BIJLAGE I LIJST VAN DE NAMEN, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN DE GENEESMIDDELEN, TOEDIENINGSWEG, AANVRAGER, HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN IN DE LIDSTATEN
1
Lidstaat NEDERLAND DUITSLAND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen GUERBET
Aanvrager
GUERBET
Fantasienaam
Sterkte
Farmaceutische vorm Toedieningsweg
ARTIREM
0,0025 mmol/ml
ARTIREM
0,0025 mmol/ml
Oplossing voor injectie Intra-articulair gebruik Oplossing voor injectie Intra-articulair gebruik
2
Gehalte (concentratie) 0,0025 mmol/ml 0,0025 mmol/ml
BIJLAGE II WETENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES EN REDENEN VOOR DE WIJZIGING VAN DE SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN OPGESTELD DOOR HET EUROPEES GENEESMIDDELENBUREAU
3
WETENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES ALGEHELE SAMENVATTING VAN DE WETENSCHAPPELIJKE BEOORDELING VAN ARTIREM (zie bijlage I) Bij contrast-versterkte artrografie met gebruik van MRI (beeldvorming door magnetische resonantie) worden contraststoffen intraveneus toegediend (indirecte MRI-artrografie) of intra-articulair rechtstreeks geïnjecteerd in het gewricht (directe MRI-artrografie). Contraststoffen als Gd-DTPA (Magnevist) en GdDOTA (DOTAREM) zijn einde jaren 1980 goedgekeurd voor intraveneus gebruik in een concentratie van 0,5 M. In de Europese Unie werd voor DOTAREM een vergunning verleend in Oostenrijk (1997), België (1989), Denemarken (1996), Finland (1995), Frankrijk (1989), het Verenigd Koninkrijk (1996), Griekenland (1996), Ierland (1996), Italië (1996), Portugal (1991), Luxemburg (1989), Zweden (1995), Nederland (1991) en Spanje (1998). ARTIREM (gebruiksklaar verdund Gd-DOTA, oplossing voor injectie in voorgevulde spuiten) is goedgekeurd als uitbreiding van DOTAREM in Frankrijk (2002), Zwitserland (2002), België (2002), Luxemburg (2003), Nederland (2003) en Denemarken (2004). ARTIREM heeft dezelfde kwalitatieve samenstelling als het goedgekeurde DOTAREM (Gd-DOTA), maar wordt intra-articulair rechtstreeks in het gewricht geïnjecteerd in een veel lagere concentratie, nl. 0,0025 mmol/ml. Een verwijzing voor arbitrage, krachtens artikel 29 van Richtlijn 2001/83/EG, werd op 5 maart 2004 bij het CHMP ingediend door de Duitse nationale instantie BfArM. De belangrijkste bezwaren die naar voren werden gebracht waren dat de werkzaamheid en de veiligheid van ARTIREM 0,0025 mmol/ml niet voldoende waren bewezen en dat de vermelde indicaties niet verwijzen naar ziekten, pijnen, lichamelijke letsels of ziektesymptomen, maar alleen naar de methode van de artrografie. Bovendien werd geoordeeld dat aan het gebruik van dit product ernstige gevaren voor de openbare gezondheid verbonden kunnen zijn, gezien de veiligheidsbedenkingen ten aanzien ervan. De vragenlijst van het CHMP werd bekendgemaakt op 25 maart 2004. •
Aspecten met betrekking tot de werkzaamheid
Het CHMP oordeelt dat het algemeen bekend is dat de diagnostische prestaties van Gd-complexen uitsluitend afhangen van het paramagnetische ion gadolinium (Gd), dat verantwoordelijk is voor de werkzaamheid (effect op MRI-signaal) van zulke contraststoffen. DOTA of DTPA wordt alleen gebruikt om een complexe verbinding met Gd te vormen en aldus de toxiciteit van Gd te verminderen. Het is bekend dat Gd-DOTA en Gd-DTPA dezelfde werkzaamheid hebben. Met het oog op de vergelijkbaarheid van beide verbindingen zijn uitgebreide referenties en argumenten aangevoerd om aan te tonen dat Gd-DOTA en Gd-DTPA gelijkwaardig zijn wat betreft veiligheid en werkzaamheid. Zij verklaren waarom de diagnostische werkzaamheid van Gd-DOTA voldoende ondersteund kon worden door een bibliografische lijst van klinische onderzoeken die zijn uitgevoerd met gadoliniumcomplexen met een andere chemische structuur. Het CHMP acht het aanvaardbaar dat het bedrijf geen rekening hield met het document “Points to Consider on the Evaluation of Diagnostic Agents” (CPMP/EWP/1119/98) dat van kracht werd in november 2001, nadat de procedure van wederzijdse erkenning voor de betreffende toepassing in juli 2001 was ingeleid in Nederland. Hoewel er geen specifieke klinische farmacokinetische gegevens na de intra-articulaire injectie van GdDOTA beschikbaar zijn, wordt aangenomen dat de totale systemische blootstelling veel lager is dan deze die is vastgesteld na de intraveneuze toediening. Het bedrijf heeft zich ertoe verbonden om een klinisch farmacokinetisch onderzoek van Gd-DOTA na intra-articulaire toediening uit te voeren om de
