Activiteitenverslag Ingrado 2013 Bijlage bij het verzoek tot vaststelling subsidie OCW 2013 (verplichtingsnummer 61500-106682) Het ministerie van OCW heeft voor 2013 aan Ingrado een subsidiebedrag van € 646.600 toegekend. Dit bedrag is binnen de kaders van het activiteitenplan besteed en van tevoren over de programma’s daarvan verdeeld, als hieronder weergegeven. In deze tabel tevens de realisatie per programma.
Programma
aangevraagd
realisatie
eigen middelen
1. Communicatie, informatie en ontmoeting
€ 230.000
€ 275.622
€ 45.622
2. Professionalisering
€ 97.436
€ 140.667
€ 43.231
3. Beleid en advies
€ 82.860
€
96.405
€ 13.545
4. Organisatie Vereniging
€ 236.304
€ 290.003
€ 53.699
totaal
€ 646.600
€ 802.697
€ 156.097
De activiteiten konden worden gerealiseerd door de aangevraagde subsidie gecombineerd met contributie-inkomsten van Ingrado (kolom eigen middelen). In onderstaand activiteitenverslag zijn de activiteiten van de vier programma’s beschreven:
Communicatie, Informatie, Ontmoeting Ingrado Magazine Ingrado Magazine verscheen in 2013 drie maal. Het Magazine werd in een oplage van 1500 verspreid over alle gemeenten en RMC-regio’s en onder landelijke koepelorganisaties op het gebied van onderwijs, jeugd, zorg en handhaving. Het Magazine ontsluit landelijk beleid voor de leden, legt de link met partners in het veld en zorgt voor verspreiding van good practices. Onderwerpen worden ingebracht door leden, medewerkers en bestuursleden van Ingrado, de uiteindelijke samenstelling werd verzorgd door de redactie waarbij voor een aantal onderwerpen input van OCW word gevraagd. Het Magazine verschijnt tegelijkertijd digitaal op de Ingrado-site. In december 2013 werd een tevredenheidsonderzoek onder lezer uitgevoerd. Vooruitlopend op de resultaten daarvan die in 2014 gepubliceerd zullen worden: lezers zijn in grote lijnen tevreden met het Magazine, ongeveer de helft van hen wil graag een papieren versie, de andere helft kiest voor digitaal. Website Ingrado.nl is het on line platform voor informatieverstrekking aan leerplichtambtenaren en RMC-medewerkers. Populaire onderdelen van de site zijn de newsfeed op de voorpagina (dagelijkse update van relevante publicaties in alle Nederlandse geschreven en internet-media), Vraag en Antwoord (waarin relevant aan individuele professionals geleverd advies wordt ontsloten voor de collega’s) en de Nieuwsrubriek met verwijzingen naar initiatieven of onderzoek in het land. Daarnaast kent de site een forum, waar leden meningen kunnen uitwisselen. Vanuit de Nieuwsrubriek en aangevuld met relevante actuele ontwikkelingen werd in 2013 gemiddeld eens in de twee weken een digitale nieuwsbrief verstuurd, in het laatste kwartaal gebeurde dat in een snel groeiende oplage omdat de nieuwsbrief naar zoveel mogelijk individuele professionals werd geleverd, voorheen gebeurde dat aan contactpersonen binnen gemeenten. Bijeenkomsten Werkconferenties In april en november werden landelijke werkconferenties georganiseerd in Utrecht, beide bezocht door rond 120 professionals. Over beide conferenties werden 15 onderwerpen door hen verkend en verdiept: passend onderwijs en jeugdhulp, doorlopend onderwijstraject bij gesloten verblijf, samenwerking leerplicht-jeugdzorg, schoolloopbaanteams, meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, aanpak jeugdwerkeloosheid en focus op vakmanschap, begeleiding van mensen met een contactstoornis, mentorprogramma op weg naar werk, nieuwe methodiek Halt, succesvolle VSV’ers, taxatiemodel, sturen op data, verzuim 18+, onbewust waarnemen en verhoren.
