Voor akkoord Commissiegriffier: Uitgebreid verslag van de vergadering van de commissie Bestuur, Middelen en Beheer, gehouden op 6 januari 2009 om 20.00 uur
Aanwezig: Voorzitter: de heer H. van Nes (WenS) Griffier: mevrouw Y.P.A. Hermans De leden:
de heer A. Barnhoorn (Noordwijk Totaal) de heer L.C. van der Hulst sr. (Noordwijk Totaal) mevrouw K. Kuyper-van Rooij (ChristenUnie) de heer P.W.M. Beuk (JES) de heer J. Elvader (Verenigd Noordwijk) mevrouw G.V. van der Aart (Verenigd Noordwijk) de heer B.J. van Hoek (VVD) de heer J.C.A. van der Hulst jr. (VVD) de heer G.C. van der Pijl (WenS) de heer H. Vink (WenS) mevrouw E.A.M. Zandwijk-van Hage (CDA) mevrouw C. Vliet Vlieland – de Wit (CDA) de heer H. van Schouwenburg (Progressieve Combinatie) de heer P.J.M. van Zuijlen (Progressieve Combinatie)
College:
de heer G. van Duin, de heer M. Vroom
Notulist:
de heer G.J. van der Kroon (Notuleerservice Nederland)
Afwezig: de heer M.U. Wiersema (Progressieve Combinatie) de heer R. de Jong (CDA) burgemeester Groen
Agenda
resultaten van de gesprekken van het college met de onderzoekers. TCB 67 (11-11-08) Burgemeester Groen zal de commissie informeren aangaande de monumentale graven op de algemene begraafplaats. TCB 68 (11-11-08) Wethouder Van Duin zal de commissie een chronologische volgorde van acties doen toekomen m.b.t. het dossier Willem Alexanderpark 20. TCB 70 (11-11-08) Wethouder Van Duin zegt toe een kaderstellende discussie te houden over het invullen van de handhavingprioriteiten in januari / februari 2009. TCB 71 (02-12-08) Wethouder Vroom zal de commissie een specificatie van de kosten voor het maken beheerplan oeverbeschermingen doen toekomen. TCB 72 (02-12-08) Wethouder Van Duin zegt toe de commissie een overzicht te geven van het gemiddelde aantal burgerbrieven dat per maand binnenkomt. TCB 73 (02-12-08) Wethouder Vroom zal de problematiek van de afvalinzameling cq. zwervuil in de wijk Vinkenveld meenemen in de discussie over het huidige systeem van afvalinzameling.
A2 Vaststellen agenda
TCB 74 (02-12-08) Wethouder Vroom zal nagaan of er eventueel wat gedaan kan worden aan de wateroverlast in de wijk Vinkenveld. De heer Van Hoek zal doorgeven om welke locatie het gaat.
A3 Gelegenheid tot inspreken
Regionale Samenwerking:
A4 Vaststellen verslag vergadering d.d. 2 december 2008
R1 Holland Rijnland a) Terugkoppeling portefeuillehouderoverleg Bestuur & Middelen door wethouder Van Duin. b) Actualiteiten uit het Algemeen Bestuur door de vertegenwoordigde raadsleden.
A1 Mededelingen
A5 Nakoming gedane toezeggingen Toezeggingen commissievergadering: TCB 63 (07-10-08) Burgemeester Groen zal onderzoek doen naar de (vermeende) gevaarlijke verkeerssituatie op de Langevelderlaan. TCB 65 (11-11-08) Burgemeester Groen zal de commissie een memo doen toekomen naar aanleiding van de recent gepubliceerde veiligheidsindex en de
Raadsvoorstellen: V1 Instemmen met het krediet voor renovatie padenstelsel en verbeteren parkeervoorzieningen algemene begraafplaats. V2 Evaluatie hondenbeleid 2008.
Verslag commissievergadering Bestuur, Middelen en Beheer, 6 januari 2009
V3 In te stemmen met uitbetaling van investeringsbijdragen aan Stichting Dorpshuizen. V4 Nota verordening Naamgeving en nummering. Informerend: Er zijn geen informerende stukken. Stukken ter kennisname: K1 Het spoorboekje van de Planning en Controlecyclus 2009. Rondvraag
Opening De voorzitter opent de eerste vergadering dit jaar om 20.00 uur en heet eenieder welkom. A1
Mededelingen
Hij meldt wethouder De Lange af, die zich laat vervangen door wethouder Van Duin. De burgemeester is afwezig wegens vakantie. Mevrouw Van de Pol zal desgewenst vragen beantwoorden. A2
Vaststellen agenda
A3
Gelegenheid tot inspreken
Er zijn vijf insprekers over een onderwerp dat niet op de agenda staat. De voorzitter nodigt de aanwezigen en met name wethouder Van Duin uit om daarop wel te reageren. De eerste inspreekster is mevrouw Van Heusden. Mevrouw Van Heusden is de moeder van de 13jarige jongen die in de commissievergadering van november ter sprake kwam in verband met de jongerenproblematiek. De burgemeester maakte toen melding van een dertienjarige jongen, waarvan de ouder niet aanspreekbaar zou zijn. Mevrouw Van Heusden zegt echter de zorg voor haar zoon zeer serieus te nemen. Zij heeft open gestaan voor alle hulpverleningsinstanties die er in Nederland zijn met de bedoeling om haar zoon in het gareel te krijgen en te houden. Zij heeft de burgemeester diens uitlating betreffende haar vermeende ontoegankelijkheid voor hulp zeer kwalijk genomen. Zij heeft een afspraak gemaakt met de burgemeester. Bij die ontmoeting heeft zij middels dossiers aangetoond dat er wel degelijk sprake is geweest van jeugdhulpverlening. De burgemeester, die verrast was door deze informatie, heeft aangegeven zijn eerdere mededelingen te wil-
len corrigeren. Zij heeft tot nu toe nog geen reactie terug ontvangen van de burgemeester en wilde hem daarom vanavond hier ontmoeten voor nadere uitleg. Met haar inspreken hier wil mevrouw Van Heusden benadrukken dat zij wel degelijk een ouder is, die alles voor het welzijn van haar kinderen doet. De voorzitter meent mede namens de commissieleden te spreken, wanneer hij zijn waardering uitspreekt voor het door mevrouw Van Heusden getoonde initiatief om vanavond te komen inspreken over deze kwestie. Hij nodigt de commissieleden uit te reageren en voorts nader in te gaan op de vraag hoe hier verder mee om te gaan. Mevrouw Vliet Vlieland spreekt haar waardering uit voor de moed van mevrouw Van Heusden. Daar sluit mevrouw Kuyper zich bij aan en wil voorts weten of de bemoeienis van de jeugdhulpverlening zo ver ging, dat zij met de zoon van mevrouw Van Heusden in gesprek zijn gegaan en of haar zoon open stond daarvoor. Mevrouw Van Heusden antwoordt dat de hulpverlening een aantal keren wel op gang is gekomen. Door misverstanden stokte die hulpverlening een aantal keer. Op dit moment is er sprake van een hoopvolle hulpverleningssituatie, waaraan haar zoon meewerkt. Ook de heer Van Schouwenburg heeft waardering voor de moed van mevrouw Van Heusden. Hij herinnert eraan dat de burgemeester sprak van een groep van jongeren onder leiding van een dertienjarige jongen. Zijn vraag is of het feitelijk klopt wat de burgemeester hierover heeft gezegd. Mevrouw Van Heusden antwoordt dat zij geen uitspraken kan doen over de vraag of haar zoon leider is van een groep. Samen met de politie wordt op dit moment uitgezocht waarop die bewering stoelt. Zij meent dat er geen aanwijzingen zijn voor dat leiderschap van haar dertienjarige zoon. Het lijkt haar onwaarschijnlijk dat jongens van achttien jaar oud zich tot dingen laten verleiden door een jongen van dertien. Mevrouw Van der Aart wenst als moeder mevrouw Van Heusden heel veel wijsheid toe in deze kwestie. De voorzitter meent dat het goed is af te spreken dat het presidium de burgemeester zal inlichten over de woorden die mevrouw Van Heusden vanavond hier gesproken heeft en haar verwachting dat de burgemeester hier zijn woorden enigszins zou terugnemen, hetgeen tot op heden niet gebeurd is. Het presidium zal daarbij op een dergelijke actie aandringen. Mocht de burgemeester een andere mening zijn toegedaan, dan stelt hij voor dat het presidium in
2
Verslag commissievergadering Bestuur, Middelen en Beheer, 6 januari 2009
