www.metropolisfilm.com/adoption/
brochure
Vertrouwen in adoptie, hechten en loslaten
Voorwoord In de video 'Zie je mij?' (1994) wordt in beeld gebracht welke problemen zich voor kunnen doen in de hechting bij adoptie. Duidelijk werd, dat het om een breed herkenbaar probleem gaat en dat er een grote behoefte bestaat bij adoptieouders, geadopteerden en hulpverleners aan meer informatie over de achtergronden van hechting en aanwijzingen hoe je adequaat met problemen om kunt gaan. Uit wetenschappelijk onderzoek en uit de praktijk blijkt dat adoptiegezinnen een risicogroep vormen en dat er vaker en langduriger dan gemiddeld een beroep wordt gedaan op hulp. Het was voor mij een uitdaging om mijn ervaringen met adoptiegezinnen, opgedaan als psychotherapeut op een RIAGG- jeugdzorg, voor een grotere groep belanghebbenden in een breder kader te plaatsen en om te zetten in beeld.
De video 'Vertrouwen in adoptie' had niet gemaakt kunnen worden zonder het vertrouwen van betrokkenen. Zij hebben hun vaak zeer persoonlijke verhaal willen vertellen om duidelijk te maken wat zich voor kan doen als een kind met een geschiedenis opgroeit in een nieuw gezin Deze brochure dient als hulpmiddel om de aspecten die in 'Vertrouwen in adoptie' aan de orde komen van een kader en een theoretische achtergrond, te voorzien. Vertrouwen. daar gaat het om: vertrouwen in je kind, vertrouwen in je ouders. Hoe kun je een negatieve spiraal voorkomen of doorbreken als het vertrouwen in elkaar niet op gang komt of stokt. Wat kun je doen als het kind verwarrende signalen uitzendt en de ouders zich machteloos voelen om het kind de veilige relatie te bieden die nodig is om zich te ontwikkelen en op te groeien. Hopelijk biedt deze brochure handvatten voor kinderen, ouders en hulpverleners Truus Bakker - van Zeil
Inleiding Vertrouwen in adoptie... Als adoptieouders een kind met een soms onbekende geschiedenis opnemen in een gezin, dan is het zoeken in het begin. Wie is het kind, wat heeft het nodig? Hoe reageert het op je stem? Hoe reageert het als je het oppakt? Hoe reageert het als je het voedt, knuffelt en troost? Hoe reageert het als je het alleen laat? Hoe reageert het als het gaat slapen? Hoe reageert het als het bekenden of vreemden ziet, enzovoort. Het is een spannend avontuur. Je hebt je verwachtingen, je hoop en je verlangens. Eindelijk leer je dat nieuwe mensje kennen. Hetzelfde gebeurt ook als biologische ouders hun pasgeboren baby zien. Vanaf dat moment ga je een band opbouwen met een tot dan toe voor jou onbekend nieuw mens. In die zorg en verantwoording over je kind wordt je bezorgd, ga je beschermen. ga je elkaar steeds meer leren kennen. Je gaat je vertrouwd voelen bij elkaar. Langzaam maar zeker ontstaat er een band. Een vertrouwensband en voor je het weet ga je van elkaar houden. Dit gaat niet met je hoofd, maar met je hart. Hoe meer openheid en uitwisseling er ontstaat, des te hechter en dieper wordt deze band tussen ouder en kind. In dit proces kunnen haperingen optreden als ofwel het kind, ofwel de ouders vanuit hun eigen geschiedenis te veel beschaamd zijn in hun vertrouwen in de ander en in zichzelf. Daardoor komt het evenwichtig geven en nemen in de relatie
niet op gang. Dit kan komen door ernstige tekorten in aanleg of het verleden, waardoor ofwel het kind geen vertrouwen meer kan geven, ofwel de ouders niet bij machte zijn zich echt op een ander in te stellen en het kind te geven wat het nodig heeft. Deze problemen kunnen zich ook voordoen in adoptie- en pleeggezinnen. Van de ouders is dan vaak meer aandacht en inlevingsvermogen nodig om zich goed af te stemmen op het kind en niet in de war te raken door de soms tegenstrijdige signalen die het kind geeft. Het kind moet weer opnieuw in het nieuwe gezin leren dat het geliefd is en de moeite waard. Dat er naar hem of haar geluisterd en gekeken wordt. Uit onderzoek (Stern, Kobak en Duemmler, 1994) blijkt dat een kind van elke ervaring die het met een ander mens opdoet een beeld, een representatie opbouwt, die het volgende contact zal kleuren. Op grond van al die representaties creëert het kind een eigen intern werkmodel waarmee het volgende interacties aangaat. Zo'n werkmodel wordt steeds weer aangepast op basis van nieuwe ervaringen, Er ontstaat als het ware een flexibel communicatiepatroon, dat steeds verandert. In deze brochure wordt schematisch aangegeven hoe een dergelijk patroon kan worden opgebouwd en welke bouwstenen daarbij van belang zijn. Uitspraken uit de interviews met adoptieouders en kinderen verhelderen de theorie.