Deelnemers waardeerden alle workshops met een rapportcijfer tussen 8 en 10. RMC-bijeenkomsten Op de drie landelijke RMC-bijeenkomsten (steeds rond 60 deelnemers) werden, naast andere onderwerpen, met name de thema’s verzuim 18+, de samenwerking met Sociale Zaken en het MBO (WWB en entree-opleiding) en de informatiepositie. De bijeenkomsten vervullen daarnaast de functie van intercollegiale consultatie. Managersoverleggen Voor leidinggevenden van Regionale Bureaus Leerplicht en afdelingen Leerplicht van de grote steden werden 3 overleggen georganiseerd. Naast inhoudelijke onderwerpen komen hier organisatorische zaken aan de orde, deelnemers bepalen onder elkaar de agenda, Ingrado faciliteert en brengt thema’s in. Ook deze bijeenkomsten hebben de functie van intercollegiale consultatie. Rayons Ingrado kent 6 rayons (Noord, Oost, Noordwest, Midden, Zuidwest, Zuidoost). De rayons zijn samengesteld uit een aantal RMC-regio’s en daaronder vallende gemeenten. De rayons organiseerden ieder een rayondag waarop actuele onderwerpen besproken en in workshops nader uitgewerkt werden. Tijdens rayondagen waren medewerkers en bestuursleden van Ingrado aanwezig om landelijke ontwikkelingen toe te lichten en signalen vanuit de rayons voor Ingrado en het ministerie te verzamelen. Onder het motto ‘info@ingrado komt naar je toe’ waren daarnaast ofwel bij de rayondagen of op een aparte bijeenkomst voor het rayon de juridisch adviseurs aanwezig voor het beantwoorden van vragen van leden. De rayondagen werden bezocht door 60 tot 110 professionals en in de evaluatie werden ze beoordeeld met een rapportcijfer van 8,4 of hoger. Dag van de Leerplicht Op 21maart vond de Dag van de Leerplicht plaats onder het motto: ‘School? Ik maak mijn verhaal af. Jij ook?’. Naast de vele lokale en regionale initiatieven werden jongeren op landelijke schaal aangesproken met een uitnodiging deel te nemen aan een rap battle, waarvoor ook een facebook-pagina werd geopend. Zowel de lokale acties als de rap battle en de bijbehorende prijsuitreiking kregen de nodige aandacht van de pers Helpdesk De helpdesk was onder kantooruren volledig bemenst, tijdens de vakanties werd voor achtervang gezorgd.
2.2 Professionalisering Ledenvragen en juridisch advies In 2013 stelden leden 300 vragen over de interpretatie van de Leerplichtwet, de RMC wet- en regelgeving en de Algemene Bestuurswet. Dat aantal bedroeg in 2011 nog 800 en in 2012 400. Verklaring voor deze daling is publicatie van relevante en actuele vragen en antwoorden op de Ingrado-site (wekelijkse update) maar zeker ook doordat leden zelf de wetten beter kennen c.q. deze kennis weten te ontsluiten. Daarnaast dragen de vragenuren die in de rayons werden georganiseerd bij aan deze daling en mag ook verondersteld worden dat ook de vaste juridische rubriek in Ingrado Magazine de nodige antwoorden verschaft. Deze specifieke ledenvragen met betrekking tot de wetgeving worden binnen 5 werkdagen beantwoord door een externe deskundige op het gebied van deze wetten. Ingrado maakte daarnaast gebruik van een jurist: voor het beantwoorden van juridische vragen in vaak uitzonderlijke situaties, ter ondersteuning van voor leden te ontwikkelen producten en voor (kortdurende) ondersteuningstrajecten in gemeente of regio. In voorkomende gevallen adviseert Ingrado gemeenten over betaalde juridische begeleiding, buiten Ingrado om. Ook de jurist nam deel aan de vragenuren in de rayons, zij verzorgt daarnaast de communicatie rond (nieuwe) juridische zaken via de website, de nieuwsbrief en Ingrado Magazine. Kwaliteitsregister en permanente educatie Om te komen tot een kwaliteitsregister voor de professional op het gebied van het recht op onderwijs (vooralsnog de medewerkers leerplicht en RMC) werd in 2013 op de eerste plaats de basis gelegd voor een beroepsregister. Bij beroepen waarvoor een initiële (bijvoorbeeld HBO-) opleiding bestaat (bijvoorbeeld in veel (para)medische beroepen) kan de professional zich na het behalen van het initiële diploma registreren in een beroepsregister. Behalen van voldoende punten op het gebied van na- en bijscholing of professionalisering in (vaak) een periode van 5 leidt dan tot certificering voor een kwaliteitsregister. In het geval van leerplicht en RMC ontbreekt de initiële opleiding en daarmee de eerste entree in een register. Ingrado werkte