Skiblessures ongevalscijfers
Samenvatting Op basis van het enquêteonderzoek Ongevallen en Bewegen in Nederland (OBiN) wordt geschat dat er in totaal (bij inwoners van Nederland) jaarlijks 61.000 skiblessures ontstaan. Daarnaast weten we dat er in 2010 in Nederland 1.800 SEH-behandelingen plaatsvonden in verband met blessures opgelopen tijdens skiën. In een tiental gevallen werd het slachtoffer na behandeling op de SEH-afdeling vervolgens opgenomen in het ziekenhuis. Uit de Krantenknipselregistratie weten we dat er zich in het
buitenland af en toe een dodelijk ski-ongeval voordoet waarbij het slachtoffer een Nederlander is. Een betrouwbare schatting van het jaarlijks aantal dodelijke ongevallen is niet mogelijk. Het jaarlijks aantal skiblessures dat behandeld werd op de SEH-afdeling was in de jaren negentig van de vorige eeuw bijna twee keer zo hoog als in de laatste jaren. Rond de eeuwwisseling begon het aantal te dalen. Evenveel mannelijke als vrouwelijke skiërs komen op de SEH-afdeling met een blessure.
Blessures opgelopen tijdens skiën Aantal blessures Totaal aantal blessures Spoedeisende Hulp behandelingen Ziekenhuisopnamen na SEH-behandeling
61.000 1.800 Tiental
Bron: Letsel Informatie Systeem 2006-2010, VeiligheidNL; Krantenknipselregistratie 1986-2010, Veiligheid NL; Ongevallen en Bewegen in Nederland 2006-2011, VeiligheidNL; Letsellastmodel 2010, VeiligheidNL i.s.m. Erasmus Medisch Centrum
1
opgelopen. Blessures die alleen in het buitenland in het ziekenhuis behandeld worden, ontbreken in LIS.
Behandelingen op de Spoedeisende Hulp-afdeling (SEH)
Het jaarlijks aantal skiblessures was in de jaren negentig van de vorige eeuw bijna twee keer zo hoog als in de laatste jaren. Rond de eeuwwisseling begon het aantal te dalen. Mogelijk werd dit veroorzaakt doordat er skiërs overstapten op snowboarden.
De skiërs die in Nederland in verband met een blessure op een SEH-afdeling komen kunnen skiërs zijn die de blessure hebben opgelopen op de skipiste in het buitenland, en daarmee later in Nederland naar de SEH-afdeling komen. Het zullen echter vooral blessures zijn die in Nederland op de kunstskibaan zijn
In de periode 2006-2010 vonden jaarlijks gemiddeld 2.100 SEH-behandelingen plaats in een ziekenhuis in Nederland na een blessure door skiën. In 2010 bedroeg het aantal SEH-behandelingen 1.800.
Blessures door skiën – VeiligheidNL - oktober 2012
Figuur 1
Blessures door skiën: trend in het aantal SEH-behandelingen
4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0
Bron: Letsel Informatie Systeem 1990-2010, VeiligheidNL
Figuur 2
Skiblessures: aantal SEH-behandelingen in 2010, naar leeftijd en geslacht
Man
Vrouw
180 160 140 120 100 80 60 40 20 0 0-10 jaar 10-14 jaar
15-19 jaar
20-24 jaar
25-29 jaar
30-34 jaar
35-39 jaar
40-44 jaar
45-49 jaar
50-54 jaar
55+ jaar
Bron: Letsel Informatie Systeem 2010, VeiligheidNL
Wie lopen een blessure op? Ongeveer evenveel mannen (51%) als vrouwen komen op de SEH-afdeling met een skiblessure (figuur 2). Hoe ontstaan de blessures? Vijfentachtig procent van de skiblessures waarmee iemand op de SEH-afdeling komt wordt veroorzaakt door een val. Vier procent van de slachtoffers raakt geblesseerd door lichamelijk contact, waarschijnlijk meestal een botsing, drie procent wordt geraakt door een bewegend object, en drie procent stoot tegen een stilstaand object.