BOUWSTEEN 1
Basisveiligheid of angst Als een volwassene de zorg en de verantwoording op zich neemt voor een jong kind, wordt hiermee de basis gelegd voor een relatie. Dat is het fundament waarop een band, een vertrouwensrelatie, kan worden opgebouwd. De ouder geeft het kind een veilige plek, waar het mag zijn en mag groeien. Deze eerste bouwsteen vormt de basis van het voelen. De kwaliteit zal van een aantal factoren afhankelijk zijn, zoals: de mate van veiligheid en bescherming, acceptatie, vervulling van basale levensbehoeften, vanzelfsprekendheid, rust, aandacht, beschikbaarheid, continuïteit empathie en bemoedering. Als deze factoren gunstig genoeg zijn, dan zal het kind vertrouwen krijgen, zich veilig en ontspannen kunnen voelen en zich kunnen openen naar een liefdevolle verzorger of ouder. Het kind krijgt een bodem voor zijn bestaan. Naarmate dit vertrouwen ernstiger is geschaad, zal er des te meer aandacht, zorg en creativiteit nodig zijn om dit basisvertrouwen weer op te bouwen. Een fundament dat onstabiel blijft heeft gevolgen voor het hele gebouw.
• de allerkleinste baby, uitgedroogd, drijfnat en heel ziek • geen slaapritme in te krijgen, bang in het donker, lampjes hielpen ook niet • ze werd heel vaak wakker, beetje huilend in haar slaap • angstig. bezweet en gesloten • ze kwam alleen overeind op ons initiatief, niet uit zichzelf • hij straalde volstrekte eenzaamheid uit, bedrukte stemming, stilletjes in een hoekje, hij durfde ons nauwelijks aan te kijken • niemand had hem gezien zoals hij was • er was niemand geweest, die gezegd heeft: jij bent zo belangrijk voor mij, dat ik je nooit in de steek laat, nooit • druk, wild en beweeglijk • niets is vanzelfsprekend bij adoptie, niet aan de procedure en ook niet aan wat daarna komt • je denkt dan ga ik eens even fijn de babytijd inhalen, vertroetelen, insmeren, tuttelen, maar ik vergat dat het een kindje van 15 maanden was, dat zich ook wil ontwikkelen en dat maakte me onzeker, wat kan ik verwachten, wat is gewoon
• ze was het zonnetje in huis, heel vrolijk, altijd praten en lachen • hij is spontaan en laat altijd alles luid en duidelijk weten • en ineens heb je zo’n klein meisje, dat is heel emotioneel • wat ben je lief, wat ben je klein, je bent de mooiste • in het begin is het zoeken, wat is haar ritme • een dekentje op de grond, een afbakening, dat vond ze fijn • als ik door het huis liep nam ik haar overal mee op mijn heup, dat vond ze prettig, zo ging ze zich steeds meer op haar gemak voelen en werd het ook haar huis • hij is eilandjes aan het opbouwen, en wij zijn nu de grote veilige eilanden in dat moeras
BOUWSTEEN 2
Toevertrouwen of wantrouwen Kinderen hebben een aangeboren behoefte aan contact. Vanuit de ervaringen in de verzorging en omgang, bouwt het kind een bepaald beeld, een representatie, op over hoe het is om bij die grote mensen te zijn. Het bouwt een bepaald verwachtingspatroon op over hoe de volgende interacties zullen verlopen. Het kind gaat dan anticiperen op het gedrag van de verzorger of opvoeder. Het ontwikkelt een intern werkmodel. De kwaliteit van deze bouwsteen wordt vooral bepaald door de juiste afstemming op de eigen aard en signalen van het kind, de wijze van troost en zorg, aandacht en spiegeling, betrouwbaarheid en voorspelbaarheid, de wijze waarop het kind ontvangen en bevestigd wordt. Het nonverbale contact zoals huid en stem, en de belevingen van de gezamenlijke ervaringen. Door wat het kind hierin geeft, kunnen de ouders ook groeien in het ouderschap en bouwen ze ook een bepaald beeld op en ontstaat er een onderlinge band, waarin wederzijds vertrouwen kan ontstaan. Zijn er teveel tekorten of trauma's in deze bemoedering geweest, dan kan er wantrouwen in plaats van vertrouwen ontstaan en wordt het gevoel van verbondenheid bedreigd. Hechtingssignalen verdwijnen of worden onduidelijk. Dit kan zich o.a. uiten in geslotenheid, afwijzing, of juist in klampgedrag. Het vraagt dan veel inzet, liefde, geduid en zorg van de ouders om deze bouwsteen weer op te vijzelen en langzaam het vertrouwen weer terug te winnen.