bovendien tot 2013 in de communicatie met leden met contactpersonen per gemeente of regio waardoor de individuele professional niet in beeld was. Daarom is in 2013 de ledenadministratie op een nieuwe leest geschoeid: voortaan worden daarin niet meer alleen contactpersonen opgenomen maar alle in een regio of gemeente werkzame professionals op de terreinen leerplicht en RMC. Aanstelling bij een gemeente in deze functies vormt daarmee de entree voor het beroepsregister, de vernieuwde ledenadministratie zorgt voor het overzicht daarop. Bijkomend communicatief voordeel was dat vanaf het laatste kwartaal daarmee ook de gelegenheid ontstond om de professionals rechtstreeks te benaderen (en dus niet via
contactpersonen), hetgeen vanaf dat moment met de nieuwsbrief ook gebeurde. Bij andere beroepsgroepen werd daarnaast geïnventariseerd wat er nodig is om een beroeps- en kwaliteitsregister te beheren. Opleidingen De eerste grootschalige ervaring met de permanente educatie zoals die de basis vormt voor een kwaliteitsregister werd in 2013 opgedaan via de nieuwe BOAstructuur die per 1-1-2013 formeel inging. In feite is in die structuur al sprake van een kwaliteitsregister: na het initieel verkrijgen van de BOA-bevoegdheid wordt deze verlengd na 5 jaar wanneer in die 5 jaar voldaan is aan de geformuleerde na- en bijscholingseisen. De invoering van de nieuwe BOAstructuur verliep zeker niet zonder slag of stoot. Deels was dit een gevolg van het ontbreken van een overgangsregeling, deels kenden vormgeving en inhoud van de modulen door opleidingsinstituten en examinering door de Exameninstelling Toetsing en Handhaving de nodige opstartproblemen. In maart werden alle leden per brief door Ingrado geïnformeerd over de ins-and-outs van het nieuwe stelsel (hieraan gekoppeld werd een ‘bel-met-je-vraag-over-BOA’dag), daar waar mogelijk werden leden persoonlijk geïnformeerd en geadviseerd via de help desk en tijdens (rayon)bijeenkomsten. Ingrado faciliteert en neemt deel aan de examencommissie BOA. Door middel van een werkgroep van leden droeg Ingrado bij aan de vertaling van eindtermen naar toetsvragen en leverde daarmee input voor ExTH. Met een opleidingsinstituut werd verder geïnventariseerd waar in het kader van de permanente educatie/kwaliteitsregister opleidingsaanbod ontwikkeld moet worden. Resultaat daarvan is dat met name intervisie en zelfanalyse (sterkte/zwakte-analyse) als instap voor permanente educatie ontwikkeld moeten worden. Beide onderwerpen zijn ter subsidiering in 2014 voorgedragen. Tenslotte werd met de Stichting Beroepseer een eerste workshop ‘Beroepsidentiteit’ georganiseerd met 16 deelnemers. Ook deze activiteit krijgt een vervolg in 2014. Formatie en formatierichtlijn De formatierichtlijn leerplichtfunctie dateert uit 2007. Een aantal ontwikkelingen was aanleiding om de formatierichtlijn in 2013 tegen het licht te houden. Hierbij moet worden gedacht aan de gemeentelijke bezuinigingen en daarmee de mogelijke taakstelling voor afdelingen leerplicht, de toename van het aantal verzuimmeldingen als gevolg van de in 2007 ingevoerde kwalificatieplicht, het opstellen van de VSV convenanten en de verbetering van de verzuimregistratie in het MBO. Daarnaast is de administratieve functie veranderd door verdergaande automatisering en verbetering van de kwaliteit van gegevensstromen. Hierdoor kunnen gemeenten op dit moment met minder administratieve formatie toe dan in 2007. Tegelijkertijd is meer applicatiebeheer nodig dan in 2007. Hierdoor verschuift de verhouding tussen de verschillende taken in de leerplichtfunctie. In eerste instantie is gekozen de toepasbaarheid van de huidige richtlijn te toetsen,
in de praktijk bleek uit die richtlijn namelijk vooral de vuistregel ‘1 fte leerplichtfunctie per 3800 leerplichtigen’ gebruikt te worden terwijl de richtlijnen ook ruimte biedt voor het bepalen van de formatie bij de lokale caseload én voor een opslag ten behoeve van bovenwettelijke taken zoals activiteiten op het gebied van voorlichting en preventie. Vervolgens is een instructie voor een breder gebruik van de richtlijn geschreven en is de toepassing getoetst bij vier gemeenten met een concrete vraag over de formatie. In het eerste kwartaal 2014 wordt de instructie verder getoetst en gecommuniceerd. 