JAARGANG 6 • OKTOBER 2006 • NUMMER 3
c c
Licht verstandelijk gehandicapten
Aanvalsplan tegen 2 wachtlijsten
REC BovenAmstel bij Jong De redactie van Jong aan de Amstel is met ingang van dit nummer uitgebreid met het REC BovenAmstel. Het REC BovenAmstel is de organisatie die in de stadsregio Amsterdam verantwoordelijk is voor het speciaal onderwijs in cluster 4. Dat wil zeggen het speciaal onderwijs aan kinderen met ernstige gedragsproblemen en/of psychiatrische stoornissen. Dit segment van het speciaal onderwijs heeft een nauw raakvlak met de jeugdzorg. Zo is contact met de jeugdzorg een van de criteria voor plaatsing op een Cluster 4-school. De redactie van Jong aan de Amstel bestaat nu uit vertegenwoordigers van Altra, De Bascule, Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam, HVO-Querido, MOC ‘t Kabouterhuis, REC BovenAmstel en Spirit. Meer informatie: www.recbovenamstel.nl
De indicatiestelling voor jeugdigen met een lichte verstandelijke beperking (lvgjeugd) gaat per 1 januari 2008 naar de bureaus jeugdzorg. Op deze manier kan de jeugdzorg gericht hulp verlenen aan lvg-jongeren met opgroei- en opvoedingsproblemen. De aanpak van deze jongeren vraagt een specifieke aanpak. De jeugdzorg is daarom hard bezig om de hulp zodanig vorm te geven dat ze vanuit de vraag van de cliënt een geïntegreerd en afgestemd aanbod kan bieden.
Amsterdamwet 3 pakt knelpunten jeugd aan Vasthouden en 4 niet loslaten
Lees verder pag. 7
c D O O R : L I N D A VA N W I J K
Aanpak criminele Marokkaanse jongeren De Bascule en Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam gaan in nauwe samenwerking met de Raad voor de Kinderbescherming en de ketenunit in Amsterdam West starten met het plan Gezinsgerichte aanpak van criminele jongeren van Marokkaanse afkomst, gefinancierd door het Ministerie van Justitie. De aanpak van deze doelgroep is een speerpunt van het Ministerie dat heeft hiervoor extra gelden beschikbaar gesteld. Doel van het project is om de recidive onder deze jeugdigen na het plegen van een delict te verminderen door de inzet van een gezinsgerichte benadering vanuit de jeugdreclassering. Na zorgvuldig onderzoek wordt gekeken welke behandeling vervolgens het best past. Verschillende zorgprogramma’s kunnen worden ingezet, zoals competentietraining, Nieuwe Perspectieven, Functional Family Therapy of Multi System Therapy. Meer informatie: www.bjaa.nl
c
Spectaculaire groei Bascule Extern De Bascule Extern, de afdeling van het Altra College voor kinderen met een autistische stoornis, maakt een spectaculaire groei door. De school, die drie jaar geleden startte met veertien leerlingen, telt inmiddels 140 leerlingen. Anders dan de andere afdelingen van het Altra College, biedt de Bascule Extern voortgezet speciaal onderwijs op Havo-VWO-niveau. Het bijzondere van de school is de nauwe samenwerking tussen onderwijs en kinder- en jeugdpsychiatrie. Het geïntegreerde hulpaanbod van Altra College en Bascule zorgt voor korte lijnen tussen school, hulpverlening en ouders. Meer informatie: Joost van Caam, teamcoördinator, tel. 020 - 644 78 45
Aanpak groei speciaal onderwijs Dit najaar maakte minister Maria van der Hoeven bekend dat zij de groei van het speciaal onderwijs aan banden wil leggen. Ze pleit voor een betere afstemming tussen het reguliere basisonderwijs en jeugdzorg. Is dat de oplossing?
Het regulier basis- en voortgezet onderwijs krijgt het eerst te maken met de gevolgen van de voorstellen van Van der Hoeven. Want wat moeten zij doen met leerlingen met gedragsproblemen die niet langer een rugzakje meenemen? Reinier Gadellaa, directeur Openbare Basisschool De Brink: ‘Ik ga er vanuit dat de CvI haar werk goed doet. Scholen signaleren steeds beter en de CvI verwijst niet zomaar leerlingen door naar speciaal onderwijs. Daar zijn strenge landelijke richtlijnen voor. Ik heb zelf ook een aantal leerlingen met rugzakjes rondlopen. Die rugzakjes zijn nodig, want een leerkracht in het reguliere onderwijs heeft nu eenmaal geen specifieke kennis over bijvoorbeeld een kind met Asperger.’ Gadellaa stelt dus dat hiervoor specifieke expertise nodig is die hij kan inkopen met het rugzakje. Meer kinderen met een gedragsstoornis in de klas, vraagt volgens hem om een andere aanpak: ‘Dat kind zou sneller geholpen zijn als hij naar speciaal onderwijs was gestuurd. Ik zeg niet dat ik vind dat kinderen sneller naar speciaal onderwijs gestuurd moeten worden. Ik weet ook niet wat de ideale oplossing is.’ Ligt die dan niet in een betere samenwerking met de jeugdzorg? Gadellaa: ‘We willen heel graag meewerken, maar vaak voelen ouders niets voor de inschakeling van jeugdzorg.’
I
n het cluster van het speciaal onderwijs waar de jeugdzorg mee te maken heeft - leerlingen met gedragsproblemen – groeien de scholen landelijk gemiddeld met 120 procent per jaar en het aantal rugzakken met 300 procent. Daarmee heeft het in 2003 ingezette beleid een averechts effect. Het was juist de bedoeling om zoveel mogelijk leerlingen op de reguliere scholen te houden en zo min mogelijk leerlingen door te sturen naar het speciaal onderwijs. Om de groei van het speciaal onderwijs aan banden te leggen wil de minister nu dat de indicatiestelling voortaan scherper wordt gecontroleerd. Zo mogen onvolledige dossiers geen indicatie meer krijgen. Daarnaast wil ze de financiering aanpakken. Het budget van de leerling gebonden financiering (lgf ofwel het rugzakje) wil ze afhalen van het budget van het regulier onderwijs en ze wil een plafond voor het lgf-budget. Verder moet het reguliere onderwijs in een vroeger stadium aankloppen bij jeugdzorg, zodat ergere problemen op latere leeftijd worden voorkomen.
c
Alexandria geopend Op 5 oktober is woonvoorziening Alexandria officieel geopend door Marijke Vos, wethouder zorg van Amsterdam. Alexandria is een woonvoorziening van HVO-Querido voor jonge dak- en thuisloze vrouwen en moeders die ondersteuning nodig hebben bij het leren zelfstandig wonen.
c
Frits Louwersheimer, gedragspsycholoog bij Bureau Jeugdzorg en commissielid van de Commissie van Indicatiestelling (CvI): ‘Iedereen is het er over eens dat er nog winst te boeken is bij een vroegtijdige samenwerking tussen jeugdzorg en onderwijs. Maar daar ligt de oorzaak van de groei niet. Die zit hem in de open eind regeling. Dat is een gevaarlijk beleidsinstrument waarvan mensen snel de grenzen opzoeken. En dat is precies wat je hier ziet gebeuren: zowel ouders, instellingen als bureaus zien een markt. Ze zien dat er geld is en maken er gebruik van. Het is logisch dat de vraag naar rugzakjes is toegenomen en het is ook logisch dat daar nu een grens aan wordt gesteld.’
1
SAKE RIJPKEMA
Winst
Kinderen krijgen les op de Amsterdamse AH Gerhardschool, een van de scholen voor speciaal onderwijs.
c DOOR: MARTIN GERRITSEN
Jeugdzorg opent aanval op wachtlijsten
‘Jong aan de Amstel’ is een gezamenlijke uitgave van zeven instellingen voor de jeugdzorg, de jeugdpsychiatrie en het speciaal onderwijs in de agglomeratie Amsterdam: Altra, De Bascule, Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam, HVO-Querido, MOC ’t Kabouterhuis, REC BovenAmstel en Spirit. ‘Jong aan de Amstel’ verschijnt vier keer per jaar. De artikelen in dit blad vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van de organisaties. Evenmin kunnen aan de inhoud van dit blad rechten worden ontleend.
De Amsterdamse jeugdzorginstellingen werken op dit moment hard aan de uitbreiding van het hulpaanbod. Dit in het kader van het “Aanvalsplan Wachtlijsten” waarvoor VWS eerder dit jaar 7 miljoen euro beschikbaar stelde. Uiteindelijk doel is dat eind 2006 geen enkele cliënt langer dan negen weken op hulp hoeft te wachten.
Overname artikelen Overname van artikelen uit ‘Jong aan de Amstel’ is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. Hoofdredactie Martin Gerritsen
E
en rondgang langs de jeugdzorginstellingen leert dat ze momenteel hard bezig zijn het hulpaanbod uit te breiden. Nieuwe ambulant hulpverleners worden aangenomen, er komen bedden bij… Elke instelling heeft z’n eigen plannen. Aanleiding was de eis van staatssecretaris Ross dat de jeugdzorg de wachtlijsten voor eind 2006 zou wegwerken.
