Vastpakken en niet meer loslaten Een onderzoek naar problemen bij de overstap van vmbo naar mbo in het schooljaar 2013-2014 in RMC-regio Utrecht
Peter van der Zwaal, CORDYS Onderwijstrajecten maart 2015
Samenvatting Aan de hand van een groep van 104 jongeren die niet succesvol zijn overgestapt van het vmbo naar het mbo in de zomer van 2014 in RMC-regio Utrecht, is onderzocht welke problemen ervoor zorgden dat deze jongeren niet voor 1 oktober 2014 een inschrijving hadden bij het mbo en wat daaraan in de toekomst gedaan zou kunnen worden. Uit het onderzoek blijkt dat jongeren die weinig steun krijgen vanuit het gezin (of omgeving), waar sprake is van sociale en materiële armoede en waar soms ook psychische of psychiatrische problemen zijn, de grootste risico’s lopen. De jongeren uit de risicogroep hebben veelal geen realistisch zelfbeeld en verzuimen bovengemiddeld. Het gaat relatief vaak om jongens uit de basisberoepsgerichte leerweg. Daarnaast lopen ongediplomeerde uitstromers met name uit de kaderberoepsgerichte, de gemengde en de theoretische leerweg van het vmbo een extra risico de overstap niet succesvol te maken. Er zijn zes vmbo-scholen aan te wijzen die de meeste jongeren telden die de overstap nietsuccesvol hebben gemaakt. Het onderzoek bestaat uit een kwantitatief en kwalitatief deel. In het kwalitatieve deel van het onderzoek wordt een aantal oorzaken beschreven voor de niet succesvolle overstap. De belangrijkste oorzaken betreffen communicatieve problemen (de visie wordt onvoldoende gedeeld, er is te weinig voortgangsrapportage tussen mbo en vmbo), procedurele problemen en inhoudelijke onduidelijkheden (met name rondom de intake en de organisatie van de overstaptafels). Ook deden zich in 2014 problemen voor bij de toelating tot het entree-onderwijs. In de conclusies en overwegingen die leiden tot aanbevelingen wordt een onderscheid gemaakt naar de doelgroep. Voor de meeste leerlingen zullen een aantal verbeteringen van het bestaande systeem voldoende effect sorteren voor een goede overstap, zoals het versterken van de overstaptafel en het versterken en verfijnen van procedures. Voor de leerlingen in de complexe risicogroep volstaan kleine veranderingen niet. Het probleem wordt duidelijk zichtbaar in de overstap, maar de overstap is niet de oorzaak. Deze jongeren zijn over het algemeen geen sterke ‘leerders’, kennen weinig succeservaringen op school, zijn geen doorzetters als het om leren gaat en hebben beperkte arbeidsmarktperspectieven. Verbeterde procedures voor de toeleiding tot het mbo zijn slechts een klein deel van de antwoorden op de vragen van deze groep. Voor deze groep wordt een complexere verandering van het systeem voorgesteld (stel de leerloopbaan centraal, richt de intakefase opnieuw in). Tot slot worden aanbevelingen gedaan voor de toelating tot het entree-onderwijs.
vastpakken en niet meer loslaten (concept 12 maart)
1
Inhoudsopgave Samenvatting ...........................................................................................................1 1. Inleiding ..............................................................................................................3 2. Kwantitatieve gegevens ...........................................................................................4 2.1 Het bestand van de onderzochte jongeren ................................................................4 2.2 De herkomst van de onderzochte jongeren naar woongemeente .....................................5 2.3 De herkomst van de onderzochte jongeren naar vo-school .............................................5 2.4 De (mogelijke) bestemming van de onderzochte jongeren .............................................7 2.5 De onderzochte jongeren en de overstaptafels ...........................................................9 2.6 Conclusies uit de kwantitatieve gegevens. .............................................................. 11 3. Kwalitatieve gegevens ........................................................................................... 12 3.1 Voorbeelden van leerlingen die de overstap niet succesvol gemaakt hebben. ................... 12 3.2 De interviews ................................................................................................. 15 3.3 Profiel van de risicoleerlingen ............................................................................. 18 3.4 Conclusies uit de kwalitatieve gegevens ................................................................. 19 4. Conclusies, overwegingen en aanbevelingen ................................................................ 20 4.1 Conclusies ..................................................................................................... 20 4.2 De leerloopbaan centraal, herinrichting van de intakefase .......................................... 20 4.3 Aanbevelingen voor intakefase ............................................................................ 21 4.4 Aanbevelingen betreffende de overstaptafel ........................................................... 22 4.5 Aanbeveling voor het verduidelijken van en het communiceren over procedures ............... 23 4.6 Aanbevelingen betreffende de toelating tot de entree-opleiding en een plusvoorziening ..... 23 4.7 Aanbevelingen voor vervolgonderzoek ................................................................... 24 5. Verantwoording ................................................................................................... 25 Bijlage: doel en werkwijze Overstaptafels ...................................................................... 26
vastpakken en niet meer loslaten (concept 12 maart)
2
1. Inleiding De partijen die betrokken zijn bij het terugdringen van VSV en bij het ontwikkelen van ononderbroken onderwijsroutes voor jongeren zien - ondanks de vele inspanningen - dat er toch elk jaar een groep van meer dan 100 jongeren de overstap van het vmbo naar het vervolgonderwijs niet (op tijd) maakt. Zij gaven een tweeledige opdracht voor een onderzoek waarvan in dit rapport de resultaten beschreven worden.
Welke verklaringen zijn er voor de uitval van een groep van ruim 100 jongeren in de overstap van het vmbo naar het vervolgonderwijs?
Kunnen de deelnemende organisaties verbeteringen aanbrengen in het overstapproces zodat meer jongeren een krachtige, ongehinderde leerloopbaan kunnen volgen?
Voor het onderzoek is uitgegaan van een bestand met de namen van (aanvankelijk) 123 leerlingen van vo en vso die op 1 oktober 2014 geen inschrijving hadden bij een mbo-instelling. De eerste stap in het onderzoek was een analyse van deze gegevens, aangevuld met gegevens uit andere bronnen. Vervolgens is van een aantal jongeren nagegaan wat een goede voortgang van de overstap belemmerde. Daarna is met een aantal betrokkenen uit vo-scholen, mbo-instellingen en met leerplichtambtenaren gesproken over de vraag wat zij als probleem zien en hoe dat probleem aangepakt zou kunnen worden. Bij de gesprekken in de onderwijsinstellingen werden casussen aan de orde gesteld om zicht te krijgen op bedrijfsprocessen en de houdingen. In het proces leverde het projectteam De Overstap informatie en was het klankbord voor de onderzoeker. Allereerst wordt in hoofdstuk 2 de onderzoeksgroep besproken, vervolgens wordt in hoofdstuk 3 verslag gedaan van casussen en gesprekken. In hoofdstuk 4 worden conclusies getrokken, overwegingen gegeven en aanbevelingen gedaan, tot slot is in hoofdstuk 5 een verantwoording opgenomen. In deze rapportage wordt een aantal termen gebruikt die vooraf een toelichting behoeven. Allereerst wordt de term risicojongeren (risicoleerlingen) gebruikt. In het algemeen worden hiermee in dit onderzoek bedoeld ‘jongeren die de overstap van het voortgezet (speciaal) onderwijs naar een vervolgopleiding niet op tijd maken of kort na aankomst dreigen uit te vallen’. Op basis van het onderzoek wordt in 3.3 een invulling aan de doelgroep gegeven waardoor deze groep een profiel krijgt: meer jongens dan meisjes, relatief vaak uit de basisberoepsgerichte leerweg, weinig steun vanuit het gezin en er is sprake van sociale en materiële armoede, soms zijn er psychische problemen. In de rapportage worden de woorden ‘leerlingen’, ‘studenten’ en ‘jongeren’ gebruikt. Gaat het specifiek om de situatie in het voortgezet onderwijs, dan wordt de betrokkenen ‘leerlingen’ genoemd, het woord studenten wordt gebruik als het specifiek gaat om het mbo. In algemene zin wordt het woord ‘jongere’ gebruikt. Peter van der Zwaal, Rotterdam, maart 2015
vastpakken en niet meer loslaten (concept 12 maart)
3
2. Kwantitatieve gegevens 2.1 Het bestand van de onderzochte jongeren In december 2014 is een lijst beschikbaar gekomen met de namen van 123 leerlingen. Deze lijst is samengesteld uit gegevens van Aanmelding in Beeld (AiB), van leerplicht en van de twee grote mboinstellingen. Op de lijst staan jongeren van vo-scholen, de Utrechtse School en van vso-scholen waarvan aangenomen wordt dat ze de overstap niet succesvol hebben gemaakt. Het is niet zeker dat deze leerlingen ook feitelijk niet op een school ingeschreven staan en dus VSVer geworden zijn. Wellicht zijn zij op een vakschool of ROC buiten de regio ingeschreven of zijn ongediplomeerden toch op het vmbo gebleven. Uit het Samenwerkingsverband VO Utrecht West meldde men ons dat er ook leerlingen bekend waren die niet op de lijst stonden en toch niet op een vervolgopleiding waren ingeschreven. Bij een controle van het bestand met gegevens uit DUO, begin januari 2015 door de afdeling leerplicht van de gemeente Utrecht, werd van 19 jongeren vastgesteld dat deze op 1 oktober 2014 toch een inschrijving hadden op een vo-school of een mbo-instelling. Er bleef dus een onderzoeksgroep over van 104 leerlingen. Het gaat hier om 2,2 % van de totale overstap van de 4638 leerlingen in AiB in het schooljaar 2013-2014. Ter vergelijking, in 2012-2013 waren er 130 VSV-ers in RMC regio 19 in de bovenbouw van het vmbo. In de groep van 104 leerlingen is van 7 leerlingen geen BSN bekend, waardoor zij in het onderzoek niet betrokken konden worden, van de overige 97 waren er 17 niet ingevoerd in Aanmelding in Beeld (AiB). De groep die in het onderzoek betrokken is, betreft uiteindelijk 80 leerlingen. Het gaat om 76 leerlingen uit het vo en 4 uit het vso. Van deze 80 leerlingen zijn keuzegegevens uit AiB van november 2014 gekoppeld aan gegevens over de overstaptafels en het gebruik van meeloopactiviteiten als instrument bij Loopbaanoriëntatie en -Begeleiding(LOB). Van de 24 waarvan geen BSN bekend was of die niet in AiB opgenomen waren, is wel íets bekend. Het zijn jongeren die zich een keer bij MBO Utrecht of ROC Midden Nederland gemeld hadden, óf jongeren waarvan leerplicht het vermoeden had dat het mis zou kunnen gaan. Het waren allemaal leerlingen die níet in de 4e klas van een vmbo-school zaten. Van de 24 leerlingen waren er 3 afkomstig van vso-scholen (cluster 3 en 4), 17 leerlingen van Wellantcollege Utrecht, er was 1 student afkomstig van een ROC buiten de regio en van 3 jongeren is de school van herkomst niet bekend. Bij 18 van de 24 jongeren is als gewenste bestemming een entree-opleiding aangegeven. In de onderzoeksgroep zijn jongens oververtegenwoordigd (56 jongens en 24 meisjes) Van de 80 jongeren waarover in AiB gegevens bekend waren, waren er 52 leerplichtig op 1 oktober 2014. Terugkijkend op het proces van dataverzameling valt op dat er geen goed, actueel overzicht is van de feitelijke status van de overstappende leerlingen.
