilijk het ook is om kleine kerk te zijn in een klein dorp: het houdt de roeping van missionaire gemeenteopbouw gaande. Naar mijn inzicht is het niet nodig om deze confrontatie uit de weg te gaan. 2
Vertrek naar een aantrekkelijke kerk in de buurt stempelt – terecht of onterecht – de bestaande kerken in het eigen woon – en leefgebied met een negatief label. Als het goed is weten je buren dat je christen bent – maar hoe leg je hen dan uit dat jij op zondag niet naar één van de drie bestaande kerken op het Eiland van Schalkwijk gaat maar de auto pakt om in Houten naar de kerk te gaan? Dat stelt dan voor de vraag of er ook verantwoordelijkheid genomen kan worden voor de plaatselijke dorpsgemeente in haar eigen leefomgeving – ook als je liever elders meeleeft met een keuzekerk. Door verantwoordelijkheid te nemen voor een dorpsgemeente wordt de roeping van missionaire gemeenteopbouw als een positieve uitdaging gaande gehouden: wat is er eigenlijk tegen om christen te zijn binnen de context van je eigen leefomgeving?
3
Missionaire gemeenteopbouw staat op dit moment sterk in de belangstelling. Er worden allerlei in de praktijk gewortelde nieuwe kerkvormen aangeboden die ook in dorpskerken toepasbaar zijn. Te denken is dan boeken als H. de Roest Een huis voor de ziel (2010), René van Loon Kerk voor de buurt. Zo kun je als kerkelijke gemeente iets betekenen voor je dorp of je wijk (2010), Tim Chester & Steve Timmis Midden in het leven. De Kerk als levende gemeenschap (2012) en aan allerlei pioniersplekken. Vernieuwing van de dorpsgemeente heeft het tij mee omdat ons inspirerende voorbeelden en ideeën worden aangereikt die in de praktijk werken.
4
Recente bezinning op de kansen en grenzen van kleine dorpskerken in kleine gemeenschappen in de Nederlandse context maken nieuwe uitdagingen zichtbaar. Te denken is dan aan Wim Beekman Leve de dorpskerk! (2011), Theo Pleizier “De bolwerken van de Protestantse Kerk” in Kerk en Theologie 62, (2011) en de afstudeeropdracht van de CHE Geroepen in een dorp. Een onderzoek naar de situatie en verwachting van kleine dorpsgemeenten (2010). Het besef van een dieptepunt voorbij te zijn (W. Beekman) geeft ook zicht op nieuwe mogelijkheden en kansen die aansluiten bij nieuw sociaal-demografisch onderzoek die de krimp op het platteland beschrijft en de veranderingen van het platteland (SCP Thuis op het platteland (2006), SPC Overgebleven dorpsleven (2008), Nol Reverda Over Krimp. Een sociologisch perspectief op bevolkingsdaling (2011) en Gert-Jan Hosper en Nol Reverda Krimp, het nieuwe denken. Bevolkingsdaling in theorie en praktijk (2012). Een leerpunt is hier om niet te blijven steken in oude groeiprincipes die niet meer werken. Bijvoorbeeld door vast te houden aan de idee om vooral met velen groot te willen zijn – wat de trek vanuit het platteland naar de steden altijd heeft bepaald (“In de stad gebeurt het”, alsof dorpen in het veranderde platteland niet hun eigen aantrekkelijkheid hebben). Of door in regionale schaalvergroting de lokale gemeenschap uit het oog te verliezen en de eigen dorpsschool op te geven, de bibliotheek en een sociaal cultureel centrum.
4
Oude groeiprincipes zijn funest voor een gezonde ontwikkeling van nieuwe sociale samenhang in dorpsgemeenschappen die het ouderwetse dorpisme zijn ontgroeid. Dat betekent allerminst dat er door literatuurstudie een setje oplossingen is samen te stellen – geen dorpssituatie is gelijk – maar deze bezinning helpt wel om met elkaar om de missionaire roeping scherp te houden en biddend te zoeken naar kansen en mogelijkheden. Ik noem daar twee voorbeelden van. I.