Kernredactie Sanne Bender (Spirit), Anita van Ewijk (Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam), Bernard Homans (REC BovenAmstel), Hans van der Jagt (Altra), Peter Kempers (HVO-Querido), Clara Vollaard (De Bascule), Inez Zuiderveld (MOC ’t Kabouterhuis)
Capaciteit De instellingen zijn zelf verantwoordelijk voor het wegwerken van de eigen wachtlijsten. Op dit moment werken ze vooral hard aan de uitbreiding van hun capaciteit, zodat ze nog voor eind 2006 meer cliënten kunnen helpen. Zo breidt Spirit de residentiële capaciteit uit met vijf afdelingen, namelijk: Beter Met Thuis (in Amstelland/de Meerlanden en Zaanstreek/Waterland), 16+ (in Nieuw-West en Oost), Langdurig verblijf (in Centrum/Oud-West). Daarnaast komen er 139 extra programma’s voor ambulante jeugdhulp. Altra komt met de volgende acties: ze opent nog dit najaar een gezinshuis op Huntum en is nu bezig met de werving van gezinsouders. ze gaat 62 extra cliënten helpen met thuisbehandeling. Er worden zeven extra thuisbehandelaars aangenomen. Een deel van de nieuwe mensen is al gestart. ze gaat zes cliënten die eigenlijk residentiele hulp nodig hebben tijdelijk intensieve ambulante hulp bieden. Bij een gezin is de hulp al gestart, bij een volgend gezin gaat de hulp binnenkort beginnen. Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (BJAA) onderneemt de volgende initiatieven om de wachtlijst weg te werken:
Redactie Rik van Beijma (Spirit), Hermien Buijse (Altra), Vincent Fafieanie (Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam), Maurits de Jong (Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam), Annelies Niessen (De Bascule)
• • • •
Vaste medewerkers Marnix de Bruyne, Michel van Dijk, Tamara Franke, Corina de Feijter, Suzan Hilhorst, Evelien Hoekstra, Sake Rijpkema, Wim Stevenhagen en Linda van Wijk. Redactie-adres Jong aan de Amstel Fred. Roeskestraat 73 - 1076 EC Amsterdam email:
[email protected]
er komen 11 formatieplaatsen voor jeugdhulpverleners; er komen 835 trajecten licht ambulante zorg, waarmee ze onder andere probeert 300 indicaties voor zwaardere hulp van zorgaanbieders te voorkomen. MOC ’t Kabouterhuis zal een groep uitbreiden op de locatie in Noord en in Zuidoost samen met Altra twee nieuwe groepen realiseren. Verder zal ze het ambulante aanbod aanzienlijk uitbreiden. De Bascule zal de capaciteit uitbreiden van Therapeutische Gezinsverpleging en de capaciteit uitbreiden bij de clusters kinderen, jeugd en psychiatrie.
Residentieel Het ziet er naar uit dat de instellingen hiermee de wachtlijst voor het einde van het jaar voor het grootste deel hebben weggewerkt. Dat wil zeggen dat jongeren niet langer dan negen weken hoeven te wachten voor ze geholpen kunnen worden. Probleem is alleen dat in eerste instantie geen rekening was gehouden met een groei in de vraag naar jeugdzorg. Nu er daadwerkelijk sprake is van groei, heeft het ROA Jeugdzorgoverleg op verzoek van het ROA een aanvullend aanvalsplan geschreven. Daarmee zijn nog niet alle problemen opgelost. Een belangrijk deel van het geld dat de instellingen hebben gekregen waren incidentele middelen, terwijl voor het creëren van residentiële plaatsen permanente middelen nodig zijn. Het ROA Jeugdzorgoverleg zoekt hiervoor nog een oplossing.
• •
Ontwerp en DTP Roggeveen | Grafisch Ontwerp - Amsterdam
‘Jong aan de Amstel’ behandelt elk nummer een bepaald thema. Hierin belicht ze het onderwerp vanuit verschillende hoeken en geeft daarbij een overzicht van het hulpaanbod van de jeugdzorg op dit terrein. Tot nu toe kwamen de volgende thema’s aan bod:
De Koppeling
Vroegtijdige signalering maart 2003 De harde kern juni 2003 Kindermishandeling september 2003 Basisonderwijs december 2003 Jeugdpsychiatrie maart 2004 Voortgezet onderwijs juni 2004 Crisishulp november 2004 Huiselijk geweld maart 2005 Jeugdgezondheidszorg juni 2005 Lokaal jeugdbeleid oktober 2005 Speciaal onderwijs (primair) december 2005 Armoede maart 2006 Meidenhulpverlening juni 2006 Lichtverstandelijk gehandicapten oktober 2006
D
e voorbereidingen om de Koppeling succesvol te kunnen starten in april 2007 zijn in volle gang. De komende tijd moeten er meer dan honderd medewerkers geworven worden. De instroom van de jongeren in de Koppeling gaat gefaseerd verlopen. De Koppeling is een zorgprogramma voor jongeren en hun ouders uit het ROA-gebied. Het gaat om jongeren met ernstige gedragsproblemen die nu met een ondertoezichtstelling
ong publiceerde in het voorgaande nummer de wachtlijsten van de vier grote zorgaanbieders in de regio Amsterdam. Door een fout zijn hierbij de wachtlijsten van De Bascule, academisch centrum voor kinder- en
JEUGD-GGZ
c
in de opvang van een justitiële jeugdinrichting worden geplaatst. De jongeren kunnen worden gekarakteriseerd als onder toezicht gestelde jongens en meisjes van 12-18 jaar: met ernstige gedragsproblemen, vaak in combinatie met psychische stoornissen; met problemen op meerdere leefgebieden (thuis, school, vrije tijd, middelengebruik); die een gevaar voor zichzelf of voor hun omgeving zijn dan wel voor invloeden uit de omgeving beschermd moeten worden. De Koppeling is een samenwerkingsverband tussen Altra, de Bascule en Spirit.
• •
Wachtlijstgegevens De Bascule
J
Oude nummers van ‘Jong aan de Amstel’ zijn – zolang de voorraad strekt – op te vragen via het emailadres van de redactie:
[email protected]
WIM STEVENHAGEN
•
Druk Rob Stolk BV
2003/1 2003/2 2003/3 2003/4 2004/1 2004/2 2004/3 2005/1 2005/2 2005/3 2005/4 2006/1 2006/2 2006/3
• •
-
Ambulante behandeling Deeltijd behandeling Klinische behandeling Logeerhuis
jeugdpsychiatrie, weggevallen. Hierbij geven we alsnog de wachtlijsten bij De Bascule met als peildatum 28 april 2006.
JEUGDHULPVERLENING: 305 87 22 34
- TGV Flevoland - Noord-Holland - TGV ROA
2
5 (excl. adoptie) 15 (excl. adoptie) 24 (excl. adoptie)
c D O O R : TA M A R A F R A N K E
Blij met toename meldingen Drie jaar geleden was er een landelijke campagne om kindermishandeling te melden. Deze actie leidde direct tot een toename van het aantal meldingen. In navolging van de campagne werd in Amsterdam door een aantal instellingen het Protocol Kindermishandeling ontwikkeld. Dit is inmiddels algemeen bekend bij organisaties die met kinderen werken, zoals scholen en consultatiebureaus. Wat is het effect?
moeden van kindermishandeling te melden, lager is geworden. Dus hoe meer er wordt gemeld, hoe beter het is. Zeker voor slachtoffers, want dan komt er in ieder geval hulpverlening of ondersteuning op gang’, zegt Lidy Vermeer, manager van het AMK. ‘De stijging is zeker het gevolg van de landelijke campagne. Ook landelijk stijgt het aantal meldingen nog steeds en Amsterdam gaat daarmee gelijk op. Ook negatieve publiciteit doet het aantal meldingen even stijgen. Het is in feite verschrikkelijk, maar telkens als er een zwaar geval van kindermishandeling veel media-aandacht krijgt, leidt dat direct tot een stijging van het aantal meldingen. De drempel is tijdelijk lager.’ ‘Aangifte doen is ingrijpend. Kindermishandeling is wel het laatste waarmee je te maken wilt krijgen. De twijfel bij mensen om te melden, kiezen tussen de eigen verstandhouding met de ouder of het belang van het kind, begrijp ik wel. Toch hoop je dat iemand die kindermishandeling vermoedt, kiest voor het kind. Particulieren kunnen hierom ook anoniem aangifte bij ons doen.’
‘H
et aantal meldingen neemt gelukkig nog steeds toe. Dat wil niet zeggen dat het aantal gevallen van kindermishandeling toeneemt. Wel dat men steeds beter de weg naar het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) weet te vinden, of dat de drempel om een ver-
Indicatiebesluiten per post naar cliënten Vanaf 1 september verstuurt Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam de indicatiebesluiten jeugdhulpverlening naar het woonadres van de cliënten. Dat is sinds dit jaar een wettelijke verplichting. De inhoud van het indicatiebesluit werd altijd al met de cliënt besproken. De verzending van het gehele document naar de cliënt is echter nieuw. Indien wenselijk, en na toestemming cliënt, wordt het indicatiebesluit eventueel ook naar bijvoorbeeld de huisarts verzonden. Ervaringen elders in het land leren dat zeker in het begin het aantal vragen aan zorgaanbieders en Bureau Jeugdzorg enigszins toeneemt. Later dit jaar zullen ook de indicatiebesluiten Jeugdbescherming en Jeugdreclassering naar de cliënten verzonden gaan worden. Meer informatie: www.bjaa.nl
c
Triple P nu ook in Amsterdam
Na media-aandacht voor kindermishandeling is de drempel om een vermoeden te melden tijdelijk lager.
PAUL LEVINTON
Protocol Doel van het protocol is duidelijke richtlijnen en ondersteuning te geven om melden gemakkelijker te maken en het taboe op melden te doorbreken. Lidy Vermeer: ‘Als onderdeel daarvan geeft het AMK voorlichting en training aan beroepskrachten die vanuit hun werk geconfronteerd kunnen worden met kindermishandeling. Aan de orde komt: wat is het; wie is waarvoor verantwoordelijk; hoe signaleer je kindermishandeling; hoe voer je een gesprek met de ouders. En heel belangrijk is de routekaart, een helder hulpmiddel in de te nemen stappen.’ Uit de cijfers van 2005 blijkt dat er bij het aantal meldingen door beroepskrachten sprake is van een stijging van 10 procent. Daar zijn wij uiteraard heel blij mee. Natuurlijk zijn cijfers belangrijk, maar wat wij als AMK vooral willen uitstralen is: Bij twijfel, bel!’ Meer informatie: www.bjaa.nl
D O O R : L I N D A VA N W I J K
De afdeling SO&T (Servicebureau Opvoedondersteuning & Training) van BJAA gaat in Amsterdam zorgdragen voor de implementatie het internationale programma Triple P: het Positief Pedagogisch Programma. Door de inzet van dit programma nemen emotionele - en gedragsproblemen af bij kinderen en verbetert de relatie tussen ouders en kinderen. Ouders leren hoe zij hun kinderen helpen nieuwe vaardigheden te leren, gewenst gedrag mkunnen stimuleren, maar ook hoe ongewenst gedrag kan worden gereguleerd. In het kader van het voorlopig uitvoeringsprogramma ‘Kinderen Eerst’ heeft de Dienst Maatschappelijke Ondersteuning (DMO) SO&T verzocht de implementatie in Amsterdam op zich te nemen. Om te beginnen in stadsdeel Noord en nog twee nader te bepalen stadsdelen en in de komende jaren in de gehele stad. Meer informatie: www.triplep-nederland.nl
c
Amsterdamwet pakt knelpunten jeugd aan Amsterdam heeft meer knelpunten op het gebied van jeugdbeleid, jeugdzorg, onderwijs en arbeidsmarkt dan de rest van Nederland. De Amsterdamwet biedt de stad mogelijkheden om haar jongeren weer op het rechte spoor te krijgen. Wat betekent de Amsterdamwet voor de jeugdzorg?
