Activiteitenverslag 2014
Opvoeding
2
Diversiteit
14
Partnerrelaties
22
Gezinnen in de samenleving
26
Zingeving en ethiek
42
Kwetsbare gezinnen
44
Communicatie en informatie
52
Wie is wie
56
I
In 2014 werden wij Odisee. De nieuwe naam van onze hogeschool geeft een gezicht aan de fusies die de afgelopen jaren verschillende opleidingsinstellingen en regio’s bij elkaar hebben gebracht. Een gezicht en een naam, een missie en een visie, kortom een identiteit, waar ook het Kenniscentrum Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen zich kan in vinden. ‘Geloven in de kracht van mensen’, staat vooraan in de Odisee-missie en is ook een motto voor het kenniscentrum. Krachtgericht aan de slag gaan met gezinnen loopt als een rode draad door dit jaarverslag. ‘We omarmen verschillen’, klinkt als een warme oproep, die in het kenniscentrum niet in dovemansoren valt. Aandacht voor verschillen zit in ons DNA, niet alleen als onderwerp van onderzoek, maar ook in de samenstelling van ons team en de keuze van sprekers. Meer concreet verkennen we deze keer levensbeschouwing en opvoedingsidealen: we stuurden studenten en docenten, zelf met uiteenlopende levensbeschouwingen, op pad voor gesprekken met ouders én jongeren met een moslimachtergrond; collega’s in Nederland doen gelijkaardig onderzoek bij christelijke gezinnen.
‘Onze hogeschool is een springplank naar nieuwe werelden waarmee we in dialoog gaan, zelfs in confrontatie’, stelt de missie uitdagend. Een uitdaging die we in het kenniscentrum niet uit de weg gaan. Het zijn kinderen en gezinnen uit nieuwe werelden die straks onze steden kleuren, én die nu al onze (hoge)schoolbanken kleuren. Superdiversiteit en transmigratie, en hoe de gezinsbegeleiding hier vandaag al moet op inspelen, zijn thema’s die zowel in 2014 als in 2015 vooraan op de agenda staan.
H
Het zijn slechts enkele voorbeelden die tonen dat de missie en waarden van Odisee ons als kenniscentrum aansporen om (nog) verder te gaan in ons streven naar een kwaliteitsvolle gezinsondersteuning, met respect voor de eigenheid van gezinnen, in al hun diversiteit. Ook in 2015 zullen we als ‘gedreven, optimistisch, nieuwsgierig, respectvol en geëngageerd’ kenniscentrum meeschrijven aan het Odiseeverhaal en ‘openstaan, verbinden, emanciperen en grenzen verleggen’.
Tanja Nuelant, studiegebieddirectrice Kathleen Emmery, coördinatrice van het kenniscentrum
1
2
Opvoeding
1
Opvoedingsondersteuning
I
In het najaar van 2014 startte Kristien Nys in opdracht van EXPOO een verkennend onderzoek op over buurt- en krachtgericht werken in opvoedings- en gezinsondersteuning. Ze ging daarbij vijf goede praktijken bevragen over hun buurt- en krachtgerichte werking. De bevindingen van de semigestructureerde interviews werden in een tussentijds verslag gebundeld dat in een focusgroep aan de vijf bevraagde praktijken en drie bijkomende praktijken voorgelegd werd. De bevindingen van dit exploratietraject worden door Nys voorgesteld in een plenaire lezing op het 7e Congres Opvoedingsondersteuning, georganiseerd door EXPOO, dat eerst gepland was op 11 december maar naar aanleiding van de stakingen is uitgesteld naar 15 januari 2015. Het eindrapport zal terug te vinden zijn op de website van EXPOO.
3
O
Op dit congres wordt het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen sterk vertegenwoordigd. Hans Van Crombrugge werd gevraagd als keynote spreker. Hij zal de volgende presentatie geven: ‘De
pedagogische republiek(en): zijn ouders burgers, of de burgers opvoeders?’. Hij gaf hierover tevens een
interview in de december-editie van het tijdschrift Psychologies.
4
Daarnaast komt een oud-studente Gezinswetenschappen, die nu bij het Brusselse Integratiecentrum De Foyer werkt, de methodiekenbundel ‘Verdere stappen’ voorstellen, die De Foyer samen met Patrick Meurs ontwikkelde. Dit vervolg op het project ‘Eerste stappen’, van Patrick Meurs, behandelt valkuilen in opvoedingsondersteuning bij ouderbegeleidingsprojecten in de lagere school, meer specifiek bij ouders met een migratieachtergrond.
Eerder in 2014 nam Kristien Nys in opdracht van Kind & Gezin de procesbegeleiding op van ‘Werkgroep 2: Kwaliteit’ van de Staten-Generaal ‘Opvang en Vrije tijd’ van schoolkinderen. Een brede vertegenwoordiging van actoren uit het werkveld, beleid en wetenschap maakten deel uit van deze werkgroep, die in januari en februari 2014 vier keer vergaderde. De andere werkgroepen behandelden de onderwerpen ‘Afbakening’ en ‘Organisatie, afstemming, bevoegdheden’. Op het slotcolloquium op 24 april 2014 presenteerde Nys het eindverslag van haar werkgroep, bestaande uit vaststellingen en beleidsaanbevelingen over de kwaliteit van de opvang en vrije tijd van schoolkinderen. De eindverslagen en presentaties van alle werkgroepen zijn integraal beschikbaar op de website van Kind & Gezin. Kristien Nys kon ten slotte in de oktobereditie van het e-zine QuaJong in een interview haar visie geven over opvoedingsondersteuning, onderzoek en maatschappelijk kwetsbare gezinnen: ‘De vragen die Kristien Nys zich stelt’.
B
Bij opvoedingsondersteuning denken we nog vaak aan georganiseerde of geïnstitutionaliseerde hulp. Toch vinden ouders ook veel dichter bij huis ondersteuning. Hans Van Crombrugge gaf dit jaar twee lezingen en een interview over grootouders en de rol die ze spelen binnen het gezin. Op 11 maart sprak hij op de conferentie Universiteit Derde Leeftijd van de KU Leuven over ‘Grootouders: betekenis voor kind en gezin’ en op 23 oktober werd hij voor de Seniorenweek uitgenodigd in Dilbeek om een lezing te geven over ‘Grootouders: de kunst van er te zijn’. Verder verscheen ook een interview in het clubblad Senioren KU Leuven in augustus 2014 over ‘Grootouders’.
Ook de ruimere familie- of vriendenkring kan ondersteuning bieden. Steeds meer mensen kiezen als peter en meter iemand van buiten de familiekring, vaak een jong persoon. Zo maak je je familienetwerk een beetje ruimer en misschien wel sterker. Claire Wiewauters gaf hierover meer uitleg in maart 2014 op Libelle Televisie. Van Crombrugge gaf dit jaar regelmatig interviews over opvoedingskwesties. Hij mocht ook tweemaal in een artikel in het magazine Knack zijn standpunt over een onderwerp verdedigen tegenover andere pedagogen en sociologen: op 12 maart ging het over ‘De kunst van het opvoeden. Kinderen willen hun ouders niet als vriend’; en op 16 juli over ‘Pappie, werk toch niet zo hard. Het taboe van het vaderschapsverlof’.
5
Daarnaast gaf hij in het Nederlandse tijdschrift Trouw in het artikel ‘Ouderschapsbelofte: ook in tegenspoed trouw aan je kind’ meer uitleg bij de ‘ouderschapsbelofte’. Op 8 november sprak hij op de conferentie ‘Pleegouderschap in de Islam’, georganiseerd door Free Hands en Child 2 Care. Hij gaf daar de lezing ‘Pleegouderschap: pedagogisch perspectief’.
6
In het boek ‘Kinderdromen’ schreef Patrick Meurs samen met Kim De Dycker het hoofdstuk ‘Zusteren broederliefde’. Hij mocht in een interview op het Radio 2-programma De Madammen meer uitleg geven over de opvoeding van tweelingen.
O
Ook scholen spelen een niet te onderschatten rol in opvoeding(sondersteuning). Meurs schreef samen met Sofie Dieltjens het boek ‘Ouders en de relationele
en seksuele vorming op school. It takes a village to raise a child.’, dat uitgegeven werd bij Garant in het voorjaar.
In meer problematische opvoedingssituaties zoeken ouders ondersteuning in therapie of bijzondere jeugdzorg. Patrick Meurs geeft hierover aan de UGent en aan Rino-Vlaanderen opleidingen. Zo geeft hij o.a. les over ouder-babytherapie en over begeleiding van nieuw-samengestelde gezinnen. Hij mocht tevens een lezing verzorgen over ‘Krachten,
tekens en taal in ontwikkeling: het ontstaan van symbolisatie in kindertijd en in kinderpsychotherapie’
op de studiedag ‘In woord en beeld: de kracht van beelden en metaforen in kinderpsychotherapie’ op 16 mei 2014. In het tijdschrift De Psycholoog schreef hij samen met Anneke Smeets-Schouten het artikel ‘Kortdurend psychoanalytisch werken met kinderen in een ziekenhuis’. Daarnaast verscheen zijn artikel ‘Psychische gezondheid en zorggebruik van de
migrantenjeugd in Nederland. Kritische bespreking van het advies van de Nederlandse Gezondheidsraad’ in het Tijdschrift Klinische Psychologie.