II.
5
Theo Pleizier (2011) noemt drie pijlers voor dorpskerken om in situaties van krimp relevant te zijn: 1. aandachtig kerk-zijn in lokale gemeenten 2. dynamisch financieel beleid (bijvoorbeeld door heffingskortingen toe te kennen) die de ergste druk voor kleine gemeenten kan wegnemen. 3. regionale solidariteit van gemeenten met elkaar – zonder regionalisering door schaalvergroting toe te passen. Maarten Pijnakker Hordijk (2012) publiceerde op de website van de Evangelische Alliantie het artikel “In je eigen woonplaats naar de kerk? Pleidooi voor een geestelijke ruilverkaveling” met allerlei praktische opmerkingen over kansen en grenzen.
Een belangrijk uitroepteken voor deze twee kleine dorpsgemeente in de classis Utrecht is gelegen in de constatering in de trant van Niks meer te verliezen, terwijl de sociale samenhang in beide dorpen groot is en door alle kerkverbanden heenloopt. Kleiner geworden kerkelijke gemeenten in een sterk veranderd woon – en leef gebied die niet gehinderd worden door discussies over ondergeschikte punten bevinden zich in een underdogpositie die juist kan bijdragen om passende oplossingen te vinden (Beekman, 2011). Vraagtekens kunnen ook uitroeptekens worden. Het kan eigenlijk niet veel lastiger – al moet je er wel nuchter bij blijven omdat betrokken meelevendheid met de kerk ook per generatie kan wisselen. Maar aanvaarding van de krimp op het platteland met een open perspectief om als kerk te participeren in dorpssamenhang geeft nieuwe mogelijkheden voor oude dorpsgemeenten van de Protestantse Kerk die vanouds een volkskerk is, - als maar niet vastgehouden wordt aan oude groeiprincipes die niet meer werken. De roeping van missionaire gemeenteopbouw betekent dan enerzijds er te zijn voor het dorp door bij te dragen aan de nodige samenhang – de kerk is ook van het dorp zoals vooral blijkt bij life-events – om met het levend Evangelie Kerk er geloofwaardig voor het dorp te zijn. Sociale samenhang in het eigen leef – en woongebied – in een basisschool, een buurthuis – is ook voor de kerk belangrijk die daar op een geheel eigen wijze een bijdrage aan kan leveren. Dat geeft ook nieuwe mogelijkheden die we in Tull en ’t Waal en Schalkwijk aan het ontdekken zijn in gezamenlijke seniorenbijeenkomsten (1), in jongerenevents (2), in missionaire diensten zoals in de High Tea (3) en in interkerkelijke samenwerking van alle christenen in dit leef- en woongebied in Stille Weekvieringen , een gezamenlijke viering op Hemelvaartsdag, de Nacht van Gebed van Open Doors en tenslotte in een gezamenlijk aangeboden Alphacursus in het voorjaar van 2015 (4). Dit zijn voor de twee dorpskerken van de Protestantse Kerk nieuwe kerkvormen.
5
Wanneer verbindende relaties op juiste waarde worden geschat en niet wordt vastgehouden aan eenmaal opgestarte activiteiten, kan er flexibel worden omgegaan met weer andere kerkvormen of om dingen los te laten als de bemensing niet lukt.
6
Gespreksvragen
Hieronder staan vier gespreksvragen die kunnen helpen om met elkaar in gesprek te komen. 1. Zijn wij kerk voor de buurt (stadswijk of dorp) en indien ja, hoe geven wij dat in onze eigen gemeente vorm? 2. Wat zouden kleine gemeenten rond de dorpskerken in Tull en ’t Waal en in Schalkwijk kunnen leren van andere dorpskerken of wijkkerken in de stad om kerk voor de buurt te zijn? 3. Als er een keuze gemaakt moet worden tussen bovenplaatselijke samenwerking – en samenvoeging van gemeenten (De wissel voorbij: het spoor en de bielzen Generale Synode 2008 en De hand aan de ploeg Generale Synode 2009) of (re)vitalisering van plaatselijke dorpsgemeenschappen (“De bolwerken van de Protestantse Kerk. Consequenties van synodebeleid voor kleine gemeenten in een krimpende kerk” Th. Pleizier 2011 – zie hierboven § 3.4.I blz. 5 a. Waar zou je voor kiezen? b. Waarom? 4. Hoe zou je protestantse christenen die op het Eiland van Schalkwijk wonen en meelevend lid zijn in andere gemeenten kunnen motiveren ook te participeren in de missionaire gemeenteopbouw in hun eigen woon – en leefgebied?