• ze draaide haar hoofd weg, dan wilde ze ook niet dat je naar haar keek • ze vond het vervelend om aangeraakt te worden • ze was gehoorzaam, dat klopt niet voor een meisje van 15 maanden • hij liet ons eigenlijk links liggen • hij was ook heel verdrietig 's avonds, hij miste zijn verzorgster, voor hem was zijn hele vertrouwde wereld weg, het was heel aangrijpend, hij was 's avonds helemaal van slag • Dat afwijzen maakte me een beetje bang • je voelt je als adoptieouder bekeken: doen ze het wel goed, zijn ze niet te bezorgd • alle nare ervaringen die je hebt gelezen. komen dan als een spookbeeld omhoog
• als ik alleen slaap moet er wel altijd een lichtje aan • ik zong heel veel liedjes op een eenvoudige toon, dat boeide haar, ze duwde mijn hoofd steeds minder weg • op een gegeven moment ging ze me een beetje uitdagen, met haar voetjes naar me toe, ik ging daar op in, beetje kietelen, dan begon ze te schateren • ze neemt nu zelf meer initiatief, ze pakt je hand om over haar haartjes te aaien • ze gaat nu wel met haar vinger in je oor, in je neus en in je mond, ze wil wel je gezicht inprenten • je begrijpt eigenlijk heel snel wat ze bedoelt, ze kan heel goed wijzen of je hand pakken en ergens naar toe brengen, en als ik zeg bedoel je dit of dat, dan gaat ze lachen en dan weet ik dat het goed zit • toen heb ik toch steun gezocht: via de WAN kwamen we bij de VIB terecht • het contact verloopt nu ook op andere manieren, boekjes lezen, liedjes zingen, bij je zitten en over haar beentje wrijven, dat vindt ze leuk, je moet het niet forceren • als ze huilt bij het verschonen, dan zeg ik: dat vind je niet zo leuk hè, nog één keer en dan is het klaar; en dat gelooft ze nu ook en dat geeft haar weer vertrouwen
• als ik door het huis liep nam ik haar overal mee op mijn heup, dat vond ze prettig, zo ging ze zich steeds meer op haar gemak voelen en werd het ook haar huis • toen omarmde hij me voluit, nu moet het maar gebeuren • hij wilde lichamelijke nabijheid, eeuwig op en onder en in ons zitten, kruipen, liggen, heel veel op schoot, ook na een ruzie dan zoekt hij gelukkig toch altijd weer die lichamelijke nabijheid • wat zo leuk is om met hem op stap te gaan, hij vindt alles schitterend, hij zuigt alles in zich op en stelt van die grappige vragen, dat is ontzettend leuk, dat ik daar rondloop met een gevoel: hier loop ik met mijn zoon • ze had geen voorbeeld gehad van genegenheid, daarom lieten we ook aan haar zien, dat we lief tegen elkaar deden, zodat ze zag dat je ook zo met elkaar om kon gaan, en ja op een gegeven moment ging ze dat ook overnemen • we zijn gestapt op de lege plek, die anderen hebben achtergelaten en wij moeten hem helpen daar mee te leren leven
BOUWSTEEN 3
Zelfvertrouwen of onzekerheid Kinderen hebben een aangeboren nieuwsgierigheid naar nieuwe ervaringen en een behoefte om de wereld om zich heen te beïnvloeden. Naarmate het kind meer vertrouwen heeft gekregen zal het vrijer en met meer betrokkenheid de wereld onderzoeken. Op deze ontdekkingsreis zal het kind de eigen mogelijkheden en beperkingen leren kennen. Dit zal gebeuren met vallen en opstaan.