M
Maximaal inzetten op de kracht van jongeren en hun omgeving, dat stelt het Vlaamse Decreet Integrale Jeugdhulp voorop. Een duidelijk standpunt, maar hoe maak je dat waar in de praktijk? Op 20 en 27 november leerden vijftien deelnemers meer over een goede methode hiervoor in de bijscholing
‘Eigen Kracht-conferenties in de (jeugd) hulpverlening’.
Docente was Mirjam Beyers, bachelor in de Gezinswetenschappen en actief als trainersupervisor voor Eigen Kracht-conferenties vzw. Claire Wiewauters ontwikkelde in 2013 een educatief programma over ‘omgaan met gevoelens bij kinderen en jongeren’ in opdracht van de Gezinsbond. In 2014 gaf ze hierover enkele lezingen, o.a. op 12 juni in Bilzen en op 29 september in Heusden-Zolder.
7
Kinderen en echtscheiding
V
Voor Claire Wiewauters stond 2014 in het teken van kinderen en scheiding. In het voorjaar legde ze de laatste hand aan de voorbereidingen van haar boek rond dit thema. Op 7 en 14 februari 2014 gaf ze de bijscholing ‘Gezinnen onder druk.
Hoe omgaan met emoties van kinderen bij scheiding?’
8
aan een publiek van (semi)professionelen die betrokken zijn bij kinderen in scheidingssituaties. Op 7 en 14 november hernam ze deze bijscholing, na de uitgave van haar boek, deze keer onder de titel: ‘Een week mama, een week papa? Kinderen ondersteunen bij scheiding’. In beide gevallen werd de bijscholing erkend door de Federale Bemiddelingscommissie als bijscholing voor erkende bemiddelaars.
Op 11 maart mocht ze een gastcollege doceren aan de KU Leuven in de opleiding master in de orthopedagogische wetenschappen, over de positie van kinderen bij scheiding. Op 6 mei werd ze uitgenodigd in Zoersel om een vormingsnamiddag te verzorgen voor de medewerkers van de Vrije Centra voor Leerlingbegeleiding over ‘Hoe omgaan met kinderen in de echtscheidingsstorm binnen het onderwijs’.
Een eerste voorproefje van haar boek ‘Een
week mama, een week papa? Wat kinderen bij een scheiding ECHT nodig hebben’, dat ze samen
schreef met bemiddelaar Monique Van Eycken schreef en dat uitgegeven werd bij Lannoo, gaf Wiewauters via een lunchlezing op onze campus op 17 mei, tijdens de Week van de Opvoeding. Bovendien kregen tien lezers van De Bond via loting een exemplaar van het boek, na een interview met Claire op 30 mei over ‘Wat hebben kinderen bij een scheiding écht nodig?’.
H
Het boek werd officieel voorgesteld op 13 juni tijdens een colloquium. Op dit colloquium kwamen medewerkers aan het woord van Awel, de Opvoedingslijn en de Centra Algemeen Welzijnswerk. Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen was aanwezig via een videoboodschap. Daarin zie je Vanobbergen en Wiewauters in gesprek over het ouderschapsplan, familierechtbanken, bemiddeling en bezoekruimtes. De filmfragmenten zijn te zien via het YouTube-kanaal van het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen en op onze website.
9
N 10
Na de lancering verschenen er verschillende artikels over het boek, onder andere in de weekendeditie van het Nieuwsblad op 14 juni en in De Standaard van 16 juni. Ook het edito van het Nieuwsblad werd gewijd aan het thema. Op 26 juni schreef ze een open brief naar aanleiding van de oproep van Nederlandse jongeren aan hun ouders om beiden aanwezig te zijn bij de proclamatie. Ook na de zomer bleef het onderwerp aanwezig in de media. Op 24 oktober kwam Wiewauters aan het woord in een artikel in Het Laatste Nieuws over de kanttekeningen bij de plannen voor de invoer van een ouderschapsplan in Vlaanderen. Op 31 oktober presenteerde en signeerde Wiewauters haar boek op de Boekenbeurs in Antwerpen, samen met Monique van Eycken. Daarnaast sprak ze op een studienamiddag op 14 oktober, georganiseerd door de Postgraduaatopleiding ‘Bemiddeling’ van de KU Leuven, over ‘Kinderen en scheiden. Nieuwe
inzichten en ontwikkelingen op psychosociaal en juridisch vlak.’ Hier waren 90 aanwezigen, vooral
advocaten, rechters en bemiddelaars.
KAJ bracht het thema ‘jongeren en echtscheiding’ in het najaar opnieuw in het nieuws. Via een zelfgemaakte film en diverse media-optredens richtten de jongeren in de regionale afdelingen van de jeugdbeweging KAJ de aandacht op de gevolgen van een scheiding van ouders op hun kinderen. Op 24 oktober vroeg Het Laatste Nieuws naar de reactie van Wiewauters. Op 22 november werd een nationale actie gevoerd. Meer dan 100 KAJ-leden en andere jongeren kwamen toen samen in Brussel om eisen te stellen voor meer rechten voor jongeren bij een scheiding. Claire Wiewauters mocht zichzelf trotse meter noemen van de KAJ-actie en gaf de afsluitende speech: ‘Jongeren scheiden mee: luister naar hen!’. De dienst Sociaal-Cultureel Werk van de Gezinsbond vroeg Wiewauters om een lezingenreeks te verzorgen omtrent het thema ‘Mijn ouders zijn uit elkaar!’. De try-out van deze lezing vond plaats op 15 oktober 2014 in Deinze voor een 70-tal aanwezigen. Op maandag 3 november werd de lezing gefinaliseerd met feedback van de deelnemers en de aanwezigen van de Gezinsbond. In 2015 staan reeds verschillende lezingen gepland in de diverse regio’s.
11
Op vraag van de studiedienst van Awel zal het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen een nieuw onderzoeksproject opnemen. Het project zal uitgevoerd worden in samenwerking met studenten uit de tweede opleidingsfase Gezinswetenschappen en zal onderzoeken wat kinderen en jongeren vertellen over de scheiding van hun ouders en over nieuw samengestelde gezinnen via de online contactkanalen van Awel.
Levensbeschouwing en opvoedingsidealen
12
I
In het project ‘Levensbeschouwing en opvoedingsidealen’ werken Hans Van Crombrugge en Naïma Lafrarchi samen met onderzoekers van de kenniskring ‘Opvoedingsidealen in de praktijk’ van Driestar Educatief in Gouda. Bewust of onbewust geven we allemaal in de opvoeding van onze kinderen onze idealen door over een goed en zinvol leven. Dit onderzoek wil de verschillende meningen en de grote diversiteit aan opvoedingsidealen in kaart brengen. Daarvoor schakelen Van Crombrugge en Lafrarchi studenten Gezinswetenschappen mee in. Zij interviewen zowel ouders als jongeren voor dit onderzoeksproject. De focus van Van Crombrugge en Lafrarchi ligt op islamitische opvoedingsidealen.
Van Crombrugge en Lafrarchi hebben in de loop Ook twee studentes Gezinswetenschappen uit het tweede van dit onderzoek al enkele artikels hierover jaar, Samira Azeroual en Zohra Jebbara, gaven een lezing op geschreven en zijn ook op verschillende de Moslimexpo: ‘Seksuele Opvoeding?! Praat er (niet) over!’. gelegenheden als spreker uitgenodigd. In ‘Ethische Perspectieven: Nieuwsbrief van het Van Crombrugge sloot het jaar af met Overlegcentrum voor Ethiek’ schreven ze samen twee lezingen bij de KU Leuven. Hij werd het artikel ‘Is een 'moderne' Islamitische pedagogiek uitgenodigd voor de Universitaire Dinsdag mogelijk?’, en voor het tijdschrift Pedagogiek in Lezingen op 2 december om er te spreken Praktijk schreven ze ‘Mohammad Iqbal. Opvoeden tot over ‘Islam en opvoeden in Vlaanderen’, op de zelfontplooiing’. In het Tijdschrift voor Onderwijsbeleid Campus Brussel van Odisee. Op 10 december en – Recht schreven ze een artikel met als titel verzorgde hij een gastcollege in de opleiding ‘Islamitisch onderricht in de Vlaamse scholen’. Pedagogische Wetenschappen getiteld ‘In dialoog met Abraham: islam en pedagogiek’. Daarbij aansluitend werd Van Crombrugge
D
uitgenodigd op het debat ‘De deugdzame stad, #4: Leren in de stad’, op 26 april 2014 in Antwerpen, samen met Marc Laquière en Iman Lechkar, docente in de opleiding Sociaal Werk van Odisee. Van Crombrugge sprak er over ‘De opvoedingsidealen van Mohammed Iqbal’. Op 11 mei sprak hij op een evenement naar aanleiding van 50 jaar migratie in Waregem, mede georganiseerd door Dar Es Salaam en de Humanistische Vrijzinnige Vereniging. Hij had het over ‘Migratie en diversiteit: opvoeding en islam’. Op 1 juni vertelde hij over ‘Het pedagogisch vermogen van de islam’ op de eerste editie van de Moslimexpo, die werd georganiseerd in Antwerpen.