aanwezigheid van mevrouw Van Heusden het gesprek nogmaals aangaat. Vervolgens wordt er viermaal ingesproken over de problematiek van damherten. De eerste inspreker is de heer Zandwijk. De heer Zandwijk begint met zijn brief aan de gemeenteraad over dit onderwerp voor te lezen. Kortheidshalve wordt hierbij naar deze brief verwezen. Ter aanvulling meldt hij dat men te maken heeft met de Faunabeheereenheid (FBE). Spreker wijst erop dat tot 1 april 2002 de damherten gewoon beheerd konden worden. Nu is daar een door de FBE op te stellen faunabeheerplan voor nodig. In 2003 is er van IJmuiden tot aan Noordwijk door de damherten een schade aangericht van 95.000 euro. Verder meldt de heer Zandwijk dat de draagkracht voor een bepaald aantal damherten in het duin- en aanliggende bollenland zo is uitgelegd, dat als die beesten daar niet voldoende voedsel kunnen vinden, zij buiten dat gebied mogen treden om daar hun voedsel te vinden. Dat betekent dus dat de beesten dan in het bollenland terechtkomen. In het rapport waarin hierover melding wordt gemaakt, wordt ook gesteld dat de verkeersonveiligheid daardoor toeneemt. Datzelfde rapport komt tot de conclusie dat men maar moet stoppen met het telen van bloembollen. De gemeente Amsterdam meent dat er geen beheer nodig is, omdat er geen maatschappelijke belangen op het spel zouden staan. Er is intussen wel een faunabeheerplan gemaakt. Tenslotte laat de heer Zandwijk weten dat de FBE meldt dat de damhertpopulatie, de klachten en de schade hand over hand toenemen. Wanneer de bollenbedrijven afgezet moeten worden met een hek, veranderen die bedrijven volgens de heer Zandwijk in boerderijen met aansprakelijkheid voor de gemeente. Dit laatste geldt niet bij een gedeeltelijke afsluiting. De heer Beuk heeft geconstateerd dat een aantal bollenbedrijven inmiddels zijn overgegaan tot erfafscheidingen. Hij vraagt zich af of het niet beter is wanneer er nog meer hekken worden geplaatst. De heer Zandwijk denkt niet dat het een goede oplossing is. Hij wijst daarbij op de belemmering van de toegankelijkheid van de terreinen en de aantasting van het landschap. Het is volgens hem wel zo dat de ondernemers zelf de ‘natuur’ buiten hun terreinen moeten houden. De oplossing moet zijns inziens gezocht worden in het afzetten binnen de duinen zelf. De heer Van der Hulst sr. vraagt of de schade geclaimd kan worden bij iemand. Dat is volgens de heer Zandwijk in principe mogelijk middels een claim bij het Faunafonds. Daarbij moet dan wel aangetoond kunnen worden dat men vol-
doende gedaan heeft om de herten buiten de bollenvelden te houden. Dat is echter geen sinecure, omdat een hert zich volgens hem niet laat tegenhouden door een sloot van zes meter breed. Daar komt nog bij dat de brieven betreffende schadeclaims van vorig jaar op dit moment nog niet eens zijn beantwoord. De volgende inspreker is de heer Wassenaar. De heer Wassenaar wijst erop dat tot zijn grote opluchting de damherten op dit moment door het winterse weer weinig schade kunnen aanrichten, hetgeen zijn nachtrust wel bevordert. Zodra de dooi invalt, is het met die rust wel afgelopen. Hij ervaart het damhertenprobleem als een door de getroffenen zelf niet weg te nemen bedreiging. Voorts wijst hij erop dat de damherten hun natuurlijke schuwheid hebben verloren en soms wel met groepen van veertig stuks te zien zijn. Er zijn er op dit moment bijna 3000, zo laat hij weten, terwijl er vorig jaar nog maar 2300 waren en toen was er reeds sprake van een aanzienlijke overlast. Hij wijst erop dat het er dit jaar 3900 zullen zijn en volgend jaar 5000! Dat betekent een uitbreiding van 1000% in tien jaar tijd. Het maakt de heer Wassenaar woedend te lezen dat in het rapport gezegd wordt dat bij gebrek aan voedsel in de duinen er voor de damherten voldoende voedsel te vinden valt op de direct achter de duinen liggende bollenvelden. Hij dringt daarom aan op onmiddellijke maatregelen. Hij pleit voor noodmaatregelen waar het de afzetting van de velden betreft, waarbij aandringt op een gedogende houding van de overheid. Hij wijst er tenslotte op dat, theoretisch gesproken, er over tien jaar 30.000 damherten zullen zijn. Hij komt tot de conclusie dat afschot van damherten niet langer uitgesteld kan worden. De volgende inspreker is de heer Van Ruyten, kweker te Langeveld. De heer Van Ruyten dankt de commissie voor de geboden kans aan de bollenkwekers om hun verhaal te vertellen. De commissie heeft zijns inziens de macht om het beleid van de gemeente te bepalen. Hij wijst erop dat er reeds drie jaar sprake is van schade door loslopende damherten. Deze schade kan nergens of in onvoldoende mate verhaald worden. De instanties (Waternet, Zuid-Hollands landschap en Staatsbosbeheer) spelen elkaar volgens hem de bal toe over de verantwoordelijkheid. Hij denkt dat de gemeente voldoende argumenten heeft om deze instanties te dwingen liefst morgen al maatregelen te nemen. Er is naar zijn mening geld beschikbaar van de Amsterdamse waterleiding (negen ton, naar horen zeggen) om het hoge hek waaraan begonnen is, maar wat gestopt is op de grens met de gemeente Noordwijk, door te trekken. Hiervan verwacht hij een oplossing van het probleem. Hij vraagt zich af waarom de Natuur- en vogelvereniging Noordwijk op 25 mei 2008 een advies heeft neergelegd bij de ge-
3
Verslag commissievergadering Bestuur, Middelen en Beheer, 6 januari 2009
meente en er niets mee gebeurd is. Dat advies loopt geheel parallel aan de wensen van de bollenkwekers. Het advies gaat onder andere over de veiligheid van het verkeer, maar dat is de verantwoording van de gemeente. Verder gaat het advies in op de schade van de kwekers. Ook wordt daarin gesuggereerd grotere mazen in het hek te maken, zodat het hek voor kleinere dieren geen belemmering vormt. In een gesprek op 17 december jl. met burgemeester Groen is de suggestie gedaan schrikdraad als noodoplossing te spannen. Gebleken is dat dat werkt. Hierop heeft hij tot nu toe geen reactie ontvangen, hetgeen wel was toegezegd door de burgemeester. Hij wijst echter op het afschrikkende effect van maatregelen als hoge hekken, schrikdraad en dergelijke op bezoekers van het overigens zo mooie gebied en van met name de badplaats Noordwijk. Hij nodigt tenslotte eenieder uit om te komen kijken naar de schade die de kwekers tot nu toe hebben opgelopen. Met een zekerheid van 90% zegt hij toe dat hij ’s avonds herten kan laten zien. Mevrouw Zandwijk vraagt de heer Wassenaar en Van Ruyten of zij maatregelen genomen hebben en wat de kosten daarvan zijn. Het viel mevrouw Kuyper de laatste tijd op dat waar de damherten de boel omgewoeld hadden, een week later er iets aan gedaan was. Zij wil weten of een hek langs de duinrand een goede oplossing zou zijn. De heer Van Schouwenburg vraagt of de heer Van Ruyten iets kan zeggen over de orde van grootte van de schade aan de gewassen. De heer Van der Pijl heeft ongeveer zeven organisaties horen noemen, die met deze problematiek te maken hebben. Hij vraagt zich af of er een ‘eigenaar’ bestaat van de problematiek rond de damherten. De heer Van Ruyten meldt dat hijzelf vorig jaar geringe schade heeft ondervonden, omdat hij wegens zijn leeftijd nog slechts een gering bedrijf voert. Dit geldt echter niet voor zijn collega’s. Zij zullen beter op de hoogte zijn van de cijfers. Hij geeft vervolgens een aantal voorbeelden van schade, waardoor een van zijn collega’s vorig jaar 2000 euro schade heeft geleden en dit jaar reeds 1500 euro (vernield afdekdoek). Verder is er sprake van veel onzichtbare schade. Behalve het afdekdoek is er gewerkt met gaas en schrikdraad. Spreker vraagt de gemeenteraad iets te doen richting die organisaties en de mogelijkheid van schadevergoeding. De heer Van Wassenaar merkt op dat hij nog geen schade heeft of schrikdraad gezet heeft. Mocht hij draad moeten zetten, dan betekent dat minstens twee kilometer draad! Bovendien kan hij dan nergens meer op zijn erf komen.
