Aanvraag Siro beheer b.v. voor een tweede bedrijfshal, d Oultremontweg 16 te Elshout

Raad Onderwerp:

V200801164 Aanvraag Siro beheer b.v. voor een tweede bedrijfshal, d‘Oultremontweg 16 te Elshout.

Raadsvoorstel Inleiding: De initiatiefnemer Siro beheer b.v. t.n.v. dhr. R. van Opzeeland verzoekt om vrijstelling op grond van artikel 19 lid 1 WRO voor de bouw van een bedrijfshal aan de d’Oultremontweg 16 te Elshout, kadastraal bekend gemeente Drunen, sectie K, nummer 2413.

Feitelijke informatie: Het plan betreft de bouw van een tweede koelhal op het bedrijfsterrein De Meeuwaert. Op het dak van de hal bevinden zich 3 luchtgekoelde condensatoren. Voor de bedrijfshal met een hoogte van 9.90 meter was bouwvergunning verleend. De bedrijfshal is inmiddels gerealiseerd. De gerealiseerde bedrijfshal bleek achteraf hoger, te weten 10.80 meter. Bovendien zijn op het dak drie luchtgekoelde condensatoren geplaatst met een hoogte van ca. 3.50 meter. Gelet hierop is de bedrijfshal in strijd met de bouwvergunning en met het bestemmingplan gebouwd. In het kader van een eventuele beslissing over handhaving moet onderzocht worden of legalisatie mogelijk is. Het betreffende perceel ligt in bestemmingsplan Bedrijvenpark Meeuwaert, dat is goedgekeurd door GS op 18 februari 2002. Ingevolge artikel 5 heeft de locatie de bestemming Bedrijventerrein. Ingevolge onderdeel C lid 1 onder b sub 1 mag de gooten bouwhoogte van bedrijfsgebouwen niet meer bedragen dan de op de plankaart aangegeven gooten bouwhoogte. Beide bedragen 9 meter. Ingevolge artikel 10 onder B kunnen B&W vrijstelling verlenen, mits deze maat met niet meer dan 10% wordt veranderd. Een bouwhoogte van 10.80 of 14.30 meter past dus – ook na een binnenplanse vrijstelling - niet in het bestemmingsplan. De overschrijding zou eventueel wel met een buitenplanse vrijstelling gerealiseerd kunnen worden. Dit heeft geleid tot het onderhavige verzoek om vrijstelling. De aanvraag is ingediend op 26 juni 2008, dat wil zeggen voordat de Wet ruimtelijke ordening in werking trad (1 juli 2008). Op grond van artikel 9.1.10 Invoeringswet Wro blijft het recht, zoals dat gold voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet van toepassing ten aanzien van een vrijstelling als bedoeld in artikel 19 eerste of tweede lid WRO, waarvan het verzoek is ingediend voor dat tijdstip. Op grond van artikel 19 lid 1 WRO kan ten behoeve van een project vrijstelling verleend worden van het geldende bestemmingsplan, mits dat project is voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing en vooraf van GS een verklaring is ontvangen, dat zij tegen het verlenen van vrijstelling geen bezwaar hebben. Een vrijstelling op grond van artikel 19 lid 2 WRO is niet mogelijk, als het project gelegen is binnen het invloedsgebied van een transportroute, inclusief buisleidingen voor gevaarlijke stoffen. Dat is hier het geval: de locatie ligt binnen de invloedssfeer van de A59 .

Gevoerde procedure Het aanvraagformulier voor de ZPP procedure en de daarbij behorende stukken hebben vanaf 13 november 2008 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn is een zienswijze ingediend door: mr. H.A. Gooskens van Stichting Achmea Rechtsbijstand, postbus 10100, 5000 JC Tilburg, namens de heer A.J.M. Schey, wonende d’Oultremontweg 18 te Elshout.

1/9

Raad Onderwerp:


Deze zienswijze is tijdig ingediend en ontvankelijk. De ingediende zienswijze van mr. H.A. Gooskens bevat de volgende punten: 1. Het verlenen van de vrijstelling is niet correct. Er had tegen de illegale bouw opgetreden moeten worden. 2. De ruimtelijke onderbouwing is gebrekkig: a. De ruimtelijke onderbouwing is in strijd met het Structuurplan bedrijventerrein 2004 en de Structuurvisie Plus 1998. Dit beleid gaat uit van kleinschalige, locale bedrijvigheid met een omvang tot 5.000 m². b. Er is ten onrechte uitgegaan van een vrijstelling ex artikel 19 lid 2 WRO. c. Er zijn teveel algemeenheden. De onderbouwing geeft niet aan, waarom in dit geval moet worden afgeweken, terwijl sprake is van een recent bestemmingsplan. d. Er is niet ingegaan op de relatie met het bestemmingsplan, noch op de ruimtelijke effecten. e. Onvoldoende duidelijk is hoe het bouwproject past in het betrokken gebied en hoe het zich verhoudt tot de aanwezige functies en waarden in het gebied en waarom. f. De zeer grote afwijking wordt niet gemotiveerd: niet duidelijk is waarom het belang van het bouwplan zwaarder moet wegen dan het belang van de in het gebied aanwezige waarden. g. De ruimtelijke onderbouwing geeft geen inzicht in de noodzaak van de enorme overschrijding h. Het bouwplan houdt een aantasting van het woongenot in. 3. Er is sprake van een recent bestemmingsplan, waarvan ongemotiveerd wordt afgeweken. 4. Ten onrechte wordt gemotiveerd vanuit het bestemmingsplan voor ’t Hoog. 5. Het stedenbouwkundig advies ontbreekt bij de stukken. 6. Nodig is een beoordeling van Welstand voor de afwijking van de bouwvergunning (hoogte en aanwezigheid dakcondensors) 7. De geluidsrapportage is niet op alle punten correct: a. Geen 8, maar 10 condensors b. Bij de berekeningen moet ervan worden uitgegaan, dat alle dakconcensors voor 100% worden benut. c. Bij de berekeningen moet uitgegaan worden van het koelen tot 0 graden als daarvan sprake is d. Bij de berekeningen moet rekening worden gehouden met het feit, dat tijdens het weekeinde meer dan 2 vrachtauto’s op de eigen koeling moeten draaien. e. Bij de berekeningen moet rekening worden gehouden met achteruitrijsignalering. Verzocht wordt geen vrijstelling te verlenen.

Ad 1 Het verlenen van de vrijstelling is niet correct. Er had tegen de illegale bouw opgetreden moeten worden. Vooropgesteld moet worden, dat bouwen in afwijking van of zelfs zonder bouwvergunning volledig voor risico van de bouwer komt, indien achteraf een vergunning niet kan worden 2/9

Raad Onderwerp:


verleend. Anders dan in de zienswijze wordt gesteld heeft het college wel opgetreden tegen de illegale bouw. De bouw is immers tijdelijk stilgelegd. In het kader van een eventuele hierop volgende handhavingsaktie is – conform vaste jurisprudentie - onderzocht of legalisatie mogelijk is. Naar de mening van het college is dat het geval, zodat op 4 november 2008 het besluit is genomen hieraan medewerking te verlenen. Nu legalisatie mogelijk is, is het niet opportuun om verder tegen de bouw op te treden. Dit laat echter onverlet, dat wanneer een vrijstelling of bouwvergunning uiteindelijk niet verleend wordt, de consequenties daarvan ook volledig voor de bouwer zijn en een handhavingsaktie alsnog overwogen zal moeten worden. Deze zienswijze is daarom ongegrond. Ad 2 gebrekkige ruimtelijke onderbouwing Onder een goede ruimtelijke onderbouwing wordt in artikel 19 lid 1 WRO bij voorkeur een gemeentelijk, intergemeentelijk of regionaal structuurplan verstaan. Indien er geen structuurplan is of wordt opgesteld, wordt bij de ruimtelijke onderbouwing in elk geval ingegaan op de relatie met het geldende bestemmingsplan, dan wel wordt er gemotiveerd waarom het te realiseren project past binnen de toekomstige bestemming van het betreffende gebied. Op pagina 9 e.v. van de ruimtelijke onderbouwing is aangegeven, dat er een Structuurplan bedrijventerreinen 2004 geldt. Dit kan worden beschouwd als structuurplan als bedoeld in artikel 19 lid 1 WRO, zodat – indien het project daarin past – in beginsel geen nadere ruimtelijke onderbouwing nodig is. Verder past het bouwplan in het Structuurplan 2009, dat in de vergadering van 21 juli 2009 is vastgesteld. Het bouwplan past dus in het beleid van het structuurplan. Gelet op artikel 19 lid 1 WRO is de overeenstemming met het structuurplan op zichzelf al voldoende onderbouwing. Bovendien vindt het college voor deze uitleg steun in het vigerende bestemmingsplan. Uit artikel 5 lid B onderdeel 3a kan immers worden gelezen, dat een bestaand bedrijf een grotere oppervlakte kan hebben dan 5.000 m². In artikel 5 lid C onder 1 a is expliciet aangegeven, dat “de oppervlakte van een bouwperceel maximaal 5.000 m² mag bedragen, tenzij sprake is van een bestaand bedrijf c.q. uitbreiding van een bestaand bedrijf”. Dit betekent, dat de afwijking van het bestemmingsplan enkel de bouwhoogte betreft. Anders dan in de zienswijze is gesteld, gaat het hierbij niet om een “zeer grote afwijking”. De vrijstelling is in hoogte beperkt tot 10.80 m, omdat het bestemmingsplan in artikel 2 lid 4 aangeeft dat bij het meten van de (bouw) hoogte van een gebouw schoorstenen en andere ondergeschikte dakopbouwen niet worden meegerekend. De condensatoren behoren, naar hun aard, tot de dakopbouw (er is immers geen extra bouwlaag). Het gaat om de vraag of het bouwplan, nu hoger uitvalt uit planologisch oogpunt acceptabel is. Dat het bouwplan in dit opzicht acceptabel is, is uitgebreid onderzocht, hetgeen is neergelegd in de ruimtelijke onderbouwing van mr. R.S. Bos van JuraBos, juridisch advies te Breda, d.d. juni 2008. Anders dan in de zienswijze is gesteld, bevat deze onderbouwing niet alleen algemeenheden. Na een inleiding en een beschrijving van het beleidskader en het gebiedsen projectprofiel, wordt in hoofdstuk V concreet aangegeven of de aspecten bodem, water, luchtkwaliteit, industrielawaai, wegverkeerslawaai, externe veiligheid, milieuaspecten bedrijven, kabels en leidingen, flora en fauna, cultuurhistorie en archeologie, mobiliteit en parkeren alsmede de economische uitvoerbaarheid aanleiding vormen om geen medewerking te verlenen aan het project. Dat is niet het geval. Anders dan de zienswijze 3/9

Raad Onderwerp:


aangeeft, is in de ruimtelijke onderbouwing wel degelijk gemotiveerd, dat het project past in het betrokken gebied en geen aantasting oplevert van de aanwezige functies en waarden in het gebied. Uit de ruimtelijke onderbouwing blijkt, dat er aanleiding is om juist wel medewerking te verlenen om de volgende redenen:  Luchtgekoelde condensatoren zijn extra milieuvriendelijk en hebben een extra laag energieverbruik. Het alternatief (koelen met water) heeft aanzienlijke nadelen en vereist ook een hoog gebouw (pag. 22)  Luchtgekoelde condensatoren dienen bij voorkeur op het dak geplaatst te worden.  Vanuit waterhuishoudkundig oogpunt hebben luchtgekoelde condensatoren voordelen (zie pag. 27 en 28 van de ruimtelijke onderbouwing) Dit betekent, dat de vraag resteert of de afwijking een zodanige inbreuk op de omgeving oplevert, dat op grond daarvan de belangenafweging ten nadele van het verzoek zou moeten uitvallen. Dit zou het geval zijn als de uiterlijke verschijningsvorm en eventuele hinder zodanig zouden zijn, dat de belangen van omliggende woningen en bedrijven zouden moeten prevaleren. Naar de mening van het college is er niet sprake van hinder. Dit volgt uit de ruimtelijke onderbouwing. Eventueel extra geluid kan worden opgevangen door een omkasting/geluidscherm en door het gebruik van absorptiemateriaal (pag. 29 en 33 van de ruimtelijke onderbouwing). Het plaatsen van de condensatoren heeft voorts geen effect voor de aanwezige natuur (pag. 38 van de ruimtelijke onderbouwing) of nadelige milieueffecten. De uiterlijke verschijningsvorm is zowel uit oogpunt van architectuur en welstand als uit stedenbouwkundig oogpunt acceptabel, te meer waar het grootste deel van het gebouw niet 14.30 meter hoog is, maar 10.80 meter. Dit betekent een afwijking van minder dan een meter ten opzichte van wat het bestemmingsplan toestaat, die waarschijnlijk mede veroorzaakt is door ophoging van het peil, niet door de bouwmassa zelf. Een dergelijke hoogte is in de gemeente niet ongebruikelijk. Ook elders op bedrijfsterreinen binnen de gemeente wordt incidenteel een hoogte tussen de 10 en 15 meter toegestaan zelfs met rechtstreekse bouwtitel op grond van het bestemmingsplan, dus zonder dat een nadere vrijstelling nodig is. De hoogte past voorts bij de aard van de bedrijfsbebouwing en bij de omgeving. Voor de kwaliteit en omvang van de ruimtelijke onderbouwing maakt het weinig verschil of er sprake is van een vrijstelling ex artikel 19 lid 1 dan wel lid 2 WRO. Gelet op het feit, dat het verzoek past in het structuurplan, dat op zichzelf al voldoende ruimtelijke onderbouwing is, kan de ruimtelijke onderbouwing, die mede ten grondslag ligt aan dit besluit niet anders dan als zorgvuldig worden betiteld. Samenvattend deelt het college niet de zienswijze, dat de ruimtelijke onderbouwing onvoldoende motivering bevat voor het besluit medewerking te verlenen aan de vrijstelling en is er evenmin sprake van een ondeugdelijke belangenafweging. Gelet op de ligging van de bedrijfshal ten opzichte van de woning van de indiener van de zienswijze en het gegeven, dat binnen de grenzen van het bestemmingsplan een behoorlijke bouwmassa kan worden gebouwd, is het college niet van mening, dat hier sprake zou zijn van een onaanvaardbare aantasting van het woongenot als gevolg van het voorgenomen besluit. De zienswijze is daarom niet gegrond.

4/9

Raad Onderwerp:


Ad 3 Er is sprake van een recent bestemmingsplan. Het feit, dat hier sprake is van een (redelijk) recent bestemmingsplan (7 jaar) houdt niet in, dat daarom een bepaalde afwijking niet met een buitenplanse vrijstelling gerealiseerd zou mogen worden. Artikel 19 WRO biedt immers een mogelijkheid los van het bestemmingsplan vrijstelling te verlenen, zoals ook blijkt uit de naam van de procedure: zelfstandige projectprocedure. Indien een bestemmingsplan jonger is dan 10 jaar is zelfs geen voorbereidingsbesluit of ontwerpbestemmingsplan vereist. Dit onderstreept de zelfstandige positie van de procedure in relatie tot het bestemmingsplan. De wet kent ook geen noodzakelijkheidvereiste. De wetgever heeft deze zelfstandige positie expliciet in de wet opgenomen bij wetswijziging in 2000. Zoals eerder is aangegeven, betreft het hier geen zeer grote afwijking, maar enkel een afwijking qua bouwhoogte, die geen afbreuk doet aan het beleid en de ruimtelijke visie, die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. De zienswijze is daarom niet gegrond.

Ad 4 Ten onrechte wordt gemotiveerd vanuit het bestemmingsplan voor ’t Hoog. De ruimtelijke onderbouwing bestaat uit het structuurplan en de aanvullende ruimtelijke onderbouwing. Hierbij is met name gemotiveerd vanuit het bestemmingsplan Bedrijvenpark Meeuwaert. Er is enkel gerefereerd aan bestemmingsplan ’t Hoog om aan te geven, dat het binnen de gemeente ook elders incidenteel is toegelaten en dus niet ongebruikelijk is om op een bedrijventerrein een bouwhoogte te hanteren, die ligt tussen de 10 en 15 meter. Verder is de gemeente bezig om één bestemmingsplan op te stellen voor alle bedrijfsterreinen. Daarin zal een zekere standaardisatie van de voorschriften van de bestemmingsplannen voor bedrijfsterreinen plaatsvinden. Ook uit dat oogpunt is een doorkijk naar de andere bedrijfsterreinen gerechtvaardigd. De zienswijze is daarom niet gegrond.

Ad 5 Geen stedenbouwkundig advies bij de stukken. Het stedenbouwkundig advies is opgenomen in de aanvullende ruimtelijke onderbouwing. Deze heeft met bijbehorende onderzoeksrapporten ter inzage gelegen. De zienswijze is daarom niet gegrond.

Ad 6 Nodig is een beoordeling van Welstand voor de afwijking van de bouwvergunning (hoogte en aanwezigheid dakcondensors) De Welstandscommissie heeft geadviseerd, dat de afwijking van de bouwvergunning voldoet aan redelijke eisen van welstand in haar advies van 28 juli 2008, met dien verstande dat geadviseerd is de bestaande hoge dakrand door te trekken. Ons college ziet geen aanleiding om dit advies in twijfel te trekken. De zienswijze is daarom niet gegrond.

Ad 7 Geluidsrapportage is niet op alle punten correct: Er is sprake van 3 condensors op het nieuwe koelhuis en 8 condensors op verschillende daken van bestaande bebouwing, niet van 8 of 10, zoals in de zienswijze wordt gesuggereerd.

5/9

Raad Onderwerp:


Conform de wet milieubeheer is in de berekeningen van het geluidsrapport (akoestisch onderzoek) uitgegaan van een representatieve bedrijfssituatie voor het koelhuis met betrekking tot benutting van de dakcondensors en de niveaus van koeling. Verder zijn op 12 september 2008 aanvullende geluidsmetingen en onderzoek verricht. Uit dat onderzoek blijkt, dat in het ontwerp van het koelhuis zeer veel aandacht is besteed aan energiegebruik. Daarnaast worden de producten (AGF), die worden opgeslagen nooit tot 0 graden gekoeld. Dit is ook niet vereist. Dit maakt dat de compressoren meer draaien dan de condensoren. De condensoren komen één voor één bij na behoefte. Van de nieuwe hal draait de derde condensor nooit. Hierbij gaat het om reservecapaciteit. De tweede draait maar 17% van de eerste. In de RBS zullen de condensorventilatoren nooit 100% van de tijd in werking zijn. De bedrijfsduur waarmee in het akoestisch rapport gerekend is, achten wij dan ook reëel. In het akoestisch onderzoek is aangegeven dat tijdens het laden en lossen de koeling van de vrachtwagens niet in werking is. Daarnaast bestaat bij de laad- en losdocks, die het dichtst bij de d’Oultremontweg 18 zijn gelegen de mogelijkheid voor twee geparkeerde vrachtwagens elektrische koeling toe te passen. Gedurende deze periode is de koeling van de vrachtwagens een kwart van de tijd in werking. Dit is ook conform de representatieve bedrijfssituatie. Ook voor dit deel zijn op 12 september aanvullende metingen gedaan. Uit de metingen blijkt, dat de door SIGHT gehanteerde bronsterkten in de rapportage gelijk of lager zijn dan de bronsterkten, die gemeten zijn op 18 september 2008. De akoestische rapportage geeft dus geen onderschatting van de te verwachten geluidsniveaus. Ter controle zijn tevens immissiemetingen uitgevoerd voor de gevel van de woning op nummer 18. Uit de metingen blijkt, dat er geen onderschatting van het geluidsniveau plaatsvindt in het onderzoek van SIGHT. Het onderhavige bedrijf valt onder het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) en is niet vergunningplichtig. Op grond van het Activiteitenbesluit kan de gemeente maatwerkvoorschriften stellen. In september/oktober 2009 zal de gemeente een procedure starten voor het stellen van maatwerkvoorschriften. Daarin zullen de volgende maatwerkvoorschriften worden opgenomen:  De oostelijke inrit mag in de avond- en nachtperiode niet gebruikt worden voor verkeersbewegingen van vrachtwagens. Dit is als gevolg van de berekeningen in het akoestisch rapport.  Op het terrein van de inrichting mogen vrachtwagens geen gebruik maken van de achteruitsignalering. Dit wordt expliciet gesteld in een maatwerkvoorschrift. In het akoestisch rapport is aangegeven dat er geen achteruitsignalering wordt gebruikt en in de berekeningen is dit niet meegenomen. Kivits Drunen BV rijdt alleen met DAF vrachtwagens zonder achteruitrijdsignalering. Dit is de reden waarom in de berekening, conform de representatieve bedrijfssituatie, geen rekening is gehouden met achteruitrijdsignalering.  Op het terrein van de inrichting mag de koeling van de vrachtwagens, die werkt op de motor van de vrachtwagen, niet in werking zijn. In het akoestisch rapport is voor de berekeningen aangegeven dat de koeling van de vrachtwagens niet in werking is. Vrachtwagens maken eventueel gebruik van elektrische koeling. Deze elektrische koeling is 25% van de tijd in werking. Het betreft hier niet de koeling van de vrachtwagen op de motor. De zienswijze is daarom niet gegrond. Samenvattend kan worden gesteld, dat de ingediende zienswijze niet gegrond is en dat op basis daarvan geen aanleiding bestaat het plan aan te passen. Er is dan ook geen 6/9

Raad Onderwerp:


aanleiding om af te zien van verdere medewerking. Het plan past binnen het provinciale en gemeentelijke beleid.

Afweging: Bij het constateren van een afwijking van de verleende bouwvergunning moet de gemeente onderzoeken of de afwijking te legaliseren is. Legalisatie is mogelijk middels het verlenen van een vrijstelling van het bestemmingsplan conform art 19 lid 1 WRO. Er zijn geen stedenbouwkundige of andere bezwaren tegen de legalisatie. Voor het plan kan op de eerste plaats het Structuurplan bedrijventerreinen 2004 als ruimtelijke onderbouwing dienen. Daarnaast is een aanvullende ruimtelijke onderbouwing opgesteld. Aan de hand hiervan voert de gemeente de ruimtelijke toetsing van het plan uit. Hieruit kan worden geconcludeerd, dat het initiatief wordt gesitueerd op een daarvoor geschikte locatie en past binnen het vigerende beleid. De belangen van aangrenzende woningen en bedrijven zijn niet dusdanig in het geding, dat van medewerking zou moeten worden afgezien.

Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel.

Risico's: Voor het planschade risico is een planschaderisico-overeenkomst gesloten tussen Kivits Drunen BV en de gemeente Heusden getekend op 16 oktober 2007.

Procedure: vervolgstappen Het voorstel heeft samen met de aanvullende ruimtelijke onderbouwing, zes weken ter inzage gelegen. Om op grond van artikel 19, lid 1 WRO ten behoeve van de verwezelijking van een project vrijstelling te kunnen verlenen van het geldende bestemmingsplan, moet vooraf van GS een verklaring van geen bezwaar zijn ontvangen. Op grond van artikel 19 lid 1 WRO is de gemeenteraad bevoegd de vrijstelling te verlenen. Bij besluit van 4 november 2008 heeft het college besloten in beginsel medewerking te verlenen en de benodigde procedure te starten. De ingediende zienswijze leidt niet tot onoverkomelijke bezwaren. Daarom stelt het college voor om de verklaring van geen bezwaar aan te vragen bij de provincie Noord-Brabant. Na ontvangst van de verklaring van geen bezwaar van de provincie beslist het college over de vrijstelling.