13
14
(c) Sanjay Kumar @Flickr
Diversiteit
2
Superdiversiteit en transmigratie
D
Dirk Geldof werkte in 2014 aan het PWO-project
‘Stedelijk sociaal-agogisch werk met transmigranten: een verkenning van welzijnsnoden, (methodische) uitdagingen en kansen’ samen met partners
uit het eigen studiegebied Sociaal-Agogisch Werk, uit de master Sociaal Werk van de UA, het Regionaal Integratiecentrum Foyer van Sint-JansMolenbeek, de Brusselse vzw Globe Aroma en Vrouwenopvangcentrum Het Zijhuis (deelwerking van de Antwerpse CAW Metropool). Samen met Sophie Withaeckx en Sociaal Werkcollega Mieke Schrooten werkt Dirk Geldof aan een onderzoek over de welzijnsnoden van transmigranten en translokale (transnationale) gezinnen: mensen wiens familiale en/of sociale leven zich uitstrekt over verschillende plaatsen, landen en culturen. Omwille van hun grotere maatschappelijke kwetsbaarheid doen veel van deze mensen veelvuldig beroep op sociaal werk.
15
16
Dit praktijkgericht onderzoek vertrekt vanuit concrete vragen uit het werkveld omtrent de uitdagingen die het werken met deze relatief nieuwe doelgroep met zich meebrengt. Het project brengt de rol van transnationale netwerken en praktijken in de hulpverlening in beeld, en gaat na welke uitdagingen en kansen transmigranten vormen voor stedelijk sociaal-agogisch werk. Transmigranten van Marokkaanse, Braziliaanse en Ghanese herkomst werden bevraagd via diepteinterviews; daarnaast werden focusgroepen georganiseerd met hulpverleners die met deze doelgroep in aanraking komen.
H
Het onderzoek wil op deze manier kennis en inzicht verhogen in de impact van transnationale contacten en transmigratie in hulpverleningsrelaties. Ook studenten uit de opleidingen worden nauw betrokken bij het onderzoek: door zelf mee te werken aan het onderzoek en het uitvoeren van interviews – zoals de studenten uit het vak Projectwerk II in Gezinswetenschappen deden – of door het opnemen van het thema transmigratie als onderwerp van hun eigen papers of eindwerken.
In 2014 kregen deze onderzoekers de kans om op vier internationale conferenties te spreken over hun onderzoek. Mieke Schrooten gaf in april een lezing op het ‘Seminário de Estudos sobre Migração Brasileira na Europa’ in het Institute of Education van de University of London over ‘Urban social work with transmigrants: The case of Brazilians in Belgium’.
Op 23 mei sprak Sophie Withaeckx op het congres ‘Making the most of migration’ in Brussel over
‘Transmigrancy as a challenge or an opportunity: The use of transnational social networks by newcomers in Belgium’. Dirk Geldof presenteerde
papers op de conferenties ‘Superdiversity: Theory, Method and Practice’ van 23 tot 25 juni in Birmingham en op de International Metropolis Conference ‘Migration. Energy for the planet, feeding cultures’ van 4 tot 7 november in Milaan.
V
Verder bleef Dirk Geldofs boek ‘Superdiversiteit. Hoe migratie onze samenleving verandert’ (Acco, 2013)
in 2014 een succesverhaal: iets meer dan een jaar na de uitgave ging het al voor de vierde keer in druk. De publicatie bestudeert de impact van superdiversiteit op gezinnen, op het beleid, en op sociaal werk. In sommige steden vormen mensen met een migratieachtergrond intussen de meerderheid. Gezinnen leven steeds meer over de grenzen heen en de diversiteit binnen de diversiteit neemt toe. Geldof gaf hierover talloze lezingen en mocht ook enkele hoofdstukken in andere publicaties verzorgen: • In het boek ‘Migratiemaatschappij. 20 stemmen over samenleven in diversiteit’ schreef hij het hoofdstuk ‘Superdiversiteit als nieuwe realiteit. Oog voor veranderende integratiedynamieken’. • In de publicatie ‘Kwetsbare vrije tijd? Uitdagingen voor een emanciperend jeugdbeleid’ kwam ook een hoofdstuk van zijn hand voor: ‘Als kinderen
onze steden kleuren… Superdiversiteit, demografische veranderingen en maatschappelijke kwetsbaarheid’.
• In het boek ‘Preventie morgen. Bouwstenen voor een goede praktijk’ verzorgde hij het onderwerp ‘Preventie in tijden van risicoreductie, beheersingslogica en superdiversiteit’.
17
Diversiteit op school
18
O
Op school komt iedereen vroeg of laat in aanraking met diversiteit. Het is dan ook belangrijk voldoende duiding bij dit thema te voorzien in lessen godsdienst of levensbeschouwing. De levensbeschouwelijke verschillen in onze samenleving veroorzaken ook veel debat over de inhoud van die lessen. Hans Van Crombrugge en Naïma Lafrarchi treden vaak op als experten in deze discussies. In het tijdschrift Tertio schreef Van Crombrugge op 11 juni een opinie over de plaats van de ‘k’ in de naam van katholieke scholen: ‘Katholieke dialooghogeschool doet veel vragen opborrelen’. Samen met Lafrarchi publiceerde hij in augustus in het Tijdschrift voor Onderwijsrecht en Onderwijsbeleid het artikel ‘Islamitisch onderricht in Vlaamse scholen’. Op 14 mei verzorgde Lafrarchi de workshop ‘Hoe werken we een pastoraal aanbod
uit met de visie en de werkwijze van de publicatie in het HO’ op de studiedag van het Vlaams Secretariaat
van het Katholiek Onderwijs (VSKO), naar aanleiding van hun publicatie ‘Pastoraal en Levensbeschouwelijke Diversiteit in katholieke scholen’. Lafrarchi werd hiervoor gevraagd als leermeester Islam. Op de Moslimexpo in Antwerpen gaf ze de masterclass ‘Islamitische theologie en godsdienstwetenschappen’.
Op de Dag van de Diversiteit (Odisee) gaf ze eveneens een workshop: ‘In dialoog met een andere cultuur, met een andere religie’. Bij Familiehulp en bij VVSG mocht ze een vorming geven over ‘Islam in de kinderopvangen zorgsector’. Voor de VVJ-vorming in maart in Malle verzorgde ze een workshop over ‘De invloed van levensbeschouwing en tradities’. Daarnaast gaf ze een workshop in het kader van het afstudeerproject Leraren L.O. (Odisee) rond ‘Empathisch en gepassioneerd omgaan met diversiteit’. Ze werd ook regelmatig gevraagd door de hogeschool Thomas More om workshops te geven rond ‘Interreligieuze dialoog’ (in Mechelen, Geel en Vorselaar).
L
Lafrarchi nam op 8 november als panellid deel aan een debat georganiseerd door o.a. het IMMRC (Interculturalism, Migration and Minorities Research Centre) aan de KU Leuven en het Provinciaal Integratiecentrum Vlaams-Brabant, rond het thema ‘Islam in België en Europa: dovemansgesprek voorbij’ in het kader van de reeks ‘50 jaar Turkse en Marokkaanse migratie’. Op 13 november was ze in Alsemberg panellid, naast o.a. prof. dr. Johan Leman, bij het debat ‘Een moderne Islam in België?’. Daarnaast maakt ze deel uit van de werkgroep ‘Onderwijs en Vorming’ van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en van de projectgroep ‘Identiteit IN diversiteit’ van de VSKO.
De toenemende diversiteit van de samenleving leeft binnen schoolmuren, niet in het minst door de leerlingen of studenten van verschillende origine zelf, maar nog te weinig in de lessen, vond historica Lut Verstappen. In het tijdschrift EOS Memo publiceerde ze in juni het artikel: ‘De barbaren komen niet meer. Pleidooi voor meer kleur in de geschiedenisles.’