De heer Van Ruyten vindt het absurd dat de ondernemers maatregelen moeten nemen om de herten van de bedrijven te houden. Hij is van mening dat alleen de gemeente op korte termijn de meeste macht heeft om iets aan de problematiek iets te doen, omdat zij de betrokken instanties kan dwingen te reageren. De volgende spreker is de heer Koomen. De heer Koomen heeft een aantal foto’s van damherten op de bollenvelden, die hij doet rondgaan. Hij meldt dat door het Faunafonds alleen de directe schade aan de gewassen vergoed wordt. Verder wijst hij erop dat door het graven in de grond door de herten, ook de gespoten bestrijdingsmiddelen niet meer werken. Dat werk wordt daardoor dus ook teniet gedaan. Die indirecte schade wordt dus niet vergoed door het Faunafonds. Het probleem ligt naar zijn mening bij de Amsterdamse waterleiding, want daar komen de beesten vandaan. Hij benadrukt dat de gemeenteraad druk moet uitoefenen op de gemeente Amsterdam. Mevrouw Zandwijk wijst erop dat het gebied bij Langeveld destijds met rijksgelden uitdrukkelijk aangelegd is ten behoeve van de bollenteelt. Nu dreigt het een dierentuin te worden. Zij begrijpt niet waarom er niet al iets is ondernomen tegen de overlast. Mevrouw Vliet Vlieland vindt een hek ook een goede oplossing. Zij wijst er daarbij op dat het wel zo is dat de herten zich blijven vermenigvuldigen. Er moet naar haar mening voor gezorgd worden dat er geen nieuwe damherten meer komen. Misschien moeten ze wel helemaal verdwijnen, oppert zij, want hekken vormen volgens haar niet de definitieve oplossing. De heer Van der Pijl zegt onder de indruk te zijn van de foto’s en de aantallen beesten waarom het blijkt te gaan. Naar zijn mening aanvaardt het Faunafonds enige verantwoordelijkheid, maar schadevergoeding alleen lost het probleem niet op. Hij vraagt zich daarom af of een anticonceptiemaatregel effect zou sorteren. De heer Koomen antwoordt dat ‘Wageningen’ heeft duidelijk gemaakt dat anticonceptie bij damherten niet mogelijk is. De heer Zandwijk wil nog opmerken dat de vele organisaties tegen elkaar in werken. Verder wijst hij erop dat in het Faunabeheerplan staat aangegeven dat de herten beheerd moeten worden. Dat plan is ingediend bij GS. GS heeft echter duidelijk gemaakt beheer niet toe te staan. Daarom is zijn vraag aan onder andere de gemeente Noordwijk om de gewenste politieke druk uit te oefenen. De directe schade loopt inmiddels in de tienduizenden euro’s. Desgevraagd geeft hij aan dat de problematiek zowel
4
Verslag commissievergadering Bestuur, Middelen en Beheer, 6 januari 2009
onder Zuid-Holland als Noord-Holland valt, maar dat Noord-Holland zich daarin soepeler opstelt dan ZuidHolland.
intentie van zijn fractie zijn. Er moet volgens hem een hek om de duinen en wellicht een duizendtal damherten afgeschoten worden.
Wethouder Van Duin geeft aan dat hij allereerst onder de indruk is van de inspraak van vanavond. Hoewel de gemeente niet de eerst aangewezen partij hierin is, denkt hij toch dat dit de enige weg is om de problematiek onder de aandacht te brengen. Er wordt reeds geruime tijd over gesproken en hij meent dat daarbij veel juridische haarkloverij komt kijken. De gemeente als vergunningverstrekker heeft zich in het verleden reeds akkoord verklaard met het plaatsen van een hek. Door de vergunningsaanvraag voor een hek is het onderwerp in zijn portefeuille terecht genomen. Het is echter niet de gemeente die het hek gaat plaatsen. Dat is aan het Duinwaterbedrijf van Amsterdam en dat bedrijf heeft dan ook de vergunning aangevraagd bij Noordwijk. Het college is nadrukkelijk bereid om hierin mee te werken, maar ziet dat het om een aantal maatregelen vraagt, waarvan het beheer van het wild naar zijn mening ook deel uitmaakt. De feiten die nu voorliggen zijn: a. de vergunningaanvraag van het hek, b. de plaatselijke vogelvereniging heeft bezwaar gemaakt tegen de mazen van het hek, waardoor voor bepaalde dieren de ecologische zone doorsneden zou worden, c. het tracé van het hekwerk. Het overleg met onder andere het Zuid-Hollands landschap heeft geleid tot een wandeling door het gebied. Er is kortgeleden een intentieovereenkomst opgesteld richting het Zuid-Hollands landschap. De heer Immerzeel van die organisatie heeft in een artikel aangegeven het hekwerk te plaatsen omwille van de verkeersveiligheid en niet ter bescherming van de agrarische sector. Bovendien heeft de heer Immerzeel aangegeven bereid te zijn in deze commissie uitleg te komen geven over het administratieve traject en het tracé. Spreker is van mening dat er een plan moet komen, waarin ook de hogere overheid haar verantwoordelijkheid neemt. Hij zal graag samen met andere Noordwijkse partijen de nodige politieke druk daartoe aanwenden. Een eerste aanzet daartoe is zijns inziens de aanleg van het hekwerk. De heer Immerzeel heeft aangegeven hierin mee te willen werken en heeft aangegeven te verwachten dat de intentieovereenkomst ondertekend zal worden. Het hekwerk zelf zal betaald moeten worden door het Zuid-Hollands landschap en het Waternet.
De heer Beuk vraagt naar de status van de vergunningaanvraag voor het hek.
De heer Van de Hulst jr. wil weten of de wethouder een brief wil sturen aan PS en GS. De wethouder antwoordt dat die brief in gezamenlijkheid met de kwekers opgesteld en verstuurd kan worden. Dat zou volgens de heer Van de Hulst jr. ook de
De wethouder antwoordt dat de vergunning is aangevraagd. De vergunning is nog niet afgegeven wegens het aangetekende bezwaar door de Natuur- en vogelvereniging. De vergunning moet opnieuw worden aangevraagd. Zodra dat gebeurd is, kan de vergunning binnen twee weken gegeven worden. Het Zuid-Hollands landschap samen met Waternet moeten zorgen voor de vergunningaanvraag. Mevrouw Van der Aart wil ook weten aan welke termijn gedacht moet worden wat dat hele traject betreft. De wethouder antwoordt dat het probleem van de aanbesteding niet het probleem is van de gemeente maar van Waternet in samenspraak met het ZuidHollands landschap, die ook aan hun verplichtingen vastzitten wat de aanbesteding betreft. Het gaat hierbij om tonnen! Daarom is het goed dat de gemeente aan het begin van het traject de urgentie ervan nog eens goed onder de aandacht brengt bij de betrokken twee partijen om de gewenste haast te betrachten. Mevrouw Zandwijk is van mening dat vorig jaar reeds het traject bekend was en de Natuur- en vogelvereniging weliswaar om grotere mazen in het hek heeft gevraagd, maar dat dat geen bezwaar hoeft te zijn om het traject nu reeds te starten. Zij maakt zich grote zorgen over de lange termijnen die een en ander nog dreigen te gaan vergen. Zij roept op reeds vandaag te beginnen! De wethouder antwoordt desgevraagd dat wanneer de vergunningaanvraag er is, de gemeente binnen tien dagen klaar is. Het probleem ligt dus niet aan de kant van de gemeente, maar aan die van de investeerders. De voorzitter wijst erop dat hij de wethouder ook heeft horen zeggen dat de heer Immerzeel bereid is om in deze arena te verschijnen. Het is dan aan de commissieleden om hem daarop kritisch te bevragen. Desgewenst zou dat gesprek dan geagendeerd kunnen worden. De heer Van der Hulst sr. stelt dat als de commissie moet wachten op de heer Immerzeel, men weer een maand verder is. Daarnaast heeft de wethouder aangegeven te moeten wachten op de vergunningaanvraag. Spreker pleit daarom om een meer proactieve houding en pleit ervoor het Zuid-Hollands landschap en Waternet te laten weten dat de gemeente
5
Verslag commissievergadering Bestuur, Middelen en Beheer, 6 januari 2009
“morgen” die aanvraag wil hebben. Hij vraagt verder of de wethouder bereid is om de ondernemers te helpen bij het verhalen van de schade bij de betreffende instanties, welke dat dan ook zijn. Ten aanzien van het idee van afschieten laat hij weten – in tegenstelling tot de ervaring van de burgemeester - in te schatten dat er bestuurlijk draagvlak bestaat voor beheer. Hij vraagt de wethouder de bestuurlijke drang uit te oefenen om het daartoe te geleiden. De wethouder meent dat de gevoelens binnen het college ten aanzien van beheer dezelfde zijn als die van de heer Van der Hulst sr. Het college is daar echter niet het bevoegd orgaan toe. De gemeente kan hooguit druk uitoefenen op de gemeente Amsterdam. De beslissingsbevoegdheid ligt dus op een ander niveau. De voorzitter suggereert in zijn reactie dat het wellicht geen slecht idee zou zijn als gemeenteraadsleden van deze gemeente eens bij hun collegae in Amsterdam zouden aankloppen om hen de ernst van de problematiek duidelijk te maken. De heer Van der Hulst sr. concludeert dat ondanks een verzoek daartoe in het verleden, het college over het beheer van de damherten geen contact heeft opgenomen met Amsterdam. De heer Van Schouwenburg steunt het voorstel dat de voorzitter zojuist deed, maar begrijpt ook dat dat los staat van de aanvraag van de bouwvergunning voor het hek. Een door de voorzitter bepleit contact zou zijns inziens ook nuttig kunnen zijn om ook eens mensen te horen die een andere visie hebben op de problematiek. Daarom zou hij ook voorstander zijn van een gesprek met mensen als de heer Immerzeel. De heer Van Ruyten benadrukt het belang dat de gemeente “morgen” reeds zorgt dat er schrikdraad wordt aangelegd. Daar is geen vergunning voor nodig en zou op korte termijn soelaas bieden aan de ellendige situatie, waarin de kwekers op dit moment verkeren. Bovendien zullen de kosten daarvan geen bezwaar vormen. Mevrouw Zandwijk vindt het schrikdraad als voorlopige maatregel een heel verstandige zaak. Daarna kan er rustig verder gepraat worden, volgens haar.