Voorbereidingsbesluit Omdat het bestemmingsplan jonger is dan 10 jaar is voor het verlenen van de medewerking geen voorbereidingsbesluit nodig. Artikel 19 lid 4 WRO is namelijk niet van toepassing.

Advies: Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen. Het college van Heusden, de secretaris, de burgemeester, mr. J.T.A.J. van der Ven drs. H.P.T.M. Willems

7/9

Raad Onderwerp:


Naar aanleiding van de informatievergadering:

BIJLAGEN:

Ruimtelijke onderbouwing

TER INZAGE:

Bodemrapport; Akoestisch rapport; Aanvullende geluidsmeting.

8/9

Raad Onderwerp:


BESLUIT De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 29 september 2009; gezien het voorstel van het college van 18 augustus 2009; gelet op WRO artikel 19 lid 1; besluit: om de Verklaring van Geen Bezwaar aan te vragen bij de Provincie Noord-Brabant voor de bouw van een bedrijfshal aan de d’Oultremontweg 16 te Elshout;

de griffier,

de voorzitter,

mw. drs. E.J.M. de Graaf

drs. H.P.T.M. Willems

9/9

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING BEDRIJFSHAL d’OULTREMONTWEG 16 ELSHOUT Gemeente Heusden Projectnummer RO/WW/2008.002 Definitieve versie Breda, juni 2008

Opdrachtgever Siro Beheer B.V. d’Oultremontweg 16 5154 PD Elshout Auteur mr. R.S. Bos

Architect Bouwkundig ontwerp- en tekenburo Van Galen B.V. Grotestraat 264 5142 CC Waalwijk

INHOUDSOPGAVE

I.

INLEIDING

3

1.1 1.2 1.3

Aanleiding Noodzaak van de aangewezen projectprocedure Leeswijzer

3 3 3

II.

BELEIDSKADER

5

2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.2 2.2.1 2.3 2.3.1 2.3.2 2.4 2.4.1 2.5 2.5.1 2.5.2 2.6 2.6.1 2.7 2.7.1

Ruimtelijk Europees en nationaal Provinciaal Gemeentelijk Bedrijvigheid Gemeentelijk Cultuurhistorie en archeologie Europees en nationaal Provinciaal Milieu Europees en nationaal Water Europees, nationaal, provinciaal en regionaal Gemeentelijk Natuur- en ecologie Europees en nationaal Verkeer Gemeentelijk

5 5 5 8 9 9 11 11 12 13 13 15 15 16 17 17 18 18

III.

GEBIEDSPROFIEL

19

3.1 3.2 3.3

Schets van Elshout In de omgeving aanwezige waarden en functies Infrastructuur en bedrijvigheid

19 20 20

IV.

PROJECTPROFIEL

22

4.1 4.2 4.3

Planbeschrijving Perceel inrichting Ontsluiting en parkeren

22 23 23

V.

REALISERINGS- EN UITVOERINGSASPECTEN

25

5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7

Bodem Water Luchtkwaliteit Industrielawaai Wegverkeerslawaai Externe veiligheid Milieuaspecten bedrijven

25 25 28 29 30 31 32

Ruimtelijke onderbouwing d’Oultremontweg 16 Elshout

1

5.8 5.9 5.10 5.11 5.12

Kabels en leidingen Flora en fauna Cultuurhistorie en archeologie Mobiliteit en parkeren Economische uitvoerbaarheid

34 34 38 39 39

VI.

MOTIVERING EN PROCEDURE

40

6.1 6.2 6.3

Motivering Zienswijzen Conclusie

40 40 40

BIJLAGEN Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7

Kadastrale kaart Informatietekeningen project 070311 Plankaart, voorschriften en bijlage Staat van Bedrijven bestemmingsplan Bedrijvenpark Meeuwaert Bouwvergunning nummer 8684BWAV0001 Ontheffing van de Keur oppervlaktewateren waterschap Aa en Maas 2006 registratienummer 07/13117 Werktekening infiltratiesysteem project 070311 Notitie externe veiligheid van 4 juni 2008

APARTE BIJLAGEN Bijlage 8 Bijlage 9 Bijlage 10

Bodemrapportage van medio 2007 Akoestisch onderzoek industrielawaai van 10 juni 2008 Luchtkwaliteit onderzoek van 3 juni 2008


2

I.

INLEIDING

1.1

Aanleiding Siro Beheer BV wil een bedrijfshal realiseren aan de d’Oultremontweg 16 in Elshout, gemeente Heusden. Hiervoor is medio 2007 een bouwvergunning verleend welke als bijlage bij deze ruimtelijke onderbouwing is gevoegd. Omdat de hal hoger is uitgevallen dan op grond van de bouwvergunning is toegestaan, dient het bouwwerk middels vrijstelling ex artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) te worden gelegaliseerd. Ook voor een drietal luchtgekoelde condensatoren op het dak van de hal dient vrijstelling te worden verleend. Het realiseren van de bedrijfshal met op het dak luchtgekoelde condensatoren op het perceel, kadastraal bekend gemeente Drunen, sectie K, nrs. 2005, 2413 en 2414, is in strijd met het vigerende bestemmingsplan Bedrijvenpark Meeuwaert. De gronden hebben de bestemming Bedrijventerrein. De in de hal beoogde bedrijfsactiviteiten vallen onder het toegestane gebruik. Het gebouw met de luchtgekoelde condensatoren op het dak overschrijdt de maximaal toegestane bouwhoogte. Voor de overschrijding van de bouwhoogte wil het college van burgemeester en wethouders aan een vrijstellingsprocedure medewerking verlenen. Het college staat positief tegenover het plan.

1.2

Noodzaak van de aangewezen projectprocedure De realisatie van het project van Siro Beheer BV is mogelijk nadat vrijstelling van het bestemmingsplan Bedrijvenpark Meeuwaert is verleend. Op grond van artikel 19 lid 2 WRO kunnen burgemeester en wethouders voor de overschrijding van de toegestane bouwhoogte vrijstelling verlenen van het vigerende bestemmingsplan. Krachtens de regeling Categorieën van gevallen ex artikel 19, lid 2, WRO provincie Noord-Brabant 2006 mag op gronden gelegen binnen een bedrijfsterrein met een bestemming bedrijfsdoeleinden met toepassing van artikel 19 lid 2 WRO vrijstelling worden verleend voor het realiseren of uitbreiden van een bedrijfsgebouw ten behoeve van een bedrijf behorend tot de milieucategorie III en hoger. Hieraan voldoet het project. Het betreft de nieuwbouw van een bedrijfshal ten behoeve van het bedrijf met de milieucategorie 3. De gronden binnen het bedrijvenpark Meeuwaert hebben de bestemming Bedrijfsdoeleinden. Deze vrijstelling ex artikel 19 lid 2 WRO kan alleen worden verleend, indien de vrijstelling voldoet aan de algemene voorwaarden van bedoelde regeling. Dit is het geval, zoals uit deze vrijstelling blijkt.

1.3

Leeswijzer Een goede ruimtelijke onderbouwing is noodzakelijk om vrijstelling van het bestemmingsplan Bedrijvenpark Meeuwaert te krijgen. De opbouw van deze ruimtelijke onderbouwing is als volgt: -

In het tweede hoofdstuk worden de met het project samenhangende beleidsaspecten besproken.


3

-

In het derde en vierde hoofdstuk komen het gebiedsen projectprofiel aan de orde. Realiserings- en uitvoeringsaspecten worden besproken in het vijfde hoofdstuk. Uiteindelijk wordt in het laatste hoofdstuk de motivering voor de vrijstelling gegeven.

Bij deze ruimtelijke onderbouwing zijn een aantal bijlagen gevoegd: de kadastrale kaart, de informatietekeningen project 070311, de plankaart en voorschriften van het vigerende bestemmingsplan Bedrijvenpark Meeuwaert, de bouwvergunning 8684BWAV0001, de ontheffing van de Keur oppervlaktewateren Aa en Maas registratienummer 07/13117, en de werktekening infiltratiesysteem project 070311. Als aparte bijlagen zijn de volgende bijlagen gevoegd: de bodemrapportage, het akoestisch onderzoek industrielawaai, het luchtkwaliteit onderzoek en de notitie externe veiligheid


4

II.

BELEIDSKADER In dit hoofdstuk wordt het voor het plangebied relevante Europees en nationaal, provinciaal en gemeentelijk beleidskader weergegeven.

2.1

Ruimtelijk

2.1.1 Europees en nationaal Nota Ruimte De Nota Ruimte beschrijft het nationaal ruimtelijk beleid tot 2020 met een doorkijk naar 2030. De nota is op 17 januari 2006 door de Eerste Kamer goedgekeurd en daarmee definitief van kracht geworden. De kern van het nationaal ruimtelijk beleid ligt in het toepassen van efficiënte manieren om met de ruimte om te gaan. Hoofddoel is om op een duurzame en efficiënte wijze ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak dat in Nederland ter beschikking staat. Hierbij staan vier algemene doelen centraal: -

versterking van de internationale concurrentiepositie; bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland; borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden; borging van de veiligheid.

Voor de gemeente Heusden is het beleid ter bevordering van krachtige steden en het streven naar een vitaal platteland van groot belang. Het streven naar een vitaal en aantrekkelijk landelijk gebied staat in relatie met het streven naar vitale en aantrekkelijke steden. In dat licht kiest de nota voor voortzetting van het beleid van bundeling van verstedelijking en economische activiteit. Dit betekent dat nieuwe bebouwing grotendeels geconcentreerd tot stand komt, bij voorkeur in het bestaand bebouwd gebied. Het streven is erop gericht dat 40% van het totale uitbreidingsprogramma voor wonen en werken daar tot stand komt. De nieuwe bouwopgave dient daarnaast zoveel mogelijk gerealiseerd te worden in de bundelingsgebieden (stedelijke regio’s). Het stedelijke gebied van de gemeente Heusden vormt samen met Waalwijk, ’s-Hertogenbosch en Oss (Waalboss) één van de drie bundelingsgebieden van Noord-Brabant. De ontwikkeling waarvoor vrijstelling wordt gevraagd past binnen de in de nota uiteengezette uitgangspunten. 2.1.2 Provinciaal In het streekplan Noord-Brabant 2002 wordt het provinciaal beleid ten aanzien van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de provincie Noord-Brabant tot 2020 weergegeven. Heusden is zowel gelegen in de stedelijke regio Waalboss als in de landelijke regio Groot Langstraat. De streekplanuitwerkingen voor deze regio’s leggen de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen vast.


5

Streekplan Noord-Brabant 2002 Het hoofddoel van het streekplan is zorgvuldig ruimtegebruik. Dit houdt in dat een sterk accent wordt gelegd op inbreiden en herstructureren, intensiveren en meervoudig ruimtegebruik. Om dit hoofddoel te realiseren hanteert de provincie vijf leidende principes: 1. 2. 3. 4. 5.

Meer aandacht voor de onderste lagen. Zuinig ruimtegebruik. Concentratie van verstedelijking. Zonering van het buitengebied. Grensoverschrijdend denken en handelen.

Deze visie is geconcretiseerd in beleidslijnen voor het provinciale handelen gedurende de looptijd van het plan (tot 2012). Deze beleidslijnen vormen het toetsingskader op grond waarvan gemeentelijke ruimtelijke plannen zoals bestemmingsplannen en vrijstellingen en regionale ruimtelijke plannen worden beoordeeld. Zuinig ruimtegebruik De groei en spreiding van het stedelijk ruimtebeslag moet worden afgeremd. Tegelijkertijd moeten nieuwe ontwikkelingen op een geconcentreerde wijze vorm krijgen. Dit betekent dat bij het zoeken naar ruimte om te voorzien in de behoeften op het vlak van wonen, werken en voorzieningen de mogelijkheden binnen de bestaande bebouwde ruimte zo goed mogelijk moeten worden benut. Zowel in de stedelijke als de landelijke regio’s moet het accent liggen op inbreiden en herstructureren. Ook moet aandacht worden besteed aan de mogelijkheden die compacte bouwwijzen bieden om het ruimtegebruik te intensiveren. Bestaande, nieuwe of te herontwikkelen ruimte moet intensiever worden benut, zodat nieuw stedelijk ruimtebeslag wordt voorkomen of beperkt. Het zorgvuldig omgaan met de ruimte mag natuurlijk niet ten koste gaan van maar moet aansluiten bij de specifieke ruimtelijke karakteristieken en kwaliteiten ter plaatse. De provincie acht het belangrijk dat het bedrijfsleven in Brabant zich (verder) kan ontwikkelen en dat in de verwachte ruimtetoename wordt voorzien. Tegelijkertijd vindt de provincie dat deze ruimtebehoefte aan bedrijventerreinen niet alleen op uitbreidingslocaties wordt gerealiseerd. Nieuw stedelijk ruimtebeslag dient beperkt te blijven door bestaande bedrijventerreinen intensiever te benutten en verouderde bedrijventerreinen te herstructureren en het ruimtegebruik op nieuwe (uitbreidings)locaties te intensiveren. Concentratie van verstedelijking Het streekplan onderstreept het doel om landelijk gebied open te houden en steden ook echte steden te laten worden. Om dit te faciliteren onderscheidt de provincie in het streekplan vijf stedelijke regio’s en vijftien landelijke regio’s. Binnen stedelijke regio’s liggen er mogelijkheden voor verdere verstedelijking. Stedelijke regio’s moeten zich tot complete stedelijke gebieden ontwikkelen, waarbinnen ook belangrijke groene en open gebieden de ruimte moeten krijgen. In landelijke regio’s staat het voorkomen van verdere aantasting van het buitengebied centraal. Er is ruimte voor zoveel woningen als nodig voor de natuurlijke bevolkingsgroei en lokaal of regionaal gebonden kleinschalige en middelgrote bedrijvigheid. Grote, bovenlokale bedrijvigheid dient zich te Ruimtelijke onderbouwing d’Oultremontweg 16 Elshout

6

concentreren in de stedelijke regio’s en in enkele regionale bedrijventerreinen in de landelijke regio’s. Op onderstaande uitsnede van de plankaart van het streekplan is te zien dat het plangebied als bebouwing is aangewezen.

(bron: plankaart Streekplan Noord-Brabant, 2002) Uitwerkingsplan Waalboss Het streekplanbeleid voor de regio’s Waalboss en Groot Langstaat is uitgewerkt in twee documenten: de uitwerkingsplannen Waalboss en Groot- Langstraat. De plannen zijn op 21 december 2004 door GS vastgesteld. In de uitwerkingsplannen is aan de aspecten van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik concreet invulling gegeven. Met het uitwerkingsplan Waalboss wordt de verstedelijkingsopgave zoals verwoord in het streekplan nader vormgegeven. E ruimtelijke ontwikkelingen voor de stedelijke regio Waalboss zijn tot 2015 vastgelegd, met een doorkijk naar 2020. Er zijn zes uitgangspunten geformuleerd: 1. 2. 3. 4. 5. 6.

Versterken van de stedelijkheid op de dekzandrug. Behouden van de landschappelijke structuur. Optimaliseren van bestaand stedelijk gebied. Versterken ecologisch en watersysteem. Benutten economische en infrastructurele potenties. Versterken stedelijke structuren.

Het plangebied aan de d’Oultremontweg 16 in Elshout ligt in de stedelijke regio Waalboss. Binnen de stedelijke regio’s dient het belangrijkste deel van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van wonen, werken en infrastructuur gesitueerd te worden.


7

(bron: Provincie Noord-Brabant, Uitwerkingsplan Waalboss, 2004) 2.1.3 Gemeentelijk Bestemmingsplan Bedrijvenpark Meeuwaert De locatie aan de d’Oultremontweg 16 ligt in het plangebied van het vigerende bestemmingsplan Bedrijvenpark Meeuwaert. Dit bestemmingsplan is door de gemeenteraad vastgesteld op 3 juli 2001 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant op 19 februari 2002. De plankaart en de voorschriften zijn als bijlage aan deze ruimtelijke onderbouwing toegevoegd. De gronden aan de d’Oultremontweg 16 hebben de bestemming Bedrijventerrein (artikel 5). Functioneel De initiatiefnemer wil een bedrijfshal realiseren aan de d’Oultremontweg 16 in Elshout. De bedrijfsactiviteiten passen binnen de aan de gronden gegeven bestemming Bedrijventerrein. Op deze gronden zijn bedrijven die voorkomen onder de categorieën 1 tot en met 3 van de bij de voorschriften behorende Staat van Bedrijven toegestaan. De inrichting valt onder categorie 3.1 van deze Staat van Bedrijven, namelijk Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en comsumptieaardappelen. Ruimtelijk De bouw van de bedrijfshal voldoet niet aan de bebouwingsregeling. De gooten bouwhoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan de op de plankaart aangegeven gooten bouwhoogte. De gooten bouwhoogte overschrijdt de maximale gooten bouwhoogte van 9 meter. In artikel 10 van het bestemmingsplan is een algemene vrijstellingsmogelijkheid opgenomen ten behoeve van het afwijken van de op de plankaart gegeven gooten bouwhoogte met maximaal 10%. Hiervan is gebruik gemaakt en is vrijstelling


8

en bouwvergunning verleend voor de bouw van het bedrijfspand tot een hoogte van 9,90 meter. De gooten bouwhoogte van de huidige bouwmassa bedraagt echter meer dan 9,90 meter. Conclusie De gooten bouwhoogte voldoet niet aan de bouwvoorschriften van het vigerende bestemmingsplan. De bedrijfshal is enkel realiseerbaar door een afzonderlijke vrijstellingsprocedure ex artikel 19 WRO te volgen.

Planlocatie (bron: plankaart vigerend bestemmingsplan) 2.2

Bedrijvigheid

2.2.1 Gemeentelijk Structuurplan bedrijventerreinen 2004 De gemeente heeft een Structuurplan bedrijven opgesteld. In dit plan worden de locaties uit de StructuurvisiePlus 1998 opnieuw beoordeeld op hun geschiktheid voor diverse soorten bedrijvigheid. Ook worden in dit plan enkele behoeftecijfers genoemd. Daarbij wordt gerefereerd aan het onderzoek ‘Marktverkenning Het Hoog’, waarin een ruimtebehoefte van circa 50 tot 55 ha. nieuw bedrijventerrein is geconstateerd. Voor de verdere groei van het areaal aan bedrijventerrein, zal voornamelijk het DRS en de gemeentelijke ambitie bepalend zijn en in mindere mate de vraag. In relatie tot de StructuurvisiePlus 1998: groene-eenheid Het Structuurplan bedrijventerreinen geeft een analyse van de StructuurvisiePlus Heusden: groene drie-eenheid, voor zover de visie het toekomstige beleid ten aanzien van bedrijven omvat. Ruimtelijke onderbouwing d’Oultremontweg 16 Elshout

9

In de gemeente is een grote variatie aan bedrijvigheid te vinden, wat tot uiting komt in een diversiteit aan bedrijventerreinen. Het aanbod aan bedrijven varieert van kleine bedrijfjes in de verschillende kernen van de gemeente tot enkele grootschalige bedrijven op verschillende locaties in de gemeente. De meeste bedrijvigheid is te vinden in de zone rond de A59 (zie onderstaande figuur).

(bron: Structuurplan bedrijventerreinen gemeente Heusden) Nieuwe locaties voor bedrijventerreinen dienen volgens de StructuurvisiePlus bij voorkeur te worden gesitueerd op locaties waar de randvoorwaarden en potenties het meest gunstig zijn, zoals de zone langs de A59. Deze zone wordt zeer geschikt geacht vanwege de nabijheid van woongebieden en daarmee werkgelegenheid en de aansluiting op het landelijk wegennet. Ook kan aangesloten worden op bestaande bedrijventerreinen waardoor een zekere mate van concentratie kan ontstaan. Bovendien gaat het in deze zone veelal om zichtlocaties wat gunstig is voor de presentatie van de bedrijven naar de omgeving. Vanwege deze kwaliteiten wordt de zone langs de A59 universeel inzetbaar geacht voor zowel de sector transport en logistiek, als voor meer arbeidsintensieve bedrijfsactiviteiten. In de StructuurvisiePlus wordt uitgegaan van het realiseren van nieuwe locaties voor uitsluitend locale bedrijvigheid. Deze locale bedrijvigheid dient naar aard, schaal en omvang te passen bij de gemeente c.q. de kern. Nieuwe bedrijven dienen in omvang dan ook beperkt te zijn tot ca. 5.000 m2. Daarbij is uitgangspunt dat op elk tijdstip een voldoende gedifferentieerd aanbod aan bedrijventerrein ten behoeve van de locale bedrijvigheid beschikbaar dient te zijn voor nieuwvestiging, uitbreidingen en verplaatsingen.


10

Voor de bedrijvigheid wordt in de StructuurvisiePlus een aantal locaties genoemd, welke voor uitbreiding in aanmerking kunnen komen. Ook bedrijventerrein Meeuwaert kan uitgebreid worden met bedrijven waarbij aandacht voor plaatsing in een strak landschappelijk kader noodzakelijk geacht wordt. Locale bedrijvigheid moet een plaats krijgen op dit bedrijventerrein. Vanwege de ligging in de nabijheid van de A59 alsmede van woongebieden en vanwege de aard van de aanwezige bestaande bedrijven is deze locatie zeer geschikt voor locale bedrijvigheid. Deze locatie zou dan ook gereserveerd moeten blijven voor kleinschalige, locale bedrijvigheid. Beleid ten aanzien van bedrijvigheid in Heusden In de StructuurvisiePlus is voor de toekomstige uitbreidingsruimte uitgegaan van uitsluitend een locale ruimtehoefte waarbij voor meer grootschalige bedrijven geen plaats is in de gemeente. In het uitwerkingsplan Waalboss wordt echter uitgegaan van een regionale ruimtebehoefte voor bedrijven van circa 490 ha. in de totale regio. Een deel van deze ruimte voor regionale bedrijvigheid zal gevonden moeten worden in de gemeente Heusden. Het beleid is er op gericht bedrijventerreinen en bedrijfslocaties binnen de gemeente te segmenteren. Middels segmentering kunnen verschillende typen bedrijventerreinen c.q. bedrijfslocaties worden vormgegeven voor de vestiging van verschillende doelgroepen. Grootschalige en/of milieuhinderlijke bedrijfsactiviteiten horen uit het oogpunt van segmentering niet thuis op (vrijkomende) bedrijfslocaties resp. de meer kleinschalige bedrijventerreinen in de bestaande woonkernen. Dergelijke locaties zoals ook het bedrijventerrein Meeuwaert zijn ruimtelijk en functioneel meer geschikt voor het vestigen van meer kleinschalige en niet-milieuhinderlijke bedrijfsactiviteiten. 2.3

Cultuurhistorie en archeologie

2.3.1 Europees en nationaal Verdrag van Valletta (Malta) Het Europees Verdrag van Valletta (1992), ook wel het Verdrag van Malta genoemd, beoogt het cultureel erfgoed dat zich in de bodem bevindt beter te beschermen. Het gaat bijvoorbeeld om grafvelden, gebruiksvoorwerpen en resten van bewoning. Op iedere plaats in de bodem kan dit soort erfgoed zich bevinden. Vaak werden archeologen laat bij de ontwikkeling van plannen betrokken. Hierdoor werd de aanwezigheid van archeologische waarden vaak pas ontdekt als projecten al in volle gang waren. Om het bodemarchief beter te beschermen en om onzekerheden tijdens de bouw van bijvoorbeeld woningen of woonwijken te beperken, wordt het verplicht vooraf onderzoek te doen naar de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden. Uitgangspunt van het Verdrag van Valletta is dat het archeologisch erfgoed al voordat het tot monument is verklaard, integrale bescherming nodig heeft en krijgt. De wet op de archeologische monumentenzorg Op 1 september 2007 is de Wet op de archeologische monumentenzorg in werking getreden. Hiermee zijn de uitgangspunten van het Verdrag van Malta binnen de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. De wet regelt de bescherming van Ruimtelijke onderbouwing d’Oultremontweg 16 Elshout

11

archeologisch erfgoed in de bodem, de inpassing ervan in de ruimtelijke ontwikkeling en de financiering van opgravingen: ‘de veroorzaker betaalt’. Het wordt verplicht om in het proces van ruimtelijke ordening tijdig rekening te houden met de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden. Op die manier komt er ruimte voor de overweging van archeologievriendelijke alternatieven. Rijk, provincies en gemeenten (laten) bepalen welke archeologische waarden bedreigd worden bij ruimtelijke ordeningsplannen. Tijdens de voorbereiding van deze plannen is (vroeg)tijdig archeologisch (voor)onderzoek belangrijk. De keuze voor een andere bouwlocatie voorkomt de verstoring van belangrijke bodemvondsten. Als dit geen optie is, bestaat de mogelijkheid om binnen de bouwlocatie zelf naar een archeologievriendelijke aanpak te streven. In het uiterste geval wordt een archeologische opgraving uitgevoerd. 2.3.2 Provinciaal Cultuurhistorische Waardenkaart De provincie Noord-Brabant heeft een Cultuurhistorische Waardenkaart voor Noord-Brabant (CHS) opgesteld. De CHS geeft een overzicht van cultureel erfgoed in de provincie op de gebieden archeologie, landschap en nederzettingen. Archeologie Voor het plangebied is de archeologische verwachtingswaarde laag. Dit betekent dat een archeologisch onderzoek in het kader van de beoogde ontwikkeling in principe niet noodzakelijk is.