Wat is de aard van de blessures? De meerderheid van de geblesseerde skiërs (56%) heeft letsel aan de schouder, arm of hand; vooral fracturen aan hand of vinger(s) en fracturen aan de schouder of het sleutelbeen komen veel voor. Eén op de twintig heeft een polsfractuur. Ongeveer een derde van de skiërs raakt geblesseerd aan heup, been of voet (36%), vooral kniedistorsies. (zie tabel bijlage). De blessure top vijf is als volgt: 1. Kniedistorsie (13%, 240) Fractuur hand of vinger(s) (13%, 240) 3. Fractuur schouder/sleutelbeen (11%, 200) 4. Polsfractuur (5%, 90) Oppervlakkig letsel/kneuzing hand/vingers (5%, 90)
Blessures door skiën – VeiligheidNL - oktober 2012
Een onderzoek uitgevoerd in Utah (Verenigde Staten) bij skiërs (en snowboarders) die de Spoedeisende Hulpafdeling van het University of Utah Medical center bezochten in de seizoenen 2001/2002 tot en met 2005/2006 (Wasden et al., 2009) kwam tot de volgende conclusies: Zeventig procent van de ski-slachtoffers was een man, en de gemiddelde leeftijd was 41 jaar. 51 Procent had letsel aan de onderste extremiteiten, en een vijfde deel had hoofdletsel opgelopen. Alle dodelijke ongevallen door hoofdletsel (acht van de negen dodelijke slachtoffers) waren skiërs. Tabel 1 Blessures door skiën en snowboarden behandeld op de SEH-afdeling SnowSkiën boarden n=749 n=348 % % Hoofd 20,4 27,3 Fracturen aangezicht 5,2 1,4 Rijtwonden aangezicht 5,8 2,9 Wervelkolom 13,4 20,7 Buik en organen 11,2 22,4 Milt 11,2 Lever 3,7 Nieren 2,2 Onderste extremiteiten 51,3 26,2 Bron: Wasden, C.C., Mcintosh, S.E., Keith, D.S., McCowan, C. An analysis of skiing and snowboarding injuries on Utah slopes. Journal of trauma 67(2009)5(November) p.10221026.
Skiërs hadden vaker dan snowboarders blessures aan de onderste extremiteiten. Blessures aan buik en
organen kwam vaker voor bij snowboarders bijvoorbeeld letsel aan milt, lever of nieren. -De gemiddelde opnameduur van skiërs was 3,4 dagen, van snowboarders een dag minder, dus 2,4 dagen. Skiërs werden vaker verwezen naar de operatiekamer. Snowboarders belandden vaker op de intensive care. Hoofdletsel Drie procent (60) van de skiërs die in Nederland op de SEH-afdeling komt heeft letsel aan hoofd/hals/nek. Een derde van hen heeft licht hersenletsel, meestal een hersenschudding. Blessures aan hoofd/hals/nek lijken af te nemen met de stijgende leeftijd. Bij de jongere groep is dit aandeel groter (5%) dan bij de oudere groep (2%). Informatie over het al dan niet dragen van een helm ontbreekt. Ter illustratie staat in de bijlage een tabel met een overzicht van alle in LIS 2006-2010 geregistreerde skiblessures aan het hoofd op een SEH-afdeling in Nederland. Uit deze tabel kunnen geen kwantitatieve conclusies getrokken worden. Een onderzoek uitgevoerd op Spoedeisende Hulpafdelingen van enkele ziekenhuizen in Colorado, New York en Vermont bevat kwantitatieve informatie over het letselmechanisme bij hoofdblessures bij ruim duizend snowboarders (47%) en skiërs (53%) en enkele andere wintersporters (n=1.013; 2002-2004) (Greve et al., 2009). De meeste hoofdletsels ontstaan door contact met de sneeuw (74%), dertien procent door contact met een stilstaand object en één op de tien door contact met een andere wintersporter. Er was sprake van een significant lagere incidentie van bewustzijnsverlies bij wintersporters met een helm die botste tegen een stilstaand object.
Bron: Letsel Informatie Systeem 2006-2010, VeiligheidNL; Greve, M.W., Young, D.J., Goss, A.L., Degutis, L.C. Skiing and snowboarding head injuries in 2 areas of the United States. Wilderness Environ Med. 2009 Fall;20(3):234-8; Wasden, C.C., Mcintosh, S.E., Keith, D.S., McCowan, C. An analysis of skiing and snowboarding injuries on Utah slopes. Journal of trauma 67(2009)5(November) p.1022-26.