vastpakken en niet meer loslaten (concept 12 maart)
4
2.2 De herkomst van de onderzochte jongeren naar woongemeente In tabel 1 is de herkomst van de jongeren naar woonplaats opgenomen, deze is vergeleken met de VSV-cijfers over het schooljaar 2012-13. De vergelijking laat een ruime oververtegenwoordiging zien van jongeren uit de gemeente Utrecht en de afwezigheid van jongeren uit de gemeenten van samenwerkingsverband Zuidoost Utrecht. Het onderzoek kan geen specifieke uitspraken doen over dat gebied.
0%
5%
10%
1 12
1,1 3,2 3,8 0,6 0,8 2,5 2,6 6 3,8 0 2 0,9 2 1,2 1 3,6
0,5 0,9 1,1 0,3 0,2 0,5 0,7 0,2 1,1 0,3 0,5 1,2 0,5 0,5 0,5 1
19 113 35 4 2 18 20 8 7 3 14 8 5 11 17 10
2,2%
0,6%
294
% van het totaal aantal VSV-ers
aantal VSV-ers
61%
vo totaal in %
1 2
vmbo bovenbouw in %
4 59 0 0 0 0 0 2 2 0 1 1 1 3 5 0 1 25 104
VSV schooljaar 2012-2013
% jongeren van het totaal inde onderzoeksgroep
gemeente van herkomst Stichtse Vecht Utrecht Utrechtse Heuvelrug Wijk bij Duurstede Bunnik Zeist De Bilt Woerden Oudewater Montfoort Ronde Venen Houten Vianen IJsselstein Nieuwegein Lopik Veenendaal onbekend
waarvan VSO
samenwerkingsverband SWV 26-01 Sterk VO SWV 26-01 Sterk VO SWV 26-03 Zuidoost Utrecht SWV 26-03 Zuidoost Utrecht SWV 26-03 Zuidoost Utrecht SWV 26-03 Zuidoost Utrecht SWV 26-03 Zuidoost Utrecht SWV 26-04 Utrecht West SWV 26-04 Utrecht West SWV 26-04 Utrecht West SWV 26-04 Utrecht West SWV 26-05 Zuid-Utrecht SWV 26-05 Zuid-Utrecht SWV 26-05 Zuid-Utrecht SWV 26-05 Zuid-Utrecht SWV 26-05 Zuid-Utrecht SWV 25-11 Barneveld eo. Onbekend Totaal
onderzoeksgroep 2013-2014
aantal jongeren in de onderzoeksgroep
Tabel 1 Herkomst van de jongeren naar woongemeente
45%
27%
11%
17%
25% 100%
100%
2.3 De herkomst van de onderzochte jongeren naar vo-school In tabel 2a zijn de jongeren naar school van herkomst opgenomen, met daarbij de verdeling naar leerweg en/of diplomering. In 2013-2014 waren er 6 scholen (5 vmbo-scholen en de Utrechtse School) waar ruim 60 procent van de leerlingen uit de onderzoeksgroep van afkomstig waren. De leerlingen uit de basisberoepsgerichte leerweg zijn met 39 procent oververtegenwoordigd, de leerlingen van kbl, gl en tl zijn gelijkelijk verdeeld (elk ca. 17,5%). Van de leerlingen in de onderzoeksgroep hebben 45 een diploma gehaald, 21 niet, van 11 leerlingen is niet bekend of zij het diploma behaald hebben. De ongediplomeerden zijn met name oververtegenwoordigd in kbl, gl en tl. Uit tabel 2b blijkt dat 65 procent van de jongeren nog leerplichtig was op 1 oktober; jongens zijn ruim oververtegenwoordigd. vastpakken en niet meer loslaten (concept 12 maart)
5
Bij navraag bij de vmbo-scholen blijkt dat leerlingen die de basisberoepsgerichte leerweg met een leerwerktraject1 afsluiten niet opvallend meer risico lopen uit te vallen bij de overstap. Op basis van deze gegevens moet geconcludeerd worden dat het verstandig is bij de overstap de aandacht te richten op de leerlingen van de basisberoepsgerichte leerweg en de ongediplomeerde schoolverlaters uit kbl, gl en tl.
1 1 1
2
12 9 9 8 7 4 4 4 4 3 3 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 80
2 1 2 1 1 2
2
2
1
1 3 1 1
1
1
1 2
3 1 1
1
2 1
1 1 1 1
1 1 1 29
5
1 5
29
5
9
8
2
2
19 = 24% 5
9
8
1
5
7
3
18 = 23% 2
2
1
5
2 3%
7
3
2
Eindtotaal
geen BSB/niet in AiB
diploma niet behaald
geen gegevens
havo
diploma niet behaald
diploma wel behaald
tl
diploma niet behaald
diploma wel behaald
1
geen gegevens
1
gl
2
39 = 49% Geen BSN en/of niet in AiB* Eindtotaal
diploma niet behaald
3
diploma wel behaald
5 5 2 4 2 3 1 1 3
geen gegevens
kbl
diploma niet behaald
Globe College VSO Utrechtse school Trajectum College Via Nova College Anna van Rijn College Harmonielaan Wellantcollege vmbo Utrecht* X11 Cals College Broeckland College St-Gregorius College ROC Midden Nederland (VAVO) Gerrit Rietveld College VSO De Sprong Oosterlicht College Nieuwegein Oosterlicht College Vianen VSO De Pels VSO Het Rotsoord Wellantcollege vmbo Montfoort Minkema College HV Leidsche Rijn College Wellantcollege VMBO Houten Subtotaal
bbl
diploma wel behaald
Tabel 2a De leerlingen in de onderzoeksgroep ingedeeld naar school van herkomst, leerweg en diplomering
100% 24 24
24 104
*Van de jongeren zonder BSN en/of niet in AiB zijn er 17 leerlingen van Wellantcollege vmbo Utrecht.
Tabel 2b De leerlingen in de onderzoeksgroep ingedeeld naar leerplicht Man Vrouw Eindtotaal 65% Leerplichtig 37 15 52 35% Niet leerplichtig 19 9 28 Onbekend 24 Eindtotaal 56 24 104
1
Het Leerwerktraject is een variant van de basisberoepsgerichte leerweg waarbij de leerling naast het beroepsvoorbereidende programma alleen in Nederlands als verplicht vak examen doet. vastpakken en niet meer loslaten (concept 12 maart)
6
2.4 De (mogelijke) bestemming van de onderzochte jongeren In tabel 3 is de verdeling van de jongeren over de vervolgopleidingen opgenomen, gekoppeld aan de status in AiB (beste keuze2). De twee grote mbo-instellingen MBO Utrecht en ROC Midden Nederland worden in ca. 50 procent als beste keuze in de onderzoeksgroep genoemd, de andere bestemmingen komen één, twee of drie keer voor. In tabel 4 zijn de statusgegevens in AiB voor beide mboinstellingen nader bekeken. Opvallend is het hoge aantal jongeren met de status ‘intake (lopend)’ (bij ROC Midden Nederland) en ‘aangemeld’ (bij MBO Utrecht). Deze statussen leiden doorgaans niet tot (snelle) actie bij de school van herkomst. Met vertegenwoordigers van MBO Utrecht en ROC Midden Nederland is
AOC Groenhorst College Da Vinci College Defensie MBO Amersfoort MBO Utrecht Nimeto Onderzoek bij Leerplicht Onderzoek bij RMC Overig Particulier onderwijs ROC Midden Nederland ROC van Amsterdam VMBO eigen school Wil / Gaat werken Geen gegevens ingevuld Geen BSN en/of niet in AiB Eindtotaal
1 1 1 1 13
1 12 1
1
1 1
2
1 8 2
1 1 9
2
10
1
2
1 1 1
1 3
15
22
3
2
4
1
12
2
9
1
1
2
1
2
24 24
3
Eindtotaal
Geen gegevens in AiB
Geen BSN en/of niet in AiB
Voorlopig geplaatst
Vervolgkeuze toegevoegd door VO
Overgedragen aan LP/RMC
Onderwijsovereenkomst tekenen (…)
Onbekend bij het MBO
LP/RMC in behandeling
LP/RMC definitief
Intake (lopend)
Definitief
Beëindigd
Afgewezen
Afgemeld
Aangemeld
Tabel 3 Verdeling van de jongeren uit de onderzoeksgroep over de mbo-instellingen en de status op 15 november.