(bron: Cultuurhistorische Waardenkaart Noord-Brabant) In § 5.10 is omschreven wat dit voor de onderhavige planlocatie betekent.


12

2.4

Milieu

2.4.1 Europees en nationaal Wet luchtkwaliteit In Nederland gelden regels voor luchtkwaliteit. Tot voor kort stonden deze in het Besluit Luchtkwaliteit 2005. Op 15 november 2007 is een nieuw wettelijk stelsel van kracht geworden. De hoofdlijnen zijn te vinden in hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer (Wm). Omdat titel 2 handelt over luchtkwaliteit staat de nieuwe titel 2 bekend als de Wet luchtkwaliteit. De uitvoeringsregels behorend bij de wet zijn vastgelegd in Algemene Maatregelen van Bestuur en Ministeriële Regelingen die gelijktijdig met de Wet luchtkwaliteit in werking zijn getreden. De aanleiding daartoe is de maatschappelijke discussie die ontstond als gevolg van de directe koppeling tussen ruimtelijke ordeningsprojecten en luchtkwaliteit. Deze koppeling had tot gevolg dat veel geplande (en als noodzakelijk of gewenst ervaren) projecten geen doorgang konden vinden in overschrijdingsgebieden. Bovendien moest voor ieder klein project met betrekking tot luchtkwaliteit een uitgebreide toets gedaan worden. Met de nieuwe Wet luchtkwaliteit wil de overheid zowel de verbetering van de luchtkwaliteit bewerkstelligen als ook de gewenste ontwikkelingen in de ruimtelijke ordening doorgang laten vinden. Een belangrijk verschil met het Besluit luchtkwaliteit 2005 is dat de nieuwe regelgeving een flexibele koppeling kent tussen ruimtelijke activiteiten en gevolgen voor de luchtkwaliteit. Projecten die ‘niet in betekenende mate bijdragen’ aan de luchtverontreiniging, hoeven niet meer afzonderlijk getoetst te worden aan de grenswaarden voor de buitenlucht. Projecten die wel in betekenende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging, zullen in principe zijn opgenomen in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Kenmerk van het NSL is dat het een pakket aan generieke en locatiespecifieke maatregelen bevat die ervoor zorgen dat alle negatieve effecten van de geplande ruimtelijke ontwikkelingen worden gecompenseerd en die er voor zorgen dat alle huidige overschrijdingen worden opgelost. In het NSL worden de effecten van projecten die ‘niet in betekenende mate bijdragen’ verdisconteerd in de autonome ontwikkeling. Het NSL omvat dus alle cumulatieve effecten van (ruimtelijke) activiteiten op de luchtkwaliteit. Het begrip ‘niet in betekenende mate’ (NIBM) speelt dus een belangrijke rol in de nieuwe regelgeving en is uitgewerkt in het Besluit niet in betekenende mate bijdragen en de Regeling niet in betekenende mate bijdragen. Het Besluit en de Regeling maken onderscheid in de situatie vóór en na de definitieve vaststelling van het NSL. Het Besluit NIBM Deze AMvB legt vast, wanneer een project niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentratie van een bepaalde stof. Een project is NIBM, als aannemelijk is dat het project een toename van de concentratie veroorzaakt van maximaal 3%. De 3% grens wordt gedefinieerd als 3% van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van fijn stof (PM10) of stikstofdioxide (NO2). Dit komt overeen met 1,2 microgram/m3 voor zowel fijn stof en NO2. De 3% grens is van toepassing, vanaf het moment dat het NSL definitief is vastgesteld. In de periode tussen de inwerkingtreding van het Besluit NIBM en de Ruimtelijke onderbouwing d’Oultremontweg 16 Elshout

13

definitieve vaststelling van het NSL wordt een NIBM-grens gehanteerd van 1%. Dit staat gelijk aan 0,4 microgram/m3. De systematiek voor het bepalen of een project NIBM is, is vóór en na de inwerkingtreding van het NSL gelijk. Als de 1% of 3% grens voor PM10 of NO2 niet wordt overschreden, dan hoeft geen verdere toetsing aan grenswaarden plaats te vinden. De Regeling NIBM Deze Ministeriële Regeling geeft voor een aantal soorten van projecten een (getalsmatige) invulling aan de NIBM-grens. Het gaat daarbij om woningbouwprojecten, kantoorprojecten en enkele inrichtingen (bijv. landbouwinrichtingen). Als een project binnen de begrenzing van de Regeling NIBM valt, dan is geen verdere toetsing aan de grenswaarden nodig. Het project geldt als een NIBM-project en kan doorgaan zonder dat extra maatregelen worden genomen. Er is dan geen luchtkwaliteitonderzoek nodig. Andere aspecten van de nieuwe regelgeving worden in de volgende uitvoeringsregelingen uitgewerkt: De Regeling projectsaldering luchtkwaliteit 2007 (en bijbehorende Handreiking Projectsaldering). De Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 (en de Handreiking Meten en rekenen luchtkwaliteit). Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Het toekomstige Besluit gevoelige bestemmingen, op grond van artikel 5.16a Wm. In § 5.3 is aangegeven wat de consequenties voor het plangebied zijn op het gebied van de luchtkwaliteit. Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen Het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) is sinds 27 oktober 2004 van kracht. Het besluit verplicht gemeenten risicovolle situaties van inrichtingen ten opzichte van kwetsbare bestemmingen binnen 3 jaar te saneren als het plaatsgebonden risico hoger is dan 10¯6 voor 2010. Wat betreft het groepsrisico wordt een motiveringsplicht wettelijk geregeld. Krachtens het BEVI moeten alle besluiten in het kader van de Wet milieubeheer en de Wet op de Ruimtelijke Ordening integrale aspecten van externe veiligheid afwegen. In § 5.6 is aangegeven wat de consequenties voor het plangebied op het gebied van de externe veiligheid zijn. Geluid Geluid kan op meerdere niveaus spelen. Op grond van de wet geluidhinder worden er eisen gesteld aan het geluid op de gevels van geluidgevoelige objecten zoals woningen. Anderzijds gelden er normen voor industrielawaai waaraan bedrijven moeten voldoen. Wet milieubeheer en Activiteitenbesluit Normen voor industrielawaai zijn niet direct terug te vinden in de Wet milieubeheer. Geluidnormen zijn opgenomen in artikel 8.40 amvb’s en individuele milieuvergunningen. Op de inrichting is het Activiteitenbesluit van toepassing. In § 5.4 is aangegeven wat de consequenties voor het plangebied op het gebied van het industrielawaai zijn. Ruimtelijke onderbouwing d’Oultremontweg 16 Elshout

14

Wet geluidhinder De wetten en regels voor het bestrijden en voorkomen van geluidshinder ten gevolge van wegverkeer, railverkeer en industrie zijn sinds het eind van de jaren zeventig vastgelegd in de Wet geluidhinder. Hierin staat bijvoorbeeld wanneer de geluidbelasting moet worden getoetst. Voor wegverkeer is dit o.a. bij de aanleg van een nieuwe weg, de bouw van nieuwe woningen en wanneer er wijzigingen aan de weg plaatsvinden. Daarnaast is vastgelegd hoeveel decibel geluid in deze situaties zijn toegestaan. Wanneer een overschrijding van de norm wordt geconstateerd bij de toetsing, moeten er maatregelen worden getroffen om de geluidbelasting terug te brengen. De akoestische berekeningen moeten voldoen aan de regels die zijn vastgelegd in Reken- en Meetvoorschriften. In § 5.5 is aangegeven wat de consequenties voor het plangebied op het gebied van het wegverkeerslawaai zijn. 2.5

Water

2.5.1 Europees, nationaal, provinciaal en regionaal De laatste jaren zijn diverse beleidsnota’s verschenen op Europees, landelijk, provinciaal en regionaal niveau die een directe invloed hebben op het waterbeleid in Heusden. Beleid en kaders op Europees en nationaal niveau zijn bijvoorbeeld te vinden in de Europese Kaderrichtlijn Water, de KRW implementatiewet, de 4e Nota Waterhuishouding en Waterbeheer 21ste eeuw. Beleid en kaders op provinciaal en regionaal niveau komen we tegen in het Streekplan Noord-Brabant 2002, het Gebiedsplan Wijde Biesbosch, de Structuurvisie+ en het Provinciaal Waterhuishoudingsplan. Op deze plek wordt kort stil gestaan bij enkele van die beleidskaders. Nederland leeft met water, wat inhoud dat water meer ruimte moet krijgen en meer aandacht. In het Nationaal Bestuursakkoord Water van juli 2003 is aangegeven dat er gezamenlijk gewerkt moet worden aan het op orde brengen en houden van het watersysteem. Een veilig en goed bewoonbaar land met gezonde en duurzame vraagt om een andere manier van omgaan met water. De trits vasthouden – bergen – afvoeren, het niet-afwentelen en het schoon houden van schoon water zijn de belangrijkste principes van het Waterbeleid 21ste eeuw (WB21). In het streekplan Noord-Brabant 2002 en de het Gebiedsplan Wijde Biesbosch 2005 wordt dit beleid gevolgd en gesteld dat water een belangrijke plaats in moet nemen in ruimtelijke plannen: water als medesturend, medeordenend principe. Het is de bedoeling dat het water in het stedelijk gebied zo aangelegd en beheerd wordt dat het geen nadelige gevolgen heeft op gronden oppervlaktewater en op lokale en regionale watersystemen. Watertoets Op Europees en nationaal niveau heeft water een eigen plaats gekregen in de ruimtelijke besluitvorming via de verplichte watertoets. Artikel 10 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening 1985 schrijft voor dat burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg plegen met de besturen van


15

bij het plan of de vrijstelling betrokken waterschappen. Deze watertoets vormt een waarborg voor de inbreng van water in de ruimtelijke ordening. Het Waterschap Aa en Maas draagt zorg voor het regionale waterbeheer. Het waterschap heeft een beleidsnota Uitwerking uitgangspunten watertoets opgesteld. Hierin staan de volgende punten centraal: -

Gescheiden houden van vuil water en schoon hemelwater Doorlopen van de afwegingsstappen: hergebruik-infiltratie-buffering-afvoer Hydrologisch neutraal ontwikkelen Water als kans Meervoudig ruimtegebruik Voorkomen van vervuiling Wateroverlastvrij bestemmen

Daarnaast is er de waterkansenkaart. Hierin staat een eerste indruk van de waterhuishoudkundig relevante onderdelen die in de ruimtelijke planontwikkeling aan bod komen. 2.5.2 Gemeentelijk Gemeentelijk rioleringsplan 2004-2008 Begin jaren negentig heeft het Rijk de gemeentelijke zorg voor riolering in de Wet milieubeheer vastgelegd. Iedere gemeente draagt zorg voor de doelmatige inzameling en het doelmatig transport van afvalwater dat vrijkomt bij de binnen haar grondgebied gelegen percelen. Ook moeten gemeenten beschikken over een actueel rioleringsplan waarin staat hoe zij hun zorgplicht voor de riolering uitvoeren en wat zij de komende jaren op dit gebied van plan zijn. In het Gemeentelijk rioleringsplan 2004-4008 (GRP) wordt weergegeven hoe de gemeente haar rioleringstaak de komende jaren vorm wil geven. De opgave van het nieuwe GRP kent (naast het afronden van de maatregelen uit het GRP 19992003) vier speerpunten: 1. Het verbeteren van de kwaliteit van het totale watersysteem door het verbeteren van het functioneren van de gemengde riolering en de sanering van ongezuiverde afvalwaterlozingen. 2. Het anticiperen op de effecten van de veranderingen van het klimaat in WestEuropa. 3. De intentie om het schone hemelwater in het leefgebied te houden in plaats van af te voeren via de riolering (o.a. afkoppelen). 4. Met rioleringsbeleid aan de slag in de openbare buitenruimte. De bestaande en de nog in de toekomst aan te leggen riolering in de gemeente Heusden heeft als enig doel de inzameling en het transport van het afvalwater dat binnen de gemeente vrijkomt. Tot het afvalwater wordt ook gerekend het hemelwater dat niet opnieuw kan worden benut. Bij een doelmatige inzameling en transport kunnen de volgende doelen worden onderscheiden: 1. De inzameling van het binnen het gemeentelijke gebied geproduceerde afvalwater.


16

2. De inzameling van het hemelwater dat niet mag of kan worden gebruikt voor de lokale waterhuishouding. 3. Het transport van het ingezamelde water naar een geschikt lozingspunt. 4. Het voorkomen van ongewenste emissies naar oppervlaktewater, bodem en grondwater. 5. Het voorkomen van overlast voor de omgeving (in de breedste betekenis van het woord). Naast de doelen die betrekking hebben op de technische kant van de riolering is er nog een belangrijke voorwaarde waaraan de instandhouding moet voldoen: 6. Doelmatig beheer en een goed gebruik van de riolering. De consequenties van de voorgenomen ontwikkeling op het gebied van de waterhuishouding zijn in § 5.2 beschreven. 2.6

Natuur en ecologie

2.6.1 Europees en nationaal Vogel- en Habitatrichtlijn Door de Europese Unie zijn richtlijnen uitgevaardigd ter bescherming van bedreigde planten diersoorten in Europa, de zogenaamde Natura 2000-gebieden. De richtlijnen moeten door de lidstaten worden vertaald naar concrete aanwijzingen van gebieden die op grond van deze criteria wettelijke bescherming krijgen. Concrete richtlijnen zijn de Europese Vogelrichtlijn en de Europese Habitatrichtlijn. De uitwerking van deze richtlijnen is voor de Nederlandse situatie ingebed in de Natuurbeschermingswet. De aanwijzing van gebieden tot beschermd natuurgebied in het kader van deze richtlijnen vindt plaats aan de hand van soortenlijsten van zeldzame of bedreigde planten diersoorten. Wanneer in een gebied bepaalde soorten voorkomen of een bepaald percentage van de Europese populatie herbergt, dan komt dit gebied in aanmerking voor plaatsing onder de betreffende richtlijn. Het plangebied bevindt zich niet in of in de directe nabijheid van een Vogelrichtlijngebied of een beschermd natuur- of staatsmonument. Flora- en faunawet De Flora- en faunawet biedt bescherming aan een groot aantal inheemse dieren plantensoorten in Nederland. De werkingssfeer van deze wet is niet beperkt tot of gerelateerd aan speciaal aangewezen gebieden, maar geeft soorten overal in Nederland bescherming. De beschermingsstatus van de inheemse dieren plantensoorten houdt onder meer in dat in geval van voorgenomen activiteiten zoals aanleg van infrastructuur en bouwprojecten, het plangebied moet worden getoetst op de aanwezigheid van beschermde soorten. Indien zich beschermde soorten in het plangebied bevinden, treedt een afwegingskader in werking waarin de natuurwaarden worden gewogen met de voorgenomen plannen. De uitkomst van de natuurtoets kan aanleiding geven om de voorgenomen plannen bij te stellen of de uitvoering aan voorwaarden te verbinden. Ruimtelijke onderbouwing d’Oultremontweg 16 Elshout

17

In alle gevallen dat beschermde waarden door de realisatie van een project worden aangetast, dient een ontheffing van de Flora- en faunawet te worden aangevraagd bij het Ministerie van LNV. Indien ontheffing wordt verleend kunnen aan de projectuitvoering voorwaarden worden verbonden, onder meer ten aanzien van de uitvoering. De resultaten van de natuurtoets zijn opgenomen in § 5.9. 2.7

Verkeer

2.7.1 Gemeentelijk Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan Het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan uit 2001 geeft een totaalvisie op het gebied van verkeer en vervoer. In het GWP zijn hoofdpunten uitgewerkt die van 2000 tot 2010 kaderstellend zullen zijn voor de invulling van het gemeentelijke verkeers- en vervoerbeleid. Op het vlak van het gemotoriseerde verkeer bevinden zich de huidige knelpunten. De hoofdstructuur voor het gemotoriseerde verkeer dient zo te worden vormgegeven, dat de negatieve effecten van het autoverkeer in de vorm van geluidhinder, uitstoot en ruimtebeslag op de verblijfskwaliteit tot een minimum beperkt blijven. Anderzijds dient het economisch functioneren van Heusden niet te worden ingeperkt en dient congestie in de verkeersafwikkeling te worden voorkomen. De gewenste verkeersstructuur binnen de gemeente wordt hoofdzakelijk opgehangen aan een te realiseren parallelstructuur ten zuiden van de A59. Een indeling van het wegennet met aandacht voor de zwakkere verkeersdeelnemers dient ertoe bij te dragen dat het aantal slachtoffers in het verkeer structureel wordt verminderd. Het uitgangspunt is het creëren van zo groot mogelijke aaneengesloten verblijfsgebieden en een beperkt aantal wegen met verkeersfunctie volgens het principe van Duurzaam Veilig. Mobiliteit, infrastructuur en parkeren wordt in § 5.11 besproken.


18

III.

GEBIEDSPROFIEL In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in de fysieke en functionele aspecten van de ruimtelijke structuur van het gebied waarin het planinitiatief is gelegen.

3.1

Schets van Elshout De gronden van de initiatiefnemer liggen op het bedrijvenpark Meeuwaert. Dit bedrijventerrein is gelegen ten zuidoosten van Elshout. Elshout ligt in de gemeente Heusden. De gemeente bevindt zich tussen de gemeente Waalwijk (westzijde), ’s-Hertogenbosch (oostzijde), de Bergse Maas (ten noorden) en de gemeenten Loon op Zand, Tilburg, Haaren en Vught (zuidzijde). Heusden telt elf kernen, waarvan Drunen, Nieuwkuijk en Vlijmen de drie grootste zijn. De kern Heusden geniet landelijke bekendheid als vestigingstadje (aan de Bergse Maas). Een deel van Heusden behoort tot het stedelijk netwerk regio Waalboss (in ieder geval de drie kernen Drunen, Vlijmen en Nieuwkuijk), een ander deel maakt deel uit van het landelijk gebied (Groot-Langstraat).

Omgeving plangebied (bron: Kadaster) De kern Elshout ligt ten noorden van de A59 op de overgang van zand naar klei. Op de zandgronden ten zuiden van Elshout liggen grote kassencomplexen die


19

vervlochten zijn met de kern. Ten noorden bevindt zich de relatieve openheid van het rivierkleilandschap. Elshout is een agrarisch dorp en ontstaan aan de achterkade van een weenontginning. Na inklink en veraarding van het veen kwam een oude dekzandrug weer aan de oppervlakte. Deze rug is lintvormig bebouwd met boerderijen en woningen, waarbij de smalle, diepe erven met boerderijen met korte gevels aan de straatzijde typerend zijn. Elshout is een lintdorp met een strokenverkaveling haaks op het bebouwingslint, welke kenmerkend is voor het slagenlandschap. Met de groei van lintbebouwing heeft in de loop der jaren een sterke verdichting plaatsgevonden. Het aantal waardevolle doorzichten naar het landschap is daardoor sterk gereduceerd. Deze open stukken vormen een essentieel onderdeel van de stedenbouwkundige kwaliteit van een lintdorp als Elshout. Aan de zuidzijde van het lint hebben enkele kleine planmatige uitbreidingen plaatsgevonden, waardoor zich hier een dorpskern met enige voorzieningen heeft ontwikkeld. In het zuidoosten van de kern ligt langs de A59 het relatief grote bedrijventerrein, de Meeuwaert. Tussen de bebouwing in het noorden en de bebouwing in het zuiden van de kern zijn grote open ruimten in de structuur aanwezig waardoor de kern wat gefragmenteerd is. 3.2

In de omgeving aanwezige waarden en functies Het bedrijf is op het bedrijvenpark Meeuwaert gevestigd. Op dit bedrijvenpark zijn bedrijven behorend tot de categorieën 1 tot en met 3 toegestaan. Aan de noordzijde en oostzijde van de planlocatie bevinden zich (agrarisch) landschap en sportvelden. Ten oosten liggen twee woningen aan de d’Oultremontweg 18 en 20. Ten zuiden ligt de A59, welke van de planlocatie gescheiden wordt door een open ruimte.

3.3

Infrastructuur en bedrijvigheid De westflank van de regio Waalboss wordt ontsloten door de A59. Deze rijksweg doorsnijdt de gemeente Heusden. De kernen Drunen en Vlijmen zijn rechtstreeks op de A59 aangesloten. Het bedrijf van de initiatiefnemer Siro Beheer BV heeft dan ook een zeer goede aansluiting op de A59. Via de N267 is de gemeente Heusden aangesloten op de N322 die de A27 bij Nieuwendijk verbindt met de A2 bij Zaltbommel. Ondernemers waarderen de autobereikbaarheid van Heusden bovengemiddeld. Hoewel de ligging van de gemeente aan de A59 een sterk punt is, brengt de doorstroming van het verkeer van de A59 richting de Heusdense kernen en bedrijventerreinen problemen met zich mee. Zo staat het verkeer in de spits vaak vast op de afrit Drunen-Elshout, hetgeen gevaarlijke situaties oplevert. Om de lokale bereikbaarheid te verbeteren is de gemeente bezig met de aanleg van een parallelweg aan de zuidkant van de A59. Deze aanleg verloopt in fasen waardoor het hele proces naar verwachting circa zeven jaar in beslag zal nemen. Het verkrijgen van financiële middelen en weerstand vanuit de kernen vormen een belangrijk bottleneck. Als gevolg van stedelijke ontwikkelingen in Heusden en Waalwijk (onder andere de ontwikkeling van de bedrijventerreinen Het Hoog en Baardwijk Buiten) zal in de toekomst de verkeersdruk op de A59 toenemen. De


20

A59 telt momenteel nogal wat afslagen, die tegen die tijd voor (onnodig) oponthoud zouden kunnen zorgen. Een aantal ervan is bovendien ongelukkig gepositioneerd. Daarom zijn er plannen om de afritten van de A59 tussen Waalwijk en ’s-Hertogenbosch opnieuw te bekijken en waar nodig te herstructureren. Vermoedelijk zullen enkele afslagen worden opgeheven en zal een nieuwe afrit worden aangelegd voor het bedrijventerrein Baardwijk Buiten. Naast de herstructurering van het open afrittenstelsel zal worden bekeken of er behoefte is aan zogenaamde ‘overlegzones’. Dit zijn zones waarin ruimte wordt geboden voor uitbreiding van de infrastructuur (onder andere op plaatsen waar het onderliggend wegennet is aangesloten op het hoofdwegennet).