college wordt opgedragen schrikdraad aan te brengen. Daarbij zal dan ook de dekking moeten worden aangegeven. De heer Van der Hulst sr. geeft aan geen antwoord gekregen te hebben op zijn vraag welke wethouder bereid is om iets te betekenen voor de getroffen agrariërs in het verhalen van de geleden en nog te lijden schade. Wethouder Van Duin antwoordt dat als de heer Zandwijk als intermediair zou willen optreden bij het nagaan van welke administratieve handelingen en politieke druk daarvoor nodig zou zijn, het college hiermee aan de slag zou kunnen gaan. De heer Zandwijk krijgt als laatste het woord, maar spreekt niet in de microfoon, waardoor er geen geluid is. Zijn reactie komt er onder andere op neer dat hij bereid is de gevraagde samenwerking te leveren. De voorzitter concludeert dat de wethouder heeft toegezegd om samen met de heer Zandwijk als vertegenwoordiger van de schadelijdenden met de heer Immerzeel rond de tafel gaat. Er ligt nog de vraag of de commissie zelf ook nog een keer met de heer Immerzeel wil spreken. Als de commissie van mening is dat de gemeente iets moet doen vooruitlopend op de bouw van het hek, dan zal dat via een initiatiefvoorstel moeten worden geïnitieerd. Gezien de reacties stelt hij vast dat de commissie de heer Immerzeel in de februarivergadering wil ontmoeten. A4 Vaststellen verslag vergadering d.d. 2 december 2008 Mevrouw Vliet Vlieland geeft aan dat de heer De Jong graag bij de afwezigen wordt vermeld. De voorzitter heeft echter voor de aanvang van de vergadering niet gehoord dat dat zo was en stelt daarom voor de tekst te laten zoals deze nu is. Als de heer De Jong zich alsnog voor deze vergadering afmeldt, zal dat worden opgenomen. Op pag. 4, derde zin onder V1, wil de heer Van Hoek gewijzigd zien dat de centrale zender op het gemeentehuis om niet ter beschikking wordt gesteld. Hiermee wordt het verslag vastgesteld. A5
De voorzitter denkt dat het bestuurlijk zo in elkaar zit dat wanneer het in deze commissie gaat om het plaatsen van een redelijk lang en groot hek, dat betaald wordt door andere instanties dan de gemeente, de gemeente wel kan beslissen het schrikdraad zelf aan te leggen, maar dan is de ordentelijke weg daartoe zijns inziens een initiatiefvoorstel waarin het
Nakoming gedane toezeggingen
TCB 63, 65, 67 blijven staan. TCB 68: wethouder Van Duin geeft aan het onderwerp in februari aan de orde te kunnen stellen. TCB 70: zal volgens wethouder Van Duin februari / maart worden. Dan zal het gaan om de kaderstellende discussie, maar ook om de uitwerking van de
6
Verslag commissievergadering Bestuur, Middelen en Beheer, 6 januari 2009
VVD-motie. Misschien moet daar eind februari een speciale avond voor georganiseerd worden, omdat hij zich afvraagt of het in de commissie past. Daar door de voorzitter naar gevraagd, geven de leden aan voor een dergelijke, aparte avond te zijn. De griffie zal dit verder ter hand nemen. TCB 71: dit onderwerp komt terug en kan daarom worden afgevoerd. TCB 72: kan worden afgevoerd. TCB 73: wethouder Vroom wijst erop dat men bezig is met het opzetten van een nieuw systeem voor het ophalen van het afval. Logischerwijs is de wijk Vinkenveld daarin ook opgenomen. Als de heer Van Hoek de toezegging krijgt dat de wijk in het plan zal worden opgenomen, gaat hij ermee akkoord dat de toezegging wordt afgevoerd. TCB 74: blijft staan. De heer Beuk geeft aan graag een toezegging te zien toegevoegd, namelijk de toezegging van de burgemeester dat hij in beslotenheid met de politie de inval ‘Beethoven’ nog eens zou doornemen. Hij dringt erop aan dat de burgemeester hierover uitsluitsel geeft. De voorzitter zegt toe die via een van de wethouders als toezegging op te zullen nemen. Regionale Samenwerking R1 Holland Rijnland Terugkoppeling portefeuillehouderoverleg Bestuur & Middelen door wethouder Van Duin. Actualiteiten uit het Algemeen Bestuur door de vertegenwoordigde raadsleden. Er heeft geen portefeuillehoudersoverleg noch een vergadering van het Algemene Bestuur plaats gevonden. V1
Instemmen met het krediet voor renovatie padenstelsel en verbeteren parkeervoorzieningen Algemene begraafplaats.
Ter inleiding verwijst de voorzitter naar het memo en geeft de wethouder de gelegenheid daar eerst iets over te zeggen. Wethouder Vroom refereert aan de vraag om alle activiteiten die te maken hebben met de begraafplaats in één keer te presenteren. Door de nu gekozen werkwijze heeft men nu al kunnen beginnen met de werkzaamheden. Hij heeft alle activiteiten op een rijtje gezet samen met de cijfers en een stukje over de monumenten op de begraafplaats. Voorts wil hij weten of hiermee ook voldaan is aan toezegging 67. De voorzitter meent dat daarmee toezegging 67 niet is afgehandeld. Bedoeld is naar zijn mening een inventarisatie van graven.
De wethouder zal contact opnemen met de burgemeester om daar werk van te maken. Eerste termijn De heer Barnhoorn meldt dat zijn fractie voor dit plan is. Hij dankt voor dit integrale plan voor de begraafplaats. Mevrouw Vliet Vlieland meldt dat ook haar fractie voor de voorgestelde verbeteringen is. Haar fractie vroeg zich alleen af of de steentjes die voor de paden gebruikt gaan worden goed zijn voor de begaanbaarheid, omdat naar haar mening op een begraafplaats nogal vaak mensen met een rollator rondlopen, die gebaat zijn bij een glad wegoppervlak. De heer Van Zuylen dankt voor het opsommen van de uit te voeren werkzaamheden. Hij wil wel weten of dit een compleet beeld is en of er een beheersplan bestaat. De partij van de heer Van Hoek gaat ook akkoord. Men wil wel weten wie het uit gaat voeren en of er meerdere offertes zijn gevraagd. De heer Vink geeft ook het akkoord van zijn fractie. Ook zij hebben een vraag bij de klinkers die gebruikt gaan worden. Hij meent gelezen te hebben dat die klinkers uit de Dahliastraat komen, maar dat er desondanks toch nog eens 15.000 euro voor betaald moet worden. JES gaat ook akkoord, maar de heer Beuk ziet niet iets over een mogelijke uitbreiding op de langere termijn. Hij begrijpt dat het aantal inwoners van de gemeente nog steeds groeit. Hij stelt voor om te wachten met het opknappen van het Dompad totdat er zekerheid bestaat over de uitbreiding van de begraafplaats op de locatie aldaar. De fractie van mevrouw Van der Aart is ook akkoord. Zij hoort graag van de wethouder of dit het laatste is dat staat te gebeuren. Wethouder Vroom dankt de commissie voor de steun aan het voorstel. Naar zijn weten bevat de gegeven opsomming nu alle geplande activiteiten ten aanzien van de begraafplaats. Het “plaatje” is hiermee dus compleet. De stenen, die overigens een vlak pad zullen opleveren en waarover de gemeente reeds beschikt, zullen worden gebruikt, maar het genoemde bedrag is nodig voor de extra benodigde stenen en de aanleg ervan. Verder licht hij toe dat de afstemming waar de heer Beuk op doelt, zal gebeuren. De noodzaak voor het ruimen dat recentelijk heeft plaatsgevonden, had natuurlijk ook te maken met de benodigde ruimte. De uitbreiding van de begraafplaats is echter een onderwerp dat verder in
7
Verslag commissievergadering Bestuur, Middelen en Beheer, 6 januari 2009
het kader van deze renovatie niet aan de orde komt. Een dergelijk voorstel zal vanzelfsprekend eerst met de raad besproken worden. De uitvoering geschiedt deels via offertes (voor het specialistische werk) en deels via eigen uitvoering. Tweede termijn De heer Barnhoorn heeft zich laten vertellen dat waalstenen poreus zijn en dus bij vorst zullen schilferen of bol staan. Hij vraagt zich af of de wethouder daarvan op de hoogte is. De heer Vink is de kwestie rond de stenen en de kosten ervan nog niet helemaal duidelijk. Wethouder Vroom antwoordt dat de steentjes uit de Dahliastraat ook niet betaald behoeven te worden, maar dat het gaat om de kosten voor de aanvulling van extra benodigde stenen. Van de door de heer Barnhoorn gevreesde problemen met de waalsteentjes, blijkt in de praktijk geen sprake te zijn. De heer Beuk wijst erop dat er op de Losplaatsweg een tekening hangt waarop de uitbreiding van de begraafplaats al staat ingetekend. Mevrouw Kuyper gaat ook akkoord met het voorstel. Daarop concludeert de voorzitter dat het voorstel als een hamerstuk naar de raad zal worden geleid. V2
Evaluatie hondenbeleid 2008
Wethouder Vroom licht toe dat na het opstellen van dit stukken zich nog twee ontwikkelingen hebben voorgedaan. Hij wijst erop dat alles te maken heeft met mentaliteit. Als iedereen de poep van zijn eigen hond zou opruimen dan lag er niets op de stoep. Het blijkt echter niet zo te werken. Daarom moet er worden gehandhaafd, voorgelicht, opgevoed en gefaciliteerd. Dit pakket maatregelen tracht dat te doen. Als men dan weigert mee te werken, moet men het naar zijn mening ook voelen. Tot 31 december 2008 lag de boete bij Justitie en buiten mogelijke beïnvloeding door de gemeente. In overleg en samenwerking met de wethouder van Rotterdam, die met hetzelfde onderwerp bezig was, heeft hij bekeken of bij overtreding de schoonmaak verhaald kan worden op de eigenaar van de hond. Dat wordt nu uitgewerkt en onderzocht. Verder is de bestuurlijke boete vanmorgen in het college besproken en zal, wanneer dat allemaal zal zijn opgetuigd, de boete op de hondenpoepovertredingen daarbij een plek krijgen, zodat ook op die manier gezorgd kan worden, dat wanneer mensen niet mee willen werken aan het schoonhouden van het dorp, zij dat zullen voelen in hun portemonnee.