4
beschikbare diergegevens te bevestigen die erop duiden dat Gd-DOTA snel en volledig wordt geëlimineerd uit de gewrichtsholte. Aspecten met betrekking tot de veiligheid Het CHMP oordeelt dat het bedrijf voldoende gegevens heeft verstrekt over het veiligheidsprofiel van verdund Gd-DOTA, toegediend via de intra-articulaire weg. Sinds ARTIREM 0,0025 mmol/ml in voorgevulde injectiespuiten voor het eerst werd goedgekeurd in Europa (2002), zijn 12.000 patiënten aan dit product blootgesteld. Afgaande op de periodieke veiligheidsupdates werden tot op heden geen ernstige ongewenste effecten gemeld. Bovendien zijn evenmin ongewenste reacties gemeld voor verdund Gd-DOTA in flacons in Zwitserland, sinds het daar in de handel verkrijgbaar is (1992). Bijgevolg geeft de informatie over de veiligheid van intra-articulair Gd-DOTA die beschikbaar is na het in de handel brengen van het product, geen aanleiding tot bijkomende veiligheidsbedenkingen. Directe MRI-artrografie met verdunde Gd-chelaatoplossingen is op ongeëigende wijze toegepast door geneesheren die een zelfbereide verdunning gebruikten, omdat er geen gebruiksklaar verdund product beschikbaar was in de handel. Het CHMP oordeelt dat de beschikbaarheid van complexe gadoliniumpreparaten die specifiek bedoeld zijn voor directe MRI-artrografie als een verbetering moet worden beschouwd, omdat hierdoor het infectiegevaar dat verbonden is aan het ter plaatse bereiden van een geconcentreerd product, opgeheven wordt. -
Baten/risico-overwegingen
In het algemeen wordt aan de hand van de verstrekte gegevens geconcludeerd dat de werkzaamheid en veiligheid van ARTIREM voldoende vastgesteld zijn. Het bedrijf heeft zich ertoe verbonden om een klinisch farmacokinetisch onderzoek van Gd-DOTA na intra-articulaire toediening uit te voeren om de beschikbare diergegevens te bevestigen die erop duiden dat Gd-DOTA snel en volledig wordt geëlimineerd uit de gewrichtsholte. Derhalve wordt op basis van de beschikbare gegevens geconcludeerd dat het risico/batenprofiel voor ARTIREM gunstig is. REDENEN VOOR DE WIJZIGING VAN DE SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN Overwegende dat: de verwijzing als doel had een vergunning voor het in de handel brengen van ARTIREM te verlenen en de samenvatting van de productkenmerken te wijzigen op grond van de beschikbare werkzaamheids- en veiligheidsgegevens; ARTIREM aan de patiënten wordt toegediend via een intra-articulaire injectie in overeenstemming met de gebruikelijke klinische praktijken. De hoeveelheden Gd-DOTA die intra-articulair werden toegediend blijkens de studies uit het verstrekte literatuuroverzicht en het Zwitsers onderzoek uitgevoerd na het in de handel brengen, overeenkomen met de hoeveelheden die vermeld worden in de voor ARTIREM voorgestelde samenvatting van de productkenmerken; de door het bedrijf voorgestelde samenvatting van de productkenmerken beoordeeld is op basis van de overgelegde documentatie en de wetenschappelijke discussie in het CHMP; in overeenstemming met de gepubliceerde literatuur en de klinische praktijken, rubriek 4.3 Contra-indicaties en 4.4 Bijzondere waarschuwingen en bijzondere voorzorgen bij gebruik van de samenvatting van de productkenmerken gewijzigd zijn, heeft het CHMP geadviseerd de vergunning voor het in de handel brengen van ARTIREM 0,0025 mmol/ml, oplossing voor injectie in voorgevulde spuiten (zie bijlage I), waarvoor de samenvatting van de productkenmerken wordt uiteengezet in bijlage III, te verlenen onder de in bijlage IV uiteengezette voorwaarden.
