Voor akkoord Commissiegriffier: Uitgebreid verslag van de vergadering van de commissie voor Dienstverlening, Wmo, Bestemmingsplannen & Financiën, Sport, Greenport d.d. 7 juli 2010. Regionale samenwerking R1 Holland Rijnland Aanwezig: a) Terugkoppeling portefeuillehouderoverleg Voorzitter: de heer R. ter Hark b) voorbereiding op aanstaand portefeuillehouGriffier: mevrouw Y.P.A. Hermans deroverleg De leden: mevrouw B. Mulder-Veenema (Puur Noordwijk) c) actualiteiten uit het Algemeen Bestuur door de heer G.C. van der Pijl (Puur Noordwijk) de vertegenwoordigde raadsleden de heer G.C. Duijndam (VVD/JES) R2 ISD Terugkoppeling AB-overleg door de vertede heer P.V. Duindam (VVD/JES) genwoordiger namens de raad de heer B.J. van Hoek (VVD/JES) mevrouw M.O. van der Jagt (VVD/JES) Presentatie de heer A.R. Barnhoorn (CDA) P1 Presentatie door Stichting Vrijwilligers Steunde heer J.L. de Ridder (CDA) punt Noordwijk de heer P. Roos (CDA) de heer H. van den Berg (Progressieve Combinatie) Raadsvoorstellen de heer L. Koppel (Progressieve Combinatie) V1 Het instemmen met de aanleg van kunstgrasde heer M.U. Wiersema (Progressieve Combinatie) velden Noordwijkse Hockeyclub de heer A.T. van Rijnberk (Progressieve Combinatie) Informerend de heer B. van den Berg (WNW/Liberaal Norodwijk) de heer L.C van der Hulst (WNW/Liberaal Noordwijk) i1 Nota Risicobeheersing en Weerstandsvermogen College: de heer G. van Duin, de heer L van Ast i2 Voorgang nota 'Vrijwilligers Ondersteund' i3 Voortgangsrapportgage Sancta Maria juni Notulist: de heer G.J. van der Kroon (Notuleerservice Nederland) 2009 - maart 2010 i4 Voortgangsrapportage project Morgenster mei Afwezig: 2009 - april 2010 i5 Voortgangsrapportage Noordwijkerduin juli 2009 - maart 2010 Agenda Stukken ter kennisname: A1 Mededelingen Er zijn geen stukken ter kennisname. A2 Vaststellen agenda Rondvraag A3 Gelegenheid tot inspreken A4 Vaststellen verslag vergadering d.d. 2 juni 2010 A5 Nakoming gedane toezeggingen Opening TR 09/10 (04-11-09) Burgemeester Groen zal een notitie voorbereiden aangaande De voorzitter opent de vergadering om 17.30 uur en het 'Kafkadossier'. heet alle aanwezigen welkom. TCW 09/09 (11-11-2009) Wethouder Van Duin zal in de commissievergadering van deA1 Mededelingen cember terugmelden wat er tot nu toe gebeurd is in het kader van de nota Er zijn geen mededelingen. 'Vrijwilligers Ondersteund'. TCW 09/11 (02-12-09) Wethouder Van Duin zal de commissie blijven informeren over de A2 Vaststellen agenda ijsbaan naar aanleiding van de bespreking van de brieven van de NoordwijkEr zijn geen wijzigingen. se IJsclub. TCD 10/02 (02-06-10) wethouder Van Duin stelt voor om in overleg met de griffie de A3 Gelegenheid tot inspreken inkoopconsulent uit te nodigen om de commissie te informeren over inkoop De heer Piekaar, voorzitter van de Noordwijkse Hocen aanbesteding. keyclub (NHC) spreekt in over het voorstel dat vanTCD 10/03 (02-06-10) Wethouder Van Duin zegt avond voorligt. toe de bezuinigingsmaatregelen daar Hij begint met te refereren aan het aangeboden Witwaar mogelijk in de zomernota te conboek en met de mededeling dat hij heel blij is met de cretiseren.
Verslag commissievergadering van de commissie voor Dienstverlening, Wmo, Bestemmingsplannen & Financiën, Sport, Greenport 7 juli 2010
wijze waarop er gecommuniceerd is tussen de gemeente, NHC en de Sportraad. NHC is zeer content met het nu te bespreken voorstel en hij hoopt dat de plannen snel gerealiseerd kunnen worden en dat de knelpunten opgelost kunnen worden. Hij heeft een aantal kantekeningen bij het voorstel. NHC gaat ervan uit dat het tweede veld aan het begin van het seizoen (eind september) klaar kan zijn. Bij goedkeuring van het voorstel vandaag acht hij dat zeker een haalbare kaart. De zorg betreft met name de planning van veld 1, dat volgens het college pas over vier jaar vervangen hoeft te worden. NHC doet hierbij een oproep om die periode te verkorten en wel tot één jaar. Het veld is in 2001 aangelegd zonder verende ondergrond. Het veld is daardoor erg hard, waardoor er veel blessures optreden. Bovendien is het veld niet vlak en schokabsorberend. Ook bij regenval ontstaan grote problemen waarbij de bovenlaag van het veld los komt te liggen van de onderlaag. NHC streeft er naar dit veld volgend jaar te vervangen door een waterveld. Daardoor wordt op de eerste plaats de slechte toplaag vervangen. Verder worden de knelpunten, zoals de slechte verlichting, opgelost. De ambitie is om het sportniveau in Noordwijk omhoog te brengen. Men wil de jeugd gaan trainen op een waterveld om zodoende te trachten de topsport te bereiken. Het voordeel van een waterveld is ook dat er dan speciale trainingen gegeven kunnen gaan worden door de Hockeybond. Bovendien is een waterveld een prachtige impuls voor de hockeysport in de Bollenstreek. Daarnaast zou het veld ten dienste gesteld kunnen worden van het Nederlands elftal. Het aantrekken van dergelijke teams kan ook een impuls betekenen voor de plaatselijke hotelbranche. Deze ambitie ligt heel hoog en NHC zal zijn best doen om daar waar mogelijk financiële steun te zoeken, zodat de club mee kan financieren aan een waterveld. Zijn verzoek aan de commissie is het college opdracht te geven om op korte termijn de haalbaarheid te onderzoeken van een publiek-private samenwerking met als doel om voor de aanvang van het speelseizoen 2011/2012 de vervanging van veld 1 door een waterveld te realiseren. De heer Duindam wil weten of het Nederlands elftal alleen kan spelen op een waterveld of ook op een semi-waterveld. Dat is volgens de heer Piekaar alleen mogelijk op een waterveld. De heer H. van den Berg informeert naar de afschrijftijd van de verlichting. De heer Piekaar antwoordt daarvan niet op de hoogte te zijn.
De heer Van der Hulst wil weten welke kansen er zijn voor een publiek-private samenwerking. Die kansen zijn gezien vanuit NHC heel groot, aldus de heer Piekaar, omdat er in hun missie gesproken wordt over het genereren van geld voor dit soort ambitieuze projecten. De mogelijke sponsoring wil de club komend jaar onderzoeken. De heer Van der Pijl informeert naar het veld dat vanaf de eerste dag niet voldeed. Hij vraagt zich af of er daarom verhaal mogelijk is bij de leverancier. De heer Piekaar antwoordt niet geheel op de hoogte te zijn van de precieze gang van zaken. Het was wel zo dat er toen wegens het beperkte budget voor dat type veld is gekozen.
A4 Vaststellen verslag vergadering d.d. 2 juni 2010 Er zijn geen op- of aanmerkingen. Daarmee is het verslag vastgesteld.