2 Ziekenhuisopnamen In de registraties van ziekenhuisopnamen in Nederland is het niet mogelijk om te selecteren op ongevallen tijdens skiën. De onderstaande gegevens betreffen blessures waarvoor skiërs na behandeling op een SEH-afdeling in Nederland zijn opgenomen in het ziekenhuis. Dit beeld van ziekenhuisopnamen is
dan ook onvolledig. Blessures die geleidelijk ontstaan, zullen in de regel pas na een langer voortraject tot een ziekenhuisopname leiden en dus zelden leiden tot een acute ziekenhuisopname via de SEH-afdeling. Ook blessures die alleen in het buitenland in het ziekenhuis behandeld worden, ontbreken. In 2010 werd in Nederland een tiental skiërs na behandeling op de SEH-afdeling opgenomen in het ziekenhuis. Dit is twee procent van de skiërs die op de SEH-afdeling behandeld worden. Dit percentage is Blessures door skiën – VeiligheidNL - oktober 2012
lager dan het percentage gemiddeld voor alle sporten (5%). We kunnen echter op basis hiervan niet concluderen dat skiblessures dus minder ernstig zijn. Vermoedelijk worden veel patiënten in het buitenland behandeld en vinden ook ziekenhuisopnamen buiten Nederland plaats.
Het aantal geregistreerde ziekenhuisopnamen voor skiblessures in Nederland is te klein voor een nadere analyse.
Bron: Letsel Informatie Systeem 2010, VeiligheidNL
3 Overledenen In de registraties van dodelijke ongevallen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (de Doodsoorzakenstatistiek en de Statistiek nietnatuurlijke dood) is het niet mogelijk om fatale skiongevallen te selecteren. Daarom is in het Letsel Informatie Systeem en in de Krantenknipselregistratie gezocht naar informatie. Opgemerkt moet worden dat deze gegevens niet representatief zijn. Skiërs die overlijden door ziekte, zoals een hartaanval of hartritmestoornissen, worden buiten beschouwing gelaten. In LIS zijn in de periode 1986-2010 geen dodelijke skiongevallen geregistreerd.
In de Krantenknipselregistratie is in de periode 19862010 één in het buitenland overleden Nederlandse skiër geregistreerd. Tijdens een afdaling viel een 61jarige vrouw in een afwateringsgeul. Het lukte de vrouw niet zich uit de diepe sneeuw te bevrijden, waarna zij stikte. In een artikel van Chaze en McDonald (2008) wordt hoofdletsel als de belangrijkste doodsoorzaak aangegeven bij skiën: van de 174 dodelijke skiongevallen in Colorado in de periode 1980-2001 is 43 procent het gevolg van hoofdletsel. In een review artikel (Windsor et al., 2009) worden als voornaamste doodsoorzaken door een ongeval tijdens skiën en skispringen meervoudig stomptrauma van hoofd, borst en buik genoemd, veroorzaakt door een val of een botsing. In hetzelfde artikel wordt de mortaliteit, uitgedrukt als het aantal doden per 100 deelnemers, van skiën vergeleken met die van andere buitensport-activiteiten in de bergen. Skiën is met 0,0001 dode per 100 deelnemers relatief veilig. Ter vergelijking: voor bergklimmen en bergwandelen is de mortaliteit 0,5988, respectievelijk 0,0064.