Definitief (Niet te overschijven)
hierover gesproken.
1 1 1 3 30 1 8 2 1 1 24 1 1 2 3 24 104
Bij de analyse van casussen is ingezoomd op de werkprocessen bij technische opleidingen (MBO Utrecht) en helpende zorg en welzijn (ROC Midden Nederland) en bij de centrale intake (MBO Utrecht). De status ‘intake (lopend)’ bij ROC Midden Nederland blijkt een technisch probleem. Op (bijna) hetzelfde moment worden meerdere statussen van dezelfde vervolgkeuze aangeleverd met de mbocheck. De status die het laatst binnenkomt wordt getoond, deze blijkt niet correct. De status ‘aangemeld’ bij de opleiding ‘helpende zorg en welzijn’ betreffen bijna allemaal aanmeldingen van ná 1 oktober, de jongeren zijn in behandeling om te starten in februari. De jongeren zijn dus wel VSV-er, de status ‘aangemeld’ is correct. 2
‘Beste keuze’ is de meest kansrijke mogelijkheid die in AiB genoteerd is.
vastpakken en niet meer loslaten (concept 12 maart)
7
De status ‘aangemeld’ bij de AKA hebben te maken met de plaatsingsproblemen bij de entree-
MBO Utrecht Bedrijfsadministratief medewerker Secretarieel medewerker Administratief medewerker (Telefonist/receptionist) Arbeidsmarktgekwalificeerd Assistent Assistent metaal-, elektro- en installatietechniek Autotechniek (Autotechnicus) Financiële beroepen (Assistent-accountant) Helpende Zorg & Welzijn ICT- en mediabeheer ICT-medewerker (Medewerker beheer ICT) ICT-medewerker (Medewerker ICT) Medewerker bediening/café-bar Metaalbewerken (Constructiewerker) Sport- en bewegingsbegeleider Verkoper (Verkoper detailhandel) ROC Midden Nederland Arbeidsmarktgekwalificeerd Assistent Autotechniek (Autotechnicus) Financieel administratief medewerker Frontofficemedewerker (Receptionist) Helpende Zorg & Welzijn ICT-medewerker (Medewerker ICT) Installeren (Monteur elektrotechnische installaties) Installeren (Monteur werktuigkundige installaties) Kapper (Junior Kapper) Metaalbewerken (Allround plaatwerker) Middenkader engineering - mechatronica Middenkaderfunctionaris bouw en infra Servicemedewerker gebouwen Onderhoudsmonteur installatietechniek Sociaal-maatschappelijk dienstverlener Veiligheid en vakmanschap (Grondoptreden) Verkoper (Verkoper detailhandel)
4
5
1 2 1 1 1 1 1 1
1 1 1 6 1 1 1 7 1 2 1 1 1 1 4 30
1 1
1 1 1 1 13
1 2 12
1 1
1 1 1 1 1 1
1
2
1
1
1
1
2
1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 2
1 2 10
1
Eindtotaal
Voorlopig geplaatst
Onbekend bij het MBO
Intake (lopend)
Definitief 1
1
9
vastpakken en niet meer loslaten (concept 12 maart)
Afgewezen
Afgemeld
Aangemeld
Tabel 4 Verdeling van de jongeren uit de onderzoeksgroep die als beste keus MBO Utrecht hadden of ROC Midden Nederland en de status op 15 november.
Onderwijsovereenkomst tekenen (…)
opleiding, zie daarvoor bij 3.2 e.
2
1 2 1 1 4 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 2 2 24
8
2.5 De onderzochte jongeren en de overstaptafels Tot slot is onderzocht of de leerlingen uit de onderzoeksgroep al vroeg als risicoleerling zijn aangemerkt en zijn besproken op de overstaptafels 3. Tabel 5a De relatie tussen de overstaptafel en de onderzoeksgroep Op 1e overstaptafel 15 mei besproken Op 2e overstaptafel 3 juli besproken Op 3e overstaptafel 11 september besproken
totaal aantal leerlingen besproken aan de overstaptafel 101 71 108
Tabel 5b De relatie tussen de overstaptafel en de onderzoeksgroep Op 1e overstaptafel 15 mei besproken Op 2e overstaptafel 3 juli besproken Op 3e overstaptafel 11 september besproken
aantal leerlingen in de waarvan besproken onderzoeksgroep aan de overstaptafel 104 13 12,5% 104 25 24,0% 104 50 48,1%
waarvan ook in de onderzoeksgroep 13 12,9% 25 35,2% 50 46,3%
Uit tabel 5 blijkt dat in mei slechts een klein deel van de onderzoeksgroep is besproken bij een overstaptafel. Dat groeit naar ongeveer de helft in september. Dat wil zeggen dat de helft van de leerlingen die de overstap niet gemaakt hebben, begin september nog niet als risicoleerling was aangemerkt. Tegelijkertijd is de conclusie dat er een groot aantal leerlingen besproken is dat de overstap - wellicht dankzij de overstaptafel - op tijd gemaakt heeft. Hiermee wordt duidelijk dat de overstaptafel succesvol is. Deze gegevens werpen de vraag op of het mogelijk een betere selectie te maken op grond van de status in AiB. Op basis van de status op 1 mei 2014, zo toont tabel 6a, zouden er immers veel meer leerlingen uitgenodigd kunnen worden. De betrokkenen van de scholen maken de selectie van leerlingen die besproken worden op de overstaptafels op basis van hun eigen informatie. Redenen om een leerling niet uit te nodigen zijn dat de leerling al wel uitgenodigd is voor een intake maar de status nog niet is bijgewerkt, de leerling in de procedure zit, er een gesprek met leerplicht staat gepland, enz. Voor de overstaptafel van juli is de diplomering van de leerlingen bekeken. Tabel 6b laat zien dat de slechts een deel van de ongediplomeerde leerlingen besproken is en dat er verder ook gediplomeerde leerlingen besproken zijn. Ook hier hebben de betrokkenen van de scholen een risicotaxatie gemaakt. Tabel 6c toont dat er 46 leerlingen uit de onderzoeksgroep besproken zijn, waarvan 32 een risicostatus hadden, 14 leerlingen die ook een risicostatus hadden zijn niet besproken bij de overstaptafel. Deze gegevens roepen de vraag op of de selectie van leerlingen voor bespreking zich nog sterker zou moeten richten op de (potentiële) risicoleerlingen.
3
In de bijlage is een algemene beschrijving van De Overstaptafels opgenomen.
vastpakken en niet meer loslaten (concept 12 maart)
9
Tabel 6a Overstaptafel 15 mei, status 1 mei 2015
Aangemeld Voorlopig geplaatst Definitief Definitief (niet te overschrijven) Intake (lopend) Afgemeld* Afgewezen* Beëindigd* Onbekend bij het MBO* Vervolgkeuze toegevoegd door VO* Geen status in AiB* Geen BSN of niet opgenomen in AiB Onderwijsovereenkomst te tekenen (…) LP/RMC overgedragen, in behandeling; definitief; afgehandeld Eindtotaal
niet besproken besproken aan de aan de overstaptafel overstaptafel 2 4 7 1 1 2 1
22 3
3 1 3
1 2 2 19 23
13
84
uitgenodigd voor status van overleg, alle afwezig op leerlingen in 15 mei Eindtotaal AiB in mei 1 7 628 7 1138 1 391 15 1 24 1222 1 6 110 1 22 1 7 5 155 1 4 146 3 25 542 23 241 35 7
104
4652
*=risicostatus
Tabel 6b Overstaptafel 3 juli, status 15 juni Diploma niet behaald Diploma wel behaald Geen BSN of niet opgenomen in AiB Geen gegevens Eindtotaal
niet besproken aan de overstaptafel Eindtotaal 13* 21 36 45 23 24 14 14 18 86 104
besproken aan de overstaptafel 8* 9 1
*Doelgroep van tweede overstaptafel
Tabel 6c overstaptafel 11 september, status 5 september
Definitief Intake (lopend) LP/RMC in behandeling Onderwijsovereenkomst tekenen (…) Voorlopig geplaatst Overgedragen aan LP/RMC Aangemeld* Afgemeld* Afgewezen* Beëindigd* Onbekend bij het MBO* Vervolgkeuze toegevoegd door VO* Geen status in AiB* #N/B Eindtotaal
uitgenodigd besproken niet besproken voor overleg, aan de aan de afwezig op overstaptafel overstaptafel 11-9 Eindtotaal 2 2 11 13 24 1 1 1 1 2 1 1 1 1 9 6 15 18 3 1 22 1 1 2 1 1 2 1 1 1 1 2 2 3 7 23 23 46 53 5 104
vastpakken en niet meer loslaten (concept 12 maart)
10
2.6 Conclusies uit de kwantitatieve gegevens.
Er is in september geen (near) real-time zicht op de feitelijke overstap.