19
Diversiteit in de hulpverlening
20
O
Ook in het brede welzijnswerk leeft de vraag naar meer inzicht en dialoog, zo blijkt uit de grote opkomst voor de jaarlijkse bijscholing die het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen over deze thema’s organiseert: ‘Islamitische visies op relaties en opvoeding’. Zowel professionals als vrijwilligers uit verschillende sectoren van de hulpen zorgverlening, maar ook onderwijsmensen vinden de weg. In 2014 verwelkomden we 120 deelnemers. Deze driedaagse bijscholing vond plaats op 28 februari, 14 maart en 21 maart. Op de eerste dag is telkens een algemene uiteenzetting over de Islam voorzien, de tweede dag focust op gender en op relaties tussen of met moslims, op de derde dag staat opvoeden centraal. Het succes van deze bijscholing, die in 2014 al voor de twaalfde keer werd georganiseerd, danken we aan het brede en kwalitatieve aanbod van de sprekers. Enkele van onze vaste sprekers zijn, naast Hans Van Crombrugge en Naïma Lafrarchi, taalkundige prof. dr. Abied Alsulaiman (KU Leuven), bestuurssecretaris interculturalisering bij de Dienst Diversiteit en Gelijke Kansen van
de provincie Vlaams-Brabant Khadija Aznag en Redouane Ben Driss, psycholoog-psychotherapeut bij het Steunpunt Cultuursensitieve Zorg van het CGG te Brussel. Ook enkele afgestudeerden in Gezinswetenschappen delen elk jaar hun expertise, onder andere Saliha Berhili, leerkracht islamitische godsdienst en vrijwilligster in diverse sociale projecten in Antwerpen.
Sinds dit jaar bieden we een extra dag aan over ‘Islamitische visies
op zorg voor ouderen en mensen met een beperking’.
Meer dan 70 geïnteresseerden schreven zich in voor de eerste editie, op 3 maart 2014.
H
Het thema cultuursensitieve zorg zien we veel terugkomen in de activiteiten en dienstverlening van Patrick Meurs. Zo werkt hij mee aan de postgraduaat vorming ‘Interculturele hulpverlening en bemiddeling’ van het Centrum Intercultureel Management en Communicatie, waar hij les geeft over interculturele psychotherapie en cultuursensitieve
opvoedingsondersteuning. Op 20 mei werd hij uitgenodigd in het AZ Jan Portael om de lezing ‘Gekleurde zorg’ te geven. Op basis van het preventieprogramma ‘First steps’ (Eerste Stappen), dat hij eerder ontwikkelde, mocht Meurs op 12 oktober de keynote lezing verzorgen op het internationaal congres over ‘Gehechtheid en Migratie’ van de Universiteit München, over cultuursensitieve preventieve begeleiding van ouderschap en kinderontwikkeling in gezinnen met een migratieachtergrond. Hij schreef daarnaast in het boek ‘Early Parenting and the Prevention of Disorder’ het hoofdstuk ‘The First
Steps: a culture-sensitive preventive developmental guidance for immigrant parents and infants.’
Verder werkte Meurs dit jaar veel rond het thema asielzoekers en politieke vluchtelingen. Hij nam deel aan twee verschillende intervisies over dit onderwerp, georganiseerd door de Dienst Vreemdelingenzaken en de provincie Limburg, en hij mocht spreken de vormingsdag voor vrijwilligers in begeleiding van gezinnen van politiek vluchtelingen, van de vzw Bon Brussel.
21
22
Partnerrelaties
3
Relaties
Partnerrelaties ondersteunen is een belangrijke pijler bij de versterking van gezinsrelaties en vormt een van de speerpunten van ons kenniscentrum. We zetten ons in om relaties duurzamer en kwaliteitsvoller te maken.
H
Het onderzoek dat Kathleen Emmery in 2013 voerde inzake het ‘Relatieondersteunend aanbod in Vlaanderen’ werd in 2014 op verschillende manieren opnieuw opgepikt. In mei werd ze samen met Dirk Luyten geïnterviewd voor het tijdschrift Tertio: ‘Gezinspolitiek gebaat bij gezonde partnerrelaties’. Het Tijdschrift voor Welzijnswerk maakte in september 2014 ruimte voor het thema, met het artikel
‘Partnerrelaties ondersteunen is ook een zaak
van de overheid’ van Emmery. Dit onderzoek kwam ook ruim aan bod in het dossier ‘Is het gezin nog de hoeksteen van de samenleving?’
in Kerk & Leven op 19 november. Ook het boek over scheiding van Claire Wiewauters werd daarbij vermeld.
We vinden het bemoedigend dat de Vlaamse Regering zich in haar regeerakkoord van 2014 expliciet voorneemt om “het taboe rond relationele conflicten te doorbreken, te zorgen voor voldoende aanbod relatieondersteuning en in te zetten op een betere bekendheid [van het aanbod].” De beleidsnota van Vlaams minister van Volksgezondheid, Welzijn en Gezin Vandeurzen verwijst concreet naar ons onderzoek. We kijken dus met belangstelling uit naar concrete maatregelen.
23
Seksualiteit
24
Het kenniscentrum organiseerde op 27 maart 2014 een seminarie naar aanleiding van het boek ‘Seksuele ethiek in dynamisch en kwalitatief perspectief’, van theologe en seksuologe, en docent in de opleiding Gezinswetenschappen, Ilse Cornu.
I
In het kenniscentrum is Koen Baeten ook expert op vlak van seksuologie. Hij stelt de vraag ‘Hoe gaan gezinnen om met seksualiteit?’ centraal. Hij spreekt voor zeer diverse publieken over deze thematiek. Bij de Scholengemeenschap Zusters van Vorselaar gaf hij in januari de lezing ‘Van gen tot identiteit. Over de
psychoseksuele identiteitsontwikkeling van baby tot volwassene’. Op het H.
Maagdcollege in Dendermonde gaf hij vier lezingen over ‘Seksualiteit en ethiek’ en in september gaf hij een vorming over ‘De invloed van nieuwe media op de seksualiteitsbeleving van jongeren’ in het Vormingscentrum Guislain in Gent.
Op 22 november ging Koen Baeten in dialoog met deelnemers aan de T-day in Antwerpen over gezin, relaties en seksualiteit bij transgenders . Op 25 november mocht hij ten slotte een presentatie houden op de Universiteit van Maastricht, bij de faculteit Psychologie, over ‘Seksualiteit, dysfuncties en parafilie’.
O
Ook de media wisten Koen Baeten dit jaar te vinden. Hij werd o.a. geïnterviewd voor DS Weekblad op 18 januari over onze veranderende kijk op perversies. Hij ging in tegen de banalisering van perversies en pleitte voor een duidelijk onderscheid tussen ‘gewone’ perversies en stoornissen. In het Radio 1-programma ‘Nieuwe Feiten’ op 4 november kwam Baeten aan het woord naar aanleiding van een nieuw onderzoek van de Universiteit van Montreal over seksuele fantasieën.
Lut Verstappen combineerde in de decembereditie van EOS Memo haar kennis over geschiedenis en genderstudies in het artikel ‘Pink power in Vlaanderen. Holebipioniers in Vlaanderen’.
25
26
Gezinnen in de samenleving
4
Waarom gezin?
A
Als kenniscentrum over gezinnen is het belangrijk om gevoelig te zijn en te blijven voor de ontwikkelingen in de samenleving die de Vlaamse gezinnen in Vlaanderen aanbelangen. De laatste jaren merken we dat steeds meer maatregelen, evoluties, organisaties… zich richten op het kind, in plaats van op het gezin. We denken dan bijvoorbeeld aan de Huizen van het Kind. Ook op Europees niveau spreekt men steeds vaker over een kindbeleid. Op lokaal niveau bestaat gezinsbeleid uit een opsomming van wat men doet, maar waarom men dat doet blijft meestal onduidelijk. Wat wil men bereiken met een gezinsbeleid en waarom is het maatschappelijk relevant?
Ligt het begrip ‘gezin’ onder vuur? Wat is wezenlijk aan een gezin? Wat verstaan we onder gezin? Of moeten we niet eerder spreken over ‘gezinnen’? Welke functies en waarden schrijven we aan die gezinnen toe? En hoe kan het beleid hen ondersteunen? Om op deze vragen een antwoord te kunnen bieden, startte het kenniscentrum dit najaar met een intern traject om na te denken over ‘Waarom gezin?’. Dirk Luyten, Lut Verstappen, Kathleen Emmery, Pieter Rondelez en Hans Van Crombrugge maken deel uit van een voorbereidende werkgroep.
27
UCSIA (Universitair Centrum SintIgnatius Antwerpen) toonde met hun internationaal congres ‘The Family
Kaleidoscope: Evolving Partnerships and Parenting’ in maart 2014 ook de
Op 12 december gaven Claire Wiewauters en Kathleen Emmery een uiteenzetting over hoe gezinnen in de huidige samenleving hun verbindende rol kunnen waarmaken op het verdiepingsweekend van CD&V. (c) The Human Mandala Project
28
nood aan voor een nieuwe kijk op gezin. Koen Ponnet en Hans Van Crombrugge waren medeorganisator van dit congres en Kathleen Emmery vertegenwoordigde het kenniscentrum als voorzitter van een workshop.