Mevrouw Van der Aart laat weten dat haar fractie dit alleen maar toejuicht. Bij de onderbouwing van beslissing G heeft zij de vraag of de hondenuitlater, wanneer die niet beschikt over twee zakjes, daarop bekeurd gaat worden. Zij vraagt zich af hoe dat aangepakt gaat worden. Zij voorziet problemen bij de handhaving van dat punt. De heer Schouwenburg lijkt de timing van dit voorstel heel juist. Hij heeft complimenten aan de wethouder en zijn staf voor de voorbereiding van dit voorstel. Hij vraagt zich af of er overleg is geweest met een eventuele vereniging van hondenliefhebbers. Hij weet uit ervaring dat daar zeer zinnige dingen uit voort kunnen komen. Hij ziet voorts in dat de handhaving een lastig punt vormt. Er zijn regels ter bescherming van de privacy en zijn vraag is of met de regel ten aanzien van de handhaving op het bij zich hebben van twee zakjes in dat opzicht niet te ver gaat. Hij vraagt of dat uitgezocht is. Verder wil hij weten hoe hoog de sancties nú zijn en of daar een afschrikkende werking van uit gaat. Als de opbrengst van de sancties in de gemeentekas zou komen, zou dat naar zijn mening een instrument zijn dat wellicht helpt. Bewustwording is zijns inziens een belangrijk element in dezen. Hem is opgevallen dat er in andere landen vaak minder sprake is van hondenpoep op straat. Dat kan komen door het bewustzijn van de mensen daar, maar het kan ook zijn door de aldaar gehanteerde sancties. Dit geeft hem de vraag in of er wat dat betreft gekeken is naar de ervaring van andere gemeenten. Van het financieel overzicht zegt spreker niet alles te begrijpen. Hij pleit ervoor om voortaan duidelijker aan te geven wat waarvoor gebruikt wordt. De heer Van Hoek is blij met de toevoeging van de wethouder, omdat hij het eens is met het streven om Noordwijk een schone badplaats te doen zijn. Het hondenbeleid is naar de mening van zijn fractie in het verleden achtergebleven in effectiviteit. Hij hoopt dat de aangekondigde maatregelen tot verbetering zullen leiden. Tijdens een bewonersbijeenkomst hoorde hij een bewoner opmerken “Hoezo vervuiling, daar betaal je toch hondenbelasting voor!” Dit geeft hem de vraag in wat de kosten en baten van de hondenbelasting zijn. Hij ziet een desbetreffende inventarisatie gaarne tegemoet. Ten aanzien van beslispunt A vraagt de VVD-fractie zich af waarop de bezetting van 1 fte is gebaseerd. Ten aanzien van beslispunt B heeft de fractie een brief gezien van een van de bewoners van Boechorst met het verzoek of daar ook een uitlaatgebied gemaakt kan worden. Vandaar zijn vraag of dat gebied er ook komt. Ten aanzien van het aanlijngebod bij strandpaviljoens wil hij weten of dat voor het gehele jaar geldt of alleen tijdens het zomerseizoen. Het in het voorstel gestelde ten aanzien van de handhaving, brengt hem tot het voorstel de tekst te wijzigen in
8
Verslag commissievergadering Bestuur, Middelen en Beheer, 6 januari 2009
Iedereen is vrij om een hond te hebben zo lang deze maar niet tot last is van een ander. Eenieder die een hond heeft, dient de behoeftes van deze hond op te ruimen daar waar het moet. Wordt dit niet opgeruimd, dan dient dit zo nodig met een forse boete te worden bestraft. Spreker verwijst hierbij naar Singapore. De VVD is dus voorstander van strikte handhaving en hoge boetes in combinatie met een hoge pakkans. Tot slot vraagt hij ten aanzien van de aanpassing van de APV (beslispunt G) of dat ook geldt voor de andere punten. Mevrouw Vliet Vlieland geeft aan dat er in haar fractie lang gesproken is over dit onderwerp en dat men er daarbij ook niet is uitgekomen. Misschien dat voorstel H, de huis-aan-huisfolder, nog het meeste effect heeft, merkt zij op. Bovendien ergert de fractie zich niet alleen aan de hondenpoep, maar ook aan hetgeen paarden achterlaten. Verder vroeg men zich af of er in de bollenbloeitijd een aanlijnplicht geldt. Verder is zij blij dat de brief van de bewoners van Boechorst in de voorstellen is meegenomen. Tot slot merkt zij op dat handhaving een moeilijke zaak zal zijn, omdat honden vaak los lopen. De heer Van der Hulst sr. vraagt zich af dat wanneer men nog maar één zakje bij zich heeft, omdat het andere gebruikt is, men een bekeuring krijgt en waarom dan wel. Naar zijn mening heeft Noordwijk Totaal drie jaar geleden reeds aangegeven dat de hondenbelasting in zijn geheel zou moeten worden afgeschaft, omdat het meer kost dan het opbrengt. Hij hoort ook graag wat de schoonmaak kost. Hij constateert dat er nu geen inzicht bestaat in de vraag of de hondenbelasting kostendekkend is. Verder blijft hij voorstander van afschaffing van de hondenbelasting voor in ieder geval de eerste hond. Verder herinnert hij aan het voorstel van zijn fractie over het gratis beschikbaar stellen van zakjes. Tenslotte wil hij van de wethouder horen hoe deze omgaat met honden die van buiten het dorp komen. De fractie van de heer Vink is ook blij met het voorstel. Zij hadden dezelfde vraag als mevrouw Van der Aart. Verder wil hij het idee meegeven om de reinigingsinspecteur uit te rusten met een camera. De huis-aan-huisfolder stelt hij voor op naam te stellen, hetgeen wellicht meer indruk maakt. De heer Beuk meldt dat ook JES heel blij is met alles dat irritatie nummer één van deze gemeente terugdringt. Punt C, de opruimplicht op het strand, doet hem vragen waarom er niet een opruimplicht voor het hele dorp ingesteld wordt. Hij voegt graag een extra punt toe, punt I, namelijk dat er vanuit de opruimdienst meer ingezet wordt op het opruimen van de poep. Hij snapt niet waarom gesteld wordt dat het hondenbeleid in redelijke mate voldoet, daar de bevuiling door honden nog steeds irritatie nummer één is. Verder wil hij weten hoeveel bonnen er zijn
uitgeschreven. Hij krijgt ook graag de reeds eerder gevraagde toelichting op de gegevens van het financiële overzicht. Een volgende vraag betreft de gemelde ‘aanzienlijke verhoging van de kosten van een zakje’. Hij hoort graag wat die verhoging inhoudt. De compensatie van de prijs in het terugbrengen van het aantal wekelijkse uren aan reiniging is iets waar hij het absoluut niet mee eens is. De burgers zitten naar zijn mening op een dergelijke vermindering niet te wachten. Tenslotte pleit hij er voor dat de folder alleen verstrekt wordt aan hondenbezitters. Het bekeuren van de overtredende hondenbezitters vindt hij ook een taak van de politie. Hij vraagt de wethouder te informeren of de politie bereid is deze taak weer eens op te pakken. Hij zag graag dat de politie hiervan een prioriteit maakte. Mevrouw Kuyper wijst erop dat hondenbezitters hun hond vaak ook ’s avonds laat of ’s nachts uitlaten, juist om het beest vrij te kunnen laten lopen. Dat betekent dat de handhaving ook dan plaats zou moeten kunnen vinden. Dat wordt naar haar mening erg duur en erg lastig. Zij zou de hondenbelasting graag zo hoog zien opgetrokken dat er niet gewerkt hoeft te worden met hondenzakjes, maar er een schoonmaakdienst van betaald zou kunnen worden. Wethouder Vroom antwoordt dat los van alle regels blijft staan, dat als iedereen de poep van zijn eigen hond zou opruimen er geen overlast meer zou zijn. Vooral ouderen en mensen met een rolstoel of rollator kunnen bijzonder veel hinder hebben van die vorm van overlast. De aanpak die begint met streng aanpakken en hoog beboeten, steunt hij volledig. Naar zijn mening komt men tenslotte echter toch terug op de mentaliteitskwestie. Ten aanzien van de handhaving op zakjes geeft hij aan dat mensen niet gefouilleerd zullen worden. Wel kan er naar zijn mening een toonplicht worden ingevoerd, zoals hij dat in Schiedam gedaan heeft. Daar werkt het, zij het niet voor 100%. In de voorlichting wil hij ook opnemen dat mensen te allen tijde twee zakjes moeten kunnen laten zien, omdat daaruit in ieder geval de intentie blijkt om de boel op te ruimen. Eén fte handhaving op alleen dit onderwerp noemt hij heel erg veel. Dit middel zal echter hard worden ingezet. Het voorliggende stuk is ter kennisname. De financiele paragraaf is inderdaad niet helemaal helder, geeft hij toe. Het punt is dat wanneer budgetten gevraagd worden waarvoor nog geen middelen zijn vrijgemaakt, deze altijd worden voorgelegd aan de raad. Dit geldt ook voor de nog te wijzigen APV. De betreffende wijziging zal worden meegenomen in de reeds op stapel staande wijzigingsronde. Er wordt hard gewerkt aan de folder. Hij is van mening dat er in de hotels ook een Engelstalige versie aanwezig moet zijn. Er bestaat inderdaad een vereniging van hondenbezitters, die zeer betrokken is geweest in de evaluatie van het hondenbeleid. De boete bedraagt