Bron: Letsel Informatie Systeem 1986-2010, VeiligheidNL; Krantenknipselregistratie 1986-2010, VeiligheidNL; Chaze, B. and McDonald, P. Head Injuries in Winter Sports: Downhill skiing, Snowboarding, Sledding, Snowmobiling, Ice Skating and Ice Hockey; Neurologic Clinics 26(2008)1(February) p.325-332; - Windsor, J.S., Firth, P.G., Grocott, M.P., et al. Mountain mortality: a review of deaths that occur during recreational activities in the mountains; Postgraduate medical journal 85(2009)1004(June) p.316-3
4 Overige letselgegevens Blessure Informatie Systeem In het kader van het Blessure Informatie Systeem (BIS) hebben 2.807 leden van de Nederlandse Ski Vereniging een webvragenlijst ingevuld over blessures. Het betreft vooral ervaren wintersporters: meer dan 90 procent van hen heeft meer dan vijf jaar ervaring. Bij de groep skiërs is dat zelfs 95 procent. De groep respondenten bestond voor het grootste
gedeelte uit skiërs (81%) en slechts voor een klein gedeelte uit snowboarders (7%) en een groep (12%) die beide sporten beoefent. De gegevens hebben dus voor een gedeelte ook betrekking op snowboarden. De 2.807 wintersporters melden 176 blessures. Dit betreft in 80 procent van de gevallen skiblessures. Het merendeel van de blessures (bijna 90%) is plotseling ontstaan. De meeste blessures (90%) ontstaan in het buitenland. Een kwart (27%) van de blessures is een knieblessure, elf procent een blessure aan hand of vinger en tien procent is een schouderblessure. Het aandeel fracturen (18%) is in vergelijking met andere bronnen laag.
Blessures door skiën – VeiligheidNL - oktober 2012
Ongevallen en Bewegen in Nederland In het enquête-onderzoek Ongevallen en Bewegen in Nederland (OBiN) zijn in de periode 2006-2011 in totaal 83 skiblessures geregistreerd. Op basis daarvan kunnen we het aantal skiblessures bij Nederlanders schatten op 61.000 per jaar. Voor minder dan de helft (n=37) is medische behandeling noodzakelijk. Knieblessures (n=31) komen veruit het meest voor. Ook schouderblessures (n=9), blessures aan vinger of duim (n=6) en enkelblessures (n=6) worden met regelmaat gemeld. Buitenlandse literatuur Een Australische studie over wintersportblessures (Ashby en Cassell, 2007) geeft een overzicht van wintersportblessures die zijn geregistreerd in de regio Victoria in de periode 2004-2006. In de analyse over skiblessures zijn gegevens geanalyseerd over twee doden, 504 ziekenhuisopnamen en 218 SEHbehandelingen (niet opnamen). Het geringe aantal SEH-bezoeken ten opzichte van het aantal opnamen doet vermoeden dat de beschikbaarheid van deze vorm van spoedzorg in Australië kleiner is dan in Nederland. Dat kan betekenen dat de wat minder ernstige blessures in deze studie ondervertegenwoordigd zijn. - Onder de ziekenhuisopnamen zijn meer skiërs met letsel (62%) dan snowboarders (32%), terwijl er op de SEH-afdeling meer snowboarders zijn behandeld (58%) dan skiërs (37%). Het lijkt er dus op dat skiblessures in de regel ernstiger zijn. - Het merendeel van de geblesseerde skiërs is man: 62 procent bij de opnamen en 58 procent bij de SEHbehandelingen. Hoewel de leeftijd van de
geblesseerde skiërs sterk gespreid is, bevat de leeftijdscategorie 15-19 jaar het grootste aandeel slachtoffers: 15 procent van de ziekenhuisopnamen en 19 procent van de SEH-behandelingen. De in het ziekenhuis opgenomen skiërs zijn in de regel ouder dan de alleen op de SEH-afdeling behandelde skiërs. De geblesseerde skiërs zijn gemiddeld veel ouder dan de geblesseerde snowboarders. - De meeste skiblessures zijn veroorzaakt door vallen: 67 procent van de opnamen en 83 procent van de SEH-behandelingen. Bij 6 procent van de SEHbehandelingen is er sprake van een botsing met een obstakel en in slechts 2 procent van de SEHbehandelingen is er sprake van een botsing met een andere skiër. - Bij de ziekenhuisopnamen zijn de benen het meest getroffen (53%), waaronder 25 procent knieblessures en 20 procent scheenbeenfracturen. Dan volgen de bovenste ledenmaten (22%) en het hoofd (15%), waaronder hersenletsel (8%). - Ook bij de SEH-behandelingen is het been het meest getroffen (44%), waaronder 27 procent knieblessures en 9 procent enkelblessures. Andere frequent voorkomende blessures zijn: hand/vingerblessures (11%), schouderblessures (9%), onderarm/polsblessures (8%). Een recente studie in Noorwegen (n=3277) constateerde een verhoogd risico op een blessure bij beginnende wintersporters, en bij kinderen en adolescenten. Skiërs hadden daarnaast een kleiner kans op een blessure dan snowboarders. (Sulheim et al., 2011).