5
BILAGA III PRODUKTRESUMÉ
6
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
ARTIREM 0,0025 mmol/ml oplossing voor injectie in voorgevulde spuit.
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
1 ml oplossing voor injectie bevat 1,397 mg gadoteerzuur (als megluminezout), overeenkomend met 0,0025 mmol gadoteerzuur, meglumine, bevat 0,39 mg gadolinium. 20 ml oplossing voor injectie bevat 27,932 mg gadoteerzuur (als megluminezout), overeenkomend met 0,05 mmol gadoteerzuur, meglumine, bevat 7,86 mg gadolinium. Voor hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie in voorgevulde spuit. Heldere, kleurloze tot lichtgele oplossing.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Artrografie met behulp van magnetische resonantie (MRI) voor de volgende gewrichten en aandoeningen: - Schouder: diagnose van partiële dikte rotator cuff-scheuren, diagnose van complexe scheuren van het labrum glenoidale en van labrumligamenten - Heup: diagnose van scheuren van het labrum, losse fragmenten en chondrale laesies - Elleboog: diagnose van scheuren in de ligamenten - Knie: opsporing van residuele of recidiverende scheuren van de meniscus, diagnose van losse fragmenten, synoviale plicae en stabiliteit van osteochondrale laesies - Pols: beoordeling van de ligamenten en triangulair vezelig kraakbeen - Enkel: diagnose van schade van de ligamenten, impingement en losse fragmenten - In het algemeen: voor alle gewrichten opsporing van intra-articulaire osteochondrale fragmenten 4.2
Dosering en wijze van toediening
- Algemene informatie ARTIREM moet door middel van een intra-articulaire injectie toegediend worden, onder strikte aseptische omstandigheden. De aanbevelingen voor het gebruik van ARTIREM worden gedaan met betrekking tot een veldsterkte van 0.2 Tesla, 1.0 en 1.5 Tesla. Het product is uitsluitend bestemd voor eenmalig gebruik. Optimale beeldvorming: binnen 45 minuten p.i. Optimale beeldsequentie: T1-gewogen - Dosering Er dient een volume te worden toegediend, hetgeen een lichte extensie van de gewrichtscapsule veroorzaakt. De aanbevolen dosering is afhankelijk van het te onderzoeken gewricht en de grootte van het gewricht.