21

IV.

PROJECTPROFIEL In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in de nieuwbouw van de bedrijfshal. Voor specifieke gegevens wordt verwezen naar de aanvraag bouwvergunning en de aan deze ruimtelijke onderbouwing als bijlagen toegevoegde bouwtekeningen project 070311. Ook de verleende bouwvergunning medio 2007 is als bijlage toegevoegd.

4.1

Planbeschrijving De initiatiefnemer wil een bouwvergunning voor een bedrijfshal met luchtgekoelde condensatoren op het dak op het perceel, kadastraal bekend gemeente Drunen, sectie K, nummer 2413 aan de d’Oultremontweg 16 in Elshout. De kadastrale kaart is bijgevoegd. Voor de bedrijfshal tot een hoogte van 9,90 meter is een bouwvergunning verleend. Het verzoek om vrijstelling heeft betrekking op de overschrijding van de gooten bouwhoogte van de bedrijfshal en plaatselijk voor de op het dak geplaatste luchtgekoelde condensatoren. De bruto vloeroppervlakte resp. bruto inhoud van het nieuwe bedrijfsgebouw bedraagt 5683,2 m² resp. 57968,8 m³. De gooten bouwhoogte van de bedrijfshal bedraagt 10,80 m, waarbij de vloer van de bestaande hal als peil is aangehouden. Dit betekent dat de vloer van de nieuwe hal op 600m+peil van de bestaande hal is. De luchtgekoelde condensatoren zijn inclusief de gehele bouwconstructie ca. 3,50 m hoog. De nieuwe bedrijfshal is nodig voor een gezonde continuïteit van het bedrijf. Siro Beheer B.V. heeft zich door de jaren heen ontwikkeld van traditionele grossier in aardappels, groenten en fruit tot een hoogwaardige logistieke dienstverlener. Het bedrijf heeft zich gespecialiseerd in het verlenen van diensten op de gebieden warehousing, logistieke services, transport en distributie. Het is vnl. een inrichting ten behoeve van de koeling van producten. Hiertoe zijn op het bedrijfsterrein gekoelde opslagruimtes gesitueerd. De bedrijfshal Om bovenstaande diensten van het bedrijf uit te breiden wordt in de nieuwe bedrijfshal plaats ingeruimd voor koelcellen. De koelcellen zijn geschikt voor zowel koelen als vriezen en zorgen ervoor dat elk product onder de juiste klimatologische omstandigheden kan worden opgeslagen. Daarbij zijn laaddocks en crossdockingruimtes nodig. De in de koelcellen opgeslagen verse producten worden onder geconditioneerde omstandigheden (verder) vervoerd en gedistribueerd. Ook worden er ter plaatse een verscheidenheid aan logistieke diensten zoals inslag, uitslag, kwaliteits- en kwantiteitscontroles verricht. De luchtgekoelde condensatoren Vanwege hun extra milieuvriendelijkheid en extra lage energieverbruik heeft het bedrijf gekozen voor luchtgekoelde condensatoren op het dak van de bedrijfshal. Als alternatief is koelen met water voorhanden. Dit alternatief heeft aanzienlijke nadelen zoals een hoog grondwaterverbruik, geluidsoverlast, veel waterlozing, een grote(re) kans op legionella en de aanwezigheid van een hoge en zware koeltoren. De luchtgekoelde condensatoren moeten om technische redenen boven de vaten worden geplaatst. De CO2-ammoniakinstallatie (inclusief de vaten) heeft al een hoogte van circa 7,5 meter in verband met de valleidingen. Omdat luchtgekoelde


22

condensatoren veel lucht nodig hebben om zo energiezuinig mogelijk te zijn, worden deze bouwwerken op het dak van de bedrijfshal geplaatst. Ook om veiligheidsredenen is het wenselijk de condensatoren op het dak te plaatsen. Immers, condensatoren koelen ammoniak en condenseren ammoniak van gas naar vloeibaar. Het is niet wenselijk dat condensatoren of ammoniakleidingen beschadigd kunnen raken. Daarbij komt dat de condensatoren te allen tijde goed bereikbaar moeten zijn voor onderhoud en inspectie en in geval van eventuele calamiteiten. Plaatsing van deze bouwwerken op het dak is de naar omstandigheden meest ideale oplossing. Bijkomend nadeel van een verplaatsing van de condensatoren is dat dit zal leiden tot een toename van de hoeveelheid ammoniak in het systeem. Samengevat heeft het niet plaatsen van de luchtgekoelde condensatoren op het dak van de bedrijfshal de volgende nadelen: -

ammoniak neemt toe; energieverlies door langer leidingwerk; energieverlies door afname van de condensatiecapaciteit; feitelijk technisch onhaalbaar omdat de luchtgekoelde condensatoren boven de CO2-ammoniakvaten moeten zijn geplaatst; aanzienlijke kosten van € 75.000,- vanwege een eventuele verplaatsing, terwijl de condensatoren op de één of andere manier toch hoog geplaatst moeten blijven; meer en langere ammoniakleidingen waardoor de kans op beschadiging en calamiteiten toeneemt; mindere bereikbaarheid in geval van calamiteiten en bij controle en onderhoud.

Het plaatsen van de luchtgekoelde condensatoren op het dak van de bedrijfshal is ingegeven vanuit de uitgangspunten duurzaamheid, milieuvriendelijkheid, veiligheid en energetisch optimaal. 4.2

Perceelinrichting In de huidige situatie is een bedrijfsgebouw met kantoren aanwezig alsmede een dienstwoning. Dit deel van het terrein is grotendeels bebouwd en verhard. Op het achterterrein is de tweede vergunde bedrijfshal geplaatst. Hieronder is de bestektekening weergegeven van de uiteindelijk met de bedrijfshal te realiseren perceelinrichting. Aan de oosten noordzijde bevinden zich twee watergangen grenzend aan de bedrijfsgronden. Aan de noordzijde zijn vanwege waterhuishoudkundige overwegingen vier infiltratieboxen gerealiseerd om het hemelwater op de aanwezige sloot te kunnen lozen. De vrachtwagens bereiken de bedrijfshal via een inrit aan de zijkant van het bestaande bedrijfsgebouw.

4.3

Ontsluiting en parkeren De ontsluiting van het bedrijfsperceel geschiedt via de bestaande opritten aan d’Oultremontweg. Deze weg grenst ligt evenwijdig aan de planlocatie. Door de ligging en de directe nabijheid van de A59 is de bereikbaarheid uitstekend en is de overlast als gevolg van verkeer nihil te noemen.


23

Parkeren zal conform het beleid van de gemeente op eigen terrein plaats moeten vinden. Bij de vaststelling van de parkeernorm is uitgegaan van de parkeerkencijfers van CROW. De gevolgen voor de parkeersituatie ter plaatse is omschreven in § 5.11.

Perceelinrichting (bron: bestektekening plattegronden project 07031)


24

V.

REALISERINGS- EN UITVOERINGSASPECTEN Aan de hand van de volgende aspecten zal inzicht worden gegeven in de fysieke en functionele aspecten van de ruimtelijke structuur van het gebied waarin het project gelegen is: -

Bodem Water Luchtkwaliteit Industrielawaai Wegverkeerslawaai Externe veiligheid Milieuaspecten bedrijven Kabels en leidingen Flora en fauna Cultuurhistorie en archeologie Mobiliteit en parkeren Economische uitvoerbaarheid

Bij een aantal aspecten wordt gebruik gemaakt van de in het kader van de bouwvergunningsprocedure uitgevoerde onderzoeken ten behoeve van het besluit medio 2007 om vergunning te verlenen voor de bouw van de nieuwe bedrijfshal. 5.1

Bodem Ten behoeve van de vergunningprocedure voor de bouw van de bedrijfshal heeft Bakker Milieuadviezen een verkennend bodemonderzoek verricht. De resultaten daarvan zijn bekend gemaakt in de apart bijgevoegde rapportage uit 2007. Op basis van de in de rapportage beschreven analyseresultaten is ten tijde van de vergunningverlening geconstateerd dat er vanuit milieuhygiënisch oogpunt geen bezwaren bestaan tegen de bouw van de inmiddels gerealiseerde bedrijfshal op het perceel d’Oultremontweg 16.

5.2

Water Waterbeheer en watertoets Het beheer van de waterkwantiteit en -kwaliteit in het plangebied wordt gevoerd door het waterschap Aa en Maas. Voor het graven of dempen van watergangen is een vergunning op basis van de Keur van het waterschap nodig. In het kader van de watertoets dient voor de ruimtelijke ontwikkeling overleg te worden gevoerd met het waterschap, waarbij de relevante waterhuishoudkundige en overige ruimtelijke aspecten van het bouwplan worden besproken en waarbij informatie over het watersysteem door het waterschap wordt aangeleverd. In april 2008 heeft het waterschap in een telefonische reactie aangegeven geen waterhuishoudkundige problemen te verwachten. In het kader van de gevoerde procedure ten behoeve van de bouwvergunning voor de bedrijfshal heeft intensief overleg plaatsgevonden, zijn de benodigde maatregelen getroffen en heeft het waterschap een ontheffing van de Keur verleend. De grotere bouwhoogte heeft een neutrale invloed op de waterhuishoudkundige situatie ter plaatse. Hieronder wordt (onder meer) op dit proces ingegaan.


25

Beleidskader water Het algehele waterbeleid is in het tweede hoofdstuk besproken. Het waterschap hanteert voor de watertoets een achttal uitgangspunten. Voor dit project zijn de uitgangspunten wat betreft waterkwantiteit en open water relevant: -

Gescheiden houden van vuil water en schoon hemelwater. Het vuile water moet via de riolering afgevoerd worden. Het schone hemelwater moet binnen het plangebied verwerkt worden. Bij nieuwe plannen dient onderzocht te worden hoe met het schone hemelwater kan worden omgegaan. Hierbij worden de afwegingsstappen hergebruik – infiltratie – buffering – afvoer doorlopen. Bij nieuwe ontwikkelingen moet de hydrologische situatie minimaal gelijk blijven aan de uitgangssituatie. Bronnen van verontreiniging moet zoveel mogelijk voorkomen worden.

Gevolgen project voor waterhuishouding in relatie tot beleid Het bruto vloeroppervlak van de bedrijfshal bedraagt 5683,2 m². Voor de bouw van de bedrijfshal tot een hoogte van 9,90 meter heeft de gemeente Heusden medio 2007 een bouwvergunning en vrijstelling verleend op grond van artikel 15 van de WRO. De algemene vrijstellingsbevoegdheid is toegepast waardoor met 10% van de in het bestemmingsplan aangegeven maten is afgeweken. De legalisatie middels vrijstelling ex artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) is het gevolg van de overschrijding van de toegestane gooten bouwhoogte door de gerealiseerde bedrijfshal. Niet alleen is de bedrijfshal iets hoger geworden dan in de bouwvergunning is bepaald, ook worden plaatselijk drie luchtgekoelde condensatoren op het dak van de hal geplaatst. De vergunde bedrijfshal De initiatiefnemer heeft ten tijde van de bouwvergunningprocedure overleg gehad met het Waterschap. Ten behoeve van de aanleg van een infiltratiesysteem heeft de initiatiefnemer ontheffing van de Keur oppervlaktewateren waterschap Aa en Maas gekregen. Scheiding hemelwater en vuil water Op het terrein is geen ruimte voor de aanleg van oppervlaktewater in de vorm van vijvers of waterpartijen. Vier infiltratieboxen zorgen voor de afvoer van schoon hemelwater van het dak van het bedrijfsgebouw naar het oppervlaktewater op de watergangen aan de randen van het perceel. Het schone hemelwater wordt binnen het plangebied gehouden en alleen in geval van noodzaak vertraagd afgevoerd via het oppervlaktewater. Op deze manier heeft het niet aansluiten van hemelwater op het riool een positieve invloed op de kwaliteit van het oppervlaktewater. Het hemelwater wordt dus niet afgevoerd via het rioolstelsel waardoor vuil en schoon water gescheiden van elkaar wordt verwerkt. De vier infiltratievoorzieningen zijn aangelegd waarbij tevens vertraagd afvoer van schoon hemelwater op de watergangen aan de randen van het perceel mogelijk is. Aan de keuze voor vier infiltratiesystemen heeft de trits hergebruik - infiltratie – buffering – afvoer ten grondslag gelegen. Hergebruik is niet aan de orde. Het hemelwater wordt geïnfiltreerd. De kans op grondwateroverlast is zeer klein. Er is een overloop naar de watergangen mogelijk gemaakt. De vier infiltratieboxen


26

hebben een gezamenlijke capaciteit van 153,7 m³. Volgens de berekeningen van het waterschap is dit voldoende voor de opvang van het hemelwater.

Werktekening infiltratiesysteem (bron: Peter van Galen project 070311) Ontheffing van de Keur Ingevolge artikel 15 lid 1 van de Keur oppervlaktewateren waterschap Aa en Maas is het verboden onder, in, op, over of nabij een oppervlaktewater kunstwerken aan te leggen, te hebben, te wijzigen of op te ruimen. Van dit verbod kan ontheffing worden verleend. Het waterschap heeft op 24 oktober 2007 ontheffing van de Keur verleend voor het aanbrengen van de vier uitstroomconstructies ten behoeve van de overstort van een infiltratiesysteem ten behoeve van de uitbreiding van het verhard oppervlak op het betrokken perceel. De ontheffing van de Keur is als bijlage aan deze ruimtelijke onderbouwing toegevoegd. Rioleringssituatie Het huishoudelijk afvalwater wordt afgevoerd via het riool. Het hemelwater wordt verwerkt via het infiltratiesysteem. Niet uitloogbare materialen Bij de bouw van de bedrijfshal is gebruik gemaakt van niet uitloogbare materialen zodat vervuiling van bodem en grondwater ter plaatse wordt voorkomen. De bij de bedrijfsgebouwen aan te leggen parkeerplaatsen en dergelijke dienen bij voorkeur te worden uitgevoerd in doorlatende verharding. De luchtgekoelde condensatoren Er worden drie luchtgekoelde condensatoren op het dak van de bedrijfshal geplaatst. Bij luchtgekoelde condensatoren wordt de warmte afgevoerd met lucht in plaats van met water. Dit heeft vanuit waterhuishoudkundig oogpunt grote voordelen omdat er geen gebruik wordt gemaakt van het grondwater en water niet onnodig wordt geloosd op het riool. Koelen met water daarentegen gaat Ruimtelijke onderbouwing d’Oultremontweg 16 Elshout

27

gepaard met veel grondwatergebruik en veel waterlozing op het riool. De mitigerende maatregelen ten aanzien van het hemelwater als gevolg van de bouw van de bedrijfsloods zijn voldoende. Het plaatsen van condensatoren heeft geen negatieve consequenties voor de waterhuishoudkundige situatie ter plaatse dan wel voor de directe omgeving ervan. 5.3

Luchtkwaliteit Ruimtelijke ingrepen kunnen extra verkeer tot gevolg hebben. Dit heeft invloed op de luchtkwaliteit. Het gaat dan vooral om de prioritaire stoffen stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). Een onderzoek naar de luchtkwaliteit dient de invloed van het gemotoriseerd wegverkeer op de openbare weg te berekenen alsmede de invloed van het gemotoriseerd wegverkeer binnen het plangebied. Wet luchtkwaliteit Artikel 5.16 lid 1 van de Wet milieubeheer geeft weer onder welke voorwaarden bestuursorganen bepaalde bevoegdheden (uit lid 2) mogen uitoefenen. Als aan minimaal één van de volgende voorwaarden wordt voldaan, vormen luchtkwaliteitseisen in beginsel geen belemmering voor het uitoefenen van de bevoegdheid: a. b. c. d.

Er is geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde. Een project leidt – al dan niet per saldo – niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit. Een project draagt ‘niet in betekenende mate’ bij aan de luchtverontreiniging. Een project past binnen het NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit) of binnen een regionaal programma van maatregelen.

Onderzoek Een verslechtering van de luchtkwaliteit kan optreden als gevolg van de realisatie van de bedrijfshal ter plaatse van de inrichting en langs de d’Oultremontweg. In juni 2007 is een onderzoek naar de luchtkwaliteit uitgevoerd. Het als bijlage bij deze ruimtelijke onderbouwing gevoegde onderzoek heeft tot doel vast te stellen binnen welke randvoorwaarden de realisatie van de bedrijfshal - getoetst aan Titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen van de Wet milieubeheer - gerealiseerd kan worden. Uit de berekeningen van de luchtkwaliteit volgt dat de luchtkwaliteit ten gevolge van de vervoersbewegingen binnen de inrichting ter plaatse van de inrit van het bedrijfsterrein onder de grenswaarden voor luchtkwaliteit blijft. Rond de inrichting treden geen overschrijdingen op van de grenswaarden voor de luchtkwaliteit. Eveneens volgt uit het onderzoek dat de bijdrage van de inrichting aan de luchtkwaliteit langs de d’Oultremontweg ter plaatse van de kruising met de provinciale weg N267 (worst place) is te kwalificeren als niet in betekende mate, zodat ook bij een overschrijding van de grenswaarden (waarvan ter plaatse van het beoordelingspunt geen sprake is) er geen belemmeringen zijn op grond van de regelgeving voor luchtkwaliteit.


28

Conclusie Gebleken is dat er voldaan wordt aan de normstelling uit de geldende Wet luchtkwaliteit. Er bestaan geen belemmeringen voor de bouw van de nieuwe bedrijfshal op grond van de regelgeving voor luchtkwaliteit. 5.4

Industrielawaai In verband met de vergunningsaanvraag in het kader van de Wet milieubeheer heeft een akoestisch onderzoek plaatsgehad naar de totale geluidsbelasting van de inrichting van Siro Beheer B.V.. Het geluidrapport is als aparte bijlage bij deze ruimtelijke onderbouwing gevoegd. Doel van dit onderzoek is het vaststellen van de geluidniveaus ten gevolge van de activiteiten van het bedrijf in haar directe omgeving in haar toekomstige representatieve bedrijfsomstandigheden. Onderzocht is de totale geluiduitstraling ten gevolge van de buitenactiviteiten op het nieuwe bedrijfsterrein (rijden van personenauto’s, vrachtwagens, loader e.d.) en ten gevolge van de bedrijfsgebouwen en apparaten op het bedrijfsterrein. Resultaten Uit het onderzoek volgt dat: -

-

-

de geluiduitstraling van de gehele inrichting in combinatie met de geluiduitstraling vanwege de verkeersbewegingen en andere geluidveroorzakende activiteiten in de inrichting ter plaatse van de referentiepunten 1 t/m 3 en 11 t/m 13 bij de woningen van derden (aan de d’Oultremontweg 18 en 20) maximaal 48 dB(A) equivalent etmaalwaarde bedraagt als langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr, Lt; de geluiduitstraling van de gehele inrichting in combinatie met de geluiduitstraling vanwege de verkeersbewegingen en andere geluidveroorzakende activiteiten in de inrichting ter plaatse van de referentiepunten 4 t/m 10 (op 50 meter van de erfgrens) maximaal 53 dB(A) equivalent etmaalwaarde bedraagt als langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr, Lt; het maximale piekniveau als LAmax op de referentiepunten 1 t/m 3 en 11 t/m 13 (woningen aan de d’Oultremontweg 18 en 20) maximaal 63 dB(A) in de dagperiode, 55 dB(A) in de avondperiode en 55 dB(A) in de nachtperiode bedraagt.

Bespreking De volgende aanbevelingen worden gedaan: -

-

De koelingen worden voorzien van een omkasting/geluidscherm. Aan de binnenzijde wordt absorptiemateriaal aangebracht waardoor het totale karakter van de geluidsbron teniet wordt gedaan. De dockshelters vertonen soms geluidlekken. Deze kleine geluidlekken leveren geen bijdrage aan het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau. De eventuele pieken die hierbij horen vallen binnen het bronvermogen van de vrachtwagens. Het bedrijf kent een aanvoerweg en een afvoerweg langs alle in gebruik zijnde dockshelters. Vanuit akoestisch oogpunt is een relevante gemiddelde


29

-

route bepaald. Een separate route voor iedere stopplaats op het terrein rekentechnisch vastleggen is niet noodzakelijk. De Li-waarden uit de berekening voor het maximale momentane equiavalente niveau is voor de beoordeling van LAmax met 3 dB verhoogd.

Conclusie In de paragraaf Milieuaspecten bedrijven wordt stil gestaan bij de consequenties van de geluidbelasting op woningen voor dit project. 5.5

Wegverkeerslawaai Het milieuplanologische aspect wegverkeerslawaai houdt voor veel initiatieven in dat een onderzoek wordt gedaan naar de geluidbelastingen op de gevels van zgn. geluidgevoelige objecten. Op grond van artikel 76a van de Wet geluidhinder dient bij het nemen van een besluit tot vrijstelling als bedoeld in artikel 19 WRO dat betrekking heeft op gronden behorende tot een zone als bedoeld in artikel 74 een akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd. Deze zone betreft een gebied aan weerszijden van een weg, waarbinnen het onderzoek naar eventuele geluidshinder dient plaats te vinden. De bedrijfslocatie is overeenkomstig artikel 74 Wgh gelegen in de geluidszone van de d’Oultremontweg. Dit akoestisch onderzoek dient te worden uitgevoerd wanneer het de aanleg van een weg betreft waarbij in de wettelijke onderzoekszone een geluidsgevoelige bestemming aanwezig is of wanneer in de wettelijke onderzoekszone van een bestaande weg nieuwe woonbebouwing mogelijk wordt gemaakt. Binnen de onderzoekszone mogen woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen geen geluidsbelasting ondervinden van meer dan 48 dB. In de Wet geluidhinder worden geen eisen gesteld aan de geluidbelasting ter plaatse van een bedrijfsloods. Een bedrijfshal is in zijn algemeenheid dus niet aan te merken als een geluidgevoelige bestemming. Dit geldt ook voor onderhavige opslaghal die achter het bestaande bedrijfsgebouw met kantoorruimte gesitueerd is en op aanzienlijke afstand van de d’Oultremontweg. Eventuele geluidsoverlast vanwege verkeer wordt vooral veroorzaakt door de vrachtwagens die aan komen rijden om ter plaatse van de bedrijfshal te laden en lossen. De loods is geen geluidsgevoelige bestemming in de zin van de Wet geluidhinder. Geluid(-soverlast) op dit deel van het bedrijfsterrein wordt in de eerste plaats veroorzaakt door buitenactiviteiten op het terrein alsmede ten gevolge van de bedrijfsgebouwen en apparaten op het terrein. In het hierboven besproken akoestisch onderzoek is er naast deze directe hinder vanwege de inrichting ook onderzocht of er buiten het terrein van de inrichting overlast veroorzaakt kan worden door het verkeer dat de inrichting bezoekt. Hierbij is feitelijk een vergelijking gemaakt met het aspect verkeerslawaai. De geluidniveaus voor omringende objecten zijn in het hierboven besproken akoestisch onderzoek industrielawaai berekend. In verband met de ligging van de inrichting in het buitengebied en het feit dat er binnen een straal van ca. 500 meter verder geen woning van derden is gesitueerd kan de berekening van de verkeersaantrekkende werking achterwege blijven.