H
erbert Raat, bestuursvoorlichter van de gemeente Amsterdam legt uit dat de gemeente aan de slag gaat met de Amsterdamwet, maar dat veel zaken afhangen van Den Haag, en extra financiën. ‘Wethouder Aboutaleb heeft met minister Zalm gesproken,’ aldus Raat. ‘We hebben hem harde cijfers voorgelegd en uitgelegd hoe we de specifieke problemen op het gebied van jeugdzorg willen aanpakken. Zalm reageerde enthousiast. Maar goed, momenteel is het kabinet gevallen en zijn er 22 november verkiezingen.’
Wat staat er in? In de Amsterdamwet worden vijf knelpunten aangepakt. Amsterdam wil de hoge schooluitval aanpakken door prestatieafspraken te maken met de schoolbesturen. Verder wil de gemeente iets doen aan het tekort aan BeroepsPraktijkVormings-plaatsen. En Amsterdam wil dat alle scholen Voor- en Vroegschoolse Opvang aanbieden. Tot nu toe mochten alleen achterstandsscholen dat, maar dat blijkt segregatie in de hand te werken. Ten vierde - en hier komt jeugdzorg om de hoek kijken is er in Amsterdam onvoldoende aansluiting in de keten
Spirit versterkt positie van de cliënt De Raad van Bestuur van Spirit heeft financiële middelen ter beschikking gesteld voor goede ideeën die de positie van de cliënt kunnen versterken. Aan cliënten, pleegouders en medewerkers wordt gevraagd of zij, naast de functionerende regionale cliëntplatforms, goede ideeën hebben die de positie versterken. De ingebrachte ideeën worden door een jury beoordeeld op daadwerkelijke versterking van de positie van de cliënt en op uitvoerbaarheid. In de jury zullen een cliënt en een pleegouder gevraagd worden naast twee medewerkers van de afdelingen Cliëntparticipatie en Inhoud. Meer informatie: www.spirit.nl
preventie, strafrecht, reclassering/nazorg. Het functioneren van de Raad voor de Kinderbescherming zorgt voor vertraging. Amsterdam wil de indicatiestelling voor jeugdzorg vereenvoudigen en versnellen door de werkverdeling tussen de Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg aan te passen.
Centrale regie Als laatste vallen er in Amsterdam veel kinderen tussen de wal en het schip bij de zorgvraag omdat er geen centrale regie wordt gevoerd en niemand eindverantwoordelijk is. Om dit probleem op te lossen wil Amsterdam de centrale regie voeren over zowel de problematiek van schooluitval, leerachterstanden en probleemgedrag als over jeugdbeleid en jeugdzorg. De gemeente wil directe zeggenschap over Bureau Jeugdzorg en prestatieafspraken maken met Bureau Jeugdzorg. ‘Bureau Jeugdzorg staat daar niet onwelwillend tegenover,’ zegt Raat.
c
Samen sterker Terug Op Pad In oktober/november 2006 start MOC ‘t Kabouterhuis met een nieuw ambulant aanbod in Hoofddorp en Amsterdam-West: STOP 4-7 (Samen sterker Terug Op Pad). Dit is een trainingsprogramma voor jonge kinderen (4-7 jaar) met (ernstige) gedragsproblemen, hun ouder(s) en hun leerkracht. Het programma maakt gebruik van gedragstherapeutische technieken en is ontwikkeld vanuit de Universiteit van Gent. De kindtraining vindt plaats in een groep van maximaal tien kinderen en neemt tien dagen, verdeeld over twee tot drie maanden, in beslag. De ouders komen tien keer bij elkaar en de leerkrachten een dagdeel. Daarnaast worden ouders en leerkracht uitgenodigd in de kindgroep en komen de (speciaal opgeleide) trainers thuis en op school. Meer informatie: www.kabouterhuis.nl
Operatie Jong De gemeente Amsterdam spreekt met de aanname van de Amsterdamwet haar voorkeur uit voor het voorstel van Steven van Eijck die met Operatie Jong graag zou zien zou zien dat de gemeenten de regie overnemen over de jeugdzorg. Dit in tegenstelling tot de Jeugdzorgbrigade, een commissie die – net als operatie Jongdoor de overheid is aangesteld en eveneens vindt dat de jeugdzorg niet goed functioneert, maar meent dat er slechts enkele kleine aanpassingen nodig zijn om de jeugdzorg weer naar behoren te laten functioneren. Meer informatie: www.amsterdam.nl en www.operatiejong.nl
3
c
c D O O R : TA M A R A F R A N K E
Observeren voor een goede diagnose
PMTO De Bascule is gestart met de behandelmethodiek Parent Management Training Oregon (PMTO), een bewezen effectieve behandeling uit de Verenigde Staten. PMTO is een individuele training gericht op het versterken van de opvoedingsvaardigheden van ouders van kinderen tussen de vijf en twaalf jaar met ernstige gedragsproblemen. De training is gebaseerd op gedragstherapeutische technieken, waarbij rollenspel en oefening centraal staan. Meer informatie: Audri Lamers, PMTO behandelcoördinator 020-5662310 en www.pmto.nl.
c
Vierde Transferium van start
maken, zowel cognitief, motorisch als emotioneel, sociaal, gedragsmatig, zintuiglijk, taal, communicatie en zelfredzaamheid. Er zijn vaste momenten waarop ze eten, maar ook vaste momenten waarin de kinderen gestructureerd moeten werken. Bijvoorbeeld puzzelen. Kan een kind een puzzel van vijf stukjes maken of eentje van twintig stukjes? Waar staat het kind in zijn cognitieve ontwikkeling? Daarnaast zijn er specifieke beweegmomenten. Je ziet bij deze kinderen vaak dat ze zich houterig of moeizaam bewegen. Maar ook vrij spelmomenten zijn belangrijk. Wat kiest een kind uit om te doen en doet hij dat samen met andere kinderen, of juist liever alleen? Maar bij alle onderdelen is de vaste structuur in het programma heel belangrijk. We merken nu al dat bij een aantal kinderen dat ze rustiger worden. Bijzonder aan dit programma is dat we tijdens de diverse processen het kind diagnosticeren. Dat is een duidelijke meerwaarde omdat je zo een eerlijker beeld krijgt van de mogelijkheden en beperkingen van het kind. En daardoor dus ook beter in staat bent om een goede diagnose te stellen. En daar gaat het uiteindelijk om, er voor te zorgen dat het kind op een plek komt waar hij het beste behandeld kan worden. En het beste tot zijn recht komt.’ Meer informatie: www.kabouterhuis.nl
Sinds juli bestaat er een speciale observatiegroep voor kinderen tussen de twee en zes jaar met een ontwikkelingsachterstand. Het is een samenwerkingsverband tussen Cordaan en MOC ‘t Kabouterhuis. Bijzonder aan deze groep zijn de procesdiagnostiek en het multidisciplinaire begeleidingsteam dat is opgebouwd vanuit de verschillende organisaties die samen de expertises bij elkaar brengen.
Het Transferium, de opvang voor leerlingen die van school zijn gestuurd of die helemaal geen onderwijs volgen, is uitgebreid tot vier locaties. Vanaf dit schooljaar heeft ook Amsterdam-Noord een Transferium. Er waren al Transferia in Amsterdam-West, Oost en Centrum. Naar verwachting kunnen dit jaar 300 leerlingen van deze voorziening gebruik maken. Het Transferium is een voorziening van het Samenwerkingsverband 28.2 dat wordt uitgevoerd door Altra. Onder intensieve begeleiding van leerkrachten en hulpverleners wordt gedurende maximaal een halfjaar bekeken hoe de schoolloopbaan van een jongere het best kan worden voortgezet. De Transferia blijken een succes. Met de komst ervan is het aantal thuiszitters in Amsterdam drastisch gedaald. Meer informatie: Jenny Looman (020 – 694 53 21) en www.osladam.nl/nieuwsbrief
c
Forse tijdwinst met Beter Beschermd Het proefproject Beter Beschermd, dat in diverse Bureaus Jeugdzorg in Nederland wordt uitgeprobeerd, draait ook bij Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (BJAA). Het doel van de werkwijze is om tot snelle besluitvorming over de inzet van kinderbeschermingsmaatregelen en de feitelijke start van de hulpverlening te komen. In de praktijk betekent dit dat Bureau Jeugdzorg/Advies- en Meldpunt Kindermishandeling, de Raad en de kinderrechter efficiënter samenwerken en bijeen komen om de cliënten te bespreken. De eerste resultaten zijn zeer positief: de tijd tussen aanmelding en start hulpverlening is in de behandelde casussen teruggebracht tot slechts enkele weken. Meer informatie: www.bjaa.nl
c
Kabouterhuis Hoofddorp groeit In afwachting van nieuwbouw is ’t Kabouterhuis Hoofddorp begin september verhuisd naar een tijdelijk ruimte in het NOVA college aan de Kai Munkweg. Door uitbreiding van de hulpverlening in en vanuit het centrum was wachten op de nieuwbouw niet meer mogelijk. Ondertussen kunnen medewerkers, ouders en kinderen de bouwwerkzaamheden aan het nieuwe pand in de gaten houden. De nieuwbouw wordt daar vlakbij aan de Kai Munkweg gerealiseerd.
et is een fantastisch project. We zijn nog maar een paar weken bezig met de eerste groep van zes kinderen, in de leeftijd van drie, vier en vijf jaar, maar we merken nu al dat we bepaalde hypotheses kunnen gaan beantwoorden’, zegt Elma Verboom enthousiast. Verboom is behandelcoördinator van de Observatiegroep. De Observatiegroep is bedoeld om kinderen met een ontwikkelingsachterstand te observeren. ‘We hebben soms te maken met kinderen waarbij het niet duidelijk is waar een ontwikkelingsachterstand vandaan komt. Is het aanleg, zijn het omgevingsfactoren of gedragsfactoren die bepalend zijn? Het zijn kinderen waarbij van alles meespeelt, waardoor diagnosticeren moeilijker is.’ Doel van de groep is om binnen de observatieperiode, die maximaal zes maanden duurt, vanuit de multidisciplinaire begeleiding tot een goede diagnose te komen. Daarna verwijzen zij de kinderen door voor vervolgbehandeling. Het begeleidingsteam bestaat uit therapeuten en specialisten vanuit beide organisaties, zoals psycholoog, fysiotherapeut, gezinspedagoog, gezinsbegeleiding, logopediste, kinderarts, kinderpsychiater, ergotherapeut en psychomotore therapeut. De kinderen komen vijf dagen per week op gewone schooltijden naar de groep. Daarnaast is er gezinsbegeleiding. ‘Er is een vast dagprogramma met activiteiten die het beoordelen van de ontwikkeling van het kind mogelijk
c
De kinderen komen vijf dagen per week op de gewone schooltijdennaar de groep.