ouders de opgave om deze boodschappen te 'decoderen': welk verhaal vertelt dit kind in dit vaak onbegrijpelijke gedrag. Onder dit gedrag zitten vaak gevoelens van boosheid en verdriet om het gevoel dat er geen vanzelfsprekende, veilige haven is op de achtergrond. Van de ouders wordt veel zelfkennis, frustratietolerantie, relativeringsvermogen en ook humor gevraagd om niet in een negatieve spiraal terecht te komen
De kwaliteit van deze bouwsteen wordt vooral bepaald door aandacht, meeleven, begrip, verwoording van gevoelens, steun, stimulans en door de veilige ruimte die geboden wordt door de ouders. Hier leert het kind enerzijds te genieten van zijn eigen kracht en mogelijkheden, anderzijds kan het om leren gaan met frustraties en tegenvallers. Zijn er al veel haperingen opgetreden, dan heeft het kind moeite om de ervaring van een vertrouwde volwassene mee te nemen op zijn ontdekkingstocht en zal het ofwel geen steun en troost meer zoeken, ofwel het gaat zich zo vastklampen aan de ouder dat het niet tot onderzoeken komt. Er ontstaat geen vanzelfsprekende uitwisseling van gevoelens, waardoor enerzijds de innerlijke spanningen op gaan lopen en anderzijds het kind zijn energie niet leert richten. Zo wordt zijn ontwikkeling belemmerd. Het kind gaat als het ware 'verhulde' boodschappen uitzenden. Aan de
• als ik van iemand hou, dan klamp ik me als het ware vast als een of andere teek, en dan is het heel moeilijk voor mij om dan weer los te laten, ik doe de gekste dingen om die persoon niet meer kwijt te raken • want als ik nu geen lief kindje ben, moet ik weer weg • ik vind het heel moeilijk als een relatie zich verdiept om dan gewoon door te gaan, ik wil dan stoppen omdat ik bang ben, dat die ander ooit nog een keer weggaat • op dit moment loopt hij steeds achter me aan: zal ik je helpen mam, zal ik even de was in de wasmachine doen dat kan ik heel goed hoor en dat gaat dan de hele dag door, alsof hij steeds maar bevestiging zoekt • hij heeft de neiging om veel complimenten uit te delen • hij heeft in twee tellen ruzie, hij voelt zich door alles en iedereen bedreigd, • wie niet voor me is, is tegen me
• toen er een logeetje kwam in de vakantie, stortte zijn wereld in, als ik aardig deed tegen dat jongetje, dan zou hij zijn plek kwijt raken • iedereen is altijd maar tegen mij en ik krijg altijd de schuld van alles • het is een koude wind, die in zijn gezicht blaast en die hem altijd treft • als je de eerste drie jaar zo aan je lot bent overgelaten, niemand die alleen maar van jou houdt om jou, ja zo'n groep kinderen, waar je mee omgaat. die in principe allemaal je concurrenten zijn in de aandacht van zo'n groepsleiding. Als je niet goed oplet word je vergeten, wie let er op jou, niemand • zodra hij het gevoel heeft dat er iemand tegenover hem staat, dan wordt zijn bodem drijfzand, dan gaat hij zinken • een correctie, een grens beleeft hij als een soort krenking • elke overgang haakt weer aan op dat oneindige verdriet van hem
• ik kan ook beter aangeven wat er in me omgaat • dat je je gewoon mag laten zien, dat je niet meer de schijn op hoeft te houden • boosheid en agressie, dat kan ik niet uiten • je moet gewoon hulp zoeken als je er niet meer uit komt • zodra er iemand naast hem staat dan is het goed, dan staat hij stevig en kan hij luisteren • de manier waarop hij geniet van judo, een gevoel ik kan wat, hij mag daar andere kinderen goed vasthouden, dat is ideaal, hij legt ze neer in één beweging, het is een sterk, krachtig kind • we hebben hulp gezocht en geprobeerd hem zo veel mogelijk te volgen en zijn gevoelens te benoemen, eerst de gewone gevoelens en later ook na een ruzie en een conflict en dat heeft hem en ons geholpen • als een kind zo ontredderd is in zijn boosheid, dan laat de hechting los en wat ik dan altijd als eerste doe, is de hechting weer te herstellen • nu wil ze steeds meer aan me laten zien en wil ze haar ervaringen delen • door die video-opnamen zag ik steeds meer, dat ze wel naar me toekomt en me wel even aanraakt en dat geeft me weer vertrouwen, het helpt me om steeds beter op haar af te stemmen
BOUWSTEEN 4