Het samenwerkingsverband VO Zuidoost Utrecht en gemeenten in die regio zijn niet actief betrokken bij de samenwerking die moet leiden tot een betere overstap.
Er blijken 6 scholen te zijn waar ruim 60 procent van de leerlingen stond ingeschreven die de overstap niet goed gemaakt hebben.
Er zijn in de aanlevering van gegevens aan AiB door ROC Midden Nederland technische problemen geweest waardoor er een verkeerde status in AiB vermeld stond.
Bij de jongeren waar de overstap niet goed gaat, zijn de jongens oververtegenwoordigd (70%), is de basisberoepsgerichte leerweg oververtegenwoordigd (50% van de leerlingen uit de onderzoeksgroep) en zijn de ongediplomeerden bij kbl, gl en tl oververtegenwoordigd (50% van de kb, gl en tl leerlingen uit de onderzoeksgroep).
Bij de selectie van leerlingen die aan de overstaptafel besproken worden, is een aantal potentiële risicoleerlingen niet bereikt.
VO-scholen schrijven ongediplomeerde leerlingen jonger dan 18 jaar uit, zonder dat er een inschrijvingsbewijs is van een vervolgopleiding.
vastpakken en niet meer loslaten (concept 12 maart)
11
3. Kwalitatieve gegevens Om de ‘kale’ cijfers uit het bestand van Aanmelding in Beeld (AiB) te begrijpen zijn de gegevens van ca. 30 jongeren nader bestudeerd en besproken met de school van herkomst en/of de ontvangende mbo-instelling. In 3.1 wordt een vijftal gepseudonimiseerde casussen gepresenteerd en becommentarieerd. Binnen de opdracht waren gesprekken met de jongeren zelf niet mogelijk. Daarnaast zijn gesprekken gevoerd met direct betrokkenen in de scholen en de afdelingen leerplicht van enkele gemeenten, de hoofdpunten uit deze gesprekken worden in 3.2 gepresenteerd. In 3.3 wordt het profiel van de risicoleerling ingekleurd en in 3.4 worden de conclusies uit de kwalitatieve gegevens getrokken.
3.1 Voorbeelden van leerlingen die de overstap niet succesvol gemaakt hebben. 3.1.1 Casus ‘Mehmet’ Mehmet heeft zijn kaderdiploma behaald voor vmbo-instalektro, er is geen geboortedatum bekend. In de loop van de 4e klas heeft Mehmet geconstateerd dat techniek niets voor hem is. Hij meldt zich in maart aan voor de opleiding apothekersassistent. Bij de intake blijkt dat hij een onjuist beroepsen opleidingsbeeld heeft. Hij wordt begin april afgewezen. Hij kiest nu voor een opleiding voor financieel medewerker (13 mei ‘intake lopend’), op 30 juni heeft het intakegesprek plaats, op 4 juli wordt een AMN-test afgenomen. De opleiding financieel administratief medewerker niveau-3 is al voor de zomer vol. Mehmet wordt op een wachtlijst geplaatst. In september blijkt er geen plaats voor hem te zijn. Mehmet slaat hulp van het studieloopbaancentrum af. Mehmet is niet besproken op één van de overstaptafels. Terugkijkend doen zich meerdere problemen voor:
De leerling neemt weinig initiatief en is afwachtend, de ouders grijpen niet in.
De begeleiding vanuit de vo-school bij de keuze voor een niet-verwante vervolgopleiding is niet optimaal geweest. De jongen lijkt niet te weten wat hij wil gaan doen.
De vmbo-school schat het risico niet hoog in, Mehmet is niet besproken op de overstaptafel.
De doorlooptijden zijn erg lang. Het mbo heeft de jongen (en de vo-school) vervolgens ‘aan het lijntje’ gehouden door hem op een wachtlijst te plaatsen zonder te zoeken naar een alternatief.
De vmbo-school schrijft een leerling uit die jonger is dan 18 jaar zonder dat er een inschrijving bij een vervolgopleiding is.
3.1.2 Casus ‘Wilco’ Wilco heeft een basisdiploma behaald in een technische vmbo-opleiding, hij is geboren in juni 1996, en is dus 18 jaar op 1 augustus 2014. Wilco is in maart aangemeld voor de opleiding ‘Monteur werktuigkundige installaties’. Vanaf half maart tot begin juni is zijn status ‘voorlopig geplaatst’. Daarna komt zijn status op ‘intake lopend’. Bij navraag geeft het ROC aan dat de jongen niet verschenen is bij het intakegesprek en daarna is uitgeschreven. vastpakken en niet meer loslaten (concept 12 maart)
12
In september zijn er veel activiteiten, het ROC kan de student op 2 september plaatsen bij een opleidingsbedrijf. Hij meldt zich zo vaak ziek dat de werkgever hem echter begin oktober ontslaat, hij kan daardoor zijn opleiding niet voortzetten. Wilco is vervolgens in een O&S-traject geplaatst met de bedoeling in februari te starten. In januari is hij echter afgewezen voor voertuigentechniek omdat de opleiding vol was. Deze casus laat de complexe werkelijkheid goed zien.
Met veel hulp is de jongen geplaatst, hij is geen VSV-er in 2013-2014 geworden. Door veel verzuim is het niet mogelijk om hem een goede opleiding te bieden, instroom halverwege het jaar blijkt ook niet mogelijk.
Het lijkt erop dat deze jongen geen verantwoordelijkheid voor zichzelf heeft genomen en anderen voor zich heeft laten werken. Uit de beschikbare informatie wordt de rol van het vmbo en van de ouders niet duidelijk. Professionals om Wilco heen werken harder dan Wilco zelf.
Verder laat deze casus een technisch probleem zien dat zich voor heeft gedaan bij ROC Midden Nederland. De gegevensaanlevering aan AiB hapert. Er worden bijna tegelijkertijd twee statussen doorgegeven, de status die het laatst binnenkomt (intake) wordt als ‘beste keus’ verwerkt, de status had echter afgemeld moeten zijn.
3.1.3 Casus ‘Salah’ Salah is gezakt voor het examen vmbo-tl, zij is geboren eind augustus 1997 en dus op 1 augustus 2014 nog geen 18 jaar (maar op 1 oktober wel). Salah wordt op de 3e overstaptafel besproken. Salah is niet geslaagd en ze wil niet terug naar vmbo-tl ze wil wel naar het mbo. Eerst gaat ze echter in het land waar haar ouders geboren zijn op vakantie. Ze is daar niet bereikbaar. Bij terugkomst is er op 9 september een intake bij een niveau-2-opleiding (helpende zorg en welzijn. Over Salah wordt bij de 3e overstaptafel geen interventie afgesproken omdat de status ‘intake lopend’ is. Ze kan echter niet worden geplaatst omdat de opleiding vol is. Doordat de status in AiB niet verandert, valt het niemand op. Pas eind september dringt leerplicht aan op plaatsing, maar ook de entree-opleiding is dan vol. Begin oktober wordt Salah op een traject oriëntatie-enschakelen geplaatst waardoor zij in actief blijft. Opvallend in deze casus
De leerling onttrekt zich aan haar verantwoordelijkheden, ouders corrigeren dit kennelijk niet.
In de casus wordt geen melding gemaakt van besprekingen met de vmbo-school. De optie ‘opnieuw examen doen’ lijkt nergens terug te komen terwijl het een leerling is die met een tldiploma veel meer kansen zou hebben, zij is bovendien nog (net) geen 18 jaar. De keuze voor een niveau-2-opleiding en later een entree-opleiding passen nauwelijks bij iemand die een tl-diploma kan behalen.
Tot slot blijkt de maand september te kort te zijn voor de vele problemen die nog opgepakt moeten worden. Als er even een signaal gemist wordt of als iemand een fout maakt heeft dat al snel grote gevolgen.
3.1.4 Casus ‘Sidney’ Sidney is gezakt voor het examen basisberoepsgerichte leerweg, hij is geboren in februari 1997 en op 1 augustus 2014 dus nog geen 18 jaar. Hij heeft een lichamelijke beperking. Hij wil de opleiding
vastpakken en niet meer loslaten (concept 12 maart)
13
monteur elektrotechnische installaties volgen via een bbl-opleiding en moet daarvoor een arbeidscontract hebben met een leerbedrijf, dat wil niet lukken. Het ROC laat hem van 28 mei tot 28 augustus op ‘intake lopend’ staan en meldt hem daarna af. Het ROC verklaart bij navraag dat zij niet adequaat gehandeld heeft, zij had de jongen eerder duidelijk moeten maken dat hij een andere opleiding zou moeten zoeken. Hij is niet op de overstaptafel besproken. In deze casus is een probleem te zien dat regelmatiger voorkomt.
Het mbo geeft de leerling de status ‘intake lopend’ als hij (zij) niet op de intake komt of als er dingen onduidelijk zijn. Hiermee wordt het signaal afgegeven dat ‘de intake (goed) loopt ’ maar in feite loopt het niet (goed).
De school van herkomst heeft niet gereageerd op een (te) lang lopende status ‘intake lopend’. De school heeft de leerling ook niet aangemeld voor de 3 e overstaptafel.
Verder is hier het probleem zichtbaar van de jongere die een bbl-opleiding wil volgen maar er niet in slaagt een leerwerkplek te vinden.