A5 Nakoming gedane toezeggingen TR 09/10
(04-11-09) Burgemeester Groen zal een notitie voorbereiden aangaande het 'Kafkadossier'. De heer B. van den Berg is nieuw en wil weten wat het 'Kafkadossier' inhoudt. De voorzitter legt uit dat de bedoeling van dit dossier is te komen tot een reductie van de regeldruk. TCW 09/09 (11-11-2009) Wethouder Van Duin zal in de commissievergadering van december terugmelden wat er tot nu toe gebeurd is in het kader van de nota 'Vrijwilligers Ondersteund'. Staat vandaag op de agenda. TCW 09/11 (02-12-09) Wethouder Van Duin zal de commissie blijven informeren over de ijsbaan naar aanleiding van de bespreking van de brieven van de Noordwijkse IJsclub. TCD 10/02 (02-06-10) Wethouder Van Duin stelt voor om in overleg met de griffie de inkoopconsulent uit te nodigen om de commissie te informeren over inkoop en aanbesteding. TCD 10/03 (02-06-10) Wethouder Van Duin zegt toe de bezuinigingsmaatregelen daar waar mogelijk in de zomernota te concretiseren. De zomernota hebben de commissieleden vanavond op hun tafel aangetroffen.
2
Verslag commissievergadering van de commissie voor Dienstverlening, Wmo, Bestemmingsplannen & Financiën, Sport, Greenport 7 juli 2010
Regionale samenwerking R1
R2
Holland Rijnland a) Terugkoppeling portefeuillehouderoverleg b) voorbereiding op aanstaand portefeuillehouderoverleg c) actualiteiten uit het algemeen bestuur door de vertegenwoordigde raadsleden ISD Terugkoppeling AB-overleg door de vertegenwoordiger namens de raad.
Er is geen rapportage, omdat er geen portefeuillehouderoverleg heeft plaatsgevonden.
Presentatie P1
Presentatie door Stichting Vrijwilligers Steunpunt Noordwijk
Dit onderwerp wordt behandeld samen met punt i2. Wethouder Van Ast leidt het onderwerp in met erop te wijzen dat het college op deze manier wil reflecteren op wat er allemaal gebeurd is en welke afspraken gemaakt zijn. Het Steunpunt zal aanstonds een presentatie geven, waarbij duidelijk gemaakt wordt op welke manier de uitdagingen het hoofd wordt geboden, zodat men de vrijwilligers van Noordwijk nog meer van dienst kan zijn dan reeds het geval is. Hij stelt voor om na de presentatie de discussie te voeren en, indien nodig, nadere verduidelijkingen te geven. Mevrouw Heemskerk, coördinator van het Vrijwilligers Steunpunt Noordwijk, verzorgt de presentatie aan de hand van een PowerPoint-presentatie. Zij gaat daarbij in op de oorsprong, de ontwikkeling en de doelstelling van het steunpunt. Die doelstelling voor 2010 is het zich richten op het realiseren van kernactiviteiten ten behoeve van vrijwilligers en organisaties van vrijwilligers in de gemeente Noordwijk. Zij geeft een overzicht van het activiteitenplan 2010 en licht per activiteit de bedoelingen toe. Zij eindigt haar presentatie met een uitnodiging aan de commissieleden een bezoek te brengen aan het steunpunt. Wethouder Van Ast licht nog toe dat de wens tot professionalisering van de vrijwilligersondersteuning geleid heeft tot dit steunpunt voor vrijwilligers. Dat steunpunt wordt gerund door een betaalde kracht, mevrouw Heemskerk.
gelegd zijn. De maatschappelijkestagebank wil men gaan “onthullen” tijdens het vrijwilligerscafé. De heer Roos wijst erop dat er door de gemeente allereerst een nota gemaakt is. Daarna is er een startdocument gemaakt en hij wil weten of mevrouw Heemskerk daar ook aan meegewerkt heeft. Dat is volgens mevrouw Heemskerk niet het geval. De heer Roos constateert richting de wethouder dat het nogal lang geduurd heeft voordat tot het huidige steunpunt is gekomen. Hij vraagt zich af wat daar de reden van is. Verder wil hij weten of hiermee nu de doelen van de gemeentelijke nota geheel verwezenlijkt zijn. Betreffende de prestatieafspraken voor 2010 wil hij weten of die alle gerealiseerd zullen worden, of de financiële basis van de digitale databank voor de MAS verwerkt is in de prestatieovereenkomst en of die financiële middelen zijn toegezegd. Wethouder Van Ast legt uit dat het lang geduurd heeft voordat het zover was, omdat de wensen van de gemeente niet aansloten op de wijze waarop het vrijwilligerswerk in de gemeente georganiseerd was. De beleidsontwikkeling heeft geresulteerd in een inrichting van het vrijwilligerswerk, die recht doet aan de ambities van de gemeente en de vragen die in het maatschappelijk middenveld leven om vrijwilligers te ondersteunen. Dit leidde tot het inzicht dat er een betaalde kracht nodig is. Deze presentatie moet daarom zijns inziens beschouwd worden als het startpunt van een nieuwe periode. Nu kan gewerkt gaan worden aan de realisatie van de beleidskaders die gezet zijn voor 2010. Aan het eind van het jaar zal bekeken worden wat de output is van het werk van het steunpunt en hoe er vanuit het maatschappelijk middenveld wordt gereageerd op de inspanningen van het steunpunt. Het aanstellen van een betaalde kracht heeft financiële consequenties gehad, die door de raad gemandateerd zijn. Verder is het volgens spreker relevant te vermelden dat het college, in het kader van de maatschappelijke stages en het overleg met de scholen om de wens die vanuit het steunpunt leeft om de markt voor maatschappelijke stages transparant te maken, bezien heeft of het mogelijk was om de website van het steunpunt regionaal te koppelen, zodat er een regionale database ontstaat met maatschappelijke stages. Het college heeft toegezegd voor dat doel een eenmalig bedrag ter beschikking te stellen.
Mevrouw Van der Jagt wil weten of de contacten met de scholen al zodanig zijn dat er sprake is van een voorbereiding op een maatschappelijke stage.
Mevrouw Mulder wil ten aanzien van de doelstelling om zowel vraaggericht als aanbodgericht te werken, weten hoe het steunpunt de vraag van de vrijwilligersorganisaties achterhaalt.
Mevrouw Heemskerk antwoordt dat de contacten
Dit gebeurt volgens mevrouw Heemskerk via de
3
Verslag commissievergadering van de commissie voor Dienstverlening, Wmo, Bestemmingsplannen & Financiën, Sport, Greenport 7 juli 2010
gesprekken die gevoerd worden met die organisaties. Mevrouw Mulder wil dan weten of het steunpunt over voldoende capaciteit aan vrijwilligers beschikt om aan die vraag van organisaties te voldoen. Die vrijwilligers zijn er volgens mevrouw Heemskerk inderdaad. Dan wil mevrouw Mulder weten waarom sommige van de cursussen zo duur zijn. Sommige van die cursussen zijn volgens mevrouw Heemskerk zo duur, omdat ze aangeboden worden door professionele organisaties die gerechtigd zijn een certificaat af te geven. Daarbij kan men dus niet volstaan met goedkopere oplossingen die bijvoorbeeld op vrijwillige basis worden aangeboden. Het zijn wel dingen waarbij het steunpunt zoekt naar goedkopere opties. In ieder geval geeft het steunpunt niet zelf cursussen. Het viel de heer Van der Hulst op dat mevrouw Heemskerk aangaf niet mee te hebben gewerkt aan het startdocument. Hij neemt aan dat zij daar inmiddels wel kennis van genomen heeft. Hij vraagt zich af of mevrouw Heemskerk achter de doelen van het startdocument kan staan. Dat heeft mevrouw Heemskerk inderdaad, want zij voert dat document ten slotte uit. Wethouder Van Ast vult bij interruptie aan dat het