30

5.6

Externe veiligheid Bij ruimtelijke ingrepen bepaalt de externe veiligheidssituatie mede de ruimtelijke mogelijkheden. Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het beperken en beheersen van de risico’s van de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen voor de omgeving van een beoogd bouwlocatie vanwege: -

Het gebruik, de opslag en productie van gevaarlijke stoffen (inrichtingen). Het transport van gevaarlijke stoffen (openbare wegen, water- en spoorwegen, buisleidingen). Het gebruik van luchthavens.

Externe veiligheid heeft dus betrekking op de veiligheid van degenen die niet bij de risicovolle activiteit zelf zijn betrokken, maar als gevolg van die activiteit wel risico’s kunnen lopen, zoals omwonenden. Het externe veiligheidsbeleid heeft vorm gekregen in de risicobenadering. Op grond van de risicobenadering worden grenzen gesteld aan de risico’s gelet op de kwetsbaarheid van de omgeving en vice versa. Het begrip risico wordt in beeld gebracht door middel van de begrippen plaatsgebonden risico (PR) en groepsrisico (GR). Met het PR en GR kan de relatie worden uitgedrukt tussen activiteiten met gevaarlijke stoffen en hun omgeving. Risicobedrijven De planlocatie is niet gelegen binnen het invloedsgebied van risicovolle bedrijven zoals vuurwerkbedrijven en inrichtingen die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen. Van opslag van gevaarlijke stoffen in de directe omgeving is dus geen sprake. De externe veiligheidsaspecten van risicovolle inrichtingen voor het plangebied zijn aanvaardbaar. Ook is de locatie niet gelegen binnen de zone van een LPG-installatie of LPG-tankstation. Transportassen In de directe omgeving van het plangebied zijn geen transportassen gelegen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen waarvan het invloedsgebied en/of de 10¯6 plaatsgebonden risicocontour reikt tot over het plangebied. Dit geldt ook voor de ten zuiden van het plangebied gelegen rijksweg A59. Over de rijksweg A59 vindt weliswaar transport van gevaarlijke stoffen plaats maar uit de bijgevoegde notitie externe veiligheid van 4 juni 2008 blijkt dat het plaatsgebonden risico kleiner is dan de grenswaarde van 10¯6/jr. Hierdoor vormt de normstelling externe veiligheid geen belemmering voor de bouw van het bedrijfspand. Er is een indicatieve berekening van het groepsrisico uitgevoerd. Uit bijgevoegde notitie blijkt dat het groepsrisico aanzienlijk kleiner is dan de oriënterende waarde. Het bouwplan behelst één bedrijfspand. De invloed van dit bedrijfspand op het groepsrisico is verwaarloosbaar. De dichtstbijzijnde hoge druk aardgasleiding ligt op meer dan 200 meter van het plangebied. Hoge druk aardgasleidingen hoeven daarmee verder niet beoordeeld te worden.


31

Conclusie Geconcludeerd kan worden dat de bedrijfshal gebouwd aan de d’Oultremontweg voldoet aan de normstelling externe veiligheid. 5.7

Milieuaspecten bedrijven Milieuzonering is van belang bij de toetsing van de toelaatbaarheid van concrete activiteiten. Indien blijkt dat een activiteit niet past binnen het bestemmingsplan kan de activiteit via een vrijstellingsprocedure alsnog mogelijk worden gemaakt. De bedrijfshal is in strijd met de bouwvoorschriften van het bestemmingsplan Bedrijvenpark Meeuwaert. De gemeente Heusden is bereid vrijstelling te verlenen. Grondslag voor de toetsing is ook hier het belang van een “goede ruimtelijke ordening”. In dat kader is ook voor milieu een eigen afweging nodig. Het is niet voldoende te verwijzen naar de toetsing op grond van de Wet milieubeheer. Bij de toetsing op grond van de Wet milieubeheer geldt een wezenlijk andere toetsingsgrondslag, namelijk het belang van de bescherming van het milieu. Milieuhinder milieugevoelige functies Op grond van de Wet milieubeheer en verschillende AMvB’s wordt er een minimale afstand geëist tussen bedrijven en milieugevoelige functies zoals een woning. Die afstand varieert naar gelang het betrokken milieuaspect. Naast de genoemde milieuaspecten en de afstand van milieugevoelige functies tot het bedrijf, zijn ook indices weergegeven voor verkeer, visueel, bodem en lucht. Op grond van lijst 1 - Activiteiten van de VNG-uitgave Bedrijven en milieuzonering van 16 april 2007 vallen de bedrijfsactiviteiten van Siro Beheer B.V. onder categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. In onderstaande tabel worden de afstanden en indices voor de inrichting weergegeven (de bij het bestemmingsplan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten wijkt af van deze richtafstanden maar niet van de toegewezen bedrijfscategorie 3.1). SBI-afstanden in meters Bedrijf/SBI-code

Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en comsumptieaardappelen/5125, 5131

Geur

Stof

Geluid

Gevaar

30

10

30

50 R

Categorie

3.1

Indices Ve

V

2G

1

B

L

In de nabijheid van het plangebied zijn een aantal woningen gelegen aan de d’Oultremontweg 18 en 20. De woningen liggen binnen een afstand van 30 meter van de bedrijfshal en dus binnen de richtafstanden die gelden vanwege geur, geluid en gevaar, waardoor de gemeente genoodzaakt is een afweging te maken over de aanvaardbaarheid van de milieubelasting. De in de VNG-lijst gegeven afstanden zijn richtafstanden en geen harde afstandseisen. Dit betekent dat geringe afwijkingen in de lokale situatie mogelijk zijn. Geringe afwijkingen zijn bijvoorbeeld mogelijk in geval: Ruimtelijke onderbouwing d’Oultremontweg 16 Elshout

32

-

de gronden binnen het omgevingstype gemengd gebied (en niet binnen een rustige woonwijk of rustig buitengebied) liggen; binnen een activiteit variatie in milieubelasting voorkomt, bijvoorbeeld door verschillen in installaties, processen, (grond)stoffen, producten, productieomvang, terreinindeling en voorzieningen.

Gevaar Voor de bedrijfsactiviteiten van Siro Beheer BV is gevaar de maatgevende afstand, zonder dat dit samenhangt met het van toepassing zijn van het Bevi. In de kolom gevaar is de letter R van risico opgenomen voor activiteiten die mogelijk onder de werking van het Bevi vallen. Het Bevi is niet van toepassing. Het bedrijf slaat geen gevaarlijke stoffen op maar maakt wel gebruik van kleine hoeveelheden van het stof ammoniak (alleen in de machinekamer). Bij calamiteiten – bij 200 ppm. wordt alarm geslagen en worden de beheerder en andere geprogrammeerde nummers gebeld. Bij 800 ppm. schakelt de installatie zichzelf uit. Dit is conform de norm PGS13 en de NEN-norm 338 1 t/m 4. Lijst 2 – Opslagen en installaties van de VNG-uitgave bevat milieuaspecten en richtafstanden voor opslagen installaties. Ten aanzien van koelinstallaties ammoniak < 400 kg, waarvan in casu sprake is, geldt een richtafstand van 10 meter vanwege gevaar. Geluid Vrijstelling is mogelijk bij een geluidbelasting op woningen in gebiedstype rustige woonwijk of rustig buitengebied van maximaal: -

50 dB(A) langtijdgemiddeld beoordelingsniveau; 70 dB(A) maximaal (piekgeluiden); 50 dB(A) ten gevolge van verkeersaantrekkende werking.

Ten aanzien van de woningen aan de d’Oultremontwerg 18 en 20 blijft de geluidbelasting ten gevolge van de activiteiten van Siro Beheer BV binnen deze maximale geluidwaarden. De geluidbelasting wordt verder getemperd door de koelingen te voorzien van een omkasting/geluidscherm. Bovendien wordt er in de nachtelijke uren alleen aangereden via de inrit aan de linkerzijde van het perceel (en niet via de oostelijk nabij de woningen gelegen inrit). Geur De activiteiten van het bedrijf leiden niet of tot beperkte geurbelasting. Vanwege de aard van de bedrijfsactiviteiten blijft de geurbelasting op woningen in dit gebiedstype rustige woonwijk of rustig buitengebied binnen de maximale waarde van 1 ge/m³ als 98 percentiel en/of binnen een hedonische waarde van H= -0,5 of hoger. Conclusie Mogelijke belemmeringen vanwege milieuzonering zijn weggenomen waardoor de bedrijfsactiviteiten vanuit dit oogpunt zijn toegestaan. De milieuruimte van het bedrijf wordt vastgelegd in een milieuvergunning. Onderlinge bedrijfshinder Bedrijven kunnen elkaar in de weg zitten. Onderlinge hinder kan de kwaliteit en het economisch functioneren van bedrijven beïnvloeden. Onderlinge hinder kan Ruimtelijke onderbouwing d’Oultremontweg 16 Elshout

33

ontstaan als gevolg van de ruimtelijke milieuaspecten geur en stof, voorts bij trillingen, grondwater en bij imago(schade). Op het bedrijvenpark Meeuwaert zijn uitsluitend bedrijven van categorie 1, 2 of 3 toegestaan of bedrijven die qua milieubelasting aan die categorie zijn gelijk te stellen. Belemmeringen vanuit de opslag of het transport van gevaarlijke stoffen worden daarom niet verwacht. Hun milieuruimte is vastgelegd in een milieuvergunning. 5.8

Kabels en leidingen Binnen het plangebied en in de omgeving van het plangebied zijn geen kabels en leidingen aanwezig die een belemmering vormen voor de beoogde ruimtelijke ontwikkeling.

5.9

Flora en fauna Flora en fauna vereist het beoordelen van de aanwezigheid van beschermde natuurwaarden op de locatie. Bij elk project, op elke locatie en bij elke handeling of activiteit geldt een zogeheten zorgplicht: een ieder heeft voldoende zorg in acht te nemen voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe leefomgeving. De gebiedsbescherming in de Natuurbeschermingswet De Natuurbeschermingswet onderscheidt drie soorten gebieden, te weten: -

door de Minister van LNV aangewezen gebieden, zoals bedoeld in de Vogelen Habitatrichtlijn; door de Minster van LNV aangewezen beschermde natuurmonumenten; door Gedeputeerde Staten aangewezen beschermde landschapsgezichten.

Het plangebied aan de d’Oultremontweg 16 heeft geen beschermende status in het kader van de Vogelrichtlijn, Habitatrichtlijn of de Natuurbeschermingswet. De soortenbescherming in de Flora- en faunawet In de Flora en faunawet van 1 april 2002 zijn regels neergelegd inzake de bescherming van de in het wild levende planten- en diersoorten. De soortenbescherming van de habitatrichtlijn is geïntegreerd in de flora en faunawet. Deze houdt in dat handelingen zoals het doden, opzettelijk verontrusten, verstoren of vernietigen van vaste rust- en verblijfsplaatsen, holen, nesten, eieren van dieren en het uitgraven, pukken en vernietigen van groeiplaatsen van planten verboden zijn. De Flora- en faunawet kent een drietal beschermingsregimes, welke zijn afgestemd op de mate waarin soorten in hun voortbestaan bedreigd zijn: 1. 2. 3.

Algemeen voorkomende soorten: het voortbestaan komt in gevaar. Voor minder algemeen voorkomende soorten is een ontheffing vereist. Beschermde soorten (bijlage IV van de habitatrichtlijn): ontheffing wordt alleen verleend als er sprake is van de in de wet genoemde belangen en er geen andere oplossing mogelijk is.


34

Naast de wettelijke bescherming van soorten is ook de Rode Lijst met bedreigde soorten opgesteld. De Rode Lijst heeft geen status, maar geeft de kwetsbaarheid van soorten aan. Een soort geniet bescherming als deze als zodanig benoemd is als beschermde soort in de Flora- en faunawet. Om de instandhouding van de wettelijk beschermde soorten te waarborgen, moeten negatieve effecten op die instandhouding voorkomen worden. Wat die negatieve effecten precies zijn, is afhankelijk van soort, locatie en aard van de ruimtelijke ingreep. Onderzoeksplicht Vrijwel elke ruimtelijke ingreep gaat gepaard met verstoring, vernietiging en andere effecten op planten en dieren. Om toch een ruimtelijk plan tot uitvoering te kunnen brengen is, indien er effecten te verwachten zijn op beschermde diersoorten, een ontheffing noodzakelijk van het ministerie van LNV. Door de Flora- en faunawet is de bewijslast dat een ieder voldoende zorg in acht heeft te nemen voor de in het wild levende dieren- en plantensoorten bij de initiatiefnemer komen te liggen. Voorafgaand aan de bouwwerkzaamheden dient de bewijsvoering te worden geleverd. Indien dit niet of onvoldoende is gebeurd, loopt de initiatiefnemer het risico dat het project wordt stilgelegd. Jurisprudentie in het kader van de Flora- en faunawet heeft bepaald dat enkel een onderzoek naar de aanwezigheid van beschermde soorten hoeft plaats te vinden als aannemelijk is dat deze soorten in de betreffende omgeving voor kunnen komen. Bovendien kan het uitvoeren van een onderzoek alleen verlangd worden als het vermoeden bestaat dat beschermde soorten aanwezig zijn. Onderzoek Het natuurloket is geraadpleegd. Het plangebied ligt in kilometerhok 139-412.

138-412

139-412

138-411

139-411

©© Topografische Topografische Dienst, Dienst, Emmen Emmen

Kilometerhok 139-412 (bron: natuurloket) Op grond van de hier onder weergegeven rapportage is een inschatting gemaakt van de aanwezige beschermde dieren plantensoorten. Het kilometerhok heeft voornamelijk betekenis voor vaatplaten en watervogels. Vaatplanten binnen alle Ruimtelijke onderbouwing d’Oultremontweg 16 Elshout

35

beschermingsregimes zijn aangetroffen. Dat watervogels zijn aangetroffen ligt voor de hand vanwege het veelal onbebouwd gebied ten noorden en oosten van de locatie. Dit is een deels open landschap met enkele watergangen. Naar broedvogels is geen onderzoek verricht. Dagvlinders, libellen en sprinkhanen zijn in mindere mate of niet aanwezig. Naar hun aanwezigheid is matig tot redelijk onderzoek verricht. Met betrekking tot soortgroepen als mossen, reptielen, amfibieën en vissen zijn geen gegevens beschikbaar. Er is één zoogdier aangetroffen die algemeen voorkomt en weliswaar beschermd is middels de Floraen faunawet, maar waarvoor in het kader van ruimtelijke ontwikkelingen geen ontheffing hoeft te worden aangevraagd. Naar verwachting kunnen in het gebied algemeen voorkomende vogels, vaatplanten, zoogdieren, vissen en amfibieën voorkomen.

Toetsing Het plan voorziet in nieuwbouw die mogelijk effect heeft op dieren plantensoorten die bescherming genieten onder de Flora- en faunawet. Om dit effect te toetsen is hierboven een indicatieve inschatting gemaakt van de gevolgen voor deze soorten. Op basis van de bekende verspreidingsgegevens en de aanwezige biotopen (ruigte en bebouwing) wordt hieronder de aanwezigheid van beschermde soorten binnen het plangebied onderzocht. Medio 2007 is er een bouwvergunning verleend voor de bouw van de bedrijfshal op het achterste deel van het bedrijfsterrein. Destijds was dit terrein onbebouwd en geëgaliseerd. Hieronder is een foto van het plangebied voor de realisatie van de bedrijfsloods weergegeven. Op de kavel ontbraken bomen, struiken, planten en andere flora. Ook was er geen ruige grasvegetatie met bijvoorbeeld rietopslag. Waterstructuren ontbraken op de locatie behalve de watergangen aan de perceelsranden. Gebouwen waren er niet. Nest- en broedmogelijkheden voor water- en broedvogels ontbraken. Omdat er naast bomen ook geen gebouwen binnen het plangebied waren, was het gebied Ruimtelijke onderbouwing d’Oultremontweg 16 Elshout

36

niet of nauwelijks geschikt als foerageer- of verblijfsgebied voor mogelijk aanwezige vleermuizen. De watergangen zijn ongemoeid gelaten.

Foto plangebied voor afgifte bouwvergunning medio 2007 Vogels Vogels zijn binnen het kilometerhok aangetroffen. Deze vogels komen vooral naar verwachting vooral voor op de landelijke percelen ten noorden en oosten van het plangebied. Deze gronden vormen bijvoorbeeld het leefgebied van algemene soorten zoals de scholekster en kievit. Ook kunnen de gronden worden benut als foerageergebied voor kraaiachtigen, meeuwen en buizerd. Op de planlocatie ontbreken beplantingsstroken. Deze bieden normaliter plaats aan struweelvogels als de winterkoning en roodborst. Beplanting wordt ook gebruikt door broedvogels. Omdat groenaanplant, bomen en struiken ontbreken, ontbreken ook de broedplaatsen voor soorten als houtduif en ekster. Naar verwachting kunnen op en rond de bedrijfsgebouwen op het bedrijventerrein algemene soorten als huismus en spreeuw tot broeden komen. Er zijn geen rode lijstsoorten broedvogels binnen de kilometerhokken aangetroffen. Feitelijk kunnen deze op de planlocatie worden uitgesloten aangezien de hier aanwezige gronden niet of nauwelijks geschikt zijn als broedgebied. Elders binnen de kilometerhokken zijn geschikte broedplaatsen aanwezig. De aan de perceelsranden gelegen watergangen bieden plaats aan watervogels. Deze waterstructuren worden ongemoeid gelaten. Vrijwel alle in Nederland voorkomende vogelsoorten zijn als extra te beschermen soort opgenomen in de Flora- en faunawet. Verstoring van nestplaatsen is in het broedseizoen verboden. Een ontheffing wordt dan niet verleend. Zoogdieren Het gebied is slecht onderzocht op de aanwezigheid van zoogdieren. Het gebied kan het leefgebied van een aantal in Nederland voorkomende algemene zoogdiersoorten zijn. Naar verwachting gaat het om soorten zoals de egel, mol en Ruimtelijke onderbouwing d’Oultremontweg 16 Elshout

37

muizensoorten. Deze soorten zijn wettelijk beschermd ingevolge de Flora- en faunawet maar worden aangeduid als algemene soorten waarvoor in het kader van ruimtelijke ontwikkelingen geen ontheffing hoeft te worden aangevraagd. De gronden zijn naar verwachting ongeschikt als verblijfsgebied. Ze bestaan grotendeels uit verharding zonder groenvoorzieningen. Aan de randen langs de watergangen is grasland aanwezig. Binnen het plangebied zijn geen bomen en gebouwen aanwezig, waardoor het gebied geen verblijfsmogelijkheden biedt voor mogelijk in de omgeving aanwezige vleermuizen. Amfibieën en vissen De watergangen vormen mogelijk het leefgebied van bijvoorbeeld de groene en bruine kikker en gewone pad. Hier kunnen mogelijk ook beschermde vissoorten zoals de kleine modderkruiper of bittervoorn leven. Deze soorten zijn regionaal en algemeen en wettelijk beschermd. De watergangen zijn ongemoeid gelaten. Conclusie De bedrijfsloods is gerealiseerd. De bouw ondervond geen belemmeringen door planologische gebiedsbescherming op basis van natuurwetgeving. Evenmin waren er belemmeringen vanwege aanwezige dieren plantensoorten. Daarvoor ontbraken de benodigde biotopen (ruigte en bebouwing) op de locatie. Algemeen voorkomende soorten kunnen altijd worden aangetroffen maar hiervoor hoeft in het kader van ruimtelijke ontwikkelingen als onderhavige geen ontheffing te worden aangevraagd. Het voorkomen van deze soorten wordt door de ontwikkeling niet in gevaar gebracht. Het plaatsen van de luchtgekoelde condensatoren op het dak van de bedrijfsloods heeft geen gevolgen voor aanwezige dieren plantensoorten. De mogelijk in het gebied aanwezige beschermde planten- en diersoorten vormen geen belemmering voor de realisatie van deze bouwwerken. 5.10

Cultuurhistorie en archeologie De sporen die mensen in de loop der tijd in het landschap hebben achtergelaten wordt wel cultuurhistorie, ofwel bewoningsgeschiedenis, genoemd. Cultuurhistorie is een verzamelnaam voor archeologie, bouwhistorie en historische geografie samen. Een cultuurhistorisch onderzoek heeft tot doel het verwerven van gegevens inzake de cultuurhistorie in het plangebied en het vaststellen van de verwachting ten aanzien van de kans op het aantreffen van eventueel aanwezige cultuurhistorische waarden. Op de Cultuurhistorische Hoofdstructuur van de provincie Zuid-Holland is het gebied niet gewaardeerd als een cultuurhistorisch waardevol gebied. Er bevinden zich geen waardevolle cultuurhistorische gebieden in het plangebied en de directe omgeving. De locatie heeft een lage kans op archeologische sporen. Dit betekent dat een archeologisch onderzoek in het kader van de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling niet noodzakelijk is.


38

5.11

Mobiliteit en parkeren Door de ligging en de directe nabijheid van de A59 is de bereikbaarheid uitstekend en is de overlast als gevolg van verkeer zeer beperkt. De vrachtwagens zullen via de bestaande inrit het terrein oprijden om te laden en te lossen op het achterterrein. Voor zover de vrachtwagens binnen de inrichting aanwezig zijn, worden zij aan een elektrische koelvoorziening aangesloten of ergens anders op het terrein geparkeerd. In de bouwvergunning voor de bouw van de bedrijfshal is opgenomen dat parkeren volledig op eigen terrein moet plaatsvinden. Dit geldt voor zowel het personeel als voor bezoekers. Op basis van de parkeerkencijfers van CROW is de parkeernorm voor de ruimtelijke ontwikkeling gesteld op 34 parkeerplaatsen. Het arbeidsextensieve/bezoekersextensieve bedrijf ligt in de schil (overloopgebied) van een matig stedelijk gebied waarvoor een parkeernorm geldt van minimaal 0,6 en maximaal 0,7 per 100 m² bvo. Aan de voorzijde van het bestaande gebouw aan de d’Oultremontweg zijn parkeerplaatsen ingeruimd voor personeel en bezoekers. Daarnaast is ook achter de nieuwe bedrijfshal ruimte gemaakt voor parkeerplaatsen.

5.12

Economische uitvoerbaarheid De gemeente Heusden loopt met de (verdere) bedrijfsontwikkeling geen financieel risico. Het project zal door Siro Beheer B.V. als particulier initiatief worden ontwikkeld. De kosten van het initiatief komen voor haar rekening alsmede mogelijke planschade die als gevolg van de wijziging van het planologische regime optreedt.


39

VI.