Gezinsbeleid
O
Op vraag van de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin werd er in 2014 opnieuw een Vlaamse Gezinsconferentie op poten gezet. De Gezinsbond, die mee de Gezinsconferentie organiseerde, gaf het Kenniscentrum Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen de opdracht voor een onderzoek dat de tendensen in het lokale gezinsbeleid in kaart brengt. Kind & Gezin gaf hiervoor een toelage. Het project werd geleid door Dirk Luyten. Hij voerde het onderzoek uit in samenwerking met Kathleen Emmery en Pieter Rondelez. Het onderzoek werd begeleid door een stuurgroep, waarin naast deze onderzoekers ook Charlotte Reilhof en Yvan Catteeuw van Kind & Gezin, en Christel Verhas, Elke Valgaeren, Luc Wouters en Siska Baert van de Gezinsbond zetelden. In het kader van het onderzoek werd een analyse gemaakt van het Vlaams en het lokaal gezinsbeleid, werden de Vlaamse gemeenten en OCMW door middel van een schriftelijke vragenlijst bevraagd en werden er drie focusgroepen met afgevaardigden uit de gemeenten georganiseerd. De resultaten hiervan resulteerden in het boek ‘Mozaïek en
dynamiek van het lokaal gezinsbeleid in Vlaanderen: successen, spanningsvelden en knelpunten’, dat door Garant werd
uitgegeven.
29
N
Net zoals vorige jaren werden de resultaten van het gevoerde onderzoek gebruikt in de syllabus van Dirk Luyten, voor het vak ‘Beleidsplanning en bevoegdheidsverdeling’ in de opleiding Gezinswetenschappen. De publicatie ‘Mozaïek en dynamiek van het lokaal gezinsbeleid in Vlaanderen’ is verplicht studiemateriaal voor de studenten.
30
Hoewel het kenniscentrum al sinds 2004 een jaarlijkse screening uitvoert van de evoluties in het gezinsbeleid, was deze nieuwe publicatie toch uniek. Voor het eerst weken we af van de opbouw en de lay-out onze vertrouwde ‘blauwe boekjes’ van de jaren daarvoor en deden we beroep op een externe uitgever. Ter voorbereiding van de Vlaamse Gezinsconferentie namen Kathleen Emmery en Dirk Luyten deel aan de bevraging van experten, alsook hun collega-onderzoeker Joris Dewispelaere en directeur van het studiegebied Tanja Nuelant. Emmery zetelde verder ook in de stuurgroep, die viermaal samenkwam voor de organisatie van de conferentie.
O
Op 15 mei 2014, de Dag van het Gezin, vond de tweede editie van de Gezinsconferentie ‘Gezinsbeleid in Vlaanderen: bereik en beleving’ plaats. Luyten gaf er een referaat over de resultaten van zijn onderzoek met Emmery en Rondelez, getiteld ‘Het lokaal gezinsbeleid in opmars: tendensen en spanningsvelden’. In de namiddag werden de deelnemers in vier workshops opgesplitst om na te denken over beleidsvoorstellen gebaseerd op de resultaten uit het onderzoek. Luyten, Emmery en Rondelez namen, evenals Kristien Nys, deel aan een van de workshops als panellid, begeleider en/of verslaggever. Na afloop van de gezinsconferentie nam Dirk Luyten deel aan een dialoognamiddag rond gezinsbeleid van Kind & Gezin op 27 mei. Hij schreef tevens bijdragen voor het verslagboek van de gezinsconferentie: ‘Gezinsbeleid in Vlaanderen: bereik en beleving’, te raadplegen op de website van de Gezinsbond. Samen met Kathleen Emmery schreef hij verder ook het hoofdstuk ‘Het lokaal gezinsbeleid’ in de publicatie ‘Welzijn en zorg in Vlaanderen 2014-2015’. Ze publiceerden over hun onderzoek ook nog in de decembereditie van OCMW-Visies.
31
Gezinnen en zorg
32
M
Mantelzorg wordt een steeds belangrijkere vorm van zorg in onze samenleving. We lezen dat niet enkel in beleidsnota’s, of voelen dat niet enkel aan de besparingen, maar zien dat ook rond ons. Mantelzorgers zijn overal actief. In de zorg- en hulpverlening worden ze nochtans vaak niet (h)erkend. Waar hebben ze nood aan? Zijn ze een hulp of zijn ze zelf hulpbehoevend, partner of patiënt? Tijd voor meer focus op mantelzorg vonden wij. Op donderdag 8 mei 2014 organiseerden we in samenwerking met Aidants Proches, Huis voor Gezondheid, Télé Secours en Kenniscentrum Woonzorg Brussel een tweetalig colloquium op onze campus: ‘Focus op mantelzorg/ Focus sur l'aidant proche'.
Het beleid en de visie op de rol van mantelzorgers in de verschillende landsdelen en in Nederland werd hier besproken, alsook hoe deze visies zich tot elkaar verhouden. In de namiddag werden verschillende workshops aangeboden, waaronder ‘Begrijpen van en werken aan de overgang van thuis- naar woonzorg’ door Joris Van Puyenbroeck.
M
Mantelzorg wordt in veel gevallen verleend aan ouderen. De banaba-opleiding Psychosociale Gerontologie werkte in het academiejaar 20132014 een project uit met steun van de KoningBoudewijnstichting: ‘Competente ouderen, competent begeleiden’. Hierin gingen de studenten kijken naar de specifieke noden van ouderen in zorgverlening, en hoe daarop best in te spelen. Ze ontwikkelden de methodiekenbundel ‘Vroeger nadenken over later’. Die bestaat uit vier methodieken om ouderen te informeren over en te betrekken bij belangrijke keuzes in de zorg. Centraal in elke gespreksmethodiek staat de empowerende basishouding.
33
Voor de kwaliteit en werkzaamheid van hulp- en zorgverlening hangt veel af van de wijze waarop je als hulpverlener in relatie staat tot de cliënt of patiënt en tot jezelf. Joris Dewispelaere biedt een vorming op maat aan van één, twee of drie dagen, op basis van de positieve psychologie. De bijscholing ‘Aandacht, aanwezigheid en zelfreflectie in gezinswerk’ biedt inzichten en oefeningen om de kwaliteit van verbondenheid te verdiepen. Dewispelaere verzorgde deze vorming op 10 oktober voor Parachute, een organisatie voor ambulante woonondersteuning.
O
Op 1 september 2014 trad een nieuw eenheidsstatuut ter bescherming van kwetsbare meerderjarigen in werking. Daarom boden we op 3 juni een bijscholing aan door Marianne De Boodt om uit te leggen wat de nieuwe wet aan beschermingsmaatregelen te bieden heeft voor verschillende doelgroepen: ‘Wie zorgt voor mij?’. 24 personen namen deel. Organisaties kunnen deze vorming ook op maat aanvragen, aangepast aan de specifieke situatie van hun voorziening.
34
Naast EXPOO, Kind & Gezin en de Gezinsbond droegen ook wij bij aan de studiedag van VIGeZ (Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie) op 6 november over ‘Gezondheid in gezinnen’. Op vraag van VIGeZ nam Kristien Nys namens het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen deel aan het voorbereidend overleg. Ze was bovendien één van de key note sprekers op het symposium zelf:
‘Het veranderend gezinslandschap. Kansen voor gezondheidsbevordering?’ Haar presentatie is beschikbaar op de website van VIGeZ.
Ouders en jeugdwerk/-sport
I
In 2013 rondden we het spraakmakende project ‘Ouders en jeugdsport: geen kinderspel’ af. Dit onderzoek werd gevoerd door Joris Lambrechts en Hans Van Crombrugge en resulteerde in het vormingspakket ‘Ouders & clubs: één doel?!’, bedoeld om een ouderwerking in jeugdsportclubs op te starten.
Ook in 2014 kon het project op veel belangstelling rekenen. Zo verscheen er in Triple P Magazine een interview met Lambrechts en Van Crombrugge over ‘Kinderen en competitiesport: Hoe moedig je je kind best aan?’. In het Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding liet men hen aan het woord over ‘Opvoeding in en door sport’.
35
O
Op 20 februari gaven Hans Van Crombrugge en Joris Lambrechts een lezing bij Panathlon over het onderzoek en de belangrijkste bevindingen. Op 18 november gaf Joris Lambrechts een lezing in VC De Kruierie in Balen over de verhouding tussen sportclubs en ouders van sportende kinderen. Lambrechts mocht tevens op 4 december spreken op een infoavond ‘Positief supporteren langs de zijlijn’, georganiseerd door de Sportregio NoordWest van de provincie Vlaams-Brabant.
36
Op 17 mei liet Joris Lambrechts zeven belangstellenden kennismaken met het educatieve pakket tijdens de bijscholing ‘Van ‘moetivatie’ naar motivatie? Train de trainer… én de ouders!’
Ouders en sportclubs die zelf aan de slag willen kunnen deze vorming ook op maat aanvragen.
