Blessures door snowboarden Blessurecijfers
Samenvatting Op basis van het enquêteonderzoek Ongevallen en Bewegen (OBiN) wordt geschat dat er in totaal (bij inwoners van Nederland) jaarlijks 29.000 snowboardblessures ontstaan. Daarnaast weten we dat er in 2010 in Nederland 1.300 SEH-behandelingen plaatsvonden in verband met blessures opgelopen tijdens snowboarden. In enkele tientallen gevallen werd het slachtoffer na behandeling op de SEHafdeling vervolgens opgenomen in het ziekenhuis. Uit de Krantenknipselregistratie weten we dat er zich in het buitenland af en toe een dodelijke snowboardongeval voordoet waarbij het slachtoffer een Nederlander is. Een betrouwbare schatting van
het jaarlijks aantal dodelijke ongevallen is niet mogelijk. Opvallend is de enorme stijging van het aantal SEHbehandelingen in Nederland sinds begin jaren negentig. Dit is waarschijnlijk het gevolg van de toegenomen populariteit van snowboarden. Het aantal blessures lijkt vanaf 2007 te dalen. De slachtoffers zijn vaker mannen dan vrouwen en de geblesseerde snowboarders zijn relatief jong. In Nederland worden vooral blessures aan de bovenste extremiteiten behandeld. Buitenlandse onderzoeken laten zien dat blessures aan hoofd en romp/wervelkolom bij snowboarders ook regelmatig voorkomen.
Blessures opgelopen tijdens snowboarden Aantal blessures Totaal aantal blessures
29.000
Spoedeisende Hulpbehandelingen
1.300
Ziekenhuisopnamen na SEH-behandeling
Tiental
Bron: Letsel Informatie Systeem 2006-2010, VeiligheidNL; Krantenknipselregistratie 1986-2010, Veiligheid NL; Ongevallen en Bewegen in Nederland 2006-2011, VeiligheidNL; Letsellastmodel 2011, VeiligheidNL i.s.m. Erasmus Medisch Centrum; Ashby, K., Cassell, E. Injury in Snow and ice sports. Hazard (spring 2007); NOC*NSF (2011), Ledental NOC*NSF over 2010. Arnhem: NOC*NSF.; Wasden, C.C., Mcintosh, S.E., Keith, D.S., McCowan, C. An analysis of skiing and snowboarding injuries on Utah slopes. Journal of trauma 67(2009)5(November) p.1022-1026; Greve M.W., Young D.J., Goss A.L., Degutis L.C. Skiing and snowboarding head injuries in 2 areas of the United States. Wilderness Environ Med. 2009 Fall;20(3):234-8; Fukuda, O., Takaba, M., Saito, T., and Endo, S. Head Injuries in Snowboarders Compared with Head Injuries in Skiers. Am J Sports Med 2001 29: 437; Sachtleben, T.R., Snowboarding Injuries. Competitive Sports and Pain Management, 10(6):340-4.
1 Behandelingen op de Spoedeisende Hulp-afdeling (SEH) Het aantal SEH-behandelingen in Nederland van snowboarders is explosief gestegen sinds begin jaren negentig (figuur 1). Dit is waarschijnlijk het gevolg van de toegenomen populariteit van snowboarden. De laatste jaren lijkt het aantal SEH-behandelingen iets te dalen. De toekomst zal moeten uitwijzen of de daling doorzet, er een stabilisatie optreedt of dat het aantal SEH-behandelingen toch weer zal stijgen.
In de periode 2006-2010 vonden jaarlijks gemiddeld 1.500 SEH-behandelingen plaats in een ziekenhuis in Nederland na een blessure door snowboarden. In 2010 bedroeg het aantal SEH-behandelingen 1.300. De snowboarders die in Nederland in verband met een blessure op een SEH-afdeling komen, kunnen snowboarders zijn die de blessure hebben opgelopen op de skipiste in het buitenland, maar daarmee later (in Nederland) naar de SEH-afdeling komen. Het zullen echter vooral blessures zijn die in Nederland op de kunstskibaan zijn opgelopen. Blessures die alleen in het buitenland in het ziekenhuis behandeld worden, ontbreken in LIS.
Blessures door snowboarden. Blessurecijfers – VeiligheidNL - oktober 2012
Figuur 1
Blessures door snowboarden: trend in het aantal SEH-behandelingen
2.000 1.500 1.000 500
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
0
Bron: Letsel Informatie Systeem 1990-2010, VeiligheidNL
Wie lopen een blessure op? Mannen zijn in de meerderheid (61%) bij de SEHbehandelingen in verband met een blessure door snowboarden (figuur 2, figuur 3, bijlage tabel 1). Ruim de helft van de slachtoffers (54%) is in de leeftijd van 10 tot en met 19 jaar. De oververtegenwoordiging van mannen is het grootst in de leeftijdsgroep 10-14 jaar.
grootste was maar vanaf 2003 zijn dat de snowboarders van 10 tot en met 19 jaar. Mannen waren altijd in de meerderheid. Het aandeel vrouwen is wel iets toegenomen in de loop der jaren. Mogelijk is in loop van de tijd het aandeel jonge snowboarders toegenomen en zijn meer meisjes gaan snowboarden. De beschikbare gegevens over sportdeelname (OBiN) zijn niet geschikt om dit nader te analyseren.