Bron: Stubbe, J., Hespen, A. van, Stege, J., Ooijendijk, W. Blessurevrij wintersporten? Blessures Wintersporten (BIS). Leiden : TNO Kwaliteit van Leven, Preventie en zorg, 2008; Ongevallen en Bewegen in Nederland 2006-2011, VeiligheidNL; Ashby, Karen and Cassell, Erin. Injury in Snow and ice sports, Hazard (spring 2007. ; Wasden, C.C., Mcintosh, S.E., Keith, D.S., McCowan, C. An analysis of skiing and snowboarding injuries on Utah slopes. Journal of trauma 67(2009)5(November) p.1022-1026; Sulheim, S., Holme, I., Rodven, A., Ekeland, A. & Bahr, R. (2011). Risk factors for injuriesin alpine skiing, telemark skiing and snowboardingcase control study. British Journal of Sports Medicine;45:1303-1309.
5 Kosten en gevolgen van letsel Op basis van LIS kan alleen een schatting gegeven worden van de directe medische kosten en verzuimkosten van skiblessures die in Nederland op de Spoedeisende Hulp behandeld worden of waarvoor
het slachtoffer in Nederland in het ziekenhuis wordt opgenomen. Er zal dus wat betreft de totale kosten (totale directe medische kosten en totale verzuimkosten) naar aanleiding van blessures door skiblessures sprake zijn van een onderschatting, aangezien alle behandeling die in het buitenland plaatsvindt en alle verzuim ten gevolge van blessures die alleen in het buitenland behandeld zijn niet (kunnen) worden meegerekend.
Blessures door skiën – VeiligheidNL - oktober 2012
Directe medische kosten De totale directe medische kosten van slachtoffers die worden behandeld op een SEH-afdeling in Nederland of in Nederland in een ziekenhuis worden opgenomen met blessure door skiën bedroegen in 2010 2 miljoen euro per jaar. De gemiddelde directe medische kosten bedragen 1.100 euro per letsel. Aangezien het alleen de slachtoffers betreft die in Nederland behandeld worden, kunnen we niet zeggen dat het gemiddelde van 1.100 euro representatief is voor het gemiddelde van alle skiblessures. Het is daarom niet zinvol de gemiddelde kosten te vergelijken met die van andere sporten. De gemiddelde kosten lijken te stijgen met het toenemen van de leeftijd van de geblesseerde skiër,
en zijn afhankelijk van het type blessure. Zo zijn bijvoorbeeld fracturen (€ 1.300) gemiddeld genomen duurder dan oppervlakkige letsels (€ 590). Fracturen zijn verantwoordelijk voor meer dan de helft van de totale directe medische kosten (54%). Verzuimkosten De totale verzuimkosten van slachtoffers die worden behandeld op een SEH-afdeling in Nederland of in Nederland in een ziekenhuis worden opgenomen na een skiblessure bedroegen in 2010 3,5 miljoen euro per jaar, de gemiddelde verzuimkosten 4.900 euro per skiblessure. De verzuimkosten zijn bij oudere skiërs hoger dan bij jongere skiërs. Drie kwart van de verzuimkosten door skiën komt voor rekening van fracturen.
Bron: Letsellastmodel 2010, VeiligheidNL i.s.m. Erasmus Medisch Centrum Rotterdam
6 Expositiegegevens In april 2010 telde de Nederlandse Ski Vereniging 97.000 leden (NOC*NSF). Het is echter niet uit te maken welke wintersporten de leden beoefenen.
Zij besteedden jaarlijks gemiddeld 46 uur per jaar aan hun sport. Iets meer dan de helft van de skiërs is man (56%), en in elke leeftijdscategorie zijn de mannen in de meerderheid.
Uit OBiN weten we echter dat in de periode 20062011 gemiddeld per jaar 590.000 skiërs actief waren. Figuur 3
Nederlandse skiërs, naar leeftijd en geslacht*
Man
Vrouw
45.000 40.000 35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0 15-19 jaar20-24 jaar25-29 jaar30-34 jaar35-39 jaar40-44 jaar45-49 jaar50-54 jaar55-59 jaar60-64 jaar Bron: Ongevallen en Bewegen in Nederland 2006-2011, VeiligheidNL * Vanwege een verschil in methode van ondervraging zijn alleen skiërs van 15-64 jaar in de grafiek getoond
Blessures door skiën – VeiligheidNL - oktober 2012
Bron: NOC*NSF (2011), Ledental NOC*NSF over 2010. Arnhem: NOC*NSF; Ongevallen en Bewegen in Nederland 2006-2011, VeiligheidNL.