MOTIVERING EN PROCEDURE

6.1

Motivering De beoogde ontwikkeling is een verzoek van Siro Beheer BV om op de voor bedrijventerrein bestemde gronden een bedrijfsgebouw te realiseren. Het plan valt iets hoger uit dan op grond van het bestemmingsplan Bedrijvenpark Meeuwaert is toegestaan. De betrokken gronden vormen een open stuk terrein welke reeds bestemd is als bedrijventerrein. Dit betekent dat de gronden voor bedrijvigheid zijn aangewezen maar nog niet in gebruik zijn genomen. Door de gronden nu aan te wenden voor beperkt milieuhinderlijke bedrijfsactiviteiten worden de gronden alsnog gebruikt conform de daartoe aangewezen bestemming. Het beleid van de gemeente is er op gericht bedrijventerreinen en bedrijfslocaties binnen de gemeente te segmenteren. Middels segmentering kunnen verschillende typen bedrijventerreinen c.q. bedrijfslocaties worden vormgegeven voor de vestiging van verschillende doelgroepen. Grootschalige en/of milieuhinderlijke bedrijfsactiviteiten horen uit het oogpunt van segmentering niet thuis op (vrijkomende) bedrijfslocaties resp. de meer kleinschalige bedrijventerreinen in de bestaande woonkernen. Meer kleinschalige locaties zoals ook het bedrijventerrein Meeuwaert zijn ruimtelijk en functioneel meer geschikt voor het vestigen van meer kleinschalige en niet of beperkt milieuhinderlijke bedrijfsactiviteiten. Bedrijvigheid zoals die van de initiatiefnemer Siro Beheer BV dient dus een plaats te krijgen op het bedrijventerrein Meeuwaert. Vanwege de ligging in de nabijheid van de A59 en vanwege de aard van de aanwezige bestaande bedrijven is deze locatie zeer geschikt voor de bedrijvigheid van Siro Beheer BV.

6.2

Zienswijzen Ten einde het project te verwezenlijken is vrijstelling ex artikel 19 WRO van het vigerende bestemmingsplan vereist. Het ontwerpbesluit ex artikel 19 WRO en de daarop betrekking hebbende stukken hebben vanaf PM 2008 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage gelegen. Gedurende deze periode is de mogelijkheid geboden om schriftelijke of mondelinge zienswijzen kenbaar te maken. Van deze mogelijkheid is PM gebruik gemaakt.

6.3

Conclusie Dit alles in overweging nemende maakt dat burgemeester en wethouders van Heusden vrijstelling ex artikel 19 WRO wensen te verlenen van het bestemmingsplan Bedrijvenpark Meeuwaert ten behoeve van de verwezenlijking van het voorliggende initiatief van Siro Beheer BV.


40

Bezoekadres Zetten: Wageningsestraat 43 6671 DA ZETTEN Telefoon: (0488) 47 44 44 Fax: (0488) 47 44 45

Bezoekadres Den Haag: Neherkade 1 2521 VA DEN HAAG Telefoon: (070) 303 04 57 Fax: (070) 303 04 58 E-mail: Website: Postadres:

[email protected] www.sight.nl Postbus 52 6670 AB ZETTEN

AKOESTISCH ONDERZOEK KIVITS DRUNEN BV

Opgesteld in het kader van een ruimtelijke onderbouwing en een melding Wet milieubeheer ex artikel 8.40

Opdrachtgever

:

Contactpersoon Telefoonnummer Faxnummer E-mailadres

Kivits Drunen BV d' Oultremontweg 16 5154 PD DRUNEN : de heer R. van Opzeeland : 0416-373948 : 0416-377479 : [email protected]

Projectnummer Rapportnummer Datum

: : :

P080194 080808-051-O-MG-mw 8 augustus 2008

Opgesteld door Gecontroleerd door

: :

M. Groen C.P. Weevers

INHOUDSOPGAVE

PAGINA

1

INLEIDING

3

2

NORMSTELLING

4

3

BESCHRIJVING ACTIVITEITEN EN RBS

5

3.1 3.2

5 5

4

5

Beschrijving activiteiten Representatieve bedrijfssituatie

COMPUTERMODEL

7

4.1 4.2 4.3 4.4

7 7 8 8

Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai Uitgevoerde geluidsmeting en gehanteerd bronvermogens Objecten en bodemgebieden Berekeningspunten

BEREKENINGSRESULTATEN 5.1 5.2 5.3

9

Langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus Maximale geluidsniveaus, LAmax Verkeersaantrekkende werking

9 10 11

6

MAATREGELEN

13

7

CONCLUSIE

14

7.1 7.2

14 14

Langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus en maximale geluidsniveaus Verkeersaantrekkende werking

BIJLAGE 1: UITWERKING METINGEN BIJLAGE 2: INVOERGEGEVENS COMPUTERMODEL BIJLAGE 3: VERDELING RIJROUTES BIJLAGE 4: BEREKENINGSRESULTATEN LAR,LT BIJLAGE 5: BEREKENINGSRESULTATEN LAMAX BIJLAGE 6: BEREKENINGSRESULTATEN VERKEERSAANTREKKENDE WERKING BIJLAGE 7: LAR,LT NA AANPASSING RIJROUTE AVOND- EN NACHT BIJLAGE 8: LAMAX NA AANPASSING RIJROUTE AVOND- EN NACHT

P080194-080808-052-O-MG-mw

2

8 augustus 2008

1

INLEIDING

In opdracht van Kivits Drunen BV is door SIGHT adviseurs voor milieu en landschap b.v. een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Het akoestisch onderzoek is uitgevoerd in het kader van een ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van de (reeds gerealiseerde) nieuwbouw van een koelhuis. In de rapportage is tevens onderzocht of het bedrijf, na in gebruik name van het nieuwe koelhuis, kan voldoen aan de normstelling voor geluid zoals aangegeven in het Activiteitenbesluit. Het bedrijf is gelegen op het bedrijventerrein "Meeuwaert" en de woningen van derden liggen buiten het bedrijventerrein. Figuur 1 geeft de ligging van het bedrijf.

Figuur 1: Ligging van het bedrijf.

P080194-080808-052-O-MG-mw

3

8 augustus 2008

2

NORMSTELLING

Kivits Drunen valt op dit moment onder de werking van het Activiteitenbesluit. Ten aanzien van geluid is in het besluit de volgende normstelling opgenomen voor woningen gelegen buiten een bedrijventerrein.

Verkeersaantrekkende werking Via Artikel 2.1 van Afdeling 2.1 Zorgplicht is het Besluit de mogelijkheid geboden om het verkeer naar en van de inrichting te beoordelen overeenkomstig de Circulaire "Geluidhinder veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting; beoordeling in het kader van de Wet milieubeheer" d.d. 29 februari 1996. In deze circulaire is een streefwaarde van 50 dB(A) weergegeven met een maximale grenswaarde van 65 dB(A) ter plaatse van geluidsgevoelige bestemmingen.

P080194-080808-052-O-MG-mw

4

8 augustus 2008

3

BESCHRIJVING ACTIVITEITEN EN RBS

3.1

Beschrijving activiteiten

Kivits Drunen BV is een bedrijf dat zich door de jaren heen heeft ontwikkeld van traditionele grossier in aardappels, groenten en fruit tot een hoogwaardige logistieke dienstverlener.

3.2

Representatieve bedrijfssituatie

In overleg met de heer Rob van Opzeeland van Kivits Drunen is de representatieve bedrijfssituatie als volgt vastgesteld. Binnen de inrichting vinden gedurende het gehele etmaal activiteiten plaats. De belangrijkste geluidsbronnen zijn de condensors op de daken en de transportbewegingen. Condensors Op de bestaande bebouwing staan aan de achterzijde op de verschillende daken 8 condensors opgesteld. Op het nieuwe koelhuis staan 3 condensors opgesteld. De bedrijfsuren van de condensors zijn bepaald op basis van de echte draaiuren van de afgelopen 5 maanden (inclusief zomer). Van de 3.360 uren van de 5 maanden hebben de condensors 1.200 uur gedraaid (= 36 % van de tijd 8,6 uur per etmaal). De verdeling in de dag-, avond- en nachtperiode is hierbij: • 4,3 uur in de dagperiode; • 2,1 uur in de avondperiode; • 2,1 uur in de nachtperiode. Personenauto's Binnen de inrichting zijn er twee locaties waar personenauto's kunnen parkeren. Aan de noordzijde van het terrein (A) en aan de zuidzijde van het terrein (B). Figuur 2 geeft de ligging van de beide parkeerterreinen. In tabel 3.1 is een overzicht gegeven van het aantal personenauto's per etmaalperiode. Tabel 3.1: Personenauto's parkeren parkeerplaats dag avond A (personeel) 5 -B (personeel, bezoekers e.d.) 20 13

nacht -13

Vrachtwagens Gedurende het gehele etmaal kunnen er vrachtwagens het terrein op en afrijden. Op het terrein zijn 3 verschillende locaties met dockboards (zie figuur 2). In tabel 3.2 is een overzicht gegeven van de verdeling van de vrachtwagens over de diverse locaties. De verdeling van het aantal vachtwagens per locatie heeft plaatsgevonden op basis van het aantal beschikbare dockboards.

nr. 1 2 3

Tabel 3.2: Verdeling aantalvrachtwagens over de dockboards aantal docks dag avond nacht 5 9 4 4 7 12 6 6 2 4 2 2

P080194-080808-052-O-MG-mw

5

subtotaal 18 25 7

totaal 50

8 augustus 2008

Rijsnelheid over het terrein Op het terrein geldt een maximale rijsnelheid van 15 km/h (bord bij de ingang). In het onderzoek is uitgegaan dat er niet harder gereden wordt dan de aangegeven 15 km/h. Koeling van de vrachtwagens Tijdens het laden en het lossen van de vrachtwagens is de koeling van de vrachtwagen niet in werking. Op locatie 2 (zie figuur 2) kunnen twee vrachtwagens geparkeerd staan met de elektrische koeling aangesloten op het elektriciteitsnet. Gedurende deze periode is de koeling van de vrachtwagens ¼ van de tijd in werking om de lading op temperatuur te houden. Laden en lossen Het beladen en lossen van de vrachtwagens vindt plaats in dockboards. De vrachtwagens worden beladen vanuit de achterzijde van de oplegger met behulp van een elektrische heftruck. De geluidemissie ten gevolge van het laden en lossen is alleen beschouwd ten aanzien van de maximale geluidsniveaus. Achteruitrijsignalering Kivits Drunen BV rijdt alleen met DAF vrachtwagens zonder achteruitrijsignalering.

Figuur 2: Ligging parkeerterreinen auto's (A en B) en locatie dockboards (1,2 en 3).

P080194-080808-052-O-MG-mw

6

8 augustus 2008

4

COMPUTERMODEL

4.1

Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai

De berekeningen zijn uitgevoerd volgens de "Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai", uitgave 1999. De berekeningen zijn uitgevoerd met het DGMR-industrielawaaiprogramma Geonoise versie V5.42.

4.2

Uitgevoerde geluidsmeting en gehanteerd bronvermogens

Tijdens het bedrijfsbezoek van 31 juli 2008 zijn geluidsmetingen uitgevoerd aan stationaire geluidsbronnen binnen de inrichting. Bijlage 1 geeft een overzicht van de uitwerking van de bronsterkten. Tabel 4.1 geeft een samenvatting van de bronvermogens. Bijlage 2 geeft een overzicht van alle invoergegevens van het computermodel. Tabel 4.1: Overzicht gehanteerde bronsterkten Bronnr. 001 002 003 004 005 006 007 008 P_auto_A P_auto_B vrwg_R-1t/m 5 VAW-P-1 t/m 3 VAW-V-1 t/m 3 Lmax 1 t/m 3

1)

2)

Omschrijving bron Condensors I Condensor nieuwbouw II Condensor III

LW 80 94 79

Opmerking LW is 2 condensors samen LW is 3 condensors samen LW voor 3 condensors (per stuk 74 dB(A)).

Condensor IV Condensor V

89 82

Elektrische koeling vrachtwagen op het net aangesloten Mobiele bron rijden personenauto's v = 15 km/h Mobiele bron rijden vrachtwagens op terrein v = 15 km/h Mobiele bron rijden personenauto openbare weg v = 35 km/h Mobiele bron rijden vrachtwagen openbare weg v = 35 km/h Lmax tijdens laden/lossen vrachtwagen

90

Niet in gebruik. Koelcel is buitengebruik op het moment. LW overgenomen 1) SIGHT 2)

89

SIGHT 2)

104

SIGHT

94

SIGHT

106

SIGHT

107

SIGHT

De bronsterkte is overgenomen uit de rapportage van Holland Akoestiek "Geluidrapport inzake Kivits Drunen b.v. te Elshout d.d. 22 juli 2008 (ref. 208.0301.EG). De bronsterkte geeft gezien de leeftijd en de staat van onderhoud geen aanleiding tot twijfel. Deze bronsterkte is eveneens gebruikt ter bepaling van de maximale geluidsniveaus ter plaatse van de woningen als gevolg van het passeren van een voertuig.

In bijlage 3 is een overzicht gegeven van de berekening van de verdeling van de rijroutes van de voertuigen. Tabel 4.2 geeft de benaming van de routes en de uitleg. Tabel 4.2: Rijroutes verkeer (zie figuur 3) Route 1 2 3 4

Omschrijving Rijroute 1 vrachtverkeer naar dockboards 1 Rijroute 2 vrachtverkeer naar dockboards 3 Rijroute 3 vrachtverkeer subroute naar dockboards 2 Rijroute 4 vrachtverkeer subroute naar dockboards 2

P080194-080808-052-O-MG-mw

7

8 augustus 2008

Tabel 4.2: Rijroutes verkeer (zie figuur 3) Route 5 auto's naar A auto's naar B V1 V2 V3

Omschrijving Rijroute 5 vrachtverkeer naar oostelijke uitrit Personeel naar parkeerplaats A Personeel en bezoekers parkeerplaats B Route 1 verkeersaantrekkende werking west Route 2 verkeersaantrekkende werking tussen oost en west Route 3 verkeersaantrekkende werking oost

Figuur 3: Overzicht rijroutes over het terrein en buiten het terrein.

4.3

Objecten en bodemgebieden

Voor wat de ligging van de objecten is gebruik gemaakt van een knip uit de GBKN welke ter beschikking is gesteld door de gemeente Heusden. De ligging van de nieuwe koelcel is overgenomen van tekeningen aangeleverd door Kivits Drunen. Bijlage 2 geeft een overzicht van de ingevoerde objecten. Als standaard bodemfactor voor het gehele model is gekozen voor 0 (hard). Rond de woningen aan de oostzijde van Kivits (nr. 18 t/m 22) zijn gebieden (erf) die als akoestisch hard gezien kunnen worden. De tussenliggende gebieden hebben de overgang van hard naar zacht maar zijn qua afmeting te kleine om akoestisch gezien effect op te leveren. Testberekeningen geven geen verschil in berekeningsresultaten ter plaatse van de woningen.

4.4

Berekeningspunten

Ter plaatse van de woningen van derden (nr. 18 t/m 22) zijn berekeningspunten ingevoerd op een hoogte van 1.5 en 5 meter ten opzichte van het maaiveld. De punten zijn akoestisch gekoppeld aan de achterliggende gevels waardoor invallende geluidsniveaus worden bekend. Voor het gebied ten noorden van Kivits is gerekend met een raster ter bepaling van de ligging van contouren. Het raster is ingevoerd op een hoogte van 5 meter.

P080194-080808-052-O-MG-mw

8

8 augustus 2008

5

BEREKENINGSRESULTATEN

5.1

Langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus

Voor de berekeningspunten weergegeven in bijlage 2 zijn de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus berekend. Tabel 5.1 geeft een overzicht van berekeningsresultaten. Tabel 5.1: Overzicht berekeningsresultaten Id 001_A 001_B 002_A 002_B 003_A 003_B 004_A 004_B 005_A 005_B 006_A 006_B 007_A 007_B 008_A 008_B 009_A 009_B

Omschrijving Noordgevel nr. 18 Noordgevel nr. 18 Westgevel nr. 18 Westgevel nr. 18 Zuidgevel nr. 18 Zuidgevel nr. 18 Noordgevel nr. 20 Noordgevel nr. 20 Westgevel nr. 20 Westgevel nr. 20 Zuidgevel nr. 20 Zuidgevel nr. 20 Westgevel nr. 22 Westgevel nr. 22 Zuidgevel nr. 22 Zuidgevel nr. 22 Oostgevel nr. 22 Oostgevel nr. 22

Hoogte 1,5 5 1,5 5 1,5 5 1,5 5 1,5 5 1,5 5 1,5 5 1,5 5 1,5 5

Dag 24 27 38 40 41 42 41 42 42 42 35 36 32 33 23 23 18 18

Avond 26 28 40 42 43 43 42 43 43 44 36 37 34 34 24 24 19 19

Nacht 23 26 37 39 40 40 40 41 40 41 33 34 31 32 21 22 17 17

Uit tabel 5.1 blijkt dat in de nachtperiode op de noorden westgevel van de woning nr. 20 de geluidsniveaus boven de 40 dB(A) uitkomt. De normstelling uit het Besluit wordt hierbij met 1 dB overschreden. Bijlage 4 geeft een totaaloverzicht op alle punten. Uit de bijlage blijkt dat op alle overige punten wordt voldaan aan de normstelling uit het Besluit. Bijlage 4 geeft een overzicht van de ligging van de contouren ter plaatse van de overige gebieden. Maatregelen ter reductie van de geluidsniveaus op punt 004 en 005 (5 meter) In tabel 5.2 is een overzicht gegeven van de gedetailleerde berekeningsresultaten op punten 004 en 005 op een hoogte van 5 meter. In de tabel is een overzicht gegeven van de mogelijkheid om maatregelen te nemen aan (of bij) de condensorbanken. De condensorbanken zijn de enige bronnen die voor maatregelen in aanmerking komen omdat maatregelen aan de vrachtwagens alleen in de overdrachtsfeer kunnen plaatsvinden (schermen). Door Kivits is reeds vastgesteld dat het plaatsen van een scherm niet mogelijk is.

P080194-080808-052-O-MG-mw

9

8 augustus 2008

Tabel 5.2: Detaillering voor en na maatregelen maatregel [dB]

bron (groep) Vrachtwagens route 5 Personenauto's naar B Vrachtwagens route 1 Vrwgn met elektrische koeling Vrachtwagens route 3 Nieuwbouw condensors Bestaande condensors Vrachtwagens route 2 Vrachtwagens route 4 Personenauto's naar A Totaal Activiteiten besluit (nacht) Overschrijding

0 0 0 0 0 10 10 0 0 0

005_B voor na 39,8 39,8 27,7 27,7 27,4 27,4 27,3 27,3 26,2 26,2 26 16 24 14 21,5 21,5 9,3 9,3 --40,9 40,7 40 40 0,9 0,7

004_B voor na 38,2 38,2 26,4 26,4 23,9 23,9 34 34 24,2 24,2 32 22 23,9 13,9 18,9 18,9 18 18 --40,8 40,2 40 40 0,8 0,2

Uit tabel 5.2 blijkt dat, wanneer er maatregelen getroffen worden van 10 dB aan de condensors (schermen rondom), dit op beide punten niet tot voldoende reductie van de geluidsniveaus leidt. De bepalende bijdrage op punt 005 is rijroute 5 van de vrachtwagens (richting uitrit aan de oostzijde).

5.2

Maximale geluidsniveaus, LAmax

Maximale geluidsniveaus treden op als gevolg van het laden en lossen van vrachtwagens en het rijden van voertuigen over het terrein. Tabel 5.3 geeft een overzicht van de berekende maximale geluidsniveaus ter plaatse van de woningen van derden.

P080194-080808-052-O-MG-mw

laden/lossen

vrachtwagens

laden/lossen

vrachtwagens

laden/lossen

Omschrijving Noordgevel nr. 18 Noordgevel nr. 18 Westgevel nr. 18 Westgevel nr. 18 Zuidgevel nr. 18 Zuidgevel nr. 18 Noordgevel nr. 20 Noordgevel nr. 20 Westgevel nr. 20 Westgevel nr. 20 Zuidgevel nr. 20 Zuidgevel nr. 20

vrachtwagens

Id 001_A 001_B 002_A 002_B 003_A 003_B 004_A 004_B 005_A 005_B 006_A 006_B

hoogte

Tabel 5.3: LAmax-niveaus in dB(A)

1,5 5 1,5 5 1,5 5 1,5 5 1,5 5 1,5 5

39,1 42,2 58,4 60,5 58,8 60,8 66,6 66,5 66,1 66,3 61,3 62,6

37,7 39,7 46,4 47,5 47,6 48,7 52,3 53,8 47,3 51,6 42,9 44,4

39,1 42,2 58,4 60,5 58,8 60,8 66,6 66,5 66,1 66,3 61,3 62,6

37,7 39,7 46,4 47,5 47,6 48,7 52,3 53,8 47,3 51,6 42,9 44,4

39,1 42,2 58,4 60,5 58,8 60,8 66,6 66,5 66,1 66,3 61,3 62,6

37,7 39,7 46,4 47,5 47,6 48,7 52,3 53,8 47,3 51,6 42,9 44,4

10

8 augustus 2008

laden/lossen

vrachtwagens

laden/lossen

vrachtwagens

laden/lossen

Omschrijving Westgevel nr. 22 Westgevel nr. 22 Zuidgevel nr. 22 Zuidgevel nr. 22 Oostgevel nr. 22 Oostgevel nr. 22

vrachtwagens

Id 007_A 007_B 008_A 008_B 009_A 009_B

hoogte

Tabel 5.3: LAmax-niveaus in dB(A)

1,5 5 1,5 5 1,5 5

48,8 49,0 48,4 48,5 30,8 31,0

43,1 45,5 34,4 34,7 33,5 33,7

48,8 49,0 48,4 48,5 30,8 31,0

43,1 45,5 34,4 34,7 33,5 33,7

48,8 49,0 48,4 48,5 30,8 31,0

43,1 45,5 34,4 34,7 33,5 33,7

Uit tabel 5.3 blijkt dat als gevolg van het rijden van vrachtwagens over het terrein ter plaatse van de woningen nrs. 18 en 20 in de avond- en nachtperiode maximale niveaus optreden die uitkomen boven de normstelling uit het Besluit. De overschrijding, op woning nr. 20, bedraagt in de avondperiode ten hoogste 2 dB en in de nachtperiode 1 dB voor woning nr. 18 en 7 dB voor woning nr. 20. In bijlage 5 geeft een overzicht van de berekeningsresultaten.