college mevrouw Heemskerk heeft gevraagd zich vooral op de activiteitenkant te richten. Als die commissie inhoudelijk over de startnotitie wil debatteren, is zijn verzoek daar dan in een later stadium op terug te komen. De tweede vraag van de heer Van der Hulst heeft te maken met de vacaturebank voor vrijwilligers. Hij wil weten of daar respons op is. Mevrouw Heemskerk geeft aan dat het inderdaad zo werkt. Bovendien zijn er ook mensen die gewoon binnen komen lopen om zich als vrijwilliger aan te melden. Zo zijn er ook vrijwilligers bij gekomen naar aanleiding van de vrijwilligersmarkt. De heer Koppel merkt op het stuk wat al te zeer gericht te vinden op de organisatie. Bovendien miste hij wat ambitie en de formulering van heldere doelen. Verder gaat het natuurlijk ook om de vraag hoe de resultaten gemeten worden. Daarnaast wil hij weten hoe de vrijwilligers betrokken zijn bij het maken van het startdocument. Hij wil van de wethouder weten welke oplossingen hij te bieden heeft ten aanzien van de financiële knelpunten die samenhangen met de noodzakelijke cursussen. In verband met de wet WIJ merkt hij op dat er door het steunpunt maat-
schappelijke stageplekken worden gecreëerd, hetgeen hem het idee geeft dat in dezelfde vijver als de wet WIJ gevist wordt. Wethouder Van Ast wil zijn beantwoording met deze laatste vraag beginnen. De wet WIJ heeft betrekking op de bijstandsregeling voor jongeren. Daarbij geldt tegelijkertijd een maatschappelijke stageplicht. Dat zijn ongelijke zaken, want de wet WIJ is gericht op het vinden van een arbeidscontract, daarvan is in het reguliere vrijwilligerswerk geen sprake. In reactie op de woorden van de wethouder zegt de heer Koppel te bedoelen dat op het moment dat men een stageplek zoekt, het lastig wordt om alle mogelijke plekken te vinden. Hij meent een zekere concurrentie te kunnen constateren tussen beide. Dat is volgens wethouder Van Ast ook wel een punt van zorg. Vandaar dat een van de afspraken die met het steunpunt gemaakt zijn, is die uitdaging aan te gaan. De bredere discussie hierover zou zich naar zijn mening moeten richten op de vraag hoe de samenleving er voor kan zorgen dat aan de ene kant jongeren maatschappelijke stageplekken aangeboden krijgen, maar aan de andere kant tegelijkertijd organisaties en ondernemingen geprikkeld worden om structureel ruimte en capaciteit te creëren om jongeren de kans te geven om in die samenleving een kijkje te nemen. De vraag is nu geregeld. De uitdaging is om nu ook het aanbod te organiseren. Dit leidt bij de heer Van der Hulst tot de opmerking dat de maatschappelijke stage een verplichting is, opgelegd vanuit het Rijk. Daarom neemt hij aan dat het Rijk daarbij ook de nodige subsidie verstrekt. Dat betekent zijns inziens ook dat op het moment dat het gaat om een rijkstaak die doorgedelegeerd is aan de gemeente, de vraag zich voordoet of de gemeente daar dan voor verantwoordelijk is en of in dit geval die vraag door de gemeente doorgedelegeerd is aan het vrijwilligerssteunpunt. Gaat het dus om een verplichting van de school om daarvoor te zorgen, of is het een verplichting van de gemeente om daar voor te zorgen? Volgens wethouder Van Ast is het zeker niet zo dat de gemeente verantwoordelijk is voor het creëren van maatschappelijke stageplaatsen. Het gaat wel degelijk om een rijksafspraak richting het onderwijs. Vanuit die invalshoek moet die maatschappelijke stageplek ingevuld gaan worden. Ten aanzien van de scholen speelt het steunpunt daarbij een bemiddelende rol. De markt zal daar plek voor moeten creëren. Het ging de heer Van der Hulst niet zozeer om het aanbod vanuit de scholen via het vrijwilligerssteunpunt, maar meer om het aanbod vanuit de markt
4
Verslag commissievergadering van de commissie voor Dienstverlening, Wmo, Bestemmingsplannen & Financiën, Sport, Greenport 7 juli 2010
richting het steunpunt. Als er een verplichting tot maatschappelijke stages bestaat, dan moet er ook maatschappelijke ruimte voor gecreëerd worden, benadrukt hij. Daar is wethouder Van Ast het volstrekt mee eens. Dat is naar zijn mening ook precies wat men ziet gebeuren. Het bedrijfsleven raakt ook meer geïnteresseerd. Het probleem is alleen dat korte stages niet iets zijn waar bedrijven veel mee kunnen. Dus daar zitten ze niet zo op te wachten. Mevrouw Van der Jagt benadrukt dat er daarom heel snel begonnen moet worden om organisaties en bedrijven in Noordwijk hiervoor te interesseren en hierover te informeren. Anders gaat het volgens haar niet lukken. De heer Koppel vraagt wat meer toelichting van mevrouw Heemskerk op de financiële knelpunten rond de cursussen. Hij krijgt daarop ook graag een reactie van de wethouder. Mevrouw Heemskerk geeft aan dat de cursussen soms te duur zijn om door het steunpunt opgebracht te kunnen worden, zeker als het gaat om deelname door meerdere vrijwilligers tegelijk. Gevraagd naar een indicatie van de bedragen waar het daarbij om gaat, antwoordt zij dat het gaat om “een paar duizend euro”. De heer Koppel vraagt zich richting de wethouder af of "een paar duizend euro" een knelpunt vormt. Volgens wethouder Van Ast draait het hierbij om de bredere discussie dat als de gemeente besluit om via het steunpunt een bepaalde cursus te subsidiëren, het dan al snel gaat om een vraag die verder reikt dan “een paar duizend euro”. Het gaat in Noordwijk om honderden vrijwilligers. De heer Koppel vraagt toch om een nadere indicatie van die kosten om aan de hand daarvan te kunnen bepalen wat de mogelijkheden zijn. Wethouder Van Ast antwoordt dat het allereerst aan het steunpunt is om aan te geven waar knelpunten worden gesignaleerd. Wanneer het dan gaat om een cursusbehoefte die heel veel geld gaat kosten, is het aan de maatschappelijke discussie om te bepalen wat de gemeente daar voor over heeft. De heer Wiersema wijst erop dat mevrouw Heemskerk sprak van de financiële onderbouwing van het steunpunt. Het lijkt hem een wenselijke zaak als die financiële onderbouwing er ook zou zijn. Volgens wethouder Van Ast sprak mevrouw Heemskerk primair over de financiële aspecten van cursussen. Bij specialistische cursussen is het denkbaar dat
daar geen grote bedragen mee gemoeid zijn en dat er daarbij dan zelfs vanuit de ambtelijke organisatie enige service verleend kan worden. De grote bedragen hebben echter te maken met grotere trainingen, zoals EHBO-trainingen. Mevrouw Heemskerk geeft aan dat in de subsidieaanvraag voor volgend jaar die vraag wel is opgenomen, maar dat daarbij niet gedoeld wordt op die grote bedragen. De heer Van der Hulst wijst erop dat vrijwilligers meestal ook verbonden zijn aan een club die een eigen verantwoordelijkheid heeft om zijn vrijwilligers op te leiden. Vaak krijgen zij daar ook subsidie voor. De heer De Ridder is van mening dat cursussen wel kansen en mogelijkheden bieden, maar dat het ook een punt van zorg vormt, omdat een cursusmogelijkheid gegadigden aantrekt die men vervolgens niet meer kan afwijzen. Dat zou kunnen leiden tot financiële verplichtingen voor de gemeente die niet wenselijk zijn. De voorzitter rondt de discussie af en dankt mevrouw Heemskerk voor haar presentatie.