D
Dit jaar gingen we, in opdracht van het Agentschap Sociaal-Cultureel Werk van de Vlaamse overheid en samen met prof. dr. Karla van Leeuwen van gezins- en orthopedagogiek (KU Leuven), met een geheel nieuw project van start: ‘Ouders en het jeugdwerk’. Het agentschap wil een duidelijker zicht krijgen op de rol die ouders spelen in de participatie van kinderen en jongeren aan het jeugdwerk in Vlaanderen, met bijzondere aandacht voor kansengroepen. Deze opdracht sluit aan bij een vraag die we eerder ontvingen van de jeugdbeweging FOS Open Scouting, die een beter beeld wil krijgen van de verwachtingen van de ouders, onder meer om de instroom van hun leden te verbreden. Dit project wordt uitgevoerd door onderzoekers Kristien Nys en Evelyn Morreel, in samenwerking met de tweedejaarsstudenten Gezinswetenschappen. Ook Hans Van Crombrugge en Naïma Lafrarchi ondersteunen dit project: zij begeleiden één van de groepen studenten bij het afnemen en verwerken van de interviews in de voorstudie. Daarnaast loopt er een online enquête waaraan tot op heden 760 ouders deelnamen. Ouders uit kwetsbare groepen worden face-toface bevraagd.
Evelyn Morreel gaf op de klankbordgroep van 27 februari een voorstelling en stand van zaken van het onderzoek. Op de klankbordgroep op 20 mei werd de voorlopige versie van de vragenlijst besproken. Naast de onderzoekers namen Filip Coussée (UGent), Trees De Bruycker (afdeling Jeugd), Miet Neyens (De Ambrassade), Diederik Vancoppenolle (Kind & Gezin), Merijn Vandegeuchte (Chiro), Kaï Van Nieuwenhove (VVJ), Stijn Verbeure (Free-Time) en Stephanie Vermeiren (afdeling Jeugd) aan de bijeenkomsten. 37
Dit onderzoek is één van de elementen die deel uitmaken van het praktijkonderzoekerstatuut van Kristien Nys dat onder leiding van prof. dr. Karla van Leeuwen (Gezins- en orthopedagogiek, KU Leuven) opgenomen wordt. Dit statuut wordt toegekend om de samenwerking tussen onderzoekers uit professionele bacheloropleidingen en academische opleidingen te ondersteunen. Het loopt met ingang van 1 juli 2014 tot en met 30 juni 2017.
Projecten in de startblokken
38
I
In het najaar van 2014 werd het startschot gegeven voor twee nieuwe, boeiende projecten die in 2015 in een publicatie en een studiedag zullen uitmonden. Ten eerste kozen we als thema voor de Dag van het Gezin 2015: Gezinnen en wonen. De hedendaagse diversiteit, dynamiek en flexibiliteit in gezinnen brengt immers bepaalde uitdagingen mee voor het woonbeleid van vandaag en morgen. We willen graag, vertrekkend van ontwikkelingen in gezinnen, aanbevelingen formuleren naar het woonbeleid. Dit thema sluit aan bij eerder onderzoek van Dirk Luyten, die samen met Kathleen Emmery zijn schouders zet onder dit project. Om vorm te geven aan dit nieuwe project nodigden we op 22 september enkele belangstellenden uit de sector uit om een mogelijke samenwerking te bespreken, op basis van een visietekst door Luyten en Emmery. Miet Timmers en Inge Pasteels, beiden verbonden aan de opleiding Gezinswetenschappen, waren hierop aanwezig, alsook Liza Lauwers (HOGent), Hari Sacré (HOGent), Katleen Govaert (Kind & Gezin), Luc Wouters (Gezinsbond), Nico Bogaerts (Alert) en Pascal De Decker (Steunpunt Wonen).
39
Op 9 december organiseerden we een eerste intern seminarie met de leden van deze werkgroep. Ook Dirk Geldof, Kristof Heylen (Steunpunt Wonen) en Anne Van der Gucht (departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin) sloten zich hierbij aan. Docente Inge Pasteels bracht een presentatie over gezinstransities en over de link tussen wonen en het parcours van scheiding. We maakten een overzicht van cijfermateriaal en bespraken enkele interessante of unieke cases, lokaal en internationaal.
E 40
Een ander project, dat al in 2013 van start ging en zal resulteren in een publicatie, komt voort uit een samenwerking tussen verschillende onderzoekers, docenten én studenten in de opleiding Gezinswetenschappen en uit het kenniscentrum, in de stijl van vorige publicaties zoals ‘Zin in Gezin’. Deze keer zijn jongeren het centrale thema. We vragen ons af of jongeren nog zin hebben in gezin, of eerder tegenzin. We vragen jongeren naar hun dromen, hun verwachtingen. We polsen naar hun gevoelswereld, hun talenten, hun idealen. Onze focus is het gezin waar de jongeren uit komen. En het gezin dat ze voor zichzelf dromen. Uniek aan dit project ‘Jongeren in tegen/(ge)zin?’ is dat we niet enkel spreken óver, maar ook mét ‘de jeugd van tegenwoordig’. Via focusgroepen, in het voorjaar van 2015, toetsen we de resultaten van ons onderzoek af aan de realiteit van jongeren. Leerlingen uit de opleiding Vrije Beeldende Kunsten van de Sint-Lukas humaniora in Brussel zullen hun eigenzinnige en creatieve kijk geven op de onderzoeksresultaten in een kunstproject. In het najaar 2015 zal hierover een publicatie uitgegeven worden, gekoppeld aan een studiedag.
De thema's die aan bod komen in dit onderzoek focussen zowel op de innerlijke wereld van de jongeren als op hun gezinsleven en op de eerste stappen die ze zetten als individuen in onze maatschappij. Alle auteurs van deze publicatie zijn verbonden aan het kenniscentrum en/of aan de opleiding Gezinswetenschappen: Dirk Luyten, Claire Wiewauters, Hans Van Crombrugge, Naïma Lafrarchi, Kristien Nys, Evelyn Morreel, Patrick Meurs, Simonne Vandewaerde, Koen Ponnet, Joris Lambrechts en Miet Timmers.
Dirk Luyten werkt zowel mee aan deze publicatie als aan het bovenstaande project ‘Gezinnen en wonen’. Samen met studenten Gezinswetenschappen doet hij immers al zes jaar onderzoek naar de gezinsvriendelijkheid van woonwijken; in 2014 lag de focus op de ‘jongerenvriendelijkheid’ van woonwijken. In het Tijdschrift voor Jeugd en Kinderrechten verscheen hierover het artikel ‘Jongeren in de publieke ruimte: meer dan hangen’.
I
In het najaar van 2014 begonnen we met de voorbereidingen voor de studiedag ‘Zorgende gezinnen: wiens zorg?’, die zal plaatsvinden op vrijdag 13 maart 2015. Het kenniscentrum werkt hiervoor samen met de Gezinsbond. Tijdens deze studiedag vragen we aandacht voor het perspectief van de gezinsleden. Ouders van, kinderen van, broers en zussen van, maar natuurlijk ook de personen zelf met een handicap, vertellen hoe de handicap of beperking een impact heeft op het gezinsleven. Ze getuigen over de netwerken die ze opbouwden en de steun die ze vonden of zelf organiseerden. We vertrekken van inzichten op basis van een recente enquête van de Gezinsbond bij familieleden van personen met een beperking, handicap of chronische ziekte. Deze bevraging peilde zowel naar de eigen beleving van deze gezinnen als naar de wijze waarop de samenleving naar hen kijkt. Meer info over het programma vind je op onze website. Inschrijven kan vanaf 1 februari 2015.
41
42
Zingeving en ethiek
5
I
In 2013 werd het PWO-project van Adelheid Rigo en Szilvia Hübel over ‘Prenatale screening en diagnostiek, een morele imperatief?’ afgerond. Beide onderzoeksters mochten hier al veel over schrijven en spreken, ook op internationale congressen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er in 2014 nog steeds veel (internationale) aandacht naar het onderwerp ging. Op 7 februari bijvoorbeeld sprak Rigo op de Kennispoort Verloskunde Conferentie 2014 over ‘De ethische uitdagingen van niet-invasieve prenatale diagnostiek (NIPD)’. Rigo, Hübel en Emmery schreven een bijdrage voor het Programmaboek van dit congres onder de titel ‘De
opvattingen en houdingen van zorgverleners omtrent prenatale diagnostiek. De uitdagingen van een cliëntgerichte begeleiding.’ In juni reisde Hübel naar Mexico voor het World Congress Bioethics, waar ze de volgende lezing gaf: ‘Parental autonomy and choice in the context of
prenatal diagnosis. Views and attitudes of healthcare professionals and prospective parents.’ Verder mocht Rigo op 17 januari vertellen over dit onderzoek in het Radio 1-programma Hautekiet, tijdens een uitzending over genetische testen. Op 30 januari publiceerde Weliswaar een interview
met Rigo en Hübel over ‘Prenatale tests: vrijwillig of niet’. Rigo werd in haar hoedanigheid als expert ook gevraagd deel te nemen aan een ‘Quality control group’ van Test-Aankoop inzake genetische testen op 6 februari. In maart verscheen nog een artikel van Rigo, Hübel en Emmery in het ledenblad Tripliek van Downsyndroom Vlaanderen, onder de titel ‘Dossier: Prenatale diagnostiek en screening’. Op 1 mei werd Rigo geïnterviewd voor DeWereldMorgen.be voor het artikel ‘Achter voordelen NIPT-test schuilen nieuwe ethische uitdagingen’.