2.3. Beleid en Advies Sturen op data In eerste instantie werd in 2013 subsidie voor doorontwikkeling van het VSVKompas ten behoeve van de RMC functie aangevraagd. Deze aanvraag werd in eerste instantie niet gehonoreerd, maar rond de Dag van de Leerplicht kreeg ‘data, duiden, doelen, doen’ een nieuwe impuls toen de staatssecretaris in zijn brief aan de Kamer aankondigde gemeenten in staat te willen stellen onderling te benchmarken op prestaties rond de verzuimaanpak. Halverwege het jaar werd vervolgens alsnog een ‘doorstart’ van het VSV-Kompas gemaakt, nu onder de naam Verzuim- en Schoolverlaten Kompas (VSv-Kompas). In de loop van de tweede helft van 2013 werden de volgende data verkregen en ingevoerd in het digitale platform: de definitieve VSV-cijfers een ook de historische VSV-gegevens, beide uit de VSV-verkenner, de maatregelen uit de convenanten, de leerplichtgegevens uit de artikel 25 rapportages over ’12-‘13 die de gemeenten voor 1 november moesten indienen bij DUO, de historische leerplichtgegevens en de gegevens uit de effectrapportages RMC over 2012-2013, die de gemeenten voor 1 december bij DUO moesten aanleveren. Met DUO zijn goede afspraken tot stand gekomen over het doorleveren van deze data. OCW gaf toestemming het project in het eerstekwartaal af te ronden. Rond de Dag van de Leerplicht ontvangen gemeenten factsheets waarin de eigen resultaten worden afgezet tegen de landelijke én tegen die van een groep gemeenten van eenzelfde omvang. Daarnaast kunnen gemeenten vanaf dat moment op het (besloten) platform vergelijkingen naar eigen keus maken. Het instrument heeft twee belangrijke doelen. Op de eerste plaats het duiden van de data: vergeleek een gemeente, bijvoorbeeld in het jaarverslag, de resultaten op het gebied van verzuim en uitval voorheen vooral met de resultaten in de jaren daarvoor, met de benchmark van het VSv-Kompas kunnen die resultaten óók vergeleken worden met die van andere gemeenten, waarbij de te hanteren filters het mogelijk maken te vergelijken met vergelijkbare gemeenten. Voorbeeld: een RBL stelt vast dat ze minder meldingen relatief verzuim hebben, een trendbreuk ten opzichte van voorgaande jaren waarin door steeds beter meldgedrag het aantal meldingen groeide. Wat betekent dit? Vergelijking met andere RBL’s plaatst de daling in
perspectief, allicht is de daling bij anderen nog veel sterker en zijn de resultaten dus relatief slecht. Op de tweede plaats het prikkelen van de nieuwsgierigheid en het aanzetten tot uitwisseling, bijvoorbeeld van good practices: wanneer een regio veel uitval onder 16-jarigen heeft loont het de moeite te kijken wat een vergelijkbare regio met een veel beter resultaat bij deze groep ánders doet. Werkbezoeken Naast de rayonbijeenkomsten, de halfjaarlijkse werkconferenties, de expertmeetings en de managersoverleggen bracht de voorzitter 20 werkbezoeken aan regio’s en gemeenten om daar leden te informeren over landelijke ontwikkelingen en met name om signalen van leden op te pikken. Daarbij kon zij vaak oplossend meedenken en de gemeente of regio verder helpen en daarnaast het signaal meenemen voor de contacten met ketenpartners, het Ministerie of het Beleidsoverleg Leerplicht. Beleidsoverleg Leerplicht Ingrado faciliteerde 3 maal dit beleidsoverleg waaraan de Inspectie van het Onderwijs, OM, VNG, SZW, diverse directies van OCW en een vertegenwoordiging uit de gemeenten deelnemen. De voorzitter van Ingrado zit het overleg voor, de juridisch adviseur functioneert als secretaris van het overleg. Expertmeetings Rond de problematiek van de thuiszitters werden drie met het Nederlands JeugdInstituut expertmeetings georganiseerd met een brede vertegenwoordiging uit gemeenten, samenwerkingsverbanden, de Inspectie, het Ministerie van OCW en Gedragswerk. 2.4 Organisatie Vereniging Ingrado hield kantoor op Bankaplein 1 in Den Haag, waar vijf werkplekken beschikbaar waren. Naast de fysieke kantooromgeving werd een virtuele werkomgeving onderhouden zodat vanuit het land gewerkt kon worden. Een grote slag werd gemaakt met de financiële administratie: tijdschrijven werd geimplementeerd en het gehele jaar toegepast, het bestuur ontving uitputtingsoverzichten en kwartaalrapportages en de boekhouding werd geprofessionaliseerd. In overeenstemming met de subsidieaanvraag werden de verdere middelen van dit programma besteed aan de bestuursondersteuning (10 bijeenkomsten) en personeelsvoorzieningen.