Kijken we naar verloop in de tijd (figuur 3), dan valt op dat aanvankelijk de leeftijdsgroep 20-29 jaar het Figuur 2
Blessures door snowboarden: aantal SEH-behandelingen in 2010 naar leeftijd en geslacht 250 Man
Vrouw
200 150 100 50 0 0-9 jaar
10-14 jaar
15-19 jaar
20-24 jaar
25-29 jaar
30-34 jaar35 jaar en ouder
Bron: Letsel Informatie Systeem 2010, VeiligheidNL
Blessures door snowboarden. Blessurecijfers – VeiligheidNL - oktober 2012
Figuur 3
Blessures door snowboarden: aantal SEH-behandelingen naar leeftijd, geslacht en jaar
100% 80% 54% 60%
0-9 jaar 10-19 jaar 20-29 jaar
40% 31%
20%
30-39 jaar 40 jaar en ouder
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
0%
100% 80% 61%
60%
Man Vrouw
40% 20%
39% 2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
0%
Bron: Letsel Informatie Systeem 1995-2010, VeiligheidNL
Hoe ontstaan de blessures? In bijna alle gevallen is de blessure ontstaan door een val (97%). Alleen de oudste groep (40 jaar en ouder) lijkt af te wijken met ‘slechts 71 procent ‘valongevallen’ (bijlage tabel 2). Echter het aantal SEHbehandelingen in deze leeftijdsgroep is relatief klein dus dit resultaat moet met enige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden. LIS bevat vrijwel geen informatie over de wijze waarop de snowboarder gevallen is. Bij het ontstaan van de overige blessures was er soms sprake van een botsing maar meestal is het ongevalsscenario onbekend. Uit het Continu LIS Vervolgonderzoek kunnen we enkele cases halen die net wel iets meer informatie bevatten over de locatie en/of over de wijze waarop de blessure ontstond. Deze zijn weergegeven in tabel 3 in de bijlage. Uit deze tabel mogen echter geen kwantitatieve conclusies getrokken worden. Daarnaast wordt in het CLVO aan de slachtoffers gevraagd welke factoren naar hun mening een rol hebben gespeeld bij het ontstaan van de blessure. Hierbij zijn vier categorieën factoren bevraagd: lichamelijke factoren, productfactoren, omgevingsfactoren en gedragsfactoren. Het aantal snowboardblessures in het CLVO is te klein voor hele
stellige uitspraken hierover, maar het volgende valt op. Als groep worden omgevingsfactoren het vaakst en productfactoren het minst vaak genoemd als oorzakelijke factor. Dit lijkt af te wijken van sportblessures als totale groep. Daarbij worden gedragsfactoren het vaakst genoemd. Kijken we naar afzonderlijke factoren dan worden gladheid, pech, het nemen van risico en onvoldoende ervaring het vaakst genoemd. Gladheid is logischerwijze specifiek bij snowboarden een vaak genoemde factor. Pech wordt ook bij sport als totaal vaak genoemd. In de bijlage (tabel 3) wordt per case aangegeven welke factoren het slachtoffer denkt dat een rol hebben gespeeld bij het ontstaan van de blessure. Ook wat betreft de factoren mogen uit deze tabel geen kwantitatieve conclusies getrokken worden. Wat is de aard van de blessures? Verreweg de meeste geblesseerde snowboarders die op een SEH-afdeling in Nederland behandeld worden hebben een blessure aan de bovenste extremiteiten, namelijk 81%. Binnen de groep 10-19 jaar is het zelfs 95% (figuur 4, bijlage tabel 4 en 5). Eén op de tien slachtoffers heeft een blessure aan de onderste extremiteiten (9%) en zeven procent aan de romp. Slechts een dertigtal snowboarders die in Nederland op de SEH-afdeling komen, heeft een blessure aan de hoofd (2%). De blessure top vijf is als volgt:
Blessures door snowboarden. Blessurecijfers – VeiligheidNL - oktober 2012
Tabel 1
1. Polsfractuur (38% 490) 2. Oppervlakkig letsel/kneuzing pols (8%, 110) 3 .Oppervlakkig letsel/kneuzing romp (7%, 90) 4. Oppervlakkig letsel/kneuzing arm (6%, 80) 5. Fractuur onderarm (5%, 70).
Blessures door snowboarden, behandeld op de SEH-afdeling in Utah %
Hoofd
27,3
Fracturen aangezicht
1,4
Rijtwonden aangezicht
20,7
Buik en organen
22,4
Milt
11,2
Lever
3,7
Nieren
2,2
Onderste extremiteiten 26,2 Bron: Wasden, C..C., Mcintosh, S.E., Keith, D.S., McCowan, C. An analysis of skiing and snowboarding injuries on Utah slopes. Journal of trauma 67(2009)5(November) p.1022-26.
Een onderzoek uitgevoerd op Spoedeisende Hulpafdelingen van enkele ziekenhuizen in Colorado, New York en Vermont bevat kwantitatieve informatie over het letselmechanisme bij hoofdblessures bij ruim duizend snowboarders (47%) en skiërs (53%) en enkele andere wintersporters (n=1.013; 2002-2004) (Greve et al., 2009). De meeste hoofdletsels ontstaan door contact met de sneeuw (74%), dertien procent door contact met een stilstaand object en één op de tien door contact met een andere wintersporter. Er was sprake van een significant lagere incidentie van bewustzijnsverlies bij wintersporters met een helm die botste tegen een stilstaand object. Voor informatie over hoofdblessures, zie ook hst 4.