9
Verslag commissievergadering Bestuur, Middelen en Beheer, 6 januari 2009
op dit moment zestig euro. Dat geld gaat echter naar de minister van Justitie. Daarom is hij voor de bestuurlijke boetevorm, zodat het geld in Noordwijk blijft. In Teylingen worden overeenkomstige initiatieven genomen. De huis-aan-huisfolder dient naar zijn mening aan iedere burger te worden verstrekt. Hoe meer bewustwording hoe beter. Of het hondenbeleid in het verleden streng genoeg is geweest, weet hij niet. Hij is in ieder geval van mening dat afgewacht moet worden wat de volgende evaluatie gaat brengen om er dan wellicht een schepje bovenop te doen. De hoogte van de hondenbelasting bedraagt ongeveer 1,8 ton en de kosten bedragen ongeveer 2,1 ton. Het is dus niet zo dat de hondenbelasting dekkend is. Het is ook geen doelbelasting. De hondenbelasting is ingevoerd in de tijd dat een hond een vervoersmiddel was. Daarna is de belasting verworden tot een belasting die gebruikt werd om de gevolgen van de overlast door honden te bestrijden. De belasting wordt op dit moment in ieder geval niet geheven om alle kosten van het hondenbeleid te kunnen dekken. Hij merkt daarbij op dat de hondenbelasting in Noordwijk al flink hoger ligt dan in de omliggende gemeenten. De brief van de heer Alkemade was aanleiding voor de wethouder om hem te antwoorden dat al hetgeen hij wilde in het stuk aangegeven is. Of het uitlaatgebied ook in Boechorst komt of in de omgeving daarvan is hem niet bekend en is afhankelijk van de ontwikkeling van de wijk Nieuw Oost. Het aanlijngebod bij de strandpaviljoens geldt voor het hele jaar. Dat is ook op verzoek van de ondernemers aldaar gebeurd. Verder geeft de wethouder aan dat de APV in ieder geval op twee punten zal worden aangepast. Daarover komt dus nog nadere informatie. Hij zal graag nog eens bekijken wat te doen valt aan het opruimen van paardenpoep. Hij stelt voorts voor dat de handhaving wijkgericht zal worden uitgevoerd. De inspecteurs zijn reeds voorzien van een camera. Een opruimplicht voor het strand is nu expliciet genoemd, omdat die plicht voor de rest van de gemeente al bestaat. De wethouder gaat de hoeveelheid bonnen die binnen gaan komen door deze striktere voorschriften rapporteren. Het aantal bonnen op dit moment is onvoldoende. Hij ziet echter geen mogelijkheid om de politie hierin een taak te geven. Als het echter een wens is van de raad, zal hij het verzoek aan de politie overbrengen. Het is ook de bedoeling aan de randen van de dag en de nacht te handhaven. Verder licht hij toe dat de opmerking “dat het gedekt gaat worden door minder opruimen”, moet worden begrepen dat als mensen zelf meer gaan opruimen, er minder uren gestoken hoeven te worden in het verwijderen van de hondenuitwerpselen. Hij verwacht dat er desondanks nog genoeg op straat zal liggen om die vrijgekomen uren daaraan te besteden. Hij denkt daarbij op de eerste plaats aan speelplekken voor kinderen. De meerkosten van de zakjes zullen dus niet gedekt gaan worden door min-
10
der uren op te ruimen. Hoewel hij de mening van de heer Beuk over de firma die zorgt voor het opruimen niet deelt, zal hij het nog een keer laten nakijken. Verder geeft spreker aan dat wanneer de raad vindt dat er nog meer uren besteed moeten worden aan het opruimen, dat een discussie vergt die bij de kadernota gevoerd moet worden. Hij is het niet eens met het versturen van de folder aan alleen de hondenbezitters. Dat is hij niet van plan. De voorzitter constateert dat het voorliggende stuk wellicht toch bedoeld is om naar de raad te worden gestuurd, omdat er enerzijds sprake is van aanpassing van de APV, terwijl er anderzijds sprake is van (geringe) financiële consequenties op de wat langere termijn. Daarom betwijfelt hij of dit stuk alleen de status ‘ter kennisname’ verdient. Wethouder Vroom meent te hebben aangegeven dat zodra men het geld nodig gaat hebben, er eerst voor teruggekomen wordt bij de raad. De wijziging van de APV dient volgens hem via een formele route te verlopen, waarbij ook ruimte is voor inspraak. Het stuk is zijns inziens ter kennisname, omdat het een samenhangend pakket van maatregelen betreft. Het kan wat hem betreft naar de raad, maar het was hem te doen om de discussie zoals deze vanavond heeft plaats gevonden. De voorzitter is van mening dat het een informerend stuk had moeten zijn, waarbij wel discussie kan plaatsvinden, maar het verder niet naar de raad hoeft. Hij concludeert dat het stuk niet naar de raad gaat. Tweede termijn Mevrouw Van der Aart breekt een lans voor mensen die wél opruimen. Zij constateert dat er op dit moment een soort hetze gevoerd wordt richting hondenbezitters, waarvan de goedwillenden het slachtoffer worden. Zij pleit ervoor bij het opstellen van de folder ook praktische voorbeelden te geven van hoe vervelend de overlast van hondenpoep kan uitpakken voor oudere mensen en mensen die gebruik maken van een rollator. Zo zou naar haar mening in de folder ook verteld moeten worden dat de hondenbelasting niet dekkend is voor alle kosten van de bestrijding van de overlast. Refererend aan de discussie over de twee zakjes, merkt zij op dat Nederland langzamerhand het land van de betutteling wordt. Zij zou graag zien dat de wethouder de formule van de handhaving op de twee zakjes nog eens nader zou overwegen, want die klopt volgens haar niet helemaal. De heer Van Schouwenburg vindt dat de voorzitter
Verslag commissievergadering Bestuur, Middelen en Beheer, 6 januari 2009
gelijk heeft dat het onderwerp niet thuishoort in de raad. Hij wijst er daarbij wel op dat men tegenwoordig vaker treft dat onderwerpen die de Noordwijkse gemoederen bezighouden in de commissie tot consensus leiden en vervolgens in de raad niet meer aan de orde worden gesteld. In die gevallen zou men zich volgens hem kunnen afvragen of de raad daar toch niet iets over zou moeten zeggen. De heer Van Hoek komt terug op de hondenbelasting. Hij wil weten of het ook mogelijk is aan te geven wat de administratieve kosten zijn. Hij is voorts voorstander van dat gesprek met de wethouder van financiën waarin bekeken wordt of die belasting niet anders kan worden ingericht of verminderd. Een tijdelijk uitlaatgebied op de Boechorst acht hij nodig, vooruitlopend op de definitieve oplossing die samenhangt met het ontwerpen van de wijk Nieuw Oost. Mevrouw Vliet Vlieland hoopt dat de uitvoering van het beleid een succes wordt, hoewel zij daar nog enige twijfel bij heeft. De heer Van der Hulst sr. vraagt om een overzicht van de kosten rond het hondenbeleid, die 2,1 ton bedragen. Verder komt hij terug op zijn opmerking over hondenbezitters van buiten de gemeente, die in Noordwijk hun hond komen uitlaten. Hij hoort daar nog graag nader over van de wethouder. De heer Beuk kondigt aan dat JES tijdens de beraadslagingen rond de kadernota zal pleiten voor meer budget om “irritatie nummer één” op te ruimen. Verder pleit zijn fractie voor een volgende evaluatie in janauri 2010 om te kunnen vaststellen of de volle fte’er inderdaad geleid heeft tot meer bonnen en dus een grotere pakkans. Als dat niet het geval blijkt te zijn, zal JES er voor pleiten om dat bedrag dan te besteden aan het opruimen. Mevrouw Kuyper spreekt de wens uit dat het in 2010 gewoon aangenaam wandelen is op het strand, in het duin en in Noordwijk. Wethouder Vroom geeft aan dat zolang Nieuw Oost nog niet gerealiseerd is, hij zal zien wat er in de sfeer van voorlopige maatregelen te doen valt. Hij zal een nadere specificatie van het hondenbeleid nog doen toekomen. Ingaande op de opmerking over de evaluatie in 2010, wijst hij erop dat bij Handhaving een jaarverslag komt, waarin ook al ingegaan zal worden op de handhaving op het gebied van het hondenbeleid. De voorzitter rondt de discussie over het hondenbeleid af met de vaststelling dat de wethouder heeft toegezegd te zullen zorgen voor een financieel overzicht.