D O O R : L I N D A VA N W I J K
Vasthouden en niet loslaten ”Vasthouden en niet loslaten” is een programma om voortijdig schoolverlaten in Amsterdam tegen te gaan. Welke rol speelt de jeugdzorg hierbij?
D
e Amsterdamse aanpak van het schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten “Vasthouden en niet loslaten” is een ketenaanpak gericht op jongeren tot 23 jaar. Dat betekent samenwerking en afstemming tussen een groot aantal partijen uit onderwijs, jeugdzorg, justitie, arbeidstoeleiding, stadsdelen en gemeente. Lieke Thesingh, voorzitter stuurgroep LRV (Leerplicht, RMC en Voortijding Schoolverlaten) en portefeuillehouder onderwijs stadsdeel Oud-Zuid: ‘Het doel is om jongeren na hun schoolcarrière optimale kansen te beiden op de arbeidsmarkt. Als het nodig is met hulp van buiten school.’ Ieder half jaar komen de ketenpartners bijeen om de knelpunten te bespreken en de taken nog beter op elkaar af te stemmen.
Jeugdzorg
Het nieuwe adres is: MOC ’t Kabouterhuis Kai Munkweg 30 2131 RW HOOFDDORP Tel: 023-5578670
SAKE RIJPKEMA
‘H
Jeugdzorg is als ondersteunende organisatie een belangrijke ketenpartner. Het programma “Vasthouden en niet loslaten” heeft indicatoren ontwikkelt om de relatie tussen jeugdzorg en onderwijs cijfermatig te kunnen volgen. Zodat bijvoorbeeld duidelijk wordt wat de gevolgen zijn van wachtlijsten in de jeugdzorg voor de schoolloopbaan van kinderen en jongeren. In het voortgezet onderwijs (VO) zijn al concrete resultaten geboekt. Zo hebben alle scholen in het VO sinds februari 2005 “Zorg op maat’’. Ze beschikken over een zorgteam, er zijn kwaliteitsrichtlijnen opgesteld voor de schoolzorgstructuur, er is een opleiding voor zorgcoördi-
4
natoren, er is een brede indicatiestelling mogelijk op de scholen, er zijn Transferia (zie kort bericht – red.) en er worden elektronische leerling-zorgdossiers voorbereid.
Primair onderwijs Momenteel is het primaire onderwijs aan de beurt om over de hele zorgbreedte te worden verbeterd. Schoolbesturen, stadsdelen en Bureau Jeugdzorg hebben al afspraken gemaakt over het organiseren van de zorg in het basisonderwijs. Daarbij gaat het om de schoolarts, het schoolmaatschapppelijk werk, de leerplichtambtenaar en de buurtregisseur. Lieke Thesingh: ‘Jeugdzorg moet op haar beurt zorgen dat ze zichtbaar en bereikbaar is voor scholen. Het effect van de afspraken die we maken in “Vasthouden en niet loslaten” zou moeten zijn dat de school de jeugdzorg sneller weet te vinden.’ Naast de leefomgeving op school heeft een kind een leefomgeving buiten school. Er zijn bijvoorbeeld jeugdnetwerken waarin welzijnswerk, politie en de leerplichtambtenaar die omgeving in de gaten houden. Lieke Thesingh: ‘Het is belangrijk dat jeugdzorg wordt betrokken bij deze netwerken, dat is nu nog onvoldoende het geval.’ Naast de “Zorg op maat” zijn er tal van projecten om voortijdig schoolverlaten tegen te gaan, waarin jeugdzorg een rol speelt. Zo is er “Het Verzuimproject”, een samenwerking tussen Leerplicht en Bureau Jeugdzorg waarbij ouders en kinderen twee keuzes krijgen: proces verbaal of direct een hulpverleningstraject afspreken. De achterliggende gedachte is dat er achter ieder wettelijk verzuim vaak een zorgwekkende situatie van ouders en kinderen schuilgaat. Meer informatie: www.onderwijsachterstanden.nl
Jeugdzorg in de regio Amsterdam Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam is onder andere verantwoordelijk voor de intake van cliënten. Zij vormt als het ware ‘de voordeur’ voor de jeugdzorg en stelt vast welke hulp kinderen en jongeren en hun ouders nodig hebben. Als kan worden volstaan met kortdurende, relatief eenvoudige hulp, dan verleent Bureau Jeugdzorg deze zelf. Indien meer en/of intensievere hulp nodig is, dan zorgt Bureau Jeugdzorg dat de cliënt wordt geholpen met een zorgprogramma. Deze programma’s worden in de agglomeratie Amsterdam uitgevoerd door vijf instellingen voor Hulp op indicatie (HOI), ook wel zorgaanbieders genoemd: Altra, de Bascule, HVOQuerido, MOC ’t Kabouterhuis en Spirit. Deze bieden zowel ambulante hulp, daghulp als residentiële hulp. Ook is Bureau Jeugdzorg verantwoordelijk voor de indicatiestelling voor kinderen met psychiatrische problematiek. Dit kan onder andere met indicaties die leiden tot de inzet van Persoons Gebonden Budget (PGB).
Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam Bureau Jeugzorg vormt de toegang tot een groot deel van de jeugdhulpverlening in de agglomeratie Amsterdam. Zij verleent hulp, indiceert, verwijst én begeleidt kinderen en jongeren (en hun ouders) zodanig, dat deze de juiste hulp krijgen. Zij werkt hiertoe samen met lokale voorzieningen en de gespecialiseerde jeugdhulpverlening. Ook begeleidt Bureau Jeugdzorg kinderen, jongeren en hun gezin bij de uitvoering van door de rechter opgelegde maatregelen binnen de (gezins-)voogdij en de jeugdreclassering. Bureau Jeugdzorg fungeert als meldpunt voor (vermoedens van) kindermishandeling. Bij al het handelen van Bureau Jeugdzorg staan de rechten van het kind centraal.
Jeugdhulpverlening Deze richt zich op cliënten die op vrijwillige basis met de jeugdzorg te maken krijgen. Daarnaast ondersteunt Bureau Jeugdzorg andere professionals, zodat cliënten geen gebruik hoeven te maken van de meer intensieve jeugdzorg. Naast het houden van dagelijks spreekuur, neemt BJAA deel aan de zorgstructuren van het basis-, voorgezet en speciaal onderwijs. Voor jonge kinderen wordt samengewerkt met de jeugdgezondheidszorg. BJAA is ook de toegangspoort voor de jeugd-ggz, hoewel de huisarts mag blijven verwijzen. In geval kinderen worden bedreigd, kan een zorgmelding bij BJAA worden gedaan waarna volgens een procedure wordt gehandeld. Voor crisissituaties heeft BJAA een crisisteam dat binnen zeer korte tijd ter plaatse is. Als een client
bij BJAA is aangemeld, wordt er een uitgebreide analyse gedaan om vast te stellen wat de kern is van de problematiek en wat voor hulp nodig is. Meestal is geïndiceerde hulp nodig. Wanneer relatief lichtere hulp volstaat, kan Bureau Jeugdzorg hulp- en adviesgesprekken voeren (max. 5). Wanneer de geïndiceerde hulp in gang is gezet, volgt en stuurt Bureau Jeugdzorg de hulp aan indien nodig. Het de taak van Bureau Jeugdzorg om de Raad voor de Kinderbescherming om een onderzoek te vragen als de ontwikkeling van een kind wordt bedreigd en/of ouders niet meewerken aan de hulpverlening. Vaak wordt dat voorafgegaan door de eerdergenoemde zorgmelding. Bureau Jeugzorg is daarmee ook de intake-poort van de Raad voor de Kinderbescherming
AANMELDING
TOEGANG EN INDICATIE
Scholen
Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam
Politie
• Jeugdbescherming
Maatschappelijk werk
Voogdij In de Nederlandse wet staat dat iedereen die jonger is dan achttien jaar onder gezag moet staan. Als er geen ouder is die het gezag kan uitoefenen, dan kan in de agglomeratie Amsterdam de voogdij worden opgedragen aan Bureau Jeugdzorg. De voogdijwerker behartigt dan namens Bureau Jeugdzorg de belangen van de minderjarige en neemt de belangrijke beslissingen.
Jeugdreclassering Als een jongere in aanraking komt met de politie en er een proces-verbaal wordt opgemaakt, dan kan – na een beslissing van een bevoegde justitiële instelling – de jeugdreclassering worden ingeschakeld om herhaling te voorkomen. De jeugdreclasseringwerker betrekt de situatie op het werk of school, de vrijetijdsbesteding, vriendenkring en de thuissituatie bij de begeleiding, en zal de jongere intensief motiveren en controleren.
Opvoedondersteuning Bureau Jeugdzorg biedt ouders en professionals ondersteuning bij vragen over opgroeien en opvoeden. Hiertoe verzorgt Bureau Jeugdzorg trainingen en kan men terecht bij diverse Opvoedwinkels.