7
Gewricht Schouder Heup Elleboog Knie Pols Enkel 4.3
Aanbevolen volume 5 tot 25 ml 5 tot 25 ml 4 tot 10 ml 20 tot 40 ml 3 tot 9 ml 4 tot 19 ml
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor gadoteerzuur, meglumine of andere geneesmiddelen die gadolinium bevatten. Jodiumhoudend contrastmiddelen mogen niet tegelijkertijd met ARTIREM worden toegediend, aangezien de werkzaamheid van ARTIREM dan kan verminderen (zie 6,6 "Instructies voor gebruik en verwerking"). 4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
ARTIREM is uitsluitend bestemd voor intra-articulaire injectie. Er dienen voorzorgsmaatregelen genomen te worden om te voorkomen dat per ongeluk een extra-articulaire injectie wordt gegeven. ARTIREM mag niet worden toegediend door middel van subarachnoïdale (of epidurale) injecties. Intra-articulaire injectie van ARTIREM in ontstoken gewrichten dient te worden vermeden. Aangezien er geen klinische ervaring is bij kinderen, mag ARTIREM niet worden toegediend aan kinderen en jongvolwassenen (< 18 jaar). De gebruikelijke voorzorgsmaatregelen voor MRI-onderzoek dienen in acht te worden genomen, zoals het uitsluiten van patiënten met pacemakers, ferro-magnetische vaatclips, infusiepompjes, zenuwstimulatoren, cochleaire implantaten of vermoede vreemde voorwerpen van metaal, met name in het oog. Overgevoeligheid (zie 4.3 “Contra-indicaties”) • Net als bij andere contractmiddelen die gadolinium bevatten, kunnen zich overgevoeligheidsreacties voordoen (zie 4.8 “Bijwerkingen”). De meeste van deze reacties verdwijnen ten minste binnen een half uur na injectie van het contrastmiddel. Echter, net als bij andere contrastmiddelen uit deze groep kunnen vertraagde reacties tot enkele dagen na toediening niet worden uitgesloten. Patiënten met een overgevoeligheid voor of een eerdere reactie op contrastmiddelen hebben een • verhoogd risico op een ernstige reactie. Bij het afnemen van de anamnese moet de patiënt gevraagd worden naar eventuele allergieën (zoals hooikoorts, galbulten, astma, enz.) voordat een contrastmiddel wordt geïnjecteerd. Bij deze patiënten moet de beslissing om ARTIREM te gebruiken worden genomen na de risico's zorgvuldig tegen de voordelen afwogen te hebben. • Zoals bekend uit het gebruik van jodiumhoudende contrastmiddelen kunnen overgevoeligheidsreacties verergeren bij patiënten die bètablokkers gebruiken, in het bijzonder in de aanwezigheid van asthma bronchiale. Deze patiënten kunnen ongevoelig zijn voor de standaard behandeling van overgevoeligheidsreacties met bèta-antagonisten. Wanneer zich overgevoeligheidsreacties voordoen, moet de toediening van het contrastmiddel • onmiddellijk worden gestaakt en dient - indien nodig - een specifieke behandeling te worden ingesteld. Om onmiddellijke noodtegenmaatregelen te kunnen treffen, dienen de juiste geneesmiddelen (d.w.z. epinefrine en antihistaminica), een endotracheaaltube en een beademingsapparaat binnen handbereik aanwezig te zijn.
8
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er zijn geen interacties met andere geneesmiddelen bekend. Er zijn geen formele studies gedaan naar interacties met andere geneesmiddelen. ARTIREM mag niet vermengd worden met andere verbindingen. 4.6
Zwangerschap en borstvoeding
Er zijn geen gegevens beschikbaar over het gebruik van ARTIREM bij zwangere vrouwen. Er zijn tot dusver geen aanwijzingen voor schadelijkheid bij dierproeven. Passage van ARTIREM via de placenta vindt plaats. Toediening tijdens de zwangerschap dient te worden vermeden, tenzij dit strikt noodzakelijk is. Er zijn geen gegevens beschikbaar over de uitscheiding van ARTIREM in de moedermelk bij mensen. Dierstudies hebben een verwaarloosbare uitscheiding van ARTIREM in de moedermelk aangetoond. Indien toediening tijdens borstvoeding noodzakelijk is, verdient het aanbeveling om de borstvoeding ten minste 24 uur te staken. 4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en van het vermogen om machines te bedienen:
Er is geen onderzoek verricht met betrekking tot de effecten op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen wordt niet verwacht. Effusie van het gewricht kan echter de rijvaardigheid aantasten vanwege een verminderde mobiliteit van het gewricht. 4.8
Bijwerkingen