3.1.5. Casus ‘Hamid’ Hamid heeft een diploma bbl (zorg en welzijn) behaald, hij is in december 1997 geboren en op 1 augustus 2014 nog geen 18 jaar. Hamid wil de opleiding junior kapper volgen. Hij wil al jaren kapper worden, net als zijn oom in Marokko. Hij heeft daarom op het vmbo de afdeling Zorg en Welzijn gekozen. Hij is er erg voor gemotiveerd, de school denkt dat dat een goede keuze voor hem is. De opleiding wijst hem op 9 mei af op basis van het resultaat van de AMN-test en het gesprek. Hamid weet eigenlijk niets over de opleiding en het kappersvak in Nederland. Hem wordt voorgesteld zich beter te oriënteren (‘ga een stage volgen bij een kapper’). Op aandringen van de school volgt enige tijd later een tweede intakegesprek waarbij blijkt dat Hamid niets heeft gedaan om het beroepsbeeld te verduidelijken. Hij wordt afgewezen. Hamid is teleurgesteld en kwaad en werkt niet meer mee. Hamid is aangemeld voor de 1e overstaptafel (maar toen was de vertegenwoordiger van de school verhinderd), hij is besproken op de 2 e en 3e overstaptafel. Deze casus laat zien dat:
De leerling neemt de leerling geen verantwoordelijkheid voor de eigen toekomst.
Er is een gebrekkige communicatie tussen vmbo en mbo. Nergens blijkt dat men samen naar een oplossing zoekt. Heeft het mbo met de suggestie een stage te zoeken een realistisch voorstel gedaan aan deze basis-leerling? Had de vmbo-school Hamid kunnen helpen bij het verhelderen van het opleidings- en beroepsbeeld? De afwijzing na de intake is verklaarbaar vanuit het perspectief van de opleiding, maar helpt noch Hamid, noch het mbo in het algemeen. Wat zou er - terugkijkend - fout kunnen zijn gegaan als Hamid wél was toegelaten? Hij leert in het eerste jaar het beroepsbeeld en sluit de opleiding succesvol af, óf hij moet in de loop of aan het eind van het jaar naar een andere opleiding.
Hamid is geplaatst in orientatie- en schakeltraject. Het is de vraag of Hamid hier meer leert dan wanneer hij in het eerste jaar van de opleiding junior-kapper was toegelaten en daar tot de conclusie gekomen was dat hij niet de juiste opleiding had gekozen.
vastpakken en niet meer loslaten (concept 12 maart)
14
3.2 De interviews 3.2.1. Met wie is gesproken? Er is gesproken met vertegenwoordigers van 4 vmbo-scholen en de Utrechtse school. Hier is telkens gesproken met vergelijkbare functionarissen, een schoolleider (locatiedirecteur of teamleider) en een leerlingbegeleider (decaan, loopbaanadviseur, mentor). Zij schetsen elk een vergelijkbaar beeld van de problemen en de oorzaken, uiteraard ingekleurd door de context van de school. Op het mbo is gesproken met 8 medewerkers met uiteenlopende functies: een docent die de intake verzorgt, drie teamleiders, een hoofd ondersteunende diensten en zijn medewerker en twee beleidsmedewerkers. Door de verschillende posities is hun waarneming verschillend. De antwoorden beslaan daardoor een breder terrein en zijn minder consistent Tot slot is gesproken met drie leerplichtambtenaren, waarvan twee teamleiders. De namen van de gespreksgenoten zijn in hoofdstuk 5 opgenomen. 3.2.2 Welke problemen zien de gesprekspartners? Voordat hierna de problemen breeduit besproken worden, is het goed om te rapporteren dat er veel goed gaat, er stappen ruim 4600 leerlingen over en het gaat slechts bij een klein deel niet goed. De geïnterviewden zien dat en benoemen dat ook vaak. In de gesprekken op de scholen voor voortgezet onderwijs en de Utrechtse School komen vijf groepen oorzaken aan de orde, soms in directe relatie tot de leerlingen uit de onderzoeksgroep, soms in algemene zin. Het gaat om communicatie, procedures bij de intake en procedures in het algemeen en over de risicomijdend gedrag bij mbo-instellingen. Tot slot zijn er problemen geweest bij het plaatsen van leerlingen bij de entree-opleiding. De geïnterviewden op het mbo zien deels vergelijkbare maar zien ook deels andere problemen. Zij gaan in op de ruimte voor ondersteuning, onduidelijke afspraken, de houding van de studenten, professionalisering van de intake en de plaatsing van leerlingen op de entree-opleiding. Tot slot zien de leerplichtambtenaren een belangrijke oorzaak in het laat inschakelen van leerplicht en niet goed opvolgen van de gemaakte afspraken. De genoemde problemen worden hierna beschreven. a. Communicatie De vo-scholen en de leerplichtambtenaren constateren dat er niet voldoende communicatie is tussen mbo en vmbo. De vo-school weet niet of te laat wat er fout loopt bij de aanmelding en intake. Juist bij deze specifieke doelgroep zou de vo-school moeten sturen op activiteiten bij de leerling, maar door gebrek aan informatie gebeurt dat niet (op tijd). De status in AiB is niet altijd betrouwbaar en blijft soms (te) lang staan op ‘intake lopend’, ook als de intake al geweest is.
vastpakken en niet meer loslaten (concept 12 maart)
15
Het onderwijs schakelt (te) laat leerplicht in. Als een leerling niet op de intake verschijnt blijft de status ‘intake lopend’, pas als een leerling een tweede keer niet verschenen is, krijgt de leerling de status ‘afgemeld’. De contactpersonen in het mbo geven aan dat het gezien de grote hoeveelheid intakegesprekken (ROC Midden Nederland heeft 21.000 (!) intakegesprekken gevoerd) niet mogelijk is over elke intake te communiceren met de school van herkomst, mogelijk kan er wel via AiB gecommuniceerd worden. b. Procedures rondom de intake; kenmerken van de doelgroep De procedures rondom de intake zijn - in de ogen van het vmbo - voor deze specifieke doelgroep onvoldoende effectief. Deze jongeren hebben behoefte aan een andere vorm van overstap. Zij zijn niet gewend om te reizen, nieuwe instellingen te bezoeken en ‘het onbekende’ te zoeken, de steun van de ouders (en andere volwassenen) ontbreekt. Zij vinden het moeilijker om te gaan met teleurstellingen. Indien de leerling wordt afgewezen gaat de intaker niet met de leerling (diens ouders en de vo-school) op zoek naar een alternatief. Alle vmbo-scholen noemen in dit verband de AMN-test als een extra drempel. De test wordt door de leerlingen als een toelatingsexamen gezien wordt. Bovendien zien de decanen het als een onderschatting van hun LOB-werkzaamheden. De contactpersonen van het mbo geven aan dat er veel over de AMN-test gecommuniceerd is en dat het formeel geen blokkade kan opleveren. Zij erkennen dat dat in de praktijk wel gebeurt. c. De functie en kwaliteit van de intake; risicomijdend intaken, risicomijdend doorverwijzen In het mbo wordt gesproken over de kwaliteit en functie van de intake. Er worden nu veel intakegesprekken ingepland, door de no-shows gaat veel tijd verloren. De intake wordt doorgaans door docenten van de opleiding uitgevoerd, het lukt hen in de korte tijd niet altijd om door te vragen en de mogelijkheden en behoeften van de jongere te leren kennen. Verder hebben de docenten een direct belang om niet (te) veel risicoleerlingen toe te laten tot de opleiding, om uitval te voorkomen. Het is niet altijd inzichtelijk hoeveel leerlingen zich hebben aangemeld met een complexere ondersteuningsvraag. Geïnterviewden van het mbo geven aan dat de ondersteuningsmogelijkheden op het mbo geringer zijn dan op het vo, dit in combinatie met een voor deze jongeren minder gunstige, grootschalige omgeving van het mbo. De vmbo-scholen ervaren risicomijdend gedrag van de mbo-instellingen. Leerlingen met een complexe onderwijsbehoefte worden niet of mindere makkelijk geplaatst. Een afwijzing voor een opleiding past bij deze leerlingen vaak in hun negatieve zelfbeeld. Het demotiveert hen om verder te zoeken, zeker als de leerling bij meerdere opleidingen wordt afgewezen. Tegelijkertijd zijn er bij de casussen voorbeelden waaruit blijkt dat de vo-school een ‘lastige’ leerling liever niet nog een keer een plaats in het examenjaar aanbiedt maar aangeeft dat ‘hij helemaal klaar is voor het mbo’. Eén van de betrokkenen zegt ‘het mbo ziet de overstap niet als een estafette waarbij het stokje op het juiste moment wordt overgegeven, het is een nieuwe wedstrijd waarbij de lopers zich weer bij de start moeten verzamelen.’ Vanuit het mbo wordt soms in bedekte termen beschreven dat sommige leerlingen worden afgehouden op basis van gedrag. Dit heeft tot gevolg dat het Digitaal Doorstroom Dossier in AiB door het vmbo niet altijd duidelijk wordt ingevuld. vastpakken en niet meer loslaten (concept 12 maart)
16
d. Verantwoordelijkheden, afspraken, procedures De vmbo-scholen geven aan dat de procedures onvoldoende helder zijn. In alle gesprekken wordt de vraag gesteld wie er verantwoordelijk is voor de overstap in bepaalde situaties, bijvoorbeeld als de leerling op intake geweest is en er daarna een lange tijd niet gebeurt. Ook in de gesprekken met vertegenwoordigers van het mbo komt aan de orde dat de afspraken niet helder zijn en dat de geïnterviewde zich afvraagt wie de verantwoordelijkheid heeft als een leerling bijvoorbeeld na de intake niets meer van zich laat horen. Als een leerling op een wachtlijst wordt geplaatst zonder dat de vo-school dat weet, kan er een probleem ontstaan. Dat geldt zeker voor leerlingen die weinig initiatiefrijk zijn en geen steun van thuis hebben. De leerling wacht en komt niet in actie totdat hij/zij te horen krijgt dat hij/zij niet geplaatst kan worden. Het is dan vaak te laat voor een nieuwe succesvolle oriëntatie, keuze en plaatsing bij een opleiding (waar nog ruimte is). e. De plaatsing bij de entree-opleidingen Bij de plaatsing van jongeren in het entree-onderwijs is het afgelopen jaar een aantal dingen fout gegaan. De vmbo-scholen zagen dat een deel van de leerlingen niet geplaatst konden worden, maar konden niet op tijd een passend antwoord geven. Op MBO Utrecht was een volumeafspraak gemaakt om 80 jongeren toe te laten tot een entreeopleiding, die plaatsen liepen snel vol. Ook met jongeren die niet uit het directe voedingsgebied van de school kwamen. Toen daar eind juni gezakte vmbo-ers bij kwamen waren er onvoldoende plaatsen beschikbaar. Pas in september werd de capaciteit bij MBO Utrecht met 20 procent uitgebreid. Daarbij is de zorgbehoefte van een groot deel van de jongeren die zich voor de entree-opleiding aanmelden zo groot dat het de vraag is of zij wel in staat zijn om de opleiding te volgen. Het geïnterviewde geeft aan dat de entree-opleiding geen plusvoorziening is en dat er is geen plusvoorziening verbonden is aan het ROC. f. De visie op de rol van leerplicht Er zijn in de praktijk twee visies op de taak en rol van leerplichtambtenaren. De eerste gaat uit van een ‘beperkte’ taak voor leerplicht, de leerplichtambtenaar komt pas in actie als de vo-school verzuim aangeeft. Dit sluit direct aan bij de wettelijke taak. De tweede visie benadrukt een integrale, preventieve aanpak waarbij een team waarin naast onderwijs ook leerplicht en zo nodig schoolarts, schoolmaatschappelijk werk en andere partijen betrokken worden. Ongeacht de visie op de rol en taak van de leerplichtambtenaar constateren de geïnterviewden dat leerlingen pas laat worden gemeld en dat er slecht wordt teruggekoppeld. g. De overstaptafel Enkele geïnterviewden zijn teleurgesteld in de kracht van de overstaptafel. Eigenlijk zijn alleen de twee grote mbo-instellingen vertegenwoordigd, voor scholen die wat verder weg liggen van de stad Utrecht zijn dat niet altijd de juiste gesprekspartners. Er wordt aan de tafel ook geen besluit genomen, ‘ik had hetzelfde aan de telefoon kunnen regelen’ zegt een van de betrokkenen.