A
Adelheid Rigo en Bart Moens werken sinds juni 2014 samen met GENDIA (GENetisch DIAgnostisch Netwerk) die de NIPT-test (Niet-Invasieve Prenatale Test) in Vlaanderen aanbiedt. Ze doen onderzoek naar vrouwen die bij GENDIA een NIPT-test hebben laten uitvoeren. Een online enquête peilt naar de ervaringen van de vrouwen bij hun deelname aan de NIPT-test, de houding van de vrouwen ten opzichte van zwangerschapsafbreking indien afwijkingen vroeger in de zwangerschap vastgesteld kunnen worden, en de mening van de vrouwen over enkele stellingen omtrent de eventuele bijkomende morele of sociale druk.
43
44
(c) Beverly & Pack @Flickr
Kwetsbare gezinnen
6
Werken met kwetsbare gezinnen
D
De levenskwaliteit van kansarme gezinnen met kinderen verhogen, dat is het voornaamste doel van het project Thuiscompagnie, een initiatief van de Provincie Limburg. Verzorgenden worden opgeleid en gecoacht om versterkend en verbindend met gezinnen aan de slag te gaan. Het ‘Draaiboek Thuiscompagnie. Versterkende en verbindende gezinszorg in kwetsbare gezinnen’ is ontstaan vanuit het werk van Thuiscompagnie en licht de vele aspecten en uitdagingen van het versterkend en verbindend werken met maatschappelijk kwetsbare gezinnen toe. In 2013 voerde Kristien Nys onderzoek naar de aanpak van Thuiscompagnie. Zij werkte als redacteur mee aan het draaiboek. Op 7 mei 2014 werd dit draaiboek voorgesteld in een persconferentie georganiseerd door de provincie Limburg. Ook hier mocht Nys het woord nemen, ze sprak over de ‘Betekenis van de verzorgende voor het functioneren en de levenskwaliteit van gezinnen’.
Op het Landelijke Congres Ouderschapskennis, dat eerder al plaatsvond op 16 april 2014, mocht Nys ook over Thuiscompagnie spreken. Ze begeleidde er de deelsessie
‘Thuiscompagnie: maatschappelijk kwetsbare gezinnen versterkend en verbindend ondersteunen’.
45
I
In oktober schreef ze voor Alert: Tijdschrift voor Sociaal Werk en Politiek, het artikel
‘Thuiscompagnie. Versterkende en verbindende gezinszorg’, naar aanleiding van de studiedag die het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen samen met de Provincie Limburg organiseerde op 22 oktober: ‘Thuiscompagnie, draaiboek voor
versterkend en verbindend werken met kwetsbare gezinnen’. Nys was nauw betrokken bij de
46
organisatie van de studiedag, ze begeleidde er een workshop gaf een lezing over haar onderzoek met als titel ‘Gezinnen bevraagd over Thuiscompagnie: resultaten van het onderzoek’. Er waren 84 geïnteresseerden en 21 sprekers en workshopbegeleiders aanwezig op deze studiedag. Alle deelnemers ontvingen een exemplaar van het draaiboek.
Nys zette ten slotte haar expertise op vlak van opvoedingsondersteuning en kwetsbare gezinnen dit jaar ook in als dienstverlening aan verschillende organisaties. Zo nam ze in september deel aan een focusgroep voor het onderzoek van het Leuvens Instituut voor Criminologie: ‘Samenwerking in de brede sector van de jeugdhulpverlening’. Ze
werd ook uitgenodigd door het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting, voor deelname aan enkele bijeenkomsten over de rol van openbare diensten in de strijd tegen armoede, met als deelthema kinderopvang.
Werken met kwetsbare gezinnen is een van de belangrijkste thema’s in de opleiding Gezinswetenschappen. Veel van de afgestudeerden zullen dit later ook professioneel gaan doen. Daarom voorzien we in de opleiding voldoende praktijkervaring op dit vlak. Tijdens ‘gezinsgericht werkplekleren’ doen de studenten een stage in de sociale economie. De bedoeling is dat de studenten speciale aandacht hebben voor de relatie gezinarbeid bij de werknemers. Om hen daarin te ondersteunen en te begeleiden ontwikkelde Joris Dewispelaere de ‘Checklist gezinsgericht werkplekleren in de sociale economie’ en stelde die in 2013 op een studievoormiddag voor. De checklist verscheen in de publicatie ‘Je werk of je leven: gezinsgericht werken loont’. Op 29 april 2014 mocht hij bovendien op
de Studiedag Werkplekleren, georganiseerd door de werkgroep Onderwijskundige Professionalisering, de plenaire sessie verzorgen, over ‘Gezinsgericht werkplekleren:
talent- en competentiegerichte uitdagingen voor generatiestudenten’.
47
Ondersteuning van kwetsbare studenten
H
Het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen is sinds 2013 actief in een Europees partnerschap in het kader van het Leonardo da Vinci programma '2020 VISION – Identifying Methods of Improving the two-way participation between established and new communities, promoting inclusion in lifelong learning and employment.' Samen met een Franse en een Poolse partnerorganisatie werken we in dit project
‘Methoden om inclusie in levenslang leren en werk te verbeteren’
48
aan een tool voor docenten en andere professionele begeleiders om kwetsbare groepen in levenslang leren beter te begeleiden en te ondersteunen. In de eerste fase organiseerde het kenniscentrum focusgroepen met docenten, praktijk-, studie- en projectbegeleiders, om sterktes en zwaktes in de begeleiding en ondersteuning van studenten in een kwetsbare situatie in de opleiding Gezinswetenschappen (volwassenentraject) in kaart te brengen. Daarnaast voerde Pieter Rondelez een verkennend onderzoek uit om na te gaan in welke mate vanuit en in Europa ideeën werden voorgesteld om de kwaliteit van docenten/trainers/ professionals te verhogen, en of er vanuit de EU voorstellen werden geïnitieerd inzake levenslang leren voor kwetsbare groepen.
49
In 2014 werden er drie bijeenkomsten georganiseerd met de partnerorganisaties Greta Loire Morvan en Blind Assistance Foundation: • Op 17 en 18 januari in Nevers, Frankrijk: Alexandre Reynders, Antje Van Overstraeten en Kathleen Emmery namen deel. • Op 8 en 9 juni in Warschau, Polen waren Alexandre Reynders, Tanja Nuelant en Kathleen Emmery aanwezig. • Op 18 en 19 september reisden Antje Van Overstraeten en Kathleen Emmery opnieuw naar Nevers.
Financiële stress in gezinnen
50
In het tweede jaar Gezinswetenschappen begeleidt onderzoeker Koen Ponnet een projectgroep waarin hij samen met de studenten onderzoek doet naar stress bij mannen en vrouwen binnen hetzelfde (armoederisicovolle) gezin. Zelf publiceert hij regelmatig in (internationale) wetenschappelijke tijdschriften over zijn onderzoek. Zo verscheen dit jaar in Journal of Youth and Adolescence zijn artikel
‘Financial Stress, Parent Functioning and Adolescent Problem Behavior: An Actor-Partner Interdependence Approach to Family Stress Processes in Low-, Middle-, and High-Income Families’; en in Journal of Family Studies
een artikel dat hij samen met Karla Van Leeuwen en Edwin Wouters schreef: ‘Examining mediating pathways
between financial stress of mothers and fathers and problem behavior in adolescents’.
Samen met Edwin Wouters schreef hij ook ‘Stress and Mental Health in Families With Different Income Levels: A Strategy to Collect Multi-Actor Data’ in het tijdschrift
JMIR Research Protocols, en zij schreven beiden mee aan een artikel met Dimitri Mortelmans in Mens en Maatschappij over ‘Financiële stress van ouders en het
probleemgedrag van adolescenten: De mediërende bijdrage van depressieve symptomen, ouderlijke conflicten en opvoedingsgedragingen.’
Verder werd Ponnet uitgenodigd op de Dag van de Sociologie 2014 om in het onderdeel ‘Sociale ongelijkheid en armoede’ zijn paper ‘De relatie
tussen financiële stress en het welbevinden van ouders en adolescenten uit laag-, midden- en hoog-inkomensgezinnen’ voor te stellen.
51
52
Communicatie en informatie
7
Einde 2013 lanceerden we een nieuwe website voor het kenniscentrum; in 2014 vernieuwden we ook de nieuwsbrief en investeerden we sterk in nieuwe communicatiekanalen. Als nieuwjaarswens 2014 stuurden we een kaartje in de vorm van een tablet, ter ondersteuning van onze nieuwe en vernieuwde communicatietools. Het team van het kenniscentrum kreeg bovendien versterking van Eline Mechels. Zij nam naast haar andere taken ook op vlak van communicatie enkele initiatieven. Vooral in het up to date houden van de website van het kenniscentrum, de Gids voor Gezinnen en de sociale mediakanalen is ze actief.