7 Toelichting bronnen letselgegevens Bij het samenstellen van deze factsheet is gebruikgemaakt van verschillende gegevensbronnen, die hieronder kort beschreven worden. Meer informatie over deze bronnen is te vinden op de website www.veiligheid.nl. Het enquêteonderzoek Ongevallen en Bewegen in Nederland (OBiN) is een continue enquête, waarbij jaarlijks 11.000 Nederlanders worden ondervraagd over letsel en blessures, sportdeelname en bewegen. Uit deze databron zijn gegevens afkomstig over het totaal aantal blessures door skiën, het aantal medisch behandelde blessures en sportdeelname. De gegevens afkomstig uit OBiN betreffen een jaarlijks gemiddelde over de periode 2006-2011. Het aantal geregistreerde skiblessures in OBiN is klein, zodoende kan met deze gegevens slechts een algemeen beeld geschetst worden en worden de resultaten voornamelijk beschreven aan de hand van het aantal geregistreerde cases. Het Letsel Informatie Systeem (LIS) geeft informatie over letsel en blessures die op de Spoedeisende Hulpafdeling (SEH) behandeld worden. Daarnaast geeft het systeem informatie over blessures waarvoor een sporter direct na behandeling op de SEH-afdeling in het ziekenhuis opgenomen wordt. LIS wordt uitgevoerd bij een representatieve steekproef van ongeveer een tiende van de ziekenhuizen in Nederland. LIS registreert alleen acute en redelijk ernstige letsels. Omdat het aantal geregistreerde letsels in LIS groot is, kan hiermee een gedetailleerd beeld gegeven worden. De meeste spoedeisende hulp in verband met een blessure door skiën zal echter in het buitenland plaatsvinden. In die zin is LIS niet representatief voor SEH-behandelingen voor skiblessures. Voor informatie over ziekenhuisopnamen en overledenen vanwege skiblessures is geen informatie beschikbaar uit LMR en CBS-bestanden. Voor ziekenhuisopnamen is zodoende gebruik gemaakt van informatie uit LIS, ofwel ziekenhuisopnamen na SEHbehandeling. Blessures die geleidelijk ontstaan, zullen in de regel pas na een langer voortraject tot een
ziekenhuisopname leiden en dus zelden leiden tot een acute ziekenhuisopname via de SEH-afdeling. Ook blessures waarvoor het slachtoffer alleen in het buitenland in het ziekenhuis heeft gelegen, ontbreken. Zodoende is LIS niet representatief voor alle ziekenhuisopnamen vanwege skiblessures. Voor gegevens over overledenen is gezocht in LIS en in de Krantenknipselregistratie. De gegevens zijn niet representatief omdat ze voornamelijk betrekking hebben op letsel dat in Nederland is opgelopen. Voor meer informatie over bovengenoemde gegevensbronnen, zie www.veiligheid.nl. Het Blessure Informatie Systeem (TNO-factsheet KvLL-08-07.882Nm Blessures Wintersporten (BIS)) geeft een meer volledig beeld van de blessures dan bijvoorbeeld LIS. Mogelijk zijn de ondervraagde skiërs (leden van de Nederlandse Ski Vereniging) niet representatief. Opvallend is bijvoorbeeld dat 95 procent van de skiërs aangeeft meer dan vijf jaar ski-ervaring te hebben. Het is aannemelijk dat ervaren skiërs een kleinere kans op blessures hebben en andersoortige blessures oplopen. Omdat goede gegevens over blessures bij Nederlandse skiërs ontbreken, is gebruik gemaakt van buitenlandse literatuur. Het onderzoek van Ashby, Karen and Cassell, Erin (2007) betreft een analyse van overledenen, ziekenhuisopnamen en SEHbehandelingen ten gevolge van wintersportblessures in Victoria, Australië in 2004-2006. Het lijkt erop dat het hier gaat om een volledig dekkende registratie. Het artikel geeft uitgebreide informatie over het soort blessures en de toedracht. Wasden et al (2009) geven een overzicht van een groot aantal blessures door skiën en snowboarden behandeld op een SEHafdeling. Omdat het aantal blessures vrij groot is (in totaal 1.142 blessures) geeft dit artikel een goed beeld van de overeenkomsten en verschillen tussen blessures door skiën en blessures door snowboarden. Het artikel van Chaze en McDonald (2008) is een Canadees literatuuronderzoek naar hoofdletsel bij wintersporten. Het onderzoek beschrijft de incidentie en de oorzaken van hoofdletsel voor deze sporten. De systematiek van de literatuurstudie wordt niet beschreven in het artikel. Niettemin slagen de auteurs er in om een informatief overzicht te geven van de problematiek.