Hoofdletsel Onder de slachtoffers met een hoofdblessure die in Nederland op de SEH-afdeling komen, is een enkele snowboarder met ernstig schedel/hersenletsel. Meestal is het letsel minder ernstig. Informatie over het al dan niet dragen van een helm ontbreekt. Ter illustratie staat in de bijlage een tabel (tabel 6) met een overzicht van alle in LIS 2006-2010 geregistreerde snowboarders die met een hoofdblessure in Nederland op een SEH-afdeling kwamen. Uit deze tabel mogen geen kwantitatieve conclusies getrokken worden. Figuur 4
Blessures door snowboarden: aantal SEH-behandelingen in 2010 naar leeftijd en blessurelocatie 95%
100%
81%
80%
64%
62%
60% 40% 20%
2,9
Wervelkolom
Een hele andere verdeling naar lichaamsregio komt naar voren uit een onderzoek uitgevoerd in Utah (Verenigde Staten) bij snowboarders (en skiërs) die de Spoedeisende Hulpafdeling van het University of Utah Medical center bezochten in de seizoenen 2001/2002 tot en met 2005/2006 (Wasden et al., 2009) (tabel 1). In ongeveer een kwart van de gevallen (27%) was er bij de snowboarders sprake van een blessure aan het hoofd, een kwart had een blessure aan de onderste extremiteiten, 22 procent had letsel aan buik en/of organen en 21 procent had een blessure aan de wervelkolom.
7% 2%
16%
9%
1%1%
0% Totaal Hoofd/hals/nek
0-9 jaar
3%
10-19 jaar
Romp/wervelkolom
18%
2% 20-29 jaar
Schouder/arm/hand
15% 8%
8%
30-39 jaar Heup/been/voet
40 jaar en ouder Overig
Bron: Letsel Informatie Systeem 2010, VeiligheidNL Bron: Letsel Informatie Systeem 2010; 2006-2010, VeiligheidNL; Continue LIS Vervolgonderzoek 2004-2009, VeiligheidNL; Greve, M.W., Young, D.J., Goss, A.L., Degutis, L.C. Skiing and snowboarding head injuries in 2 areas of the United States. Wilderness Environ Med. 2009 Fall;20(3):234-8; Wasden, C.C., Mcintosh, S.E., Keith, D.S., McCowan, C. An analysis of skiing and snowboarding injuries on Utah slopes. Journal of trauma 67(2009)5(November) p.1022-26.
Blessures door snowboarden. Blessurecijfers – VeiligheidNL - oktober 2012
2 Ziekenhuisopnamen In de registraties van ziekenhuisopnamen in Nederland is het niet mogelijk om te selecteren op ongevallen tijdens het snowboarden. De onderstaande gegevens betreffen blessures waarvoor snowboarders na behandeling op een SEH-afdeling in Nederland zijn opgenomen in het ziekenhuis. Dit beeld van ziekenhuisopnamen is dan ook onvolledig. Blessures die geleidelijk ontstaan, zullen in de regel pas na een langer voortraject tot een ziekenhuisopname leiden en dus zelden leiden tot een acute ziekenhuisopname via de SEH-afdeling. Ook blessures die alleen in het buitenland in het ziekenhuis behandeld worden, ontbreken. Per jaar wordt in Nederland een tiental snowboarders na behandeling op de SEH-afdeling vervolgens opgenomen in het ziekenhuis. Dit is ongeveer één op de honderd snowboarders die op de SEH-afdeling behandeld worden. Dit percentage is lager dan het percentage gemiddeld voor alle sporten (5%). We kunnen echter op basis hiervan niet concluderen dat
snowboardblessures dus minder ernstig zijn. Vermoedelijk worden veel patiënten in het buitenland behandeld en vinden ook ziekenhuisopnamen buiten Nederland plaats. Het aantal geregistreerde ziekenhuisopnamen in Nederland is te klein voor een nadere analyse. Een Australische studie (Ashby en Cassell, 2007) geeft onder andere een overzicht van snowboardblessures die zijn geregistreerd in de regio Victoria in de periode 2004-2006 en hebben geleid tot een ziekenhuisopname. Het merendeel van de opgenomen snowboarders is man (77%; 74 procent bij alleen SEH-behandeling) en 70 procent van de slachtoffers is tussen de 15 en 29 jaar oud (76 procent bij alleen SEH-behandeling). De meeste snowboardblessures ontstaan door vallen te weten 84 procent bij de ziekenhuisopnamen (85 procent bij alleen SEH-behandeling). De bovenste ledematen zijn het vaakst getroffen (48%; 55% bij alleen ziekenhuisopnamen). Daarbij gaat het vooral om polsen onderarmfracturen (22%), bovenarmfracturen (8%) en elleboogfracturen (6%). Blessures aan het been (20%) komen minder voor. Onder de opgenomen slachtoffers heeft 19 procent een blessure aan het hoofd.