11
Rondvraag voor wethouder Vroom De heer Van Schouwenburg heeft een vraag aangaande het nieuwe inzamelingssysteem van huishoudelijk afval. Hij herinnert daarbij aan het raadsbesluit van oktober 2008 waarbij het college opgedragen is een plan van aanpak op te stellen plus te bezien of door bestuurlijke samenwerking (met Teylingen en Noordwijkerhout) kostenvoordelen te behalen zouden zijn. Hij vraagt om een tijdpad, waarin de raad kan zien wanneer men in de besluitvorming betrokken wordt, zodat men zich voor kan bereiden Wethouder Vroom antwoordt dat een bureau is gevraagd om al de elementen in kaart te brengen. Daaraan wordt nu gewerkt en dat bureau is afhankelijk van de cijfers van de AVR, die het nu allemaal uitvoert. Die cijfers zijn pas laat bij dat bureau aangeleverd. Het bureau heeft de wethouder vóór eind februari 2009 een eerste concept toegezegd. Als dat concept door het college is, zal het aan deze commissie worden voorgelegd. De voorzitter concludeert dat dat dan mogelijk in de commissievergadering van april aan de orde zal zijn. De heer Barnhoorn meent dat er twee onderwerpen in de commissie Werken en Welzijn voorliggen, namelijk het beschikbaar stellen van een uitbreiding van het krediet voor het Northgo college én de evaluatie van het Kerstdorp, die in deze commissie thuishoren. De voorzitter antwoordt dat hij reeds heeft aangegeven dat dit een lastig probleem is. De lijn die gevolgd wordt is dat wanneer het sec gaat om een krediet het onderwerp in deze commissie aan de orde wordt gesteld. Wanneer het onderwerp echter politiekinhoudelijk zwaarder weegt dan het financiële aspect ervan, blijft het in de commissie waarin het thuishoort. Hij wijst erop dat die scheidslijn echter niet altijd duidelijk getrokken kan worden. Een mogelijke oplossing in een dergelijke situatie is een gecombineerde commissievergadering. De commissievoorzitters zullen nog eens extra aandacht besteden aan dit onderwerp. V3
In te stemmen met uitbetaling van investeringsbijdragen aan Stichting Dorpshuizen
De heer Van Zuylen herinnert allereerst aan de stevige discussie die gevoerd werd bij de totstandkoming van De Muze, toen het idee gelanceerd werd om een theaterzaal te bouwen met daarbij appartementen. De discussie spitste zich toen onder andere toe op de vraag in hoeverre die twee elementen elkaar zouden verdragen. Door de architect is toen aangegeven
Verslag commissievergadering Bestuur, Middelen en Beheer, 6 januari 2009
dat dat bouwtechnisch geen enkel probleem hoeft te zijn. Nu blijken er tot verbazing van spreker toch maatregelen nodig om een stukje overlast weg te nemen. Hij vraagt zich af in hoeverre de architect / bouwer daar nog op aan te spreken is. Zijn tweede vraag betreft het bedrijfsplan, waarin een aantal maatregelen gepresenteerd zijn. Hij wil weten of het nu voorliggende onderdeel uitmaakt van dat bedrijfsplan. De heer Beuk hoort graag waarom dit voor advies wordt voorgelegd aan de commissie, omdat alle voorgestelde maatregelen inmiddels als geëffectueerd zijn. Verder is hij van mening dat wat de besturen in de voorliggende tekst zeggen te besluiten dan ook door die besturen zelf bekostigd moet worden. Verder merkt hij op dat voor het aangebrachte Trustsysteem van 43.000 euro, er offertes zijn uitgebracht die voldeden aan de gestelde eisen en slechts rond de 20.000 euro lagen. Hij noemt het raar dat er desondanks zo’n enorm bedrag voor betaald gaat worden. Verder heeft hij de voorliggende stukken over de geluidsoverlast gelezen, waarbij het hem niet duidelijk is wie van wie last heeft. Verder heeft hij begrepen dat er sinds 1 januari jl. sprake is van een nieuw bestuur, maar hij heeft nog nergens iets kunnen lezen over de samenstelling van dat bestuur. De heer Van der Pijl wijst erop dat er in oktober 2007 besloten is 286.000 euro ter beschikking te stellen voor diverse investeringen. Nu wordt er 77.000 euro ter beschikking gesteld. Zijn vraag nu is of dat bedrag van 77.000 euro klopt met het bedrag dat destijds is begroot voor deze investeringen. Verder wil hij weten hoe het zit met de organisatiestructuur. Als hij dat via de griffie kan vernemen, is hem dat ook goed. Daar er zo’n groot bedrag beschikbaar wordt gesteld, lijkt het hem voorts gewenst dat er een jaarrekening voor 2007 wordt overlegd. Vandaar zijn vraag hoe het zit met het beleid ten aanzien van het overleggen van de jaarrekening. Mevrouw Vliet Vlieland zegt niet te begrijpen waarom dit bedrag nu pas uitgegeven gaat worden, temeer omdat het meeste reeds is aangeschaft. Richting de heer Van Zuylen merkt zij ten aanzien van de geluidsoverlast op, dat er bij de bouw bezuinigingen nodig waren, die zich nu wreken. De geluidsoverlast beperkt zich naar haar ervaring tot bepaalde plekken, daarom nodigt zij de commissieleden uit eens te komen luisteren. Zijn punt was volgens de heer Van Zuylen niet de bezuinigingen, maar de afspraken die gemaakt zijn en waaraan kennelijk niet strikt de hand gehouden is. De heer Elvader meldt dat zijn fractie akkoord is met de gevraagd investering. Hij hoort wel graag van de wethouder – en dat kan schriftelijk – wat er de ko-
12
mende maanden nog aan investeringsaanvragen te verwachten valt. De heer Van der Hulst jr. geeft aan dat zijn fractie zich aansluit bij de woorden van de vorige spreker. De heer Van der Hulst sr. vraagt zich af waarover gesproken wordt, omdat de uitgave reeds goedgekeurd is. Zijn overige vragen zijn reeds door WenS en JES gesteld. Mevrouw Kuyper meldt dat haar fractie terugverwijst naar de bouwkundige problemen, waarbij de vraag is of de bouwer aansprakelijk gesteld kan worden. De voorzitter concludeert dat er gevraagd wordt die 77.000 euro alsnog te fiatteren, omdat het onderdeel uitmaakt van een bedrag dat de raad al in eerdere instantie heeft toegezegd. Hij kan zich voorstellen dat de wethouder op dit moment op de vragen over de organisatiestructuur niet exact het antwoord kan geven, maar collega De Lange zal vragen de commissie daar zo snel mogelijk over te informeren. Wethouder Van Duin antwoordt dat het goed is om aan te geven om welk onderdeel het met deze gevraagde 77.000 euro gaat en of hierbij al dan niet binnen het reeds vastgestelde budget gebleven wordt. Hij zegt hierbij een schriftelijke beantwoording toe. Ten aanzien van de organisatiestructuur geeft hij aan dat wethouder De Lange druk doende is om te komen tot één bestuur. Wethouder De Lange zal in de commissievergadering van morgenavond hierop een terugkoppeling geven. Verder geeft wethouder Van Duin aan geen idee te hebben of het Trustsysteem goedkoper uitgevoerd had kunnen worden. Hij zal dat navragen. De heer Beuk licht toe dat zijn vraag gezien moet worden tegen de achtergrond van een mogelijke duurdere uitvoering met het doel om de toegezegde subsidie op te maken. Daarom is zijn fractie tegen het toekennen van een subsidie vooraf. De wethouder merkt op dat het hierbij niet gaat om een subsidie, maar om een investering die vrijgespeeld is in de discussie over De Muze. Het gaat om een uitname uit het investeringsplan. Hij heeft echter reeds een overzicht toegezegd van de uitnamen afgezet tegen het reeds toegekende budget, zodat een toets mogelijk is. Mevrouw Vliet Vlieland wil bij interruptie weten waarom het dan zo lang duurt, omdat reeds in september 2007 bekend was dat dat bedrag beschikbaar was gesteld. Tweede termijn
Verslag commissievergadering Bestuur, Middelen en Beheer, 6 januari 2009
De heer Van Zuylen is akkoord. De heer Beuk is akkoord, ondanks dat hij dit geen goede manier van presenteren vindt. De heer Van der Pijl, mevrouw Vliet Vlieland, de heer Elvader, de heer Van der Hulst sr., de heer Van der Hulst jr. en mevrouw Kuyper verklaren zich allen akkoord. De voorzitter concludeert dat het voorstel als hamerstuk naar de raadsvergadering zal gaan. V4
13
moeten krijgen. Het gaat dus niet om huizen. Het gaat voor 99% om wijzigingen die geen financiële consequenties hebben in de zin, zoals bedoeld door de heer Beuk. De heer Beuk herhaalt zijn vraag wie voor de kosten opdraait in geval het wel gaat om een vestiging van een burger of een bedrijf. Mevrouw Van de Pol geeft aan dat zij op dit moment nog geen antwoord kan geven op de vraag wat het voor particulieren betekent wanneer zij geconfronteerd worden met een naamswijziging van hun adres.