V1
Het instemmen met de aanleg van kunstgrasvelden Noordwijkse Hockeyclub
De heer H. van den Berg geeft allereerst aan dat de fractie onlangs uitvoerig gesproken heeft met de Sportraad. De fractie heeft geen moeite met de maatregelen die nodig zijn om de kwaliteit van de velden te verbeteren. Hij zou graag een soort beheersplan voor alle sportclubs zien, dat aangeeft wat men in de komende jaren te wachten staat aan onderhoud, zodat men niet verrast wordt met vragen om verbeteringen en er de juiste keuzen gemaakt kunnen worden. De fractie gaat akkoord met het voorstel en is het ook geheel eens met de ambitie van de NHC ten aanzien van het verbeteren van nog een veld. Hij benadrukt echter dat ook de binnensport niet vergeten moet worden en refereert daarbij aan de desbetreffende VVD-motie. De heer De Ridder herinnert eraan dat het niet ging om een VVD-motie, maar om een CDA-motie. Hij geeft aan te weten dat de problemen met de velden van NHC al veel langer spelen en dat de velden op sommige punten bijna onbespeelbaar zijn. De inhoud van de voorliggende stukken geven hem op sommige punten reden tot zorg. Allereerst de problemen met regen, die er voor zorgen dat de bovenlaag los komt te liggen van de onderlaag. Als agrariër kent hij dat soort problemen. Daarom vraagt hij de wethouder daar eens goed naar te kijken. Als de onderlaag van het veld niet goed is, is het ver-
5
Verslag commissievergadering van de commissie voor Dienstverlening, Wmo, Bestemmingsplannen & Financiën, Sport, Greenport 7 juli 2010
vangen van de bovenlaag misschien “water naar de zee dragen”. Ten tweede constateert hij dat een aantal keren wordt gezegd in de stukken dat het effect sorteren van sommige maatregelen onzeker is. Hij krijgt daar graag wat meer duidelijkheid over van de wethouder. De heer Duindam herinnert eraan dat NHC enige tijd geleden aangegeven heeft banen nodig te hebben. Zijn fractie is verheugd met de ontwikkeling te kunnen investeren in sport. Daarmee wordt uitvoering gegeven aan een van de zaken waar men zich tijdens de verkiezingen sterk voor gemaakt heeft. Hij is van mening dat er wat onduidelijkheden in het stuk staan en de eerste onduidelijkheid betreft de aanbesteding. Bij beslispunt 4 staat dat ProCensus de begeleiding mag doen. Bij beslispunt 5 staat dat zij ook de vervanging van de zandkunstgras toplaag mogen verzorgen tegen een bedrag, waarvan spreker zich afvraagt of dat een door ProCensus opgevoerde raming betreft of dat het het werkelijke bedrag is waartegen het werk uitgevoerd gaat worden. In de toelichting wordt betreffende veld 1 besproken dat het keuringsrapport aangeeft dat de velden niet voldoen. Even later staat er naar zijn mening dat de velden eventueel nog vijf jaar lang bespeeld kunnen worden. Daarom is het zijn vraag of veld 1 nu wel of niet bespeelbaar is. Zo niet, wanneer kan er dan een voorstel tegemoet gezien worden om veld 1 ook te gaan verbeteren? Ten aanzien van hetgeen over de conditie van de onderlaag wordt gezegd, vraagt hij zich af wat dat betekent voor de besluitvorming. Als zou blijken dat die ondergrond moet worden vervangen, betekent dat dan dat dat punt weer terugkomt in de raad, of gaat de wethouder gewoon door, zodat er geen extra vertraging optreedt? Mevrouw Mulder vindt het prettig dat vanavond alleen maar beslist hoeft te worden over de vervanging van één semi-waterveld met kunstgras toplaag. Eerder leek het erop dat het om twee velden zou moeten gaan. Haar fractie zou graag willen dat de wethouder bekijkt of het voorstel van de heer Piekaar haalbaar is, zodat veld 1 al op een eerder moment een volledig waterveld zou kunnen worden. Bij punt 4 wordt gevraagd in te stemmen met de uitbesteding van de voorbereidingen, opdrachtverlening, toezicht en directievoering aan ProCensus. De fractie vraagt zich af of dat wel mogelijk is. ProCensus heeft immers dit jaar meer activiteiten voor de gemeente uitgevoerd. Daardoor vraagt men zich af of daarmee niet de limiet aan de onderhandse uitbesteding bereikt is in verband met de Europese regelgeving. Indien die limiet wel bereikt is, zal een Europese aanbesteding gedaan moeten worden. Dan zou ook punt 5 een probleem kunnen zijn, omdat dan die bedragen wel eens zouden kunnen gaan veranderen. De heer Van der Hulst is van mening dat waar het
gaat om de maatregelen die genomen zijn om de kwaliteit van veld 3 te verbeteren, dit niet tot veel verbetering geleid lijkt te hebben, want het veld is nog steeds zwaar bespeelbaar. Hij hoopt dat de kleine aanpassingen nu wel verbeteringen opleveren. Zijn fractie kan instemmen met het vervangen van de zandlaag onder veld 2. De door de heer Piekaar bepleite verbetering van veld 1 geeft hem in voor te stellen het voorliggende voorstel te accorderen en over een jaar te bekijken waar de verbeteringen toe geleid hebben, om dan te beslissen er nog meer geld in te investeren, gezien de financiële risico’s die al in het voorstel zitten. Wethouder Van Duin denkt dat de beschrijving van de conditie van de velden inderdaad wat uitleg vergt. NHC heeft drie velden. Veld 1 is van 2001, een ander veld is van 1992 en aan vervanging toe. Het derde veld is van 2008. Het veld van 2008 zou duurzaam zijn, maar de constructie van de vezels van dat veld is zodanig dat het zand niet goed wegzakt, waardoor er geen goede verharding ontstaat. Het blijkt dat bij meerdere verenigingen in het land dezelfde soort vezel gebruikt is en dat dat tot overeenkomstige problemen leidt. Er wordt nu onderzocht hoe het veld toch bespeelbaar gemaakt kan worden. Het is een goedgekeurd veld. Daarom ook is er geen verhaal mogelijk bij de leverancier. Wellicht dat er met minder zand gewerkt gaat worden, waardoor echter wel een snellere slijtage optreedt en de toplaag dus sneller aan vervanging toe zal zijn. Het veld van 1992 staat vanavond ter discussie. Van de onderlaag van dat veld is niet zeker of die geschikt is om er nu een nieuwe toplaag bovenop te leggen. Vandaar dat in het stuk gewezen wordt op de mogelijke gevolgen daarvan qua fasering en financiën. Van veld 1 heeft NHC dus ook aangegeven dat het niet ideaal is. Een aantal experts heeft daar naar gekeken en aangeraden een aantal maatregelen te nemen of het veld weer goed bespeelbaar te maken. Het effect daarvan is niet zeker. Men heeft de heer Piekaar horen zeggen dat dat veld niet nog vijf jaar mee gaat. Voorgesteld wordt daar een waterveld aan te leggen in een PPS-constructie. Het college heeft de beslissing genomen om het achttien jaar oude veld te vervangen door een semiwaterveld. Ook dat kent een aantal onzekerheden, bijvoorbeeld met betrekking tot de beregening. Met de betrokkenen is besloten om niet te wachten tot alle onzekerheden verdwenen zijn, want dan is het seizoen voorbij en komt het aanleggen van het tweede veld te laat. Voor de overige velden en beslissingen wordt de tijd genomen om tot een goed advies te komen en helderheid te krijgen over het kostenplaatje. Voor nu wordt dus gevraagd om toestemming om het semi-waterveld aan te mogen besteden, zodat het veld eind september beschikbaar is voor de spor-
6
Verslag commissievergadering van de commissie voor Dienstverlening, Wmo, Bestemmingsplannen & Financiën, Sport, Greenport 7 juli 2010
ters. Ten aanzien van het gesprek van de Progressieve Combinatie merkt spreker op dat het misschien goed is eens te bediscussiëren wie de sportraad adviseert en wie er met die raad spreekt. Hij vindt het in ieder geval prettig om met de sportraad rond de tafel te zitten. Het gevraagde beheerplan om een totaalbeeld te krijgen van de onderhoudsbehoefte van alle Noordwijkse sportverenigingen wordt in feite reeds geleverd in de vorm van het investeringsplan. Nu, met de aanleg van al die kunstgrasvelden, ontstaat echter inderdaad de behoefte aan een echt beheerplan. Dat moet goed in kaart gebracht gaan worden, zodat verrassingen zo veel mogelijk voorkomen worden. De verlichting kent zijn eigen afschrijving en wordt vaak meegenomen wanneer er een nieuw veld wordt aangelegd. Dat is ook nu aan de orde. De ambitie ten aanzien van veld 1 is een onderwerp dat goed bediscussieerd moet worden in deze commissie. Hij hoopt komend jaar inzicht te kunnen geven in de kosten van de aanleg van een waterveld. Hij staat positief tegenover de voorgedragen mogelijke constructie waarin ook de vereniging zelf bijdraagt aan de bekostiging ervan. ProCensus gaat niet het veld aanleggen, maar doet wel de hele begeleiding van het project. Ten aanzien van de Europese aanbestedingsregels in verband met ProCensus wijst spreker erop dat het hierbij gaat om een dienst en niet om een werk. Als dat onder de 30.000 euro blijft, dan kan dat onderhands aanbesteed worden. De vraag betreffende de eventuele extra kostenpost van 75.000 euro (punt 5) zal wel of niet nodig blijken te zijn als men bezig is met het werk. Mocht het probleem zich voordoen, dan zal er in de vakantietijd een ‘parafenronde’ gehouden moeten worden om daarover een beslissing te nemen. Duidelijk is dat het plan dan wel uit de pas gaat lopen qua planning en dat er met de vereniging gesproken zal moeten worden over hoe dan te handelen. Getracht zal worden om veld 3 op het goede niveau te krijgen. De tip van de heer Van der Hulst om de komende tijd te gebruiken voor veld 1 vindt hij een goede suggestie. Tweede termijn Ten aanzien van de mogelijke ‘parafenronde’ doet de heer H. van den Berg de suggestie om van die 300.000 euro 375.000 euro te maken. Hij vindt de ambitie van NHC fantastisch en spoort de club aan inderdaad zelf ook moeite te doen voor sponsoring. Hij hoopt daar snel resultaten van te mogen horen. Hij herhaalt zijn aanbeveling voor de wethouder om snel te komen met oplossingen voor de binnensport, liefst dit jaar nog. De heer De Ridder komt nog even terug op de verstoorde ondergrond. Hij is ervan overtuigd dat wan-