Bron: Letsel Informatie Systeem 2010, VeiligheidNL; Ashby, K., Cassell, E.. Injury in Snow and ice sports, Hazard (spring 2007)
3 Overledenen In de registraties van dodelijke ongevallen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (de Doodsoorzakenstatistiek en de Statistiek nietnatuurlijke dood) is het niet mogelijk om snowboarders te selecteren. Daarom is in het Letsel Informatie Systeem en in de Krantenknipselregistratie gezocht naar informatie. Opgemerkt moet worden dat deze gegevens niet representatief zijn. Snowboarders die tijdens het snowboarden overlijden door ziekte, zoals een hartaanval of hartritmestoornissen worden buiten beschouwing gelaten.
In LIS zijn in de periode 1986-2010 geen dodelijke snowboardongevallen geregistreerd. In de Krantenknipselregistratie zijn in de periode 1986-2010 drie in het buitenland overleden Nederlandse snowboarders geregistreerd. Een 39-jarige man werd tijdens het snowboarden verrast door een lawine. Een Nederlandse man en vrouw van eind twintig zouden zich op 2.150 meter hoogte buiten de piste hebben begeven. Toen ze ontdekten dat ze niet meer verder konden, probeerden ze terug te kruipen, de berg op. Ze gleden uit en vielen 150 meter in een ravijn. We weten dus dat er in een enkel geval Nederlanders overlijden tijdens het snowboarden. Uit de literatuur is bekend dat bij de snowboardongevallen hoofdletsel het vaakst tot overlijden leidt (Sachtleben, 2011).
Bron: Letsel Informatie Systeem 1986-2010, VeiligheidNL; Krantenknipselregistratie 1986-2010, VeiligheidNL; Sachtleben, T.R., Snowboarding Injuries. Competitive Sports and Pain Management, 2011:10(6):340-4.
Blessures door snowboarden. Blessurecijfers – VeiligheidNL - oktober 2012
4 Overige letselgegevens Ongevallen en bewegen in Nederland In het enquêteonderzoek Ongevallen en Bewegen) in Nederland (OBiN) zijn in de periode 2006-2011 in totaal 34 snowboardblessures geregistreerd. Op basis hiervan wordt geschat dat het om 29.000 blessures per jaar gaat. Dit komt overeen met 3,7 blessures per 1.000 uren snowboarden. Snowboarden is hiermee iets risicovoller dan skiën, waarbij sprake is van 2,2 blessures per 1.000 uren skiën. De meeste snowboardblessures zijn plotseling ontstaan (n=30) en de meeste blessures behoefden geen medische behandeling (n=24). Mannen waren in de meerderheid (n=20) en veel slachtoffers waren in de leeftijd van 15 tot en met 24 jaar (n=20). Blessures aan de bovenste (n=14) en onderste ledematen (n=11) zijn het meeste gemeld. Buitenlandse literatuur In een samenvattend artikel wordt het volgende gezegd over snowboardblessures (Sachtleben, 2011): -Jonge snowboarders en beginners lopen de grootste kans een blessure op te lopen. -Een vijfde van de blessures is een polsblessure (22%), drie kwart van de gevallen een fractuur. -Vijftien procent van de blessures is een blessure aan de enkel, waarvan de helft een fractuur. Meestal betreft het de linkervoet, vaak de voorste voet bij snowboarden. -Vijftien procent is een hoofdblessure. In de helft van de gevallen was hierbij sprake van een botsing met een stilstaand object, zoals een boom of een liftpaal. Snowboarders hebben vaak letsel aan het achterhoofd omdat ze de neiging hebben achterover
te vallen. Daarnaast hebben snowboarders kans op letsel aan het aangezicht. -Snowboarders hebben kans op ernstige letsels aan de wervelkolom, onder ander door jonge, agressieve snowboarders, die in een half pipe of op een schans allerlei toeren uithalen in de lucht. Dit riskante gedrag kan leiden tot ernstige valpartijen en verkeerde landingen op hoge snelheid. Bijna alle snowboarders met traumatisch letsel aan de wervelkolom zijn jonge mannen met gemiddeld tot goede snowboardvaardigheden. -De kans op letsel aan de milt is relatief groot (zes keer groter dan bij skiën). De oorzaak is vaak dat de eigen elleboog bij een val in de buik en daardoor tegen de milt komt. Hoofdblessures Fukuda en anderen (2001) onderzochten snowboarders (en skiërs) die in verband met hoofdletsel behandeld zijn in het Saito Memorial Hospital in Muikamachi, Japan tussen december 1994 en april 1999. De meerderheid van de patiënten was een beginnende of matig vaardige snowboarder. De helft van de snowboarders bleek de hoofdblessure te hebben opgelopen op een lichte (< 10°) of matige helling (10-20°). Een val was de meest voorkomende oorzaak. In 30 procent van de gevallen was er sprake van een sprong. Bij een vijfde van de ongevallen was er sprake van een botsing. In twee derde van de gevallen was dat een botsing met een andere snowboarder, in een kwart van de gevallen een botsing met een skiër. Verder zijn vooral botsingen tegen een boom of liftpaal gemeld. De snowboarders raken het vaakst (en relatief vaker dan skiërs) gewond aan hun achterhoofd. De onderzoekers concluderen dat het aantal hoofdletsels bij snowboarders mogelijk kan worden teruggebracht door bescherming van het achterhoofd en het afzien van het maken van sprongen door beginnende snowboarders.