De website van het kenniscentrum krijgt gemiddeld 3000 bezoekers per maand, die gemiddeld 3 pagina’s per sessie bekijken. De Gids voor Gezinnen wordt per maand door gemiddeld 8550 bezoekers geopend.
I
In de loop van 2014 liep het aantal ‘likes’ voor de Facebook-pagina van het kenniscentrum op tot 978 (op 1 december). Bij de lancering van Odisee als nieuwe naam voor onze hogeschool, werd voor de campus een eigen pagina op Facebook gecreëerd. Deze bereikt inmiddels 350 ‘likers’ (op 1 december). Het Twitter-account van het kenniscentrum telt 124 volgers. Tijdens onze studiedagen en debatten zetten we deze in als extra stimulans voor dialoog en discussie. De vlotte reacties en uitwisselingen die deze platform mogelijk maken, zorgden voor een nieuw publiek en voor een nieuw elan in de communicatie met de bestaande contacten.
53
I
In januari verzonden we de eerste nieuwsbrief die qua lay-out aansluit bij de ‘look & feel’ van de nieuwe website. De verzending gebeurt sindsdien ook via een professioneel mailing systeem. In de loop van 2014 verstuurden we vier nieuwsbrieven, naast een viertal mailings voor de promotie van studiedagen en bijscholingen. De communicatie voor deze events gebeurt inmiddels quasi volledig digitaal.
54
Een extra editie van onze nieuwsbrief in juli presenteerde een selectie van de eindproeven die in de opleidingen Gezinswetenschappen en Psychosociale gerontologie werden verdedigd. Als gevolg daarvan waren de bachelorproeven Gezinswetenschappen goed vertegenwoordigd in de extra editie 'Jong Geleerd - Nieuwsbrief onderzoek kinderen en jongeren in Vlaanderen' van november 2014 van het Vlaams Agentschap Sociaal-Cultureel Werk, die een staalkaart geeft van recent onderzoek over jeugdwerk in Vlaanderen. Ook Weliswaar weerhield in zijn onderzoeksoverzicht in december 2014 verschillende van de in onze nieuwsbrief voorgestelde afstudeerwerken.
55
Ook in 2014 vonden de media de weg naar onze experten, docenten en medewerkers, maar ook studenten en afgestudeerden die voortbouwen op de thema’s en de expertise van het kenniscentrum. De meest opvallende persartikels zijn in dit jaarverslag thematisch vermeld. Ook de rubriek ‘In de media’ op onze website geeft een mooi overzicht.
56
Wie is wie
8
Adelheid Rigo is doctor in de wijsbegeerte en master in de klinische psychologie. Ze voert onderzoek naar het omgaan met ethische problemen bij de toenemende technologische mogelijkheden van prenatale screening en diagnostiek.
Alexandre Reynders is master in de sociologie. Hij voert onderzoek over het ondersteunen en begeleiden van kwetsbare groepen in het onderwijs.
Claire Wiewauters is master in de pedagogische wetenschappen, gezins- en orthopedagogiek. Ze publiceert en geeft vorming over emoties van kinderen en jongeren en over de positie van kinderen en jongeren bij scheiding.
Dirk Geldof is doctor in de politieke en sociale wetenschappen, bachelor in de wijsbegeerte. Hij voert onderzoek over sociaal werk met (trans) migranten-gezinnen, superdiversiteit, armoede en risicomaatschappij.
57
58
Dirk Luyten is doctor in de sociale wetenschappen en master in de stedenbouw en de ruimtelijke planning. Hij publiceert over (lokaal) gezinsbeleid in Vlaanderen en over gezinnen en wonen.
Eline Mechels is master in de sociologie. Ze werkt als stafmedewerker voor het kenniscentrum waar ze mee instaat voor projectopvolging, communicatie en de Gids voor Gezinnen.
Evelyn Moreel is master in de pedagogische Wetenschappen, sociale agogiek. Ze werkt als onderzoekster voor het project ‘Ouders en het jeugdwerk’.
Hans Van Crombrugge is doctor in de pedagogische wetenschappen. In zijn onderzoek en publicaties besteedt hij aandacht aan de rol van levensbeschouwing en religie op gezinsrelaties, en aan normatieve professionaliteit. Hij leidt een project over opvoedingsondersteuning in jeugdsportclubs.
Joris Dewispelaere is doctor in de psychologische wetenschappen. Zijn onderzoek richt zich op zingeving in gezinnen en partnerrelaties en gezinscompetenties.
Joris Lambrechts is master in de educatieve studies en bachelor onderwijs in lichamelijke opvoeding. Hij werkt aan een project over de (invloed van ouders op) jeugdsport.
Joris Van Puyenbroeck is doctor in de orthopedagogie. Zijn onderzoek kadert voornamelijk rond vraaggestuurde ondersteu-ning van mensen met een beperking, ouder wordende personen met een verstandelijke beperking en inclusieve en informele zorg.
Kathleen Emmery is master in de criminologie. Zij is coördinator van het kenniscentrum. Ze doet onderzoek over gezinsbeleid in Vlaanderen en relatieondersteunend aanbod in Vlaanderen. Ze richtte de website ‘Gids voor Gezinnen’ op.
Koen Baeten is doctor in de wijsbegeerte en master in de familiale en seksuologische wetenschappen. Hij publiceert en geeft lezingen over partnerrelaties en seksualiteit.
Naïma Lafrarchi is master in de rechten en in de onderwijskunde en leermeester islam. Zij werkt aan een project over levensbeschouwing en opvoedingsidealen.
Patrick Meurs is doctor in de psychologie en master in de familiale en seksuologische wetenschappen. Zijn onderzoeksthema’s zijn gehechtheid en diversiteit.
Pieter Rondelez is master in de politieke wetenschappen en master of conflict and development. Hij volgt de gezinsdimensie in het beleid op het Europese niveau op.
59
Kristien Nys is doctor in de pedagogische wetenschappen. Haar projecten en onderzoeksactiviteiten spitsen zich toe op opvoedingsondersteuning in kwetsbare gezinnen.
Lut Verstappen is master in de hedendaagse geschiedenis en in vrouwenstudies. Zij is communicatie- en stafmedewerkster voor het kenniscentrum en voor de opleiding Gezinswetenschappen. Ze coördineert het programma van bijscholingen.
Miet Timmers is master in de geschiedenis en studeert momenteel verder in de masteropleiding management en beleid in de gerontologie. Ze werkt als bemiddelaar en is intergenerationeel specialist.
Sophie Withaeckx is master in de wijsbegeerte, in de Afrikaanse talen & culturen en in internationale politiek. Zij werkt aan een project over stedelijk sociaal werk met (trans)migrantengezinnen. Haar doctoraat behandelt eergerelateerd geweld in Vlaanderen.
Sylvia Hübel is master in de theologie en de letteren en in de familiale en seksuologische wetenschappen. Zij doet onderzoek naar ethische problemen bij de toenemende technologische mogelijkheden van prenatale diagnose.
Tanja Nuelant is master in de sociologie. Ze is de studiegebieddirectrice voor het Kenniscentrum Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen en de opleidingen Gezinswetenschappen en Psychosociale Gerontologie.
60
Thuis in gezin en samenleving De ondersteuning van gezinnen en hoe we die kunnen verbeteren, staat centraal in al onze projecten.
Stevige roots Het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen zet een lange traditie verder. Gedurende vijftig jaar heeft deze instelling de opleiding Gezinswetenschappen ontwikkeld, eerst in opdracht van de Gezinsbond, daarna autonoom. Duizenden studenten engageren zich met dit diploma voor een professionele begeleiding van gezinnen. Sinds 2008 is het Odisee (vroeger HUB) die de opleiding Gezinswetenschappen aanbiedt, en sinds 2010 ook de opleiding Psychosociale Gerontologie. De naam van het instituut leeft voort in dit kenniscentrum en in de campus waar zowel de opleidingen als het kenniscentrum hun vaste stek hebben.
Sterk kader Het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen maakt deel uit van de onderzoeksgroep Sociaal-Agogisch Werk van Odisee. Docenten en medewerkers van de opleidingen Gezinswetenschappen, Psychosociale Gerontologie en andere opleidingen van Odisee werken samen aan onderzoeksprojecten die de inhouden en methodieken van deze opleidingen versterken. Studenten participeren vaak in het onderzoek. De resultaten stromen door naar concrete vakken. We volgen het gezinsbeleid op de voet en we stimuleren het debat over gezin, relaties en opvoeding. Hier zijn welzijnsorganisaties, de Gezinsbond en andere organisaties uit het werkveld vaak onze partners.
Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen Huart Hamoirlaan 136 • 1030 Schaarbeek www.hig.be www.facebook.com/gezinswetenschappen @gezinswetensch
[email protected] 02 - 240 68 40