vastpakken en niet meer loslaten (concept 12 maart)
17
Alle partijen geven aan dat de overstaptafel een goed initiatief is maar dat de afspraken niet altijd goed (snel) worden opgevolgd. Er is enige vrijblijvendheid in het nakomen van de afspraken, er is geen controle op de afhandeling. Het lijkt alsof de geïnterviewden zich nu nog onvoldoende eigenaar van de overstaptafel voelen. Er zit potentie in de overstaptafel als deze verder uitgebouwd wordt: meer mbo-instellingen aan tafel, toegang tot administratieve systemen, hardere afspraken.
3.3 Profiel van de risicoleerlingen Op basis van de casussen en de interviews kan aan de algemene definitie van de risicoleerling zoals deze in hoofdstuk 1 is gegeven ‘jongeren die de overstap van het voortgezet (speciaal) onderwijs naar een vervolgopleiding niet maken of kort na aankomst dreigen uit te vallen’ een profiel worden gegeven. In de gesprekken is men eensgezind over de kenmerken van de jongeren die de overstap niet of met veel moeite maken. Het beeld dat de betrokkenen schetsen komt overeen met de gegevens uit de casussen. Alle betrokkenen noemen de (ontbrekende) rol van de ouders kenmerkend. Zij constateren - elk met eigen woorden - dat er geen of onvoldoende steun is van de ouders. ‘De ouders weten niet dat hun kind een opleiding moet kiezen, of wenden dat voor’, ‘de ouders stellen geen eisen en geven geen structuur’, ‘de ouders praten alles goed’, ‘bij een niveau-2-opleiding mag je wel later starten, we kopen geen duur ticket in augustus maar een goedkope voor half september’. Eén van de berokkenen zegt ‘niemand bekommert zich om deze jongeren’. Ook wordt het beeld geschetst dat deze jongeren - als het om schoolwerk gaat - geen doorzetters zijn. Ze kunnen slecht omgaan met tegenslagen en hebben misschien een grote mond maar zijn niet mondig. Zij hebben niet veel succeservaringen opgedaan en zijn vaak angstig in nieuwe situaties. Zij organiseren het schoolse leven niet goed, mail en post komen vaak niet aan, zeker niet in de zomerperiode. Vanuit het mbo wordt dit ook wel gezien als onvolwassen gedrag, de jongeren zijn (te) lang kind gehouden als het gaat om verantwoordelijkheid voor de eigen ontwikkeling. Ofwel, deze jongeren hebben onvoldoende geleerd om verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen ontwikkeling. De jongeren hebben over het algemeen geen reëel zelfbeeld en - met name de jongens overschatten hun kwaliteiten. Er is vaak sprake van een gestapelde problematiek, genoemd worden psychische problemen, sociale en materiële armoede. Eén van de signalen is dat de jongere bovengemiddeld verzuimt, met name op het mbo. Het merendeel van de betrokken jongeren heeft een allochtone achtergrond, maar meerdere gesprekspartners benadrukken dat het niet een typisch probleem is onder allochtonen, het heeft eerder te maken met de sociale omgeving en het opgroeien in een achterstandsituatie.
vastpakken en niet meer loslaten (concept 12 maart)
18
Als het profiel van de risicoleerling gelegd wordt naast de bevindingen uit de dataverzameling dan kan de groep nog wat nauwkeuriger benaderd worden, in de onderzoeksgroep zijn de jongens uit de basisberoepsgerichte leerweg oververtegenwoordigd.4
3.4 Conclusies uit de kwalitatieve gegevens In de gesprekken komt een aantal knelpunten naar voren.
Communicatieve problemen De visie achter de activiteiten en werkwijzen wordt onvoldoende gedeeld, het proces wordt in de eerste plaats instrumenteel gezien; er is te weinig voortgangsrapportage van het mbo aan het vmbo.
Procedurele onduidelijkheden Er zijn vragen over de organisatie van de intake en de verantwoordelijkheid voor de ondersteuning van het proces.
Vragen rondom de intake Er zijn vragen over de effectiviteit van de intake, de deskundigheid van de intaker en de houding achter de intake.
Vragen bij de inzet van leerplicht Handelt leerplicht proactief of reactief?
Vragen bij de overstaptafels Kan de verantwoordelijkheidsverdeling, selectie van leerlingen en de organisatie en controle van afspraken effectiever?
Problemen bij de plaatsing op de entree-opleidingen Hoe kunnen we de fouten van vorig jaar voorkomen? Weet iedereen voor welke doelgroep entree bestemd is?
Tot slot wordt duidelijk dat de risicoleerlingen geen abstract construct is maar een goed identificeerbare leerling is.
4
Terzijde, het beschreven profiel is gebaseerd op de gevoerde gesprekken en de bestudeerde casussen, in hoofdstuk twee is al geconstateerd dat het onderzoeksbestand niet evenwichtig is samengesteld. Het profiel heeft een grootstedelijk karakter. Het is zeker niet uit te sluiten dat voor scholen en gemeenten die verder van de stad Utrecht afliggen er een ander risicoprofiel te schetsen is. vastpakken en niet meer loslaten (concept 12 maart)
19
4. Conclusies, overwegingen en aanbevelingen 4.1 Conclusies Uit het onderzoek blijkt dat de afspraken die gemaakt zijn over de overstap voor het overgrote deel van de jongeren goed werken. Op een aantal punten kunnen er echter nog verbeteringen aangebracht worden. Het gaat dan om het versterken van de overstaptafels, het verduidelijken van en het communiceren over verscheidene procedures. Deze punten worden in 4.4 en 4.5 uitgewerkt. Daarnaast blijkt er een specifieke groep jongeren te zijn bij wie de problemen zich concentreren. Het is een vooraf goed te omschrijven groep. Het zijn jongeren die weinig steun krijgen vanuit de thuissitutatie, bij wie er sprake is van sociale en materiële armoede, en bij wie er soms psychische of psychiatrische problemen zijn. Deze jongeren hebben een onvoldoende realistisch zelfbeeld en verzuimen bovengemiddeld. Het gaat relatief vaak om jongens uit de basisberoepsgerichte leerweg. De vmbo-scholen hebben deze jongeren meestal goed in beeld. Voor deze groep volstaan kleine veranderingen niet. Het probleem uit zich in de overstap, maar de overstap is níet de oorzaak. Het probleem zit in de jongeren en hun omgeving. Deze jongeren zijn geen sterke leerders, ze hebben weinig succeservaringen, het zijn geen doorzetters op school en de arbeidsmarktperspectieven voor hen zijn beperkt. Verbeterde procedures voor de toeleiding tot het mbo zijn slechts een klein deel van de antwoorden op de vragen van deze groep. Voor de risicojongeren zal iets anders moeten gebeuren wil de missie die geformuleerd is in de regionale Schoolwerkt Agenda (regionale VSV-agenda) ‘jongeren begeleiden op hun unieke pad naar kansrijke deelname aan de samenleving’ wordt gerealiseerd. De overlap met de groep ‘kwetsbare jongeren’ dringt zich op. Voor de groep risicojongeren worden aanbevelingen opgenomen om vanuit de leerloopbaan van deze jongeren te werken, het probleem eerder op te pakken en het eigenaarschap van het probleem duidelijker te beleggen (4.2 en 4.3). Tot slot zijn er afgelopen jaar specifieke problemen geweest bij de toelating tot het entreeonderwijs. Hierover worden in 4.6 aanbevelingen gedaan.