Bron: Ongevallen en Bewegen in Nederland 2006-2011, VeiligheidNL; Sachtleben, T.R., Snowboarding Injuries. Competitive Sports and Pain Management, 2011:10(6):340-4; Fukuda, O., Takaba, M., Saito, T., and Endo, S. Head Injuries in Snowboarders Compared with Head Injuries in Skiers. Am J Sports Med 2001 29: 437.
Blessures door snowboarden. Blessurecijfers – VeiligheidNL - oktober 2012
5 Kosten en gevolgen van letsel Op basis van LIS kan alleen een schatting gegeven worden van de directe medische kosten en verzuimkosten van snowboardblessures die in Nederland op de Spoedeisende Hulp behandeld worden of waarvoor het slachtoffer in Nederland in het ziekenhuis wordt opgenomen. Er zal dus wat betreft de totale kosten (totale directe medische kosten en totale verzuimkosten) naar aanleiding van blessures door snowboarden sprake zijn van een onderschatting, aangezien alle behandeling die in het buitenland plaatsvindt en alle verzuim ten gevolge van blessures die alleen in het buitenland behandeld zijn niet (kunnen) worden meegerekend. Directe medische kosten De totale directe medische kosten van slachtoffers die worden behandeld op een SEH-afdeling in Nederland of in Nederland in een ziekenhuis worden opgenomen met blessure door snowboarden bedragen bijna één miljoen euro per jaar (0,95 miljoen euro). De
gemiddelde directe medische kosten zijn 740 euro per letsel. Aangezien het alleen de slachtoffers betreft die in Nederland behandeld worden, kunnen we niet zeggen dat het gemiddelde van 740 euro representatief is voor het gemiddelde van alle snowboardblessures. Het is daarom niet zinvol de gemiddelde kosten te vergelijken met die van andere sporten. De gemiddelde kosten lijken wat te stijgen met het toenemen van de leeftijd van de geblesseerde snowboarder, en zijn afhankelijk van het type blessure. Zo zijn bijvoorbeeld fracturen gemiddeld genomen duurder dan oppervlakkige letsels. Fracturen zijn verantwoordelijk voor bijna twee derde van de totale directe medische kosten (61%). Verzuimkosten De totale verzuimkosten van slachtoffers die worden behandeld op een SEH-afdeling in Nederland of in Nederland in een ziekenhuis worden opgenomen bedragen 1,1 miljoen euro per jaar, de gemiddelde verzuimkosten 2.900 euro. De verzuimkosten zijn bij oudere snowboarders hoger dan bij jongere snowboarders. Ruim drie kwart van de verzuimkosten komt voor rekening van fracturen (78%).
Bron: Letsellastmodel 2010, VeiligheidNL i.s.m. Erasmus Medisch Centrum Rotterdam; Letsel Informatie Systeem 2010
6 Expositiegegevens In april 2010 telde de Nederlandse Ski Vereniging 97.000 leden (NOC*NSF). Het is echter niet uit te maken welke wintersporten de leden beoefenen. Uit OBiN weten we echter dat in de periode 20062011 gemiddeld per jaar 180.000 snowboarders actief
waren. Zij besteedden jaarlijks gemiddeld 43 uur per jaar aan hun sport. Onder de snowboarders is het aantal mannen ongeveer twee keer zo groot als het aantal vrouwen (zie figuur 5). Ruim de helft van de snowboarders is in de leeftijd van 15 tot en met 24 jaar. Kijken we naar het verloop in de tijd dan lijkt de populariteit van snowboarden terug te lopen. Zowel het aantal snowboarders als het aantal uren dat zij tezamen snowboarden lijkt vanaf 2008 te dalen (figuur 6).
Blessures door snowboarden. Blessurecijfers – VeiligheidNL - oktober 2012
Figuur 5
Nederlandse snowboarders, naar leeftijd en geslacht*
120.000 100.000 80.000 60.000 40.000 20.000 0
15-19 jaar 20-24 jaar 25-29 jaar 30-34 jaar 35-39 jaar 40-44 jaar 45-64 jaar
Man
Vrouw
Bron: Ongevallen en Bewegen in Nederland 2006-2011, VeiligheidNL * Vanwege een verschil in methode van ondervraging zijn alleen skiërs van 15-64 jaar in de grafiek getoond
Figuur 6
Nederlandse snowboarders en aantal uren snowboarden, naar jaar 15.000.000
250.000
Aantal uren snowboarden
200.000 10.000.000
150.000 100.000
5.000.000
Aantal snowboarders 50.000 0 2006
2007
2008
2009
2010
2011
0 2006
2007
2008
2009
2010
2011
Bron: Ongevallen en Bewegen in Nederland 2006-2011, VeiligheidNL Bron: NOC*NSF (2011), Ledental NOC*NSF over 2010. Arnhem: NOC*NSF; Ongevallen en Bewegen in Nederland 2006-2011, VeiligheidNL.
7
nadere uitsplitsingen. De gegevens betreffen de periode 2006-2011.