Onderwijshulpverlening Op alle scholen voor voortgezet onderwijs is een onderwijshulpverlener werkzaam. Deze biedt schoolfunctionarissen advies en consult. In overleg met de school worden indicaties opgesteld en worden hulpen adviesgesprekken geboden. Voor een overzicht van het totale aanbod van Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam: www.bjaa.nl.
Altra MOC ‘t Kabouterhuis
• Jeugdreclassering
Spirit • Advies- en Meldpunt
Kinderopvang
Kindermishandeling
overigen
HVO-Querido De Bascule
Artsen
Raad voor de Kinderbescherming
Gezinsvoogdij De gezinsvoogd ondersteunt een gezin als een kind door de situatie thuis niet meer goed en/of veilig kan opgroeien. Deze begeleiding start na een uitspraak van de kinderrechter. De gezinsvoogd geeft de ouder(s) bindende adviezen en ondersteunt bij de verzorging en opvoeding van het kind.
ZORGAANBOD
Overigen
Hulp op maat Altra biedt hulp op maat. Dat betekent dat er een groot aantal programma’s wordt geboden, afgestemd op de de specifieke behoeften en vragen. Zo biedt Altra crisisopvang voor heel jonge kinderen die niet meer thuis kunnen wonen, crisishulp voor gezinnen die in acute problemen zijn gekomen en een reeks hulpprogramma’s voor kinderen en jongeren in alle leeftijdscategorieën. Aanstaande tienermoeders krijgen hulp bij de opvoeding van hun kind en worden geholpen op weg naar zelfstandigheid. De programma’s verschillen in duur en intensiteit. De meeste hulp is ambulant, dat wil zeggen dat de kinderen een of meerder keren in de week naar een van de locaties van Altra komen. Soms ook wordt de hulp thuis geboden. De hulp aan jonge moeders en de crisishulp voor jonge kinderen is residentieel: de moeders en kinderen wonen dag en nacht in een van de opvang- of leefgroepen van Altra.
Hulp op school Steeds meer hulpverlening vindt tegenwoordig op of vanuit de scholen plaats. Een bekend voorbeeld is het schoolmaatschappelijk werk dat voorziet in kortdurende hulp aan ouders van leerlingen met wie het op de basisschool niet goed gaat. Leerkrachten kunnen advies krijgen hoe ze het beste kunnen omgaan met het gedrag van de kinderen. Een ander voorbeeld is de Ouder-Kindtraining, bedoeld voor kinderen met gedragsproblemen en voor ouders die onvoldoende in staat zijn tot opvoeden. Het programma heeft een preventief karakter en vindt deels op school, deels bij de ouders thuis plaats. Voor het voortgezet onderwijs is er onder andere het Switchproject ontwikkeld. Het project is bedoeld voor leerlingen die zonder extra hulp en begeleiding een grote kans lopen vroegtijdig de school te verlaten.
werken toe zijn, proberen we door middel van stages voor te bereiden op een baan. Het Altra College telt veertien afdelingen verspreid over Amsterdam, Zaanstreek en Waterland. Voor meer informatie: 020 – 555 8 333
De Bascule De Bascule is een academisch centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie waar kinderen, jongeren én hun ouders terecht kunnen als er sprake (of een vermoeden) is van kinder- en jeugdpsychiatrische problematiek. De Bascule onderzoekt, behandelt en begeleidt zowel kinderen, jongeren als gezinnen. Daarnaast biedt de Bascule ook consultaties aan andere hulpverleners. De Bascule biedt hulp vanuit verschillende locaties in de regio Amsterdam en de Gooi en Vechtstreek. De hulp wordt geboden in de vorm van poliklinische behandeling, dagbehandeling of dag-en-nachtbehandeling. Bij de invulling van de behandelingen wordt onder andere gebruik gemaakt van methodieken waarvan de werking wetenschappelijk is bewezen. De Bascule werkt nauw samen met de Vrije Universiteit en het AMC/Universiteit van Amsterdam. Het hulpaanbod van de Bascule is verdeeld in clusters.
Cluster kinderen Met de zorglijnen: • emotionele stoornissen • gedragsstoornissen • autistisch spectrum stoornissen • kinderpsychiatrische leerlingondersteuning
Cluster jeugd Met de zorglijnen: • emotionele stoornissen • gedragsstoornissen • autistisch spectrum stoornissen en psychosen • mandometercentrum (behandeling van eetstoornisssen)
Speciaal onderwijs
Altra Altra biedt hulp aan kinderen en jongeren die zijn vastgelopen of dreigen vast te lopen in hun ontwikkeling en aan ouders die steun nodig hebben bij de opvoeding. Ook scholen kunnen een beroep doen op Altra bij de begeleiding van hun leerlingen.
Altra helpt scholen en leerkrachten, maar geeft zelf ook onderwijs. Op het Altra College wordt les gegeven aan jongeren die zich door gedragsproblemen niet kunnen handhaven binnen het reguliere voortgezet onderwijs. Ze krijgen hier een nieuwe kans, zodat ze terug kunnen naar de school die het beste past bij hun mogelijkheden. De leerlingen die aan
5
Cluster forensische jeugdpsychiatrie Biedt hulp aan jongeren die met justitie in aanraking zijn gekomen (of dreigen te komen) en bij wie er sprake is van psychiatrische problematiek.
REC BovenAmstel
Jeugdzorg in de regio Amsterdam
Indicatie Cluster psychiatrie voor kinderen en jeugdigen met een verstandelijke beperking Biedt hulp aan verstandelijk gehandicapte kinderen en jongeren met een (vermoeden) van psychiatrische problematiek.
Cluster psychiatrische gezinsbehandeling Biedt hulp aan multi-problem gezinnen waar sprake is van (een vermoeden van) psychiatrische problematiek bij ouders en/of kind.
Cluster therapeutische gezinsverpleging Onderzoekt en begeleidt kinderen met psychiatrische problematiek die niet meer thuis kunnen wonen naar een plaatsing in een specialistisch pleeggezin.
Cluster scholen voor speciaal onderwijs De Pionier en de Professor Waterinkschool integreren onderwijs en begeleiding van kinderen die bij de Bascule in behandeling zijn.
Cluster speciaal onderwijs en zorg Onderzoekt en begeleidt kinderen met leer- en opvoedingsproblemen. Verricht tevens onderzoek en ontwikkelt nieuwe werkwijzen voor het speciaal en regulier onderwijs.
Regionaal Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie (RCKJP) Gooi en Vechtstreek Voor kinder- en jeugdpsychiatrische diagnostiek en behandeling in de Gooi en Vechtstreek (in samenwerking met de Symfora groep).
Orthopsychiatrische residentiele voorziening Amsterdam Langdurige hulp en opvang voor kinderen en jongeren met gedragsproblemen of psychiatrische problematiek (in samenwerking met Spirit). Voor meer informatie: www.debascule.com of het Centraal Aanmeld- en informatiepunt: 020 – 890 19 01.
Medisch Orthopedagogisch Centrum ’t Kabouterhuis MOC ’t Kabouterhuis biedt hulp aan jonge kinderen tot acht jaar met ernstige gedragsproblemen of complexe ontwikkelingsproblematiek en hun ouders. Ze biedt multidisciplinair onderzoek en behandeling van het kind en begeleiding van het gezin. Uitgangspunt daarbij is: Samen met ouders zorgen voor een optimale ontwikkeling van het kind.
Ambulante gezinsbehandeling Voor gezinnen met kinderen tot acht jaar waarbij de kinderen gewoon naar school of de kinderopvang gaan. De behandeling vindt plaats in de thuissituatie eventueel in combinatie met advies aan andere opvoeders in de school-of opvangsituatie van het kind. Praktisch pedagogische gezinsbegeleiding (PPG), richt zich op gezinnen met kind(eren) met een ontwikkelingsachterstand of een lichtverstandelijke handicap in de thuissituatie. (PPG is tevens beschikbaar voor gezinnen waar een of beide ouders moeilijk lerend zijn.)
Okido Begeleiding op het kinderdagverblijf, de peuterspeelzaal of voorschool van het kind. Een medewerker van MOC ’t Kabouterhuis komt naar de opvang toe om begeleiding te bieden aan de leidsters van het kind.
Diagnostiek • via een consultatieplaatsing, een observatieplaatsing van zes weken op een van de dagbehandelinggroepen inclusief onderzoek. • via de uitzoekmodule, observatie (thuis/ op school of in de opvang) en onderzoek binnen zes weken. • via VTO- coördinatie (vroegtijdige onderkenning ontwikkelingsproblemen bij kinderen t/m vier jaar) VTO-coördinatie kan onderzoeken aanvragen bij ’t Kabouterhuis. Voor meer informatie: 020 – 644 53 51 of www.kabouterhuis.nl
HVO-Querido HVO-Querido biedt opvang, woonbegeleiding en dagactiviteiten aan Amsterdammers die dat nodig hebben: dak- en thuislozen, vrouwen en gezinnen in nood en mensen met psychiatrische problemen. Jong en oud, mannen en vrouwen. Voor jeugdigen biedt HVOQuerido twee programma’s.
Wonen kun je leren De HVO-Querido afdeling BWA leert jeugdigen van 16 tot 23 jaar zelfstandig wonen in een reguliere woning. Op eigen benen staan vereist praktische vaardigheden als verantwoord omgaan met geld en goed, jezelf en de omgeving. Leren wonen kan zowel individueel als in een groep.
Alexandria HVO-Querido biedt in Alexandria opvang en begeleiding aan 25 jonge vrouwen tussen de 18 en 23 jaar: dak- en thuislozen, zwangere vrouwen en jonge moeders. De hulp bestaat uit een combinatie van wonen en begeleiding. In Alexandria leren de vrouwen zelfstandig wonen. Voor meer informatie 020 - 462 00 50 of www.hvoquerido.nl.
Ambulante spoedhulp met kleinschalige acute opvang Als er acuut hulp nodig is, geeft een hulpverlener intensieve hulp bij het gezin thuis. Zonodig vindt daarnaast direct opvang plaats van een jeugdige voor een paar nachten in een huis voor Kleinschalige Acute Opvang of in een pleeggezin.
Hulp van de regionaal ambulante teams Bij deze intensieve, ambulante hulpverlening zoekt Spirit met de jeugdige en de gezinsleden uit, wat er voor hem of haar nodig is om de problemen die er zijn op te lossen door middel van verschillende methodieken, praktische ondersteuning en advies.