neer die ondergrond verstoord is, dat bij veel regen zeker tot een waterveld zal leiden. Hij betwijfelt echter of een dergelijk waterveld de bedoeling is. Hij stelt voor met veld 1 af te wachten tot bekend is hoe het met veld 2 gaat lopen. Hij zegt te kunnen leven met eventueel een parafenbesluit, maar hij wil daarbij niet onvermeld laten dat dat bij sportvoorstellen wel vaker gebeurd is. Het moet geen gewoonte worden, zegt hij voorzichtig. De fractie gaat akkoord met het voorliggende voorstel. Ten aanzien van het beheer- en het onderhoudplan wijst hij op hetgeen daarover in het coalitieakkoord wordt gezegd. Het onderhoud wordt te veel en te veelzijdig, waardoor een dergelijk plan noodzakelijk wordt. Hij zegt voorts de heer Van den Berg te steunen met zijn voorstel om ook de problematiek van de binnensporten nu snel op te pakken, want die sporten wachten al heel lang. De heer Van der Hulst wil bij interruptie weten van het CDA en de anderen wat men vindt van de suggestie van de heer Van den Berg om het bedrag van 300.000 euro te veranderen in 375.000 euro met de aantekening dat de verhoging niet uitgegeven mag worden als het voor dat specifieke doel niet nodig is. De heer De Ridder verklaart daar geen voorstander van te zijn. Hij houdt het liever bij een toezegging dat wanneer het geld onverhoopt nodig zal zijn, de wethouder een gewillige raad tegenover zich zal treffen. De heer Duindam wijst er bij interruptie op dat als men midden in de zomer merkt dat het geld nodig is, dat tot vertraging zal leiden als er eerst toestemming gevraagd moet worden voor die extra uitgave. De heer De Ridder begrijpt de zorgen van de heer Duindam. Hij heeft ook gezegd dat wanneer de aanwending van dat geld nodig is, dat geen probleem zal vormen voor het CDA. Hij blijft er bezwaren tegen houden van tevoren reeds dat geld ter beschikking te stellen. De fractie van heer Duindam heeft ook hart voor de binnensport, maar het gaat nu om de hockeysport. Hij vindt het een goed voorstel van de heer Van den Berg om die 75.000 euro reeds van tevoren beschikbaar te stellen voor dat doel. De fractie is akkoord met het voorliggende voorstel. Mevrouw Mulder merkt ten aanzien van de rechtmatigheid op dat het hierbij niet alleen om harde zaken gaat, maar ook om diensten. Zij meent zich te herinneren dat de schoonmaak een van de oorzaken was dat de rechtmatigheidsverklaring niet werd verleend. Toen ging het juist om de stapeling van bedragen. Dat zou zich nu hier ook voor kunnen doen. Zij raadt de wethouder aan daar toch naar te kijken, want het zou leuk zijn om voor 2010 wel die goedkeurende
7
Verslag commissievergadering van de commissie voor Dienstverlening, Wmo, Bestemmingsplannen & Financiën, Sport, Greenport 7 juli 2010
verklaring te verkrijgen van de accountant. Haar fractie is akkoord met de aanleg van veld 2. Zij neemt aan dat wanneer de wethouder veronderstelde die 75.000 euro redelijkerwijs nodig te zullen hebben, hij al gevraagd zou hebben om dat bedrag. Zij denkt daarom dat dat bedrag op voorhand niet nodig is. De heer Van der Hulst geeft aan dat zijn fractie akkoord gaat met het voorstel. Hij is het eens met de suggestie van de heer Van den Berg ten aanzien van de 75.000 euro. Mocht het nodig zijn, dan stelt hij voor om met gezwinde spoed een parafenbesluit te doen nemen over dat aanvullende budget. Wethouder Van Duin wijst op de laatste update over de binnensport. Deze update zal binnen het college besproken worden, zodra men weer bijeenkomt. Hij hoopt in het najaar te kunnen bepalen welke kant het opgaat. Die beslissing komt zo snel mogelijk richting deze commissie. Er zal kritisch gekeken worden naar de ondergrond en als dat de reden is, dan zal er uiteindelijk om die extra 75.000 euro gevraagd moeten worden. De voorzitter wil weten of als dat parafenbesluit nodig is, dat dan vertraging oplevert. De wethouder zegt die vertraging dan niet te verwachten. De voorzitter constateert vervolgens dat de commissie ermee akkoord gaat dit punt als hamerstuk op de raadsagenda te plaatsen.
Informerend i1
Nota Risicobeheersing en Weerstandsvermogen
De heer Van Hoek wijst er, gezien het onderwerp, op dat de accountant heeft opgemerkt dat er een nota betreffende het risicomanagement zou moeten komen. Het college heeft dat toegezegd en met dit stuk wordt die belofte snel ingelost. Het stuk is naar zijn mening nu nog een vrij theoretisch verhaal dat nog praktisch moet worden ingevuld. Het tijdpad van implementatie is niet helemaal duidelijk, naar zijn mening. Bij de fase van inventarisatie wordt aangegeven dat daarmee in het eerste kwartaal 2010 van zou worden gestart. Bij de andere fasen wordt er geen tijdpad aangegeven en wordt niet aangegeven wanneer de resultaten bekend zullen zijn. In de nota op bladzijde 4, punt 3, wordt gezegd dat eerst zal worden gestart met een zelf op te zetten systeem in Excel, voordat overgegaan wordt op NARIS. In het voorstel wordt daar een budget van 27.750 euro voor gevraagd. Dat is volgens spreker
niet consistent. De matrix op bladzijde 13 bevat een klein foutje. Het getal helemaal links onderin op de as is 90.000. Volgens spreker moet dat 75.000 zijn. De eerste cel verandert daardoor in 7500 in plaats van in 9000. De fractie van de heer Barnhoorn wil het college complimenten maken voor dit duidelijke stuk. In het verleden is er naar zijn mening veel te weinig beweging en sturing geweest met betrekking tot de risico’s die de gemeente Noordwijk liep. Het standpunt van het CDA is altijd geweest om tot verbetering te komen van deze stukken. Daarom heeft deze exercitie de volledige steun van het CDA. Als de risico’s te groot zijn, is volgens de fractie een weerstandsvermogen van 5% niet toereikend. Daarom vindt men het belangrijk om risico’s helder in beeld te brengen en die risico’s te reduceren. De implementatie van het risicomanagement waar volgens de heer Wiersema de VVD over sprak, is naar zijn mening met het vorige punt geweldig ingezet. Kijkend naar de matrix was er sprake van een risico van 75.000 euro met een mogelijke kans van gemiddeld 50%. Dat geeft in de matrix een resultaat dat prachtig in het donkergroen terechtkomt, oftewel geen risico. Er is alleen sprake van een risico betreffende de tijd en de fasering, want als men het risico uit laat lopen naar eind december, dan heeft de hockeyclub drie maanden lang geen veld. Dat betekent dat een matrix in een spreadsheet niet alles weergeeft. Hij denkt dat dat de reden is waarom op het Naris-systeem is overgegaan. Een tweede punt is de vraag wat hiermee gedaan wordt. Het risicomanagement is al in de vorige begroting neergezet en ook die begroting kan al in deze spreadsheet neergezet worden. Dan wordt het echter niet meer donkergroen. Dan komt er een flink getal in het donkerrood en in het lichtrood. Hij denkt dat de wethouder die getallen ook al heeft, want deze heeft natuurlijk al met die spreadsheet gespeeld en heeft dat model van 2010 en 2011 al gemaakt. De vraag aan de wethouder is daarom hoe hij met die donkerrode getallen omgaat. Een tweede punt is, volgens spreker, dat de gemeenteraad hierbij zeer intensief betrokken dient te zijn. Dat wordt weliswaar ook in de nota aangegeven en ook de discussie over dat donkergroen en bijvoorbeeld ook de fasering in de hockeyvelden moeten in discussie gebracht worden. Het gaat om de vraag hoe we met die risico’s omgaan, welke er acceptabel zijn, waar beleid op gevoerd gaat worden en waar budgetten voor neergezet gaan worden. Hij vraagt de wethouder daarom ten aanzien van risicomanagement met de raad rond de tafel te gaan zitten voor de aanstaande begroting. Hij acht dat zinvol en mist die handreiking in dit nog ambtelijke stuk. Het is aan de raad om de kaders aan te geven hoe met die risico’s omgegaan moet worden.