Loslaten of verliezen Als een kind heeft kunnen groeien in een veilige relatie, dan zal het zich sterk genoeg gaan voelen om op eigen benen te staan. Deze losmaking biedt de vreugde van de vrijheid, maar ook de pijn van het gemis van de vertrouwensfiguur. Het kind gaat leren rekening te houden met de mogelijkheden en de beperkingen van de ander en de buitenwereld. De ouder gaat meer rekening houden met zichzelf en gaat meer eigen grenzen aangeven. De taal speelt hierin een belangrijke rol. Er komt uitwisseling van opvattingen en ideeën en verschillen mogen er zijn. De ontwikkeling van de eigen identiteit wordt bevorderd en er wordt door anderen nu ook ook een appèl gedaan op het inlevingsvermogen van het kind of de jongere zelf. Tekorten in de eerste drie bouwstenen belïnvloeden de kwaliteit van deze vierde steen, Als je je alleen, eenzaam voelt, als het moeilijk is om nieuwe relaties aan te gaan, als je bodem drijfzand wordt, dan wordt loslaten ingewikkeld. Ook de ouders worden in deze periode teruggeworpen op zichzelf. Ze worden getest en getoetst op hun echtheid en eigenheid door hun kinderen en zij zullen uitgedaagd worden om ook de eigen 'bouwstenen' kritisch onder ogen te zien. Inzicht in dit ingewikkelde proces en steun van anderen kan ouders helpen om zowel zichzelf als het kind serieus te nemen, grenzen te stellen zonder te krenken of af te wijzen, los te laten zonder in de steek te laten.
• ik had moeite met regels en dan werd ik zo kwaad, dat ik de ergste dingen zei; dan werd het echt strijd en schelden en negeren, dat was het ergste • ik wilde ook helemaal geen contact met ze. ik had zo iets van: rot maar op maar eigenlijk was ik ook heel bang • als ze nee zeiden dacht ik altijd, dat ze dat deden om mij te pesten • jullie hebben niets over mij te zeggen, ik stel mijn eigen regels wel • ik ging steeds meer drugs gebruiken om maar niets te hoeven voelen, negen maanden lang, tot die ene fatale joint • toen ik mijn moeder belde, was ze heel boos en zei ze: dit zijn je eigen consequenties": toen ben ik gestopt met alles! • op een gegeven moment had ik het gevoel dat we er totaal alleen voor stonden, dat ik psycholoog en psychiater moest zijn, maar ik wilde het liefst alleen maar moeder zijn, maar dat lukte niet meer • je hebt alle liefde, aandacht en zorg in je kinderen gestoken en dan denk je, is dat allemaal voor niets? Hoe kan dat nou, ik kon het niet begrijpen • ik had een soort droom van haar gemaakt, ik was verblind, ik zag niet dat ze niet aardig was • ik werd depressief maar deed alsof er niets aan de hand was, maakte grapjes • elke inperking was er één te veel, alles is afdeling ramp: het is alles of niets: je houdt niet van me, anders zou je niet van die stomme regels stellen • hij kan nog niet afstemmen op andere kinderen en dan loopt het mis
• een hulpverlener die met je mee puzzelt, die nergens van schrikt, maar samen met jou zoekt naar de betekenis van het gedrag, dan word je geholpen om in zo’n moeilijke periode van je kind te blijven houden • als er iets mis gegaan is, neem ik hem even bij de hand, laat hem even in de gang, met de deur open en na een paar minuten komt hij weer binnen; ik ga niet meer eindeloos met hem in discussie, want dan wordt het een enorme scene. Dit werkt veel beter, hij voelt zich niet afgewezen en kan er later rustig over praten. • ik ben wakker geschud door dat bezoek bij mijn zus, dat ik het minder bij anderen moet zoeken, maar bij mezelf • gezinsgesprekken hebben veel geholpen: ik pas me minder aan, mijn ouders begrepen beter dat ik altijd bezig was om een goed plaatje te verkopen • ik had het gevoel dat ze me niet volwassen wilde laten worden in die tijd • en toen ik stopte met die pillen kwamen al die oude angsten weer terug, tien keer harder en toen ben ik in therapie gegaan • ik zat er wel mee toen ik erover na ging denken, hoe had ik dat in godsnaam allemaal kunnen zeggen
• onbewust dacht ik misschien: ze zullen me toch wel wegdoen, dus ik dacht: ik ga zelf maar weg • ze bleven gewoon vechten: we willen onze dochter niet kwijt en toen kreeg ik toch weer hoop, wel ingewikkeld • ik vind het nu gewoon prettig om alleen te zijn, gewoon lekker muziekje, eigen dingen doen, dat kon ik vroeger nooit, ik kan nu ook alleen slapen • naast al zijn eilanden van veilige punten om hem heen is hij nu voorzichtig ook zijn eigen eiland aan het vormen, door alles heen, helemaal van hem zelf, waarop hij zich veilig weet, hij zegt bijvoorbeeld: ik heb twee vaderlanden, ik ben geboren in Hongarije en ik woon in Nederland, het is nog pril, het moet nog groeien