Pleegzorg Voor een jeugdige die tijdelijk niet in zijn of haar eigen gezin kan wonen, maar voor wie opvang in een gezinssituatie wel het beste zou zijn, zoekt Spirit een passend pleeggezin in het sociale netwerk van het gezin en anders in haar pleeggezinnenbestand.
Beter met Thuis Beter met Thuis biedt ambulante hulp en hulp met verblijf, bij de opvoeding van kinderen van zes tot en met vijftien jaar die tijdelijk niet, continue, thuis kunnen wonen. Aan deze hulp is vaak al andere hulp vooraf gegaan en is het noodzakelijk gebleken dat het kind tijdelijk ergens anders verblijft. Samen met de ouders of andere opvoeders, werkt Spirit aan de terugkeer naar huis of anders naar een andere gezinssituatie.
16+ 16+ helpt opvoeders en jongeren van zestien en zeventien jaar samen problemen op het gebied van opgroeien en opvoeden aan te pakken. De hulp wordt thuis in het gezin gegeven. De jongere kan tijdelijk in een woonruimte van Spirit verblijven. De hulp richt zich op terugkeer naar huis. Als terugkeer niet meer kan, dan wordt naar een andere oplossing gezocht, bij voorkeur bij familie of vrienden.
Echt-recht Conferentie Wanneer jeugdigen verantwoordelijkheid willen nemen voor een ‘wandaad’ die zij hebben gepleegd, kan een ‘Echt-recht Conferentie’ worden georganiseerd. Hier kunnen de dader, het slachtoffer zijn of haar familie en vrienden de gebeurtenis bespreken en een plan maken hoe de aangerichte schade enigszins hersteld kan worden. Voor meer informatie: www.spirit.nl of 020 – 5 400 500
Dagbehandeling voor kinderen Van anderhalf tot zeven jaar. Voltijd of deeltijd in combinatie met intern onderwijs en begeleiding van het gezin. Er zijn speciale groepen voor jonge kwetsbare kinderen tot vier jaar, die zowel lichamelijk als sociaal-emotioneel extra kwetsbaar zijn. Ook is er een speciale groep voor kinderen die zijn geïndiceerd als autistisch. Binnen de dagbehandelinggroepen bestaat de mogelijkheid voor een observatieplaatsing van drie tot zes maanden
Spirit Spirit helpt opvoeders en jeugdigen met oplossen van problemen bij opvoeden en opgroeien. De meeste hulp biedt Spirit in elke regio van Amsterdam en omstreken. Naast dit hierna beschreven basisaanbod, biedt zij diverse andere hulpvormen. Het basisaanbod bestaat uit:
6
Voor toelating tot het onderwijs van het de scholen van het REC BovenAmstel of voor toelating tot de ambulante begeleiding van het REC BovenAmstel (de rugzak) is een indicatie nodig: een cluster 4 indicatie. Cluster 4 staat voor speciaal onderwijs voor leerlingen met ernstige gedragsproblemen en/of psychiatrische stoornissen. Voor een cluster 4 indicatie moet worden aangetoond dat een leerling een ernstige onderwijshindernis ondervindt, dat het zorgsysteem van de school en externe hulpverlening niet voldoende is en dat er sprake is van een gediagnosticeerd gedragsprobleem en/of psychiatrische stoornis. Voor een rugzak moet worden aangemeld (formeel door de ouders) bij het centraal loket van het REC BovenAmstel bij de Bascule met gebruikmaking van het aanmeldingsformulier, dat van de website is af te halen: www.recbovenamstel.nl Voor aanmelding gericht op een schoolplaatsing vindt aanmelding rechtstreeks bij de school dan wel schoolafdeling plaats.
Crisissituatie Naast plaatsing met een indicatie is in crisissituaties onder bepaalde voorwaarden directe tijdelijke plaatsing in een cluster 4 school mogelijk. Dit kan in een Transferium of op een Op De Rails plaats. Plaatsing gaat uitsluitend via de samenwerkingsverbanden voor primair of voortgezet onderwijs, waarmee het REC BovenAmstel daarover afspraken heeft of via een leerplichtambtenaar (bij thuiszitters).
Aangesloten scholen E.J. van Detschool IJsbaanpad 7 - 1076 CV Amsterdam t: 020 - 676 98 49 em:
[email protected] De Pionier Rijkstraatweg 145 - 1115 AP Duivendrecht t: 020 - 698 21 31 em:
[email protected] Professor Waterinkschool Moreelsestraat 19 - 1071 BJ Amsterdam t: 020 - 679 86 27 em:
[email protected] Bets Frijlingschool Tafelbergweg 25 - 1105 BC Amsterdam t: 020 - 566 21 48 em:
[email protected] A.H. Gerhardschool Valentijnkade 62 - 1095 JL Amsterdam t: 020 - 665 18 11 em:
[email protected] Mr. G.T.J. de Jonghschool Terpstraat 36 - 1069 TV Amsterdam t: 020 - 410 07 40 em:
[email protected] De Kleine Prins Orteliusstraat 28 - 1057 BB Amsterdam t: 020 - 683 80 09 em:
[email protected] Altra College Plantage Middenlaan 33 - 1018 DB Amsterdam t: 020 - 555 83 33 em:
[email protected] De Wetering Gaasterlandstraat 7 - 1079 RH Amsterdam t: 020 - 644 22 32/644 02 69 em:
[email protected]
ROB HUIBERS/HH
LICHT VERSTANDELIJK GEHANDICAPTEN c
c
Een specifieke aanpak
Kelner Dirk serveert koffie op het terras van zorgboerderij Amstelkade, waar licht verstandelijk gehandicapten werken.
De indicatiestelling voor jeugdigen met een lichte verstandelijke beperking (lvg-jeugd) gaat per 1 januari 2008 naar de bureaus jeugdzorg. Op deze manier kan de jeugdzorg gericht hulp verlenen aan lvg-jongeren met opgroei en opvoedingsproblemen. De aanpak van deze jongeren vraagt immers een specifieke aanpak. De jeugdzorg is daarom hard bezig om een hulp zodanig vorm te geven dat ze vanuit de vraag van de cliënt een geïntegreerd en afgestemd aanbod kan bieden. DOOR: CORINA DE FEIJTER
Kinderen met licht verstandelijke beperking gedragen zich niet naar hun leeftijd Hoe kom je erachter of een kind licht verstandelijk gehandicapt is? ‘Een belangrijk signaal is als een kind iets niet kan wat het op grond van zijn leeftijd wel zou moeten kunnen, bijvoorbeeld niet kunnen puzzelen of op een driewieler fietsen’, vertelt Anneke van den Berg, consulent Jeugd bij MEE Amstel en Zaan. Volwassenen en ouders van jonge kinderen met een handicap of ontwikkelingsachterstand kunnen bij deze organisatie terecht voor informatie, advies en ondersteuning op allerlei gebied, zoals opvoeding en onderwijs.
T
egenwoordig spreken we van een licht verstandelijke beperking. De valkuil is dat er vaak geen uiterlijke kenmerken zijn. ‘Er is sprake van een licht verstandelijke beperking als een kind een IQ heeft van 50 tot 70. Via diverse tests kan het IQ van een kind vanaf vier jaar gemeten worden. Bij jonge kinderen met een laag IQ spreken we van een ontwikkelingsachterstand, omdat we niet precies de oorzaak weten. Op latere leeftijd wordt ook duidelijker wat een kind wel en niet kan’, legt Van den Berg uit.
Herkennen Waaraan herken je dat een kind een licht verstandelijke beperking heeft? ‘Een kind met een licht verstandelijke
beperking gedraagt zich niet zoals je op grond van de leeftijd van het kind zou verwachten. Je ziet dat het kind bijvoorbeeld moeite heeft met praten, dingen niet begrijpt of niet makkelijk contact maakt. Of een ouder kind kan bijvoorbeeld slecht rekenen, lezen en schrijven, dingen onthouden of overzicht behouden. Het heeft concentratieproblemen en heeft geen inzicht in oorzaak en gevolg’, aldus Van den Berg. Voor pubers geldt dat ze minder leren van hun fouten en beperkte verbale vaardigheden hebben. ‘Ze hebben wel een woordenschat, maar als je doorvraagt, merk je dat ze niet precies weten wat een woord of zin betekent. Je moet bijvoorbeeld een vraag eenvoudig formuleren, alles moet stapsgewijs.’
7
Het komt volgens Van den Berg ook voor dat oudere kinderen erg op hun tenen moeten lopen en hierdoor gedragsproblemen ontwikkelen. Ze zijn trager dan andere leeftijdsgenoten. Ze overschreeuwen zichzelf en zijn doordat ze erbij willen horen, gemakkelijk te beïnvloeden. Daarom hebben ze meer toezicht, begeleiding en ondersteuning nodig. ‘Als je hen benadert, hou het concreet en overvraag hen niet. Vraag ook of ze begrepen hebben wat je hebt gezegd’, adviseert ze.
Relatie jeugdzorg Bureau Jeugdzorg verwijst kinderen soms door naar MEE. ‘Het Diagnostisch team van MEE, met daarin onder meer een psycholoog en orthopedagoog, kan het IQ van een kind testen. Het team diagnosticeert geen psychiatrische stoornissen, daarvoor zijn andere instanties. MEE kan jonge kinderen Integrale Vroeghulp bieden. Een multidisciplinair team bekijkt dan wat er met een kind aan de hand is. MEE helpt klanten hun hulpvraag te verduidelijken. Als het nodig is verwijzen we een kind door naar een andere zorgaanbieder.’