8
Verslag commissievergadering van de commissie voor Dienstverlening, Wmo, Bestemmingsplannen & Financiën, Sport, Greenport 7 juli 2010
De heer Van der Hulst kan zich in grote lijnen aansluiten bij de vorige spreker. Zijn vragen zijn daardoor voor een deel al gesteld. Betreffende het bedrag dat gevoteerd moet worden voor het systeem vraagt hij hoe dit dan een informerend stuk kan zijn dat open staat voor discussie. Het zou daarom een voorstel moeten zijn, volgens hem, voor het uitgeven van die 27.750 euro. Zijn vraag is wanneer alle risico’s bij elkaar opgeteld worden, hoe het dan zit ten aanzien van het op 5% bepaalde weerstandsvermogen. Is dat voldoende of niet? Volgens de heer Wiersema gaat het er om dat er als raad iets afgesproken wordt over wat men echt als een risico beschouwt en opgenomen wil zien in de begroting en de vraag of het weerstandsvermogen voldoende is om dat soort risico’s te kunnen dekken. De heer Van der Hulst was het daarmee al eens. Hij is van mening dat bekeken moet worden of de discussie over die 5% gevoerd moet worden. De heer Van der Pijl geeft aan dat zijn fractie blij is met deze notitie. Van de nu gehanteerde 5% weerstandsvermogen is het inderdaad de vraag of dat voldoende is gezien de vigerende risico’s. Zo is daar bijvoorbeeld het renterisico. Hij wijst daarbij op de rente op de Nuon-gelden van 5%, die als het nu verlengd zou moeten worden een rente van 3% zou opleveren. Dat verlies geeft volgens hem aan dat die 5% weerstandsvermogen, hetgeen neerkomt op een bedrag van ongeveer 2 miljoen euro, in feite een heel laag bedrag is. De fractie is ook blij met het feit dat de overige managers ook betrokken worden bij de inventarisatie van de risico’s die de gemeente loopt. Het probleem is echter de vraag hoe de risico’s gedefinieerd worden, wat de kans is dat ze realiteit worden en wat dan de financiële gevolgen zijn. Het is dus een moeilijk punt om te bepalen welke hoogte het risicofonds moet hebben om al die risico’s op te vangen. Het bedrag dat daarvoor nodig is, zal waarschijnlijk ver boven die 2,5 miljoen euro uitkomen. Het betekent wel dat dat een beslag op het vermogen van de gemeente zal leggen en de gemeente zal beperken in de exploitatie. Dat komt nog eens als extra last bovenop de last van de komende jaren. Wethouder Van Duin is blij met dit stuk, omdat het een model geeft dat risico’s inzichtelijk maakt. Voor de vraag of het allemaal beheersbaar gemaakt kan worden, verwijst hij naar de ervaringen met de Noord/ZuidLijn in Amsterdam. Het gaat dus wel eens mis. Het punt hier is alleen dat het om een model gaat waar wel mee gewerkt kan worden om het allemaal wat meer in de greep te krijgen. Daarmee is het echter nog steeds geen wetenschap. Het past wel in het streven om verantwoord om te gaan met gemeenschapsgeld en met investeringen.
Hij heeft inderdaad wat gespeeld met de modellen en dit model helpt volgens hem wel in het denken over de risicoproblematiek. Het is ook een manier van denken die het college wil uitdragen in deze organisatie. Het leven blijft altijd vol risico’s, maar hierdoor kan wel verantwoord worden waarom bepaalde keuzen zijn gemaakt. Het gaat dus om een manier van denken. En de heer Wiersema heeft naar zijn mening gelijk als deze zegt dat de raad hierbij een belangrijke rol te spelen heeft. Daarom denkt hij dat het goed is dat als men het erover eens is zich deze manier van denken eigen te maken, daarvoor rond de tafel gezeten moet worden met elkaar. Dat kan in commissieverband of in de raad, maar het kan ook via die werkgroep die op dit moment opgezet wordt en die zich zorgen maakt over het grondbedrijf. Hij hoort graag van de commissie hoe men daarover denkt. Over het Naris-systeem merkt spreker op dat dat aangeschaft gaat worden. Het voorliggende stuk gaat in verschillende termijnen ingevoerd worden. Het kent een aantal faseringen, die ook gericht zijn op de interne organisatie om iedereen te leren omgaan met risicomanagement. Tweede termijn De heer Van Hoek had ook het voorstel willen doen om dit onderwerp in die werkgroep (financiële auditcommissie) te bespreken. Wat hem betreft moet men zich daarbij ook op het grondbedrijf richten, omdat daar de financiële risico’s het grootst zijn. Dan kan ook de fasering aan de orde komen. De heer Barnhoorn gaat akkoord met het voorstel van de wethouder om het verder te bespreken in de financiële auditcommissie. De heer Wiersema geeft aan dat men in het bedrijfsleven vaak spreekt van een ingecalculeerd risico. Wanneer daarvan sprake is, durft een bedrijf vaak wel te investeren wanneer een dergelijk risico beduidend onder de winstkansen ligt. Bij de overheid slaan juristen dan vaak op tilt, terwijl deze wijze van werken de overheid meer snelheid van handelen geeft waardoor de gemeente wat “opportunistischer” (in de zin van “kansen pakken”) te werk kan gaan. Daarom vindt ook hij het een goed idee om dit in dit onderwerp auditcommissie te bespreken. De heer Van der Hulst kan zich vinden in het voorstel dit te bespreken in die werkgroep.
i2
Voorgang nota 'Vrijwilligers Ondersteund'
Is gevoegd behandeld met P1.