4.2 De leerloopbaan centraal, herinrichting van de intakefase Binnen het voortgezet onderwijs is - mede door de invoering van Passend Onderwijs - de leerling in zijn ontwikkeling steeds meer centraal komen te staan. De leerlingkenmerken zijn voor de school een gegeven en de medewerkers proberen zich - zoveel als mogelijk - aan te passen aan de onderwijsbehoefte van de leerling. Het perspectief voor het mbo is dat de student soms al direct of binnen enkele maanden als medewerker in een bedrijf of instelling zal moeten functioneren. Er is minder ruimte om de student met zijn complexere onderwijsbehoefte centraal te stellen, de student zal snel zich moeten aanpassen aan de eisen van de werkplek. vastpakken en niet meer loslaten (concept 12 maart)
20
Bij de gesprekken staan - zowel in het vo als in het mbo - soms organisatiegerichte vragen centraal in plaats van loopbaan-gerichte vragen. Je hoort dan ‘halen we het goede examenrendement?’ en ‘welk risico nemen we met het aannemen van deze jongeren met een specifieke ondersteuningsbehoefte?’ in plaats van loopbaangerichte vragen zoals ‘wat heeft deze jongere nodig om een sterke positie in onze samenleving te verwerven en wat kan onze organisatie daaraan bijdragen?’ Als de leerloopbaan van jongeren centraal staat, dan zullen vmbo en mbo veel met elkaar in dialoog moeten zijn. De ‘leerloopbaan centraal’ is immers nét iets anders dan ‘de leerling centraal’. Het gesprek gaat niet alleen over overstappers maar ook over de onderwijsvisie (kunnen we deze jongeren begeleiden op hun unieke pad naar kansrijke deelname aan de samenleving), de organisatie van het onderwijs (is het bijvoorbeeld zinvol niveau-2 binnen het vmbo aanbieden? Of: kunnen we een route ontwikkelen voor leerlingen die geen diploma kunnen behalen in het vmbo en kansrijk doorgaan naar de entreeopleiding), pedagogiek (hoe kunnen we bijvoorbeeld de kracht van de jongere en van zijn netwerk versterken) en didactiek (hoe leren we bijvoorbeeld de jongeren in een team te werken?). De ruimte om voor de groep risicojongeren iets nieuws te ontwikkelen, kan ontstaan door goed te kijken naar de organisatie van de intakefase. Op dit moment worden op de mbo-instellingen met alle leerlingen die zich aanmelden intakegesprekken gevoerd, een leerling die belangstelling heeft voor meerdere opleidingen krijgt meerdere gesprekken. Soms komen leerlingen niet opdagen bij het geplande gesprek en gaat er tijd verloren. Het is de vraag of deze ‘one size fits all’ intakeprocedure voldoende rendement oplevert.
4.3 Aanbevelingen voor intakefase In de intakefase zou een splitsing gemaakt kunnen worden tussen - enerzijds - de grote groep van jongeren en anderzijds de risicojongeren. Voor de grote groep van jongeren zou de intakefase kunnen bestaan uit een ontvangst met een administratief medewerker, een groepsgewijs georganiseerde welkomstmiddag en de mogelijkheid om individueel een gesprek te voeren over persoonlijke vragen. In principe wordt iedereen toegelaten als de leverende school een positief advies geeft. Bij enkele opleidingen zal een voorbehoud gemaakt moeten worden, bijvoorbeeld door fysieke eisen die aan het beroep gesteld worden of doordat er een beperkt aan plaatsen is. Hierover kunnen de mbo-instellingen met de belangrijkste leverende scholen afspraken maken. Voor de risicojongeren5 zou een andere, intensievere procedure aan te bevelen zijn. De vo-scholen zouden in januari of februari op basis van een aantal indicatoren de jongeren in beeld moeten brengen die in aanmerking komen voor intensieve begeleiding (warme overdracht nieuwe stijl). De lijst kan uiteraard in de loop van het jaar aangepast of aangescherpt worden. Deze jongeren zouden een uitgebreidere intake moeten krijgen, waarin naast het mbo, ook vmbo, leerplicht en ouders hun plek hebben. De intake wordt niet gevoerd vanuit het perspectief van toelating tot een specifieke opleiding, maar in de intakefase wordt breed gekeken welke opleiding in de leerloopbaan van deze jongere zou passen.
5
de omschrijving van de groep risicojongeren kan aangevuld worden met specifieke categorieën zoals de jongeren met een OPP. vastpakken en niet meer loslaten (concept 12 maart)
21
In deze intakeprocedure is er voor elke risicojongere iemand die hem (haar) ‘vastpakt en niet meer loslaat’.
#
Wie
Wat
1
vmbo, swv, mbo,
Ontwerp de overstap vanuit de ononderbroken leerloopbaan van
leerplicht
jongeren.
vmbo, swv, mbo,
Zorg voor een brede dialoog over onderwijs waarin de leerloopbaan van
leerplicht
jongeren, met name van de risicojongeren, centraal staat.
2
Voer deze dialoog op alle niveaus: bestuurlijk, (midden)management en docentniveau 3
vmbo, swv
Definieer de risicoleerlingen, ontwikkel indicatoren die leverende scholen kunnen gebruiken om de risicoleerlingen in januari van de 4 e klas te identificeren.
4
mbo
Kijk kritisch naar de intakeprocedure.
4a
mbo
Ontwikkel een algemene, minder tijdsintensieve, algemene intakeprocedure, efficiënt én warm.
4b
mbo,
Ontwikkel een intakeprocedure gericht op de overstap van
vmbo, swv,
risicoleerlingen;
leerplicht
betrek in deze procedure naast mbo, ook vmbo, leerplicht en geef leerling en zijn ouders een rol; zorg ervoor dat er iemand is die zich ‘eigenaar’ weet van de overstap.
4c
mbo
Organiseer de betrokkenheid van vmbo en ouders bij de intake van risicoleerlingen.
4.4 Aanbevelingen betreffende de overstaptafel Sommige van de leerlingen die niet behoren tot de risicogroep uit de vorige paragrafen, hebben ook extra aandacht in de overstapfase nodig. De overstaptafel is een krachtig middel om deze leerlingen te steunen. Ook hier geldt dat er iemand moet zijn die de leerling ‘oppakt en niet meer loslaat’. #
Wie
Wat
1
swv
Maak duidelijke afspraken over de selectie van leerlingen die op de overstaptafel besproken worden.
2
vmbo, mbo,
Zorg dat bij het gesprek aan de overstaptafels functionarissen van de
leerplicht
diverse organisaties aanwezig zijn die online toegang hebben tot de bestanden van hun organisatie.
3 4
swv, vmbo, mbo,
Nodig bij de overstaptafels ook vertegenwoordigers uit van de mbo-
leerplicht
instellingen die minder grote aantallen studenten uit deze regio krijgen.
swv, vmbo, mbo,
Maak de afspraken die aan de overstaptafel gemaakt worden minder
leerplicht
vrijblijvend, maak afspraken over de controle. Wijs iemand aan die de leerling ‘oppakt en niet meer loslaat’.
5
swv, vmbo, mbo,
Zorg dat de werkwijze én de achterliggende gedachten regelmatig
leerplicht
herbevestigd worden.
vastpakken en niet meer loslaten (concept 12 maart)
22
4.5 Aanbeveling voor het verduidelijken van en het communiceren over procedures Voor veel situaties zijn procedures afgesproken, niet iedereen kent deze en zeker niet de gedachte achter de procedures zoals het zorgen voor een ononderbroken leerloopbaan. #
Wie
Wat
1
swv, vmbo
Betrek alle samenwerkingsverbanden bij het gesprek over de ononderbroken leerweg.
2 3 4 5
swv, vmbo, mbo,
Herbevestig gemaakte afspraken (procedures) en draag de gedachte
leerplicht
achter de afspraken bij diverse gelegenheden en bij diverse groepen uit.
swv, vmbo,
Maak aan ouders/leerlingen duidelijk wat het tijdpad van de overstap is
leerplicht
en wat de verantwoordelijkheid is van de ouders.
mbo
Communiceer over de functie van de AMN-test,
mbo en vmbo
verwerk zo nodig de AMN-test in het LOB-dossier van het vmbo.
mbo
Maak snel aan de leerling duidelijk dat hij (zij) is toegelaten. Voor de vakantie heeft iedereen een plek en zijn de formaliteiten vervuld.
mbo en vmbo
Betrek het vmbo bij het afhandelen van de formele aspecten van de overstap (kopie diploma, tekenen van de OOK), met name voor de risicoleerlingen.
mbo
Plaats geen leerling op een wachtlijst voor een opleiding zonder met de leerling een aanvaardbaar alternatief te hebben afgesproken.
6
swv, vmbo, mbo
Stel met elkaar richtlijnen op voor de gezakte leerling en/of de leerling die ongediplomeerd het vo dreigt te verlaten.
vmbo
Schrijf geen ongediplomeerde leerling (<18jr) uit als deze nog geen vervolgopleiding gevonden heeft.