Algemene stoornissen en aandoeningen van de plaats van toediening: - dikwijls gemeld (>1/100, <1/10): lichte pijn in het onderzochte gewricht - niet dikwijls gemeld (>1/1,000, <1/100): ongemak in het onderzochte gewricht. Er zijn echter zeldzame anafylactoïde reacties gemeld op megluminegadoteraat die in zeer zeldzame gevallen ernstig of levensbedreigend kunnen zijn, of een fatale afloop kunnen hebben, in het bijzonder bij patiënten met een voorgeschiedenis van allergie. Deze allergische reacties kunnen zich voordoen ongeacht de toegediende hoeveelheid en toedieningswijze, en kunnen de vorm aannemen van één of meer van de volgende symptomen: Angio-oedeem, anafylactische shock, hart- en circulatiestilstand, hypotensie, larynxoedeem, bronchospasme, laryngospasme, longoedeem, dyspneu, stridor, hoesten, jeuk, rhinitis, niezen, conjunctivitis, netelroos en uitslag. Enkele van deze symptomen kunnen de eerste verschijnselen zijn van het beginstadium van anafylactische shock. Vertraagde reacties op contrastmiddelen zijn mogelijk (zie 4.4. “Bijzondere waarschuwingen"). 4.9
Overdosering
Tot dusver zijn in de klinische praktijk geen tekenen waargenomen of gemeld die secundair zijn aan een overdosis ARTIREM. Op basis van de uitkomst van het toxiciteitsonderzoek dat is gedaan met gadoteerzuur-oplossingen in hogere concentraties is het hoogst onwaarschijnlijk dat na een injectie met ARTIREM acute intoxicatie optreedt.
9
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische groep: paramagnetisch contrastmiddel ATC-code: V08 CA 02 (gadoteerzuur). Contrastmiddel concentratie: Osmolaliteit bij 37°C PH
1,397 mg/ml 0,0025 mmol/ml 285 mOsm/kg H2O 6,0 - 9,0
ARTIREM is een paramagnetisch contrastmiddel voor MRI-onderzoek. Het contrastverbeterende effect wordt bewerkstelligd door gadoteerzuur, een ionisch gadoliniumcomplex dat bestaat uit gadoliniumoxide en 1,4,7,10 tetraazacyclododecan- N,N',N'',N''' tetra-azijnzuur (Dota), dat aanwezig is als megluminezout. Het paramagnetische effect (relaxiviteit) wordt bepaald op basis van de invloed op de spin-lattice relaxatietijd (T1), circa 3,4 mmol-1.L.sec-1, en op de spin-spin relaxatietijd (T2), circa 4,27 mmol1 .L.sec-1. De concentratie gadoteerzuur 0,0025 mmol/ml is gelijk aan een verdunning van 1/200 van het concentraat dat wordt gebruikt voor intraveneuze toepassing. Deze concentratie is voldoende voor een significante verkorting van de T1-relaxatietijd, zelfs na verdere verdunning door gewrichtseffusie. Het gebruik van T1-gewogen sequenties zal leiden tot een verhoging van de signaalintensiteit in de gewrichtsruimte die dan lichter van kleur wordt (intra-articulaire structuren zoals hyaline en vezelig kraakbeen, ligamenten, pezen en gewrichtscapsule). De normale synoviale vloeistof verschilt op T1gewogen foto's niet in signaalgedrag van alle andere anatomische structuren (behalve vezelig kraakbeen). Door de intra-articulaire toepassing van gadoteerzuur 0,0025 mmol/ml is het contrast echter aanzienlijk beter. 5.2
Farmacokinetische gegevens
De farmacologische eigenschappen van gadoteerzuur zijn uitgebreid onderzocht na intraveneuze toepassing van doseringen die beslist hoger waren dan de intra-articulair geïnjecteerde doses. Na intraarticulaire injectie verspreidt de chemische verbinding zich in de gewrichtsruimte en diffundeert in de naastgelegen weefsels. Een marginale absorptie in het gewrichtskraakbeen is volledig reversibel. Na diffusie in de extracellulaire ruimte wordt gadoteerzuur snel door de nieren door glomerulaire filtratie in onveranderde vorm uitgescheiden (89% na 6 uur, 95% na 24 uur). Uitscheiding via de faeces is te verwaarlozen. Metabolieten zijn niet aangetroffen. De eliminatiehalfwaardetijd bedraagt circa 1,6 uur bij patiënten met een normale nierfunctie. Bij patiënten met een verminderde nierfunctie is de eliminatiehalfwaardetijd verhoogd tot circa 5 uur voor een creatinineklaring tussen 30 en 60 ml/min en circa 14 uur voor een creatinineklaring tussen 10 en 30 ml/min. In dierexperimenten is aangetoond dat gadoteerzuur gedialyseerd kan worden. 5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Uit preklinische gegevens blijkt geen specifiek risico voor de mens. Dit is gebaseerd op gegevens over toxiciteit na intraveneuze injecties met gadoteerzuur in herhaalde dosering, op gegevens over reproductietoxiciteit en genotoxiciteitsonderzoek. Uit onderzoek naar de lokale veiligheid van gadoteerzuur na intra-articulaire injectie bij honden blijkt geen beïnvloeding van de botten, het kraakbeen of de samenstelling van de synoviale vloeistof.