BOUWSTEEN 5
Creativiteit of machteloosheid Heeft de jongere genoeg vertrouwen ontwikkeld in zichzelf en in anderen, dan zal het behoefte krijgen een eigen leven op te bouwen, waarin zowel ruimte voor zichzelf als voor anderen kan zijn. Elk mens zal dat op zijn eigen unieke manier doen. Het werkt stimulerend als ouders zelf ook een eigen leven hebben. Juist als het hechten en loslaten moeizaam verloopt, dan is het van belang dat ook ouders overeind blijven en goed genoeg voor zichzelf blijven zorgen.
• ik ben blij, dat we niet opgegeven hebben, ik heb veel geleerd over mezelf en over haar en ik heb weer vertrouwen in de toekomst • ik heb geleerd, dat ik me ook zonder mijn ouders kan redden • ik wil nu echt wel weten hoe mijn biologische moeder er uit ziet, ik wil alles weten • dus nu ben ik opeens echt waar alleen, op zich een onwijze uitdaging, het lijkt me leuk, maar het zal wel even wennen worden • gewoon mijn eigen ik komt weer terug • gewoon mijn eigen weg: school, stage, sparen, mooie dingen kopen, huisje boompje beestje, man, kindjes, gewoon een beetje rooskleurig, zoals iedereen zijn pad wel zou willen • dromen kunnen je wel helpen, maar je moet je er niet aan vastklampen • diep van binnen weet ik wel waar mijn eigen weg naar zal leiden, ook al ben ik nog een beetje bang om het echt te doen • een volwassen persoon: ik ben niet meer zo afhankelijk van de goedkeuring en liefde van anderen maar kan het soms ook zelf in mezelf vinden
Over Video Interactie Begeleiding (VIB) Wat is Video Interactie Begeleiding? Video-opnamen van gewone dagelijkse situaties in het adoptiegezin, kunnen helpen om meer inzicht te krijgen in hoe de interactie tussen ouder en kind verloopt: • welke signalen geeft je kind • hoe kun je als ouders deze signalen herkennen en ontvangen • hoe laat je weten dat je je kind begrijpt • hoe reageer je Door samen met de ouders naar de videoopnamen te kijken, kunnen zij gesteund worden om zo een veilige band met hun kind te ontwikkelen. Gelien Rooze: staffunctionaris adoptie/VIB Stichting Jeugdzorg Noord Brabant, over Video Interactie Begeleiding: Als een kind al veel scheidingen achter de rug heeft, dan sluit het zich vaak af in nieuwe contacten. Dat is nou net iets wat adoptieouders vaak niet verwachten. Zij verlangen juist naar zo'n kind, zijn open en benieuwd, willen het kindje naar zich toehalen, knuffelen en veel liefde geven. Het gevaar is dat ieder op zijn eigen spoor blijft zitten. Als je hier niet attent op bent, kan er in het begin een patroon van wederzijdse teleurstelling ontstaan, dat zich gaat herhalen. Je zou er zo vroeg mogelijk bij moeten zijn om de verwachtingen op elkaar te helpen afstemmen. Videoopnamen kunnen helpen om die patronen te ontdekken. Je kunt even uit de emoties
stappen en met de ouders kijken hoe de interacties verlopen. Wat gebeurt er precies, wat ging er aan vooraf en wat volgt er op? Je kunt beter zien wat het kind nodig heeft en waar het goed op reageert. Je leert beter af te stemmmen op de eigen aard van het kind. Zo verbetert het contact met het kind. Vanuit het kind zou je kunnen zeggen: "ik kom in een nieuwe wereld; allemaal nieuwe geuren, kleuren en stemmen; al het vertrouwde is weg. Ik moet me op vreemde mensen afstemmen in een vreemde omgeving. En ik vraag jullie: kunnen jullie met me mee kijken naar mijn wereld, kunnen jullie ontvangen wat mijn wereld is, kunnen jullie op mij af stemmen? Dan voel ik me begrepen en ondersteund en kan ik me vertrouwd gaan voelen in jullie wereld'. Als je als kind merkt dat je ouders daar gevoelig voor zijn, jouw signalen ontvangen, dat ze reageren, dan kan je je daar heel veilig en vertrouwd bij voelen. Dat nodigt weer uit tot meer en dan ontstaan er openingen waarin een kind kan groeien in een vreemde wereld. Zo ontstaat er door die wederkerigheid een vertrouwensband, een veilige hechting.