Toelichting bronnen letselgegevens
Het Letsel Informatie Systeem (LIS) geeft informatie over letsel en blessures die op de Spoedeisende Hulpafdeling (SEH) behandeld worden. Daarnaast geeft het systeem informatie over blessures waarvoor een sporter direct na presentatie op de SEH-afdeling in het ziekenhuis opgenomen wordt. LIS wordt uitgevoerd bij een representatieve steekproef van ongeveer een tiende van de ziekenhuizen in Nederland. LIS registreert alleen acute en redelijk ernstige letsels. Omdat het aantal geregistreerde letsels in LIS groot is, kan hiermee een gedetailleerd beeld gegeven worden. De gegevens betreffen 2010, tenzij anders is aangegeven. De meeste spoedeisende hulp in verband met een blessure door snowboarden zal in het buitenland plaatsvinden. In die zin is LIS niet representatief voor het SEH-behandelingen voor snowboardblessures.
Bij het samenstellen van deze factsheet is gebruikgemaakt van verschillende gegevensbronnen, die hieronder kort beschreven worden. Meer informatie over deze bronnen is te vinden op de website www.veiligheid.nl. Het enquêteonderzoek Ongevallen en Bewegen in Nederland (OBiN) is een continue enquête, waarbij jaarlijks 11.000 Nederlanders worden ondervraagd over letsel en blessures, sportdeelname en bewegen. Uit deze databron zijn gegevens over sportdeelname en blessures afkomstig. Het aantal geregistreerde snowboardblessures in OBiN is klein. Er kunnen daarom geen volumeschattingen gedaan worden van
Blessures door snowboarden. Blessurecijfers – VeiligheidNL - oktober 2012
Voor informatie over ziekenhuisopnamen en overledenen vanwege snowboardblessures is geen informatie beschikbaar uit LMR (ziekenhuisopnamen) en CBS-bestanden (overledenen). Voor ziekenhuisopnamen is zodoende gebruik gemaakt van informatie uit LIS, ofwel ziekenhuisopnamen na SEHbehandeling. Echter niet alle ziekenhuisopnamen zullen via de SEH-afdeling verlopen en een deel van de ziekenhuisopnamen zal in het buitenland plaatsvinden. Zodoende is LIS niet representatief voor
8 Meer cijfers VeiligheidNL beschikt over veel meer cijfers over letsels en ongevallen. Per onderwerp of doelgroep
alle ziekenhuisopnamen vanwege snowboardblessures. Voor gegevens over overledenen is gezocht in LIS en in de Krantenknipselregistratie. De gegevens zijn niet representatief omdat ze voornamelijk betrekking hebben op letsel dat in Nederland is opgelopen. Omdat goede gegevens over blessures bij Nederlandse snowboarders ontbreken, is tevens gebruik gemaakt van buitenlandse literatuur.
staan de belangrijkste ongevalscijfers beschreven in factsheets zoals deze. U kunt de factsheets gratis downloaden op www.veiligheid.nl. Heeft u interesse in bepaalde cijfers of een specifieke analyse? VeiligheidNL levert u deze graag. Ga hiervoor naar www.veiligheid.nl/onderzoek/cijfers-aanvragen.
Blessures door snowboarden. Blessurecijfers – VeiligheidNL - oktober 2012
Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid voor eventuele, in deze uitgave voorkomende onjuistheden of onvolkomenheden. Overname van tekst of gedeelten van tekst is toegestaan, mits met de juiste bronvermelding. Indien tekst gebruikt wordt voor commerciële doelstellingen dient altijd vooraf schriftelijke toestemming verkregen te zijn.
Tips voor preventie Voor een persoonlijk advies over het voorkomen van blessures, ga naar www.voorkomblessures.nl Blessure op gelopen ? Op de website www.sportzorg.nl is nuttige informatie te vinden over wat te doen als u een blessure hebt opgelopen en daar vragen over hebt. Ook vindt u de juiste weg naar de beste sportmedische zorg.
Blessures door snowboarden. Blessurecijfers – VeiligheidNL - oktober 2012
Tabellen Tabel 1
Blessures door snowboarden: SEH-behandelingen in 2010, naar leeftijd en geslacht Man
Vrouw %
Aantal
%
Aantal
0-4 jaar
-
-
-
-
-
-
5-9 jaar
20
2
-
-
20
1
10-14 jaar
240
30
110
21
340
27
15-19 jaar
190
24
170
33
360
28
20-24 jaar
110
13
90
18
190
15
25-29 jaar
120
16
80
16
200
16
30-34 jaar
50
7
40
9
100
7
35 jaar en ouder
60
8
20
4
80
6
790
100
500
100
1.300
100
61 Bron: Letsel Informatie Systeem 2010, VeiligheidNL
Tabel 2
Totaal
Aantal
39
%
100
Blessures door snowboarden: SEH-behandelingen in 2010, scenario naar leeftijd en geslacht 40 jaar en 0-9 jaar Aantal
Val
10-19 jaar
% Aantal
20 100
690
20-29 jaar
30-39 jaar
% Aantal
% Aantal
99
390
98
110
100
Man
ouder
% Aantal 40
%
Aantal
71
Vrouw
Totaal
% Aantal
%
Aantal
%
760
97
98
1.300
97
490
Contact met object
-
-
-
-
<10
2
-
-
-
-
<10
1
-
-
<10
<1
Overig scenario
-
-
<10
1
-
-
-
-
20
29
20
2
<10
2
30
2
Totaal 20 100 700 100 390 100 Bron: Letsel Informatie Systeem 2010, VeiligheidNL
110
100
61
100
790 100
500
100
1.300 100
Blessures door snowboarden. Blessurecijfers – VeiligheidNL - oktober 2012
SEH-behandelingen i.v.m. een blessure door snowboarden: toedrachten en oorzakelijke factoren*
Ik was aan het snowboarden. Indoor skipiste. Ik viel van een stuntobject. Ik landde voorover en brak met mijn handen de val. Linker pols gebroken.