10
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS.
6.1
Lijst van hulpstoffen
Meglumine Natriumchloride Natriumhydroxide (E 524) voor het aanpassen van de pH Zoutzuur 0,1 N (E 507) voor het aanpassen van de pH Water voor injectie. 6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
In verband met het ontbreken van onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere geneesmiddelen gemengd worden. 6.3
Houdbaarheid
3 jaar Nadat het geneesmiddel de eerste keer is geopend, dient het onmiddellijk te worden gebruikt. 6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Niet in de vriezer bewaren 6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Type I kleurloos gesiliconeerde glazen injectiespuit van 20 ml (met een oplossing van 20 ml) met een schaalverdeling per ml, gesloten met een synthetisch polyisoprene/bromobutyl afsluitstop en gesiliconeerde chlorobutyl-isoprene rubber zuiger en per stuk verpakt in een kartonnen doos. 6.6
Instructies voor gebruik en verwerking
Instructies voor gebruik/manipuleren door de arts of verpleegkundige: Schroef de zuigstang van de plunjer op de rubber plunjer en injecteer de hoeveelheid product die voor het onderzoek vereist is in het gewricht. Uitsluitend voor eenmalig gebruik. Elke niet-gebruikte oplossing dient te worden weggeworpen. De oplossing voor injectie dient voorafgaand aan gebruik visueel geïnspecteerd te worden. Uitsluitend heldere oplossingen zonder zichtbare deeltjes mogen worden gebruikt. De patiënten dienen een half uur na de injectie onder observatie te blijven. Indien toediening van een radiologisch contrastmiddel noodzakelijk is om te zorgen voor de juiste positie van de naald in het gewricht, dient dit contrastmiddel voorafgaand aan de toediening van ARTIREM geïnjecteerd te worden en niet tegelijkertijd omdat de werkzaamheid van ARTIREM anders wellicht vermindert.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Guerbet BP 57400 F-95943 Roissy CdG Cedex
8.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
11
In het register ingeschreven onder /{nummer}
9.
DATUM VAN EERSTE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING
{datum}
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
{datum}
12
BIJLAGE IV VOORWAARDEN VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
13
Voorwaarden van de vergunning voor het in de handel brengen Eisen van het CHMP met betrekking tot het klinisch farmacokinetisch vervolgonderzoek ter beoordeling van het tijdsverloop van intra-articulair geïnjecteerd Gd-DOTA
Guerbet zal in januari 2005 een klinisch onderzoek aangaande ARTIREM uitvoeren getiteld “MRartrografie: tijdsverloop van een intra-articulair geïnjecteerd gadoliniumcontrastmiddel”, in overeenstemming met het voorziene protocol. Het onderzoek zal vooral aandacht besteden aan “belangrijke” kleine en grote gewrichten (schouder, pols, heup). ARTIREM zal in het gewricht worden geïnjecteerd en er zullen MR-beelden worden gemaakt op verschillende tijdstippen om vast te stellen wat er na de injectie met de contraststof gebeurt. Guerbet verbindt zich ertoe om de resultaten van dit onderzoek in december 2005 voor te leggen aan de CHMP-leden.
14