9
Verslag commissievergadering van de commissie voor Dienstverlening, Wmo, Bestemmingsplannen & Financiën, Sport, Greenport 7 juli 2010
i3
Voortgangsrapportgage Sancta Maria juni 2009 - maart 2010
Op dit moment schuift de heer G.C. Duijndam aan en verlaat de heer Duindam de vergadering. Voorts verlaten de heren Wiersema en Koppel de commissievergadering en treedt de heer Van Rijnberk toe tot de vergadering. De heer Barnhoorn merkt allereerst op dat er geen duidelijke afspraken gemaakt zijn over het tijdpad. Hij wil graag van wethouder Van Ast weten hoe het daarmee zit. Verder wil hij weten of er nog een debiteurenrisico gelopen wordt met betrekking tot de plankosten. In de zomernota heeft hij snel kunnen lezen dat de gemeente een gat van 600.000 euro tegemoet moet zien in verband met de legeskosten. Daarom wil hij weten of de mogelijkheid bestaat dat bouwleges versneld geïnd worden. De heer Duijndam vertelt dat hij een aantal jaren terug regelmatig een bezoek heeft mogen brengen aan dit gebied. Daarom weet hij dat het een fantastisch gebied was. Vandaag is hij na lange tijd weer teruggegaan en heeft hij tot zijn schrik moeten ontdekken dat het gebied in grote mate aan kwaliteit heeft ingeboet. Hij vindt dat in het stuk een aantal tegenstrijdigheden staan. Enerzijds staat er dat de gemeente een beperkte invloed heeft op het tempo waarin de woningen daar gebouwd worden. Anderzijds kan men uit de notitie begrijpen dat er wel degelijk een belangrijke invloed uitgeoefend is door de gemeente Noordwijk om het project te vertragen. De gemeente heeft aangegeven dat vijf van de oorspronkelijke gebouwen niet gesloopt mogen worden. Spreker denkt dat wanneer men het plan op redelijke termijn van de grond wil krijgen, er met een realistischere blik naar dit gebied gekeken moet gaan worden. Van het voorlopige besluit dat B en W genomen heeft om het advies van DSL te volgen zou hij willen dat het college eens de tijd zou nemen om dat besluit wat realistischer te bezien en te bekijken of wat sneller gekomen kan worden tot de ontwikkeling van dat gebied. Hij noemt het “doodzonde” wanneer dit unieke gebied nog verder achteruit zou gaan. Hij zou graag zien dat er een uniek project van gemaakt werd. Zijn fractie roept het college dan ook op dit project nu echt te omarmen en te bezien of men er met de betrokken partijen uit kan komen om op een realistische manier invulling te geven aan dit unieke gebied. De heer Van Rijnberk zegt over de voortgangsrapportage niet veel te melden te hebben, maar wil er, gezien de discussie, op wijzen dat het inderdaad om een uniek gebied gaat. Het bestemmingsplan is daar dan ook op gemaakt. Er zijn bewust unieke dingen van dat gebied vastgelegd inclusief het behouden
10
van de oude gebouwen en de kwaliteit daarvan. Uiteindelijk is het Rivierduinen die dit moet realiseren. Het is dus niet iets dat de gemeente Noordwijk ontwikkelt. Zij hebben er twee jaar over gedaan om een ontwikkelaar te vinden. Vervolgens kwam die ontwikkelaar met een plan dat ernstig afweek van het bestemmingsplan. Zij wilden veel van die waardevolle, oude gebouwen slopen. Het plan was puur op winstmaximalisering gebaseerd. Dat was echter niet het beleid van het toenmalige college. Dat college heeft er toen een onafhankelijke derde partij bijgehaald om naar het unieke van het gebied en naar het concept te kijken. Omdat er in de loop der tijd wat panden afgebrand zijn, is toen een compromis gevonden door het stedenbouwkundige concept te herstellen en op een aantal plekken nieuwe gebouwen toe te voegen. Daardoor werd een stukje winst teruggebracht dat niet in het bestemmingsplan zat. Het blijft echter uitermate moeilijk om een particulier tot bouwen te dwingen. Wethouder Van Ast kent het gebied zeer goed en weet daarom goed dat het een fantastisch mooi gebied is. Tot zijn schrik is er nu een soort vrijstaat aan het ontstaan. Hij herkent dus wel de achteruitgang in de beleving van het gebied. Desondanks heeft het gebied nog steeds een ongekende charme. De bestuurlijke realiteit is echter wel dat er een bestemmingsplan is vastgesteld waarin is aangegeven dat de cultuurhistorische waarde gehandhaafd moet blijven. Aangegeven is door het college dat ontwikkelingen mogelijk gemaakt kunnen worden, en dat liever gisteren dan morgen. Toch is er steeds die ontwikkelaar die elke keer meent een verdichting van de verkaveling nodig te hebben. De oorspronkelijke inzet voor het gebied was het uitgangspunt van een exclusief terrein met grote percelen. De discussie spits zich nu steeds meer toe op een verkaveling die steeds kleiner is geworden. De verbouwingsdichtheid is daardoor toegenomen. Daarvan hebben de gemeenten Noordwijk en Noordwijkerhout gezegd dat de cultuurhistorische waarde van het gebied dusdanig is dat de verkavelingsopzet in redelijkheid moet passen binnen het grotere plan dan oorspronkelijk voor ogen stond. Een van de eerste dingen die spreker in dit dossier gedaan heeft, is het gesprek aan te gaan met Rivierduinen en de firma Vorm (ontwikkelaar) om duidelijk te krijgen hoe de situatie er voor lag. Toen bleek het dus te gaan om het spanningsveld van aan de ene kant de ontwikkelaar die een aanpassing van het bestemmingsplan wilde en aan de andere kant de cultuurhistorische waarde die daardoor onder druk kwam te staan. Ambtelijk is nu uitgezocht hoe die spanning precies in elkaar zit en hij verwacht dat in het najaar naar deze commissie teruggekoppeld kan worden wat in dat kader naar voren is gekomen. Het is vervolgens aan de raad om aan te geven hoe men naar dit plangebied kijkt en of men, indien noodzakelijk, bereid is
Verslag commissievergadering van de commissie voor Dienstverlening, Wmo, Bestemmingsplannen & Financiën, Sport, Greenport 7 juli 2010
het bestemmingsplan aan te passen. Als portefeuillehouder wil spreker wel gezegd hebben dat het gebied dusdanig mooi is dat men heel zorgvuldig moet zijn wanneer het gaat om verdichting. De tijdplanning van het plan Sancta Maria is dan ook in die zin vertraagd. De heer Barnhoorn vraagt bij interruptie of hij mag concluderen dat er sprake is van een impasse tussen de ontwikkelaars en de gemeenten Noordwijk en Noordwijkerhout. Dat is volgens de wethouder te sterk uitgedrukt. Hij denkt dat er nu een afstemming plaatsvindt tussen aan de ene kant de invulling van de bestemmingsplanruimte en aan andere kant de vraag of er een markt is voor de plannen. Dat proces vergt tijd. Als de ontwikkelaar aan zou geven akkoord te gaan met de plannen waar de raad al in een eerder stadium akkoord mee is gegaan, zouden er geen procedurele belemmeringen meer zijn om aan de slag te gaan. De debiteurenkosten, kosten die de gemeente Noordwijk maakt om dit project te faciliteren, zijn inmiddels keurig betaald en geregeld. Dus daar loopt de gemeente geen enkel risico. De versnelling van de inning van de bouwleges is mede afhankelijk van de ontwikkeling. Hoe sneller er gebouwd gaat worden, hoe eerder de bouwleges ontvangen zullen worden. Tweede termijn De heer Barnhoorn steunt het betoog van de heer Duijndam om zo snel mogelijk tot zaken te komen met de ontwikkelaar. De heer Duijndam heeft zich door de wethouder laten overtuigen dat er voldoende aandacht is voor de ontwikkeling van dit gebied. Hij meent wel dat het plan ruimte biedt om er gezamenlijk uit te kunnen komen. Volgens de heer Van Rijnberk gaat het om twee dingen. Het slopen van gebouwen en het bouwen op plekken waar oorspronkelijke gebouwen zijn afgebrand, heeft met de symmetrie te maken. Waar de wethouder op doelt, heeft meer te maken met de andere helft van het terrein. Naast het opknappen van de oude gebouwen, komen daar ook nieuwe kavels. Die nieuwe kavels zouden groot zijn. Dat wil men nu verdichten. In die discussie zou kunnen worden meegenomen dat normaliter bij nieuwbouw 30% sociale woningbouw wordt geëist. Hier zijn de gemeenteraden van Noordwijk en Noordwijkerhout zeer ter wille geweest door die eis niet te stellen. Dat betekent dat er sowieso sprake is van een aanzienlijke meerwinst dan het geval zou zijn geweest wanneer de gemeenteraden zich anders hadden opgesteld. De andere partijen dienen zich dat wel te realiseren. Het had voor
11
hen allemaal veel ongunstiger kunnen liggen. De heer Duijndam meent dat het dan misschien verstandig is om nog meer samen met de gemeente Noordwijkerhout op te trekken. Daar is volgens de wethouder met de collega’s van Noordwijkerhout structureel overleg over. Terugkomend op de gemelde symmetrie, namelijk van de W-asgedacht, geeft hij aan dat die opzet onderschreven wordt door beide gemeenten. Verder ligt er een aanvullende eis/wens met betrekking tot de verdere verdichting van het gebied.