Blessures door skiën – VeiligheidNL - oktober 2012
Tot slot, de review van Windsor et al. (2009) beschrijft alleen dodelijke ongevallen door, vooral, skiën. Door gebruik te maken van de parameter 'aantal doden per
100 deelnemers' kan de mortaliteit van skiën worden vergeleken met die van andere buitensport-activiteiten in de bergen
8
staan de belangrijkste ongevalscijfers beschreven in factsheets zoals deze. U kunt de factsheets gratis downloaden op www.veiligheid.nl. Heeft u interesse in bepaalde cijfers of een specifieke analyse? VeiligheidNL levert u deze graag. Ga hiervoor naar
Meer cijfers VeiligheidNL beschikt over veel meer cijfers over letsels en ongevallen. Per onderwerp of doelgroep
www.veiligheid.nl/onderzoek/cijfers-aanvragen.
Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid voor eventuele, in deze uitgave voorkomende onjuistheden of onvolkomenheden. Overname van tekst of gedeelten van tekst is toegestaan, mits met de juiste bronvermelding. Indien tekst gebruikt wordt voor commerciële doelstellingen dient altijd vooraf schriftelijke toestemming verkregen te zijn.
Tips voor preventie Voor een persoonlijk advies over het voorkomen van blessures, ga naar www.voorkomblessures.nl Blessure op gelopen ? Op de website www.sportzorg.nl is nuttige informatie te vinden over wat te doen als u een blessure hebt opgelopen en daar vragen over hebt. Ook vindt u de juiste weg naar de beste sportmedische zorg.
Blessures door skiën – VeiligheidNL - oktober 2012
Tabellen Tabel 1
Skiblessures: SEH-behandelingen in 2010, naar leeftijd en geslacht Vrouw
Man
Totaal
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
0-10 jaar
30
3
20
2
40
2
10-14 jaar
70
8
90
10
160
9
15-19 jaar
90
9
80
9
170
9
20-24 jaar
100
10
110
12
200
11
25-29 jaar
100
10
50
6
150
8
30-34 jaar
90
9
60
7
150
8
35-39 jaar
110
11
70
8
180
10
40-44 jaar
90
9
90
10
180
10
45-49 jaar
90
9
160
18
250
13
50-54 jaar
60
7
40
5
110
6
120
13
140
16
260
14
Totaal 930 100 Bron: Letsel Informatie Systeem 2010, VeiligheidNL
910
100
1.800
100
55+ jaar
Blessures door skiën – VeiligheidNL - oktober 2012
Tabel 2
Skiblessures: SEH-behandelingen in 2010, naar lichaamsdeel en letsel Aantal
%
60
3
licht hersenletsel
20
<1
oppervlakkig letsel/kneuzing hoofd
30
1
80
4
<10
<1
fractuur thorax/rib
30
1
oppervlakkig letsel/kneuzing romp
40
2
1.000
56
Schouder/sleutelbeen/ac-gewricht
370
20
fractuur sleutelbeen/schouder
200
11
luxatie schouder/ac-gewricht
80
4
oppervlakkig letsel/kneuzing sleutelbeen/schouder
40
2
150
8
fractuur bovenarm
40
2
oppervlakkig letsel/kneuzing arm
80
4
110
6
90
5
Hoofd/hals/nek
Romp/wervelkolom fractuur wervelkolom/ruggenmergletsel
Schouder/arm/hand
Bovenarm/elleboog/onderarm
Pols polsfractuur oppervlakkig letsel/kneuzing pols
30
1
400
22
fractuur hand/vinger
240
13
distorsie hand/vinger
60
3
oppervlakkig letsel/kneuzing hand/vinger
90
5
660
36
30
1
Hand/vingers
Heup/been/voet Heup/bovenbeen Knie
430
23
fractuur knie
40
2
distorsie knie
240
13
80
4
120
7
80
4
60
3
40
2
20
<1
1.800
100
oppervlakkig letsel/kneuzing knie Onderbeen fractuur onderbeen Enkel enkeldistorsie Voet/tenen
Totaal Bron: Letsel Informatie Systeem 2010, VeiligheidNL
Blessures door skiën – VeiligheidNL - oktober 2012
Tabel 3
SEH-behandelingen skiblessures: voorbeelden van toedrachten
Geslacht
Leeftijd
Toedrachtsbeschrijving
Hoofdblessure
Vrouw
39
Met skiën op skiborstelbaan gevallen.