LICHT VERSTANDELIJK GEHANDICAPTEN
LVG-instellingen in de stadsregio Amsterdam MEE Amstel en Zaan MEE Amstel en Zaan richt zich op mensen met een handicap, ontwikkelingsachterstand, functiebeperking of chronische ziekte. Zij biedt hen informatie, advies en ondersteuning bijvoorbeeld over werk, financiële regelingen en onderwijs. Vlaardingenlaan 1, 1059 GL Amsterdam Tel.: 020 - 512 72 72. Website: www.meeaz.nl
Middelveld Middelveld is een orthopedagogisch centrum voor jongeren met een licht verstandelijke handicap. De instelling richt zich op moeilijk lerende kinderen en jongeren van 6-21 jaar die niet thuis kunnen wonen. Middelveld is aangesloten bij het Leger des Heils. Comeniusstraat 12, 1065 BH Amsterdam Tel.: 020 - 346 06 11. Website: www.legerdesheils.com
Prinsenstichting De Prinsenstichting verleent zorg en dienstverlening aan mensen met een handicap, zodat zij een volwaardige plaats in de samenleving in kunnen nemen en zelf richting kunnen geven aan hun leven. Postbus 123, 1440 AC Purmerend Tel.: 0299 - 45 92 00. Website: www.prinsenstichting.nl
William Schrikker Groep De William Schrikker Groep is een gespecialiseerde instelling voor mensen met een handicap die bescherming en ondersteuning nodig hebben. Zij werkt op het grensvlak van jeugdzorg en gehandicaptenzorg.
De William Schrikker Groep kent de onderdelen Jeugdbescherming, Jeugdreclassering, Pleegzorg, Bewindvoering en Beheer en een Expertisecentrum. Postbus 12685, 1100 AR Amsterdam Tel.: 020 - 398 97 77. Website: www.wsg.nu
Stichting Philadelphia Zorg
MARC DE HAAN/HH
In de stadsregio Amsterdam zijn tien instellingen actief die zich op een of andere manier met licht verstandelijk gehandicapten bezig houden.
De Stichting Philadelphia Zorg is een landelijke netwerkorganisatie voor mensen die zorg en/of ondersteuning nodig hebben, ongeacht oorzaak, beperking of leeftijd, zodat zij zo zelfstandig mogelijk vorm en invulling kunnen geven aan hun leven. Johan van Hasseltweg 34, 1022 WV Amsterdam Tel.: 020 - 600 77 33. Website: www.philadelphia.nl
Een licht verstandelijk gehandicapte jongen werkt als vakkenvuller bij een supermarkt.
Cordaan Cordaan is de fusie-organisatie van de IJlanden en de Verenigde Amstelhuizen. Cordaan biedt 300 kinderen met een verstandelijke handicap ondersteuning bij de ontwikkeling, het leren en de opvoeding. Verder biedt het team Praktische Pedagogische Gezinsondersteuning ouders ondersteuning, advies en praktische hulp bij de opvoeding. Postbus 1103, 1000 BC Amsterdam Tel.: 020 - 435 63 00. Website: www.cordaan.nl
Ons Tweede Thuis Ons Tweede Thuis is een instelling voor mensen met een verstandelijke, meervoudige of lichamelijke handicap. Zij biedt een breed en flexibel hulpverleningsaanbod, zowel in de thuissituatie als in specifieke woonvormen en dagcentra. Postbus 12, 1430 AA Aalsmeer Tel.: 0297 - 35 38 00. Website: www.onstweedehuis.nl
’s Heeren Loo Kwadrant
Amstelduin
’s Heeren Loo Kwadrant richt zich op mensen van 6 tot en met 21 jaar met een lichte verstandelijke beperking en gedragsproblemen. Ze helpt jaarlijks een kleine tweeduizend kinderen en jongeren om deel te nemen aan de maatschappij. Postbus 560, 3850 AN Ermelo Tel. 0341 - 56 75 11. Website: www.sheerenloo.nl
Amstelduin geeft behandeling en begeleiding aan gezinnen met kinderen van 6 tot en met 23 jaar. Daarbij gaat het om kinderen en jongeren met een licht verstandelijke handicap (IQ 50 – 85). Amstelduin werkt in alle regio’s van de provincie Noord-Holland. Postbus 43, 1970 AA IJmuiden Tel.: 023 - 513 13 13. Website: www.ozcamstelmonde.nl
D O O R : M I C H E L VA N D I J K
Eén loket voor LVG-hulpverlening Sinds dit jaar zijn de Bureaus Jeugdzorg verantwoordelijk voor het uitvoeren van jeugdbeschermingsmaatregelen voor LVG-jongeren met een IQ boven de 70. Het delen van kennis en expertise is inmiddels in volle gang.
D
e veranderingen in de zorg voor licht verstandelijke gehandicapte jongeren (LVG) op het gebied van jeugdbescherming en jeugdreclassering begon in januari 2005 met de nieuwe wet op de jeugdzorg, vertelt Jos Zeegers, gz-psycholoog en staffunctionaris van het Expertisecentrum Jeugdzorg-Gehandicaptenzorg van de William Schrikker Groep (WSG). ‘Tot dan voerde William Schrikker de kinderbeschermingsmaatregelen voor de LVG-doelgroep uit. Sinds vorig jaar is dat niet meer zo.’ Met de komst van de nieuwe wet op de jeugdzorg wordt het landelijk werken en de specialistische expertise van de WSG bedreigd, stelt Zeegers. Zeker sinds dit jaar de Bureaus Jeugdzorg (BJZ’s) verantwoordelijk zijn voor de hulpverlening aan LVG-kinderen. Doel van de overheid is immers om één loket voor alle jeugdhulpverlening te organiseren. Een mooi streven, meent Zeegers. Hij is echter beducht voor een verlies aan deskundigheid. ‘Wij hebben de expertise om deze doelgroep te bedienen en dat mogen we niet kwijtraken.’
Fusie Minister Donner van Justitie en staatssecretaris RossVan Dorp van VWS, de politiek verantwoordelijken voor de hulpverlening aan de LVG-jeugd in deze sector, hechten eveneens aan het behoud van de opgebouwde expertise. Dit voorjaar zette Donner in een brief aan de Tweede Kamer uiteen hoe de verantwoordelijkheden tussen WSG en BJZ’s georganiseerd dienen te worden. Vóór 1 juli 2006 fuseert de WSG met een Bureau Jeugdzorg, stelt de minister. Vanuit die nieuwe organisatie kan landelijk de LVG-jeugd en hun ouders bediend blijven worden. Zo’n fusiepartner is er nog niet, maar gesprekken zijn gaande met BJZ Flevoland, vertelt Zeegers. Donner zet in zijn brief ook de contouren uiteen voor verdere samenwerking tussen BJZ’s en WSG. Zo kloppen kinderen met een IQ boven de 70 voortaan aan bij de BJZ’s. Deze kunnen daarvoor alleen ‘bij wijze van uitzondering’ een beroep doen op de expertise van de WSG.
8
Deskundigheidsbevordering Om de hulpverlening aan deze kinderen te kunnen waarmaken, vroeg de MO-groep, de brancheorganisatie van de BJZ’s, aan het Expertisecentrum JeugdzorgGehandicaptenzorg William Schrikker om deskundigheidsbevordering voor de medewerkers van de Bureaus Jeugdzorg. Die deskundigheidsbevordering staat nu op de rails. Zo kunnen BJZ’s complexe LVG-casuïstiek voorleggen aan het Expertiseteam van de WSG. Daarnaast ontwikkelde het Expertisecentrum, samen met het Landelijk Centrum LVG, een driedaagse ‘basiscursus LVG voor de BJZ’s’. Zeegers: ‘Daarin behandelen we alle aspecten van de LVG-problematiek vanuit de invalshoeken van het kind, de ouders en de samenleving. Ook besteden we aandacht aan de communicatie met deze kinderen en hun extra kwetsbaarheid als het gaat om criminaliteit en seksueel misbruik.’ Er is veel belangstelling voor onze expertise, constateert Zeegers. ‘We kunnen zo beginnen, alleen is de financiering nog niet rond. Maar de BJZ’s zijn positief. Ze hebben behoefte aan LVG-expertise en kloppen graag bij ons aan.’ Meer informatie: www.wsg.nu
LICHT VERSTANDELIJK GEHANDICAPTEN D O O R : TA M A R A F R A N K E
Unieke behandelvorm bij De Bascule De Bascule heeft een behandelafdeling voor kinderen en jeugdigen met een verstandelijke beperking en (een vermoeden van) een psychiatrische stoornis. Een groep kinderen die diagnostisch en behandelinhoudelijk een andere aanpak vraagt dan kinderen met een ‘normale’ intelligentie . De behandeling op de Bascule is daar een voorbeeld van.
‘O
nze behandeling is altijd gericht op het reduceren van de psychiatrische symptomen en het op gang brengen van de, dikwijls ernstig gestagneerde, ontwikkeling. Speciaal voor de groep met een verstandelijke beperking hebben we naast de poliklinische behandeling ook een deeltijdbehandeling’, vertelt Willemine Heiner, teamhoofd van deze afdeling. Deze behandeling is onder meer gebaseerd op ontwikkelingspsychopathologie en de leertheorie. ‘Eigenlijk is onze deeltijdbehandeling een tijdelijke intensivering van de poliklinische behandeling. En die kan zes tot maximaal negen maanden duren. Het heeft dus absoluut een tijdelijk karakter. Maar juist door tijdelijk heel intensief met een kind te werken kun je veel vooruitgang boeken. Deze behandeling is bedoeld voor kinderen met een lichte verstandelijke beperking, dat
wil zeggen een IQ tussen ongeveer 63 en 85. Het kind komt voor een aantal dagdelen naar de Bascule voor behandeling in een groep met andere kinderen. Dat is bij uitstek een goede leeromgeving, maar er zijn ook individuele behandelmomenten. En daarnaast vindt natuurlijk behandeling plaats binnen de thuis- en schoolsituatie én in de vrije tijd, het zogenaamde derde milieu. We werken intensief samen met de ouders en de leerkrachten van het kind.’