Nota verordening Naamgeving en nummering
Mevrouw Kuyper vraagt of bekeken kan worden dat ook burgers hierin inspraak krijgen. Mevrouw Zandwijk lijkt het onwaarschijnlijk dat gesteld kan worden ‘dat het waarschijnlijk nooit gepubliceerd is’. Dat kan naar haar mening nagekeken worden. Zij wil weten of, wanneer dit alles gebeurd is, het allemaal op orde is. De heer Van Hoek constateert dat de oude verordening kennelijk nooit gepubliceerd is en dus formeel niet bestaat. Daardoor kan die vordering naar zijn mening ook niet vervallen. Zijns inziens is er nu sprake van een eerste verordening.
Volgens de voorzitter is het zo dat er daarbij rekening gehouden moet worden met een bepaalde termijn waarin de naamswijzing aangekondigd wordt, zodat iedereen daar rekening mee kan houden. Als er binnen die termijn toch een wijziging plaatsvindt, zijn de kosten voor de gemeente. Tweede termijn Mevrouw Kuyper vraagt of het een idee is om bij naamgevingen die nog verzonnen moeten worden ook de duinflora te gaan betrekken. Mevrouw Zandwijk wil weten of het hiermee op orde is.
De heer Beuk wil weten of de kosten voor burgers en bedrijven wegens een adreswijziging vergoed worden door de gemeente.
De voorzitter stelt vast dat het hierbij gaat om een hamerstuk voor de raad.
De heer Elvader geeft aan dat zijn fractie akkoord gaat met het voorstel.
Informerend Er zijn geen informerende stukken.
Mevrouw Van de Pol licht toe dat deze verordening nodig is in het kader van de wet BAG (Wet Basisadministratie Adressen en Gebouwen). Daardoor kwam men er achter dat de oude straatnaamverordening nooit is gepubliceerd. Er staat ‘waarschijnlijk’, omdat men tot op dit moment niet heeft kunnen vaststellen of die verordening wel of niet gepubliceerd is. Om alle onzekerheid uit te sluiten wordt nu een wijzigingsverordening vastgesteld. Door het vaststellen daarvan zorgt de raad er voor dat het artikel in werking treedt. Dat zorgt er voor dat men in de tussenliggende periode wel sprake is geweest van een verordening. Het is dus een juridisch verhaal, waarmee zeker wordt gesteld dat de toen vastgestelde straatnamen rechtsgeldig waren. Er bestaat een werkgroep Straatnamen, waarin twee burgers zitting hebben. Bij de wijziging van straatnamen gaat het niet zozeer om kosten die burgers zouden moeten betalen. Het gaat meer om een inventarisatie van zaken als duintoppen, fietspaden, onbenoemde gebieden in de duinen, die op basis van die wet allemaal een naam
Stukken ter kennisname K1 Het spoorboekje van de Planning en Controlecyclus 2009 Rondvraag De heer Beuk heeft het stuk K1 nergens kunnen vinden, vandaar zijn vraag waar het betreffende stuk zich bevindt. Dat blijkt in de raadskamer te zijn. Verder wil hij weten waarom de verlenging van de aanvullende subsidie Kerstdorp niet vanavond maar morgenavond behandeld wordt. Hij vindt het voorts bizar dat Ruimte en Bereikbaarheid niet doorgaat, gezien het aantal projecten en aanvragen dat loopt in Noordwijk. Tenslotte meldt hij dat een aantal bewoners in het uitgaansgebied nooit op de hoogte is gesteld van de werking van het cameratoezicht. Hij pleit voor een brief aan deze bewoners waarin zij daarvan op de hoogte worden gesteld.
Verslag commissievergadering Bestuur, Middelen en Beheer, 6 januari 2009
Wethouder Van Duin zal dit laatste punt van de heer Beuk doorgeven aan de burgemeester. De heer Van der Pijl sluit zich hierbij aan voor wat betreft het stuk K1. Mevrouw Vliet Vlieland vindt dat het erg koud is in deze vergaderruimte. Zij vraagt of daar iets aan te doen valt. De heer Van Hoek heeft een tweetal vragen. Allereerst een artikel van de VNG, waarin melding wordt gemaakt van het feit dat gemeenten moeten bezuinigen als gevolg van de economische recessie. Hij hoort graag de reactie van de wethouder op dat artikel en of het gevolgen heeft voor de begroting 2009. Wethouder Van Duin antwoordt dat ook de burgemeester in zijn nieuwjaarstoespraak daar al aandacht voor gevraagd heeft. Indien men dat wil, zal hij het artikel laten rondzenden. Hij stelt vast dat ook de VNG er slechts een slag naar slaat wat de mogelijke effecten zouden kunnen zijn. Spreker geeft aan dat er naar de materie gekeken wordt. De heer Van Hoek geeft aan dat zijn fractie ervan uitgaat, dat wanneer de signalen dusdanig sterk zijn dat het niet kan wachten tot de voorjaarsnota, de commissie eerder geïnformeerd zal worden. Zijn tweede vraag gaat over de WOZ-bezwaren. Hij wijst erop dat het laatste overzicht al weer dateert van enkele maanden terug. Hij ontvangt graag een nieuwe update. Wethouder Van Duin antwoordt dat hij dat schriftelijk zal afdoen. Hij geeft reeds aan dat in belastingjaar 2007 er 974 bezwaren zijn ingediend. In 2008 waren dat er 561. Daarvan zijn er nu 542 afgehandeld. Mevrouw Van de Pol geeft nog aan dat van de overige 19 zaken (3%) er drie een complex karakter hebben. De afdoening van de rest is gestagneerd, omdat men nu geconfronteerd wordt met de beroepszaken uit het jaar 2007. De heer Van der Hulst jr. maakt melding van de vraag die hij reeds gesteld heeft aan wethouder Vroom. Deze heeft de vraag reeds beantwoordt. De vraag betrof de verkeerssnelheid op de Huis ter Duinstraat. Het college is gevraagd dit inzichtelijk te maken middels een meting en de politie te vragen daar meer te controleren. Het antwoord van de wethouder komt er op neer dat het een beleving is dat daar meer geluidsoverlast wordt geproduceerd, omdat daar klinkers liggen. Er hebben 24-uursmetingen plaatsgevonden. Daaruit bleek dat 99% van de au-
14
tomobilisten zich wel aan de snelheid hield. Het is dus een belevingsverhaal van de bewoners aldaar. De politie heeft aangegeven daar verder geen controle te willen gaan houden. Verder stelt de wethouder dat in het investeringsplan een reconstructie voor de Huis ter Duinstraat is opgenomen, waarbij onder andere asfalt aangelegd zal worden. Spreker wil weten aan welke termijn hij daarbij moet denken. Wethouder Van Duin kan daar nu niet op antwoorden. Hij maakt wel melding van de lopende discussie rond de vraag of asfalt wel zo mooi is en klinkers niet beter passen in een badplaats. De volgende vraag van de heer Van der Hulst jr. betreft de vóór 1 januari 2009 door de burgemeester toegezegde brief aangaande de sluitingstijden. Die brief heeft spreker tot nu toe gemist. De voorzitter stelt voor de burgemeester aan de brief te herinneren. Naar aanleiding hiervan laat de heer Beuk weten dat er een nieuw convenant is afgesloten met de horecaondernemers geldend tot 1 april 2009, waarbij de oude sluitingstijden worden gehandhaafd. Hij verwacht de brief van de burgemeester in die periode. De voorzitter sluit de vergadering om 23.05 uur.