5.3

Verkeersaantrekkende werking

Ter bepaling van de geluidsniveaus ten gevolge van de verkeersaantrekkende werking van Kivits is uitgegaan dat de verdeling van het verkeer als volgt is: • 70 % komt en gaat vanuit het westen (oprit snelweg)'; • 30 % komt en gaat vanuit het oosten. In bijlage 3 is een overzicht gegeven van de verdeling van het verkeer over de diverse rijroutes. Tabel 5.4 geeft een overzicht van de berekende geluidsniveaus ten gevolge van het verkeer naar en van Kivits. Tabel 5.4: Geluidsniveaus t.g.v. de verkeersaantrekkende werking Id 001_A 001_B 002_A 002_B 003_A 003_B 004_A 004_B 005_A 005_B 006_A 006_B 007_A 007_B 008_A

Omschrijving Noordgevel nr. 18 Noordgevel nr. 18 Westgevel nr. 18 Westgevel nr. 18 Zuidgevel nr. 18 Zuidgevel nr. 18 Noordgevel nr. 20 Noordgevel nr. 20 Westgevel nr. 20 Westgevel nr. 20 Zuidgevel nr. 20 Zuidgevel nr. 20 Westgevel nr. 22 Westgevel nr. 22 Zuidgevel nr. 22

P080194-080808-052-O-MG-mw

Hoogte 1,5 5 1,5 5 1,5 5 1,5 5 1,5 5 1,5 5 1,5 5 1,5

Dag 13,5 13,5 23,8 24,2 24,6 25,2 33,8 35,3 41,5 42 45,2 45,4 38,3 39,4 42,7

Avond 14,9 14,9 25,1 25,4 25,9 26,4 35,2 36,6 42,8 43,2 46,4 46,6 39,6 40,6 43,9

11

Nacht 11,9 11,9 22,1 22,4 22,9 23,4 32,2 33,6 39,8 40,2 43,4 43,6 36,6 37,6 40,9

8 augustus 2008

Tabel 5.4: Geluidsniveaus t.g.v. de verkeersaantrekkende werking Id 008_B 009_A 009_B

Omschrijving Zuidgevel nr. 22 Oostgevel nr. 22 Oostgevel nr. 22

Hoogte 5 1,5 5

Dag 43,3 38,1 39,2

Avond 44,6 39,3 40,4

Nacht 41,5 36,3 37,4

Uit tabel 5.4 blijkt dat voor de woningen nr. 20 en 22 de voorkeursgrenswaarden in de avond- (45 dB(A)) en nachtperiode (40 dB(A)) worden overschreden. De overschrijdingen bedragen ten hoogste 2 dB en 4 dB in achtereenvolgens de avond- en de nachtperiode. De maximale grenswaarde van 65 dB(A) (etmaalwaarde) wordt echter niet overschreden. Een hogere waarde kan alleen worden overwogen op het moment dat het binnenniveaus ten hoogste 35 dB(A) (etmaalwaarde) bedraagt. Op basis van inventarisatie van de gevels van de woningen kan het volgende worden gesteld: • Woning nr. 20 (kunststof kozijnen met dubbelglas) isolatie voldoende; • Woning nr. 22 (dubbelglas) isolatie voldoende. Bijlage 6 geeft een overzicht van de berekende geluidsniveaus ten gevolge van de verkeersaantrekkende werking.

P080194-080808-052-O-MG-mw

12

8 augustus 2008

6

MAATREGELEN

Uit § 5.1 en 5.2 blijkt dat zowel de normstelling voor de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus (deels als gevolg van) als de maximale geluidsniveaus (geheel als gevolg van) worden overschreden als gevolg van het rijden van de vrachtwagens over het terrein richting de oostelijke uitrit. Zoals aangegeven in § 5.1 is het plaatsen van een geluidsscherm op de erfgrens geen optie. Er kan alleen aan de normstelling in de avond- en nachtperiode worden voldaan op het moment dat de oostelijke uitrit niet wordt gebruikt gedurende de avond- en nachtperiode. Dit houdt concreet in dat: 1. in de dagperiode gebruik gemaakt kan worden van alle in- en uitritten; 2. in de avondperiode alleen de westelijke in- uitrit gebruikt kan worden en de vrachtwagens naar dockboard 2 (zie figuur 2) alleen via route 3 (zie figuur 3) kunnen rijden; 3. in de nachtperiode alleen de westelijke in- uitrit gebruikt kan worden en de vrachtwagens naar dockboard 2 (zie figuur 2) alleen via route 3 (zie figuur 3) kunnen rijden. In figuur 4 is een overzicht gegeven van de rijroute in de avond- en nachtperiode inclusief de keerlus voor de dockboards 2. Voor de keerlus is een lagere snelheid en bronsterkte aangehouden dan voor de overige rijroutes (v = 10 km/h, LW = 100 dB(A))

Figuur 4: Keerlus voor dockboards 2 De bijlagen 7 en 8 geven een overzicht van de berekende geluidsniveaus LAr, LT en LAmax.in de situatie waarin in de avond- en nachtperiode geen gebruik gemaakt wordt van de oostelijke uitrit.

P080194-080808-052-O-MG-mw

13

8 augustus 2008

7

CONCLUSIE

7.1

Langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus en maximale geluidsniveaus

Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat als gevolg van de activiteiten op het terrein van Kivits Drunen BV de normstelling ten aanzien van de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus (1 dB) en de maximale geluidsniveaus (7 dB) worden overschreden. De bepalende geluidsbron zijn de rijdende vrachtwagens over het terrein van dockboards 2 naar de oostelijke in- uitrit. Maatregelen in de vorm van het plaatsen van een geluidsscherm op de erfgrens zijn niet mogelijk (gewenst). Kivits Drunen BV kan alleen aan de normstelling voldoen wanneer de oostelijke in- uitrit niet wordt gebruikt in de avond- en nachtperiode. Het verkeer dat in deze twee perioden het terrein wil verlaten (en betreden) zal gebruik moeten maken van de westelijke in- of uitrit.

7.2

Verkeersaantrekkende werking

Ten gevolge van de verkeersaantrekkende werking van het bedrijf wordt de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) (etmaalwaarde) overschreden. Gezien de staat van onderhoud van de beide woningen (nrs. 20 en 22) kan gesteld worden dat de binnenniveaus van 35 dB(A) (etmaalwaarde) niet worden overschreden.

P080194-080808-052-O-MG-mw

14

8 augustus 2008

H.92.0366 Kivits Drunen

SIGHT P080194 Bijlage 1

II2 GECONCENTREERDE BRON ___________________________________________________________________________________________ Onderdeel Bronnaam MeetDatum Alu conform Bronhoogte Meetafstand Meethoogte

: : : : [m] : [m] : [m] :

Condensor I en II samen 31-7-2008 HMRI-II.8 3,00 6,00 4,50

Frequentie [Hz] : 31.5 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dB(A) -----------------------------------------------------------------------------------------------------Lp [dB(A)] : 18,0 32,1 42,2 50,6 49,9 50,4 48,5 40,8 27,0 56,3 DGeo [dB] : 26,6 26,6 26,6 26,6 26,6 26,6 26,6 26,6 26,6 DAlu*R [dB] : 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 DBodem [dB] : 6,0 6,0 2,0 2,0 2,0 2,0 2,0 2,0 2,0 -----------------------------------------------------------------------------------------------------Lw [dB(A)] : 38,6 52,7 66,8 75,2 74,5 75,0 73,1 65,4 51,6 80,8


: : : : [m] : [m] : [m] :

Condensors op nieuwbouw 31-7-2008 HMRI-II.8 2,50 17,00 3,50



: : : : [m] : [m] : [m] :

Condensor III (3 stuks) 31-7-2008 HMRI-II.8 1,00 2,00 2,00



: : : : [m] : [m] : [m] :

Condensor IV 31-7-2008 HMRI-II.8 1,50 4,00 2,50


Source Explorer V2.01

4-8-2008 11:41:28

H.92.0366 Kivits Drunen

SIGHT P080194 Bijlage 1


: : : : [m] : [m] : [m] :

Condensor V (oude meting) 31-7-2008 HMRI-II.8 1,50 2,00 2,00


Source Explorer V2.01

4-8-2008 11:41:28

P080194 Ingevoerde puntbronnen

Bijlage 2

Model:eerste model Groep:hoofdgroep Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Id Groep item ID ID groep Vorm X Y Rel.H Gevel Geen reflectie item - omschrijving Demp. ID Negeer demping - omschrijving Pb(u)(D) -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------001 Bestaande bebouwing condensors 86 2 Punt 139078,62 412414,74 5,00 ----4,297 003 Bestaande bebouwing condensors 88 2 Punt 139042,22 412401,30 1,00 ----4,297 004 Bestaande bebouwing condensors 89 2 Punt 139039,94 412405,33 1,50 ----4,297 005 Bestaande bebouwing condensors 90 2 Punt 139046,78 412407,49 1,50 ----4,297 006 Bestaande bebouwing condensors 91 2 Punt 139051,72 412409,21 1,50 ----4,297 002 007 008 Lmax 1 Lmax 2

Nieuwbouw condensors Vrwgn met elektrische koeling Vrwgn met elektrische koeling LAmax LAmax

87 141 142 138 139

3 15 15 14 14

Punt Punt Punt Punt Punt

139030,84 139064,06 139058,82 139061,46 138998,60

412452,77 412449,16 412447,23 412447,25 412442,42

2,50 2,50 2,50 2,50 2,50

------

------

------

------

4,297 3,014 3,014 ---

Lmax 3

LAmax

140

14

Punt

139035,22

412368,16

2,50 --

--

--

--

--

Geonoise V5.42

4-8-2008 12:07:09

P080194 Ingevoerde puntbronnen

Bijlage 2

Model:eerste model Groep:hoofdgroep Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Id Pb(u)(A) Pb(u)(N) Pb(%)(D) Pb(%)(A) Pb(%)(N) Lw. Totaal Lwr 31 Lwr 63 Lwr 125 Lwr 250 Lwr 500 Lwr 1k Lwr 2k Lwr 4k Lwr 8k Lwr Totaal -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------001 2,099 2,099 35,810 52,481 26,242 80,82 38,56 52,66 66,76 75,16 74,46 74,96 73,06 65,36 51,56 80,82 003 2,099 2,099 35,810 52,481 26,242 74,39 41,41 55,81 66,01 69,71 74,31 75,41 68,01 60,31 50,11 79,19 004 2,099 2,099 35,810 52,481 26,242 88,92 48,13 63,13 76,23 81,13 83,93 83,73 79,63 74,73 62,03 88,92 005 2,099 2,099 35,810 52,481 26,242 81,90 48,61 57,81 72,91 75,41 75,81 76,01 72,21 67,01 50,11 81,90 006 2,099 2,099 35,810 52,481 26,242 81,90 48,61 57,81 72,91 75,41 75,81 76,01 72,21 67,01 50,11 81,90 002 007 008 Lmax 1 Lmax 2

2,099 1,005 1,005 ---

2,099 2,010 2,010 ---

35,810 25,119 25,119 ---

52,481 25,119 25,119 ---

26,242 25,119 25,119 ---

94,11 90,40 90,40 106,73 106,73

49,90 55,90 55,90 89,70 89,70

67,80 68,60 68,60 87,70 87,70

79,40 77,60 77,60 91,80 91,80

84,00 82,10 82,10 99,20 99,20

88,80 84,40 84,40 100,30 100,30

90,00 84,00 84,00 100,60 100,60

86,10 84,40 84,40 99,70 99,70

77,90 77,70 77,70 95,90 95,90

66,60 68,60 68,60 85,00 85,00

94,11 90,40 90,40 106,73 106,73

Lmax 3

--

--

--

--

--

106,73

89,70

87,70

91,80

99,20

100,30

100,60

99,70

95,90

85,00

106,73

Geonoise V5.42

4-8-2008 12:07:09

P080194 Ingevoerde mobielebronnen

Bijlage 2

Model:eerste model Groep:hoofdgroep Lijst van Mobiele bron, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Id Omschrijving ISO H ISO maaiveldhoogte HDef. Aantal(D) Aantal(A) Aantal(N) Cb(D) Cb(A) Cb(N) Gem.snelhe Max.afst. Lw. 31 Lw. 63 Lw. 125 Lw. 250 Lw. 500 Lw. 1k Lw. 2k Lw. 4k Lw. 8k Red. 31 -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------P_auto_A rijden personenauto langzaam over terrein 0,75 0,00 Eigen waarde 10 --- 32,60 --15 10,00 61,80 69,20 76,40 78,30 80,70 84,10 83,60 77,90 71,10 0,00 P_auto_B rijden personenauto langzaam over terrein 0,75 0,00 Eigen waarde 20 13 13 29,88 26,97 29,99 15 10,00 61,80 69,20 76,40 78,30 80,70 84,10 83,60 77,90 71,10 0,00 vrwg_R-1 vrachtwagen rijden 1,50 0,00 Eigen waarde 18 8 8 30,12 28,87 31,88 15 10,00 68,80 79,10 87,80 91,90 96,50 100,20 97,50 90,50 83,60 0,00 vrwg_R-2 vrachtwagen rijden 1,50 0,00 Eigen waarde 8 2 2 33,73 34,98 37,99 15 10,00 68,80 79,10 87,80 91,90 96,50 100,20 97,50 90,50 83,60 0,00 vrwg_R-3 vrachtwagen rijden 1,50 0,00 Eigen waarde 13 6 6 31,59 30,18 33,19 15 10,00 68,80 79,10 87,80 91,90 96,50 100,20 97,50 90,50 83,60 0,00 vrwg_R-4 vrwg_R-5 VAW-V-1 VAW-V-2 VAW-V-3

vrachtwagen vrachtwagen vrachtwagen vrachtwagen vrachtwagen

rijden rijden VAW VAW VAW

1,50 1,50 1,50 1,50 1,50

0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

waarde waarde waarde waarde waarde

13 13 36 16 16

6 6 17 7 7

6 6 17 7 7

34,87 31,54 30,68 34,35 34,29

33,46 30,13 29,17 33,17 33,11

36,47 33,14 32,18 36,18 36,12

15 15 35 35 35

5,00 10,00 10,00 10,00 10,00

68,80 68,80 72,80 72,80 72,80

79,10 79,10 83,10 83,10 83,10

87,80 87,80 91,80 91,80 91,80

91,90 91,90 95,90 95,90 95,90

96,50 96,50 100,50 100,50 100,50

100,20 100,20 104,20 104,20 104,20

97,50 97,50 101,50 101,50 101,50

90,50 90,50 94,50 94,50 94,50

83,60 83,60 87,60 87,60 87,60

0,00 0,00 1,80 1,80 1,80

VAW-p-1 VAW-p-2 VAW-p-3

rijden personenauto t.b.v. VAW rijden personenauto t.b.v. VAW rijden personenauto t.b.v. VAW

0,75 0,75 0,75

0,00 Eigen waarde 0,00 Eigen waarde 0,00 Eigen waarde

35 15 15

18 8 8

18 8 8

30,80 34,63 34,57

28,92 32,59 32,53

31,93 35,60 35,54

35 35 35

10,00 10,00 10,00

65,70 65,70 65,70

74,40 74,40 74,40

82,00 82,00 82,00

82,10 82,10 82,10

84,30 84,30 84,30

89,50 89,50 89,50

88,30 88,30 88,30

82,70 82,70 82,70

73,40 73,40 73,40

0,00 0,00 0,00

Geonoise V5.42

Eigen Eigen Eigen Eigen Eigen

4-8-2008 12:04:17

P080194 Ingevoerde mobielebronnen

Bijlage 2

Model:eerste model Groep:hoofdgroep Lijst van Mobiele bron, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Id Red. 63 Red. 125 Red. 250 Red. 500 Red. 1k Red. 2k Red. 4k Red. 8k -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------P_auto_A 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 P_auto_B 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 vrwg_R-1 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 vrwg_R-2 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 vrwg_R-3 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 vrwg_R-4 vrwg_R-5 VAW-V-1 VAW-V-2 VAW-V-3

0,00 0,00 1,80 1,80 1,80

0,00 0,00 1,80 1,80 1,80

0,00 0,00 1,80 1,80 1,80

0,00 0,00 1,80 1,80 1,80

0,00 0,00 1,80 1,80 1,80

0,00 0,00 1,80 1,80 1,80

0,00 0,00 1,80 1,80 1,80

0,00 0,00 1,50 1,50 1,50

VAW-p-1 VAW-p-2 VAW-p-3

0,00 0,00 0,00

0,00 0,00 0,00

0,00 0,00 0,00

0,00 0,00 0,00

0,00 0,00 0,00

0,00 0,00 0,00

0,00 0,00 0,00

0,00 0,00 0,00

Geonoise V5.42

4-8-2008 12:04:17

P080194 Ingevoerde

Bijlage 2 gebouwen

Model:Alternatieve rijroute avond- en nacht Groep:hoofdgroep Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Id Omschrijving Hoogte Maaiveld HDef. Cp Refl. 31 Refl. 63 Refl. 125 Refl. 250 Refl. 500 Refl. 1k Refl. 2k Refl. 4k Refl. 8k -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------001 Hoofdgebouw Kivits 6,00 0,00 Relatief 0 dB 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 002 Kakopbouw Kivits 1,60 6,00 Eigen waarde 0 dB 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 003 Gebouw buurbedrijf 10,00 0,00 Eigen waarde 0 dB 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 004 Gebouw buurbedrijf 10,00 0,00 Eigen waarde 0 dB 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 005 Gebouw buurbedrijf 10,00 0,00 Eigen waarde 0 dB 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 006 W001 W002 W003 W004

Nieuwbouw Kivits Woning nr. 18 Woning nr. 18 schuur Woning nr. 20 A Woning nr. 20

10,00 7,50 7,50 7,50 7,50

0,00 0,00 0,00 0,00 0,00



0 0 0 0 0

dB dB dB dB dB

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

W005 W006 W007 W008 W009

Woning nr. 20 schuur Woning nr. 18 bedrijfswoning Kivits Woning nr. 12 bedrijfswoning Bedrijfspand nr 8 Bedrijfspand nr 2

7,50 7,50 7,50 10,00 10,00

0,00 0,00 0,00 0,00 0,00



0 0 0 0 0

dB dB dB dB dB

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

W010

Woning nr. 22

7,50

0,00

Eigen waarde

0 dB

0,80

0,80

0,80

0,80

0,80

0,80

0,80

0,80

0,80

Geonoise V5.42

4-8-2008 11:46:03

P080194 Ingevoerde

Bijlage 2 ontvangers

Model:Alternatieve rijroute avond- en nacht Groep:hoofdgroep Lijst van Ontvangers, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Id Omschrijving Maaiveld Hoogtedefinitie Hoogte A Hoogte B Hoogte C Hoogte D Hoogte E Hoogte F -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------001 Noordgevel nr. 18 0,00 Eigen waarde 1,50 5,00 ----002 Westgevel nr. 18 0,00 Eigen waarde 1,50 5,00 ----003 Zuidgevel nr. 18 0,00 Eigen waarde 1,50 5,00 ----004 Noordgevel nr. 20 0,00 Eigen waarde 1,50 5,00 ----005 Westgevel nr. 20 0,00 Eigen waarde 1,50 5,00 ----006 007 008 009

Zuidgevel Westgevel Zuidgevel Oostgevel

Geonoise V5.42

nr. nr. nr. nr.

20 22 22 22

0,00 0,00 0,00 0,00

Eigen Eigen Eigen Eigen

waarde waarde waarde waarde

1,50 1,50 1,50 1,50

5,00 5,00 5,00 5,00

-----

-----

-----

-----

4-8-2008 11:48:57

P080194 Ingevoerde

Bijlage 2 schermen (sheddaken)

Model:Alternatieve rijroute avond- en nacht Groep:hoofdgroep Lijst van Schermen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Id Omschrijving ISO H ISO maaiveldhoogte HDef. Cp Refl.L 31 Refl.L 63 Refl.L 125 Refl.L 250 Refl.L 500 Refl.L 1k Refl.L 2k Refl.L 4k Refl.L 8k Refl.R 31 Refl.R 63 Refl.R 125 Refl.R 250 Refl.R 500 -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------S001 Nok hoofdgebouw Kivits 3,50 6,00 Eigen waarde 2 dB 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 S002 Nok hoofdgebouw Kivits 3,50 6,00 Eigen waarde 2 dB 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 S003 Nok hoofdgebouw Kivits 3,50 6,00 Eigen waarde 2 dB 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 S004 Nok hoofdgebouw Kivits 3,50 6,00 Eigen waarde 2 dB 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Geonoise V5.42

4-8-2008 11:48:16

P080194 Ingevoerde

Bijlage 2 schermen (sheddaken)

Model:Alternatieve rijroute avond- en nacht Groep:hoofdgroep Lijst van Schermen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Id Refl.R 1k Refl.R 2k Refl.R 4k Refl.R 8k -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------S001 0,00 0,00 0,00 0,00 S002 0,00 0,00 0,00 0,00 S003 0,00 0,00 0,00 0,00 S004 0,00 0,00 0,00 0,00

Geonoise V5.42

4-8-2008 11:48:16

P080194

LEGENDA

412900

Gebouw Grid Mobiele bron Ontvanger 412800

Puntbron Scherm

412700

0m

100 m

schaal = 1 : 5000 oorsprong = 138500, 412100 412600

412500

412400

003

005

_R-5 vrwg 4 S00003 S 2 S00001 S _R-1 vrwg -3 R-2 A_gR_ rgw uvrtowv_

P _a

001 002 01 W0003 006 W002 002 Lmax -4 1 R007 Lmax 2 g_008 w vr 006 001 005 004 003

W003 001 002 Lmax 3 004 5 P_auto_B W00005 04 W0006

009 007 10 W0008 -3 W--Vp VVAAW

W006 -2 W--Vp VVAAW

004 412300

1 -VpW WA A VV

W008 W009

412200

412100 138500

W007

138600

138700

138800

138900

139000

139100

Invoergegevens

139200

139300

139400

139500

139600

139700

Bijlage 2

Industrielawaai - IL, Drunen - Hoofdmodel - eerste model [C:\Werkmappen\Werkmap P080194 Kivits Drunen\Drunen\] , Geonoise V5.42

P080194

LEGENDA Gebouw Grid

412500

Mobiele bron

001 002 001 W003 006

Lmax 2

0m

W003

009 007 10 W0008

R-5

4 S00 3 S00 2 S00 1 S00

2 3 _R_Rr-wg rw g v Av

002

oorsprong = 138800, 412200

_ vrwg

uto_

001

50 m

schaal = 1 : 2000

001 006 004005 003

Lmax 3

W005004 0054 W00006

P_auto_B

_R-1 vrwg

004

Scherm

007 1 Lmax 008 -4 _R g v rw

P _a

003

Puntbron

W002

002

412400 005

Ontvanger

V-33 W--pVVAAW

W006 -V-22 W-pVVAAW

412300

V--11 WW- -p A VVA

W007

412200 138800

138900

139000

Invoergegevens Detail

139100

139200

139300

Bijlage 2


P080194

LEGENDA Gebouw Grid Mobiele bron Ontvanger Puntbron

002

Scherm

007 008Lmax 1 4 Rg_ w vr

Lmax 2

0m

10 m

schaal = 1 : 600 oorsprong = 138970, 412370

P _a

001

uto_ A

006 005 004 003

412400

_ vrwg R-5

S00 4

3

3

2

1 S00

S00

_R-

S00

g vrw

001 002

2 _Rvrwg

139000

Invoergegevens Detail 2

139100

Bijlage 2


P080194

Bijlage 3

nr

aantal 1 2 3

Totaal

opmerking 5 7 2 14 stuks west oost

verdeling 0,36 0,5 0,1 per periode 0,7 0,3

Totaal aantal over alle dockboards 25 12,5 12,5 50 dag avond nacht 9 4 4 18 13 6 6 25 4 2 2 7 50 25 13 13 35 17,5 17,5 15 7,5 7,5 50 25 25