Cor van Dis
Nieuwegein 15 januari 2015
Voor reacties en gesprek: C.N. van Dis Lierseschans 8 3432 ET Nieuwegein T: 030-6060440 M: 06-35271048 E:
[email protected] of
[email protected]
7
8
BRONVERMELDING Beekman, W. (2011) Leve de dorpskerk: een studie verslag. Download IZB Brinke, Arjen en Annemarie ten, (2013) Zet de deur van je huis maar open Amsterdam: Ark Media Chester, T. & Timmis ,S. (2012) Midden in het Leven: De kerk als levende gemeenschap Barneveld: Uitgeverij Groei Gelder-Starrenburg, H. Hoftijzer, L. en Domburg, J. (2010) Geroepen in een dorp. (Afstudeeropdracht Godsdienst Pastoraal Werk ) Ede: Download CHE Gibson, T. (2010) Church and Countryside: Insights from Rural Theology London: SCM Press Holtslag, J. (2013) “De netwerkgemeente” in: Robin Effing (red,) De sociale netwerkkerk Utrecht: Kok Hospers, G-J en Reverda, N. (2012) Krimp, het Nieuwe Denken: Bevolkingsdaling in theorie en praktijk Den Haag: Boom Lemma uitgevers Kennedy, J. (2010) Stad op een berg: De publieke rol van protestantse kerken Zoetermeer: Uitgeverij Boekencentrum Loon, R. van (2010) Kerk voor de buurt: Zo kun je als kerkelijke gemeente iets betekenen voor je dorp of wijk Zoetermeer: Uitgeverij Boekencentrum Möller, Chr. (2009) Lasst die Kirche im Dorf! : Gemeinden beginnen den Aufbruch Göttingen: Vandenhoeck & Ruprecht GmbH & Co Noort, G., Paas, S., de Roest, H., & Stoppels, S. (2007). Als een kerk opnieuw begint. Handboek voor missionaire gemeenschapsvorming Zoetermeer: Boekencentrum. Overeem, H. (2014) Om te geloven heb ik de kerk nodig Amsterdam: Ark Media Pijnakker Hordijk, M. (2012) “In je eigen woonplaats naar de kerk? Pleidooi voor een geestelijke ruilverkaveling”. Download Website Evangelische Alliantie Pleizier, Th. (2011) “De bolwerken van de Protestantse Kerk: Consequenties van synodebeleid voor kleine gemeenten in een krimpende kerk” in: Kerk en Theologie, 62, 110 – 122 Reuver, R. de (2012) Anders verder Amsterdam: Ark Media Reverda, N. (2011) Over krimp: Een sociologisch perspectief op bevolkingsdaling Maastricht: CESRT – lectoraat Sociale Integratie Roest, H. de (2010) Een huis voor de ziel: Gedachten over de kerk voor binnen en buiten Zoetermeer: Uitgeverij Meinema SCP (2006). Thuis op het platteland: De leefsituatie van platteland en stad vergeleken. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau SCP (2008) Overgebleven dorpsleven: Sociaal kapitaal op het hedendaagse platteland Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau Smith, A. (2008) God-shaped Mission: Theological and practical perspectives from the rural church London: Canterbury Press Stoppels, S. (2013) Oefenruimte: Gemeente en parochie als gemeenschap van leerlingen Zoetermeer: Uitgeverij Boekencentrum
9