2
1 1
2
3
1
2
1
2
3
1
Ik viel met snowboarden. Gekneusde heup en een hersenschudding.
3 3
Ik was aan het snowboarden .In het buitenland. Ik ben over de kop gevlogen.Ik kwam erg vreemd terecht. Mijn pols begon op te zetten en begon te kleuren.
3
3
Snowboarden. Bovenaan de piste, bij de uitgang van de stoeltjeslift. Mijn board gleed de piste af en mijn been bleef in de sneeuw staan. Mijn knie verdraaide. Gedeeltelijk gescheurde kniebanden.
3
3
3 3
3
Snowboard-les op indoorbaan. Ik verloor mijn evenwicht. Scheurtjes in spaakbeen.
Ik had pech
3 3
2
Ik was in het buitenland aan het snowboarden. Aan het eind van de dag ging ik naar beneden en toen ik stopte gleed ik uit. Ik brak mijn pols op 2 plekken.
3
2
Ik was aan het snowboarden in het buitenland. Ben gevallen. Ik heb duim gebroken.
1
1 1
1
Snowboarden. Meerdere fracturen pols.
2
1 2
2
Iemand anders lette niet op
1
Ik had weinig ervaring
Ik lette niet op
2
Ik was afgeleid
Ik deed onvoorzichtig
2
2 1
3
1
Ik nam risico
De grond was ongelijk
2
Gedragsfactoren
Obstakels/ oneffenheden
2 2
Ik was aan het snowboarden. In een skihal. Ik gleed uit. Ik wilde mezelf opvangen met mijn handen. Ik had een kleine polsbreuk. Gevallen bij snowboarden, indoorhal. Gebroken pols.
Drukte
2
Snowboarden in indoorhal. Ik viel. Ik had een breuk in mijn arm.
Donker
Weer
Omgevingsfactoren
Gladheid
Snowboard-les op kunstbaan. Gevallen. Kuitbeen en scheenbeen linkerbeen net boven enkel gebroken.
Product factoren Voorwerp of product viel om of gleed weg
Ik was niet sterk genoeg
Ik kon niet snel reageren
Ik was moe
Lichamelijke factoren
Onervarenheid bij gebruik product
Tabel 3
3
3 3 2
Blessures door snowboarden. Blessurecijfers – VeiligheidNL - oktober 2012
Snowboarden in het buitenland. Ging met grote snelheid onderuit. Verdraaide mijn rechter knie.
1
1
1 3 1
1
3
3
3
3
1
2
Ik had pech
Iemand anders lette niet op
Ik had weinig ervaring
Ik deed onvoorzichtig
Ik nam risico
2
Obstakels/ oneffenheden
3
Slecht zicht
Drukte
1
Gedragsfactoren
3
Snowboarden, indoor sneeuwpiste. Verkeerde valtechniek. Gebroken elleboog.
Ik was aan het snowboarden op skipiste. Viel achterover. Probeerde met handen de val te breken. Last van beide polsen. Achteraf bleek linker pols gebroken. Bron: Continue LIS Vervolgonderzoek 2004-2009, VeiligheidNL *1=geringe rol, 2=belangrijke rol, 3=zeer belangrijke rol
1
1
Snowboarden in de bergen. Val door onervarenheid. Slecht materiaal. Linker pols gebroken, rechter gekneusd. Snowboarden op skipiste. Ik moest een vrouw ontwijken, maar verloor mijn evenwicht. Ik viel achterover midden op mijn pols. Bult/verdikking aan pols, erg pijnlijk.
Gladheid
3
Omgevingsfactoren
Donker
Instabiliteit van het product
Onervarenheid bij gebruik product
Ik had last van oud letsel
1
Productfactoren
Weer
Op indoor kunstsneeuwbaan. Bezig om snowboard vast te maken. Ik gleed te snel (te vroeg) naar beneden met linker- i.p.v. rechterbeen voor. Ik viel op mijn pols, deed zeer en ik kon hem ook niet zo goed bewegen.