Geïntegreerd Een groot probleem bij deze kinderen is dat hun informatieverwerking anders verloopt dan bij normaal intelligente kinderen. In de praktijk wil dat zeggen dat ze informatie anders interpreteren en geleerde vaardigheden niet meenemen naar andere plekken. Ze zijn niet
instaat om iets dat op plek A wordt aangeleerd mee te nemen naar plek B of situatie C. Daarom is geïntegreerde behandeling op meerdere plekken zo noodzakelijk’, zegt Heiner heel stellig. ‘Verder is het belangrijk om de taal aan te passen aan hun mogelijkheden, dus helder, duidelijk en vooral korte zinnen. Ze hebben meer tijd nodig om nieuwe dingen te leren, maar ook zij leren in hun training omgaan met lastige situaties in het dagelijkse leven; weten waar je onrustig van wordt en jezelf rustig maken, voor jezelf opkomen en goed te luisteren naar anderen. Maar ook hoe je laat merken dat je boos bent zonder dat je agressief wordt. Een belangrijk uitgangspunt bij onze behandelmethodiek is dat we altijd eerst kijken hoe een kind leert. En daar passen we telkens weer onze behandelmethodes op aan. Individuele oplossingen en aanpak voor individuele problemen.’ Meer informatie: www.bascule.com
D O O R : M I C H E L VA N D I J K
Switch: Hulp voor LVG-leerling en ouders De begeleiding van leerlingen op vmbo-scholen door Switch-hulpverleners is een succes. De praktijkscholen willen nu ook gebruik maken van deze aanpak.
De hulpverleners houden op school regelmatig contact met de leerlingen en adviseren school en ouders over de meest gewenste aanpak.
O
orspronkelijk is Switch bedoeld als begeleidingstraject voor jongeren op vmbo-scholen die vanwege leer- of gedragsproblemen regelmatig van school wisselen of veel risico lopen op schooluitval, zegt Marjolein Kreisel, regiomanager bij Altra en portefeuillehouder van het stedelijke Switch-programma. ‘Doel van Switch is uitval te voorkomen. De hulpverleners houden op school regelmatig contact met de leerlingen en adviseren school en ouders over de meest gewenste aanpak.’ Switch is een succes, vertelt Kreisel. ‘Het programma ging in 2003 van start en is sindsdien flink gegroeid. Het afgelopen jaar hebben we 1400 leerlingen kunnen helpen.’ Ook de Amsterdamse praktijkscholen, waar leerlingen met een licht verstandelijke handicap (LVG-leerlingen) vanaf een jaar of twaalf naar toe gaan, zijn geïnteresseerd in Switch. Amsterdam telt zes scholen voor praktijkonderwijs. De meeste leerlingen blijven er vier, vijf jaar en worden in een betrekkelijk veilige omgeving voorbereid op een zelfstandig leven in de samenleving. Veel leerlingen werken later in de plantsoenendienst, als schoonmaker of als vakkenvuller in een supermarkt
Vanaf dit najaar levert Altra de Switch-hulpverlening ook op drie van de zes praktijkscholen. Stefan ten Brink, directeur van praktijkschool De Poort, legt uit waarom. ‘Het gaat ons niet zozeer om het voorkomen van schooluitval, want dat komt niet zo vaak voor op praktijkscholen. We willen vooral de sociale en emotionele problemen van onze leerlingen beter kunnen ondervangen. Dit is een kwetsbare groep kinderen, die we zo goed mogelijk moeten beschermen.’
Prikkel De praktijkscholen willen de Switch-hulpverlening ook gebruiken om de ouders van LVG-leerlingen te begeleiden. Ten Brink: ‘Veel ouders hebben zelf ook een verstandelijke handicap en begrijpen vaak niet wat er van ze verwacht wordt. Ze snappen vaak al niet op wat voor school hun kinderen zitten. Daarnaast zijn de gezinsproblemen soms groot. Met geld, met het draaiende houden van de huishouding en niet in de laatste plaats met
YVONNE DE BLAAUW
Ondervangen
de opvoeding.’ Tot nu toe is er vrijwel geen hulpverlening voor ouders van LVG-leerlingen, stelt Ten Brink. ‘En als het er is, is het vaak versnipperd over meerdere instellingen. Ik ben regelmatig van het kastje naar de muur gestuurd als ik hulp zocht voor een leerling en zijn gezin. Daarom deden we de begeleiding van leerlingen en ouders vooral zelf.’ Maar verstandelijk gehandicapte ouders van LVG-leerlingen zitten ook niet altijd op hulp te wachten, erkent Ten Brink. ‘Ze willen net zo leven als andere Nederlanders, en liefst zonder hulpverlening. Het mooie van
9
Switch is dat het een schakel vormt tussen onderwijs en jeugdhulpverlening. Ook ouders met een verstandelijke handicap willen dat het goed gaat met hun kind. Net als alle andere ouders. Je kunt dus tegen ze zeggen dat het belangrijk is voor het onderwijs van hun kind als het thuis goed eet of op tijd naar bed gaat. Met Switch kunnen we die ouders hopelijk bereiken.’ Meer informatie: www.altra.nl
DOOR: MARTIN GERRITSEN
Jeugdreclasseerder Fridi Rojer: ’We zijn een soort duizendpoot’ Gebruik maken van de competenties. Dat is volgens jeugdreclasseerder Fridi Rojer de manier om licht verstandelijk gehandicapten weer een plaats in de maatschappij te geven. ‘Ze willen net als anderen huisje, boompje, beestje.’
‘H
et zijn de zwakke broeders van wie beroepscriminelen maar al te graag gebruik maken’, vertelt Fridi Rojer, jeugdreclasseerder bij de William Schrikker Groep over de licht verstandelijk gehandicapten met wie hij werkt. ‘Ze worden gebruikt voor de vluchtauto of een drugtransport, de meisjes vallen snel in handen van loverboys. Soms beseffen ze niet eens waar ze precies mee bezig zijn. Maar zij zijn wel degenen die worden gepakt. De anderen zijn al lang verdwenen als de politie komt.’
Expertise Rojer begeleidt lvg-jongeren in een verplicht juridisch kader. Dat wil zeggen dat de rechter een reclasseringmaatregel heeft opgelegd. Vaak is dan al bekend dat het om een lvg-jongere gaat omdat de Raad voor de Kinderbescherming een rapport opmaakt van elke jongere die in aanraking komt met justitie. Daarbij kijkt de Raad onder andere of er sprake is van een verstandelijke handicap. Is dat het geval, dan wordt veelal de William Schrikker Groep ingeschakeld omdat zij de expertise op dit gebied hebben. Rojer: ‘Deze jongeren hebben een andere aanpak nodig dan normaal begaafde jongeren. Dat zit hem vooral in de manier van communiceren en het maken van afspraken. Ik maak vaak gebruik van beeldspraak, controleer steeds of ze alles wel begrijpen en ga na of ik ze niet overvraag.’
T E K S T: M A R T I N G E R R I T S E N FOTO: SAKE RIJPKEMA
Outreachend
Frenk Snoek, client van Young Two
c
‘Nu kan ik trots op mezelf zijn’ ‘Ik zit hier nu vier maanden. Hier werk ik aan m’n toekomst, want de bedoeling is dat ik een schilderdiploma haal. Dan kan ik werken. Maar we doen hier van alles; techniek, groen, administratie en zojuist hadden we koken. Dan maken we met onze groep eten voor iedereen die hier werkt. Je moet ook kunnen koken als je later voor jezelf moet zorgen… en voor je vrouwtje, natuurlijk. ‘Fridi heb ik leren kennen toen ik in de gevangenis zat. Voor een straatroof. Ik had eerst iemand anders van de reclassering, maar Fridi nam het over. Hij is een goede, want hij doet wat hij zegt. Je kunt op hem rekenen en dat kun je niet van iedereen zeggen. Fridi was ook duidelijk. Hij zei dat hij er voor mij was en dat ik twee dingen kon doen; beroepscrimineel worden of wat in de maatschappij doen. “Als je je leven wilt beteren, kan ik wat voor je doen”, zei hij. En dat heeft hij ook gedaan. Zo hielp hij me om vrij te komen. Ik kreeg een schorsing
als ik een dagbesteding zou hebben. Dat is dus de Young Two en de fitness. Fridi heeft ook een goed woordje bij de rechter gedaan. Nu heb ik voorwaardelijke straf en een proeftijd van twee jaar. ‘Ik wil er ook wat van maken. Ik kom m’n afspraken beter na en sinds drie weken blow ik niet meer. Hier op de Young Two gaat het goed. Ik wil niet opscheppen, maar ik ben hier wel een van de slimste. Ik heb ook leerboeken gevraagd over breuken en procenten. Dat heb je toch nodig als je wilt weten hoeveel verf je nodig hebt voor een bepaalde oppervlakte. Nu wil ik meer weten van machten en wortels. Weet je wat dat zijn? ‘Uiteindelijk wil ik bij m’n neef werken. Die heeft een eigen schildersbedrijf. En na vijf jaar wil ik een leuk loonstrookje hebben, een eigen huisje en kinderen. Dan kan ik trots op mezelf zijn. Ik wil alleen niet in Amsterdam wonen. Ik zou niet willen dat mijn kinderen tussen al die criminaliteit opgroeien.’
Net als bij normaal begaafde jongeren, zet de reclasseringmedewerker een traject uit met als doel dat de jongere weer normaal kan functioneren in de maatschappij. Rojer: ‘We werken heel outreachend, zo min mogelijk vanachter het bureau. We proberen het vertrouwen van de jongere te winnen en kijken op welke manier we ze kunnen begeleiden. Daarbij zijn we een soort duizendpoot. We kijken wat de jongere aankan, hoe zijn ouders met het omgaan en welke competenties hij heeft. Wij proberen zoveel mogelijk aan te sluiten bij die competenties. Soms laten we ze ook bewust wat fout doen. Neem een jongen die per sé piloot wil worden. Ik kan natuurlijk vertellen dat zoiets niet mogelijk is, maar hij kan het beter zelf ondervinden. Bijvoorbeeld door zich in te schrijven. Dan merken ze dat dat niet kan, dat ze daarvoor een vooropleiding nodig hebben waarover ze niet beschikken.’
Young Two Het project Young Two is ook bedoeld om zoveel mogelijk gebruik te maken van de competenties van jongeren’, vertelt Rojer. ‘Het is een samenwerking van het DWI, Impuls en William Schrikker. We leren ze motivatie, op tijd te komen en omgaan met activiteit. Langzaam kunnen ze dan een traject in naar betaald werk en dat zal voor deze jongeren altijd een traject op maat moeten zijn met als uiteindelijk doel herplaatsing in de maatschappij. Vaak willen deze jongens ook niets anders. Ze willen huisje, boompje, beestje. Maar je moet er rekening mee houden dat deze doelgroep altijd op een of andere manier afhankelijk zal blijven van een goed netwerk of hulpverlening.’
c 10