7
projectteam
Ontwikkel een functie binnen AiB om over leerlingen te communiceren.
8
projectteam
Maak een waarschuwing in AiB als de status ‘intake lopend’ te lang gehandhaafd blijft.
9
roc MN
controleer de aanlevering van gegevens aan AiB zodat er geen dubbele (foutieve) statussen aangeleverd worden.
10
vmbo, leerplicht
Betrek leerplicht eerder en sneller in het proces als de overstap mis lijkt te lopen.
4.6 Aanbevelingen betreffende de toelating tot de entree-opleiding en een plusvoorziening #
Wie
Wat
1
swv, mbo
Maak aan de vo-scholen duidelijk bij welke onderwijsbehoefte het entreeonderwijs een goede bestemming is.
2
3
mbo, vmbo,
Maak afspraken over het aantal plaatsen dat voor schoolverlaters uit RMC-
leerplicht,
regio 19 beschikbaar is, over het verwachte uitstroomprofiel (werk/niv-2)
gemeenten
en over de zorgbreedte van de opleiding.
mbo
Zet een regionale plusvoorziening op voor jongeren op het mbo met een gestapelde problematiek die in potentie een niveau-2-opleiding of hoger aan zouden kunnen.
vastpakken en niet meer loslaten (concept 12 maart)
23
4.7 Aanbevelingen voor vervolgonderzoek #
Wie
Wat
1
mbo, vmbo,
Onderzoek de plaats van de risicojongeren in de aanpak voor kwetsbare
leerplicht,
jongeren.
gemeenten, 2
projectteam
Voer gesprekken met de jongeren uit de casussen om van hen feedback te krijgen op De Overstap.
vastpakken en niet meer loslaten (concept 12 maart)
24
5. Verantwoording Gesprekspartners bij dit onderzoek waren
Elke Sanders, de Utrechtse School
Sensel Lap, de Utrechtse School
Tessa Quakernaat, de Utrechtse School
Jan Mulder, Globe College
Kees-Jan Vreeker, Trajectum College
Karin van Ginneken, Trajectum College
Ed Lucassen, Anna van Rijn College Harmonielaan
Caroline van de Braak, Anna van Rijn College Harmonielaan
Harrie Emmerzeel, samenwerkingsverband Zuidoost Utrecht
Ank Jeurissen, samenwerkingsverband Sterk VO
Lennart Mensing, gemeente Utrecht, afdeling leerplicht
Therèse Keulen, gemeente Zeist, afdeling leerplicht
Anja de Haas, gemeente Nieuwegein, afdeling leerplicht
Monique van Engelen, ROC Midden Nederland
Barrie Hoogsteyns, ROC Midden Nederland
Yolanda van der Hooft, ROC Midden Nederland
Dirk-Jan Scheffer, MBO Utrecht
Koos van Ek, MBO Utrecht
Koos Saarloos, MBO Utrecht
Anita van der Horst-Kieft, MBO Utrecht
Jaco Ermstrang, MBO Utrecht
De leden van het projectteam De Overstap: Jos van Rijthoven, Mariska Rijsdijk (samenwerkingsverband Sterk Vo), Yolanda van der Hooft (roc Midden Nederland) Koos Saarloos (mbo Utrecht), Everlyn van den Brink (samenwerkingsverbanden Utrecht West en Zuid-Utrecht)?), Onno Blok (gemeente Utrecht), Joni Prescher (gemeente Utrecht) en Lois Verburg (samenwerkingsverband Sterk VO). De gesprekken zijn in januari 2015 gevoerd door Margo de Jong en Peter van der Zwaal.
vastpakken en niet meer loslaten (concept 12 maart)
25
Bijlage: doel en werkwijze Overstaptafels bron: SterkVO.nl Introductie Aan het eind van schooljaar 2012-2013 heeft het projectteam De Overstap twee ‘proeftafels’ georganiseerd waarbij het VO, MBO en leerplicht (LP) gezamenlijk om tafel hebben gezeten om te zoeken naar een passende vervolgplek voor leerlingen die zich tegen de zomer nog niet hadden ingeschreven bij een vervolgopleiding. In juni 2013 is gestart met een proeftafel voor ‘moeilijk plaatsbare leerlingen’. Vanwege de positieve reacties van deelnemers op de eerste proeftafel is daarna in juli 2013 nogmaals een proeftafel georganiseerd voor ‘gezakte leerlingen zonder plan B’. Tijdens beide bijeenkomsten hebben de betrokken op casusniveau met elkaar gesproken en mogelijke vervolgtrajecten verkend. Aan de hand van deze gesprekken zijn vervolgafspraken gemaakt en verantwoordelijken hiervoor aangewezen. Doel Het project De Overstap werkt aan de inhoudelijke en procesmatige verbetering van de overstap van leerlingen van het VO naar het MBO. Voor het volgen van het proces wordt al enkele jaren gewerkt met de applicatie Aanmelding in Beeld. Hierin geven VO leerlingen aan bij welke vervolgopleiding zij zich aangemeld hebben. Het MBO geeft eveneens in deze applicatie aan hoe de vordering van de aanmelding van leerlingen verloopt. Door het gebruik van dit systeem wordt duidelijk welke leerlingen zich niet aanmelden of afgewezen worden bij een MBO. Deze leerlingen worden door de decaan ondersteund in het zoeken van een (nieuwe) passende vervolgopleiding. Ieder jaar blijkt dat er in het VO al een aantal leerlingen te identificeren zijn die risico lopen op het niet goed doorlopen van het overstapproces en daardoor misschien niet starten met een nieuwe opleiding in september. Het is voor deze leerlingen van belang dat zij goed begeleid worden in het maken van een keuze voor een vervolgopleiding, om te voorkomen dat zij helemaal niet doorstromen en als voortijdig schoolverlater zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten. Alle betrokkenen bij het overstapproces hebben er baat bij deze leerlingen zo vroeg mogelijk te identificeren en op weg te helpen. Daarom is besloten bij iedere overstap drie bijeenkomsten te organiseren waarbij het VO, MBO en leerplicht gezamenlijk mogelijkheden verkennen voor deze leerlingen, met als doel hen in september te laten starten bij een passende vervolgopleiding. Deze bijeenkomsten zijn een vervolg op de ‘proeftafels’ die in schooljaar 2012-2013 voor het eerst georganiseerd zijn. De proef is positief ervaren, voortaan worden de bijeenkomsten georganiseerd onder de nieuwe naam ‘Overstaptafels’. Werkwijze De Overstaptafels worden op drie verschillende momenten in het overstapproces georganiseerd, afhankelijk van de groep leerlingen die op dat moment extra ondersteuning nodig hebben. Decanen hebben op donderdagmiddag doorgaans tijd beschikbaar voor het decanaat. De overstaptafels vinden daarom plaats op donderdagen van 14.00 tot 17.00 uur. Wanneer blijkt dat slechts een klein aantal leerlingen besproken dient te worden kan een deel van de tijd gebruikt worden. Jaarlijks zullen de drie overstaptafels per subregio (Utrecht Stad en Stichtse Vecht, Utrecht Zuid, regio Utrecht West en Utrecht Zuidoost) georganiseerd worden. De verantwoordelijkheid voor de organisatie ligt bij het VO en wordt opgepakt door het samenwerkingsverband. MBO en leerplicht worden benaderd om collega’s vrij te maken voor aanwezigheid bij de verschillende bijeenkomsten. Er zijn in het project De Overstap gelden beschikbaar voor het inhuren van een externe voor het begeleiden van de organisatie van de bijeenkomsten.
vastpakken en niet meer loslaten (concept 12 maart)
26
In mei bespreekt het VO alle leerlingen die zich dan nog nergens hebben aangemeld voor een vervolgopleiding. Binnen het project De Overstap is afgesproken dat alle leerlingen zich voor 1 april dienen aan te melden bij het MBO. Alle leerlingen die dat in mei nog niet gedaan hebben kunnen besproken worden met collega’s. Dit is een moment op vroegtijdig eventuele tips te krijgen of ondersteuning van leerplicht in te schakelen.
Eind juni/begin juli wordt een volgende bijeenkomst gepland voor gezakte leerlingen (zonder plan b). Uit onderzoek blijkt dat overstappende havisten een groot risico lopen op voortijdige uitval in het MBO. Deze leerlingen hebben zich vaak niet georiënteerd op wat een MBO opleiding inhoudt en moeten op erg korte termijn een keuze maken. Het VO heeft hier de mogelijkheid met MBO en leerplicht te inventariseren welke mogelijkheden bepaalde leerlingen hebben in het MBO.
De laatste overstaptafel staat gepland in (begin) september. Als ondanks alle inspanningen voor de zomer blijkt dat leerlingen uit het VO in september toch niet aangekomen zijn in het MBO moet hier snel gezamenlijke actie op gezet worden om deze leerlingen toch nog te laten starten.
Organisatie De data waarop de overstaptafels gepland staan worden gecommuniceerd naar alle betrokken via de nieuwsbrief van de RMC regio. Het is echter van belang dat alle SWV-en VO daarnaast ook nog direct contact leggen met hun scholen om de data en het doel van de drie bijeenkomsten nogmaals onder de aandacht te brengen. De contactpersonen MBO en leerplicht uit het projectteam De Overstap kunnen benaderd worden voor het regelen van vertegenwoordiging tijdens de bijeenkomst. Maart 2014
vastpakken en niet meer loslaten (concept 12 maart)
27