Open wond aangezicht
Vrouw
54
Skiën in Italie. Gisteren gevallen.
Fractuur aangezicht
Vrouw
15
Tijdens skiën persoon tegen hoofd gevallen.
Licht hersenletsel
Vrouw
56
Tien dagen geleden skilift tegen hoofd gekregen.
Oppervlakkig letsel aangezicht
Man
56
Tijdens skiën gevallen.
Fractuur kaak
Man
29
Op kunstskibaan onderuit gegaan.
Open wond aangezicht
Man
49
Tijdens indoorskiën van baan gevallen.
Licht hersenletsel
Vrouw
49
Indoor ski, tijdens skiën gevallen met achterhoofd op de mat.
Licht hersenletsel
Man
16
Tijdens een skitocht op de skibaan tegen een betonnen paal
Fractuur neus
aangekomen. Man
6
Met skiën gevallen, met voorhoofd tegen andermans voorhoofd
Oppervlakkig letsel aangezicht
gevallen. Man
26
Met skiën in Duitsland. Achterovergevallen op ijsplaat.
Oppervlakkig letsel behaarde hoofd
Man
3
Tijdens skiles opgetild door skileraar die hem liet vallen.
Zenuwletsel
Man
22
Met skiën op gelaat gevallen.
Oppervlakkig letsel aangezicht
Vrouw
22
Tijdens indoor skiën, remmen tegen paal aan.
Fractuur neus
Man
18
Tijdens skiën gezicht verbrand door niet te smeren.
Brandwond eerste graad
Man
13
Op indoor skibaan op achterhoofd gevallen.
Licht hersenletsel
Vrouw
46
Skiën. Bij gebruik van skiband gevallen.
Fractuur aangezicht, licht hersenletsel
Man
7
Met skiën drie maal over de kop gegaan gisteren.
Oppervlakkig letsel behaarde hoofd
Man
38
Gisteren met skiën in buitenland op hoofd gevallen.
Oppervlakkig letsel behaarde hoofd
Vrouw
28
Met skiën op neus gevallen.
Oppervlakkig letsel neus
Vrouw
29
Tijdens skiën op achterhoofd gevallen.
Licht hersenletsel
Vrouw
39
Gevallen op de kunstskibaan doordat haar ski's in elkaar verstrengeld
Oppervlakkig letsel aangezicht
raakten. Ze is daarbij op haar kin en rechterheup terechtgekomen. Vrouw
18
Met skiën tegen een medeskiër opgebotst: daarna last van
Licht hersenletsel
misselijkheid, hoofdpijn, en wat draaiduizeligheid; ook wat pijn in haar nek. Man
46
Met hoofdwond na ski-ongeval, nu last van slaperigheid.
Licht hersenletsel
Man
39
Retour na skivakantie in Frankrijk met foto's jukbeenfractuur.
Fractuur aangezicht
Vrouw
11
Tegen iemand opgebotst op indoor skibaan.
Overig, behaarde hoofd
Vrouw
9
Tijdens skiën op neus gevallen.
Oppervlakkig letsel neus
Bron: Letsel Informatie Systeem 2006-2010, VeiligheidNL
Blessures door skiën – VeiligheidNL - oktober 2012