i4
Voortgangsrapportage project Morgenster mei 2009 - april 2010
De heer Van der Hulst wil van de wethouder weten hoe het staat met de besluitvorming rond de 31 jongerenwoningen sociale huur/sociale koop. Zijn fractie vindt het eigenlijk te gek voor woorden dat er een discussie loopt tussen de NWS en bouwbedrijf Van der Wiel, waardoor er een vertraging ontstaat in de levering van de huizen. De heer Duijndam wijst erop dat eind 2001 besloten is om de Witte School te herbouwen. Hij kan zich nog goed herinneren dat de toen samengesmolten plaatselijke partijen een eenduidig standpunt innamen dat erop neerkwam het helemaal eens te zijn met de herbouw van de Witte School, maar dat het wel heel belangrijk was dat er in dat gebied een hoeveelheid jongerenappartementen gebouwd zou worden. Een andere voorwaarde was dat daarbij gelijk met de bouw van de andere woningen opgetrokken zou worden. Helaas is dat pas nu aan de orde. Verder ziet hij uit naar het antwoord op de vraag naar de kwestie van de sociale koop. De heer Barnhoorn spreekt van een helder rapport en geeft aan ook duidelijkheid te willen hebben rond de kwestie van sociale huur/sociale koop. Verder vraagt hij nog aandacht voor de gisteren reeds door WNW/Liberaal Noordwijk aan de orde gestelde verkeersveiligheid daar ter plaatse. Ten aanzien van de vraag rond sociale huur/sociale koop antwoordt wethouder Van Ast dat het college nadrukkelijk ingezet heeft op sociale koop. Het is echter tegelijkertijd een bestuurlijke realiteit dat de NWS in dezen gevraagd moet worden hierin mee te willen werken. Hij denkt dat er argumenten zijn om de woningstichting hierin te doen meegaan. De heer Van der Hulst herinnert aan zijn vraag naar het moment waarop de wethouder verwacht dat er in deze kwestie een besluit genomen kan worden.
Verslag commissievergadering van de commissie voor Dienstverlening, Wmo, Bestemmingsplannen & Financiën, Sport, Greenport 7 juli 2010
Wethouder Van Ast antwoordt op diplomatieke wijze te hebben willen aangeven dat hij nu geen datum gaat noemen.
de eerste paal”.
i5 De heer Van Rijnberk dacht dat in de raad was afgesproken dat er een algemene discussienota zou komen en dat het niet per project uitgediscussieerd zou worden. Dat klopt volgens wethouder Van Ast behalve voor dit dossier, omdat hier door het college wel degelijk is aangegeven er sociale koop van te willen maken. Daar moet volgens de heer Van Rijnberk dan een voorstel voor komen en dit kan niet gebeuren door middel van een voortgangsrapportage. Wethouder Van Ast gaat voort met de vraag van de heer Van der Hulst met betrekking tot de kwestie tussen de NWS en Van der Wiel. Hij denkt dat het aan die partijen zelf is om daar commentaar op te geven. Hij denkt dat het lovenswaardig is dat het college daarin bemiddelend heeft kunnen optreden en dat men daardoor de snelle bouw van deze woningen mogelijk heeft kunnen maken. Ten aanzien van de vraag rond de verkeersveiligheid antwoordt hij opdracht te hebben gegeven om het fietspad aldaar bouwrijp te laten maken en aan de overkant de betonplaten neer te laten leggen. Hij heeft van de bewoners begrepen dat die oplossing uitstekend bevalt. Hij begrijpt daarom niet wat er nu nog onveilig zou zijn in die situatie. De heer Barnhoorn zegt begrepen te hebben dat mensen met een scootmobiel daar vast kwamen te zitten. Dat zou dan volgens de wethouder onderzocht moeten worden. Een dergelijk onderzoek is gisteren in de commissie ook toegezegd. De heer Duijndam kan zich herinneren dat het gaat om de blokkade van het fietspad richting de bibliotheek vanaf de rotonde Van Panhuysstraat. Daar behoort een bord te staan dat men daar niet verder kan.
Voortgangsrapportage Noordwijkerduin juli 2009 - maart 2010
De heer De Ridder weet dat het hier een particulier initiatief betreft. Op bladzijde 5 staat dat de opleverdata zijn opgeschoven naar 2014. Volgens hem heeft Heijmans hiervan aangegeven dat ook die data niet gehaald gaan worden. Dat betekent volgens hem dat daardoor de bouwleges later geïnd zullen kunnen worden. Dit probleem doet zich dus vaker voor wegens de vertraging in de bouw als gevolg van de crisis. De fractie maakt zich voorts zorgen over de te betalen kosten inzake ’s Heerenloo. Juist omdat het een particulier initiatief betreft, heeft het CDA er in het verleden steeds op aangedrongen dat infra, groen en de ambtelijke ondersteuning door ’s Heerenloo betaald zouden moeten worden. Op bladzijde 8 leest hij daar echter verontrustende berichten over. Wethouder Van Ast constateert dat ondanks de economisch moeilijke tijden de particuliere initiatiefnemers er alles aan gelegen lijkt om dit plan toch doorgang te laten vinden. De marktsituatie is nu echter die welke het nu is op dit moment. Dat heeft ook effect op de gemeentelijke inkomsten aan bouwleges. De data in 2014 zijn inderdaad niet realistisch. De kosten voor de inspanning die de gemeente levert in deze zaak worden keurig betaald. De vertraging in de bouw heeft echter ook weer gevolgen voor de projectopzet en dat vertaalt zich ook weer in financiële consequenties voor de gemeente Noordwijk. Het college werkt er echter aan om de kosten daar terecht te laten komen waar ze horen, namelijk bij de particulier initiatiefnemer.
Stukken ter kennisname: Er zijn geen stukken ter kennisname.
Rondvraag Volgens de wethouder staat daar inderdaad een markering. Tweede termijn De heer Van der Hulst wil rechtzetten dat hij niet de beschuldigende vinger gewezen heeft naar de wethouder over de opgetreden vertraging. Hij heeft juist in een openbare vergadering de NWS en Van der Wiel Bouw B.V. willen oproepen om zo snel mogelijk tot overeenstemming te komen en te gaan bouwen. Wethouder Van Ast antwoordt: “Morgen slaan we
12
De heer H. van den Berg is verheugd dat er twee graven van schrijvers opgeknapt worden. Verder is er het graf van de schaker Daniël Noteboom, waarvan de plaatselijke schaakvereniging sinds 1997 bezig is om daar een bepaalde status aan te geven. Hij hoort graag van wethouder Van Duin wat daarmee gaat gebeuren. Wethouder Van Duin antwoordt dat deze zaak al eens eerder aan de orde is geweest. Hij heeft van wethouder Vroom begrepen dat deze, zelf een vervent schaker, zich hier graag hard voor wil maken.
Verslag commissievergadering van de commissie voor Dienstverlening, Wmo, Bestemmingsplannen & Financiën, Sport, Greenport 7 juli 2010
Wethouder Vroom wil het eerst nog bespreken voordat hij actie gaat ondernemen. De heer De Ridder heeft in een eerder stadium ook aandacht gevraagd voor het graf van de heer Daniël Noteboom. De burgemeester heeft daarbij toen aangegeven dat er gewacht moet worden op de inventarisatie van de historische graven. Daarom is zijn vraag wanneer die inventarisatie tegemoet gezien mag worden. De heer Van der Hulst vult aan dat zijn fractie toentertijd een heel dossier aan de burgemeester heeft gegeven. Wethouder Van Duin denkt dat het goed is het gesprek aan te gaan en daarbij ook te bekijken of die inventarisatie daarvoor nodig is. Mevrouw Van der Jagt wil het initiatief tot die inventarisatie steunen en wijst erop dat er ook al ooit een gesprek is geweest over het graf van Maria Montessori. De voorzitter sluit de vergadering om 20.01 uur en dankt eenieder voor zijn of haar inbreng.
13