Elk kind bouwt in relatie tot belangrijke anderen een bepaald communicatiepatroon op, waarmee het zichzelf, anderen en de wereld tegemoet zal treden. In elke nieuwe ontmoeting zal de wijze waarop het kind vroegere ontmoetingen beleefd heeft, doorspelen in hoe die ontmoeting zal verlopen, hoe het zichzelf daarbij voelt en wat het ervan vindt. Ook ouders of verzorgers, zullen vanuit hun eigen unieke communicatiepatroon reageren op het kind in de verschillende ontwikkelingsfasen. In het schema wordt dit aangegeven.
kind
ouder
creativiteit of machteloosheid
wel of geen vertrouwen
onafhankelijk of eenzaam
wel of geen duidelijkheid
zelfvertrouwen of onzekerheid
wel of geen steun
toevertrouwen of wantrouwen
wel of geen bemoedering
basisveiligheid of angst
wel of geen verantwoording
• Bij de eerste bouwsteen van het kind zal de kwaliteit van zorg en verantwoording voor een groot deel bepaald worden door de kwaliteit van de vijfde bouwsteen van de ouder: ben je in staat situaties aan te voelen, in te schatten en op de juiste manier te handelen. • Bij de tweede bouwsteen van het kind zal de kwaliteit van de bemoedering afhankelijk zijn van de vierde bouwsteen van de ouder, zoals: ben je onafhankelijk genoeg en in staat om iets van jezelf te geven, zowel materieel, affectief als cognitief. • Bij de derde bouwsteen van het kind zal de kwaliteit van de steun en stimulering afhankelijk zijn van de derde bouwsteen van de ouder: heb je vertrouwen in wat je voelt en in wat je kan zal je helpen om in deze fase vreugde en verdriet te delen zonder alles op te lossen. • Bij de vierde bouwsteen van het kind of jongere zal de tweede bouwsteen van de ouder van invloed zijn op de kwaliteit van het geven van duidelijkheid: voel je je voldoende begrepen en gerespecteerd in eigen gevoelens om heldere ik-boodschappen te kunnen geven zonder af te wijzen als je kind de grenzen uitprobeert en zich los maakt. • Bij de vijfde bouwsteen van de jongere wordt de kwaliteti van de eerste bouwsteen van de ouder aangesproken: heb je voldoende vertrouwen in jezelf en in je kind om echt los te laten.
Vertrouwen In adoptie is een Metropolisfilm productie in opdracht van Truus Bakker - van Zeil en is tot stand gekomen met bijdragen van: • het Ministerie van Justitie • de Stichting Kind en Toekomst • RIAGG Zuid-Holland Noord Informatie over hulpverlening op het gebied van adoptie: Stichting Werkverband Adoptie Nazorg Oudegracht 161 (ingang Hekelsteeg) 3511 AL Utrecht Telefonisch te bereiken op maandag t/m donderdag van 9.30 - 12,30 uur op telefoonnummer: (030) 232 18 28 Naast Vertrouwen In adoptie is door Metropolisfilm tevens de video 'Zie je mij?', hechting in adoptiegezinnen, geproduceerd.