Problemen met coördinatie/evenwicht
Ik kon niet snel reageren
Ik was moe
Lichamelijke factoren
2
2
2 1
1
1
3
3
2
3
3
2
Blessures door snowboarden. Blessurecijfers – VeiligheidNL - oktober 2012
Tabel 4
Blessures door snowboarden: SEH-behandelingen in 2010, blessurelocatie naar leeftijd en geslacht 40 jaar en 0-9 jaar
10-19 jaar
20-29 jaar
Aantal
%
Aantal
% Aantal
Hoofd/hals/nek
-
-
<10
1
<10
2
Romp/wervelkolom
-
-
<10
1
60
Schouder/arm/hand
<10
50
30-39 jaar
% Aantal
ouder
Totaal
%
Aantal
%
Aantal
%
<10
8
-
-
30
2
16
20
15
<10
14
100
7
40
71
670
95
250
64
70
62
1.000
81
Pols
460
65
100
24
40
31
600
47
Bovenarm/elleboog/onderarm
130
19
40
11
<10
8
200
16
Schouder/sleutelbeen/ac-gewricht
40
5
80
20
<10
8
130
10
Hand/vingers
40
6
40
9
20
15
110
8
Heup/been/voet
<10
50
20
3
70
18
<10
8
<10
14
110
9
-
-
-
-
-
-
<10
8
-
-
<10
<1
Totaal 20 100 Bron: Letsel Informatie Systeem 2010, VeiligheidNL
701
100
390
100
110
100
60
100
1.300
100
Overig
Blessures door snowboarden. Blessurecijfers – VeiligheidNL - oktober 2012
Tabel 5
Blessures door snowboarden: SEH-behandelingen in 2010, naar type blessure
Hoofd/hals/nek oppervlakkig letsel/kneuzing hoofd Romp/wervelkolom oppervlakkig letsel/kneuzing romp Schouder/arm/hand Pols
Aantal
%
30
2
20
1
100
7
90
7
1.000
81
600
47
polsfractuur
490
38
oppervlakkig letsel/kneuzing pols
100
7
distorsie pols
20
1
200
16
oppervlakkig letsel/kneuzing arm
80
6
fractuur onderarm
70
5
fractuur elleboog
40
3
fractuur bovenarm
20
1
130
10
fractuur sleutelbeen/schouder
70
5
luxatie schouder/ac-gewricht
40
3
oppervlakkig letsel/kneuzing sleutelbeen/schouder
30
2
110
8
fractuur hand/vinger
40
3
oppervlakkig letsel/kneuzing hand/vinger
40
3
spier-/peesletsel hand/vinger
20
1
110
9
40
3
oppervlakkig letsel/kneuzing knie
30
2
distorsie knie
20
1
40
3
enkeldistorsie
40
3
Heup/bovenbeen
20
1
20
1
<10
<1
1.300
100
Bovenarm/elleboog/onderarm
Schouder/sleutelbeen/ac-gewricht
Hand/vingers
Heup/been/voet Knie
Enkel
oppervlakkig letsel/kneuzing heup/bovenbeen Overig Totaal Bron: Letsel Informatie Systeem 2010, VeiligheidNL
Blessures door snowboarden. Blessurecijfers – VeiligheidNL - oktober 2012
Tabel 6 Geslacht
Hoofdblessures door snowboarden: Enkele voorbeelden Leeftijd
Toedracht
Hoofdblessure
Man
9
Met snowboarden voorover gevallen.
Licht hersenletsel
Vrouw
11
Vanavond in snowworld tegen andere jongen gebotst.
Oppervlakkig letsel/kneuzing hoofd
Vrouw
13
Met snowboarden op achterhoofd gevallen.
Licht hersenletsel
Man
15
Indoor skibaan, snowboarden, sleeplift tegen hoofd gehad.
Letsel oogbol
Man
15
Snowboarden, op achterhoofd gevallen.
Ernstig schedel/hersenletsel
Vrouw
17
Indoorskibaan In Duitsland, tijdens het snowboarden gevallen.
Licht hersenletsel
Vrouw
17
Gevallen in Duitsland met snowboarden.
Oppervlakkig letsel/kneuzing hoofd
Vrouw
17
Tijdens snowboarden gevallen.
Oppervlakkig letsel/kneuzing hoofd
Man
18
Indoorski, snowboard tegen oor.
Open wond hoofd
Man
21
Tijdens snowboarding gevallen en op achterhoofd terecht gekomen.
Licht hersenletsel
Man
23
Indoor snowboarden recreatief, op gezicht gevallen.
Fractuur neus
Man
24
Val achterover op hoofd met snowboarden.
Oppervlakkig letsel/kneuzing hoofd
Vrouw
24
Snowboarden, met gezicht op iemand anders gevallen.
Oppervlakkig letsel/kneuzing hoofd
Man
26
Snowboarden, gevallen op achterhoofd.
Oppervlakkig letsel/kneuzing hoofd
Vrouw
27
Tijdens snowboarden op gezicht gevallen.
Oppervlakkig letsel/kneuzing hoofd
Vrouw
27
Tijdens snowboarden gevallen.
Oppervlakkig letsel/kneuzing hoofd
Man
29
Gevallen met snowboarden, pijn borstbeen en nekklachten.
Oppervlakkig letsel/kneuzing hoofd
Man
32
Tilde snowboard op in buitenland, binding in oog gekregen.
Letsel oogbol
Man
34
Gevallen met snowboarden op indoorskibaan.
Oppervlakkig letsel/kneuzing hoofd
Man
44
Snowboarden, door andere snowboarder op skipiste aan hoofd geraakt.
Oppervlakkig letsel/kneuzing hoofd
Vrouw 48 Aangereden door snowboarder. Bron: Letsel Informatie Systeem 2006-2010, VeiligheidNL
Licht hersenletsel
Blessures door snowboarden. Blessurecijfers – VeiligheidNL - oktober 2012