Verkeersaantrekkende werking vrachtverkeer dag avond verhouding naar I aantal 9 4 bew 18 8 0,7 west V1 12,6 5,6 0,3 oost V2 5,4 2,4 tussen V3 5,4 2,4 dag avond verhouding naar II aantal 13 6 bew 26 12 0,7 west V1 18,2 8,4 0,3 oost V2 7,8 3,6 tussen V3 7,8 3,6 dag avond verhouding naar IV aantal 4 2 bew 8 4 0,7 west V1 5,6 2,8 0,3 oost V2 2,4 1,2 tussen V3 2,4 1,2 Totaal V1 V2 V3

dag 36,4 15,6 15,6

avond 16,8 7,2 7,2

totaal

opmerking

routes

heen en terug over dezelfde route. Aantallen maal 2

1 3,4,5 2

heen en terug over dezelfde route. Aantallen maal 2 klopt

nacht 4 8 5,6 2,4 2,4 nacht 6 12 8,4 3,6 3,6 nacht 2 4 2,8 1,2 1,2 nacht 16,8 7,2 7,2

Verkeersaantrekkende werking personenauto's dag avond nacht aantal 5 0 0 bew 10 0 0 0,7 west V1 7 0 0 0,3 oost V2 3 0 0 tussen V3 3 0 0 dag avond nacht verhouding naar B aantal 20 13 13 bew 40 26 26 0,7 west V1 28 18,2 18,2 0,3 oost V2 12 7,8 7,8 tussen V3 12 7,8 7,8 verhouding naar A

Totaal V1 V2 V3

dag 35 15 15

avond 18,2 7,8 7,8

nacht 18,2 7,8 7,8

Meetresultaten.xls

P080194 Berekeningsresultaat LAr,LT dagperiode Model : Groep : Toetsingssoort: Periode :

Bijlage 4

Alternatieve rijroute avond- en nacht Kivits Activiteiten besluit Dag

Id Omschrijving 001_A 001_B 002_A 002_B 004_A 004_B 005_A 005_B 006_A 006_B 007_A 007_B 008_A 008_B 009_A 009_B -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Groep Nieuwbouw condensors 20,9 24,5 26,6 33,7 32,6 33,4 24,8 27,3 16,1 17,6 30,7 30,5 14,0 14,3 12,2 12,5 Groep Bestaande bebouwing condensors 18,7 19,3 34,4 34,8 24,1 25,3 24,4 25,4 14,7 15,3 17,1 22,0 10,9 11,5 6,2 7,1 Groep Vrachtwagens route 5 15,7 18,3 34,4 36,4 39,0 39,8 40,9 41,4 33,0 34,4 22,2 22,9 18,5 18,8 9,8 9,8 Groep Vrachtwagens route 3 12,3 13,7 22,6 24,3 24,4 25,8 26,2 27,8 22,9 24,0 14,6 16,9 12,4 12,6 5,2 4,8 Groep Vrachtwagens route 2 5,8 6,2 12,2 13,2 21,9 23,2 24,4 25,7 20,5 21,5 10,6 12,2 9,5 9,9 -0,2 -0,4 Groep Vrachtwagens route 4 4,9 7,2 19,6 21,6 18,8 19,6 8,2 10,9 3,7 4,5 6,9 9,2 -0,2 -0,8 -0,6 -1,2 Groep Vrachtwagens route 1 4,0 3,8 11,0 12,1 23,7 25,6 27,5 29,1 24,4 25,8 12,4 13,7 12,9 13,2 1,6 1,1 Groep Personenauto' s parkeren achter -4,1 -3,9 0,7 0,9 8,9 9,7 11,5 12,3 8,0 8,8 -1,2 -0,4 -3,4 -3,4 -12,5 -12,4 Groep Personenauto's parkeren voor -10,9 -10,4 0,6 0,8 24,1 26,5 25,5 27,8 20,8 23,5 8,4 8,4 8,3 8,1 -5,6 -5,9 -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Totaal 24,2 26,7 38,0 40,1 40,4 41,3 41,6 42,3 34,5 35,9 31,7 32,0 22,1 22,4 15,7 15,9 Activiteiten besluit 50,0 50,0 50,0 50,0 50,0 50,0 50,0 50,0 50,0 50,0 50,0 50,0 50,0 50,0 50,0 50,0 Overschrijding -25,8 -23,3 -12,1 -9,9 -9,6 -8,7 -8,4 -7,7 -15,5 -14,2 -18,3 -18,0 -27,9 -27,6 -34,3 -34,1 Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen

Geonoise V5.42

4-8-2008 11:59:12

P080194 Berekeningsresultaat LAr,LT avondperiode Model : Groep : Toetsingssoort: Periode :

Bijlage 4

Alternatieve rijroute avond- en nacht Kivits Activiteiten besluit Avond

Id Omschrijving 001_A 001_B 002_A 002_B 004_A 004_B 005_A 005_B 006_A 006_B 007_A 007_B 008_A 008_B 009_A 009_B -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Groep Nieuwbouw condensors 22,6 26,1 28,2 35,4 34,3 35,0 26,5 29,0 17,8 19,3 32,4 32,1 15,6 16,0 13,8 14,2 Groep Bestaande bebouwing condensors 20,4 21,0 36,1 36,5 25,7 26,9 26,0 27,1 16,3 16,9 18,8 23,6 12,6 13,2 7,9 8,8 Groep Vrachtwagens route 3 16,7 18,1 27,0 28,7 28,8 30,3 30,7 32,2 27,3 28,5 19,1 21,3 16,8 17,0 9,6 9,2 Groep Vrachtwagens route 4 9,3 11,6 24,1 26,1 23,2 24,0 12,6 15,3 8,1 8,9 11,3 13,6 4,2 3,6 3,8 3,2 Groep Vrachtwagens route 1 5,3 5,0 12,3 13,3 25,0 26,9 28,8 30,4 25,7 27,1 13,6 14,9 14,2 14,4 2,9 2,4 Groep Vrachtwagens route 2 4,5 5,0 10,9 12,0 20,6 21,9 23,1 24,5 19,2 20,3 9,4 10,9 8,3 8,6 -1,4 -1,6 Groep Personenauto's parkeren voor -8,0 -7,5 3,5 3,7 27,0 29,4 28,4 30,7 23,8 26,4 11,3 11,3 11,2 11,0 -2,7 -3,0 Groep Personenauto' s parkeren achter ----------------Groep Vrachtwagens route 5 ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Totaal 25,5 27,9 37,4 39,6 37,0 38,1 35,7 37,4 31,3 32,8 32,9 33,2 21,8 22,1 16,5 16,7 Activiteiten besluit 45,0 45,0 45,0 45,0 45,0 45,0 45,0 45,0 45,0 45,0 45,0 45,0 45,0 45,0 45,0 45,0 Overschrijding -19,5 -17,1 -7,6 -5,4 -8,0 -6,9 -9,4 -7,6 -13,8 -12,2 -12,1 -11,8 -23,2 -22,9 -28,5 -28,3 Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen

Geonoise V5.42

4-8-2008 12:00:01

P080194 Berekeningsresultaat LAr,LT nachtperiode Model : Groep : Toetsingssoort: Periode :

Bijlage 4

Alternatieve rijroute avond- en nacht Kivits Activiteiten besluit Nacht

Id Omschrijving 001_A 001_B 002_A 002_B 004_A 004_B 005_A 005_B 006_A 006_B 007_A 007_B 008_A 008_B 009_A 009_B -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Groep Nieuwbouw condensors 19,6 23,1 25,2 32,4 31,3 32,0 23,4 26,0 14,8 16,3 29,4 29,1 12,6 13,0 10,8 11,2 Groep Bestaande bebouwing condensors 17,3 18,0 33,1 33,4 22,7 23,9 23,0 24,0 13,3 13,9 15,8 20,6 9,6 10,2 4,8 5,8 Groep Vrachtwagens route 3 13,7 15,1 24,0 25,7 25,8 27,3 27,6 29,2 24,3 25,4 16,1 18,3 13,8 14,0 6,6 6,2 Groep Vrachtwagens route 4 6,3 8,6 21,0 23,0 20,2 21,0 9,6 12,3 5,1 5,9 8,3 10,6 1,2 0,6 0,8 0,2 Groep Vrachtwagens route 1 2,3 2,0 9,3 10,3 22,0 23,9 25,8 27,4 22,7 24,1 10,6 11,9 11,2 11,4 -0,2 -0,6 Groep Vrachtwagens route 2 1,5 2,0 7,9 9,0 17,6 18,9 20,1 21,5 16,2 17,3 6,4 7,9 5,3 5,6 -4,4 -4,6 Groep Personenauto's parkeren voor -11,0 -10,5 0,5 0,7 24,0 26,4 25,4 27,7 20,7 23,3 8,3 8,3 8,2 8,0 -5,7 -6,0 Groep Personenauto' s parkeren achter ----------------Groep Vrachtwagens route 5 ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Totaal 22,5 24,9 34,4 36,6 34,0 35,1 32,6 34,4 28,2 29,8 29,9 30,2 18,8 19,1 13,5 13,7 Activiteiten besluit 40,0 40,0 40,0 40,0 40,0 40,0 40,0 40,0 40,0 40,0 40,0 40,0 40,0 40,0 40,0 40,0 Overschrijding -17,6 -15,1 -5,6 -3,4 -6,1 -4,9 -7,4 -5,6 -11,8 -10,3 -10,1 -9,8 -21,2 -20,9 -26,5 -26,3 Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen

Geonoise V5.42

4-8-2008 12:00:21

P080194

LEGENDA Gebouw Scherm

412800

35,0 - 40,0 dB(A) 40,0 - 45,0 dB(A) 45,0 - 50,0 dB(A) 50,0 - 55,0 dB(A) 55,0 - 60,0 dB(A) 60,0 - 65,0 dB(A)

412700

65,0 - 70,0 dB(A)

40,0 periode:

Etmaal

Groep:

Kivits

40,0

eerste model

40,0 412600

45,0 0m

35,0

50,0

412500

40,0

schaal = 1 : 4000

45,0

W001 W002

006

100 m

oorsprong = 138500, 412200 55,0

35,0

40,0

4 S00 3 S0002 S0 01 S0

003

005

412400

001002

W003

W010

W005 W004

W006

004 412300

W008 412200 138500

W007

W009 138600

138700

138800

138900

Ligging van de contouren

139000

139100

139200

139300

139400

139500

Bijlage 4


P080194 LAmax t.g.v. rijden vrachtwagens

Bijlage 5

LAmax totaal resultaten voor ontvangers Model: eerste model Groep: Kivits Identificatie Ontvanger Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------001_A Noordgevel nr. 18 1,5 39,1 39,1 39,1 001_B Noordgevel nr. 18 5,0 42,2 42,2 42,2 002_A Westgevel nr. 18 1,5 58,4 58,4 58,4 002_B Westgevel nr. 18 5,0 60,5 60,5 60,5 003_A Zuidgevel nr. 18 1,5 58,8 58,8 58,8 003_B 004_A 004_B 005_A 005_B

Zuidgevel nr. 18 Noordgevel nr. 20 Noordgevel nr. 20 Westgevel nr. 20 Westgevel nr. 20

5,0 1,5 5,0 1,5 5,0

60,8 66,6 66,5 66,1 66,3

60,8 66,6 66,5 66,1 66,3

60,8 66,6 66,5 66,1 66,3

006_A 006_B 007_A 007_B 008_A

Zuidgevel Zuidgevel Westgevel Westgevel Zuidgevel

20 20 22 22 22

1,5 5,0 1,5 5,0 1,5

61,3 62,6 48,8 49,0 48,4

61,3 62,6 48,8 49,0 48,4

61,3 62,6 48,8 49,0 48,4

008_B 009_A 009_B

Zuidgevel nr. 22 Oostgevel nr. 22 Oostgevel nr. 22

5,0 1,5 5,0

48,5 30,8 31,0

48,5 30,8 31,0

48,5 30,8 31,0

Geonoise V5.42

nr. nr. nr. nr. nr.

4-8-2008 12:11:58

P080194 LAmax t.g.v. laden en lossen

Bijlage 5

LAmax totaal resultaten voor ontvangers Model: eerste model Groep: LAmax Identificatie Ontvanger Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------001_A Noordgevel nr. 18 1,5 37,7 37,7 37,7 001_B Noordgevel nr. 18 5,0 39,7 39,7 39,7 002_A Westgevel nr. 18 1,5 46,4 46,4 46,4 002_B Westgevel nr. 18 5,0 47,5 47,5 47,5 003_A Zuidgevel nr. 18 1,5 47,6 47,6 47,6 003_B 004_A 004_B 005_A 005_B


5,0 1,5 5,0 1,5 5,0

48,7 52,2 53,8 47,3 51,6

48,7 52,2 53,8 47,3 51,6

48,7 52,2 53,8 47,3 51,6

006_A 006_B 007_A 007_B 008_A


20 20 22 22 22

1,5 5,0 1,5 5,0 1,5

42,9 44,4 43,1 45,5 34,4

42,9 44,4 43,1 45,5 34,4

42,9 44,4 43,1 45,5 34,4

008_B 009_A 009_B


5,0 1,5 5,0

34,7 33,5 33,7

34,7 33,5 33,7

34,7 33,5 33,7

Geonoise V5.42

nr. nr. nr. nr. nr.

4-8-2008 12:12:48

P080194 Verkeersaantrekkende werking

Bijlage 6

Model: eerste model - Hoofdmodel - Drunen Bijdrage van Groep VAW op alle ontvangerpunten Rekenmethode Industrielawaai - IL; Periode: Alle perioden Id Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Etmaal Li -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------001_A Noordgevel nr. 18 1,5 14 15 12 22 51 001_B Noordgevel nr. 18 5,0 14 15 12 22 50 002_A Westgevel nr. 18 1,5 24 25 22 32 62 002_B Westgevel nr. 18 5,0 24 25 22 32 61 003_A Zuidgevel nr. 18 1,5 25 26 23 33 63 003_B 004_A 004_B 005_A 005_B


5,0 1,5 5,0 1,5 5,0

25 34 35 42 42

26 35 37 43 43

23 32 34 40 40

33 42 44 50 50

62 70 70 76 76

006_A 006_B 007_A 007_B 008_A


20 20 22 22 22

1,5 5,0 1,5 5,0 1,5

45 45 38 39 43

46 47 40 41 44

43 44 37 38 41

53 54 47 48 51

80 80 74 74 78

008_B 009_A 009_B


5,0 1,5 5,0

43 38 39

45 39 40

42 36 37

52 46 47

78 74 74

nr. nr. nr. nr. nr.

Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen

Geonoise V5.42

4-8-2008 12:13:38

P080194 LAr, LT rijroute avond- en nacht aangepast

Bijlage 7

Model: Kopie van Alternatieve rijroute avond- en nacht - Hoofdmodel - Drunen Bijdrage van Groep Kivits op alle ontvangerpunten Rekenmethode Industrielawaai - IL; Periode: Alle perioden Id Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Etmaal Li -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------001_A Noordgevel nr. 18 1,5 24,3 25,7 22,7 32,7 53,6 001_B Noordgevel nr. 18 5,0 26,8 28,2 25,2 35,2 53,5 002_A Westgevel nr. 18 1,5 38,3 38,3 35,3 45,3 69,9 002_B Westgevel nr. 18 5,0 40,4 40,6 37,6 47,6 69,8 003_A Zuidgevel nr. 18 1,5 41,1 41,9 38,9 48,9 71,1 003_B 004_A 004_B 005_A 005_B


5,0 1,5 5,0 1,5 5,0

42,0 40,5 41,3 41,6 42,3

42,5 37,1 38,3 35,7 37,5

39,5 34,1 35,3 32,7 34,5

49,5 44,1 45,3 42,7 44,5

70,9 72,4 72,3 73,9 73,9

006_A 006_B 007_A 007_B 008_A


20 20 22 22 22

1,5 5,0 1,5 5,0 1,5

34,5 35,9 31,7 32,0 22,1

31,3 32,8 32,9 33,2 21,9

28,3 29,8 29,9 30,2 18,8

38,3 39,8 39,9 40,2 28,8

67,9 67,7 59,4 59,4 56,6

008_B 009_A 009_B


5,0 1,5 5,0

22,4 15,8 16,0

22,1 16,7 16,9

19,1 13,7 13,9

29,1 23,7 23,9

55,7 48,2 47,0

nr. nr. nr. nr. nr.

Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen

Geonoise V5.42

4-8-2008 16:23:32

P080194 LAmax rijroute avond- en nacht aangepast

Bijlage 8

LAmax totaal resultaten voor ontvangers Model: Kopie van Alternatieve rijroute avond- en nacht Groep: Kivits Identificatie Ontvanger Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------001_A Noordgevel nr. 18 1,50 39,13 36,93 36,93 001_B Noordgevel nr. 18 5,00 42,24 38,86 38,86 002_A Westgevel nr. 18 1,50 58,43 53,98 53,98 002_B Westgevel nr. 18 5,00 60,47 56,37 56,37 003_A Zuidgevel nr. 18 1,50 58,83 54,56 54,56 003_B 004_A 004_B 005_A 005_B


5,00 1,50 5,00 1,50 5,00

60,77 66,60 66,53 66,14 66,33

56,56 52,83 53,90 52,59 53,52

56,56 52,83 53,90 52,59 53,52

006_A 006_B 007_A 007_B 008_A


20 20 22 22 22

1,50 5,00 1,50 5,00 1,50

61,33 62,57 48,75 49,01 48,38

51,21 52,63 36,72 39,24 41,16

51,21 52,63 36,72 39,24 41,16

008_B 009_A 009_B


5,00 1,50 5,00

48,50 30,81 30,95

41,10 29,14 28,54

41,10 29,14 28,54

Geonoise V5.42

nr. nr. nr. nr. nr.

4-8-2008 16:24:26

NOTITIE

Van Aan Datum Project Onderwerp

1

: : : : :

Maarten Groen Rob van Opzeeland Kivits Drunen 12 september 2008 P080194 Aanvullende informatie akoestisch onderzoek

INLEIDING

Naar aanleiding van de door SIGHT adviseurs voor milieu en landschap bv opgestelde akoestisch rapport van SIGHT d.d. 21 augustus 2008 (ref. 080821-113-R-RV-rd definitief) is door de gemeente Heusden aanvullende informatie gevraagd. De aanvullende informatie betreft de volgende zaken: • Onderbouwing van de gehanteerde bronsterkten voor de manoeuvrerende vrachtwagens; • Onderbouwing van de draaiuren (bedrijfsuren) van de condensorbanken op de verschillende daken.

2

GELUIDSMETINGEN

Naar aanleiding van deze vragen zijn op 10 september 2008 geluidsmetingen uitgevoerd op het terrein en in de directe omgeving van Kivits Drunen aan de d' Oultremontweg 16 te Drunen (gemeente Heusden). Er zijn twee soorten metingen uitgevoerd te weten, emissiemetingen (ter bepaling van de bronsterkte) en immmissiemetingen voor de gevel van woning aan de d' Oultremontweg 18. De metingen zijn uitgevoerd in het bijzijn van de volgende personen: • Mevrouw S. Duives-Cahuzak (gemeente Heusden); • De heer J. Latour (gemeente Heusden); • De heer J. Brouwer (gemeente Heusden); • De heer R. van Opzeeland (Kivits Drunen); • De heer M. Groen (SIGHT).

2.1

Reken- en meetvoorschrift

De metingen en de berekeningen zijn uitgevoerd volgens de "Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai", uitgave 1999. Voor en na het uitvoeren van de metingen is de apparatuur geijkt.

P080194-aanvulling

1 van 4

12 september 2008

2.2

Resultaat van de emissiemetingen

In tabel 2.1 is een overzicht gegeven van de resultaten van de emissiemetingen. In bijlage 1 is de uitwerking van de metingen gegeven. Tabel 2.1: Overzicht resultaten metingen versus gehanteerde bronsterkten SIGHT bepaald op basis van rapport SIGHT 21-08-08 metingen 10-09-08 Activiteit LAeq Lmax LAeq Lmax LAeq manoeuveren 92 98 100 100 vrachtwagen 94 99 92 99 Wegrijden 94 100 100 100 vrachtwagen uit dock Laden vrachtwagen -97 -107 in dock Uit de tabel valt op te maken dat de door SIGHT gehanteerde bronsterkten in de rapportage gelijk zijn of lager dan de bronsterkten zoals bepaald tijdens de metingen van 10 september 2008. Hieruit kan worden opgemaakt dat de akoestische rapportage van 21 augustus geen onderschatting geeft van de te verwachten geluidsniveaus.

2.3

Resultaten immissiemetingen

Ter controle van de overdracht is eveneens een tweetal immissiemetingen uitgevoerd voor de gevel van de woning nr. 18 op een hoogte van 5 meter ten opzichte van het plaatselijke maaiveld. In figuur 1 is de ligging van het meetpunt gegeven.

Figuur 1: Ligging van het meetpunt.

P080194-aanvulling

2 van 4

12 september 2008

Ter plaatse van het meetpunt zijn twee verschillende situaties gemeten: 1. Het wegrijden van een vrachtwagen uit dock 15. Inclusief instappen chauffeur en starten motor; 2. Het achteruit naar de dockboard rijden. In tabel 2.2 is een overzicht gegeven van de resultaten van de metingen. Tabel 2.2: Resultaten van de immissiemetingen Activiteit Lmax Cg Cm LAmax wegrijden uit dock 60 3 0 57 achteruit dock in 57 3 0 54 rijden Uit tabel 2.2 blijkt dat de maximale geluidsniveaus ter plaatse van de gevel van de woning nr. 18 overeenkomt met de berekende maximale niveaus uit de rapportage van 21 augustus 2008.

3

ONDERBOUWING DRAAIUREN CONDENSORS

In het ontwerp van het pand is zeer veel aandacht besteed aan milieu en energiegebruik. Met name energie is voor Kivits een belangrijke kostenpost. Daarnaast is het pand ontworpen als een multifunctioneel pand waarin Kivits alles tot 0 graden kan koelen (tot nu toe nog nooit gebruikt). Dit is gedaan om alle mogelijkheden voor de toekomst open te houden. Met dit uitgangspunt is het huidige pand ontworpen. Kivits gebruikt nu maar een beperkt deel van de koelcapaciteit, AGF wordt gekoeld tussen de 5 en 12 graden. Koelvers op 3,5 à 4 graden. Dit blijkt ook wel uit het feit dat de 3e van de 3 hoofdcompressoren nooit draait en de 2e alleen maar zo nu en dan (17 % van de draaiuren van de 1e compressor). Tevens is het zo dat compressoren meer draaien dan de condensoren. De condensoren komen 1 voor 1 (van de 10) bij al naar gelang de behoefte van de compressoren. Met het huidige gebruik kan Kivist zonder probleem 33 % (= 1 hoofdcompressor) missen terwijl de 2e compressor dan nog maar voor 17% draait! Een goed voorbeeld is een groot defect dat ik in April had. Storing op vrijdag 11 uur, zaterdag 4 uur draaide de noodkoeling, temperatuur maar opgelopen van 3,5 naar 7 graden in al deze tijd zonder dat er gekoeld is en de buiten temperatuur zeer hoog was (de enigste warme periode dit jaar)!

4

CONSLUISIE

Uit het aanvullende onderzoek blijkt het volgende: • De door SIGHT gehanteerde bronsterkten geven geen onderschatting van de geluidsniveaus ter plaatse van de woningen; • De draaiuren van de condensors zijn lager dan verwacht omdat op dit moment alleen AFG wordt opgeslagen waarvan de bewaartemperatuur boven het vriespunt ligt.

M. Groen

P080194-aanvulling

3 van 4

12 september 2008

Bijlage 1 Uitwerking bronsterkten

P080194-aanvulling

4 van 4

12 september 2008

Aanvraag Siro beheer b.v. voor een tweede bedrijfshal, d Oultremontweg 16 te Elshout

Recommend Documents